Cnidaria: Hydrozoa
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Overzicht van de Nederlandse Leptolida (= Hydroida) (Cnidaria: Hydrozoa) Wim Vervoort & Marco Faasse 32 29 NFM32 p001-208.indd 1 01 12 2009 08:25 colofon nederlandse 32 - 29 Vervoort, W. & M.A. Faasse 29. Overzicht van de Nederlandse Nederlandse Leptolida (= Hydroida) (Cnidaria: Hydrozoa) gepubliceerd op 15 december 2009 Contactadressen W. Vervoort, Naturalis, Postbus 9517 ra Leiden, [email protected]; M.A. Faasse, Acteon Marine Biology Consultancy, Postbus 462, 4330 al Middelburg, [email protected] Foto voorzijde Tubularia indivisa, poliep. Foto Arjan Gittenberger. Foto achterzijde Aequorea vitrina, meduse. Foto Arjan Gittenberger. Redactie M.P. Berg, P.L.Th. Beuk, P.J. van Helsdingen, R.M.J.C. Kleukers, A. Kroon, E.J. van Nieukerken Eindredactie R.M.J.C. Kleukers, E.J. van Nieukerken Redactieadres / Bureau eis-Nederland Administratie Postbus 9517, 2300 ra Leiden [email protected] Abonnement € 22,50 per jaar (minimaal twee nummers per jaar). Opgave bij de administratie. Prijs nummer 32 € 15, - Ontwerp en layout Maria Schilder Drukwerk Nautilus, Leiden Uitgevers Stichting European Invertebrate Survey – Nederland en Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis Website www.naturalis.nl/nfm 0169-2453 © Copyright. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced or translated in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without the written permission from the publishers. Copyright of the illustrations retained by the artists. Niets in deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. Copyright van de illustraties ligt bij de illustratoren. NFM32 p001-208.indd 2 01 12 2009 08:25 inhoudsopgave 5 Inleiding 6 Classificatie en bouwplan 8 Levenscyclus 10 Indeling 12 Verzamelen en bewaren 13 Soortenlijst 17 Soortbesprekingen 176 Literatuur 197 Summary 198 Lijst met vaktermen 202 Index NFM32 p001-208.indd 3 01 12 2009 08:25 NFM32 p001-208.indd 4 01 12 2009 08:25 inleiding Deze publicatie is ontstaan uit de behoefte een (1946a). De beschrijvingen zijn kort gehouden, overzicht samen te stellen van alle uit het maar getracht is van elke soort goede afbeeldingen Nederlands faunagebied bekende Leptolida. te geven. Bij het raadplegen daarvan zal duidelijk Deze dieren staan ook bekend onder de namen worden dat voor de studie van hydropoliepen en Hydroida, hydroïden, hydropoliepen en hydro- hydromedusen het gebruik van (sterk) vergro- medusen. Door de ontwikkeling van mariene tende apparatuur, op zijn minst een sterke loupe, verzameltechnieken, in het bijzonder ‘scuba niet vermeden kan worden. Veel aandacht is diving’, door langjarig onderzoek naar levenscycli geschonken aan een zo volledig mogelijke ver- van de poliepen en medusen en door de recente melding van de vindplaatsen in het Nederlands ontwikkelingen op het gebied van de moleculaire faunagebied. Hierbij is veel gebruik gemaakt van en fylogenetische taxonomie is het aantal soorten vermeldingen in ‘Het Zeepaard’; een destijds door binnen dat gebied sterk vermeerderd en zijn de Arthur Oosterbaan samengestelde database van inzichten over hun onderlinge betrekkingen sterk vermeldingen daarin is veelvuldig geraadpleegd. gewijzigd. Het in 1946 verschenen deeltje in de Ook is het Centraal Systeem (cs) van de Strand- ‘Fauna van Nederland’ (Vervoort 1946a) gaf een werkgemeenschap geraadpleegd. Materiaal aan- overzicht van de op dat tijdstip uit ons faunage- wezig in de collectie van het Nationaal Natuur- bied bekende of te verwachten hydropoliepen; de historisch Museum Naturalis is met rmnh hydromedusen bleven grotendeels onbesproken. aangeduid. Korte opgaven van verspreiding In dit werk werd de afzonderlijke classificatie van en ecologie (indien gegevens daarover gevonden de beide levensfasen nog gehanteerd; het onder- konden worden) zijn eveneens opgenomen terwijl zoek naar de levenscycli was destijds nog niet zo in daarvoor in aanmerking komende gevallen een ver gevorderd dat een betrouwbare, uniforme rubriek ‘opmerkingen’ aanwezig is. classificatie kon worden gepresenteerd. Hoewel de onderlinge verwantschap van de verschillende The authors wish to present their gratitude to families binnen de klasse der Leptolida nog aller- Paul F.S. Cornelius (formerly The Natural History minst is ‘uitgekristalliseerd’ zijn de beide afzon- Museum, London) and to Peter Schuchert derlijke classificaties (hydropoliepen en hydrome- (Muséum d’Histoire Naturelle, Genève) for dusen) goeddeels in elkaar geschoven. Hiervan is their kind permission to use illustrations from uitgegaan bij de nu gepresenteerde soortenlijst. their publications. De volgorde waarin de soorten worden gesproken is grotendeels alfabetisch. Alleen bij de orde Filifera is hiervan, om