<<

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Joop den Uyl 1919-1987 : dromer en doordouwer

Bleich, A.

Publication date 2008

Link to publication

Citation for published version (APA): Bleich, A. (2008). 1919-1987 : dromer en doordouwer. Uitgeverij Balans.

General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of , Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The . You will be contacted as soon as possible.

UvA-DARE is a service provided by the library of the (https://dare.uva.nl)

Download date:26 Sep 2021 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 240

Hoofdstuk 10

Een nieuwe lijsttrekker

In de zomer van 1967 analyseerde de lastige positie waarin de Partij van de Arbeid na de verloren verkiezingen in februari en het aantreden van het centrum-rechtse kabinet-De Jong was terechtgeko- men. Kernpunt van zijn ten behoevevan dePvdA-Kamerfractiegeschre- ven notitie was de vaststelling dat de aanhang van de PvdA in twee groe- pen uiteen was gevallen,‘(...) een traditionele en een meer sociaal-cultu- reel georiënteerde achterban’. Die twee groepen stonden ‘diametraal tegenover elkaar’.‘Ons succes in de komende jaren’,vervolgdeVanThijn, ‘is volledig aΩankelijk van het vinden van de “formule” die op beide groepen aantrekkingskracht kan uitoefenen. (...) Den Uyl heeft het ver- trouwen van onze traditionele achterban (...). Hij moet de “traditione- len” binnenbrengen in de toekomstige coalitie van de vernieuwers,maar hij moet hen daarin ook kunnen vertegenwoordigen.’1 Den Uyl stond dus voor de opgave – net als de leiders van de confessionele partijen – omineigenrijenhetschijnbaaronverzoenlijketeverzoenen. Allereerst richtte hij zijn aandacht op de nieuwe groepering D66, de clubjeugdigevernieuwersdiehetbijdeverkiezingenzogoedhadgedaan en die streefde naar een ander kiesstelsel en naar het laten ‘ontplo^en’ van de bestaande politieke partijen. Een eerste ontmoeting met D66- lijstaanvoerder had al tijdens de campagne plaats- gevonden. Stomtoevallig, zoals Van Mierlo benadrukte. ‘We waren net begonnen met folders uitdelen op de Albert Cuypmarkt in Amsterdam, toen het bericht kwamdat van genezijdeeenkaravaan opruktemet Joop den Uyl aan het hoofd.De campagneaanvoerders van beide partijen ver- kneukelden zich al bij het vooruitzicht van een kolossaal tre^en tussen de marktkraampjes. Ik dacht:“Jezus, ook dat nog!”Joop zei later dat hij hetzelfde had gedacht. Enfin, we naderden elkaar, langzaam, maar on- miskenbaar. Toen begonnen we allebei een beetje te grijnzen, we keken

240 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 241

elkaar aan, ik wees naar het koªehuis en we zijn koªe gaan drinken, in plaats van elkaar vanaf de klaar gezette zeepkistjes de huid vol te schel- den. We stonden bij die tapkast, zeiden verder niets, weerden alleen de pogingenafonsalsnogopdiekisttelatenstaan.’2 De tweede ontmoeting was een dag na de verkiezingen in februari 1967.Winnaar Hans van Mierlo – van nul naar zeven zetels – zat met het D66-bestuur te vergaderen in hotel Krasnapolsky, toen een ober kwam zeggendatereenmeneerDenUylaandetelefoonwas.VanMierloonder- brak de vergadering,‘misschien vanwege dat gekke moment in de herfst’, en zei dat hij wel een kwartiertje kon praten, tenminste als Den Uyl naar Kras kon komen.‘Ja’,zei hij,‘ik snap het, jij kan daar niet weg, ik kan wel even komen.’‘Joop komt’,melddeVanMierlo zijn medebestuurders,niet tothungrotegenoegen.Zezatenimmerstevergaderen.MaarVanMierlo zei dat het hem verstandig leek‘dat we niet in ons zelf kruipen,maar ons van het begin af aan rekenschap geven van wat er buiten onze club ge- beurt’. Den Uyl bleek vooral te willen weten wat de gedachte was achter de gekozen -president, waar D66 zo vóór was.Van Mierlo begreep dat Den Uyl hier bezorgd over was,want hij dacht zelf ook dat nadruk op leiderschap het risico met zich meebracht dat uiterst rechts erop af zou komen. Zijn uitleg – ‘er is behoefte aan meer directe democratie en te- genover een sterke regering willen we een minstens zo sterk parlement’, – stelde de PvdA-voorman gerust. Maar hij bleef op z’n hoede, volgens Van Mierlo ‘omdat wij revolutionairen waren, met een das aan; dat kon Joopnietplaatsen.’DenUylwasbovendienvanmeningdatD66eigenlijk bij de PvdA hoorde, het had, aldus Van Mierlo‘een sieraad aan de kroon van de Partij van deArbeid moeten zijn.Hij kon moeilijk verkroppen dat D66 buiten de PvdA om was ontstaan.Toen ik opmerkte dat we zelf ook niet zoveel zin hadden om fulltime aan partijpolitiek te gaan doen om- dat we allemaal een leuke baan hadden, keek hij alsof hij er niets van be- greep. Maar hij luisterde, hij luisterde als een gek, met al z’n zintuigen open.’Het gesprek duurde veel langer dan het beoogde kwartiertje,min- stens vijf kwartier. De twee namen zich voor vaker met elkaar te praten. Ze ontdekten daarna al vrij snel dat ze allebei van gedichten hielden.Van Mierlo: ‘Jaren later, op de begrafenis van Ed Hoornik bleken we allebei wel vijf of zes van zijn gedichten uit het hoofd te kennen. Dat is iets wat een bijzondere band geeft, dat had hij niet met z’n partijgenoten en ik ookniet.’3

241 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 242

Elkaars bedoelingen welwillend aftasten.Zo kan de verstandhouding tussen Hans van Mierlo en Joop den Uyl in die eerste tijd het beste wor- den omschreven.Persoonlijk mochten ze elkaar meteen,de al wat oude- re, nieuwsgierige Doorbraak-socialist en de jonge ex-katholiek die ver- langde naar iets nieuws in de politiek en daarom aan het ‘krankzinnig avontuur’ met D66 was begonnen. Politiek rendement zou die goede persoonlijke verhouding pas begin jaren zeventig gaan opleveren.Want voorlopig peinsde Van Mierlo, anders dan bijvoorbeeld Hans Gruyters, die zo snel mogelijk een progressieve concentratie wilde,er niet over om D66 op sleeptouw te laten nemen door de ‘ouderwetse‘ PvdA, uit angst datzijnpartijdaarmeehaarfrisse,jongeimagozouverspelen. Ook binnen de PvdA roerden degenen die een vernieuwde,verjongde en geradicaliseerde partij voor ogen stond zich hevig. Nieuw Links had eind 1966 na de val van het kabinet-Cals aarzelend steun gegeven aan Den Uyl als lijsttrekker,omdat in hun ogen zijn geloofwaardigheid min- derwasaangetastdoorhetministerschapdandievanVondeling. De eerste ontmoeting – misschien is confrontatie een geschiktere term – tussen de auteurs van het Nieuw Links-manifest Tien over rood en aspirant-lijstaanvoerder Joop den Uyl vond eind november plaats, op verzoek van Den Uyl, in de Schrij≈amer van het Amsterdamse hotel Americain. De nl-voormannen Han Lammers en André van der Louw hebben allebei op die bijeenkomst teruggeblikt; het verschil in toon is opmerkelijk en laat zien dat de waardering voor Den Uyl als politicus en intellectueel binnen Nieuw Links behoorlijk uiteenliep. Han Lammers was het opgevallen dat Den Uyl‘(...) niets tegen onze ideeën over demo- cratisering van de partij had. (...) hij had kennelijk het gevoel dat hij ons welaankon,dat hij dit welweer teboven zou komen,dat hij het varkentje wel kon wassen – op welke geordende of ongeordende manier dan ook (...). Hij verweet ons niet rechtstreeks dat we baantjesjagers waren, maar hij probeerde het uit te lokken;hij zat te loeren en testvragen te stellen.Er waren er wel die daarover gebelgd waren,maar ik vond het nogal logisch. (...) Dat soort gesprekken amuseerde mij geweldig,want je zat tegenover iemand die bepaald niet weg te cijferen viel.Een man met eindeloze vol- harding, ik heb hem wel vergeleken met een duikelaartje, je legt hem neer, maar zo gauw je even loslaat, hup, daar komt hij weer. Een onver- moeibare tegenspreker met een duidelijke neiging tot provoceren,om te zien wat er nou weer terug zou komen en of dat dan nog kwaliteitstoet- senkondoorstaan.’4

