Projectie» en

Vergrootini^s-

Lantaarns.

Hiervoor vrage men onze

Speciale Projectie» Prijscourant.

Wij laten hier alleen enkele artikelen volgen, maar raden reflectanten ten zeerste aan de speciale Projectie-Prijscourant aan te vragen.

Projectie-Lantaarns van af ƒ 16.50 tot ƒ 125.—

Vergrootin^s „ 9X 12 . . . . „ „ „ 42.50 „ „ 225.— — ,f „ 13X18 „ „ 75.— „ ,, 11b.

Mita R.eform=L«amp compleet met 1 kousje ,, 25.

PROJECTIE SCHERMEN compleet vanaf f 12.50.

Nernstlampen 110—220 volt . . . . ; ƒ 23.50 Koolspitslampen vanaf 22.50 Gaslampen 7 6.50 „ 8.50 Zuurstof=Cylinders, inhoud 1400 Liter „21.— Inhoudsmeter met drukventiel „ 28.75 Jet voor Kalklicllt vanaf „ 12.

Mabor Kalkjes, per doos van 6 stuks ,, 1.15 Zuurstof per 1000 Liter „4.— PROJECTIE AVONDEN met complete Installatie in en bediening van één persoon ƒ 7.50 bediening van twee personen ,.10. Voor buiten de stad met één persoon ,,10.—

,, twee personen ,,15.— Reis-, verblijf- en vrachtkosten extra. FOTO ARTIKELEN. CAMERA-PABRIEK. — REPARATIE-INRICHTINQ. A A r» .e. Cn..: R AMf^TPPDAM. CATALOGUS DER LICHTBEELDENVEREENIGING CENTRAAL BUREAU VOOR LANTAARNPLATEN

3pUl 23? hoek Handboogstraat AMSTERDAM

spreekuren: MAANDAG \

WOENSDAG > 10—1273; 172—5 uur VRIJDAG

VOORWOORD

Reeds 13 jaar heeft de Vereeniging tot het houden van Voordrachten MET Lichtbeelden gewerkt, haar lantaarnplaten i’ondgezonden over het heele land. En steeds neemt de vraag toe naar lichtbeelden, betrekking hebbende op allerlei onderwerpen. Bijna geen lezing, of men wil ’t gesprokene aan- schouwelijk toelichten en daarvoor zijn lantaarnplaten wel ’t meest geschikt.

Ook bij alle takken van onderwijs openbaart zich de behoefte om niet alleen te vertellen, maar ook te laten zien, veel te laten zien, te trachten

volken van ’t leven in een indruk mee te geven van vreemde landen en ; vroegere tijden zooals zich dat uitte in kunst, in woning en kleederdrachten, in prent en satyre; te trachten een overzicht te geven van industrieën, van land- en tuinbouw, technische werken en toegepaste sociale wetenschap ; van bouwkunde, sterrekunde; van ’t. leven en de ontwikkeling van dieren en planten; van cultuurgeschiedenis in den ruimsten zin van het woord. De Lichtbeeldenvereeniging heeft nu hare collectie platen belangrijk uit- gebreid en vele platen vergezeld doen gaan van een kort, duidelijk bijschrift met opgave van bronnen. Deze bijschriften zyn in dezen catalogus bijeen- gebracht, die tegen den kostenden prijs verkrijgbaar gesteld is. Ten einde gebruik der lichtbeelden in ruimen kring mogelijk te maken, heeft de Vereeniging besloten de retributie zeer laag te stellen. Voor / 4.— per jaar plus porto’s heen en terug, kan men zich abonneeren en heeft dan

’t recht 10 maal van een platenreeks gebruik te maken. Gebruik in eigen kring is hierbij echter niet geoorloofd. Maar bovendien zijn er zooveel gezinnen, in ’t bezit van een tooverlantaarn, die voor een feestje in eigen kring gaarne wat nieuwe platen zouden ver- tonnen. Laat deze lid worden der Lichtbeeldenvereeniging voor ƒ10.— per jaar; zij steunen dan het door de Vereeniging beoogde doel en kunnen tevens voor eigen gebruik 6 maal een platenreeks aanvragen. (Porto’s heen en terug voor rekening van het lid). Wie de Lichtbeeldenvereeniging wil steunen door als lid toe te treden, of wie zich wil abonneeren, wende zich met opgaaf van naam, woonplaats en doel tot de Secretaresse, Mej. C. W. Tromp, Spui 23, Amsterdam. IV aan degenen, die ons geldelijk in staat gesteld hebben tot de groote uit- breiding onzer collecties, en speciaal aan onze Commissie van Advies, voor wat ze gedaan heeft en nog doen zal. Het Bestuur:

Dr. P. C. M. BOS Mej. D. DE GIJSELAAR. Mr. E. P. DE MONCHY. Mr. G. M. DEN TEX. Mej. C. W. TROMP, Secretaresse.

Commissie van Advies:

De Heer Prof. Dr. H. Brugmans, Amsterdam. L. Bolk, ,, „ „ „ „

„ „ Dr. A. C. H. Boissevain, Leeraar gymnasium, Winschoten.

„ „ „ Z. P. Bouman, Leeraar M. O., Amsterdam.

„ „ J. VAN 'Baren, Docent Rijks Hoogere Land-, Tuin- en Boschbouw- school, Wageningen.

’t v/h „ „ J. Bruinwold Riedel, Baarn, vertegenwoordigende Nut Algemeen.

„ Prof. Dr. P. Ruitenga, Amsterdam. Amsterdam. „ „ Dr. M. G. DE Boer, Leeraar M. O., Rotterdam. „ „ Wouter Cool, Civiel Ingenieur, te Amsterdam. „ „ .J. H. Gunning Wzn., districtsschoolopziener

Dr. .J. H00YKA.AS, Rector gymnasium te Kampen. ,, „ O., Amsterdam. „ „ „ H. W. Heinsius, Leeraar M. voor beschrijving der Nederl. „ „ Jan Kalf, secretaris der Rijkscommissie monumenten v. geschiedenis en kunst, Den Haag. Prof. Dr. G. W. Kernkamp, . „ ,, het Nederlandsch Onderwijzers „ „ Th. Lancée, vertegenwoordigende Genootschap. Utrecht. „ „ Prof. Dr. A. A. Nuland. F. Nierstrasz, Utrecht. „ „ „ ,, H. Commissie van toezicht op het L. O., „ „ Mr. A. Polak, Voorzitter der lid der Commissie van toezicht op het M. O. Rees, . „ „ Prof. Dr. J. VAN Leeraar M. O., Middelburg, vertegenwoordigende „ „ Herman Snijders, de Vereeniging van Leeraren M. O. Amsterdam. „ „ Prof. Dr. C. Ph. Sluiter,

„ „ „ Mr. S. R. Steinmetz, „ Utrecht. „ „ „ Dr. W. Vogelsang, Amsterdam. „ „ „ „ E. Verschaffelt, F. A. F. C. Went, Utrecht. „ „ n >t en Tuin- „ „ Dr. K. H. M. van der Zande, Inspecteur van het Land- LAND» EN VOLKENKUNDE.

AB. Kijkjes op Java. Tekst yan A. D. Holterman. 70 platen.

la Kaart Oosteiyk Halfrond (niet in 34 Batiksters. den tekst). 35 Javaansche timmerlieden. 1& Kaart Ned. Oost-Indië. 36 Makers van krisscheeden. Ic Kaart Java. 37 Natte rijstvelden. 2 Boomvarens. 38 Omploegen van natte rystvelden. 3 Lianen. 39 Gezond suikerriet 4 Klapperboomen. 40 Sereh-ziek suikerriet. 5 Bamboe. 41 Suikerfabriek. 6 Inlandsche woning. - 42 Koffieboom. 7 Brug van bamboe. 43 Bloeiende koffie (Java).

8 Waringinlaan te Buitenzorg. 44 „ „ (Liberia). 9 Tamarindelaan te Soerakarta. 45 Koffieland.

10 „ te Blauwwater. 46 Koffiepluksters. 11 De Bromo. 47 Theestruik. 12 De Brorao-Krater. 48 Theetuinen. 13 De vulkaan Papandajan. 49 Theefabriek te Sinagar. 14 Buitenzorg met den berg Salak. 50 Cacaoboom. 15 Een Inlandsche kok. 51 Cacao tuin. 16 Een Inlandsche vrouw met kinderen. 52 Kinaplantage. 1 '^ Drooggebouw. n -) B 53 „ 18 Tosari (Tengergebergte). 54 Tndigo-onderneming. 19 Dorp in de Preanger. 55 Paleis te Buitenzorg. 20 Pasar te Koedoes. 56 Residentie-huis te Djokja. 21 Moskee te Koedoes. 57 Soesoehoenan van Solo. 22 Javaansche danseres. 58 Regentswoning te Bantam. 23 Wajang en gamelang. 59 Regenfsfamilie (Lebak). 24 Een gastmaal. 60 Adspirant-Ambtenaar. 25 Opiumschuivers. 61 Javaansche hoofden (Blitar). 26 Kaartspelers. 62 Landraad te Patti. 27 Koopman in lekkernijen. 63 Batavia (Benedenstad). 28 Een vrachtwagen. 64 Batavia Hotel des Indes.

„ „ 65 „ Koningsplein. 30 Badende Karbouwen. 66 Soerabaja. 31 Javaansche reiswagen. 67 32 Een bergbestijging. 33 Javaansche weefster. 68 Spoorweg-viaduct in de Preanger.

AC. Denemarken, Zweien en Noorwegen. 29 platen.

1 KOPEXHIGEK 6 Gammel Torv (een oude markt). Kopenhagen heeft ten deele een 1 Roseborg pm-ei^ in Hollandsche oud-Hollandsch^Jsaa^Mei^ ten renaissance st^;.,^^^baksteenbouw deele e^getfeel modern aanzien, uit 1604, tegenwher^g gedeel- d^lL-hfer en daar aan Parijs doet telijk museum. ^^--^enken. 2 Nationaal theater; ItaliaanSelm I KOPENHAGEN. renaissance, uit de 18e eeuw;,...-'^'’ Gezicht op Helsengör aan het 3 Paleis van Justitie e^pu-Gt'a&huis. ^^nQprdeinde van den Sont. 4 Kongens Nytorv-Ckbnings-nieuw 2 Slof'~‘Kr^nborg by Elsenör waar markt) centraalpunt van Kopen- vroeger dbr’&Qjittol werd geheven. hagen, v^ar 13 straten by elkaar (Hier spelen deBagen van Hamlet komen. en Holger Danske —^ier worden o Een boulevard in ’t nieuwe ge- de in- en uitgaande schepen ook deelte der stad. nu nog geteld). 3 Klampenhorg, badplaats buiten 6 STAVANGER. Kenmerkend zjjn de Kopenhagen, op de hooge oevers houten — De grootero van Seeland — Eechts in de diepte gebouwen zyn pakhuizen, die is de Sont. allen uitkomen aan zee. 4 Toldbud, plaats in Kopenhagen 7 DE SLUIZEN, by den Ulefos niet ver waar de ' douane inkomende van Skiën (in Zuid Noorwegen). rechten heft. Dergelyke sluizen zyn kenmer- Beurs, Hollandsche renais- 5 De kend voor de kanalen in Zweden het begin van sance bouw uit en Noorwegen. Links de Ulefos de 17e eeuw. »fos = waterval) en beneden de 6 De Haven met op den achtergrond rivier — In ’t midden de Sluizen, de Beurs. drie in aantal — Hier is het schip dalende — Rechts de wandelweg 3 DE SONT. langs het kanaal. 1 Mariënlust, oud Koninkliik ver- blijf, nu hotel. Men wijst er nog 8 DALLANDSKANAAL in Zweden. Hamlet’s graf. Op den achter- 1 Köpmannabro, station aan de Kronborg -- dan grond het slot spoor, waar het kanaal (verbin- flauw de de Sont — en heel ding van Wener meer met Fre- kustlijn van Zweden. derikshald) begint. 2 Gezicht op Helsingör (op den 2 Sluiswerken in het Dallands- achtergrond Kronborg, en kust- Sont). kanaal. lyn van Zweden ; rechts de 3 Gezicht op Helsingör. 3 Het Dallandskanaal is hier rechts even te zien. Zeer merkwaardig 4 STOCKHOLM. punt — de stroom gaat hier door groot verval zeer snel — De 1 Grand Hotel (Stockholm is gesteldheid van den bodem ver- grootendeels een eilanden stad; hinderden het aanleggen van doen dienst kleine stoombooten sluizen. De ingenieur Ericson als omnibussen).. maakte toen een yzeren aquaduct stad van 2 Gezicht op de genomen (op den achtergrond te zien), het hooge Södermalm (Zuidstad). een groote yzeren bak die vol Links „Hissen” de lift die de water loopen kan, zoodat de brengt, menschen haar boven schepen in dien bak over de waardoor moeilijke en steile stroomversnelling heenvaren. straten vermeden worden. 3 „Hissen” van onderen en van 9 BOTTEN in Thelemarken (Noor- boven gezien. wegen). 4 Grand hotel-, op den voorgrond Het hotel is evenals de meeste Strömparterre een tuin aan het huizen van hout — Twee Stolk- water waar concerten gegeven joerre worden in gespannen — worden. Tegen de kleine huizen staat 5 Het Koninkiyk slot op den achter- een carriol voertuig voor één grond. „Norbrö” (Noordbrug) persoon — De daken der kleine waar byeen komt het zoute water huizen zyn van berken bast ;ryk (Saltsjö) van de Oostzee en het met planten begroeid — zooveel zoete water van het Malarmeer dat men die op zyn tijd afmaait — Rechts de boomen van het of de schapen op het dak stuurt dieper liggende Strömparterre — om dit af te grazen. Links een winkelgalerij. 6 Het Koninklijk slot van Grand 10 FiLEIDE (Noorwegen). Houten hotel uit gezien. hotel — met balcons, eindigende intrappen als middel tegen brand-

5 BERGEN : Tyske Bryggen fde gevaar. Andere huizen met daken Duitsche brug). Het oudste deel van berkenbast. aan de haven. De 16 houten gebouwen waren tijdens de Hanze 11 MOLDESTAD. Klein gehucht in de kantoren der groote kooplieden Noorwegen. Type van boeren- uit Lubeck, Bremen enz. — Hier woningen. Op den achtergrond is tevens de vischmarkt, een der het Vaatedal met hooge en som- grootste van Europa. bere bergen. ;

12 BYGDÓ' is een eiland tegenover vormen een poort; daarachter Christiana, waar zich het Ko- verbreedt zich weer het meer. „Uskarshal” ninklijk lustslot 19 DALEN in Thelemarken aan een verheft. meer gelegen (Bandaksvand). het park hy dat paleis zyn In Links ' het groote Hotel. Op den de „Hovestue” en „Goll’s kirke”. voorgrond boomstammen geveld De Hovestue zyn twee boeren- op de boschrijke bergen. — woningen uit den ouden tyd, van buiten rijk met snywerk 20 GüDVANGEN gehucht aan het versierd; zooals die vroeger ge- einde van de JNaeröfjord, waar bruikt werden. By die oude het groote Naerödal begint. boerenwoningen staat een kerk, 21 NAERÖDAL Links en rechts water- vroeger in Goll in hetHallingdal, vallen — Een stroomende rivier nu hierheen overgebracht. waarlangs (rechts) de weg naar 13 GOLL’S STAYEKIRKE. Eenig in Gudvangen. (gedeel- zyn soort zyn in ’t binnenland 22 Het einde van het Naerödal van Noorwegen de „Stavekirke” telijk hetzelfde beeld als 21) Deze dateeren uit de 10e en 11e Rechts Stallheim hotel, geheel eeuw. Zy zyn van hout. Het van hout, een der grootste uit middenschip is vierkant. De zy- Noorwegen — Hier houdt Keizer schepen zyn door zuilengangen Wilhelm II verblyf als hy— in met Romaansche kapiteelen af- Noorwegen op de jacht is. gescheiden. Daardoor krijgt de 23 DAL tusschen Tfinde en Yinjc. kerk het karakter van vertrekken Het enge dal door rotsen begrensd. (staver). Rechts een waterval en bruisende vindt men Buiten om de kerk rivier — rechts oen in ’t enge - ook Zuilengalerijen. Zeer ken- dal hangende wolk. merkend zyn de zonderlinge ver- sieringen van hout, lintvormig 24 ROM.DALSHORN in het Romsdal in den vorm van draken, rood, Een breed dal met wonderbare geel, groen gekleurd. Een klokken- bergvormen, op veel plaatsen toren verheft zich op het midden- vruchtbaar en bewoond. schip en een op het lagere koor- 25 TROLLTINDER (Spook-tinnen) in gedeelte (links). het Romsdal. Terwyl de bergen 14 TIKINGER SCHEPEN. In de _9e in Noorwegen meestal rond en eeuw waren de Noren de konin- stomp zyn, vindt men hierspitsen gen ter zee — In 1880 heeft men die aan de Alpen doen denken — aan den Sandefjord twee schepen De fantasie van het Noorsche opgegraven, die nu bewaard volk ziet er een bruiloftsstoet worden in een houten loods in in en wijst de bruid en den den tuin der Universiteit te bruigom enz. aan in de grillige Christiania — Het schip staat op vormen. een stellage — Links vier schil- den — de mast ligt op het schip. — 26 FOLGEFOND. Folgefond is een 15 FJAERLAND aan de Fjaerslands- veel mylen lange gletscher. zien fjord — deel van de Sognefjord — Op dit beeld is hy slechts te links Fjaerland met kerk — Op geheel op den achtergrond den achtergrond een gletscher Het tafreel zonder boomen of Suphellebrae. eenige plantengroei toont aan dat het hier een hoogdal is — even- 16 GEIRANGERFJORl). Rechts en eens- de sneeuwplekken, die op links watervallen — Links „de en boven de bergen bly ven liggen zeven zusters”, waarvan vier zelfs midden in den zomer. zichtbaar zyn. 17 ODDE gehucht aan de Sörflord. 27 BERGWEG by Seljestad — Yan Rechts kerk en hotel. — Ödde dezen kunstigen, zich veelvoudig is een middenpunt voor touristen langs de steile berghelling slin- in den Hardanger. gerenden weg, is slechts een 18 SÜLEDALSVAND een groot meer klein deel te zien; de slingers in de buurt van Stavanger — zyn nog talryker en dieper onder De rotsen naderen elkander en elkaar gelegen.

.

AE. Sumatra. Tekst Tan Jan H. Junius. 69 platen.

1 Kaart van Sumatra. 34 Hangbrug te Pangloiin. ou Graf van den ingenieur Greve te 35 Brug over de Aek Kenian. Doerian Gadang. 36 Hangbrug te Si Gompoelan. 3 Kampement by Soengei Batoeng. 37 Brug over de Batang Toro. 4 Pilaarbouw in de Battaklanden. 38 „ „ een rivier. 5 Waterval in de kloof van de Aneh. 39 Kwantan-rivier beneden Padang Plantengroei. Tarab. 6 Kloof van Asaw. 40 Kwantan-rivier stroomafwaarts van 7 De Oembiliën-rivier by het meer Padang Tarab. van Sing karak. 41 Orang-oetan. 8 Noordk. van Atjeh; by Telok Semawe. 42 Kwantan-rivier bij Loeboet Ambat- 9 Westkust van Atjeh; Kloeang-baai. jang. in een rivier. 10 Noordkust „ „ Monding der 43 Steenbank B eradj ang-rivier 44 Stroomversnelling Paloe Kahan. bij Tapoes. 11 „ „ „ Fort Segli. 45 „ 12 In het gebergte. 46 „ „ Simpatan. 13 47 14 Kalksteengrot. 48 Nederzetting aan de Kwantan-rivier. 15 Kalkgrot by Paya-Combo. 49 Battaksche familie. 16 Het karbouwengat met de p«. 50 Bewoners van Nias. Goenoeng. 51 Inlandsch hoofd met zijne familie. 17 Buifel voor een ploeg gespannen. 52 Hoofden van Si-Periok. 18 Pedati met karbouw. 53 Beambten van Goenoeng Soewa. 19 Karbouw. 54 Soetan Mahomed. 20 Huis te Padang. 55 Inlandsch schrijver. bovenlanden. 56 Opziener, onderwyzer en leerlingen 21 ,, in de Padangsche 22 eener school te Padang Lawa. 23 Rijstschuur in de Padangsche boven- 57 Sultan van Siak. landen. 58 Verlovingsfeest te Kejalan. 24 Gemeentehuis in de Padangsche 59 Menan (soort schermen). bovenlanden. 60 Tandakkende Battakhoofden. 25 Dorp in Angkola (Tapanoeli). 61 Moskee in de Padangsche boven- 26 Pasar te Tanetoeng. landen. 27 62 Heidensche begraafplaats. 28 Gezicht in een dorpsstraat. 63 Steenen graf te Taba. 29 Waterval en kloof van de Aneh. 64 Chineesche kerk te Riouw. 30 Spoorweg in de Aneh-pas. 65 Inwendige van een Chineesche kerk. 31 Waterval te Tarsetoeng. 66 Hoofden enz. van Deli. 32 Zwavelmodderbaden van Siropok. 67 Europeesche woning. 33 Brug over de Oembiliën te Moeara 68 Controleurswoning te Palembang. Palangkei. 69 Bewaarschool te Taroetoeng.

AF. Zuidpool^Expeditles. Tekst yan P. H. Geerke. 20 platen.

1 Terra Ausbralis. Tocht op het eiland Brabant. O in pool- £J Pakijs. Twee leden der expeditie 3 Zuidel^ke ysbergen. costuum. 4 Ijsbergen in het Noorden^ De Belgica ba^t-zieh 'een weg naar 5 Vulkaan in werking. opep..«zeef^ 6 ' IJsmuur van Eoss. 14...«..^TïlÏÏerlicht. 7 G-letschers. Noorderlicht. S De bemanning van de Be]gi.ea.“ IJspQÜ^t 8a n V )i ' Pakys. 9 Laboratorium „ 10 Koningin Wilhelminagolf. Pinguins. AG. Nansen’s Noordpooltocht. Door liemzelf beschreven. 29 platen.

1 Portret van Fridtjof Nansen. 16 Nergens land. 2 De „Pram”, liet poolscliip voor Nan- 17 Slaapzakken drogen. sen’s tocht gebouwd. 18 Nansen’s hond „Haïfas”. ‘ó Landing op Jalmal, N.-Siberië. 19 Gevecht met een beer. 4 De Pram voor de Noordkust van 20 In de kajaks. Azië. 21 De plaats waar overwinterd werd. 5 De Pram in het ijs. 22 Nansen en Johansen stroopen een ö Gezellige avond aan boord. walrus. 7 Metereologische waarnemingen. 23 Naar het Zuiden. 8 Onderzoek van zeewater. 21 Zeilen op de slede. 9 Schetskaart ontworpen door Nansen. 25 Aan elkaar gebonden kajaks. 10 De Pram na een ijspersing. 26 Ontmoeting met Jackson. 11 Jnhansen. 27 Nansen voor Jackson’s hut. 12 Tocht met hondenslede. 28 Johansen „ „ 13 Vertrek van Nansen en Johansen. 29 Aankomst van de Pram te Ham- 14 De achterblijvenden op de Pram. merfest. 15 Sleden ophalen.

AG. Expeditie naar Ring Williamsland ter opsporing der expeditie van Mn Franklin. Tekst van J. A. Doesiburg Lannooy. 20 platen.

1 Inleiding. 11 Ontmoeting met de Natchili-Es- 2 Kaart van ^ing Williamsland en kimo’s. Boothia. 12 Het viErtïgm van het graf van Luit. O Zomergezicht in ^ ^noolstreken. jig Williams- Begrafenis van de overblijfselen van land. Luitenant Irving. De expeditie neemt Ihswijze 14 Monument op het graf. der Eskimo’s^ 15 „ bij Starvation-core. VerwoMefitifaer inboorlingen.^ 16 Het losraken van het ijs. istuur op den middag. \ 17 Rendierkamp. lergafwaarts. n18 Zalmvangst in Salmon-creek. Hay’s rivier. 1> Het overtrekken van straat Simpson Rendier] acht. 20 ‘TilQnument van Sir John Franklin.

AI. Sven Godin, ontdekkingsreiziger. 31 platen.

1 Voorhof te Tscharlik voor de afreis, 8 Graven naar water. la Portret van Sven Hedin. 9 De eerste kale struiken. 2 Optrekken van de karavaan te 10 Naar water zoekend. Kasjgar. 11 Een stervende wordt gelaafd. 3 Sven Hedin werkend op een boot 12 Lob-norbewoners. in de Taum. 13 Leemen toren van een overstoven 4 Boot op de Taum. dorp. 5 Brand in het riet. 14 Opgegraven houten lijsten. 6 Legerplaats midden in een zand- 15 Wilde kameel. woestijn. 16 Over de hoogste bergkam der aarde. 7 Dalende van een steil zandduin. 17 Berglandschap in W. Thibet. 18 Een doode yak en zijn jagers. 25 Kleeding en sieraden van Thi- betaansche vrouwen. 19 Hedin als pelgrim verkleed. 26 Lama’s (priesters) met dansmaskers. 20 Een veelzeggend gebaar. 27 De pelgrims uit Nepal voeren een 21 Schietende Thibetanen. dans uit op stokpaardjes. 22 Een tempel. 28 Panorama van een deel van de Transhimalaya waarvan de passen 23 Teekening in een grafkapel vaneen hooger dan de M. Blanc zijn. der overleden hoofdpriesters te alle Taye-Loepo. 29 Slecht stuk weg langs den Brahma- poetra. 24 Een kloostermuur met roode banden en gebedslappen. Rood is de kleur 30 De laatste deelnemers van zyn tocht der hooge geestelijkheid. bij het afscheid in Engelsch-Indiü.

AJ. Suriname In Woord en Beeld. Tekst Tan Dr. H. van Cappelle. 67 platen.

1 Ingang fort Zeelandia. 35 Indiaansche meisjes.

2 Markt te Paramaribo. 36 >1 M 3 Maagdenstraat. 37 Indiaansche vrouwen by de bereiding 4 Negerin met ijsemmertje. van Cassawebrood. 5 Negerin in gala. 38 Indiaansche vrouwen by de bereiding 6 Kotto-missies. van Cassawebrood. 7 Boschnegers. 39 Indiaansche hutten. Magazyn van 8 Woning van Hollandsche Boeren by aardewerk. Paramaribo. 40 Indianendans by magnesiumlicht. 9 Nickerie. 41 Boschgezicht. 10 Volksfeest te Nickerie op 31 Aug. 42 Kreek in het bosch. 11 Monding Saramacca-kanaal. 43 Gezicht op bergendal. 12 Plantage, „Wederzorg”. 44 Pilatusberg. 13 „ „Brouwerslust”. 45 Monding der Maratakka. 14 Koeiiewoningen, Mariënburg. 46 Boot vastgeloopen op Stene-danti. 15 Britsch-Indiërs, Koelies. 47 Steenen in de Pallaw'atra. 16 Negers op plantage. 48 Groote steenen Bigi-Santi. 17 Opzichterswoning, plantage „Jagt- 49 Blanche-Marieval. lust”. 50 Met een corjaal door rotsmassas 18 Cacaoplantage. in de Nickerie. 19 Kweekery van cacaoplantjes. 51 Lastdragende neger. 20 Overleggen van cacaoboomen door 52 Vertrek van goudzoekers, uit Para- koeliemeisjes. maribo. 21 Communicatieweg langs plantages 53 Goudwasschen met de Dingtom. met sluis. 54 Goud-exploitatie.

22 Groote koffieboom. Plukkers. 55 J?

23 Koffleveld, plantage „Voorburg”. 56 11

Ingang van boschnegerdorp. 57 1) 24 • . . 25 Boschnegerkamp. 58 Openspuiten van een nieuw terrein. 26 59 Ontboscht terrein voor waterlei- 27 Boschnegers in corjaal. dingsbuis. 28 Boschnegervrouwen. 60 Waterreservoir. 29 Gouverneur der Boschnegers. 61 Hoofdwaterleidin g. 30 Kapitein Sabadoe voor zyn woning. 62 Waterleidin gsbuizen. 31 Vergadering der boschnegers. 63 Ontbloot kwartsrif. 32 Dr. van Cappelle te midden derbosch- 64 Kwartsmolen. negers. 65 Buiten kampen. 33 Boschnegers op reis naar Paramaribo. 66 Arbeiders kampen, 34 Indiaansch kamp. 67 Spes Patriae Surinamensis. AK. Praatjes bjj Plaatjes 8 over Londen. Tetst Tan L. Simons. 73 platen (waaryan 63 in den tetst).

1 Londen; plattegrond. 41 W’’estburne-grove. 2 Londen in vogelvlucht. 42 Museum voor natuurlpke historie. Univereiteits roeiwedstrijd. Uitwendig. 4 Lambeth-paleis. 43 Museum voor natuurlyke historie. 5 Westminster-abdy. Inwendig. 6 Het koor in de Westminster-abdy. 44 Britsch-Museum. 7 Paiiementshuis. 45 The Imperia] Institute. 8 Het Hoogerhuis. Inwendig. 46 De Albert Hall; zaal voor 8000 per- 9 Het Lagerhuis. sonen. 10 Paleis van den Londenschen School- 47 De groote Concertzaal in hetVolks- raad. paleis: 11 ’t Begin van een school. Zingen in 48 Sydenham en het Kristallen Paleis. de middenzaal. 49 Kristallen Paleis. Een afschaffers- 12 Charing-Cross-spoorweg en brug. feest. 13 Naald van Cleopatra. 50 Hampstead Heath. 14 Londensche brug. 51 Battersea-Park. Half-tropische tuin. 15 De Theems gezien van de Londensche 52 Chestnut-Avenue, Bushey Park. brug. 53 Hampton Court Palace. 16 Towerbrug. 54t Uitzicht van af Tower-brug, naar ’t 17 Londensche dokken. noorden. 18 Tunnel onder de Theems in aanbouw. 55'i- Theems van de Greenwich-pier. 19 Woolwich, 56-j- Bridgestreet, naar het noorden. in Hydepark. 20 Mei-meeting 57t Mauseleum-Room. 21 Rotten-row. Regentstreet. 58f9 22 Piccadilly. 59t Shaftesbury gedenknaald en fontein. Pall-Malf on Drawing-room-day. 23 60t Midland-railway. St. Pancras (van 24 Trafalgar Square. binnen). 25 The Horse Guards, from Whitehall. Westminster abdy. 26 Northumberland avenue. 61f kapel Henry VIL 27 Cannonstreethotel. 62t „ van binnen, naar 28 West Strand. 63f „ „ ’t Westen. 29 Temple Bar. 61-j- de der 30 New Law Courts. „ „ hoek 31 Fieetstreet. dichters. 32 Ludgate-hill. 6-5t Chester; Bridge Street Row. 33 „ Oostzijde. 66t „ Grosven or Bridge. 34 St. Paul, van boven gezien. 67f Hawarden Castle; van uit ’t Park. 35 „Hall”. Een Londensche agent in 68t Haddon Hall; Oostzyde. de straten. 69t „ „ Zuidzyde. 36 Mansion-Housj. 70t „ „ Statie-slaapkamer. 37 Mansion-House-street; Beurs. 71t Chatsworth-House bridge. 38 Whitechapel. 72t Chatsworth van uit de Italian garden. strafzitting Great Conservatory van 39 Old Baily. Een met jury. 73f ,, ; binnen. 40 Covent-Garden ; markt.

Al. Gelebes en de Moluksche Archipel. Tekst Tan A. Ton Sclimidt anf Alteiistadt. 43 platen.

1 Makassar ; Handelskade. 5 Vier prinses§efl~wan Goa.

2 „ Hoogep^; laan van tama- 6 Stapelplaats. r i ndebooïne^iv..^^^ 7 Riviergezicht met boseb en cocos-

3 „ Overvaart van^6_Jcali boomen. Tello. Jir- 8-“--J(3§,rontaleesch ruiter met vrouw. 4 „ Makassaarschejnn’gen. Goforitaleesche vrouw als priesteres. .

de Gezicht op de reede van Paleleh. Amboina; Visschersbootjes naar markt. „ op Ternate. in de krater van de Piek „ Cerembaai. ,, Van Ternate. „ Vrouw. Ternate; Fort Oranje. „ Bruidspaar. den Sultan. Bruidspaar van Ambo- „ Paleis Vsm „ Dansers vtm den vorstmet neesche negorybewoners. „ jm^hiland- orkest. „ Houten kerk Danseressen. \ sche ouhgfütif^. „ Regpatrvan Allang om- Sultan van het eiland Tid(^e. ,, Prinses van Tidore. ^-fifigd door kapala soa’s. Stryder van de lyfwacht. \. Optocht van inlandsche Brug van cocosstanimen. \. hoofden. Kappen van een cocosboom. feestdag (31 „ Nationale Alfoersch visscher. Aug.) voor de schooljeugd. bruidegom. „ Amboneezen verkleed als bruid. „ „ _ Europeanen (Tjakaiba's). Groep parelvisschp.FS^ van Nieuw- Guinea. ^Officiöele intocht van eenEuropeesch ambtenaar in een negory. Batoe^Jï-ahj^. Woning van den resi- \ van Amboina. B'i^pnwatergel ei dingen van gespleten ^mboes. “^^^ot van Batoe Lobang. Amboina Passarstraat. Panotoma van de Banda eilanden. ; YisscÖ^rsjongens. „ Loodsen.

AM. Korea. Tekst van A. toii Sekmldt anf AHenstadt. 48 platen.

Zomerpaleis. 1 Kaart van Korea. 22 het Zomerpaleis. 2 Gezicht dp Toesan met de ver- 23 Paviljoen in paleis. schi llendh. handelswy ken 21 Statiepoorb van het 3 Gezicht op Reeëneiland. 25 Marmeren pagode de^nlegplaats. 26 Gebouw van de keizerlijke dans- 4 „ „ 21ö Koreaansche verkoopsters van haai- academie. en walvischvleesoi.v 27 Reuzenschildpad van steep,,,- papipEvairei by Seoul. 6 Hoofdstraat te Toetan?\^ 28 Gezicht op de een der..-stadspoorten. 7 Koreaansche woning te Thetan met 29 Seoul, Str'aat' in de wyk der aristo- eenige kinderen. X.. 30 „ cratie. 8 Groepje te Toetan. Verhoogde trambaan, '9 Gezicht op de kust van Korea by. Tuhemoelpo, havenplaats van iX^arkt in de hoofdstraten van Seoul, en böonen. Seoul. ^"^ndel in ryst de hoofstraten van Seoul, 10 Seoul, Stationsplein. 33 MarXin houtskool, aardewerk. 11 Oploopje van nieuwsgierigen,, takk^Os^n, metv^rrachtdragers. 12 Europeesch hotel te Seou,L"' 31 Winkeltje Vervoermiddelen,’'>aard.en ezel. 13 Twee Koreaansche dames. 35 teekeniri|:->V]Oorstellend 14 Oude bedelaar. 36 Koreaansche van een paard."'"--. 15 Draagstoel van een minister. beslaan 16 Vrouw met rouwhoed. 37 Bruiloftsstoel van een voornaam 17 Beeltenis van Li-Hti en den troon- persoon. opvolger 'Li-Htia. 38 Bruiloftsstoel van een burgerman. het Noord- 18 De groote troonzaal in 39 Koreaansche landbouwers aan het paleis. werk. Lotoszaal in het Noordpaleis. 19 De 49 Twee Koreaansche soldaten in Ko- Oostpaleis. 2') Het reaansche dracht. Verblyf van de vorstin van Korea klooster Pok Han. in het Oostpaleis. 41 Het versterkte Een tocht naar het klooster Pok 46 Praai besneden poort van den hoofd- Han. tempel. In t gebeigte van Pok Han, lotsige ^7 Paviljoen van een toovenares in ’t hoogten. gebergte by Pok Han. Woestijnachtig landschap bij Pok Han. 48 De onafhankeiykheidspoort buiten Vergulde houten beelden in den Seoul. tempel.

AN. Van Peking naar Ruslanfl. Tekst yaii A. voii Schmidt auf Altenstadh 47 platen.

Kaart van Oost-Azië met spoorlijn Gezicht in een zaal van het Duitsche van Peking tot Irkoetsk. officierscasino. Spoorlijn Irkoetsk ,to-t>^oskou. Chineesche arbeiders bezig aan de Reuzenmuur om Peking spooriyn Port-Arthur-Dalny. Stadsgezicht met kameel^aravanen. Regeeringsgebouwen te Dalny. Tieng-ling-toe, de hoogste pagode van Hobfdstraat te Dal;a^ Peking. \ Haven van Dalnymet kleine vracht- Reuzenmuur. \ bootjes. Hoekgebouw op de muur van Peking. iste en 24^klasse op den Siberischen Station Hemelpoort. ' \ treim^ Station te Tientsin. 3de Jdasse voor vervoer militairen Chineesche kinderen in wintergj^e- ^.-ën Chineezeh. waad. A klasse Chineesche Wandelende barbierszaak. \, werkvolk. Chineesche vrachtwagen. Gezicht op Moekden. Oude Chineesche vrachtwagen. Landschap in het dorpje Charbin. Rondreizende Chineesche komedian- Pijnboscbje by Charbin. ten, die op stelten voors-telling Transport van emigranten uit Eur. geven in de straten. Rusland in goederenwagens. Chineesche vrouw m^t'misvormden Gebruik van Chin. werkvolk. voet. Transportschip met emigranten op Gedeelte v. d. sp,oörliin van Tientsin het Baïkalmeer. naar Port-Apt'hur. Primitief station sgebouwtje uit hout Port-Arthur-un vogelvlucht. en klei in Siberië.

' in Chineezen- Transport van politieke banne- „ j, markt de stad'. lingen. \ PgrtArthur, Chineesche winkel en Station Tuhita in Siberië : Rus. voer-

• eethuis. tuigen met'Sjberische harddravers. Gezicht op Fuhifoe met den con- Aanlegplaats aan het Baikalmeer sulaatsheuvel. met stoomboot'-.,voor passagiers en Overbiyfsel van een stadspoort te goederen. Port-Arthur. Vier typen; Tschoengoes, Rus, Mand- Dracht van een Mandschoevrouw schoe, Boeriat. en een Chinees. Tocht in slede over het ys.

Mandschoetype : rondreizende scha- Station te Irkoetsk. ren- en messenslijper. Gezicht op Moscou. Vrachtrijders en transporten naby Kerk te Moscou. Moekden. Plein „

AO. De Bataklanden en hun bewoners, Tekst van M. Jonstra. 25 platen.

Het Toba-meer. 4 Zendelingswoning te Kaban-Djahe. Zuideiyk bekken v. h. Toba-meer. ia Bijgebouwtje, dat voor Apotheek Sawah-vlakte aan de Z.-oever. dient. Dal van Silindoeng. 5 Zendelingswoning te Boeloe-Amar. 6 Kerkgebouw te Boeloe-Amar. 14 Huis te Boeloeh-twar. 7 Groep Bataks. 15 Ravijn op de hoogvlakte.

8 „ „ en onderwijzers uit 16 Ravijn by het dorp Kaban-Djahe. de Minahassa. 17 Riviergezicht by Kandibata. 8a Dezelfde onderwijzers. 18 Dorp Sarinembak.

9 Emplacement van de tabaksondér- 19 „ Tjingkes. neming Petani. 20 Bataksche familiegroep. 10 Gezicht op de rivier Betimoes. 21 Hoofd van Kaban-Djahe met twee ll Riviergezicht zoons. 12 » 22 Batak met zyn dochtertje. 13 Boeloeh-twar. Bataksch dorp.

AP. Noorwegen. Tekst van Tli. E. Isiiachsen. 52 platen.

1 Kristiania. Akershus. 27 Trondjhem; de dom van binnen ge-

2 „ en de Kristianiafjord. zien. 3 •Bij de Kristianiafjord. 28 Kristiania; Storthingsgebouw. 4 Noordkaap. 29 „ paleis. 5 Gudvangen, Sognefjord. 30 Saeter. 6 Hardangerfjord. 31 Saetervang. 7 Jotunheim. 32 Houthalen uit het bosch. 8 „ bergbestyging. 33 Houtvlotten op de rivier. 9 Middernachtzon. 34 Houtvervoer in een waterval. 10 IJssport op de Kristianiafjord. 35 Lofoten. 11 Op sneeuwschoenen. 36 „ varo- 12 Kristiania: wedstryd op sneeuw- 37 visschersboot. schoenen. „ 38 „ visch schoonmaken. 13 Kristiania, sneeuwmonument. 39 „ „ drogen. 14 Suledalsporten. 40 Kabe 1 j auwvangst. 15 üit het Bratlandsdal. 41 Gezicht op Bergen.

16 „ „ Gudbrandsdal. 42 Walvischv angst. 17 Waterval te Hardanger, Espelands- 43 Volksschool; Thorshang.

foss. 44 „ Toïen. 45 Tönsberg. 18 Waterval te Hardanger, Laatefos. ,, 19 Rjukanfoss. 46 „ Kragerö. 20 Ligging van een dorp. 47 Kristiania; universiteit. 21 Lappentent. 48 Proviandhuizen. 22 Tenten. 49 n 23 Overblijfselen van een vikingschip. 50 Bygdö, Golskerk. 24 Gereconstrueerd vikingschip. 51 Borgundkerk. 25 Eidvoldsbygning. 62 Hitterdalkerk. 26 Trondjhem; de dom.

AQ. Reis door Spanje. Tekst van M. IJsselstein. 63 platen.

1 Barcelona, Boulevard Rambla. 9 Alhambra Leeuwenfontein. 2 Elche Palmenbosch. 10 „ Binnengalery. 3 „ Weg. 11 „ Ajimez (dubbel venster). 4 Vrouw op ezel gezeten. 12 Granada Capella Real. 5 Kleeding der bewoners van Andalusië. 13 Ligging van Granada. 6 Aloë bij Granada. 14 7 Waterverkooper. 15 Ronda. 8 Granada, Panorama. 16

AS. ^ Levende Oermenschen. 17 platen.

1 Battak-Fetischen. 8 Een ingewikkeld Jiik;Alaska. 2 Vrouw bezig met batikken. 9 „ „ ., na verloop v.tyd. 3 Meteoorbezwering te Bororo, Gen. Brz. 10 Lyk uitdrogen bij de Australiërs. 4 Teekeningen van inboorlingen Bororo 11 „ van een eskimo in een hut. Cenlr. Braz. 12 Inblazing van een zieke. N. Amer. 5 Vrouwen, die haar overleden mannen 13 Collier van vinger van verslagen van spys voorzien. N. Amer. Ind. vijanden N. Amer. Ind. 6 Vrouwen, zich pynigend bij de lyken 14 Twee afgodsbeelden te Sunda. harer mannen W. Amer. Ind. 15 Heksen-proces West-Afrika. 7 Moeder haar kind aan den stroom 16 FetischZuil Bihé West-Afrika. toevertrouwend. N. Amer. Ind. 17 Menschenoflfer. Otaheite.

AT. Italië. 70 platen.

1 Gezicht op Genua. 38 Palermo, Haven en Monte Pellegrino. 2 Pisa Domplein. 39 „ S. Giovanni degli coremiti. 3 „ „ Toren. 40 „ Cathedraal. 4 Napels Een straat. 41 Monreale by Palermo. Dom. 5 Farnesische Stier. 42 De Heilige Catherine van Sienna 6 Capri Monte Solaro. geeft kleeren aan Jezus, die als 7 Gezicht op Sorente. een pelgrim by haar komt. 8 Florence. Gezicht op de Arno. 43 Milaan. Dom (van buiten gezien).

9 ., Dom en Klokketoren. 44

10 ., Dom. 45 Rome. Galerij van het klooster

11 „ Palazzo Pitti en Palazzo St. Paolo. Vecchio. 46 „ Sint Pieterskerk. Altaar. 12 „ Davied Michel Angelo. 47 Venetië. Het groote kanaal. 1? Rome Forum en zuil van Trajanus. 48 „ Portaal v. d. St. Marcuskerk. 14 „ Via Appia. 49 „ Palazzo Ducale. 15 „ Colosseum. 50 Baia. Kaap Misene gezien vanaf

16 ., Tempel van Saturnus. Castello. 17 Poort Constantyn. 51 ,, van „ Panorama. 18 Graf van Caecilia Metella. 52 ,, Napels. Panorama van Posilipo. 19 „ Capitool. 53 „ Posilipo van ’t paleis van 20 „ Vaticaan Biblioteek. Regina Giovanna. 21 „ „ Zaal der Grieksche 54 Messina Panorama. bronnen. 55 Uitbarsting Vesuvius 28 Juni 1909. 22 „ Sint Pieterskerk, gevel. 56 Florence. Gezicht van de Ponte 23 „ „ „ van binnen. Vecchio op de stad Florence. 24 Diskuswerper. 57 Kloostergang van S. Marco. 25 De Nijl. 58 De Arno met de Ponte Trinita. 26 Laokoon. 59 Kloosterga,ng van de Certosa. 27 Apollo van Belvedere. 60 Primavere van Botticelli (Academia). 28 Demosthenes. 61 Gezicht van S. Miniato op de stad. 29 Mozes. • 62 De reis der Wijzen uit ’t Oosten. 30 Dansende Faun. 63 Trap vanBargello (Nation. Museum). 31 Ravenna Apollinariskerk; 6e eeuw. 64 Palazzo Vecchio, van verre. 32 Florence. Petrarca. Bibliotheek Lau- 65 ,, „ „ naby (Arnolfo

renziana. j di Lapo).

33 Anagni. (prov. Rome) overblijfselen 66 „ Pitti (E. Brunelleschi). van het paleis van Bonifacius VIII. 67 De Kruisiging (Perugino) in de S. 34 S. Gimignagno. Boerenhuis. Maria Maddelena dei Pazzi. 35 Napels Panorama met de Vesuvius. 68 De Geboorte (Ch. delle Notti). ?6 Gar\ri TTótpl Pacrnno fiP IVrprloTvrn (^dir’prHpllinn^Pofpol TTflFi'7i> Aü. * Noord^merika. i2 platen.

1 Chicago, AuditoriumhoteL Niagara, Onder de Amer. Falls. 2 Graan Elevator. 26 Luna eiland. 3 Hótels aan het meer. 27 Kanaal onder den waterval by 4 Vrymetselaarsloge. Genua. 5 Stockyards. 28 Stroomversnelling. , 6 De brandweer aan het werk. 29 Ijsbergen. 8 New-York, Broadway. 30 IJspoort.

9 „ Canalstreet. 31 Ijskegels. 10 „ Brooklynbrug. 32 In den winter. 11 „ Haven. 33 „ „ zomer. 12 „ Farkrowbuildings, (Sky- 34 Rotsgebergte, Georgetown. scraper). 35 „ Manhall-pas. 13 New-York, Stadhuis. 36 „ Spoorweg. 37 „ Spoorwegviaduct. 14 „ Kantoor v. d. Equitable. 38 „ Coloradorivier. Royal. 15 „ Luchtspoorweg. gorge. 16 „ Station van den Lucht- spoorweg. 39 Rotsgebergte, Coloradorivier. Royal. gorge. 17 San Francisco in vogelvlucht. 40 De oudste Amerikaansche trein. 18 Baai. 41 Amerikaansche trein van den tegen- 19 Chineesche winkels. „ „ woordigen tyd. 20 „ „ Chineesch theater. 42 Californië, Spiegelmeer van de Ips- 21 „ „ Palace-hótel. 22 Washington, Kapitool. wich vallei. 24 Niagara, American Falls. 43 Kaart van de Vereenigde Staten.

AV. Guyana, Cuba, Gurapao. 48 platen.

1 Kaart van Guyana. 9b Waterkant Otrabanda. II K. I. 2 „ „ West-Indië. lOö Stoomboot Willem van den W. 3 Paramaribo, Hoofdstraat. Maildienst,

4 „ Langs de rivier. llb Het rifwater. 5 „ Paleis van den Gouver- 12b Ontladen van schepen. Waterkant neur-Generaal. Willemstad. 6 Paramaribo, Begrafenis. 13b Breedestraat Willemstad. 7 Georgetown, Particulier huis. 14b Caracasbaai met Fort Beekenburg.

8 „ Hotel en Club. 15b Schallegat. 9 Op een kano naar de binnenlanden. 16b Inladen van zout op een zoogen. 10 Stoomschip China, Pacific-Mail. zoutplantage. la Baai van Havanna. 17b Put. 2a Havanna, Prado. 18b Negerhut. 3a „ Binnenplaats van een wo- 19b Plantage. Groot Santa Martha. ning. 20b Koraal met vee van de plantage 4a Jonge Cubanen. Groot Santa Martha. 5a Suikerfabriek Cuba. 21b Eetsalon van de „Koning Willem IL” Ib Curagao in vogelvlucht. van den W. I. Maildienst. 2b Het Raadhuis. 22b Damessalon op het dek van de 3ö Roomsch-Katholieke kerk. „Koning Willem II” van den W. I. 4ö Wilhelminapark. Maildienst. 5ö Ingang van de haven. op Curatjao. 6ö Gezicht op de haven. 23b Werkvolk 24b Gezicht van uit zee op de brug over n n )i n haven. 8b Brug over de haven. Gezien van de nrio nf Ha 'ronrrpmnmdp Gezicht on Bonaire bii aankomst van

55 Pey-lang cathedraal van de R. Kath. 76 Nachtverblijf in een Chineesch dorpje gemeente te Peking; door de bok- voor kameelen, karavanen en sers vernield en volgens afbeelding reizigers. weder opgebouwd. 77 Eigenaardige bouwstijl van een Chi- ö6 Kolenheuvel genaamde verhoogde neesch hotel. tuinen met theekoepels in de Kei- 78 Kameelen, die zijde en thee vervoe- zersstad. ren naar Rusland. 57 Sierlyk gebeeldhouwde muur, Dra- 79 Chineesche dorpsjeugd in angst voor kenmuur genaamd in de Keizers- het phototoestel. stad. 80 Pei-lo wit marmeren poort met 5 58 Mingpagode en lusttuin op een bogen, toegang verteenend tot het eilandje in de Verboden Stad. Mingplateau. 59 Dakenplan van de Verboden Stad 81 Reuzenbeelden aan den toegangs- met zeven poorten en binnen- weg naar het Mingplateau. plaatsen. 82 Reuzenbeeld van een liggend paard. 60 Tempel der voorvaderen in de Ver- 83 „ „ „ kameel. boden Stad. 84 Groep van toeristen om het reuzen- 61 Duizendarmige Boeddha, een van beeld van een liggenden olifant. de reuzenbeelden in de tempel 85 Tempel op de begraafplaats van Kei- der Verboden Stad. zer Yung-lu op het Mingplateau. 62 Sieriyke tempelpoort in de Verboden 86 Wit marmeren trappen in Keizer Stad. Yung-lu’s tempel. 63 Wit marmeren binnenhof en poort 87 Graf van Keizer Yung-lu. Stad. 88 Groote heirweg naar den Groeten in de Verboden 98 64 V er trekken van den Keizer van China. Muur. de 89 Thihetaansche poort uit de 1 1 eeuw 65 Troon „ „ „ „ „ 66 Panorama v.h. Zomerpaleis van den op den weg naar den Groeten Muur. Keizer van China nabij Peking. 90 Groote Muur die 10000 mijlen ver 67 Pagodevormige porseleinen daken in een halven cirkel door hetCh. van gebouwtjes in het Zomerpaleis. rijk loopt. 68 Zomerpaleis; koepelvormig hoofd- 91 Kijkje vanaf den Groeten Muur. gebouw op een heuveltop. 92 „ op Kiaoutschou op hetShan- gezicht op de 69 Zomerpaleis; porseleinen poort van tungschiereiland : den tempel. stad bij hoogwater. 93 Hetzelfde laag water. 70 Zomerpaleis; overdekte witmarme- kijkje bij 94 op Kiaoutschou met de bin- ren brug. Kijkje nenbaai Augusta Victoria. beelden en 71 Zomerpaleis; marmeren 95 Landschap in de omstreken van aanlegplaats aan het meer. Kiaoutschou. 72 Zomerpaleis; wit marmeren gondel Chung-wen-men of poort der Verhe- als theekoepel gebruikt. ven Wijsheid (buitenzijde). 73 Gebouwen (torens) op de hoeken 97 Barbier en kapper. van den muur van Peking. 98 Chineesche vrouw bezig haar voeten 74 Half vernielde stadspoort van Peking te zwachtelen. op de Tartarenmunr. 99 Chineesche kinderen in den winter. 75 Kijkje vanaf den Tartarenmuur, van 100 Scharenslijper. Peking naar de Minggraven in den 101 Aankomst van een trein. groeten muur. 102 Chineesche voerman.

AX. * Congo. 32 platen.

1 Afgrond tay den Yalala-w'k^val. 8 In het rietboscb. 2 Rotsen by Nzadia. Kimbedinga. ...R -Inlandeche brug. 3 Rivier te Nzadia.. JKimbedi-nga: ,^10 Inboorlingen in een palmboom. 4 Stanley en zijn volgelingen. "ll- . Amandelboom. 5 Wijze van oorlogvoeren. 12 Be"d v'm een rivier in het droge ;

14 Een geschenk in frulL 24 Graf van een koning. prins. 15 Familiegroep. \ 25 „ „ „ 16 Sukunger-drager. 26 Aarden potten en pannen. •j7 Koning Makokola. 27 Pijpen van inboorlingen. 18 Inland.sche vrouw met kind/\ 28 Muziekinstrumenten. 19 Vrouw in vollen tooi. \ 29 Karavaan de ,Mepozo-rivier over- 2(T'''~-dn4andsc^ vrouw. ,_..-v.trek‘këÏÏd. 21 Nkinfbö~vl7JTrwr- Mierenheuvel. 22 Volksverzameling om het evangelie 31 'Captushoom. te hooren prediken. 23 Inlandsch dorp. 32 Kaart'vvan de Congo-rivier.

AY. * Transvaal, Natal (Kaapkolonie) voor en tijdens den Oorlog van 1901. 87 platen.

chains), 1 Kaart van Zuid-Afrika. 23 Beurs op straat (between the zyde 2 President Kruger. 24 „ „ „ (van andere 3 Steyn. gezien). 4 Reitz staats-secretaris der Z. Afr. 25 Rissikstraat. ' Rep. vroeger President van Oranje 26 Marktplein. Vrijstaat. 5 Dr. W. Leyds vroeger secr. der Z. 28 Uitlanders paradeerend 'of mani- Afrik. Rep., nu gezant by Neder- festeerend. land en België. 2-9 Ferreiramijn goudmijnschacht, 1200’ 6 Piet Joubert. voet beneden den grond. SO Mynwerkers. Bloemfouteiii. 31 Krater (diamantmyn) in Kimberley 7 Bloemfontein in vogelvlucht. Kaapkolonie. 8 „ markt en postkantoor. 9 „ markt. 32 Byna verdronken. 10 Raadzaal (gebouw der Volksvertegen- 33 Ossenwagen in de rivier. woordiging). 34 Oranjerivier. 11 Woning van President Steyn. 35 Karroo-vlakten. struis- 36 „ „ met kudde en Pretoria. vogels. 12 Panorama met spoor naar Delagoa- 37 „ „ „ ossenwagen. baai. van 13 „ gezicht op gebouw Natal. Volksraad en Geref. Kerk. 38 Drakengebergten. 14 Afspan voor het avondmaal. (De boeren komen Zaterdagavond 39 Amajuha. Newcastle-tunnel. vieren Zondag avondmaal met 40 41 Colley’s graf. nabetrachting; ’s avonds weer naar 42 Kafferkraal. huis). 43 Landing te Durban. (De schepen 15 Volksraad (gebouw der Volksver- niet in de haven komen; tegenwoordiging). kunnen blijven voor anker liggen. De 16 Inzwering van Kruger 1898. passagiers, 4 tegelijk, worden van 17 Huis van Kruger. boord in manden geheschen in 18 Park in Pretoria. kleinere schepen, die de haven 19 Fonteinen (uitspanningsplaats en aandoen). bron der waterleiding naar Pretoria). kunnen 20 Krokodil rivier. Kaffers. 21 Paardenkraal. 44 Zoeloe Kaffervrouw. Johannesburg, 45 Basutohoofdman. 47 Daggarookers. (Dagga, een soort 64 Luchtballon in de vlakte. hennep, in den grond gestopt, 65 Een soldaat verschanst achter aangestoken, smeult, Die rook zuigt steenen. de Kaffer door middel van pijpen 66 Een Boerencommando AliwalNorth in den grond gestoken op en drinkt binnentrekkend. daarby water. Dan bedwelmd. Men 67 Marinesoldaten een scheepskanon denke aan het opiumschuiven). voorttrekkend te Colenso. 4S Spiegelgevecht van Kaffers. 68 Boeren in de kopjes bij Ladysmith. 69 Brug over de Modderrivier. Boeren. 70 Boerenvest, waarin 120 patronen. 49 Familie Botha. 71 Soldaten brengen water op den top 50 Boer-type. van Col eskop. 51 Boer in jacht of ooiiogscostuum. 72 Een bocht van de Tugela. 52 Boeren te paard, opgecommandeerd. 73 Dal van de Tugela. 53 Boeren-commando in 1S93 teJohan- 74 Joubert en een „klompie” van zijn nesburg. menschen voor Ladysmith. 54 Weerspannige muilezels ’6n een 75 Gevecht van Kietfuntein. Kaapsche kar door de Modderrivier 76 Gevangen boeren op de Penelope. geholpen door inlandsche dry vers. 77 Cronjé. 55 Een Boerencommando. 78 Karakteristiek landschap (Veldt). 56 Gepantserde trein. 79 Delagoabaai. 57 Engelsche gevangenen te Pretoria. 80 Heliografeerende boeren. 58 Engelsche artillerie de Modderrivier 81 Locomotief uitgezonden om door doortrekkende. dynamiet een spoorbrug te ver- nielen. 59 Begrafenis van Kolonel Stepford. 82 Christiaan de Wet. '60 Op wacht. 83 Kruger. 61 Ambulancewagen bespannen met 8 84 op de Gelderland. muilezels. „ 85 S.s. Gelderland. 62 Een transport levensmiddelen over 86 Aankomst van gevangenen op St. den heuvelachtigen grond. Heiena. 63 Luchtballon in veiligheid gebracht. 87 Gevangenen op St. Helena.

AZ. Zwitserland. 66 platen.

1 Ijsbergen van den Rhone-gletscher. 21 Mer de Glacé. 2 Aletsch-gletscher. Oberarhorn en Galenstock. 3 IJ tJ IJ 4 Leeuw van Lucerne. 24 Gletschermeer. 5 Gletschertocht. 25 Dorp Adel boden met den Gross- 6 St. Gotthard; Duivelsbrug. Lohner.

^ n » 26 „ „ „ „ Wild- 8 Andermatt. strubel. 9 Tunnel te Göschenen. 27 Idem. 10 Een diligence. 28 Idem. 11 Furgengletscher en Matterhorn. 29 Gids. 12 Bestyging Matterhorn. 30 Hotel Schwarzsee by Zermatt. 13 Matterhorn en Col d’ Herens. 31 Mariahilfkapel aan de Schwarzsee. 14 Brunegghorn by Zermatt. 32 Station Gornergrat bij Zermatt. 15 Mischabelhörner bij Zermatt. 33 Muilezels op Gornergrat. 16 Rothhorn en Weiszhorn met Gorner- 34 Alpenhutten en Kapel te Randabij gletscher. Zermatt. 17 Top van den Gornergletscher. 35 Vispdal-Zermatt. Stalden. 18 Via Mala. 36 Dal der Visp. Gevolgen van Lawine. 19 Morteratscbffletscher. 37 Stalden bii Zermatt. De'Visn. 89 Matterhorn. 54 Inboorling uit liet Haslidal. 40 Saas-Fee. Huizen. 55 Oorsprong der Arve. 41 Boerenhuis in Saas-Fee. 56 Tocht over de Rhónegletscher. 42 Larix. Saas-Fee. 57 Monte Rosa 'en Lysekamm, tusschen 43 Saas in Grund, van Saas-Fee uit. Castor en Pollux. 44 Dorp Balen. Weg van Stalden naar 58 Saas-Fee. Gletscher van Langen Fluh.

Saas-Fee. 59 » « 60 Breuil. Matterhorn van de Zuidzijde. 45 Landschap in het Saasdal. 61 Liverogne. Tusschen Courmajeux 46 Feegletscher en Alpenhutten. en Aosta. 47 Huis en Waschplaats. Meiringen. 48 Aareschlucht bij Meiringen. 62 Monte Rosa en Lysskamm. Van de ^49 Leukenbretter. ^ ;? 11 11 50 Hoheweg te Interlaken. 63 Idem. 51 Straat in Andermatt. 64 Courmajeux. 52 Haslidal. 65 Val de l’Allée Blanche. 66 Gemmi. Daubensee.

A.AA. Rusland. 60 platen.

Petersburg. Paleis Peterhof, Portret- Petersburg. Kremlin. De St. Andreas- tenzaal. zaal. Petersburg, Paleis Peterhof. Petersburg. Kremlin. De troon. „ „ „ Callon- „ Newsky-prospect. iiade en waterpartij in het park. „ Kapel-prospect. Petersburg. Paleis Gatchina. „ Standbeeld, Peter de

11 11 11 Groote.

„ ,, te Tsarskoe-sélo. Petersburg. Zuil Alexander I. „ Koetsier met rytuig.

11 11 »• 11 11 11 1) 11 11 „ „ Hermitage Moscou. Gezicht op de stad. „ „ „ Gale- „ Kerken. rij der Loges. „ Brug. Petersburg. Arsenal. Salie du rez de- „ Kremlin. chaussée. Muur Kremlin. ,,

Petersburg. Kapel der St. A. Newski „ Basiliuskerk. op de brug Nicolaas I. Warschau. Russische kerk. Petersburg. Gereformeerde kerk. Valamo. Iconastuskerk.

„ Inwendige v. d. Cathé- „ Priestergroep.

drale v. Isaac. ,, Kapel op een der eilanden. Petersburg. Tour de 1’ Amirante. Klooster. Valamo. Processie. „ Standbeeld v. Peter de Groote d. Isaac. „ Priester klooster. Finland. Landschap. Petersburg. Standbeeld v. Nicolaas I. „ Straat in Sortavalla. „ Het Kanaal. „ Boerenwoning. „ De blauwe brug en het „ Rendier met slede. standbeeld v. Nicolaas I. Gevangenen (Gevangenis Irkutsch, Petersburg. Brug over de Newa. Siberië). „ Newakade te Vasili-Os- Russische typen. troff. Kosakken. Petersburg. Zegening der vruchten Troïka. op de Newa. Huisje Czaar Peter te Zaandam, Petersburg. De kleine Millioenboog. (uitwendig). Moscou. Museum. Huisje Czaar Peter te Zaandam, Kremlin. De St. A. News- (inwendig). .

A.AB. Nederlandsch Oost-Indlê. HO platen.

1 Kaart van Oost-Indië. 62 Vruchten. o Bali, Reede van Boeleleng. 63 Winkel.

B Batavia, Chineesch huis. 64 ff 4 Brug. 65 Wederkeerige hoofdwassching. 5 Buitenzorg. 66 Zoutwinning iZuidkust 6 Aan de rivier. 67 Boeroe Boedoer.

7 Bamboebrug. 68 ff ff 69 Gezicht op een der 8 Chineesche tuin. ff ff 9 Bemak. Aloen-aloen. opgangen. 70 Op het dak. 10 „ Tramstation. ff ff 11 Djokja. Aloen-aloen by den kraton. 71 Mendoet. 1-2 72 Boeddhabeeld. „ f'ort. ,, 73 13 „ Officierskampement. ff ff 74 Boeddhabeelden. 14 „ Passar. „ 75 Afgodsbeeld. Tjandie Lewoe. 17 „ Waterkasteel. 19 Een dorp aan de zuidkust. 76 Branbanam.

20 Dwerg. 77 ff 21 Gamelang. 78 „ Beeldhouwwerk- 22 Houtdrager. 79 „ detail. 23 Inlandsche keuken. 82 Macassar. Huis. 24 Katjanzoekers. 83 Generaal Vetter. 25 Karretje aan ’t Tjikanveer. 89 „ van Ham. 26 Malang Aquaduct. 90 Terreinkaart.

27 Modjokerto. Wachtpost. 91 ff 28 92 Expeditie Lombok. ff ff

29 Opiumschuiver. 93 ff ff 30 Opiumkit. 94 Marschroute. 31 Preanger. Kofflepluksters. 95 Troepen \an Generaal Vetter. 96 De Radja. 32 „ Landhuis te Sinagar. 97 Paleis van den Radja. 33 „ Zoutpakhuis. 34 Politie. 98 Buitenverbiyf van den Radja. 35 Rietplanten. 99 Doorwaden eener rivier. 36 Rietsnyveld. 100 Tempels. 37 Riettransport. 101 Tjakra Negara, by de wallen. 38 102 „ „ Vyvers by 39 Rgtuig. 103 Prauw van Ampenan. 40 Snoepwinkeltje. 104 Sumatra; Laan van pinangboomen. 41 Soldaat. 105 „ RystveJden met Merapi 42 op den achtergrond (Pa- 43 Solo. Chineesche bruiloftstoet. dangsche bovenlanden). 106 Uitplanten van rijst. 44 „ Landhuis Karang Anam. „ 107 Reuzenboom te Padang- 45 „ Dansmeisje. „

• Pandjang. 46 „ by ’t fort. 108 Markt te Paja Combo. 47 „ Inlandsche vrouw. ,, 109 Dito. 48 „ In de kampong. ,, 110 Balei, vergaderzaal in de 49 „ Optocht. „ Padangsche bovenlanden. 50 „ Prinsen van 111 India-iubber zoekers ge- 51 van ,, ,, Kroonprins 52 Tranquil Suikerfabriek. reed om ’t binnenland in ’t uitgaan. te trekken. 53 „ „ by 54 weegbrug. 112 Nias. „ ,, „ Kinderen van 55 Tengergebergte. Landschap. 113 Borrieo; Vrouwentypen. 56 „ Dorp. 114 Java; Gezicht op Litoe Bagenditby 57 „ Grot op den weg Garoet (Preanger). naar Tosar i. 115 „ • Wajangtypen. 58 Tooneelspelers. 116 ff .ff 117 59 Volksspelen. ff Rn 118 A.iC. * Nefl.'Mlë. Naar het werk uitgegeven onder leiding van den Heer H. Colijn

De Bestaansmiddelen der Inlandsche Land- en Tolkenkunde : Bevolking. Aardrykskundig overzicht. De Godsdienst. De Vreemde Oosterlingen. Zoeklichten over Insulinde. Nieuw-Guinea. Eassen en Talen in den Archipel. Geschiedenis en Bestuur. Maatschappelijke toestanden en instel- Vragen van den dag: irrigatie, landbouw, lingen; zeden en gewoonten. mynbouw, handel enz. In bewerking.

A.AD. Gonstantlnopel. 54- platen.

1 Kaart van Gonstantlnopel 28 Galata toren. 2 Haven. 29 Bashi Bazoules (Turksche soldaten). 3 Stamboul. 30 Ottomaansch oorlogsschip. 4 Galata. 31 Turksch arsenaal. 5 Brug van Gonstantlnopel. 32 Topané, ge weerfabriek. 6 Turksche bedelaars. 33 Riviergezicht. 7 Straat in Stamboul. 34 Gafé in de openlucht. 8 Turksche straathonden. 35 Turksche vrouwen. 9 Moskee van Yeni D’Jarni. 36 Georgians. 10 Broodverkoopers. 37 Gircassiërs. 11 Schapenmarkt 38 Dohna Bagtsche paleis. 12 Sjouwers. 39 Paleis van Tcheragon. 13 Tchinili Museum. 40 Gourou Tchesme. 14 Straatventers. 41 Roumelia Hissar. 15 Moskee van St. Sophia. 42 Yeni Kevi. 16 Fontein van absolutie St. Sophia. 43 Therapia. Britsch gezantschap. 17 Turksche priesters (Saftas). 44 „ Fransch „ 18 Inwendige van St. Sophia. 45 „ Duitsch „ 19 Turksche priester by het gebed. 46 Beynkdere. 20 Turksche schoenmaker. 47 Yen. 21 Moskee van Sultan Ahmed. 48 Beycos Kiosk. 22 Turksche brandweer. 49 Anadoli Hissar. 23 Moskee van Sultan Osman. 50 Aan een Aziatische rivier (Sweet 21 Gang in het nieuwe paleis van den waters of Asia). Sultan. 51 Paleis van Beylerby. 25 De Sultan begeeft zich naar de 52 Toren van Leander. moskee. 53 Scutari. 26 Graf van Sultan Mahomed. 54 Straat in Scutari. 27 Dansende derwischen.

A.AE. * Palestina. 17 platen.

1 Plattegrond van Jeruzalem. 10 Tuin van Gethsémané Jeruzalem.

2 Panorama „ „ 11 Tempel van Salomo. 3 Jeruzalem, Davidspoort. 12 Stallen „ „ 4 Graftomben der Koningen. 15 Koren malen. 5 Jeruzalem. Kerk van hetHeiligeGraf. 16 Graftomben van Abraham en Sarah. 6 Jaffapoort, 17 De Jordaan. 7 Ecce-Homopoort. Jeruzalem. 18 Reservoir van Ezechias. 8 Klaagmuur 19 Bethlehein. Grot van de Geboorte. o „ 40 platen. In Ibeweïkirg.

A.AG. * Negers In Afrika. Uit Mansfeld Urwald Documente. 58 platen.

1 Een Keaka dorp. menschentanden, afkomstig van 2 Palaserhuis in Ekoi-land waar gods- slaven, die by zyn vaders dood dienstige bijeenkomsten gehouden geofferd werden. worden en ook de rechtszitting 15 Driejarig knaapje met een halsket- plaats heeft. ting van kralen. 3 Zitbanken op de palaserplaats bin- 16 Haardracht der Keaken vrouwen. nenplaats van ’t palaserhuis. 17 Kostuum derMboamdenvrouwen van 4 Ingang tot ’t huis van een Mbo- achteren gezien, op ’t mooist uit- amdenvrouw. Vanaf het kruispunt gedost. van de linksche opstaande staak 18 Mboamdenvrouwen. Tatoeëering van en de dwarsstaak gaat een ketting ’t gezicht. van lianenringen naar boven over 19 Weg door ’t oerwoud by Ossidinge ‘t dak. Deze stelt de ladder voor en brug over een beek. waarop de eerste vrouw uit den 20 Hangende lianenbrug over een rivier. hemel afgedaald zou zijn. De Mbo- 21 De brug van binnen gezien. amdenvrouwen vormen een be- 22 Jujudansers. Juju zyn de geesten voorrechte kaste; zij zouden nl. der afgestorvenen en worden door van die eerste vrouw afstammen. maskers voorgesteld. De juju- 5 Gesneden stoelen. Links de stoel. dansers behooren tot een e bepaalde Rechts de stoel plat gelegd voor godsdienstige gemeenschap, en ’t ’t ornament. recht om ’t jujumasker te dragen 6 De nederzetting Ossidinge. en by plechtige gelegenheden daar- 7 De Ekois zijn verzot op muziek, mee te dansen gaat by erfenis over. zang en dans, en hebben ver- 23 Kleeding juju-danser. schillende muziekinstrumenten. 23a Juju-dansers met trommels. Links de kleine luit, rechts de 24 Dansmaskers der jujunegers, van mandoline. hout met huid overtrokken. 8 De groote houten trommel by 25 Het doodenmeer waar de dooden dansmuziek. samenkomen zooals ook de leven- 9 De trommel en hoe hy bespeeld wordt. den hunne plechtige byeenkom- 10 Beeld van Obaschi; den oppergod, sten hebben. die boven de wolken woont, en 26 Aanbieden van ’t offer aan de god- voor wien offeranden worden neer- heid Obaschi. gelegd. 27 De heilige nyipaarden: deze zy'n de 11 Dans der Hanna vrouwen (De Hanna totemdieren van ’t Ossidinge dis- zyn een naburige stam). trict. 12 ’t Graf van een opperhoofd in Kea- 28 Een bekende wandschilderij in ’t kaland. Al zy'n bezittingen worden Palaserhuis te Okuri: Het dier op ’t graf neergelegd: zijn hoofd- stelt een luipaard, de menschfi- bedekking, zijn dekens, een kan, guren stellen geesten voor. 2 bierkroesen enz. 29 De Croesrivier by de nederzetting 13 Is iemknd ver van huis gestorven, Ossidinge. b.v. als arbeider aan de kust dan 30 Watervallen aan de Duitscb Engel- worden de gebruiksvoorwerpen sche grens. van den doode, die in ’t huis 31 Primitieve zoutkokery. zyn achtergebleven, voor zyn wo- 32 Het boetseeren van een pot in 4 ning uitgestald. afbeeldingen. 14 Vier opperhoofden in ’t Ossidinge 33 Hechten van een mand, het begin. gebied. De derde is ’t opperhoofd 34 Weefgetouw. -T-t t . . . . • , ^ i. o O . . ^ ^ . 36 Hoenderstal. 48 Zesjarigegummiboom (Vixia-elastica) 37 Het rooien van oerwoud voor cultuur. Daarnaast de beitel waarmee de De plek is reeds ontdaan van de insnijdingen gemaakt zijn. De zware boomen. witte lijnen geven ’t afdrnipende 38 Wasdom van de bananen. Ontwikke- melksap weer. ling van een blad in 5 dagen. 49 Kappen van gummiliane in ’t oer- 40 Aanplantingen meest van bananen, woud. aan beide zyden van den weg. 41 Tusschen twee steen en worden pe- 50 Aansnijden van een gummiliane om per, noten enz. fyngewreven. ’t sap er te. laten uitloopen. 4‘2 Onvoordeelige manier om palmwyn 51 Olifantenjagers. Aan de hoofdbedek- af te tappen, hiervoor moet eerst king van den linkerjager, welke de boom geveld worden. uit bastvezels gevlochten is, zyn 43 Aftappen van palmwijn. Instrumen- de staartkaren van een olifant tje dat in de wond van een palm- bevestigd. boom gezet wordt: het eindigt 52 Het Obiaku-orakel, dat uit zal maken in een hol kokertje. of een verdachte schuldig is. 44 Het instrumentje aan den boom bevestigd. Door de gaatjes aan den 53 Een gevangene in het blok. onderkant siepelt ’t sap, komt in 54 Hoe de negers (Ekois) tot 20 tellen. ’t kokertje en vandaar in de flesch 55 Koloniale soldaten. die er aan gehangen is. 56 Visschen met ’t groote vischnet. 45 Palmboom met twee flesschen voor- 57 Tatoeëering op het voorhoofd eener aftappin g. jonggehuwde vrouw „Okort” het- 46 Klimmen in een oliepalm. geen beteekent „Ik heb U lief”. 47 Het maken van insnpdingen in de Vixia-elastica om ’t gummi-melk- 58 Hoe de negervrouwen haar kinderen sap er uit te doen vloeien. op den rug dragen.

A.AJ. Borneo. Tekst van H. W. Fisclier. 52 platen.

1 Kaart van Borneo. eenvoudig lendenkleedje maar met lö Kykje in een woud te Borneo. tal van .sieraden om den hals en 2 Oever van een watervlakte. een heele tros ringen in de oorlellen. 3 Dorp aan den oever. 15 Witte doodskleederen, benaaid met 4 Rivier door rotsige oevers. allerlei zwarte menschen- en dieren- 4a Steile oevers. gestalten. 5 Kalme rivier. 16 Grafmonument voor aanzienlijken. 6 Dezelfde rivier, in enkele uren ver- 17 Touw met allerlei voorwerpen, dwars anderd in een ontzaggelijken water- over de rivier gespannen, ten vloed. teeken, dat het vreemdelinpn 7 De leeggeladen booten worden door verboden is de rystvelden of de menschen tegen den stroom op- woning van de rouwdragenden te gewerkt. betreden. 8 Draagplank met versierselen voor 18 Samenwoning der Dajaks. kleine kinderen. 19a Het oprichten van de hoofdpaal voor 9 De jongens bouwen zelf een huisje. de galery van een Dajaksch huis. 10 Tatoeëeren op de band van een meisje. 19& De huizen der Dajaks staan alle op hooge grond. 11 Versiering op ’t bovenbeen vaneen palen boven den vrouw. 20 Genoegelijk samenzijn van twee jonggehuwde Kajanparen tusschen 12 Jonge kajan fraai gekleed voor een de palen hunner stamwoning. vischparty. 21 Kamer in ’t huis van een welge- 13 Volwassen man met lendengordel, stelden Dajak, waarop men den groote ringen in de uitgerekte ooren. vuurhaard, de matjes, een schild 14 Volwassen ionpe vrouw met een en een erooben reerenboed ziet. 22 Een ander deel van hetzelfde vertrek, 35 Proeven van houtsniykunst : oor- waarin een ry Chineesche potten sieraden, busje 'voor hanensporen, om ryst te bewaren; daarnaast deksels van kokers, naalden voor draagzakken van rotan, benevens ’t mattenvlechten. het kussen en matje waarop de 36 Zwaardgrepen uit hertshoorn gesne- Dajak slaapt. den. Enkels zyn versierd met 23 Hoe de Dajaks er uit zien als ze geitenhaar, terwijl het ondereinde zich naar ’t veld begeven met een met plantenvezels is omvlochten. korf op den rug, een lans en een 37 Figuren met een meisje in ’t glas- roeispaan in de hand. harde bamboe gesneden. 24 Tegen de zonnestralen dragen de 38 Figuren gesneden in bamboe. vrouwen hoeden van gevlochten „ „ „ „ bladeren met veeren en kralen 40 Teekening, door een Dajak vervaar- versierd. digd, voorstellende hoe met behulp

’ 25 Jasje, zooals de vrouwen dragen. van ladders bijennesten uit een Dit is geweven van gekleurde rots worden gehaald. vezels en lianen, of genaaid van 41 Versieringen van kinderdraagplanken. boombast, en zeer fraai geborduurd. 42 Hoogspringen met behulp van een 2o Vrouw in rouwkleeding en zonder polsstok. eenige versiering. 43 Krijgsdans uitgevoerd door een man 27 Dajaks uitgerust om ten strijde te in krygsdos, onder begeleiding van trekken. een fluit. 28 Zwaard. Op ’t lemmet van goed staal 44 Fluitblazer. De fluit bestaat uiteen fijne ingedreven versieringen; het kalebas, waarin eenige bamboe- gevest is van been met als orna- pypen, ieder met een paar gaatjes. ment sterk gestileerde dieren, Om den klank beter te maken is evenzoo op de houten scheede. bovenop de kop van een neus- 29 Stuk oerbosch. hoornvogel gezet. 30 Veld, volgens Dajaksch begrip, ge- 45 Dajaks, gereed om uit te trekken schikt om bezaaid te worden. voor het „koppensnellen”. 31 Marktfeest, plechtigheid aan ’t zaaien 46 Kinderen der Dajaks. en oogsten verbonden. 47 Eén Dajak, met schild en speer te 32 Bereiding van een leestmaaltfid; midden van Maleiers. in ijzeren pannen wordt varkens- 48 Europeesche woning te Pontianak, vleesch gekookt. geheel van hout. 33 Een oude priesteres. 49 Europeesche school te Pontianak op 34 Professor Nieuwenhuis te midden palen gebouwd, daar de Kapoeas- van zijne tochtgenooten. rivier nog eb en vloed doetgevoelen.

A.AK. Het leven van een Javaanschen landbouwer. Tekst Tan H. W. Fisclier. 28 platen.

1 Limasan dak. Huis uit stijlen van 13 Een Javaansche pop, een kind voor- hout en bamboe, met een soort stellend. gras gedekt. 14 Vrouw met kindje in doek, schrij- lings op de heup zittend. 2 Javaansche huisraad; potten, pan- nen en vlechtwerk. 15 Groepje Javaansche kinderen. 16 Pop naar Javaansche man. 3 Rijststampen. 17 Javaansche vrouwen. Javaansch erf. 4 18 Jong meisje. op berghelling. 5 Rijstvelden 19 Javaansche jongelingen. 6 Akkerbouw met planten in alle 20 „ bruid. van groei. perioden 21 Feestelijke ommegang van bruid en 7 Velden langs rivier. bruigom door ’t dorp. 8 Bewerking van veld met buffels. 22 Wajangtooneel. 9 Planten van rijst. 23 Wajang-poppen. Zorg voor wieden, Mj planten en het 10 23a „ „ groot. verjagen der vogels. i 2 )) » 11 Tus.schen de rijpe halmen. 24a „ „ „ 12 Mesje voor padi-snyden benevens 25 Dansende vrouw. r» C ov' .

AIM. Eeolge fflaaadeu onder de Papoea’s in Nleuw'Gulnea. Bewerkt naar het Beisverhaal yan Mr. H. A. Lorentz. 56 platen.

1 Portretten van hen, die de expeditie 29 Het inwendige van de karriwarri. meemaakten. 30 Fluitblazers in de karriwarri. 2 De Zeemeeuw, stoomboot ter be- 31 Touw draaien doorkarriwarrijongens. schikking gesteld van de expeditie. 32 Boot van het Santani-meer. 3 Ligging van Nieuw-Guinea ten op- 33 Het maken van een prauw. zichte van onzen Archipel. 34 Mannenprauw voor het dorp Asé. 4 Kaart van Nieuw-Giiinea en de 35 Het spreekuur van den Dokter, ge- Bismarck Archipel. houden in een tent; het bezoek 5 Kaart van Nieuw-Guinea (Noordeiyk der patiënten diende tevens om gedeelte). handel te dry ven en merkwaardige 6 Adonis uit de Geelvinckbaai. voorwerpen te verkrijgen. 7 Huis in schildpadvorm. 36 Yyandelyke houding der Seisariërs. 8 Nufoorsch vaartuig. 37 Tegenspoed op de Tami-rivier; de 9 Bewoners van Sari. bootjes bleven zitten op de zand- rijst 10 De hulp van de zon ingeroepen na banken ; een boot met beladen hevige regens voor hét drogen sloeg om. van kleeren en beddegoed. 38 Sekanto’s. een der Papoea-stammen. 11 Mapar, een dorp, bestaande uit één 39 Verlaten woning der Sekanto’s. huis met 40 a 60 inwoners. 40 Karriwarri te Sageisara. 12 De Ingslim, een rivier, op den heen- 41 Hoofdbankje. weg; door den regen was de boom- 42 Vervaardigen van steenen bijlen. stam, die voor brug moest dienen, 43 Portret van een Papoea, door de half onder water. tochtgenooten om zijn vinding- 13 Horna, dorp uit een huis bestaande. rykbeid in ’t verzinnen van leugens 14 Kamp aan de Mamapiri. „.Jokkebrok” gedoopt. 15 De Ingslim op den terugweg; ge- 44 Groep mannen van Tarfia. bouwde leuningen nog aanwezig. 45 „ Saweh’s. Kolenvindplaats in de bedding van 16 Kaart van Noord-Nieuw-Guinea. 46 Erisangra. 17 Josefa- en Humboldtbaai. de 47 Tawarin, breede rivier met oer- 18 Het huis op Metu-Débi. De beide zyden. 19 Uitzicht van Métu-Débi. woud aan 20 Gezicht op Tobadi. 48 Versperring van de rivier Moaief omgevallen boomen. 21 Sago kloppen. door 22 Getatoeëerde vrouw. 49 Vrouwen en kinderen derNimbirrans. 23 Papoea in feestdosch. 50 Het meer Trambaai. 24 Draag taschje. 51 Bewoners der Mapoia-eilanden. 25 Visschende Tobadiërs. 52 Kustplaats Wendési. 26 Zeilende Papoea’s in deHumboldtbaai 53 Bewoners van Angadi. 27 Een karriwarri, tempel, waarin half- 54 'Woning te Angadi. volwassen jongens wonen en 55 De rivier Urama met oerwoud aan werken. beide zydeu. 28 Dansende Papoea’s. 56 Langs Maitara.

A.AN. Japan.

Met tekst 49, zonder tekst 124 platen.

