Bijlage 2

Reactienota inspraak en overleg

‘Ontwerp Woonvisie 2017-2022: Hier wil je wonen!’

November 2017 Tijdens de ter inzage legging van het ontwerp van de woonvisie ‘Hier wil je wonen‘ spraken we met diverse partijen over hun kijk op dit ontwerp. Hieronder volgt een samenvatting van de reacties van: 1. de diverse dorpen; 2. woningcorporaties en makelaars; 3. de Adviesraad Sociaal Domein.

1. Gesprekken dorpen en wijken

We nodigden alle dorpen en wijken uit voor een gesprek over de woonvisie tijdens de ter inzage legging. Vele dorpen gaven gehoor aan deze oproep, maar niet allemaal. De volgende dorpen en wijken spraken we niet: Den Hool/ , en alle wijken van de stad . Een gesprek met wordt alsnog ingepland. In de gesprekken die we hebben gevoerd hebben we al veel vragen en opmerkingen van onze gesprekspartners van een reactie kunnen voorzien. Voor zover er nog vragen of opmerkingen zijn blijven liggen, voorzien wij deze nu van een reactie.

Dorpsbelangen en Schoonoord In het gesprek kwamen de volgende zaken aan de orde:  Het betreft een heldere notitie;  Op blz. 28 zit een fout in de tabel, hier staat 2016 ipv 2026;  De informatie over breedband wordt als te mager ervaren. Hier zou meer informatie over moeten komen, ook in het voorwoord hier graag meer aandacht voor. Breedband is namelijk een verbetering van de leefomgeving en bevordert ook het langer thuis kunnen blijven wonen;  Met betrekking tot duurzaamheid wordt ook het een en ander gemist. Zou de gemeente niet een streven tot gasloos bouwen kunnen benoemen?;  De Kiel vraagt zich met name af hoe het zit met de mogelijke legalisatie van permanente bewoning op een park als De Tip? Worden deze woningen dan meegeteld als nieuw toe te voegen woningen?;  Hoe gaat de gemeente om met het invullen van lege plekken? Kan dit nog?;  Andere zaken die nog aan de orde zijn gekomen zijn incidentele zaken als het willen promoten van de dorpen, mogelijke rotte kiezen die gesignaleerd worden en het willen inrichten van een soort compensatiefonds voor de bestaande woningvoorraad.

Reactie gemeente:  De fout op blz. 28 is aangepast in de woonvisie;  Het onderdeel breedband is aangescherpt in het voorwoord en er is in het hoofdstuk ‘Samenhang binnen het gemeentelijk beleid’ een stuk opgenomen over breedband en de ambities van de gemeente;  De opmerking over duurzaamheid is terecht. De opmerkingen die in het kader van de woonvisie zijn gemaakt, zullen als input dienen voor de duurzaamheidsnotitie die in voorbereiding is en die naar verwachting rond de jaarwisseling zal verschijnen;  De opmerking over De Tip is tijdens het overleg als volgt beantwoord: We weten niet of deze woningen mee gaan tellen. De duidelijkheid hierover zal via het traject van Vitale Vakantieparken gaan lopen;  De opmerking over lege plekken is tijdens het overleg als volgt beantwoord: Dit is afhankelijk van de situatie. Er wordt een nadere afweging gemaakt of het een kwaliteitsverbetering betreft of niet. Hier zijn speciale kaders voor opgesteld. Mocht een verzoek hieraan voldoen, dan zou een particulier initiatief voor het toevoegen van een of twee woningen gehonoreerd kunnen worden;  De woonvisie is aangepast op een fout in de tabel op blz. 28 en inzake de opmerking over breedband;  De ingebrachte zaken, zoals de rotte kiezen die zijn besproken of het compensatiefonds dat aan de orde is geweest, leiden niet tot het aanpassen van de woonvisie. Deze zaken zullen daar waar nodig individueel met het desbetreffende dorp worden opgepakt of spelen een rol bij de uitvoering van de woonvisie.

1 Dorpsbelangen / In het gesprek kwamen de volgende zaken aan de orde:  Het dorp is tevreden over de woonvisie en ziet voldoende mogelijkheden voor Sleen;  Het Plan Jongbloed loopt nu als eerste fase, de tweede fase wordt wel later opgepakt. Dit ziet het dorp niet als een probleem. Wanneer er na 5 jaar een heroverweging van het plan komt, vinden er nieuwe gesprekken plaats;  Herstructurering Broekveldstraat gaat ook lopen;  Andere zaken die nog aan de orde kwamen, zijn incidentele zaken als de verkeersontsluiting van het nieuwe woningbouwplan, het willen promoten van de dorpen en mogelijke ontwikkelingslocaties die worden gesignaleerd.

Reactie gemeente:  De ingebrachte zaken, zoals de verkeersontsluiting en mogelijke ontwikkelingslocaties die zijn besproken, leiden niet tot het aanpassen van de woonvisie. Deze zaken zullen daar waar nodig individueel met het dorp worden opgepakt of spelen een rol bij de uitvoering van de woonvisie.

Dorpsbelangen Erm / , ’t Haantje en Noord-Sleen In het gesprek kwamen de volgende zaken aan de orde:  Algemeen wordt benoemd dat de krimp zich in de dorpen kan voordoen. Om de bestaande woningvoorraad aan te pakken moeten we nadenken over een herstructureringsfonds c.q. compensatiefonds. De provincie denkt hier ook in mee;  Het dorp ‘t Haantje is tevreden;  Erm ziet in dat uitbreiding niet reëel is en dat de bestaande bouw en het handhaven van de kwaliteit hiervan erg belangrijk wordt. Het dorp vraagt dan ook om hier vooral een koppeling te maken met duurzaamheid. Dit wordt nu gemist in de notitie;  Noord Sleen ziet dat er nog voldoende ruimte zit in een aantal bestaande plannen. Hier lopen nog gesprekken over met de gemeente;  In zijn algemeenheid zien de dorpen de ruimte in de woonvisie dat er mogelijkheden zijn voor goede plannen als het invullen van rotte kiezen en verbouw van boerderijen. Wel zouden ze meer innovatieve en flexibele bouwideeën een kans willen bieden. Is er bijvoorbeeld ergens in de gemeente plek voor een forensenhotel of Tiny houses?;  In het kader van Vitale Vakantieparken wordt het park Ermerstrand nog besproken. Duidelijk is dat als hier gehandhaafd wordt op de permanente bewoning, hier extra druk op de woningmarkt zal komen. Dit zal dan ook in gezamenlijk overleg met de woningcorporaties worden opgepakt;  Andere zaken die nog aan de orde zijn gekomen zijn incidentele zaken als potentiele rotte kiezen, het willen promoten van de dorpen en de rol van de dorpsvisie hierin en de stand van zaken van de aanleg van glasvezel.

Reactie gemeente:  Voor de opmerking over duurzaamheid wordt verwezen naar het antwoord onder het kopje De Kiel en Schoonoord;  De opmerking over flexibele bouwideeën is tijdens het gesprek als volgt beantwoord: de gemeente staat open voor dergelijke ideeën die uit de markt komen. De gemeente gaat dit echter niet actief zelf oppakken;  De ingebrachte zaken, zoals de rotte kiezen die zijn besproken of de rol van de dorpsvisie, leiden niet tot het aanpassen van de woonvisie. Deze zaken zullen daar waar nodig individueel met het desbetreffende dorp worden opgepakt of spelen een rol bij de uitvoering van de woonvisie.

Dorpsbelangen / In het gesprek kwamen de volgende zaken aan de orde:

2  Dalerveen heeft nog een inbreidingslocatie, welke deels al is ingevuld. Het dorp kent weinig andere plekken en heeft nog een paar huurwoningen. Door de laatste uitbreiding heeft het dorp toch jonge aanwas binnengehaald;  Er wordt aangegeven dat de tekst van de woonvisie wel wat positiever kan. Hierop zou de tekst nog gescreend kunnen worden. In de woonvisie staat dat we een vergrijzend gebied zijn, dit is geen positieve insteek;  Het dorp zit niet op slot en kan voorlopig nog vooruit. Ook de mogelijkheid voor verbouw van boerderijen kan dan blijven bestaan;  Het dorp gaat zelf ook met een dorpsvisie aan de slag. Vanuit deze optiek kan het dorp dan ook weer verder gepromoot worden.

Reactie gemeente:  De opmerking over het positiever brengen van de woonvisie wordt meegenomen in de uiteindelijke vormgeving van de woonvisie. Er zal een populaire versie van de inhoud van de woonvisie worden uitgebracht, met aandacht voor de positieve boodschap die we mee willen geven met de woonvisie; • De ingebrachte zaken, zoals de verbouw van boerderijen en de dorpsvisie die aan de orde is geweest, leiden niet tot het aanpassen van de woonvisie. Deze zaken zullen daar waar nodig individueel met het dorp worden opgepakt of spelen een rol bij de uitvoering van de woonvisie.

Dorpsbelangen In het gesprek kwamen de volgende zaken aan de orde:  Als de gemeente goed blijft monitoren dan is de fasering van Molenakkers II goed bespreekbaar te maken. Een goede doorstroming in de bestaande woningvoorraad is cruciaal. Daarom moet op dit moment niet te veel in de markt worden gezet. Wel moet er ruimte zijn voor goede ideeën en moeten er mogelijkheden zijn voor jongeren;  Uit de inventarisatie van de gemeente blijkt dat er nog veel particulier kavelbezit in Dalen zit opgesloten in het bestaande bestemmingplan. Inzet van de gemeente is wel om deze particulieren te benaderen en aan te schrijven om deze ontwikkeling alsnog los te trekken, zodat dit niet jaren blijft liggen;  Voor Dalen is de recente dorpsvisie een prima middel om vooruitgang in de gaten te houden en de woningmarkt te monitoren. Het onderdeel wonen wordt vanuit de dorpsvisie ingevuld en de gemeente staat open om hierin mee te denken.

