Den Gulden Winckel. Jaargang 11
Den Gulden Winckel. Jaargang 11 bron Den Gulden Winckel. Jaargang 11. Hollandia, Baarn 1912 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_gul001191201_01/colofon.php © 2017 dbnl 1 Elfde Jaargang No. 1 Gust. van de Wall Perné In Memoriam1) HOE onverwacht kwam het doodsbericht van den sympathieken jongen kunstenaar Gust. Van de Wall Perné. Nog kortelings had hij zijn volle kracht en geestdrift gegeven aan de oprichting van de Vereeniging der ‘Kunstenaars van de Idee’, waarvoor het initiatief zeker wel voornamelijk van hem is uitgegaan, en midden uit zijn werk, dat hem lief was als zijn leven, is hij opeens weggerukt. Het trof mij als iets ongeloofelijks, toen mij de droevige mededeeling bereikte, dat de krachtige, 34-jarige man plotseling was afgeroepen van zijn met echte bezieling aanvaarde levenstaak, die nog in de verste verte niet voleindigd was... want zijn werk ligt voor ons bovenal als een zeer schoone belofte... Wat hadden wij nog van hem kunnen verwachten!... De herinneringen die ik aan Van de Wall Perné heb, zijn niet vele, want ik kwam hem eerst in zijn laatste levensjaren nader; maar diep nochtans zijn die, alsof hij meer dan een goede kennis, alsof hij een vriend van mij was. Wordt een mensch ons meer sympathiek naarmate hij een grooter deel van onze eigen gedachten denkt, en is dus in den grond dit medegevoel slechts zelfgevoel?... Wie zal 't zeggen?... Maar wie ook, ten slotte, ziet zóó objectief, dat hij alle persoonlijke meeningen en gevoelens ter zijde kan schuiven als ongewenschte factoren bij de beoordeeling van een persoonlijkheid en diens persoonlijke uitingen? Welke kritikus vermag met de hand op 't hart te verklaren, dat hij dit kon en deed? En dus - ik stel 't hier voorop - het denken en werken en willen van Van de Wall Perné was mij zeer sympathiek, ik vond zoowel zijn persoon als zijn arbeid in hooge mate aantrekkelijk, en dit is voor mij het uitgangspunt om er over te spreken.
[Show full text]