1 Kaart van Japan. 6 Meisje met guitaar. Japansche la „ vöorstellend de vorderingen 7 dame. van Rusland in het verre Oosten. 8 Schilderende dames. 2 Oud Japansch oorlogsschip. 9 Kam ma of jinriksha. 2a Straat met modder. 9a Japansche sjouwerman. 3 Winkelstraat. 10 Jinriksja op straat. 4 Winkel van kleedingstoffen. 11 Kleine kinderen. TT'r'T-* n rrc^ H O O* 19 Mnoflpr rnol kinri. 13 Prent uit een Japansch kinderboek. 56 Jinrikscha. I3a Blinde amma (masseur). 57 Een kamer. 14 Marskramer. 58 Onderwijzer met leerlingen. 15 Priesters. 59 De dood van Danyemon. 15a Bloemverkooper. 61 Vergezicht op de reede van Nagasaki. 16 Winkeluitstalling. 62 Gezicht op de Europeesche wijk „

17 Puyi-Yama. » I) >1 I! !) n 18 Landweg met denneboomen. 64 Visschersjonk. 19 Chrysantemum-plant. 65 Eilandje Pappenberg aan den ingang 20 Bloeiende kerseboomen. van de reede. 20a Buddhatempel te Nikko. 66 Puyiyama, de met eeuwige sneeuw-' 21 Heilige brug te Nikko. bedekte vulkaan. 22 Ingang begraafplaats te Ye-Yasu. 67 Shintopriesters in ceremonieel ge- waad. 22a „ „ I) !j Shintopriesteressen, die den heiligen 23 Pagode „ „ „ 68 dans uitvoeren in den tempel te 23a Ingang ,, „ „ Nara. 24 A’’oorplein „ n 70 Dai-butsu, reuzen bronzen beelden 25 Wijwaterbak „ „ „ te Kamakura. 26 Binnenpoort „ „ „ tempelpoort te Nikko. 26a Laatste poort,. „ „ 7 1 Gebeeldhouwde 27 Bedehuis van binnen. 72 Doorzichtig gebeeldhou wdpaneel van een tempeldeur te Tokio. n n )’ 29 Ingang graf der oude Japansche Ko- 73 Tweewielig voertuigje door een man niiigen. getrokken. 30 Ingang graf der oude Japansche Ko- 74 Blinde masseur, die ’s avonds met ningen. een klepper gewapend door de 31 Grafpoort. straten trekt, (gekleurd). 75 Twee Japansche dames in straat- 31a ,, 32 Stroomversnelling der Krauman- toilet. Gawa- of Konigawa. 76 Japansche maaltyd aan kleine ta- 33 Buddhabeeld te Kamakura. feltjes. 34 Theehuis. 77 Vier Japansche vrouwen met obi’s 34a Meisjes in een Theehuis. (ceintuurs) op den rug gezien, 35 Haarkappen. gekleurd. 3d Tooneel spelen. 78 Deftige Japansche dame in winter- 37 Worstelaar. straattoilet, (gekleurd). 38 Worstelaars. 79 Type van een aristocratische schoon- 38a Japansche Waarzegger. heid in huistoilet, (gekleurd). 80 Huwelijksplechtigheid (gekleurd).

platen zijn niet in den . De volgende si Geisha,(vrouwelyke actrice) „

’ tekst behandeld: 82 Meisje dat de Japansche harp be- speelt. 39 Grot . 83 Plechtige begroeting op straat, (ge- 40 Kasteel Nagoya. kleurd). 41 Afgodsbeeld te Nikko. 84 Priesters die op Nieuwjaarsdag een 42 Tempel van binnen. heiligen dans uitvoeren (gekleurd). 43 Poort met afgodsbeeld. Twee meisjes in feestgewaad, (ge- 44 Buddhistisch altaar te Kioto. 85 kleurd). 45 Tempelpoort te Nikko. Meisjes op Nieuwjaarsdag raket en 46 Nikko. Pagode van Ye-Yasu’s mau- 86 spelend, (gekleurd). soleum. volart Meisje spelend met gekleurden bal. 47 Nikko „Hollandsche kandelaber”. 87 (gekleurd). 48 Poort met lakwerk aan het graf van Yemitsu. 88 Tooneelstraat te Yokohama. (ge- kleurd). 49 Nikko. Boschweg. Laan naar tempel met eryp- 89 „Harakari”. Zelfmoord op bevel op 50 ,, tomera’s beplant. een Japansch tooneel. (gekleurd). 51 Nikko. Tempel van binnen. 90 Worstelaars. Eerste houding (gekl.). 52 Tempel te Nikko. Beeldhouwwerk. 91 „ Tweede „ „ 53 Nikko. Stal van het goddelyke paard. 92 Theaterstraat in Yokohama. '54 Temnel te Nikko, vanbinnen gezien. 93 Herberg in het binnenland. 95 Vrouw en kind, naar de kerseboomen zyn. Op den achtergrond deishi- kykend (gekleurd). donvotief-lantaarns, die eenmaal 96 Portret van Mutsu-hito; Mikado van per jaar. op het herinneringsfeest Japan in oude hofdracht (gekleurd). van de dooden, van lichtjes voor- 97 Portret van Sckyo Harnko, Keizerin zien worden. van Japan in oude hofdracht(gekl.). 103 De Yomei-poort. Deze werd door den 98 Torn (tempelpoorten in den tempel- bouwmeester als zoo volmaakt hof) te Inri. Deze houten toriï beschouwd, dat hy vreesde dat de ztjn karakteristiek voor Shinto- góden uit afgunst ongeluk zouden tempels. Zy zyn vermiljoen rood brengen over de nakomelingen van geschilderd met zwarte basis, en lyéyasu. Daarom zette hy een vormen een wondervol contrast der hoofdpeilers van het gebouw met 't groen van den plantengroei. onderste boven. Op den voorgrond links een waar- 104 Laan van cryptomerias, die den in- zegger: rechts een vrouw met gang vormen tot het heiligdom vogels in een kooitje; voor een te Nikko. kleinigheid laat zij een vogel ont- Na den dood van den groeten Shogum snappen en brengt daarbij den lyéyasu in 1616, wilde diens zoon gever eer voor zijn menschlievende den laatsten wensch zyns vaders daad (zoodra de gever verdwenen vervullen en 'een mausoleum is komt de vogel weer in de kooi). bouwen dat alles wat tot nu toe 99 Buddhistische monnik. in Japan gezien was, zou over- 100 Het gebeden wiel, een steenen wiel treffen. Alle ridders en edelen waarop gebeden uitgehouwen zijn. (daimyos) zonden hun bydragen Iedere wenteling van het wiel in geld en materialen, en zoo staat gelijk met een volledig op- werden ’t prachtige heiligdom en zeggen van elk der gebeden. De de tempels van Nikko gebouwd. symbolieke beteekenis van het Eén daimyo evenwel was te arm wiel moet gezocht worden in de om geld of materiaal te geven in leer van Ingwa, volgens welke het overeenstemming met zy’n rang, geheele leven een gevolg is van en hij bood aan om 2 rijen crypto- daden in een vroeger bestaan ver- merias te planten; die nu als meer richt. Deze voortdurende opeen- dan 200 jaar oude boomen nog volging van oorzaak en gevolg den imposanten ingang tot het doet denken aan de rondwenteling heiligdom vormen. van een wiel. En zoo draait de 105 Een pelgrim in beschouwing voor geloovige het gebeden wiel, — het de heiligenbeelden van Nikko. symbool van het menscheiyk be- 106 Reusachtig Buddha-beeld te Amida. staan — rond, met een smeekbede 107 Sjintopriester. aan den medeiydenden God Jozo; 108 Een Buddhapriester in den tempel. dat het ongeluk voorby moge gaan, 109 Toriï-tempelpoort te Miyajina. en zjjn innig verlangen bevredigd 110 Een Buddha-beeld langs den weg. moge worden. 1 IOQi „ „ „ „ „ „ Zie de votieflantaarn achter het 111 Voedering der duiven — de boden wiel. der góden — in den Atakusa- 101 Shinto kast, den heiligen spiegel tempel te Tokio. bevattend. 112 Van alle oorden van Japan komen Het Shintoïsme is gebaseerd op de de pelgrims, soms alleen, soms in overtuiging dat de mensch geboren troepjes van 3 of 4, maar voor is instinct met een dat hem het allen is dit het hoogtepunt van goede van het kwade doet onder- hun leven, waar ze jaren en jaren scheiden. Daarom is bij dezen naar verlangd hebben en waarop godsdienst geen ritueel noodlg. ze steeds biyven terugzien als het Alleen de spiegel is het symbool, heerlijkste van hun bestaan. Zy den mensch tot prikkel om tot die door het lot uit de mannelyke zichzelf in te keeren en te onder- ingezetenen van hun geboorte- zoeken of zijn geweten rein is. plaats worden aangewezen, be- 102 Herten in den tempeltuin te Nara. schouwen zich als door de góden De tempeltuinen zijn vol herten uitverkoren. By elk heiligdom dat die gaarne door de geloovigen hij bezoekt, ontvangt de pelgrim herinnering.HüheeftAveinignoodig gelschman zou voor zaken met op z\)n reis, leeft uiterst matig en een zeilschip een lange reis langs is maanden en maanden onder de kust ondernemen. Hy consul- weg. Maar wat doet dat er toe, teerde een waarzegger, die voor- hier geldt nog niet „Tyd is geld” spelde dat de reis byzonder voor- en de tyd besteed aan een pel- spoedig zou zyn. Dit was inderdaad grimstocht of aan een kunstwerk zoo. Eveneens ging, met de beide wordt niet geteld. De pelgrim op volgende reizen, die hy niet had zonder eerst den waar- de afbeelding had te voet bijna , ondernomen 300 K.M. afgelegd. zegger te raadplegen, alles naar 113 De heilige Fuji berg, gezien tusscben wensch. De vierde maal echter in- de pij nboomen van het meer Motosu. verzocht de waarzegger hem 114 De Fuji vanaf het meer Motosu. stantelyk van de reis af te zien, 115 De prachtige helling van den Fuji. aangezien ’t ongeluk hem zou 116 De heilige top van den Fuji. overvallen. Zyn geloof in den waar- 117 De heilige krator van den Fuji. De zegger was nu zoo groot geworden, krater van don Fuji-san is heilig. dat hij onmiddellyk zijn ontslag Over den drogen sintelachtigen indiende by de Maatschappij waar- grond loopt het reeds eeuwenlang voor hy de reis zou ondernemen. betreden voetpad. Duizenden pel- A^an het schip werd nooit meer iets grims gaan daar jaarlijks op en af. gehoord. Onderweg zijn 8 rusthutten en In November 1905 verliet ik Japan ook boven by den krater is een om naar indië te gaan, niet we- schuilplaats waar men overnachten tende wanneer ik terug zou ko- kan, en dat is wel noodig, want men, maar deelde een getrouw soms houden de stormen er dagen bediende mede dat ik waar- en dagen aan. By het heiligdom schijnlijk ’t volgend jaar terug zou woont een priester die de pelgrims zijn. Ik kwam evenwel in Mei een bewys meegeeft, dat zy den ’s avonds 6 uur te Tokio terug, krater bereikt hebben; voor velen nam dadelyk den trein naar Yoko- 7 uur aankwam. ’t toppunt van hun leven. De hama waar ik om schrijver zag er een oude vrouw. Ik ging dadelyk myn bediende weer in Dagen had zij geloopen, zij en opzoeken, teneinde hem anderen van haar dorp, maar de dienst te nemen. Hy vertoonde anderen gingen haar te vlug en niet de minste verbazing my te heden alleen was zij verder gegaan, den zien, maar zeide, dathy my moeilijken weg langs de steile avond verwacht had. Verscheiden helling van den berg. Door den malen was hy naar een waarzegger storm overvallen, was ze 2 dagen geweest om te vragen waar zyn in de rusthut gebleven, toen was meester was. De eerste twee keeren ze verder gegaan, gesterkt door had de waarzegger alleen kunnen het verlangen om het heilige der zeggen dat zyn meester vele dui- heilige te aanschouwen. zenden ri weg was, de derde maal zee, op de 118 Gezicht vanaf den krater van de dat zyn meester op was, en de Tu^ji op de wolken beneden. Rechts terugreis naar Japan zelfden avond is de ondergaande zon nog even vierde maal — dezen te zien. half zes — had de waarzegger hem verteld dat zyn meester op 10 ri 119 De brug bij Nikko van rood lak- afstand vras, en dat hy hem den- werk; waarover alleen de Mikado zelfden avond nog zou ontmoeten. gaan mag. 122 In het land der lotusbloemen. 120 Pelgrims in de tempels te Neira. Als de kerseboomen bloeien in Japan De lantaarns worden op feestdagen 123 124 Een iristuin. aangestoken ter herinnering aan 125 "Wistaria boomgaard te Kameido. de afgestorvenen. 123 Kameido, park met rond lakbrüggetje 121 Waarzegger in een tempelhof. Met en bloeienden blauwen regen. behulp van stokjes en enkele 127 Denneboom in den vorm van een boeken geeft by raad omtrent Chineesch vaartuig gesnoeid te ziekten, uitslag van ondernemin- Kukakuji. gen enz. Twee staaltjes enkel als onr mppp-pdppld. 128 .Tauansch huis. De zijden der kamer bestaan uit schuifbare schermen om de hibachi is wat de haard is, met rijstpapier bekleed, (sjohi) die of liever was in ’t Europeesche een zacht difluus licht doorlaten, leven. ’s Nachts en by slecht weer zet 133 Het opmaken van het haar. Jn Japan men er houten luiken voor. ’t Voor- wordt ’t kapsel met bloemen ver- naamste deel van een kamer is sierd. Zie de schilderijen op den de tokonoma, een verhoogingvan muur (rechts). fyn geverfd hout, mooi bewerkt. 134 Klaar voor den nacht, ’s Nachts wordt Daar. hangt ook de kakemono de hibachi vervangen door een veel (schildery op rystpapier die kan kleiner soort waarin een stukje worden opgerold) en daaronder een van de allerfijnste kersenhoutskool kunstvoorwerp; brons, bloemen- wordt gelegd, die geen vergiftige vaas of een dwergboom in een dampen geeft. Men slaapt in Japan bakje. op dikke, • opgevulde dekens, en 1‘J9 Japansch huis. Het voeden der dekt zich met dekens van dezelfde karpers. soort toe. De mannen slapen met 130 Avondmaal. Op den achtergrond ziet ’t hoofd op een vry hard rond men den wand van rystpapier, kussen; de vrouwen gebruiken die kan worden weggenomen. Wan- een standaardje van lakwerk, dat neer de kamers by byzondere ge- voorzien is van een klein kussentje, legenheden te klein zyn, worden waarop juist de nek past; ’t hoofd de tusschenmuren weggenomen. steekt ey buiten, opdat ’t inge- Deze zijn dikwyls beschilderd en wikkelde kapsel niet in wanorde reiken niet tot aan de zoldering. zou geraken. De tusschenruimte is dan aange- 135 Vice-Admiraal Amimua en zijn vuld door paneelen met open sny- dochter. werk, die als ventilators dienen. 136 Wintertoilet. In Japan zit men niet op stoelen, 137 Een Japansche begroeting. maar op den grond De vloeren 138 Veldmaarschalk Orjama. zyn belegd met matten van ge- 139 Dame in officieel bruidscostuuni. vlochten ryststroo, die altijd van Wanneer een jonge man den huw- dezelfde afmeting zyn, 6 bij 3 voet. baren leeftyd bereikt heeft, dan Men spreekt van een 10 matkamer. vragen zijn ouders aan hunne wanneer deze 15 by 12 voet in’t vrienden om naar een passende vierkant is. De matten zyn altyd vrouw voor hem uit te zien. Meent keurig schoon, men trekt buitens- een dezer vrienden een geschikt huis de schoenen uit, en de pan- jong meisje gevonden te hebben, toffels aan, de laatste trekt men dan informeert hy naar haar ka- evenwel in de gang buiten de rakter en gedrag en brengt deze kamer weer uit. inlichtingen aan de ouders van co 1 Sjohi, buitenmuur van rystpapier. den jongen man over. Zyn deze co 2 Het schrijven van een brief. De met de inlichtingen tevreden, dan letters worden met een penseel benoemen zy een getrouwd vriend geteekend. Op den achtergrond ’t ' als tusschenpersoon, die ’t huwe- theeketeltje met de hibachi. De lijk aan de ouders van het meisje hibachi wordt met asch gevuld, voorstelt. Deze vragen een paar waarin men enkèle stukjes gloei- dagen om de zaak te overleggen ende houtskool legt, het eenige en informeeren in dien tyd naar middel van verwarming. In parti- ’t karakter van den jongen man. culiere huizen gebruikt men Zijn ook zy tevreden, dan zorgt uiterst fijne houtskool van ker- de tusschenpersoon voor een „vluch- senhout met heel veel zorg ver- tige ontmoeting”. Het meisje in koold. Deze kan den geheelen dag haar mooiste kimono gekleed, gaat, blijven branden. Op de hibachi vergezeld van haar moeder naar staat altyd een keteltje voor thee- een openbare plaats b.v. den tuin water. De hibachi is ’t middelpunt van een tempel. De jonge man van ’t gezelschapsleven in Japan, is daar reeds gezeten voor een ieder komt er zich by warmen, theehuis en bekykt haar terwyl er worden koekjes by gebakken, ze langs hem gaat. Ook het meisje de mannen komen er schaak by wordt op haar aanstaanden echt- mag een vluchtigen blik op hem en als hy 4 jaar is, krygt broertje werpen. Zyn beiden tevreden, dan ai zyn jonger zusje té dragen. wordt de trouwdag vastgesteld. Rechts: Krijgertje spelen. De De vrouw in het oude Japan — voorste jongen moet een van de de ideale vrouw — is volkomen achterste kinderen verlossen, wat onderworpen, bedient baar echt- de voorste van de ry met uitge- genoot op de knieën, zit niet in breide armen track*' te voorkomen. zijn tegenwoordigheid’ en loopt 144 Een jongen van 8 jaar, die zynjongste een paar pas achter hem. Dit is broertje op den rug draagt. nu al veel veranderd en vanzelf 145 a. Eene verhuizing. (Jewoonlyk be- is in de lagere klassen de man staan de bezittingen uit : de scher- meer de gelijke van de vrouw, men langs de wanden, vloermatten, omdat zy samen den arbeid deelen. de veeren bedden, die als slaap- 140 De geschenken uitgestald voor ’t plaats dienen; verder wat kleeren, jongensfeest. De derde endevyfde en dan de erfstukken, voorwerpen Maart zyn de groote feestdagen van waarde, en voorwerpen van voor kinderen; de eerste dagvoer Godsdienstige strekking, welke de meisjes, de tweede voor de niet zoo maar in huis bewaard jongens. Op den meisjesfeestdag worden, maar in een kelder of een worden tallooze poppen (soms al apart huisje buiten kura. oude erfstukken) kopjes, theepotjes h. Een koelie. Om de schouders tafeltjes enz. uitgestald. De poppen heeft hy een van bladen gevlochten zyn alle gekleed in de schitterende mantel, op het hoofd de groote costuums van het oude kyotohof platte hoed, die van ryststroo ge- (Kyoto, de oude hotstad). vlochten is.

Op den 5den Maart, ’t jongensfeest, 146 Hoe de dames in Japan reizen in

• wordt uit elk huis waar dat jaar streken waar nog geen spoorwegen een jongen geboren is, of waar zyn. De tocht gaat naar het hei- jarige jongens zyn, een barnboe- ligdom te Nikko. stok met een groote holle karper 147 Geisha. De Geisha speelt voor gast- uitgehangen (evenals de karper vrouw by particuliere feesten. Zy tegen den stroom in, de rivier op- onderhoudt de gasten, vult de zwemt, zal de flinke jongen alle sahé (rystbrandewynfleschen), is moeilijkheden overwinnen en zyn vol kleine voorkomendheden en weg door ’t leven maken). Voor amuseert de gasten met muziek de jongens worden poppen uitge- en dans. gestald die helden, acrobaten, 148 Geisha een dans uitvoerend. enz. en veldheeren voorstellen hun 149 Hikoné-kasteel. Een van de weinige speelgoed bestaat uit de wapens adelyke kasteelen die na dealge- ridders. der oude heele politieke omwenteling in 141 De karpers buiten gehangen ten 18b7 nog in Japan zijn overge- teeken dat in het huis jongensfeest bleven. ’t Kasteel zelf werd zelden gevierd wordt. door den eigenaar bewoond, maar 142 Moedèr met haar kindje qp den rug. diende in tijden van gevaar als ’t geheel van on- 142a Japansche vrouw haar kinderen vesting, Was steen gebouwd; badende. gecementeerde elk blok juist zoo gehouwen, dat '143 Japansch meisje met een pop op den ’c tusschen twee andere in pastte; rug gebonden. De kinderen worden sommige blokken 40 voet lang bij al vroeg opgevoed in ’t besef dat 10 voet hoog. heen teer en breek- alles om hen 150 Brug in den tuin van Hikoné. baar is. Trouwens, de Japanner in de stroomversnelling van heeft instinctmatigminachtingvoor 151 Boot de Katsura Gawa. Met een enkelen ruw, lawaaiig optreden. Zoo ziet stoot van den boom weet de man men kleine kinderen heel voor- de voorplecht de boot in de zichtig loopen met hun jonger op goede richting te houden door het broertje of zusje op den rug ge- pijlsnel voortschietende water. bonden. Op 2 jarigen leeftijd krijgt de Japansche baby al een pop op 152 Het gouden paviljoen. Ryk met rood ri(sn rna- rlft r»nr> word t wat srootei' en goud lakwerk versierd paviljoen .

158 Pottebakker met zyn wiel. Met de 162 Man en vrouw; reizende muzikanten. eene hand draait hy snel het wiel De man is geknield; bespeelt de rond terwyi hij met de andere de koto of harp, de vrouw een soort klei vormt. guitaar. 1-54 Een cloisonné vaas voor den Mikado. 163 Blinde Amma (masseur). Volgens In gouddraad worden de omtrek- het verhaal zou in het jaar 885 ken van de teekening, zelfs tot aan den Keizer Ninmei Tenni een die van de fynste veertjes, neer- zoon geboren zyn — Amago no gelegd. Hierdoor worden ondiepe Mikoto — die blind was. hokjes (cloisons) gevormd, die met De dienaren van het hof konden vloeibaar metaal (émail) worden den blinden prins geen afieiding opgevuld. Het vullen en verhitten genoeg bezorgen waarop zyn vader geschiedt tot 7 maal toe. Na de 800 blinden, die om hun svysheid laatste vulling is het email over en kennis beroemd waren, aan de opstaande randjes gegaan en het hof liet komen. En in het wordt met puimsteen afgeschuurd, vervolg zouden in het klooster hetgeen soms dagen duurt, en dan Hieizan de blinden proeven afieg- moet pas blyken of er geen barst- gen van hun kunst, kennis en jes of blaasjes in het email zyn. wijsheid en daarna in bepaalde Is dit zoo, dan is hetgeheele stuk rangen en sekten worden opgeno- waardeloos en met de grootste men. Dat waren de beste tijden zorg begint de geduldige werker voor de blinden in Japan; toen opnieuw. ze in een hoog aanzien stonden. 155 Ivoorsiiyders. De werker rechts is De leden van het blindengilde bezig uit een groote olifantstand volgden hun professies-muziek en zes olifantjes te snijden. Zie hoe massage. De musici waren de voor- keurig en smaakvol de werkplaats naamste en konden aan ’t hof en er uit ziet. bij de edelen in hooge betrekkingen 156 Bronswerker. komen. De blinde amma, de mas- 157 Theeplukkers. De theestruiken groei- seur heeft negen jaren noodig om en tegen de heuvels; in de vlakte zyn vak goed te leeren. ziet men de onder water staande rijstlanden. 164 Strijkplank. Men kookt de ryst ge- 158 Straat in Ikao, Japan. durende den nacht en haalt ’s mor- 160 Ainos uit Noord Japan. gens het gewasschen linnengoed

161 „ in huis. By de Ainos is ’t door het rystwater. Dit werkt als gebruikelijk dat de vrouwen een stijfsel; ’ de kleeren worden daarna snor dragen. De twee figuren links op houten planken vlak uitgespreid zijn vrouwen. en in de zon te drogen gezet.

A.A0. Tan Bonlogne naar Argentinië. 13 platen.

1 La Pla^ Kweekschool voor onder- Yersterkte baggermolen metklauwen s^vyzers. tusschen de emmers. jdhuis; de bouw ge- 8 Gebouw La Plata. staMst in 1889 wegens 9 Hollandj6he'’15fag7die toegang geeft gebreK'a^ kapitaal. werken voor de haven te

„ „ R.K. KerbsDe torensp^ la Plata. is grootendellSsApno’fl^ Canarische eilanden. Eiland Grana | lo en s’avoi^-biJmÏBii^ in- Canaria. Vrouwen met drink- weni^^el'SMrischvemoht waterpotten. ^ytïelijke afsluitdam vo(^ „ „ Canarische eilanden. Las Palnias. het botflven van de muren in het -^^'’ontein. groolfe dok. De fotographie stelt het oogenblik voor, dat de muren BaaKte Las Palmas. Het maken van gereed zyn en het water in de betonbiej^ken voor de pier, die tot put wordt gelaten. beschermillgvs.^er schepen dient Werklieden van de smederij. tegen de hooge’^'dejning. Fundeeringsput het groote dok, 13 Boulogne sur Mer. Pieren van den van | A AQ. * Oostersche personen en zaken. 14 platen.

1 Arabisch kamp. 8 Ploegen. huis L Hét leven in tenten. 9 Plattegrond van een Syrisch Cvl Een tent. 10 Het uittrekken der schoenen. 11 Het handenwasschen. rf- Drinkende reizigers. Een vrouw met kruiken. 12 Oor- en neusringen. Gi Molens. 13 Hoofdtooisel. Dorschen. 14 De maaltijd.

A.AT. Bali. (In bewerking).

"NEDERLAND, gedeeltelijk naar origineele foto’s, (uitsluitend eigendom der Vereeniginp) en gedeeltelijk naar het werk van de A.N.W.B. „Ons eigen Land”. *) Deze serie wordt nog voortdurend uitgebreid.

A.BA. Noord-.

de Ruyterkade. 1 IJmuiden, buitenhaven met binnen- 23 Amsterdam, passagiersboot komende boot. 24 „ groote n vrachtboot. 2 vuurtoren met sema- 25 „ „ f) 14 master. phoor. 26 „ ertsboot, ter be- 27 mailboot My. Nederland, n basaltblokken „ scherming van de pieren, die juist vertrekt. een 28 haven zeilschip. 4 n tusschen de pieren „ over het IJ. der geleidelichten. 29 „ stoompont Parlevinker, die victua- 5 baggermachine welke ge- 30 „ 7) bij de bruikt wordt tot ’t op peil liën rondbrengt houden van de haven, schippers. bevroren Noordzeekanaal 6 visschershaven. 31 „ 77 ' visscher. met vaargeul in het 7 77 8 groote sluis met boot. midden. 77 graansilo, waar het graan 9 kleine sluizen. 32 „ 77 weg 10 Velzen, spoorbrug. langs mechanischen waarop de stoom- uit en in de schepen ge- 11 „ stoompont, tram en wagens kunnen zogen wordt. entrepot-dok. worden overgezet. 33 „ nieuwe gebouw der My. 12 Hembrug. 34 „ Nederland. 13 Amsterdam, haven; houtboot los- sende. 35 „ petroleumhaven. veemen. 14 hydraulische kranen aan 36 „ ,, P.7 bommen in de de Handelskade. „ Katwyker van Amsterdam. 15 groote bok aan den kop haven „ in het Oosterdok. van de Handelskade. 38 „ kijkje sleep op het Merwede 16 stoomki'aan. 39 „ „ kanaal. 17 haven aanlegplaats Kon. „ drukte aan de aanleg- Ned. Stoomboot My. 40 ., aan kolenschip Ertskade, die plaats der schuiten 18 ,, de kolen vanaf despoor- de Binnen-Amstel. wagons in het schip laadt, 42 Zaandam. Een groep houtzaagmolens. droogdok, met schip leeg- Kijkje in de houthaven, 19 77 43 „ gepompt. een driemaster ligt te 20 droogdok, gezonken, klaar lossen. 77 nemen, om schip in te 44 Westzaan. Houtzaagmolen; de rangeerterrein Rietlan- schuine helling is duidelijk te zien, 21 77 •1 o iT-oovinrtnrci rln to '/ncrpn balken 44r Westzaan. Een Zaagmolen inwendig, 59 Langendijk. De electrische afslagen de verticale zagen kunnen op in het veilingsgebouw.

verschillende willekeurige af- 60 „ Een koolenboet geheel standen bepalen de dikte der uit rvol met kooien.

den balk te zagen planken. De 61 ., Het nazien der kolen slee waarop de balk rust, wordt eens per week. Kool in hetkoelpakhuis. bij elke beweging der zagen een 62 ,, beetje verschoven. 63 Het trekken van vroege 46 Zaandam. Zaagmolen versierd. aardappels op zolder. uien 47 Koog a/d Zaan. Oude gevel (Empire). 64 ., Bewaarplaats van 48 „ Achterhuis met lucht- gedurende den winter. huis of koepelkamer 65 Aalsmeer. Dorpsgezicht, voor elk huis van ’t huis „de Mol” een bruggetje, want elk (gerest., rechts 2 wal- buis ligt op een eiland. Ryks tuinbouwschool. vischkapers). 66 ,, voor trekken van 49 „ dito, het achterhuis 67 „ Kas het met luifel. rozen (interieur). 68 Kas voor het trekken van 50 Krommenie. Oude gevel (Lod. XV.). ,, 51 Grootebroek. Koolafslag; de schuitjes seringen. Kas voor allerlei. met kool geladen, ieder 69 ;, voorzien van een bordje 70 Vorm en cultuur van taxis. 71 dito. met naam en verkooper ,, 72 dito. en aantal liggen klaar ,, om de afslag binnen te 73 Alkmaar. Kaasmarkt; het wegen. varen. 74 Ilpendam. Fuiken zetten onder ’t ijs. 75 Laren. Koedekspinnen. 52 dito, de verkochte kool „ 76 Muiden. Muiderslot uitwendig. wordt in spoorwagens 77 ., binnenplaats. geladen met bestem- ,, 78 ridderzaal. ming naar Duitschland. ., „ 79 „ „ keuken. 53 Broekerhaven. Een schuitje met 80 Ruïne van Brederode. kool wordt door den Overtoom 81 Haarlem. Nieuwe Gracht. overgehaald naar de haven waar ’t St. Bavo. 82 ,, niveau van ’t water geiyk is met 83 „ Vleeschhal. Zuiderzee en belangryk hooger Kijkje in de bloembollen- de 84 ,, dan ’t water in den . velden. Binnenduinen. De duinen 54 Hoogkarspel, In ’t koolland. 85 Overveen. kool- regelmatig verspreid, watertoren. 55 „ dito, de meeste landen zyn alleen te water te 86 Zandvoort. De uiterste duinenry, gesloten bereiken, met smalle vaartuigjes die zich als een ’t strand die geboomd worden. muur boven verheft. 56 Langendyk. Kykje in Broek op Lan- 87 Aan het strand. gendyk. ;, 88 Schelpenvisscher. Veilingsgebouw voor de „ 57 „ 89 Garnalenvisscher. en „ veilingen van kool Pinken op ’t strand. 90 ., aardappelen. vischafslag. 91 „ Na de 5S De plaatsen der koopers ., 92 . Gezicht op het dorp vanaf in het veilingsgebouw. de duinen dicht by den Elke handelaar heeft vuurtoren. Op den achter- z’n vaste genummerde grond in de verte de huisjes electrisch plaats van een bij den toren. Midden schelknopje voorzien, de rechts steiger van de post- electrische wyzer op de boot. Op den voorgrond afslagen (zie volgende aardappelenveld en groente- plaat) gaat nu rond en tuintjes der Vlielanders. door drukken op het duinen 93 „ Een van de hooge knopje doet de kooper aan het Noorderstrand. zyn nummer uitsprin: 94 Strandhoofd ter bescher- gen, tegeiyk zet hy de ,, ming van het Noorderstrand. • wijzer stop, die geeft

16 Rotterdam, dryvende elevator aan 25 Rotterdam, dito, het inwendige van 'b werk. Deze zuigt ’t een vak dat als ruimte voor ’t koren uit ’t schip (door lossen dient; de werkman zet een de lage dunne buizen) op platte emmer onders de koker, en dan valt ’t door de die met het geladen vak in ver- breede buis in ’t midden binding staan, doet een klep open- by den lichter, aan welks gaan en het erts valt vanzelf in uiteinde stof opwaait) in den emmer, deze wordt dan door den lichter. de hijschinrichtig opgehaald. Al

’.t de masten uitwending aan het 17 „ de graansilo, waarin graan door zuigkracnt schip te zien, zyn niet anders dan vanuit de aanvoerende dergelijke hyschinrichtingen, ho- schepen wordt opgeno- ven elke losruimte staat er een. men. 26 De Leeghwater gezien vanaf ’t niveau van den Haarlemmermeerpolder, 18 „ schip van deRotterdam- sche Lloyd een stoom- links ziet men nog even den dyk, kraan is bezig balken op waarachter de trekvaart loopt te hijschen en in ’t schip zoodat ’t niveau-verschil duidelyk neer te laten. is te zien. Op den voorgrond links voor en rechts onder de bogen ziet 19 „ het groote pontveer wagens, over de Maas. men even de groote zuigbuizen, waarin de groote pompcylinders 20 „ aanleg van de nieuwe Waalhaven, de bagger- loopen; deze zijn door stangen verbonden neer- machine, die op rails staat met de op en dus telkens een eindverder gaande armen. kan gezet worden, schept 27 De Leeghwatër gezien vanaf den met de baggeremmers den dijk, kykende naar beneden in den polder, rechts hoofdvaart grond op, voert die mee de van en stort die in kipwagens, de Haarlemmermeer. 28 die dezen grond voeren De Ringvaart van den Haarlemmer- naar den dyk, die als meerpolder dicht by de Leegh- afsluiting en wal voor water, juist by de uitmonding in de nieuwe haven zal de Kagermeer. dienen. Als op die manier 29 De Leegh water gezien vanaf ’tdorp de voldoende diepte is ver- Kaag. kregen, tevens de om- 30 Wassenaar. In de duinen; op den ringende dykenklaarzyn, voorgrond kunstmatige helmbe- wordt de dyk doorgesto- plaming. dito, helling ken, die dit stuk van de 31 Wassenaar, de steile de Maas scheidde, dan gaan aan de landzyde, in de verte de dryvende baggermo- torens van den Haag. links de

bosschen van i Groot-Haesebroek. lens aan ’t werk. 32 Voorne. Poeltje in de duinen. op de Maas een tjalk onder 21 33 Dordrecht. Panorama vanaf den zeil, in de verte stoom- toren. In het midden de Oude boot die ligt te lossen, Maas, rechts ingang van de Noord, 22 tjalken op stroom wach- heelemaal links ingang van de tende op een sleepboot. Dordtsche Kil. Deze hebben lading van- 34 Westland. Kweekeryen, Panorama uit zeebooten ingenomen van Naaldwyk, tusschen en gaan nu de Maas en de huizen liggen de tui- de groote rivieren af. In nen. de verte de groote spoor- Het bouwen van een kas 35 J7 en voetbrug. groot 1 H.A. in beton. dito eerste werkzaam- 23 Ertsboot van buiten, 36 77 de 24 dito dwars doorsnee met heden. dito timmerlieden aan de verdeeling in vakken, 37 7» de telkens één groot vak het werk. dito de glazenmakers aan laadruimte en één kleiner 38 7? leeg vak waar de ar- het werk. Besproeien van komkom- beiders kunnen staan, 39 77 die lossen. mers in bakken.

A.BD. * ütreclit.

1 Utrecht Domtoren. 10 Vreeswijk dito de sluis vol schepen.

2 „ kruisgang Dom. 11 .lutfaas watermolen.

3 Nieuwerslnis huis Rupelmonde. . II "Wijk bij Duurstede riviergezicht en koepel huize Over- 4 „ pont. Holiand. 13 Rhenen de gierpont van dichtbij. 5 Maarsen, heerenhuis aan de met gesmeed ijzeren hek. 14 „ de spoorbrug.

6 „ de Vecht. 15 Soestdijk paleis. Breukelen kasteel Nijenrode. 7 16 Baarn Huize Groeneveld. 8 Wilnis in ’t waterland. park van Groeneveld. 9 Vreeswijk de groote sluis om de 17 „ bosschen van Baam. sluisdeuren en heb niveau- 18 ,, in de verschil te laten zien.

A;BE. * Gelderland.

rivier 1 Het Loo, Koninklijk paleis. gezien, men ziet duidelijk de 2 Heelsum op de Noordberg kijkje naai- in de diepte liggen. de Betuwe toe. 16 Dieren. De sluizen gezien vanaf den Wolfheeze de beek. IJsel, naar den kant Van de Veluwe. 4 Op de Edensche hei, herder met zijn ’t Niveau van elk sluispand ligt hond. hooger dan ’t voorgaande. In ’t 5 Beekbergen, op de Veluwe. laatste ligt een stoomboot. huisje op de bei. 6 „ 17 Nijmegen. Markt en waag. De boe- deur 7 Loenen, boerderij achterzijde, de rinnen komen met boter naar de groote deel. en groenten ter markt. sprengen. 8 „ Bewoners van ieder der 9 Binnenhuis vrouw aan het spinne- omliggende dorpen heb- wiel. ben gezamenlijk een vaste de deel, vrouw’- bezig baksel te 10 Op plaats, ’t Dichtst by de snijden. Waag zijn die van Lent. maaien. 11 Rogge 18 Ruïne op het Valkhof. 12 Waar in Gelderland de rogge ge- „ Vijver op het landgoed borgen wordt „de berg”. 19 Arnhem. Lichtenbeek. 13 Garderen. Avond op de hei. Gezicht op de Wester- 14 Wapenveld. Hutje op de hei. 20 „ bouwing. 15 Dieren. Sluizen Apeldoornsch-Die- rensch kanaal naar den IJsel toe 21 Slot Loevestein.

A.BF. * Limliurg.

1 In het Geuldal. 10 Het pad dat bergopwaarts voert naar het „Chalet”. 2 j) II n op den St Pietersberg met 3 Sittard. Wagen met ossen bespannen. 11 Kijkje huisjes van mergelsteen aan den Kasteel Bleyenbeek, binnenplein; 4 voet. typische Limburgsche boerderij om een vierkanten binnenplaats 12 Ingang van den St. Pietersberg. gebouwd. 13 Gangen in den St. Pietersberg met gids. 5 Roermond. Brug over de Roer mergelsteen in den 6 Kessel aan de Maas. Pontveer. 14 Uitzagen van 7 Maastricht. Maasbrug. berg. 8 St. Pietersberg en ruïne van Lichten- 15 Trein met mergelsteen uit den berg berg. komend. 9 Kijkje 'op den St. Pietersberg. 16 Houthem. Rotswoningen. ;

A.BG. Noord-Brabant.

1 ’s-Hertogenbosdi. St. Janskerk uit- loopt. Aan elke schakel van de

wendig. ketting zit een opstaande kam . to „ dito inwendig. De turven worden nu met schui- co Hedel. Brug over de Maas, de rivier ten aangevoerd, in de bak gegooid, zelf is hier smal, toch is de brug de ketting loopt naar boven, de heel lang omdat hier ’s winters kammen aan de kettingschakels een breede strook land onder water houden de turven tegen en zoo staat. sleept de ketting de turven naar 4 Aalst. Handwever. Di-- wever be- boven, over de spoorbaan (zie pi. weegt met de voeten de trap- 10) eindelyk vallen ze naar bene- pers, die door de kammen den (wanneer de ketting naar on- het uitspringen der ketting- deren ombuigt) in de bergplaats. draden (schering) veroorzaken In de verte turfhoopen. met de hand gooit hy het 10 Griendtsveen. Jacobsladder over de spoeltje door (de inslag). spoorbaan.

5 „ dito. Op den voorgrond de 11 „ Gezicht op de turf- speelster, die de streng garen strooispyabriek vanaf afwindt tot kleine spoeltjes. de Jacobsladder, zoo- 6 Eindhoven. Kykje in de machinale ver men zien kan vlak wevery van gebr. Elias bij Eind- land — hoogveen hoven. Boven het getouw iziet men met heide begi'oeit. de bundel verticale draden, die 12 „ Turfgraven. Schaft- het uitspringen der kettingdraden uur in de veenderij, veroorzaken. Aan het boveneinde turf en nog eens tuif van elk dier draden zit een haak, zoover mén zien kan. die past in een gaasje van de 13 Heeze, leerlooiery. De huiden van kartonnen kaarten, die men boven ’t haar ontdaan moeten maanden lang in de putten liggen ’t getouw in bundels ziet hangen; met run •de gaatjes zyn naar den aard van (gemalen eikenbast) en water ge- vuld. Op deze plaat ziet ’t patroon over elke kaart ver- men de huiden, die een maand lang in deeld; in ’t midden van elke draad de put hebben gelegen. is een lus, waard oor een horizontale Ze worden kettingdraad loopt; komt nu een nu uitgeklopt om dan weer met haak vóór een gaatje in een kaart versche run opnieuw in de put dan wordt die daardoor gepakt en gelegd te worden. 14 Heeze dito inwendig, van de met de draad die er aan vast zit, versche en met de kettingdraad, door de huiden wordt het haar afgeschrapt. machine opgeheven. Zoo verkrijgt 15 Oisterwyk ven. men een afstand tusschen opge- 16 Breda, 2 kyk,jes in ’t Mastbosch. trokken en neergelaten ketting- 17 „ graftombe Engelbert I van draden, waardoor telkens de ma- Nassau. 18 Croy. Kasteel. chine liet spoeltje gooit. 19 Brabantsche boerdery uit de Meierij 7 Eindhoven. Spoelmachine in de fa- huis, stal en schuur onder éen briek der firma E. van Dissel & dak maar afgescheiden. Zoon; het linnen garen wordt op Nooit wordt hier koren of hooi bui- groote klossen gespoeld voor de ten gezet onder een berg. schering. 20 Inhalen van de rogge. Brabantsche Eindhoven, dito het scheerraam, op 8 tweewielige kar. dit werktuig, dat van rechts naar links en omgekeerd bewogen kan 21 Boekweit dorschen. deze wordt niet worden, vervaardigt men de sche- afwisselend gedorscht, maar allen ring door het afwinden der groote staan in een ry en slaan tegelijk. klossen. 22 Brabantsche boer en boerin aan de koffietafel. 9 Griendtsveen. J acobslad der turfstrooi- selfabriek te Griendtsveen. Links 23 Leende Stryp by Heeze, weg in het onderaan in de houten bak ziet dorp, de zijmuren van het huis zijn men nog even de ketting die als gemaakt van vlechtwerk met leem een riem zonder eind naar 'boven bestreken. AJH. * OverBsel.

1 Deventer, ’t Maken van een Kribbe houden nog een groot deel van ’t in den Ysel by Deventer, om ’t bedrijf uitmaakt. Rechts van ’t rivierbed te vernauwen en daar- huis de schaapskooi, daarvóór de • door uit te diepen. De kribben schapen, op den achtergrond de bestaan uit lagen rijshout met Lemeler heuvels met hei begroeid, steenen bedekt. Op deze plaat ziet op den voorgrond een maaier met men een laag netwerk van ryshout de zicht. aan de wal liggen. 6 Haaksbergen. Oude Twentsche boer- 2 Deventer. Zinken van ’t ryswerk. derij, zoogenaamd „löshoes”, waar Hier is ook de bovengenoemde laag woonhuis deel en stal nog één on- rijshout op de andere gelegd; van gescheiden ruimte uitmaken. Het uit de schuit worden er nu bak- vuur wordt in een gat in den steenen op geworpen, totdat het leemen vloer gebrand, de rook ver- op den bodem zinkt. Dit vormt dwijnt door een gat in de zoldering. dan de vaste onderlaag waarop de 7 Haaksbergen, dito, de deel gezien steenen van de kribbe liggen. vanuit de woonruimte, de koeien 3 Deventer. Schipbrug,^ De brug is staan in een potstal met den kop gebouwd op schepen en ryst of naar de deel. daalt met den waterstand. In ’t 8 Lutterzand a d Dintel bij de Dutte. midden is een stuk van 3 schepen 9 dito. dat weggevaren wordt als er een 10 dito. grooter schip door moet; voor 11 Bij de Dutte, Dandschap met een kleinere schepen dient de ophaal- Twentsche boerderij (de in Twente brug in de verte (een stuk tusschen en Westfalen voorkomende rechte 2 schepen in dat als een ophaal- houten gevelafsluiting). brug opgetrokken wordt). 12 Kampen. Gezicht vanaf den toren 4 Enter bjj Rijssen. Steenbakkerij. op het Kampereiland en de IJsel Op den achtergrond de steenoven, delta. Rechts het Ganzendiep, links op ’t middenplan droogschuren en het Keteldiep, in ’t midden (een pas gevormde steenen. Op den beetje links) het Noorderdiep. voorgrond de leemmenger: een 13 Stadhuis. paard loopt aan een disselboom 14 Bij hetBelter-Wijde. Het maken van met 2 wielen die aan ’t ééne einde een houten schoeiïng langs het vastzit, zoodat ’t paard gedwongen Belter-Wijde om den weg te be- is in de rondte te loopen, de wielen schermen die door loopt tusschen rijden steeds door de leem en Belter en Beulakker-Wyde. mengen deze. 15 Biezen snyden by Genemuiden. 5 Leméler heiboerdery, waar schapen 16 Kijkje in Giethoorn.

A.BI. * Drenthe.

1 Tinaarloo hunnebed. 10 Machinale turfbereiding. 2 Drouwen boerderij. 11 D e bagger wordtmetwater vermen gd.

3 Op de Drentsche heiden, de kudde 12 „ „ „ over hetveld gestort. ^schapen met den herder, een boer- 13 „ „ „ vastgetrapt. derij, verder de onafzienbare hei. 14 Schippers halen de turf weg. 4 Bij Schipbork, type van Icringvormige 15 Een „wyk” in het veen. dorpsaanleg om een brink. 16 Het bewerken van „nieuw” (van ’t 5 Veenkolonies op de grens van Fries- veen ontdaan) land. land en Groningen: 17 Aardappel rooien. 5a Het graven van een kanaal. 18 Aardappelen worden ingekuild om 6 Het afbonken. ze te bewaren. 7 Turfgraven. 19 Het reinigen en verschepen der aard- 8 Turfdyken.' appelen. 9 'Turf in ringen, vroren en slagen; 20 Koffieuurtje op het aardappelland. verschillende soorten van opeen- 21 Rij schepen voor een aardappelmeel- stapelingen om de turf te laten fabriek. drogen. 22 Drukte by hoog water in een sluis. •2S Aardappelmeelfabriek. 30 Veenkoloniale boerderij. 24 De zeven in een aardappelmeelfabriek. 31 Het vuile water in de Veenkolonie- 25 Slemptafels in dergeliike fabriek. kanalen. 26 Het „zichten” (maaien) van hetkoren. 32 Het Oosterdiep van Veendam. 27 Het binnenhalen van den oogst. 33 Het Westerdiep van Wildervan^. 28 Een koren „lezer”. 34 Musselkanaal. 29 Stoomdorschmachine aan het werk. 35 Valthermond.

A.BJ. Groningen. (Voor veenderij en veenkolonies zie Drenthe).

1 Veendam. Kweeken van vrucht- 4 Veendam. Het machinale op lengte boomen (meest voor Ame- snijden. rika). Het schoonmaken Het verpakken der boom- der akkers in ’t voorjaar 5 „ met den schoffelploeg. pjes in stroo en mos in éénjarige 2 „ Het rooien van reuzenkisten. boompjes. er uit de 6 „ Hoe de wortels 3 „ Het sorteeren naar dikte der stammetjes. moeten zien.

A.BK. .

van een 1 Leeuwarden. Waag. 5 Langweer boerderij. Type met het voor- Hindelooper kamer in Friesche boerderij 2 „ stal met het Friesch Museum. staande huis en de groote wordt De hooge bedsteden hooge dak, waar het hooi — ook de kast op ver- geborgen. ’t wordt hooging — dienden 6 Hooipraam waarmee hooi thuisgehaald. deze te l)eschermenbij Stobben branden, de mogelijk hoog water. 7 Oldeberkoop. asch dient als bemesting voor ’t ’t Vee in de weide. 3 Cubaard boerderij. land. 4 Kimswerd. Een typisch lengtedorp 8 Zeeweeringen langs de kust van de langs de vaart gebouwd. Makkumerwaard.

In bewerking: Limburg onder den grond. Met tekst en photo’s yan J. A. Doesburg Lannooy. Waarbij de volgende platen.

Bovenbouw der Staatsmijn „Wilhelmina”. Een steenpost; het maken van een mijn- gang door een steenlaag. De beide lifttorens. Een mijnwerker met pneumatische boor, Aankomst op 162 M. diepte. De kolen- gedreven door handkracht, aan den wagentjes staan gereed om naar boven arbeid. gebracht te worden. De mijnmeter aan ’t werk. Een kolenpost; twee mijnwerkers aan den Een pneumatische boormachine arbeid. Een kolentrein getrokken door een ben- Trein met mergelsteen uit den berg zine locomotief. komend. Ondergrondsche Machinekamer. Gangen in den St. Pietersberg met gids. Paardenstal. De Mosasaurus. n„ De Mastodont. St Pi6t6rsb6r^* De Negendrup. Het pad, dat bergopwaarts voert naar het Gangen in een mergelgroeve. „Chalet”. Ruïne van het kasteel Lichtenberg op Pietersberg met huisjes Kykje op den St. den St. Pietersberg. van mergelsteen aan den voet. Rotswoningen bij Houthem. De Wilhelmina weg op den St. Pietersberg- Bergwoud „ „ tunnel. De heksenkeuken by Valkenburg.

Ingang van den St. Pietersberg. Onderaardsche gangen bij „ Uitzagen van mergelsteen in den berg. Oud poortje in Valkenburg in mergel Opladen van mergelsteen in den berg. uitgehouwen.

In lbewëf^]£inff:

Een wandeling door het tegenwoordig Amsterdam.

(7

Geologisch Instituut |Universiteit van Amsterdam»

GESCHIEDENIS

(Zie Platen-Atlas Tan G. yan Rijn en Prof. Kernkamp, nitgaye S. yan looy, 1910). 51 platen (yerder in bewerking).

1 Willem de Zwijger. 30 Willemyntje. 2 Steekspel te Parys, Juni 1559. 31 Qoejanverwellesluis. ‘6 Philips II. 32 Vertrek van Willem V. 4 De doopsgezinde Anna Hendricks 33 Opvoeding en Onderwas. wordt op 10 November 1571 te 34 Idem. Amsterdam in het vuur geworpen. 35 Napoleon als Keizer. 5 Alva. 36 Aankomst van den Prins van Oranje 6 Verbond der edelen. te Scheveningen. . 7 Beeldenstorm. 37 Prins V7illem I. 8 Haagpreek. 38 Belgische opstand. 9 Beleg van Haarlem. 39 Koning Willem II. 10 Oldenbarneveldt. 40 In de roef van de trekschuit. 1 1 Prins Maurits. 41 Koning Willem III. 12 Elizabeth van Engeland. 42 Koningin Sophie. 13 Gianibelli’s brandschepen. 43 Burgemeester van der Werff geeft 14 Slag by Nieuwpoort. ’t volk de keus tusschen overgave 15 Aan vals- ’^n verdedigingswerken.. der stad en zyn leven. (Leiden, 16 Overwintering op Nova-Zembla. Lakenhal). 17 Idem. 44 Pilips van Marnix. 18 Ontvluchting van Hugo de Groot. 45 Oorn. F. Hooft 1626-1679. 19 Frederik Hendrik. 46 De Raad van State te Brussel in 20 Beste vaer Tromp. hechtenis genomen, 1576. 21 Piet Hein 47 De Spaansche Bloedraad in 1567 22 Tocht naar Chattam. door Alva aangesteld. 23 de Ruyter. *24 Lodewyk XIV. 48 Filips de Mommorancy, Graaf van 25 Moord van Johan de Wit. Hoorne. 26 Maria Stuart, gemalin van Willem III. 49 Lamoraal, Graaf van Egmondt. 27 Willem III. 50 Ferdinand Alvarez van Toledo. 28 Willem IV. 51 Het innemen van Den Briel, April 29 Willom V. 1572.

BB. ^ Fraiscbe Revolutie. 135 platen.

1 Lodewyk XIV. 12 Morgentoilet van een groot heer 2 Marie Antoinette. ten tyde van het Ancien Régime. helpt met 3 „ „ en haar kinderen. Zyn kamerdienaar hem (Mad. Vigee-Lebrun). het toilet. De schryver zit klaar 4 Madame Elizabeth. om zijn brieven te schryven. 4a Prinses de Lamballe. 13 Marie Antoinette in statietoilet. 5 Louis Philippe, hertog van Orleans, genaamd Philippe Egalite. 14 Koninklijke parlementszitting (Lit de 6 A. R. J. Turgot. justice) te Versailles, 6 Aug. 1787. 7 F. M. A. de Voltaire. 15 J. J. Duval d’Espremenil. 8 33 schetsen van Voltaire. 16 d’Espremenil en Goslard, leden van Cagliostro. 9 het parlement van Parys, wprden 10 Kardinaal de Rohan, die het beruchte gevangen genomen. collier kocht, zoo het heette in opdracht van Marie Antoinette 17 Facsimile van een Lettre de cachet'. 11 Mad. La Motte, berucht door de 18 Opening van de vergadering der geschiedenis collier. notabelen, 22 Februari 1787. , van het

51 en Bai]]y met troepen. Zp som- het dier door op weg naar de on- meeren driemaal, maar als dan de sterflijkheid. menigte nog niet uiteen gaat, 94 De Temple. wordt door de troepen vuur 95 Louis Gapet gebruikt met zyn familie gegeven. het middagmaal in de Temple. 81 Minister J. M. Roland de la Platiere. Daarbij zijn de officieren en de 82 J. J. Guillotin, De uitvinder der cipier tegenwoordig. De eene haalt guillotine. zijn horloge voor den dag, waar- schuwend 83 De guillotine. Hoe zy werkt. dat het 3 uur is, en dat 84 Satirische prent, De edelman tegen dus Marie Antoinette en haar kinderen den geestelijke die tegen een strop zich moeten terugtrek- ken. dreigt te ioopen: „Hallo, meneer de pastoor, pas op de lanterne, 96 Lod. XVI voor het gerecht. Na de die is sterker dan wij”. redevoering van zyn advocaat de 85 Jean Paul Marat. Seze worden hem de sleutels ge- wezen die men in de Garde-Meuble 86 A, J.. Santerre. gevonden had. 87 Bestorming van de Tuilerieën op 10 97 Costuums uit den tyd der conventie, Augustus 1792. 98 Sainl-Juste, 88’ Facsimile van de order door Lod. 99 Lodewyk XVI neemt in den Temple aan de Zwitsers gezonden, XVI om afscheid van zijn familie. op te houden met vuren, 10 Au- gustus 1792. 100 Lodewyk voor het schavot. 101 Caricatuur van James Gillray na den 89 In de Abbage gevangenis ten tijde dood van Lod. XVI. Aan de lan- der Septembermoorden ; een gevan- terne religie, gerechtig- gene voor het provisoir tribunaal hangen: gesleept. heid en trouw. 102 Zitting van een revolutionnair comité 90 De prinses de Lamballe wordt ver- moord. ten tyde van het schrikbewind. Er wordt een petitie ingediend. 91 By de plundering van deTuilerieen Bustes van Marat en Roussèau. vindt men papieren betrekking 103 Oproeping laatste slachtoffers hebbende op Mirabeau’s ondersteu- van de van het schrikbewind. ning met geld door den koning De namen van degenen die deze dag geguil- in de jaren 1791 — 1792. Dit ver- lotineerd zullen worden, worden wekte veel sensatie. opgelezen. 92 Parodie op het emigrantenleger, de 104 Ant. Pouquier-Tonville, publieke aan- prins van Condé heeft juist in zyn klager van het Tribunaal revolu- kasteel e'en formidabel leger ont-, tionnair. vangen per diligence. Mademoiselle Conde pakt ze uit 105 Het verdrinken in de Loire. de mand, en geeft ze aan den 106 De laatste wagen met slachtoffers hertog van Enghien, om ze in voor de guillotine, die de lugubre slagorde te stellen. optocht sluit. De menigte wil zich Uit de rook van de pijp vormen op de gevangenen werpen maar zich pistolen, dolken en andere wordt door de cavalerie uiteen- wapens, die zullen dienen om de gejaagd. groote plannen uit te voeren. 107 De Dauphin, zoon van Lod. XVI. Dauchamp achter Condé staande, 108 Marie Antoinette. neemt in den peinst op een plan van aanval. Temple afscheid van den Dauphin. Zyn pages zyn 2 honden. Op de De Conventie heeft besloten dat ammunitievaten wordt een fanfare het kind een republikeinscbe op- geslagen.- De hond gooit met on- voeding zal krygen en belast de eskader om. geluk een schoenmaker Simon daarmee. 93 Spotprent op Marat. Marat op een Antoinette voor het Tribunaal ezel gezeten is op weg naar den 109 Marie tempel der onsterfelijkheid. Een revolutionnair. aap met een zotskap op, houdt 110 Weduwe Gapet. Schets gemaakt den ezel een papier voor, dat het door Prieur in de conciergerie, kort dier wil opeten, op die wyze loopt voor haar dood.

54 iioi; 111 Marie Antoinette op het schavot, Ib I 12b i*eesL vau u October 1793, tuin der Tuillerieèn, 20 Prairial | 112 Een porseleinen kopje uit dien tijd, Jaar II. Het standbeeld van de voorstellende de onthoofding van Wijsheid komt tevoorschyn temid- Marie Antoinette. den van de rook der brandstapels. 113 Madame Elizabeth op het scha-^ot. Daarop worden verbrand en door 114 Inschrijving van de vrijwilligers voor Robespierre met bloemen in de de bescherming van het vaderland hand aangestoken de ondeugden: 1792. het atheisme, eerzucht, egoisme, 115 C. T. Dumouriez, de valsche eenvoud, ook de lom- pen der ellende worden mee ver- 116 Soldaten der Revolutie. Dagorder; brand. „Het bataljon van de Beneden- Deze scene opgezet door David Loire heeft zich goed gedragen in moet verbeelden het symbool der het gevecht, elke man zal een van alle ondeugden paar klompen ontvangen.” vernietiging en ellende, waaruit dan de wijsheid der Revolutie. „Jongens, 117 Soldaten zal geboi'en worden, het is verboden te rooken, maar 129 Jean Lambert Tallien op hetoogen- jullie moogt gaan zitten (Ze staan blik dat hy op 9 Thermidor zyn tot de knieën in het water), rede houdt, waarin hy de conventie „Kinderen, lis Soldaten der Revolutie, oproept om Maximiliaan Robe- de vyand weet niet dat wy hier spierre en zijn party genooten in is 7 uur, vannacht zijn, het nu staat van beschuldiging te stellen. verras- om"-'D' Uur zullen wy hem „Als de conventie dat niet durft sen” (En ze staan tot de knieën is deze dolk voor de verraders in het water). bestemd”. 119 Charles Pichegru. 130 Madame Tallien-La Cabarus. 120 Inval in Holland onder Pichegru. 131 avond van de 9de Thermidor. 121 Vrijheidsboom opgericht op den Dam De Scene voor het stadhuis. Robe- te Amsterdam. spierre, Saint-Juste en hun aan- Conventie in 122 Een commissaris der hangers, gevangen gezet op last soldaten zyn onte- het leger. De der conventie maar door de com- er is gebrek aan alles. vreden, mune weer in vryheid gestelden Ze hebben de wapens neergegooid. naar het stadhuis gevlucht. Twee „Waarom klaagt gy, roept de com- gedeputeerden der conventie lezen missaris, de bedreigt Frank- vijand het besluit der conventie voor, rent op in en hy is rijk, gij hem waarbij Robespierre en zyn aan- zuchten verslagen. De volkeren hangers buiten de wet gesteld zyn. onder het slavenjuk, zy strekken 132 De gendarm Meda lost een revol- de armen naar u uit en gij maakt verschot op Maximüien Robespierre ze vry. in den nacht van den negenden De driekleur waait van alle hoofd- op den tienden Thermidor. steden, die ge hebt veroverd, gy durft nog klagen terwijl eenieder 133 I Prairial jaar drie. Het volk dringt u benijdt. in de vergaderzaaP der 500. Het hoofd van Perand die den presi- 123 Cbarlotte Corday. dent Boissy d’ Anglas verdedigde 124 Marat door Charlotto Corday ver- wordt dezen hoonend voor het moord. gezicht gehouden. Boissy d’ Anglas 125 De vervolgde Girondijnen zwerven ontblootte eerbiedig het hoofd en andere van de eene plaats naar de deze koelbloedigheid redde hem tegen- overal opgejaagd door hun het leven. standers. 13de Yendemiaire. Kanonnen ge- 126 De Godin der rede. 134 De richt op de kerk St. Roche. 127 Mademoiselle Maillard van de opera, die de Godin der rede voorstelde 135 Sluiting van de vergaderzaal der bij het feest van de „rede”. Jacobijnen,

55 BC. Wandeling door uud-Amsterdam.

Tekst Tan Dr. Joh. C. Breen. 54 platen.

Heilige wegspoort, 1 Plattegrond Tan Amsterdam in 26 1544 door Corn. Anthonisz. 27 De bruggen van de Heiligewegs- 2 Oude Haarlemmerpoort met Heilige poort. Kruistoren. 28 Oude Regulierspoort. van binnen. 3 De Dam als marktplaats. 29 „ „ 4 Zeevischmarkt. 30 Het Rondeel. Utrecht. 5 Kiviervischmarkt. 31 De toren Swijck te 6 Een deel van het binnenste der 32 Oost-Indisch huis. Beurs op het Beurspleintje. 33 Het inwendige van het Spinhuis. 7 Het Stadhuis. 34 De Oude Kerk. 8 Het Stadhuis na afbreken der toren- 35 St. Antonispoort. door middel spits. 36 De eerste rechtspleging 9 Het vertrek van Maria de Medici van de guillotine (1812). Ykant. in 1638. 37 De (ïelderschekade aan de Geldersche- 10 Intocht van Maria de Medici in 1638. 38 Schreierstoren vanaf de Yertooning van levende beelden kade. op de Dam. 39 Ygracht met Admiraliteitsmagazyn. Admiraliteitsmaga- 11 De brand van het stadhuis. 40 Brand van het 12 Het oude Stadhuis na den brand zyn 1791. Kattenburg in van 1652. 41 De verovering van 13 Aankomst van Prins Willem V en 1787. Plantage. Prinses Wilhelmina van Pruisen, 42 De Muiderpoort met de 29 Mei 1768. 43 Weesperpoort. met Bestjes 14 Feest der vrijheid op den Dam. 44 Nieuwe Keizersgracht 15 De Nieuwe Kerk aan de Zuidzijde. huis. Vrouwenhuis der 16 Interieur Nieuwe Kerk. 45 Oude Mannen- en 17 Koperen koorhek Nieuwe Kerk. N. Herv. Gem. Portugeesch- Isr. 18 Inhuldiging van Willem I, 30 Maart 46 Interieur der Meijerplein. 1814. Synagoge J. D. 19 Het model van den toren der Nieuwe 47 Botermarkt. Kerk. 48 Bochc van de Heerengracht. de Leidsche 20 N. Z. Voorburgwal b/d Paleisstraat; 49 Het Leidsche plein met Stadhuis. poort. Keizersgracht. 21 Burgerweeshuis. 50 Schouwburg op de 22 Nieuwe Zijds Kapel. 51 Jan Roodenpoortstoren. a/d Rokinzijde. 52 Nieuwe of Ronde Luthersche Kerk. 23 „ „ 24 Spui met Osjessluis. 53 Noordermarkt en Kerk. Zuidzijde. 25 Handboogdoelen. 54 Karthuizerklooster;

BD. Golumbus.

Tekst van C. P. van Asperen van de Telde. 17 platen.

Indianendorp. 1 Portret van Christophorus Golumbus. 10 kerker te St. Doniingo. 2 Landkaart. 11 Golumbus’ geboeid naar Spanje ver- 3 Golumbus aan de deur van het 12 Golumbus klooster bij Palos. voerd. Golumbus te Valla- 4 Raad te Salamanca. 13 Sterfhuis van 5 Golumbus’ eerste vloot. dolid. van Golumbus. 6 Watlings eiland, 12 October 1492. 14 Grafteeken overschot van Golumbus. 7 Ontdekking van Hispaniola. 15 Stoffelijk van- Golumbus te Genua 8 Zegetocht van Golumbus. 16 Standbeeld 9 Moord op de Spanjaarden. 17 Golumbus-postzegels.

56 UJÜ. mibuiui U.U Ak.uj hUA •

Tèkst yan J. A. Doesburg Lannooy. 30 plateu.

1 Toren te Vlissingen. 9 Portret van Engel de Ruyter. 2 Oorlogsschip 17de eeuw. 10 Gepeupel voor het huis van de 3 Haven van Amsterdam. Ruyter. 4 Algiers. 11 Dood van de Ruyter. Ad.zn de Ruyter. 5 Portret Mich. 12 Begrafenis. Vierdaagsche zeeslag. 6 1 9 Hy^n-F io vjrrai. 7 Zinnebeeldige prent. 8 Chatham. 14 standbeeld.

De volgende 15 platen komen voor in ,,Micliiel Adzn. de Enyter, Leven en daden naar berichten en afbeeldingen van tydgenooten”, samengesteld door D. F. Scheurleer.

la L^jndraaiersrad. 10a Wapen van den spiegel v. d. „Royal 2a Triomftocht van de Ruyter in Bar- Charles”, het admiraalschip te Holland barij e. Chatham veroverd en naar 3a Portret, gegraveerd door C. Eldemans, mede genomen, waar het in 1673 1654. werd gesloopt. 4a „De Zeven Provinciën”. 11a Beker door de Staten van Holland 5a Vierdaagsche zeeslag 13 Juni 1666. aan de Ruyter geschonken, wegens „The Royal Prince” door Corn. zijn tocht naar Chatham. Tromp veroverd. Naar een schil- 12a Penning ter eere van de Ruyter en derij van W. van de Velde Jr. de tocht naar Chatham. 6a Penning ter eere van de Ruyteren 13a Idem idem keerzijde. de vierdaagsche zeeslag. 14a De Ruyter bij zyn moeder thuis- la Idem, idem, andere zijde. komend. 8a Penning ter eere van de Ruyteren 15a Begrafenisbriefje. Het exemplaar de vierdaagsche zeeslag. waarbij Const. Huygens werd uit- 9a Idem, idem, keerzijde. genoodigd.

BF. De Peetmoeders van Prinses Jnliana.

(Tekst van Johauna W. A. Naber). 28 platen.

1 Juliana van Stolberg. 15 Louise de Coligny. 2 Willem de Rijke van Nassau. 16 De admiraal de Coligny. 3 Dillenburg. 17 De Bartholomeusnacht. 4 Prins Willem als jonge man. 18 Prins Willem als bejaard man. 5 Het paleis der Oranje’s te Breda. 19 Moord van Prins Willem. 6 Verzoekschrift der edelen. 20 Portret van Oldenbarneveldt. 7 Hagepreeken. 21 Het paleis in het Noordeinde. 8 De prins van Oranje vertrekt naar 22 Prins Maurits. Duitschland. 23 Het afdanken der waardgelders. van Oldenbarneveldt. 9 Slag bij Heiligerlee. 24 Terechtstelling 10 Alva’s Raad van Beroerte. 25 Prins Frederik Hendrik. Mecklen- 11 Het veroveren van Den Briel. 26 Groothertogin Marie van 12 Het beleg van Haarlem. burg-Schwerin. 13 Slag op de Zuiderzee. 27 De Koningin-Moeder. 14 Het ontzet van Leiden. 28 Prinses Juliana en haar Moeder.

57 BG. Jeanne d’ Are.

Tekst yan Marg. Gallé. 23 platen.

1 Voorstelling van Jeanne d’Arc sla- 12 Jeanne op het slagveld. pend in haar tent. 13 Jeanne in den krijgsraad. . 2 Huis van Jacques d’Arc te Domrémy. 14 Jeanne als troosteres der gewonden. 3 Kamer van Jeanne. 15 De kroning. 4 Kerk van Domrémy. 16 Jeanne legt haar wapens op het altaar 5 Verschijning van den aartsengel van St. Denis. Michaël. 17 Jeanne in de kerk te Compiègne. 6 Jeanne de schapen hoedend. 18 Jeanne’s mislukte ontsnapping. 7 Jeanne voor Bandricourt. 19 Visioen in de gevangenis. 8 Eeis naar Chinon. 20 Het proces. 9 Jeanne voor de geestelijken van de 21 .Jeanne op den brandstapel. Jeanne Academie te Poitiers. 22 Voorgevel van 'het huis van d’Arc te Domrémy. 10 Jeanne trekt de gelederen van het leger voorbij. 23 Standbeeld in het museum van het Luxembourg. 11 Jeanne snelt de vluchtende Pran- schen te hulp.

9 BH. Napoléon.

26 platen.

1 Slag van Rivoli. ] 4 Trafalgar. 2 Napoleon in Egypte. 14a Napoleon en de Koning van Rome. 8 18 Brumaire. 15 Het portret v. d. Koning van Rome. 4 Napoleon Ie consul. 16 Napoleon in Amsterdam 1811. 1811. 5 „ op den St. Bernard. 17 Napoleon in Amsterdam 6 Napoleon Keizer. 18 Rusland 1812. Beresina. / „ op het terras van St. Cloud. 19 Overtocht van de 1814. 8 „ als keizer. 20 Goede tijdingen 1814. 9 ,, inspecteert de troepen. 21 10 Napoleon reikt het Legioen van 22 Afscheid van zijn getrouwen. Eer uit. 23 Napoleons terugkeer van Elba. 11 Napoleon in den slag bij Jena. 24 Afscheid van de oude garde. 12 „Het is de Keizer!” 25 Graf. 13 On ne passé pas.

BI. Kroningsfeesten te Amsterdam 1898.

14: platen.

Intocht Frederiksplein. Eerepoort Rozengracht. Aubade op den Dam. 10 Versierd d raaj^irgel. De versierde Beurs. 11 KoningiBr-VytThelmina en Koningin Monument op den Dam. Feestterrein^ Admiraalswaga -IS^Dn jonge Koningin 1898. Feestterrein: G.yuïriaHLéu.' 13 Dh'-^ge Koningin. Profiel. Visschersvloot Damrak. 14 Prin^Hqn^rik der Nederlanden. Bocht van de Heerengracht.

58 BK. * De Portugeezen In den Archipel en de Oost'Indlsclie Gompagnie. 33 platen.

van Batavia in 1629. Fictief portret van Marco Polo. 20 Plattegrond 1 Antonio van Diemen 2 Vasco de Gama. 21 Salamander-’, de ge- D’Albuquerque 22 Model van „de 8 wapende Oostindievaarder, welke 4 Oude kaart van Oost-Indië. in 1641—42 het bericht van den 5 Jan Huygen van Linschoten. vrede met Portugal naar Oost- ö Petrus Plaücius. Indië overbracht. 7 Cornelis de Houtman. Archipel 8 De vloot onder Cornelis de Hout- 23 Caerte van den Indischen man in 1595 naar Oost-Indië ver- tusschen Sumatra en Nova Guinea, trekkend. en van de Westkust van Hollan- 9 De terugkomst van Cornelis de dia Niva. Houtman. 24 De Familie Rykhof van Goens. 10 Portret van Jacob van Heemskerk. 25 Yictorien voor de O. I. C. op Ma- 11 Titelblad van Prederik de Houtman’s kassar, door Cornelis Speelman Spraek ende woordboek. bevochten. 12 Portret van Olivier van Noort. 26 Cornelis Speelman. 13 De slag by Bantam. 27 FranQois Valentin. Slot van bet Octrooi door de Staten- 14 28 Kop van Pieter Elberfeid te Batavia. Generaal op 20 Maart aan de 29 Model van het O. I. Compagnieschip Vereen. O. I. C. verleend. 30 Het eskader onder den kommandeur 15 Cornelis Matelief de Jonge. J. P. van Braam voor Malakka 16 Pieter Both. (1784) naar een teekening van van den G.-G. Jan Pieters- . 17 Portret hemzelf. zoon Coen. *'* Willem Daendels. 18 Pieter van den Broecke. 31 Heiman Stamford Eaf0.es. 19 Caerte van de ontdecte Cueste ende 32 Thomas paskaart van de Coens Eylan plaetsen van Niva Guinea (1623), 33 Platte naar een teekening van Arentde den (1724). Leeuw, opperstierman.

59

c.

KUNST.

üü. DuuffKUuoi m iicuoixuuu, Tekst van H. V. BeiTage. 48 platen.

1 N. Z. Yoorburgwal en Nieuwe Kerk 25 Ned. Bank te Amsterdam. te Amsterdam. 26 Kerk te Nes a/d Amstel. la Nieuwe Kerk te Amsterdam. 27 Amstelhotel te Amsterdam. 2 St. Bavokerk te Haarlem. 28 Huizen in de Sarphatistraat te 3 Gemeentelandshuis te Delftland. Amsterdam. 4 Stadhuis te Gouda. 29 Een eigenaardig Winkelhuis. 5 Huis op de Turfkade te Goes. 30 Huizen in de Marnixstraat te A’dam. 6 Stadhuis te Veere. 31 Galerij te Amsterdam. 7 „ te ’s Gravenhage. 32 Studentensociëteit te Leiden. b „te Deventer. 33 Munttoren te Amsterdam. Bolsward. 9 „te 34 Hooge sluis te „ 10 Amsterdamsche poort te Haarlem. 35 Rijksmuseum te Amsterdam. Montelbaanstoren te Amsterdam. 11 36 „ „ „ 12 Vleeschhal te Haarlem. 37 De Beurs, uitwendig. te Alkmaar. 13 Waag 38 „ 14 Huis met de Hoofden te Amsterdam. 39 Het Oost-Indische Huis. 15 Huis te Zutphen. 40 De Nieuwmarkt. lö Stadhuis te Leiden. 41* Het gebouw van den Diamantbe- 17 Schouwburg te Rotterdam. werkersbond. 18 Kerk te ’s Gravenhage. 42* Dyvekeshaus (Kopenhagen). 1 Winkelgebouw te 's Gravenhage. 43* De Beurs. „ Cloese te Lochem. 20 Huize de 44* Slot Frederiksborg. te Groningen. 21 Laboratorium 45* Slot Rosenborg. 22 .Kerk te Katwijk. 46* Tuighuis te Danzig. ’s Gravenhage. 23 Schoolgebouw te 47* Huis op de markt te Bremen. 24 Winkelhuis te Nijmegen.

GB. Mlchelangelo's kunst en karakter.

Tekst van P. ïï. Hugenkoltz. 40 platen.

1 Pico van Mirandola. Uflizi Florence. 18 De 3 Parzen. Pitti. Florence. 2 Loggia dei Lanzi. Florence. 19 De Sixtijnsche kapel. 3 Dante. 20 Val en verdrijving uit het paradys. 4 Standbeeld van Savonarola. 21 Schepping van Adam. 5 Piëta in de St. Pieterskerk. 22 Schepping van Eva. 6 David. Florence. 23 De Oumaeische sibylle. 7 Paus Julius II door Rafael. üfbzi. 24 De Delphisclie sibylle. Florence. 25 Sibylle libica. 26 Jesaja. 8 Mozes. 27 Ezechièl. 9 ’t Mozesbeeld in zyn \ omgeving. 28 .Teremia. j (jgelen v h 29 Zacharias. 10 Deworstelendoslaaf. ( pafteeken 30 ’t Laatste oordeel. Sixtynsche kapel. Rome. 11 De Xvende slaaf. 31 St. Pieterskerk van binnen. Rome. Louvre. - 7 12 Guiliano de Medici. San Lorenzo. 33 Vittoria Colonna. üfflzi. Florence. 34 Michel Angelo. üfl&zi. 12a Grafmonument van Giuliano. 35 Le Remouleur (Arrottini). 13 De dag. 36 Kathedraal del Yiore. 14 De nacht. 37 Standbeeld van Michel Angelo door 15 Lorenzo de Medici, zoon van Piero. 15a Grafmonument van Lorenzo. Emilico Santarelli. 16 De morgen. 38 De David op de Place Michel Angelo. 17 De avondschemering. Florence.

63

5 GG. ' Oud^Rome. Hierbij desgewenscht „Rome” yan Franz PérscMnka. 110 platen.

1 Kaart van Oud-Italië. 46 Huis van Livia. 2 Kaart van het tegenwoordige ooste- 47 Interieur van een Romeinsch huis, lyke Middellandschezeebekken. reconstructie volgens Falke. 3 Plan van het Forum Romanum. 48 Huis der Yestales. 4 Plan van het Forum Romanum naar 49 Pantheon van Agrippa uitwendig. Luckenbach. 50 dito inwendig, teekening. 5 Plan van het Forum Romanum 51 dito inwendig, ets von Piranesi. zooals het tegenwoordig is. 52 dito inwendig, photo. 6 Forum Romanum. Panorama vanaf 53 dito inwendig, teekening. St. Prancese. 54 Thermen van Caracalla, plattegrond. 7 dito. Op den voorgrond tempel van 55 dito ruinen Castor en Pollux. 56 dito ruinen middenzaal. 8 dito. Links op den voorgrond triumf- 57 dito reconstr. zaal volgens Thiersch. boog van Beptimius Severus. 58 dito reconstructie koud zwembad. 9 dito met tempel van Saturnus, ge- 59 dito reconstructie geheel. zien van het Kapitool af. 60 dito grondplan volgens Schneider. 10 dito tempel van Saturnus. 61 Thermen van Diocletianus, recon- 11 dito tempel van Castor en Pollux. structie. 12 dito tempel van Concordia. 62 Triomfboog van Beptimius Severus. den Palatijnschen 13 dito gezien van 63 „ „ Titus. af. door heuvel 64 „ „ Titus, doorkyk

14 dito Focas-zuil. • den hoofddoorgang. Colosseum. 15 Forum van uit het 65 Triomfboog van Constantinus. Trajanuszuil. 16 dito 66 Dito. 17 dito Basilica giulia. 67 Triomfboog. Constantinus. 18 dito Basilica van 68 Tempel van Divus Julius. Aemilia. 19 dito Basilica 69 Muur met bogen. N. C. Uhde. gereconstru- 20 Het Forum Romanum 70 Grafmonument van Eurysaces. Falke. eerd, naar 71 Columbarium Codini. 21 dito 72 Forum Trajanum. tijdens de Republiek. 22 dito 73 Poort van S. Paolo met Pyramide v. naar 23 dito tijdens het keizerrijk, Cestus. Luckenbach. 74 Tarpeïsche rots. 24 dito Zuid- en Oostzijde, naar Hülsen. "''?5 ' Dito. 25 dito Noord- en Westzijde, naar 76 Cloaca Maxima. Schulze. 77 dito tegenwoordig. 26 dito reconstructie. 78 Regia. 27 dito dito \ 79 Zuil van Marcus Aurelius. 28 dito dito f ten tijde van 80 Tempel van Yesta 29 dito dito Constantinu.s. ( 81 Kasteel van St. Angelo. 30 dito dito ) 82 dito. 31 Colosseum uitwendig. 83 dito reconstructie. 32 dito 84 Yia Appia, graf der Curiatii. 33 dito met fontein op den voorgrond. 85 dito, Casae rotonda. 34 dito van den Palatijnscben heuvel af. 86 dito, reconstructie van Falke. 35 dito inwendig. 87 dito dito Bülow. 36 Colosseum, reconstructie. 88 dito, met graf van Cecilia Metella. 37 dito dito 89 Graf van Cecilia Metella. 38 Italiaansche tempel. 90 Campagna aquaeduct van Claudius. 39 Romeinsch-Korinthische bouwstijl. 91 dito aquaeduct landschap. 40 Kapiteel v. h. Lateraan. 92 dito dito 41 Palatijnsche heuvel overzicht. 93 Rome ten tijde van keizer Hadrianus, 42 dito van het Forum af. vogelvlucht reconstr. Falke. 43 Gebouwen op den Palatyn.schen heu- Falke. vel ten tijde van Keizer Hadrianus, 94 Circus Maximus reconstr. reconstructie. 95 Wagenrennen reconstr. volg. Falke. 44 Huis van Tiberius. 96 Kapitool tegenwoordig. 4o Paleis van Domitianus. 97 dito, trap en Dioskuren.

64 : :

binnenkant. 98 Kapitool, plein met het standbeeld 105 Trier, Porte Nigra, van Marcus Aurelius. 106 Nimes, Maison carrée. 107 Verona, uitwendige van het Romein- 99 Panorama van het kapi tooi af,modern. sche Theater. 100 Piazza del Popolo, het Romein- 101 Fontein op de Monto Pincio. 108 Orange, inwendige van 102 Kolonnade van de St. Pieterskerk sche Theater. en Vatikaan. 109 Hadriani Mausoleum. 103 Ponte Molle en Milvio. 110 Thermen v. Antonius. 104 Trier, Porte Nigra, buitenkant.

GD.* Meubelen. 101 platen.

Oad Oostersche kunst: 25 Koorbank (Perugia, Dom). 26 Kist uit ’t Strozzi-paleis te Florence 1 Egyptische sofa. (Beriyn). 2 meubelen: tronen, stoe- „ dood der Niobiden len, zitbanken. 27 Kist, met den 3 Egyptische stoelen. (Berlijn). 28 Schryfkast met klep (Beriyn). Xlassieke knust: 29 Klapstoel (Weenen). relief, 4 Stoelen van een Grieksch 30 Zetel (Beriyn). ouden tijd. 31 Kist, begin 15de eeuw. 5 Grieksche dames op stoelen gezeten. 32 „ eind 15de eeuw. 6 Grieksche meubelen, tafeltje. 33 Wand van een kist, eind 15de eeuw. 7 Grieksche zetels. 34 Schryfkast met klep, Florence +1500 aan 8 Kist uit de Grieksche graven 35 Kist der familie Strozzi, Forence 1512 de Krim. 3b n lol2 van „ „ „ n 9 Pompeji. Romeinsche meubelen 37 Kist. brons en marmer. 38 Bank Florence, midden 16de eeuw. gezeten. 10 Romeinsche dame op stoel 39 Kist 16de eeuw. 11 Atrium van een Romeinsch huis. 16de eeuw. 40 „ Noord-Italië, 16de eeuw. Christel, kunst. (Oud-Christel., By- 41 „ Venetië, zantynsch). 42 Kast, 16de eeuw. 43 Buffetkast, midden 16de eeuw. Middeleenwsch (Romaansch, Go- 44 Tafel, 16de eeuw. thisch. 45 Twee schemels, I6de eeuw. interieur. 12 Romaansch 46 n n en „ „ 13 Romaansche meubelen, zetels 47 Leunstoel, l6de eeuw. bedden, 11de en 12de eeuw. 16de eeuw. 48 „ Venetië, 14 Romaansche meubelen, banken. 49 Stoel Italië eind 16de eeuw. Stoel 15 Romaansch-Gothisch interieur. Duitschland 1607. 16 Vroeg-Gothiscbe kamer. 17 Gothische meubelen. Frankrirjk steenen 18 Italiaansche bisschopzetel ; Lod. XIV. zetel. 50 Bed. 19 Romaansche zetel en kast (Goslar, 51 Meubelen „ Halberstadt). 52 Slaapkamer „ 17de eeuw. 20 Twee Gothische kisten (Londen, 53 Meubelen Kensington). 54 Commode Lod. XV. Lod XV. 21 Leunstoelen (kasteel Pau. Weenen). 55 Bed, Lod. XV, Rococo. 22 Tafel en Z. Duitsche draaistoel 56 Étagère XVI. (Beriyn). 57 Salon. Lod. Stollenkast. Weenen. 23 Koorbank v. Görg Szrlin, Ulm. 58 59 Kast, stijl Hendrik II. Renaissance 60 Tafel, Weenen. Italië; (verder in bewerking) 61 Kast, Boulle (Louvre). Boulle, (Louvre). 24 Kast, zetels en tafel. 62 Kommoden,

65 : : :

63 Tafel, sbyl Lod. XI7, slot Bercy 83 Leuningstoel, 1794. Hamburg. (Louvre). 84 Kist. 1767. Westfalen. 64 Leunstoel, Batok, Lod. XIV (Milaan). 85 Kast, 15e eeuw. Lüneburg. 65 Vlakke scliryftafel, Rococo (Com- 86 Hangkast, 15e eeuw, Zuid-Duitsch- piègne). land. 66 Schrijftafel met klep. Rococo. 87 Kast, Neder-Rijn, 15e eeuw. 67 Kommode (Potsdam-Paleis). • 88 Kast, Westfalen, 15e eeuw. 68 Twee kommoden, lakwerk, Rococo 89 Credence, Keulen, 15e eeuw. (Parijs). 90 Credence, 15e eeuw, Neder-Ryn. 69 Consóle-tafel (Versailles). 91 dito. Leunstoelen (Parys). 70 Engeland 71 Schrijftafel met klep (Parijs). stoelen. 72 Kommode v. Riesner(Pontainebleau). 92 Chippendale 73 Cartouche. 93 Sheradon leunstoelen. 74 Kast V. Marie-Antoinecte (Versailles- 94 Kast (Londen). Klein-Trianon). Nederland 75 Schoorsteen-Lalande. 95 Stoel (Louvre). 76 Consoletafel (Parijs). 96 Twee Oud-Hollandsche Kasten. 17e Napoleon I (Fontainebleau). 77 Zetel eeuw. 78 Pronkkast van Marie Louise (Fon- 97 Oud-Hollandsche Kamer met wand- tainebleau). betimmering, 17e eeuw. Buitschlaud 98 Hollandsche Renaissance meubelen 79 Ontwerp schoorsteen van Hans Hol- naar ’t Barok toe. bein d. J. 99 Hollandsch interieur, 17e eeuw, naar 80 Kastdeuren uit Neurenberg (Berlijn). Dirk Hals. 81 Buffet, Zuid-Duitschland. 100 Hollandsche taverne, 17e eeuw. 82 Kast uit Neurenberg (Berlin). 101 Hollandsche kamer, 17e eeuw.

GE. ScUMerUen der 17"^ eeuw, HoU. School. Tetst yan C. L. yan Balen. S3 platen in — 35 buiten den tekst.

1 Rembrandt, Simeon in den tempel 15 Paulus Potter, Spiegelend koetje M.H. Mauritshuis Den Haag. Den Haag. 2 Rembrandt, Anatomische les Mau- 16 Frans Hals, De nar R.M. Amsterdam.

ritshuis. 17 „ „ Portret van Fr. Hals en 3 Rembrandt, Nachtwacht Rijksmu- vrouw R.M. Amsterdam. seum Amsterdam. 18 Frans Hals Oföcieren Oloveniersdoe- 4 Rembrandt, Portret van Frans Bruy- len Haarlem. ning, Cassel. 19 Van der Helst, Schuttersmaaltijd 5 Rembrandt, Titus, Parijs. R.M. Amsterdam. 6 „ Staalmeesters R.M., Am- 20 Jacob van Ruysdael, Noorsch land- sterdam. schap Nat. (3allery Londen. 7 Rembrandt, Het Joodsche bruidje 21 Hobbema, Watermolen. R.M. Amsterdam. 22 Jan Steen, Een vroolyk gezin R.M. 8 Rembrandt, Homerus M.H. Den Haag. Amsterdam. 9 Govert Flinck, Het feest van den 23 Jan Steen, St. Nicolaasavond R.M. Munsterschen vrede. Amsterdam. 10 Gerard Dou, De jonge moeder M.H. 24 Rembrandt, Zelfportret (als ofbcier Den Haag. M.H. Den Haag. 11 Ter Borgh, De guitaar-les National 25 Rembrandt, Zelfportret 1655 M.H. Gallery Londen. Den Haag. 12 Ter Borgh, De vaderlijke vermaning 26 Rembrandt, Dame met waaier 1641 Berlijn. Buckingh. pal. Londen. 13 Pieter de Hoogh, Moeder die kind 27 Rembrandt, Burgemeester Six 1645 kamt R.M. Amsterdam. Collectie Six Amsterdam. 14 Pieter de Hoogh, Buitenhuis R.M. 28 Rembrandt, Moeder van Six, 1641. Amsterdam. Louvre.

66 29 Rembrandt, De verloren zoon, 1688. 47 Metzu, De muziekliefhebber M.H. Ermitage Petersburg. 48 Rubens, Isabella Brant. 30 Frans Hals, Een vroolyk man. R.M. 49 Van Dyk. Sir Sheffield en vrouw. Amsterdam. 50 Holbein, Cheaseman. 51 Hals, N. Hasselaar. (Ryksmuseum;. 31 V. d. Helst, Kapitein Roelof Bicker, 52 Maria Voogt-Olycan. R.M. Amsterdam. „ „ 53 Vermeer, Vrouw lezend. 32 Rembrandt, David en Saul. M.H. 54 „ Keukenmeid. Den Haag. 5b Steen, Ziek meisje. (Rüksmuseum).

33 Rembrandt, Kruisafname. Munchen. 56 „ Papagaaien-koqi. 57 „ Dansles van een kat. Be volgende platen hehooren niet bij 58 Adriaan Brouwer, Boeren, (Eijksm.). den tekst: 59 Terborch, Helena v. d. Schalcke. „ 60 Oude spinnende vrouw. 34 Hals, P.' J. Olycan. (Mauritshuis). Maes, „ 61 Gebed. (Ryksm.). •35 „ Aletta Hanemans. „ „ 62 Jan v. Goyen, Gezicht op Dordrecht. 36 Vermeer, ld eisj eskopje, „ Grezicht Delft. (Ryksm.). 37 ,, op „ buiten. 38 Steen, Doktersvisite. „ 63 Wouwerman, Manege „ 39 „ Zelf te midden zijner familie. 64 Ruysdael, Haarlem. „ (Mauritshuis). 65 „ Molen by Wyk-by Duur- 40 Steen, Kippenhof stede. (Ryksmuseum). 41 Terborch, De dépêche. (Mauritshuis). 66 Rubens, Helene Fourment. 42 Prabritius, Goudvink. „ 67 Van der Helst, Bicker, Drost van 43 Paul. Potter, De Stier. „ Muiden. (Ryksmuseum). 44 Rubens, Hélène Fourment. „ 63 P. de Hoogh, De Provisiekamer. 45 Hals, Sint Joris Doelen. „ (Ryksmuseum). 46 „ Regentessen, 1664. „

6F. Rembrandt.

Tekst Tan Dr. Joh. de Jongh. 40 platen.

1 Zyn moeder met de zwarte sluier 20 Bruggetje van Six ets) 1645. (ets). 21 Winterlandschap 1646, Cassel. 2 Geldwisselaar 1627, Berlyn. 22 Dame met waaier, 1643. 3 Paulus in de gevangenis, 1627, 23 Elizabeth Bas, R.M. Amsterdam. Stuttgart. 24 Blinde Tobias, 1645. Berlyn. 4 Oude vrouw in lompen 1631 (ets). 25 Christus te Emmaus, Louvre. 5 Zelfportret 1629, M.H. Den Haag. 26 Honderdguldensprent (ets). 6 Simeon in den tempel 1632, M.H. 27 Christus predikend, 1650 (ets). Den Haag. 28 Barmhartige Samaritaan, 1648. 7 Zyn jongste zuster 1632. 29 Zelfportret, 1648 (ets). 8 Anatomische les 1632, M.H., Den 30 Titus, 165(). Haag. 31 Hendrikje Stoffels, 1652, Louvre. 9 Woonhuis Breestraat Amsterdam. 32 Zyn broeder, 1654. 10 Saskia, 1633. Cassel. 33 Zelfportret, 1654. 1654. 11 „ (teekening), Berlyn. 34 Burgemeester Six, 12 Zelfportret (als officier), 1634, R.M. 35 Zelfportret, 1657. Earl of Amsterdam. 36 „ (zittend) 1658, 13 Verjaging uit den tempel (ets) 1635. Ilchester. 14 Dood van Maria (ets) 1635. 37 Titus 15 Moeder van Jan Six, 1641. 38 Staalmeesters, 1661, R.M. Amsterd. 16 R.M. Amsterdam. Nachtwacht 1642, 39 Joodsch bruidje. 1668, „ „ 18 De windmolen (ets) 1641/2. 40 Zelfportret, 1668 Weenen. 19 Hooischuur (ets) 1641/2.

67 .

GG. Pompejl.

Tekst Tan Dr. J. A. Holwerda. 58 33platen, TjaarTan 33 in den tekst.

1 Gezicht op Napels en de Vesuvius. Straat met grafmonumenten. 2 Gipsafgietsels van lijken. 34* Huis van Pansa. 3 Porta Marina. 35* Napels, Panorama van Posilipo. 4 Forum. 36* Panorarna van Pompeji. 5 Basilica. 37* dito 6 Markthal (Macellum). 38* dito 7 Overzicht van Pompeji, van het 39* Amphitheater. Noorden af, Morusisstraat. 40* Huis der Yettiers tydens de uit- graving. 8 Overzicht van Pompeji. 41* Huis der Yettiers. 9 Theater. 42* peristylium. 10 Een straat. „ „ „ 43* met ver- 11 Kruispunt van straten. „ „ „ „ nieuwden tuinaanleg. 12 Een steeg. 44* Gaarkeuken, reconstr. naar Overbeck. 13 Huis met tweede verdieping. 45* Strada Stabiana. 14 Zuilenhof Isistempel. 46* Pompeji, Medea en haar kinderen. 15 Vóór den tempel van Isis. Huis der Dioscuren. 16 Binnenplaats in badhuis. 47* Pompeji, Iphigenia. 17 Stabiaansch badhuis. 48* Antilopenwedloop, huis der 18 Kleedkamer Forumbadhuis. „ Yettiers. 19 Vestibulum, huis van Barna. 49* Pompeji bloemenplukkende psychen. 20 Atrium. 50* Eroten als wijnverkoopers. 21 Zuilenhof, huis der Yettiers. „ 51* Nyilandschap onder het Muurschilderipg, Dirce aan de horens „ 22 Alexander mozaiek. van een stier gebonden. 52* Herculanum, Polyphemus en 23 Muurschildering, hanengevecht. Galathea. straf van Ixion. 24 „ 53* Reliefplan der tot nu toe uitgegraven 25 Muurschildering. deelen der stad. 26 Alexander Mozaik. 54* Oud-Pompejaansch huis, reconstr. n. 27 Kandelabers. Mace. 28 Onderstel rustbank. 55* Pómpejaansche woonruimte n. Stahl. • 29 Drievoet. 56* Uitbarsting van den Yesuvius van 30 Bakkerij het Observatorium af genomen. 31 Amphitheater. 57* Pompeji, Forum. 32 Herculaansche poort. 58* Straat.

QH. Antiek Beeldhouwwerk. Hierhij desgewenscht Denkmaler GriecMscher und Römischer Scnlptnr Ton Furtwagler nnd TJrliclis Ille Anfl. ïïandausgake.

1 Archaisch beeldhouwwerk, brood- 12 Belief Oostzijde.

kneedsters. 13 „ Westzijde. 2 Beeld van een vrouw, Acropolis mus. 14 Triton gevel. der 3 Moschophorus, Acropolis mus. 15 Delphi, fries van het schathuis 4 Necropolis v. Milete, vrouwenbeeld. Siphniërs. 5 Hieronda, kop van een vrouw. 16 Delphi Auriga. der Cnidiers, hoofd 6 Zeus en Hera. Metoop van Hera- 17 „ Schathuis tempel te Selinus. van een Karyatide. bronzen 7 Heroenrelief Chrysaps. 18 Apollo Didymeres (Louvre, 8 Archaisch, vrouwelijke figuur uit beelden uit Piombino. Samos. 19 Artemis van Pompeji, Napels. 9 A polio van Tenea 20 Grafstele, Athene op een lans steu- 10 Antenor. nend. 11 Harpyenmonument reliefNoordzijde. 21 - Demetria en Pamphile.