Reactie gemeente:  De ingebrachte zaken, zoals de monitoring en de dorpsvisie die aan de orde is geweest, leiden niet tot het aanpassen van de woonvisie. Deze zaken zullen daar waar nodig individueel met het dorp worden opgepakt of spelen een rol bij de uitvoering van de woonvisie.

Dorpsbelangen en In het gesprek kwamen de volgende zaken aan de orde:  In beide dorpen leven plannen voor de verbouw van boerderijen. Vanuit de woonvisie bestaat de mogelijkheid tot het eventueel splitsen van boerderijen. Hier staat de gemeente positief tegenover. Daarnaast bestaan er mogelijkheden voor het herbestemmen van locaties, mits het een kwaliteitsverbetering is voor het dorp;  Uitgangspunt voor nieuwe plannen is dat particuliere initiatieven leidend zijn, de gemeente pakt dit niet meer actief op. De gemeente kan hierin wel faciliterend zijn;  Beide dorpen hebben initiatieven gehad voor starters, maar uiteindelijk heeft dit weinig respons opgeleverd. Ook financieel is het moeilijker voor jongeren geworden. De doorstroming in de bestaande woningvoorraad is veel belangrijker geworden. Ook afgelopen jaar zijn er weer veel meer woningen in de dorpen verkocht. De gemeente vraagt plaatselijk belang ook om dit actief in de gaten te houden. Zolang woningen maar verkocht worden bestaat er een goede balans en blijven woningen bezet. Naar de toekomst zal dit steeds moeilijkere worden en daarom denkt de gemeente al na over het inrichten van een soort herstructureringsfonds;

3  Andere onderwerpen die aan de orde zijn gekomen, waren mogelijke rotte kiezen, het vitale vakantieparken traject dat ook gevolgen kan hebben voor Gees en tevens de mogelijke invulling voor een van de schoollocaties in het dorp.

Reactie gemeente:  De ingebrachte zaken, zoals de mogelijke rotte kiezen en de ontwikkelingen rondom de schoollocaties, leiden niet tot het aanpassen van de woonvisie. Deze zaken zullen daar waar nodig individueel met het desbetreffende dorp worden opgepakt of spelen een rol bij de uitvoering van de woonvisie.

Dorpsbelangen en In het gesprek kwamen de volgende zaken aan de orde:  In beide dorpen is onbegrip over het feit dat er nog maar weinig bouwmogelijkheden over zijn. Wat kan de starter dan nog geboden worden? Er ontstaat dan ook de vraag of dorpen zelf ontwikkelaar kunnen worden?;  In Steenwijksmoer is er ook aandacht voor seniorenwoningen en het aanpasbaar maken van de bestaande voorraad. Maar ook over de mogelijkheid tot het verkopen van huurwoningen aan starters? Hierover wil het dorp graag in gesprek met de corporatie.

Reactie gemeente:  De opmerking over het zelf optreden als ontwikkelaar is tijdens het overleg als volgt beantwoord: het uitgangspunt vanuit de woonvisie is dat er geen nieuwe uitbreiding komt. Mocht een dorp wel nieuwbouw willen, dan is de eerste stap om de daadwerkelijke vraag te inventariseren. Het dorp kan zelf dus ontwikkelaar worden of een ontwikkelaar aantrekken. Uiteindelijk moet er een haalbare businesscase komen, waarin ook de financiering van het plan onderbouwd moet zijn en de afname van de kavels verzekerd is;  De gemeente initieert het gesprek tussen Steenwijksmoer en de corporatie Domesta;  De ingebrachte zaken, zoals de verkoop van huurwoningen en het zelf optreden als ontwikkelaar, leiden niet tot het aanpassen van de woonvisie. Deze zaken zullen daar waar nodig individueel met het desbetreffende dorp worden opgepakt of spelen een rol bij de uitvoering van de woonvisie.

Dorpsbelangen In het gesprek kwamen de volgende zaken aan de orde:  In Geesbrug ligt een uitbreidingsplan dat nog voldoende ruimte biedt. Er is echter heel weinig belangstelling. Wellicht is de kavelprijs te hoog. De gemeente heeft aangegeven om in overleg met plaatselijk belang de mogelijkheden voor een beter verkoopbaar plan te willen verkennen. Plaatselijk belang is nu aan zet om ook potentiële kandidaten te zoeken in het dorp. Doorstroming is nu van belang om ook de bestaande woningvoorraad aantrekkelijk te houden. Hierin bevinden zich voldoende starterswoningen, maar deze worden nu nog bezet;  Andere zaken die nog aan de orde zijn gekomen zijn incidentele zaken als het willen promoten van de dorpen en het breedband initiatief waar het dorp druk mee bezig is.

Reactie gemeente:  De ingebrachte zaken, zoals het besproken uitbreidingsplan of het initiatief rondom breedband, leiden niet tot het aanpassen van de woonvisie. Deze zaken zullen daar waar nodig individueel met het dorp worden opgepakt of spelen een rol bij de uitvoering van de woonvisie.

Dorpsbelangen en In het gesprek kwamen de volgende zaken aan de orde:

4  Beide dorpen zien de mogelijkheden binnen de woonvisie, er is voldoende ruimte voor maatwerk. Dorpsvisies zijn hierin leidend voor de gemeente, niet andersom. Vanuit deze optiek kan er maatwerk per dorp geleverd worden;  Aalden geeft aan vooral een soort seniorenwoningen te missen voor oudere welgestelde huishoudens die kleiner willen gaan wonen en nog wonen in grote riante boerderijen;  Aalden kan zich grotendeels vinden in het ontwerp van de woonvisie. Zij hebben tevens een aanvullende notitie ingediend met hierin de punten die zij van belang achten, deze zijn als volgt: . Zij pleiten ervoor om nieuwbouw te behouden voor de grotere kernen, en om niet alleen voor bestaande maar ook voor nieuwe bewoners kansen te bieden. Nieuwbouw zorgt voor doorstroming en voor het aantrekken van specifieke bevolkingsgroepen die nodig zijn voor het behoud van een evenwichtige bevolkingsopbouw; . Zij geven aan in overleg te gaan met de corporatie Woonservice over de toekomstige huursector in Aalden; . Zij pleiten voor een aantal criteria om nieuwe plannen aan te toetsen: de plannen moeten een bijdrage leveren aan een evenwichtige bevolkingsopbouw, diversiteit bieden aan typen woningen en prijzen en onderscheidend zijn in nieuwe woonvormen, gericht op duurzaamheid en gericht op verdichting van de dorpskern. Volgens hen is er te veel focus op de kwantitatieve analyse, er is er te weinig focus op de kwalitatieve analyse van nieuwbouwplannen. Zij zouden de woonvisie hier graag tekstueel op aangepast willen zien;  De verwachting is dat in beide dorpen de vraag in de huursector gaat afnemen. Dit kan plaatsvinden door sloop maar ook juist door verkoop van het bezit van de corporatie. Hier is in deze dorpen mogelijk meer vraag naar;  Zweeloo is met name gericht op de verbouw van grotere boerderijen en vraagt zich af welke mogelijkheden hiervoor zijn. In de praktijk zien ze dat deze procedure niet altijd vlekkeloos verloopt;  In Aalden worden veel locaties aangeboden. Er wordt op gewezen dat de ontwikkeling van deze locaties in de juiste volgorde moet worden gezien. Zeker is dat er voor de komende jaren genoeg mogelijkheden zijn, maar dat deze wel het benodigde tijdspad moeten doorlopen.

Reactie gemeente:  De ingebrachte punten van Aalden zijn als volgt beantwoord: nieuwbouw is in beperkte mate nodig om ook de doorstroming in een dorp op gang te houden. De criteria die het dorp heeft meegegeven ten aanzien van het toetsen van nieuwe plannen worden meegewogen bij het nog uit te werken toetsingscriterium dat op blz. 44 van de woonvisie is benoemd en is opgenomen in de uitvoeringsagenda;  Ook de opmerking over het gemis van kleinere woningen voor ouderen kan gemonitord worden, ook de transformatie van bestaand bezit kan hier een rol in spelen. De woonvisie biedt deze ruimte ook;  De opmerking over de mogelijkheid tot verbouw van grote boerderijen kan positief worden beantwoord. Aan dergelijke initiatieven, mits kleinschalig van aard, zal de gemeente indien mogelijk medewerking verlenen;  De ingebrachte zaken, zoals het toetsingscriterium of de verbouw van boerderijen dat aan de orde is geweest, leiden niet tot het aanpassen van de woonvisie. Deze zaken zullen daar waar nodig individueel met het desbetreffende dorp worden opgepakt of spelen een rol bij de uitvoering van de woonvisie.