technische redenen, af- geweken. Hiervoor is gekozen omdat, zoals in het voorgaande al is opgemerkt, de samenhang tussen de verschillende families binnen de anthoathecaten en leptothecaten nog allerminst duidelijk is en vrijwel iedere vooraanstaande onderzoeker zijn eigen visie daarop hanteert. Bij de bespreking van de verschillende soorten zijn synonymie en literatuur beknopt weer- gegeven. Een meer volledige vermelding van de (oudere) literatuur en daarin gebruikte Neder- landse benamingen is te vinden in Vervoort vervoort & faasse ‒ overzicht van de nederlandse leptolida 5 NFM32 p001-208.indd 5 01 12 2009 08:25 classificatie en bouwplan hypostoom Leptolida, vroeger veelal aangeduid als Hydroida, mondopening vormen een klasse binnen het phylum (hoofd- afdeling) der Cnidaria (neteldieren), één van de tentakel phyla of hoofdafdelingen, waarin men het dieren- rijk onderverdeelt. Over het aantal phyla in het dierenrijk lopen de meningen uiteen: het belang- hydroteca rijkste kenmerk, namelijk de onvergelijkbaarheid lichaamsholte diafragma in bouwplan, kan op verschillende wijzen worden blastostyl geïnterpreteerd. Men beschouwt de Cnidaria als (gonofoor) een ‘primitief’ phylum omdat, hoewel er sprake gonotheca is van duidelijke weefselvorming, de daardoor meduseknop gevormde organen nog een betrekkelijk een- vou-dige structuur bezitten. Zij zijn radiaal sym- metrisch dan wel in het bezit van een daarvan ringen afgeleide bilaterale (tweezijdige) symmetrie. Bij radiale symmetrie zijn er (oneindig) veel sym- metrievlakken die allen verlopen via een centrale perisarc as, bij bilaterale symmetrie is er slechts één sym- metrievlak dat het organisme verdeelt in twee helften die elkaars spiegelbeeld zijn. Bij in principe radiaal symmetrische Cnidaria kan een betrek- kelijk eenvoudige ontwikkeling plaatsvinden, bij- stolon coenosarc voorbeeld een op doorsnede ovale of langgerekte 1 darmholte, waardoor de radiale symmetrie over- Figuur . Schema van de bouw van de poliepfase van Leptolida, in dit geval een leptothecaat (Obelia spec.). gaat in bilaterale symmetrie. Cnidaria hebben in Naar Cornelius (1995a). principe twee weefsellagen, het ectoderm en het Figure 1. Diagram of polyp phase of leptothecate endoderm, gescheiden door een steun (= bind- (Obelia spec.). After Cornelius (1995). weefsel) laag (mesogloea) van uiteenlopende ont- wikkeling. Het ectoderm bekleedt de buitenzijde van het dier of de individuen, het endoderm de het lichaam van de prooi binnendringen waarbij binnenzijde (binnenzijde mond, holte in de ten- de inhoud van de cnide in de prooi geïnjecteerd takels, indien aanwezig, en de maag- of darm- wordt en deze verlamt en/of doodt. Een ander holte. Alle (primitieve) organen zijn van ecto- type netelcel produceert een draad welke zich om of endodermale oorsprong. Zij zijn of solitair of uitsteeksels van de prooi slingert en deze aldus kolonievormend in welk geval de lichaamsholten ‘verankert’. De prooi wordt veelal in zijn geheel met elkaar communiceren. Cnidaria kunnen via de mondopening in de darmholte opgenomen zowel de gedaante van een poliep als die van een en aldaar verteerd; onverteerbare resten worden meduse (kwal) vertonen, soms zijn beide levens- via de mondopening geloosd. Voortplanting bij fasen door generatiewisseling (metagenese) met de Cnidaria vindt zowel geslachtelijk (door de elkaar verbonden. Wat hen allen verbindt is de vorming van zowel eicellen als zaadcellen (sper- aanwezigheid van netelcellen, ectodermale cellen matozoa)) als ongeslachtelijk (door knopvorming in het bezit van een ‘cnide’, een organel (celor- of deling) plaats. Er is geen inwendig skelet, het gaan) dat in staat is een al dan niet gewapende ectoderm kan aan de buitenzijde een chitine- draad met kracht uit te stulpen. Deze draad kan achtige laag afscheiden, het perisarc. Wat door het 6 mededelingen 32 ‒ 2009 NFM32 p001-208.indd 6 01 12 2009 08:25 laterale nemathoteca tand insnoering adcauline wand adcauline wand van hydrotheca gonotheca tand van hydrotheca operculum perisarc perisarc ring inwendige tand mediane hydrotheca nemathoteca septum in hydrotheca diafragma opening geringde steel Figuur 3. Schema van de bouw van een internodium bij geleding apofyse de Aglaopheniidae. Naar Cornelius (1995). intermodium Figure 3. Diagram of internode in Aglaopheniidae and terms used in the descriptions. After Cornelius (1995). oksel ringen Figuur 2. Schema van de bouw van internodia bij de apicaal uitsteeksel poliepfase van Leptolida en de daarbij gebruikte bena- apicaal kanaal mingen. Naar Cornelius (1995a). inwendige schermwand Figure 2. Diagram of internode of leptothecate and maag terms used in the descriptions. After Cornelius (1995). uitwendige schermwand maagsteel (manubrium) radiaal