242 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 243

André van der Louw kon duidelijk minder waardering opbrengen voor Den Uyls debattechniek.‘Den Uyl doet enigszins uit de hoogte’,her- innerde hij zich. ‘Hij fulmineert, daagt uit, er komt geen waarderend woord over zijn lippen. Uitspraken van ons die hij niet begrijpt of ver- werpt, worden op een onnavolgbaar gebrom onthaald, dat we later als een typisch Uyliaans geluid herkennen.Den Uyl drijft de zaak een beetje op de spits. “Allemaal journalisten en wetenschappelijke medewerkers, datsteltniksvoor.”ArievanderZwanlaatzichprovocerenenantwoordt: “Ach man, sodemieter toch op, wat doe je hier nog!” Dit eerste contact met Den Uyl’,concludeerde Van der Louw,‘heeft eerder een openhartig daneenkameraadschappelijkkarakter.’5 Dat zou er na de verloren verkiezingen van begin 1967 voorlopig niet beter op worden.Meteen na de teleurstellende stembusuitslag klommen twaalf Nieuw Linksers in de pen. Ze eisten dat de PvdA zou afzien van regeringsdeelname.BovendienvondenzedezojuistgekozenTweedeKa- mer-fractie niet representatief voor een zich vernieuwende partij, dus moesten er volgens de briefschrijvers tussentijds fractieleden worden vervangen. En ten slotte toonden de twaalf zich ‘verbluft’ dat de fractie nog tijdens het tellen van de stemmen ‘een vrijage’ was begonnen met D66.6 DenUylwasditkeerechtpijnlijkgeraakt,zobleekuitzijnwoorden tijdens een vergadering van het dagelijks bestuur met een nl-delegatie. Hij noemde de brief, zo vlak na de verkiezingen,‘bedenkelijk’,‘een staal van slecht politiek besef’,‘zelfs karakterloos’.Ook vond hij het‘geen stijl om dit alles in de pers te gooien’.Nu zijn eigen positie als politiek leider ter discussie dreigde te komen, leek bij Den Uyl de bestuurder die geen serieuzetegenspraakgewendwasdeoverhandtekrijgenopdelieΩebber van partijdemocratie. Hij verweet Nieuw Links‘intimidatie’,omdat vol- gens hem ‘zelfs wethouders’ bang waren om tegenover de Nieuw Link- sers hun mond open te doen.’ Zijn voornaamste bezwaar was dat de groep a∫reuk deed aan het beeld van de PvdA,‘met aan de ene kant een grote verkalkte groep en aan de andere de frisse Gideonsbende van Tien over Rood’.7 Dat klinkt als een inhoudelijk kritiekpunt, maar tegelijker- tijd is het niet moeilijk in dit verwijt de gekrenktkheid te ontwaren van iemanddiemeentdathijtenonrechtebij‘deverkalkten’wordtgerekend, eenverwijtdathemindiedagenthuisooknogaleenswerdgemaakt. Den Uyls relatie met Nieuw Links en de Nieuw Linksers was gecom- pliceerd. Dat komt goednaar voren uit een interviewmet VrijNederland- redacteur Joop van Tijn, zelf nl-sympathisant en later groot Den Uyl-

243 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 244

bewonderaar.Den Uyl antwoordde bevestigend op de vraag of de stand- punten van Nieuw Links hem niet deden denken aan zijn eigen ideeën uit de tijd dat hij VN-redacteur was. De door Nieuw Links nagestreefde ‘communicatiedemocratie’noemdehijiets‘(...)waarikzenietalleenthe benefit of the doubt geef,maar zeg dat ze daarin formuleren wat ik vroe- ger ook vaak heb geformuleerd. (...) Ik sta dan ook absoluut niet op het standpuntdatikvinddatvooralderustindePvdAmoetterugkeren.In- tegendeel (...).’Niettemin kraakte hij een aantal harde noten.Een van de ‘gevaarlijke kanten’ noemde hij dat Nieuw Links ‘zo geobsedeerd (is) door rechtse dictaturen dat men de linkse dictaturen niet meer ziet’. Daarmee doelde hij op de buitenlandse agendapunten van Nieuw Links: onvoorwaardelijke erkenning van de (communistische) Duitse Demo- cratischeRepubliekenuittredenvanNederlanduitdenavo alsderecht- se dictaturen en Griekenland lid bleven. Maar Den Uyls kritiek reikte verder. Hij verweet de jonge radicalen ook dat ze zich lieten inspi- reren ‘(...) door een ondemocratische ideologie die je bij Marcuse kunt vinden(...)endie(...)hierendaarookergsmaaktnaareentotalitairebe- nadering’.Hij liet zelfs de term‘fascistoïde’ vallen, al noemde hij dat wel ‘eenzwaarwoord’. Den Uyl bleek geneigd om de kritiek die de ‘liberals’ in de Verenigde Staten hadden op de radicale protestbeweging van New Left onverkort op Nieuw Links van toepassing te verklaren. Instemmend haalde hij de typering aan die de New York Times van New Left had gegeven: anti- establishment, anti-institutions en anti-history.Metdieeerstetweeken- merken had Den Uyl geen probleem, ‘akkoord, want we zitten met een veelheid aan bureaucratische instellingen die op de tocht gezet moeten worden(...)’.MaarhijwasheteensmetdeNewYork Times dateenantihis- torische mentaliteit fatale gevolgen kon hebben. Dat kritiekpunt werkte hij vervolgens uit voor de Nederlandse situatie. Historisch besef was im- mers dringend nodig om te begrijpen hoe groot het verschil was tussen een oudere generatie die wat zij in twintig jaar sappelen voor de weder- opbouwhadbereiktkoesterdeenverdedigde,enjongerendiedegeboek- te vooruitgang als iets vanzelfsprekends zagen.Den Uyl verweet de voor- al sociaal-cultureel en internationaal geïnteresseerde Nieuw Linksers gebrek aan belangstelling voor de brood-en-botervragen van het ‘bief- stuksocialisme’.Maar hij had de moed nog lang niet opgegeven en sloot ‘(...) de mogelijkheid van een wederzijds opvoedingsproces helemaal nietuit(...)’.8

244 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 245

DenUylszwagerAndréKöbbenwerkteindetweedehelftvandejaren zestig als hoogleraar culturele antropologie aan de Universiteit van Am- sterdam. Net als Den Uyl in de politiek zag hij in de academische wereld deeerbiedvoorhet(professorale)gezagpraktischvandeeneopdeande- re dag wegsmelten. Ze hadden het er vaak over met z’n tweeën en ook uit die gesprekken bleek Den Uyls ambivalente maar naar optimisme neigende gemoedsgesteldheid tegenover zijn linkse uitdagers. Köbben: ‘We werden toen uitgemaakt voor “ouwe zakken die maar es moesten verdwijnen”.Maar Joop en ik vroegen ons af:“Hoe lang horen wij al hele- maal bij het establishment? En moeten we nu al weg?” Ik herinner me zo’n soort gesprek waarin Joop zei:“Je moet niet bang zijn om je impo- pulair te maken”,wat zeer waar was,en vervolgens:“Totvoor een jaar ge- leden klaagden we over de vergrijzing in de PvdA. Allemaal mensen van boven de vijftig.Nu komen er een aantal jongens met wilde haren,zeker. Maarmoetjenoustriktzijnendieeruitgooien?Nee.”Hijwaszeerstellig: “Ik hou ze erbij.”En dat, dat heb ik bewonderd, dat incasseringsvermo- gen. Ik zou allang huilend weggegaan zijn. Maar Joop, die wist best wat hijwaardwas.Datmoetjenooitonderschatten.’9 DenUylsoudstedochterSaskiabrachtdetweestrijddiehaarvaderin- nerlijk ervoer in de omgang met de representanten van Nieuw Links bondig onder woorden.‘M’n vader heeft altijd graag jonge mensen om zich heen gehad en hij was dol op tegenspraak. Maar hij had de pest aan ongefundeerde beweringen en kon soms stug en behoorlijk narrig zijn. Hij voelde zich door Nieuw Links niet begrepen, vond het onheus dat ze zich zo tegen hem afzetten, niet eerlijk ook, want hij vond helemaal niet dat hij bij de ouwe hap hoorde.Het is herhaaldelijk voorgekomen dat hij diep gekwetst was door Nieuw Links, soms zat hij erop te schelden. Hij heeft ook enigszins voor ze moeten buigen.Uiteindelijk gaf voor hem de doorslagdathijvonddatzeerbijhoorden.’10 Nieuw Links was geen straf geleid politiek genootschap,maar veeleer eenvriendenclubmetpolitiekeideeënenambities.IndividueelkonJoop den Uyl het met sommige Nieuw Linksers goed vinden,met andere klik- te het niet. Jan Nagel bijvoorbeeld, die als eerste Nieuw Linkser tot het partijbestuur was doorgedrongen vond hij ‘een aalgladde draak’11.Veel beter was de verstandhouding met Han Lammers, die een gereformeer- de achtergrond had en op goede voet stond met Den Uyls steun en toe- verlaatVanThijn. Ook metWim Meyer en zou het later goedkomen,netalsmetRelusterBeekenHansKombrink,dieeindjaren