Dorpsbelangen , , en Meppen In het gesprek kwamen de volgende zaken aan de orde:  Wezuperbrug geeft aan dat zij in de woonvisie te weinig de kansen voor woningbouw in de kleine dorpen terugziet. Indirect staat dit misschien in de tekst, maar het wordt niet voldoende uitgedragen. In de woonvisie wordt de krimp iets te zwartwit neergezet, breng dit positiever;  Meppen is zich ook bewust van de ontwikkelingen. Onlangs zijn hier weer nieuwe gezinnen komen wonen. Nieuwbouw is erg gewild in Meppen, het zorgt voor reuring. Niet alle eigenaren van mogelijke locaties zijn hiertoe bereid. Ook invulling van niet alle open locaties is logisch. Het dorp kijkt ook naar de mogelijkheden van te verbouwen boerderijen;

5  Wachtum is bezig met een onderzoek naar starters en het in beeld brengen van de behoefte om de boerderijen hierop aan te kunnen passen. Dit loopt nog en sluit aan bij de mogelijkheden die de woonvisie biedt;  Ook in Benneveld geven jonge gezinnen meer reuring. Maar respecteer vooral de waarde die je hebt. Hier speelt ook het feit dat er veel boerderijen mogelijk vrij komen. Ook hier spelen de procedures die niet altijd flexibel zijn. Kan hier niet iemand intern zicht op houden? Het dorp speelt hier ook op in door nieuwe bewoners hiermee te helpen.  Het innovatieve in de woonvisie wordt gemist. Is er misschien een project om bv Tiny houses neer te zetten? Wees wat meer gericht op experimenten?  Duurzaamheidsfocus wordt ook gemist. Kunnen we niet alle nieuwbouwwoningen zonder gasaansluiting laten bouwen?

Reactie gemeente:  De opmerking van Wezuperbrug inzake nieuwbouwmogelijkheden is als volgt beantwoord: de gemeente geeft aan dat woningbouw in de kleine dorpen wel tot de mogelijkheden kan behoren. Het uitgangspunt is dat de dorpen niet op slot zitten. De gemeente zal niet actief zelf als ontwikkelaar optreden, particulieren zullen hier zelf het voortouw in moeten nemen. Mocht een dorp wel nieuwbouw willen, dan is de eerste stap om de daadwerkelijke vraag te inventariseren. Uiteindelijk moet er wel een haalbare businesscase komen, waarin ook de financiering van het plan onderbouwd moet zijn en de afname van de kavels verzekerd is. Het risico voor het bouwen voor leegstand moet wel in ogenschouw worden genomen;  De opmerking van Benneveld over innovatieve concepten is als volgt beantwoord: als dergelijke initiatieven zich voordoen zal de gemeente hier positief tegenover staan;  Voor de opmerking over duurzaamheid wordt verwezen naar het antwoord onder het kopje De Kiel en Schoonoord;  De ingebrachte zaken, zoals de nieuwbouwmogelijkheden in kleine dorpen of de mogelijkheid tot verbouw van boerderijen, leiden niet tot het aanpassen van de woonvisie. Deze zaken zullen daar waar nodig individueel met het desbetreffende dorp worden opgepakt of spelen een rol bij de uitvoering van de woonvisie.

Dorpsbelangen In het gesprek kwamen de volgende zaken aan de orde:  De toevoeging van woningen moet waarde voor het dorp hebben. Er blijven wel mogelijkheden voor de dorpen. Deze ruimte ziet Oosterhesselen ook;  Oosterhesselen is van plan een woonenquête uit te zetten als input voor de dorpsvisie. Hiermee zullen ze gericht eventuele plannen in willen zetten;  Kwaliteit van wonen is meer dan alleen de woning zelf, dit is ook leefbaarheid;  Er staan redelijk wat woningen te koop, die ook snel doorverkocht zijn. De doorstroming is redelijk te noemen;  Locaties rondom de supermarkten zijn potentiële locaties die in beeld kunnen komen. Dit wordt op korte termijn een mogelijke ontwikkeling waar naar gekeken gaat worden. Hier wel degelijk rekening te houden met de behoefte vanuit het dorp.

Reactie gemeente:  De ingebrachte zaken, zoals de besproken locaties en de woonenquête die aan de orde is geweest, leiden niet tot het aanpassen van de woonvisie. Deze zaken zullen daar waar nodig individueel met het dorp worden opgepakt of spelen een rol bij de uitvoering van de woonvisie.

6 2. Gesprekken woningcorporaties en makelaars

Woonservice In het gesprek kwamen de volgende zaken aan de orde:  De corporatie is tevreden over de inhoud van de woonvisie. De onderwerpen die de afgelopen periode in diverse overleggen aan de orde kwamen, zoals de voorzieningenwijzer, het beschermd wonen, de aanpak vitale vakantieparken en een leefbaarheidsmonitor, zien zij voldoende in de woonvisie terug;  Wel geeft Woonservice aan meer focus te willen zien op duurzaamheid. Dit wordt nu nog te veel gemist. Met name de bewustwording van bewoners van de particuliere woningvoorraad verdient hierbij meer aandacht;  Er wordt nog gesproken over de fasering van het uitbreidingsplan Jongbloed in Sleen. Op dit moment kunnen ze met deze fasering uit de voeten.

Reactie gemeente:  De opmerking over duurzaamheid is terecht. De opmerkingen die in het kader van de woonvisie zijn gemaakt, dienen als input voor de duurzaamheidsnotitie die in ontwikkeling is;  De ingebrachte reacties leiden niet tot het aanpassen van de woonvisie.

Domesta In het gesprek kwamen de volgende zaken aan de orde:  De corporatie geeft aan dat de woonvisie een goed uitgangspunt biedt voor de verdere afspraken die we met hen zullen maken;  In de bijlage zouden zij graag een overzicht terug willen zien van de concrete verwachtingen die de gemeente heeft van de corporatie. Dit zou dan als basis kunnen dienen voor de nog te maken prestatieafspraken. Dit overzicht zou per thema de ambities voor de lange en voor de korte termijn kunnen weergeven;  Duurzaamheid is in ieder geval een onderwerp waarin zij nog te weinig concreetheid zien in de woonvisie. De verdere uitwerking hiervan zal ook zeker richtinggevend voor de corporatie dienen te zijn;  Ook mag de krimpopgave duidelijker naar voren komen. Waar liggen de verantwoordelijkheden? Waar gaan we slopen en waar gaan we terugbouwen? Is dit op de plek zelf of juist ergens anders? Bij herstructurering ook stil staan bij de vraag wat er gebeurt met de leegkomende locaties? Van wie wordt de openbare ruimte? Allerlei onderwerpen die mogelijk scherper neergezet kunnen worden.

Reactie gemeente:  De corporatie heeft tav van de verwachtingen en afspraken een prima punt ingebracht. Wij willen echter graag de thema’s in gezamenlijkheid bepalen. Ter voorbereiding op de nog te maken prestatieafspraken geven we hier verder gestalte aan;  De opmerking inzake duurzaamheid is terecht. De opmerkingen die in het kader van de woonvisie zijn gemaakt, dienen als input voor de duurzaamheidsnotitie die in ontwikkeling is;  De corporatie maakt ook een terechte opmerking over het verwoorden van de krimpopgave. De genoemde onderwerpen kunnen inderdaad scherper neergezet worden. Er is echter op dit moment nog niet exact aan te geven waar of wanneer de krimp tot dreigende leegstand of verpaupering zal leiden of welke huurwoningen wanneer precies gesloopt zouden moeten worden. Samen met de corporaties willen wij deze bewegingen de komende jaren scherp monitoren en in de prestatieafspraken nadere afspraken maken over de fasering en locatiebepaling van de reductieopgave. De invulling en detaillering hiervan zien wij dus als een gezamenlijke opgave van corporaties en gemeente, waarover wij –binnen de nu voorliggende kaders- nadere afspraken willen maken;  De ingebrachte reacties leiden niet tot het aanpassen van de woonvisie.

Makelaars

7 Diverse makelaars die gevestigd zijn in de gemeente zijn aanwezig geweest bij een overleg op 30 oktober. In het gesprek kwamen de volgende zaken aan de orde:  De makelaars geven aan dat ze graag eerder waren betrokken bij de totstandkoming van de woonvisie, nu zijn ze relatief laat uitgenodigd;  Over het algemeen zien de makelaars dat deze woonvisie meer ruimte biedt voor de dorpen;  Toch wordt opgemerkt dat de gemeente niet te overhaast moet omgaan met het schrappen van woningbouwplannen;  Het belang zit wat hen betreft in een goede afstemming tussen wat mogelijk is volgens de woonvisie en wat in werkelijkheid wordt toegestaan en in welk tempo verzoeken worden opgepakt. Hier zit volgens hen de nodige discrepantie waar ze in de dagelijkse praktijk vaak tegenaan lopen;  Tijdens de bijeenkomst is geopperd om een bijeenkomst voor makelaars, tekenaars, aannemers en ambtenaren van de gemeente te organiseren en af te stemmen waar men tegenaan loopt en hoe men het gezamenlijke proces beter kan organiseren.

Reactie gemeente:  De makelaars geven terecht aan dat ze eerder betrokken hadden moeten worden. Wij zien dan ook wel mogelijkheden om hen te blijven betrekken;  Tevens geven ze terecht aan dat procedures verbeterd kunnen worden. Wij hebben hier aandacht voor. We staan positief tegenover het initiëren van een gesprek hierover tussen belanghebbenden en de gemeente. Wij zullen hiertoe het initiatief nemen;  De ingebrachte reacties leiden niet tot het aanpassen van de woonvisie.

3. Inspraakreactie Adviesraad Sociaal Domein

De ASD geeft in de reactie aan dat er met gebruikmaking van de beide onderzoeksrapporten en de gesprekken een uitgewerkt ontwerp van de woonvisie is ontstaan. Zij geeft hiervoor complimenten. Zij heeft als Adviesraad geen op- of aanmerkingen op het voorliggende Ontwerp Woonvisie 2017-2022. De raad dankt ons voor de adviesaanvraag en blijft graag betrokken bij de totstandkoming van de definitieve Woonvisie 2017-2022, de besluitvorming en de uitvoeringsagenda en periodieke evaluaties daarna.