68 Grafstele Hegeso. 70 Parthenon, Westfries, twee jonge- lingen steigerende „ van Dexileos. op Artemis van Ephesus, Rome paarden.

Eleusinisctie góden, Athene, Central. „ dito, optuigen van een Museum. paard.

Omphalos Apollo. „ dito dito naar Elgin’s Aegina Aphaia tempel middelgroep afgietsel. westgevel (gek] ). „ dito jongeling staande Aegina, dito middelgroep, Oostgevel naast ’t paard, ruiter.

(gekl.). „ dito steigerende, ruiter, Aegina, dito Oostgevel, twee boog- krijger zyn sandalen aan- schutters. bindend.

Olympia, Zeustempel, gevelgroepen „ dito steigerend paard gerec. naar de afgietsels in het met ruiter er naast. Albertinum te Dresden. „ dito ruiters. Olympia, dito beeldhouwerk, Oostgev. „ dito voorbereidingsscène. Olympia, dito beeldhouwwerk West- „ dito twee stilstaande gevel. paarden, jongeling zijn Nice van Paionios. sandalen aanbindend. Zuidfries, runderen. „ „ gerec. „ Troon van Ludovisi middelrelief. „ dito, optocht met run- zyrelief. deren. „ „ ,. Doorn uittrekker (Rome). „ Noordfries, runderen. Esquilinische Venus (Rome). „ dito schapen. Beeld van een jongen manStephanus. „ dito hydrien dragende Myron Athene Frankfort. jongelingen. dito stoet van gebaarde „ Marsuas. „ mannen. „ Discuswerper. dito vierspannen met „ Idolino. „ Polukletos, Grewonde Amazone. Ajobaten. dito vierspan. „ Doruphoros. „ dito ruiters. „ Diadumenos. „ dito ruiters. „ Hera (Napels). „ Athene Promachos, brons-Acropolis, „ dito ruiters. museum. „ dito voorbereidingsscène. Athene Promachos, dito. „ Oostfries. archont Athene Lemnia. „ dito góden (links). 93 dito góden (rechts). 51 n ree. „11 94 dito Hermes, Dicnuso, 52 n ree. „11 Triptolemos. 53 » Bologna mus. Demeter, dito Nice. Hera, Zeus 54 Farnese, Napels. 95 „11

. en het eerste der stoel- 55 }) W meisjes. 56 „ Kop. dragende 57 Zeus, Archaische bronskop. meis- „ dito stoeldragende 58 Zeus van Otricoli. jes, priesteres, overname 59 Zeus, Dresden. van de peplos. 60 Phidias, Zeusbeeld in den tempel „ dite Poseidon, Apollo. ree. te Olympia, . met „ dito jonkvrouwen 61 Elische, munt met Zeus van Phidias. Thumiaterion, kannen enz. (Athen. Nat. Mus). 62 Athene, Parthenos leeuw, spuier. (Lenormant). „ 63 „ „ fries uit het Louvre. 64 Aspasia met helm van Athene. „ Kamee, dito. Carrey 65 Parthenon Teekening van Metoop, Centaur en Lapieth. van Oost- en Westgevel. „ „ dito Centaur. 66 „ Oostgevel. Theseus, de Kresilas, Athene van Yelletri. beide zittende vrouwen Iris. „ Perikles. 67 Parthenon, dito zittende vrouw, de Nike sandalen bindend. vloedgodinnen. Demeter van Knidos. dito 68 „ dito Nice. „ kop. van Knidos. 69 „ Westgevel, Kephisos, Aphrodite Asklepios Hygieia. „ dito kop.

69 , -

111 Hera Ludovisi. 161 Farnesische Hercules (Napels;.

112 Praxiteles, Apollo Sauroktonos. 162 „ „ van de achter Centocelli. 113 j; Eros van zyde gezien. 114 Hermes met Dionysos, 163 Hermes (Florence). heele figuur van terzyde. 164 Kapitolinische Venus (Rome).

115 n dito kop. 165 Venus de Medici (Florence), 116 n Psyche. 166 dito. Satyr met leeuwenkopje. 167 Yenus Yictrix (Brescia). 117 }) dansende faun. 168 Yenus van Milo. 18 77 119 Niobiden, zoon in den rug gewond 169 Yenus Anadeomune (Yat. Rome). en op een knie gevallen 170 Apollo V. Belvedère. (Overbeck). 171 Nyl. zonen 172 Mars met helm (Rome Lat.). 120 77 twee „ dochter 173 Rustende Ares. 121 77 „ Niobide Chiaramonte 174 Zeus van Verospi (Rome). 122 7) iRome Yat.). 175 Laokoon groep. moeder en dochter. 176 dito kop. 123 77 „ moeder, kop. 177 Bacchus met baard. 124 77 zoon, op den rug 178 Yuistvechter zittend. 125 77 gedoode liggend. 179 Nike van Samothrake. 126 Artemis, Gabii. 180 gerec. 127 Citherspelende Apollo. 181 Dionusus met panter (Napels). 128 Eirene met den knaap Pluto van 182 Hupnos kop (Brit. Mus.). Kephisodotas, Munchen. 183 Farnesische stier (Napels). 129 Artemis, Yersailles (Louvre). 184 Borghesische vechter (Louvre). 130 Medusa Eondanini. 185 Dionusos (Rome kapitool). 131 Aphrodite, kop. 186 Barberinische faun. 132 Lusippos, Apoxumenos, Rome. 187 Eros en Psyche. Rom.). 133 „ dansende facun. 188 Amazone (Yat. in rust. (Rome). 134 „ Alexander de Groote, ge- 189 Faun heele figuur. 190 Dioskuren (Rome). Zeusgroep. 135 „ dito kop. 191 Pergamum, dito ree. Tondeur. 136 „ satyr. 192 „ 137 Apollo, brons, Napels. 193 „ Aphrodite, Eros en Gi- 138 Terrakotta, drie gesluierde vrouwen. gant. 139 Twee Tanagrafiguurtjes (Parys, 194 „ Athene groep. Rothschild). 195 „ dito gerec. 140 Tanagrafiguurtje met groote hoed 196 Alexander-Sarcophaag, Alexander, en waaiér. slag. dito gekleurd, Luckenbach. 141 „ vrouw zittend. 196a „ Sarcophaag, leeuwenj acht. 142 „ met een spiegel 197 Alexander ’t haar opmakend. 198 Sarcophaag met klaagvrouwen. 143 Twee terrakotta figuren staande en 199 Romeinsche man en vrouw. zittende vrouw, Berlyn. 200 Offerende Romein. 144 Jongelingsfiguur en 2 Nicen van 201 Juno Sospita. marmer. 202 Marcus Aurelius zuil, uittocht van 145 Gedoode A.mazone. Marcus Aurelius. legerplaats. 146 Stervende Galliër. 203 „ Keizer in zyn 147 Menelaos en Patroklos (Florence). 204 „ gevangen vrouwen. voor 148 Galliër zyn vrouw doodend. 205 „ Aurelius offer brengend 149 Orpheus, Eurudice, Hermes. een tempel. 150 Zeus (Napels). 206 Trajanus zuil, bestorming der Daci- 151 Meleager. sche hoofdstad (teek.) 152 Jongen met gans. 207 Trajanus zuil, Daciër slag. 153 Dansende Maenade. 208 Triomfboog van Titus, buit van den 154 Slijper. tempel van Jeruzalem. 155 Bikkelspeelster. 209 Triomfboog dito. 156 Farnesische zwaardrechter. 210 Homeros (Rome) kap. mus. 157 Bacchusdragende faun. 211 „ (Napels). 158 Ceres (Rome). 212 Sophocles. 159 Torso (Belvedere Rome). 213 Sokrates (Rome mus. d. Termen). 160 Antinoos (Kapitool Rome). 214 „ (Yat).

70 215 Sokrates (Napels Nat. mus.) 224 Aristoteles. 216 Perikles (Londen). 225 Augustus (Yat). 217 Aeschines. 226 Aesopus. 218 Euripides (Vat. buste)., 227 Cicero. 219 Demosthenes (Yat.) 228 Cae.sar (buste Napels). 22ü Plato. 229 Trajanus. 221 Thucidides. 230 Germanicus (met schildpadje). 222 Scipio africanus. 231 Aedilis (Rome). 223 Seneca (Napels). 232 Basreliëf Forum Roman um.

GI. Oud^Griekenland. Tekst Tan Dr. Holwerda. 51 platen.

1 Overzicht van Athene. 29 Akropolis. Yrouwenfiguur. O Akropolis uit ’t Oosten. 30 Standbeeld van Antenor. 31 Stervende Galliër (Rome, Kapitool). 3 „ van het Z.0. met Olum- Wijgeschenk van pieion. 32 n )i koning Attalos (Yenetie). 4 „ van het Westen. 33 den knie zinkende strijder. 5 Opgang naar de Acropolis. Op 34 Dionusos-theater. 6 Al^opolis, Propylaien. 35 Herodes-theater, van binnen. 7 . Parthenon, noordzpde. 36 van buiten. 8 oostzijde. „ „ , „ 37 Zeustempel. 9 westzijde (reconstructie). „ 38 Theseustempel van Z.W. 10 oost- en westgevel. „ 39 Olumpia, vel d met opgegraven ruines. 11 oostgevel (Britsch. mus.). „ 40 Zeustempel. 12 detail oostgevel: twee „ „ 41 reconstructie der gebouwen vrouwen (Britsch mus.). „ op het veld. 13' „ westgevel „ „ 42 „ reconstructie Zeustempel. van fries. 14 „ gedeelten 43 gevelgroepen van Zeus- oostzijde. „ 15 „ „ „ tempel. 16 „ detail fries (Br. mus.). 43& „ westgevel van Zeustempel. : Zeusgroep. 17 „ oostfries 44 Oostgevel Zeustempel, mid- westfries: twee ruiters. „ 18 „ delgroep (reconstructie van 19 Gymnastische oefeningen, Amphora, Treu). (te Leiden). achterkant 45 Elische munt, waarop Zeus van Athena Lemnia, Phidias (Dresden). Phidias. 23 „ Parthenos, Phidias fBerlyn). 46 Zeus van Otricoli (Yaticaan). 24 Beeld van Athena Parthenos. 47 Olumpia, Nike van Paionios. ’t N.0. 25 Erechtheion van 48 „ Heratempel. 26 met Caryatiden v. Z.0. Praxiteles. „ 49 „ Hermes van 27 Caryatide, Erechtheion. 50 ,, kop. 28 Tempel van Athene Nike, van het 51 Aphrodite van Knidos (Yaticaan). (verz. oosten. 52 „ kop (Berlijn) Kaufman).

GJ. Preller’s Tooneelen uit de Odnssela. 9 platen (gekleurd).

1 Odusseus en Leukothea. 7 Odusseus ontvangt van Hermes het molu, dat hem beschermen zal 2 „ wordt door de nimpfKalupso naar zjjn vaderland gezonden. tegen de tooverkracht van Kirke.

3 Kalupso’s afscheid van Odusseus. 8 De tochtgenooten • van Odusseus 4 Odusseus en Nausikaa. maken zich meester van de run- 5 De stryd met de Ciconen. deren van Helios. Odusseus vaart weg uit het land der 6 , 9 Odusseus by Eumaios. Kuklopen.

71 CK. John Flaxman’s Illustraties hjj Schwab’s sagen des klass. alt.

Naar de uitgave van Ernst Beutler (Inselverslag Leipzig 1910).

Hesiodos’ werken 1 — 19. „ Theogonia 20—36. Homeros Ilias 37 — 75. „ Odusseia 76—109. AescUiilos Geketende Prometheus 110—115.

„ Omhulp smeekenden . 116—121. „ De zeven tegen Tkebe 122—125. „ Orestes Trilogia . . . 126 — 139.

,, He Perzen 140 — 143.

1 Hesiodos onderwijst den jongen 20 Theogonia. Hesiodos weidt op den Perses. Parnassos de kudden. Hij luistert

2 Pandora-lied : Hermes geeft Pandora naar de Muze die de Goden roemt. de list en het bedrog mee, Athene 21 De muzen reiken Hesiodos eenlau- bekranst haar. riertwijg en schenken hem de 3 De Chariten tooien Pandora met kunst van het gezang. juweelen, de Horen met bloesems. 22 Zeus luisterend naar het spel der 4 Pandora bewonderd door Goden en muzen. menscben. 23 Hesiodos begint het lied van den 5 Pandora door Hermes naar de aarde macht der Goden: in den beginne gevoerd. was Chaos en Erebos (duisternis) 6 Epimetbeus, hoewel gewaarschuwd en Eros (liefde) en Nux (nacht). door zyn broeder Prometheus voor 24 De geboorte van Aphrodite. de geschenken der Goden, ont- 25 Aphrodite Anaduomene, de godin vangt Pandora uit de handen van stijgt uit de zee op, links en rechts Hermes. een Triton, boven Eros enHimeros. 7 Pandora opent de doos, waarin het 26 Aphrodite te midden der hemelingen. lyden en de kwalen opgesloten 27 Zeegoden; Nereus en Doris, de doch- waren, slechts de hoop blijft achter. ter van Okeanos, als ouders der 8 De tijdperken: de gouden eeuw. De Nereiden.

menschen leven even gelukzalig 28 De monsters der Theogonia : Sphinx, als de Goden. Tuphaon, Echidna, Chimaira, Geru- 9 Na den dood wandelen de menschen ones en de Hudra van Lerna. uit de gouden eeuw als zegen- 29 Astraios en Eros, de ouders der brengende geesten over de aarde, winden. de goeden beschuttend, de boozen 30 Kronos doodt zyn eigen kinderen, bestoaffend. om niet eenmaal door hen van 10 Het zilveren tijdperk. De menschen den troon gestooten te worden. trotseeren de Goden en weigeren 31 De jonge Zeus is voor de woede de offers. van zijn vader Kronos verborgen 11 Het ijzeren tijdperk. De menschen bij Gaia, de aarde, en wordt be- vallen roemloos door eigen hand. hoed door Oeranus, de hemel. 12 Het ijzeren geslacht. Vuistrecht en 32 Zeus bevrijdt den broeder zyns onrecht heerschen. vaders, dien dezen bevreesd voor 13 Schaamte en ingetogenheid vluchten zijn kroon gebonden had. naar den Olumpos. 33 Strijd tusschen Goden en Titanen. 14 De gerechtigheid door de hoogmoe- 34 De zonen van Oeranus, Briareos, digen verstooten Kottos en Gues aan de zijde der 15 Smart en plagen door Zeus gezonden. Goden tegen de Titanen strijdend. 16 Voorspoed der goeden. Hades, 17 Boerenspreuken van Hesiodos De 35 De onderwereld, het rijk van opgang der Pleieden, oogsttijd. Erinnuen, Cerberos, Hades, Perse- phoneia, Harpuien en Dood. 18 De ondergang der Pleiaden, zaaitijd. vaatwerk het 19' Zalig hij die de leeringen van het 36 Iris in een gouden dichtwerk, de geboden en vogel- water van de stux, waarbij de teekens eert. Goden zweven, scheppend. .

Hephaistos om nieu\ye B7 Homeros, Ilias. Homeros de muzen 66 Thetis smeekt aanroepend. wapens voor Achilles; Thetis. Charis, Hephaistos. 38 Acliilles die tegen Agamemnon het de wapens zwaard trekken wil, tegengehouden 67 Thetis die haar zoon door Athene. van Hephaistos brengt. góden trekken ten strijde. 39 Briseis, door Patroklos aan de He- 68 De rauten gegeven: Achilles, Patrok- 69 Achilles in stryd met den Stroom- links naar rechts: Ska- los, Briseis en de Herauten. god; van Achilles, Simois. 40 Thetis Briareus te hulp roepend mander, achter tegen de vertoornde góden. 70 Andromache ziet dat Hektor van Achilles gesleept 41 Thetis Zeus de overwinning afsme- den zegekar kend voor de Trojanen. wordt. blazen in de vlammen 42 Zeus den God der droomen naar 71 De winden Agamemnon zendend. op den brandstapel om Patroklos. het lyk van Hektor 43 Aphrodite, Helena van den muur 72 Achilles met weglokkend. achter zijn wagen. oordeel van Paris; Hermes, 44 Helena door Aphrodite naar Paris 73 Het Aphrodite, Eros, Athene, geleid om den door Menelaos over- Paris, wonnen gemaal te troosten. Hera. vordert Prianios op zyn zoon 45 Godensamenkomst In het midden 74 Iris onder Zeus de godheid van den Hektor te bevryden. verbranden van Hector. berg Olumpos. 75 Het Odusseia. Peneiope verlaat 46 De verwonde Aphrodite door Iris 76 Homeros vader en volgt Odusseus naar naar Ares geleid. haar Ithaka. 47 Ares door Otos en Ephialtes gebonden Zeus, Athene en Hermes beraad- 48 Diomedes in stryd met Ares, Dio- 77 over den terugkeer van medes, Athene, Ares. slagen Odusseus. 49 Hector het nietsdoen van Paris be- zweeft van den Olumpos straffend. 78 Athene naar Ithaka, om Telemachos op 50 Hectors afscheid van Andromache. te wekken zyn vader te zoeken. 51 Hector en Ajax, door de Herauten Phemios zingt voor de gescheiden. 79 De zanger vryers. 52 Hera en Athene komen van den Olumpos om de Grieken te 80 De vrijers verrassen Peneiope, ter- helpen. wijl ze ’s nachts uitrafelt, wat 53 De Horen de rossen voor Hera’s ze overdag geweven heeft. wagen losspannend. 81 Athene in de gedaante van Mentor 54 Het gezantschap der vorsten voor met Telemachos. In Pulos geland Achilles; Patroklos, Achilles, Odus- gaan ze naar de koningsburcht seus, Ajax, Phoenix en Herauten. van Nestor. 82 Nestor offert een stier aan Athene. 55 Diomedes en Odusseus, met de ros- Iphthime verschijnt haar zuster sen van Rhesos terugkeerend. 83 Peneiope troostend in den droom. Zeus naar de schepen 56 Eris door 84 Kalupso ontvangt door Hermes het gezonden. bevel Odusseus vry te laten. 57 Poludamas Hector radend den storm- 85 Leukothea Odusseus de reddende loop te voet te doen. sluier reikend. balworp naar 58 Poseidon over de zee rydend. 86 Athene richt Nausikao’s 59 De Nacht die den Slaap verbergt voor zee. Zeus. woede. 87 Nausikao gevolgd door Odusseus rijdt naar de stad der Phaiaken. 60 Ajax, de schepen verdedigend. 88 Odusseus in het paleis. Hy gaat by 61 Slaap en Dood (gevleugeld) den den haard zitten en vraagt Ko- dooden Sarpedon naar Lukien ningin Arete om hulp by zyn dragend. terugkeer. Patroklos. 62 De strijd om het lyk van 89 Demodokos zingt voor Odusseus over terugstuurt 63 Thetis die de Nereiden den oorlog van Troia. in het water. 90 Odusseus by Polyphemos. 64 Hera gebiedt Helios een eind te 91 De Lastrigonen. maken aan den dag. 92 Odusseus by Circe. Hy weigert spijs zyn makkers 65 Thetis en Eurumone zorgend voor en drank zoolang den kleinen Hephaistos. niet verlost zyn uit detooverban.

73 93 Odysseus in de onderwereld. 121 Humnos op Aphrodite. 94 Het morgengloren. 122 De 7 vorsten den ondergang van 95 De Sirenen. Thebe zwerend (Adrastos, Polu- 96 Skulla en Charibdis. neikes, Kapaneus, Parthenopaios, 97 Lampetia meldt den Zonnegod wat Amphiaraos,Hippomedon,Tudeus). runderen geschied is er met zijn 123 Het koor der Thebaaiische vrouwen Ithaka. 98 Odusseus op biddend in den tempel. 99 Odusseus komt als bedelaar by den een twee- varkenshoeder Eumaios. 124 De broeders, vallend in strijd, door Apollo’s ingrypen geboorte- 100 Eumaios vertelt van zijn (Poluneikes dan Eteokles, Apollo). grond. Daar is de dood zonder over Eteokles en Polu- smart, Apollo en Artemis bevryden 125 Rouwklacht neikes, (links een gestalte van het door heilige pylen de ouden van Ismene, Antigone, Polu- dagen. koor, dan neikes, Eteokles, en de Heraut). 101 Odusseus krygt door Athene zijn de muze. ware gedaante terug, opdat Tele- 126 Aeschulos en machos hem herkennen zal. 127 Menelaos ziet in den droom zyn ontvoerde gemalin. 102 Odusseus in zynkoningsburcht. Zyn oude jachthond herkent hem en 128 Agamemnon’s terugkeer, begroet sterft. door het koor. 108 De bedelaar Iros wordt gedwongen 129 Klutemnaistra by de lijken van tot een vuistgevecht met Odusseus. Agamemnon en Kassandra, het koor klagend over zyn Koning. 104 Odusseus wordt herkend door de Eurukleia. 130 Orestes en Pulades, een lok offerend by het graf van Agamemnon. 105 De dochters van Pandareos worden door de Harpuien geroofd. 131 Elektra met koor, geschenken brengend naar het graf van Aga- 106 Penelope brengt de boog voor den wedstrijd aan de vryers. memnon. Elektra die haar broeder herkent 107 De dood der vryers. 132 aan zyn gewaad, dat door haarzelf 108 Penelope herkent haar gemaal. geweven is. 109 Hermes voert de zielen der vryers naar Hades. 133 Orestes by de lyken van Aigistro en Klutemnaistra, (rechts een ge- 110 Tragediën van Aeschnlos: Hephais- stalte van het koor). tos. Kratos en Bia binden Prome- theus. 134 Orestes, overvallen door de Erinues. 111 Hephaistos, Kratos en Bia binden 135 Phoebe, die het Delphi’s orakel geeft Promethéus. aan den pasgeboren Apollo (Phoebe, de tweelingen Apollo en Artemis, 112 De Oceaniden zw(ynmen naar den gebonden Prometheus. hun moeder Leto). 136 Orestes te Delphi Apollo smeekend 113 Oceanos nadert Prometheus, die om redding (links en rechts de omgeven is door de klagende Erinues in slaap'. Oceaniden. Erinues door de schim van verneemt in droombeelden van 137 De 114 lo Klutemnaistra opgeschriktwekken Zeus’ liefde. elkaar; de schim verdwynt. 115 Prometheus door Zeus in den afgrond Erinues werpen den schuldige gestooten. 138 De in den afgrond. 116 Het Danaidenkoor om bescherming Athene verzoent de Erinues (de smeekend voor de godenbeelden. 139 rechters, Orestes, Athene, Apollo, 1 17 Humnos van de overwinnende macht de Eumeniden. van Zeus. 140 De Dag van Salamis opstijgend aan aan 118 Smeekenden om bescherming den morgenhemel. het altaar. 141 Atossa’s droom, de nederlaag van 119 Gebed voor Zeus. haar zoon Xerxes voorspellend. treedt den Heraut der 120 Pelasgos 142 De slag bij Salamis. Egyptenaren tegen, die de Danaïden van het altaar sleuren wil. 143 De treurende Asia.

74 Tekst van Dr. P. A. A. Boeser. 51 platen.

1 Leisteenen palet. 26 Tempel te Luxor. Beeld van Ram- 2 Pyramide. ses II. gezien, 2a „ . in doorsnee 27 Relief mef schip. Den-el-bahu. van Cheops te Gizeh bij 3 „ 28 „ van vorst en vorstin, Cairo. 29 „ van den tempel van Sethos I. 4 Sfinx te Gizeh. 30 Zuilenrij van het Ramesseum. 5 Eelief landbouwtafreel. 31 Eelief van het graf van Seti I, Sennofer Schepen. 6 „ van het graf van Hetept. 32 Graf van 7 Bronzen beeld van Koning Mer-en-re. 33 Vloer uit het paleis van Amenhotep 8 Beeld van Prins Ra-hotep en zijne IV (ontbreekt). vrouw. 34 Relief uit het paleis van Amen- 9 Houten beeld, Scheich-el-belech hotep IV. 10 Beeld van een schrijver. 35 Beeld in kalksteen. 11 Kalksteenen beeld van een dwerg. 36 Kolossen van Memnon. 12 Sarcophaag van Chufu-anch. 37 Beeld van de Godin Sechemet. 13 Papyruszuilen met gesloten knoppen. 38 „ „ Thutmosis III (ontbreekt). 14 Graf te Beni-Hasan. Gevel met Senmut. 39 . „ „ proto-dorische zuilen. 40 Houten beeldje. 15 Relief van graf te Beni-Hasan. 41 Kapiteel met het hoofd van Hathor. 16 Beeld van Koning Sesostris I. Tempel van Bubartis. 17 Hyksos-sfinxen. 42 Relief van het graf van Maja. 18 Beeld van een bierbrouwer. 43 Lijkbeeldenkistje (ontbreekt). 19 Toiletkist van Koningin Mentur- 44 Denderah. Voorgevel van den Hotep. Hathorttempel, 20 Roeischuitje, 45 Relief. Ptolemaeus en Cleopatra 21 Gouden borstsieraden. Opgravingen voorstellend. Daschur. van 46 Zuilen van den tempel van Etfoe. 22 Relief uit den tempel van Karnak 47 Portaal van den tempel van Karnak. (ontbreekt). 48 Beeld uit den Grieksch-Romeinschen 23 Karnak groote zuilenzaal. tijd. Obelisk van Koningin Hat- 49 Beeld uit den Grieksch-Romeinschen 24 , „ chepsul. tijd Hor-si-nebef, 25 Tempelhof te Luxor. 50 Portret op linnen. Griek.-Rom. tyd.

GM. * Baliylonlë — Assyrlë — Perzlë.

1 Cbaldeesche tempel ree. Chipiez. 15 Nimrud. Beeld van een man N. W. 2 Tempel binnenplaats. ruïnen. 3 Nippur graf met urnen. 16 „ Belegeringsscene met aan 4 Toren van Babel. de paal gespieste gevange- 5 Leemcylinder der Nubaniden van nen. Babylon. 17 „ relief Boom des levens. 6 Babylonische stele. 18 „ Assyrische wagen v.Murray. 7 „ cylinder. 19 „ Ornament paleis. 8 Hangende tuinen van Semiramis. 20 Chorsabad, paleis v. Sargon, 9 Leeuw van Babylon tegels. 21 „ „ harem binnenplaats. 10 Nimrud. Koningspaleis. 22 basrelief-Schip in een paleis van Assurnai’ipal. „ 11 „ rivier, 12 Portaalfiguur Stier van As- „ basreliëf Leeuwendooder. surzirpal Louvre. 23 „ 24 Kujundjik, relief Gevechtsscène ara- 13 Leeuw Brit. Mus. „ bische kameelrijders. 14 „ Obelisk van Salmanassar Londen. 25 „ portaal figuur.

1

52 Kapitolinische duiven. 61 Pompeji, lampenkandelaber met hang- 53 Stuckplafond, grafkamer Via Latina. lampen, huis V. Diomedes. Muurfresco. Berlpn. 54 62 „ tafel en stoel, brons. 55 Plafond met bandornament. 63 „ „ „ zetel, „ 56 Pompeji; Kolenbekken en gereed- tafel. 64 „ „ voet van een schap voor verwarming. 65 „ altaar en drievoet van mar- ' 57 „ lepels, messen, koekvormen. mer. Hildesheimer zilverscbat, groote 58 66 Napels, twee rustbedden. krater. 67 drievoet. Boscoreale, lauwerbeker, platanen- „ 59 68 kandelabers van marmer. beker, zoutvat uit Bernay, beker „ proconsul, brons. mythologische voorstellingen. 69 Eerenzetel van 60 Pompeji, kandelabers, weegschaal, 70 Romeinsche glazen. "Wiesbaden, Al- tafel en lamp. lert. Mus. 9

CR. * Vroeg^ClirlsteUjk ByzanUjnsciie ArcUtectnnr.

-1 Kaart van Rome en omgeving waarin 22 Goede Herder begraafplaats van de plaats der Katakomben aan- Domitille midden 4de eeuw. gegeven. 23 Beeld van de Goede Herder, Rome 2 Ingang, begraafplaats S. Callisto. Lat. Mus. 3 Grondplan dito. 24 Paradys met de Goede Herder en 4 Cubiculum dito. üitverkorenen. Begraafplaats Via 5 Atrium dito. Ostiense. einde lilde eeuw. 6 Capella greca. Sa Priscilla. Van rechts naar links: 7 Pauskrypt. tegenwoordig, 1. De Goede Herder voert een ziel b dito gereconstreerd. den hemel binnen. Eros. begraafplaats van Domitille 2. De ziel — een orante — be- 2de helft iste eeuw. schouwt vol verrukking het 10 Okeanos. S. Callisto iste helft, IVde hemelsch verblijf. eeuw. 3. De Goede Herder melkt een IL Orpheus. S. Callisto 2de helft Ilde schaap — de melk is het sym- eeuw. bool der hemel sche genietingen. 12 Plafond schildering Sa Lucina. Iste 25 Vibia wordt in het paradys binnen Ildo eeuw. geleid. Hier genieten de uitver- 13 Eucharistische visschen l^te helft korenen de hemelsche maaltyd. 1 eeuw. Sa Lucina en Mozes het Pretextatus begin IVde eeuw. water uit den berg slaande. 26 Veneranda in het paradijs binnen- 2de IVde S. Callisto, einde 4de eeuw. geleid, Domitille helft 11 Geschiedenis van Jenas S. Callisto eeuw. einde Ilde eeuw. 27 Maria met het kindeke Jezus? S^^ 15 Doop Sa Lucina. Samaritaansche by Priscilla 2de helft lilde eeuw. de bron. S. Callisto. 28 Christus troon ende temidden der berg slaande. 16 Mozes het water uit den Apostelen. Midden 4de eeuw. Domi- Drie jongelingen in den vurigen tille. oven uit Sa Priscilla. 29 Christus San. Pontiano, Vide, Yllde 17 Aanbidding der Wyzen Sa Priscilla eeuw. St. Pollion, St. Marcellinus 18 Bespotting van Christus S.Pretestato en St. Pieter. San Pontiano, einde 19 Doodenmaal. S. Pietro en S Marcel- Vde eeuw. lino. iste helft 4de eeuw. 20 Vyf orante Sa Sotera. (orante — 30 Sarcophagen. 1. met strigilen motief meestal een vrouweiyke figuur in en medaillon der afgestorvenen. biddende houding, de armen half Rome Mus. Lat. 2. met bas-relief, opgeheven: het symbool van de geschiedenis van Jonas, lilde eeuw. ziel, of ook wel de voorstelling Rome, Mus. Lat. der uitverkorenen). 31 dito 1. Sarcophaag van Valbonne. 21 Orante Vigna Massima l'>te helft 2. Sarcophaag met basrplief tegen 4de eeuw. architectorischen achtergrond.

78 32 Sarcophagen. 1. Sarcophaag met de oude testament in omgeving van Goede Herder in omgeving van antieke pastorale antieke pastorale; amortjes die 56 Mozaïeken van het ringvormig ge- druiven plukken. welf mauroleum vanSt. Constantia. 2. met de geschiedenis van Jonas. 57 Apsis mozaïek van St. Pudentiana 3. met het te versieren vlak door Rome. Christus troon ende te architectonisch ornamentin vakken midden der apostelen; op den verdeeld, waarbinnen de personen achtergrond het hemelsche Jeru- gf>groepeerd in het midden het salem; Golgotha met het Kruis ; Cdristus-monogram, alle Kome einde IVde eeuw. Mus. Lat. lilde en IV de eeuw. 58 Mozaïeken. Apsis mozaïek uit de 33 Sarcophagen. 1. Sarcophaag v.Orestes basiliek van St. Cosmius en St. Rome Lat. Mus. Ilde eeuw. Damianus. Rome begin 6de eeuw 2. Sarcophaag met architectonisch St Cosmius en St. Damianus wordt décor. Rome Lat. Mus. 4de eeuw door St. Pieter en St. Paul ten 34 Sarcophaag van Junius Bassus. hemel geleid en voor Christus 35 Sarcophagen. Rome Lat. Mus. de gevoerd. compositie ineengedrongen in 1 59 Ivoren Koffertje uit Brescia, met of 2 onafgebroken banden. voorstellingen uit het oude en 36 Sarcophaag genaamd de Theologische nieuwe testament. Sarcophaag Rome Lat. Mus. 60 Basiliek van St. Denietrius, Salonike, 37 Bronzen lamp uit de katakomben. inwendig, Vde eeuw. 38 Grondplan St. Clemente Rome. Basiliek van Parenzo, uitwendig, 39 Voorgevel St. Laurentiiis buiten de schip en koor. muren Rome. Geb. begin Vde eeuw, 61 Basiliek van Tourmanin, front met gerec. XlIIde eeuw. 2 torens. 40 Grondplan St Paul buiten de muren Basiliek van Kalb-Louzeh, apsis., Rome. Geb. 386 gerec. Xllde eeuw. Syrië, 6de eeuw. 41 Binnenordonnantie St. Clemente. 62 Ruïnes der Basiliek van Daonleh,

42 „ St. Paul buiten waarvan te zien de koorafsluiti'ng de muren Rome, naar ets van en de binnenordonnantie. Pirancsi. 63 St. Michael van Selleh, uitwendig. 43 Dito, foto. Koepelkerk. 44 Dwarsdoorsnede -door transept St. Ruïne der Basiliek van Khorgdz, Paul buiten de muren Rome. waarvan het gemetseld tongewelf 45 Voorgevel dito. Na de herbouw, ets van het middenschip nog te zien is. van Pirancsi. 64 Plan der Basiliek v. Bin-Bir Kilissé. 46 St. Maria Maggiore. Rome. Geb. 65 Plan der Koepelkruiskerk v. Bin-Bir midden IVde eeuw, herbouwd Killissé. midden Vde eeuw. 66 St. Sophia te Salonike. Koepelkerk. 47 Ingang naar het atricem va.n St. 67 St. Sophia te Constantinopel, grond- Agnele buiten de muren Rome. plan, begin van den bouw 532.

Geb. 324, herbouwd onder Pius IX. 68 • dito uitwendig. 48 Basiliek van S. Pieter gereconstr. 69 dito dwarsdoorsnede. 49 Ontwikkeling der basiliek uit het 70 dito arkade in 2 verdiepingen. antieke huis. 71 dito kapellen. 50 Gewelf constructies van Pantheon 72 St. Marco, Venetië, grondplan met Minerva Medica Thermen van oorspronkelijk plan. Diocletianus en St. Constantia. de 73 dito . gevel, 13 eeuw. 51 Doorsnede door de gereconstrueerde 74 dito tegenwoordige gevel. basiliek van Vetruvius. 75 dito inwendig. 52 Grondplan eener antieke privé 76 dito ingang. basiliek (Hadriana). 77 dito Abraham, mozaiek. 53 Vroeg christelyke Kapiteelen uit 78 St. Sabine te Rome, 4 paneelen van Ravenna. de deur, midden V^e eeuw. 54 Mausoleum vamSt. Constancia Rome 1. St. Sabrina hemelvaart. met cirkelvormig grondplan, het 2. Kroning van St. Sabrina. ringvormig gewelf. 3. Hemelvaart van Elias. 55 Mozaïek van de koepel van het 4. Basiliek met heiligen. mausoleum van St. Constancia 79 1 dito, klein paneel, Christus aan (teekening) voorstellingen uit het het kruis.

79 80 Troon van Ravenna, waarschynlijk 92 dito inwendig. Vide eeuw. 93 dito mozaiek, voorstellende liet 81 Diptiek van ivoor, Mus. Berl., Chris- paleis van Theodorik? tusschen St.Rieter en 94 dito mozaiek, voorstellende; 1. de 88 tus gezeten St. Paul. Judaskus. 2. stoet van heiligen. 82 Consulaire diptiek, ivoor, begin 95 Ravenna. S. Apollinare in Classe, Vide eeuw. begin Vide eeuw. Koor met portiek. Ivoren Byzantijnsch koffertje. Vide 96 dito grondplan met dat van S. Agathe, eeuw, 4 kanten basreliëfs, voor- S. Spirito en S. Apollinare Nuvro. stellende Centauren, krygers enz., 97 dito doorkyk door het middelschip rozet ornament. naar het koor. Tripliek van Harbaville, Aniiens, 98 Ravenna S. Vitale begin Vide eeuw Xde eeuw. grondplan. 84 Miniatuur uit de Genesis te Weenen, 99 dito koepelruimte. Vide eeuw, Rebekka—Eliezer. 100 dito inwendig het mozaiek boven 85 Miniatuur uit Evangelium v. Rossano. de arkaden, stelt voor; Abraham 1. Oordeel v. Pilatus. de hemelsche boden ontvangende 2. Christus communieert de Apos- en Abrahams offer. telen. 101 dito mozaiek, voorstellende Theodora 86 Ravenna. Mausoleum van Galla met gevolg. Placidia, midden Vdo eeuw. 102 dito mozaiek, voorstellende Justi- 87 Ravenna. Gezicht op het mausoleum nianus met gevolg. van Galla Placidia en de S. Vitale 103 dito teerlingvormig kapiteel. Vde eeuw. 104 dito Mausoleum van Theodorik. 88 De Goede Herder. Mozaiek in het 105 dito Sarcophaag in de S. Apollinare Mausoleum van Galla Placidia. in Classe met pauwen en het Ravenna. S. Giovanni in Fonte, in- 89 Christus monogram. wendig Vde en Vide eeuw. 106 S. in 8ste om- 90 Koepelmozaiek der S. Giosanni in Maria Cosmedin eeuw Ido Ponte. bouw, 1 eeuw gevel. Campanile. 91 Ravenna. S. Apollinare Nuvro. Vide 107 dito inwendig voor de restauratie. eeuw gevel met ronde campanile. 108 dito na de restauratie.

GS.* Romaanscli. De platen gemerkt (Ey.) zyn genomen nit: Henri Evers, De Architectuur in hare Hoofdtijdperken.

\

1 Milaan. S. Ambrosius Kerk, atrium, 12 Pisa. Domplein met Dom, Baptiste- (Sste—iode eeuw). (Ev.) rium en Campanile, einde 11 de eeuw la dito uitwendig, atrium en begin 12de eeuw. voorgevel van bovenaf ge- 13 Palermo. Dom vanaf Z.W., 12de eeuw. zien. 14 „ Palatynsche Kapel, inwend. 2 dito inwendig. 14a dito Koepel, mozaiek. 3 dito lengte travée. (Ev.) 15 Amalfi. Dom met Campanile. 9

80 25 Paray Ie Monial. Kerk, einde lldo be- 40 Verschillende Romaansche torens, gin l'2de eeuw. naar Gugel. 23 Lyon. St. d’Aynay, Schip van de Marie 41 Santander. St. Maria, vroeg Ro- de 11 eeuw. maansch, uitwendig. 27 dito raam met archivolt. „ 42 „ dito inwendig. 28 Aylnay. Archivolt van de St. Pierre. 43 Barcelona. Kloostergang. 29 Chandenier. Schip der kerk. 44 Estella (Spanje). Kloostergang. 30 Nevers. Schip en transept der St. 45 Zamora (Spanje). Kerkportaal. Etienne, 11de eeuw. 46 Spiers. Dom, koor en zy gevel, 13de 31 Fénioux. Kerkje, 12de eeuw. eeuw. (Ev.) 32 Périgneux. St. Front, 12de eeuw, in- wendig. 46a „ dito westgevel.

33 „ dito grondplan. (Ev.) 47 „ dito lengtedoorsnede. (Ev.) 34 Angoulènie. Kathedraal, 12de eeuw, 48 „ dito grondplan. (Ev.) met sterk geornamenteerde voor- 49 Lippoldsberg. Kloosterkerk, inwendig, gevel. einde 11de eeuw, afdekking door 35 Caen. Drieeenheidskerk, schip, 11 de 4 kant kruisgewelf. (Ev.) eeuw. 50 Maastricht. Koor der St. Servatius 36 dito voorgevel. (Ev.) „ kerk, waarschynlyk 11 de eeuw. 37 . dito doorsnede indetals. (Ev.) 51 Roermond. Munsterkerk, 13de eeuw, 38 „ dito kapiteel, teerlingvormig, met dierornament. (Ev.) uitwendig.

39 St. Antonin (Tarn). Raadhuis, 12de 52 „ dito inwendig. eeuw. (Ev.) 53 Utrecht. Voormalige Maria kerk.

CT.* Gothiek. De platen gemerkt (Ev.) zign genomen nit: Henri Evers, De Architectuur in hare hoofdtigdperken.

1 Romaansch kruisgewelf (Ev.). 18 Amiens. dito van voren gezien. 2 Gothisch kruisgewelf (Ev.). 19 „ dito koorpijler (Ev.). 3 Parijs. Notre Dame, begin van den 20 Parijs. Heilige kapel, midden 13de bouw 1163. Grondplan. eeuw, rosetraam inwendig. 4 „ dito uitwendig van voren 21 Aveyron. Kathedraal. gezien en zuid-zygevel in ’t 22 Mendez. Schip, kerk,*begin 16de eeuw. verkort. 23 Toul. Kapiteelen (EV.).

5 „ dito Noord-zygevel. 24 Rodez. Kathedraal inwendig, einde 6 „ dito koor uitwendig, detail XlIJde begin XlVde eeuw. der ramen. 25 Laon. Fragment van portaalboog. de 7 „ dito uitwendige koortravée. 26 Rouaan. St. Ouen, bègin 14 eeuw. 8 „ dito hoofdgevel middenpor- transeptgevel, kruistoren (Ev.). taal, het Laatste Oordeel. 27 St. Michel, klooster by St. Malo. 14de 9 „ dito hoofdgevel linksch por- 28 Albi. Kathedraal, eeuw, platte- taal, detail smeedwerk deur grond (Ev.).

en beeld van de Heilige Maagd. 28a „ dito uitwendig. 10 „ dito spuiers. 28Ö „ dito inwendig (Ev.). 14de 11 „ dito inwendig. 29 York. Kathedraal, eeuw, voor- 12 „ dito vroeg-Gotische zuil. zygevel. 13 Chartres. Kathedraal, zuidelijk por- 30 Peterborough. Kathedraal, waaier- taal vroeg-gothiek, 1197. gewelf. 14 Rheims. Kathedraal hoofdportaal, 31 Cambridge. Kapel van Kings-Oollegei 1212. 15de eeuw, Tudorstyl.

15 „ dito beelden hoofdportaal. 32 Kasteel Langeais in Touraine, begin 16 „ dito. tegenwoordige bouw ± 1461,' gere- 17 Amiens. Notre Dame, 1220, uitwen- staureerd, gevel uitziende op de dig van op zij gezien. binnenplaats.

81 33 Kasteel Langeais in Touraine; een 57 Haarlem, dito houten stergewelven deur van de binnenplaats, (Ev.). uitwendige versiering. 58 Yeere. Raadhuis, 2de helft 15de eeuw. kamer bekend als die 34 „ van 59 „ Schotsche huis, vóór de res- Anna v. Bretagne, gothieke tauratie. kroon, schoorsteen, gobelins. 60 „ dito na de restauratie. 35 „ schoorsteen in de zaal van 61 Middelburg. Raadhuis, 15de eeuw. de lyfwacht. 62 „ dito detail. 36 „ slaapkamer,schoorsteen,bed. 63 Gouda. Raadhuis. 37 Bourges. Woning van Jacques Coeur, 64 Leuven. Raadhuis. midden 15de eeuw, gevel 65 Yperen. Houten huis. aan de straat (Ev.). 66 Gent. Lakenhal. dito gevel binnenplaats. 38 ,, 67 „ Gevel van het Schippersgilde 39 Troyes. Burgerwoningen uitw. (Ev.). (Ev.). 40 Keulen. Dom, begin bouw 1248, 68 Rouaan. Paleis van Justitie, gevel plattegrond. einde 15de eeuw, binnen- 41 „ dito geheel aanzicht van plein. het Z.-O. 68a „ dito. 42 „ dito vóór de restauratie 1848. 69 Sienna. Dom, gevel 14de eeuw, uit- 43 „ dito inwendig. wendig met campanilla. 44 Neurenberg. St. Lorentiuskerk. 70 ,, dito inwendig. 45 Utrecht. Dom, koorzyde, einde 13de 71 Orvieto. Dom, 1310 gevel. eeuw. 72 Florence. Dom, plattegrond, begin 46 „ dito kruisgang. 9 bouw eind 14de eeuw, 47 ’s Hertogenbosch. St. Janskerk, 1448 Renaissance koepel 15de — 1517, plattegrd. eeuw. dito Zuidportaal. 48 „ 73 „ dito uitwendig. dito Noordportaal. 49 „ 74 „ dito gevel (Ev.). dito zytravéc. 50 „ 75 „ dito inwendig (Ev.). 51 dito koor. !, 76 „ dito detail ornament por- dito koor, detail 52 ,, taal (Ev.).

beeldhouwwerk 77 „ Loggia dei Lanzi, 1376. de ramen. om 77a „ Palazzo Yiechu, 1298. 53 „ dito Noordportaal- 78 Milaan. Dom, 1386. koepel, afsluiting 79 Pisa. Campo Santo. van het transept. 89 Yenetië. Doge paleis, gevel naar den 53a „ dito inwendig. haven gekeerd. 54 Haarlem. St. Bavo, 15de einde begin 81 „ dito ingangspoort. 16de (Ev.). eeuw, grondplan 82 „ Paleis genaamd Ca Doro. dito 55 ,, uitwendig. 83 Santiago di Comportella, Spanje, 53 „ dito inwendig koor. hoofdportaal, beelden.

en, Renaissance en Barok De platen gemerkt (Ey.) zyn genomen uit: Henri Evers, De Arckitectunr in hare Hoofdtijdperken.

1 Florence. Palazzo Pitti (1446) gevel. Florence. Graftombe van Jjorenzo de-* 2 „ dito raam (Ev.). Medici. Michel Angelo, 3 „ Palazzo Riccardi 1430,gevel. 1519—1534. Strozzi, begin 16de 4 „ „ 10 dito van Juliano de Medici, eeuw. „ Michel Angelo 1519—1534. 5 „ „ Rucellai± 1450 (Ev.). 11 Genua. Palazzo del Universita, trap 6 „ Sa Croce Pazzi kapel, 1429, begin 1623. doorsnede en plattegrond. 12 Yerona. Loggia del Consiglio. 7 ^ dito voorgel. 8 Dom vao op zyde gezien, 13 Yenetië. Palazzo Yendramin Calergi, koepel 15de eeuw. einde XVde eeuw. :

14 Yenetië. Bibliotheek van S. Marco 51 Blois. dito bovengalery met spuiers. 1536—1548. 52 „ dito gevel op de binnenplaats 15 „ Hoofdgeste] van hetportaal uitziende met de monumen- der Scuola di S. Marco (Ev.). tale trap. 16 Palazzo „ Pesare. 53 „ dito trap, Frans I. 17 S. Marcoplein, „ genomen 54 „ dito bekroning groote trap. \anaf de S. Marco. 55 „ dito onderstuk trap. 18 Ponte di Rialto „ 1588—15.91. 56 „ dito embleum van Frans I: 19 „ H. redentore 1580, uitw. de vuurspuwende Salamander. S. Maria della „ Saluta „ 57 „ dito embieem van Ciaude van 21 dito „ inwendig. Frankrijk, de door een pijl 22 Milaan. Binnenplaats van het Ospe- verwonde zwaan. dale Maggiure. 58 „ dito embleum van Anna van 23 Pavia. Certosa, einde 15de eeuw Bretagne het hermelyn. hoofdgevel. 59 „ dito embleem van Bodewijk 24 „ dito biindraam voorgevel (Ev.). XII, het stekelvarken. 25 dito Kloosterhof. • 60 ,, dito trap inwendig, deur met 26 Rome. Palazzo Parnese, begin XYIde embleem van Frans I. eeuw, gevel. 61. „ dito dito. 27 dito „ binnenpiaats en arkaden 62 „ dito dito toppil aster. van uit de arkaden genomen. 63 „ schoorsteen in de zaal van de 28 „ dito binnenplaats. lyfwacht met embleum van 29 „ Kapitool2dehelftXVIdeeeuw. Frans I en Anna van Bretagne 29a „ „ plein met standbeeld 64 „ dito dito detail. van Marcus Aurelius. 65 „ dito schoorsteen in de kamer 30 „ dito van benedenaf genomen van Anna van Bretagne. de trap. 66 „ dito deur naar de vertrekken 16de 31 „ St. Pieterskerk, eeuw, van Katharina de Medicis. plattegrond. 67 „ dito deur van de zaal der 32 „ dito gevel. lyfwacht van Katharina de 33 „ dito colionade en Vatikaan. Medicis. dito 34 „ inwendig confessionaal. 68 „ dito zaal waar de hertog de 35 dito ,, „ doorkyk. Guise werd vermoord. Fresco 36 „ Piazzo dei Popolo vanaf het schilderwerk muren. Pincio. 69 „ dito bibliotheek van Katharine 37 „ dei Gesu, 1568—1575 pl. gr. de Medicis paneel werk muren. 38 „ dito gevel. 70 Ghaumont kasteel ingang. 39 dito inwendig, middenschip. „ 71 „ dito wenteltrap. 40 trap naar del „ de Trinita Monte. 72 „ schoorsteen in de kamer 41 Blois. Kasteel, oostvleugel Lod. XII, van Ruggieri. 1501 gevel naar de stad toe, 73 Chenonceaux. Kaseeel 1515 — 1523, poort met ruiterstandbeeld van oostgevel. XII. Bodewijk 74 „ westgev. m. Fransche 42 dito gevel op de binnenplaats, * tuin. uitziende. 75 „ cour des Marqués, 43 dito collonnade binnenplaats renaissance poortje.

van binnen uit. 76 „ renaissance deur. 77 Belleroy. Kasteel by laat- 44 dito colonnade van buitenaf. Bayeux, renaissance, gevel (Ev.) 45 dito „ detail, om- ly sting deur naar de groote trap. 78 Maisons-sur-Seine. Kasteel ± 1650 gebouwd door Mansart, 46 dito ingang groote trap met hqt embleem van Bodew. XII plattegrond. 79 dito het stekelvarken. 11 bouwkundige over- zichts-teekening van 47 dito igroote trap, balustrade het kasteel en to^pilaster. met bygebouwen. ^ 80 11 hoofdgevel. 48 n dito cjiiterstand beeld van 81 detail hoofdgevel. Bodewijk XII. » 82 11 zijgevel.

49 >> Noordvleugel Frans I ± 1515 ‘ 83 11 Omlijsting deur. gevel van de stad gekeerd. 84 ©rnament de 11 om deur. 50 M dito met zijgevel, westvleugel. 85 Trappenhuis.

Griekenland. Landschap — Monumenten. HierMj Athene Tan F. Prix en Olympia en PelpM Tan Lnckenbach. *)

1 Kaart van Griekenland en koloniën. 34 Athene. dito van het Zuid- Oosten •2 Kaart van het tegenwoordige oost- gezien. lyke Middellandsche zeebekken. 35 n dito Oostgevel. dito van hetNoord-Westen 3 Overzichtskaart van Athene en haar 36 jj omgeving. gezien. 4 Plan van het oude Athene. 37 » dito V. h. Westen gezien, dito inwendig, 5 Athene, Akropolis met zuidelyke 38 J7 kakende helling, grondplan. naar de kant van den

• Oostgevel. 6 „ dito gereconstr. (gekleurd). ongekleurd. 39 dito inwendig, 7 „ dito „ 77 esten gezien. 40 dito hoofdgestel, Zuid-Oost 8 „ dito van het W 77 dito het Zuid- hoek. 9 „ van Westen dito kapiteel, hoofdgestel gezien. 41 77 en fronton. 10 „ dito van het Noord-Westen 42 dito fries van den Cella gezien. 77 wand, van boven af naar 11 „ dito van het Oosten gezien. binnen kijkende, 12 „ dito en ruïne Zeus-tempel. Ilissos 43 dito reconstructie kapiteel, 13 „ dito vanaf den (op 77 den voorgrond ruïne Zeus- hoofdgestel en fronton. Olympieion van het Oosten tempel). 44 77 gezien. 14 „ dito met Propulaën vanaf dito Zuid-Oosten den Areopagus. 45 77 van het gezien. 15 „ met Akropolis. Akropolis in de Middel- 46 dito vanhetNoordWesten lö . „ 77 eeuwen met Frankische gezien, Zuilen. toren (oude prent). 47 77 dito 48 Erechtheion, plattegrond, 17 „ Verwoesting van den Akro- 77

polis door ontplof&ng in 49 77 dito reconstructie, 50 dito van het gezien, het daar gevestigd Turksch 77 Oosten 51 dito van het Zuid arsenaal tydens het beleg 77 Oosten door de Venetianen. (oude gezien. dito prent). 52 77 Noord-hal van het gezien, 18 „ van ’t oosten ten tijde van Oosten 53 dito van Keizer Hadrianus, reconstr. 77 Noord-hal het Palke. Westen gezien, ree. Falke. 54 dito Westgevel, 19 „ markt, 77 55 dito West- en Zuid-gevel 20 „ Modern Athene. 77 21 „ Het Nationaal Museum, met Kariatudenhal.

(gekleurd). 56 77 dito Kariatudenhal van het Zuid Westen gezien, 22 „ De Akademie. 57 dito van het 23 Plattegronden van Grieksche tem- 77 Kariatudenhal pels. Zuiden gezien. Grieksche 58 Propulaia plattegrond, 24 „ „ van vijf 77

tempels. 59 77 dito reconstructie, .60 dito doorsnede reconstruc- 25 Dorische, Jonische en Korinthische 77 zuilen. tie (Evers), met Dorisch- Jonische orde. 26 Jonische orde. 61 dito Voorzijde, 27 Korinthische orde. 77 62 dito Oostzfide. 28 77 63 Panorama van de Propulaia 29 Dorisch kapiteel, Parthenon, (gekl.) 77 af. 30 Tonisch „ Erechtheion, (gekl.) plattegrond. Tempel van Nike. 31 Athene, Parthenon, 64 77 Athene dito reconstructie (Palke). 65 Theseustempel. 32 „ 77 dito Westgevel en 66 dito Lukabettos. 33 „ muur 77 met

van Kimon. 67 77 Areopago^.

*) Voor beeldhouwwerk, fries en metopen, zie afd. Beeldhouwwerk. 68 Athene, dito met Tbeseustempel 111 Olumpia, voorgevel Zeustempel (ree.). op den achtergrond. 112 „ dwarsdoorsnede Zeustem- Pnuz. pel 69 ff met Zeusbeeld van Dionusostheater. 70 ff Phidias (ree.). dito fries proscenion en detail 71 ff 113, „ Zeustempel. zetel. 114) „ reconstructie van de Altis. 72 dito reconstr. (Falke). 115 dito. ff > „ Herodes-theater uitwendig. feest te 73 ff 116) „ OlumpiaFec.(Palke). 74 dito inwendig. feestterrein ff 117 „ te Olumpia 75 Monument van Lusikrates. (ree. Falke). ff Kerameikos. 118 Aegina, tempel van 76 ff Aphaia.

76a ff Grieksch huis inwendig ree. 119 Epidauros, theater. 77 Delphi. Kaart. 120 „ dito van de andere zyd’e. 78 Panorama. fundament ff 121 „ van den Tholos. 79 Golf van Itea. 122 ornament ff „ van het dak 80 Ruïnes Apollo platte- 12-3 Kaap Sunion tempel ff tempel van Poseidon. grond. 124 „ „ dito op den achter- dito 81 ff ingang. grond de zee. 82 Hal der Atheners. 124a Delos, heilig meer met Kunthos. ff 83 stadion. ruïnen heilig ff Ingang van het 124Ö „ met meer. 84 Stadion. 124c ruïnen. ff „ 85 Theater. 125 Nemea. Zuilen van ff den tempel. 86 Castalia put in de rots. dito met omgeving. ff 126 „

87 ff Profetische kloof. 127 Phugalia. Apollo tempel.

88 ff Schathuis der Atheners en 128 Eleusis. Telesterion.

heilige weg. 129 „ Propulaeen. 89 dito. 130 Sparta met den Taugetos. ff 90 Dal van de ff Tholos van Marmaria. 131 „ den Eurotas en 91 van Athene Taugetos. ff Heiligdom

Pronaos. 132 „ Dromos (rec-Falke). 92 Oastalia, herberg, plateau 133 Tegeos. Ruine tempel van Athene ff van Agameninon, op den Alea. achtergrond Cirpb is gebergte 134 Olyfboomen b(i het graf van Leo- van Pleistos vallei naar ’t nidas. oosten. 135 Thermopulai. 94 Gumn asion. 133 Marathonvlakte. ff

95 ff Opgravingen, plattegrond 137 Salamisbaai. Apollo tempel met omgeving. 138 Argos. Citadel van Larissa. 96 139 Tempel van Neptunus en ff dito stand der opgravingen Paestum. 1890. Basilica. 97 Reconstructie Apollo tempel. ff 140 „ Lengtegevel Basilica. 98 Plattegrond schathuizen der ff 141 „ Tempel van Neptunus, Atheners en der Knidiërs. voorgevel. 99 Reconstructie schathuis der 1f 142 dito lengtegevel. Atheners voor- en zy aan- „ 143 Tempel van Ceres. zicht. „ 144 Girgenti. Tempel van Concordia. 100 Detail dito. ff 145 Akrokorinth. Tempel van Athene. 101 Reconstructie schathuis der ff 146 Dal van Tempe, naar de zee toe Knidiërs (voor- en zü aanzicht). gezien. 102 dito. ff 147 dito beek. 103 r> Zuil der danseressen. 104 Naxiërs ree. 148 Kloof van Trypi. ff „ „ 105 Trophee van Paulus Aemi- 149 Kloof van den Asopos. ff Polis. lius ree. 150 Ithaka 151 Kust van Korinthus. De Parnassos. 106 Olumpia, veld met opgegraven ruïnes. 152 Herders van den Parnassos (modern). ruïnes Hera tempel. 107 „ 153 Kanaal van Korinthos (modern). Altis en heilig 108 ,. plattegrond 154 Bron van Platahia. bosch. 155 Akrata. Golf van Korinthos. 109 „ plattegrond Zeustempel 156 Meer van Phenea. omgeving. 157 Kurfu. Bij het klooster van Palaio

110 „ plattegrond Zeustempel. kastrizze. 158 Gebergte der Meteoren. 163 Interieur, modern. St. Stefanus op 159 Klooster van de 164 Vrouw met spinrokken, modern. Meteoren (kloosterhof) modern. 160 Klooster van St. Etienne Meteoren, 165 Rydans, modern. modern. 166 Korfu. Vrouwen waterscheppend bij 161 Moskee van Baba, Thessalië, modern. de bron van Gastouri, modern. 162 Interieur Zemenon met weefstoel, 167 Panatheneisch stadion, modern. modern.

GY- “ De Madonna. 40 platen.

1 Isis en Horos. 21 Geboorte van Maria. Andrea del Sarto. 2 Devaki en Krishna. 22 Sixtynsche Madonna. Rafaël. 3 Eirene en Plutos. 23 Spozalizio. Rafaël. 4 Madonna (Oostersch). 24 Madonna del Granduca. Rafaël. Flo- 5 Catacomben van Priscilla. rence. Palaszo Pitti. 6 Madonna der Primitieven. 25 Madonna della Sedia. Rafaël. 7 Madonna. ,Dami di Roma. 26 Hemelvaart van- Maria. Titiaan 8 Madonna. Larensetti. 27 Heilige Nacht. Correggio. 9 De kroning van Maria. Pra Angelico. 28 Madonna met kind. Murillo. 10 Anunsiata. Era .Angelico. 29 Onbevlekte Ontvangenis'. Murillo. 11 Geboorte van Christus. Botticelli. 30 Heilige Familie. Murillo. 12 Madonna met Heiligen. Botticelli. 31 Madonna. Jan van Eyk. 13 De Visitatie. Ghirlandajo. 32 Madonna. R. van den Weyden. 14 Heilige Familie. Lignorelli. 33 'Vijzen uit ’t Oosten. Memling. 15 Madonna met Heiligen Bellini. 34 Opvoeding van Maria. Rubens. 16 Graflegging. Perugino. 35 Madonna. Holbein. 17 Bloemenmadonna Luini. 36 Heilige Familie. Rembrandt. 18 Madonna Van Brugge. Michel Angelo. 37 Simeon in den tempel. Rembrandt. 19 Piëta. Michel Angelo. 38 Mater Dolorosa. De la Roche. 20 Madonna della Arpie. Andrea del 39 Jezus in den tempel. Huvet. Sarto. 40 Madonna. Kaulbach.

CZ. Het Bescbonwen van de Katholieke kerkeiyke. kunst. Tekst Tan Th.. Kwakman. S7 platen.

1 Poort te Rome. 13 Kelken van J. Brom.

2 Voorbeeld van eenvoudigen kerk- 14 Kelk „ „ „ bouw. 15 Portaal der S. Trophimus-kerk te 3 S. Jacobus-kerk, te ’s Hertogenbosch Arles. (J. Stuyt). 16 Kathedraal van Straatsburg. 4 Kerk te Assisi. 17 Portaal der Kathedraal van Rheims. 5 Kloosterkerk der Clarissen te Assisi 18 Kathedraal van Amiens. (Philippo da Campello 1257). 19 S. Gervais van Parys. 6 Kerk te Midwolde (Saksen). 20 Kathedraal van Chartres.

7 „ „ Ramberg. 21 Stuk van het portaal der Kathedraal 8 Kloosterkerk te Osegg. van Chartres. 9 S. Trophimus-kerk te Arles. 22 Christus van Leonardo da Vinei. 10 Kerkraam. 23

11 Monstrans der S. Bavo kerk te Haar- 24 „ „ Quinten Matsijs. lem, Voorzyde (J. Brom). 25 ) » » « 12 Monstrans der S. Bavo-kerk te Haar- 26 Boodschap des Engels. Van Simon lem, Achterzyde (J. Brom). van Siena. (Fragment). 27 Maria met Kind en Heiligen; van 32 Calvarië. Italiaansche school. Fra Angelico. 33 Aanbidding der Wyzen. Van Fra 28 Laatste oordeel. Fragment. Van den- Angelico. zelfden. 34- Kroning van Maria. 29. Apostelkoppen. Uit de school van 35 Marteling van de H. H. Cosmas en Giotto. Damianus, Fra Angelico. | 30 H. Barbara. Van Eyk. 36 Christus aan het Kruis. Van Simon Siena. 31 Beweening van Christus. Van Fra Angelico. 37 Kruisafneming Van Simon van Siena. D.

VERHALEN VOOR OUD EN JONG.

XM I 1 \JX VU V WA V MkM. VU V VUg«

DBJ

DW Aladdin en de wonderlamp 24 DX Ali Baba en de veertig roovers 25 DK Alleen op de wereld (naar Hector Malot) 32 DBY Asschepoetster (gekleurd) 9 DZ Avonturen in het byenland (naar het Engelsch van Fr. Stevens) 28 DAA Dante’s Hel 22 DBZ De gouden Kris (naar mevr. Kooy—van Zeggelen; voor oudere kinderen) 32 DO De haatdragende visschers (gekleurd) 8 Dl De molenaar, zyn zoon en de ezel (naar Lafontaine, platen naar Boutet de Monvel, gekleurd) 11

DBF De tyger en de ton 8 n DH De wolf en de ooievaar (naar Lafontaine, platen naar Boutet de Monvel, gekleurd) 6 n DCC Eerste avonturen van de aap Bobo (gekleurd) . 31 DCD Latere 36 „ » » « » » fj DJ Financier en schoenlapper (naar Lafontaine, platen naar Boutet de Monvel) 9 }7 DD Frithjofsage (naar E. Tegner. platen naar Knut Ekwall) .... 12 )) DBD Geschiedenis van Jan Goedbloed (tekst naar John Gilpin, platen van Randolph Caldecott) 18 ;? DCB Hansje op reis met grootmoeder (gekleurd) 7 DU Hansje in Bessenland (platen van Elsa Beskow, gekleurd; voor de kleintjes) 16

DA Henoch Arden (tekst naar Tennyson, door J. L. Wertheim) . . 37 DBW Het huis van Adriaan (naar The house that Jack built, platen van Randolph Caldecott) 12 DL Het leelyke jonge eendje (van Andersen) 11 DC Het lied van de klok (tekst naar Schiller, door J. J. L. ten Kate, 17 platen naar Kaulbach) ;?

DY Herinneringen van een witten olifant (naar Judith Gautier) . . 18 ft

DG Herman en Dorothea (platen naar Kaulbach) 8 1) DBX In den Otter (van C. Joh. Kievit; voor jongens van 12 jaar) 15 —16 71

DBK In' het bloembollenland (van Anna van Gogh Kaulbach) . . . 19 — 77 DS Jaap Bof en Jantje Ongeluk (naar M. Robert Halt) 22 77 DBC Kerstsprookje (vertelling van H. en A. Wythoff) 11 77 DF 'Klein Jantje in Modderstad (gekleurd; voor de kleintjes) .... 25 77 DV Klots en Plomp (van 'Wilhelm Busch) 87 77 DBS Komische beweegbare platen 19 77 DBH geschiedenis van een muis, of de gestoorde nachtrust 12 „ 77 DBG van een varken (gekleurd) ...... 12 „ „ 77 DB Marley’s geest (naar Dickens) 20 77 DBM Matroosje (Kerstvertelling) 7 77 DBB Avonturen van Münchhausen '(van deze 137 platen kan men

naar eigen keuze een aantal opgeven) 137 77 DF Nellie (naar Dickens) 20 77 DP Oehoeboe I (van N. van Hichtum) ’ 15 77 DQ Oehoehoe II (van N. van Hichtum) 20 77 DBY Olie en zyn ekster (van 0. Joh. Kievit) 11 77 DBO Olie op sneeuwschoenen (van C. Joh. Kievit, gekleurd, voor

de kleintjes) 22 77 DE Opstanding (naar Tolstoi) 29 77 DM Prikkebeen 148 77 DN Prinses Wonderbaar (sprookje, gekleurd) 34 77 DBR Robinspn Crusoë 17 77 DCA Reinaaft de Yos (tekst van J. Tours. Yoor kinderen andere tekst) 23 A. 77 DBF Roswitha (naar E. Boddaert), kinderen voor oudere 28 77 DBN Sneeuwkoningin (van 14 Andersen) 77

91 DBU Sneeuwwitje (gekleurd) 12 platen. DBI Tim Tapper en zyn leelyke neus 12 DBA Verhalen over honden ‘24 DBL Wabun Anung (Kerstvertelling) 12 DBF Waterkindertjes (naar Charles Kingsley). . . 27 DR Wat Piet zag toen hy in den vyver dook . . 12 DBE Zoo mooi als zonneschyn (van I. Heyermans) 18

D.BA. Verhalen over Honden.

1 Bloedhond. 13 Pommeraan of Spitshond. o Bulhond. 14 Cbow-Chow. 3 Russische hazewindhond. 15 Oude Engelsche schaapherdershond. 4 Collie of herdershond. 16 Griffen. 5 Bull-terrier. 17 King Charles Spaniël. 6 Dalmatische hond. 18 Schippertje. 7 Deensche dog. 19 St, Bernardshond. 8 Hazewindhond. 20 Gladharige Fox-terrier. 9 Mastiff. 21 Otter-terrier. 10 Newfoundlander. 22 De^shond. 11 Puck. 23 Gezelschap te paard met brakken. 12 Poedel. 24 Hondenkerkhof in Hyde-Park.

D.GA. Relnaert de Vos.

1 Afbeelding van een handschrift op 13 Reinaert verhaalt van een samen- perkament. zwering om Bruin koning te maken. 2 Koning Nobel op zyn troon. 14 Lampen het konyn als wegwijzer 3 Reinaert de Vos doet zich aan lek- aan Nobel voorgesteld. kernyen te goed. 15 Reinaert byt Cuwaerd dood. 4 Reinaert pakt Cuwaerd, den haas- 16 Belyn de ram ^ordt door .Nobel ge- by de keel. straft. 5 Cantecleer. 17 Nobel hoort Vrouw Rückeman, de 6 Reinaert komt als kluizenaar ver- apin, Reinaert verdedigen. kleed by Cantecleer. 18 Spiegel waarop de geschiedenis van 7 Reinaert vangt Bruin den Beer in den hond en den ezel. gespleten boom. een 19 Reinaert’s vader als dokter by No- brengt Reinaert een 8 Tibert de kater bel’s vader. bezoek. 20 Reinaert’s voorbereidingen tot den 9 Reinaert neemt afscheid van vrouw stryd met den wolf. en kiijjderen. 10 Reinaert steelt een kapoen van den 21' Gevecht met den wolf. pastoor. 22 Reinaert als overwinnaar. 11 Reinaert en Grimbert de Das. 23 Reinaert komt thuis by zyn vrouw 12 Reinaert zal worden opgehangen. die te bed ligt.

DB. Marley’s geest.

1 Scrooge’s klerk tracht zich by de 5 Marley’s geest.

kaars te verwarmen. 6 Scrooge ziet zichzelf • als een kind 2 De straatjongens spelen sullebaantje. op school. gebruikt zijn middagmaal. 3 Scrooge ^ Scrooge ziet Ali Baba. 4 De klopper van Scrooge’s- deur.

no 8 Scrooge met z\jn zusje in de spreek- deren onder de plooien van zyn kamer op school. kleed zien. 19 Scrooge’s dood wordt op de Beurs 9 Fezziwig en zijn vrouw ontvangen besproken. hun gasten. 20 Scrooge ziet hoe Joa zn bedgordij- 10 Scrooge en zyn verloofde scheiden. nen koopt. vroegere verloofde 11 Scrooge ziet zyn 21 Caroline’s echtgenoot komt thuis met gezin. in haar ’t bericht van Scrooge’s dood. 12 De Geest van ’t tegenwoordige 22 Scrooge. met den geest op zyn eigen Kerstfeest. graf. het 13 De menschen, die hun inkoopen voor 23 Scrooge opent op Kerstochtend 9 ’t Kerstfeest doen. raam. dat oogenblik 14 Martha komt hy haar moeder thuis. 24 De jongen, die op 15 Cratchit met Tim op zyn schouder. voorbygaat. 16 Cratchit en zyn familie by den haard. 25 Scrooge liefkoost een kind op straat. 17 Blindemannetje spelen bij Scrooge’s 26 Srooge komt by zijn neef. neef. 27 Scrooge en Cratchit drinken samen 18 De Geest laat Scrooge de arme kin- warmen wijn.

DG. Het lied van de Klok.

kinders krijten”. 1 Kinderdoop. „Moeders zwerven, 2 Des jongelings afscheid van het 10 De brand. meisje. 11 Leeggebrand is schuur en huis. 12 Avond op het land. 3 Heb weerzien. 4 Groene liefde. 13 Herdersknaap. 5 De. bruid. 13a Het landvolk keert huiswaarts. jonge Moeder. 6 De 14 „Bonte scharen gaan ten dans.” 7 De naarstige huisvrouw. 15 Revolutie. 8 „Uit der wolken zwangren schoot vlamt de dood”. 16 Doop van de klok.

DG. Herman en Dorothea.

apotheker bespie- 1 Herman’s ouders voor hun huis ge- 5 De domine en de kindje zeten. den Dorothea terwyl zij het 2 Dorothea naast den wagen waarop aankleedt. de kraamvrouw ligt. 6 Herman en Dorothea aan de bron. 3 Herman bij zyn buurmeisjes op Dorothea met verstuikten voet door bezoek. 7 Herman geleid. 4 Herman door zyn moeder gevonden, in gepeins verzonken onder den 8 Dorothea by Herman’s ouders. pereboom.

93

GODSDIENST.

EA. Passiespel te Oberammergau 1910.

Brochure Br. H. L. Oort; of Tolledige tekst in ’t Engelscli en Buitscli, uitgave Stead. 46 jilaten.

1 Proloog. (Anton Lechner.) 21 Verraad van Judas. 2 Christus. (Anton Lang.) 22 Christus voor Pilatus. 3 Maria. 23 Pilatus. 4 Petrus. 24 Christus voor Kaïphas. 5 Johannes. 25 Kaïphas. 6 Christus zegent zyn jongeren. 26 Annas. 7 Christus, rijdend op den ezel, met 27 Christus voor den Hoogen Raad. zijn discipelen .op weg haar 28 Herodes. Jeruzalem. ' 29 Christus voor Herodes. 8 Op weg naar Jeruzalem, een vrouw 30 Christus of Barabas. raakt ’t kleed van Christus aan. 31 Doornenkroning. 9 Christus neemt afscheid van Maria 32 Geeseling. te Bethanië. 33 Ecce Homo. 10 Smeekbede van Maria. 34 Kruisweg. Christus ontmoet Maria. 11 Christus en Maria Magdalena. 35 Kruisiging. fragment. 12 Komst en verdrijving der kooplieden 36 „ ; uit den tempel. 37' Petrus en Jacobus by ’t kruis. 13 Bestelling van het Avondmaal. 38 Magdalena aan den voet van ’t ki'uis. 14 Het Avondmaal. 39 Kruisafname. 15 Christus met den beker in de hand. 40 Piëta. 16 Aanklacht voor den Hoogen Raad. 41 Aanbidding van het kruis. 17 Judas en de kandelaars. 42 Graflegging. 18 Judas. (Johan Zwink). 43 Opstanding. 19 Christus en discipelen op den Olijf- 44 Hemelvaart. berg. 45 Veronica. 20 Christus zich afzonderend. 46 Jozef van Arimathea.

EB. Bunyan’s Chrlstenrels.

1 Christen wandelt in het veld. Christina’s reis. 2 Evangelist wijst Christen den weg. 19 De boodschapper bjj Christina. paal moedeloosheid. 3 De 20 Barmhartigheid en vreesachtig klop- enge poort. 4 De pen by Christina. in den yzeren kooi. 5 De man 21 Barmhartigheid aan de poort. by het kruis. 6 Christen 22 De jongens by de vruchten. beklimt den heuvel moei- 7 „ 23 De man met de vuilnishafk. lykheid. 24 De pelgrims bestijgen den heuvel de wapenrus- 8 „ wordt met moeilijkheid. bekleed. ting 25 Wrakker en barmhartigheid. In de vallei der schaduwen des doods. 9 26 De zingende herdersjongen. Mond-Christen. 10 27 De dood van reus Moker. kermis. 11 Ijdelheid 28 Stoutmoedig in het dal der scha- Martelaarschap van getrouw. 12 duwen des doods. en de zilvermiyn. 13 Demon 29 Stoutmoedig en eerlijk in het huis van reus Wanhoop. 14 In het kerkerhol van Gajus. 15 De heuvel dwaling. Neerslachtig en zyn dochter Zeer- 16 Verward in het net. 30 bevreesd. 17 De bekeering van hoop. 18 Het overtrekken der doodsrivier. 31 Christina zegent hare kinderen.

Q7 £C. Franciscus van Assisl. Tekst van P. H. Hugenkoltz. 26 platen.

1 Franciscus schenkt kleecleren aan 15 Clara en de zusters by Franciscus’ een arme (Giotto). lykbaar. (Giotto). 2 Een bedelaar spreidt zijn mantel op 16 De broeders aan Franciscus’ sterfbed. straat voor Fr. uit. (Giotto). (Giotto). 17 Assisi-kerk gewy’d aan St. Franciscus 3 Franciscus verlaat zijn vader (Giotto.'. (van buiten gezien). 4 „ voor Innocentius III „ 18 Assisi-kerk gewyd aan St. Franciscus 5 Droom van Innocentius III „ (van binnen gezien). 6 Elias vaart in een vurigen wagen 19 Allegorie der armoede. (Giotto). ten hemel (Giotto). 20 „ „ kuischheid. (Giotto). 7 Uitdrijving der duivelen te Arezzo. 21 „ gehoorzaamheid (Giotto). „ 22 „ Triomf van den H. Fran- 8 • De Heilige Clara. ciscus. (Giotto). 9 Franciscus vóór den sultan. (Giotto). 23 Beeld van den H. Franciscus te 10 Honorius III. . „ „ „ Venetië. (Pietro Lambardo). 11 Franciscus de De H. en H. Domini- 24 Standbeeld te Assisi. (Dupré). cus (Andrea della Robbia). 25* Christus roept de gastvrijheid der 12 Prediking aan de vogels. (Giotto). -Dominicanen in. (Florence, Mus. 13 Franciscus ziet Christus verschijnen. S. Marco, door Beate Angelico). (Giotto). 26* Muurschildering van ’t kerkje van 14 De stigmatisatie. ^Giotto). Sint Franciscus te Assisi.

ED. * Leven van Clirlstus. 30 platen.

1 Maria by Elisabeth. 16 Zacheus in den boom. 2 Bezoek van de herders. 17 Het verschuldigde geld. 3 De Wyzen uit het Oosten. 18 Binnenkomst in Jeruzalem. 4 Jezus en Zijne Moeder te Nazareth. 19 De tempelreiniging. 5 De Zoon des timmermans. 20 Het Avondmaal. 6 Jezus in den tempel.- 21 Jezus zijne discipelen de voeten 7 De 12-jarige Jezus wordt in den wasschend. tempel gevonden. 22 De kus van Judas. 8 Johannes predikende in de wildernis. 23 Gevangenneming. 9 Jezus predikende in den tempel. 24 Jezus voor den Hoogepriester. 10 „ de visschers roepend. 25 De verloochening door Petrus. 11 „ predikende. 28 Jezus voor Pontius Pilatus. 12 De bron te Samaria. 27 „ „ Berodes. 13 De kreupele te Bethesda. 28 Terug voor Pilatus. 14 Jezus wandelende op de golven. 29 Zie den mensch. 15 „ met Maria on Martha. 30 Pilatus zich de handen wasschend.

EE, leven van Lntlier. Tekst van Ps. H. Britzel. 50 platen.

1 Vader Luther. 8 Vernedering. 2 Luther’s moeder. 9 Vasten en zelfkasty ding. 3 Voor ’t eerst naar school. 10 Luther flauw gevallen. 4 Vrouw Lotta’s vriendelijkheid. 11 Troostende toespraak van een kloos- 5 Luther vindt een Latynschen bijbel. terbroeder. 6 Zyn vriend Alexius door den blik- 12 Raadhuis Wittenberg. sem getroffen. 13 Luther onderwyst theologie 1508. 7 Luther komt in ’t klooster der 14 Eerste openbare predikdienst. Augustyners 1505. 15 Romè. 16 Boetelingen de heilige trappen op- 32 De Wartburg. stygend. 33 Bijbelvertaling. 17 Gepromoveerd tot doctor 1512. 31 Wartburg, de studie van Luther. 18 Districtsopziener over de August. 35 Lu tb er en de studenten in Jena. Kloosters. 36 Luthers huweiyk. 19 Sb. Pieter. 37 Portret. 20 Johan Tetzel Duitschland doortrek- 38 Catharina van Bora. kend. 39 Luther en Zwingli. 21 Verkoop van aflaten. - 40 Gezameniyken bybelvertaling. 21a Een aflaatbrief. 41 Prediking. 22 Luther plakt de 95 stellingen aan. 42 Luther leest den keurvorst üohan 23 H n n n n uit den bijbel voor. 24 voor Cajetanus. „ 43 „ in de school. 25 Twistgesprek met Dr. Eek 1519. 44 „ voert ’t Duitsche kerkge- 26 Luther verbrandt den banbrief. zang in. 27 De Kathedraal van Worms. 45 Huislijkleven. 28 De komst van Luther te Worms. 46 Te midden zyner familie. 29 Luther te Worms. 47 Luther’s dood. 30 Het concilie van Worms. 48 Worms, Luther's monument. 31 Luther ontvoerd. 49 „Een vaste burg is onze God”.

EF. * Uit het Oude Testament 21 platen.

1 Kain en AbeTs offerande. 12 Kuth en Naomi. 2 Kain en Abel (gekleurd). 13 Het kind Mozes wordt door de prinses y Noach bouwt zyn altaar. gevonden 4 Abraham en Isaac. 14 Mozes op den berg Nebo. 5 Hagar en Ismael. 15 Water uit den rotssteen. 6 Jacobs eed. 16 De koperen slang. 7 Jacob en Ezau. 17 Elia en Achab. 8 Jacobs droom. 18 Elia’s opneming in den hemel. 9 Jacob voor Pharao. 19 Jesaja en de boden. 10 Jozef wordt verkocht. 20 David voor Samuel geroepen. 11 Jozef maakt zich bekend aan zyn 21 David treurende over den dood van broeders. Absalon.

EG. * ült het Nieuwe Testament. 25 platen.

1 De verkondiging. 14 De bruiloft van Kana. 2 De vlucht naar Egypte. 15 De bergrede. 3 De herders in het veld. 16 Christus leerende aan het meer. 4 Aanbidding der Wijzen uit ’t Oosten. 17 De goede herder. 5 Het kindeke Jezus. 18 Christus de kinderen zegenend. 6 Christus in de woestyn. 19 De barmhartige Samaritaan. 7 Roeping van Andreas en Petrus. 20 Het gesprek van Christus met de 8 Opwekking van ’t dochtertje van Samaritaansche. Jairus. 21 De zaaier. 9 Christus aren plukkende. 22 De verloren zoon. 10 Den storm stillend. 23 Het Avondmaal. 11 Vermenigvuldiging der broeden. 24 Getsémané. 12 Genezing van den Melaatsche. 25 De Emmaüsgangers. 13 Prediking in de synagoge. 26 Prediking van Petrus. EB. ' Passiespel te OJierammergau (1898 en 1900). 15 platen.

1 Christus (Jozef MeijèïK^890. Het Av©n^inaal-i?890. 2 Maria (Rosa Lang) 1890. ^sraftdSTa^ng der priesters, 3 Maria (Anna Flunger) 1900? ludas ontvangt het bloedgeld. 4 Afscheid te Bethanië. Verraad van Judas. 5 Christus voor Cajaphas. 6 Christus’ Maria. Ecce Homo. 7 ChrjstttS'"l^end op den ezel, met Iruisdraging. ©hannes op weg. lisafname. SOCIALE WETENSCHAP.

FA. Wat coöperatie vermag. Tekst yan Mr. M. W. F. Treuk. 50 platen. Zie ook Brochures: „Oyer coöperatie” uitgegeven door de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. „Over den economischen iuyloed der coöperatie”, uitgegeven door den Ned. Coöperatieven Bond, gevestigd te ’s Gravenhage.

1 George Holyoake. 27 Tegenwoordige kantoren derinkoop- 2 Eerste winkel te Rochdale. ver. Manchester. 3 Centraalmagazyn der Rochdale Pio- 28 Tegenwoordige kantoren der inkoop- niers. ver. Manchester. 4 Charles Kingsley. 29 Monsterkamer aldaar. 5 Rechter Hughes. 30 Filiaal te Newcastle 1871. 6 Vansittart Neal. 31 „ „ Londen. 7 Eerste meelfabriek van coöperatieve 32 Depot te Kopenhagen voor boter.

vereeniging te Leeds. 33 „ „ Hamburg. 8 Tegenwoordige fabriek te Leeds. 34 Stoomboot „Liberty” van deinkoop- 9 Opslagplaatsen voor kolen te Leeds. vereeniging. biscuits te 10 Woningen der coöperatieve ver. te 35 Eerste coöp. fabriek van Leeds in aanbouw. Crumpsall. 36 Coöp. fabriek van schoenen te Lei- 11 Dezelfde woningen geheel voltooid. cester. 12 Achterzyde dier woningen. 37 zeepfabriek te Irlam. 13 Eerste magazijn te Dewsbury. „ 38 meelfabriek te Londen. 14 Tegenwoordig magazyn teDewsbury. „ 39 fabriek voor wollen goederen 15 Eerste winkel te Lincoln. „ te Batley. 16 Tweede „ „ „ 40 voor gemaakte kleeren 17 Tegenwoordige winkel te Lincoln. „ „ te Leeds. 18 Meelfabriek te Lincoln. 41 voor gemaakte kleeren 19 Huis waarin eerste plan tot coöp. „ „ te Broughton. onder de boeren gemaakt werd. 42 „ „ voor flanellen goederen 20 Schoenmakerij en bakkerij te Wel- te Littleborough. bourn. 43 „ aardewerkfabriek te Lengton. 21 Nieuwe coöp. winkel te Welbourn. 44 „ drukkerij te Longsight. 22 Tabel, toeneming van het aandeelen- 45 „ fabriek voor inmaak en zuren kapitaal in Engeland vanaf 1862. te Middleton. 23 Tabel, toeneming van den jaarlyk- 46 „ worstfabriek te Hartlepool. schen omzet. 47 „ sigarenfabriek te Manchester. 24 Tabel, toeneming van de jaarlyk- 48 „ cacao- en chocoladefabriek te sche winst. Londen. 25 Eerste huis der coöp. inkoopsver. 49 Mr. J. C. Gray, secretaris der coöp. Manchester. bond. 26 Tabel der verkoopen door de inkoop- 50 Miss Mayo, hoofdpersoon van het ver. gesloten. coop. vrouwengilde.

FB‘ Arbeiderstnlnen' Tekst van J. A. Tours naar J. Bruinwold-B.iedel. 4:8 platen.

1 Berlijn Charlot tenburg, een paar 5 St. Etienne. Schilderachtiggelegen tuinen. tuin en woning. 2 „ Bloemen in 6 „ „ Plankenhuis. de tuinen. 7 „ „ Huis V. Teystier, be- 3 Het tuin- ., last met het uitbeta- feest. len van voorschotten in bloei. werklieden tuinders. ^ •) aan de

8 Een wandelplaats in een cellulaire waarin een opening is gemaakt gevangenis. Iedere gevangene zoo, dat haar, baard en snor bedekt wandelt 1/2 a 1 uur in een smalle zijn, valt de gelijkenis tusschen gang alleen op en neer. beide portretten terstond in hei 9 De gemeenschappelijke wandelplaats oog. Toepassing der photographie in een moderne Engelsche straf- tot herkenning van recidivisten. gevangenis. 16 Deze zelfde misdadiger meteentus- 10 Een seintoestel in een Engelsche schenruimte van 6 maanden gevangenis, teneinde de ontsnap- 15 gephotografeerd. Door verschil van ping van gevangenen in den om- oogopslag en van houding was de trek bekend te maken, en gemeen- herkenning op deze wijze moeilijk. schap te onderhouden met de be- Zij gelukte terstond door verge- wakers van ploegen dwangarbei- lijking der antropometrische gege- ders (hard labourers). vens. 11 Damiens, die in 1757 een aanslag De voordeelen der gerechtelijke pho- pleegde op Lodewijk XV, op de tografle. Een in Rusland gegrepen pijnbank, en ondervraagd door misdadiger in Parijs herkend, na zijn rechters, voor de vierendeel ing. opzending van een in de Russische De rektouwen zijn nog niet aan- gevangenis genomen foto (klein gehaald. portret). 12 Foltering door schroeiing van handen 17 Valsche munters-werktuigen, koker en voeten, (prent uit het museum met metaal, gipsen gietvorm, rek- Camavalet te Parijs). je voor het electrolitisch verzil- 13 De tegenwoordige ondervraging van veren. smeltlepel enz. den verdachte, by den commissa- 18 Zeer kunstig vervaardigde valsche ris van politie. Russische bankbiljetten. Wegens 14 De door haar- en baardgroei teweegge- de voortreffelijke imitatie werd brachte verandering in het uiter- de vervalsching eerst ontdekt, vele biljetten in lijk van een misdadiger. Door toen er reeds het gebruik van een schermpje, omloop waren.

G.

GENEESKUNDE, HYGIËNE.

1

GA. Het vrouweHifc licftaam en zan misTormmgen,

in verband met de mode,

Tekst yan M. W. ïï. Kutgers-Uoitsema. 30 platen.

1 [ndiaansche vrouw N. Amerika 15 Komp der Venus van Milo en van (tatoueeren). eeu mededame.

2 Katholiek meisje uit Bosnië „ 16 Markiezin uit het midden der 18de 3 Niam-Niam meisje Midden-Afrika eeuw. (tatoueeren). 17 Kapsel uit de 18de eeuw. 4 Yrouw van de Chinooks of Vlak- 18 Hoeden „ „ „ hoofd-Indianen. 19 Spotprent op de crinolines 1840. de (Z. Amerika) 5 Wieg hy Omagina’s 20 Modeplaat uit de „(3-racieuse” 1860. in gebruik. 21 Idem 'idem 1865. ooren, Karolinen-eilanden. 6 Versierde 22 Idem idem • 1870. Torresstraat Australië. 7 „ 23 Modeplaat 1898. neuzen en lippen van Es- 8 „ 24 Idem idem. Alaska. kimo-vrouwen, 25 Reformtoilet. 9 Chineesche voet. 26 Idem. 10 I) » 27 Idem van achteren gezien. vrouw haar voeten 11 Chineesche 28 Wandelcostuum Reformtoilet. zwachtelend. 29 Waterdraagster (naar een schilderij 12 Normale en misvormde voeten. van Sichel). 13 „ vrouwenromp. 14 De romp van binnen gezien. 30 Venus van Milo.

GE. * Rnggegraatsverkrommlngen. 6 platen.

1 Ruggegraat. 4 Verkromde ruggegraat en borstkas.

2 J ongens voor de schoolbanken zittend. 5 Saamgegroeide werveluitsteeksels. 3 Kromme rug. 6 Verkromde ruggegraat.

GB. ziekteverwekkende bacteriën. Tekst yan Dr. Jenny Weyerman. 10 platen.

1 Miltvuurbacillen. 6 Ebtercoccen. 2 Cholerabacillen. 7 Groote micrococcen uit lucht. 3 Typhusbacillen. .8 Desinfectie-oven. 4 Tuberkelbacillen. 9 Desinfectie-inrichting in doorsnede. schroefbacillen inhooi-infuus. 5 „ in sputum. 10 Groote

GG. Over den ontwikkeUngsgang der geneeskunst. Tekst van Dr. H. F. A. Peypers. 22 platen.

1 Ganga (= geneesheer, toovenaar, 3 Behandeling van een Indiaanschen priester) in vollen tooi. zieke. Medicyn-dansby deMandaan- la Afrikaansche toovenaar van deNiam- Indianen. Niam aan de grens van den Congo- 4 Behandeling van een zieke bij de staat. Zwartvoet-Indianen. 2 Mahakola Yaksche met zyn 18 5 Pater Gassner en zijn geloofsgenees- ziekte-demonen. wyze.