245 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 246

zestig nog piepjong en zéér radicaal waren. Tegenover weer anderen – André van der Louw, – bleef altijd een zekere afstand be- staan, een rest van misprijzen. Den Uyl kreeg op den duur bewondering voor de heldere presentatie van Van der Louw die met eenvoudige taal een groot publiek wist aan te spreken.Hij was daar zelfs een beetje jaloers op, want in die eerste tijd als partijleider was heldere taal niet Den Uyls sterkstekant.‘Hijkonalleenmaarpratenincijfers,hijkreegnietéénnor- male zin uit z’n mond. Het was altijd een wetenschapper geweest, die analytische taal sprak en lange betogen opzette. Het was niet iemand die in gewoon, eenvoudig Nederlands een praatje met de bloemenman kon maken om hem de achtergronden van het wereldgebeuren uiteen te zet- ten’,aldus Harry van Wijnen (die jarenlang voor Het Parool en later NRC HandelsbladdegebeurtenissenaanhetBinnenhofheeft gevolgd)overde ‘oude’DenUyl.12 Den Uyl mocht dan waardering hebben voor de communicatieve vaardigheden van André van der Louw, diens intellectuele kwaliteiten vond hij nogal tegenvallen. Het tweetal had bovendien die eerste jaren eenpaarkeihardebotsingen,diemaarophetnippertjegoedafliepen. De eerste Nieuw Linkser die (in 1967) een plek in de Tweede Kamer- fractie veroverde was de econoom Hans van den Doel. Na een veelbelo- vend begin kwam een voortijdig eind aan zijn publieke loopbaan door eenhersenbloedingdiehijin1981kreeg.(Hijwasopdatmomentgeenlid meer van deTweede Kamer,maar hoogleraar economie in Amsterdam.) De relatie vanVan den Doel met Den Uyl begon met een hevige clash. In overeenstemmingmetdebijNieuwLinkslevendegedachtenproduceer- de het kersverse Kamerlid een nota waarin hij voorstelde het voorzitter- schap van de fractie voortaan over vijf man te verdelen: een om de frac- tievergadering voor te zitten, een om de fractieleden te begeleiden, een om een strategie voor de lange termijn te ontwikkelen, een voor de tac- tiek in de vergaderzaal en een voor het bewaken van de begroting. Den Uyl was zacht gezegd niet blij met wat hij zag als een frontale aanval op zijn positie.De nota-Vanden Doel werd neergesabeld en kwam niet ver- der dan het fractiebureau. In een gesprek met verslaggevers van het weekblad Haagse Post blikte Van den Doel later haast vertederd op die aanvaring terug:‘Hij lijdt er zichtbaar onder, wordt rood en wit en tege- lijk, negeert je, zichtbaar wantrouwen in z’n ogen. Begint ’t zelf na enige tijduittepraten,kanerniettegen.’13 De twee socialistische economen kregen spoedig een hartelijker ver-

246 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 247

standhouding. Van den Doel ging zijn oudere vakgenoot niet alleen als politicus waarderen, maar ook als mens. Hij apprecieerde diens ‘enorm vermogen om menselijke problemen te voelen. (...) Hij kan niet slapen vanmicro-enmacro-ellende.KapotvandebombardementenopN- – toenheefthijéchtnietgeslapen.(...)DenUylwordtgezienals een handige sjoemelaar.Volstrekt onjuist. Dat is Vondeling wel, die juist als rechtlijnig man bekend staat.(...) Den Uyl heeft een enorm vermogen om mensen aan zich te binden.’14 Dat laatste had Den Uyl beslist ook nodig, wilde er iets terechtkomen van zijn voornemen om de PvdA niet uiteentelatenvallenenNieuwLinkserbijtehouden. De zwaarste crisis die bijna uitliep op een scheuring ontwikkelde zich vrij onverwacht in september 1968.De zeven Nieuw Linkse leden van het partijbestuurschaardenzichachtereendoorAndrévanderLouwenGer Klein (later staatssecretaris van Onderwijs) geschreven nota die een frontale aanval op het partijestablishment behelsde. De nota lekte uit en werd in z’n geheel gepubliceerd in Het Parool. Den Uyls prestige kwam daardoor rechtstreeks in het geding. De nota van ‘de Zeven’ bevatte krachtige taal.‘De situatie aan de top is alarmerend. De partij vegeteert. Daar moet zo spoedig mogelijk verandering in gebracht worden.’Daar- toe had het zevental een reeks voorstellen: een nieuwe partijvoorzitter (in de plaats van SjengTans,die bijzonder zijn best had gedaan om brug- gentebouwentussenNieuwLinksendeouderegarde).Ookmoestereen nieuwe secretaris buitenland komen. Ingrijpender was het voorstel om Kamerleden voortaan te verbieden ook deel uit te maken van het partij- bestuur. De nota stond uitgebreid stil bij de positie van Den Uyl, die‘(...) een probleem op zich (...)’genoemd werd.‘Het is van vele zijden betoogd en Den Uyl heeft het wel eens beaamd: hij is meer in z’n element als be- stuurder dan als oppositieleider.(...) Zijn ongewenste verstrengeling van fractie- met p.b. verantwoordelijkheid valt hem in het bijzonder te ver- wijten.’ En als klap op de vuurpijl: ‘Het verwarrende optreden van Den Uyl maakt het naar ons inzicht nodig dat wij ons gaan bezinnen op de plaatsvanDenUylindepartij.’15 Op 10 en 11 september vergaderde de fractie in opgewonden stem- ming over de jongste pennenvrucht van Nieuw Links. Zoals gewoonlijk maakte Den Uyl aantekeningen. Er werd gesproken van een‘richtingen- strijd’ en van‘dolkstoten in de rug’.Het fractielid Cees Roozemond pleit- te voor een tegenactie met als doel de zeven nl’ers uit het bestuur te ver- wijderen,maartegelijktevoorkomen‘(...)datdegoedeachterbanvande

247 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 248

7 eruitloopt’.Concreet dacht hij aan het bijeenroepen van een buitenge- woon congres om een eind te maken aan de‘gezags- en vertrouwenscri- sis’ en een nieuw partijbestuur te kiezen.‘Een kompromis zal uitgelegd worden als een nederlaag van Den Uyl’,waarschuwde Roozemond.‘Men zal zeggen: die is door de knieën gegaan.’De enige fractiegenoot die voor een gematigde reactie pleitte was JoopVoogd,Den Uyls vroegere onder- directeur bij de wbs in wie hij alle vertrouwen had.Voogd zei niet in te zien waarom hij niet met Den Uyl enVan der Louw in één partij zou kun- nenzitten.16 Op 12 september zette Den Uyl zich aan het schrijven van een tegen- nota, die ook weer integraal in Het Parool verscheen.De toon was scherp, hier en daar dreigend. Pluriformiteit en openhartige discussie, allemaal goed en wel, maar‘(...) de partij moet een duidelijk politiek gezicht ver- tonen, anders houdt ze op een politieke partij te zijn. Als die gemeen- schappelijkheid ontbreekt,dient de hoogste instantie in de partij zo snel mogelijk een uitspraak te doen en een nieuw partijbestuur te kiezen. De nota van “de zeven” schept – of maakt openbaar – een vertrouwenscri- sis (...).’Ook Den Uyl leek hier op een confrontatie aan te sturen.Maar hij lieteenopeningvooreenterugtochtvanNieuwLinks;hetbuitengewone (crisis)congres hoefde er niet te komen als de partijraad zou duidelijk makenachterdefractietestaan.17 Nieuw Links reageerde wat verongelijkt op de verontwaardiging die het stuk van de Zeven elders in de partij opriep.‘Men lijkt een sfeer te wil- len creëren die mensen moet doen geloven dat we een aanslag op het po- litieke leven van Joop den Uyl beramen’,aldusVan der Louw.18 Gezien de woordkeus van de Zeven in hun nota was dat wantrouwen niet uit de lucht gegrepen. Nieuw Links besloot te elfder ure om de dreigende krachtmeting uit de weg te gaan.Op een extra vergadering sprak het par- tijbestuur unaniem zijn vertrouwen uit in de fractie en in Den Uyl. Dat kalmeerde de gemoederen; tijdens de volgende fractievergadering pleit- ten behalve JoopVoogd ook Ed vanThijn,Hans van den Doel en voorzit- ter Tans tegen een ‘paniek-spoedcongres’.19 Op de partijraad twee dagen later werd het nog even spannend, omdat Tans die daar een buitenge- woon congres overbodig noemde, aangezien de eenheid in het bestuur inmiddels was hersteld,op felle tegenspraak stuitte.Cees Roozemond en de oude rot wilden toch een extra congres om af te rekenen met de rebellen van Nieuw Links. Maar op dat moment schoot Van der LouwTanstehulpmeteenverzoenendespeechenwasdezecrisisbezwo-

248 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 249

ren. ‘De gemoedelijk ogende, rondborstige Van der Louw wist de zaal voortre^elijk te bespelen.’20 Een maand later hief op voorstel van Han Lammers de kerngroep van Nieuw Links zichzelf op.Aan het spookbeeld van ‘een partij in de partij’ die op de macht uit was, leek een eind te ko- men. Maar een half jaar later, op een congres in maart 1969, dreigde de vlam toch weer in de pan te slaan. In plaats van op eigen bijeenkomsten plannetjes te bekokstoven waren de Nieuw Linksers zich op het partijle- ven in de plaatselijke afdelingen gaan richten.Onder een deel van de ou- de garde riep dat grote weerstand op en er formeerde zich een tegenbe- weging tegen Nieuw Links onder de naam Democratisch Appèl, onder meergesteunddoorhetKamerlidFransGoedhartdiedenl’ersbeschul- digde van heulen met communistische dictaturen.Het actief zijn aan de basis leverde de Nieuw Linksers echter ook veel goodwill en steun op; nieuwe, jonge leden begonnen toe te stromen. Ze waren over het alge- meenhoogopgeleidendikwijlswerkzaambijde(semi-)overheidofin vrije beroepen. Dankzij hun komst onderging de PvdA de zo gewenste verjongingskuur. Een schaduwzijde was dat veel wat oudere arbeiders die actief waren geweest in afdeling of gewest,vervreemd raakten van de nieuwe,vooralopdiscussiegerichtepartijcultuur. De veranderde samenstelling van de PvdA vertaalde zich in het voor- jaar van 1969 in steun voor een reeks zeer controversiële voorstellen van Nieuw Links. Het congres aanvaardde de door Han Lammers en Marcel van Dam opgestelde anti-kvp-resolutie, die samenwerking met de par- tij van verbood.De tegenwerpingen van Den Uyl,die betoogde dat overtuigen beter was dan de zaak forceren, hadden geen e^ect.Tegen de zin van Den Uyl en sprak het congres zich ook uit voor de onvoorwaardelijke erkenning van de ddr,eenoud stokpaardje van Nieuw Links.Van der Stoel fungeerde voor Den Uyl als zijn kompas in de buitenlandse politiek. Als Max vond dat de grens be- reikt was en iets echt niet kon, wist Den Uyl dat er niet mee kon worden gemarchandeerd.Van der Stoel zelf wond zich jaren later nog op over de welwillende houding van Nieuw Links tegenover het communistische deelvanDuitsland.‘Waanzinvondikdat.DesocialistischekanselierWil- lyBrandthadeenformulevoordeerkenningvandeddrwaarmeeikhet helemaal eens was. Hij was bereid de ddr als staat te erkennen op voor- waarde dat de omstandigheden van de mensen daar wat lichter zouden worden. Ik vond niet dat we dat moesten doorkruisen met een pleidooi vooronvoorwaardelijkeerkenning.’AchterafhadVanderStoelbeseftdat

