Sint-Gillis-Waas 27 W
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
BODEMKAART VA NB E L G I Ë CARTE DES SOLS DE LA BELGIQUE VERKLARENDE TEKST BIJ HET KAARTBLAD TEXTE EXPLICATIF DE LA PLANCHETTE DE SINT-GILLIS-WAAS 27 W Uitgegeven onder de auspiciën Edité sous les auspices de van het Instituut tot aanmoe• i'Institut pour l'encouragement diging van het Wetenschappe• de la Recherche Scientifique lijk Onderzoek in Nijverheid dans rindiistrie et l'Agricul• en Landbouw (LW.O.N.L.) ture (LR. S. LA.) 1964 Lijst van de bodemkaarten, schaal 1/20 000, met verklarende tekst tc verkrijgen bij het secretariaat van het Comité voor het opnemen van de Bodcmkaart cn de Vegetatiekaart van België, Rozicr 6, Gent mits stordng van dc verkoopprijs op postrekening nr. 3016.86. Bodemkaarten met verklarende tekst in het Nederlands, résumé en français : 1 W Moerkant - 1 E Essen - 2W H orendonii (100 F) 5 E Noordhoek^ - 14 W Kieldrecht - 14 E Ullo (175 F) 6 W Kalmthoutse Hoe\ (100 F) 71 E Aalst 6 E Kalmthout 73 W Vilvoorde 7 W Wuustwezel (100 F) 74 W Haacht 10 W De Haan - 10 E Blankenb. 74 E Rotselaar (lOü F) 75 W Aar schot 11 W Heist 75 E Scherpenheuvel HE West\apeUe-Het Zwin . 76 W Diese (150 F) SO E Proven U E Kapellen 81 W Poperinge 16 W Brecht 81 E leper • 2/ W M{ddel{erf(e - 21 E Oostende 86 E Ninoi'e 22 W Bredene 87 W Asse 22 E Houtave 87 E Andcrlecht , 23 W Brugge 88 W Brussel-Bruxellcs (100 F) 24 W Maldegem 8S E Zavevtem 27 W Sint'Gillis'Waas 89 W Erps^Kwerps 28 E Borgerhout 89 E Leuven 29 W Schilde 90 W Lubbeek 35 W De Panne (100 F) 90 E Glnhheef{'Zuurbemd£ 35 E Oostduini^erlic (100 F) 92 W Znudeeuii/ 36 IV Nieuwpoort 95 W "&• 110 W Nieuu'\er\e - De 36 E Le{e Drie Pijpen 37 W Gistel 95 E Mesen 40 E Lochristi 96 W Wervik 41 W Zeveneden 97 W Mouscron 50 W De Moeren (100 F) 101 W Sint'KwintenS'Lennl^ 50 E Veurne 10} E Halle 51 W Lampernisse (150 F) 102 W Uccle 52 W Kortemark 102 E Tervuren 55 W Gent 103 W Duisburg 56 W Weiteren 104 W Meldert 59 E Heist-op-den-Berg 104 E Tienen 60 W Booischot 105 W Landen 60 E Westerlo 105 E Sint-Truiden 61 W Tessenderlo Î06 W Heers 65 E Hoogstade - 106 E Borgloon (65 W Kapelhoe\} 107 W Tongeren 67 E RoeseJare 107 E Herderen Prijs : 125 F (tenzij het anders ïs aangegeven). Verhandeling — De Bodemgesteldheid van het Oudland van Veurne-Ambacht 124 blz.. 27 fig., 34 tab., 3 pl. buiten tekst. Gent, 1951. Résumé, sous'texte des figures et des planches en francais . 125 V Voor de franstalige teksten, zie kaftpagina 2. VERKLARENDE TEKST BIJ DE BODEMKAART VAN BELGIË TEXTE EXPLICATIF DE LA CARTE DES SOLS DE LA BELGIQUE BODËMKAAR. T VAN BELGIË CARTE DES SOLS DE LA BELGIQUE VERKLARENDE TEKST BI] HET KAARTBLAD TEXTE EXPLICATIF DE LA PLANCHETTE DE SINT-GILLIS-WAAS 27 W Uitgegeven onder de auspiciën Edité sous les auspices de van het Instituut tot aanmoe• l'Institut pour l'encouragement diging van het Wetenschappe• de la Recherche Scientifique lijk Onderzoek in Nijverheid dans l'Industrie et l'Agricul• en Landbouw (LW. Ü.N.L.) ture (I. R.S.LA.) 1964 De publikaties van het Comité vooT het O'pnemen van de Bodemkaart en de Vegetatiekaart van België omvatten : — kaartbladen op schaal 1/20 000 — verklarende teksten bij de kaartbladen — verhandelingen over de bodem- en de vegetatiegesteldheid van de natuurlijke streken van België. Les publications du