Memoires 1974-1975
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Memoires 1974-1975 Willem Oltmans bron Willem Oltmans, Memoires 1974-1975. Papieren Tijger, Breda 2005 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/oltm003memo18_01/colofon.php © 2013 dbnl / Willem Oltmans Stichting VII Inleiding 1975 werd een jaar van grote emotionele turbulentie voor mijn Willem. Niet een gelukkig jaar. Als onderzoekende journalist vloog hij de hele wereld over. Van Singapore naar Los Angeles, van New York naar Parijs, en van Washington naar Sri Lanka, om maar een paar bestemmingen te noemen. Maar ook vloog hij dit jaar diep in zijn binnenste, wanhopig op zoek naar antwoorden die hij zo naarstig zocht. Hij probeerde de dood van zijn moeder te verwerken en dat was a living hell omdat hij vocht om zijn geweten te kalmeren. Hij worstelde met schuldgevoelens omdat hij zijn moeders hand niet vasthield toen ze overleed en was woedend op de medische autoriteiten wegens het ontbreken van passende antwoorden op zijn moeders ziekte. Daarom schreef Willem: ‘Wat werkelijk is gebeurd zal wel altijd een mysterie blijven’. Pagina na pagina schrijft hij over zijn dromen: hij praat erin met zijn moeder, gaat soms op vakantie met haar en ontvangt brieven van haar. Deze dromen waren soms heel mooi, maar meestal een nachtmerrie. ‘Als ik in bed over mama lig te denken, krijg ik het benauwd. Ik keek naar de sterrenhemel. Ik huilde en noemde mama's naam.’ Hij vatte het als volgt samen: ‘Je hebt met het verlies van je moeder toch een vleugel verloren.’ Zijn broer Theo kwam in 1975 regelmatig op bezoek op Amerbos, Amsterdam. Het was heel duidelijk dat Willem grote behoefte had aan broederlijke compassie en familietroost. Zijn broer Theo en Willem werden het helemaal niet eens over fundamentele punten inzake hun erfenis. Willem schreef erover: ‘He is so entirely wrong’ en ‘Maar in deze familie word je verondersteld uiterlijk nooit iets van je gevoelens te laten blijken.’ Ik was er bij, en ik weet het. Koud, heel koud. Maar Willem vond comfort en intellectuele stimulatie bij diverse interessante dames. Hij koos geen filmsterren en modellen, maar liever politici, wetenschappers en first ladies. Zijn vriendschap met Madame Dewi Sukarno bloeide op, net als de woedende corres- Willem Oltmans, Memoires 1974-1975 VIII pondentie met Marguerite Oswald, de moeder van Lee Harvey Oswald, de verdachte moordenaar van JFK. Ook had hij veel contact met Madame Hartini, een van de vele vrouwen van president Sukarno, en met dr. Margaret Mead, de wereldberoemde antropologe. Margaret Mead was een grote inspiratie voor Willem. Hij was altijd aan het praten met haar over de meest intieme zaken. Eén ervan was zijn relatie met mij. Dit was haar antwoord: ‘What you did, you translated your relationship with Peter into an incestuous relationship. It is the paradise-lost of a childhood relationship in which you are perfectly safe, and in which you can express intense affection without any danger.’ Willems oren klapperden, op zijn zachts uitgedrukt. Willems totale afkeer en walging van Washingtons bemoeienissen met Zuidoost-Azie komt heel sterk in dit deel Memoires naar voren: ‘Ik minacht (not hate, laat staan envy) Nixon, Kissinger, de CIA en misdadige Washingtonse kliek voor het vermoorden van zovele Aziaten die hun niets hebben misdaan.’ Willem heeft nooit meer zijn mening veranderd over deze ‘natie van criminelen’ en heeft deze gevoelens tot in zijn graf meegenomen. Willem was nog steeds erg bezig met het onderzoek over de moord op JFK, en dit hield hem niet rustig. Maar ondanks alles was hij nog steeds op zoek naar een ideaal soort liefde die hem keer op keer is ontgaan. Met een druppel gal schreef hij: ‘En de prins en de prinses leefden eeuwig samen, is het gif waarmee de hoofden van kinderen worden overgoten.’ Hij was emotioneel totaal uitgeput. In zijn eigen woorden: ‘Ik ben nu bijna 50 jaar en ik ben niet van plan wie ook, Peter inbegrepen, achterna te lopen. In die zin begint de “totale eenzaamheid”.’ Peter van de Wouw, Amsterdam, juni 2005. ‘Dat wat zal zijn, wanneer het zal zijn, zal zijn dat wat het is.’ Fernando Pessoa Willem Oltmans, Memoires 1974-1975 1 Amsterdam 7 november 1974 Amerbos De taxi van Schiphol zette me voor de deur af, maar het slot van de voordeur was met stopverf volgepropt. Ik kon er niet in. Ik leende een ladder en sloeg een ruit in. Belde de politie. Ze kwamen maar gedroegen zich eigenlijk hondsonbeschoft wat betreft mijn problemen. Er waren twee brieven van Peter, één uit Quebec en één uit New York. Er was ook een erg lieve brief met foto's van Casper van den Wall Bake uit Mozambique. ‘Zonder enige schroom kan ik je bekennen dat ik erg veel aan je denk. Al de leuke dingen die we deden en het luisteren naar je interessante verhalen. Het klinkt “unreal” but I really mean it. I love you as a person and I miss being close to you. Heeft niets met seks te maken maar ik begrijp je woorden van vroeger over “being close” nu veel beter.’ Een vreemde zeurbrief van broer Theo over een serviceboy-meubel dat tante Jetty uit mams huis wilde hebben. Hij schreef daar voor 100 percent tegen te zijn. Hij wilde het ding hebben. Hij maakte me verwijten dat ik hem niets heb gevraagd, terwijl hij juist van de daken schreeuwde in niets geïnteresseerd te zijn en alles aan mij (en Nellie) over wilde laten. Hij is wel zeer wisselvallig en herinnert zich blijkbaar absoluut niet wat hij eerder heeft gezegd. Het bevreemde me zeer want we zijn hier heel anders.1 Casper condoleerde me trouwens heel lief met mam. ‘Ik weet wat zij voor je betekende. Je weet ook, als iedereen, dat jij de enige zoon bent geweest die haar met de meeste liefde heeft omringd.’ Ik geloof dat dit waar is. Ik heb mijn leven zodanig ingericht dat ik als zoon mijn vader enigermate heb kunnen vervangen. Mam heeft, volgens notaris Meijer, na aftrek van openstaande posten, voor ons drieën 745.000 gulden nagelaten. 1 Tussen 1986 en 1991 leerde ik pas in Zuid-Afrika zelf de uitzonderlijke wisselvalligheid en onbetrouwbaarheid van dit typisch Afrikaans gedrag zien en begrijpen. Theo was in alle opzichten Zuid-Afrikaan geworden, helaas. Willem Oltmans, Memoires 1974-1975 2 Ik ben eerst met twee rode rozen met lange stelen naar het graf van mijn ouders gereden en heb vervolgens Keke bij dr. Offereins opgehaald. Het diertje was zo verschrikkelijk blij dat het aandoenlijk was. Hij slaapt nu zoet in mijn stoel na van blijdschap om de tafel geracet te zijn. Hij heeft vitamines gehad en is in prima conditie. Mijn eigen fondsen staan zowat op nul. Wat nu? Ambassadeur Romanov heeft me uitgenodigd voor een receptie ter ere van de 57ste viering van de Great October Socialist Revolution, maar ik breng het niet op ook nog naar Den Haag te gaan. Zoals Peter me had gevraagd heb ik de moeder van zijn vriendin Leonie opgebeld. Leonie was bij haar ouders in Eindhoven en het was wel goed met haar. Maar Gerard Croiset had tegen de ouders gezegd: ‘Zij zal nog vreselijke pijn krijgen en het is voor het meisje te hopen dat het niet meer lang zal duren’.2 Luns heeft in een vraaggesprek met Wibo van de Linde voor TROS Aktua, over het incident bij de Erasmus Universiteit gesproken. ‘Als ik niet zeer krachtig door studenten en een aantal adelborsten uit Den Helder, die de lezing hadden bijgewoond, was beschermd waren de gevolgen zeer ernstig geweest’. Hij had enkele trappen in de rug gekregen, vertelde hij, en zijn 2 Croiset zou spoedig gelijk krijgen. Willem Oltmans, Memoires 1974-1975 3 hoed was van zijn hoofd geslagen. In Brussel had een diplomaat als grapje tegen hem gezegd, toen hij hoorde dat hij in Rotterdam ging spreken: ‘Dan kom ik u in het ziekenhuis opzoeken’. Het verbaasde hem niet dat de regering-Den Uyl hem geen verontschuldigingen had aangeboden. Dat er een anti-Luns-stemming heerste verwonderde hem ook niet. Hij citeerde een artikel uit de NRC waarin hij op de allergrofste wijze niet alleen werd beledigd maar ook bedreigd. Ik kan me iets dergelijks niet herinneren, maar Luns herinnert zich wel meer uitspraken en voorvallen die alleen in zijn verwarde brein bestaan. Hij dacht niet dat hij bij de NAVO gewipt kon worden: ‘Ik ben natuurlijk sterk voor Nederland,’ aldus de voormalige minister, die altijd voorbijgaat aan de reeks miscalculaties in zijn eigen hoofd, die het koninkrijk een aantal doden en vele miljarden hebben gekost. Suharto heeft voor het eerst sinds hij in 1968 president van Indonesië werd een persconferentie gegeven. Het belangrijkste nieuws dat die ontmoeting opleverde, was dat hij ten stelligste heeft ontkend dat zijn vader van koninklijke bloede zou zijn en dat zijn moeder na zijn geboorte naar een dorp was verbannen. Dit bericht was in het blad Pop verschenen dat inmiddels een verschijningsverbod heeft gekregen. 8 november 1974 Vanmorgen kwam opnieuw een gedrukte uitnodiging van ambassadeur Romanov voor een buffet en concert vanavond. Zal maar gaan. Bij binnenkomst op de ambassade vertelde de ambassadeur onmiddellijk een gesprek te hebben gehad met de heer G.A. Wagner van Shell en diens tweede man. Ontmoette veel mensen zoals de sovjetopperrechter bij het Internationale Hof in Den Haag, P.G. Morozov, die ik in de VN heb gekend. De buitenlanddeskundige, Henk Waltmans van de PPR, kwam naar me toe en zei veel aan mijn Club van Rome-interviewboeken te hebben gehad. ‘U hebt iedereen een grote dienst bewezen,’ zei hij. Jolle Jolles van het ANP liep als gewoonlijk rond en heeft meestal weinig te vertellen. De zakenman Piet Voskamp gaat bij Moskou hallen om champignons te kweken neerzetten.