249 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 250

dit punt voor jongeren zo aantrekkelijk was omdat je daarmee ‘(...) de oudere generatie op de kast kon jagen’.21 Meer succes had hij met het te- genhouden van een voornemen om als Nederland uit de navo te treden indien de rechtse dictaturen Portugal en Griekenland lid zouden blijven. Een door Van der Stoel in het geweer gebrachte Griekse oppositieleider overtuigde het congres dat het beter was om binnen de navo druk uit te oefenen op het Griekse bewind.De controverse over het NAVO-lidmaat- schapzounogeenpaarkeerhoogoplopen. Voor Den Uyl was het vervelend dat het congres zich schaarde achter de motie-Doniawerstal. De kleine Friese afdeling Doniawerstal drong erop aan dat de Kamerfractie scherper oppositie zou voeren tegen het liberaal-confessionelekabinet-DeJong.DenUylvonddiekritiekophem als oppositieleider erg onredelijk. Met het achterliggende concept van polarisatie – het blootleggen en zo mogelijk aanscherpen van de politie- ke tegenstellingen – kon hij op dat moment niet uit de voeten. Ed van Thijn herinnerde zich Den Uyls getergde reactie op de motie-Doniawer- stal:‘Wat moet ik dan doen? Moet ik soms in het tapijt bijten?’22 De suc- cessen van Nieuw Links dreigden nog even te worden overschaduwd door een rel over – alweer – een verklaring van André van der Louw en GerKlein. Ze prezen de ‘krachtige besluiten’ die het congres had genomen. ‘Daarmee heeft u verwachtingen gewekt.U moet een bestuur kiezen,dat voor uitvoering van uw besluiten garant staat. Als u de (...) mensen die wij genoemd hebben niet kiest (...)’,is die garantie er niet. Er werd ver- ontwaardigd gereageerd op wat veel congresgangers, ook mede-Nieuw Linksers, beschouwden als een poging tot politieke chantage. Van der Louw en Klein namen daarop afstand van hun eigen verklaring. De Nieuw Linksers – zeven in totaal – werden toch in het partijbestuur ge- kozen, tot grote vreugde van de nieuwe vicevoorzitter André van der Louw, die zijn destijds befaamde‘berendans’ uitvoerde.23 De grote vraag was nu of de gevestigde partijtop – , de opvolger van Tans als PvdA-voorzitter, Den Uyl en zijn getrouwen in de fractie – zich zou neerleggen bij congresuitspraken en een partijbestuur waarin de toegenomen invloed van Nieuw Links weerspiegeld werd. De tekenen warengemengd.Deafdeling-Barneveldhadnogtijdenshetcongreshaar vertrouwen in vicevoorzitterVan der Louw opgezegd. De econoomVic- tor Halberstadt, een vertrouweling van Den Uyl, had aangedrongen op een buitengewoon congres. Dat deed ook de oude partijleider Willem

250 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 251

Drees, die voor het eerst naar buiten bracht dat naar zijn mening het prestige van de PvdA was aangetast door de ‘verwarring en tweedracht’ op het congres.24 Pikanter nog was een brief van Max van der Stoel aan ‘beste Joop’, waarin hij lucht gaf aan zijn a≈eer van Nieuw Links. ‘nl maakt van het socialisme in Nederland een puinhoop. De Franse meire- volutie die het conservatisme zo’n geweldige overwinning opleverde, dient blijkbaar als lichtend voorbeeld. Willen wij het socialisme in Ne- derlandnogredden,danmoetdebreukkomen,nu.’25 Maar Den Uyl was absoluut niet van plan om af te stappen van zijn tweesporenstrategie die erop was gericht om de invloed van Nieuw Links beperkt te houden en de groep tegelijkertijd aan de partij te binden. Dat bleek al aan het slot van het maartcongres van 1969; de eerder fel bestre- den anti-kvp-resolutie werd nu door Den Uyl omarmd als een prima grondslag voor een nieuw partijbestel waarin progressief en conservatief herkenbaar tegenover elkaar zouden staan. Tegenvoeter Van der Louw nam het niet zonder ergernis waar.‘ Joop heeft vele maanden dwarsgele- gen tegen een anti-kvp-resolutie.Nu doet hij alsof hij hem zelf heeft uit- gevonden. (...) Zijn soepele geest verbaast mij niet meer’, noteerde hij metenigmisprijzen.26 Anderen hadden een positiever oordeel over de manier waarop Den Uyl zijn opponenten aanpakte, een methode die hij begin jaren vijftig was gaan ontwikkelen en waaraan hij tot het einde van zijn politieke le- venzouvasthouden.DepoliticoloogJanKooimanwerdin1967DenUyls medewerker in de fractie en kwam al snel op zeer vertrouwde voet met hem,‘waarschijnlijkomdatikjuistgeendoorgewinterdepartijtijgerwas, totaal geen politieke ambitie had en daardoor onbevooroordeeld stond tegenover waar hij mee bezig was. Hij kon erop vertrouwen dat ik nooit misbruikzoumakenvanm’npositie,vanwatmijallemaalterorekwam.’ Kooiman maakte de worsteling tussen Nieuw Links en Den Uyl van zeer nabij mee.Kooiman:‘Ik denk dat hij het gevoel had dat die mensen hem toch een beetje onderuit probeerden te halen. Hij vond dat hij dat niet verdiende. Maar hij vond het erg belangrijk om ze erbij te houden. Hij probeerde dat door permanent te balanceren op de grens van wat zijn ei- gen mening was, waarvan hij het idee had dat hij dat nog net voor zich- zelf kon verantwoorden. Aldoor weer probeerde hij een klein beetje in hun richting te schuiven en dan uit te komen bij een compromis dat in zijn visie nog net acceptabel was.Daar was hij erg goed in.Hij had strate- gisch inzicht, volgde de discussies in het buitenland, kende z’n geschie-

251 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 252

denis.Hijvoeldegoedaanwaardegrenzenlagen.Alheefthijeenpaarbe- hoorlijkenederlagengeleden.’27 Jan Kooiman was ook degene die bij Den Uyl thuis in Buitenveldert een paar keer per jaar de bijeenkomsten organiseerde van de zogeheten braintrust, PvdA-politici en intellectuelen in wie Den Uyl veel vertrou- wenhad.TotdevastegastenhoordenEdvanThijn,MaxvanderStoel,, de Kamerleden Joop Voogd en Theo van Lier, de econoom Victor Halberstadt,(later ook Hans van den Doel),de onderwijskundige en Theo Quené, de hoge Haagse ambtenaar die Den Uyl in zijn tijd als wethouder had leren kennen en wiens naam hij nooit goed leerde spellen. (‘Quesnay’ staat er in de lijstjes met namen die Den Uyl op een kladje krabbelde, of‘Quenée’.)Kooiman herinnerde zich een stuk of tien van zulke door hem bijeengeroepen bijeenkomsten waar al naargelang het onderwerp ook andere deskundigen of betrokkenen bij werden gevraagd. Het was niet de bedoeling om tot politieke uitspraken te komen, maar om een gedachtewisseling te hebben waar partijleider Den Uyl zijn voordeel mee kon doen.‘Liesbeth kwam er dan ook bij’,al- dusKooiman,‘hetwasaltijdinteressantengezellig.’Debraintrust-verga- deringen werden ook na Kooimans vertrek voortgezet, de oude getrou- wen bleven komen, maar vanaf begin jaren zeventig waren ook Nieuw Linksers als Wim Meijer, Han Lammers, en Hans Kom- brink steevast van de partij. Nog weer iets later drongen de eerste vrou- wentotdediscussiegroepopWeldamdoor:hetKamerlidNelBarendregt endecultuurminnendefeministeHedyd’Ancona. Soms dienden de bijeenkomsten van Den Uyls braintrust om kwes- ties te bespreken die partij en samenleving ernstig verdeeld hielden. Dat was bij uitstek het geval met de bezetting van het Maagdenhuis, het ad- ministratieve centrum van de Universiteit van Amsterdam, in mei 1969. Hans Kombrink koesterde, net als de meeste andere Nieuw Linksers, sympathie voor de doeleinden van de studenten die zich in het Maag- denhuis hadden verschanst om een ‘demokratiese universiteit’ af te dwingen. Ed van Thijn, die als fractievoorzitter van de Amsterdamse PvdA probeerde te bemiddelen, had Kombrink gevraagd om in het Maagdenhuis contact te leggen met de leden van actiegroep ‘De Loze Kreet’. Die groep heette zo, omdat de Amsterdamse rector-magnificus A.D. Belinfante (ook PvdA) het verlangen van de actievoerende studen- ten naar‘medezeggenschap voor alle geledingen op alle niveaus’een loze kreet had genoemd.28 TerwijlVanThijn in de veronderstelling verkeerde