Comité pour l'établissement de la Carte des Sols et de la Végétation de la Belgique comportent : — des planchettes à l'échelle de 1/20 000 — des textes explicatifs des planchettes — des mémoires sur la constitution des sols et de la végéta• tion des régions naturelles de la Belgique. BODEMKAART VAN BELGIË CARTE DES SOLS DE LA BELGIQUE 14W 14E 26 E /««min 27E kekene 41 E 42 W 42 E VERKLARENDE TEKST BIJ HET KAARTBLAD TEXTE EXPLICATIF DE LA PLANCHETTE DE SINT-GILLIS-WAAS 27 W door — par F. SNACKEN Centrum voor Bodemkartering Centre de Cartographie des Sols pir. R. TAVÏ51NIEIÎ INHOUDSOPGAVE Blz. Inleiding 9 1. FYSISCHE GEGEVENS 10 11. Geologische opbouw 10 12. Topografie en hydrografie 12 13. Klimaat .... 13 2. BODEMGESTELDHEID 14 21. Lithologie van de bodemvormende sedimenten 15 211. Klastische sedimenten . 14 212. Organogene sedimenten 18 22. Waterhuishouding .... 18 23. Bodemgenese .... 20 24. Bodemklassifikatie 22 25. Bodemeenheden en hun landbouweigenschappen 25 251. Zware-kleigronderi 25 252. Kleigronden .... 28 253. Zandleemgronden 33 254. Licht-zandleemgronden 34 255. Lemig-zandgronden 42 256. Zandgronden 48 257. Kunstmatige gronden . 56 3. ALGEMENE BESCHOUWINGEN 58 31. Landbouwkundig bodemgebruik . 58 32. Veestapel 59 33. Bedrijfsgrootte .... 60 34. Besluiten op landbouwkundig gebied 60 341. Bodemverbetering 60 342. Geschiktheidsklassen . 60 Legende — Légende 62 Résumé 68 ('li VERKLARENDE TEKST BIJ HET KAARTBLAD SINT-GILLIS-WAAS 27 W IPJLEIDING I Het gekarteerde gebied beslaat ongeveer 7750 ha. Het be• hoort voor de noordeHjke helft tot de Polderstreek en voor de zuidelijke tot het geografische Waasland. Het poldergebied op dit kaartblad heeft niet de massieve verbreiding die het verder oostwaarts kent : uitlopers van de zandruggen van Stekene en de zandopduiking van Verrebroek- Meerdonk vormen belangrijke van west naar oost georiënteer• de onderbrekingen. In het noordwesten wordt het gekarteerde oppervlak be• grensd door de rijksgrens. De gemeenten De Klinge, Meerdonk, Verrebroek, Vrasene, Sint-Gillis-Waas en Nieuwkerken liggen met het dorp en het grootste gedeelte van hun grondgebied op het kaartblad, terwijl Sint-Pauwels, in de zuidwestelijke hoek, met zijn grondgebied vrij ver over de aangrenzende kaartbladen reikt. Van de gemeente Sint-Niklaas komt het meest noordelijke gedeelte op de zuidelijke rand van het kaartblad voor. Drie verkeerswegen richten zich radiaal van Sint-Niklaas uit naar Nederland en doorkruisen het gebied : de weg Sint- Niklaas - Hulst via Sint-Pauwels, de weg Sint-Niklaas - De Klinge via Sint-Gillis en de weg Sint-Niklaas - Kieldrecht via Verrebroek. Uitvoering van de kaartopnavie De bodemkaart werd opgenomen in 1950; in 1958-59 werd een algemene revisie uitgevoerd door de karteerders C. Thys en F. Hendrickx onder leiding van Dr. F. Snacken. De alge• mene leiding van de werkzaamheden berustte bij Prof. Dr. R. Tavernier, Directeur van het Centrum voor Bodemkartering. Gemiddeld werden 2 boringen per ha uitgevoerd tot een diepte van 1,25 m. Hierbij zijn niet meegerekend de tussen- boringen en de boringen uitgevoerd tijdens het revisiewerk. 