Reactie gemeente:  Wij zijn blij met deze reactie van de ASD en zullen hen verder betrekken bij het proces rondom de woonvisie;  De ingebrachte reactie leidt niet tot het aanpassen van de woonvisie.

8 Ingediende zienswijzen Het ontwerp van de woonvisie heeft 6 weken voor belanghebbenden ter inzage gelegen van 21 september tot en met 2 november. Daarnaast kon er op afspraak ook mondeling een zienswijze worden ingebracht. Hiervan is geen gebruik gemaakt. Tijdens de inspraakperiode zijn er 5 schriftelijke reacties binnengekomen. Hieronder een samenvatting van de schriftelijk ingediende reacties met daarop de gemeentelijke reactie.

Zienswijze I De zienswijze van reclamant I richt zich op de volgende zaken: - Het bepalen van het aantal benodigde woningen (woningbehoefte) en het resterende saldo plancapaciteit na herprogrammering; - De beoordeling van het plan Molenakkers 2 in het STEC-rapport; - Het 5 jaar doorschuiven van het plan Molenakkers 2 fase 2.

Ingebrachte argumenten tav de bepaling woningbehoefte en saldo plancapaciteit na herprogrammering: - De gemeente geeft aan dat er per saldo een behoefte is aan 350 nieuwe woningen. Dit is een optelsom van de behoefte van 150 woningen op basis van de bevolkingsprognose en de te verwachten sloopopgave van 200 huurwoningen. Dit is onjuist. Volgens de provinciale prognose is er slechts ruimte voor 65 tot 150 te bouwen woningen; - Het aantal huurwoningen kan namelijk ook verminderen door de verkoop van huurwoningen, waardoor er ook vermindering van huurwoningen kan optreden maar niet in de vorm van nieuwbouw; - Daarnaast zal er herstructurering van de huursector noodzakelijk zijn, sloop zal door de corporaties gecompenseerd moeten worden door vrijkomende gronden als kavels aan te kunnen bieden, de gaten in de wijken moeten immers weer opgevuld worden. Hier is geen rekening mee gehouden; - Daarnaast is er in de bevolkingsprognose geen rekening gehouden met het verlies aan werkgelegenheid in deze regio, hierdoor zullen jongeren wegtrekken en zal er weinig nieuwe instroom aan mensen zijn, dit betekent minder benodigde plancapaciteit dan is geschat; - Concluderend: de vermindering van het aantal huurwoningen kan niet een op een doorvertaald worden naar benodigde plancapaciteit; - Ook voor nieuwe initiatieven als de ontwikkeling in het centrum van Coevorden en verbouw van boerderijen in de dorpen is binnen de huidige plancapaciteit geen ruimte gereserveerd; - Daarnaast zijn de aantallen van diverse plannen zoals De Spinde, de resterende plancapaciteit in bestemmingsplannen in zowel de dorpen als de stad Coevorden niet meegeteld, waardoor het saldo geen 350 maar 472 woningen wordt.

Reactie gemeente: - In de woonvisie is op blz. 28 de tabel uit het RIGO onderzoek opgenomen. Hier is te zien dat er behoefte 70 tot 160 woningen zal zijn. Deze tabel geeft echter een saldo aan van de verschuivingen tussen de huur- en koopsector. Het saldo van 350 woningen is hiervan een afgeleide. Op blz. 36 van de woonvisie hebben wij onder de kopjes ‘koopsector’ en ‘huursector’ gemotiveerd hoe wij aan dit getal komen. Het betreft hier een prognose en slechts een indicatie voor de aantallen waar we op koersen. Er zijn allerlei factoren en omstandigheden die de feitelijke ontwikkelingen uiteindelijk zullen beïnvloeden. Daarom zetten we ook in op de monitoring van de ontwikkelingen in verschillende gebieden. Daar waar plannen stil liggen grijpen we in, daar waar plannen zorgen voor doorstroming op de woningmarkt en niet resulteren in leegstand, zullen we nieuwbouw mogelijk maken. Het bovenstaande neemt echter niet weg, dat de trend onmiskenbaar is en dat we in onze gemeente –voor zover nu uit de prognoses blijkt- voor de grote opgave staan om tot een forse reductie van de plancapaciteit te komen; - De stelling klopt dat afname van de huursector in vorm van verkoop of sloop kan plaatsvinden. Dit hebben we op blz. 36 van de woonvisie dan ook benadrukt. Echter bij de uitwerking van de woonvisie is nauw contact geweest met de corporaties en zij verwachten dat er maar heel beperkt sprake zal zijn van verkoop van huurwoningen. De grootste opgave zit in de herstructurering van de bestaande woningvoorraad en dus zullen er naar verwachting per saldo circa 200 huurwoningen worden gesloopt; - Veelal gaat herstructurering in gebieden waar vraaguitval is, gepaard met verdunning en wordt er juist niet meer teruggebouwd op de vrijkomende gronden.

9 De gaten worden niet meer opgevuld en compensatie moet op een andere manier worden gevonden. Het terugbouwen van woningen op deze locaties is geen automatisme meer. In de woonvisie wordt hier juist wel rekening mee gehouden. Hiervoor kunnen we mogelijk ook de genoemde herstructureringsfondsen inzetten; - De prognoses van RIGO houden ook rekening met verschillende economische scenario’s. De jarenlange trend dat jongeren zich hier niet vestigen vanwege studie of werkgelegenheid is dan ook wel meegenomen. In het scenario dat wij hanteren zijn we dan ook realistisch en houden we er rekening mee dat we niet zomaar een dergelijke trend kunnen doorbreken; - Indien na monitoring blijkt dat de prognoses en onze uitgangspunten geheel of gedeeltelijk onjuist zijn, zullen we deze uiteraard gaan bijstellen. Het saldo van 350 woningen is voor dit moment echter wel een realistisch uitgangspunt; - Het klopt dat niet voor alle nieuwe initiatieven ruimte gecreëerd kan worden, gelet op de prognoses. Een mogelijke consequentie kan zijn dat we dan inderdaad voor goede plannen meer plancapaciteit moeten schrappen dan we nu voorstellen. Vooralsnog zijn de ontwikkelingen in het centrum van Coevorden nog enigszins onzeker, al hebben we hiervoor wel rekening gehouden met toename van het aantal woningen; - De benoemde aantallen van De Spinde en de resterende plancapaciteit in bestemmingsplannen in zowel de dorpen als de stad Coevorden zitten wel in de totale optelsom van 350 woningen. Op blz. 73 van de woonvisie staat onder het kopje ‘de Spinde’ beschreven dat we rekening houden met de bouw van 26 woningen. Daarnaast geven we op blz. 74 onder het kopje ‘screening bestaande planologische ruimte’ aan dat we ook gaan schrappen in deze bestaande plancapaciteit.

Ingebrachte argumenten tav beoordeling van het plan Molenakkers 2 in het STEC-rapport: - In het Stec rapport zijn ten onrechte 3 punten toegekend bij het criterium binnen/buiten bestaand stedelijk gebied. Het gaat bij Molenakkers 2 om onbebouwde landbouwgrond aan de rand van het dorp, dus buiten bestaand stedelijk gebied; - Bij het criterium kwalitatieve woningvraag scoort het plan eveneens te hoog, de locatie kent namelijk beperkingen tav het gebruik van duurzame energie.

Reactie gemeente: - De Stec werkt met het toetsingskader van de “Ladder voor duurzame verstedelijking”, zoals vastgelegd in het Besluit ruimtelijke ordening en actuele jurisprudentie hierover. Hieruit volgt dat een vigerend bestemmingsplan dat een stedelijke functie in de vorm van woningbouw mogelijk maakt, al onderdeel kan zijn van bestaand stedelijk gebied. Hiervoor hoeven gronden nog niet bebouwd te zijn. Weliswaar is het bestemmingsplan Molenakkers 2 nog niet bebouwd, planologisch is de ontwikkeling van woningbouw echter al wel mogelijk, omdat er sprake is van een onherroepelijk en vastgesteld bestemmingsplan. Planologisch voldoet het dus aan de beschrijving bestaand stedelijk gebied. Hiermee wordt voldaan aan het toetsingskader waarmee de Stec heeft gewerkt; - In bijlage D van het Stec rapport is benoemd dat bij het criterium kwalitatieve woningvraag, slechts punten in mindering worden gebracht als er sprake is van een plan met meer dan 50 woningen of als het plan sociale woningbouw mogelijk maakt. Overige aspecten zoals de toepassing van duurzame energie spelen hierbij geen rol.

Ingebrachte argumenten tav het 5 jaar doorschuiven van het plan Molenakkers 2 fase 2: - De prioritering dient te liggen bij herstructurering ipv uitbreiding. De bevolkingsgroep 19 t/m 34 jarigen is gering in Dalen als gevolg van het ontbreken van studiemogelijkheden of werkgelegenheid. Deze groep bepaalt ook de vraag naar woningen en deze woningen voor hen komen over een paar jaar voldoende vrij als de oudere bevolking hun woning te koop zet. Nieuwbouw is dus niet meer nodig, dus het plan 5 jaar doorschuiven is zinloos. Nadruk moet komen te liggen op het behoud van hetgeen er nu is en op herstructurering.