252 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 253

dat zijn bemiddelingspoging in volle gang was, liet burgemeester Sam- kalden (PvdA), op aandrang van Belinfante het Maagdenhuis door poli- tie ontruimen. De studenten die passief verzet boden werden met harde handhetgebouwuitgesleept. PvdA-voorman Den Uyl stond midden in het spervuur. Van zo’n nieuwe, harde actievorm als het – in navolging van de Parijse ‘68’ers’ – bezetten van universitaire of fabrieksgebouwen moest hij niets hebben, waar tegenover stond dat hij zich liever ook niet frontaal tegen het stre- ven naar democratisering van de studenten wilde keren.Hij besefte,ook al door de discussies thuis met zijn dochters Barbara en Marion, dat hij door de actie alleen keihard te veroordelen het risico liep zich te ver- vreemden van de jonge garde naar wie de PvdA juist was begonnen de voelhoorns uit te steken. Doorslaggevend bleef voor Den Uyl echter dat de democratische rechtsstaat niet mocht worden aangetast onder druk vandeactievoerders. In zijn bijdrage aan het Kamerdebat over de Maagdenhuisbezetting probeerde Den Uyl de voorwaarden te formuleren waaraan moest wor- den voldaan voor men tot zulke drastische actie mocht overgaan. Hij noemde‘(...) dit soort van daden (...) alleen geoorloofd (...) als een uiter- ste middel,in een werkelijke noodsituatie,tegenover een kennelijk onre- delijke tegenstander en nadat alle middelen om door normaal overleg het doel te bereiken zijn uitgeput. Dat betekent dus een situatie waarin democratieheeftopgehouden tefunctioneren.Dat wasen isniet desitu- atie in Amsterdam. (...) In die situatie moet de methode van deze bezet- ting ten sterkste worden afgekeurd.’29 Deze poging om een balans te zoe- ken tussen buitenparlementaire actie en de parlementaire democratie oogstte bij voor- en tegenstanders van de Maagdenhuisbezetting weinig waardering. Sympathisanten van Nieuw Links gaven een verklaring uit die de doelen van de actievoerders onderschreef en het politieoptreden veroordeelde.De groep Democratisch Appèl,waarin de felste tegenstan- ders van Nieuw Links elkaar hadden gevonden, had de afwijzing van de studentenacties door Den Uyl en de fractie graag scherper gezien. Ook op de inderhaast bijeengeroepen bijeenkomst bij Den Uyl in Buitenvel- dert kon de kloof niet worden overbrugd. Iedereen die ertoe deed in de PvdAwaser:SamkaldenenBelinfante,VanderHoevenenVanThijn,An- dré Köbben, Lammers en Kombrink, een man of twintig, alles bij elkaar. Kombrink vond het‘reuze spannend, al die grote mannen daar. Er werd stevig gediscussieerd, maar we kwamen niet echt nader tot elkaar.’ Het

253 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 254

was de eerste keer dat hij Den Uyl van nabij meemaakte.Het was‘een an- dere Joop dan ik later heb leren kennen. Hij kwam over als een strenge, wat ongenaakbare man, met een wat deftige betoogtrant, die niet echt warmte uitstraalde.Hij had niet die kromme schouders van later en ook nietdatsloddervossigeinz’nkleding,nee,hijwaskeuriginhetpak.’30 Het is mogelijk dat Den Uyl pas goed toegaf aan zijn voorliefde voor slordigheid toen in de jaren zeventig formele omgangsvormen en ande- re voorschriften van etiquette in onbruik raakten. Maar het beeld dat de jonge Kombrink anno 1969 van hem had, moet toch vooral bepaald zijn doorzijneigenblikendoordeafstanddieertussenhenbestond.Kom- brink(envoorhemkunnenooktalvananderenamenwordeningevuld) zag een‘socialistische regent’,een‘ouwe zak’,ouderwets,deftig,verheven boven het voetvolk.Den Uylzageen jongventjemet wiehemnietsspeci- aals bond. Dan was hij afstandelijk, verstrooid, afwezig. Talloos zijn de klachten van vage bekenden die hij niet herkende of verwarde met een ander. Goed in het onthouden van verjaardagen of het geven van de groeten was hij evenmin. Pas als iemand zijn aandacht had getrokken door iets te zeggen wat hem trof als ter zake of prikkelend, bloeide hij op en gaf blijk van betrokkenheid. Die was dan echt en had niets te maken met plichtplegingen. Om contact te hebben met Den Uyl moest iemand in diens ogen de moeite waard zijn. Dat stond geheel los van sociale sta- tus en hield nauwelijks verband met politieke stellingname; het kwam erop aan of iemand iets te melden had.Maar slordig (meer nog in de om- gang met spullen dan met mensen) was hij echt ook vóór 1970 al. Mede- werkerJanKooimanreeddikwijlsmetDenUylmeeinzijnCitroën-stati- oncar. ‘Zo’n grote, erg oud, hij was niet goed meer, maar ja, een nieuwe kopen vond hij te duur.Hij had een garage in Den Haag waar we een keer binnenreden voor een onderhoudsbeurt. De bodem van die auto viel eruit,letterlijk.’ KooimanwasdertigjaarjongerdanDenUyl,maaralwerkendenpra- tend raakten ze toch bevriend, dat bleef ook zo nadat er eind 1970 een bruuskeindaanhunsamenwerkingwasgekomen.Kooimanzeihethec- tischebestaaninpolitiekDenHaagvaarweltoenzijnvrouwbijeenonge- luk om het leven was gekomen.‘Joop was in Finland toen het gebeurde, maar met het eerste het beste vliegtuig kwam hij terug. Dat heb ik heel ergopprijsgesteld.’31 Het jaar 1969 was het tweede in korte tijd met een‘hete zomer’.Anders dan het optreden van Provo drie jaar eerder maakten de bezettingen van

254 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 255

1969 – behalve die in Amsterdam was er ook een in Tilburg waar de Ka- tholieke Hogeschool even Karl Marx Universiteit heette – integraal deel uit van een internationale golf van studentenacties. In de VS stond de campus in het brandpunt van het verzet tegen de Vietnamoorlog, in West-Berlijn en Parijs daagden studenten de autoriteiten uit – in de lichtstad gesteund door een flinke groep arbeiders – en in Praag stonden studenten vooraan bij het verzet tegen de Sovjet-invasie. De massaliteit van al deze acties ebde weer snel weg – tegen de tijd dat de ‘Loze Kreet’ zich in Amsterdam manifesteerde was de Franse mei-revolte teniet- gedaan door een grote verkiezingszege van de conservatieve Gaullisten, was Praag terug onder het juk van de communistische dictatuur en pleegden geïsoleerd geraakte radicaal-linkse groepjes in Duitsland en Italië hun eerste aanslagen.Toch leefde het idee dat Europa te maken kon krijgenmethaastrevolutionaireveranderingennogeentijdlangvoort. Het was niet altijd eenvoudig om in de draaikolk van gebeurtenissen en impressies onderscheid te maken tussen blijvende verschuivingen en de waan van de dag.Watwas van meer belang? De door D66 voorgestane hervorming van het politieke bestel (door een districtenstelsel en een di- rect gekozen minister-president)? Het door de slavist Marius Broekmey- er bepleite Joegoslavische model van arbeiderszel∫estuur? De strijd van denieuwePolitiekePartijRadicalen(ppr)tegendeweigeringvandedrie christelijke partijen om voor een progressieve koers te kiezen? De vor- ming van een Progressieve Volkspartij dan wel een Progressief Akkoord waarin bestaande linkse partijen moesten opgaan? Buitenparlementaire actie? Het redden van het leefmilieu van de door de Club van Rome ge- schetstedreigendeondergang? Terwijl een centrum-rechtse regering onder premier het land onverstoorbaar bestuurde, bloeide ter linkerzijde het politieke de- bat als nooit tevoren.Joop den Uyl weerde zich daarin flink.Hij nam on- omwonden stelling tegen de inval in Tsjechoslowakije: ‘Een land wordt bezet – geknecht, als een dief in de nacht’;‘de hoop op democratisering (is) de bodem ingeslagen’,zei hij in augustus 1968 op een druk bezochte protestbijeenkomst. Tegenover zijn oude opponent, de marxistische econoom Mandel, hield hij in de aula van de TH Delft staande dat ver- vreemding geen exclusief product van het kapitalisme was, omdat het evengoedinOost-alsinWest-Europaaandeordewas.Ineenrokerigeso- ciëteit streed hij in oktober 1969 met studentenleiderTon Regtien om de gunstvandeeerstejaars,waarbijhijdeuitspraakvanMarxoverdefiloso-