109

M.

GEOLOGIE, COSMOGRAPHIE.

t

HA. Het vergaan der wereld. Tekst naar Flammarion. 30 platen.

1 Reizigers die met electrische lucht- 14 Op Jupiter worden slechts wolken schepen naar het Fransche Insti- en dampen gezien. tuut komen. 15 De menschbeid zal van koude om- 2 De Gaorisankar. koinen. 3 Komeet van 1811. 16 Reeds thans wordt de zon soms door 4 Bewijs voor de mogelijkheid der ontzacbelijke vlekken bedekt. botsing van de aardemetdekomeet. 17 Een projectie op Mars gemaakt, kon door kijken worden waargenomen. 5 Hoofd van de komeet van 1861. 18 Een transatlantisch luchtschip. 6 De komeet nadert en neemt in 19 patriarch van Jeruzalem. grootte toe. De 20 Alle menschen waren zoo bleek als 7 De bankier verlaat de zaal. lijken. voorzitter der Maatschappij van 8 De 21 Plotseling scheen het hemelgewelf neemt het woord. Geneeskunde open te scheuren. 9 Gevangenen, in een kleine ruimte 22 Een dichte vuurregen begon uit den 13 opgesloten door gebrek aan lucht hemel te vallen. gestikt. 23 De Courantenjongens galmen de 10 De zee slaat met woest geweld tegen bulletins uit. de kusten. 24 De Engelsche vlag op het nieuwe eiland geplant. 11 Bergstroomen en sneeuwvallen doen telefoot, waardoor opwille- de bergen verbrokkelen. 25 De men keurigen afstand alles kon zien. einde zal dat het geheele 12a Het zijn, 26 De puinhoopen van Parijs. vasteland vlak wordt. 27 Alle huizen waren van ijzer en glas. 12& Op de maan vindt men slechts nog 28 De dagehjksche wenteling der aarde dorre vlakten. om haar as was vertraagd. Op Mars vindt men niets meer dan 29 Nog slechts één menschenpaar was ondiepe binnenzeeën. overgebleven.

HB. Iets over Sterrenknnde. Met handleiding yan A. ïï. Glerhard. 56 platen. Gedeeltelijk genomen uit „Katechismus der Astronomie”. Dr. H. Klein, leipzig. Yan de handleiding zijn gedrukte exemplaren si / 0.25, verkrijgbaar.

1 Licks observatorium. 20 Jupiter. 2 Jaargetijden. 21 3 Maanphasen. 22 Loop van Jupiter. 4 Zonnevlekken. 23 Saturnus, zooals vroegere sterren- 5 Een zonnevlek. kundigen haar zagen. 6 Eclipsen. 24 Saturnus. 7 Totale zoneclips. 25 De ringen, van Saturnus af gezien. 8 28 Komeet 1811. 9 27 „ van Donati. 10 Protuberanzen. 28 „ 1843. 11 29 Baan der komeet van 1843. 12 Zoneclips met chromosfeer en pro- 30 Vallende sterren. tuberanzen. 31 Het stralingspunt van vallende 13 Maansikkel. sterren. 14 De maan, eerste kwartier. 32 Sterrenkaart. 15# Maankaart. 33 Sterren van het noordelijk halfrond. 16 Maanlandschap. 34 Sterrenhoop. 17 Planeten. 35 Nevelvlek. 18 Binnenplaneet. 36 Uitvinding van den verrekijker. 19 Mars. 37 Een sterrenkundige aan ’t werk. 38 Bewys voor den bolvorm der aarde. 48 Schijnbare grootte van de zon, zoo- 39 Uitwerking der straalbreking op de als- ze van dé verschillende pla- ondergaande zon. neten gezien wordt. 40 Het systeem van Ptolomeus en het 49 Sterk vergrootte zonnevlek. stelsel van Tycho Brahé. 50 Totale zonsverduistering 1868. Een 41 Kaart der wereld, zooals Homerus lichte wolk stond voor de don- zich die voorstelde. kere maanschijf toen de photo 42 Wereldkaart uit de 8st9 eeuw. genomen werd. 43 Boeddhistische voorstelling der 51 Baan van de komeet II, 1861. wereld. 52 Verschillende standen van een ko- 44 Kaart van Mars naar Schiaparelli. meet van het perihelion. 45 Jupiter. 7 Maart 1873. 53 De Groote Beer. 46 De ringen van Saturnus. Zooals ze 54 Cassiopeia. van de aarde gezien worden. 55 De groote nevelvlek in Orion. 47 Eeliëfkaart van de maan. 56 Totale zonsverduistering: Corona.

HG. Bewoonbaarheid der aarde en andere planeten. Telïst van Dr. A. J. van Pescli. 20 platen.

1 Alvan Clark met een reuzenlens. 10 Mars; zes waarnemingen. 11 2 Kijker in de Yerkes-sterrenwacht „ ; halfronden. (Amerika). 12 Jupiter; zes waarnemingen. 3 Reuzenkijker, Parijsche tentoon- 13 Saturnus. stelling 1900. 14 Komeet; 13 Juli 1893. 4 Kijkereinde met spectroscoop van de 15 Twee gedeelten van den melkweg. Lick-sterrenwacht. 16 Nevel in hec Zwaansterrenbeeld. 17 Jachthondensterren- 5 De zon met vlekken. „ „ „ beeld. 6 Zonnefakkels aan den zonnerand. r' / Venus. 18 „ „ „ Sterrenbeeld „de Beer”. 19 „Andromeda”. 8 Maan (eerste kwartier). „ „ „ ., 0 Maanlandschap op de lichtgrens. 20 « « „ » „Orion”.

HD. Wat wU van de maan weten. Tekst van Pr. A. J. van Pescli. 19 platen.

1 Loop van de Maan. 9a Verklaring van eb en vloed. la Aarde en Maan. 10 Gedeelte van wassende maansikkel. ' 2 Schijngestalten van de Maan. 11 Krater Copernicus met omgeving. 3 Verklaring van Zon- en Maansver- 12 De Kraters Archimedes en Aristillus. duistering. 13 De z.g. rillen op de maan. Maanlandschap en vogelvlucht afbeel- 4 Maan; 4 dagen oud. 14 ding V. d. Vesuvius. ^ l> ;; » voorstelling van een 6 15 Fantastische ^ ;) » reis naar de maan. 7 met den krater Copermcus ., hel verlicht. 16 Maanoppervlakte verlicht door de « „volle aarde”. 8 Volle maan. 9 Maan; laatste kwartier. 17 „ „ bij „nieuwe aarde.” HE. Ontstaan der Steenkolen, Naar Pontonié. 50 platen.

1 Lagere landdieren uit den steenkolen- 17 Elzenbosch op stevigen grond, waar-

tyd ; een amphibie-achtige duizend- van de bodem niet meer onder pootsoort (acantherpestes major), water staat. Om de stammen slin- een spinnensoort (cophrynus pres- gert zich humulus lupulus, cornus troicü) en een schorpioen (cascor- sanguina, sambucus nigra. pius carbonarius). 18 Tusschenvorm tusschen hoogveen 2 Twee insecten uitdensteenkolentyd, en laagveen met andraneda caly- rechts de tob 50 c.M. langwordende culata (rechts en in ’t midden) en titanoplasma fayoli en links de ledum palustre (links). Boomen protophasma dumasii. voornamelijk pinus silvestris. 8 Versteende boomstammen in de 19 Riet-zóne (arundo' phragmites) aan steenkolenlagen verticaal op de den rand van ’t hoogveen, Boomen richting der lagen staande. vooral pinus silvestris. 4 dito. 20 Schematisch profiel door een gedeelte 5 Opengelegde woudbodem met boom- van het Koerische Haif (Z), door stronken van lepidophyten die de zóne waar ’t water met riet is onderaan in „stigmariën” zich dichtgegroeid [Rv). Een moeras- vertakken, (stigmariën zijn met laagveenbodem waar elzenbosch ronde indrukken bezette wortel- groeit (Fm. E). Een tusschensoort stokken). tusschen laag- en hoogveen (Zm) 6 Deel van den hoofdstronk met stig- dat weer verdeeld is in een gedeelte mariën van de Piesberg hy Osna- waar berken groeien (B) en waar brück. Het fossiel bevindt zich in gemengd bosch staat (M); ’t eerste de bergacademie te Berlyn. deel van ’t hoogveen waar nog 7 Boomvarens. riet groeit (F/i) tot aan ’t hoogveen 8 Zegelboomen (sigillariaceae). {Hm). In het bodemprofiel betee- 9 Schuttenboomen (lepidodendraceae^ keneji SS met sapropel (rottend 10 Boomvormige paardestaart (calima- slib) vermengd zand, F laagveen, riaceae). Z nat hoogveen, H hoogveen. 11 Moeras uit de middelste productieve 21 Profiel van een voormalig poeltje, steenkoolperiode. geheel gevuld met sapropeliet, 11a Helder bergmeer met steile oevers, daar omheen turf, het geheel met waar voortdurend steenslag afvalt zand bedekt; open gelegd by ’t gra- en zich een mineraal sediment ven van het Teltowkanaal. Het op den bodem neerzet, waar de meertje is na korten tyd door stroom en ook de golfslag ’t water overstrooming weer met zand ge- in beweging houdt en voortdurend vuld, zoodat de steenlaag niet dik zuurstof toevoert. heeft kunnen worden. 12 Poeltje gevuld met sapropel (rottend 22 Stigmaria met naar alle richtingen slib), a water, & sapropel, c riet. uitstralende aanhangsels. 13 Ha daling van het waterniveau ach- 1 Stigmaria-hoofdstam (a); de in tergebleven sapropel, neerslag, als ’t splytvlak liggende appendices (c). een gryzig dun vlies. 2 Hetzelfde stuk steen van den 14 Dichtgroeiing door riet en water- anderen kant gezien, met de dwars lelies. doorgesneden nog cylindrische 15 Sapropeliet-bank (B) by Juwendt aan appendices. 3 Hetzelfde stuk in dwarsdoorsnee, ’t Koerische Haff, onbegaanbaar. a stigmaria-hoofdstam met de merg- Dicht aan de kust naar ’t land c appendices. toe Bidens cermaes (B) die hier steenkern (&); de als veenvormer optreedt. By T is 23 Horizontaal verloopende wortelstok- 'de veenlaag reeds zoo dik dat deze ken van arundo phragmites {in Rh) boven ’t waterniveau gestegen is onder veenlaag {T). Ro is de bo- en de grond is hier begaanbaar. dem waarin bet riet wortelt. D is een stukje van den dyk. 24 Turfsteken bij Triangel (Luneburger 16 Moeras waar elzehoomen groeien. heide): a profiel door laagveenturf De bodem waarin de boomen wor- met boomstronken, b profiel door telen staat steevVs onder water. hoogveenturf zonder stronken. Voor ö en rechts claai'van afge- Syringodendron. Deel van de op- graven hoogveen, waar laagveen- pervlakte van de basis van sigil- bosch (c) voor den dag komt in laria brardi. De ingekooid bewaarde stronken. Achteraan heuvels lange bast — van buiten met paarsge- of hoogveenturf. wijze zeer groote ademopeningen — 24a Kijkje in de Tagebau, bruinkolen- is gedeeltelyk weggenomen en groeve van het Senftenberger re- naast ’t stuk gelegd om de (naar • vier. & Bodem van het afgegraven links omgelegde) steenkernen der gedeelte dat by h als wand in onder de bast liggende verdam- doorsnede te zien is d Bedekking pingskanalen te toonen. der kolenlaag van zand en klei. 36 Cypressen in een moeras in Zuidelijk 25 Onderaardsche organen van calama- Noord-Amerika; midden in, rechts riaceen (uit de steenkolenformatie en links ademwortels (pneumato- van St. Etienne in Frankrijk). phoon). 26 Riet-wortelstok, die links wortel- 37 In lagen gevormde steenkool. De vorniin g in verschillende verdiepin- zwarte strepen zyn glans humus- gen aanwyst; rechts horizontaal kolen. De lichte strepen zyn vet- rhizoon met verticale wortels. kolen. 27 op Den moerasgrond met horizon- 38 Schematische voorstelling van een tale wortels en geen pinwortel; proef, waarby getoond dat nadat aanpassing aan den weeken bodem. een vetlaag tusschen 2 steenlagen 28 Stambasis van een sigillaria (ver- aan zijdelingsche persing is bloot- steend). De stam onderaan breed gesteld, deze zich na ophouden uitgegroeid. Uit de productieve der persing bevindt boven op het carbon van Zurchau. zadel dat de steenlagen gevormd 29 Sigillaria meer of minder verdikt hebben. aan de basis 39 Bruinkolenhout (Ligniet); brokken 30 Zware Nyssa-boomen met verbreede afgerond door afspoeling in het basis; de boomen staan in een diluvium van Berlyn. moeras en hebben zich aan hun 40 Fossiel parallel haksel (door aanspoe- standplaats aangepast.- .de ver- ling fyn verdeelde plantenresten) breede stambasis geeft hun in leisteen. den weeken grond meer steun. 41 Schematische voorstelling van de •31 Dwarsdoorsnee teekening van een richting waarin aangespoelde fijne typischen boomuit’t tropen moeras organische resten (haksel) zich van Sumatra met groote steun- neerleggen, ten opzichte van de wortels, horizontaal langs den stam stroom-richting van het water groeiende bezemvormige lucht- (door de pijl aangegeven). wortels en als asperges verticaal 42 Humuslaag uit groeiende pneumatophoren. aangespoelde resten aan den oever van ’t Bodenmeer. 32 Varenstam met de daarbij beboeren- 43 Drijfhout aan ’t strand van Amster- de, gedeeltelijk nog vastzittende dam-eiland aangespoeld. bladdeelen. 44 Kolken in secundair allochtoon 33 Jong blad pecopteris plumosa uit bruinkolenlaag by Streckau. De ’t productieve carbon in hetSaar- kolken zyn waarschynlyk ontstaan district. Rechts en links van den door de waterstroomen in den hoofdstam de nog volkomen ineen- ystyd. De witte snoertjes gerolde blaadjes der eerste orde zyn diluviale tusschenlagen van anor- en de geheel volwassen aphlebiën. ganische mineralen. 34 Sphenopteris; productieve carbon in 45 Y^enlaag liggend beneden het tegen- Silezië. woordig niveau van de zee aan a—a hoofdas; 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 het strand van Sylt, by laag water en 8 zyn de min of meer volkomen voor den dag komend. overgebleven bladen die uit de hoofdas gegroeid zyn en in een 46 S teenkoolhoudende lagen opengelegd spiraal staan. by den bouw van een spoorbaan in ’t Saar-kolenbekken. 35 Pneumatophore van een sigillaria? Steenkern waar vöör in het midden 47 Stigmaria. nog een deel der steenkoolbedek- 48 Hoogveenpias dichtgroeiend door king aan vast zit. sphagnum (veenmos). 49 Profiel dat ’t ontstaan van oer doet (meest yzerverbindingen); deze zien; a niet uitgeloogd zand; b oer; oplosbare ' verbindingen siepelen c uitgeloogd zand; d nu teelaarde, verder om zich ten slotte weer ’t Humuszuur dringt door de on- af te scheiden en dan de zand- derlaag van zand heen, verbindt deelen te verbinden tot een harde zich met minerale bestanddeelen massa.

HF. * Versteenlngen der verschillende geologische tpperken.

In bewerking naar Kayzer’s Greologie.

HQ. * Voorwereldlijke dieren. In bewerking.

HH. * Koralen. In bewerking.

HJ. Geweldige Natunrkrachten. Naar Mr. L. Tissering. 21 platen.

Boschgedeelte door den wervelstorm ver- Riettuinen van Soekodono, onder zand woest, hoogte 1400 M. Oorsprong van bedolven. den lahar der Bezoeks Toempé-Saa. Verbrand laag hout, niet ver van den Kratermeer op 6 Juni 1901, in kokenden krater (1901). toestand, diep gelegen. Verwoesting spoorbrug over de kali Plant- Lahar verder omlaag, reeds afgekoeld (1901). jing; opname een maand, na de ramp. Dalende en vertikale uitbarstingswolken Verbrande bosschen. Op den achtergrond van den Smeroe, 15 September 1900. links de Kloet (1901). Lahar met nog heete beek (1901). Bosch onder zandlaag, met nieuw ge- Top van den Smeroe op ’t oogenblik vormde waterval. eener periodieke uitbarsting. Ko.'fietuinen ten Zuiden van den Smeroe.

Tengger-gebergte; op den achtergrondde Het Kloetmeer om 7 uur ’s morgens op Smeroe. 20 Aug. 1909.

Grens van door een lahar verwoest en Verwoesting van een huis en erf. gespaard land. Verwoesting van de dessa Genting. Noodbrug om bp herhaling van de ramp Verbrand laag hout, niet ver van den te vluchten. krater. Panorama van verbrande bosschen, eenige VJaterval van de Kali Badak op 20 Aug. kilometers vau den krater. Op achter- 1909. grond rechts de Kloet (1901). De lahar, nog heet onder de oppervlakte, Plaats waar drie dessa’s stonden, en waar met stoomvorming. 28 menschen om het leven kwamen in den nacht van 29-30 Aug. 1909. Een huis, dat nog juist gespaard is. I HK Tulkanen, Druipsteengrotten, Meteoorsteenen enz.

64: platen.

1 Verzakkingen van aardlagen. 36 Martinique. Een lijk op het plein 2 Meteoorsteenen van Stannern. Bertin. 3 „ „ „ Hraschina. 37 „ Achter dm golfbreker. 4 Voorstelling van het binnenste der 38 „ Wat er Aan de boomen aarde volgens Athanicus Kircher geworden is. 17de èeuw. 39 „ In hp-Ê bed van de rivier 5 Vesuvius\vermoede]üke vorm vóór Koxéliane. '79. Ie uitbarsting van 40 „ Lijkdienst in de straten van St. Pierre. 6 „ rolakwolk in den vorm vanNgen pynboom 1822. 41 „ ,/Kuïne van de kathedraal. 42 „ Panorama vanaf het S.S. 7 1872. „ Suchet, 48 uur na de uit- 1872 brELhd van den lava- 8 „ barsting. stroom. \, 43 De vorming der vaste aardkorst in 9 „ 1880 binnen^e van den vier verschillende stadiën van krater. \ verharding.

10 „ 1882 binnenste \an den 44 Loop der aard-iso thermen, onder de krater. gebergten en onder de vlakten. 45 Eruptie van den Castle-Geyser (Yel- 11 De piek van Teneriflfe. lowstonegebied). 12 Vulkanen in Auvergne. \ 13 Santorius Eilanden. 46 Doorsnede van een Geyserkanaal 14 Situatie der Krakatau Eilanden. (Yellowstonegebied). 15 Bromo Dascar. Java. 47 St. Pierre op Martinique na de uit- 16 „ Smeroe „ barsting van den Mont Pelé. Goenoeng-Api. Banda. 17 De Mosenberg metMaarin denEifel. 18 Uitbarting van Krakatau. 49\ Kaart van Napels niet Vesuvius en Streek door de uitbarsting van Kra- 19 de Phlegreische velden. katau geteisterd. \ 50 \p;aart van den boven-Kibo (Kilima- 20 Streek door de uitbarsting van Kra- VNdzjaro, Afrika) volgens Hans katau geteisterd. 'SMeyer. 21 Streek door de uitbarsting van Kra- 51 Ba2^1twand op het eiland Teneriffe. katau geteisterd. 52 PulWmaar aan de zuidelijke helling 22 Zuidzijde van Krakatau. vak den Eifel. Krakatau, na de groote uitbarsting. 23 53 Neveldek Messier in de visschen. 24 Puimsteenbergen op Krakatau na 54 Vulkamsche bom. de uitbarsting. Het Vesuvius-observatorium. en Pro- 25 Grot van Dargillan, Cevennes (La fessor Matteucci. Clochej. 56 Het gebie^van de aardbeving. 26 Grot van Dargillan, Cevennes (Salie 57 San-Pranci^o vóór de uitbarsting. de la fontaine). Palasthótel. Stadhuis.

27 Vallée d.e la Joute. 58 vHorvardstreet na de ).ardbeving van 18 28 Aveu-Armand, la fórêt vierge. Ce' vennes. April 1906. Stadhuis na de aard- 29 Gebogen kalklagen. 59 „ „ beving van 1906. 30 Gevouwen leisteenlagen. Overblijfsel Va- 31 Verschillende soorten van gevouwen 60 „ „ van aardlagen. lenciastreethótel. Spleet in het asphalt. 32 Wildman stattensche figuren in 61 ,, „ meteoorijzer. 62 „ Unionstreet. den rand van den krater Aso- 33 Martinique. Voor en na de uitbarsting. 63 Op San (Japan). 34 „ Straat Victor Hugo. se- 64 Rook en stoom opstijgen d uit Asama’s 35 „ Overblijfsels van den mafoor. krater na de uitbarsting. HM. Ijsbergen en Gletschers.

4:5 platen.

1 Dry.fys in den mond der Elbe. 24 Ortïer en Suldengletscher. 2 Mond der Elbe. 25 Gletschereinde*,^.-— 3 IJspersingv^ 26 Gletscherpdöfa 4 De Boot op^iiet strand. 27 ZwerfBlok. 5 Drüfys by Grrèn:^land. 28..--•"Gletschertafel. 6 Ijsberg en veldyn. ^•29 Bergstroom. 7 Trekhonden. 30 Bojumsbroë. 8 In zee eindigende gl^chers. 31 St. Eliasberg v.h. Newtondal. 9 Ijsbergen voor een hoQ^e..^ku3t. 32 Gletscher spleten.

10 „ in den Z,.-Atl. Oceaan. 33 IJsmuur San Ross. 11 Albatros. — 34, Inland ys. ' 12 IJsberg>n"dryfys. . •35 Gletschereinde in een baai. 13 Gewoon schip en poolschip. "86 Pakys in de Beringstr. 14 Walvisschen in het dryfys. 37 Ijsberg van den Z. Atl. Oceaan.

15 . St. Eliasberg. 38 Noorderlicht. 16 Könïgspitse te Tirol. 39 Het kalven v. d. gletscher. 17 Groote Aletschgletscher. 40 Ijsberg. 18 De Mer de Glacé. 41 Zalmvangeride hond. 19 Dal van Chamounix. 42 IJsbeermoeder met jongen. 20 Gletscherspleet en brug. 43 21 Meteorologisch station. 22 De föhn in Tirol. 44 Zuilenkaap. 23 De bora in Dalmatië. 45 Portret van Mary Peary.

HN. Astronomische onderwerpen.

Zon plaat 1-13.

Maan „ 14-22. Nevelylekken en Sterrenbeelden „ 23-52. Observatoria en kijkers .... „ 53-56. Sterrenkundigen „ 57-61.

Zon. 11 Horizontale stroomingen in protu- 1 Foto van een zonnevlek 22 Juni 1885. beransen. 2 Zonne-spectroskoop (Yerkes Obs). 12 Dito. 3 Structuur der Calciumvlokken in Hg 13 Teekening. licht. 4 Zonnevlek, 9 October 1903. Links Maan. tweede spleet v. d. spectrohelio- graaf op H. Rechts op Hg. 14 Maan, oud 9d. 5 Foto van de zon met fakkels en 15 Maankrater. Theophilus en omgeving. vlekken, 25 Aug. 1906. 6“ 9“ v.m. 16 Mare Serenitatis, Mare Franquilitatis 6 Foto van de zon in H licht te en omgeving. 0u 22 i° v.m. 17 Maankrater Coperhicus en omgeving. 7 Foto van de zon in H> licht te 6u igm v.m. 18 Mare Nubiera. Krater Bullialdus. 8 Zonder Chromosfeer en Protuberan- 19 Maankraters Clavius, Longomonta- sen. nus, Tycho enz. 9 Teekening (Langley) van een zonne- 20 De van den maankrater Tycho uit- vlek Dec. 1873. stralende witte stralen. 10 Vijf foto’s van de zon by ondergang, 21 De maan, gephot. met een 12 inch aantoonende dat er geen vergroe- kenwood refractor. (Richey). ting aan den horizon is. L’astro- 22 De maan in vergelyking met andere monie Sept. 1911. asteroïden (teekening). nq f

Kerel lekken, sterrenbeelden. 42 Halternevel in den Vos. 43 Ringnevel in den Zwaan. Spiraalnevel in den ‘Walvisch. 23 44 Planeetnevel in den Waterman. Messier in de Vis- •24 „ 74, 45 Sterrensporen om N.-Pool. schen. 46 Sterrenhoop, Messier 11, in hetSchild „Krab”nevel, Messier in den Stier. 25 1, van Sobieski. 26 Centrale deelen van den groeten 47 Sterrenhoop, Messier 13, in Hercules. Orionnevel. 48 Groote nevelvlek in Orion. Planeetnevel in de Waterslang. 27 49 Andromeda. „Uir’nevel in den Grooten Beer. „ „ „ 28 50 Saturnus 24 Nov. 1910 (Jonckheere). 29 Dubbelnevel in de Jachthonden. 51 Komeet 1911 G (Beljacwsky) in den 30 Spiraalnevel, Messier 88, in het Leeuw. 1 Oct. 1911. 16u 30m m.t Hoofdhaar van Berenice. teekening van professor Dr. A. A- 31 Streepnevel in hot Hoofdhaar van Nijland. Berenice. Pleiaden. 32 Spiraalnevel, Messier 51, in de Jacht- 52 honden. Observatoria. 33 Sterrenhoop, Messier 3. in de Jacht- honden. 53 Lick Observatorium. 34 Spiraalnevel, Messier 101, in den 54 Yerlkes „ Yerlkes Obs. Grooten Beer. 55 De Bruce-telescoop van 56 Uiteinde van den 40" kyker (Yer- 35 Dubbelnevel in Boötes. kes Obs.) 36 Sterrenhoop, Messier 5, in den Slang. in Hercules. 37 „ „ 13, Sterrenkundigen. Ophiu- in . 38 „ „ 12, chus. 57 Prof. J. A. O. Oudemans. 39 De driespletige nevel, Messier 20, in 58 „ M. Hoek. Kaiser. den Schutter. 59 J. F. Hen II er t 60 Zach. Jansen, ) uitvinders van 40 Omega-nevel, Messier 17, in den Hollandschen 61 Hans Lipperberg, ) den Schutter. kijker. 41 Ringnevel, Messier 57, in de Lier. 1 . TECHNIEK, BEDRIJVEN EN CULTURES.

IA. Bezoek aan een Engelsche EolenmUn. Tekst Tan R. A. Tan Sandick. 25 platen.

"Vervoer door paarden. 1 Gezicht op een kolenmijn boven 14 den grond. 15 Zelfwerkend hellend vlak. 2 Mond van de schacht. 16 Kabelspoor zonder einde. 8 Bodem van de schacht. 17 Onderzoek of controle van het dak. 4 Aanvallen van een kolenlaag. 18 Scheidingsdeur tusschen de wegen 5 Het drijven van een galery. voor de verseb e en de bedorven 6 Het aanvallen van de bodemlagen lucht in de myn. van de kool. 19 Een afgewerkte myn. 187 Het boren van schietgaten in de 20 Onderzoek naar mjjnps. hoogste kolenlagen. 21 Ontploffing van mijngas in een 8 Handboor. mijngang. 9 Machinale boor. 22 Ontploffing in de Barnsle^-myn. stukken kool. 10 Het opladen van groote 23 Meisje uit de kolenmyn té Wiga in 11 Opzetten van kleine proppen. haar werkpak. 12 Uitwerking van drukking op met- Hetzelfde meisje op Zondag. selwerk en houtverbindingen. 24 Het bouwen van een stapel. 25 Landschap uit het kolentydperk.

IB. Scheep' en Stoomvaart. Tekst Tan II. HoTen. 15 plalen.

16* van electrischen stroom 1 Schip uit de’-'-lh'ie eeuw. Het meten 2 Fregat met volle-.zeilen. 17* Het laden of^^lo&8en‘'"‘VStr'é'6'n' tele- 3 Doorsnede van een '•sqbip. 5 Wereldkaart. 1.8^4>-‘'H'ét repareeren van een telegraaf- 6 Boot van de M\j. „Nederlanü”.^-*- kabel. 7 Stoomketel. 19* Het vieren van een telegraafkabel. 8 Verklaring van stoofdcylinder en Standbeeld van Ferd. de Lesseps te zuiger. _ ''"‘’^-P-.,-.§aid. 12 Dek.--ptefiteekening van de „Cam- 21* Zeemonster-..^BJjgeloof op zee. .^'"pania”. 13* Bergingsboot „Hercules”. Verder in b'^erking.

IG. Het Goud, Boe het Bevonden wordt en waar het blijft. Tekst Tan Jan H. Junins. 70 platen.

Boeloewayo. 1 Kubus ter waarde van + 2 mil- 16 Spoorweg naar lioen., 17 Kaffervrouwen. 2 Kubus ter waarde van een ton gouds. 18 Indianen-dames. •.) TT Q. Stamper met waterrad. '> 19 n n II II II 4 Goudwasschen in Klondike. 20 Hydraulisch wasschen. 21 Smeltery bij Framestown. 5 „ met de pan. by Framestown. (i Nuggets en gouden tientje. 22 Groeve 7 Oude graveryen in Matabeleland. 23 Mijnen in Ojuela. 8 Tati-rivier. 24 Gagnon-mijn. 9 Goudvelden aan de Tati-rivier. 25 Blinkpoort. 10 Rijke jachtgronden. 26 Eerste mynkamp in Johannesburg. 11 Huis van Rhodes. 27 Marktplein te „ 12 Park te Umtali. 28 Hoofdstraat te Johannesburg. 13 Salisburg in Rhodesia. 29 Goudmijn. 14 Reizen in Rhodesia. 30 Electrische boormachine. 15 Ossenwagen, by drift. 30a Goudwasscherij op Madagaskar. 31 Goudwasschen op Madagaskar. 52 Politie-soldaat.

32 Goudader „ 53 Een preek. 33 Aanboren van een ader. 54 De Chilkootpas. 34 Dames van Madagaskar. 55 Top van den White-pas. 35 Dansende Mascareensche vrouwen. 56 Bennett-meer bevroren. 36 Voetpad over een placer. 57 Booten op het meer. 37 ‘Wynkamp in Guyana. 58 Stroomversnelling. 38 Kaart van Klondike. 59 Naby Dawson. 38a De stad Seattle. 60 Op weg naar Dawson. 39 De stad Junean. 61 Bal in café Monte-Carlo. 40 Gezicht op Skagway. 62 Tooneelspelers. 41 Mijnwerkers te Skagway. 63 Werken in een claim. 42 Het Bennett-meer. 64 Ambtscostuum. 43 De Yukon by Dawson. 65 Drinkbeker van gouden munten. 44 Dawson in 1898. 66 Zilveren bowle.

' 45 „ „ 1897. 67 De Russische kroningssieraden. 46 Kaart van Klondike (zie pl. 38). 68 Kroon van Maria Stuart.

46a Op den Yukon. 69 „ „ Koningin Wilhelmina. 47 Begin van den Chilkoot-pas. 70 Rijkspostspaarbank te Amsterdam. 48 Hoogste punt Chilkoot-pas. 71 Assignaat. 49 Hotel aan den weg. 72 Bank van Engeland. 50 Doode-paardenweg. 73 Nederlandsche Bank. 51 Verlaten bagage. 74 Munt te Utrecht.

ID. Zeevisscberyen. Tekst van Jan H. Jnnius. 64 platen.

1 Koraalbank. 33 Het aanleggen van een oesterpark.

2 • Lompenvisch. d3a „ „ „ „ „ 3 Tahak. 34 Aanbrengen van staketsels. 4 Gorami. 35 Het zeven. -5 Haaien. 36 Onderhoud der ambulances. 6 Visschersgezin. 37 Het uitzaaien. 7 Moeder en kind. 38 Het oesterrapen. 8 Visschersmeisjes. 38a „ „ 9 Logger van Maassluis. 39 Visschersdorp. 10 Kerkschip „de Hoop” 40 Eenjarige en zesjarige oester. 11 Haringvisschers. 41 Dieren uit de kor. 12 Haringkoning. 42 Ingang van de Elbe. 13 Het verpakken der haring. 43 Meisjes van Helgoland. 14 Lerwick. 44 Zeeberen. 15 Visschery kaart. 45 Zomerdorp op Pribyloff. 16 Noordzeekaart. 46 Aankomst der eerste robben. h Ophalen der bommen. 47 De robben op het strand. 18 Revue over de visschersvloot. 48 Het dooden der beren. 19 H. M’s „Dolfijn” 49 Het stroopen. 20 Bruinvisschen. 50 Het verpakken. 21 Haringsoorten. 51 Instrumenten voorde walvischj acht. 22 Botsteken. 52 W alvi schj acht. 23 Kabeljauwsoorten. 53 Op den vischgrond. 24 Fjord in Noorwegen. 54 Dryvende doode walvisch. 25 Droogrekken. 55 Aan boord hyschen. 26 In de Vestfjord. 56 Walvischslachten. 27 Gezicht op Bergen. 57 Bek van den potvisch.

28 Visschers- en oorlogsschepen. 58 „ „ „ II 29 Visschersweduwen. 59 Zwaardwalvisschen. 30 Passage St. Guenvlé. 60 Zwaardvisch. 31 Tehuis voor visschers. 61 Walvischstoomer. 32 Oesterrapen op 21 Maart. 62 Gestrande domkoppen. Italië. 1 IE. Behandeling der Zörupsen in Tekst van Jo M. Proot. 12 platen.

Microscopisch onderzoek van de 8 Rupsenkweekery van twee verdie- eieren. pingen. to Eupsen met verkalking. 9 Gezonde rups uit den 4den leeftijd co Vlinders, lydende'aan pebrine. met blad. Rupsen gestorven „ „ 10 Het ouderwetsche onderzoeken en cn cocons voor Nieuwere plaatsing der plaatsen van rype rupsen. zaadwinning. 11 Gezonde rups voor het inspinnen; 6 Gezonde vlinders; manlykeenvrouw- zieke rupsen. lyke. 7 Ouderwetsche voorbereiding voor de 12 Takkebosjes met 'cocons en inspin- ontwikkeling door lyfwarmte. nende rupsen.

IF. Venoermiddelen te land. Tekst van P. F. Mattkyssen. 49 platen.

1 Eskimo’s met sleden. 21 Ouderwetsche diligence. 2 Poolreiziger in hondenslede. 22 De eerste Londensche hansom. 3 Arrenslede met schaatsenrijder. 23 Coach op ’t eiland Wight. 4 Figuur-schaatsenrijder. 24 De eerste tram. 4a Schoonryden op schaatsen. 25 Locomotief v. Stephenson. eerste locomotieven. Tl Canadees op sneeuwschoenen. 2öa Een der 6 Poolreiziger op ski. 26 Hedendaagsche sneltreinlocomotief. 7 Schaatsenrijden met zeil. 26a Spoor in een tunnel. 8 IJsschuitje. 26Ö Bergspoorweg. 9 Oud-Hollandsche sleeper. 27 Een der eerste treinen in Engeland. spoor- > 9a Bruilofts-sleepkaros. 28 Feestelijke opening van een 9ö Toeslede. lijn. (1831). 9c Sleepkoets door ossen getrokken op 29 Restauratiewagen. Madeira. 30 Tandradspoorweg. droschke. 10 Russische 30a „ 11 Draagstoel. 31 Electrische tram. 12 Draaghangmat op Madeira. 32 Bestellers op fietsen. 13 Olifant met draagstoel op den rug. 33 Motorwagentje. 14 Kameel. 34 Automobiel. 14a Karavaan van kameelen. 35 Renardtrein. 15 Noord-Hollandsche hondenkar. 36 Luchtballon. 16 Jinricksha. 37 Gevaarlijke nederdaling. zeilkruiwagen. 17 Chineesche 38 Ballon captif. 18 Assyrische strijdwagen. 39 Schema van een vliegmachine. 19 Grieksche „ 20 Ouderwetsche karos. 40 Zeppelin’s luchtschip.

IG. Vervoer te water. Tekst van P. F. Matthyssen. 28 platen.

Zuidzee-eilanden, badende in de Oorlogskano’s der Maori’s op Nieuw- branding. Zeeland. Olivier van Noord in 1599 tusschen 5 Javaansche booten; de uitleggers de kano’s der Ladrones. zijn niet goed te zien. De berkenschorskano in de N. Ame- 6 De kajak der Groenlanders (Eskimo’s). rikaansche wouden. 7 Romeinsche schepen.

loc; .

Cambria, gebouwd 8 Noorsch zeerooversscliip. 19 Het stoomschip 9 Vikingschip, geheel en al vernieuwd. in 1848. 10 Het uitzeilen van de schepen van 20 De schroefstoomboot „Statendam” Jacob Simonsz. de Rijp en Jacob der Holland-Amerika lyn. van Heemskerck. 20& Salon Oost-Indievaarder in 11 Castricum, een 21 De oude Uytersche veerschuit. 1700. 22 De hedendaagsche trekschuit. 12 Barbarysche galei. 23 IJsschuit. 13 De Dreadnought. '249 sportijsschuitje by 14 Engelsche torpedoboot „Velox”. IJsjacht, het 15 Reddingsboot in de branding. Davos. 16 Tesselsche haringlogger. 25 Venetiaansche gondel in het groote 17 Vlaardingsche haringlogger. kanaal. IS Het eerste stoomschip, dat te Rot- terdam over zee aankwam. 26 Motorjacht.

IH. * Telefonie. 20 platen.

daarvan. Voortplanting en trilling, populaire Een telefoon en doorsnede 1 van voorstelling. 10 Bewys van de noodzakelijkheid den magneetkern in een telefoon. 2 Geluidgolven in roet geteekend met een stemvork. 11 Bewys dat de weerstand van een contact vermindert by meer druk 3 Voortplanting van geluidgolven van een stemvork op en in de lucht. 12 Hughes-microfoon. 13 Blake-microfoon. 4 Geluidgolven voor verschillende 14 Schem. voorstelling van de werking klanken. V. niicrofoon-inductieklos-telefoon. 5 Telefoneeren zonder electriciteit. 15 Diagram van den stroomloop in een een 6 Eenvoudige voorstelling van telefoontoestel. electromagneet. 16 idem. 7 Schematische voorstelling van een 17 idem. telefoon. 18 Telefoonzaal. 8 Schematische voorstelling van de 19 Telefoontafels. verbinding van twee telefoons. 20 Toestel.

II. Verlichting voorheen en thans. Tekst Tan W. Addeson. 39 platen.

eind 11de eeuw. 1 Pompej aansche lampen met mensch- 9 Kandelaar, en dierenfiguren. 10 Kandelaar van gegoten geelkoper. (mus. te Cluny). 2 Oliehouder van terracotta of glas, 14de of 16de eeuw rustend op een metalen piëdestal 11 Kaarssnuiter in de gedaante van uit de 12de eeuw. een vogel. van gegoten 3 Oliehouder met tuit 12 Kaarsenkroon van verguld koper. (mus.teBourges). koper. 13de eeuw 1400/ uit de hoofdkapel v.h. Bene- 4 Koperen handlamp, 13de eeuw. diktyner klooster te Homburg. :> Gesmeed yzeren lamp. 2de helft 15de Waskaarsenhouders uit Tirol. eeuw. 13 14 Moderateur petroleumlamp^ 6 Gietvorm voor stearine kaarsen. 15 Gasbrander, sleufbrander. Machine van 50 gietvormen voor 7 van kaarsen-fabricatie. 15a Ringvormige brander, voorzien gaatjes. 8 Kaarsvlam. talrijke kleine 16 Machine voor het breien van gloei- 26 Acetyleengastoestel in doorsnede. kousjes. 27 Benoid-gastoestel. 17 Gehouwen der Eerste Nederl. Tho- 28 idem in doorsnede. rium- en Gasgloeilicht fabriek te 29 Onderdeel Benoid-gastoestel. . 30 Electrische lamp, vervaardigen van 18 Aanbrengen v. d. ophangdraad in de peer. de kousjes. 31 Oliepomp voor het luchtledig pom- 19 Zaal, waar de koppen der kousjes pen der peer. genaaid worden. 32 Materiaal voor de metaaldraden. 20 Kousjes op vormen geplaatst en Tantaalmetaal. gegloeid. 33 Tantaallampen in verschillende 21 voor het gloeien der kousjes Machine stadia. te Amersfoort. 22 Machine om de kousjes op juiste 34 Wolframdraad. in verschillende lengte te sneden. 35 Wolfrainlampen 23 Cartonnage inrichting te Amersfoort stadia. voor het verpakken. 36 Wolframlampen, laatste vormen. 24 Acetyleenbranders. 37 Moore. 25 Acetyle eng astoestel „de kleine Cen- 38 Electrische installatie in de vestibule trale”. van het Ijspaleis te Berlpn.

IJ. * Van Lnchtballon tot Vliegmachine. 24 platen.

luchtschip. 1 Eerste opstijging met ïuchtballon. 13 Benard &Krebs electrisch 14 Bestuurbare ballon van Campbell. 2 Luchtballon ' met gasvnlling. 3 Nachtelijke vaart. 15 Aluminium luchtschip van Schwarz. 4 In sneeuwstorm. 16 Zeppelin’s Motorschip 1907. 1908. 5 Glaishers hoogte-tocht. 17 „ Btjntocht in Aug. 6 Gevaarlijke landing. 18 Parseval Ballon. 7 De groote vasteballon inLondon 1869. 19 Lilienthals vliegmachine. van Giffard. 8 Dampballen 20 „ tijdens de vaart. ballon van Dupuy de 9 Bestuurbare 21 Hensons Aeroplaan van 1843. Lom es. 22 Vliegmachine van Wright. 10 Bestuurbare ballon van Wolf. 23 Parman. 11 Amerikaansche krtjgsballon. „ „ 12 Tissandiers electrisch lucbtschip. 24 Blériot vliegt over ’t Kanaal.

IM. ^ Geschiedenis van het Stoomwerktuig. 14 platen.

1 Vuurkogel. Een der oudste proeven 7 Stoomwerktuig van Newcomen. om de werking van den stoom aan 8 Stoommachine volgens Newcomen, te toonen. uitsluitend gebruikt om zuiger 2 Stoomwerktuig van den Italiaan- van mijnpomp in beweging te schen ingenieur Giovanni Brancar. brengen. 3 Luchtdrukproef van Otto von 9 James Watt, uitvinder der stoom- Guericke. machine. oudste luchtpomp-construc- 4 Een der 10 Stoommachine van James Watt. ties, 1660 door O. v. Guericke erticale condensatie-stoommachine. vervaardigd. 11 V systeem James Watt. 5 Uitvinding van Papin, 1688, om 12 Balans-stoommachine. stoom, die zich onder een zuiger bevindt, door afkoeling te laten 13 Eerste locomotief van W. Medley neerslaan. te Wylan, 1831. 6 Stoomwerktuig van Thomas Savery. 14 Amerikaansche sneltrein-locomotief.

1 r,n II. Bliksem en BliksemaBeiders. 23 platen.

1 Aantrekking vaneen vlierpitballetje 13 Twee voorbeelden van bliksemslag door geladen conductor. in een huis. Invloed van geladen conductor op 2 14 Voorbeelden van bliksemslag in een langwerpige conductor. kerk en in een huis. 3 Invloed van geladen conductor op twee achter elkaar staande con- 15 Bliksemslag in een huis, over een ductoren. boom. 4 Uitvinding van de Leidsche flesch. 16 Electrische inv]ped van de wolken 5 Ontlading van een Leidsche flesch op elkaar (terugslag). door ontlaadtang. 17 Aanschouwelijke voorstelling van 6 Flikkerbuis. den terugslag. 7 Franklin met den electrischen vlieger. 18 Spits van een bliksemafleider. 8 Photographie van den bliksemstraal. 19 Meervoudige spits. 9 Idem. 20 Bliksemafleider langs een huis. 10 Boom, door den bliksem getroffen. 21 Ijzeren kooi als bliksemafleider. 11 St. Elmusvuur op een schip. 22 Hetzelfde vereenvoudigd. 12 Klokkenluider, door den bliksem 23 Eenvoudige bescherming van een getroffen. huis, dicht bp hooge boomen.

IN. Heideontglnning. Platen yan de Ned. Heide Mig. 90 platen.

1 Woeste Grond. Eikenhoutopslag op 21 idem Schillen van eikenhakhout de heide. 22 idem Geschild hakhout met eike- 2 idem Zandverstuiving. schors. 3 idem Vee in de heide. 23 Boschexploitatie. Klaverruiter. 4 Grondbewerking. Ploegen met zes 24 idem Vol beladen klaverruiter met ossen. haver. 5 idem Stoomploeg. 25 idem Stomperooier. 6 idem Locomobiel van den stoom- 26 Grienden. Nieuw aangelegde griend. ploeg. 27 idem Wilgenteenen op stam. 7 idem Stoomploeg in werking. 28 idem Snyden van teonen. 8 Voorbouw. Voorbouw met rogge. 29 idem Opbossen van teenen. 9 idem Voorbouw met lupine. 30 idem Wilgenteenen (opgebost). 10 Bedekken van stuifzand en duinen. 31 idem Vervoer van teenen per schip. Afronden van steile hellingen. 32 Winnen van andere voortbrengselen 11 idem Vastleggen van zandverstui- dan hout. Grinthorren op een ving. ontginning. 12 Planten. Planten van eenjarige den- 33 idem Afplaggen van heide. nen met de wigvormige plantschop. 34 Mooie of merkwaardige boomen of 13 Kweekeryen. Kweekery op een ont- beplantingen. Beukenlaan Els- ginning. wout. 14 Jonge bosschen. Jonge dennenbe- 35 idem Oude den in het Drouwener- planting. zand. 15 idem Gemengde beplanting. 36 Beschadiging van bosschen door 16 idem Berkensingel. insecten. Nonvlinder op dennen- Onderplanting in 17 Oude bosschen. boomstam. de Haarlemmerhout. 18 Uitdunnen van bosschen. Verwaar- 37 idem idem, mannetjes en wyfjes. loosd dennenbosch. 38 idem Door nonvlinder beschadigd 19 A^ellen van bosschen. Vellen van dennenbosch. zware boomen. 39 idem idem. 20 Winnen van eikeschors. Hakken en 40 idem Geveld bosch door nonvlinder schillen van eikenhakhout. verwoest. 41 idem Door dennenscheerder aan- 64 idem Verzamelbassin van het riool- getast dennenbosch. water te Hilversum. 42 idem Zonnebrand by woudboomen. 65 idem Pompstation te Hilversum. 4B idem Verzending v.vogelwoningen. 66 idem Toevoersloot naar de reini-

44 • Aanleg tot bouw- en grasland. Rooien gingsvelden. van boseb tot aanleg van bouw- 67 idem Nog niet in cultuur zynde land. reinigingsvelden. 45 idem Aanleg van grasland in de 68 idem Met kool en bietenbeplant heide. reinigingsveld. 46 Waterbouwkundige werken. Hou- 69 idem Met suikerbieten en vruebt- ten stuw in een riviertje ten boomen bezet reinigingsveld. dienste een'er vloeiweide. 70 Inpoldering. Oorspronkeiyke toe- 47 Land bouwgebouwen. Boerdery op stand van den grond. de ontginning. 71 idem Afvoersloot naar het pomp- 48 idem idem (van achteren en opzij). station. Hunnebeide (van voren gezien). 72 idem Pompstation. 49 Waterleidingen. Aanleg kanaal op 73 idem Boezem van den polder. een ontginning. 74 idem Oeververdediging. 50 Vloeiweiden. Door bosch aangelegde 75 idem In kultuurge bracht land. toevoersloot voor vloeiweide. 76 Het bedryf in bet polderwater. Uit- 51 idem Vloeiweide met smalle rug. zetten van den zegen.

52 idem „ met breede ruggen. 77 idem Het trekken van den zegen. 53 idem „ „ bellingbouw. 78 idem Opbalen van den zegen. 54 idem Hooioogst op een vloeiweide. 79 Zalmvisscbei-y. Boot met zegen ge- 55 Verkregen resultaten by ontginning. reed liggende om te gaan uitzetten. Rogge op een ontginning. 80 idem Opwinden der zegeniyn om 56 idem Haver op een ontginning. de spil door paarden. 57 idem Aardappelen en rogge aan 81 idem Inbalen der zegen op een vlot. sebooven op een ontginning. 82 idem De zegen is binnen. 58 idem Rogge aan sebooven op een 83 idem Gevangen zalm in het schepnet. ontginning. 84 idem Zalmen op de Zralingscbe markt. 59 idem Het aan de mijt ryden van 85 idem De galg- of klepvisscberij op hooi. zalm. 60 idem Wieden van suikerbieten. 86 idem Het inhalen van de zalmzegen. 61 idem Vee in de weide. 87 idem De zegen is binnen. 62 Reiniging van rioolwater. Grond 88 idem Handzegenvissebery op zalm voor den aanleg der reinigings- in de Oude Maas. velden. 89 idem Woning en pèrsoneel van den 63 idem Toevoersloot naar de reini- zalmvisseber. gingsvelden te Hilversum. 90 idem Boeten der zaJmnetten.

10. * Op Spoorweggebied. 31 platen.

1 Dwarsprofiel van een spoorweg. 13 Profiel van vrye ruimte. 2 Lengteprofiel „ „ „ 14 Een der eerste treinen van Engeland. 3 Dwarsprofiel in slappen grond. 15 De eerste spoorwegwagens. 4 Hoefyzerboog. trein v. 16 „ ,, d. Holl. spoor. 5 St. Gotbard-tunnels. 17 Salonfytuig van binnen. 6 » )j 18 Eetwagen „ „ 7 Lussen in ’t gebergte. Amerika. 19 Automatische koppelingen. 8 Constructie-trein. 9 Hoek-yzer rails. 20 „The Rockiet”, locomotief van Ste phenson. 10 Rails op steenblokken. . 11 Diverse rail-doorsneden. 21 „De Snelheid”, eerste locomotief van 12 Rails op stollen. de Holl. spoor. Tegenwoordige sneltreinlocomotief Sneeuwploeg. van de HoJl. spoor. Sneeuwwaaier. Tegenwoordige goederenlocomotief Sneeuwtunnel. van de HoJl. spoor. doorsnede. Tenderlocomotief van de Holl. spoor. „ Wateropnemen onderweg. Gx’aphische voorstelling van de dienst- regeling. Groote Amerikaansche locomotief.

IP. * IJsfabrlcatle. 30 platen.

Zwavelzuur. Ammoniak ysmachine 16 Koelhuis van 4 verdiepingen met van Carré. koude-pekelbuizen onder den zol- Schets van een ijsmachine van Pietet der. of Linde. 17 Kelder en restaurati ekamer met koel- Compressor van Linde. kasten. Koude pekel wordt door Ammoniak-condensor zaal St. Louis. buizen af- en aangevoerd. Condensor buizen. 18 Yrieskamer om visch te laten be- Ijsfabriek. vriezen. Door de buizen langs den Ijzeren kan voor het bereiden van wand stroomt vloeibare ammoniak. kristalys met roer toestel. 19 Koelkamer voor bontwaren. Lift voor het heffen van kannen met 20 Zwaveligzuur koel aanleg. kristalijs. 21 Koelkamer voor eieren. Storten van het kristalys uit de 22 Vruchten in ’t koelhuis van ’t Vries- kannen. seveem. Kunst-ijsbaan te St. Prancisco. 23 Boter-bewaarplaats van de Coöpera- IJsplaten uit de ijsfabriek te St. Louis. tieve Stoomzuivelfabriek. IJsplaat waarachter het geheel e la- 24 Koelkamer in een hotel. briekspersoneel te St. Louis. 25 Legkelder eener bierbrouwerij. Koelkamer met ijsblokken. 26 Koelkamer voor vleeschwaren. Giet- en lager kelder, waarin de af- 27 Koelkamer voor vleesch v. h. Vries- koeling plaats grijpt door koude seveem. pekelbuizen. 28 Koelkamer voor worstwaren.

Provisiekamer van een hospitaal te 29 „ „ wild. Chicago. 30 „ in een hotel.

IQ. * Staalherelfllnfl — Amerika. 6 platen.

Portret van Carnegie. Geschutgieterij 1902. Hydraulische Staal, bev; 0,8 % koolstof, van 1000° C persen. in water. xlOOO. Invloed van het smeden en walsen Staal, bev; 1,2 % koolstof, na har- ding van 1000° C. in ijswater. op de structuur v/h Metaal. Staal, bev; 1,2 koolstof, langzaam % Verder in bewerking. verkoeld van 900° C.

IR. Rulber-Cultuur. Tekst Tan E. Leplae.

Een 12-jarige Hevea, met omtrek middelden van den waterval in van 78 duim (= 62 cM. diameter). Ihdië, op Ceylon en in Brazilië. Hevea-plan- "Weg loopende door een Grafisch© voorstelling van den regen- tage op Malakka. val te Kuala Lumpur (1880-1905). Maandelijksche en jaariyksche ge- 5 a. Wortelsysteem van Hevea tot 25 Geheele vischgraat. diepte van 1.20 M. 26 tweede periode. op een „ „ , &. Ander wortelsysteem van Hevea. 27 Halve vischgraat, met uitgespaarde 7 Hevea-plantage. Boomen met hoog strooken. het ronde en laag ontspringende vertakking. 28 „ 7/7 4 van 6 Jonge aanplant van Hevea’s te 3e- oppervlak wordt getapt. langor, ouderdom een jaar. 29 V-vormige tapping van een jonge 8 Jonge Hevea-aanplant te Selangor. Hevea. Op den achtergrond het vuur van 30 Het tappen te Kuala Lumpur. een eerste verbranding. 31 Hevea-bosch. Fabrieken van de West 9 Tweede verbranding op een moe- Country Estate te Kajang. rassig terrein. 32 Transportemmers en rek met bakken 10 Een van de oude Hevea-plantages bestemd voor het stremmen van te Selangor. Boomen met hoog- de latex op een kleine onder- en laagontspringende vertakking. neming (Ceylon). Overgroeiing en onderdrukking. 33 Caoutchouclabriek. Stremkuipen. Op 1 1 Een gesloten Hevea-plantsoen. Rechts den achtergrond waschcylinders een gedeeltelijk vergane stronk. en waschtafels. Rechts de zuiggas- 12 Hevea-aanplant, oud 1| jaar. motoren. 34 Het stremmen, persen (volgens 2 » n > H n methoden) en het drogen der 17 77 > ^ >7 15 Hevea-plantage te Galang. Resultaat caoutchouc op een kleine plantage van de toepassing van bemesting. te Ceylon. De boom rechts is regelmatig be- 35 Fabriek te West Country Estate, mest. motoren voor zuiggas, waschcy- 16 Schema van de ligging van sloten linders. op hellende terreinen. 36 a. Waschcylinder. Laat men de ca- 17 Drainage-kanaal op de „Highlands outchouc twee of driemaal deze en Lowlands plantage” te Klang cylinders passeeren, dan geschiedt (Selangor). het wasschen doeltreffend en vol- 18 a. Ontginning en drainage sloot op komen. een laag gelegen terrein. b. Wasch- en afwerkwalsen (Shaw b. Drainage kanaal en brug op een Bredfort). plantage. 37 Drooginrichting van de WestCountry 19 „Bungalow” van een administrateur Estate. eener Hevea-plantage. 38 Hevea-caoutchouc in „crepe” vorm 20 Werklieden latex naar de fabriek in de drooginrichting. brengend. 39 Wieden met de patjol. 40» Wilde Hevea (Para-rubber). 21 Het aangeven der richtingen der 41» Tot stammen uitgegroeide lucht- eerste insnijdingen. wortels van Ficus Elastica. 22 Onregelmatige heling der wond en 42» Het aftappen van caoutchouc boomen gebrekkige verdeeling der insnij- op een plantage in Malakka. dingen. 43» Hevea van zaad gekweekt en als 23 Eerste afschilling. stomp. 24 a. Langsdoorsnede. 44» Oude boom. b. Yerschillende tapsystemen. 45» Laan.

18. Turf en Vervening. Tekst van Jo M. Proot. 16 platen.

1 Yeenpolder met m^ier. 5 Riemer en 'ffrikker. 2 Afgraven v. d. humus in een 'laag- 6 Turven opstapelen. veeupolder. 7 Ylethoopen. 3 Onafgegraven stuk v. d. polder, vooraf 8 18de eeuwsche veenderij; ’t geheele met ruigt bestrooid. bedryf hier nog eens te overzien. 4 Trappers. 9 Klemmachine aan het werk. 13 Turven op een riem zonder eind het 10 Dubbele klemmachine. veld opgeschoven. 11 Droogveld met machinaal gebaggerd 14 Dubbele persmachine.

veen. 15 1) 16 12 Dubbele klemmachine. n )}

IT. * Groote Cultures.

Naar „Groote Cultures der Wereld”. In l)ewerking.

lU. Waar komen de koloniale waren van daan. Tekst vau Jan H. Junius. 12 platen.

1 Wereldkaart. 22 Tbeestruiken en gebouwen; 2 Arabisch koffiehuis. 23 Het plukken van de thee. 3 Koffievisite. 24 Droog- en sorteertoestellen. 4 Liberia-koffietuin. 25 Het sorteeren der thee. 5 Bloeiende koffieboom. 26 Het afwegen der thee. 6 Bloeiend koffie takje. 27 Stam van cacaoboom met vruchten. 7 Sorteeren en drogen van koffie. 28 Cacaobloem en vrucht. 8 Koffiepulper. 29 Cacaoboom. 9 Bloeiend suikerriet. 30 Chocoladeblikje van Koningin Vic- 10 Suikerriet. toria.

11 „ 2 maanden oud. 31 Jonge peperaanplant. 12 Bloempluim van het suikerriet. 31a Peperloods. • 13 Snijden van het suikerriet. 32 Ficus, waarop peper gegroeid is. 14 Vervoer van suikerriet. 33 Ceylon kaneelplantage. 15 Suikerland met fabriek. 34 Cinnomomum Cassia. 16 Rijstvelden in China. 35 Nootmuskaat. 17 Het beploegen van natte sawahs. 36 Nootmuskaatkombuis. 18 Sawah. Afsnijden der halmen. 37 Kruidnagelboom. 38 Vanille. 19 Het ontbolsteren van rijst. vrucht. 20 Oogst van bergryst. 39 Vanille-bloem en 21 Theetuin met bijbehoorende gebou- 42 Uitpluizen van katoen. wen. 43 Rotan.

IV, * Hoogovens, In bewerking. NATUURLUKE HISTORIE.

KA. * De verspreiding der zaden. In bewerking.

KG. * Ontwikkeling van enkele zoogdieren. 25 platen. ,

1 Twee spermatozoën. 8 Links Mediaansnede door de gastrula 2 Boven. Voorstelling van een sper- van een kikvorsch. ak. buitenste matozoën naar Hartzoeker. Bene- kiemblad. dd. en vd. dorsaal en den. Dito naar Dalenpatius. ventraal vooruitgeschoven wig van 3 Verscl^'nselen, die de bevruchting dooiercellen. kli. ‘kiemblaasholte. inleiden by het ei van een zeester. sch. scheidingswand, ud. oerdarm. Indringen van ’t spermatozoën. Rechts. Mediaansnede door den gas- A ’tEi omgeven door spermatozoën. trula van den kikvorsch stadium B en G. Indringen van ’t sperma- dat zich aansluit aan ’t voorgaande. tozoën door het geleihulsel. [gh) ak. uiterst kiemblad. Vorming van den ontvangheuvel af. nog vry liggend dooierveld; {G). D en E. Indringen in de dd. en vd. dorsaal en ventraal oppervlakte van ’t ei, vorming van vooruitgeschoven wig van dooier- den dooierhuid {dh) afwerpen der cellen. staarten. dul. dorsale oermondlip. 4 Byna ryp ei van den mensch (uit- kh. kiemblaasholte. gegroeide eicel) onmiddellyk aan ud. oerdarm. den nog levenswarmen eierstok sch. scheidingswand. ontnomen. Van buiten het epitheel 9 Vruchtblaas by den mensch (naar met de lichte zona pellucida, daar- Spee) ch. chorion H. Hechtsteel. onder een breede laag dooierarm ' Amn ammion. N. navelblaas. ooplasma, in ’t midden het dooier- 10 Menschelyk embryo met schoenzool- ryke ooplasma Links boven kiem- achtige kiemhuid met medullair- blaasje met kiemvlek. Benige sub- groeve en medullairplooien zonder zonale kernen. oerwervels. Amnion geopend. 5 Klievingsstadia van Rana temporaria. Lengte 2 m.m. van de rugzyde Elk ei eenmaal van voren (a) en gezien. eenmaal van achteren (ö) gezien, 11 Opeenvolgende stadiën van de ont- om aan te toonen dat ’t lichtere wikkeling van een kuiken. Naar veld by alle 3 ontwikkelingsstadiën Keibel en Abraham. aan de achterzyde van ’t embryo 12 Beboerende by Keibel en Abraham. meer plaats inneemt dan aan de voorzyde. 13 Dooierzak-vaten van een kuiken. Na bebroeding van 4 dagen en 20 uren 6 Kiemblaas van een konijn, naar van onderen bekeken, De slag- E. V. Beneden, e. eiwithulsel e.p. aderen zyn donker, de aderen licht zona pellucida. W uit een ceilen- geteekencl. laag opgebouwde wand van de h. hart. kiemblaas. kh. Klievingsholte die ao. aorta. zich langzamerhand tot kiem- aom.. rechter en linker dooierslag- blaasholte vergroot. ader. *) Groep van cellen, die alleen het vva. links voorste dooierader. latere embryo zullen vormen. vva. rest van de rechts voorste, 7 Lengtedoorsnee door een kiemblaas dooierader. van Triton met beginnende gas- vvp. achterste dooierader. trula instulping. ak. en ik. bui- vvl. zy aderen. tenste, binnenste kiemblad. fk. vc. collaterale aderen. kiemblaasholte. ud. oerdarm. u. vz. tusschenaderen. oermond. dl. en vl. dorsalen en vt. .randaderen. ventrale lip van den oermond. ao. overgang der achterste einden dz. dooiercellen. der beide aorta’s in de beide slag- *) Randzone. aderen der allantois. aa. Vaatnet der alJantois. 20 Menschelijk embryo en zyn omhul- vj. linksche veua jugularis. sels begin van de 2de maand der graviditeit. E. embryo in amnion. VG „ achterstekarclinaalvene. L. navelblaas. ch. chorion door- dc „ Ductus Cuvieri. 14 A vasculosa van een konynenbryo gesneden.- van 11 dagen, naar van Beneden, 21 Menschelyk embryo naar Kollmann. aderen zwart, slagaderen rood. Dooierader. Voor-, Midden- achter- 'vv.2 senae sitellinae. hersenen. av. arberia sitellinae. 22 Menschelyk embryo naar His. rs. randsinus. 23 Uterus gravidus van den mensch, 15 Embryo van Didelphis virginiana van voren opengomaakt. 3de maand (Buidelrat) met Proammon en der graviditeit. allantois. F. Uterusholte met Decidua vera. uterus gravidus dwarsdoor- 16 Hond, C. Decidua capsularis, evenals de Navel- snee. Amnion. Allantois. vruchtblaas geopend. blaas. A. Ammon van binnen. 17 Vrucbtzak van een schaap. 24 Uterus Gravidus van den mensch, schaap. 18 Uterus Gravidus van een 9 4de maand. (Cotyledonen) van Placentome 25 Embryo van Semnopithecus. (aap) doorsnee. de binnenkant; één in en den opengesneden uterus met 19 Menschel ijke embryos in verschil- de dorsale en ventrale placenta. lende ontwikkelingsstadiën.

KD. * Ontwikkeling van een klkvorsch naar x-stralen foto’s van donderpadje tot volslagen klkvorsch. Naar het leven gefotografeerd door Mr. TV. M. Martin van Redruth. 40 platen.

1 Eieren in gelei in Februari uit een zien komen, welke X-stralen ’t poel genomen. meest doorlaten, deze vertoonen 2 Jonge kikkervischjes, nog zonder zich als witte vlekjes; misschien bek en levende op hun voorraad minder dichtheid van ’t weefsel eierdooier. om ’t uitgroeien der achterste ledematen mogelijk te maken. 3 Ontwikkeling van den staart, begin van den slokdarm en een aan- Eerste naar buiten komen der achter- duiding van binnen van de ko- pooten, beide tegelijk; lichaam der mende achterpooten. kikkervisclye grooter en meer in de lengte uitgegroeid; staart dikker 4 Het lichaam wordt ronder; voedings- te gebruiken. kanaal en pooten ontwikkelen zich om by ’t zwemmen verder. 10 Zelfde tijdstip als No. 9. Uiteen- loopende graad van doorzichtigheid 5 Twee centra's van beenvorming in der huid. den kop. Verschijning van een ronden bek, het voedingskanaal 11 Toont twee nieuwe middelpunten legt zich in een kronkel. van beenvorming in den kop. Bek 6 Verdere ontwikkeling van de schedel. wordt driehoekig. Voedingskanaal Het voedingskanaal ineengerold gaat van ’t eene eind naar ’t andere als de veer van een horloge; en met een verbreeding aan linker uitgestrekt van ’t eene einde naar uiteinde. ’t andere. 12 Voedingskanaal wordt kleiner, en 7 In dezelfde periode als No. 6, maar by de twee kikkervischjes in het van terzijde doorgelicht, eerste midden, die niet gevoed zyn, is ontstaan van den ruggegraat. het te zien dat de schedel mï de ge- 8 Zelfde periode als No. 6, maar zóó gewricht gaat maken met gesteld dat speciaal die deelen te deeltelyk verharde ruggegraat.

o n —

eigen voedsel te vinden. Hard on- Vii Verdere ontwikkeling van de schedel; kikvorsch voedingskanaal kleiner wordend verteerd voedsel. De wordt dikker. blijft meer in de rechterzyde van Ontwikkeling van het onderkaaks- ’t lichaam. Ook blykt de rechter- 26 groei en verharding zyde van de ruggegraat eerder te been. Verdere verharden dan de linker. van het geraamte. wordt hard. De rugge- 14 Eerste aanduiding der voorpooten. 27 De bovenkaak graad breeder en duidelijker. In de 15 Ongeveer 1 week later dan No. 14. onderaan zijn de Door de zykant belicht. Een kikvorsch rechts tweehersenhemispheren zichtbaar. tongetje is te zien dat vast zit van den kikvorsch. binnen vooraan de onderkaak. Als 28 Verdere groei van langer. uitgroeiing der laatste wervels is Pooten worden der voorpooten wor- de urostyle te zien, gedeeltelik 29 De geledingen hard. ontwikkeld (zie volwassen kik- den der voorpooten vorsch). 30 Verdere ontwikkeling der kaken. 16 Laatste ontwikkelingsstadium van en van de apex van den de staart. Ontwikkeling vanachter- 31 Verharding ruggegraat, voorafgaande aan ge- pooten vlak vóór ’t verschynen vergroeiing met schedel. der voorpooten. 36 heele 32 Drie stadia van ontwikkeling van Voorpooten bezig zich te ontvouwen. 17 binnen in den kop. Voedingskanaal, zeer verminderd 33 Schedel is nu verbonden met den byna geheel in de rechter in grootte, ruggegraat; dwarsuitsteeksels der van het lichaam. helft wervels langer en in de kikvorsch 18 Plotseling verschijnen van tamelijk in het midden ziet men degroote ontwikkelde voorpooten. Even losse tong in de ruimte tusschen plotseling verdwij n en van voedings- de kaken. . verschijnen kanaal. Voorpooten 34 Jonge kikvorsch, waarby de diep niet tegelijk. Rechter of linker ingesneden tong te zien is. komt eerst. Het kikker vischje Dezelfde periode als 34. Een nage- wordt nu een kikvorsch. noeg rechte ruggegraat en een 19 Het beest komt nu aan land. De dik&, goed ontwikkelde tong met bek is grooter, het onderlijf is ge- ’t puntje in de keel gericht. slonken. D warsuitsteeksels van de 36 Verdere verharding van ’t gewricht wervels ontwikkelen zich. Nog niet tusschen schedel en i*uggegraat. in staat zijn voedsel te vangen, De meest naar binnenstaande vin- is leeft hi) ten koste van zijn staart. ger van de bovenste kikvorsch gezwollen — dit is een mannetje ‘20 Zelfde stadium als 19. Van terzyde onderste kikvorschen alle belicht vertoonthet de gedeeltelijke van de gelyk — zyn wyfjes. — absorptie van den staart. Er ont- vingers staat een maag; vgl. met 15 in 37 Een grootere ruimte aan de basis dezelfde positie gext. tusschen boven- en onderkaak. Ontstaan van een kogelgewricht 21 Ongeveer 4 dagen later dan 20; de in de voorpooten. staart voor 1/4 geabsorbeerd. De urostyle ontwikkelt zich, de heup- 38 Hetzelfde stadium als 37 van ter- beenderen komen te zien. zijde gext. Een kromming in den ruggegraat vertoont de onderlinge 22 De staart voor 8/4 geabsorbeerd; de urostyle en heupbeen- pooten worden langer.- positie van deren by ’t springen. 23 Staart geheel geabsorbeerd; van geheel ontwikkelde kikvorsch. binnen is er nog iets van zichtbaar, 39 Een de 4 vingers, verdere ontwikkeling vandedwars- In de voorpooten ellepyp geheel ver- uitsteeksels der wervels. spaakbeen, groeid; een smalle lyn geeft de Staart totaal weg. Jonge kikvorsch 24 plaats van samengroeiiug aan. In is door ’t teren op zyn eigen de achterpooten 5 teenen scheen- weefsel veel kleiner geworden, been en kuitbeen vergroeid. ’t Geraamte meer ontwikkeld. De kikvorsch met gebroken tong is zichtbaar in de ruimte 40 Een oude achterpooten zóó geplaatst tusschen de kaken. Voor ’t eerst poot. De verlengde enkel vertoo- zijn de sporen van hard, onver- dat zij de voetwortelbeentje of teerd voedsel te zien. nen en ’t aanduiding van een 6de teen. 25 Jonge kikvorsch nu in staat zyn de

137 ;

KE. 7ogels en iinn nesten. 17 platen.

1 Kieyitsnest. De eieren staan op uit- 10 Nest van een Scholekster. Bovenop komen. Als ze pas gelegd zün, is een duintop. er slechts kuiltje in een den grond. 11 Nest van den Groeten Lijster. (Tur- 2 lOuitennesl. Op een droge plaats. dus vixivuorus). 3 Op een vochtige plaats. „ 12 Pad op een waterlelieblad. De bodem is met schelpen enz. 13 Jonge Scholekster. Het dier liep opgehoogd om de eieren een droge naar dit plekje, toen hy gevaar luchtige rustplaats te geven. vreesde, en bleef er doodstil zitten 4 Jonge kluit. misschien zocht hy de bescher- •5 Nest van den fuut. De moeder heeft mende’ kleur. ' voor ’t verlaten van ’t nest de 14 Leeuwerikken. eieren bedekt. 15 Reigers op een wilg. 6 Debedekkingeventerzydegeschoven. 16 Kraai in een kersenboom. 7 Groote Karekiet. Boven in ’t nest. 17 Merel op ’t nest, in de vensterbank 8 „ „ 21 Mei. 9 Nest van Zwarte Stern. Op een riet- van een schuurtje, (opzy). nodde, die ’t gewicht van den vogel 18 Merel op ’t nest, in de vensterbank juist dragen kan. van een schuurtje, (van voren).

KF. * Agnarlums en Terrariums. 22 platen (rerder in Ibewerlcing).

1 Waterkever, Hydrophilus piceus. 12 Zalm, salmo fario, Onbevrucht ei. Eicocon. 13 ff Bevrucht ei. 2 Larve. •» 14 Jong dier, net 3 Kop van larve. f) ÏJ uitgekomen. 4 Jonge pop. 15 Jong dier, 10 da- 5 V Oudere pop. ff gen oud. 6 » Jonge kever. 7 Ontwikkelde kever. 16 Ontwikkelde visch. ff ,8 Ringslang, tropidonotus natrix. 17 Axolotl, Amblystona Mexicana. Jong embryo. 18 idem ff 9 Embryo vóór het 19 idem uitkomen. ff 20 idem 10 Uitgekomen dier. ff ff 21 idem 11 Jong ontwikkeld ff ff dier. 22 idem ff

KG. Werkelijke avonturen van een dwergmuis. Foto’s naar de natuur genomen door Douglas Inglish. 22 platen.

1 De dwergmuis. 6 Met kleine sprongetjes ging het ver- 2 Een spitsmuisje. der. Soms moest hij even wachten

3 ’t Laatste puntje van zyn staart kan , tot de wind een korenaar naar zich om een korenhalm kronkelen. hem toe boog. 4 De dwergmuis zat boven op een 7 Een angstig konijntje. korenaar en knabbelde zijn avond- eten. 8 In dien tyd maakte hij kennis met 5 De veldmuis. zyn wyfje. .

9

Met kastanjebruin pelsje en een wit 16 Klom hij tusschen twee hooge ko- borstje en witte kin. renaren. 10 Zelfs voor een dwergmuis bijzonder 17 In vijf minuten was hy weer boven. kleine oogjes. 18 De maaimachine. 11 Samen vochten ze ’t uit boven in de korenaren. 19 De muis kroop voorzichtig een eindje 12 Een kleine ruzie. hooger. 13 Samen bouwden ze een nestje. 20 Berus de adder rolde zich in een 14 Éénmaal bleven ze nog boven in de spiraal. korenaren. 21 ’t Koren wordt binnen gehaald. 15 ’t Zuchten van de bruine uil dreef 22 De korenberg. hen naar beneden.

KH. * Iets over Mieren. 30 platen.

2 Mieren-eieren. 17 Nest van de metselaarmier. 3 Maden en larven. 18 Proef om het draagvermogen der 4 Larven. mieren ie bepalen. 5 Termiet. 19 Formica Fusca. 6 Cel van een termiet. 20 Groote heuvelmier. 7 Nest van de Afrikaansche termiet. 21 Nest van de groote heuvelmier. 8 Doorsnede van een termieten-heuvel. 22 Redding van larven. 9 Trekmier. 23 Slavenhoudende mieren. 10 Drij vermieren een rivier overtrek- 24 kend. 25 Groene bladluis. 11 Saiibu of Constrie-mier. 26 Mieren op de bladluizenjacht. 12 Landbouwende mier. 27 Mier, een bladluis uitzuigend. 13 Nest van de negerkop-mier en de 28 Mierenetende mier. groene mier. 29 Mierenleeuw. 14 Nest van de Britsch-Indische mier. 30 Kop van een mier. 15 Honingmieren. 31 Mieren een gevallen soortgenoot te 16 Nest van do sponsmier. hulp komend.

KI. Insekten en Bloemen. Tekst Tan Dr. ET. J. Calkoen. 30 platen.

1 Bloemkelk en -kroon, uiteinden der 12 Waterplant met wegstuivend stuif- meeldraden en stampers. meel. 2 Overlangsche doorsnede van een 13 Bloem van een Lisch. bloem. 14 Bovenste gedeelte der Lischbloem. 3 Stuifmeelkorrels van verschillende 15 Bloemen van den Pompoen. bloemen. 16 Verschillende bloemen met ongelyk- 4 Andere vormen van stuifmeelkorrels. tydig rijpe stampers en meeldraden. 5 Een by en pooten van verschillende 17 Een mannelijk en een vrouwelijk byen. bloeiende bloem der wilde 6 Pooten van verschillende stuifmeel geranium. verzamelende byen. 18 Een gesloten en een geopende bloem 7 Bloemenaar, waarheen een wesp van een distel. vliegt. 19 Verschillende bloemen in dag- en 8 Honingzuigend insekt op een bloem, in nachtstelling. q » n n n n 20 Gedeelte van een bloem der tulp. 10 Windbloemen en insektenbloemen. 21 Verschillende bloemen met honing- 11 Bloeiend eikentakje. merk.

1 OA 22 Bloemen van Myrtaceeën. 27 Meeldraad met rijpen helmknop in 23 Honingzuigendeinsektenopbloemen. het midden eener bloem geplaatst. 24 Stamverandering van een bloemen- 28 Knikkende silene, in dag- en nacht- tros tegen den tijd der bestuiving. stelling. 25 Bloem der korenbloem. 29 Overlangsche doorsnede door een 26 Een bloem vóór en na de bestuiving bloeiwyze van de Aronskelk. van den stempel. 30 Saliebloemen door hommels bezocht

KJ. ^ NatuurverschSnselen.

34: platen.

1 Regenboog. 20 Koraal-eüand. 2 IJsblinken. 21 Kalks^nrots met natuurlijke brug 3 Onweder. (Vii=ginia). 4 St. Elmusvuur. 22 pruipsteengrot. 5 Noorderlicht. 23 >^ingalsgrot. 6- Hallo’s...-— 24/ Door de zee doorboorde rotsen. 7 SchynzonnenT /5 Bergpas. 8 Fata Morgana. 26 Lawine. 9 Dwaallicht. 27 Gletschertafel. 10 Orkaan. 28 Sneeuwbrug (Grand Plateau, Mont 11 Waterhoos. Blanc). 12 Sirocco. 13 Moesson. 29x.^sbergen. 14 Maalstroom. 30 lÏB*vQ^n. 15 Geysers. 31 Slikstroïhaa..^ aardverschuiving. 16 Stroomversnelling/^ 32 Aardbeving/^.^

17 • Niagara. 33 Vulkaan. 18 Bron in Yorkshire. 34 Reeks van kleine vulkanen (Zuid- 19 Versteening (Klein-Azië). Amerika).

EE. Honingbij en Bijenteelt. Tekst van E Heimans. 30 platen.

1 Honingbijen op een bloeiende kruis- 16 Verschillende ontwikkelingsstadiën bes. van een bij. 17 Larven en poppen in een cel, 2 Doorsnede van een kruisbes- en een pruimebloesem. 18 Volle raat met bijenbroed. 19 Angel. van een appelbloesem. 3 Doorsnede 20 Voorwerpen by bijenteelt noodig. brengen vruchten.” 4 Motto: „Bijen 21 Uittrommelen van byen. bijenwoning 5 Een nieuwerwetsche 22 Motto: „Houdt u korven sterk”. van binnen. 23 Het overbrengen van een zwerm in 6 Zwitsersche bijenkasten. de bijenkast. 7 Slordige bijenkorven. 24 Het uithalen van honing uit de 8 Motto: „Geef ruimte om den honing kasten. te bergen”. 25 Bet uitlichten van raampjes met 9 Een imker, bezig een zwerm bijen raten. te vangen. 26 Motto: „Doodt nooit uw byen”. 27 Het ontdoen der raten van den ho- werkbij. 10 Koningin, dar en ning. 11 Bij met wasvliesjes op het achterlijf. 28 Motto: „Laat de byen niet van hon- 12 Pooten van een werkbij. ger omkomen”. 13 Gedeelte van een poot.' 14 Kaken en tong. 29 Het voeden van bijen. 15 Gedeelte van een honingraat. 30 Bijenwagen. .

EL. Iets over krokodillen, schildpadden en slangen. Tekst yan Dr. A. J. yan Pesch Jr. 33 platen.

1 Alligator. 12 Kameleon, een insect vangende. 2 Expeditie gereed om op de kroko- 13 Geruite ratelslang. dillenjacht te gaan. 14 Brilslang of cobra. 3 De vangst. 16 Dennenslang. 4 Het opgraven. 16 Kousen bandslangen. 5 Gevangen krokodil. 17 Adder. 6 Het inladen van den buit. 18 Kop van den adder. 7 Gedoode krokodil. Q 19 Het verslinden van een prooi door n 7? een slang. 9 Dierentemmer met krokodillen. 10 Reuzenschildpadden van de Calapa- 20 Dito. gos-eilanden. 21 Dito. 11 Muur hagedis. 22 Dito.

KM. Schadelijke Insecten. Tekst yan Dr. A. J. yan Pesch Jr. 43 platen.

1 Steekmug. 23 Paardenhorzel. 2 Larve van steekmug. 24 Geelgestreepté aardvlooi 3 Mannetje en wyfje van steekmug 25 Langpootmug of glazenmaker. met geringelde pooten. 26 Hopbladluis. 4 Kamervlieg. 27 Lievenheersbeestje. 5 Kop van een kamervlieg. 28 Tuin-loopkever. 6 Blauwe bromvlieg en vleeschvlieg. 29 Groene rozenkever of goudtor. 7 Menschenvloo. 30 Schorskevers. 8 Wand- of weegluis. 31 Gewone veenmol. 9 Taptjtmot. 32 Aardappelen-thrips(Pranjevleugelige 10 Sprinkhaan. of blaaspootige). 11 Duizendpooten. 33 Houtwesp. 12 Klaver-snuitkever. 34 Witvlakvlinder. 13 Groote gele mot. 35 Wilgenknop-mot. 14 Gele halmvlieg. 36 Koren-bladluis. 15 Korenvlieg. 37 Schildluizen. 16 Kniptor. 38 Plantenwantsen. 17 Knol-bladwesp. 39 Appelwesp. 18 Wortelvlieg. 40 Kerse n-bladwesp 19 Gewone oorworm. 41 Verschillende larven. 20 Meikever. 42 „ „ en rupsen. 21 Groot koolwitje. 43 Oorworm, aardappel-thrips, kleine 22 Runderhorzel. sprinkhaan, kool-bladluis.

EN. Wlnterwandeling. Tekst yan A. Bienfait. 43 platen. ,

1 Eik. 8 Eikenlaan. 2 Winterlandschap. 9 Middachter allee.

3 • 10 Kathedraal. 4 Beuken. 11 Canadeesche populieren. 5 Beuk. 12 Iepen. 6 Beuken. 13 7 Eik. 14 Stadsiepen. 15 Kastanje. 31 Den. 16 Kastanjeknoppen. 32 Dennen. 17 Bloeiende tak van kastanje. 33 Sparren. 18 Berken. 34 Sparrentak. 19 Berken, op den achtergrond dennen- 35 Paddestoelen. bosch. 36a Schelpz wammen. 20 Katjes van hazelaar. 36Ö Boomstam met schelpzwammen. 21 Berken en dennen. 37a Hazelaar. 22 Dennen. 37Ö Bloesem takje van een hazelaar. 23 Aan het water. 38 Knoppen van een hazelaar. 24 Aan het water, beuken. 39 Wilgenkatjes. 25 Treurwilg en kastanje (berijpt). 40 taande weilanden met 26 Onderwaters 41 Bloeiende esschetak. knotwilgen. 42 Cellen van zonnebloem dwars door- 27 Wilgen. ; 28 Knotwilg. gesneden. 29 Dijkje met wilgen. 43 Cellen van zonnebloem; in de lengte 30 Dennenboschje. doorgesneden.

EO. Olifanten en neushnerns. platen. 1 23

1 Aziatische olifant; zes jaar oud. 12 Jonge Indische olifant; met snuit 2 Afrikaansche olifant; z\jn oppasser en poot „groetende”. een poot gevend. 13 Drinkende- Afrikaansche olifant. 3 Clifanten in een tropisch bosch. 14 Badende Indische olifanten. Zij kun- 4 Zeer groote Aziatische olifant, die nen door diepe rivieren loepen, lang in den Zoöl. tuin te Londen terwijl hun snuit alleen boven ’t was. water uitsteekt. 5 Laden van een olifant in een spoor- 16 Groote Indische neushoorn.

wagen. Een tweede olifant duwt 17 „ „ )i er hem met zijn snuit, achteruit in 18 Kleinste soort Indische neushoorns. 6 Vervoer van een olifantper spoorweg' 19 Neushoorn met behaarde ooren. 7 Ciifant, blokken hout verdragend. 20 Zwarte Afrikaansche neushoorn. 10 8 Burmeesche olifant aan ’t werk. 21 Doode „ „ 9 Clifant een zwaren balk optillend. 22 Neushoorn zich ten aanval gereed 10 Indische olifant. makend op het oogenblik dat hij ’t water aoodgeschoten wordt. 11 „ „ een balk door voorttrekkend. 23 Badende neushoorn.

P. * Het Leven van een Tarweplant. Tan zaad tot zaad. Platen naar die van de Royal Agricnltnral Society of England. 30 platen.

Bouw van den graankorrel. 2 Bouw van den zaadkorrel. 1 De graankorrel 6 X vergroot. 7 Doorsnede door een deel van den 2 Dito embryo zichtbaar. korrel, toonend de voorraad 3 Lengtedoorsnede van (1). eiwit en zetmeel, X 120. door en- 4 Dwarsdoorsnede van (1) 8 Zetmeelkorrels, X 520. - . dosperm. 9 Binnenhuid van den korrel,. 600 X. Dwarsdoorsnede door embryo. 600 X. Buitenwand „ „ „ 5

3 Ontkiemen. 11 Groei van aar en bloem. 10 1 Zaad sinds 3 dagen gezaaid, X 4. Een bloem van (4), X 8. 2 Doorsnede van (Ij, X 6. 7 Een bloem van (6). X 8. 3 Zaad sinds 5 dagen gezaaid, X 4. Een bloem van (9), X 8. 6. 4 Doorsnede van (3), X ’t , 11 Dezelfde bloem met jonge zaad- sinds 8 dagen gezaaid, X 4. 5 Zaad korreltje, X 6. van X 8. 6 Doorsnede (5), 12 Doorsnede van meeldraad van (10) 4 Ontkiemen. met ryp stuifmeel, X 10. 13 Doorsnede van ’t j.onge zaadje van 7 Doorsnede van blad en scheede (1), X 10. van (5), X 30. 8 Doorsnede van deel van ’t blad 12 De bloem. van X 120. (7), 1 Aar in bloei op 20 Juni, X Vs 9 Huid en huidmondjes van’tblad, nat. grootte. X 120. 2 Dito, 10 Doorsnede van wortel van (5), 3 Aartje van X 2. X 40. (1), 4 Een bloem van (3), X 2. 5 De jonge plant. 5 Dezelfde bloem zonder ’t kafje. 6 Doorsnede door kaf en naalden 1 Verschijnen van ,’t eerste blad, op de katjes van X 2. X Vs nat. grootte. 4, Dito, 4. 2 X 13 De Bloem. 3 Doorsnede door deel van (2), X6. 4 Tweede blad, X i/s nat. grootte. Bloem met zwellichaampjes aan 85 Doorsnede door deel van (4), X6. g| de basis van de kapjes, stamper 6 De jonge plant. en styi, X 4. 6 Jonge plant met 3 bladeren, 9 Doorsnedevaneenzwellichaampje i/ö nat. grootte. 9 X van (7), X 6. 7 Deel van (6), X 6. 10 Dwarsdoorsnede van een open- 8 Doorsnede van (7), X 6. gebarsten meeldraad, X 8. 9 Doorsnede van wortel met jonge 11 Eierstok en stylen met stuifmeel- worteltjes, X 40. Ho, korrels, X 4. 7 Eerste groei van de aar. Doorsnede door (11), X 8. 1 Plant op 24 Maart, X Vs nat. eierstok 10 grootte. 14 Dwarsdoorsnede door van 3 Plant op 22 April, X Vs nat. (11). 15 Een haar van de styl van (11), grootte. . X 80. 4 Onderste deel van (3), X 3. 16 Stuifmeelkorrels, de stuifmeel- 5 Doorsnede van (4), X 3. buis vormend en leeg, X 80. 8 Eerste groei van de aar. 14 Rypworden van het graan. 2 Midden van stengel van (1) met jonge aar, X 16. 1 Graankorrel op 23 Juni, X 5. 6 Doorsnede van stengel van (3), 2 Embryo van (1). met jonge aar, X 16. 3 Doorsnede van (1) door ’t embryo. 7 De aar op 28 April, X 16. 4 Graankorrel op 26 Juni, X 5. 8 De aar op 5 Mei, X 16. 5 Enibryo van (4) opengelegd, X 5. 9 De aar op 12 Mei, X 16. 6 Doorsnede van (4) door ’t embryo, 9 Groei van aar en bloem, X 5. Embryo van (4) apart, X 8. 1 De aar op 19 Mei, X 8. 2 De aar op 26 Mei, X 8. 3 De aar in zijn scheede. 15 Rijpworden van ’t graan. De aar. uit de scheede komend 9 Graan bpna ryp, 'X 5. Juni, nat. grootte. op 16 X Vs 10 Embryo van (9) opengelegd, X5 Groei van aar en bloem. 11 Doorsnede van (9) door ’t embryo 4 Eén van de aartjes, waaruit de 12 Geheel rijp graan, X 5. samengestelde aar van (3) is 13 Embryo van (12) opengel., X 5. opgebouwd. X 4. 14 Doorsnede van (12) door ’t embryo, 6 dito van een aar genomen op 9 X 5. Juni, X 4. 15 Doorsnede van ’t embryo van

dito van (8), X 4. (12), X 8. 16 De tarwe-halm. 19 Langsdoorsnede stam tarweplant. 20 Dwarsdoorsnede wortel. 1 De tarweplant in bloei, X i/io nat. grootte. 21 „ blad. 22 Kiezelvoerende opperhuid. 7 De plant in zaad, X i/io nat. grootte. 23 Langsdoorsnede van het embryo in de vrucht. 17 tarwe-halm. De 24 Dwarsdoorsnede van het endosperm. 2 Deel van de halm van (1), X 1/5 25 Tarwe-zetmeel. nat. groote. 26 Vet in graankorrel.- Vetsmout. E Doorsnede van (2), X 4. 27 Meeldauw op halm. Fuccinea gra- 4 Doorsnede van (2), X 8. mmes. 5 Doorsnede van (3) bij de knop, 28 Sporen van brandzwam. Uredo foe- X 8. tida. 6 Doorsnede van (4), X 80. 29 Korenhalm-vlieg. 7 De plant in zaad, X 1/10 nat. 30 Ziek graan door tarwe aaltjes in grootte. stengel en zaden. Tylenchus tritici. 18 Doorsnede stam tarweplant gevlekt. 31 Meel-myten. Tyroglyphus faimae.

EQ. Levensgeschiedenis van een Vlinder. Tekst Tan Dr. A. J. van Pesch. Jr. 35 platen.