Reactie gemeente: - Wij kunnen deels in dit argument mee gaan. De kwaliteit van de bestaande woningvoorraad is van groot belang. In de woonvisie geven we duidelijk aan dat hier een grote transitieopgave ligt. Echter om een goede doorstroming in de bestaande voorraad te krijgen, is soms nieuwbouw nodig. Wij hebben gezien dat de verkoop van fase 1 van Molenakkers 2 tot een goede doorstroming heeft geleid. We

10 moeten echter geen overaanbod creëren. Om deze reden schuiven wij fase 2 een paar jaar op. Door te monitoren kijken we hoe de markt zich ontwikkelt en wanneer de vraag zich weer ontwikkelt. Zo zorgen we ervoor dat ook de volgende fase een toevoeging voor het dorp is.

Ingebrachte argumenten tav het niet door laten gaan van fase 2 van Molenakkers 2: - Door Molenakkers te schrappen ontstaat er meer ruimte voor goede plannen elders in de gemeente; - Doordat het een gemeentelijk plan betreft is de kans op juridische procedures en schadeclaims beperkt; - Drijfveer om het plan door te zetten is financieel gewin, de locatie is nu eenmaal bezit van de gemeente; - Door allerlei nog noodzakelijk onderzoek, financieringskosten, etc. zal de boekwaarde van het plan alleen maar toenemen, het nu genoemde bedrag in het Stec rapport geeft een vertekend beeld; - Doordat het plan een wijzigingsbevoegdheid betreft ontstaat het risico dat het plan de toetsing voor de ladder van duurzame verstedelijking niet haalt; - Door het plan te schrappen kan de cultuurhistorische waardevolle es behouden blijven; - In de nota doorontwikkeling woningbouw van 2012 was het terugdringen van het aantal woningen als actiepunt benoemd. Het plan had dus nooit in procedure gebracht moeten worden; - De mogelijkheden tot duurzaam bouwen in het plan is beperkt; - De gronden liggen in een grondwaterbeschermingsgebied; - Het plan ligt te geïsoleerd; - Door het plan niet te bebouwen kan het buurtschap ‘’ in waarde behouden blijven; - De verdere fasering leidt tot meer onzekerheid bij bewoners; - Er zal bij de realisering van het plan mogelijk planschade worden toegekend aan omwonenden; - Er zijn alternatieve en betere locaties in Dalen voorhanden.

Reactie gemeente: - De overwegingen om als gemeente voor het uitbreidingsplan Dalen en voor deze locatie te kiezen zijn bij de bestemmingsplanprocedure voor Molenakkers 2 al uitvoerig aan de orde geweest. Dalen en Sleen zijn de laatste buitendorpen in de gemeente waar wij als gemeente nog actief inzetten op uitbreiding. Deze overwegingen staan bij de vaststelling van de woonvisie dan ook niet ter discussie. De beoordeling van de locatie in het Stec rapport heeft hierin niets afgedaan. Wij hebben ons als gemeente hard gemaakt om dit plan voor de bewoners van Dalen mogelijk te maken. Omwille van de kwaliteiten van het gebied en de onzekerheden op de woningmarkt, is ervoor gekozen om de tweede fase van Molenakkers 2 in het bestemmingsplan Molenakkers 2 op te nemen als Wijzigingsbevoegdheid.

Conclusie: Bovenstaande zienswijze I leidt niet tot aanpassing van de ontwerp woonvisie.

Zienswijze II De zienswijze van reclamant II richt zich op de volgende zaken: - het (nog) niet definitief schrappen van Molenakkers 2 fase 2 en het 5 jaar doorschuiven van het plan.

Ingebrachte argumenten om het plan Molenakkers 2 fase 2 nu te schrappen: - Het verdrag van Malta en waardevolle archeologie: Als woningbouw in dit gebied niet echt nodig is, moet men er van af zien en het verdrag van Malta respecteren; - Marketing Drenthe / toerisme: Ook in de marketing om Drenthe te promoten voor toeristen wordt ingezet op het unieke van Drenthe als oer-provincie met de slogan ‘Stoer en oer’. De gemeente kan het gebied van Molenakkers 2 met zijn Pingo ruïne en grafheuvel aan laten sluiten bij deze visie van Marketing Drenthe; - Duurzaamheid: Duurzaamheid betekent ook dat we verantwoord omgaan met onbebouwde ruimte. De gronden in Molenakkers 2 zijn te waardevol om te bebouwen, tevens betreft het geen bestaand stedelijk gebied. Laat het zijn zoals het is;

11 - Reactienota betreffende Molenakkers 2 van de gemeente Coevorden: Bij de presentatie van Molenakkers 2 zag het plan er heel anders uit dan nu in de 1ste fase gerealiseerd gaat worden. De presentatie laat een uitloopgebied zien in het middendeel, echter deze gronden zijn nu verkocht aan een landbouwer. Op de inrichting heeft de gemeente dus geen grip meer; - Woondorp / forensendorp en 30 kilometerzone: Door het dorp Dalen te zoneren als 30 kilometerzone heeft de gemeente aangegeven dat de woonfunctie van het dorp het belangrijkst is. Echter er zijn straten die niet voldoen aan de wet- en regelgeving die hoort bij een goede inrichting van een 30 kilometerzone. Tevens is de ontsluiting van het plan Molenakkers 2 niet optimaal; - Leeftijdsopbouw: De krimp, de vergrijzing en ontgroening in het dorp Dalen zet de komende jaren door. Ouderen zullen de komende jaren woningen achterlaten voor jongeren. De jeugd trekt weg als gevolg van het ontbreken van studiemogelijkheden of werkgelegenheid. De kans is groot dat door nieuwbouw een overschot aan woningen komt. Uitbreiding van het dorp in niet bestaand stedelijk gebied is daarom ongewenst. De prioritering ligt bij het niet laten verpauperen van de bestaande woningvoorraad; - Dorpen in de omgeving: Er staan in de nabije omgeving van Dalen in de kleinen kernen nog voldoende woningen te koop. Om deze dorpen leefbaar te houden is het belangrijk dat deze woningen daar verkocht worden.

Reactie gemeente: - De overwegingen om als gemeente voor het uitbreidingsplan Dalen en voor deze locatie te kiezen zijn bij de bestemmingsplanprocedure voor Molenakkers 2 al uitvoerig aan de orde geweest. Bijna alle bovenstaande argumenten zijn ruimtelijke van aard en zijn tijdens de bestemmingplanprocedure van dit bestemmingsplan reeds behandeld. Wij hebben ons als gemeente hard gemaakt om dit plan voor de bewoners van Dalen mogelijk te maken. Deze overwegingen staan bij de vaststelling van de woonvisie dan ook niet ter discussie. De argumenten met betrekking tot de leeftijdsopbouw in Dalen en het verkopen van de woningen in de omliggende dorpen onderkennen wij. Het tegengaan van verpaupering van de dorpen en het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving hebben dan ook onze aandacht binnen de woonvisie. Echter om een goede doorstroming in de bestaande voorraad te krijgen, is soms nieuwbouw nodig. Wij hebben gezien dat de verkoop van fase 1 van Molenakkers 2 tot een goede doorstroming heeft geleid. We moeten echter, zoals in het argument wordt gesteld, geen overaanbod creëren. Om deze reden schuiven wij fase 2 dan ook een paar jaar op. Door te monitoren kijken we hoe de markt zich ontwikkelt en wanneer de vraag zich weer ontwikkelt. Zo zorgen we ervoor dat ook de volgende fase een toevoeging voor het dorp is.

Conclusie: Bovenstaande zienswijze II leidt niet tot aanpassing van de ontwerp woonvisie.

Zienswijze III De ingebrachte zienswijze van reclamant III gaat in op de volgende zaken: - Algemene uitgangspunten in de woonvisie, waar vraagtekens bij worden gezet; - De beoordeling van het plan Vosmaten en het verzoek tot compensatie; - De ter inzage gelegde stukken en de bekendmaking hiervan.

Ingebrachte argumenten tav van de uitgangspunten van de woonvisie: - Nut en noodzaak van de onderhavige visie is onduidelijk. De woonvisie gaat alleen in op aantallen en niet op kwaliteit. De visie doet onvoldoende recht aan de op korte termijn nog steeds te verwachten nieuwbouwvraag. De woonvisie lijkt op een poging om te komen tot een geleide planeconomie en de vrije marktwerking wordt ernstig verstoord. Er worden vraagtekens gezet bij de juridische houdbaarheid; - Een bouwer zal niet bouwen voor leegstand. Leegstand zal daar ontstaan waar kwalitatief slechte woningen staan of woningen in een verkeerde omgeving. Dit hou je met beperking van nieuwbouw niet tegen. Sterker nog: zonder een goed aanbod van nieuwe woningen zullen de bewoners, die ontevreden zijn met hun woning of hun woonomgeving, op zoek gaan naar een andere woonplek. En dan maar buiten Coevorden. Zo wordt de krimp alleen maar versterkt;

12 - Natuurlijk wordt er in het rapport gerept over duurzaamheid. Dit is slechts voor de bühne. Verder wordt er niets mee gedaan. Er wordt gebouwd volgens achterhaalde vergunningen en energieprestatie normen, hier wordt niet op ingegrepen. Dit geeft geen vertrouwen.