255 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 256

fen die de wereld alleen hebben geïnterpreteerd, terwijl het erop aan- komt haar te veranderen, weer omdraaide.‘De universiteit is de plek om de maatschappelijke verhoudingen te doordenken, niet om ertegen te ageren’,hieldhijzijntegenstrevervoor.EntegenoverMariusBroekmeyer verklaarde hij dat najaar plechtig: ‘Ik aanvaard arbeiderszel∫estuur als perspectief-op-lange termijn, maar dan alleen als aan de top met verte- genwoordiging wordt gewerkt.’32 Buitenparlementaire actie en ‘demo- kraatsie’ aan de basis, prima, begon Den Uyl steeds vaker te betogen, zo- lang dat maar geen a∫reuk deed aan de gekozen volksvertegenwoordi- gingalshethartvandeparlementairedemocratie. Niet iedereen in de PvdA kon of wilde Den Uyl volgen in zijn streven naar een constructieve dialoog met nieuwe, linkse groepen in en buiten de eigen partij.De ontevredenen verenigden zich aanvankelijk in Demo- cratisch Appèl, een groep die de invloed van Nieuw Links in de PvdA te- rug wilde dringen. Enkele Doorbraak-socialisten van het eerste uur, mensenuitdevanoudsfelanti-communistischeParool-hoek,ouderelo- kale bestuurders, geschokt door de vaak weinig elegante‘overname’van hun afdeling door Nieuw Linkse jongeren, en twee zoons van oud-pre- mier hadden elkaar in Democratisch Appèl gevonden. De pressiegroep telde behalve de zonen van Drees nog een paar bekende na- men – de econoom Arnold Heertje, Kamerlid Frans Goedhart, de Gro- ningse burgemeester Jan Berger. De pogingen van Democratisch Appèl om de partij op zijn hand te krijgen leverden echter niets op. De onvrede over Nieuw Links leefde in bredere kring, maar de meeste leden die arg- wanendstondentegenoverallerleinieuwlichterijnameneenafwachten- dehoudingaan. Begin 1970 werd op initiatief van een aantal teleurgestelde Eindho- vense PvdA’ers een nieuwe partij,D(emocratisch) S(ocialisten) ’70 opge- richt, in mei van dat jaar sloten twee PvdA-Kamerleden,Frans Goedhart enWimSchuitemakerzichbijDS’70aan,zodatdiepartijookeenKamer- fractie kreeg.33 Directe aanleiding tot het uittreden van het tweetal was hunkritiekopdeveroordelingdoordePvdA-fractievandeAmerikaanse interventie in Cambodja, een tot dan toe neutraal buurland van Viet- nam. In een brief aan Goedhart verdedigde fractievoorzitter Den Uyl het PvdA-standpunt. ‘De oorlog in Vietnam, zoals hij door Amerika is ge- voerd, dreigt de kracht en geloofwaardigheid van de strijd voor het be- houd van democratische waarden te ondermijnen (...).De inval in Cam- bodja – waar de regering in Pnom Penh niet om gevraagd heeft – (...)

256 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 257

zuigtAmerika dieper het moeras in en het vergroot de kans op een volle- dig communistisch regime in Cambodja.’Aan het slot van zijn schrijven drong Den Uyl erop aan om ondanks de grote meningsverschillen met elkaar in discussie te blijven. Tevergeefs. Twee dagen later kondigde Goedhart schriftelijk aan dat Schuitemaker en hij ‘(...) namens DS’70 gaan optreden in de Kamer’.Als PvdA’er van het eerste uur viel het af- scheid Goedhart zwaar, maar hij wilde niet langer onder één dak blijven met Nieuw Links, dat de PvdA zijns inziens in een ‘quasi-revolutionair isolement’ had gedreven. Hij wenste Den Uyl‘veel succes in de strijd die Gij (...) met gebonden handen (...) zult moeten voeren’ en zei te hopen dat het besluit tot uittreden hun goede persoonlijke verhouding niet zou aantasten. Den Uyls antwoord was zowel ho^elijk als scherp. Ook hij zei een goede persoonlijke verhouding op prijs te blijven stellen en hij be- greep dat het afscheid Goedhart pijn had gedaan.Maar:‘Het hardnekkig opereren met voorstellingen uit de jaren vijftig blokkeert het uitzicht op een realistische en vruchtbare politiek.Niet de Partij van deArbeid maar jij isoleert je in de werkelijkheid van vandaag.’ Max van der Stoel (géén vriend van Nieuw Links, wel van Den Uyl) toonde zich uiterst tevreden met deze reactie, zoals blijkt uit een door Den Uyl zorgvuldig bewaard kladje.‘Joop’,schreef Max op de man af,‘ik vind dat je in deze hele zaak zeer beheerst en zeer doeltre^end hebt geopereerd. Sjiek. Het is dan ook uitstekendovergekomen.’34 Het zou uiteindelijk niet Frans Goedhart zijn, maarWillem Drees ju- nior, die de nieuwe partij van oude sociaal-democraten gezicht gaf. Goedhart trok zich in 1971 uit de politiek terug,na in zijn zwanenzang op het DS’70-verkiezingscongres Den Uyl nog te hebben gekarakteriseerd als de ‘schijnleider van de PvdA bij de gratie van Nieuw Links’,een uit- spraak die niet bevorderlijk was voor de gewenste goede persoonlijke verstandhouding.35 Onder aanvoering van de jonge Drees veroverde DS’70 bij de verkiezingen van 1971 acht zetels, een resultaat dat door Drees ‘glorieus’ genoemd werd.36 Blijkbaar hadden lijsttrekker en pro- gram, met de nadruk op woningbouw,milieu en sobere overheidsfinan- ciën, een behoorlijk aantal traditionele PvdA-kiezers – naast anderen – weten aan te spreken. Voor de PvdA werd de klap verzacht doordat die partij, ondanks het succes van de rechtse afsplitsing, ook lichte winst behaalde – van 37 naar 39 zetels – en dankzij het verlies van de kvp de grootste werd.Tot hernieuwde gesprekken tussen de twee sociaal-demo- cratische groeperingen kwam het niet; de toetreding van DS’70 als juni-

257 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 258

orpartner tot het centrum-rechtse kabinet-Biesheuvel, dat binnen een jaar ten val kwam, luidde het begin van het einde van de Democratisch Socialistenin. Een tegenslag voor de PvdA vormde het uittreden, kort na de verkie- zingen van 1971, van Willem Drees senior, de gevierde oude voorman. Drees trad niet toe tot DS’70, maar het lukte Den Uyl evenmin hem voor de PvdA te behouden, al heeft hij daarvoor volgens zijn medewerker Kooiman bijzonder zijn best gedaan.‘Hij is ettelijke keren langs geweest bij Drees op de Beeklaan, zo vaak dat het haast een competitie werd tus- sen hem en Drees junior. Misschien heeft een naaste bloedverwant dan tochnetietsmeerinvloeddandepartijleider.’37 In de zomer van 1970,kort na de afscheiding van DS’70 vond Den Uyl het hoog tijd voor een poging het nog altijd hevig schommelende PvdA- schip de richting te wijzen. Hij deed dat op de manier die hem het beste lag, door middel van een essay. Jan Kooiman memoreerde met enige trots dat hij voor dat artikel, dat in augustus 1970 in Socialisme & Demo- cratie verscheen onder de titel‘De smalle marge van democratische poli- tiek’,veel voorwerk had gedaan.‘Mijn werk was vooral materiaal verza- melen, ook wel teksten schrijven, die lang niet altijd, vaak helemaal niet gebruikt werden. Dat was typisch Joop, hij daagde je uit en dan pikte hij eruit wat hij zelf kon gebruiken.“De smalle marge” herinner ik me nog heel goed. Hoe dat ontstond, in de studeerkamer, bij hem thuis. Soms hadikeenstukgeschreven,danhijweer,urenlangachterelkaar.’38 ‘Desmallemarge’iseengeslaagdepogingomonderwoordentebren- gen wat in de verzorgingsstaat de doeleinden en de grenzen van sociaal- democratische politiek zijn. Den Uyl benoemde de scheidslijnen tussen een door de nieuwe maatschappijkritiek verrijkt democratisch-socialis- me en enerzijds radicaal-links, anderzijds de naar een vorige periode te- rugverlangende spijtoptanten van DS’70. Hij uitte zich positief over het recente fenomeen van de buitenparlementaire actie mits aan twee voor- waarden voldaan werd:geen gebruik van onwettige middelen – tenzij in noodsituaties – enzemochtenniettenkostegaanvanderolvanhetpar- lement.‘De kern van het anti-parlementarisme is het niet accepteren dat de meerderheid beslist.Daarop berust het historische verzet van de oude elitestegenhetalgemeenkiesrecht(...).Daaropberustookhetverzet(...) van minderheden diegeen kanszien door overtuigenen invloedwinnen tot meerderheid te worden. (...) De PvdA is als democratisch-socialisti- sche partij gestempeld door haar aanvaarding van de vertegenwoordi-