1 Lijst der bekende diersoorten. 17 Spanrups een beschuttende houding in- aannemend. 2 „ „ in Nederland bekende sectensoorten. 18 Loofblad met etende rupsen. 3 Verschillende vlindereieren (uit 19 Eetwijze door het graven van gangen. Oudemans). 20 Verpopping van rupsen. 21 Poppen en spinsels. 4 „ „ in sterker vergrooting. 22 „ met voorbeelden van cocons. 5 Eikoek op het blad der Oost-Indische 23 Volwassen dagpauwoog. kers. 24 Kop en deelen van een slurf van 6 Takjes met eieren van Bombyx een vlinder. Neustria. 25 Vlinderslurf. 26 Voelhorens van een nachtvlinder. 7 Stuk schors met eieren van Ocnoria 27 Vlindervleugels onder microscoop Dispar. gezien. walstroo plantje. 8 Normale rups op 28 Idem. 9 Lichaamsdeelen van een rups. 29 Schubben op vlindervleugels sterk o.a. de 10 Kupsen (uit Oudemans) vergroot. witvlakvlinder. 30 Koolwitje (wyfje) met rups en pop. 11 Rupsen (uit Oudemans) o.a. de span- 31 Vlinder, rups en pop van de wit- rups. vlakvlinder (orgyia antiqua). o.a. de dag- 32 Dag- en nachtvlinders (Hagewinde 12 „ („ „ ) pauwoog, pijlstaartrups. Pijlstaart, doodskop vlinder, dag- pauwoog). 13 Rupsen (uit Oudemans) o.a. van de doodskopvlinder. 33 Drie pplstaartvlinders in vliegende houding en in rusttoestand. 14 Rupsen o.a. de drinker. 15 Gaifelstaartrups. 34 Dimorphe soorten. 16 Naschuiver (verdedigingsmiddel). 35 Idem.

ER. ^ Platen van Indische planten. 69 platen.

1 Ficus pilosa kaal. Ficus Benjamina 4 Plumiera, Juni 1908. kleine. 5 Vanda tricolor. 2 Nipah by Maos. 6 Cocos. 3 Watertje met Dadap. 7 Isotoma longiflora. 8 Mubaboe Merapi (klein), op den voor- 40 Eriophyes doctersii gal op Cinna- grond bloeiende Alang-Alang. momum Hylanicum. 9 Plumiera, Juli 1908. 41 Eriophyes spec. gal of Spomaca , 10 Bamboe. batatas. 11 Sawah, nog onbeplant. 12 Bosch van kina (Lidgeriana) Tjinji- 42 Eriophyes spec. gal op Nephrolepis roean. acuta. 13 Gelijkmaken van den sawahgrond. 43 Aard-orchidee. 14 Juncus met Jussiena soort. 44 dito. 15 Zeer oude Ficus. 45 Cycas, 16 Groote Ficus, in de verte cacao tuinen. 46 Cyperus spec. 17 Cassia (florida). 47 Kerkhof met Plumiera. 18 Lorantbus (spec.) met vruchten. 48 Comblo met tuin, Salatiga. 19 Areng Palm. 49 Bambusa. 20 Pithecolobrum Saman. 50 Ficus. 21 Arenga. 51 Nog niet geploegde sawah. 22 Hydrolea salicifolia. 52 Kapok. 23 Cyperus spec. 53 Pistia-poeltje. 24 Knoppen van Ficus pilosa. 54 Ficus nitida. 25 dito. 55 Nog niet geploegde sawah. 26 Pas ondergeloopen sawahgrond. 56 Datura grand is uit de cultuurtuin 27 Stachytarpheta Jamaicensus. te Salatiga. 28 Palmenlaantje in een koffietuin. 57 Carica Papaya. 29 Araceae. 58 Cassia florida. 30 Varen op Citrus spec. 59 Klimmende varen. 31 Ryst. 60 Carica papaja. 32 dito. 61 Cycas in Proefstationtuin. 33 Pas beplante sawah. 62 Meertje met Pinang. 34 Rijstvelden. 63 Ficus. 35 Sesudengal. 64 dito. 36 Platycerium. 65 Waringin bij kali Sindjojo. 37 Agromyra erythrinae. 66 Kambodja, Kerkhof Salatiga. 38 Eriophyes spec. of bloemen van Triumpfetta. 67 Manilla-hennep in proeftuin Salatiga. 39 Cecidomyiden op Melothria perpu- 68 Kerkhof en Plumiera. silla, Cogn. 69 Agave.

K8. * Kökjes in den Amsterdamschen dierentuin. 25 platen. >

1 Entree. Gezicht in de Papegaaienlaan. Arabië, Voor-Indië, tot in Z. W. ’s Zomers staan er de papegaaien China; terwyl men de tweebultige en kakatoes die ’s winters in de meer in Midden-Azië aantreft. warme zalen zijn. 5 Damherten (Damer Vulgaris), welke in in ’t wild 2 Kameel (Camelus Bactrianus). Af- nog Europa worden komstig uit Voor- en Midden-Azië; aangetroffen. waar hy als last- en huisdier 6 Voor de apenkooi gebruikt wordt. Zy kunnen langen 7 Oerang- oetang „Keetje”. (Sumatra). tyd zonder water stappen; slechts Deze aaprassen worden steeds levend van een hand vol koren; zeldzamer. der een last van 300-400 KG. dragende. 8 Voederen zwanen. 9 Amerikaansche bison. Men heeft Kameels-kop. Van nature is de kameel 3 berekend, dat voor 35 jaren nog niet kwaad; maar deze had de 6' millioen dezer dieren in de gewoonte te byten- waarom hem Vereenigde Staten waren; die nu een muilkorf is aangegeven. geheel zyn uitgeroeid. Slechts in 4 Dromedaris (Camelus Dromedaris). Yellow Stone-Park staan een paar Een eenbultige kameel uit Egypte; honderd stuks onder bescherming deze soort is verspreid in N. Afrika; der regeering. 10 Afrikaansche Maraboe (Letoptilos 17 Skelet éener Indische Olifantskop. Crumeniferus). Een der grootste Dit dier werd plotseling woest en en sterkste steltloopers, ter hoogte trachtte zyn oppasser, die hem van ca. 1— 1'/2 M. Leeft, vooral 20 jaar lang dagelyks verzorgd had, van visch, maar heeft geen af- te verpletteren met zyn kop. Men schuw van gestorven vee. Men moest hem doodschieten. treft hem in de Oostersche steden 18 Indische Zebu. wel by de slachtplaatsen aan, of Antilope-achtige runderen in Voor- aan de oevers van rivieren, • Indië en Ceylon. Op Ceylon is een loerend op visch en ongedierte. lichte 2 wielige wagen in zwang; 11 Flamingo’s (Phoeni coptera Anti hiervoor gespannen kunnen zij quorium Tenim). Sieriyk, wit het uren achtereen in gestagen rosé met zwarte slagpennen. Zy draf volhouden. voeden zich hoofdzakelyk met 19 Nijlpaatd (Hippopotamus Amphibius, visch, en komen by duizendtallen Mannetje; 5 jaar oud, afkomstig voor langs Nyl, Suez-kanaal en uit Afrika, waar het in kleine langs de Afrikaansche meren. kudden levend in de rivieren aan- 12 Kangoeroe met jong, uit Australië, getroffen wordt. Het leeft van behoorende tot de Buideldieren. planten en grassoorten. De nyl- 13 Ijsbeer (ürsus Maritimus) leeft van paardeii kunnen een lengte van robben en visschen. Hij is een 4 a 5 M. bereiken, en wegen dan uitstekend zwemmer, uren achter- 3000 K.G. een ca. 5 K. M. per uur. Grootste 20 Nylpaard, Wijfje, 4Va jaar. lengte 2.80 M. gewicht 700 K. G. 21 Skelet eenerWalvischkop, gevonden De b^e won ers van het hooge Noorden in 1893 door Prof. Weber op de eten zijn vleesch. Westkust van Afrika. De kop is 5 M. lang en 3 M. breed; de heele U Leeuw (Felis Leo) afkomstig uit visch c.a. 31 M. Somaliland, Men treft hem aan in Op den voorgrond een Narwal met Z. W. Aziè tot het N. van Voor- dubbele stoottanden; de kop van Indië. Vroeger moet de z. g. n. een walrus en de tand van een Holen-Ieeuw ook over Europa zaagvisch. verspreid zyn geweest. 22 Californische zeeleeuw (Zalopaus 15 Jaguar (Felis Onea) uit Zuid-Amerika. Californianus) uit de baai van San Een der bloeddorstigste tijger- Francisco. Zy voeden zich met rassen, in Argentinië, Paraguay. visch, evenals de Zeehonden, met

16 . Indische olifant (Elephas indicus L) wie zij veel overeenkomst hebben, uit Voor en Achter-Indië, Cochin- maar zy zyn krachtiger in den china, Ceylon en Sumatra. In achterbouw en hebben zwaardere Indië staan zy onder de bescher- vinnen. ming der bevolking, en de Witte- 23 Wapite hert (Cewus Canadensis) Olifant is by verschillende volks- uit N.-Amerika een der grootste stammen heilig verklaard. Hy is hertsoorten. zeer schrander. 24 Berg Zebra (Equus Zebra L.) regel- Achtervolgd, is hy in staat zelfs matig wit en zwart gestreept, af- leeuwen en tijgers 5 a 10 M. met komstig uit Afrika, veel in vdrm- zijn slurf in de lucht te slingeren geiykende op onzen ezel. en op zyn stoottanden op te van- 25 Nest van blauwe reigers, broedend gen of onder zyn pooten te ver- te Nieuwersluis, benevens het pletteren. nest van een aalscholver.

KT. * Diverse dieren. 10 platen.

1 Salamander (gekleurd). 6 Vos loerend op kony’ntjes.

2 Hagedis „ 7 Kool- en pimpelmees (gekleurd). 3 Das. 8 Uil met konijntje als prooi.

4 Slang „ 9 Hamster. 5 Vos die een haas te pakken heeft. 10 Ooievaar. KU. * Mlcroscopleên. 6 platen.

1 Stercellen van het riet. 5 Volvore globator. Kolonievormend 2 Algeae. Polysiphonia lastigiata. Mic- afgietseldiertje (Infusorie). rose wiersoort. 6 Microse kalkskeletten van protozoën van Sar- 3 Dwarsdoorsnede door stam (eencellige diertjes) uit de kalk- saparil. formatie te ClifLon. 4 Stervorniige haren van waterwilg.

KV. Eenlge planten, krulden en zwammen. 19 platen.9 10

1 Varens. 11 Glechoma hederacea. 2 Zee-Anemonen. 12 Doovenetel; Lamium album. 3 Duinvi ooitje. 13 Boletus edulis. 4 Blauw viooltje. 14 Sneeuwklokjes op 17 Maart. 6 Brandnetel. 15 Inktzwam. 7 Langsdoorsnede door hyacinth, Hya- löa Inktzwam, afgedropen. cinthus racemota. 16 Stinkzwam met vliegen, die de spo- ren verspreiden. 8 Groot hoeiblad. Petasiles vulgaris. 9 Appelbloesem. 17 Slangenkruid. Nieskruid. Helleborus foetidns. 18 Parnaskruid.

KW. * Rupsen, Vlinders en Wespen. 19 platen.

(Cheimatobia bru- 1 Nonrupsen op de schors van eenhoorn. Acidalia brumata. 2 .Tonge,nogbyeenblyvende nonrupsen. mata). Grauwgele vorstspanner. 3 Nonrups op een naaldboom. 10 Acanthia lectularia. (Cimix lectula- rius). Bedwants of weegluis of 4 Nonvlinder, vrouwelyk exemplaar. wants. 4a Liparis monacha (Ocneria monacha). Agrotis pronuba. Huismoeder. Nonvlinder. Mannetje. 11 12 Ichneumon sartorius. Sluipwesp. 5 Nonvlinders op de schors van een nigritarius. 13 ,, „ boom. 14 Acridium migratorium. (Pachytylus 5a Volwassen nonrupsen. migratorius). Treksprinkhaan. 6 Blatta orientalis (Periplaneta orien- 15 Emphytus grossulariae. Kruisbes- talis) Kakkerlak of Bakkerstor. bladwesp. 7 Carpocapsa pomonana (Grapholita 16 Hylotoma rosarum (Arge rosae). pomonella) appelbladroller. Rozenbladwesp. 8 Liparis auriflua. Porthesia similis 17 Zerene grossulariae (Abraxas gros- (auriflua). Donsvlinder. sulariata) Bonte Bessevlinder.

EI. Levensloop van een watersalamander. Foto’s naar de uatnnr genomen door Donglas Inglish. 23 platen.

1 Bij toeval raakte een van die bobbels 4 Zijn kieuwen waren nu langer en zijn omhulsel. meer veerachtig. 2 Het salamandervischje met de 5 De vier pootjes volgroeid met wijd kieuwen wyd uitstaand. uitgespreide vingertjes. 3 Zijn zuignap leek nu meer op een bek. 6 Dagen en dagen bleefhy daar beneden. waterschorpioen. 7 Hy gleed voorzichtig in ’b water. 15 De 8 Zyn oude vel bleef aan een stengel 16 De ruggezwemmer. hangen. 17 Op een dag ontmoette hy een wyf- 9 De donderpadjes graasden de water- jes-salamander. planten af. 18 Hy ging met andere salamanders 10 Zelfs de stekelbaarzen gingen angstig spelen. voor hem uit den weg. 19 Ze doorkruisten samen de sloot. 11 Een stekelbaarsje zette uitdagend 20 Soms lagen ze in ’t zonnetje aan zijn stekels op. de oppervlakte. 12 De ‘bende flitste weg; één purper- kleurig gewemel. 21 Een voorn hapte naar hem. zich vastgezogen aan 13 De waterspin woont heel alleen in 22 Elke aal had steen. een klok die hij zelf maakt. een ronde staart was stomp, 14 De spin was juist bezig een koker- 23 ’t Nieuwe stuk juffer te verorberen. zonder kleur.

KZ. De Huismuis In den Val. 17 platen.

11 Met vijf mannetjes had hij achter- 1 De huismuis. eenvolgens gevochten. 9 ^ n n 12 Eerst ging ze buiten op de klep 3 Gevangen. van de vaL zitten. een kakkerlak. 4 ’t Was maar 13 ' Toen maakte ze zich heel dun en 5 Eén voor één probeerde hy de ijze- kroop onder de klep door. ren staven. 14 Vlug duwde hy haar in ’t holletje. 6 De veldmuis. 15 Minstens eenmaal per week bezoch- 7 ’t Dwergmuisje. ten ze hun familie in den stal. 8 De bruine rat. 16 Ze moesten langs een 2 c.M. broe- 9 Langs een verbouwereerdjong poesje. den richel klauteren. 17 Een wanhopige sprong bracht hen 10 Zij was een ware koningin onder van de kist. de muizen. boven op den kant cv.. o

In September 1912 verschijnt het eerste

Supplement op dezen Catalogus^ dat op aanvrage tegen kostenden prijs verkrijgbaar wordt gesteld oe ^ ^ ^

C? HOFLEVERANCIER VAN H. M. DE KONINGIN. M«. Vh QUY DE CORAL & C“. Foto-Artikelen.

AMSTERDAM, Kalverstr. 126. DEN HAAQ, Lange Poten 37. Leverancier van de meeste Rijks= en Oemeente-Instelllngen. SPECIALIST.

PROJECTIE-ARTIKELEN.

Reclame projectie-

lantaarn met licht- bron (Gas of Petro-

leum) en „Carier”.

Compleet in doos ƒ 17.50.

LANTAARNS VOOR ONDERRICHT, LABORATORIUMS. Enz.

Halbertsma’s Electrische Lamp. Mita Spiritus Gloeilamp. Hangend Gasgloeilicht en alle andere lichtbronnen.

Verhuren van Lantaarns met bediening.

Verhuren van Zuurstof Cylinders.

(^8^ ;t|api

ra tT' M%

9mm m pSBBjRIgH

^‘i' ësslialS

LEVERANCIERS HOFLEVERANCIERS VAN VAN RIJKS-, GEMEENTE-

H. M. DE KONINGIN. EN PART. INSTELLINGEN.

JCS^jC>0X5®l£J.S>15^<30r jc>s»

AMSTERDAM, DEN HAAG, Rokin 164. Noordeinde 124. NIJMEGEN. GRONINGEN.

Projectie-Lantaarns en Bioscopen

met diverse lichtbronnen, in verschillende prijzen.

Wij geven gaarne alle gewenschte inlichtingen en zenden op aanvraag gratis:

Prijslijst van Projectie-Goederen (ook van Kino’s). Lijst van Lantaarnplaten. Brochure: „Projectie Handboekje”.

Wij belasten ons door geheel Nederland met de levering,

bediening en complete behandeling van projecties bij voor- drachten, lezingen enz., ook met de Kinematograaf. HOFLEVERAfrCIER VAN H. M. DE KONINGIN.

Ml 7i. QUY DE CORAL & Cl Foto- en Projectie-Artikelen.

AMSTERDAM, Kalverstr. 126. DEN HAAG, Lange Poten 37.

Leverancier van de meeste Rijks» en Qemeente»lnstellingen. SPECI/VLIST.

De Catalogus zelf is verkrijgbaar voor ƒ 0.50 plus porto’s. Geologisch Instituut /V. Univcrsitcit van LAND- EN VOLKEN a m.

AA. De Noordpool ontdekt door Rohert Peary.

38 Platen. Naar het reisverhaal van den ontdekkingsreiziger.

1 Kaart van de Noordpool. 14 Voorbereiding tot overwinteren. Nau- 2 Portret van Peary. wélyks was de Koosevelt in haar 3 „De Koosevelt”. Het schip met vlag- winterkwartieren te kaap Sheridan gen getooid ter eere van Marie geborgen, of in ae verlaten land- Amghito, Peary’s dochter. (12 Sept. streek begon leven en bedrijvigheid 19U8). te heerschen. 4 Kapitein Robert Bartlett. Gezag- 15 Hubbardville. Dit dorp van kist- voerder van de „Roosevelt”. Hy huizen werd spoedig op den oever was de dapperste en nuttigste van gebouwd uit de verschillende mate- Peary’s metgezellen. rialen, van het schip gelost. 5 a. George Borup, de photograaf der 16 expeditie. De Ijsbeer „Tyger van het Noorden”. Deze ontvangst werd b. Donald D. Mac Millan, belast met Peary eens de hydrographie. bereid by het omtrekken van een sneeuwheuvel gedurende c. Dr. J. W. Goodsell, belast met de een ver- kenningstocht. microscopische studiën. 17 Het poolhert. 6 Te Etah. Niet ver van het Eskimo- Groep rendieren, op- dorp onder beschutting van Kaap gezet volgens de methode van Peary. Sommige York werden niet minder dan 5U rendieren hebben zeer schoone ton kolen gelost. geweien. 7 De Kayak. In .deze lichte, maar 18 Muskusossen. By het naderen van vastliggende bootjes, die Peary uit- den vijand scharen zy zich in een rttekend gebouwd acht, reizen, vis- kring en buigen den kop neer, op schen en jagen de Eskimo's, achter- deze wyze een gemakkeiyk doelwit volgen zü den walrus en trotseeren leverend voor het schot van den zy de volle zee. jager. 8 Het graf van een Eskimo, overeen- 19 De Poolnacht. Den 12e'i October was komstig de gewoonte kenbaar door de zon voor het laatst zichtbaar een opeenhooping van steenen. en volgde er een sombere nacht 9 Eskimovrouw en kinderen. Sommige van vele maanden op het ijsveld. dezer kinderen hebben aardige ge- 20 IJskust. De Hubbard Gletscher grenst zichten, waarin men de trekken van aan de zee waar zich groote stuk- het Mongoolsche ras herkennenkan. ken losscheuren en drijvende ys- 10 Een span bonden. Om hun weg door bergen vormen. de sneeuw te vergemakkelijken, 21 Kerstmis in de - poolstreken. Een spant men de poolhonden waaier- hoek van de tafel gedurende het vormig voor de slede. Kerstdiner. Yan links naar rechts: 11 Een groote walrus. De walrus die ' Peary, Goodsell en Mac Millan. men hier ziet aan boord geheschen 22 Kerstavond. Om een afleiding te door de matrozen der Koosevelt, is hebben vierden de reizigers een 4.25 M. lang, en de kop weegt niet vroolyk Kerstfeest, met spelen en minder dan 20 K.G. een muziek-soirée door de (jramo- 12 Het dryfys in den zomer. Door het phoon gegeven. aanhoudend afdryven in de engten 23 Op weg. Een convooi sleden, be- vormt dit ys een blyvend gevaar laden met proviand verlaat de voor den zeevaarder. „Koosevelt”. Alles wordt uitge- 13 King. Prachtig exemplaar van het voerd volgens zorgvuldig beraamde ras der Eskimohonden. en wel overwogen plannen. .

24 De sleden, a. Type van een Peary- 31 Een geimproviseerd vlot. Losgehakt slede, een vorm uitgedacht na uit de ontzagly’ke massa waarvan drie-en-twintig jarige ondervinding zy deel uitmaakte, dient een schots in de Poolgewesten. tot overbrugging van een plek &. De Eskimo-slede waarmee Peary open water. zyn eerste tochten naar de Pool 32 Nieuwe hinderpalen. De reizigers ondernam, 9 voet lang, 7 voet zullen genoodzaakt zyn hun toe- hreed, 2 voet hoog. vlucht te nemen tot houweelen 27 om 25 Na den dagmarsch. Kapitein Bartlett “^zich een weg door deze ysversper- en zyn Eskimo’s gezeten voor hun ring te banen. tent en op de sleden uitrustend 33 Alvorens met houweelen een aanval van de zware vermoeienissen van te doen op den ysrug, nemen den dagmarsch. Peary en zyne metgezellen een Crane City. Het laatste kamp van welverdiende rust. Peary aan den voet van Kaap 34 Een onoverkomelijke hindernis. De Columbia, vóór zyn eindmarsch troep gaat er omheen, maar de naar de Pool. marsch wordt nooit onderbroken. 27 Gedenkteeken door Borup aan kaap 35 Het laatste stadium, a. De karavaan Columbia opgericht en dat het is gereed voor de eindpoging voor uitgangspunt voor den marsch naar den marsch naar de zoo begeerde de Pool aangeeft. Pool. 28 Naar de Pool. Het kostte Peary h. By kamp Jesup. Het noordeiykste schrikbarende moeite om zich een „home” ter wereld, weg door de sneeuw te banen. c. Aan de Pool. Zoekende naar een 29 Naar de Pool. Het kostte Peary plek geschikt voor een peiling. schrikbarende moeite om zich een 36 Waarheen de blik zich wendt, ont- weg door de sneeuw te banen. moet hy niets dan de sornbere, 30 a. Het open water is de ergste witte uitgestrektheid der ijsvlakte. vyand van den ontdekkingsreiziger. 37 Aan de Pool. De vlaggen van den Het belemmert den voortgang en Marinebond; van de Delta Kappa; werkt dikwyls ontmoedigend. van de Yereenigde Staten ; van het h. Een moeilyke doortocht. Op een Roode Kruis en de Vredesvlag. als vlot aangewende schots steken 38 a. E-ging-wah en Oo-tah by het ver- de reizigers met hun bagage het trek en de terugkomst. Gedenk- open water over. teeken ter herinnèring aan Marvin.

ABA.1. * Havenwerken Amsterdam.

1 IJmuiden. Buitenhaven met binnen- 12 Hembrug. De Hembrug in de lijn komende boot. Ams terd am—Zaandam la Zuidpier. Deze brug is gebouwd 2 n Vuurtoren metsemaphoor. door eene Duitsche firma 3 Basaltblokken ter bescher- te Dortmund, en ligt 14 ming van de pieren. cM. boven den water- 4 Tusschen de pieren, een spiegel, zoodat vrij groote der geleidelichten. booten er onder door kun- 5 Baggermachine, welke ge- nen varen. Op den voor- bruikt wordt tot op ’t peil grond oud-Hollandsche houden van de haven. boeier die zeilen strykt. 6 Visschershaven. 13 Amsterdam. Haven, houtboot los- 7 Groote sluis boot. i) met sende. 8 w Kleine sluizen van voren. 14 f1 Hydraulische kranen aan Op voorgrond een zee- de Handelskade. sleepboot. 15 Stoomkraan 9 Kleine sluizen ff ;ï 16 ff Aanlegplaats Kon. Ned. 10 Velsen. Spoorbrug. Stoomboot My. 11 iJ Stoompont, waarop de stoom- 17 ff Kolentip, Ertskade, die tram en wagens kunnen de kolen van af de spoor- worden overgezet. wagens in het schip laadt

4 18 Amsterdam. Droogdok met schip, leeg- 38 Amsterdam. Petroleumhaven. Uit de gepompt. kleine tank in het mid-

19 „ Het dok rechts is opge- den loopt de petroleum pompt. De „Groninger” in de kleinere tanksche- van de lijn - pen, zooals er een aan Stavoren ligt er in. Het den wal ligt. Deze klei- dok in ’t 'midden is ge- nere schepen vervoeren zonken. De steamer de olie in het binnenland. „Marie-Holm” is er juist 39 „ Petroleumhaven. Links m gevaren. in de verte 3 tanks van 19a Droogdok van terzyde. de Deutsche Teerproduc- Wilhelminadok. tions-Verein. In de haven 20 •j komt uist een petroleum 21 Rangeerterrein Rietlan- j den. tankboot binnen. 40 „ Pakhuizen van de Naaml. 22 n Werf Ned. Scheepsbouw- maatschappy. Vennootschap „Het Ne- Werf Ned. Scheepsbouw devlandsche Veem”. 23 »> My. Mailboot Prinses 41 „ Katwyker bommen in de Juliana in aanbouw. Kattenburgergracht. 42 Kykje in het Oosterdok. 24 De Ruyterkade. „ 43 Oosterdok met oorlogs- 25 Groote passagiersboot „ ^ schepen. „De ” van de Kon. 44 Oosterdok. Wachtschip Ned. Lloyd. Een der „ „de Wassenaar”. grootste passagiersboo- 45 Nieuwe Oosterdoksluis. ten van ons land. De „ 46 Drukte in hetWesterdok. Kon. Ned. Lloyd ook „ 47 Om de houthaven. bekend als „de Zuid”, „ 48 Een gezicht in de Hout- vaart naar Zuid-Amerika „ haven gelegen aan den en legt o.a. aan te Lis- NW.-kantv. Amsterdam. sabon. Uit Portugal gaan Werklieden zyn bezig tal van menschen met hout uit de schepen in de deze lyn naar Zuid-Ame- opslagplaatsen te lossen. rika. 49 „ Nieuwe aanlegplaatsen Groote vrachtboot „ Achil- der My. Nederl., Ykade. les” Kon. Ned. St. Mp. 50 „ Nieuwe aanlegplaatsen Ertsboot 14 master. voor stoomers „Bremer Mailboot My. Nederland, Lloyd”. die juist vertrekt. 51 „ Een der schepen van den Stoompont over het IJ. K. W.-I. Maildienst wordt Het IJ. gebunkerd. (Neemt kolen Parlevinker die victua- in). liën rondbrengt by de 52 „ Kolenboot Betsy Anna schippers. in lossing. Bevroren Noordzeekanaal 53 „ Groote electrische kra- met vaargeul in het mid- nen, aanlegplaats Kon. den. Ned. Stoomb. My. De

33 „ De Ijsbreker I aan den eerste heeft hefvermo- Jachtsteiger. Des zomers gen van 4, de tweede liggen de beide Ijsbre- van 30 ton. kers aan den Oosterdoks- 54 „ Het Marinepaleis. Op dyk. Tegen den winter voorgrond Griek sche tor- gaan zy naar het IJ. pedo-jager.

34 „ Graansilo waar het graan 55 „ Op het IJ. Zeilschepen langs mechanischen weg die op gunstigen wind uit en in de schepen wachten om de Zuider- gezogen wordt. zee over te steken.

35 „ Graansilo van voren. 56 „ Op het IJ. Stoomschip 36 „ Entrepotdok. „Ninchorus” van de My. 37 „• Kantoren en pakhuizen „Ocean” wordt ingesleept der My. Nederland, IJ- 1 boot voor en 1 boot kade. achter.

5 57 Amsterdam. Driemast bark. eveneens over het dok 58 Tweemast schoener in gespannen en ook juist volle zee. in het midden ook een loodlijn. De lengte-as van 59 Kop van de Handelskade n het schip moet nu juist met groote bok. Filiaal in de richting «Ier beide Metereologisch Instituut. loodlijnen komen, om Sleep op het Merwede- 60 JJ precies in het midden kanaal. van het dok te komen. los- 61 f Binnen-Amstel met Door middel van de uit- sende veerbooten. schroef bare balken wordt 62 De onderzeeër I van onze het schip in de gewensch-

Marine komt aanleggen te ligging gebracht. . aan de De Ruyterkade. 65 Amsterdam. De „Marie Holm” in het 63 Jachthaven. droogdok. Werklieden in komt 64 De „Marie Holm” bakken zijn reeds bezig de in het dok. Vlak achter buitenhuid af te schrob- het schip hangt aan ben. In dezen stand moet een lyn juist in het het dok nog 5 voet wor- midden, een lijntje met den opgepompt om droog man- ijzeren bal. De twee te komen. nen in de roeiboot heb- Suezboot. ben aan een touw, 66 „ Droogdok met

ABB.I. * Havenwerken Rotterdam.

voorgrond 1 Hoek van Holland. Noorderpier. Het 7 Hoek van Holland. Op den stoomschip Eli de reddingsboot gaat uit. „President van Heel”, (bekend 2 „ „ „ Een „zinkstuk” geheel van rijs uit de Periin- vervaardigd. Óp ramp). Daarachter dit stuk plaatst de „PrinsHendrik men zware steen- der Nederlanden”, blokken en laat volgens ’t zelfde dan alles zinken type gebouwd. voor de plaatsen Op de beide boo- waar de dijken ten vangnetten versterking be- voor schipbreuke- hoeven. lingen. voor Rotter- 3 „De aanlegplaats 8 Rotterdam. Op de Maas „ „ der steamers van dam. Een tjalkschip onder de Harwichlijn. zeil. van de De St. Pieters- 9 „ S.S. „Rotterdam” burg ligt aan Holland -Amerikalijn. Daar- den wal. 10 „ S.S. „Rotterdam”. en vóór ligt een flink stoom- 4 „ „ „ Semaphoor installatie voor schip maar hoog steekt draadlooze tele- de „Rotterdam” er boven grafie. uit. aan 11 Kijkje in de Maashaven 5 „ „ „ Vuurtoren „ de binnenhaven. vol schepen. Binnenhaven. 12 K^kje in de Maashaven 6 „ „ „ „ Het grootste vaar- vol schepen. Maashaven tuig op den 13 „ Kijkje in de acli tergrond is vol schepen. In de verte het reserve vuur- drijvende elevators aan schip. het werk.

6 14 Eotterdam. Dravende elevator aan ’t door de hyschinrichting werk. Deze zuigt ’t koren opgehaald. Al de masten uit ’t schip (door de lange uitwendig aan het schip dunne biiizen) op, en dan te zien, zyn niet anders valt ’t door de breeds buis dan dergelijke hyschin- in ’t middeh-büjien lichter richtingen, binnen elke

^ (aan welks uiteinde stof losruimte staat er een. opwaait) in den lichter. 23 Eotterdam. Kolentip. Een waggon 15 „ De graansilo, waarin ’t steenkolen staat gereed graan door zuigkracht van om opgevoerd en daarna uit de aanvoerende sche- leeggestort te worden. pen wordt opgenomen. 24 „ Een kolenknyper in wer- 16 „ Schip van de Eotterdam- king. sche Lloyd; een stoom- 25 „ Het terrein der Ned. Steen- ki’aan is bezig balken op kolen Handelsvereeniging. te hyschen en in ’t schip Door middel van „Cy- neer te laten. pers” wordt de aangevoer- 17 „ Het groots pontveer voor de steenkool langs de wagens over de Maas. luchtbrug naar de opslag- 18 „ Aanleg voor de nieuwe plaats gevoerd. Waalhaven. De bagger- 26 „ Het laden van steenkool, machine die op rails staat, door middel van een Ja- schept den grond op, voert cobsladder-elevator.

die mee, en stort die in kip- 27 „ Ertsknypers met lucht- wagens, die dezen grond bruggen in aanbouw. naar den dyk voeren, die 28 „ Een zakgoed-kolen eleva- als afsluiting en wal voor tor. Het graan wordt op- de nieuwe haven zal gevoerd door middel van dienen. Jacobsladder-elevator. In Als op die manier voldoen- de machine wordt het in de diepte verkregen is, en zakken gedaan en langs de omringende dy ken klaar gly planken naar de laden- zyn, wordt de dyk doorge- de schepen vervoerd. stoken, die dit stuk van 29 „ Eynhaven. Eechts. Vast- de Maas scheidt, en gaan staande graan elevator de dry vende baggermolens met Jacobsladder. Het aan ’t werk. graan wordt uit de sche- 19 „ Tjalken op stroom, wach- pen in de pakhuizen ge- tende op een sleepboot. bracht. 20 Ertsboot van buiten. 30 „ JJ Het groote droogdok by 21 „ Dito. Dwarsdoorsnede met Charlois. In het dok de de verdeeling in vakken, „Orsova” telkens één groot vak laad- 31 » De spoorhaven. ruimte en één kleiner leeg 32 Jt De Maaskade. Oostzyde. vak waar de arbeiders Eijnschepen op de rivier. kunnen staan die lossen. 33 n Maashaven. 22 „ Dito. Het inwendige van 34 n (3-ezicht op de Maas, ge- een vak dat als ruimte nomen van het Prinsen* voor ’t lossen dient; de hoofd. Links de aanleg- werkman zet een platte plaats van de booten der emmer onder den koker, Holland-Amerikaiyn, met die met het geladen vak de „Eotterdam”. in verbinding staat, doet 35 n De Eynhaven. een klep opengaan en het 36 n De Boompjes. Op den wal erts valt vanzelf in den de geloste koopmansgoe- emmer; deze wordt dan deren. |

7 —,

ABM. ^ Wandelingen door Amsterdam zooals ’t was en zooals 't nu is. In aansluiting met de Oids voor Schoolwandelingeii door Amsterdam en Omstreken. 9 Verder in bewerking.

ABM.I. Algemeen overzicht en platteponden.

1 Kaart van Cornelis Anthonisz. 1536> Kaart v. h. tegenwoordig Amsterdam. voorstellende de ommuring van ’t 10 Overzichtskaart der verschillende uit- einde der 15de eeu-w. Singel, Klo- breidingen — deze verschillend veniersburgwal, Gelderschekade gekleurd. vormden de buitengrachten. De 11 Oude Haarlemmerpoort van ’t IJ af poorten zyn alle te zien; Haar- gezien, deze stond ongeveer op de lemmerpo ort, Jan Roodepoortstoren plaats van de tegenwoordige Haar- Heiligewegspoort, Regulierspoort, lemmersluis aan ’t eind van de Sint Anthonispoort. Zie de groote korte Nieuwend^jk waar ’t Singel schepen in ’t IJ die dus tot aan de in ’t IJ komt. stad kwamen. In’tIJ lag een houten 12 Nieuwe Haarlemmerpoort. De eerste afsluiting, die ’s nachts dicht ging. poort van de uitbreiding van 1610, 2 Kaart gemaakt voor Pilips II Koning gebouwd door Hendrik de Keizer. van Spanje in de 16de eeuw. Dezelfde Deze poort stond aan ’t einde van toestand als boven. Zie links de de Haarlemmerdyk by de Buiten- sloten met paden er langs en enkele singel. Deze plaat stelt voor ’t huizen. Langs ’t water breidde de gezicht op de poort van buiten stad zich uit. Boven aan de Volen- gezien. Op den voorgrond twee wyck, waar de galg werd opgericht. herbergen. 3 Kaart van de uitbreiding van 1593 13 Haarlemmerpoort met de bruggen, de 12 bolwerken. Singel is binnen- links op den achtergrond masten gracht geworden, Heeren gracht de van visschersschepen. buitengracht. De Lastage was al 14 HaarJ^emmerpoort, zoogenaamde Wil- eerder ingebouwd, ’t Rapenburg is lemspoort. Met ’t eerste station van in ’t Oosten buitengracht geworden, den spoorweg naar Haarlem. zoodat ’t Waalseiland e'n 15 Zaagmolenpoortje met deel van de nu binnen de stad zyn. omwalling (geen muur) van den 4 Kaart als boven met het westelyk uitleg van 1610. + 1631 gebouwd. deel van den uitleg van 1610 aan- 16 Jan Roodepoortstoren, poort en de gegeven. Heeren-, Keizers- en ommuring van de 15de eeuw. Prinsengracht aangelegd tot aan Maar de toren hier voorgesteld is de Leidschegracht. in de 17de eeuw gemoderniseerd. 5 Kaart van de uitbreiding van 1610, 17 Raampoort, als ’t Zaagmolenpoortje, de grachten tot aan de Leidsche- links de lakenramen. gracht ingebouwd. 18 Leidschepoort, met zoogenaamde 6 Kaart, waarop de uitbreiding van Nieuwe Schouwburg op ’t Leidsche 1658 is aangegeven. De stad vertoont plein, prent uit de 18de eeuw. binnen de omwalling de vorm van 19 Heiligewegspoort met huisjes buiten de halve maan Marnixkade, Stad- de poort. Dit is de 2de poort van houderskade, Mauritssingel vormen dien naam. De eerste — die van de buitensingels. de ommuring 16de eeuw - stond 7 Kaart van de uitbreiding van 1658. aan ’t eind van de Heilige weg by Ongeveer 1672 waren de Heeren-, Singel. De tweede was die van de Keizers- en Prinsengracht tot aan uitbreiding van 1593 — stond aan den Amstel doorgetrokken en in- den hoek van ’t tegenwoordige gebouwd. De voltooiing van de uit- Koningsplein en de Heerengracht. breiding aan den overkant van den Deze is eerst door een steenen poort Amstel volgt pas in de I84eeeuw. vervangen, maar na den uitleg van 8 Kaart van Amsterdam in de 19^0 eeuw 1658 afgebroken — de Leidsche van -p 1872. poort kwam er voor in de plaats. ;

20 Oude Regulierspoort. Deze stond op 26 Sint-Anthonispoort, van de uitbrei- de plaats van ’t tegenwoordige ding van 1593. Deze stond aan ’t Sophiaplein. In 16 brandde deze eind van de St.-Anthoniesbreestr., af en slechts een toren werd her- ongeveer op ’t punt waar tot voor bouwd nu de Munttoren. kort het ontleedkundig laborato- 21 Tweede Regulierspoort. M_et de uit- rium stond. van de Buitensingel af ge- breiding van 1593 ' werd de Regu- 27 Muiderpoort lierspoort verplaatst naar ’t einde zien, deze poort — dezelfde die er nu van de Reguliersbreestraat by ’t nog is — werd in 1770 gebouwd in tegenwoordige Rembrandtsplein plaats van de in 1769 ingestorte poort. dit plaatje — ets van Zeeman — 28 Weesperpoort. de poort met de stelt deze poort voor. Links de bel, bruggen, van de buitenzijde gezien die geluid werd by ’t poortsluiten. — op den voorgrond een reiswagen. In 1655 werd deze poort door een 29 Utrechtsche poort van binnen uit de steenen poort vervangen, later de stad gezien. De 3 laatste poorten Waag op de Botermarkt. zyn van de uitbreiding van 1658. Muider- 22 Waag op de Botermarkt. Utrechtsche , Weesper- en 23 Rondeel — een bolwerk van de poort waren precies gelyk — zooals oude ommuring (15de eeuw) op de men zeide was dit om aanslagen plaats van ’t vroegere hotel Rondeel, 9 als die van 1650 te verydelen — tegenwoordig Hotel de 1’Europe. de aanvaller zou door de geliyk- Links de brug over ’tRokin. heid der poorten in de war raken. 24 Toren Swyght Utrecht, bolwerk van 30 Montelbaanstoren, links het West- de oude ommuring (15de eeuw). Indische huis 18^0 eeuw. Ongeveer op de plaats van ’t tegen- 31 Hoekhuis van de Nieuwebrugsteeg woordig Doelenhotel. met de afbeelding van de St. Olofs- 25 Sint Anthonispoort, de oude poort, poort in den gevel 1764 De St. een der grootste van de ommuring Olofspoort stond aan ’t einde van der 15de eeuw. Tegenwoordig de de Warmoesstraat aan den IJkant. Waag op de Nieuwmarkt. Ommuring 15^0 eeuw.

ABM.II. Stadsdeel tusscben Prins Hendrikkade, Vlsschersstraten, Heerengracht, Torensteeg, Mozes- en Adronstraat, Dam, VUgendam, Damstraat, 0. Z. Achterburgwal-

Zooals het was.

1 Dam met het Oude Raadhuis en de Korenbeurs op ’t Damrak by de Oude Waag. Zie de kettingen waarmee brug in de 17de eeuw. de Dam kon worden afgesloten. 10 Nieuwe Brug vanaf ’t IJ gezien. 2 Oude Raadhuis met de afgebroken Links ’t Zeeregt — waar de Com- torenspits. missarissen voor zeezaken zaten — 3 Brand van ’t Oude Raadhuis. op den voorgrond afsluiting van ’t 4 Dam met het iSiieuwe Raadhuis van IJ, die ’s nachts gesloten werd. Jacob V. Kampen, ’t Plaatje stelt Rechts op den brug ’t Paalhuisje voor oefening met de brandspuit in 1681 afgebroken. van Jan v. d. Heyden. 11 Nieuwe Brug gezien ongeveer van 5 Dam en Nieuwe Kerk naar schildery de Prins Hendrikkade (bij de St. van Jan v. d. Heyden. Nicolaas kerk) af. In de verte 6 Dam met de Beurs van 1845 en ’t Haring pakkerstoren. Links ’t hoek- Oommandantshuis. huis is ’t tegenwoordig Victoria 7 Het nog ongedempte Damrak gezien Hotel. vanaf de toren van de Oude Kerk 12 Nieuwe Brug na 1681 gezien vanaf naar ’t Raadhuis en de Dam toe, ’t IJ. Rechts ’t hoekhuis is ’t einde 18de eeuw. tegenwoordig Victoria Hotel. 8 Oude Brug met gebouw tegenwoordig 13 Houten Scheepski'anen voor ’t lossen Bureau van Handelsinlichtingen. der schepen.

Q 14 Gezicht op de Nieuwe brug 1606 — 18 Hand- en Voetboogsdoelen aan ’t ongeveer van ’t tegenwoordig Cen- Singel en Garnalenmarkt. 1758. traal station af Op den voorgrond 19 Oude Latijnsche School, aan ’t Singel. groote Zeeschepen, die dus tot aan 20 Gezicht op ’t Singel, de Munt in de 17de de stad konden komen, en de af- - eeuw. sluiting van ’clJ. Links de Nieuwe 21 Leidsche veer aan ’t Singel. Huis brug (van hout) de toren van de van Burgemeester Huydecoper in Oude Kerk en van ’t Oude Stad- ’t verschiet. huis. Midden in achteraan de 22 Nieuwendijk - gevel uit de 16de eeuw. Nieuwe Kerk. Rechts de uitmonding 23 Korenmetershuisje. van den N. Z. Voorburgwal in ’t IJ. 24 Martelaarsgracht — naar ’t IJ toe 15 Haringpakkerstoren en Nieuwe Visch- gezien. Schilderij van J. v. d. markü, van af ’t IJ gezien. Schepen Heyden. met haringtonnen. De tegenwoor- 25 Een kijkje in de Oude Beürs in de dige Haarlemmersluis op 't tweede 17de eeuw op het Beurspleintje. plan. Rechts zyn de visschers- Van ’t Rokin af gezien door ’t buurten, waar ook nu nog de Beurspoortje heen. Buiten- en Binnen Visscherstraten 26 Beurspoortje Vijgendam, na ’t af- zyn. 17de eeuw. breken van de Beurs. 16 N. Z. Heerenlogement op de Heeren- 27 Huis van Vondel in de Warmoes- markt een reiswagen komt voor, straat. einde 17de eeuw. 28 Bank van leening. 17 Gezicht op de Torensluis en Jan 29 Oude kerk met O. Z. Voorburgwal Roodepoortstoren, in de verte de 17 de eeuw. oude Luthersche kerk. Over de 30 Schreierstoren van de Geldersche brug gaat een sleper. kade.

Zooals } t nn is.

31 Dam op het oogenblik 1912. 45 Korenmetershuisje naar houtsnee v. 32 Damrak en de Beurs. Wenckebach. 33 Kykje van de Nieuwe Brug het Dam- 46 Makelaarskantoor, dito. rak af naar de Beurs. 47 Engelsche Steeg, dito, in het gedeelte 34 Kijkje van de Nieuwe Brug naar het tusschen Spuistraat,Korte Nieuwen- Oentraalst. op den voorgrond lig- dijk^n Luthersche Kerk. plaats Deventer en Zutfensche 48 Vijgendam met Beurspoortje, zooals booten. ’t tot voor kort geleden nog was. 35 KDkje van het Centraalstation op de 49 Bank van Leening. Nieuwe Brug ongeveer dezelfde 50 Poortje van Bank van Leening met stand als No. 14. De Nieuwe Brug opschrift. zelf ligt achter de Deventer boot. 51 Stadhuis naar houtsneev.Wenckebach. Achteraan de Beurs. Rechts Victoria 52 Poort van de Agnietenschool, vroeger Hotel. Atheneum Illustre. 36 St. Nicolaaskerk van het Centraal 53 O. Z. Voorburgwal met Oude Kerk. station af genomen. 54 Oude Topgevels op den O. Z. Voor- 37 Borstbeeld van Prins Hendrik op de burgwal genomen vanaf St. Jan- Prins Hendrikkade. straat. 38 Haarlemmersluis en Stroomarkt van 55 Museum Amstelkring. ’t IJ af gezien te vergeleken met 15. 56 Gevelsteen ’t Wapen van Bremen 39 Kijkje in de Binnen Visscherstraat voorstellend, in een huis O. Z. naar de Nieuwendijk toe. Voorburgwal op den hoek van O. Z. 40 Oud huis Roomolenstraat hoek Lange- Armensteeg. straat. 57 O. Z. Kolk van den O. Z. Voorburg- 41 Gevelsteen in een huis Singel 14, wal af. „de Haagschft Postwagen”. 58 O. Z. Kolk van dePrinsHendrikkade af.

42 Kijkje van de Torensluis naar de . 59 Kijkje vanaf de Prins Hendrikkade Ronde Luthersche Kerk. bij de Scheierstoren. Vroeger keek 43 Kijkje van ’t Singel vanaf de brug men van hier in ’t open Y. Nu op van het Koningsplein naar de Munt, het Oosterviaduct en de Spoordijk. binnenschepen. 60 Kij:^e in het Oosterdok Voor de haven 44 Militiezaal. zie verder Haven van Amsterdam.

10 ABN. Kveekerljen In Nederland.

Tekst yan J. A. Doesburg Lauuooy.

1 Aalsmeer. Dorpsgezicht, voor elk huis 21 Grootebroek. Koolafslag, de schuitjes een bruggetje, want elk met kool geladen, ieder voorzien huis ligt op een eiland. van een bordje met naam en ver- en aantal liggen klaar 2 „ Rijkstuinbouwschool. kooper om van de afslag binnen te varen. 3 „ Kas voor het trekken seringen. 22 Langendyk. De electrische afslager veilingsgebouw. 4 „ Kas voor het trekken van in het rozen (interieur). 23 Westland.Kweekeryen. Panoramavan 5 „ Kas voor allerlei. Naaldwijk, tusschen de hui- 6 „ Vormencultuur van taxis. zen liggen de tuinen. Vormencultuur van taxis. 7 „ 24 „ Kweekerij „Nieuw Honsel” 8 „ Vormencultuur van taxis. te Honselaarsdijk. 9 Langendh’k. Een kolen boot geheel vol van 25 „ Drukte in de haven met kolen. Naaldwijk. van komkom- 10 „ De verkochte kool wordt 26 „ Besproeien in spoorwagens geladen mers in de bakken.

met bestemming naar 27 „ Het rooien van aardappelen. Duitschland. 28 „ Kassen, bedekt door „een- afneembaar 11 „ Kykje in Broek op Lan- ruiters” welke gendyk. zyn. In het voorjaar worden 12 Hoogkarspel. In 't koolland. deze eenruiters dan eerst 13 Langendyk. Het nazien der kolen op planken dicht bij den eens per week. grond gelegd om daaronder vroege 'groenten te telen, 14 „ Kool in het koelpakhuis, later zet men dezelfde een- 15 Hoogkarspel. Koolinhetkoelpakhuis. ruiters dan op *t ijzeren koollanden zyn allen te De meeste geraamte en heeft dan een water te bereiken, met smalle vaar- hooge kas voor bloemen enz. tuigjes die geboomd worden. 29 „ Besproeien van tomaten in 16 Broekershaven. Een schuitje met kool hooge kas. wordt door den Overtoom overge- 30 „ Een besproeiingstoren. haald naar de haven waar ’t niveau 31 „ Een oud systeem druiven- van ’t water gelyk is met de Zuider- kas van binnen. zee en belangrijk hooger dan ’t 32 „ Een nieuw systeem drui- water in de polder. venkas van binnen.

17 Langendij k. Bewaarplaats van uien 33 „ Het bouwen van een kas gedurende den winter. groot 1 HA. in beton. eerste werkzaam- 18 „ Het trekken van vroege 34 „ dito de aardappels op zolder. heden. dito de timmerlieden aan 19 „ Veilingsgebouw voor de 35 „ veilingen van kool en ’t werk. aardappelen. 36 „ dito de glazenmakers aan ’t 20 „ De plaatsen der koopers werk in het veilingsgebouw. 37 Yeendam. Kweeken van vruchtboo- Elke handelaar heeft zijn men (meest voor Amerika). Het vast genummerde plaats schoonmaken der akkers in ’t voor- van een electrisch schel- jaar met den schoffelploeg. knopje voorzien, de wij- 38 Het rooien van eenjarige boompjes. zer op de electrische .39 Het sorteeren naar de dikte der afslager (zie plaat 22) stammetjes. gaat nu rond en door drukken op het knopje 40 Het machinale op lengte snijden. doet de kooper zyn 41 Het verpakken der boompjes in stroo nummer uitspringen, en mos in reu zenkisten. tegelijk zet hy de wyzer 42 Hoe de wortels er uit moeten zien. stop, die geeft dan den 43 Boskoop aan de Gouwe. Rivierge- prijs aan. zicht.

11 .

44 Boskoop. Dorpsgezicht. De verschil- 50 Boskoop. Groote kweekerij. lende velden die voorkwee- 51 De teelaarde wordt gezeefd kerij worden gebruikt, lig- om ze fijn te maken. gen bijna alle op eilan^es, 52 n Een veld met Rhododen- die door kleine, beweegbare drons. Het wieden. bruggen met den weg zijn 53 Een akker met rhododen- verbonden. drons, die door middel van planl?en beschaduwd wor- 45 n De Rykslandbouwwinter- school. den. rozestruiken 46 1 De proeftuin der Rijksland- 54 n Een veld met bou w winterschool door rietmatten tegen den 47 In den proeftuin der Rijks- wind beschut. lan dbou w win terschool. 65 Groep coniferen. Kweekery Kunstmatige bestuiving Koster. van rozen. 56 Een veld metPiceapungens glauca Kosteri. Kweekery 484 •» Coniferengroep in den proef- tuin van de Rijkslandbouw- firma Koster. winterschool. 57 Japansche dwergcultuur.

49 n Een kast met modellen van paddestoelen in een der leslokalen.

ABO. Hoogveen- en Hoogveenkoloniën. 48 piaten.

Tekst door J. A. Doesburg Lannooy.

1 Het graven van een kanaal. 20 In het opgegraven veen zijn de 2 Veendam Beneden Oosterdiep. „rakkermannen’" aan het werk om Het Westerdiep van Wildervank. de stof gelijkmatig over het land 4 Musselkanaal. te verspreiden. 5 Wildervank Oosterdiep. 21 De bagger wordt vastgetrapt. Trippen 6 Het afbonken. aan de voeten en steunstokken in 7 Turfsteken. de handen. 8 Turfgraven. 22 „Klauwers” aan den arbeid. Zfi wijzen 9 Turfdfiken. aan, waar de „stekers” kunnen 10 Turf in ringen, en slagen; verschil- steken. De mannen loopen op lende soorten van opeenstapelingen „trippen”. om de turf te laten drogen. 23 Twee stekers. 11 Schaftuur in ’t Veen. 24 Een uitgeveende polder. Dertig jaar 12 Machinale turi bereiding. lang. heeft men turf gegraven in 1.3 Schippers halen de turf weg. de Bullewyker polder (gem. Ouder- 14 Boerderij in Ouderkerk a/d Amstel. Amstel). Thans is de polder uitgeput 15 Het baggeren met den beugel. De man de plas is drooggemaakt en gaat draagt om zijn middel een gordel, nu als bouwgrond dienen. waaraan een leeren riem bevestigd 25 Een „wijk” in het veen. Valthermond. is. Deze doet h\), bij ’t ophalen 26 Het bewerken van „nieuw” (van het van den bagger om den stok, om veen ontdaan) land. zoodoende meer kracht te kunnen 27 Aardappels rooien. zetten. 28 Koffieuurtje op het aardappelland. 16 Een veentrekker. Op den voorgrond 29 Aardappelen worden in gekuild om een bak, geheel met opgegraven te bewaren. veen gevuld. 30 Het reinigen en verschepen van 17 Dubbele veentrekker. aardappelen. 18 Dubbele veentrekkers aan ’twerk. 31 Drukte bfi hoog water in een sluis. Op dit oogenblik worden stukken 32 Aardappelmeelfabriek. aardappelmeelfabriek. veen die 3V;> M. hoog en V2 M. dik 33 De zeven in een Ie zijn, naar boven gehaald. 84 Aardappelmeelfabriek. Stootzeven. 19 De bagger wordt met water vermengd. zuivering.

12 3835 Aardappelmeelfabriek. Draaiende ze- 41 Aardappelmeelfabriek. Pakhuis. ven. 2de zuivering. 42 Coöper. Stroo-cartonfabriek „de Vry- Het vuile water in de veenkolonie- heid”. Veendam. kanalen. 43 Veenkoloniale boerderp. 37 Slemptafels in dergelyke fabriek. 44 Stoomdorschmachine aan het werk. 38 Aardappelenmeelfabriek. Centrifuge. 45 Het „zichten” (maaien) van het 39 Aardappelenmeelfabriek. De jmeelpap koren. wordt opgevoerd van de centrifuges 46 Het haren van den sikkel. naar de zeven. 47 Het binnenhalen van den oogst 40 Aardappelmeelfabriek. Droogzolder. 48 Het Oosterdiep van Veendam. Het builen.

* Nederlanflsch-Indië.

(Deze serie vervsmgt de series AAB. en ABC. op Iblz. 26 en 27 van den Catalogus).

Deze platen zijn ingedeeld volgens het werk „Nederlandsch-Indië in Woord en Beeld”, uitgegeven door de Uitg -Maatscti. Elsevier, welk werk ook desgevraagd (elk hoofdstuk afzonderlijk) bij de platen ter leen wordt gegeven. Daar de onderwerpen veelal in elkaar

grijpen, is ’t niet mogelijk geweest de afbeeldingen altijd

volkomen gescheiden te houden; waar ’t voor de hand lag zijn de platen 2 X vermeld in den Catalogus, maar dit was niet altijd mogelijk. Men wordt dus be-

leefd verzocht bij ’t maken van een keuze verschillende afdeelingen door te kijken.

Toor Nieuw Guinea zie AAM. blz. 31.

AGA. Aardrijkskundig orerzlcbt.

1 Oostelijk halfrond. 13 Woud langs de Kali Majang dicht by 2 Indische Archipel en een schetskaart de Zuidk^ust van Java, Res. Besoeki, van Europa, geteekend om een denk- type van een laagvlaktewoud. beeld van de uitgestrektheid onzer 14 De Papandajan smidse. koloniën te geven. 15 Bromo. 3 Kaart van den Indischen Archipel. 16 Bromo. 4 Kaart van Java. 17 Zandzee met Bromo Batok Smeroe. 5 Preanger oerwoud. 18 Krater Goeloeng Ganang. 6 Kykje in een woud op Borneo. 19 Tjipanas (warme bronnen) by Garoet. 7 Boomvaren. 20 Sindanglaja, Preanger, dorp, gezond- 8 Klapperboomenbladen soms 6 M. lang. heidsstation op de helling van den 9 Bamboe. Gedeh. 10 Waringin. Buitenzorg. 21 Weg naar Sindanglaja. 11 „ Laan. 22 Steile wand v. d. Goenoeg Elrakatau 12 Gezicht op de Gedeh, op den voorgrond in straat Soenda, door een uitbar- klapperboomen. sting doorgeslagen vulkaankegel.

13 23 Asch- en puinvelden van den Krakatau 66 Java's Noordkust. Postweg vlak langs met daarin uitgespoelde ravijnen; de kust. by lagen wa- de berg werd bi) de eruptie van 1883 67 De Solo by Soerakarta met dikke asch- en steenlagen be- terstand. dekt. 58 Djokja. Aloen-Aloen. 24 Tengger geb. Op den achtergrond de 59 Kalksteenheuvels op Mado^ra. Smeroe. 60 Madoera. Parklandschap. 25 Boschgedeelte door den wervelstorm 61 Sumatra. Kaart. Atjeh. Kust, by Pedir verwoest. 6i „ voor- 26 Kratermeer in kokenden toestand. vlakke kust. Op den vestiging bij 6 Juni 1901. grond de 27 Oorsprong van den Lahar (dal met Segli. Atjeh. N.-Kust. Monding modderstroom) der Bezoeki Toempé 63 „ rivier. Hoog Sira. der Beradjang- zwaar begroeid. 28 Lahar verder omlaag reeds afgekoeld. gebergte, van een 29 Lahar met nog heete beek. 19U1. De uitmonding uit 30 Lahar op de helling van den Kloet, klein riviertje. Van waar- kort na de uitbarsting van 1901; deze uitmondingen op den achtergrond, links van het voor meestal een zandbank midden, de steile hoogste spits van ligt, vervoeren deAtjehers naar de smok- den berg, daarvoor de witte stoom- hun peper wolk, opstygend uit het kokende kelschepen, die ’s nachts VTQf.orTY^ PAr de kust naderen. Toba-meer, kern der 31 Het Kloetmeer. 20 Aug. 1901. 64 „ Het Bataklanden. 32 Top van den Smeroe op ’t oogenblik Toba-meer, het zuide- eener periodieke uitbarsting. 65 „ Het 33 Grens van een door een lahar ver- lyk bekken.

• Het Toba-meer, sawah woest en gespaard land. 66 ), aan den zuidoever. 34 Verwoesting spoorbrug over kali vlakte by het dorp Kaban. Plantjing. 67 „ Ravyn begroeid meest 25 Verwoesting van een huis en erf. Djahe zwaar 36 Panorama van verbrande bosschen, Bamboe. Riviergezicht, overdekte eenige kilometers van den krater, 68 „ Bitimoes op den achtergrond rechts de Kloet. brug over de Bataklanden. 37 Verwoesting van de dessa Genting. Riviergezicht, cementen 38 Koffietuinen ten zuiden v. d. Smeroe. 69 „ van een brug. Met 39 Djong plateau en Solfataren. pylers regens zwelt de rivier ont- 40 Ruïnes op het Djeng-plateaul zaglyk. 41 Uitzicht over de vlakte van Bandoeng 65 Boeloe. AnarBatakschdorp. van den weg van Lembang. 70 „ Oembilien rivier, brug te 42 Buitenzorg. De berg Salak. 71 „ Moeara Palangkai. 43 „ Kanarilaan. Pasar te Tanetoeng. 44 Telaga Warna. Meertje 72 „ „ kloof van . in de met plantengroei. 73 „ Waterval Batoe Toelis. Aneh. 45 ., Spoorweg in de Aneh-pas 46 Sitoe Boeroeng by Bandoeng. Rijst- 74 „ bandjir verwoest. velden. door een Nederzetting aan de Kwan- Tandjong Priok. Paketvaartstoomer. 76 „ 47 Klapperboomen 48 Batavia. Benedenstad. ten met Pisangtuin. 49 Soerabaja. Kali Mas. en Kwantan beneden Padang- 50 76 „ „ een prauw werkt 51 Visschersdorp op palen. By Tjilatjap. Tarab zich tegen den stroom op. 52 Riffen in zee. prauwen ver- 53 Telaga Tjibong met de dessa Sem- Met deze inboorlingen boegan een der hoogste dorpen voeren de boschprodukten als verf- op Java (2680). Djeng-gebergte hars, rottan, getah 54 Landschap in Cheribon met den hout, de nederzet- spitsen oud vulkanischen Goenoeng percha naar naar kromon. tingen aan de kust, die opkoopen. Java’s Noordkust, naby Lasem, vlakke de Chineezen Stroomversnelling by Lim- kust, links op den voorgrond de 77 „ Groote Postweg. patan.

14 78 Sumatra. Steenbanken in de Kwan- 91 Celebes Baai van Gorontalo. tan, prauwen moeten hier- 92 Soembawa. Woning van den Sultan. over gedragen. 93 Bah. Kampong.

79 „ Elloof van Asan. 94 „ Weg. Bron Moemboel te Boeleleng. 80 „ Oude krater Merapi. Pa- 96 „ dangsche bovenlanden. 96 Bali. Badplaats van Banj oening, geheel 8L Brug over een rivier, de eenvoudigste in de schaduw van ’fc geboomte, soort: een boomstam. een bron voert ’t water toe. 81a Hangbrug van rottan, vezeltouw; 97 Lombok Narmada. faleis van denRad-

Sumatra, vaste bruggen slaan te licht j ah. Toegangspoort. weg met een bandjir. 98 „ „ Paleis van den Rad- 82 Kaart van Borneo. j ah. Toegangspoort.

83 Borneo. Oever van een watervlakte 99 „ „ Gedeelte der ge- bouwen. 84 „ Dorp aan den oever. ge- 85 „ Rivier door rotsige oevers. 100 „ „ Gedeelte der bouwen. 86 „ Steile oevers. ge- 87 „ Kalme rivier. 101 „ „ Gedeelte der 88 „ Dezelfde in enkele uren ver- bouwen. anderd in geweldige water- 102 „ „ Tuinen. vloed. 103 „ „ Tuinen. goden- 89 „ Sintang aan de samenvloeing 104 „ „ Tuin met van de Kapoeas en de beelden.

Meani. 105 „ „ Tuin met water- 90 Celebes. Baai van Paré-Paré met spuwend monster- Savanne-landschap. dier.

AGB. Zoeklichten over Insullnde.

1 Oud-Batavia. Waar de handel gedre- 15 Buitenzorg. Park achter ’t paleis van ven wordt. den Gouverneur Gene-

2 „ Waar de handel gedre- raal. ven wordt. 16 „ Plantentuin. achter- 17 Vyver de groote 3 „ Schilderachtig ., met buurtje. Chineesche 29 waterlelies. huisjes met vaart. Hier 18 Soerabaja. Kali Mas. Prauwen in de woonden vroeger de haven. Hollanders. — Zie de 19 Semarang. Eind van den Bodjong- typische bruggetjes. schen weg. 4 Batavia. Hoofdstraat in de beneden- 20 Solo. De Heerenstraat, huizen onder stad. dicht geboomte. gevolg, 5 „ Ophaalbrug. 21 „ Solosche Groote met sirih doos. 6 „ Chineesche Wyk. dragende kris en Aloen-aloen groot plein 7 „ De kali Besar. 22 Djokjakarta. 8 „ Oude poort met de pieken- met waringins. niers: Javaansche garde, 23 Javaansch Groote. die niet meer bestaat. 24 Tooneel voorstelling. Stadhuis. 24a Tooneelvoorstelling wajong wong. 9 „ Weltevreden. Hotel des 24Ö Tooneelvoorstelling wajong wong. In des. 25 Wajang tooneel voor de voorstelling 10 „ Koningsplein. met wajang-poppen (chineesche 11 „ Particulier huis a/h. schimmen op een doek). Koningsplein. 26 Wajangpoppen. 12 „ Waterlooplein. 27 Gamelan. 13 „ Intocht van den Gouv.- Danseressen en muziek. Generaal de gouden pajong 29 Danseres. op den bok. 30 Wajang Bébèr.

14 „ Wasschende — badende 31 Sultan van Ternate in zyn „inge- vrouwen. spannen” statierijtuig.

16 32 Paleis van den Sultan van Ternate. 41 Karbouwengat met Port Goenoeng. 33 Sa-wah’s op een berghelling — in de 42 Landschap Westkust van Sumatra. verte een bamboe hangbrug. Sawah’s langs de berghellingen. Gebergte bij de Boeroe Boeddhoer. 43 Banda. Port Belgica 34 . in vroeger dagen. 35 Tosari Tenggergebergte. 44 Amboina. Roeiwedstrijd ter gelegen- 36 Weg van Tilogosari naar Tosari, links heid V. d. verjaardag der Koningin. boven het hotel. 46 Djokja Waterkasteel. 37 Dorp in de Preanger. 46 Balineesche Grooten voor hun huis. 38 Kinderen spelende met een kleine 47 Balineesche Grooten duidelijk is te prauw. zien de eigenaardige nagelvergroeiïng 39 Weg in een kloof na den^egen. zoodat de nagel in een lange klauw 40 Karbouwengat by Fort de' Koek. eindigt.

A6C. Rassen en Talen In den Archipel

1 Dajaks. Jonge kajan, fraai gekleed 24 Javaansche hoofden (Blitar). voor een vischpartf). 25 Vrouw met kindje in doek, schrijlings 2 „ Volwassen man met lenden- op de heup zittend. gordel, groote ringen in de 26 Groepje Javaansche kinderen. ooren. 27 Javaansche vrouwen. 28 Javaansch jong meisje. 3 „ Volwassen jonge vrouw met eenvoudig lendenkleedje, 29 Javaansche jongelingen. maar met tal van sieraden 30 Javaansche bruid. om den hals en een tros 31 Midden-Javaansche vrouw. ringen in de oorlellen. 32 Midden-Javaansche vrouwen bjj ’tspel. 33 Voorname midden-Javaansche bruid 4 „ Vrouw in rouwkleeding en zonder eenige versiering. en bruidegom.’ 34 Voorname midden-Javaansche vrouw 5 „ Dajaks uitgerustomtenstryde te trekken. met kind. 35 Bataviasche huisjongen. 6 „ Een oude priesteres. 36 Bali. Vrouw aan het weefgetouw. 7 „ Dajaks gereed om uit te trek- ken voor het koppensnellen. 37 „ Voornamen te Singaradja. 38 Voorname man en vrouw te 8 „ Kinderen der Dajaks. „ Singaradja. 9 „ Een Dajak metrschild en speer, te midden van Maleiers. 39 „ Voorname man en vrouw te Singaradja. 10 Bataks. Groep Bataks. 40 Bevolking van Djagaraga (Bra- 11 Hoofd der Kaban Dj akeh met „ „ manen). twee zoons. 41 Sumbawareezen. 12 Batak met dochtertje. zijn 42 Bewoners van Sari (Nieuw Guinea). 13 Maleiers. Maleiers uit dePadangsche 43 Getatoéerde vrouw. Bovenlanden. 44 Papoea in feestdosch. 14 „ Maleiers uit de Padangsche 45 Groep mannen van Tarsia. Bovenlanden. 46 Groep Saweh’s. 15 „ Maleische vrouwen uit de 47 Bewoners der Mapoia-eilanden. Padangsche Bovenlanden. 48 Bewoners van Angadi. 16 „ Maleische weefster. 49 Badende inlandsche kindertjes. 17 „ Inwoners van Kampong 60 Typen uit Makassar. Bambel (Alaslanden). 51 Sundaneesche bedelaar. 18 Inwoners van de Alas- 52 Madureesche vrouw. landen. 53 Man en vrouw van de Mentawei 19 Atjehers. eilanden. 20 „ Djokats, Atjehsche krijgefs. 54 Ida’s (Brahmanen) van Boeleleng. 21 Bewoners van Nias. Bali. 22 Javaansche vrouw met kinderen. 65 Inboorling van Ceram. 23 Javaansche vrouw met kinderen. 56 Verschillende talen in den Archipel. AGD. MaatscbappelUke toestanden, Instellingen enz.

1 Stamwoning der Dajaks. 17 Padangsche bruid en bruidegom. 2 oprichten Het van de hoofdpaal voor 18 „ een toeankoe-laras (dis- de galerij van een Dajaksch huis. triktshoofd) met zijn 3 De huizen der Dajaks staan alle op familie. hooge palen boven den grond. 19 Javaansch erf. 4 Genoegeiyk samenzijn van twee jong 20 Gedeelte van een Javaansche Kam- gehuwde kajan paren tusschen de pong. palen hunner stamwoning. 21 Onderdistriktshoofd met desahoofden 5 Kamer in ’t afzonderlijk huis van Java. een welgestelden Dajak, waarop 22 Heeren dienstplichtigen aan het on- men den vuurhaard, de matjes, een derhoud van een weg. schild en een groote regenhoed ziet. 23 Een Djokjasche bruid. 6 Een ander deel van hetzelfde vertrek 24 Javaansche bruidsdraagstoel. - waarin een rij Chineesche poüen 25 Feestelijke ommegang van bruid en om ryst in te bewaren, daarnaast bruigom door ’t dorp. draagzakken van rotan, benevens 26 Voorname Midden-Java’sche bruid en het kussen en matje, waarop de bruidegom. Dajak slaapt. 27 Gorontalosche bruid en bruidegom. 7 Dajaksche familie. 28 Hanengevecht in de Preanger. 8 Huis te Boeloch-twar Bataklanden. 29 Hanen te koop voor hanen gevechten 9 Pilaarbouw in de Bataklanden. Lombok. 10 Bataksche familie groep. 30 Opiumschuivers. 11 Tandakkende Batakhoofden (tandak 31 Kaartspelers. is een soort dans). 32 Scene uit de Wajang wong, tooneel- 12 Kampong Boekoem. Karo Batak- voorstelling. landen. 33 Scene uit de Wajang wong, tooneel- 13 Padangsche bovenlanden. Menangka- voorstelling. familie 1 bousche vóórhars 34 Scene uit de Wajang wong, tooneel- woning. voorstelling. 14 „ woning met rijstschuur 35 Wajang tooneel voor de voorstelling de woningen zijn ook met wajang-poppen. weer ingericht voor meer- 36 Wajang poppen. dere gezinnen. 37 Gamelan. 15 „ Balai Raadhuis. 38 Danseressen en muziek. 16 „ bruid gaat in optocht 39 Danseres. naar de familie van 40 Wajang bebèr. haar bruidegom.

AQE. Bestaansmiddelen en leven der Inlandsche bevolking.

1 Kylqe in een Javaansche Kampong, 10 Pas ondergeloopen sawah. De huizen zyn van bamboe ge- 11 Vischscheppen op een sawah vóór ’t maakt, de huiselijke bezigheden bewerken. worden meest verricht onder het 12 Sawah nog onbeplant. 5 a 6 voet vooruitspringend dak. 13 Omploegen van natte rijstvelden met 2 Elykje in een Kampong by Buitenzorg. karbouwen. 3 Kyk,je in de Kampong Gedangan met 14 duiventil. Een patjoel, soort hak, primitief 4 Kampong met Pisangtuin. ploeggereedschap. 15 Een ploeg. 5 Kampong Wanaradja Garoet. 6 Singlandaja Preanger tegen de ber- 16 Rystplanten te Garoet, vlakke sawah. gen aan. 17 Het snijden der halmen. 7 Dorp in de Padangsche bovenlanden. 18 Het snijden der halmen. 8 Kampong aan ’t water op palen ge- 19 Mesje voor padi snyden. bouwd by Tjilatjap. 20 Sawah tegen de berghellingen. 9 Poortje dat toegang geeft tot een erf 21 Terrasgewyze sawah-aanleg. op Bali. 22 Oogst van bergryst. 23 Rystschuur in de Padangsche boven- 67 Ananas verkooper Batavia. landen. * 68 Groentenverkoopster. 24 Het ontbolsteren der ryst. 69 Mandenverkooper Batavia. 25 Ryststampsters Bataklanden. 70 Ontbytverkooper in de Kampong. 26 Rijststampsters Bataklanden. 71 Rystkookster Batavia. 27 Dajaks marktfeest, plechtigheid aan 72 "Warong (gaarkeuken aan den weg) ’t zaaien en oogsten verbonden. Midden-Java. 28 Veld volgens Dajaks begrip, geschikt 73 Indische maaltyd. om bezaaid te worden. 74 Eten aan den warong. 29 Hoe de Dajaks er uit zien, als ze 75 Warong aan den kant van den weg. zich naar ’t veld begeven, met een 7ö Geldwisselaarster. korf op den rug, een lans en roei- 77 Een groote karbouw. spaan in de hand. 78 Badende karbouwen. 30 Sagopalm. 79 Ploegen met karbouwen. 31 Sagokloppen (het merg van den Sago- 80 Karbouwenkarren Soekaboemi. palm wordt tot poeder geklopt). 81 Pedati (reiswagen) met karbouw. 32 Arengpalm (levert vlecht materiaal 82 Peesteiyk versierde koeien op Bali. en palmwijn). 83 Wevende vrouwen. 33 Meertje met Pinang (levert de ketel- 84 Vrouw aan ’t weefgetouw Bali. Ach- noot). teraan ziet men de lussen aaneen 34 Klapperboomen. lat verbonden. Door 't optrekken 35 Klapperschilster Batavia. van de lat gaan alle kettingdraden 36 Kinderen by geplukte klappers om waar een lus aan zit mee naar te verkoop en. boven. 37 Openen der suikerrietvelden, riet- 85 Sarong weefster Bandong. Duideiyk aanplant. is het uitspringen der ketting te 3861 Jonge rietaanplant. zien waar de inslag doorgestoken 39 Het snijden van rietstekken en het wordt. inplanten. 86 Maleische weefster. 40 Bloeiend suikerriet. 87 Weven Djokja, de kinderen zitten 41 Snijden van suikerriet. er by. 42 Vervoer van het suikerriet. 88 Sarong batiksters. 43 Suikerrietplantage. 89 Kloppen van den koin menton, trek- 44 Koffieboom. ken der hoofdiynen. 45 Bloeiende koffie. 90 Het bedekken der figuren met was. ' 46 Koffieland op Java. 91 Afwegen der ingrediënten voor de 47 Koffieplukstevs. sojakleur. 48 Preanger koffiepluksters. 92 Het doopen in de Indigo. 49 Jongentje met eetwaren in een 93 Het afkrabben der was van de onge- koffietuin. kleurde deelen. 50 Het stampen van kofifievruchten. 94 Het doopen in de warme sogok. Koifiepulper. 95 Kar metsarongverkoopers. Preanger. 52 Sorteeren en drogen der koffie. 96 Vrouw op weg naar de markt. Bovenlanden. 53 Theerapport bij Kadjang. 97 Markt in de Padangsche 64 Theepluksters komen binnen met de 98 Op weg naar de markt met beladen versche thee. paarden. 55 Theepluksters by hun balen. 99 Rust onder weg. 56 Jongens die de kevers uitzoeken, 100 Pottenbakster. plankje met kevers, 101 Kantknuppelen. 57 Uitpluizen van katoen. 102 Borduursters. 57 Emplacement van de tabaksonder- 103 Pidjatten (masseeren). neming Petani Sumatra. 104 Inlandsche barbier aan den kant 59 Ryp tabaksveld Sumatra. van den weg. 60 Tabaksplantage Buitenzorg. 105 Koelies die een zware vracht dragen. 61 Oacaotuin. 106 Waterhalen Wasschen by de artesi- 62 Stam van cacaoboom met vruchten. sche put 63 Oacaopelsters Buitenzorg. 107 Inlandsche pont. 64 Kinaplantage in de Preanger. 108 Visschersprauw komt binnen. Zie die 65 Pikolpaadjes voor het vervoer van de de 2 leggers aan weerskanten kina van de bergen naar beneden. het vaartuig op het water vast- 66 Drogen, stampen en verpalen van heid geven. j-.., v.~r.4- rmdernemincr. 109 Een vrachtwagen. 110 Een reiswagen met 4 paarden. 122 Fluitblazen. De fluit bestaat uit een 111 Leeggeladen booten worden tegen kalebas, waarin eenige bamboe- den stroom opgewerkt pÜfien, ieder met een paar gaatjes. 112 Een verzameling vlechtwerk. Om de klank beter te maken is 113 Sangireesch kofiFo weefsel. boven op de kop van een neus- 114 Geikat Soemba weefsel. hoornvogel gezet. Dajaks. 1 15 Draagplank voor kleine kinderen met 123 Gouden armband. Bataklauden. versierselen. Dajaks. 124 Timmerlieden. Java. Let op hoe de 116 Tatoeeeren op de hand van een werkman zyn voeten gebruikt. meisje. Dajahs. 125 Krisschede maken. Java. dito. Bovenbeen van een vrouw. 126 De slendang en hoe die gedragen 117 Zwaard. Op ’t lemmet van goed staal wordt. fijne ingedreven versiering, ’t ge- 127 Kind, gedragen in de slendang. Het vest is van been met als ornament kleedingstuk als een rok geplooid sterk gestyleerde koeien. Dajaks. is de sarong onder de slendang 118 Proeven van houtsnijkunst: oor- is de kember of borstdoek zicht- sieraden, busje voor hanesporen, baar. deksels van kokers, naalden voor 128 De kain. De Balinees, die zit te ’t mattenvlechten. Dajaks. schrijven, draagt den kain en een 119 Zwaardgrepen uit hertshoorn ge- hoofddoek. sneden, enkele zyn versierd met 129 De zittende man draagt den sindjang. geitenhaar, terwijl het ondereinde 130 Hoe de kris wordt gedragen. met plantenvezels is omvlochten. 131 Hoè er op Bali geschreven wordt, 120 Figuren met een mesje in’t glasharde met een scherp mesje worden bamboe gesneden. teekens gegrifd in een blad, zie 121 Teekening van een Dajak, voorstel- ook No. 128. Hier zijn duidelijk lende hoe met behulp van ladders de lang uitgegroeide nagels der vin- bijennesten uit een rots worden gers te zien, zooals men die op

> gehaald. Bali draagt.

AGP. Godsdienst..

Afd. I. AminisTne.

1 U i tgeholde boomstammen met dooden 10 Graven op palen der Kinja-Dajaks. der Pnihing-Dajaks, benevens den Op den voorgrond dat van een gestorvenen medegegeven voor- dochter op den achtergrond van werpen. De met demonen versierde een zoon van een hoofd. Deze stam bak(rechts) dient tot berging van geeft zijn dooden hoofdzakelyk dergeiyke voorwerpen. hoeden en kleedingstukken mee. 2 Heidensche begraafplaats. 11 Heilige boom te Palembang. 3 Steenen graf te Taba. 12 Batakfetischen. 4 Witte doodskleederen, benaaid met 13 Voorwerpen (pemali) om iemand on- allerlei zwarte menschen- en dieren geluk te veroorzaken, 4 om booze gestalten. zweren te krijgen, 15 om door den 5 Grafmonument voor aanzienlijken. casuarisvogel doodgetrapt te wor- 6 Touw rhet allerlei voorwerpen over den, 16 om spoedig vijanden te de rivier gespannen, ten teeken krijgen, en 18 om blind te worden; dat het vreemdelingen verboden 14 Het inwendige van een Karriwari is de rijstvelden of woning van de op Nieuw-Guinea. rouwdragenden te betreden. 15 Karriwari te Sageisara. 7 Zwaard met aanhangsels en versie- ringen tot afweren der booze gees- 16 Geestentempel — jongelingenverbiyf ten. (Dajaks). — te Tobadi N.-Guinea. 8 Houten kinderdraagplankjes met aan- 17 Geestentempel, inwendig. Heilige hangsels om de ziel van het kind bronnen en fluiten. te streelen en booze geesten af te 18 Houten korwar der Papoea’s aan de

weren. (Bahau Dajaks). Geelvinckbaai ; Nieuw-Guinea. 9 Begraafplaats der Pnihing Dajaks 19 Vrouweiyk yoorouderbeeld van Nias. onder een overhangenden rotswand 20 Vorstengraf te Saloebalombo (Midden met voorwerpen den dooden mee- Gele bes). De beelden ervoor dienen gegeven. tot afweer van booze geesten. Afd. II. Hindoeïsme 4 1 Profiel van den gerestaureerden Boro- 32 Kalazan. Boedoer. 33 Tjandi Sewoe. 2 Bovenste galery, ongerestaureerd. 34 Djing plateau. Tjandi Bima. 8 Bovenste galery. gerestaureerd. 35 Hindoe oudheden te Moêwara Takoe Boro Boedoer van ’t N. W. (Padangsche Bovenlanden). 5—13 Detail aanzichten van Boro- 36 Parambanan, Java. detail Boedoer. 37 „ „ hoofdtempel, 14 Boro-Boedoer N.W. van ’t hotel gezien. 1907. 15 Boro-Boedoer. Losse Boeddhafiguur 38 „ „ hoofdtempel, klein voor ’t hotelletje. figuur. detail. 16 Boro-Boedoer. Detail van het terras 39 „ „ hoofdtempel, (boven). 40 „ „ hoofdtempel, detail. 17 Boro Boedoer, Zuidzfide. Onderste 41 „ „ Hoofd van Rokshasa. galery. Legende van den schildpad 42 „ „ Oreerende priester. (Boeddha), die een scheepsbeman- 43 „ „ hoofdtempel. ning redt. 44 ' „ „ hoofdtempel 1907. 18 Granesa, de god der wijsheid, zoon Zykamer, vrouw van Siva. van Siva. 45 Poera van Sawan, Bali. 19 Durga, vrouw van Siva, op den ge- 46 „ „ „ Pakawaen. dooden stier. 47 „ „ „ Onderdeel. 20 Siva als leeraar. 48 „ „ „ Poerapoort. 21 Siva, de groote god, en zjjn wachters. 49 Offerfeest in een poera, Bali. 22 Sita, dochter van Janaka, koning van 60 Onderdeel van een poera, Bali. Videha, bruid van Rama. 61 Poera van Boeboenan op Bali. 23 Brahma. 52 Poera van Bangoening, Bali.

24 Yishun. 53 ft ft ff ff I

25 Boro-Boedoer, detail. 64 ft )f ft ft I

26 Boro-Boedoer 1907. Hoek, tweede 65 ff ff ft n I

galerij. 66 » ft ff ft I 27 Boro-Boedoer, detail. Hoeknis. 67 Djagaraga, Bali. | 28 Boro-Boedoer. Onderste galerij. 58 Poera van Bole-Agoeng, Singaradja. i 29 Boro-Boedoer. Onderaan, tempelwach- 59 „ „ „ „ Boeleleng. ter, N. W. trap. 60 „ „ Goblek by Moendoek, Bm- i

30 Boro-Boedoer, detail onderste galerij. 61 nenplaats. ! 31 Groot Boeddhabeeld imMendoet (dicht Poera van Goblek by Moendoek, |

• ^ bfi Boro-Boedoer) na de restauratie. Buitenpoort.

Afd. III. Mohammedanisme.

1 Moskee in Atjeh (Missigit). 5 Hadji’s (Mekkagangers) van Sumatra 2 Moskee in de Padangsche Boven- met hun sjeich (gids), die te Mekka landen. woont, maar ook uit Sumatra af- 3 Missigittempel der Mohammedanen, komstig is. dicht by Weltevreden. 6 Grafgebouw van Moealana Hasanoe- 4 Missigittempel der Mohammedanen, din, invoerder van den Islam. dicht by Weltevreden. Hoofdheilige en stamvader der dynastie van Bantén. 7 Moskee met minaret te Fort dé Koek.

AGG. De Portugeezen in den Archipel en de 0. I. Compagnie.

1 Fictief portret van Marco-Polo. 8 Comelis de Houtman. 2 Yasco de Gama. 9 De vloot onder Cornelis de Houtman 3 D’Albuquerque naar O.-T vertrekkend in 1595. 4 Kaart der wereld. 10 De Kaap de Goede Hoop. 11 Madagaskar. 5 • Oude kaart van Oost-Indië uit van Linschoten’s Itinerario. 12 Zeestryd in de haven van Bantam. 6 Petrus Plancius. 13 Kaart van Java. 7 Jan Huygen van Linschoten. 14 Bantam. 15 Zeedieren. 47 Kasteel Amboyna in 1607. 16 Planten alles na ’t leven afgemaalt. 48 Ternate. 17 Markt te Bantam. 49 Port op Banda. 18 Dans en muziek. 50 Portret van Jan Pieterszoon Coen. 19 Inlandsche schepen. 51 Pieter van den Broecke. 20 Inlandsche dieren. 52 Aden. 21 Sago. 53 Ormous. 22 Vruchten. 54 Suratte. 23 Kaart van Bali. 55 Batavia in 1629. 24 De terugkomst van Cornelis de 56 Kaart der Molukken. Houtman. 57 Straat Magelaans. 25 Portret van Jacob van Heemskerk. 58 Islas de Ladrones door Magelaans in 26 In Tuban. 1519 ontdekt (Salomonseil). 27 Tournooi in Tuban. 59 Amboyna. 28 Op Amboyna. 60 Fort Barnevelt. 29 Handeldreven op Banda (zie de waag). 61 Caerte van Niva Guinea 1623. 30 Muskaat en foelie. 62 Formosa. 31 Schepen. 63 Antonio van Diemen. 32 Prauwen. 64 Model van „de Salamander” de ge- 33 Visschen enz. wapende Oost-Indiëvaarder die in 34 Portret van Olivier van Noort. 1641—42 het bericht van den vrede 35 Schepen. met Portugal naar Oost-Indië over- 36 Titelblad van Frederik de Houtman’s bracht. Spraeck ende Woordenboeck. 65 De familie Rykhof van Goens. 37 Pieter Both 66 Cornelis Speelman. 38 De slag by Bantam 1601. 67 Victoriën voor de O.-I. Compagnie op 39 Slot van het Octrooi door de Staten- Makassar, door Cornelis Speelman Generaal op 20 Maart 1602 aan de bevochten. O. I. 0. verleend. 68 PranQois Valentin. 40 Feest op Ternate. 69 Kop van Pieter Elberveld te Batavia. 41 Goochelaar enz. 70 Model van het O.-I. Compagnieschip 42 Kasteel Amboyna. Bleiswijk (1740). 43 Kasteel Tidor. 71 Het eskader onder den kommandeur 44 Cornelis Matelief de Jonge. J. P. van Braam voor Malakka (1784). 45 Slag by Malacca. 72 Portret van Herman Willem Da3ndels. 46 Jacatra. 73 Portret van Thomas Stamford Raffles.

AGH. uitbreiding van ons gezag sinds 1816.

1 Kaart van Azië, gebruikt door A. R. 10 Generaal van der Heyden. Falck by de onderhandelingen te 11 Na den slag by Salamangan. (Schil- Londen in 1814, met potlood gaf derij Jules Garnier). hy de aanvankelijk gedachte grens 12 Port Rotterdam op Makassar. tusschen de Nederlandsche en 13 Gevangenneming vorst van Boni. Engelsche bezittingen aan. 14 Gevangen genomen vorst van Boni 2-2a Overzichtskaart van den Ned. O.-I. met zijne vrouwen, te midden van Archipel aangevende de gezags- de Marechaussee-afdeeling die met uitbreiding in de laatste kwart- zyn achtervolging belast was. eeuw. 15 Aanval op Djagaraga (Bali 1849). 3 Expeditie tegen Palembang 1821. 16 Radjah van Boeleleng met zyn secre- 4 Wegvoeren van den sultan van Pa- taris (verbannen 1872). lembang. 17 Schouwplaats van den poepoetan by 5 Dipa Negara, hoofd der muitelingen de laatste expeditie; deBalineezen op Java. wierpen zich letterlijk in de Hol- 6 Madoereesche krygers. landsche bajonetten om den dood 7 Onderwerping van Dipa Negara. te zoeken. (Schilderij van Pieneman). Ï8 Vorst van Lombok. 8 Kota Goenoengoen (Petjoet-Atjeh). 19 Ingang van het kerkhof te Petjoet 9 Konvooi in Atjeh. Atjeh.

oi hoofd van aan den toenmaligenkapitein-adju- 20 Toeankol Moehamat Dawöt 22 het Atjehsche Sultansgeslacht biedt dant H. Colyn, voor diens woning den generaal van Heutsz z\jn onder- te Lho Seumawé. werping aan. J. B. van Heutsz. Gouverneur-Gene- 21 Panglima Polim en Toeankoe Eadja raal 1906-1909. Keumala na hun onderwerping 6 14

AGI. Bestnur.

justi- 1 Paleis van den Gouverneur-Generaal Kerapatan. Inheemsche hof van te Buitenzorg. tie te Kaban Djahé. Batak- 2 Residentiehuis te Semarang. landen van binnen gezien. vooruitspringende 3 Assistent-Residentiehuis te Sambas. 16 In de 4 Huis van wijlen den Radja van Goa hokjes zitten de hand- Makassar. langers der 5 rechters, die Paleis van den Sultan van Deli. elkaar het oordeel toe- 6 Paleis van den Sultan van Djokja schreeuwen, dat hun troonzaal. binnenzitter rechter heeft 7 Pendopo van een regentswoning op geuit. Achter de open hok- Java. ' jes waarin de rechters 8 Pendopo van een dessahoofd in Oost- zitten, zijn slaapplaatsen Java. voor hen. 10 Kaart van vormen van bestuur en Dessahoofd verkiezing, de twee can- rechtspraak. didaten gezeten op het matjö*, de Wit; rechtstreeksch bestuur en controleur en wedono aan het Gouvernements rechtspraak. tafeltje. Gestreept; rechtstreeksch bestuur en 16 Aspirant-ambtenaar op Java. inheemsche rechtspraak. 17 Javaansche hoofden te Blitar. Groen; inlandsch zelfbestuur en 18 Raden Adipati Karta Negara, de door gouvernements rechtspraak. Multatuli beschuldigde regent van Lebak. Rood ; inlandsch zelfbestuur en inheemsche rechtspraak. 19 Pangeran Ario. Adiningrat, regent 11 Landraadzitting. van Demak met raden Ajoe. Goenoeng Soewa. 12 Politierol. > 20 Beambten van 13 Kerapatan. Inheemsche hof van justi- West-Sumatra tie te Kaban Djahé. Batak- 21 Radja van Bilba met gezin. landen van buiten gezien.