Reactie gemeente: - In de woonvisie wordt duidelijk aangegeven wat de reden is om met een nieuwe woonvisie te komen. Wij willen een woningmarkt die zowel kwantitatief als kwalitatief in balans is. Kwantitatief betekent dit dat vraag en aanbod van woningen goed op elkaar aansluiten. Zowel een te groot aanbod aan woningen ten opzichte van de vraag als het omgekeerde leiden tot onwenselijke situaties. Tegelijkertijd is ook een kwalitatief evenwicht op de woningmarkt belangrijk. Voor iedere doelgroep met een specifieke woonvraag of –behoefte, is er het juiste aanbod dat aansluit bij de specifieke woonwensen. Vanuit zowel het RIGO rapport als het Stec rapport komt duidelijk naar voren dat de woningmarkt in met name de stad Coevorden in onbalans is. Dit is zowel kwantitatief als kwalitatief aangetoond. De kwantitatieve overcapaciteit van meer dan 650 woningen is niet zomaar ontstaan. De markt heeft de kans gehad zich na de crisis te herstellen, de rapporten laten echter zien dat dit niet is gebeurd. Het mag duidelijk zijn dat als wij als gemeente niet actief sturen op reductie van de plancapaciteit, de kans bijzonder groot is dat geen enkel plan van de grond gaat komen. De bestaande plannen liggen immers grotendeels stil qua ontwikkeling. Ook is er in de woonvisie duidelijk gekeken naar de kwaliteit van de plannen. Deze is voor een groot deel van de plannen in de stad Coevorden als matig aangemerkt. Het blijven toevoegen van deze kwalitatief matige plannen blijft het marktevenwicht verstoren en creëert een grotere kans op leegstand en verpaupering van de bestaande woningvoorraad. Voor ons zijn dit voldoende argumenten om nu in te grijpen in deze verstoorde woningmarkt; - Wij kunnen ons vinden in het argument dat nieuwbouw noodzakelijk is om bewoners een goed woonmilieu aan te kunnen bieden. Daarom zullen we er medewerking aan verlenen dat de kwalitatief goede plannen gerealiseerd kunnen worden. Van de matig scorende plannen zullen we zoveel mogelijk afscheid nemen. Zo proberen we een einde te maken aan de plannen die goede (toekomstige) plannen ‘in de weg’ zitten; - Over het aspect duurzaamheid kunnen wij aangeven dat dit onze aandacht heeft. Momenteel wordt er gewerkt aan een gemeentelijk klimaat- en duurzaamheidsbeleid. In onze toetsing hanteren wij de wettelijke voorgeschreven normeringen.

Ingebrachte argumenten tav de beoordeling van het plan Vosmaten en het verzoek tot compensatie: - In de woonvisie wordt het plan Vosmaten gekwalificeerd als matig. Om discussies te voorkomen zijn wel de van invloed zijnde factoren genoemd maar niet de beoordeling, hoe men tot deze kwalificatie komt. Alleen al de grootte van plan Vosmaten is er oorzaak van dat niet een maximale score gehaald kan worden. Het met kwantitatieve aspecten de kwaliteit van een plan beoordelen is volgens ons onjuist. Ook de bereikbaarheid van voorzieningen zou niet voldoende zijn. De bewoners van woonvoorziening de Voorde bewijzen dagelijks het tegendeel. Eventueel zelfs per rollator; - In tabel 3 van het rapport van de Stec wordt het plan Vosmaten omschreven alsof er geen harde overeenkomst met de gemeente Coevorden aan ten grondslag ligt. En in de woonvisie wordt gesteld dat nieuwe afspraken belangrijker zijn dan oudere maar nog niet nagekomen afspraken. Vergeten wordt gemakshalve, dat hier wel degelijk een overeenkomst is met de gemeente Coevorden (d.d. 9 februari 2005). De onderhavige overeenkomst was ter compensatie en als schadevergoeding voor het illegaal optreden en het niet nakomen van eerdere afspraken door de gemeente Coevorden. Omdat het hier ook een schadevergoeding betrof, die de gemeente nu niet nakomt, wordt een voorstel ter invulling van de compensatie verwacht; - Het wordt als een gemiste kans gezien dat in de woonvisie alleen op kwantitatieve wijze e.e.a. benaderd wordt. Een flexibeler benadering zou leiden tot een beter eindresultaat. Waarbij oog is voor de vraag uit de markt. Waarbij aanpassing van bestemmingsplannen niet uitgesloten wordt maar een betere

13 doelgroepenbenadering nagestreefd wordt. Ook ontbreekt het aan een visie wat nu te doen met de gronden die niet bebouwd worden en wie dat gaat onderhouden.

Reactie gemeente: - Alle woningbouwplannen vanaf 10 woningen in de gemeenten Coevorden zijn bezocht en kwalitatief beoordeeld. Hiervoor zijn de plannen ten eerste beoordeeld op objectieve criteria, waaronder voorzieningen in de omgeving, waardering van de leefomgeving en bereikbaarheid van de locaties. Daarnaast zijn de locaties bezocht en beoordeeld op kwaliteit van de omgeving en de geschiktheid van het product (op die specifieke locatie). In bijlage D van het Stec rapport is aangegeven waar deze criteria vandaan komen en hoe de score is toegekend. In bijlage F is de beoordeling per plan weergegeven. In bijlage D is tevens de bron van de criteria benoemd, dus het hoe van deze kwalificaties is ook benoemd. Zo is bijvoorbeeld aangegeven dat een plan niet goed scoort op criterium 1, de woningbehoefte op middellange termijn, als er in het plan ruimte is voor meer dan 50 woningen of dat het plan sociale woningbouw mogelijk maakt. Als bron wordt het RIGO rapport genoemd; hierin staat dat de toekomstige woningbehoefte beperkt is en dat de vraag naar huurwoningen afneemt. Plannen die dus veel plancapaciteit vragen of per saldo veel huurwoningen toevoegen scoren daarom minder in het afwegingskader. Omdat het plan Vosmaten dus veel meer woningen mogelijk maakt dan dat er vraag naar is, is in dit afwegingskader een punt in mindering gebracht. Juist in een krimpende markt moet de kwantitatieve afweging ook meegenomen en gewogen worden. Echter dit is niet het enige punt waar het plan Vosmaten minder in scoort. Het plan scoort zoals in de zienswijze wordt aangegeven ook minder op de bereikbaarheid van het plan. Deze score is niet subjectief beoordeeld zoals in de zienswijze wordt voorgesteld, maar is gebaseerd op graadmeters die als basis dienen voor de landelijke leefbarometer en de nationale bereikbaarheidskaart. Ook hier is een gemiddelde weging gemaakt. Echter het plan krijgt niet alleen een matige score door weging van deze 2 criteria. Criteria waar het plan ook punten laat liggen zijn het wel of niet bijdragen aan ruimtelijke kwaliteit op een cruciale locatie, de score ten aanzien van herstructurering, herontwikkeling of transformatie van leegstaand vastgoed of een positieve score van de schouw door het panel. Kortom binnen het afwegingskader heeft het plan Vosmaten 7 punten van de 15 punten behaald en is de uiteindelijke kwalificatie als “matig plan” wel degelijk beargumenteerd; - Wij zijn bekend met de inhoud van deze overeenkomst en zullen deze daar waar nodig in acht nemen; - Al eerder is aangegeven dat de beoordeling van de plannen zowel kwantitatief als kwalitatief heeft plaatsgevonden. Het afwegingskader neemt allerlei graadmeters mee waarop de plannen zijn beoordeeld. De aard van de graadmeters maakt dat er sprake is van een onafhankelijke beoordeling. Op basis van de graadmeters hebben wij een oordeel geveld over de marktvraag. Wij nodigen reclamant uit om de situatie in een gesprek te verhelderen. Voordat er een besluit wordt genomen over het wegbestemmen van de plancapaciteit, worden ontwikkelaars in de gelegenheid gesteld om de planologische mogelijkheden te benutten. Besluitvorming over het wegbestemmen van de plancapaciteit zal vorm gegeven worden door middel van een bestemmingsplanprocedure. Op dit moment is er nog geen sprake is van een situatie waarin de plancapaciteit van reclamant is wegbestemd. Het vinden van een alternatieve invulling voor de gronden van reclamant zal maatwerk zijn. Op het moment dat er sprake is van het wegbestemmen van wooncapaciteit, zijn wij bereid met reclamant in gesprek te gaan over mogelijkheden en onmogelijkheden.

Ingebrachte argumenten tav de ter inzage gelegde stukken en de bekendmaking hiervan: - Er wordt aangegeven dat er sprake is van een duidelijke discrepantie met de stukken die nu na de commissievergadering ter inzage liggen. Van deze wijziging van stukken was men niet op de hoogte. Op 31 oktober 2017, tijdens de commissievergadering, blijkt uit de stukken die aan de raad verstrekt worden, dat er een bijlage F is bij het Stec-rapport. Reclamant III heeft echter een Stec-rapport waarbij slechts 3 bijlagen zijn toegevoegd. Nader onderzoek, op 1 november, maakt duidelijk, dat er tijdens de ter inzage legging het Stec-rapport is gewijzigd. En wel op diverse cruciale punten. Ook zijn er nu 6 bijlagen toegevoegd i.p.v. de oorspronkelijke 3 bijlagen. Ook het aantal bladzijden is gewijzigd. Volgens reclamant III is de tijd nu te kort om nog binnen het termijn van de ter inzage legging tot en met 2 november hier officieel op te

14 reageren. Er wordt ernstig bezwaar gemaakt en de juridische basis van de hierop gebaseerde woonvisie zal dan ook worden aan gevochten. Reclamant III wijst hierbij op foutieve adressering naar belanghebbende en foutieve datum en nummering in de officiële uitgave van de gemeente Coevorden.