258 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 259

gende democratie als voertuig om maatschappelijke hervormingen tot stand te brengen.’ Dat hoefde echter niet te botsen met ‘een vergroting van zel∫epaling en actievrijheid’.Op dit punt was volgens Den Uyl kri- tiek op z’n plaats op de politieke praktijk van de jaren vijftig,inclusief die van de PvdA.‘De technologische welvaartsstaat’,zo herhaalde hij een al eerderdoorhemzelfgebruikteformulering,‘leverdehetbeeldopvanbe- sturende elites en gehoorzamende massa’s.’ Het viel daarom te prijzen dat Nieuw Links en D66‘(...) de democratisering schoksgewijs aan de or- de hebben gesteld’.Daarbij ging het bijvoorbeeld om‘experimenten met arbeiderszel∫estuur’,‘openbaarheid van overheidsdocumenten’en‘de- mocratiseringvaninhoudenmethodevanonderwijs’. Tegelijkertijdmochtnietuithetoogwordenverlorenhoetevredende meeste arbeiders waren dat ze het materieel beter dan vroeger hadden en dat er in geval van maatschappelijke tegenslag (werkloosheid, invalidi- teit) een beroep gedaan kon worden op een behoorlijk sociaal vangnet. ‘Links wekt soms de indruk dat zij de mensen verbiedt blij te zijn met een nieuwe woning, de buitenlandse vakantie of het eindelijk verworven autootje.’ Het bedienen van de traditionele achterban en het nastreven van hervormingen konden en mochten, betoogde Den Uyl, niet van el- kaarwordenlosgemaakt.‘Deeersteeisdiedemeesteburgersaaneenpar- tij en een regering stellen, is dat zij hun werk en hun inkomen niet in ge- vaar zullen brengen. In de ogen en oren van sommige radicale hervor- mers zijn dit stellig bijzonder platvloerse zaken, maar een strategie die mikt op maatschappijhervorming kan er naar mijn mening niet om- heen.’ Zo’n strategie vereiste ook machtsvorming, door middel van een bundelingvanprogressievepolitiekekrachten – concreetdachtDenUyl aan een stembusakkoord tussen PvdA, D66, ppr en de links-socialisti- schepsp – ensamenwerkingmetdevakbeweging. Aan het slot van zijn artikel waarschuwde Den Uyl de nieuwe, jonge, radicale aanhang dat voor vernieuwingsprocessen ‘geduld en volhar- ding’ nodig waren. Bovendien waren ‘(...) in een hoogontwikkelde in- dustriële samenleving (...) abrupte beleidsveranderingen niet mogelijk’. De marge voor verandering was smal,het kon alleen met kleine stappen, maar die hoefden daarom nog niet versmaad te worden.39 In ‘De smalle marge van de democratische politiek’ wist Den Uyl een synthese te for- muleren tussen realiteitszin en het streven naar een maatschappij met grotere gelijkheid en meer democratie. Dat ideaal kwam overeen met de verlangens van de jongeren die in de tweedehelft van de jaren zestig in de

259 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 260

politiek geïnteresseerd raakten, maar evenzeer met de ideeën die Den UylzelfzichinenvlaknadeTweedeWereldoorloghadeigengemaakt.Als partijbestuurslid, wethouder en minister was hij volop in aanraking ge- weestmetderealiteitvanhetopenbaarbestuur.Dankzijdemanierwaar- op hij ideaal en werkelijkheid met elkaar in verband bracht kon hij na verloopvantijdhetpolitiekedenkenvandejongeregeneratiediepgaand beïnvloeden. Niettemin lokte‘De smalle marge’tegenspraak uit bij enige vooraan- staande Nieuw Linksers. Bram Peper betoogde in een artikel voor S&D dathijdetitel‘Debredemargesvansocialistischepolitiek’meegaf,datde PvdA zich veel meer open moest stellen voor de‘signaalfunctie’van radi- cale groeperingen, omdat die vaak als eerste oog hadden voor belangrij- ke problemen.40 Ook André van der Louw onderstreepte het belang van buitenparlementaire activiteiten. De flamboyante politicus met snor zou in 1971 tot PvdA-voorzitter worden gekozen, ondanks tegenstand vanDenUyl.Hijverbaasdevriendenvijanddoordeloyaleencompeten- te wijze waarop hij deze functie ging vervullen. In januari 1971 vertolkte hij in S&D echter nog een visie op politiek die bepaald utopisch mag he- ten.‘Ikzou’,schreefVanderLouw,‘graageenPvdAziendiesociaaladvies- centrum, vertaler van menselijke problemen, actiegroep, ombudsman, informatiecentrum, platform voor het verkiezen en“volgen”van volks- vertegenwoordigers en verkiezingsinstrument tegelijk is. Politiek’, ver- volgde hij, ‘in elk geval de onze, blijft op de één of andere manier een speurtocht naar het geluk, het creëren van een toestand waarin de men- senininspirerendeharmoniemetelkaarkunnenleven.’41 Met‘De smalle marge’ leverde Joop den Uyl medio 1970 een invloed- rijke bijdrage aan het formuleren van een eigentijdse sociaal-democrati- sche ideologie die zowel de traditionele als de radicale jonge achterban kon aanspreken.Diezelfde zomer was het ook voor het laatst in jaren dat Den Uyls positie als PvdA-leider in het geding kwam. De partij moest zich voorbereiden op de Kamerverkiezingen van begin 1971. De Kamer- fractie had een nota geschreven waarin werd aangedrongen op het na- streven van een evenwicht tussen deskundigheid en‘politisering’,conti- nuïteitenvernieuwingbijhetopstellenvandekandidatenlijst.Zenoem- de een ‘meervoudig leiderschap’ onuitvoerbaar, ‘evenals een wisselend fractievoorzitterschap’.Op die nota kwam in het partijbestuur veel kri- tiek van de kant van Nieuw Links. Het lijsttrekkerschap was volgens de critici te zwaar voor één persoon en bovendien kon één man onmogelijk

260 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 261

alle stromingen in de partij vertegenwoordigen.Besloten werd dat voor- zitterVondeling de voor- en tegenargumenten met betrekking tot een of meer lijsttrekkers zou samenvatten, waarna het partijbestuur zich op- nieuwoverdekwestiezoubuigen.42 Eind augustus was het zover.AnneVondeling presenteerde een keuri- ge opsomming van voor- en tegenargumenten,maar het venijn zat in de staart. ‘Daar een meerderheid in het partijbestuur meer bezwaren dan voordelen ziet in één lijstaanvoerder, ziet het geen aanleiding U voor te stellen tot één lijstaanvoerder te beslissen’, schreef de man die vier jaar eerder met lede ogen had moeten aanzien hoe Den Uyl zijn plaats als lijsttrekker had ingenomen.Vondeling zei ook dat hij de fractie sterk af- raadde om zelf met een advies op dit punt te komen. De discussie die volgdewasheftigeneindigdeonbeslist.AndrévanderLouwnoemdeeen team‘geloofwaardiger,minder geleid door het leidersbeginsel en de par- tij heeft talent voldoende’.Ger Klein zei het nog wat botter: ‘Alle geklets over leiders is uit de tijd.’Han Lammers probeerde de pijn te verzachten door voor te stellen om Den Uyl binnen het team de‘primus inter pares’ te maken. En hij bezwoer dat het voorstellen van een team geen a≈eu- ring van het beleid van de fractie inhield.Bij de aantekeningen die hij zo- als gebruikelijk maakte had Den Uyl die passage aangestreept.43 Een an- dere Nieuw Linkser van het eerste uur, Hans van den Doel, had zich al eerder ronduit achter de oude voorman opgesteld. Hij liet hem in een brief weten dat hij in elk geval niet voor het beoogde team beschikbaar was,‘(...) ook al zou de PvdA met 18 lijsttrekkers komen’.Mocht de partij- raad alsnog tot zo’n team besluiten, dan ging Van den Doel, schreef hij met enig sarcasme,ervoor ijveren‘(...) jou het lijstaanvoerderschap voor heelGelderland(...)aantebieden’.44 DenUylsprestigeinzijnpartijbleekgroterdanhijhaddurvenhopen. De partijraad besloot met een riante meerderheid tot één lijsttrekker en verkoos Den Uyl boven Vondeling. De verkiezingen van 1971 stonden voor het eerst in het teken van het streven naar een progressieve meer- derheid. De weg naar nauwe samenwerking tussen de PvdA,de uit linkse ex-confessionelen bestaande ppr en D66 – de PSP haakte af omdat ze de partners-in-spe onvoldoende pacifistisch en socialistisch vond – kwam vrij toen Hans van Mierlo tot de overtuiging was gekomen dat de door D66 gewenste staatsrechtelijke hervormingen alleen zouden slagen met behulp van progressieve blokvorming, uitmondend in een Progressieve Volkspartij (pvp). Er kwam een overlegorgaan tussen de drie potentiële

261 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 262

fusiepartnersenhetPvdA-verkiezingscongressprakzichinfebruari1971 uit voor een in de toekomst te vormen pvp. In het progressieve overleg, waar onder anderen Ed van Thijn, André van der Louw en Hans van Mierlo aan deelnamen, werd het idee geboren om met een ‘alternatief kabinet’naar de gunst van de kiezers te dingen.VanMierlo:‘De gedachte was: we kunnen de gekozen minister-president op dit moment niet ge- woon via een regulier Kamerdebat ingevoerd krijgen. Nou weet je wat: dan gaan we de grondwet kraken, zoals er ook woningen werden ge- kraakt. We vormen een schaduwkabinet en dat maken we tot inzet van verkiezingen.Dat zullen weeen paar keer moeten doen,tot weeen meer- derheidkrijgenendanhoevenwenadeverkiezingennietmeerteonder- handelen en concessies te doen. Een heel nieuw kabinet wilden we, met een nieuwe leiding, los van de fracties.Wel gesteund door de fracties na- tuurlijk, maar niet een verlengstuk ervan.Zo zijn we tot het voorstel van eenschaduwkabinet-Kloos/VanMierlogekomen.’45 André van der Louws vriend en medestanderWim Meijer bevestigde dat anno 1970 de ster van vakbondsleider André Kloos rijzende was. De voorzitter van het NVV had de reputatie van een modern politicus, on- conventioneel en – wat steeds belangrijker werd – hij deed het goed op tv.Meijer:‘Klooskwamtoensterkinbeeld.DenUylstonderbijdekiezers slecht voor, uit peilingen kwam stelselmatig naar voren dat Kloos beter scoorde dan Den Uyl.Bij mensen alsVander Louw,de campagnemensen om hem heen, de reclamebureaus, rees voor het eerst de vraag: wat is ei- genlijk het beste gezicht waarmee we ons kunnen presenteren? En Kloos remde dat niet onmiddellijk af, zei niet meteen: geen sprake van.’46 Van Mierlo: ‘We hebben met hulp van een paar reclamejongens van bureau Veltmaneendiapresentatiegemaaktvanzo’nkabinet-Kloos/VanMierlo. Joop was erbij en Ed vanThijn.Dat idee is vervolgens door Joop de grond ingeboord, heel vakkundig, maar ook met ingehouden drift dat we zoiets buiten hem om hadden bekokstoofd. Hij heeft Kloos meteen dui- delijk gemaakt dat hij dat beter kon weigeren en Kloos heeft dat ge- daan.’47 EdvanThijnverteldeeennetietsandereversie.DenUylwildevolgens hemaanvankelijkvanhetheleideevaneenschaduwkabinetnietsweten: ‘Dat past niet in Nederland’,vond hij. ‘D66 had moeite met de formule Den Uyl/VanMierlo,dat was in hun ogen niet vernieuwend genoeg.Dus toen werd het: als Joop niet wil, laten we Kloos dan vragen. Ik ben naar Kloos toegegaan en heb gevraagd: zie je er wat in? Zijn antwoord was: al-