10 I. FYSISCHE GEGEVENS II. GEOLOGISCHE OPBOUW Het dieper gelegen geologisch substraat bestaat, over geheel het gekarteerde gebied, uit mariene afzettingen van het Oligo- ceen, meer bepaald behorend tot het Rupeliaan, waarvan de toplaag gevormd wordt door de zgn. Boomse klei. Dat substraat begint te Sint-Gillis op ca. 10 m diepte en helt geleidelijk af zowel in noordelijke als in oostelijke richting. Het is bedekt met mariene glauconiethoudende zanden die tot het Neogeen behoren en waarvan de dikte naar het zuidwesten toe afneemt. Te Sint-Niklaas en te Stekene komen deze formaties slechts sporadisch voor en dan nog meestal onder geremanieerde vorm. De tertiaire formaties worden aan hun bovenzijde door het basisgrint van het Kwartair afgelijnd, basisgrint dat meestal bestaat uit kleine kwarts- en silexkeitjes, die vaak door vorst- werking zijn gebarsten en die plaatselijk resten van een plio• cene of van een oud-kwartaire fauna bevatten. De hoger beschreven formaties dagzomen niet op het kaart- blad. Ze zijn overdekt door jong-k war taire dekzanden, waar• van de afzettingen dikten bereiken van de orde van 2-4 m. De dekzanden bestaan, zoals trouwens ook op de aangren• zende kaartbladen, uit fijn zand, dat naar het zuiden toe lemig wordt. Plaatselijk kunnen in deze formatie uitgesproken lemige lenzen of lagen voorkomen. De dekzanden zijn na hun afzetting veelal nog eolisch ver• plaatst geworden. Aldus kwamen rugvormige stroken tot stand die uit los, fijn zand zijn opgebouwd en die in deze tekst « stuif• zanden » worden genoemd. Van echte duinen zijn er geen overblijfselen meer te vinden wegens de kunstmatige vereffe• ning en afgraving die er algemeen heeft plaats gehad; alleen het landschap nabij De Klinge draagt er nog de sporen van. Toen bij de aanvang van het Holoceen de wateren van het Scheldebekken een uitweg vonden door de cuesta van de Boomse klei en toen later tijdens het Atlantlcum de zeespiegel 11 derwijze was gerezen dat de waterafvoer in de laagste gebieden moeilijk werdt ontwikkelde zich een moerasbos, dat ten grond• slag ligt aan het bosveen, dat algemeen in het poldergebied wordt aangetroffen. Deze bosveenlaag, die in de Scheidepolders gemiddeld een dikte van 1 m bereikt, is op het kaartblad Sint-Gillis-Waas — althans waar ze heden nog aangetroffen wordt — veel dunner : meestal bereikt haar dikte geen 50 cm en naarmate het zandsubstraat opduikt, wigt het veen .er geleidelijk op uit, lateraal overgaand tot natte varianten. van podzolen. Over dit veen, en plaatselijk ook over het pre-holocene zand, ligt het alluviale dek, afgezet door de Schelde. Van de grijsblauwe fiuviatiele klei, die op het kaartblad Antwerpen geregeld werd aangeboord, wordt hier geen spoor aangetroffen. Op het veen rust ofwel een kalkrijk stroomzand, ofwel een bruingrijze klei, die de eigenschappen heeft van de jonge estuariumafzettingen. De trechtervormige opening van het alluviaal gebied naar het oosten, laat toe te veronderstellen dat de overstromingen aanvankelijk uit deze richting zijn gekomen en zulks heel wat later dan in het Antwerpse, zonder dat wij evenwel een nauwkeurige datering van de vroegste alluviatiefase durven vooropzetten. Ongetwijfeld hebben de uitdieping van de Westerschelde en de grote overstromingen uit de 14de eeuw, die langs Beervliet en langs Saaftingen het land zijn binnengedrongen, grote hoe^ veelheden klei en zand aangevoerd en heeft de opbouw van slikken en schorren zich ver buiten het aanvankelijk verbrei• dingsgebied uitgespreid.