Reactie gemeente: - Hieronder volgt een uiteenzetting van de voorbereiding en de procedure die is gevolgd voor de bekendmaking van de ter inzage gelegde stukken en het ontwerp van de woonvisie: . 20 juli 2017: persbericht met verwijzing naar het RIGO rapport en het Stec rapport, welke te vinden waren op de site: www.coevorden.nl/woonvisie; In dit persbericht is tevens opgenomen dat het college de komende maanden keuzes gaat maken aan de hand van de adviezen en gesprekken. Tevens staat hierin vermeld dat het college mogelijk niet alle adviezen zal overnemen, maar hierin eigen keuzes zal maken. Het Stec rapport was gedateerd op 17 juli 2017; . Tevens is 20 juli 2017 een brief verzonden naar o.a. reclamant III (het aannemingsbedrijf) met de verwijzing naar deze site en de rapporten. In deze brief is de status van de rapportage en van de verschillende stappen in het inspraak- en besluitvormingsproces helder geschetst; . D.d. 31 juli 2017 hebben wij een bevestiging gekregen van de schrijver van deze zienswijze van de ontvangst van deze brief. Hierin stond tevens vermeld dat de adressering onjuist zou zijn en dat de stukken intern zijn doorgestuurd naar de project bv. Daarnaast was er behoefte om een afspraak te maken en kregen wij de mededeling dat dit zou kunnen vanaf 15 augustus en er gebeld zou worden om hiervoor een afspraak te maken; . D.d. 21 september 2017. Na de zomervakantie was de ontwerp woonvisie in ontwerp klaar. Opnieuw hebben wij de stukken openbaar gemaakt en hebben wij 21 september 2017 o.a. reclamant III hierover bericht. Dit maal met aanpassing van de adressering naar project bv. In deze brief staat opnieuw vermeld dat het om het definitieve rapport van de Stec groep gaat en dat de overige stukken raadpleegbaar zijn via de site. Ook de vermelding van de ter inzage legging en het opnieuw inplannen van een gesprek stonden hierin vermeld; . Op de site www.coevorden.nl/woonvisie zijn vervolgens de onderliggende stukken geplaatst. Het betreft hier o.a. het Stec rapport met datering 25 juli 2017, tevens staat in de tekst aangegeven dat het een definitief rapport betreft; . Ook is op deze site een verwijzing gemaakt naar de publicatie van de ter inzage legging van de woonvisie. Echter hier is slechts de feitelijke tekst geplaatst en is geen doorlink naar de officiële site van de bekendmakingensite van overheid.nl gemaakt. Abusievelijk is in deze publicatie dan ook de koptekst niet op datering en nummering van de bekendmaking aangepast. Ondanks deze fout is de bekendmaking wel goed gepubliceerd via overheid.nl. Ook de tekst in de bekendmaking op de site van de gemeente vermeldt de juiste termijnen; - Het klopt dat er in de adressering en publicatie enkele kleine slordigheidsfoutjes zijn geslopen. Gezien het feit dat reclamant III wel binnen de juiste termijn heeft gereageerd, mogen wij ervan uitgaan dat hij wel de juiste informatie heeft ontvangen. Gelet op de gelijkluidende bekendmakingstekst is reclamant III niet in een nadeliger positie terechtgekomen; - De ter inzage gelegde stukken zijn dus vanaf 21 september dezelfde geweest. Het is dus niet zo dat de stukken na de commissievergadering van 31 oktober 2017 (waar het ontwerp van de woonvisie niet inhoudelijk is behandeld maar wel als ingekomen stuk stond geagendeerd) zijn gewijzigd. Wel kan het zijn dat reclamant III zich niet bewust is geweest van het feit dat het Stec rapport na de zomer is aangepast en dat er twee versies zijn geweest, waarvan de eerste voor de zomer bekend is gemaakt en de tweede versie pas na de zomer bekend is gemaakt. Reclamant III is hier wellicht tijdens de commissievergadering van 31 oktober achter gekomen en heeft toen geconstateerd dat zijn informatie niet de meest actuele was en heeft verder geen tijd meer gezien zijn in concept uitgewerkte zienswijze hierop aan te vullen. Aangezien de woonvisie formeel geen juridische consequenties heeft voor derden, heeft reclamant III in dit stadium overigens naar ons oordeel geen nadeel ondervonden. De woonvisie bevat slechts een aankondiging van het voornemen woningbouw te schrappen. De woonvisie zal gevolgd worden door de opstelling van een ruimtelijk plan waartegen bezwaar- en beroepsmogelijkheden openstaan.

15 Conclusie: Bovenstaande zienswijze III leidt niet tot aanpassing van de ontwerp woonvisie.

Zienswijze IV De ingebrachte zienswijze van reclamant IV gaat in op de volgende zaken: - Algemene opmerkingen over de woonvisie; - De beoordeling van het plan Markt, Kasteel 4 en de citadellocatie, kasteel 2; - Verhouding ontwerp woonvisie versus centrumvisie.

Ingebrachte argumenten in zijn algemeenheid over de woonvisie: - Een datum noch ander kenmerk van ouderdom is te ontdekken in de voorliggende ”Ontwerp Woonvisie 2017-2022 HIER WIL JE WONEN !”. Het rapport kan ieder moment ongezien aangepast worden naar inzicht opdrachtgever en biedt het dus geen houvast voor belanghebbenden en gebruikers; - In de inleiding wordt onjuist geconstateerd dat de gemeente een kleine speler is op de woningmarkt. Hiermee onderschat de gemeente zichzelf schromelijk en doet zichzelf daarmee tekort. De gemeente is degene die middels het op- en vaststellen van ruimtelijke plannen bepaald wie wat waar mag realiseren en hoe dat er dan moet komen uit te zien en welke bestemmingen daar gerealiseerd mogen/moeten worden. Een zware verantwoordelijkheid met grote invloed op het uiteindelijke eindresultaat, de beleving van de stad, het dorp en daar binnen de (winkel-)centra, wijken, sportterreinen, industrieterreinen, etc. De directe invloed die dat alles heeft op de beleving van de openbare ruimte en daarmee op het welzijn maakt dat de gemeente alles behalve een kleine speler is op de woningmarkt. Uiteraard is er een wisselwerking tussen de verantwoordelijkheden van de gemeente en de inwoners en de (grotere) marktpartijen die uiteindelijk in het stapelen van stenen investeren. Dientengevolge zijn met name de [grote(re)] marktpartijen en/of projectontwikkelaars die de onroerende zaken realiseren alles behalve zaligmakend zolang het gewin op de eerste plaats komt. Ook dergelijke partijen hebben baat bij een aantrekkelijke openbare ruimte, en dus op een kwalitatief hoogstaande stedenbouw, omdat dat het rendement op hun investeringen opstuwt; - Binnen het RIGO rapport dient ook een uitsplitsing te komen in de vraag naar woon-/woningbehoefte in Coevorden (stad) separaat t.o.v. de vraag naar woon-/woningbehoefte in de dorpen. De bevolkingssamenstelling naar leeftijd en inkomen in Coevorden (stad) is nl. een geheel andere dan in de dorpen; - In de inleiding van het Stec rapport worden relevante stakeholders genoemd die in een verder traject over de woonvisie worden betrokken, wie zijn letterlijk diegenen die onder deze noemers worden uitgenodigd om mee te praten over de invulling van het centrum van Coevorden (stad)? Democratisch gelegitimeerde vertegenwoordigers zijn immers hier niet voorhanden.

Reactie gemeente: - Bij vaststelling zal de woonvisie geen ontwerp meer heten en zal er een datering worden opgenomen; - Wij onderschrijven uw verhaal dat wij een grote rol kunnen uitoefenen op de woningmarkt in juridische zin. Echter de zinsnede is bedoeld om met name in de uitvoering van het woonbeleid aandacht te vragen van verschillende partijen om deze visie en de daarin gestelde prioriteiten ook met ons uit te dragen. We zoeken deze samenwerking met onze maatschappelijke partners actief op, omdat wij hierin wel degelijk afhankelijk zijn van de medewerking van woningcorporaties, de huurdersverenigingen, de verenigingen voor Dorpsbelangen en Plaatselijk Belang en de Wijkverenigingen van Coevorden en overige inwoners van de gemeente; - Binnen het RIGO rapport is er geen uitsplitsing te maken van de verschillende vraag naar type woningen in zowel de dorpen als de stad. De informatie is op een dergelijke kleine schaal niet verkrijgbaar. Wel heeft het Stec rapport aangetoond dat er sprake is van gescheiden woningmarkten en is de behoefte aan woningen verdeeld in een verhouding van 50/50 verdeeld over de stad en de dorpen. Het algemene beeld vanuit het RIGO rapport is op zich wel door te vertalen naar zowel de dorpen als de wijken. Vanuit het aanbod dat wel inzichtelijk is te maken, kan veelal de lokale vraag wel gedestilleerd worden. Dit betreft dan ook vaak maatwerk per dorp; - In het hoofdstuk over samenhang binnen het gemeentelijke beleid is al onder het kopje ‘Toekomstvisie centrum Coevorden’ aangegeven dat hier gekozen wordt voor

16 een brede integrale aanpak. Via de ontwikkeling van een binnenstadvisie en met ondersteuning vanuit de ‘retailagenda Drenthe’ krijgt het centrum van de stad Coevorden een verdere impuls en wordt er ook aandacht aan het wonen geschonken. Vanuit de woonvisie zal hier niet een apart traject worden doorlopen. Daarnaast kennen de projecten alhier ook hun eigen juridische invulling waarin tzt belanghebbenden gehoord zullen worden. Zie ook hier verderop waar dit al is toegezegd.