262 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 263

leen als Joop dat goed vindt. Ik had wel gedacht dat hij dat zou zeggen. HetvoordeeldatwehetspelzogespeeldhaddenwasdatJooptoenwel bereid was met een schaduwkabinet in zee te gaan. Met hemzelf als pre- mier.’48 Hans van Mierlo trad als schaduwminister aan op Binnenlandse Zaken,Max van der Stoel op Buitenlandse Zaken,ondanks een kantteke- ningvandepastotPvdA-voorzitterverkozenVanderLouwdathijditbe- treurde. Van der Stoel: ‘In de ogen van Nieuw Links was ik nu eenmaal eenNAVO-klant,eenvisielozerechtsebal.’49 Dat D66 de atlanticus Van der Stoel te hulp was geschoten – Van Mierlo had geweigerd diens plaats in het schaduwkabinet in te nemen – en ook inhoudelijk zijn standpunt over lid blijven van de navo steunde, temperde bij een aantal Nieuw Linksers – maar niet bij André van der Louw – het enthousiasme voor de beoogde ProgressieveVolkspartij.Die zou, vreesde men, wellicht niet links genoeg worden. Ook Den Uyl vond het niet nodig om met die samensmelting al te hard van stapel te lopen. Hij was wel voor‘(...) die pvp,maar ik benadruk dat het omzichtig moet gebeuren en dat de inbreng van de PvdA moet waarborgen dat die partij herkenbaarblijftvoordemassavandearbeiders’.50 Enigszins remmend trad Den Uyl ook op als lid van de commissie- Mansholt, die zich de dubbele taak had gesteld om de alarmerende be- vindingen van de Club van Rome over een dreigende milieuramp naar de Nederlandse politiek te vertalen en zodoende tevens de grondslag te leggen voor het nieuwe progressieve program. De toon in de commissie werd gezet door voorzitter S.L. (Sicco) Mansholt, oud-Europees Com- missarisvoorLandbouwensindskortetijdindebanvandehaastapoca- lyptische voorspellingen in het rapport van Dennis Meadows.Ook jour- nalistW.L.Brugsma (samen met secretaris van de commissie- Mansholt) en Hans van Mierlo waren sterk onder de indruk van de milieuproblematiek. Den Uyl was zonder meer bereid de dreigende schaarste aan grondsto^en,de vervuiling en klimaatverandering serieus te nemen, maar om zich voortaan alleen op deze problematiek te con- centreren ging hem veel te ver.De dreiging van een nucleaire botsing,de welvaartskloof in de wereld en in mindere mate in Nederland waren er ook nog. Het volledig stopzetten van de economische groei ter wille van het milieu leek hem een al te radicale stap. Later is uit het brainstormen over de wrijving tussen economische groei en ecologisch behoud het be- grip‘selectieve’of‘duurzame’groeiontstaan. Van Mierlo werd bij hun gezamenlijk overleg in de commissie-Mans-

263 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 264

holt bevestigd in zijn idee dat ‘(...) dat beeld van Joop als bevlogen ver- nieuwer volkomen onzinnig is. Het milieu als belangrijk aanknopings- punt voor vernieuwing, zoals we dat bespraken in de commissie-Mans- holt, daar was Joop zeer terughoudend in. Ook als het ging om de geko- zen minister-president, was hij uiterst schoorvoetend. Hij had eigenlijk een vrij ouderwets idee over socialisme.Hij wilde wel luisteren,wilde wel realiserenwathijopsnoofuitdemaatschappij.Maarvóórhijerkendedat het werkelijk een roep om vernieuwing was,moest er heel wat gebeuren. Hij zei tegen mij:“Eens in de twintig jaar maakt de geschiedenis een klei- neopeningvoorverandering,dieisnu,diemoetenwenuproberentebe- nutten, anders moet je weer twintig jaar wachten.”Als je van een afstand naar Joop kijkt, dan zie je een ploeterende man wiens ideaal is: er zal wat meergelijkheidkomen.’51 De Den Uyl die in 1971 en opnieuw in 1972, na de val van het kabinet- Biesheuvel,tenstrijdetrokalspremiervaneenprogressiefschaduwkabi- net wasin dekern dezelfdealstien jaar eerder.Gehecht aan derechtsstaat en de smalle marge van noeste hervormingsarbeid, maar evenmin a≈erig van experimenten,visionaire vergezichten,onorthodoxe ideeën. Al in en meteen na de TweedeWereldoorlog was hij een warm voorstan- der van democratische verhoudingen in zoveel mogelijk sectoren van de maatschappij;hijpleittedaarvoorinzijnartikeleninVrijNederland en in een democratie-special van het blad Socialisme & Democratie. De parle- mentaire democratie in het verzuilde Nederland van de jaren vijftig en begin jaren zestig was veeleer een vorm van competetive elitism,verschil- lende elites strijden met elkaar om de gunst van de kiezers,die zelf verder weinig hebben in te brengen.52 Den Uyl was daarentegen een van de eer- ste Nederlandse representanten van het streven naar een participatory democracy53, met dien verstande dat het gekozen parlement daarvan wel het hart diende te vormen. Hij voelde zich aangesproken door de roep omdemocratiseringdieindetweedehelftvandejarenzestigvandiverse kanten opklonk. Studenten eisten medezeggenschap, Nieuw Linksers wilden meer democratie in de eigen partij, D66 ijverde voor meer in- vloed voor de kiezer. Ook het verdwijnen van de voorheen nagenoeg vanzelfsprekende eerbied voor gezagsdragers boezemde Den Uyl geen angst in.Had hij niet zelf in de late jaren veertig frontaal tegenover Drees endepartijleidinggestaaninzakedeonaΩankelijkheidvanIndonesië? Van de concrete hervormingsvoorstellen van Nieuw Links en D66 was hij veel minder onder de indruk; die vond hij vaak oppervlakkig en

264 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 265

weinig doordacht. Nieuw Links nam hij kwalijk dat het het gevaar van links totalitarisme onderschatte. Ook stoorde het hem dat de nieuwe lichting maatschappijhervormers weinig oog leek te hebben voor de be- langen en behoeftes van de‘kleine man’.Bovendien vond hij het zeer ver- velend dat in de ogen van de nieuwlichters uitgerekend hijzelf de beli- chaming was van het gezag in de PvdA, het politieke establishment. Dat zijn rebelse partijgenoten hem aanvankelijk zo zagen, is niet onlogisch. Den Uyl was inmiddels een man van middelbare leeftijd, gepokt en ge- mazeld in de routines van de partijpolitiek, met een indrukwekkende staatvandienstopbestuurlijkgebied.Zijnstijl,zijnmaniervanoptreden kwam op de‘flowerpower’-generatie ouderwets over. Maar hij was geen regent,ook nooit geweest.Zijn nieuwsgierigheid naar nieuwe ontwikke- lingen en inzichten, zijn voorliefde voor discussie en zijn bereidheid concessies te doen en zich een nieuwe stijl en terminologie eigen te ma- ken stelden hem in staat de kloof tussen oud en nieuw in zijn partij daad- werkelijkteoverbruggen. De samenspraak met Nieuw Links liep een stuk soepeler sinds André van der Louw PvdA-voorzitter was en Den Uyl er nolens volens mee had ingestemd dat zij samen de verkiezingsposter zouden sieren (één keer maar, in 1971, heeft hij dat over zijn kant hoeven te laten gaan). Wim Meijer heeft beschreven hoe het voorzitterschap van Van der Louw Den Uyl ten goede kwam.‘André kon heel goed ruimte maken voor de denk- kracht, het analytisch vermogen van Den Uyl. Hij gaf hem dat podium, maakte hem daardoor eigenlijk opnieuw tot leider, door hem die plek te gunnen.’54 Van zijn kant leende Den Uyl zijn gezag aan een partij waar de Nieuw Linkse invloeden niet meer waren weg te denken. De breuk was uitgebleven, de versmelting was een feit. In de woorden van Marcel van Dam: ‘ Als Den Uyl tijdens Luther paus was geweest, was er nooit een scheuring gekomen, maar was de katholieke kerk langzamerhand een protestantsekerkgeworden.’55 ZogroeideDenUylinzijnrolalsvoormanvandeprogressievenenhij genoot ervan. In een gesprek met het blad De Tijd reflecteerde hij daar openhartig op.‘Ach,ik was vier jaar geleden veel geremder,ik was minis- ter geweest, wethouder en wetenschappelijk ambtenaar en in die func- ties was ik nooit zo onder de mensen geweest. Maar vorig jaar ging het ineens.’56

265