AGJ. BerloeilDB.

oostoever af gezien. 1 Bovenloop van een Indische rivier. 8 Dito van den erken. Gezicht op 2 Inlaatsluis in een irrigatiekanaal van 9 Aquaduct. Pekalinw hoofdkanaal, de rivierzijde gezien. Singomerto- een gedeelte van het werken (Bagelen). de rivier en het daarover gelegen 3 Prise d’eau in de Bodrivier (Semarang). aquaduct met brug Linker hoofdleiding in uitvoering. 10 Pemaliewerken. Aquaduct met brug. Pemalie hoofdkanaal 4 Prise d’eau in de Waloch bij Soen- Pontjol. Het gapan. (Tegal). passeert bij Pontjol de Pemalierivier linkeroever dier rivier 5 Boogbrug. Stortdam. Singomerto- om aan den werken. te bevloeien. vertakt zich 6 Stortdam veranderd in een hellende 11 Onverdeeld hoofdkanaal Pemaliehoofdkan. en Brebis- goot, bij groots helling is dat nood- in zakelijk. Singomertowerken. hoofdkan. Pemaliewerken. werken. 7 Syphon over de Kali Metro Kepandjèn 12 Verdeelwerk. .Singomerto (Pasoeroean). Hier wordt de leiding 13 Hooge en lage leiding dito. secun- door een buis over een andere rivier 14 Trapsgewijze storthelling in heen geleid (van de rivier af gezien). daire leiding Pategoewanwerken. ACE. CULTURES.

I. Koffie.

' 1 Ontginning koffieaanplant. 7 Java. Het inwendige van een enthuis. 2 Java, koffieplantage, boomen in bloei. 8 Koffiepluksters. 3 Koffietuinen langs den weg van Q-itait 9 Java. Voorbereidselen voor het drogen naar ’t meer Boejan. 6 van de koffie. 4 Bloeiende koffieboom. 10 Stampen van koffievruchten. 5 Bloeiend koffietakje. 11 Sorteeren en drogen der koffie. 6 Java. Een enthuis van buiten. 12 Koffiepulper.

II. Suiker.

1 Openen der velden, rietaanplant. 16 Sumatra. Het riet wordt door de 2 Jong riet tegen Lamongan (Probo- carriers naar de molens gevoerd. lingo). 17 Molens met carriers in een suiker- 3 Jonge rietaanplant. fabriek. 4 Het sneden van rietstekken en het 18 Suikerfabriek inwendig. planten. 19 Java. Het vullen van de krandjangs Oude aanplant van riet. in de fabriek „Mingiran”.

6 Suikerriet 2 maanden oud. 20 „ Een primitieve suikerrietpers 7 Gezond suikerriet. door buffels in beweging ge- 8 Sereh-ziek suikerriet. bracht.' 9 Suikerriet plantage. 21 „ Centrifuges en, op den achter- 10 Sneden van suikerriet. grond, de drooginrichting in 11 Snijden van Suikerriet, links is een een suikerfabriek. draagbaar spoor voor het vervoer 22 „ De koelbakken in een suiker- aangelegd. fabriek.

12 Vervoer van suikerriet met kar- 23 „ Woning van een Europeeschen bouwenkarren naar de fabriek. opzichter op een plantage. 13 Inlandsche houten suikermolen. 24 Penang. Een schuitenvloot voor het 14 Ijzeren suikermolen, welke 66 % vervoer van suikerriet. meer product geeft. 25 Java. Vervoer van, suikerriet langs 15 Suikerfabriek. de Kali Mas te Soerabaja.

III. Thee.

1 De bodem, zooals hy er uit ziet, 8 Theepluksters komen binnen met wanneer men een thee-plantage de versche thee. begint aan te leggen. 7 Theeonderneming Parakan Salak. 2 Theetuin met bybehoorende ge- Drogen van de thee in de buiten- bouwen. lucht. 8 Sorteeren der thee. 3 Theestruik. 9 Gisten der theebladen. 4 De verzorging van jonge theeplantj es 10 Droog-sorteertoestellen. in Indië. 11 Afwegen van de thee. 5 Theepluk. 12 Theerapport bij Kadjang.

IV. Tahah.

1 Sumatra. Aanvang der werkzaam- 4 Sumatra. Tabak in bloei voor het heden voor den aanleg winnen van zaad. van een tabaks-plantage. 5 „ Tabak in een droogloods. Rechts het woud, dat men 6 „ Chineezen aan het tabak- bezig is te verbranden. sorteeren.

2 „ Kweekbedden op een 7 „ Het inwendige van een tabaksplantage. fermenteerschuur. 3 „ Een veld met rype tabak. 8 „ Het vervoer der tabak te water. Y. Kina.

1 Einaplantage in de Preanger. worden gebracht. Bovenaan 2 Java. Oinchona oflBcinalis. het ravijn is men bezig een weg aan te leggen. 3 „ „ Calisaya. 13 Java. Pikolpaardjes voor het vervoer 4 „ „ Succirubra. van de kina van de bergen naar 5 „ Oinchona Ledgeriana. Gouvernements kinaplantage. beneden. 6 ,, (gezicht op Lemak (roenting) 14 Gebouwen op een kinaplantage. Op den achtergrond de schuur met 7 „ In een kinabosch. Sirocco’s. Het vervoer van de 8 „ Kweekplaats van kinaplantjes te Tjinriroewan. bast. De droogschuren. 15 Sirocco. 9 „ Kweekbed van kinaplantjes. Een van een droogschuur 10 „ Een door kinabosch omgeven 16 Model met ravijn te Tirtasari. Op den voor- 9 verplaatsbaar dak. grond twee reusachtige steenen, 17 Java. Het drogen, stampen en ver- door de Inlandsche bevolking pakken van de bast op de aangebeden als woonsteden van onderneming. Succirubra oogst. góden. 18 Jt Oinchona plantage Tjiboe- 19 Het oogsten en drogen van 11 „ Gezicht op de i) loeh. Een nieuwe aanleg. de kinabast op de plantage Indisch werkvolk zaagt balken Tjinjiroean. 20 Het uitzoeken van de bast. en planken uit djemoedjoe. jj (Indisch dennehout). Links de 21 n Kijkje in een kininefabriek te heuvelen van Goa met verschil- Bandoeng. 22 Het verpakken van de kinine lende plantages. )) is te Bandoeng. 12 „ Een ravyn, dat ongeschikt bevonden om in cultuur te

TI. Rubber.

1 Tot .stammen uitgegroeide lucht- Eerste afschilling. wortels van Ficus Elastica. 10 a. Langsdoorsnede. 2 Hevea van zaad gekweekt en als &. Yerschillende tapsystemen. stomp. 11 Geheele vischgraat. 3 Oude boom. 12 Geheele vischgraat, tweede 4 periode. 4 Laan. 13 Halve vischgraat met uitgespaarde 5 Hevea-aanplant, oud H .jaar. - strooken. 6 Hevea-aanplant, oud 2| jaar. 14 Halve vischgraat, ^ van ’t ronde 7 Hevea-aanplant, oud 4 jaar. oppervlak wordt getapt. 8 Het aangeven der richtingen der 1ste 15 V-vormige tapping van een jonge insnijdingen (Eng. Ind.). Hevea.

TII. Indigo.

^ Indigo wasschery. 1 Indigo onderneming. 2 Indigo kookhuis.

AGL. Mtjnliouw.

I. Goud.

installatie 1 Panorama. Mijnkamp Lebong Donok. 3. Lebong Tandoe. Cyanide Links op den achtergrond de steile in aanbouw. wand, waarin het erts voorkomt. 4 Type van een cyanide installatie. (Mijnbouw-Maatschappij Kedjang 5 Gedeelte van een installatie vaneen Lebong, Sumatra). goudmynbouw-maatschappy. 2 Verzamelen van goudertsen.

24 II. Tin.3

1 Tinmijn op Billiton „Koelit myn”. waar ’t erts uit de diepte moet Ontginning door water door gegraven uitgegraven. geulen te voeren, dit neemt dan ’t Transport van tinerts uit de „Koelong”, tinerts mee. i Raffineeroven te Muntok. 2 Tinmyn op Billiton. Koilong rdyn 5 Tinpakhuis te Muntok.

m. steenkolen.

1 Kolenzeefhuis te Sawahloento. 3 Een der ingangen tot de Ombilin 2 Een der ingangen tot de Ombilin Kolenmijnen.

' Kolenmijnen. •

IV. Petroleum.

1 Boorbok te Tjermé met water- 3 Boortoren waarbinnen een spuitende spoeling. put is aangeboord. 2 Boortoren. Canadeesch systeem, de 4 Gesloten put waarbinnen door samen- boor is te zien en daaronder het gedrukt wordt gepompt. uiteinde van de buis, waarbinnen 6 Agitator. RaflBnadery van de Moeara de boor werkt. Enim Maatschappij.

ACM. Reis naar Indië. In bewerking.

ADA. Zuli"Afrlka. In bewerking.

25 GESCHIEDENIS.

' ^

BL. Van onde Voyaglen.

Door Dr. W. G. de Boer. UitgeTer H. Meulenlioff. Amsterdam 1912.

I.

1 Jacob van Heemskerk. 8 Het inwendige van het „Behouden 2 Willem Barendtsz. Huis”. 3 De schepen van Heemskerk en 9 Het zeewaardig maken der booten. De Kpp. 10 Het effenen van den weg om de 4 Gevecht met een beer by het booten in zee te brengen. Berend-eiland. 11 De booten in het dryfys. 5 Het schip van Heemskerk in het 12 Kaartje van den terugtocht. drijfys. 13 Nachtelyk gevecht met beren. 6 Gevecht met beren op Nova-Zembla. 14 Eerste ontmoeting met de Russen. 7 Het bouwen van het „Behouden Huis”. 15 Ontmoeting met een Russisch schip.

II.

Eerste tocht naar Indië.

16 Jan Huygen van Linschoten. 25 Plattegrond van Bantam. ^ 17 Fragment van Kaart uit Linschoten’s 26 Kykje op de markt van Bantam. Itinerario. 27 Kykje op de markt van Bantam. 18 Fragment van kaart uit Linschoten’s 28 Gevecht voor Bantam. Itinerario. 29 ’t schip „Amsterdam” by Sidajoe 19 Inboorlingen nabij Kaap de Goede overvallen. Hoop. 30 Kaartje van Bali. 20 Dans van inboorlingen op Madagascar. 31 De koning van Bali met gevolg. 21. Walvischvangst naby Madagascar. 32 Het uitzeilen der schepen van Cornelis^ 22 Vliegende visschen. de Houtman. 23 Dorpen op Madagascar. 33 Cornelis de Houtman. 24 Inlandsch hoofd op Sumatra met 34 Terugkeer der schepen van Cornelis gevolg. de Houtman. D. VERHALEN VOOR OUD EN JONG.

D. Verhalea voor oud en jong.

DOE Eama en Een desajongen, uit „Jong Java’s Lief en Leed” door . platen. M. 0. Kooy-van Zeggelen, voor kinderen van 10—15 jaar . 21 11 DOT Een Kaffersche Heldin I, door N. van Hichtum 77 9 DCÜ „ „ H,^ „ „ „ 77 „ 10 DOG Okke Tannema, door Enviet 77 20 DCH De geheimzinnige uitvinding, door Jan Feith 77 8 DCI Paljas, door A. 0. de Vletter 77 20 DGJ De aereoplaan van Mr. Vliegenthart 77 18 DOK Op sneeuwschoenen door Groenland 77 16 DOL De drie matrozen van Michiel de Ruyter I r

16 77 DOM ,1 ~ „ n n n n 30 DOY Ben Hur, door L. Wallace, voor ouderen 77 Andersen . . . 9 DOP Het Zwavelstokkenmeisje en De Vuurslag, door 77 11 DOQ De Reiskameraad en De tinnen Soldaat 77 door Nellie . . 6 DOR De kleine Vic, een kerstsprookje uit Kerstrozen, 77 DOS Grappige geschiedenis van een herbergier en de klok 12 O 12 DOP De moedige kustwachter 77 I 35 DON Grappige verhaaltjes uit de dierenwereld 77 41 Don _ _ .... „ II 77

27 BEDRIJF EN SAMENLEVING.

FD. Het Reidlngsvezen aan onze kust,

Tekst van H DE BOOY.

1 Kaart van het gebied der Noord- en 39 Bemanning. Zuidhollandsche Redding. My. 40 Zwemvest.' 2 Kaart van het gebied der Zuidhol- 41 Het zeegat van . landsche My. tot redding van schip- 42 Theodorua Rykers. breukelingen. 43 Wrak vAn de „Turbo”. 3 De hoofdtypen der reddingbooten. 44 Bootsman Byl. 4 Aangevaren haringbom. 45 De zelfrichtende boot met bemanning 5 Huis van den voogd van Rottum. te Nieuwediep. 6 Voogd van Rottum met Zoon. 46 Byl en Bot. 7 De Lutine. 47 Bootsman Kuiper. 8 Anker van de Lutine: 48 Reddingvlet met bemanning. 9 Spaansche dollars. 49 Reddingvlet in zee. 10 Spaansche dollars uit de Lutine. 50 De boot te Callantsoog in zee. 11 De gronden van . 51 Einde der oefening. 12 Schipper Knop. 52 Bewoner van Callantsoog. 13 Schipper Knop in de zelfrichtende 53 Boot in zee te Petten. boot te Nieuwediep met anderen. 54 Bootsman te Petten. 14 Knop en bemanning in de zelfrich- 55 Oefening te Egmond, te waterlaten tende boot van Terschelling. der boot. 15 Bemanning in de boot station West 56 De boot in de branding. Terschelling. 57 Terugkeer. 16 Bemanning in de boot station West 58 De sleepzak. Terschelling. 59 De bemanning. 17 Motorreddingboot . 60 Wyk aan Zee — te water laten der 18 Kromhoutmotor. boot. 19 Motorreddingboot Brandaris. 61 Bootsman Grapendaal. 20 Schipper Cupido. 62 Station te IJ mudden. 21 Bezoek Z. K. H. Prins Hendrik der 63 Bootsman te IJmuiden. Nederlanden aan Terschelling. 64 Bootsman te IJmuiden. 22 Vrouw van den bootsman van het 65 Oefening met de boot te Zandvoort. station Oosterend. 66 Te waterlaten der boot te Katwyk. 23 Bootsman Klaas Visser te Vlieland. 67 Scheveningen — de visschershaven. 24 De boot station „dorp” naarhetstrand. 68 Motorreddingboot — Teekening. 25 Oefening met de boot. 69 Motorreddingboot in de branding. 26 Bemanning en Commissie vanplaat- 70 Motorreddingboot en gestrande logger. selyk Bestuur. 71 De stoomreddingboot aan de „Hoek 27 Station „posthuis”. van Holland”. 28 Jacob Buys. 72 Schipper Jansen. 29 De reddingboot aan de Krim. 73 Woningen der bemanning aan de 30 Naar het strand door de duinen — een „Hoek Van Holland”. moeilyke weg. 74 Vuurpyltoestel. 31 Aan het strand: 75 L^nkist. 32 Aan het strand. 76 Wyze van ópschieten der lyn. 33 Aan het strand. 77 Beschryving van de wippertoestel 34 Bootsman „de Cocksdorp”. met zware tros. 35 Een van de roeiers, Willem G-riek. 78 Afvuren van een vuurpyl. 36 Station ,.de Koog”. 79 Oefening te Ballum Ameland. 37 Bootsman Koopman. 80 „ te IJmuiden. 38 Bemanning in de boot. 81 . te IJmuiden.

r\r\ FE. De Volksscbool in bare blstoriscbe ontwikkeling tot

Arbetdsschooi.

60 platen. Tekst yan W. SWART

1 Rousseau. 31 Alle cursisten vóór het slot. 2 Pestalozzi. 32 Vertrek uit Naas. 3 Fröbel. 33 Monument voor den stichter. 4 Cygnaeus. 34 Een der opvolgers van Salomon. 5 Salomon. 35 De voormannen in Nederland. 8sten 6 • Abrahamson. 36 De cursisten van den cursus. 6a Salomon. 37 In de werkzaal. 7 Aankomst te Floda. 38 In de werkzaal. 8 Naas in vogelvlucht (Safveiangen). 39 Eenige cursisten van den lOden cursus. 9 Gezicht op het slot. 40 Een groep hou tmodellen. 10 Brug voor het slot. 41 Vrpe arbeid van den vervolgcursus. 11 Aan het meer. 42 In de werkzaal te Airnhem. 12 Tusschen de berken. 43 De Isfce klas aan de 2de Doopsgez. 13 Lindenlaan naar het Seminarium. school te Haarlem aan den arbeid. 1ste 14 Vanheim (groep van Ned. cursisten). 44 Overzicht van den arbeid der . kl. 2de 15 Gezicht van Vanheim op het slot. 45 „ de kl. aan den 'papier- 16 Lilla Naas. arbeid. 2de 17 Björcke naas (woning van Salomon). 46 „ de kl. in den schooltuin. 3de 18 Bibliotheek. 47 „ Heimatkunde in de kl. 19 In de werkzaal. 48 De 4de kl. bezig met inhoudsvinding. 20 Lekhus. 49 De 5do kl. aan den houtarbeid. 21 Salomon aan het woord. 50 Overzicht van den arbeid der 5de kl. 22 Vrüe en ordeoefeningen. 51 Teekenen en kartonarbeid in de 6de kl. 23 Een koffiepartytje. 52 Teekenen en kartonarbeid in de 6de kl. 24 Nationale dans. 53 De 7de kl. op den daktuin. 25 Spelcursus. 54 Overzicht van den arbeid der 7de kl. 26 Spelcursus. 55 Overzicht van den arbeid der 7de kl. 27 Cursus in kookonderwys. 56 In de gymnastiekzaal. 28 Cursus in tuinbouw. 57 In de schoolkeuken. 29 Vreemde bezoekers. 58 In de schoolkeuken. 30 In optocht naar' het slot. 59 In de schoolkeuken (aan tafel).

FF * Trouwenklesrecbt

1 Zomervergadering Breda Juli 1908. 6 Betooging voor vrouwenkiesrecht. Dr. Anna Shaw in ’t midden. Published by Mr. Albert Broom 2 Miss Anna H. Shaw. 38, Burnfoot Avenue Fulham, 3 Vrouwel. soldaten laden de tenten Londen. af van de wagens. Uit «„Die Frau 7 Opslaan van de tenten. im Felddienst” Woche 27 April 1912. 8 Mr. & Mrs. Haslam. Ierland. 4 Uit het kampleven. Vrouwel. Roode 9 Mrs. Carrie Chapman Catt. kruis-soldaten. 10 Haarlem’s vaandel voor Vrouwen- 5 Een luitenante van het Engelsche kiesrecht. Roode kruis-corps. 11 Prent van 20 Juni 1908, Amsterdam. G. GENEESKUNDE, HYGIËNE.

GF. * Oude Geneeskunst.

1 Boerhave (1668--1709) naar een koper- 7 Heksen. 1533. druk uit dien t^jd. 8 Professor en studenten. 1523. 2 Dokter Wunnbrandt. 9 Pok-inenting, eind 18de eeuw. 3 Hippocratee. Galenus en andere heel- 10 De anatoom A. Vesalius. 1542. meesters. 1530. 11 Gasthuis te Amsterdam. 17de eeuw. 4 Pesthospitaal van binnen. Weenen, 12 Beenrekking. 1528. 1679. 13 Dokter en apotheker, eind 15de eeuw. 5 Uitbranden van een wond. 1528. 14 De dokter. 1568. 6 De anatoom Hoffmann demonstreert 15 Armrekking. 1528. aan een lyk in zyn zaal voor ana- tomie te Altdorf. 1650.

V r H. QEOLOQIE.

Hl. Werkingen van water, wind enz

In bewerking.

1 . TECHNIEK, BEDRIJVEN, CULTURES.

IT. ^ Waar het hout vandaan komt.

(Rusland en Zweden door bemiddeling van de firma P. C. Stoffel en Zn. te Deventer).

1 Soutkooperyen aan den Ykant te 6 Het vellen van een stam door twee Amsterdam, begin 17«ie eeuw.tLinks personen, de een heeft zyn schape- nieuwe brug Damrak). Hout hadilen vel naast zich liggen, de ander heeft de Hollanders noodig voor huizen, dit typische kleedingstuk nog aan. vooral ook voor den scheepsbouw. Beiden dragen lappen om de beenen, Al in de 13de eeuw voeren de Hol- iets dat wel veel voorkomt, maar landers naar de Oostzee om hout toch een bewys van armoede is. en in de 15de eeuw begonnen zy iiout 7 De karakteristieke Russische hout- te halen uit Noorwegen. In ’t eind hakker. Het kleine merk juist boven van de 15de eeuw voeren ze Noor- de bylsnede moet aan den stam blp- wegen om, de Witte Zee in, daar- ven, anders krijgt hy zyn geld niet. na werd Archangel geregeld door 8 Het verblijf van de bosch wachters. Hollandsche schepen bezocht. Wel 9 Vervoer van stammen door een soort is waar was het toen voornamelyk afsluitboom het bosch uit. bont dat uit Rusland gehaald werd, 10 De> controle post. maar toch ook hout. Tegenwoordig 11 Het opmeten der gehakte stammen is Archangel een der groote hout- aan de controlepost. uitvoerhavens. 12 Een boschpaadje tusschen fijne 2 Vertrek van Koenraad van Klink, dennen. Ambassadeur der Staten-Generaal 13 Stapelplaats (raum) van stammen. van Archangel, naar Moscou in 14 Een van de controleurs (wraker) met Sept. 1675. Men voer in booten de fltmaat. Duna af. 15 Het behakken van stammen, waar 3 Intocht van bovengenoemden gezant dwarsliggers (voor de sporen) van binnen Moscou. Jan. 1676. gemaakc worden. 4 Kykje in het bos -h van Losjemjo, 16 Naar het postkantoor in het dorpje waarvan het goede hout geveld Slaboda, Smolensk Gouvernement. en de balken op Riga aan gevoerd 17 Vervoer van Balken uit het bosch moeten worden. L. ligt in het naar de stapelplaats. Hier zyn ze Gouvernement van Smolensk, aan juist op het meertje. zyriviertjes van de Duna. 18 De raumen, aan de bedding van een 5 Op weg naar het bosch. riviertje.

31 19 De raumen, aan de bedding van een weg toch weer te vinden is. Dit is riviertje. de winterweg, die vaak heel anders 20 Gereed maken der booten, het onderste loopt dan de zomerweg. deel is een uitgeholde espenstam. 47 Fransche graven. De laatste sporen 21 Gereed maken van de verbindingen van het groote leger in het Smo- voor de balken bij het vlotten. Jonge lensk gouvernement. dennetjes worden rondgedraaid tot 48 De Russische dorpsstraatjeugd. ze als touwen dienst kunnen 49 Hetzelfde en rechts weer het trans- doen. port van balken naar de raumen 22 Het aanleggen van een vlot met door het dorpje: behulp van de rondgedraaide dennen. 50 De Russische boerendans op de maat 23 Het aanleggen van een vlot met be- van de harmonika. hulp van de rondgedraaide dennen. 51 Jeneverbes onder de sneeuw in de 24 Een lastige wal om de balken af te buurt van het Ladogameer. werken. 52 Bouw van een huis. Dit geschiedt 25 Het vlot is gereed en wordt gestuurd. bijna uitsluitend met den bijl, die 26 De zoogenaamde „Maike” het vletmet dienst doet als beitel, schaaf en ’t huisje voor het hoofdpersoneel. zaag. Aan den binnenkant zijn de 27 Bouw van een hutje, waar de rest balken zoo goed behakt, dat ze ge- van het personeel in kan over- schaafd lyken. De platte kanten nachten. passen zuiver op elkaar en worden 28 De bemanning bü het middageten. aangestopt met hennep. (Bijna allen blootshoofds). Soep is 53 Een zagerij t^ de stad Nieuw Jjadoga. altijd een hoofdschotel in Eusland. De balken liggen een eindje weg 29 Twee mannen van de politie komen aan den oever van de rivier opge- inspecteeren. stapeld en worden op dezelfde wijze 30 Epn rivierboot op de Duna. van daar naar de zagerij gevoerd, 31-32 Een moeilijke passage over stroom- als van uit het bosch naar de versnellingen juist onder een brug. raumen, het voorste eind op een 33 Op de Duna. sleetje; kan dus alleen geschieden 34 Met ruw weer op de Duna. Niet zelden als er sneeuw ligt. Een winter met worden de vlotten door de golven te weinig of te late sneeuwval is uit elkaar geslagen en ontstaat er, een ramp voor Rusland. als er veel vlotten van verschillende 54 Het justeeren van gezaagd hout, dit eigenaars by elkaar zijn, een ont- zijn Finsche arbeiders, die de Russen zettende verwarring. ; hun manier van werken moeten 35 Het bewerken van stammea voor leeren. „kapbalken”, met de breebijl wordt 55 Toendra in Noord-Rusland. Lappen de bast er geheel afgemaakt en met rendierslede. dikke ondereinden bijgehakt. De 66 Eilandje in het Finsche meer Puhe- balken worden dan op maat afge- jarvi. zaagd en gesorteerd. 57 Finsche wateren; Nasijörvi meer. 36 Gezicht op de balkenhaven te Kiga. 58 De Runeberg bron, Finland. 37 Het op den wal sleepen van balken 59 De Imatra. met behulp van twee paarden. 60 Finsch landschap; Nokia Waterval. 38 Loofhoutstammen in de haven, vooral 61 Vervoer van hout in bergachtig land berken en elzen. (Noord-Zweden). De weg in ’t bosch 39 Het sorteeren in de balkenhaven. wordt met water begoten, dit be- 40 Het bewerken met platte kanten van vriest en maakt een prachtig giy pad. balken, waardoor de Rigabalken zich 62 Dito. Een houten goot wordt gemaakt beek door. altijd onderscheiden van balken en daar leidt men een van andere havens. Het snelstroomend water voert dan 41 Een balkenboot aan het laden. de balken mee tot ze bij de rivier 42 Russisch dorp met kerk in hetSmo- komen. lensk gouvernement. 63 Dito. Balken klaar om gevlot te 43 Russisch dorp met kerk in het Smo- worden. lensk gouvernement. 64 Dito. Vlotmanschap, die met lange 44 Weliesje, een typisch dorpje. stokken gewapend de afgedreven 45 Wolga oever by Jaroslaf. balken weer in ’t midden van den zoodat er 46 Wintergezicht. Langs den weg staan stroom moeten brengen, opstopping ontstaat. van afstand tot afstand \ akken, geen zoodat na een hevige sneeuwbui de 65 Ky^e in de houthaven te Amsterdam. 66 Zaagmolen aan de Zaan; de helling, gesteld kunnen worden, en den waarlangs de balken uit ’t water balk in planken verdeelen. worden opgetrokken om gezaagd 68 Cirkelzaag. te worden, is duidelijk' te zien. 69 Schaafmachine, de getande rol loopt 67 Dito inwendig. Men ziet de verticale over de planken heen. zagen, die op verschillenden afstand

lAA. Het Graan.

Uit „öroote Cultures”. Uitg. Mij. Elserier. Afi. 3 en i.

1 Russisch landbouwerstype. acht of tien stuks overeind op den 2 Straat in een Russisch dorp. akker. 3 Bewerking van den grond in Mexico. 25 Schaftuurtje in Castilië. 4 Een Russische boerdery. 26 Russische graanschuur. Gouverne- 5 Ploegen met ossen. ment Novogorod. 6 Russische landbouwwerktuigen. 27 Ook de wind wordt gebruikt by het 7 Russische boerenvrouwen uit het dorschen van het graan. gouvernement Smolensk. 28 Dorschmachine. 8 Paarden en ossen tegelijk voor den 29 Wannen en ziften tegelijk. ploeg. 30 Ossen aan het dorschen. 9 Eene innige vermenging van onder- 31 Het vervoer van het graan naar de en bovengrond eischt forsche silo’s. kracht. 32 In China dorscht men door middel van 10 Een Russische maaier. groote vorken of kammen. 11 Zeisen wetten. 33 Als het koren rijp is in Castilië. 12 De automobiel in dienst van den 34 De stoom en de machine in dienst landbouw. van den landbouw in Rumenië. 13 Graan geteeld op kryt, zand, klei- 35 Aan den eenen kant het gemaaide achtig zand eir klei. koren, aan den anderen kant de 14a Graan onder ongunstige omstandig- gevulde zakken kant en klaar. heden geteeld. 36 Mantel van stroo zooals die in het 14Ö Graan onder gunstiger omstandig- noorden van Portugal wordt ge- heden geteeld. dragen. 15 Door alle tyden heen werd, en wordt 37 Uitvoer van koren te Odessa. nog met godsdienstige plechtig- 38 Het laden der stoomers uit de silo’s. heden de zegen des hemels over 39 Fabriekmatige bereiding van maca- den oogst afgesmeekt roni te Napels. 16 Vele handen maken licht werk. 40 Het drogen van macaroni in de stof- 17 Het oogsten op een kleine boerderij. fige straten van Napels. 18 De maaimachines- volgen de zoomen 41 Ook worden voor het drogen der der korenakkers. macaroni de daken der huizen ge- 19 In Perzië worden soms ezels gebruikt bruikt. by den oogst. 42 De macaroni der ryken. 20 Ook op de helling bewast de maai- 43 De macaroni der armen. machine hare goede diensten. 44 In de fabriek worden de graankorrels 21 Een maaimachine met haar bespam mechanisch gebroken en tot meel ning. verwerkt. 22 De machines volgen elkaar op korten 45 Automatisch wordt ten slotte het afstand. meel naar zyn fijnte geschift. 23 Er bestaan ook werktuigen, die tege- 46 Op den meelzolder. lijkertijd halmen maaien, ze tot 47 Het kneden is een zwaar werk. schoven binden enz. 48 Een primitieve bakkery te Murcia. 24 Indien het regent, zet men na den 49 Het brood gereed om by de klanten oogst de schoven op hoopen van te worden bezorgd.

Graanenltnur in Amerika. (In bewerking, door bemiddeling van de Pboenix Lnmber C‘“. Spokane, U.S.A.). lAB. De Mals.

Uit „Groote Cultures”. Ui tg. Mij. Elseyier. Afl. 12.

1 Een aangespannen ploeg. 30 Een venter van maïs-gebak te Stam- y) Het omwerken van den grond met boel. behulp van buffels. In de Walachysche laagvlakte; het land van maïs eji ryst. 3 Het oogsten van de maïs in Italië. 31 Dobrudja. Maisoogst aan het George- 4 Een zeer primitief model van buffel- kanaal. ploeg. 32 Pachrie Dobrudja. In den maaityd. pellen der kolven met 5 Oporto. Het 33 Medjdie (Roemenië). Korenschuren. dorschvlegels. 34 Cogeali, Dobrudja. Tartarenhoeve. pellen der maïs- 6 Het mechanisch 35 Dorp in het ïartarenkwartier. kolven. 36 Tartaarsche waterwagen. 7 Zuid- Afrika. Kaffervrouwen pellen en 37 Cogeali, Rumenlë. Dorschplaats in de malen de maïs. steppe. (wachthut) voor de kaffer- koren- 8 Een pempe 38 „ „ Tartaarsche kinderen die de vogels van de maïs slede. wegjagen. moeten 39 „ „ Dak van een huis 9 Noord-Amerika. Indiaansch opper- als bewaarplaats hoofd met zijn vrouwen, wier voor van siroo. Tar- naamste voedingsmiddel maïs is. 40 „ „ Korenzeven der 10 Maïsbrooden in een bakkerij te Stam- taren. boel. H „ „ Tartaren op de strooschelven. 11 Indische maat voor het meten van Tartaren herstellen rijst en maïs. „ „ een wagen. Machinaal afsnijden en binden van 12 Verbouwer van me- de maïs. „ „ loenen. maïsjaar. 13 Een voordeelig 44 Salyzin Dorschplaats. van maïs in zakken voor „ 14 Het storten 45 Roemeensche aan het karnen voor de verzending. haar hut. 15 Perziè. Een maïsschuur. 46 Karakai Dobrudja. Russendorp. 16 Schelf van maïskolven. 47 Roemeensche Schaapshoeve. 17 De maïs-oogst in Amerika 48 Dobrudja. Irrigatiewerken. 18 Teheran. Het malen van de maïs. 49 Sari-Nasuf. Windmolens in een Tar- 19 Vervoer van de maïs naar de schuren tarendorp. in Italië. 50 Nikopopo Roemenië. Drinkplaats. 20 Het reinigen der kolven in Napels. 51 Karakoi, Dobrudja. De rusthut op een 21 Mexico Een inlandsch arbeider. eenzame steppe aan den landweg. 22 in Amerika. Het opbinden van de 52 Mannaia a.d. Zwarte Zee. Visschers. 53 yisfbers- maïs. » - ... .. 23 Bewerking van den grond. hutten. Duinenreeks. 24 Een kleine hoeve in Z.-Amerika. 54 „ „ , „ 25 In de groote velden van Kansas. 55 Pulca. Avond aan het Sint George- 26 Argentinië. De hoofdmarkt voor de kanaal aan den Beneden-Donau. producten van hetlandte Barraeas 66 Constanzia a.d. Zwarte Zee. Pier met Al Zud, naby Buenos-Ayres. vuurtoren. 57 Cogeali, Dobrudja. Opgestapelde uien- 27 Met de eg over het land. voorraden. 28 Het laden der maïs in stoomschepen te Rosario de Santa-Fé met be- 58 Medj die, Dobrudj a Hongary e. Zigeuner- stemming naar Europa. kamp. Zigeuner- 29 Verzending van de maïs aan het 59 „ „ » station te Arroyo-Seco (provincie moeder. Buenos-Ayres). 60 Pachrie Dobrudja. Kinderbegrafenis. lAG. De Koffie.

Uit „Groote Cultures” Uitg. Mij. Elsevier. All. 9 en 10.

1 Suriname. Koffletak (Oofi'ea liberica) 23 Suriname. De koffieplantage „Mon

met bloesem en vruchten (kersen). Tresor” ; het inlhndsche werkvolk 2 Koffieboonen en vruchten. en de opzichters. 3 Koffietakken. 24 Nicaragua. Groep van Guatemalanen, 4 Mexico. De bladeren van den koffie- behulpzaam by den koffieoogst. boom zijn puntig, de vruchten 25 Een kist van Ward voor de verzen- hebben den vorm van kersen. (De ding van koffieplanten. achtergrond wordt gevormd door 26 Preanger. Koffiepluksters.

• bananenbladen). 27 Nicaragüa. Schaftuur tydens den 5 Bloeiende Koffleboom. koffieoogst. 6 Java. Een enthuis van buiten.-. 28 Mexico. Het sorteeren van de koffie-

7 „ Het inwendige van een enthuis. boonen. 8 „ De waterleiding op een koflbe- 29 Een loewak (Paradoxurus musang) plantage. liefhebber van koffievruchten.

9 „ Java-kof5e op Liberia-koffie 30 Suriname. Gebouwen op de plantage geënt. „Jagtlust”.

10 Een koffieplantage te Basoko (Congo). 31 „ Een kykje in „Jagtlust”. 11 Mexico. Jonge koffieplanten onder 32 Liberiakoffiepulper, syst. Graafland. de beschutting van schaduw- 33 Java. Een pulperloods in aanbouw.

boomen. 34 „ De machinerieën in eenkoffie- 12 Java. Een aanplanting van jonge etablissement.

koföeboömpjes in Maart. 35 „ Yoorbereidselen voor het drogen 13 „ Liberiaboom April 1896 geplant, van de koffie. Juli 1897 gefotografeerd. 36 Nicaragua. Het drogen van koffie in 14 „ Ontwikkeling in Aug. 1897 van de open lucht. een Liberiaboom van Februari 37 Java. Het omwerken van de koffie 1895. onder het drogen.

15 Britisch-Indië. Zeer vaak worden caout- 38 „ Het stampen van de koffie- choucboomen (ficus-elastica) tus- vruchten. schen de koffieboomen geplant. 39 Nicaragua. Het is wenschelyk dat 16 Java. Ontwikkeling van Liberia- de koffie onmiddellyk na' het was- boomen van 1895—96 tot Maart schen gedroogd wordt. 1898. 40 Mexico. Laatste schifting van de 17 Queensland. Koffieboomen achttien koffie voor de verzending. maanden nadat zy werden geplant. 41 Suriname. Verzending der koffie per 18 Singapore. Gronden met diep inge- stoomers te Paramaribo. wortelde boomen zyn voor koffie- 42 Mexico. Het afleveren der koffie met tuinen meestal zeer geschikt. ossenwagens. 19 Mexico. Een schilderachtig kykje in 43 Afrika. Op kameelen wordt de echte een koffieplantage. „Mokka” aan gevoerd. 20 „ Bananen overschaduwen de 44 Turkye. Het branden van de koffie koffieboomen. voor onmiddellyk gebruik. 21 Java. Een ondergeloopen weg in den 45 „ Vrouw uit het volk bezig west-moesson. koffie te zetten.

22 „ Een koffieplantage in bloei. 46 Een Arabisch koffiehuis. Gezicht op een „gantangan”, 47 Een Amsterdamsche koffieverlezery. of scheidingsweg. 48 Het branden van de koffie in het groot.

35 ; K. NATUURLIJKE HISTORIE

KA. * Uit het Bloemenleven.

Tooi' détails wordt verwezen naar Herner’s Plantenleven II, waaraan de meeste plaatjes ontleend zijn en naar de serie van Vlinders, < Vogels, Bloemen van Hermans & Thysse, (waaruit de plaatjes met handteekening zijn oYergenomen).

1 Bloemen met meeldraden en stampers. in den bloemsteel; 4 en 5 bloem 2 Verschillende vormen van meeldraden. zonder kroon, van boven met den 3 Verschillende vormen van stuifmeel- ingang naar de spoor. korrels. 7 Plant van Paris met vrucht en af- 4 Verschillende vormen van stampers. zonderlyke bloem. 6 Bestuiving. Links: de helmknoppen 8a Overbrengen van het stuifmeel door van de meeldraden buigen zich over den wind by een grassoort. den stempel, openen de helmhokjes 9ö Overbrengen van het stuifmeel door en beleggen den stempel van de den wind' bij een waterplant (Fon- eigen bloem met stuifmeel. Kanalen teinkruid). in den styl voeren naar de eitjes 10c Overbrengen van het stuifmeel door in het (hier opengelegd) vrucht- den wind by een Katj esdrager beginsel. Rechts: een stempeldoor- (Hazelaar).

snede vergroot; • uit de stuifimeel- Ha Bescherming van. het stuifmeel door korrels groeit een buis, die den de kroonbladeren. (Duitsche Lisch). inhoud van den korrel naar binnen 12b Idem. Door de plaatsing van den voert. Daartusschen .een stuifmeel- bloem onder de stengelbladeren korrel met de uitgegrpeide stuif- by springzaad (links); door het meelbuis. In ’t midden onder een 18 neerhangen van de bloem by Lelietje volledige bloem; (zonneroosje); van dalen. Door het sluiten van rechts onder een eitje met het de kroon by Duindoorn. poortje sterk vergroot. Daarboven 13c Idem.: door het sluiten of slapen gaan een droge nog niet uitgeloopen van de bloem by regenweer (Crocusl. stuifmeelkorrel. 14d Idem. Door het sluiten van de om- 6 Bloemtros- van een Tuingeranium of windsel bladeren by den zilverdistel. Pelargonium met details. 2 Bloem 15e Bescherming tegen andere insecten van terzyde, by het sterretje de door de mieren die hun bladluis- honingbewaarplaats; 3 de „spoor” kolonies op de plant hebben.

Meer geTorderde leerlingen.

16 Sterk vergroote stempels met de 19 Zelfbestuiving. Een schermbloem; uitgroeiende stuifmeelkorrels. de zelfbestuiving wordt mogelyk 17. De bevruchting, het indringen van door kromming der meeldraden de stuifmeelbuis en zaadknop en onderling. het bevruchten van het eitje. Onder- 20 Bestuiving van de bloempjes van aan doorsneden van vruchtbeginsels. eenzelfde plant of bloem. Links Zelfbestuiving. Verschillende stadia een composiet; rechts een scherm- van den bloei; door den schuinen bloem (Buurbestuiving). stand van de bloem wordt in het 21 De mogelijkheid van zelfbestuiving, laatste stadium zelfbestuiving buurbestuiving en kruisbestuiving mogelijk (Wintergroen). tevens. Links een wilgenroosje met

36 een hommel. Rechts een Eremurus het openen en sluiten van de bloem. met bloemen waarvan de stampers Merkwaardige kruis-bestuivings- eerder ryp zyn dan de meeldraden. inrichtingen. 22 De ontwikkeling van .een Rapunzel- 31 Bestuiving- van een Orchidee (Nes- bloem waarby de meeldraden al penorchis) door een wesp. verdord'’ zijn als de stempels rüp 32 Bestuiving van een Orchidee (het worden. vrouwenhoedje) en andere bloemen, 23 OngeiyktUdige rijping van stempels 33 Orchideeën en Pypkruid-bestuiving en meeldraden. (Voor mannelijke (door opsluiting van de insecten). bloemen, proterandrie bij klokjes, 34 Salie-bestuiving door hefboomwer- Rapunzels en composieten.) king. 24 Ongelijktydige ryping van stempels 35 Kruisbestuiving door ongeiyke lengte en meeldraden by Parnaskruid. On- van den sty'1 en de inplanting der deraan de honingmachine vergroot. meeldraden by sleutelbloem en 25 Ongeiyktydige rijping van stempels Eschscholtzia. en meeldraden by composieten, 36 Idem door gevoeligheid, beweegiyk- waarby ten slotte toch zelfbe- heid van den stempel (Maskerbloem). stuiving mogeiyk wordt, doordat 37 Het opstygen én drijven van de de stempel in het vruchtpluis krult. meeldraad, bloemen die de stamper- Kruisbestuiving door insecten- bloem raken by' een waterplant bezoek. Vallisnéria. 26 Bloemtros van gouden-regen eerst 38 ; Het opsluiten en vrijlaten van de is de vlag naar onder, de krul vliegjes die de kruisbestuiving naar boven gekeerd; later keert bewerkstelligen (by' Aronskelk). 9 de bloem om, de vlag komtboven, 39 Het bestelen van een bloem door. de kiel wordt de zitplaats voor hommels, onwettig bezoek, boven- bijen en hommels by het bestuiven. aan. Normale of wettige bestuiving, 27 Bestuiving van een Vlinderbloem onderaan. (rechts) door het plotseling uit- 40 Bevruchting van Vyg en van Yucca slingeren van stuifmeel (door' aan- door wespjes die in de bloem of raking van het insect); en het vrucht leven. plotseling wegslingeren van het 41 Knikkende Silene die ’s avonds geurt stuifmeel door het openspringen en kleurt, door nachtvlinders wordt van de bloem zelf (bij Cruceanella bestoven. links). 42 Bloem van de witte welriekende 28 Het laatste nog eens vergroot. Orchis met de lange spoor en het 29 De kruisbestuiving komt tot stand spiraalswys gewonden Yruchtbe- doordien de stamper juist op de- ginsel. zelfde plaats komt te staan waar 43 Bestuiving van deze bloem door er eerst de meeldraden stonden. voor zwevende Langtong-vlinders, Spoorbloem en Gamander. slapende madeliefjes, wilde peer en 30 De mogelijkheid van zelfbestuiving, dop heidebloempjes. Op den achter- als kruisbestuiving uitbly’ft, door grond het Muiderslot.

KB * Kijkjes In de Dierenwereld,

naar Lehensbilder aus der Tierwelt von Meerwarth und Soffel.

1 Lachmeeuwen op ’t water. Eendenkooi op Amrum, W. kust van 2 Stormmeeuwen tusschen de rotsen Sleeswyk. op de Scilly eilanden. 10 Musschen voor een spreeuwenkastje. 3 Aalscholver op de Scilly eilanden. 11 Spreeuwen op weidende schapen. 4 Jonge aalscholvers. 12 Gierzwaluw voor een spreeuwen 5 Een aalscholver die zyn drek loost. hokje. 6 Ijsvogel by een besneeuwde beek. 13 Een merel broedende op een venster- 7 Broedende geoorde fuut. kozy'n. 8 Koekoek op ’t nest van een riet- 14 Merel zy'n jonge voederend. nachtegaal. 15 Mestkever op een doode goudvink.

97 . .

gewei. 1.0 "BladlurS' en rups. 45 Zjestienender met afgeworpen hert tusschen de boomen. 17 Juffertje., i 46 Prachtig 18 Woning van den mierenleeuw. 47 Vechtende herten, sterke mannetjes. 19 Waterschorpioen zuigt de larve van De oudste, sterkste herten' 'ver- een libel. uit. nietigen de jongere, en vechten ten 20 Libel;.en 'Koolwitje. -i . slotte om de alleen-heerschappy. 21 KikvorsGh.; .'loert op een libel.. 48 Damhert met een spreeuw op ’t 22^ Spinn.éweb..met prooi. 1 gewei. 23 De spin zuigt de libel uit. 49 Ken haasje verstopt zich. 24 Spin mët kofcervormig nest. 50 Mol. 25 Hagedis in het nest van die spin. 51 Een spreeuw doodt een goudvink.

.' 52 Twee jonge konijnen. 26 : Wiursal amander .; ’ ' 53 Vlaamsche gaai. 273 Een adder •. pakt de larve van een

.'vuursalaniander. . 54 Veldmuis. _ 28 Ringslang die eeri visch verslonden 55 Eekhoorntje. . heeft.. 56 Edel marter.

' 57 . Boschuil. 29 . . Add'ef 30 Adder verslindt een muis. 58 Bronstige twaalfender in het maan- 3136- Twee .jonge ooievaars op .’t nest, de licht. ’t punt van te vluchten. oude is' 'op het punt van neer te 59 Hert op strijken. 60 Schotsche herten in Richmondpark. -Moeder egel met jongen. 61 Bok met reeën. 33 met 33 Wild zwijn met jongen. 62 Drie vechtende herten, elanden 34 Jonge; zwijnen stoeiende by de beek. bladgewei. 35- De aahvoerder van; de troep. 63 Damhert neergestooten, 64 Twee elanden. - Een jonge vos krijgt de. lucht van onraad.’ 65 Gereed tot den aanval. bok. 37 Jonge vos bij zijn hol; 66 Gedoode ten doode toe ge- 38 Een één-jarige Eland op een winter- 67 Twee bokken, die avond. '• streden hebben. het park van Bauff. 39 Elanden in ’t veen van Bredzulle. 68 Bisons in 40 Voortdravende elanden. 69 Bisonkoe met jong. 41 Herten in de sneeuw, Wapiti’s,; kudde 70 Bisonstier. zonder gewei, Noord-Amerika. 71 Bisons in de Javorina 42 Wapibi .'herten met mooi gewei. 72 Bisonkudde in Plesz. stier op 43 Hert van ‘de Altai, tusschen Siberië 73 Bisonkudde in ’t woud. De en- China.' • den voorgrond. 44 Altaihert in de Javorina. AANVULLING BESTAANDE SERIES.

AANVULLING.

AW. * Ghina.

103a De Keizerin-weduwe Tse Hsi in Peking. AD 1330. Schapen erby. haar draagstoel. Slaven dragen De schapen uit Nrd-China leveren haar door de voor niemand toe- ’t grootste , deel van de wol voor gankelijke paleis-tuinen. Amerika. ö Het meer in de keizerlijke tuinen, & Een kar, beladen met ingevoerd Peking. De groote muur om de Amerikaansch katoen, wordt ge- tuinen is van marmer en de trokken door een Mongoolschen pagode van porselein. In de verte ezel, een Ohineeschen buffel, een de Patachuheuvels. Mantchoe ponny en een Ameri- 104 Hoofdstaat van Mukden, met de kaansch cavalerie-paard. karakteristieke Mantschoe sein- 54a De oudste pagode, die nog in China palen. bestaat. De vijfhoekige Tien Fum 105 Mukden. Poort, uithangborden van Tah te Ningpo AD SOO. winkels, een jongen met haar- 84a Beelden van reusachtige olifanten kwasten, waarmee hy de vliegen langs den weg naar de Ming om zijn meester veijaagt. graven. Op hun rug steenen, 106a Groote beelden op den weg naai- die touristen daarop geworpen de graven der Ming dynastie, by hebben.

C\r\

AANVULLING * NEDERLAND.

ABA. * N.'HollaM. 124

121 Amsterdam. Paleis, Mozes- en Aaron- . Gevel van huis. zaal. 43a Sluis te Zaandam. 122 Amsterdam. Paleis, Mozes- en Aaron- 51a Grootebrnek. zaal. 65a Dorpsgezicht te Aalsmeer. 123 „IJstroom” van de Holl. Stoomb. Mij. 76a Muiderslot. Torenommegang. in den mond van de Theems. 87a Zandvoort. Zwemmen. Badkoets.

ABB * Zuld-Holland.

19 50 Pinken aan ’tsti*and te Zatwyk. 53 Eotterdara. Maasbrug, 51 Scheveningen. Kurhaus. la Noord-Einde. Den Haag. 52 Pootjes baden aan ’t strand.

ABD. * Utrecht

Kasteel Zuylestein (bj) Amerongen).

ABE. * Gelderland.

22 Kasteel Middachten. 24 Kasteel Rechteren bij Dalfsen.

ABP. Limburg.

17 Oude vestingmuren te Maastricht 20 Onderaardsche gangen by Valken- van mergelsteen opgetrokken. burg. 18 Het gehucht St. Pieter by Maastricht. 21 In het Geuldal. Hutje tegen de rots. 19 Kasteel Hoensbroek. 22 Weg in het Geuldal. 4a Binnenplaats van kasteel Bleienbeek.

ABH. * Overpel.

17 Reggetak. 30 Giethoorn. Nettenboeter. 18 Voorzijde }J 31 Kasteel Twickel. 19 Giethoorn. Zuid-Einde. 32 V n Voor- en zjjkant. 20 Vondertje. n 33 » t» Achterzijde. 21 Schuitwoning. 34 Voorplein metstallen. i) ): ff 22 Ventende bakker. Zy gezicht. 35 ff jf 23 Winkel. 36 Achterzijde. ff ff ff 24 Meer. „Het wyde”. 37 Achterzijde. iJ ff ff Vijver. 25 Baggeraar. Watermolen. 38 Ingang. Beelden. n ff ff Punter. Adam, Eva. Slang. 26 Molen. Punters. 39 Kanon op ’t voorplein f) ff ff 27 Boeienhuis. ff 40 ff ff Slotgracht. 28 Dulensnyder. 41 J1 ff ff Slotgracht. 29 JJ Rietsnyders en binders. 42 » n Park.

tl .

43 Kasteel TwickeJ. Oranjerie en Pran- 60 Kasteel Twickel. Hall.

sche tuin. 61 „ „ Eikenhouten schoor- Oranjerie en Pransche steen in de eetzaal. 44 4) 1) tuin. 52 „ „ Boven den. schoor- steen geschilderd 45 n n Brokstuk kasteel en oranjerie. portret.

46 Tuinmanshuisje. 53 „ „ Schoorsteen. Landgoed Twickel. Loshuis. 47 n Doorzicht accasia- 54 bergje. 1 Yan 19—54 naar photo’s van Mej. Byl. 48 Watermeelmolen 8a Lutterzand en Dintel. 49 Yyverachter’tkasteel. 13a Raadhuis te Kampen. Yoorgevel.

ABI. * Drenthe.

36 Aertsche Yeld (by Assen). 37 Aertsche Yeld (by Assen) Hutbewoners. Plaggenhut.

ABK. * Friesland.

2a Kykje in het Priesch museum.

ABL. Limburg onder den grond.

9 De handkrachtboor en de machinaal gedreven boor aan den arbeid.

42 AANVULLING.

BA. * Overzlcbt der Yaderlandsche Geschiedenis

Middeleeuwen naar prenten uit de Historie Atlas van Hr. M. G. de Boer. TJitgever Sijthof, Leiden.

52 Straatgezicht in Zwolle. Houten 63 „Het laatste Avondmaal” door Dieric huizen met riet gedekt, dus groot Bonts, St. Pieterskerk te Leuven. gevaar voor brand in onze middel- De omgeving is Vlaamsch, eigen- eeuwsche steden. aardig is het lange doorloopende 53 Woonhuizen te Amsterdam, Osjes- servec. 65 sluis. Het huisje op de brug is ’t 64 Huiseiyk interieur, St. Barbara ge-

accijnshuisje voor de belasting op zeten op een bank ; onder den ’t geslacht. hoogen schouw het haardvuur. 54 Oude Gracht te Utrecht. Naar de Steenen vloer. teekening van Jacob van Ruysdael 65. Keuken in de middeleeuwen Voor (Museum Boymans, Rotterdam). den schoorsteen het spit en de Een tweetal „steenhusen” met braadpan. houten huisjes der handwerkslieden 66 Keuken interieur. Links wordt ge- er naast. vogelte aan ’t spit gestoken. Utrecht. Oude Gracht + 1600. Door 67 Ganzenmarkt te Utrecht, naar een gebrek aan. bouwterrein werden er schilderij van Drodgsloot (1610). De wel huizen op de brug en op de koopwaren werden uit de kelders grachtwal gebouwd. onder de straat overgeladen in de 56 UitdeelingvanHeiligeGeest-meesters schepen, die de nauwe grachten (St. Laurenskerk te Alkmaar) in vulden. ’t gasthuis. 68 Wandeling. Reproductie uit het be- 57 Gasthuiszaal. (St. Laurenskerk te roemde Breviarium Grimani, een Alkmaar). Open ledikanten langs 15de eeuwsch getijdenboek. Op den den wand; een ontkleede zieke achtergrond een hofnar. wordt onderzocht, een dokter voelt 69 Vorstelijke maaltijd. Dit het Brevia- den patiënt de pols en op den rium Grimani 15de eeuwsch getij- voorgrond is de gasthuismoeder in denboek. gesprek met de regenten. 70 Bladzijden van een Incunabel. Per- 58 Librye te Zutphen. De handschriften kament schutblad van een 15de liggen hier nog aan den ketting. eeuwsch gebedenboek. Lettergie- 69 Clarisse-klooster te Amsterdam. ter. 60 De Handboogdoelen te Amsterdam. 71 Proeve van een blokdruk Verhande- Doelhuis en schietbaan. I 7d6 eeuw. ling over het gebruik der Latynsche 61 Gilderol der Kkemers te Groningen. voorzetsels. (Ri)ksarchief Groningen). 72 Leprozen-optocht te Amsterdam, naar 62 Schuttersketen te Dordrecht, kunst- de schilderij van Nielandt (1633) stuk van zilversmeedkunst. Hier- Rijksmuseum te Amsterdam. mee werd de winnaar versierd. I G6. * Pompeji. 64

59 Plattegrond. Gipsafgietsels van lyken (hond enz.) 60 Tempel van Apollo. 66 Gladiatoren-caserne. 6 1 Huis van Fauna, waarin ’t Alexander- 66 Relief ofler-altaar Mercuriustempel, mozaiek zich bevindt. dat den offerdienst weergeeft. 62 Toxaansch Atrium, dat geen zuilen 67 Stabia-straat met trottoirs. in ’t Atrium heeft. 68 Forum, restauratie. 63 Onderstel tafel in ’t huis vanRufus-

LEVERANCIERS HOFLEVERANCIERS E4&ItS2ÖË VAN VAN RIJKS-, GEMEENTE- H. M. DE KONINGIN. EN PART. INSTELLINGEN.

,'t:l’tlï|V£(l3

IVENS & C2. AMSTERDAM, DEN HAAG, Rokin 164. Noordeinde 124. NIJMEGEN. GRONINGEN. Projectie-Lantaarns en Bioscopen

met diverse lichtbronnen, in verschillende prijzen.

Wij geven gaarne alle gewenschte inlichtingen en zenden op aanvraag gratis:

Prijslijst van Projectie-Goederen (ook van Kino’s). Lijst van Lantaarnplaten. Brochure: „Projectie Handboekje”.

Wij belasten ons door geheel Nederland met de levering bediening en complete behandeling van projecties bij voor- drachten, lezingen enz., ook met de Kinematograaf. De Catalogus-zelf is verkrijgbaar voor ƒ 0.50 plus porto’s. Het Supplement 1912/1913 is verkrijgbaar voor ƒ 0.20 plus porto’s. In October 1914 zal verRrijébaar zijn een lijst van — platen van de Veluwe. — Landschap. — Bedrijven. Industrie. — Plaatsen.

Van den Catalogus zijn vervallen de volgende series:

AL. Celebes. De Moluksche Archipel blz. 14

AM. Korea » 15 AR. Parijsche tentoonstelling 18

AV. Guyana, Cuba, Curagao . . . V 20

. 37 AAO. Van Boulogne naar Argentinië »

BI. Kroningsfeesten te Amsterdam . M 58 140 KJ. Natuurverschijnselen yy

De serie AAB Indië blz. 26 is vervangen door de verschil-

lende series over Indië in het Supplement 1912/13.

I De volgende series zijn vervangen door de series van zelfde

naam en letter in dit Supplement 1913/14:

AC. Zweden en Noorwegen. AY. Transvaal. AZ. Zwitserland. ID. Zeevisscherijen. KV. Planten, Kruiden en Zwammen door KV. Paddestoelen en Zwammen door KAC. Bloemen en Planten. KE. Vogels en hun nesten.

AC. * NOORWEGEN EN ZWEDEN.

Met deze serie vervalt de vorige serie AC op M. 7 van den catalogus. Bylage: Beknopt leerboek der Aardrükskundc door R. SCHCILINGr. Van de gesteldheid van den bodem.

Noorwegen en het Noordelijk: deel van Het is zuiver gletscherwater, dat Zweden tot aan de groote meren, hooren zóó koud en ook zoo weinig met bijeen, wat betreft de bodemgesteldheid. lucht vermengd ' is, dat visschen Hoewel het een bergland is, komen er hier niet in dit meer kunnen leven. geen bergketens voor, zooals Alpen of 10 Waterval aan den Oostkant in Zweden Apennynen, maar het is een tafelland — de Alfkarlebyfoss, in de Dalself met een rompgebergte, en door diepe men ziet wel dat het water hier dalen en fjorden doorkruist. Naar het niet van zoo’n hoogte afkomt, daar- Westen daalt dit tafelland steil af, naar entegen de val veel breeder is. het oosten daarentegen langzaam en Aan deze plaat en plaat la ziet trapsgewijze. men waarom ook de groote rivieren onbe- 1 Kaart van Skandinavië. in Zweden in hun geheel la Dwarsdoorsnee schema van het skan- vaarbaar zijn. By gedeelten gaat dinavisch schiereiland, ’tgoed, maar bij elke trapvormige d Bouvel eil. type van nu nog geheel daling van ’t plateau is een water- door ijs bedekt land. val of een stroomversnelling. Groote gletscherstroomen ontston- 11 Aan de buitenzyde der fjorden — visscherswoning. 9 den daar en bewogen zich over een skjaeren met deel van Noord-Europa, ook in ons 12 Binnen in de fjorden. De rivier die land. Zij sleepten groote en kleine hier uitmondt, voert slib aan, dat stukken graniet mee, die door ’t ijs zich deltavormig verspreidt. rond afgeslepen werden. 13 Strandterras. Sinds onheugelijke 3 Hoop keien uit de hei, op de Veluwe. tijden, worden door de golfslag de Zie de ronde vormen. oevers afgeknaagd, zoodat daar slib 4 Hoog Plateau, uitgeslepen door glet- en steenen bezinken. Nir is na den schers, het is hier en daar met ijstyd ’t niveau van het land ge- mos bedekt, dat de rendieren graag stegen en dit aangeslibte gedeelte eten. De bergen vertoonen de ronde is boven water gekomen. vormen van een rompgebergte. Deze strand terrassen en de aan- ö Dito landschap met meertje, vertoont slibbing der riviertjes maken de afgeronde lynen en de groeve van Westkust feitelyk bewoonbaar, oude gletscherbedding. want langs de steile berghellingen, Dikwijls zyn die hooge plateaux kan wel een enkel huis hier en moerassig, omdat de afwatering daar staan, maar grootere verkeers- moeilijk is, deze moerassen zijn middelpunten zijn er onmogelijk. dan deels met naaldhout begroeid, 14 Panorama van de stad Bergen. deels kaal, maar vol vaccinium- Ook aan den zeekant is een vrij soorten, en geurig gras, daar grazen uitgestrekte kustvlakte, die half dan ’s zomers de koeien. onaer den waterspiegel ligt. Onder 6 Type van een begroeid hoog moeras. water vormt ze de ondiepe skjaren- Sonfjellet in Harjedalen. Zweden. zee, zoo geschikt voor de visch- 6n Balkenweg over een moeras. vangst, boven water liggen ver- 7 Met heide bedekt moraine landschap schillende groote plaatsen der West- op een der lagere terrassen in kust daaraan. Zweden. 15 Nauw dal met bergstroom aan de 5 Aan de Westkust — de Geiranger- Westkust, type van een dwarsdal fjord — de watervallen heeten „de door stroomend water uitgespoten. zeven zusters”. 16 Einde aan de Hardangerfjord. Als Waterval aan de Westkust — de men uit bovengenoemd (plaat 15) Skjaeggedals foss.Van groote hoogte nauw dal komt, ziet men dit komt ’t water hier naar beneden ruime dal liggen, dat in de fjord in een meer, dat weer door een uitloopt. Alles wat de bergstroom nauwe kloof in de fjord uitmondt. van boven heeft uitgeschuurd, heeft dio hier aangeslibd. Zulke plekjes 26 In Skaane. Het zuidelijk.. deel van liggen ingesloten en heel beschut, Zweden met Gotland en Ö land sluit vooral wanneer 't dal zooals hier zich wat de bodem betreft, aan bij alleen naar ’t Zuiden open is. de Deensche eilanden en de Duit- 17 Trolltindertoppen in het Gneiss-ge- sche Oostzeekust. Het is een zwak bergte van Romsdalen. golvend Kalkair heuvelland, naar 18 Jn Jötemheim-gletscher-bergmeer. ’t westen vlak afdalend. Het is een Romsdalen en .Jötemheim, z^nhet vruchtbare grond, als alle Kalkaire meest alpine gedeelte van Skan- gronden waterarm. Niet alleen dinavië. geologisch, ook historisch hoort 19 Folgefond. 288 K.M. groote glet- het tot Denemarken, waar het ’t schermassa vlak uitgestrekt op een langst mee vereenigd is gebleven, hoog plateau, waaruit naar ver- en zoowel de aard van de men- schillende richtingen gletscher- schen als de bouw van de huizen stroomen neerkomen. Men ziet ’t doet aan Denemarken denken. hier heel in de verte. Deze plaat vertoont typisch boe- 20 Buarbrae, een der gletsclierstroomen renhuis en landschap — het huis uit het Folgefond. is van vakwerk met daartusschen 21 Svartisen, een der gletschers die metselwerk — de middenvleugel direct in zee afdalen. is het voorhuis, rechthoekig daarop, 22 Kaskasatjakko een der grootste Lap- maar aangebouwd de zijvleugels landsche gletschers, die hun afwate- voor stallen en schuren. ring naar de Botnische golf hebben. 27 Vlakke Westkust van Skaane. 23 ïornetJ-ask, een der hooge Lapland- 28 Kalkrots — klint — aan de Oostkust sche bergmeren waaruit de Tornea van Gotland. ontspringt, die verderop de grens 29 Grot in kalkachtig gesteente aan de vormt tusschen Finland en Zweden. kust van Gotland. 24 West-Gothische vlakte, vanaf de 30 Stuifzand, dat een bosch onderstuift. Halleberg. 31 Door stuifzand ondergestoven en Bij de groote meren in Zweden is gedood bosch op Gotland. een inzinking, waar vroeger de 32 Beukenbosch in Skaane, beuk is de Oostzee met de Noordzee in ver- typische boom op deze Mronden, binding stond. beroemd zijn o.a. de beukenbos- 25 Kijkje in Sm§,land. schen van Seelarid en Rügen. Ten Z.W. van de groote meren is 33 Met kort gras begroeide vlakte op nog een nitlooper van het Skan- Gotland, waar de schapen grazen. dinavisch bergland. Van de verkeerswegen.

De verkeerswegen volgen in berglanden 37 Lange booten met kerkgangers te de groote dalen. Door de dalen stroomen Lek-sand by het Siljanmeer. _ het rivieren en zijn deze bevaarbaar, dan zijn ' 38 Gedenksteen bij Rattvik aan deze zelf verkeerswegen, dat zijn ze in Siljanmeer. Het Siljanmeer is het Skandinavië maar bij kleine gedeelten, middelpunt van heel het Landschap zie plaat 1. Dalarne, en hier wekte Gustaaf 34 Stroomversnelling in een rivier. Wasa in 1521 de Dalsmannen op 35 Boot wordt door een stroomversnel- tot den opstand tegen Denemarken. ling getrokken. 39 Aan het Malarmeer. Maar Skandinavië is rijk aan meren 40 DeelvanStockholmaanhetMalarmeer. en deze vormen dan middelpunten Ook voor Noorwegen waren van van verkeer, zoo vormen de groote oudsher de streken om de oostelijke meren in Zuid-Zweden van ouds-her meren en de groote fjorden het het middelpunt van bet Zweedsche belangrijkst, omdat daar mogelijk- rijk. heid tot gemakkelyk verkeer be- 36 Kerk te Ptattvik aan het Siljanmeer. stond. Van alle kanten van dit wijde meer 41 Kristiania aan de Kristianiafjord. komen ’s Zondags booten en ook 42 Drontheim aan de Drontheimfjord. karren met kerkgangers. In de 43 Rijtuigjes voor bet postverkeer, houten huisjes aan de voet van de Wanneer men in Noorwegen van kerk worden paarden gestald en ’t oosten naar ’t westen gaat, moet schuiten geborgen. men ’t hoogste deel van ’t land. ;

dicht aan de Westkust, over. Men 53 Een saeter, zie voor beschrijving volgt een dal, steigende tot men plaat 126. by de waterscheiding is en daalt 53a Koeien waden door ’t water. weer af langs een ander dal tot 54 Aan den boomgrens, de boomen zien men weer aan de zee is. In de er treurig uit, vol mos bedekt en volgende platen wordt vertoond een ineengeschrompeld. dier overgangen van Chris tiania 55 Dwergberken up ’t hoogplateau. Deze naar Bergen. aan de hooge bergen aangepaste De reis wordt gedaan gedeeltelik berksoort wil hier nog groeien. per boot, gedeeltelijk met kleine Links in de verte een kudde ren- rijtuigen. Na een zeker aantal K.M. dieren, die hier ’t mos onder de wisselt men van paard, rijtuig aan sneeuw weghalen. een poststation. 56 Op de pashoogte — het hoogste post- 44 Het plaatsje Hönefors met veel hout- station. Winter en zomer is het uitvoer. open en wanneer er reizigers komen 45 Aan een der oosteiyke Noorsche by nacht of bij ontijd, dan moet hun meren. Het land is hier wyd, de onderdak gegeven worden. bergen zyn laag en glooiend, zoodat 57 In den winter met de slede; dan ligt er overal veel zon en lucht kan alles diep onder de sneeuw — de komen en het afstroomend regen- man naast de slee gaat op sneeuw- water den grond niet meesleept. schoenen, het paard heeft een soort Hier wordt dan ook ’t meeste koren van teenen gevlochten matje onder van Noorwegen verbouwd. de hoeven, om niet te veel in te 46 Een vlot boomstammen wordt door zakken. een stoombootje over ’t meer ge- 58 De afdaling naar ’t westen gaat heel sleept. In de rivieren worden de steil in groote slingers. stammen door den stroom meege- Op deze plaat kykt men naar de sleept, aan ’t eindpunt opgevangen pashoogte toe. Zie links boven de en tot vlotten vereenigd, zoo gaat vorige slinger van den weg. Groote ’t over het meer, dan weer lo.sge- steenen staan aan den kant van maakt en langs een volgende rivier, den afgrond. tot ze dicht bij de kust tot planken 59 Kijk in een typisch Westlandsch dal. gezaagd, verscheept worden, zie De hellingen zyn steil, zoodat er over hout, plaat 71—91. van bebouwing geen sprake is 47 Een waterval. De dalen zijn lang, alleen denneboomen weten zich dikwijls legt men 100 K.M. perdag hier en daar vast te klampen. af, nu en dan ziet men een waterval 60 Aan de fjord, plaat 12. — meestal met een zagery erbij voor 61 Aanlegsteiger van een plaatsje aan inlandsch gebruik — die dan door de de Wes&ust. Als de stoomboot waterkracht gedreven wordt. komt, geeft dat een heele drukte, 48 Men komt langs een meer. iedereen komt kijken. Zie de schui- 49 De kerk en de pastorie. Meestal staat tenhuisjes aan den wal. dan de kerk voor heel de buurt aan 62 Overnemen van passagiers. Soms legt een meer — de pastorie is altijd de stoomboot niet aan, dan worden tegelijkertijd boerderij. de reizigers in een roeiboot gehaald 50 Inkyk in een dal, het dal is hier nog en aan wal gebracht. We zijn hier wyd — rechts de kale plekken op op de hoofdfjord, die meestal heel de bergen zyn akkers. Duideiyk is breed is. hier te zien welke de zonkant van 63 Aan de monding van den fjord — de het dal is. Skjaeren. Zie de kale rotsen, waar 51 Typisch boschdal aan de oostzijde der niets groeit, plaat 11. hooge bergen. De stijging aan den 64 Draaiende sneeuwploeg, aan loco- heelen oostkant is heel geleidelijk, motief. maar ’t is hier al hoog. Graan wil 65 Ingesneeuwde trein. er moeilijk groeien, boomen en naald- Tegenwoordig gaan drie spoorwegen hout daarentegen staat er in over- van het oosten naar het westen: vloed. In de verte de sneeuwbedekte het kost in den winter heel wat bergen van Jötemheim. moeite om de baan vrij van sneeuw 52 Houtslepen in den winter. In den te houden. winter is het druk in deze dalen, Een belangrijke verkeersweg in dan kan ’t hout makkelijk gesleept Zweden is het Gothakanaal, waar- worden over de sneeuw. door gebruik makend van de Gotha-

7 elf, de groote nieren en de Motala- Motala-elf, in den winter — deze is elf, Götlienbarg en Stockholm ver- van een vuurtoren voorzien, omdat bonden zün. JDeze rivieren heeft er ook ’s nachts gevaren wordt. nien moeten kanaliseeren en het 69 Gota-kanaal by Forsvik, zie hoesmal niveau-verschil door sluizen regelen. het kanaal is en wat een prachtig 66 De Trollhattan-val, rechts’ ’t kanaal loofhout hier staat. voor de scheepvaart. 70 Gota-kanaal bij Söderkoping, men ziet 67 Sluizen bij Berg van boven gezien. hoe de vroegere rivier—"nu kanaal 67a Dito, van beneden gezien. — zich langs de heuvelruggen 68 Vattermeer en de ingang van de slingerde.

Van de menschen en hun bedrijf. Bij Zweden en Noorwegen denkt men 85 Een rij arbeiderswoningen bij een het eerst aan hout en visch; voor Zweden zagerij. zijn ook de ertsgroeven, yzergieteryen 86 Een school bij een zagerij. heel belangrijk en voor beide landen de 87 Het opstapelen van een houtskoolmijt landbouw. — hier wordt ze gemaakt van rond- Het hout wordt in het najaar in en den houten, die op zij afvallen bij het winter gekapt. zagen van planken uit een balk. 71 Kappen van een boom. In 't midden wordt een soort 72 Hut in het bosch, waar de hout- schoorsteentje voor de trekking arbeiders tijdens het werk wonen. vrijgelaten. 73 Het hout wordt uit het bosch ge- 87a Het aansteken van een houtskoolmijt. sleept, plaat 52. Nadat de stapel hout klaar is, wordt 74 De stammen worden op een hoop ze van boven met aarde en leem gegooid, by een rivier, die dan nog aangeplempt, zoodat het hout ver- bevroren is; als dan in ’t voorjaar brandt onder toetreding van heel ’t water open komt, worden de weinig lucht. stammen, nadat ze van een merk 88 Het uiteenhalen van een houtskool- voorzien zijn, in de rivier gegooid. mijt. De houtskool wordt in Zweden 75 De stammen worden door een rivier veel gebruikt by het ijzergieten in meegevoerd, maar in de stroomver- ^de hoogovens. snelling blijven ze licht haken tegen 88a Kolenbrander in zyn hut. uitstekende steenen, daarvoor zorgt 89 Teerbranden. Op een van hout ge- de vlotmanschap. maakt. in ’t midden lager gebouwd 76 De vlotmanschap met lange stokken stellage wordt onder leem — dus bezig om de stammen weer in den met weinig lucht — hout verbrand. koers te brengen; het is een zeer 90 Dito stellage van onderen gezien, gevaarlijk werk, dat groote handig- de harsachtige sappen die onder heid eischt, vooral by sterken de drooge destillatie vry komen, stroom. vloeien naar ’t laagst gedeelte izie 77 Balanceeren op een enkelen balk. boven) daar worden ze afgetapt in 78 Ballcengoot. Om watervallen te ont- een vat. wyken of om direct uit het naburig 91 Ijzerertsgroeve van Parsberg in bosch hout bij eenzagery te brengen, Warmland. maakt men een houten goot, leidt 92 Ertsberg bij Gellivare in Lapland, in daar een beek door en zoo voert de verte de hyschinrichting, waar- deze de stammen aan. mee ’t erts naar boven gebracht 79 Balkengoot van binnen — een balk wordt, uit de ondergrondsche lagen. komt aandrijven. 93 Ingang van een der mijnschachten. 80 De stammen zyn de rivieren afgedre- 94 Overzicht van de ertsberg bij Kiru- ven en liggen voor de zagery. navara met bovengrondsche exploi- 81 De zaaghelling waarlangs de stammen tatie, vandaar gaan de ertsen meest aan kettingen worden opgetrokken. over Einden of Rotterdam, naar het 82 Zagery inwendig — de verticale zagen Ruhrgebied voor de ijzer- en staal- om planken te zagen. industrie. 83 Sorteerplaats van een groote zagery 95 Bovengrondsch uithalen van erts te aan de Oostzeekust — zeilschepen Kiruna, speciaal voor deze ertsen liggen te laden. uit Lapland is de spoor naar Narvik 84 Hoe men een houtstapel, met planken gebouwd, teneinde ’s winters naar op den schouder, oploopt. een ijsvrije haven af te kunnen van do kabeljauw, die dan voeren. De steenkolen voor het 109 Drogen stokvisch wordt, op de kale stoken der locomotieven worden tot der buitenste skjaeren, waar meest uit de nieuwe kolenniynen rotsen zeewind langs waait droogt de van Spiesbergen te Narvik aan- de snel zonder te rotten. gevoerd. viscb 110 Visscherhuis op de skjaeren. 96 IJzer- en staalgieterij van Sandviken. 111 Modern harpoengeweer voor de vs al- 97 Sandviken. Bessmer staalgieterij, waar de zuurstof in het vloeibaar vischvangst. 112 Een walvischstoomer met de buit ijzer geperst wordt. voor het walvischstation. 98 Sandviken. De groote stoomhamer. 113 Een walvischstation en traankokerij 99 Het walswerk. „ op Ijsland. lUO Falun, de kopergroeven. Nog ziet Vischpakhuizen te Bergen, waar een de omgeving geheel kaal en ver- 114 grootste markten is in ge- brand, door de zwaveldampen der der visch en traan, deze pak- vroegere ovens, waarin het erts droogde behoorden vroeger aan de gezuiverd wordt, hoewel dit nu huizen die hier in de 15de sinds lang op een andere wijze Hanze-Bond, heel de vischhandel be- geschiedt, waardoor de zwavel on- eeuw middellijk gebonden wordt. Sinds heerschte. in een rivier, met de 16de eeuw werd deze groeve 115 Zalmvisscherij wordt een deel der geëxploiteerd, ze behoorden aan een zegen j afgezet en langzaam, alles den staat en Gustaaf Adolf noemde rivier bevindt naar land Palun nog de „schatkamer” van wat zich daar getrokken. den staat. Maar naarmate het erts exploitatie verminderde werd de Heel belangrijk is het landbouwbedrijf werden in moeilijker en tevens in Zuid-Zwederi, dat behalve graan voor Canada groote kopermijnen ont- eigen gebruik ook veel zaadkoren vei- zeer dekt, zoodat de opbrengst boLiwt dat geëxporteerd wordt. verminderd is. 116 Boerderij, landschap in Skaane, plaat mijnen te Falun. 101 Oude prent van de 26, zie bijschrift. 102 Granietgroeven. 117 Boerderij in Zuid-Zweden van de Steenkolen komen in Zweden en binnenplaats gezien, dit is uit Noorwegen byna niet voor, zoodat meer boschrijke streek, vandaar gebied van de uitvindingen op het dat ’t geheel uit hout is opge- electriciteit, waterturbines pu de trokken, maar het vertoont ook industrie zeer ten goede zijn ge- de Deensche bouworde. komen De waterkracht der tal- 118 Typisch vlakte-landschap in Zuid- rijke watervallen wordt öf direct Zweden, tarwe in hoopen. gebruikt öf dient om electrische 119 Tarweoogst, deze wordt hier met stroom op te wekken die gemak- de zeis gesneden, en dan opge- kelijk naar ver af gelegen plaatsen bonden. gevoerd kan worden. 120 Beetworteloogst, de mannen halen 103 De Trollhattan-val met fabrieken de bieten uit den grond, vrouwen en de buisleiding die ’t water aan- snijden ’tloof af dat voor veevoe- voert voor de turbines. der wordt gebruikt. Zie eefi kar 104 Kunstmatig op hoog niveau houden met paarden en ossen bespannen. van water voor de fabriek. 121 Suikerfabriek. 122 Markt te Ousby, van heinde en ver be- Voor de Visscherij is voornamelyk zijn de boeren komen rijden, heb- langrijk de kabeljauw-, haring- en wal- ben paard en wagen uitgespannen. sterk, vischvangst. De laatste vermindert 123 Zaaien met machine. wordt nog aan de kusten van Ijsland— anders is het bedrjjfin de bergen, Spitsbergen gedreven. Heel d. i. men de Lofoten. daar is het bedryf exentief, 105 Een fjord bij hoeveelheid De haven van Varö op de Lofoten, tracht de grootst mogelijke 106 maar zonder er veel met visschersbooten. Zie de over- grond te gebruiken, terwijl men op de vlakte eenkomst in vorm met de oude aan te werken, gronden het intensief vikingschepen. in de zwaardere bedryf toepast, d. i. men tracht van de 107 Gereconstrueerd vikingschip in de grond door doel- haven van Kristiania. gegeven hoeveelheid bewerking de grootst mogelijke 108 Schoonmaken en spauwen van de matige producten af te halen. kabeljauw. hoeveelheid : :

Die meerdere bewerking loont zich niet der nauwe fjorden aan de Westkust. in de bergen .Rechts van de watervallen ziet Ie. omdat de akkertjes, die met groote men een vlokje rook en een wit moeite van de steenen ontdaan wor- steenen huisje, dat is een stuk den te klein zijn, grond, dat wat zacht glooit en op de 2e. omdat de vroeg invallende sneeuw, zonzijde ligt en dus nog voor ver- de late zomer, toch maar één oogst bouwing geschikt. Een slingerend toelaat. pad gaat van ’t water naar boven, 124 Akker in de bergen, al de uitge- ook zijn ladders geplaatst tegen haalde steenen zyn op een hoop den stellen rotswand. gegooid. 135 Vrouw aan een weefgetouw. 125 Akkertjes tegen de berghelling. 136 Kasteel Vidtsköfle in Zuid-Zweden. 126 Een saeter. De landbouwer verbouwt In Noorwegen is bijna overal de om zyn huis wat hy noodig heeft boerderij eigendom van den bewo- voor eigen gebruik, d.i. aardappels, ner. In Zweden daarentegen — rogge, haver; van ’t vee moet hij tenminste in het zuiden en om het" contante geld zien te krijgen, de groote meren — is van ouds- groot-grondbezit de adel heeft hij verkoopt dan vleesch, boter, her ; kaas en wol. Dat vee stuurt hij er een veel grootere politieke rol den heelen zomer in de hem toe- gespeeld. behoorende uitgestrekte bergwei- 137 De Lappen zijn nomaden. Ze trekken den, waar ze eten wat de natuur omdat ze leven van hun rendier- er op wil laten groeien, alleen kudden en het rendier, hoewel enkele stukken worden afgepaald half getemd, volgt ’t oude instinct en gemest om gehooid te worden. ’s zomers graast het in het noorden Daar staat dan een klein huis aan de Westkust omdat daar gras ..saeter” met een paar stalletjes is en ’s winters zuideiyker en in van ruw hout en daar woont ’s zo- ’t oosten op de vlakten tusschen mers het vrouwvolk van de boer- de groote bosschen waar ’t mos derij, de jongere hoeden ’tvee en groeit, dat het rendier onder de de oudere maken de boter en hooge sneeuw op ziet te halen. kaas. 138 Lappenlegerplaals, tenten van stok- 127 De omgeving van een saeter, een ken en rendiervellen. Uitwendig. koeienhoedster staat Ihj ’thek. 139 Dito inwendig, in ’t midden hangt 128 De geitenhoedster gaat met de geiten de ketel boven ’t vuur. ’s morgens er op uit. 140 Rendier, wordt gemolken. 129 Op weg naar de saeter. Koeien en 141 Rendierkudde in den zomer. geiten worden naar boven gedre- 142 Rendierkudde in .’t voorjaar in 't plaat op hun ven, soms een halve dag ver in hooggebergte, 55 ; de bergen. trek van ’t N.W. naar ’t Z.0. en 130 Bergweide wordt gehooid, ’t hooi omgekeerd moeten de Lappen in w"ordt op stokken te drogen ge- ’t voor- en na-jaar de hooge bergen hangen. doortrekken, dat is ’t moeilijkste 131 Oude volksdansen. Meestal staan er deel van de reis. Met sleden gaat meerdere saeters bijeen, dan is ’t 't niet, die worden aan de Zweed- er ’s Zondagsavonds druk, dan sche zijde der bergen achtergela- komen de mannen uit het dal, ten, alles wat meegedragen moet, dan worden er volksliederen ge- wordt op de pakrendieren gepakt, zongen, gespeeld en er bij gedanst. en de vrouwen, kleine kinderen 132 Boerderij in ’t dal, het woonhuis moeten die tocht te voet doen. staat altijd afzonderlijk, boven 143 Een „sida” of Lappenstam is in 't de koeienstal wordt het hooi najaar de bergen overgetrokken, geborgen, dat is warm in den heeft hier nu de achtergelaten winter, alles is van hout opge- sleden gevonden en is nu klaar trokken, behalve soms de koeien- om verder te trekken naar ’t Zui- stal. Voorraden en kleeren werden den, telkens houden ze zich daar vooral vroeger in aparte voorraads- een tyd op, waar goede graasplaats huizen geborgen, die dan voor de voor de rendieren is. vochtigheid en sneeuw hoog van 144 De bepakte sleden. den grond stonden. 145 Lap in slee met rendier bespannen. 133 Voorraadschuren in het dal. 146 Riddarholmen, een der eilanden 134 Een huis als een vogelnest in een waarop Stockholm gebouwd is. Stockholm deels op eilanden, 157 Wisby. Ruine van de St. Katharine deels op ’t vaste land gebouwd, kerk. waar ’t Malarmeer in een bocht 158 Wisby. Oud huis uit de Middel- van de Oostzee uitloopt, is in 1255 eeuwen. door Borger Jarl gesticht, die drie 159 Christiania, ligging aan de fjord eilanden met torens en muren tegen de heuvels aan. versterkte. Deze doorvaart, vol in- 160 „ Parlementsgebouw. hammen in het diepe water, maken 161 „ Koninklijk slot. Stockholm tot een zeer goed ge- 162 Stavanger, gezicht op de stad, de legen natuurlijke haven, alleen groote huizen zyn pakhuizen, die ’s winters moet deze door ijsbre- alle aan zee uitkomen. kers open gehouden worden. 163 Bergen, gezicht op de stad, plaat 14. 147 Stockholm. RiJksdag-gebouw. 164 Trönthjem de dom waar de konin- 148 Koninklijk slot. gen gekroond worden. 149 Noorström, het water is 165 Trönthjem, gezicht o/d. stad, plaat 42. al Oostzeewater, dus zout, 166 Straat van een klein stadje aan de hoewel deze nog ver af is. Westkust van Noorwegen, zie Zie de stoombootjes die houten huizen. verbinding met andere In Skandinavië heeft men de deelen van de stad en de eerste openlucht musea opgericht, voorsteden onderhouden. d. i. men heeft oude huizen of 150 Standbeeld van Karei XII. oude merkwaardigheden en ge- 151 Kijkje vanaf de hoogge- bouwen in hun geheel overge- legen zuidstad, links is bracht in passende omgeving en een lift waarmee zoowel ze inwendig geheel ingericht alsof voetgangers, als voertui- ze nog in gebruik waren. gen vervoerd kunnen 167 Primitief huis uit den ouden tijd, worden naar de straten toen men nog geen glas kende aan het water. in ’t noorden, ramen zijn er niet, 152 Beboschte eilanden in de omgeving lucht, licht kwamen door de van Stockholm, type van het deur en door een gat in ’t dak, Malarmeer-landschap. dat gesloten kon worden, daar 153 Uppsala, het oude koninklijke slot. ging ook de rook door. 154 Linnseus’ geboortehuis in Uppland. 168 dito inwendig, zie de groote ketel- 155 De sinds 1884 ontstane ertsstad haak, het vuur is nog open en Gellivare in Lapland, die nu onge- in ’t midden — gereedschappen veer 3000 inwoners heeft. — bierkroezen — schalen — alles 156 Muur van het oude Wisby op Got- is van hout. Koperen luchters zijn land. Wisby was in de 12de en uit lateren tjjd. 13de eeuw een rijke koopstad aan 169 dito, zie het bed in den hoek — de groote handelsweg die van Azië de dakopening is geopend. over Novgorod naar de Oostzee 170 Huis uit lateren tyd — er zijn kleine voerde en vandaar naar West- ramen in de zij- en voorgevel en Europa. HetWisby zeerecht gold in een schoorsteen. de noordelijke zeeën, maar de taal 171 dito inwendig — het vuur brandt waarin het geschreven is, verraadt niet meer in ’t midden, maar in Vlaamschen, Hollandschen en N.- een gemetselde haard, met schoor- van ’t vertrek, Duitschen invloed, het heet : Water- steen in een hoek recht, dat de kooplüde und de de tafel staat voor de ramen. In schippers gemaket hebben toWisby. de aanrechtskast heeft de eigenaar Inderdaad hadden Vlaamsche de namen van vrouw en kinderen steden en en Deventer gesneden en ’t jaar waarin deze in de 13de eeuw veel verbindingen geboren zijn. met Zweden. Na de 13de eeuw 172 dito, andere hoek van het vertrek werd Wisby geheel door Lübeck met bed. overvleugeld en verviel snel. 173 Bergwerkershnis. De bergwerker was Het grootste gedeelte van de vroeger zelf eigenaar van een mijn oude stadsmuur is blijven bestaan en werkte met eenige knechts. — op gelyke afstanden zyn booge 174 dito inwendig, het is ’t huis van een poorten met schietgaten — onder gegoed bergwerker in de 18de eeuw. de deksteenen van de muur liep 175 Voorraadschuur met versierde een houten wachtgang. deuren. 176 Oude kerk uit de 12de eeuw. Borgund. 179 Publiek bij de wedstrijden bij Kris- 177 Ge.snedon deuromranding van een tiania. oude kerk. 18ü De groote sprong op sneeuwschoe- ITS Opgegraven vikinschip. nen. ’s Zondags trekt alles naar ’s Winters wordt er in Skandi- buiten, met sleden en sneeuw- navië veel aan sport gedaan, de sclioenen. sneeuwschoenwedstryden in Kris- 181 Zeilen met ijsschuiten. tiania worden door duizenden mensclien bezocht.

^V. ZUID AFRIKA met tekst met welwillende medewerking der Nederl. Zuid-Afrikaansche Vereeniging. AY.I. In en om Kaapstad.

1 Kaart van Zuid-Afrika. 15 Kalkbaai met visschersbooten van 2 Tafelbaai. Slamschen (afstammelingen van 3 Tafelberg. Maleiers). 4 „ gedekt door wolken. 16 Houtbaai. 5 „ met Duivelspiek en 17 Oude Hollandsche hofstede. Leeuwenberg. 18 Constantia hofstede gebouwd door 6 dito. W. A. V. d. Stel. 7 Dokken van Kaapstad. 19 Wijnpluk te Constantia. 8 Kaapstad en Tafelbaai. 20 Gouvernements wijnpakhuis te Con- 9 Tafelberg van de achterzijde gezien. stantia. 10 Eikenlaan in de „Tuinen” van Kaap- 21 Wijnberg stad. 22 Waterval bij Wynberg. 11 De oude Hollandsche (N G.) kerk uit 23 dito. den tyd van Van der Stel. 24 Groote schuur bestemd voor univer- 12 Nieuwe Wesleyaansche kerk en het siteitsgebouw, gebouwd oorspron- oude stadhuis uit den tyd van kelijk door Jan v. Riebeeck. Van der Stel. 25 Oliepoort. 13 Kasteel te Kaapstad. 26 Victoriaweg met de 12 apostelen. 14 Kalkbaai. 27 Bainskloof. AY.II. Zuid“Westelijk deel der Kaap=Provincie.

1 Stellenbosch. 5 Pas door de Heksrivierbergen. 2 Wijngaard in wintertijd. 6 Worcester. 3 Wellington. 7 dito. 4 dito. 8 Veld met aronskelken. AY.III. Zuiden en Oosten der Kaap»Provincie.