Ingebrachte argumenten over de beoordelingen van het plan Markt, Kasteel 4 en het plan aan de citadellocatie, kasteel 2: - In het Stec rapport wordt het plan van Peter van Dijk aan het Kasteel 4 te Coevorden als ‘Uitstekend’ beoordeeld. Daarnaast wordt het plan van dezelfde ontwikkelaar op de citadellocatie aan het Kasteel 2 te Coevorden als ‘Goed’ beoordeeld. Om de volgende redenen hoort de beoordeling van deze plannen niet thuis in dit rapport:  Het originele Wensbeeld noch het vigerende bestemmingsplan ”Coevorden centrum, Markt en omgeving.” voorziet in de plannen zoals hier op deze locaties voor ogen staan. Er is vooralsnog geen democratische legitimatie van deze plannen;  De projectlocaties dienen conform het originele Wensbeeld en vigerende bestemmingsplan ter plaatse integraal als één gebied ontwikkeld te worden  De plannen passen niet binnen het vigerende bestemmingsplan;  Er kunnen op de locaties van Kasteel 2 en 4 maximaal 20 wooneenheden gerealiseerd worden. Op de Markt mogen dan wellicht 70 stuks wooneenheden gerealiseerd worden, op deze locaties kunnen die in ieder geval niet overeenkomstig het vigerende bestemmingsplan gerealiseerd worden.  Op de locatie Kasteel nr. 2 en nr. 4 te samen kunnen wellicht nog meer woningen in mindering worden gebracht te meer omdat het contract tussen de gemeente en de ontwikkelaar ook nog voorziet in de realisatie van detailhandel op beide locaties;  Ondergetekenden hebben vorig jaar samen met andere insprekers ingesproken omdat ze tegen waren op het contract dat de gemeente met de ontwikkelaar Peter van Dijk zou sluiten. Hierin is toegezegd dat de ontwikkelaar bij de realisering van de plannen alhier is gebonden aan de afstemming van deze plannen met de bewuste insprekers. Hierin hebben zij tot op heden nog niets vernomen;  De gemeenteraad heeft deze afspraak zelfs middels amendement aangenomen en de woonvisie is hier dus ook aan gebonden;  Ook is de afspraak meermaals door de verantwoordelijke wethouder bevestigd en is toegezegd dat plannen ter plaatse in overleg en samenspraak met hun zullen worden ontwikkeld;  De planontwikkeling op perceel Kasteel 4 legt een hypotheek op planontwikkeling op het aanpalende perceel Kasteel 2;  Er door een paar vreemden een waardeoordeel wordt uitgesproken (”uitstekend”) over de door Peter van Dijk voorgenomen plannen aan het Kasteel 4 en Kasteel 2 te Coevorden terwijl de bevolking van Coevorden zich nog moet buigen en uitspreken over de Toekomstvisie centrum Coevorden die nog niet eens definitief is. Een procedurele fout die dus hersteld dient te worden;  De leden van de Projectgroep die direct betrokken zijn bij het opstellen van de ”Toekomstvisie centrum Coevorden”, ieder voor zich hun mandaat over die toekomstige visie nog moeten ophalen bij hun achterban;  Om deze plannen überhaupt te kunnen realiseren moet nota bene de 410 jaar oude stedenbouwkundige Vestingstructuur wijken, het vigerende bestemmingsplan aldaar worden herzien én het originele Wensbeeld aan de kant worden geschoven. Inwoners van Coevorden zullen daar allerminst mee ingenomen zijn, nog los van de vraag of hogere overheden daar in mee zullen gaan.

Reactie gemeente: - In de beoordeling van het Stec rapport is sec naar de locaties gekeken in het kader van wonen. Passen de aantallen in het behoefteonderzoek van RIGO, hoe scoort de locatie ten opzichte van andere woningbouwlocaties elders en is woningbouw op

17 deze locatie passend en gewenst. Alleen op basis van toetsing aan deze criteria, hebben de locaties een score van ‘uitstekend’ en ‘goed’ gekregen. In de woonvisie is juist een weging gemaakt van het overaanbod van woningbouwplannen en is aangegeven waar we wel en waar we niet voor woningbouw willen gaan. Dit betekent niet dat we voorbijgaan aan de nog te doorlopen juridische stappen. Of het plan qua vormgeving en uitvoering passend is in het bestemmingsplan is nog niet afgewogen. Dit zal, zeker omdat dit ook herhaaldelijk is aangegeven door de gemeente en men hierop mag vertrouwen, zeker nog plaats dienen te vinden en dit zal bij de totstandkoming van de bedoelde omgevingsvergunning procedure verder afgewogen worden. Maar de vraag of er dan sprake kan zijn van de genoemde maximale woningaantallen zal dan niet direct meer ter discussie staan. Deze weging heeft dan al plaatsgevonden. Aan de feitelijkheden die reclamant IV hier bovenstaand heeft benoemd willen wij dan ook absoluut geen afbreuk doen.

Ingebrachte argumenten over de verhouding tussen het ontwerp van de woonvisie versus de centrumvisie: - Het ontwerp van de woonvisie vraagt al om een beoordeling van rapporten, die pas na het vaststellen van de Toekomstvisie centrum Coevorden beoordeeld hadden moeten worden. Dit terwijl en een allesomvattend vastgesteld origineel Wensbeeld ligt en dit terwijl er de visie van het centrum nog ter inzage moet komen te liggen. Bestuurlijk de omgekeerde wereld; - Letterlijk staat er in de woonvisie het volgende: ”We geven de kansen weer die er zijn om het goede leefklimaat in de stad Coevorden te behouden en waar nodig te verbeteren.” De huidige planvorming voor Kasteel 2 en 4 doen hier juist afbreuk aan; - Letterlijk staat er in de woonvisie het volgende: ”De gemeente werkt al enige jaren aan het opknappen van de binnenstad van Coevorden. Door historische elementen beter zichtbaar te maken krijgt de stad een mooiere uitstraling.” Indien de gemeente er consistent beleid op na houd dient het hierboven omschreven onderdeel uit het originele Wensbeeld onverminderd gerealiseerd te worden; - Tevens wordt hier nogmaals verwezen naar de rol die de gemeente wel degelijk heeft in de juridische mogelijkheden die zij heeft in het goed of afkeuren van plannen; - Concluderend wordt het volgende benoemd: Om de volgende dwingende reden dient ”het terug bouwen van het zuidelijke Bastion van de Citadel met de Citadelgracht daar omheen” de hoogste prioriteit te krijgen. Er dient respect te worden getoond voor de roemruchte historie en geschiedenis van deze eens machtigste Vesting van West Europa en Coevorden (stad) dient op haar meest vitale punt in het centrum de Historische uitstraling en Beleving terug te geven die het verdient en waar ieder inwoner van deze plaats, inwoners van onze fraaie gemeente en passanten vanuit de meest afgelegen streken het best mee af is en het meest wel bij vaart. Dit onder de noemer HISTORIE + WATER = GEZELLIGHEID.

Reactie gemeente: - Nogmaals benadrukken we hier dat de uitgangspunten vanuit het ontwerp van de centrumvisie en het ontwerp van de woonvisie hetzelfde zijn. De keuzes die wij ten aanzien van het wonen in het centrum binnen de woonvisie maken, lopen in de pas met de uitgangspunten binnen de centrumvisie. Daarom hebben we de locaties die bestemd zijn voor woningen, nu ook in de weging meegenomen. De plannen in het centrum scoren goed omdat het wonen vanuit het Wensbeeld maar ook vanuit het bestemmingsplan en vanuit de nu voorliggende centrumvisie gewenst is op deze locaties. Anders dan door reclamant wordt verondersteld, wordt er met de woonvisie geen afbreuk gedaan aan het Wensbeeld voor het centrum van Coevorden. Ook beoogd de woonvisie geen voorsortering op de ruimtelijke planvorming. Het is een gegeven dat er nog juridische stappen gezet moeten worden en dat de feitelijke vormgeving van de plannen nog uitvoerig aan de orde dienen te komen. Daarnaast voorzien wij ook dat de transformatie in de winkelstraten van de stad om ‘extra’ woningen gaat vragen. Ook voor deze transitie hebben wij ruimte gecreëerd (ook dit laat onverlet de nog te doorlopen juridische procedures). Echter de basis om in het centrum van Coevorden ook een versterking van de woonfunctie mogelijk te maken is nu in de woonvisie gelegd.

Conclusie: Bovenstaande zienswijze IV leidt niet tot aanpassing van de ontwerp woonvisie.

18 Zienswijze V De ingebrachte zienswijze van reclamant V gaat in op de volgende zaken: - In uw woonvisie zouden wij graag een goede omschrijving zien, voor herontwikkeling van bestaande vrijkomende gebouwen. Daarbij zou het mogelijk moeten zijn de bestemming te wijzigen in een woonbestemming. Dit voorkomt leegstand en verpaupering van ons dorp Dalen; - Ook een omschrijving hoe om te gaan met vrijkomende agrarische bestemmingen ontbreekt in uw woonvisie.

Reactie gemeente: - In het Stec rapport zijn in bijlage E toetsingscriteria voor nieuwe plannen opgenomen. In de uitvoeringsagenda van de woonvisie is reeds opgenomen dat we ruimte willen bieden voor kwalitatief goede nieuwbouwplannen en dat we hier een toetsingskader voor willen ontwikkelen. Hierbij zullen we aandacht hebben voor de mogelijkheden binnen bestaande vrijkomende gebouwen en voor de ruimte binnen vrijkomende agrarische bestemmingen.

Conclusie: Bovenstaande zienswijze V leidt niet tot aanpassing van de ontwerp woonvisie.

19