1 Algoa baai. 8 Bouwen van een kafferhut door 2 Oost-Londen. vrouwen. Bufifalo-rivier en werven van Oost- 9 Kaffergezin. Londen. 10 Kafiferdorp (kraal). Het vee wordt 4 Kafferhutten bij Grahamstad. naar het weideveld gedreven. 5 Kleine kaffers om een pot metmais. 11 Gedeelte van een kafferkraal. 6 Groep kaffers. 12 Inwendige van een kafferhut, in het 7 Kafferhut met oude en jonge bewoners. midden brandt het vuur, — in de mieren aardewerken potten en pannen 15 Kalferjongeus op een „witte worden etenswaren bewaard, — op hoop. kano op de rivier. de raatjes slaapt men. 16 In een Kafteriongen maakt een vogelval. 13 Kafferkinderen maken een poppen- 17 naar school. huis— in den vorm natuurlykvan 18 Katterjongens een kafierhut. 19 Katterijaby. 14 Kinderen dragen hun jongere broer- tjes en zusjes op den rug. AY.IV. Binnenland van de Kaap=Provincie.

11 King Williamstown. 1 Karroü vlakte. schapen en 12 Ossenwagen bij een berg. 2 „ met kudde struisvogels. 13 Zwerm sprinkhanen. 14 De sprinkhaan (teekening). 3 Struisvogels op een farm. Postwagens. 104 Hut van halfbloed veewachters in 15 de Karroo. 16 dito. 17 Oranjerivier bij Ramansdrift. 5 Karroovlakte met ossen-wagens. klein station. 18 Kimberley met marktplein. 6 „ „ diamantmijn vroeger. Boerenhuisje in de Karroo (gedeelte 19 „ 7 tegenwoordig. van een Karroo-dorp). 20 „ „ 21 Compound (kazerne voor kaffer werk- 8 Boerenhuis met oude bewoners in de diamantmijn). typische dracht. lieden in Generaal Piet Cronjé. 9 Beaufort-West, een typisch groot 22 de la Rey. Karroodorp. 23 Koos dito. AY.V. Oranje Vrijstaat.

President, thans door „tafelkop”. 1 Een den Administrateur •2 „Plaats” bij Grootfontein. der provincie bewoond. „Sloot” gevormd door afstroomend 3 Oud-President Reitz achtereenvol- regenwater. 14 , gens Hoofdrechter en President der 4 Typisch veldlandschap. O. V. S., Staatssecretaris der Z. A. R. „Drift” door een rivier. 5 thans President van den Senaat. 6 „Randje” met gewapende boeren. 15 President M. T. Steyn. 7 „Veld” by Kroonstad. 16 Boeren in dagelijksche kleedy, ge- 8 Bloemfontein in vogelvlucht. wapend. De meest voorkomende 9 dito. met markt en post- typen van het platteland. 10 n paard. kantoor. 17 Boerenknaap te 18 De „Watervang” van Bloemfontein 11 markt. Raadzaal, (vroeger ge- in de Modderrivier. 12 Wet. bruikt als vergaderzaal 19 Generaal Chr. de Bloemfontein. voor den Volksraad, 20 Tooneeltje bij thans voor het Hof 21 Een „Drift”. van Appèl). 22 dito. 13 Huis, vroeger door den AY.VI. Natal.

Landing te Durban by laag water, 6 dito. 1 vrouwen. de passagier gaat in de mand. 7 Zoeloe 8 dito. 2 Landing dito, de mand met passagier Daggarookers. wordt in de kleine boot neergelaten. 9 10 Spiegelgevecht van kaffers. 3 Watervallen bij Honick. Een bocht van de Toegela. 4 Kafferkraal. 11 Dal van de Toegela. 5 Zoeloe krijgsman. 12 13 Watervallen in de Toegela. 17 Kliprivier bij Ladysmith. 14 Drakensbergen. 18 Elandslaagte. 15 Generaal Louis Botha. 19 Amajoeba. en omgeving 20 Laingsnek. 16 „ Piet Joubert bij Ladysmith. AY.VII. Lagerveld en Pretoria.

1 Delagoa-baai. 12 Pretoria „Uitspan” voor het „Nacht- 2 Krokodilspoort. maal”. (inzwering van 3 Krokodilrivier. 13 „ Marktstraat 4 dito Pres. Krüger in 1898). 5 Tunnel tusschen waterval-boven en 14 „ Gouvernementsgebouw. Pres. Krüger. waterval-onder. 15 „ Huis van stoep 6 dito 16 „ Pres. Krüger op den 7 Elandsrivier. van zijn huis. 8 Barberton 17 „ Pres. Krüger. 9 Reuzen-cactus. 18 „ Br. W. J. Leyds. 10 Pretoria (panorama). 19 Park bij Pretoria. gouvernements- 20 „Fonteinen” bij Pretoria. 11 „ gezicht op gebouw en oude kerk der 21 Zoutpan by Pretoria. N. G. Gemeente. 22 Tabaksveld bij Pretoria. AY.VIII. Johannesburé.

3

1 Panorama van Johannesburg in 1889. 8 dito 2 Eerste hotel gebouw te Johannesburg. 9 Goudveld aan den Witwatersrand met 3 Rissekstraat. ,,pan”. 4 Commissarisstraat. 10 Perrara-mijn (schacht). 5 Marktplein. 11 Machinerieën der Robinson-mijn. 6 dito 12 Robinson-diep. 7 Beurs op straat. 13 Mijnwerkers. AY.IX. West» en Oost Transvaal.

Snij 1 Veerpont over de Vaal. 8 Generaal man. 2 Vaalrivier bij Rooirand. 9 Premier-mijn. 3 Paardekraal. 10 Klippen op ’t Hoogeveld. 4 Witpoortje. 11 ’t Hoogeveld. 5 Kafferdorp a/d Westgrens. 12 Boeren op Kommando. heuvellandschap. 6 Magato-stad '(Rustenburg). 13 „Uitspan” in een 7 Christen-kafferdienstbode. 14 Boeren-type.

J\Z^. * ZWITSERLAND. catalogus. Met deze serie vervalt de vorige serie AZ op 1)1. 24 van den SCHÜILING. Bijlage: Beknopt leerboek der Aardrijkskunde door R.

boven. Op meer dan 50 toppen 1 Saas Fee. Gletscher van Langen Als nooit verdwijnt Fluh (by Zermatt). ligt sneeuw, die ’t oog. Steeds sneeuwt een 2 Mer de Glacé, (bij den Mont-Blanc. voor de on. Behoort eigenlijk niet tot Zwitser- nieuwe laag er bij, terwijl korrelig en vast worden land) teekening. derste _ 't gevaarlijke uitglijden. De gids (z. g. Firn = oud, sneeuw van ’t nauwkeurig den bodem vorige jaar). Zij voeden de glet- onderzoekt spleten, die soms tot schers, die op de volgende wijze en mijdt de 800 M., en tot ontstaan. Hoog boven (op een een diepte gaan van want er hoogte van 8000 M. en meer — de groote omwegen dwingen, lang. Er over- sneeuwgrens is niet voor alle ber- zyn er van 30 M. heen trekken is gewoonlyk niet gen dezelfde — ) blijft de sneeuw is 4—6 M. liggen in de koude temperatuur. te doen, de gapihg soms Mont- De ± 10 M. sneeuw, die er jaarlijks 13 Sneeuwbrug. (Grand Plateau vair, perst op de onderste lagen. Blanc) teekening. Een ander Het bovenste laagje smelt door de 14 Gletscherspleet en -brug. den bergbeklimmer be- zon en sijpelt naar beneden, waar gevaar, dat sneenwbruggen. De het de sneeuw zoo poreus maakt dreigt, zijn de gedeeltelijk tot ijs bevro- als een spons en weer bevriest als sneeuw, is door ’t smeltende water de yskegels, die aan ’t besneeuwde ren, bovenste dak hangen. ondermynd. Alleen de nog als een brug, en 4 Grindelwaldgrot, Door de persing en laag hangt het doorsijpelende water stollen de beneden gaapt een afgrond, terwijl is. dat de brug onderste lagen tot ys, dat van een het lang niet zeker doorzichtig groenblauw is. Daar in houdt. gletscher komt, de dalketels, die tegen de steile Hoe lager de sneeuwlaag bergwanden 'liggen, ligt de ijsmassa hoe meer de bovenste stroomt in geulen het diepst. Hoe diep is niet te smelt, en ’t water ramen, misschien honderden me- en kloven weg, soms in stortvloe- honderd meters van ters. De beweging naar bet)eden den een paar waar het gaat heel langzaam, de snelste een spleet naar beneden, de rotsen vordering van een gletscher is + bij het neerkletsen in door het water, 200 M. per jaar. een gat uitholt, dat ziedende draaikolk gedre- 5 Rhónegletscher. De foto vertoont als een snelheid, met duidelijk, hoe de gletscher zynweg ven, door zijn eigen wijder ge- als een rivier door het dal neemt, donderend gebruis nog wordteen dat hy heelemaal opvult; door het slepen wordt. Soms ook woeste hooggebergte, waar geen steen raedegesleurd van onderweg gletscher„molen”. plant groeien wil, waar de toppen en raakt in dien en der bergen soms ver boven de wol- Als een bal danst hij rond, ken uitsteken. Rechts slingert een schuurt de „gletscherpotten” uir,. weg tegen de kale rots naar het en wordt zelf gepolijst ais een ei. uit een hotel. (Turkastrasze). Donderend is ’t geraas, dat waaronder een 6 Ijsbergen van den Rhónegletscher. spleet opstijgt, Luzern, in den be- 7 Rhónegletscher (val.) Als een water- molen is. In „Gletschertuin” zyn die val bij een rivier stort de ijsmassa roemden ont- zich van een steilen bergwand en gletscherpotten nog te zien. bouwt een groenblauwen ijsval op staan in den ijsty d, toen de Reuszglet- van naalden en pieken. scher van den St.-Gotthard kwam, tot ver over ’t 8 Top van den Görnergletscher. en zich uitstrekte Gletscherspleten. Door de ongelijk- Vierwoudstedenmeer. Teekening. 9 Wasen matige beweging (al naar gelang 15 Oude Moreenenblokken by Gotthardspoorweg. van ’t rijzen en dalen van den aan den bodem) ontstaan de spleten, over- Steenen en aarde schuurt de zijn weg. De langs en dwars door ’t gletscberijs, gletscher mee op vroeger een de dwaï'se by ’t neerstorten (séracs), oude wegen, waar zijn bezaaid rnet de overlangsche bij ’t plotseling gletscher ging, en puin. stremmen der beweging, als ’t glet- neergevallen rotsblokken scherdal breeder of minder steil Dat is de grondmoreene. De eind- wordt. Zoo’n verwijding heet ge- moreene ontstaat uit de zijmoree- woonlijk „eismeer”. nen, die langs de dalwanden liggen, 10 Station Eismeer (van den .Jungfrau- en soms uit een of meer middel- spoorweg). moreenen, die niet anders zyn dan die 11 Gletschertocht. de zi,jmoreenen van gletschers, 12 Als boven. Duidelyk ziet men op de zich 'samengevoegd hebben. foto de toeristen met een touw aan 16 Zij- en voetmoreene Lammernglet- elkaar verbonden (angeseilt) voor scher = 88. —

einde 17 Gietscherpoort. Aan de gletschertong, voor het uitglijden. Aan het het einde, waar sneeuw en üs zyn ligt den weg bezaaid met wegge- weggesmolten, en op de wnlde gooide sokken. Dat het geen blokken van de eindmoreene liggen gevaarlijke of inspannende tocht verstrooid, komt het modderige is. bewyst dit gezelschap wel. sneeuwwater van de jonge rivier •26 De Mont-Blanc (4810 M.) De grenspaal uit een boogvormige spleet bruisen; van Frankryk, Zwitserland en Italië. de gietscherpoort. De vloer, voor De meeste toppen in het hartje dat uit een zoover hij vrij ligt, is gladge- van het hooggebergte, schuurd. Teekening. soort van leisteen bestaat, ver- van een pyramide 18 Gletscher tafel. Teekening. toonen den vorm zijden. Tallooze afwij- 19 Gletschertafel. Uit de smeltende met scherpe sneeuw steken üszuilen op, door kingen worden genoeg door den horn, den t. een steenen tafel gedekt, die naai- naain aangeduid (stock, den zonkant gericht staat. Het is aiguille, becca enz.) Dat de vorm niet de gletschertafel, waarvan de zon zoo scherp en kantig is komt verweeren, den voet niet kan wegsmelten. alleen door het gewone Teekening. maar de dagelijksche temperatuurs- schuld aan. 20 Gletschermeer. Behalve de groote wisseling heeft er lucht dalgletschers bestaan er nog andere, Daarboven in de ijle, heldere zeer sterk die nestelen in de spleten van de wordt de steen snel en de af- bergtoppen. Ze zijn heel steil, verhit, ’s nachts geschiedt en maar op een hoogte van 25U0 koeling even snel en krachtig, 3500 M. gaan ze vaak in een soort zoo splijt de steen. Het van een bekken over. waar de 27 Rhónegietscher en Nagelisgratli. gletscher zich kan uitbreiden. Soms, duidelijkstzietmen bovengenoemde b.v. aan den St. Gothard- als het ijs zich voor de warmte uitwerking bestaat teruggetrokken heeft, komt zoo’n groep en omgeving. Soms top uit niets dan bekken vrij, en meestal komt er een ,.grot” of ' en gesteenten, en een meertje in, het z.g. gletscher- losse blokken zyn meer. steile, gladgeschuurde wanden Andere gletschers liggen byna aan den voet met geröll bedekt. loodrecht tegen de wanden. Als Zie 28. 28 Pilatus, Toralishorn. nu de zon schijnt. i aken door ’t aan- ore. Een van de Noord- schuivende ijs, gedrukt door de 29 Lago Maggi nog ge- steeds vallende sneeuw, beneden Italiaansche meren, die behooren. aan den afgrond groote stukken deeltelijk tot Zwitserland Alpenmeren ontstonden waar- ijs los, en vallen met donderend De in den ijstijd door ’t geweld naar beneden: de z g. glet- schijnlijk Bijna scherlawinen, waarvan het hoog- schuren van de gletschers. aan den voet gebergte den geheelen zomer weer- alle komen ze voor Zoo stuitte in schalt. van ’t gebergte. Rhónegietscher tegen 21 De Aletsch-Gletscher, de grootste dien tyd de en ging in gletscher van heel Zwitserland, die den hoogen Jurawand, vleugels uiteen. De eene ruim 3 uren gaans lang is, en ligt twee en vormden aan de zuidzijde van het Berner- ging over de Jura, een merenlandschap oberland. in Frankrijk de twee vleugels schuur- 22 De Morteratschgletscher in ’t Engadin (Dombes); Zwitserland èn het meer is bekend om zijn vele gletscher- den in van Neuchatel. molens. van Genève èn dat en van Murten uit. 23 Chamonix en Mer de Glacé. Dit van Biel meren niet middelpunt van toeristen en berg- Tegenwoordig zyn die de diep ingesneden beklimmers ligt nint meer in anders dan zóó diep. dat ze Zwitserland (de Mont-Blanc). rivierbeddingen, aan zeepeil reiken, en 24 Mer de Glacé en Mauvais Pas. Heel soms tot Maggiore geldt voor nog duidelijk zyn de zijmoreenen te het Lago Groote diensten doen de zien. De nioeielyke rotsweg is dieper. van hoog water, geheel ongevaarlyk door de leu- meren in tyden beken en rivieren ningen, die zijn aangebracht. als de gezwollen water in het meer storten, 25 De sokken by la Mer de Glacé. Voor- hun verspreid wordt en ge- een wandeling over den gletscher waar het afgevoerd. worden altijd sokken aangetrokken leidelijk 30 ’t Aangeslibde land van Tliuner en terugkeeren van de weiden — Brienzersee. Langzamerhand ver- wordt in elk dorp feestelijk gevierd. dwijnen de meren dooi' de puin- De sennerin zien we hier in een en aardemassa’s, die de rivieren mansbroek, die ze veel draagt bij van de bergen meebrengen. Een haar werk op de eenzame weiden. rivier gebruikt het meer om zich Bij ’t vertrekken naar de „alp” schoon te wasschen, modderig, loopt de senn met zijn mand vol- grauw komt ze erin (Graue und geladen voorop door ’t dorp, en Weisze Lütschine), helder blauw- op het klokgeklingel van de eerste groen stroomt ze er weer uit. koe komen uit alle straten de Maar ’t meer wordt langzamer- beesten aanloopen zonder geleiders. hand gedempt, en aan de rivier- Bij bet terugkeeren gaat het in mondingen vormen zich delta’s. omgekeerde volgorde, en vindt elk Heel duidelyk komt dit uit bij de dier zijn eigen stal. Thuner- en Brienzersee, vroeger 34 Sennhütte met geitenkudde. De aan- een meer, maar nu door de voerder loopt met een bel aan een Lütschinedelta in tweeën ge- riem om zijn hals. De geiten krjjgen splitst. Op de foto is het aange- daarboven zout, waarop ze dolzyn, slibde land te zien, en ’t kanaal, daar de planten, die ze eten en dat tegenwoordig de meren ver- ook het water niet voldoende zout bindt. bevatten. 31 Sennhütte. In ’t eind van Mei worden 35 Gentianen. Met hun helder-donker- de kudden (meestal runderen, soms blauwe bloemen staan ze in aller- ook geiten) naar de weiden aan lei soorten bjj duizenden op de den voet van ’t gebergte gebracht. weiden. De melk is geurig van alle Eind .Juni, als daar alles is afge- kruiden en bloemen, die de koeien graasd, en de weiden halfweg de eten. helling sneeuwvrij zijn, gaan ze 36 Zilverdistels. (Carolina Acaulis). ’tls hoogerop, en pas eind Juli trekken in de weiden en tegen de rotsen ze heelemaal naar boven, onder waar ze groeien en in de zon open- geleide van den herder of senn, gaan, soms alsof er bedauwde die in de hut woont, ’t vee ver- spinnewebben glinsteren in den zorgt, melkt en kaas maakt. Uit vroegen morgen. het doi-p wordt de kaas met man- 37 Edelweisz. De alpenbloem by uit- den gehaald, zooals op de volgende nemendheid groeit het meest op foto te zien is. de gevaarlijke steile rotshellingen, 3’3 Alpidyll. (Senn.) De eigenaardige en prijkt naast de alpenroos op dracht der sennen, met hun korte den hoed van den echten berg- 33 mouwen is duidelijk te zien, even- klimmer. De groen-grauwe vilt- als de wijze, waarop ze de mand blaadjes worden in vollen bloei om den schouder dragen. Melk gaat zilverwit. in houten bakken naar beneden; 38 Alphorn en kantklopster. ’s Morgens deze hebben eenigszins hetzelfde en ’s avonds blaast de Senn op zijn model, en worden net zoo gedragen. Alpenhoorn, of jodelt een „kuhrei- De koeien dragen klokken, om gen”, die in elk canton w'eer anders ze gauAv te kunnen weervinden, is. Op dit geluid trekken alle koeien als ze afdwalen op de reusachtige naar de plaats, waar gemolken weiden. De klokken der aanvoer- wordt. De „alphorn” verdwijnt ders (stieren) zyn grooter, met echter overal, en wordt meest nog dieper klank. Elke klok geeft een geblazen alleen voor de nieuws- eigen toon, en de koeien kennen gierige vreemdelingen. hun eigen klok, zijn er trotsch op, In Zwitserland, waar ’t beroemde en schamen zich, als ze hun tot borduurwerk en de kussenkant straf wordt ontnomen, zeggen de vandaan komt, ziet men telkens sennen. vrouwen en zelfs al kleine kinde- Het vee is anders gebouwd dan ren aan den weg zitten kantkloppen. bij ons, kleiner en vlugger dan ons 39 Zwitsersch huis. Hollandsche, en het kan klimmen. 40 Als boven. De huizen zijn gewoonlijk De kleur is gewoonlijk vaalbruin op een steenen grondslag gebouwd, gevlekt. en verder van hout, van twee, drie Alpabfahrt. Alpauffahrt — het naar of vier verdiepingen, met gaande- boven gaan — en Alpabfahrt — het rijen ervoor on aan de zijkanten. welke door trappen aan den buiten- met een drahtseil. Boven in ’t sta- kant te bereiken zijn. De luiken tionnetje bij Grütschal p en beneden zich een zijn groen geverfd, maar liet eigen- in Lauterbrunnen bevindt lijke huis is gewoon ruw hout, dat reusachtig rad, waarom een ijzeren bruint in de zon en in ’t weer. kabel loopt. Hieraan zyn de wagons Er zijn huizen vau een paar eeuwen bevestigd. Ze loopen over gewone oud, donkerbruin verbrand en ver- rails, maar in ’t midden is nog een weerd, maar nog niet bouwvallig. tandradweg gemaakt, waarin de Vele dragen een spreuk in den trein vanzelf vastgrypt, als de kabel gevel gesneden en geschilderd, en soms zou weigeren, en de trein overal waar plaats was, is hout- dus op de helling naar beneden trein van snij w’erk aangebracht. Het dak van zou glijden. Gaat de het echte Zwitsersche huis is gedekt bovenaf, dan stygt de tweede be- met spanen, die over elkaar liggen, neden door de wenteling van den is ais bij ons het stroo op de daken, kabel tegelijkertijd. Halverwege en dikwijls moeten zware steenen een dubbelspoor (duidelijk te zien) het beschermen tegen storm. Bij waar de twee korte treintjes elkaar het huis, waar gewoonlijk van, elk voorbij gaan. post- balcon, van elk vensterkozfjn 50 Zwitsersche postpaarden. Waar bloemen hangen, staat de „brunnen”, koets nog trein kan komen, ge- paarden een buis in houten of steenen paal, schiedt het vervoer met waar het water zonder ophouden of muilezels, hoog bepakt. Lang- uitstroomt, naar boven geperst door zaam gaat het naar boven. Een den druk, waarmee het van den bergbewoner stygt nooit snel. Vroo- de paar- berg komt stroomen. De vergaar- lijk klinken de bellen, die hebben. bak is in tweeën gedeeld, en een den aan den kop spon stopt de afvoeropening dicht, 51 Hotel en Grimselpost. als men het water wil tegenhouden. 52 Bergspoorweg. Teekening. In ’t midden loopt 41 Zwitsersch huis (met waschtrog). 53 Tandradspoorweg. waarin een tandrad 42 Kerk in Reichenbach. Let op de een derde rail, eigenaardige houtbedekking van van den trein telkens grypt, en voert. het dak van den toren. zoo de wagens naar boven Teekening. 4;-l Straat in Andermatt. Zie de houten schubbekleeding van het huis. 54 Tandradspoorweg, waarop het derde duidelijk te zien is. Teekening. 44 Hotel bij Zermatt. (Schwarzsee.) Even- spoor Bodensee. Hier als de huizen zijn ook de hotels 56 Rorschach aan de bijna zyn grootste (niet in de steden) vaak geheel van heeft het meer bergen aan den hout, met ongeverfde vloeren van breedte. De lagere kamers en gangen. Overal wappert overkant liggen in Wurtemberg. Pollux de Zwitsersche vlag, een rood 57 Monte-Rosa, Lysekamm, Castor, veld met een wit kruis. (± 4100 M.) (4638 M.) 45 Toedsten op Mer de Glacé. 58 Monte-Rosa Galenstock. Muilezels op Gornergrat. De muil- 59 Oberabrhorn en. 4ö Weiszhorn metGorner- ezels zoowel als de paarden in 60 Rothhorn en Zwitserland gaan zeker, en behoe- gletscher. Zie de beschrijving bij Niet ongegrond is ven niet geleid te worden. By Hos. 26 en 27. steenlawines, die voorkeur zoeken ze hun weg vlak de vrees voor vallen. langs den afgrond. Let op het zadel. vooral ’s morgens 'Vierwoudstedenmeer, zoo genoemd 47 Gids. Deze zyn toegerust met een 61 vier oerkantons ; Uri, „pickel” (houweel) om trappen in naar de Unterwalden en Luzern. sneeuw en ijs te kloppen, een Schwijz, het schilderachtig- touw, spykerschoenen, rücksack en Het geldt voor Hier speelden zich de bergstok. Teekening. ste meer. van Teil, en werd de eerste Postwagen. Deze voertuigen kan men sagen af 48 bond gesloten. Nog herhaaldelijk ontmoeten. Groote Zwitsersche bergweide getoond, waar geelgeverfde postkoetsen met twee wordt de morgenschemering November of drie span paarden ervoor, die in de Stauffacher, Melchtal, Pürst de groote wegen afdraven. Aan de 1307 anderen den eed zwoeren raderen zitten remschoenen. en nog 30 om zich vrij vechten van het 49 Drahtseilbahn naar Mürren. Behalve juk (’t Rütli). Nu een tandrad gaan de treinen Habsburgsche met plaatje 1 r-fniint-p bpllingen op staat er een gedenkhuis. Het geeft het meer bij storm — de Föhn. de enge wanden van het Haslidal 62 ’t Rütli. komt. De föhn is een stormachtige 63 Dito. valwind, die niet heel vaak voor- 64 Tellskapelle. Op een vooruitsprin- komt, misschien 20 a 40 maal per gende klip stacat een kapel, gebouwd jaar. Gewoonlijk waaien in Zwitser- op de plaats, waar volgens de over- land Westenwinden, die met het dal levering Wilhelm Teil in den storm zijn meegericht. Boven stormt het aan land sprong. vaak, als het beneden vrij kalm is 65 Digi Staffel. of regent. Maar waaien de winden 66 Rigi Kulm. dwars over de Alpen, dan ontstaan 67 Rigi Kulm. De Rigi is een groep van de föhns, die dus geen warme Sa- bergen, door meren omgeven. Het harawind is, zooals men vroeger mooiste en wijdste Alpenpanorama geloofde, maar een luchtdruk, die is hier te genieten. 65 stelt voor heel hoog lag, en met des te grooter een punt nog niet aan den top; kracht naar beneden komt, omdat rechts den weg naar den top. 66 de Alpentoppen het langen tijd be- geeft het panorama op een hoogte letten. Bij het snelle neerstroomen van 1800 M. 67. Beneden ligt het in de dalen wordt de lucht ver- .Jura, warmd, en de temperatuur stijgt meer, rondom de Alpenketens ; Vogezen, Schwarzwald zijn van daar soms meer dan 10°. Al het houtwerk af te zien. droogt uit, en in den winter of in 68 Pilatus en Luzern. Duidelijk is de ’t voorjaar smelten groote sneeuw- oude ringmuur zichtbaar, die met massa’s, die de beken doen zwellen. zijn 9 torens al in 1385 gebouwd ’tWeer is helder als de wind giert, werd. en ’t droge land krijgt heldere 69 Pilatus, Eselwand. Een van de steilste kleuren. gedeelten van den tandradspoorweg, 76 Mischabelhörner bij Zermatt. die een helling heeft van 48°. Tee- 77 Stalden. De Visp bij Zermatt. kening. 78 Mariahilfkapell bfj Zermatt. 70 De Axenstrasze. Onderaan ziet men 79 St. Bernhardspas. Hier werd door duidelijk ’t verloop van den spoor- St. Bernhard in 962 het beroemde weg, die er in een tunnel verdwijnt hospitaal gesticht, het klooster, om door een vooruitstekenden berg welks monniken verplicht waren, te gaan. De lichte lijn, iets hooger, de reizigers kosteloos op te nemen, is de eigenlijke Axenstrasze, die in en tijdens de sneeuw (9 maanden 1833—65 gemaakt werd, in de rotsen lang bijna) met hunne groote uitgehouwen en byna gelykvloerscli honden verongelukten te zoeken 23/4 uur van Brunnen naar Fluelen en te helpen. Nog steeds zyn de langs ’t meer loopt. De Gotbhard- regels er dezelfde. De echte St.- spoor is dan eens beneden, dan Bernhardshonden zyn uitgestorven, weer boven, vaak ook gelijk met maar een ander soort, dat nu ge- den straatweg. bruikt wordt, draagt hun naam, 71 Eiger, Mönch en Jungfrau. (3975 M., en is heel scherp van reuk. Een 4105 M., 4166 M.) Duidelijk is hier observatorium is aan het klooster links op de plaat de Eigergletscher verbonden. De gemiddelde tempe- te zien, die in het Trümletenthal, ratuur is 1° C., en ’s zomersmorgens berucht en ontoegankelijk door la- zelfs is het meertje vaak bevroren. wines, uitmondt in den Trümmel- Rechts staat het lage huisje, waai- bach. Deze stort zich in het Lauter- de lijken der verongelukten werden brunnenthal, waarde Lutschine door geborgen; nu is het niet meer in stroomt, in een ketel van de rotsen, gebruik. waar hfj zich met geweld een weg De pashoogte is 2472 M. Aan doorheen baant. Links ziet men de passen is het land rijk. Hier drong helling van den Kleinen Scheidegg. in den tyd der groote glet,schers 72 Trümmelbach. het ijs overheen. 73 Brienzersee. 80 St. Bernhardsliond. 74 Als boven. De Brienzersee is met de 81 Adelboden met den Groszluhner. Thunersee door de gekanaliseerde (3055 M.) Aare verbonden, en staat 6 M. hon- 82 Adelboden met Wildstrubel. De foto ger. Zelfs in het koudste jaargetijde geeft mooi het ideale van een is het meer niet bevi-oren, en soms Alpenlandschap weer; de kom van woedt de föhn er hevig, als ze uit het dal, met de rondgeslepen wan- den, glooiingen, waar nu de weiden schnee” daarboven, terwijl beneden tegenaan liggen, in vakken verdeeld gewoon de zomer heerscht. door houten hekken; de dennen- Om een voorstelling te krijgen bosschen tegen de lagere bergen, van de reusachtige steenmassa’s, loofboomen om de huizen heen, waar men daar middenin staat, ’t hooi in oppers op den voorgrond stelle men zich aan den voet van bij de Sennhütte, en boven alles ’t hotel een mensch voor. uit de naakte rotsen met grillig 89 Gemmi met Daubensee. Dit is ’t verweerde vormen, en de verblin- hotel van den anderen kant gezien. dend-witte firnvelden van de hoogste Onder op den slingerweg loopen toppen. Uit den gletscher komt menschen, verloren in de reusach- een beek stroomen. Daarboven ligt- tige omgeving. De weg gaat vrij ergens in de wanden verborgen steil, ofschoon ze hier vlak lijkt, Engstligenalp, het Alpenmeer, dat maar als men zich de lijn verlengd al sinds overoude tyden is leegge- denkt tegen de helling op, ziet men loopen, en een graskom werd. pas, hoe er geklommen moet wor- 83 Adelboden. den. Links ligt de Daubensee, die 84 Engstligenalp. Het leeggeloopen Al- haar water van de Lammernglet- penmeer, nu bergweiden, waar scher krijgt, maar geen zichtbare 's zomers de koeien uit het dal afvoer beeft. Zeven maanden van grazen. Rechts van het hotel breekt het jaar ligt zij toegevroren. Zij is de beek tusschen de randrotsen 2 K.M. lang en maar 3—6M. diep. door en vormt de Engstligenfall. 90 .Leukerbad en de Gemmiweg. Vier Hierheen worden vanuit Adelboden minuten aan denzelfden kant van veel tochten ondernomen, evenals het hotel begint de beroemde weg naar de Gemmi over den Engst- naar beneden, langs een bijna lood- ligengrat. rechten gespleten wand, 600 M. 86 Engstligenfall. naar de diepte. Tusschen 1737— 40 87 Engstligengrat. Duideiyk ziet men is de weg gebouwd; hij gaat zig- hier in die hooge eenzaamheid, zagsgewyze en is zóó steil, dat de waar geen plant groeit (2640 M,}, menschen elkaar pas zien bij ’t hoe een „grat” er uit ziet, de ontmoeten. Van gevaar is echter glooiing met „geröH” bedekt, die geen sprake, daar de weg in den naar boven leidt. Soms is een grat berg gehouwen ligt. Het witte zóó smal, dat alleen geoefenden puntje bovenop is ’t hötel. Geen zich kunnen wagen op de kam, wagen mag eraf, paarden evenmin, waar gladde leisteenlagen en glij- zelfs niet het bekende Gemmi- dende steenen nauwelijks houvast wagentje, waarmee vanuit Rander- geven, zelfs aan een spykervoet, steg de tocht ondernomen wordt. en waar aan weerskanten duizeling- 91 Gemmiwagen. Heel laag bij den wekkend een afgrond dreigt. Van grond en tweewielig. Aardig is bovenaf ziet men dan honderden hier te zien, hoe zoo’n zigzag tegen meters diep het dal liggen, soms den berg opgaat. door een sluier van wolken, die 92 Brig en de Simplontummel. Rechts als grauwe rook tusschen de kale ligt Brig, links stroomt de Rhóne, spitsen wappert. en even voor de kromming ver- 88=16 Gemmi, Hotel Wildstrubel. (2329M.) dwijnt de spoorlijn in den berg. Het groote gebouw, met de kleine Niet als gewoonlyk is er een tunnel- vensters, en zoo goed als geen gang met twee paar rails, maar er vooruitstekende geeleelten, is een zyn er twee met enkel spoor, door voorbeeld van een hotel, zooals in zytunnels verbonden. In 1906 kwam ’t eigenlijke hooggebergte gebouwd deze z. g. basistunnel klaar. De woi'di. Vaak zijn ze maar een ge- tunnel is bijna gelykvloersch, ’t deelte van 't jaar bewoond, en de verschil in hoogte is maar van rest van den tijd staan ze verlaten 634—705 M. en er is een langza- in sneeuwstormen en gierwinden. merhand stijgende weg, die naai- Altijd ligt er hier en daar sneeuw, de tunnelopening voert. Deze ligt en als de menschen beneden in ’t gelijk met het dal. De rit duurt dal de bergen niet zagen door de 20 a 25 minuten, en de weg ligt wolken, dié .er om lagen, zien zij nog 9 K.M. op Zwitschersch grond- - 1 - i.H bpt- ontwaken denvolgen- gebied. Duidelyk zyn de geschoorde muren te zien. die de Rhóne by Brig binnen haar oevers moeten den weg door het Rliónedal. Hier houden. op de plaat is het niet te zien (de 39 Andermatt (straat). berg op den voorgrond ligt ervoor), 94 Andermatt en het Urserndal. Hier evenmin als de weg, die zich langs beginnen de reizigers gewoonlyk den hoogen wand naar boven hun tocht over den Turka en den slingert, en dien we pas links, bij Grimsel; zy is byna geheel per ’t meertje tevoorschijn zien komen. wagen te doen, en toch ligt de pas In dat meer, de Totensee, (2144 M.) 2436 M. hoog. Van 1864— ’66 werd begropven de Oostenrijkers en voor strategische doeleinden de be- Franschen in 1799 hun dooden. Op roemde Turkastrasze gebouwd. De het hoogste punt, hoog boven alles plaat toont duidelijk de ligging van uit. ziet men de eeuwige sneeuw van (3597 M.). Andermatt in de dalkom 1 1444 M.), den Galenstock het bruisende water der Reusz, die 98 Grimselhospiz (1875 M. . Rechts in grillige bochten komt aanslin- komen de windingen van den pas geren; in de verte ligt Hospenthal, dalen. Over de brug voert de weg met rechts de Turkaweg, links de over de vernauwing van ’t Grimsel- weg, die naar den Gotthard leidt. meer, en bereiken het Grimsel- Het dennenbosch links is een z.g. hospiz, dat in een kalen rotsketel „Bannwald”, een heilig bosch, waar ligt, waar alleen aan de zonzijde nooit een bijl zal klinken; het wat mos en schraal gras groeit. wordt ontzien, omdat het de na- 99 Grimselweg. Duidelijk te zien is de tuuiiyke bescherming is van ’t dorp beroemde Maienwand, zoo ge- tegen steenlawines. noemd naar de ryke flora. Noorden- Andermatt wordt voor de winter- winden kunnen er niet komen. sport druk bezocht. Het Urserndal, Beneden ligt Gletsch. en ziet men dat drie uur lang is, en 1/4 ^ 1/2 links tegen de helling nog iets uur breed, ligt aan alle kanten door van den Turkaweg. In de verte hooge bergen omgeven. Graan wil de gletscher met zijmoreenen. er nauwelijks groeien, en de winter In een rechte lijn boven den weg duurt er acht maanden. Per trein liggen de Nagelisgriltli, die vaak is het niet te bereiken. Beneden vanaf den Rhónegletscher worden door de rotsen ligt de St. Gotthard- overgetrokken. Let op de ver- tunnel. weerde vormen. 95 Panorama van den T urkaweg. Beneden 100 Handeckfall. Hier stort de geweldige, rechts, onder in het dal, heel flauw grauwgroene watermassa der Aare te zien, Andermatt. Men moet zich zich vanaf 75 M. hoogte van een de bovenste en. onderste plaat aan rotswand. Tot halverwege blijft elkaar denken. Links bovenaan ziet de stroom aaneengesloten, maar men duidelyk de windingen, waai- dan stort hij zich op de rotsen, de weg naast de Rhónegletscher en verstuift in schuim en water- naar Gletsch afdaalt. stof, waarop de zon regenbogen 96 Hospenthal. In de verte Andermatt doet schitteren. Duidelijk zyn en de Oberalpstrasze. Rechts op beneden links de grillige steen- den voorgrond de eerste windingen lagen te zien. van de (3-otthardstrasze, links het 101 Guttannen. (1049 M.). Het nauwe begin van den Turkaweg. De bouw- Haslidal, waardoor de Aare stroomt. val is een overblijfsel van een oude Duidelijk is hier de verweerde burcht, waar vroeger de edelen van vorm der bergtoppen te zien. Hospenthal woonden. Langs de „Geröllrinne” boven ’t 97 Grimsel, Totensee, Rhónegletscher, dorp zal menige lawine zijn neer- Turkaweg. Hier ziet men den gekomen. Turkaweg van den anderen kant. 102 Haslidal. Eerst recht, dan in lange windin- 103 Via Mala. Vanuit Thusis werd door gen, komt hij van den 2436 M. ’t Achter-Rijndal in 1470 een rots- hoogen pas, waar bijna altijd sneeuw pad begonnen, dat men om de ligt, hoog boven den Rhónegletscher. herhaaldelijk voorkomende lawi- Dwars over de jonge Rhóne voert nen, ..via mala” d. i. .,booze weg” de straat naar Gletsch, het oude noemde. In 1822 werd deze steeg poststation (1753 M.), knooppunt door kalkrotsen, die aan weers- van de drie groote Alpenwegen: kanten 500 M. bijna loodrecht Turkastrasze, Grimselstrasze en naar boven gingen, gebaand zoo- als ze nu is. Beneden bruist en moet een goede harde bovenlaag rommelt de groene Rijn. Er zijn hebben, waar de lange, platte ski’s plaatsen, waar nooit een zonne- over glijden. straal doordringt. Een van de 113 In de Zwitsersche Jura. (Les Rasses). bruggen gaat 70 M. boven ’t water. ’t Landschap is heel anders dan in de Als de nauwe gang zich opent eigenlijke Alpen, vlakker, golven- dalen. ligt voor ons het .Schamserthal, der de bergruggen, hooger de dat vroeger een meer was. De 114 De Doubs. Grensrivier van Frankrijk Jura. Let Via Mala is een goed voorbeeld en Zwitserland in de van een dwarsdal. Het staat ook hier op het verloop der bergen. loodrecht op den bergketen, en 115 De Doubs. Duidelpk ziet men de is woest met steile rotswanden, zachte kalksteenlagen, waarin de uitgeschuurd. die door ’t water in de zachte rivier zich heeft kalksteen werden uitgeschuurd. 116 La Cbaux de Fonds, ’t Middelpunt Jura, 104 De Taminakloof. Een 8 —14 M. breede, van de horloge-industrie in de 500 M. lange kloof, 9—14 M. waar de hooge dalen niet geschikt boven de schuimende Tamina. zijn voor veeteelt en landbouw. Jura, Het water is 37» C. en heeft ge- 117 Neuchatel, aan den voet der nezende kracht voor rheumatiek- aan ’t meer, dat 2 M. dieper ligt. die er lijders en nerveuzen. In 1038 al sinds in ’t N.-O. een rivier, werd de bron ontdekt en in 1242 in uitstroomde, gekanaliseerd is. bouwden een abt een badhuis er Wijnbergen, horloge-industrie; in boven, waaruit de zieken aan de verte de Freiburgsche Alpen, touwen naar beneden werden Dent du Midi en Mont-Blanc. gelaten. Nu staat er een badhuis 118 Genève. Zwitser- aan den ingang, en is de bron 119 Genève, de derde stad van Jura- slechts tegen betaling te zien. Er land (Zwitsersch Parijs). De heerscht een warme, vochtige keten te eener, de Mont-Blanc te de atmosfeer. Zóó dicht komen de anderer zyde. De Rhóne deelt die door 7 rotswanden ).>oven bij elkaar, dat stad in twee deelen, zijn. In de er op een plaats een weg overheen bruggen verbonden Chr. wordt de loopt. (De z.g. natuurlijke brug). eerste eeuw voor Rechts 105 De Reuszkloof. Boven ziet men een stad bij Caesar al genoemd. brug voor den Gotthardspoorweg. van de Mont-Blancbrug (260 M. een stand- 106 Engadin (Celerina). lang) 1’ile Rousseau met stadgenoot. 107 Bobsleigh. Door de droge lucht en beeld van den grooten de krachtige inwerking van de Vroeger stond er een vesting. De pas sedert 1 872. zon is het Engadin een oponthoud universiteit bestaat water, is voor badgasten, ’s Winters zjjn de Het meer heeft blauw plaatsen er beroemd om de winter- vischryk, diep (309 M. op sommige en op een sport. Op deze foto vliegt net een plaatsen), 72K.M. lang on- bobsleigh voorbij in de kromming plaats 13.8 K.M. breed. Door van een sleebaan. gelijkmatigen luchtdruk zijn er water, die 108 Bobsleigh, geeft eenzelfde tooneel schommelingen in het doen denken. in St. Moritz, het middelpunt voor aan eb en vloed is, is het wintersport. De voorman stuurt (Seiches). Als ’t windstil met een stuurrad. verschil van Vs— 1 Het meer bevroren. 109 Bobsleigh geeft een bob met vyf is nooit heelemaal koppen bemand. Het sturen ge- 120 Boot op het meer van Genève. Via Mala beurt niet met een rad, maar met 121 Achter-Ryn en uitgang der o/o ’^an den Zwitser- een touw of handvat. De inzit- bii Thusis. 70 behoort tot het tenden hebben bij een bocht al schen bodem Deze hun aandacht noodig, en manoeu- stroomgebied van den Rijn. samenvloeiing van vreeren de slee met bewegingen ontstaat uit op het van hun lichaam. De vaart is voor- en achter-Rijn. Zie en duizelingwekkend. plaatje de loodrechte wanden, het Schamsdal. 110 Baan voor sleden, geeft het gedeelte- op den achtergrond b\) Reichenau. lijke verloop van een baan. Aan 122 Voor-Rijn en achter-Rijn. de kanten de voetstappen der 123 Vereeniging van voor Onder toeschouwers. Links vooraan de voor-Ryn. brui- —oi-.nnnr>ri don berg af. Een de spoorbrug door komt de c-m-irio nf‘btpr-Riin stroomen. 124 Als boven. heet naar de kleur van haar water, 125 Boclensee. Hier spoelt de Rijn zijn in tegenstelling met haar zuster- water schoon, en brengt het puin rivier, de Zwarte Lütschine, waar- van de bergen mee in de delta, mee zij zich vereenigt. die hij vormt. Let op de vlakkere 135 Reusz bij Amsteg. Ook de Reusz oevers; pas verderop beginnen de behoort tot het stroomgebied van hooge bergen weer. Booten, zooals den Rijn, als zyrivier der Aare. er hier een te zien is, varen ge- 136 De Inn. Waterval bij St.Moritz. regeld op de meren heen en weer. St.-Moritz (1840 M.) is in ’t boven- 126 Rijn bij Schaffhausen. Hier is de Engadindal de hoogste badplaats, stroom al veel breeder geworden. (Staalbron), gelegen by het lange, Het groene water zal weldra van blauwgroene meer. ’s Winters is de rotsen naar beneden bruisen. het een middenpunt van sport 127 Rijn bij Schaffhausen. (waterval). ’t Büven-Engadindal is boven St.- Het water van den Rijn, die hier Moritz ’t mooiste, met heldere 16d M. breed is, stort zich in drie meertjes, heerlijke alpenflora en watervallen over een bank van hooge larixen- en pijnboomwouden, kalksteen. De grootste hoogte is die hier tot op een hoogte van 19 M. Als de zon op bepaalde 2200 M. groeien, terwijl men ze tijden erin schijnt, staan er regen- elders zelden hooger aantrett dan bogen over. Middenin staan rotsen op 1900 M. „Negen maanden winter- van harde Jurakalk, die niet zoo en drie maanden koud” heel het gauw uitslijt. Met een bootje gaat er, maar ’s zomers kan de zon er men van den tuin rechts naarde branden. hoogste rots, en dan verder naar 137 Airolo en de Tessino. den anderen oever. 138 Waterwerken in de Rhóne bij Brig. 130 Haslidalbewoner. De bewoners van Gemetselde dammen beletten het het Haslidal, die in type afwijken Rhónewater de vlakte te over- van de omwonenden, zijn volgens stroomen. de sage uit Scandinavië afkomstig. 139 De Rhóne stroomt in ’t meer van 131 Aare by Aarburg. Het slot op de Genève. Grauw is ’t Rhónewater rots is in de 17de eeuw door de van al de modder, die het aan- Berners gebouwd. voert, en ’t aangeslibde land 132 Het Lauterbrunnendal, de witte moerassig aan de monding. Nog firnvelden van de Jungfrau. Door een half uur ver het meer in kan ’t dal, waar Lauterbrunnen ligt men aan den golfslag de rivier neergestrooid, stroomt de Lüt- volgen. schine, waarin links (hier onzicht- 140 Waar ze ’t meer verlaat. Als een baar) de Trümmelbach stroomde, heldergroene, schoongespoelde ri- en rechts met een wuivenden vier verlaat de Rhóne het meer; waterval de smalle Staubbach, in en stroomt onder de Pont du gewone tijden klein, als de sneeuw Mont-Blanc door, dien we hier smelt bruisend en woest, gelijk zien. Het boomgroepje beschaduwt alle bergbeken. 1’ile Rousseau, dat herinnert aan 133 Het Lauterbrunnendal. De dalwan- den groeten man, die hier in 1712 den zijn U-vormig, en gaan terras- geboren werd. gewijze naar boven. (Links ligt 141 Vispdal by Zermatt. De Visp is een Wengen, rechts Mürren op zoo’n van de belangrijkste zy dalen van terras). Denkt men zich die ter- de Rhóne. De groots spoorweg rassen verbonden, dan bemerkt naar Zermatt loopt erdoor. men, dat daar vroeger het dal 142 De Visp. lag: hooger en breeder. De meeste 143 Landschap in het Saasdal. De Saas zij dalen liggen veel hooger dan ’t is een zijrivier van de Visp. hoofddal. Alleen in gebergten, die 144 Oorsprong der Arve. Dit is de zy- vroeger diep onder het ijs lagen rivier der Rhóne, die niet on (in Scandinavië b.v. ook) komt die Zwitsersch gebied, maar op den vorming voor. Mont-Blanc ontspringt, en alleen 134 Witte Lütschine en Jungfrau. By een heel klein eind op Zwitser- Interlaken bereikt de Lütschine schen bodem stroomt: daar, waar even voor ’t Aarekanaal de Brien- ze zich beneden Genève met de zersee, dwars door de z.g. Matten, Rhóne vereenigt. den weigrond van de delta. Zij 145 Meteorologisch station. Een net van meteorologische stations bedekt 155 Interlaken, de naam zegt het al, ligt Zwitserland, en is vooral van tusschen 'Ihuner- en Brienzersee, belang voor de toeristen, die voor- op ’t lage land. Het is een mode- uit het weer moeten kennen. badplaats, en een middelpunt voor 143 Bundeshaus in Bern. Dit is het reizigers. De Jungfrau beheerscht parlementshuis, teekening van de het dal. Zwitsersche regeering, pas in 1902 156 Gri'indelwald. Van hieruit worden voltooid. Bern ligt half op een groote bergtochten ondernomen. eiland, gevormd door de Aar, die De Wetterhorn beheerscht het dal, 35 M. lager stroomt. waar de zwarte Lütschine door 147 Lauben in Bern. Hier krygt men stroomt. een kijkje op de oude straten, 157 Zermatt en de Matterhorn. In ’t dal waar de winkelgalerijen, de z.g. stroomt de Visp. Lauben, achter de bogen liggen. 158 Matterhorn. (4482 M.) Baedeker 148 Lauben in Bern geeft het inwendige spreekt van een berg, die als een van de Lauben te zien. Zy zijn vlam opstijgt, zoo steil, dat aan glad geplaveid, en men loopt er den top geen sneeuw blijft hangen. tegen regen beschut. Eigenaardig 159 Matterhorn en Gold’ Herens. (3480 M.) is in de open straat de bron met 160 Matterliorn van Breuil uit. (Zuid- het beeld erop, zooals Bern er zijde). Breuil ligt al in Italiaansch zooveel kent, en die meest uit Zwitserland. de I6de eeuw stammen. 161 Vispdal en Matterhorn. De Visp is 149 Lausanne. De hoofdstad van Waadt- een zijrivier van de Rhöne. Zij land (Pays de Vaux), universiteit. ontstaat uit twee takken, waar- Het hoogste gerechtshof (Bundes- van de voornaamste op den Mat- gericht) zetelt hier. terhorn ontspringt, en langs Zer- 150 Luzern en de Pilatus. De Reu.sz matt stroomt. heeft juist links de Vier-wald- 162 Turgengletscher en Matterhurn stattersee verlaten. In ’t midden 164 St. (3-otthardtunnels (schematisch). van de plaat ligt het station (kop- 165 St. Gotthardtunnels (schematisch). station). De twee torens zyn van 166 St. Gotthardtunnels (foto). De z.g. de oude Hofkirche. Rechts de kehrtunnel van den Gotthard- overdekte Kapellbrücke en de spoorweg bij Wasen. De zwarte Wasserthurm, waar ’t archief be- lijn op het schema geeft de spoor rust. Vi'oeger behoorde deze toren te zien, voor zoover ze met het tot de verdedigingswerken; hij oog te volgen is; bij de gespik- stamt uit de 13de eeuw. kelde Ujn verdwijnt ze in een 151 De houten brug te Luzern. De omgebogen tunnel. Bij Wasen in houten brug (één van zeven brug- het Reuszdal zyn er drie zoo, om gen) is, zooals men in Zwitserland den trein, die door een hauw dal dikwijls ziet, tegen de invloeden met steile wanden naar boven van ’t weer overdekt. Zy stamt moet, ruimte te geven en den weg uit 1300, en ligt schuin over ’t mogelyk te maken. De tunnels water. Boven in de vakken van zijn zóó aangelegd, dat de ingang de zoldering zyn kunstlooze schil- veel lager ligt dan de uitgang, derstukken aangebracht, die ge- zoodat de trein by ’t verlaten van deelten uit de geschiedenis weer- den tunnel hoog over haar vorigen geven. Luzern heeft nogzoo’nbrug. weg heenkruist. De cyfers op het 152 De houten brug te Luzern van schema duiden op het hoogtever- binnen. schil. Op de foto komt de trein 1-53 De Leeuw te Luzern. Dit is ’t be- van links, gaat over het viaduct roemde gedenkteeken, naar een op den voorgrond (de onderste is model van Thorwaldsen in zand- een ry weg), onder den heuvel door, steen uitgehouwen, ter herinne- waarop het kerkje van Wasen ring aan de oude Zwitsersche staat, en dan terug over het garde, die in 1792 de Tuilerieën hoogere viaduct, met een boog verdedigde. Bijna 800 man, ge- weer naar Wasen. trouw aan den Franschen koning, 167 Geschenen. Beginpunt van den groe- zijn toen gevallen. De afmetingen ten tunnel. Het hooge dal, ontoe- van de grot en van ’t relief zijn gankelijk voor den trein, maar waar de oude pasweg door voert, m.. ---i r)öar>hAnpn. G4998M. lang). ;)

(De Simplontunnel is 199U3M., de lersche monnik er een Bene- nieuwe Arlbergtunnel 1027U M.) dictijner klooster, in de 83te en Die te Geschenen, voltooid in 1880 IQJe eeuw een der geleerdste hoo- 176 (Ekkehard gaat dwars door ’t Gotthardge- gescholen in Europa. bergte, naar ’t midden oploopend, v. Scheffel.) maar biyft toch nog een duizend Appenzell (789 M.) Sedert 1597, den M. beneden den pas. Er ligt dubbel godsdienststrijd, is ’t kanton Ap- gescheiden in een prote- spoor, 8 M. is hy breed, 6^ M. hoog. penzell Een sneltrein gaat er in 14—20 stantsch gedeelte : Auszer-Rhoden, minuten doorheen. Lantaarns zor- en een katholiek gedeelte: Inner- gen voor de verlichting, en de Rhoden. Het eerste heeft veel temperatuur blyft 2D C industrie, vooral weveryen en machinale bor- 170 Airolo ligt aan den tunneluitgang, fabrieken voor aan den Italiaanschen kant der duursels; de bevolking in ’t tweede „chalets” meer, maar gedeelte leeft voornameiyk van Alpen ; geen ruw steenen huisjes. Let op dat landbouw en veeteelt, ofschoon van den voorgrond, opgetrokken ook van daar de handborduursels iu elk huisgezin uit kleine ongevormde steentjes, komen, die bijna vervaardigd. Op de Lands- en grijs van kleur. In ’t dorp is worden koeien markt. gemeindeplatz in Appenzell komen Door sterke bouwwerken en af- op den laatsten Zondag in April Inner-Rhoden, voer van' beken wordt Airolo be- alle burgers van bescherrnd tegen lawines. In 1898 die stemrecht hebben, bijeen, om overheidspersonen te kiezen, en is het gedeeltelijk door een lawine verwoest De Rotondogroep (pizzo te verhandelen over de wetgeving. J uragebergte. Rotonde is de hoogste top van 178 Rijn bij Bazel en zyn bruggen. den St.-Gotthardgroep (3197 M.) 179 „ „ „ met rechts beheerscht het dal. Rechts komt Links de hooge oever, de de weg naar beneden van den pas. lage, waar de brug met een trap Er gaan drie bruggen over 171 Bij de Duivelsbrug. afdaalt. den voorgrond de 172 De Duivelsbrug. De oude weg over den Rijn. Op den St.-Gotthavd, op sommige plaat- middelste, in 1905 uit graniet ge- sen open voor lawines, voert in bouwd, op de plaats, waar vroeger houten brug uit de 13de eeuw ’t woeste landschap over de Dui- een velsbrug, die over de Reusz ligt, lag. De kleine kapel, die men tijden, daar, waar een waterval zich 30 M. ziet, diende, in vroegere Rijn te diep naar beneden stort. De brug om de heksen in den werd in 1830 uit graniet gebouwd, gooien. weerskanten dicht by de oude, die nu weg is, 180 Bazel (282 M.) ligt aan heuvels en waar in 1799 de Franschen van den Rijn, links op twee lagen door Suwaroff bloedig werden te- gebouwd, rechts op den ruggedreven. Om den geheel en oever. In 374 werd het al ge- St.-Gotthard liggen verdedigings- noemd. In 1460 kreeg het zijn werken. universiteit. Schilderachtig rijzen oevers op, terrasgewijze 173 Chur, oudtyds zetel van de machtige de hooge bisschoppen, hoofdstad van Grau- met tuinen bedekt. Van dePfalz, boomen beplant terras bünden, ’t 'grootste kanton van een met 20 M. boven Zwitserland ^^.n ’t gebied). voor den Münster, (Ve bergen van Wijn groeit er op de bergen. Door den Ryn, ziet men de het dal stroomt de Ry'n. ’t Schwarzwald. der tuinen genoemd, 174 Davos, badplaats voor longzieken, 181 Zürich, de stad grootste stad van Zwitserland. ’s winters druk bezocht door men- de scheidt haar schen, die wintersport beoefenen. De groene Limmat voor-histori- Davosdorf ligt 1574, Davosplatz in twee deelen. In al menschen 1559 M. hoog, in een hoog dal, sche tijden moeten er op voor ruwe winden beschut. gewoond hebben, in woningen, zooals uit opgra- 175 St.-Gallen (669 M.). Een van de palen gebouwd, stond hoogst gelegen Europeesche steden vingen gebleken is. De stad geestelijke (495U0 inwoners), een der gewich- aan het hoofd van de is van tigste middelpunten voor handel beweging. De universiteit 1862. en industrie (borduursels). In 64U 1832. het polytechnikum van middel- stichtte de heilige Gallus, een 182 Freiburg heeft nog een eeuwsch karakter (het werd in 184 Lawinen in den loop van de Reusz de 12de eeuw gebouwd), met beneden Wasen. torens, oude huizen en vesting- 185 Vastleggen van „Geröll” dat met werken. Katholieke universiteit lawinen meekomt aan de Albula (1889). De bovenstad is door een baan. drahtseilbahn met de benedenstad 186 Lugano. Huizen aan het meer — verbonden. Op deze plaat is de de typische Italiaansche huizen, hangbrug te zien, die 75 M. boven witgepleisterd met dikke muren 183 de warmte een bijrivier van de Saane hangt en blinden alles om leen zijrivier van de Aare). Let tegen te houden. op de uitgeslepen kalkrotsen en 187 Lugano. Markt. de overdekte brug. 188 Tropische plantengroei en een villa Gevolgen van een ruïne in het aan de Italiaansche meren. Wispdal.

AAF'. SIAM. Tekst van Dr. J. H. ABENDANON. 21 Platen.

Tempels. 1 Gezicht op de rivier de Menam en 11 en 12 de de stad Bangkok. 13 Een tempel met een gezicht op 2 en 3 Gezicht op de rivier de Menam. woning der priesters. tempel. 4 Een straat in de rivier. 14 Het inwendige van een o Koninklijk paleis. 15 Een tempelplein. een brie- 6 De vorige koning in statiegewaad. 16 Rechts twee priesters, links bovenaan een prinses. 7 De koning en zijn gemalin. venbesteller, 8 Het ommuurde deel der stad. 17 en 18 Tempels. 9 Een weg in de buurt van het paleis. 19 Een zijtak van de Menam. de rivier. 10 Een der groote tempels, voorzien van 20 en 21 Landschappen aan vergulde torens.

/\CM. * REIS NAAR INDIË. Bylage: Naar Nederlandsch-Indië, Aardrijkskundig Leerkoek door J. 1». HOOFTMAN en K. Cr. HOUT^EN. Met wehvillende medewerking der Stoomv. My. „NEDERLAND”. ACM.I. Over zee naar Genua.

Sloependek mailboot. St. Mij. Neder- 1 Kaart van het Oostelijk Halfrond met 6 aangegeven reisroute. land. mailboot. St. Mij. Ne- 2 Kaart van Europa — de Middelland- 7 Promenadedek sche Zee. derland. St. Mjj. Neder- 3 Loodsen der St. Mij. Nederland. Han- 8 Rooksalon mailboot. delskade, Am.sterdam. land. Nederland. 4 Dwarsdoorsnee mailboot. St. Mij. 9 Eetzaal mailboot. St. Mij. Nederland. 10 Mailboot in het Y. bediende aan boord. 5 Twee persoonshut mailboot. St. Mij. 11 Javaansche -1 1.1 ^ 12 In de sluis te IJmuiden. wijn tegen de hitte 13 De pieren uit, worden om de 14 Vuurtoren en semaplioor. te beschermen. Algesiras. 15 De vuurtorenwachters op den omme- 39 Gibraltar vanaf stad tegen dc rots. gang van den toren, met kijkers 40 ,, de zee afzoekend. 41 Kurkboomen bij Gibraltar met afge- 16 Bomschuiten in zee. stripte bast. de ligging aan 17 Onze duinenkust. 42 Gezicht op Tanger en 18 Lichtschip de Noordhinder met neer- de kust. gelaten lantaarn. 43 Ingang in de ommuurde stad. — Zie 19 Vlissinger mailboot in de verte. verder „Arabische stad”. voordoet van 20 Meeuwen volgen het schip. 44 Algiers zooals het zich — dit is de Euro- 21 Kalkrotsen bij Dover. uit de haven 22 Haven van Dover. peesche stad. (oude prent). 23 Sheringham rotsen met lagen van 45 Algiers in de 17de eeuw musteen op kalk. Het was toen een berucht zeeroo- admi- 24 Needles op Wight. versnest en de Hollandsche juist eenige zeeroovers 25 Vuurtoren bij Beachy-Head, vanwaar raal heeft prent schepen die het kanaal passeeren terecht gesteld zooals op deze gesignaleerd worden. is te zien. en 26 Engelsche oorlogschepen. 46 Bedouinenkamp bij palmboomen aangebon- 27 Oorlogshaven van Brest met de forten oase — een kameel staat en een opleidingschip. den — zie verder „In de woestijn”. 28 De gevaarlijke Bretonsche kust vol 47 Oude havens van Carthago. rotsen en met zware branding. 48 Interieur der oude waterreservoirs Pointe du Kaz. van Carthago. „Neder- 29 Bretonsche bruiloftgangers. 49 De „Rembrandt” van de Mij. Genua. 30 Sardinevangst — de sardines worden land” in den haven van door vrouwen schoongemaakt. 50 Genua. Standbeeld van Columbus. Hertogelijk Paleis. 31 Kaap St. Vincent. 51 „ Markt. In vele landen is het 32 Haven van Lissabon. 52 „ dat ieder zijn 33 Overzicht over de stad Lissabon. gebruikelijk op de 34 Rijk gebeeldhouwde kloostergang levensbehoeften zelf (Gothiek-Renaissance) uitwendig. markt gaat koopen, daarom markt 35 dito dito inwendig. is daar lederen morgen groenten, vruchten, 36 Cintra bij Lissabon. Moorsche archi- waar ver- tectuur. vleesch, visch wordt 37 Stierengevecht. kocht. 38 Wjjnwagen — de kap kan opgezet 53 „ Campo Santo. ACM.II. Genua over land.

terrasvormige aanleg der wijn- 1 Keulen. De Dom. de Standbeeld van bergen 2 „ Markt. Priedrich Wilhelm III. Oude 15 Frankfort de Romer. Markt met oude huizen, in de verte de Dom. huizen. straatje, 3 Bonn. Standbeeld van Beethoven. 16 „ oud Vierwoudstedenmeer en Tell’s kapel. 4 Ingang Groote Rijnbrug. 17 „ panorama. Links 5 Zevengebergte. 18 Rigi Kulm met 6 Tandradbaan. beneden het meer. 7 Vesting Ehrenbreitstein. 19 Luzern. De Pilatus. 20 Oude houten overdekte brug. 8 Ruïne Drachenfels. ., 9 St. Goarshausen. en de Katz. 21 „ Leeuw. De 10 Rijnstoomboot in Loreleirots. 22 St. Gotthardbaan. Tunnel. Schema. stippellijn geeft het 11 Burcht Rheinstein. Rechts op den anderen oever de terrasvormige gedeelte van de baan aanleg der wijnvelden. dat in den berg loopt. ViaduktenbijWasen. 12 Oude kraan by Andernach waar uit 23 „ Tunnelingang. ’t gesteente molensteenen worden 24 „ gemaakt en verscheept. 25 Een der oude wegen naar Italië. De hospice. 13 Oude huizen met vakwerk Bacharach. St. Bernard pas en het Fiesole. 14 Muizentoren bij Bingen. Duidelijk 26 Olijventuinen te

0 -*

ACM.V. Arabische stad en de woestijn met een oase

woestijn. 1 Gezicht op een Arabische stad (Aleppo 24 Karavaan door de met de Citadel). Zie de koepels der 25 Karavanenweg — een kameel is onder- moskeeën en de slanke minarets, weg gestorven, men heeft het dier waar de wachters de uren voor het laten liggen en in korten tijd is er gebed afroepen. niets over dan ’t gebleekte geraamte. 2 Dito. Zie de platte daken, daar huist 26 Zandstorm in de woestijn met zand men ’s avonds als ’t koeler wordt: kolomvormig opwervelend vaak zijn er tuinen op aangelegd. (teekening). in 3 Binnenplaats in een Arabisch huis. 27 Gezichtsbedrog in de woestijn — Het leven concentreert zich om de verte lijkt ’t den dorstigen rei- deze binnenplaats, waar het koel is, zigers of een oase te zien is, maar en dikwijls een fonteintje klatert. als ze dichtbij komen is alles ver- 4 Galerij om de binnenplaats. dwenen (teekening). 5 Buitenzijde van een Arabisch huis 28 Een mehari op zijn kameel. naar de straat toe, bijna zonder 29 Rust in de woestijn — een vuurtje ramen, alleen een kleine deur om wordt aan gemaakt. ’ binnen te komen. 30 Gebed. Aan den stand van de zon 6 Straat. kent de reiziger den tyd. Als het 7 Dito, tegen den heuvel, trap op, tijd voor het gebed is, maakt hij uit, dat trap af. (Gekleurd). halt en spreidt het bidkleed 8 Straatje in het jodenkwartier. hij altyd bij zich heeft (teekening). 9 Markt, waar de dageJijksche levens- 31 Dito, hij buigt zich ter aarde. behoeften verkocht worden. 32 Een oase in de verte — palmboomen. 10 Gesluierde vrouwen. Het witte gebouw is de moskee. 11 Arabisch koffiehuis. 33 .Ingang in het dorp. 12 Dadelverkoopster- Zie het ornament 34 Moskee. om den erker en de raamomvatting. 35 Huizen van gedroogde leem. 13 Bazaar. 36 Pompen van water. Door de aanwe- 14 Moskee. zigheid van water is hier het wonen 15 Ingang moskee. mogelijk; de tuinen worden met 16 Poort in de stadsmuur. kanaaltjes aangelegd, die dan vol- 17 Monumentale buitenpoort van de gepompt worden. Het ezeltje loopt citadel van Aleppo. in de rondte — als bij ons een 18 Tweede burchtpoort en citadel. paard in de dorschmolen. 19 Gevel der Khan Wejir met als kant- 37 Tuinen, er loopt een gootje door, dat werk rijkversierde omvatting der met water wordt volgepompt. ramen. 38 Toren van gedroogde leem om toezicht 20 Gezicht op de stad Urfa. Tn de verte op de tuinen te houden — de huizen de woestijn. er om heen zijn verlaten. 21 Stapelplaats van goederen waar de 39 Waterdrager, in zakken van huiden karavanen afgaan — balen liggen wordt het water uit de bron gehaald. klaar om op de kameelen geladen 40 Meisjes wasschen by een bron. te worden. 41 Arabier en Abessyniër. 22 Karavaan breekt op. Om ze te laden 42 Een praatje in de openlucht — allen laat men de kameelen knielen, dan zitten gehurkt. worden de pakken schrijlings op 43 Een Bedouïnentent, kameel staat den rug geladen. aangebonden. 23 In de woestijn — duinen. 44 Dito, vrouwen zijn aan het weven. ACM.VI. Suez»Kanaal. Roode Zee. MekKa.

1 Kaart van het Suez-Kanaal. om de bagger direct van den bagger- 2 Portret van De Lesseps en Saïd-Pacha. molen ver weg op ’t land te brengen. 3 Het Kanaal en het Menzaleh-meer. 6 Dito met lange, buigzame afvoer, die 4 Baggermolen. In de gedeelten dicht uit gekoppelde buizen bestaat. "bij de zee of de meren kan de 7 In het kanaal — men passeert een bagger in baggerschuiten gelost en zeilboot. door deze in zee gebracht worden. 8 Wachtend op booten in de andere 5 Baggermolen met lange vaste afvoer. richting bij verbreeding (station). 9

Graafwerk aan de verbreedingswer- 14 Dolfijnen. ken, in 1887 begonnen, om het 15 Gezicht op de Moskee te Mekka. In kanaal over de geheele lengte een het midden van de plaat is breedte van 37 M. te geven, waar- te zien de kubusvormige door het oponthoud in de stations Ka’bah’.

verminderd wordt. 16 „ dito en gezicht op de stad. 10 Veer bij Kantara. Karavaan trekt 17 Kampeerende Mekkapelgrims in het over het kanaal. dal van Mina. 11 Het meer Timsah vanaf Ismaïla, zie 18 Mekkagangers van Sumatra met hun het drukke bootverkeer. Sjeick (gids). 12 Suez kolenstation. 19 Zwerm sprinkhanen. 13 Koraalriffen met branding. 20 Aden.

ACM.VII. Van Aden tot Batavia.

1 Vliegende visch. 14 Indisch landschap — ingang van de 2 Kust van Ceylon dicht by Colombo. Padang-rivier — palmboomen — Kokospalmen en visscliersschuitjes groene heuvels. op ’tland getrokken; deze zyn van 15 Officieren kampement te Padang. een uitgeholde boomstam gemaakt 16 Oranje hotel te Padang — Indisch met een uitlegger die het vaartuig huis — voorgalerij. in evenwicht houdt. 17 Huis op palen in Noord-Sumatra met 3 Ceylon. Visschersprauw. atap gedekt. koffie te Padang. 4 „ Zware bamboes lammen. 18 Verladen van 5 „ Reusachtige rubberboomen. 19 Sabang baai. prauwen en 6 „ Tnlandsch huis. 20 Singapore, haven met 7 „ Badende olifanten. stoomschepen. inlander 8 „ Inlander klimt in een palm- 21 Rickshaw, wagentje door boom. getrokken.

9 „ Panorama met terrasvormige 22 Opiumhuis. sawaliaanleg. 23 Voorgevel van Chineesch huis. palen. 10 „ Theetuin. 24 Visscherskampong op strijd in de haven 11 „ Plukken van de thee dat 25 Oude prent van den zeer voorzichtig moet ge- van Bantam, waar de Hollanders schieden. door Inlanders worden overvallen. 12 Oude punt van ontvangst der Hol- 26 Oude reede van Batavia. landers door den Koning van Candy 27 Nieuwe haven van Tandjong Priok. op Ceylon, terwijl een fakir wonder- 28 Oud-Batavia met grachten. kunsten verricht en een ketting 29 In de Ohineesche wyk. door zijn been heen trekt. 30 Modern particulier huis aan het 13 Tropische plantengroei. Koningsplein.

Bl^. VAN OUDE VOYAOIEN door Dr. M. G. DE BOER. Uitgever H. MEÜLBNHOPF, Amsterdam 1913. III. De wereld om.

1 Pinguins. 7 Overwinning op den admiraal van 2 Vrouw, gehuld in een mantel van Manilla. Pinguinhuiden. 8 De baai van Borneo. 3 Porto Desire. 9 De Eendracht en het jacht Hoorn. 4 De straat van Magellaen en alle 10 Porto Desire. kusten van Chili tot St.-Jago. 11 Oocos- en Verraderseiland. 5 Het admiraalsschip en een jacht 12 Het Hoornsche eiland. achtervolgen een Spaansch schip. 13 Journaal van Guillaume Schouten. ’ ' ' ’ ” Manilla. BIVl. * OM 1813.

Biijlage: „Overheersching- en Vrijwording”9 van JOH. NABER.

Bladzyde en lioofdstukken verwyzcn naar dit boek. Zeden en gewoonten.

te water 1 Kleederdracht — heer en dame op Het teutjacht, waarmee men een theesaletje. reisde. ‘2 in de stad Bij den pruikenmaker, satirieke prent 10 De toeslede, waarmee men omstreeks 1795 •— het aati passen reed — waarnaar nog de rijtuig- der pruiken voor de verschillende verhuurder sleper heet. beroepen. 11 Kinderprent. Het diligence-spel, zoo- 3 Kleederdracht begin IQde eeuw. Visch- als ons tegenwoordig ganzenbord, markt te Rotterdam. (Teekening met de voornaamste prenten van stal van Langendij k). de reis als; uitgaande poort, 4 Kermis te Amsterdam, bij avond. In met versche paarden, hoefsmid, de verte de kijkspelen met fakkels herberg. verlicht. (Teekening v. Langendijk.) 12 Kinderprent. Kermisvermakelijkhe-

als : ’t beestenspel, poppen- -5 Een ritje naar het buitenhuis. den, 6 Wandeling langs den Amstel — te kast, dansende beer, muzikanten. Amsterdam — de tegenwoordige 13 Kinderprent. Kinderdeugden en ge- Utrechtsche Zy — toen nog buiten breken ziet ge op deez’ prentjes men ziet de koepels — in de verte spreken. De school, de jongen die de Hooge Sluis. „ten toon moet staan”. Het vlijtige 7 De laatste nieuwstijdingen. meisje, dat zoo keurig haar kabinet slordige meisje. 8 Op reis in ’t begin der IQiio eeuw. in orde houdt. Het ziet in deez’ De diligence; als ’t tegen de heuvels 14 Kinderprent. Kinders op gaat, stappen de reizigers uit, tafrelen uw broeders en uw zus- loepen er achter aan. ters spelen. Kinderspelen.

Portretten.

15 Willem, prins van Oranje, .later Wil- Nederland niet meer als zelfstandig 27 lem I koning der Nederlanden. rijk bestond. 23 Admiraal Verheull, die zich meer- 16 Gysbert Karei van Hogendorp. malen onderscheiden had, door 17 Leopold graaf van Limburg Stirum. Napoleon zeer gezien was. In 1813 Lebrun. Hertog van Plaisance in den Helder 18 \ ^ was hij bevelheober Stadhouder des Keizers. fort en de schepen — maar / § ö van hét d’Alphonse. Intendant. terugtrokken, meende 19 l -o toen alle zich 20 De Stassart, prefect van het f hij juist in tijd van tegenspoed departement der monden van \ ® den eed aan den keizer niet te ^“ de Maas. / mogen verbreken. 21 De Celles prefect van het departe- 24 J. M. Kemper, commissaris - generaal ment der Zuiderzee. van het algemeen bestuur in Am- 22 Hendrik Doeff, Bevelhebber der Hol- sterdam. deel II. hoofdstuk 6. landsche factorij op Decima, die 25 Mr. Joan van der Hoop. President weigerde deze aan de Engelschen van het Provisioneel bestuur te over te geven, op Decima bleef de Amsterdam, deel II, hoofdstuk 3. Nederlandsche vlag waaien, toen 26 Robert Pagel.

Historische en satirieRe prenten.

Satirieke prent op de toestanden in der toezicht van een Fransch gene- de Bataafsche Republiek na de raal. komst der Franschen. b Vertrek met een bus voor vrijwillige ’t am- Cl Geldzakken worden geleegd in den bijdragen voor vaderland. De bodemloozen put „La France”, on- bitie is klaarblijkelijk niet groot. - —

berookt, met onbelaste vrij inge- De bewaker is er by van honger han- voerde tabak. Op den voorgrond omgekomen — spinnewebben | Hollander, de Engelschman. gen aan den muur. De brave man, de Blz. 115 enz. die er wat in wilde werpen, vlucht Spotprent op de gevangen douanen vol angst uit deze lugubere plaats. maar uit, zes douanen voor Kaart der departementen van Noord- ,.zoek een duit”. Nederland in 1810 na de inlijving. Guillotine voor de Waag op de Spotprent op de conscriptie. De con- Nieuwmarkt te Amsterdam. scriptie, het continentaal stelsel, de Garde d’Honneur. censuur hebben wel de meeste ver- Afscheid der Garde d’ Honneur, hoofd- bittering gewekt tegen hetFransche stuk X, deel I. bestuur. Hier ziet men hoe er in wordt. Pupil keizerlijke garde. Veel kinderen ..de vergulde plak” geloot uit weeshuizen werden naar de Allen worden gezonden naar den pupillenschool te Versailles ge- dood”, om ten slotte miserabel te zonden. in den val, genaamd „het sterven Samenkomst van Van Hogendorp, bed van eer”. Alleen gebrekkigen V. d. Duyn van Maasdam, J. M. blijven tot hun vreugde achter, Kemper, J. A. Changuion, Limburg verder een die onder do maat is Stirum, Fanius Scholten op 20 Nov. en een zuigeling die te jong is. 1813. Op de tafel de Oranjevlag. Daarbij staat een jonge man, die Blz. 216. is, maar zich tegen geld ^ ^ vrijgeloot Amsterdam. Verbranden der rempla^ant verhuren wil om Opstand als douanenhuisjes 15 Nov. 1813. zijn onderhoud te voorzien. in proclamatie, die op 17 Nov. en volgende. Eerste Blz. 75 verspreid werd. van Engelsche koopwa- in den Haag Verbranden van het bewind door Volgens het decreet van Fon- Aanvaarding ren. Van Hogendorp en Van der Duyn tainebleau werd de invoer van van Maasdam in naam van den koloniale waren tegen een invoer- Prins van Oranje, 21 Nov. 1813. recht van 50 o/o toegestaan, maar de Van Hogen dorp wilde dat de bond- Engel sche fabrieksgoederen m oesten genooten ons niet als overwonnen onverbiddelijk worden verbrand. land zouden beschouwen, maar hier Blz. 90. reeds een georganiseerden tegen- Prent op de censuur op de drukpers. stand tegen de Franschen zouden Spotprent op den terugtocht uit Rus- vinden, vooral een georganiseerd land. Een Fransche soldaat komt bestuur. Hoofdstuk V, deel II. miserabel en verkleumd zich war- van Fagel en de Perponcher men aan een olielampje en een Gehoor prins te Londen. 21 Nov. 1813. In de verte de wintel bij den warme stoof. geteekend door van i Proclamatie — puartieren — waar de dood staat Hogendorp en v. d. Duyn van en ’t vuurwerk van Moscou. in naam van den Prins den vrijen invoer. Schepen Maasdam ( Prent op — waarin staat dat met Amerikaansche tabak komen van Oranje het Algemeen bestuur alle ambte- binnen, vaten woi’den gelost. Fran- naren ontslaat van hun eed aan sche soldaten willen dit beletten, Napoleon 22 Nov. J813. Hoofdstuk maar de kozakken stormen op V deel II. hen af. Kozalcken te Amsterdam, (prent van Spotprent op de Regie. Groote ergernis 3 1 Zij bivakkeeren bij wekte de belasting op de tabak, van Pfeiffer). Muiderpoort. Ook Amsterdam waarvan de cultuur en de fabricatie de zich nu. evenals den Haag. bovendien geheel onder controle had en Rotterdam bij het Alge- Fransche directie der doua- Leiden van de meen Bestuur aangesloten. In nen — de regie — kwam te staan. had zich de hoofdmacht dat onze groote bui ten- Gorkum Niet alleen troepen terugge- tabakshaudel daaronder der Fransche landsclie het hun ver- trokken. vandaar lukte leed, zoodat er alweer minder Dordrecht te heroveren. Hoofdstuk tier, handelsbeweging was, maar 6 en 7 deel II. door de duurte werd ’t rooken vooi Beschieten van Dordrecht door de velen een onmogelijkheid. 7 Franschen. Van de schepen op den Met kwaadaardig genoegen teekent Voorgrond waait de Nederlandsche de maker van de prent hoe Napoleon driekleur. door de verschillende volken wordt 48 Dreigementen. Wraakneming der 'ferug verschrikte held, dat vrij Franschen te Woerden. Woerden de alarmtrom zwijg was van uit Leiden onder de Jonge Wie zou in zulken staat haar met een deel der Nationale garde langer kunnen roeren bezet, doch door de Franschen Wat lot trof Deventer, zoo men weer hernomen. Dit was een de wreede kryg critiek moment, want lukte het Tot haar gewis bederf, bestond aan de Franschen om tot den Haag naar eisch te voeren. door te dringen, dan waren Rotter- 53 Kozakken trekken binnen Kampen. dam—Amsterdam afgesneden, daar 54 Landing Prins van Oranje te Scheve- den Helder onder Verheull nog ningen. 30 Nov. 1813. Fransch was en deze ook nog in 55 Prins in Den Haag. Utrecht stonden. Maar de Franschen 56 Met gejuich en opgewondenheid voelden hun positie te ZAvak en Avordt de Prins ontvangen, de ontruimden zoowel Woerden als paarden van hetrütuig afgespannen, Utrecht. 25 Nov. zelf trekt de menigte ’t rytuig 49 Nationale garde, teekening van voort. van Os. 57 Hoofdquartier der Hollanders bij 50 Donsche Kozak. Muiderberg, tijdpns ’t beleg van 51 Kozakken belegeren Deventer, Fran- Naarden dat nog in Fransche schen verbranden huizen en handen is. hoornen buiten de stad, opdat de 58 Landstorm by ’s Graveland (prent vijand er zich niet in nestelen van van Os); met allerlei wapens zal, maar de Franschen moeten zijn de boeren opgekomen bij de terugtrekken. 26 November is de belegering van Naarden. Russische voorhoede meester van 59 Intocht van den Prins van Oranje de IJsellinie. binnen Amsterdam. 2 Dec. 1813. 52 Prent op ’t beleg van Deventer. De 60 Willem I met gevolg gaande naai- alarmtrom wordt geslagen en de Nieuwe kerk. bommen vliegen de stad binnen, 61 Plechtige beëediging van Willem I het niet zeer heldhaftige onder- Koning der Nederlanden te Amster- schrift luidt als volgt: dam.

BIN. AMSTERDAM. Zeden en gewoonten in de 17^® en 18^® eeuw. Bflschriften Tan Dr. JOH. C. BREBN.

1 Gezicht uit het IJ op Amsterdam, III en zyn gemalin Maria tot koning omstreeks 1680. en koningin van Groot-Britannië 2 De vaart van Maria de Medicis, de en Ierland. weduwe van den Franschen koning 8 De lykstatie van Wolter Jan Gerrit

Hendrik den Vierde, langs het IJ. baron Bentinck (28 Aug. 1781 . 3 Een spiegelgevecht op het IJ, ter 9 De Binnen-Amstel, met de Blauwbrug eere van het Russisch gezantschap, en het Gereformeerde Diacouie- dat in 1697 ons land bezocht. Weeshuis (1656). 4 Het jacht, dat in 1720 door de Staten- 10 Het ijsvermaak uit den strengen Generaal aan den Koning van winter van 1784. Pruisen, Frederik Willem I, werd 11 De Amstel en het Admiraalzeilen. vereerd. 12 De Berebyt. •5 Het waterfeest op het Eokin op 13 De Omval. Vrijdagmiddag 3 Sept. 1638, ter 14 Gevecht tegen de Pruisen by de eere van Maria de Medicis. Duivendrechtsche brug (1 Oct. 1787). 6 Het watersteekspei aan de andere 15 De „Plaats Royaal” aan den Amstel- zijde van den tempel. veenschen weg. 7 Het vuurwerk in den Binnen-Amstel 16 Amsterdam van de landzijde in 1601. voor den Kroningsdag van Willem 17 InAvijding van den spoorweg van Amsterdam naar Haarlem (20 Sept. 38 Dito van de lantaarnopstekers. 1839). 39 „ „ „ poortklok] uiders. (1715). 18 Kantoor van de Algemeene Post- 40 Reclameprentje van een kofbehuis. wagenonderneming op den Dam (1690). (1848). Uiteenjaging en arrestatie 41 De Kalverstraat in 1768. van eenige oproermakers. 42 Spotprent op Eduard Kann (1820). 19 Tooneeivoorstelling te Amsterdam in 43 De Korenbeurs op het Damrak bij de 1618. Oudebrugsteeg. (± 1740). 20 Het tooneel van den nieuwen 44 Adreskaart van een tapijtmakerij. schouwburg, ingewijd in 1638. (1738).

21 De zaal van dezen schouwburg. 45 „ „ „ stokery. 22 De muziekzaal in het gebouw der 46 „ „ „ lakenhandel. Mi]. Pelix Meritis, opgericht in 1777. 47 De trekking der lotery in de Nieuwe 23 Keclameprent van het „Nuwe Dool- Stadsherberg. hoff in de Oranje Pot” (1630). 48 17de eeuwsch interieur. 24 Portret van Even Vlieger, anders 49 Plotselinge genezing van een sinds gezegd Betje van Meurs 14 jaar verlamde vrouw. (1676). 25 Reclameprent voor de herberg van 50 Receptie van een bruidspaar in de ouds genaamd Blauw-Jan, op den 18de eeuw. Kloveniersburgwal (1751). 51 De sluiting van het huwelijk in de 26 Het bekende danshuis ,,de Pyl” in Nieuwe Kerk. de Pijlsteeg. 52 Verkooping van schilderijen in het 27 „De fontein” op de Nieuwmarkt. Oudezijds-Heereniogement. (2de 28 Reclameplaatje voor de tapperij „De helft 18de eeuw). Ooyevaar” op de St-Anthonie-Bree- 53 De appelmarkt op het Singel. straat. 54 Kijkje in het blindeninstituut. Opge- 29 „Salon des variétés” van Duport in richt in 1808. de Nes (1840). 55 Panorama gezien van den Munttoren. 30 „Frascaü” in de Nes (1841). (1820). 31 Amsterdamsche kermisvreugde (1750). 56 Pendant van de vorige plaat. 32 Aanplakbiljet van de kermis. 57 Amsterdam gezien van den Kadijk. 33 Kermisparade v/d Schutterij op den (1851). Dam (1685). 58 Gezicht langs het Damrak op Oude 34 Parade op het Koningsplein van de Brug en Beurs. vrijwillige patriottische burgerca- 59 Blik op de stad, gezien van den valerie. (1787). toren van het Paleis. 35 Nieuwjaarswensch van de „Karluyden 60 De 17de eeuwsche Dam in zijn volle van de Vuylniskarren” uit 1681. glorie. 36 Een dergelijke uit 1715. 61 Schoonschrift van den vermaarden 37 Dito van de ratelwachts. (1685]. calligraaf Lieven van Coppenol.

DE SCHILDER J. TOOROP. Tekst van TH. RWAKEMAN. 42 Platen.

1 De bedelares van Londen. 10 Kruispolka. 2 De wachtkamer van het armenhuis 11 Casals. te Londen. 12 G. Hekking. 3 Het naar zee brengen van een bom. 13 Couturier. 4 Het vervoer in de kaasfabriek te 14 De reine kinderziel. Gouda. I4a De zielsrust in het Ave Maria. 5 De begrafenis. 14Ö Het woord is vleesch geworden. 6 Levensgang. 14c Maria. 7 „Les Ródeurs”. (De schooiers). \id „Eere aan God en vrede aan de S Het menschelijk leven. menschen”. Dp herders hii de kribbe. 16

Het oogstfeest. 26 Judas. 16 Oude boer. 26a Bartholoineus. 17 Godsvertrouwen. 27 Petrus. 18 Het gebed voor tafel. 28 Marcus XIV : 17-30. Christelijke 19 Geloof en loon. democratie”. 19a Dr. A. Ariëns. 29 Paulus. 30 De biddende boer. 30 Paulus. 31 Jacobus. 31 Johannes op Patmos. 32 „Heer, ben ik het?” 32 „Heer, red ons, wü vergaan!” 33 Christus. 33 De heilige maagd van Lourdes 24 Twee apostelen. 34 Paulus. 35 Johannes. 35 Portret van Toorop.

AANVULLING. CL. * OUD=EQYPTE.

51 Pyramide van Cheops. Fragment 76 Kop van Koningin Teje, moeder van waarop 63 men enkele menschen ziet Koning Ecknaton. staan, zoo over de groote afme- 77 Kop van Koning Ecknaton 1375— tingen kan oordeelen. 1338 V. C. 52 Koningsvallei bij Biban el Moluk. 78 Het dooden gericht in de onderwereld, 19de en 20ste dyn. naar een manuscript in het Britsch 53 Chonstempel te Karnak, 20ste dyn. Mus. reconstructie. 79 Amenopliis II en zijn gouvernante 54 Ammontempel Karnak. Sflnxenlaan. Nicropolis van Thebe. 18de d. 55 Karnak. Groote tempel en meer. muursch. 56 Lunor. Voorhal van Amenholep III. 80 Man met beladen ezel. 18de d. muursch. 57 Ipsamboul. Inwendig groote rots- 81 Aankomst te Thebe eener Ethiopische tempel. prinses. 18de d. muursch. 58 Philae. Isistempel. Ptolemaentijd. 82 Mandou speelster. 18de d. muursch. 59 Edfoe. Horustempel. 83 Aankomst eener Aziatische familie 60 Tempel noordelijk van Philae „ in Egypte. Beni Hassan. 12de d. 61 Philae Isistempel. Inwendig. muursch. Ipsamboul. Rotstempel Ramses IV, 84 Landelijke tooneelen. Stieren en beelden. rammen. Beni Hassan. 12e d. 63 Kop van een dochter van Ameno- muursch. phis IV. 85 Satyrisch dierenepos op papyrus. 64 Beeld van Ramses II. Vóóraanzicht. 86 Marktscenen. Git ’t Oude Rijk. „ „ ,. Zijaanzicht. 87 Aantreding der veekudden. Muursch. 65 Zittende Chefren met valk. uit graf uit ’t Vieren Rijk bij Thebe. 66 Amenemis III. 88 Reconstructie van een pronkvaas, uit 67 Beeld van een lezende man. de doodentempel van Ne-User-Ré. 68 Kop van Mentheremhet. 89 Palermo-steen. Fragment van annalen 69 Zittend beeld van Bek-En-Chon. der oudste Egyptische Koningen. 70 Koningin Amenirites. 90 Dierenreliefs. Uit een offerkamer uit 71 Mannenbeeld. Staande Chefren. het oude Ryk. 72 Priesterbeeld uit Dime en beeld van 91 Bas-rehef met ezels. een man. 92 Abydos relief Osiris. Isis. Horus. 73 Kop van een priester. Dime. 93 „ „Setil met Osiris en Horus. 74 Kop van een vrouwenbeeld. 94 Relief Sethos I. Offert aan Osiris 75 Kop van een Koning uit ’t Middelste een beeld der godin der waarheid. Rijk. AANVULLING C3. * ROMAANSCH.

54 Monreale. Koor van den Dom, 61 St. Bertrand de Commingues (Haute 55 Sierma. Palazzo Publico. Garonne). Kloostergang. 56 Moissac (Tarn et Garonne) tegen 62 Paray Ie Monial (Saöne et Loire) 12de eeuw. St. Pieterskerk. einde 11de begin 12de eeuw. Kerk. Zuidportaal. Uitwendig. Transept. Alsidium.

57 „ beeld van St. Pieter. Woordzijde. 58 Autun (Saóne et Loire) Kathedraal 63 St. Gilles (Gardi. Kerk (1116). Weste-

St. Lazare midden 12de • eeuw, lijk portaal, 3 deuren. Rjjk versierd. tympanon middendeur. 64 Perigueux (Dordogne). Kathedraal. 59 Conques (aseyron) Kerk. Westelijk St. Pront. Uitwendig, 12de eeuw. portaal met gebeeldhouwd tym- 65 La Charité-sur-Loire (Nièvre), Saint panon. Croix. Toren. Oostzyde. 60 Bussière. Badil. (Dordogne). Kerk- 66 Reims (Marne). St. Remy. Schip schip inwendig, halfrond tongewelf. inwendig. Overgang naar gothiek.

AANVULLING. CX. * QOTHIEK.

84 Beausais. Kathedraal noordportaal. 98 Amiens. dito; andere jaargetyden. 85 Reims Kathedraal 13de eeuw kop van 99 Bourges. Portaal met ’t laatste oor- St. Nicasius. oordeel. 86 Reims. Engel. 100 Chartres. Gebeeldhouwde medail- 87 Profeet. lons voorstellende: de dwaasheid, beelden aan ’t Noord-tran- de onderworpenheid, do trotsch- 88 7} sept. Adam en Eva met de heid. slang. 101 Parijs. Portaal van de Notre Dame

89 n fragment van ’t tympanon de 3 deuren. van het portaal met „Het laatste 102 Straatsburg. De wyze, de dwaze oordeel”: de gevloekten. maagden. 13de 90 Amiens. Kathedraal eeuw. 103 „ De bruidegom en de Christusbeeld. wijze maagd, de ver- 91 Beelden. leider en de dwaze Gebeeldhouwde rosetten, maagd. 92 77 voorstellende deugden eri 104 „ De deugden. ondeugden: de kuischheid, 105 Fragment van een tympanon voor- de genotzucht stellende Christus als Rechter. De volharding, de wispel- 106 Isoren. Madonna 13

DCIJ De grappige Chineesjes (gekleurd) 36 platen. DOW De Muizenwereld (met muziek) 16 '1 DCX De Kabouterkinderen (gekleurd) 31 J7 DCZ Prins Almanzor’s Makker (voor 12—15 jaar) 35 Dda Gevonden In Zd.-Afrika tijdens den oorlog, door H. Oost + 10 Ddb Geroepen. „ ± 10 Ddc Gestreden. 10 „ 14 ± Ddd Gulliver’s reizen onder de reuzen + 14 }) Dde in ’t land van Lilliput 10 „ „ ± 71 Ddf Alice’s avonturen in Wonderland T + 20 77 Ddg G 20 n n )) » ± 77

Nadere omschryving van platen uit vroegere kinderverhalen. Dbj. AfRes Tiental. Platen.

1 Moeder Afke laat haar kindje aan de 8 De arme kleine wordt uit zijn be- baker Saapke zien. nauwde positie verlost. 2 Kleine Wiebe tracht het tongetje van 9 Met z’n allen een dagje op ’t water. het kleine kindje te grypen. 10 De drie kalveren springen lustig om 3 Jouke poetst de kachel voor zyn moeder. de twee zusjes heen, die vreeselijk 4 De heele familie zit ’s avonds rondom beginnen te gillen. de tafel te smullen van de aard- 11 Een wilde jacht, Klaas hangt aan appelen met wortelen. de manen van het paard. 5 De kinderen gillen van angst, als 12 Voor het raam zit moeder Afke op een groote hond op hen afkomt. de reizigers te wachten. 6 Terwijl de bakker het brood op den 13 Afke praat met een schipper, deze rug van den boer schuift, ontsteelt zegt dat ze wel gauw zullen komen. een ander hem zijn horloge. 14 Allen zijn naar bed, Afke blaast de 7 Op het plaatsje zitten de kinderen lamp uit. yverig te breien.

Dbv. Kleine Olie en zijn ERster. 18 Platen.

1 Olie vindt twee jonge vogels, hij 10 Adam kijkt in den waterton, om te noemt ze Adam en Eva. zien of hij erg leelijk is geworden. 2 Eva is gestorven, hij heeft haar in 11 Adam op een tak van een boom- den tuin begraven. 12 Adam wil de veertjes uit den staart 3 Op een bordje krygt Adam zyn eten. van den haan trekken. 4 Adam pakt het kluwen en de stop- 13 Met de koppen by elkaar zitten de naald van juf weg. kippen over Adam te praten. 5 Hij kaapt de zilveren lepel v. d. dokter. 14 De ekster wordt aangevallen door de 6 Adam neemt het ringetje van juf in kippen. zijn snavel. 15 Adam gebeten door de kat. 7 Adam brengt al de gestolen dingen 16 Adam ligt bewusteloos, zijn veertjes achter het kruis van Eva. zyn met bloed bevlekt. 8 Olie geeft Adam een vermaning. 17 Kleine Olie, met Adam in zijn armen. 9 Olie schildert de witte veeren van 18 Olie kust Adam zachtjes op zijn kopje. den ekster geel. Dbx. In den Otter, 9 15 Platen. 8

1 In 1812. Twee jongens, die oneerbiedig De Commandant van de kanonneer- over den Keizer spraken worden door boot eischt volledige onderwerping , een gendarme achterna gezeten. aan het Keizerlijk gezag. 2 Het vertrek der lotelingen voor den 10 Jan Lobherr en zyn knecht, bezig oorlog met Rusland. met het aftappen van bier. Een boot, waarin twee douanen, nadert. 11 Terwijl de gendarme het glas bier 4 Van rietbossen hebben de jongens opdrinkt, weet Jan te ontsnappen. een hut gemaakt. 12 Met krachtige slagen roeien de jon- ö Aan het kozijn is een lapje goed van gens met Molaan weg. den uniform van den Gendarme 13 De bevelhebber geeft het teeken en blijven zitten. 6 schoten knallen tegelijk. 6 De terugtocht uit Rusland. 14 De brutaliteit der ingekwartierde 7 Vrouw Lobherr balt de vuisten tegen Fransche soldaten wordt hun gast- de overweldigers. heer te bar. 8 De Commissaris van Politie wordt 15 Intocht van een tiental Kozakken te aan het touw van de klok in de Zaandam. hoogte getrokken.

Dbz. De Gouden Kris.

34 Platen.

1 Kaart van Celebes. 19 Een Ladanghuisje van bamboe in 2 Het huis van Aroe Lipa, dat midden elkander gezet. in het laagste deel van Zuid-Celebes 20 De reis gaat door een moerassig staat. boseb, met vele steenen en kuilen. 3 La Ballo, de neef van Aroe Lipa, die 21 Tot ze aan de groote rivier komen als een eigen kind in het huis van en zich daar in prauwen later, zijn oom werd opgenomen. afzakken. 4 Andi, het dochtertje van Aroe Lipa. 22 De gouden Kris. 5 Inara. Het bekkenslaagstertje, dat 23 La Tjoebo trekt een eenzame berg- Aroe Lipa meegebracht had uit de streek door. bergen. 24 Het huisje van Inara’s moeder, de 6 Andoe Baran, (Andoe beteekent moe- verzamelplaats van aanhangers van der), de zoogmoeder van Aroe Lipa, Deng Pahéle. die toezicht houdt op zijn huis. 25 Een detachement soldaten, geholpen 7 De kinderen spelen op de trap. door Boegineezen, bezig met het 8 Andi in feestgewaad, behangen met maken van een brug. sieraden, getooid voor het bezoek 26 La Ballo op den berg. Net als een van de vorstin. arm jongetje moet hij de wacht 9 De stoet van de Vorstin, zijzelf in houden op den akker. een hoogen draagstoel, gedragen 27 De verlaten bekkens. door bedienden. 28 Van tijd tot tijd staat een der 10 Het eenzame bosch, waar Aroe Lipa vrouwen op de trap op den uitkijk. rust en afleiding tracht te vinden. 29 De kuil van Satan, waar Deng Pabéle 11 Het aangaan der markt. zyn kind mee ingetrokken had. 12 La Tjoebo, die de anderen, tot dob- 30 Een lange stoet van bedienden op belen overhaalde. de bruiloft. 13 De drukke markt. 31 De bedienden stoet teruggaande. 14 La Ballo, met zijn oom naar de bergen. 32 De Berg van God. 15 De boodschapper van de vorstin. 33 De bruiloftstoet. 16 Het uitgaan der boden. 34 De bruiloftstoet, in het midden de 17 In het oerbosch. bruidegom in een draagkoetsje. 18 Het overtrekken van een rivier. Dcé* Ofeke Tannema. 10 Platen.

is thuis gebleven, en maakt 1 Okke Tannema, staat hier in al 5 Vader vlieger, die zijn driestheid als een ondeugende met Okke samen een kwajongen. Belust op het uit- nog veel mooier wordt dan die halen van kattekwaad, loopt hh van Aart. Alle kinderen helpen. altyd gevaar, van een agent of Moeder staat in de deuropening buurman een .pak slaag op te het tooneeltje gade te slaan, en loopen. hoopt dat haar man niet weel- 2 Okke maakt zich uit de voeten voer de verleiding van den drank voor een agent; om vlugger te zal bezwijken. straat. Okke loopen heeft hij de klompen in de 6 .Jongens knikkeren op hand. 10 winnend en Aart telkens verliezend. Okke. 3 Okke speelt met Dolf op de werf 7 Aart wordt, in plaats van van den Heer Hofstein. In hun door den liarbier kaal geknipt. voetbalclub. verbeelding stoonien zij op de 8 Vergadering van de tonnetje lorrie naar Haarlem, Rotterdam, Bram de Wit zakt door een en hebben de grootste pret. Op met zwartsel en zijn zitvlak ziet den achtergrond de vader van Dolf. er jammerlijk uit. 4 Okke en Aart Ploeger op den zolder 9 De Match die zoo prettig begon en van den laatste bezig met het zoo treurig eindigde. plakken van een vlieger. Okke Okke ontdekt in de schuur de kan verveelt zich en besluit Aart een met petroleum en de lucifers, die het poets te bakken. Hy duwt de Kort daar had neergelegd met kwast diep in den pot en daarna voornemen het huis van Mr. Hofstein Aart midden in zijn gezicht. in brand te steken.

Dei. Paljas. S Platen.

Keyzer. 1 Paljas zit in het schoollokaal voor- 4 De fabriek van den heer overgebogen met zy'n neus op zyn 5 Mr. Keyzer op de fiets aangevallen schrift. Hij is erg zenuwachtig, de door den dronken Belze. Deze wordt jongens maken er gekheid over. gearresteerd en moet naar de ge- 2 Paljas danst in de herberg voor het vangenis. dronken gezelschap, om misschien 6 De familie Betuwe met Paljas buiten een dubbeltje of een kwartje te in Gelderland. verdienen; maar hy weigert beslist 7 Lizeke komt op bezoek bij Paljas; hy sterken dank te gebruiken. laat haar al zyn schatten zien, zijn 3 De vader van Paljas pakt in dronken- kastje met het keurige linnen. schap de boeken weg, die Paljas 8 Gevecht op straat; Paljas springt voor als prys behaalde. Paljas wijkt van zijn moeder in de bres, hij grypt schrik achteruit. De zusjes klemmen het paard en ki’ijgt een houw. zich aan moeders rokken.

Dcv. Ben Hur. 30 Platen.

speelde 1 De engel kondigt Maria de blijde naast den tempel, waar Juda boodschap aan. met Messala. vorsten te Jeru- oi De herders op het veld. 6 Paleis van de Hur co De aanbidding der wijzen. salem. De schare, die uitliep om den intocht 7 Het dorpje Nazareth. te zien van den Procurator. 8 De groote oorlogsgalei, waarop Juda 5 De tuinen op den berg van Sion, als roeier dienst moest doen.

I 3Q f) De oorlogsbodem wordt vaneen ge- waarop de geheime cel aangegeven reten. Juda drijvende op een balk staat. ziet het van verre aan. 20 De boetprediker Johannes. 10 Ligging van Antiochië aan de rivier. 21 De Jordaan.

1 1 Met een forsclien greep rukt Ben Hur 22 Jezus maakt den blinde ziende, de de paarden opzij en redt de Egyp- kreupelen loopende. tische. 23 Van 7 brooden en 2 visschen heeft 12 Ben Hur op bezoek bij den Sheik hij 5000 gespijzigd. Ilderim. 24 De melaatschen geneest hij. 13 Jozef en Maria op weg naar Egypte. 25 Jezus’ binnenkomst door de poort te 14 De wedren: het gaat tusschen Ben Hur Jerusalem. en Messala. 26 Juda’s moeder en zuster vertoeven 15 De bergen van Juda. in de tenten, die hij bij de konings- Ui De trouwe Amrah vindt Ben Hur graven opgeslagen heeft. slapend op de stoep van het huis12 27 Judas verraadt Jezus met een kus. zijns vaders. 28 Op den Olijfberg, gevangenname van 17 De spelonken waar de ongelukkige Christus. melaatschen vertoeven. 29 Zie den Menscli. 18 Idem idem 30 De katakomben van Rome. 19 De platte grond der gevangenis,

DD. Fritjhofsage. Platen.

1 Fritjhof draagt Ingeborg over een 7 Fritjhof worstelt met Agantyr. gapenden afgrond. 8 Als Fritjhof wederkeert vindt hij zyn 2 In het bosch worstelt hy met een kasteel en landerijen in asch, zijn wouddier. paard en hond komen hem tegemoet. 3 Uit het weefsel blikken Ingeborg de 9 Krachtig rukt Fritjhof den ring van vriendelyke oogen van Fritjhof het beeld van Baldur. tegen. 10 Als de vreemdeling zijn vermommnig 4 Lachend vertelt Fritjhof Ingeborgde afwerpt, ziet men een forschen bezwaren, die tegen hun huwelijk jongeling. gemaakt worden. 11 Fritjhof gaat op schaatsen voor de 5 Als de Koningen weigeren, hem In- slede uit, waarin de koning en zijn geborg tot vrouw te geven, grypt vrouw zitten. hij naar het zwaard. 12 De koning sluimert in met ’t hoofd 6 Ingeborg aan het strand. op de knie van Fritjhof.

DDb. Avonturen van Baron van Munchhausen. 137 Platen. Hieruit naar eigen keus 40 nummers op te geven; deze 40 gelden voor één aanvraag.

naar 1 Borstbeeld van Baron van Munch- 8 Hy laat zich door de eenden hausen. huis trekken. 2 In de sneeuw trekt hij er te paard 9 Hy komt door den schoorsteen in den op uit. haard terecht. 3 Hij ziet een ouden man aan den kant 10 Hij schiet 7 patryzen tegelijk. van den weg zitten. 11 De vos wordt uit zijn vel geslagen. 4 Hy bindt zijn paard aan een paaltje; 12 Het blinde zwyn laat zich door den ’s morgens hangt het aan de spits Baron ieiden. van den toren. 13 Het hert draagt tusschen zijn gewei 5 Achtervolgd door een wolf. een kerseboompje. 6 Als de generaal den hoed opliclit, stijgt 14 De beer barst met een vreeselijken de alcoholdamp uit zijn schedel. slag uiteen. 7 Alle eenden waren aangeregen aan 15 Een groote beer kwam brullend op een snoer. hem af. .

16 De baron ziet kans, om het jachtmes 51 De leeuw vloog in den muil van den weder in bezit te krygen. krokodil. 17 Hy draait den wolf het binnenste 52 De krokodil gestikt door den leeuw. buiten. 53 De congierge van het museum. 18 Hij gooit den dollen hond den mantel 54 Een Engelsch oorlogsschip. over den kop. 55 De koetsier op den bok van de gala- 19 De mantel is dol geworden. koets. '2ö De hond licht by met de lantaarn 56 De matroos houdt zich aan den hals aan zijn staart. van den zwaan vast. ‘21 Te paard rent hij naar het dorp. 57 De bemanning wordt tegen de ver- 22 wordt knecht uit Eerst de den afgrond schansing geworpen ; het hoofd van opgehaald. den Baron wordt tusschen zijn 23 De hond is op de zelfde plaats blijven schouders gedrongen. staan 58 Hij zit vóór de opening en stopt op 24 De haas heeft vier pooten onder het die wijze het lek. lijf en vier op den rug. 59 Opgeslokt door een visch. 25 Er zijn evenveel haasjes als hondjes 6ü Uit het lichaam van het monster geboren. komt een mensch te voorschijn. 26 Bij ’t feestmaal vertoont het paard 61 Een pleziertochtje op de zee van eenige bevallige toeren op de tafel. Marmora. 27 Het paard drinkt uit de bron, maar 62 In het mandje van den ballon zit het water loopt er even snel uit een heer. als het er in komt. 63 De man schijnt een Pranschman te 28 Het voor en achtereind van het paard zijn. worden aan elkaar gehecht. 64 De ballon stygt op. 29 Op een kogel gezeten komt de Baron 65 De man loopt hard met aan eiken terug van inspectietocht. een voet een ijzeren kogel. ^ 30 Het paard springt dwars door de 66 De baron ziet een man in het gras portierramen heen. liggen. 31 Te water. 67 Hij vliegt den schutter om denhals. 32 De baron tilt zich met paard en al 68 De man trekt met een enkelen ruk aan zy’n staartpruikje uit het w”ater. het bosch omver. 33 (Ontbreekt). 69 De windmaker groet vol eerbied. 34 Eiken morgen moet de baron de bp’en 70 Door den wind, die hij uit zijn rechter- naar het veld brengen. neusgat blaast, maakt hy alle 35 Uit de maan laat hy zich neer langs molens aan den gang. een touw. Hij kapt dit telkens 71 In een roeiboot gaat de reis naar Kaïro. boven zijn hoofd af en bindt het 72 Door een golf opgenomen, wordt de aan ’t ondereinde vast. Hierlangs boot omgekeerd. komt hy op aarde terug. 73 Aan de takken houden zy zich vast. 36 Door den val maakt hij een put in 74 De Bey stelt zyn vaartuig te hunner de aarde. beschikking. 37 De beer gevangen, doordat de baron 75 De Bey laat hem zijn harem zien. aan het einde van den boom een 76 Bij den Bey aan tafel. bout sloeg. 77 De Turk heeft te veel wijn gedronken. 38 De zon zelfs was verkouden. 78 De Bey laat Munchhausen een flesch 39 De postiljon blaast zijn wangen bol. Tokayer zien. 40 Hij draagt zijn postkoets op zijn rug. 79 (Ontbreekt). 41 Onder eiken arm neemt hy een paard. 80 Als Munchhausen de weddenschap 42 De hoorn van den postiljon ontdooit. verliest, wordt zyn hoofd afgehakt. 43 (Ontbreekt). 81 De hardlóoper op weg naar Weenen. 44 De majoor. 82 Met de flesch wijn naast zich, ligt 45 De koning wordt verpletterd door hy te slapen. den boom. 83a De Bey drinkt den wijn met onbe- 46 Een man en vrouw plukken kom- schrijfelijk genot uit. kommers en worden opgenomen 83Ö De schatbewaarder buigt diep, door den stormwind. 84a De sterke man kan heel veel dia- 47 Het volk kwijnt weg van honger. manten dragen. 48 De. Koning en de Koningin. 84Ö De Bey geeft bevel hem achterna te 49 Een leeuw kwam op den baron af. zetten. 50 Achter hem de leeuw, vóór hem de 85 De windmaker blaast de vloot aan krokodil. flarden. de beren verslagen. 86 Door roovers aangevallen. 112 Hij heeft ai van den visch zijn zes 87 Het kanon is op de citadel geplaatst. 113 In den buik levende patrijzen. 88 De sultana houdt hem verborgen in koppel van haar kamer. 114 De hond krijgt al de beentjes 89 De vader en moeder van den Baron. de patrijzen. vliegende mannen en vrou- 90 De Baron ligt op de kanapé en ver- 115 Eenige telt zijn avonturen. wen. maanbewoners belijden groote 91 De generaal leidt hem iloor de ves- 116 De ting rond. gieren. op de maan. 92 Hij laat zich in de vesting een achten- 117 Zij landen dragen zij onder den arm. veertig ponder brengen. 118 Het hoofd hun hoofden uit om te 93 Hij plaatst den mond van het kanon, 119 Zij zenden er alzoo gebeurt. "precies tegenover het kanon van zien wat omringd door zijn cyclopen. den vijand. 120 Vulkaan naar den top van den Etna. 94fl Door den kogel worden tien koppen 121 Op weg vol pleisters. afgeslagen. 122 Zyn gezicht is voor aan Venus, zyn De kogel wordt in de maag der vrouw 123 Hij stelt hem gedreven. echtgenoote. bezoek. 95 Het schip zinkt in de diepte. 124 Bij Venus op in den afgrond. 96 De generaal bedankt den baron. 125 Hij werpt hem duizelingwekkende vaart 97 Hy vermomt zich als Katholiek 126 Met een naar beneden. Geesteliike. valt hij een vaartuig en zwemt er 98 (Ontbreekt). 127 Hii ziet 99 De vierentwintig ponders werpt hi] naar toe. een vreeselijke storm op in zee. 128 Er steekt breekt. 100 Hij neemt de affuiten en caissons, en de mast lucht van de kaas valt hij "twee aan twee onder den arm. 129a Door de 101 Eensklaps valt er bom in de kamer. in zwijm. hebben drie beenen 102a Hij gooit de bom naar het vijande- 1295 Die menschen arm. iijke kamp. en een hoofd was een hoorn ge- 1025 Men maakt toebereidselen, om de 130 Op het zich handig twee Engelschen op te hangen. groeid, waarvan zij bedienen. 103 Een wisseling van dankbetuigingen. kunnen ei komt een groote vogel 104 Een beetje katterig. 131 Uit het voeren. 105 Ze brengen den dag op de genoeg- zonder grypt den kapitein in zijn lijkste wijze door. 132 De gier en laat hem daarna in 106 De gravin treft een der soldaten klauwen, doodelijk met den slinger. zee vallen. zwaai van zijn staart heft 107 (Ontbreekt). 133 Met een walvisch het schip op. 108 springt op den rug van het zee- de Hij een groot monster. paard en stuurt het de zee in. 134 Het schip ontmoet de twee masten in de keel 109 Op den bodem der zee. 135 Zij laten de visch zitten. 110 Hij valt op zijn hoofd midden in van voorpooten van den een hooiberg. 136 Hij drukt de hartelijk. 111 In de huid van een beer verstopt, beer houden de ijsberen liem vooreen 137 Goeden nacht. der hunnen. DE. Opstanding. 30 Platen.

6 Maslova gaat tusschen haar bewakers 1 Portret van Leo Tolstoi. weg naar het gerechtshof. 2 De lente komt. op 7 Als de twee dames op een morgen 3 Het gevangenisbureau. de koestal binnentreden, vinden zij 4 Een cipier en de gevangenbewaakster jonge moeder met een voor de cel van Maslova. daar een pasgeboren kindje. 5 De soldaat, die het bevel krijgt Ka- spelen de kinderen. tusha Maslova mee te nemen, bergt 8 Op ee"h grasveld de dienstbodenkamer, leest Nekh- ’t papier in de manchet van zijn 9 In .

arm, haar weg 10 Nekhludoff gaat naar huis terug, en alreeds bij den om neemt afscheid van zijn tantes en te brengen. Katusha. 22 In de gevangenis teruggekeerd barst uit. 11 Katusha brengt Nekhludoff handdoe- zij in snikken ken en zeep. 23 Nekhludoff' ten prooi aan zelfverwijt. staan een massa 12 De priester en de deken in een slede 24 Voor de gevangenis op weg naar het huis om de mis mannen en vrouwen. langen gang. voor te lezen. 25 In de gevangenis, een beide zijden tralies, waar- 13 In de kerk, gedurende de mis, aan met aan de linkerzijde de vrouwen, aan de achter

DF. Nelly. 20 Platen.

hen een -huisje 1 Grootvader en Nelly in het anti- en vragen hem, quiteitenmagazijn. Nelly tracht aan te wijzen waar zy kunnen Grootvader te troosten. overnachten daarvoor de eigenares, 2 Grootvader en Nelly verlaten het 10 Kermiswagen, huis in den vroegen ochtend om bezig thee te drinken, het aan- de wijde wereld in te trekken. 11 Nelly krijgt onderricht in van ’t wassen- 3 Nelly en haar Grootvader rusten wijzen en uitleggen even uit. Zy zien terug op Londen. beeldenspel. de By de kerkdeur zitten twee mannen, 12 Nelly komt, na den diefstal, in 4 en bezig met het maken van poppen kamer van haar Grootvader voor de poppenkast. Nelly en vindt hem rustig slapende. Grootvader zien verbaasd toe, 13 De Schoolmeester met Grootvader kerk. 5 Nelly gaat in de vroegte naar het en Nelly voor de kerkhof. 14 Hun toekomstige woonplaats. een der banken in 6 Ze trekken mee met het gezelschap 15 Nelly gezeten in van de poppenkast. de kerk. de school 7 Godlin komt by Nelly, en zegt haar 16 De Schoolmeester zit voor nader. ware vriend te zyn. te lezen, Nelly treedt kerk. 8 Gevlucht voor Godlin en Short; 17 Nelly met jongetje in de achter een boschje verscholen 18 Nelly dood, haar graf kijkt Nelly, of zij niet achtervolgd 19 Al haar vrienden om worden. geschaard. Nelly’s hoed en 9 In het tuintje van den Schoolmeester. 20 Grootvader met Grootvader en Nelly treden nader mandje zit op de bank in de kerk.

DR. Wat Piet zag toen hij in den vijver dooR. 12 Platen.

het water kennis maakt met 1 In het gras aan den kant van een vijver onder valt Piet in slaap. öen kikvorsch. Wat hij ziet. Hii drnornt dat hij klein wordt, en 3 Poliepen en water-vlooien. 4 Kokerjuffers en kokerworm en. 10 Juffers, hun larven, de juffer kruipt 5 Ranatra linearis, waterscliorpioen en uit de pop. volkomen insect met 9 waterroeier. mooie vleugels. ö Muggen en muggenlarven in hun 11 Kleine Piet en de kikvorsch worden verschillende stadiën. bijna opgegeten door een eend. 7 Waterspinnen en hun duikerhuisjes. 12 ’s Avonds als Piet voor zijn bedje S De Dytiscus watertor en zijn groote knielt valt zyn oog op de tekst geel-bruine larve met zijn geweldige die boven zyn bedje hangt; „Al kaken. uw werken prijzen ü. o Heer”. Eéndagsvlieg-larven en jufferlarven en volwassen ééndagsvliegen.

DZ. Avonturen in het bijenland. 28 Platen.

1 Er zit een grappig mannetje in den om den brief tusschen de takken boom. te leggen. 2 Het mannetje schudt van ’t lachen. 15 Een gevecht tusschen wespen en bijen. 3 Hij geeft de kinderen vleugels en laat 16 De kinderen staan te kijken, hoe de ze vliegen. bijen in kringen om den korf vliegen. 4 Onderweg ontmoeten zij een dikken 17 In zwermen komen zij de korf uit- dar. vliegen. 5 Een groep by en, die den naam dragen 18 Dicht om de koningin gedrongen, van luchtververschers. vormen ze een dikke, golvende 6 Don Dar heeft geen angel. massa. 7 De bijen spreiden hun stopwas over 19 De begrafenis van Don Dar. ’t huisje van de doode slak uit. 20 De bijen hebben pilaren voor den 8 Slapende’ werkbyen. ingang gemaakt. 9 In elke cel ligt een klein, blauw 21 De muis, een groote liefhebber van eitje. honig. 10 Op een der achterpooten van de werk- 22 Een specht, een bytje verslindend. bij ligt een klein balletje. 23 Een gevecht tusschen twee konin- 11 Op een regenachtigen dag zien de ginnen. kinderen het vriendelijke gezicht 24 De overwinnares steekt haar angel van het mannetje tusschen de diep in het lyf van de verslagen e. struiken uitkomen. 25 De kinderen bedenken een grafschrift. 12 Uit het eene eitje na het andere komt 26 Het mannetje vertelt de kinderen een klein larfje te voorschijn. zijn levensgeschiedenis. 13 Katie streek het diertje zacht over 27 Katie kust z^n rimpelig gezicht. de vleugels. 28 Katie en Ben huilen over het verlies 14 Ben gaat op den kruiwagen staan, van hun goeden vriend.

ML.I. WERKING VAN DE ZEE.

er is goed 1 De buitenkust van het Fransche gezien. De vuurtoren op schiereiland Bretagne, bij Plouhar- zichtbaar. nel, Z.0. van Loriënt. 5 Klip op het Beren eiland (tusschen 2 Oud klif bij Kaitum, op het eiland Noorwegen en Spitsbergen). Sylt (oostkust). 6 Klippen bij Scarbourough, aan den 3 Alleenstaande rotsen voor het klif noordoever van het Ontariomeer, bij Hendaye a/d golf van Gascogne N.0. van Toronto. even ten O. van de Bidassoa het 7 Krijtklip by Dover. grensri viertje met Spanje. 8 Hoe bij een stormvloed van 19U4 de 4 Kaap St. Vincent, de Zuidwestpunt Brothener bij Travemünde werd van Portugal, van het noorden toegetakeld. 9

Hoog en laagwater aan de kust van bonden; de zee heet Yoldia Zee. Bretagne. Later volgde rijzing en maakte de | het 10 Hoog en laagwater aan de Zuidkust Gostzee tot een binnenzee, van Bretagne. Aucylusmeer. Nieuwe daling ver- 11 Het Wad in den Jade-boezem bü ebbe. bond het meer weer met de Noord- 12 Strandgolven aan de kust der Oostzee. zee en zoo ontstond de Litorina-zee, 13 Hooge golven door de deining der die nieuwe strandlynen uitschuur- eindelijk zee (Eng. roller) bij de Valsche baai de. Nieuwe rijzing deed in Zuid Afrika aan de oostzijde den tegenwoordigen toestand in- van Kaap de Goede Hoop. treden. afgesloten 14 Strand met oploopende golven, op het 25 Door een zandbank mond eiland Sylt. eener beek bij Bogliako (westkust 15 Kaa,rtje van de Koraaleilanden der van het Gordanieer). liggen ten 26 Kaart van de strandwallen en aan Malediven (atollen) ; deze Z.W. van Ceylon, tusschen de het eiland vastgehechte eilanden Lakkadiven en de Tsjagoseilanden. aan de zuidkust van Rügen. De atollen hebben een zoetwater- 27 Hoe het eilandje Isolettaby Beaulieu strandwallen met meer (lagune) in ’t haidden en zijn (Riviera), door met kokospalmen begroeid. De den vasten wal werd verbonden. malediven bestaan uit 17 atollen, 28 Hoe het schiereiland Giens, ten Z. samen 300 K.M.3 groot. Darwin van Hyères op de Fransche Riviera, verdeelde de koraalriffen in strand- van eiland een schiereiland ge- een riffen, walriffen (b.v. de Great worden is: het werd door Barrier voor de N.0. kust van zandigen weg met den vasten wal Australië) en atollen. verbonden, zooals Argentario en 16 Koraalriffen voor de kust van Mombas Piombinoaan de westkustvan Italië. in Britsch Oost Afrika, het zijn z.g. 29 Strandmeer in de Arenas Gordas strandriffen. (= dikke Landen) van Algarvië; zet zich voort langs 17 Gezicht op de havenbocht (Gala) van deze duinkust Ciudadela, aan de westkust van de vlakten van Andalusië. Aan Menorca (veerplaats naar Majorca). den zeekant ziet men de voorbij- Deze Gala is een bijzondere vorm liggende landtong (nehrung). van de ria’s; tusschen half cirkel- 30 Een door aanspoeling recht geworden vormige bochten springt het land kust bij Norfolk, in den staat Vir- met scherpe punten in zee vooruit; ginia aan de oostkust der Ver- de calakust komt vooral voor op eonigde Staten. Achter de nehrun- de Balearen en Malta (zie Penck, gen liggen haffen, (Zie Stieler, Morphologie II blz. 569). blad 91). aan- 18 De haven van Plymouth, als voor- 31 Haakvormige landtong, door beeld van een door positieve niveau- spoeling van zand ontstaan voor verandering ondergedoken dal. de Eastbay aan de golf van Mexico, 19 Oeverlijnen van het grootendeels in de staat Florida der Vereenigde verdwenen Bonneville meer uit den Staten. VgJ. de Putriger Wiek, ten overgebleven deel is het N. van Dantzig. Ijstijd ; het Groote Zoutmeer; naar de voor- ' 32 Idem, aan den oever van het Gntario naamste onderzoekers wordt het meer Z.W. van Toronto. genoemd. De foto is genomen van 33 Het begin der Kurische Nehrung, het station Brovo uit. bij het zeebad Cranz ten N. van dit plaatje zijn verschillende Koningsbergen. 20 Idem ; op oeverlijnen boven elkander te zien. 34 IJsbarrikade aan het strand bij Cranz 21 Een opgeheven kust met oud bran- in April 1909. (by dings terras, bij Gibraltar. 35 Hoe een gletscher op Spitsbergen 22 Gude, evenwydig loopende, strand- de Green Harbour „kalft”, d. w. z. wallen, uit vuursteen opgebouwd, hoe er stukken afbreken, door het die bij de Schmale Haide op Rügen. zwaardere zeewater opgeduwd, 23 Gude strandwal van vuursteenen, by dan als ijsbergen ronddryven. de Schmale Haide op Rügen. 36 Hoe de zee den stellen Kin g gletscher 24 Strandwal uit den tyd vanhet Ancy- op Spitsbergen doet uithollen. lusmeer, bezuiden Tafta op Gotland. 37 Gpgeheven koraalrif te Kaskum Na den ystyd was de Witte Zee Wanghe bij Mombas, in Britsch door de merenlaagte van Rusland Gost-Afrika. en Zweden met de Noordzee ver- 38 Kaart der zandduinen aan den oever j

der ïarim, in Centraal-Azië. De Mecklenburg, door de branding uit- zandmggen zijn door meren (köl’s) gehold. gescheiden. 42 Koraalrif by Dar-es-Salam (Duitsch 39 Hoe de branding de rotskust heeft O. Afrika) door de branding rondom gegroefd bij Kaap Ferrat, even ten uitgevreten. N, O. van Oran, aan de kust van 43 Idem; eenige koraalrotsen byeen. Algiers; ze zyn goed zichtbaar, 44 De vloedbranding (Kalensa) aan de doordat de strandlijn is opgeheven. kust van Opper-G-uinea. Ze wordt 40 Idem bij kaap St. Martin, bij Beaulieu veroorzaakt door de hevige en vaak aan de Riviera. voorkomende deining in den Zuid- 41 Steile diluviale kust van Fischland, Atlantischen Oceaan. ten Z. W. van Darsser Ort in

ML.n. * WERKlNü VAN STROOMEND WATER,

1 Balk in het bed der beek bij Hohen- 15 Afspoeling aan de noordelijke toppen ems (Z. van Bregenz, w. Vorarlberg), van den Monserrat, bij Barcelona. achter steenen door het water uit- 16 Kaart van de Rijn-meanders bij Spiers. geslepen. 17 Het ondermijnen van den oever door 2 Door het water glad geschuurd por- de Toiba in Istrië. fier in het bed der Travignolo, be- 18 Kloof in de Chineesche hoang toe neden Paneveggio in Zuid-Tirol, (löss) ten zuiden van de kolenmijn Z. O. van Bozen. Dsing-Hsing in de provincie Tsjili. 3 Stortbeek uit den Trangnolo-gletscher, 19 Kloof in de Chineesche hoang toe beneden Paneveggio (zie 2). (löss) bij den ingang der Ming-graven 4 Het Aardal, van den Grimselpas be- bij Peking. De Ming-Dynastie zat nedenwaarts. op den Chineeschen keizerstroon 5 De waterval van Schaft'hausen (van van 1368—1644, toen de Mandsjoes boven gezien). zich van China meester maakten. 6 Hetzelfde. 20 Droge rivierbeddingen ten zuiden van 7 De Victoria waterval in den Zambezi; Torreen (Vereenigde Staten in den de kloof aan de oostzijde van staat Nieuw-Mexico, Z. Z. W”. van Livings tone-eiland. Santa Fé); zulke beddingen heeten 8 Het erosie-landschap der Badlands, in de pampa’s van Zuid-Amerika in het zuidoosten van Montana met den Spaanschen naam, arroyos (Vereenigde Staten) ook in Zuid- (zie Penck, morphologie II blz. 22). Dakota en Wyoming. Door het ont- 21 Het droge erosiedal (Grand Canon breken van allen plantengroei snijdt van de 'Colorado, in den staat Colo- iedere regenbui nieuwe geulen in rado, Vereenigde Staten. dit bergland. Het heet ..slecht land”, 22 Idem, beneden de Plat. omdat het reizen er haast onmo- 23 Het landschap Trans-Alai (Pamir) van gelyk is. een pas in den voorketen van den 9 Idem. Tereck dau an (Tien sjan) genomen. 10 Passo Skretto, in de Apennijnen van 24 Blik in het Werradal uit het dal be- het oosten uit gezien. neden Hitzerode; mooi voorbeeld 11 Door afstroomenden regen gevormde van een V-vormig dal (zie Davis kloven bij Meschreb in den Tiensian. Braun, blz. 196). 12 Erosiegeulen in den Witten Jura 25 Kloof in den keten van den Puig boven het Guillaume dal. Mayor op Mallosca (Puig — uitspr. 13 Door afstroomend regenwater uitge- poesj = bertop, ook in de Pyreneeën). slepen geulen (Duitsch Racheln)in 26 Waterval in de Bondei, bijrivier der Istrië. Pangani (in ’t Noorden van Duitsch 14 Idem, in dulorniet, bij den Sattel- Oost-Afrika). berg, ten Oosten van Kolm in 27 Draaikolk in het graniet van het Stiermarken. Lomnitz-dal (Reuzengebergte). 28 Draaikolken in het Valserine dal bij 48 Terrassen uit den Tiensjan (Centraal Genève. Azië). 29 Idem. 49 Het plateau van den Eifel met den 30 Deltavorming van Klemstein bij Gol- jongen vulkaan van den Mosen- ling in het Salzachdal (boven Hal- berg er boven op. lein). Het vroegere meer is door de 50 Scherpe bocht der boveii-Saale, bij delta opgevuld en de rivier loopt nu Carlsdorfmeandervorniing, de rivier door de zuiver horizontale vlakte. dringt steeds meer naar den linker- 31 Delta by Albenga, Z.W. van Savona kant. op de Riviera di Ponente (Italië). 51 Waterval neerstortende van bazalt- 32 Sandr (zandafzetting van een glet- banken. scherrivier nadat ze de eindmo- 52 Kloof bij de Rechter Gorongo in reene door is) aan de noordelijke Duitsch Oost-Afrika. vertakking van het mimesdal 53 Kloof in de hoangtoe (gele aarde) Bellenbai, aan de Eisf jord op Spits- van Noord-China, bij Kanghai, bergen. De naam Sandr behoort provincie Tsjili. Zulke kloven vor- thuis op Ijsland. men er zich gemakkeiyk in, daar 33 Grof puin van de Eisack, ten westen deze aarde gemakkeiyk loodrecht van Vorderrigger in Zuid-Tirol. afbrokkelt, vooral door de buisjes 34 Puin van een stortbeek bij Nankott, der vroegere flora. ten noordwesten van Peking. 54 Waterval in den Rijn, bij Scliafifhausen. 35 Meanders van de Achterste Blauwe 55 Kribben tot bescherming van den Gumpe in het Partnachdal, bij het oever bij Grandenz, a/d Beneden- Wetterstein gebergte. Weichsel in West-Pruisen. 37 Berg by Mülheim, aan de Moezel, die 56 De Niagara. door een meander van de rivier is 57 De beneden Yellowstone vallen (Ver- afgesneden. eenigde Staten, rotsgebergte). 38 Kaart van de Moezelmeanders bij 58 De achterste waterval in de Edca Bullay. (Kameroen). 39 Bijna afgesneden Moezelmeander bij 59 Waterval beneden Sapasük, by Apia, de Marienburg tbij Bullay) op het eiland Oepoloe (Samoa ei- 40 De rots Lorelei, a/d Ryn, van lietN. landen). gezien. 60 Woudheek bij Apia (eil. Oepaloe). in de Kochel (Reuzen- 41 De mond der Nahe bij Bingen ; dicht 61 Waterval by den mond, de spoorbrug der gebergte). Links rheinische Eisenbahn, hoo- 62 De werking der golven tegen den gerop de oude Romeinsche brug. oever van het Müggelmeer, een 42 Uitzicht op het doorbraakdal van den der meren van de Spree, ten Z. O. Rijn door het Leisteenplateau van van Beriyn, iets boven Köpenick. den Rossel, aan den steilen rand 63 De hooge en lage oever der Elbe in van het Niederwald, W.N.W. van het Elbe-zandsteenplateau, gezien het National denkmal. van de Bashei. Duidelijk is zicht- 43 Meander in palaeozisch gesteente op baar, hoe de Elbe den hoogen oever Schonen bewesten Simris. ondermijnt. 44 Oeverterrassen in het Piavedal, in 64 Puin in het dal van de Oker, waar het N. O. der Povlakte bij Ponte deze uit den noordrand van den neir Alpi even boven Belluno. Harz te voorschyn komt en een 45 Jong erosiedal in een opgeheven groot deel van het ineegevoerde penepiain (Duitsch wel. Verjüngung) materiaal bereikt. aan den Kepeningbell in den 65 Prebischtor, een rotspoort van zand- Tien-sjan. steen in het Bobeemsche deel van 46 Byna tot een plateau geworden het Elbezandsteenplateau, rechts schuine lagen (penepiain) in Herze- van de Elbe even bezuiden de gowina, ten 0. van Gacko. Duitsche grens. Bij de vernieling 47 Penepiain in Thüringen, gezien van van den zandsteen door machtige den Dohlenberg bij Kahla in de waterstroomen en verweering is richting van Jena. deze poort bewaard gebleven. I-1L.III. * WINDWERKINQ.

1 Begroeide heuvels, die bij de vernie- 18 Opgewaaid duin tegen de oudere ling door den wind (deflatie) zijn gronden van het Roode Klif op behouden gebleven. het eiland Sylt (Noord Priesche 2 Deflatie-gebiedop Ijsland (2 nummers). Wadden eilanden). 3 Deflatie-gebied op Ijsland, waarin een 19 Windgeulen in de voorduinen op Sylt. deel, met de flora er op, is blijven 20 Windgeulen en door afstorting ont- staan. staan duin op ’t eiland Hiddensoë 4 Idem. bewesten Rügen. 5 Voorbeelden van uitslijping door zand, 21 Windgeulen in de voorduinen der uit de streek der Grand Canon van Smalle Heide op Rügen. 9 de Colorado (Vereenigde Staten) en 22 Heuveltjes achter zeekraal (Salicoinia) van Gosch (Egypte). in de duinen bij Agde (Zuidwest van 6 Driekantige steenen (Duitsch Drei- Cette, aan de kust van Languedoc). kanter) uit het noorden van Bohe- 23 Zandophooping achter duinplanten men; ze komen in ons diluvium aan de Zuidkust van Engeland. ook voor en afgeslepen door het 24 Windgeulen in het puin opdenKibo door den wind voortgezweepte zand. (top van den Kildmandzjaro, in Ze komen o.a. veel voor in het Duitsch Zuid-Oost Afrika). Duitsche löss en bewijzen de vor- 25 Zandrimpels op Ijsland. ming hiervan door den wind (zie 26 Zandrimpels in de zandstuivingen van Wabiischaffe, Oberflöchen gestal- Zuidelijk Oldenburg. tung des deutschen Flachlandes, 27 Door den wind omgebogen toppen van 3e druk, blz. 234). wilde pünboomen op het schier- 7 Idem van het Roode Klif, aan de eiland Darrs in Eet noordwesten westkust van het Noord Priesche der Pruisische provincie Pommeren, Waddeneiland Sylt, bewesten het bil Darsser Ort. dorp Kampen. 28 Aardpyramiden bij Seganzano in Tirol. Steile hellingen van den Tachang Ze ontstaan door verweering van Korun Tagh, deel van den Tian- de zachtere deelen, terwyl de har- sjan, met kleine sikkelvormige dere blijven staan. Vaak zijn ze duinen, die de bolle zyde naar gedekt door rotsblokken, die op de den wind keeren (barchanen) op pilaren liggen en beschermend heb- den voorgrond ben gewerkt. 10 Kaart van een gebied met sikkel- 29 Dito; maar in minder verweerden vormige duinen, die de holle zijde toestand. naar den wind keeren (parabeldui- 30 Dito; met veel verweeringspuin aan nen) in het oerstroomdal van de den voet. Warthe. 31 Begin van aardpyramidenvorming bij 11 Windkuil en door afgestort zand ont- Villa de Caballo in Catalonië (N.0. stane duinen, ten zuiden van Wes- van Spanje). terland op het eiland Sylt. 32 Winderosie in diluvialen zandsteen te 12 Idem. Mechau, ten N. W. van Danzig in 13 Duinen bij Kampen op Sylt. W. Pruisen. 14 Zich verplaatsende duinen in de 33 Oever van de Grand Canon, het reus- streek Sablonay ten zuiden van achtige erosiedal der Colorado, in Arcachon, aan de kust van Les den staat Colorado. De lagen liggen Landes. volkomen horizontaal. De oevers 15 Idem. dalen terrasvormig. .16 Staan gebleven deelen van duinen 34 Duinlandschap in Duitsch Zuidwest- (Duitsch Kupsden) die door Wind- Afrika. erosie zijn verlaagd, bij Hörnum, 35 Buitenste duinen in de kuststreek aan het Zuideinde van ’t eiland Sylt. Mamaia ten noorden van Kus- 17 Idem, by den Tempelberg, in het tendsje,indeDobroedsja (Roemenië). zuiden van Oldenburg. .

MO. * ALQEMEENE GEOLOGIE

1 Het Lahndal van de burcht Lalineck lende meren. Het overstroomings- (achter Oberlahnstein) uit gezien. gebied is tusschen Siethen en 2 Het Lahndal bij Oberndorf, N.W. van Blankensee. Marburg in Westfalen. Uitzicht van 25 Deel van het tot plateau geworden het Groethepunt. bergland van den Harz, bij Bocks- 3 Schwarzburg a/d Schwarza, bp stroom wiese; zulk een plateau heet in der Saaie, gezien van den nahurigen het Duitsch Rumpflachen in het Trippstein. Engelsch feneplain (d.i. „byna vlak” 4 Duinlandschap in de Sahara met bergland). Deze naam is eraan ge- rustend reisgezelschap. geven door den Amerikaanschen 5 Kloof aan den weg naar Sarren t, bij geoloog en geograaf William Morris Amalfi (Italië). Davis. 0 Kloof bij de Via Mala in Grau- 26 Bamboewoud in Urundi, Duitsch bunderland. Oost-Afrika. 7 Klint aan de krytkust van Rügen 27 Kanwoestyn gezien naar de zijde (Oostkust). der zee. 8 Natuurlijke brug aan de Lüderitz 28 Dicbt bij de boomgrens op den bocht, in Duitsch Zuidwest-Afrika. Aoristukan in Zweden. 9 Afbrokkeling van de kustby Witten- 29 Vleugelwand, aardlagen. (Vleugels berge. noemt de kanten van een plooi, 10 Klip van het diluvium bij Wittenberge. d.i. een door zijdelingschen druk 11 Klip in diluviaal keileem. gevouwen aardlaag). 12 Bedding van een beek op den weg 30 Gebogen lagen. naar het Mecklenburghaus, in 31 Noordpunt van Helgoland. Kiautsjou (de Duitsche kolonie in 32 Diskordante lagen in den Harz. (Dis- China. kordant noemt men aardlagen, die 13 Krijtkust tusschen Sassnitz en de afzet zijn op andere, welke reeds Stubbinkammer aan de oostkust een schuinen stand hadden). van Rügen. 33 Tafelbergen 14 De eilandsberg Dicker Wilhelm by 34 Buiging van aardlagen. Garub (Duitsch Zuidwest-Afrika). 35 „Hochbor”. 15 Kloof in het oerwoud van Brazilië. 36 Plooirug, zadel of antikline, 16 Heete bron (geiser) by Reikjavik, die 37 Plooigebergte. gebruikt wordt om er iii te was- 38 Steengroeve. schen. 39 Temple of the Virgin, ütah. 17 Kust bij Sorrento, met het hotel 40 Liggende plooi. Framontana. 41 Faulhorn. 18 Brandingskust bij San Francisco. 42 Profiel van de Alpen. 19 Droog rivierbed in de Erangogel. 43 Plooidal, trog of synkline. 20 Koppenplan in het Reuzengebergte. 44 Herhaalde kleine plooiingen. 21 Woudlandschap in het Spreewald.- 45 Horst (omhoog geperste massa). 22 Een blik in het Polenz-dal, een zij dal 46 Landschap met terrassen. van de Sebnitzbach, die even boven 47 Over elkaar geschoven plooien. Königstein in de Elbe valt. Men 48 Verschuiving van aardlagen. ziet het dal met de Walterdorfer 49 2 ~ » )> n Mühle en Talwachter. Het geheel öO Gneislandschap. is een klein deel van het Elbe 51 Hellende gnei.slagen. zandsteenplateau; de zandsteenla- 52 Strandterras. gen zyn duidelyk zichtbaar. 53 Schmutzbander. 23 De Albime-brug in een kloof by Aix- 54 Berkengordel. les-Bains, aan de oostzijde van het 55 Leemlei. Lac de Bourget. 56 Vergletscherd plateau. 24 Overstrooming aan de Nerthe, een 57 Schieferétage v/h. Silune. bijstroom van de Have], die er by 58 Kalksteenétage op Kinnekulle. (Zwe- Potsdam invalt; ze komt van de den). Fleming en stroomt door verschil- .

HOE MEN TEGENWOORDIG DE VASTE STERREN ONDERZOEKT.

Tekst van Dr. A. J. VAN PESCH. 34 Platen.

1 /? Argus en omgeving. 18 Zon gephotographeerd bij calciumlicht.

2 Afwyking van een troep soklaten op 19 Zonnevlek „ „ „ marsch, bij den overgang van weg 20 Zonneoppervlakte gephotographeerd op heide. bij waterstoflicht. 3 Breken van een lichtstraal. 21 Sterreloop in de Jachthonden. 4 Breken van een lichtstraal door een 22 „ „ Hercules. prisma. 23 Nevelvlek „ Andromeda. 5 Werking van een prisma. 24 „ „ Orion. 6 Kleurschifting door een prisma. 2ö Omega-nevelvlek. 7 Vorming van een spectrum. 26 Nevelvlek in Sagittarius. 8 Kaars door een prisma gezien. 27 Spectra van de zon en van Sirius. 9 Resultaten van kleurschifting in ver- 28 Spectrum van een nevelvlek. schillende mate (kaars). 29 Spectrum van de nevelvlek in Orion. 10 Resultaten van kleurschifting in ver- 30 Photo van sterrespectra in het Zui- schillende mate (spleet). derschip. 11 Spectroscoop. 31 Dopplerprincipe. 12 Spectroscoop met een aantal prisma’s. 32 Sterrespectra, die lijnverschuiving 13 Spleet-inrichting. vertoonen. 14 Typen van spectra (continu; lijnen; 33 Lynverschuiving in het spectrum van absorptie). Capella. 15 Zonnespectrum. 34 Enkelvoudige en verdubbelde X-lyn 16 Spectrograaf. bij een spectroscopische dubbelster. 17 Photo van de zon, in een gewone kijker.

ID. ZEEVISSCHERIJEN met tekst met welwillende medewerking van het Instituut voor Zeevisscheryen in Den Helder. Hiermee vervalt de vorige serie ID. Zeevisscheryen op hlz. 124 van den Catalogus. 98 Platen; Hieruit kan men naar keuze platen opgeven. Kustvisscherij

achtersteven 1 De boomtrawl. Zijdelingsch schema in te halen. By den en sleepijzer. komen de kurken boven water. de 2 Netten voor de ansjovis-visscherij op 7 Hoe de ansjovis zich tusschen ’t land opgesteld. mazen van het net heeft gewerkt 3 Bovenrand van een ansjovisnet van en er in blyft hangen. kurken voorzien om te drijven. 8 De ansjovis wordt uit het net ge- 4 Onderrand van dito met loodjes om trokken. ’t rechtstandig neerhangen van het 9 Haven van . De visschers schud- net te bevorderen. den de netten uit. Bij het uittrekken 5 Haven van Urk in den ansjovistijd. van de ansjovis bly ven nl. dekoppen c MorVpirhottRr bezig het an.sjovisnet wel eens in het net hangen. Achter in de botters ziet men een bundel vaartuigen ziet men aan den achter- vlaggetjes met een soort dobbers; steven de treklijnen van den kuil dat zijn de zoomen, waaraan ieder uitgaan. Men ziet aan den stand z’n eigen netten herkent. der zeilen, dat er „vóór den wind” 10 Ansjoviszouterij en afslaggebouw te gezeild wordt. d. w. z. dat de wind Urk. van achteren in de zeilen blaast. 11 Schoonmaken van de ansjovis te 20 Botters, die den wonderkuil in de . mast te drogen hebben gehangen. 12 Zouten van de ansjovis. Men ziet de z.g. „oorstokken” aan 13 Ansjovis wordt in tonnen gepakt. de buitenzijde van de netopening. 14 Botters en schokkers met in den 21 Volendammer botter visschend met mast geheschen haringgeepnetten. de knakkuil. Men ziet de kruiswijs Men ziet aan de netten duidelyk geplaatste balken. de rijen drijfkurken. 22 Volendammer, visschend met de 15 Haringspeetsters rijgen de openge- dwarskuil. Men ziet aan den stand spauwen haring aan houtjes om der zeilen, dat er „by den wind” gerookt te worden. gezeild wordt, d. w. z. dat de wind 16 Bokkingrookery. dwars op de zeilen blaast. 17 Wonderkuil uitgezet op een weiland. 23 Schema van schip, visschend met Aan de afmetingen der personen, dwarskuil, knakkuil en wonderkuil, die er bij staan, kan men zien hoe van boven gezien. groot zoo’n net is. 24 Volendammer, de knakkuil inhalend. 18 Volendammer botters zeilend voor 25 Leraster visschers de beug azend. den wind met de wonderkuil 26 Aalfuiken. tusschen zich in. 27 Stille „leiïge” dag op de Zuiderzee. 19 Dito van achteren gezien. Van de Trawlvisscherij.

28 Schematische voorstelling van een 31 Dito, verder stadium. Men ziet de ottertrawl. visschen boven komen. 29 Otterbord. Teekening. 32 Ken prachtige zware schol. 30 Ophalen van den trawl, de boven- 33 Stoomtrawler met de bal opgeheschen pers komt boven w'ater, men ziet ten teeken dat ’t schip visschende is. de otterborden op zij. 34 Kykje in den vischafslag te LJmuiden. Beuévisscherij.

35 Schema van een beug. hoog, maar zakkende, want enkele 36 Schema van joon, baaklijn en werp- hoepels van de fuik beginnen al anker. boven water te komen. In de verte 37 Teekening van aasbak en verschil- de kust van Texel met de kerk lende soorten van aas. van ’t dorp Hoorn op Texel. 38 Het azen van heel dichtbij gezien, 44 Een Fjord aan de kust van LTsland een garnaal wordt aan den hoek met een dorp. geslagen. 45 Een warme bron op IJsland. 39 Dito, de geaasde hoek, die klaar is, 46 Een Fransche IJslandvaarder. Deze hangt over den rand van den aas- visschen met een soort beug, maar bak. In het gespleten houtje die maar uit 1 of 2 baaklijnen be- midden in den bak liggen alle staat. hoeken op volgorde om verwarring 47 Inscheping in Duinkerken. Zie de te voorkomen. De visscher haalt matrozenkist. den volgenden hoek van ’t houtje. 48 Bemanning aan boord. 40 Het uitgooien van de beug aan boord 49 Het kerk-hospitaalschip, dat door de van ’t schip. Fransche Staat in die wateren 41 Sloepschip, de brug inhalend, teeke- wordt onderhouden. ning. 50 Dokter en geestelijke aan boord in 42 Nieuw model stalen sloepschip. zoo- hun pelzen gehuid. als bij de beugvaart wordt gebruikt. 51 Van de naburige vaartuigen worden 43 Fuiken voor ’t vangen van de greep zieken of gewonden geroeid naar (waarmee geaasd wordt), staande ’t hospitaalscliip voor onderzoek. bij Den Helder, ’t Water is nog 52 Ontscheping van zieken aan den wal. 53 Een ziekenhuis aan den wal. 59 De kabeljauw wordt schoongemaakt. 54 Een begrafenis. 2 sloepen met de 60 De kabeljauw wmrdt van de inge- vlag halfstok brengen de kist naai- wanden ontdaan en gekerfd om óf den wal. gezouten óf gedroogd te worden tnt 55 Het zeemanskerkhof. stokvisch. 5B In sneeuw en ijs. 61 Stokvisch drogende. Op de uiterst aan 57 Een snelzeilend jacht, dat de ver- zee liggende kale rotsen, waar de binding onderhoudt tussclien de zon op brandt en. de zoute zeewind verspreide vaartuigen en ook de overheen waait, droogt de vischin post brengt. korten tjjd. 58 Post aan boord.

Haringvisscherij.

62 Schema van één net van een haring- 77 Dito. De uiterste rotsen aan zee — vleet. de „Skjaeren”. 63 Hoe de haring in ’t net blijft hangen 78 Loch Bonsdale in ’t haringseizoen. (deze is op dezelfde grootte als No. 7 De Schotten kaken en zouten de en men ziet hier ’t verschil in grootte haring niet aan boord maar aan met de ansjovis en ook ’t verschil den wal. in grootte der mazen). 79 Haringsloot in een Loch aan de 64 Hoe de haring gekaakt wordt. Westkust van Schotland. 65 De gekaakte haring. 80 North ford te Uist op de Hebriden 66 De gezouten, in tonnen gepakte haring bij laag water. wordt te Vlaardingen uit ’t schip 81 De vogelrotsen van Bass-rock aan gelost. den ingang van den Firth of Forth, 67 Kijkje in de haven van Vlaardingen Schotland. in den haringtyd. 82 Jan van Genten op Bass-rock. 68 Haringlogger fteekening). 83 Het Hollandsche kerk-hospitaalschip 69 Idem, zeilend (foto). De Hoop. 70 Manschappen gaan te Vlaardingen aan 84 Na de preek in het logies. boord voor de reis. 85 De ziekenkamer. 71 Kijkje in ’t matrozenlogies. 86 Een genummerd botje. Sinds jaren 72 Bom op ’t strand te Scheveningen. worden door het RyksinsLituut voor Platboom vaartuig voor onze kust zeevisscherijen visschen gevangen, geschikt. van een nummertje voorzien en 73 Op het strand halen van een bom. weer losgelaten. Als zoo’n visch nu 74 Kijkje op ’t strand aan onze kust. gevangen wordt, stuurt men het 75 Haven te Scheveningen; tegenwoordig nummertje op naar den Helder met allemaal kielschepen. opgave van plaats en tijd der vangst. 76 Een Noorsche fjord, diep in ’t land Zoodoende is men heel wat te weten ingesloten tusschen de hooge bergen gekomen omtrent het trekken, kuit- Gudsagen aan de Naerofjord. schieten enz. der visschen. Vischsoorten voor de visscherij van het meeste belang*

Kust- en TraAvlvisschery. Keugvisseliery. 93 Kabeljauw, let op de draad aan de kin. 87 Bot, oogen meest aan den rechter- 94 Schelvisch, kleine kindraad, zwarte kant van den romp. streep langs de zyden, zwarte vlek 88 Tarbot, oogen steeds aan den linker- op den schouder. kant van den romp. 95 Heilbot, wordt heel groot, wel 1 M. 89 Tong, oogen rechts, grauw, ruwe lang. schubben. 96 Gewone rog, breed en vlak, met 90 Schol, oogen rechts, meest goudge- groote stekels op rug en staart. vlekt. 91 Schar, oogen rechts, grauAv, ruwe Haring visschery. schubben. 97 Haring. 92 Poon. 98 Makreel, let op de talrijke dwars- banden op den romp. AANVULLING. IV. * het hout met welwillende medewerking der PHOENIX LUMBER Co., Spokane Ü.S. Het hout in Amerika en wat er met de ontboschte terreinen gebeurt.

70 Geziclic in het bosch. De boomen (8 voeten ongeveer 1 meter). In in der voorgrond zijn de welbe- de photo zijn de arbeiders kende dennenboomen bezig 78 die na het den stam op maat te zagen. zagen de „Vurendelen” leveren. 78 Stammen worden met paard Bijna geen en struikgewas komt in wagen vervoerd naar den de molen photo voor. Opname was in of de stapelplaats. de lente gemaakt en toont de wilde 79 Houthakkers aan den maaltyd. Het zonnebloemen in bloei. eten is met een wagen gebracht, 71 De Eland. Het hert der N.-Ameri- want het werk is hier verscheidene kaansche wouden. mijlen van het kamp verwijderd. 72 Jagerkamp in het bosch. 80 Stapelp^laats vanwaar de stammen Een „Camp” waar kantoor, smidse, „logs” por trein vervoerd worden. stallen, eet- en slaapgelegenheid 81 De stoom-kraan welke voor het laden voor de arbeiders in de bosschen der stammen gebruikt wordt verschaft van wordt. De gebouwen af- dichtby gezien. gedeeld zijn in dit geval kantoor, 82 De trein en wagens geladen met slaaplokaal, (eenige arbeiders zitten stammen op weg. De spoorbaan bij de deur) en smidse. De slee en alswel het materieel zyn het paard worden eigen- gebruikt om water dom van de „Phoenix Lumber van de bron naar het kamp te Company” welke op het oogenblik brengen. Dit kamp is in het noord- 9 mijlen spoorbaan door hare bos- oosten van de Staat Washington schen heeft gelegd en steeds verder en is een deel van de bezittingen uitbreidt. van de „PhoenixLuraber Company.” 83 Nadat alle stammen van voldoende 74 Interieur van het .,Bunk;house” of grootte gekapt en weggehaald zijn, slaaplokaal. Dubbele rij bedden heeft het land verder weinig of boven elkaar. geen waarde als ,,timber-land”. 75 Houtzagen. Attentie wordt gevestigd Soms wordende kruinen en kleinere op de „nitch” (segment "met den boomen in brandhout verhakt en bijl uit den stam gehakt). Nadat ( lit hout gebruikt als brandstof voor deze „nitch” gemaakt is. wordt onze loconiotieven, of verkocht. het zagen van den tegenoverge- Dan blijft alleen het kleinere stelden struik- kant begonnen en valt de gewas over boom naar de zyde waar het stuk Het is echter gemakkelijk te uitgehakt is. begrijpen dat de grond uitstekend 76 Houtzagen. Hier beginnen de arbei- bouwland geeft. De grond waarop ders den boom te vellen. Aandacht nog nooit geoogst is en met geen wordt gevestigd op het dikke struik- ploeg bewerkt is, geeft prachtige gewas, wat ook in de volgemle resultaten nadat het struikgewas photographie opmerkelijk is! (De verwijderd is en tle stompen uit- arbeiders zijn Oostenrijkers; ook gebrand, uitgetrokken 6'fmet kruit worden veel Italianen, Montene- of dynamiet uit geschoten zijn. In grijnen en Grieken onder deze plaat 83 is de boer bezig met de soort arbeiders gevonden. takken en struikgewas te ver- Struikgewas zooals in de plaat branden. levert gedurende het drooge zomer- Tot een paar jaren geleden kon seizoen groot brandgevaar op. ieder burger in de U. 77 S. van Amerika, Nadat de boom gevallen is wordt de indien gewenscht, op 160 aren land kruin afgezaagd en de stam op- zijn „thuis” vestigen, mits dat het gezaagd in stukken van 12 tot 40 land nog tot de regeering behoorde; voeten lang of welke maat ook in andere woorden, mits dat het vereischt wordt aan den molen. land niet aan een andere burger afgestaan was door de regeering. Deze boerderij is over 5000 aren Door de verbazende groei in de groot en de vijf machines werken bevolking is al het land, dat eenige tegelijkertijd, elke volgende ma- waarde heeft als bouwland, „home- chine ter rechterzijde van de voor- steaded” en is gedurende de laatste ganger. Groot kapitaal is vereischt paar jareii bizonder aandacht ge- teneinde zulk een aantal machines vestigd op de ontwoude gronden. en trekdieren te kunnen bekos- (Out-over timber-lands). De hout- tigen. (Vooral het voeden der dieren zaken, welke deze landen toebe- gedurende de rest van het jaar hooren, verkoopen het land tegen looptop tot ontzaggelijke bedragen). zeer lage prijzen en op termynen, 91 „Combine Harvester’’ getrokken door ten einde den kleinen boer in staat een stoommachine in plaats van te stellen, zün eigen boerdery te trekdieren. kunnen koopen en bebouwen. Het 92 Het kamp waar alle maaltijden enorme succes en de groote vraag bereid worden voor de arbeiders voor goedkoop en goed land heeft die aan het oogsten bezig zijn en tot resultaat dat heel veel land waar ze slapen. jaarlijks verkocht en onder den 93 Een stapelplaats en wagens bezig ploeg gebracht wordt. het graan binnen te brengen. 84 Foto van een boerdery op land, dat 94 Deze foto toont het dorschen in het voorheen tim herland was en na het geheel. De machine is op den voor- verwijderen van stompen en struik- grond, alsook de waterwegen die gewas in uitstekend bouwland is drinkwater en water voor de gemaakt. machine haalt. Het stroo by de 85 Een korenveld; de man in het veld machine wordt gebruikt voor staande, toont de hoogte van het brandstof. graan in verhouding tot den man. De wagens aan elke zijde brengen De machine is bezig het koren te het graan aan van het veld waar maaien. Het koren dat op deze de „binder" ze achter liet naai- manier gemaaid wordt, wordt niet de machine. Aan de linkerhand gedorscht doch als voer voor het is een stapel zakken graan nadat vee gebruikt. de opening dicht genaaid is. Op 86 Een rog^e-veld. De aandacht wordt den achtergrond is een groote gevestigd op de jonge appelboomen stapel kaf, hetwelk gewoonlijk tusschen de rogge. Op deze manier voor voer bewaard wordt. Js er van planten levert het land een in ’t voorjaar overgelaten dan goede opbrengst gedurende den tyd wordt de rest verbrandt, daar de dat de appel boonien te jong zyn asch goede meststof oplevert. om vrucht te dragen. Het brandgevaar gedurende het 87 „Binder". Het groote wiel op de heete weer wanneer de oogst in- machine buigt het graan voor de komt is enorm groot. messen, die het kort afsnijden. 95 Een typisch korenveld in de „Pacific Machinaal wordt het graan in een Northwest’’. Het heuvelachtige ter- schoof gebonden welke schoof van rein (rolling) treft den vreemdeling de machine in het veld valt waar en het ploegen en oogsten tegen zij later met paard en wagen weg- de hellingen is zeer interessant gehaald worden. voor reizigers, die meer aan vlakke 88 Dezelfde machine (voor-aanzicht). landen gewend zyn. Zie de reus- Eenige arbeiders zijn bezig met de achtige uitgestrektheid. schoven bij elkaar te zetten. Verder 96 Ploegen met de stoomploeg. in (fen achtergrond wagen bezig 97 Een schoof Washingtonkoren. Dit het graan naar de stapelplaats te graan groeide dicht by Spokane. vervoeren, klaar voor het dorschen. 98 Een snel opkomende stad in een 89 „Combine Harvester”. Deze machine, landbouwdistrict — hier en daar getrokken door paarden, maait het nog tydelijke lage huizen en reeds koren, dorscht het en vult de hooge huizen van 6 verdiepingen zakken in één handeling. De zakken er tusschen in. worden in het veld achtergelaten 99, lOÜ, 101 Eenige foto’s van Spokane. en later naar spoorwagen of schuur Nez-Perce en Yakima Indianen. vervoert. Hunne schilderachtige kleeder- 90 Vijf „combine Harvesters” te zamen dracht wordt alleen gebruikt ge- op de zelfde boerderij werkende. durende feesten en gewoonlijk worden zeer eenvoudige kleeren laden ze op een handwagen en gedragen. wordt het hout zoo naar de ver- Het restant der Indianen leeft nu schillende stapels vervoerd, ver- op „reservations”, speciale streken deeld volgens soort. door de Regeering aangewezen en 106 Eenige mooie planken, over Vs meter ontvangen de daar wonende India- breed, maar door de kleine kwasten nen, voor het meerendeel boeren, •Jde kwaliteit. velerlei ondersteuning en hulp 107 Planken geheel vrij van kwasten en van de U. S. 1ste kwaliteit. 102 Indianenkamp. 108 Houtstapels. Millioenen voeten hout 103 Teruggaande tot foto 82 (trein), nadat zyn in voorraad in onze opslag- de logs per spoor aan den molen plaatsen, welke groote ruimte in- aankomen, worden de stammen innemen. De plaat toont hoe het van den wagen in de rivier gerold hout gestapeld wordt om goede en brengt de stroom ze in het droging te verkrygen. balkengat. Plaat 103 toont de stam- 109 Kistenfabriek. Duizenden kisten van men verzameld by den molen. Op alle grootten en soorten worden den achtergrond een waterreser- hier dagelyks vervaardigd. Appel- voir als een deel van de automa- kisten nemen een voorname plaats tische brandprotectie. plaats in onder deze industrie. 104 Interieur van den zaagmolen (Phoe- Wagen met lading kisten (nog nix Lumber Companj). De stam- niet getimmerd, alleen materiaal) men worden per ketting naar de op den voorgrond. „carriage” gebracht; de „carriage” 110 Een rivier vol hout — aangedreven loopt op rails voorbij de handzaag balken voor een papierfabriek. en de planken gaan door den mo- 111 Nadat de balken in kleine stukken len. waar de schors op beide zijden gezaagd zyn, worden ze in de afgezaagd wordt en vandaar naar trommels rechts en links tot pulp de werf. vermalen. 105 Toont de planken uit den molen 112 Deze pulp gaat nu door verscheidene komende; zij worden op een einde- zeven en wordt al fijner, fijner. loozen ketting geladen en op een 113 Daarna wordt de massa in persen ladingstelling gebracht. Daar ne- gepersd en om groote walsen tot men twee arbeiders de planken af. vellen papier vervormd.

IW. DE WALVISCHVANQST IN DE 17DE EEUW

met tekst, met een en ander over de vangst in deze tyden en over de walviscli zelf. 41 Platen.

1 Het zeemanskerkhof op Smeerenburg 10 Robben op ’t strand. zooals de bemanning der Willem 11 Robben worden doodgeslagen. Barents het in 1879 aantrof, naar 12 Groenlandsche pakhuizen op de Prin- een teekening in Eigen Haard. sengracht, naar teekening uit Eigen 2 Schip in ’t ijs, de Pram in ’t ijs Haard. vast. 13 Prent van de walvischvangst, als- 3 Noordpoolkaart uit de 17de eeuw mede van beeren en robben, naar 4 Strijd met een beer, oude prent. oude prent. 5 Matroos gaat op de reenejacht, oude 14 Noordvaarder, zie de ronde vorm, om prent. de drukking van ’t ys te kunnen 6 Geysir op IJsland, foto. weerstaan. 7 Narval of eenhoorn, teekening. 15 Lijst van ’t victaljeeren. 8 Groenlanders in hun kajak, foto. 16 Schip in een scheepskameel over het 8a Teekening van een kajak. ondiepe varende, naar oude 9 Slede met rendier bespannen. prent. . .

17 Reede van Texel van den Helder af 31 .Binnenzeilen der Groenlandsvaarders, genomen, in de verte de Texelsche oude prent. kust. Hier verzamelde zich meest- 32 Traankookerijen op Smeerenburg, al de koopvaardijvloot en ook de schilderij van de Man R. Mus. oorlogsvloot, foto. 33 Harpoengeweer dat tegenwoordig 18 Schepen zeilen in ’t ijs, oude prent. wordt gebruikt, foto. 19 Gereedschappen ter walvischvangst, 34 Kanon met bom, die ontploft op ’t teekening. oogenblik dat de harpoen ’t lichaam 20 Spuitende walvisch, foto. binnendringt, foto. 21 Harpoeneeren, naar oude prent. 35 Walvischstoomer met buitgemaakte 22 Boot schiet door ’t water door ’t ge- walvisschen voor een vischstation, wonde dier getrokken, naar oude het flenzen geschiedt nu niet meer prenc. aan boord, foto. 23 Gereed tot lenzen — steken met lange 36 Vischstation met traankookerij op harpoenen zonder weerhaken — Ijsland, foto. naar oude prent. 37 Diepe lengtesneden worden in het 24 Lenzen, naar oude prent. spek gemaakt om ’t afspekken te 25 Boot door de walvisch in de lucht vergemakkelijken, foto. gezwaaid, teekening. 38 Oog en oor van den walvisch, foto, 26 Walvisch wordt naar boord geroeid, 39 Walvisch duikende, zie de stand van oude prent. den staart, foto. 27 Cachelot valt een sloep aan, teek. 40 Geraamte van een Groenlandsche 28 Drijvende ijsberg, foto. walvisch. 29 Flenzen, oude prent. 41 Tong van een Groenlandsche wal- 30 Schepen in ’t ijs verloren bij storm, visch, nadat de lucht uit ’t lichaam oude prent. is gepompt, foto.

IX. * BIOLOGISCHE REINIGING VAN AFVALWATER.

1 Afvoerkanaal van gereinigd water te 18 Biol. Installatie te Wilmersdorff. Birmingham. 19 Oxydatiebedden met verdeelgoten. 2 De Tame, bestaat v/d helft van 20 Adam’s automatische vulling. afvalwater van Birmingham. 21 Filter met lagen. afvoerkanaal. 3 Vergelijking der afvalstrooming p/sec. 22 ,, ,, 4 Roteerende zeef van John Smit Co. 23 V erdeeling van water door. Kipbakken 5 Zeefschijf van Riensch. 24 „ door doorboorde buizen. sproeiers 6 Bezinkingsbak. 25 „ ,. vaststaande 7 Bronnen van Mairich. 26 Vaststaande sproeier. 8 Ketel voor Reiniging van afvalwater. 27 Ronddraaiende sproeier. 9 Waterafvoer in Bezinkingsbekkeu. 28 Tiddiansproeier. 10 Slibverwijdering. 29 Verdeeling door gegraven goten. 11 Overpompen van Slib. 30 Schema van Biol. Installatie. 12 Persen van Slib tot koeken. 31 Inrichting voor reiniging van fabrieks- 13 Rest van na 3 woken in septie tank. Avater. 14 Emscher Brunnen. 32 City of Wells, general plan. 1-5 Hydrolitic Tank. 33 Oxydatiebedden. 16 Bevloeiïng-rugbouAv. 34 Biol. Inst. voor ’n Engelsch Zieken- 17 Intermitteerende bevloeiïng. huis. lAD. OESTERTEELT. Met tekst. 26 Platen.

vrijen 1 lerseke. Dorpsgezicht. waarin het zeewater dus oesters 2 lerseke. Gezicht op de, nu nog ledige, toegang heeft, worden de oesterputten. Op den achtergrond bewaard, die bijna leverbaar zijn. de kantoren der oesterkweekers. De Ijüomtakken op den achtergrond van „per- 3 lerseke. De oesterputten — nu nog vormen de grenzen de ledig. Op den voorgrond een sluisje, ceelen”. De banken op de Ooster- waardoor men naar verkiezing de schelde worden alle op deze wijze putten vol laat loopen of droog in perceelen verdeeld, en deze maakt. worden dan publiek verpacht. oesterbank. ar- 4 Als boven. 18 lerseke. Op de De rechts heeft een bekalkce 5 De haven met eenige kleine zeil- beider gereinigd booten, die bij de oester- en mos- dakpan in de hand, die selteelt gebruikt worden. moet worden. De middelste is van oesters 6 Botter ir de haven van lerseke, nog bezig, waterplanten de planten in gebruik bij de oestervisscherij. af te rukken. Bleven deze oesters bevestigd, dan zou 7 Oud model oestervischvaartuig thans aan de politievaartuig). het gemakkelijk kunnen gebeuren, bij sterken golfslag of bij storm- 8 De ,,.Jau Hendrik Cornel”, grootste dat model „korboot” in gebruik te weer de oesters op bet perceel van lerseke. (Stoomraderschip.) een anderen kweeker werden ge- 9 Een ander type van korboot. (Motor- worpen. vier- boot.) 19 lerseke. Op de oesterbank. Een bezig, oester- 10 Aan het dek van de korboot. tal arbeiders zijn reinigen, andere werk- 11 De „korren” verdwynen in het water. pannen te en 12 De ledige korren zakken op den zaamheden te verrichten. bodem van de oesterbank. 2U Aan den arbeid op de oesterbanken. 17 in hun 13 De korboot haalt zyn gevulde korren 21 Vrouwen aan het werk uit zee op. eigenaardige dracht. een bekalkte 14 De gevulde korren zijn juist uit zee 22 lerseke. Gedeelte van opgehaald. dakpan, met duizenden kleinere en bezet. Deze dak- 15 Een partij opgevischte oesters aan grootere oesters dek van de korboot. pannen worden, nadat zij een tijd- gelegen lö lerseke. Op de Oosterschelde. Met lang op de oesterbanken het kleine zeilbootje gaan de hebben, afgestoken, en de oesters ter oester-arbeiders bij laag water naai- worden dan op de banken de oesterbanken, om daar te werken. verdere ontwikkeling ,, uitgezaaid”. De oesters worden ontdaan van de 23 lerseke. Een meisje, in Zeeuwsch zeeplanten, die zich eraan helibeu costuum is bezig, een bekalkte vastgehecht; oesters, die aan elkaar dakpan af te steken, door middel gegroeid zijn, worden van elkaar van een plat mes. De afgestoken gescheiden, oesters, die vuil zijn oesters worden op de Oosterschelde geworden, worden met behulp van uitgezaaid op de oesterbanken. harde schuiers schoongemaakt. 24 Het afsteken der oesterpannen. lerseke. Op de oesterbank. In de op 25 Het sorteeren der oesters. elkaar gestapelde bakken, die van 26 Het verpakken der oesters. ijzergaas en hout gemaakt zijn, en

K.AA. EENCELLIGE ZOETWATERDIEREN. Tekst van H. R. HOOGENRAAD. 49 Platen.

1 Amoebaproteus. 4 Amoeba ? 2 Hyalodiscus guttula. 5 Dactylosphaerium radiosum. 3 Amoeba strictor. 6 relomyna palustris.

KAC. * BLOEMEN EN PLANTEN. Hiermee vervalt KV. op l)lz. 147 van den catalogus.

22 Peltigera (Schildmos). 1 Koekoeksbloem. (boommos). 2 Sleedoorn. 23 Ramolina franinea 3 Man netj esvaren. 24 Peltigera (Scbildmos). 4 Duindoorn. 25 Hottonia (waterviolia). 5 Scherpe boterbloem. 26 Akker winde 27 Ankeveensche plassen. 6 „ » 7 Gallen op eik. 28 Waterlelie. 8 Planten op distel. 29 Waterlelies. 30 Brandnetel (gekleurd). 9 .. J) 31 Doovenetel. 10 n » H 11 Zeeanemonen. 32 Glechoma hederacea. foetidus). 12 Batr. aquatile (waterranonkel). :13 Nieskruid (helleborus (Patasites vulgaris'. 13 Varens. 34 Groot hoefblad 14 Paarse doovenetel. 35 Appelbloesem. (gekleurd). 15 Wollegras. 36 Duinviooltje viooltje. 16 2. bl. Dalkruid. 37 Blauw door hyacinth. 17 Slangenkruid. 38 Langdoorsuede 17 Maart. 18 Haagwinde. 39 Sneeuwklokjes op 19 40 Dubbele boterbloem. 20 Doornappel. 41 Parnaskruid. 21 Stengellooze distel.

KAl. BERQPLANTEN JAVA met tekst van Dr. ZIJLSTRA.

imperialis. 1 Salak, gez. v. Buitenzorg, Primula idem Soekamantor. Anaphilis Javanica. Tjiapoes (Kloof v/d Salok). 25 Panggerango. Gezicht van Kandong Badak. 26 Gedeh. 27 Balanopbora elongata. 5 ,, o/d Merbaboe. Gaultheria punctata. 28 Verbos Tjibodas. Polypodium vulcanum. 29 idem Kandong Badak hut. 30 idem idem tegenwoordige hut. 31 Arisabina filiforme. idem dankomst, 32 Gasuarina montana. idem Koeliehut. 33 .Tymenophylluni sp. idem hutten. 34 Achterwand Krater Gedeh. 10 Lebak Saït. 3)5 Verbos Tjibodas. Aerobryurn (Moszone- Gedeli). 3(3 idem 15 Myrmestris gracilis. 37 Ficus spee. Nepenthes melamophora (Tjibeurum). 38 Zandzee. idem idem idem 39 idem 40 Tjibodas. Waterval. , Tengger gebergte. 41 Rosemala. 20 Krater Gedeh. (Abbizzia montana). 42 Argostemna montana. 21 Ardjoeno. 43 Pratia begoniaefolia. idem 44 Agalmyla stammea. KA.U. KAQAX DE WEZEL. uit „BEASTS OF THE FIELD” van W. J. LONG met toestemming van den scliryver. 23 Platen.

1 Kagax de Wezel. 14 Vluchtende haas. 2 2 De chipmunk (eekhoorn) komt uit 15 Kagax op zjjn prooi. zyn hol. 16 Kagax slaapt zyn roes uit. 3 Elanden komen drinken. 17 Pad op een waterlelieblad. 4 Mieko de eekhoorn ontdekte een 18 De opening van een spechtennest. wezelnest. 19 .Jonge spechten op ’t nest. 5 Kagax volgt Mieko’s spoor. 2ü Zilverreiger. Ij Lijster op het nest. 21 Kagax luistert. 7 Jonge hazen in het leger. 22 Een paar scherpe klauwen grijpen 8 Moeder haas duikt in elkaar. Kagax in zijn kop en koekoeskoes, 9 De kleine boschmuis. de groote uil, trekt hem mee in 10 Veldmuis bij haar nest. de lucht. 11 Opengerukt nest met jonge muisjes. < De Marter sluipt langs ’t spoor van 12 Marter op een tak. Kagax. 13 Patrijs, broedend op ’t nest.

KAK. DE BEVER naar „BEASTS OF THE FIELD” van W. J. LONG, (met toestemming van deji scliry ver) en interessante foto’s welwillend afgestaan door A. MILLS te Colorado, die van deze dieren 25 jaar studie gemaakt heeft en de resultaten in een hoek genaamd „IN BEAYER WORLD” heeft neergelegd.

1 Bever bij den maaltijd. 13 Bever draagt bouwmateriaal op zijn 2 Beverhut in den winter. rug. 3 Jonge bever, die voor zijn ziekte in 14 Beverlanden, ’t bosch genezende kruiden was 15 Oude bevers verzamelen wintervoor- gaan zoeken. raad. 4 Na den maaltijd op land. IG Hut en wintervoorraad in 't ijs vast- 5 Vijver en omgeving. Dam. gevroren. 6 Dam. 17 Ongepleisterde hut; gepleisterde hut. 7 Besneeuwde hut met sporen van 18 Bever op zyn hut aan ’t bouwen. wolf en lynx. 19 Open water in den winter. 8 Leeggestroomde vijver met kanalen. 20 Bever op wacht. 9 Beverkanaal. 21 Open riviertje bij een bevervijver. 10 Drooggelegde vijver met kanaal. 22 Bevroren rivier tusschen twee vijvers. 11 Bevervijver. Oude dam op den voor- 23 Afgeknaagde espen. gromi begroeid. 24 Vischotter. 12 Bever kijkt naar een vallenden tak.

1U9 Aschgrauwe kuikendief. 150 Goudvink’s nest met eieren. B

UU „ „ de vleugels 151 Goudvink met jongen. B uitslaand. B 152 „ de jongen voederend. B 111 Aschgrauwe kuikendief met 153 Groene Specht. B jongen. B 154 Draaihals. B 112 Jonge aschgrauwe kuikendief. H 155 Draaihals steekt zyn kopje uit ’t 113 Grauwe Klauwier. nest. 114 bpreeuw. B 156 Jonge Koekoek. 115 Kemphanen. B 157 Koekoek en Roodstaart. B 116 Nest van fluiter met eieren. 158 Rietzanger — Koekoek de jongen 117 Fluiter op een boomtak. voederend. B 118 Fluiter tusschen ’t riet B 159 Koekoek en kleine Karakiet. B 119 Nest van Grasmusch met eieren. 160 Karakietennest. 12C Heggemusch. B 161 Wielewaal met jong. B 121 Kwikstaart. B 162 Leeuwerikken. 122 Kwikstaartnest met eieren gebouwd 163 Jonge Leeuwerik. tusschen steenen. 164 Jonge boonileeuwerikken. B 123 Nest van gele kwikstaart met eieren. 165 Kraai. 124 Merel op ’t nest. 166 Grauwe vliegenvanger, nest met 125 Winterkoning. jongen. 126 Nachtegaal. B 167 Grauwe vliegenvanger. 127 Zwarte lijster. 168 Nest met eieren van vischdiefje. 128 Nest van Groote lijster met eieren. 169 Karakiet. 129 Zanglijster. 170 Jonge koekoek en leeuwerik. 130 Zanglijster met jongen. B 1719 Lyster. 131 „ op ’t nest, 172 Lijsters. 132 Jonge Zanglijsters. 173 Meerl. 133 Blauwborstje. B 174 Musschen. 134 Nest van Roodborstje metjongen. B 175 Huismusch. 135 Roodborstje. 176 Koolmees, musch, pimpelmees. 177 Koolmees. 136 „ op tak. B Musch, 137 Boomklever. B 178 Koolmees, Pimpelmees. 138 Tortelduif 179 Pimpel. 1.39 Jonge Houtduif. B 180 Pimpelmees. 140 Koolmees in den Winter. 181 Jonge kluiten. 141 Koolmees. B 182 Tureluur. 142 Kuifmees. 183 De groote Stern (Sterna cantiaca). 143 Kneutjesnest met eieren tusschen 184 Sterna macrura. hop. 185 Kokmeeuw. L44 Tjiftjaf. 186 Kleine Zeemeeuw. 145 Fazantennest met eieren. 187 Roodstaartje. 146 Noorsche zeezwaluw. 147 Zwaluwen. De met B gemerkte platen zijn opna- 14S Nachtzwaluw. B men welwillend afgestaan door den heer 149 Jonge nachtzwaluw. B Burdett.

KK. HONINGBIJ EN BIJENTEELT. Tekst van E. HEIMANS, vermeerderd met 47 platen in den tekst.

1 Honingby op bloeiende kruisbes. Slordige korven. 2 Yergroote afbeelding van de kruis- 10 Opzetten van honingkamer. besbloem en pruimebloesem. 11 Vangen van een zwerm. 3 Doorsnee van appelbloesem. 12 Koningin, dar en werkbij. 4 Bijenwoning van binnen. 13 Een wasplaatje door de by afge- 5 Inzetten van kunstraatin een raampje. scheiden; stuk vergroot. 6 Berooken der bijen. 14 Achterlijf van een bij met afge- 7 Nakijken der raten van een kast. scheiden waschplaatjes. 8 Zwitsersche bijenkasten. 15 Pooten van werkbij.

rvv. - PADDENSTOELEN EN ZWAMMEN. Hiermede vervalt KV. op biz. 147 van den Catalogus.

1 Armillaria Mellea (Honingzwam). 23 Phallus impudicus (Stinkzwam) met C) vliegen. H )• » o. 24 Pleurotus ostreatus. >1 n

4 „ mucida (Porseleinzwam). 25 j) n 5 Boletus flavus B. luteus. 26 Seleroderma vulgare (A ardappelbovist) 6 Clitocvbe flaccida (heksenkring). 27 Fistulina bepotica (Biefstukzwam). tj esbrood). 7 „ nebularis. 28 Boletus edulis (Eekhoorn 8 Collybia (heksenkring). 29 „ paranticus op seleroderma. 9 Coprinus atramentarius (Inktzwam). 30 Polyp vernicolor. 10 31 Prametus. r 11 Pol. vers. 11 n n 32 Armillaria mellea 12 comatns (Inkfczwam). 33 Hyrboloma faseiculare. 13 34 11 11 14 35 Prametus. » 11 micaceus 36 Pricboloma. 16 Hydnum en Amanita (Stekelzwam 37 Boletus edulis. en Amanita). 38 Amanita muscaria.

17 Hygrophorus niveus. 39 „ n 18 Lepiota procera (Parasolzwam). 40 Morielje. 19 Lycoperdon gemmatum (Stuifzwam). 41 Phallus. 20 Mycena epipterygia. 42 Boletus edulis. 21 Nyctalis asterophora. 43 Inktzwam.

22 Phallus irapudicus (Stinkzwam). 44 „ afgedropen.

a aaBBBBaBaaaaaai aaaBflBaBBaaaai aa SSi

aa aa aa aa aa aa aa aa B. GROOTE 8t C?., KALVERSTRAAT 43 AMSTERDAM.

ARTIKELEN. FOTO- EK PROJECTIE aa aa ' aa aa aa aa aa aa RUIME KEUZE IN PROJECTIELANTAARNS aa aa

Sa I VOOR HUIS- EN SCHOOLGEBRUIK. aa aa aa aa aa aa aB LEVERANCIERS VAN HET RIJK aa EN DE GEMEENTE AMSTERDAM.

aa aa Groote Geïllustreerde Catalogus gratis verkrijgbaar. aa aa aa aa aa aa aa aa

jgM

mmm mmmmÊsmmmmm Research Courrcil, UK (AHRC) ahC iheSpanish