VRAAG EN ANTWOORD 5.Pdf
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
JOZEF RULOF VRAAG Laat de kinderkens tot Mij komen EN ANTWOORD DEEL V www.TheAgeOfChrist.com Jozef Rulof (1898-1952) Jozef Rulof Vraag en Antwoord Deel 5 Stichting Geestelijk-Wetenschappelijk Genootschap “De Eeuw van Christus” Illustratie op de stofomslag: tekening van Rie Reinderhoff naar de aanwij- zingen voor het bandontwerp die Jozef Rulof visionair ontving op één van de contactavonden. © 2003, Stichting Geestelijk-Wetenschappelijk Genootschap “De Eeuw van Christus”, Doetinchem - The Netherlands. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een ge- automatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze hetzij elektronisch, mechanisch, door middel van druk, door fotokopie, microfilm, of worden vertaald in een andere taal zonder vooraf- gaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be translated or reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permis- sion from the publisher. Vraag en Antwoord, deel 5, 2e druk 2007 VERANTWOORDING In de eerste vier delen van de reeks ‘Vraag en Antwoord’ beant- woordt Jozef Rulof vragen van mensen die in de periode 1949 - 1952 de contactavonden in het gebouw ‘Ken U Zelven’ in de Ruyterstraat in Den Haag bijwoonden. In het vijfde en zesde deel zijn de meesters zelf aan het woord. Meester Zelanus beantwoordt vragen van mensen die in 1951 de contactavonden aan de Sarphatiestraat in Amsterdam bijwoonden. Meestal zijn het vragen die betrekking hebben op de andere boeken van Jozef Rulof, soms betreft het vragen ter verduidelijking van de lezingen die meester Zelanus in dezelfde periode in het gebouw ‘Diligentia’ in Den Haag hield. Jozef Rulof kruidt zijn antwoorden met vrolijkheid en hartelijkheid. Meester Zelanus daarentegen gebruikt elke seconde van de hem gegeven tijd om een kernachtig en diepgaand antwoord te geven op de gestelde vragen. De contactavonden werden destijds vastgelegd op de wire-recorder, de voorloper van de bandrecorder. De tekst van dit boek is samen- gesteld aan de hand van dit geluidsmateriaal. Om de oorspronkelijk uitgesproken tekst zo compleet mogelijk aan te bieden, bevat dit boek woordelijk de door meester Zelanus uitgesproken tekst. Het doel dat ons voor ogen stond bij het samenstellen van dit boek was: het zo zuiver mogelijk op schrift stellen van deze avonden, niet het maken van een ‘vlot leesboek’. Deze bundel bevat dan ook woor- delijk de uitgesproken tekst zodat de sfeer van het gesproken woord zo goed mogelijk behouden is gebleven en de avonden door de lezer als het ware kunnen worden meebeleefd. Onder woordelijk wordt hier verstaan: overeenkomstig de gesproken woorden met weglating van enige duidelijke versprekingen en dubbelsprekingen. Op een enkele plaats is het naar onze mening bedoelde woord, dat niet werd uitgesproken, tussen haakjes geplaatst. Waar een woord of woorden niet te verstaan (was) waren, is dat met een [...] aangegeven. Zinnen die niet werden voltooid of opnieuw werden begonnen heb- ben wij beëindigd met: ‘...’ . Daar waar het voor een beter begrip van de tekst noodzakelijk was, hebben wij gebruik gemaakt van voetnoten. Dit boek is niet bestemd voor algemene verspreiding en is derhalve niet in de handel verkrijgbaar. Het wordt uitsluitend aan particulieren toegezonden onder de leverings- en gebruiksvoorwaarden van de Stichting Geestelijk-Wetenschappelijk Genootschap ‘De Eeuw van Christus’. Dit werk behoort tot de studieboeken van de Universiteit van Christus. Voor een goed begrip van de inhoud is het raadzaam eerst de volgende titels te lezen: 1 VIE Een Blik in het Hiernamaals 2 BRI Zij die terugkeerden uit de dood 3 CYC De Kringloop der Ziel 4 MEN Zielsziekten van Gene Zijde Bezien 7 REV 5 ORI Het Ontstaan van het Heelal 10 MAS 6 BET Tussen Leven en Dood 11 JEU 7 REV De Volkeren der Aarde 9 SPI 8 GRE 8 GRE Door de Grebbelinie 6 BET naar het Eeuwige Leven 4 MEN 5 ORI 9 SPI Geestelijke Gaven 3 CYC 10 MAS Maskers en Mensen 2 BRI 1 VIE 11 JEU Jeus van Moeder Crisje Wij vertrouwen met de uitgave van dit boek aan de wens van vele lezers van de boeken van Jozef Rulof tegemoet te zijn gekomen. Het bestuur van de Stichting Geestelijk-Wetenschappelijk Genootschap ‘De Eeuw van Christus’ INHOUD blz. Donderdagavond 20-12-1949 . 17 1. Hoe denken de meesters van gene zijde over de persoonlijkheid van het jehovakind? 2. Zijn de mentale gebieden gelijk aan de wereld van het onbe- wuste voor de geboorte op aarde? 3. Is er op de vierde sfeer ook een wereld van het onbewuste? 4. Is het denkvermogen in de astrale wereld gelijk aan het verstan- delijk vermogen op aarde? 5. Tsju san Sen, een hogepriester uit Tibet, heeft verklaard dat hij dertig jaar geleden in zijn kamer met Christus heeft gesproken. Kan dat? 6. Is het eerste leven op de vierde kosmische graad op dezelfde manier ontstaan als het eerste leven op aarde? 7. Wordt het dier ook aangetrokken door de vierde kosmische graad? 8. Bij welke graad begint bij het dierlijke leven het enigszins persoonlijke? 9. Hoe moet men de verschillende opvolgingen en bezielingen naar de hogere diersoort zien? 10. U heeft gezegd dat de aap een stap terug ligt ten opzichte van ons, maar ook dat wij uit de wateren komen. Is dat geen tegenstelling? 11. Heeft het plantenleven en het mineraal ook bewustzijn? 12. Hoe wordt het evenwicht verstoord in het heelal? De zon en de maan en de aarde hebben onderling een zeker evenwicht, maar wat gebeurt er als de maan verdwijnt? 13. U zegt dat die ruimte naar verhouding jonger is dan de aarde. Maar de ruimte was er toch eerst? Donderdagavond 17-01-1950 . 47 1. Zijn er ook meesteressen in de ruimte? 2. Spreken de meesters elkaar nooit tegen, zoals de mensen hier op de aarde? 3. In ‘Tussen Leven en Dood’ staat dat de opperpriester werd gebalsemd. Waarom heeft men Venry niet duidelijk gemaakt dat balsemen niet mocht? 4. Verliest Jozef Rulof zijn persoonlijkheid niet door altijd passief te zijn, of te willen zijn, als medium? 5. Hoe komt het dat er nog zoveel mensen zijn die zich beestachtig gedragen, terwijl het blanke ras het hoogste ras is? 6. Hoe moeten we de Sfinx zien die door Frederik wordt beschreven in ‘Maskers en Mensen’? 7. Als een ziel zich in de vierde graad van het stofleven bevindt om zijn karma te beleven, en hij verbindt zich met een hogere graad, betekent dit dan ook stoffelijke afbraak? Hij heeft immers de zevende graad al beleefd. 8. In het boek ‘De Volkeren der aarde’ lezen wij dat we de laatste wereldoorlog hebben gehad. Wat moeten we nu denken van de herbewapening, speciaal op het westelijke halfrond, en wel door de volkeren van Israël? 9. Werd Bellamy geïnspireerd? 10. Door welke wetten wordt iemand beschermd voor bijvoorbeeld een bombardement? 11. Hoe moet ik het opvatten dat Frederik, in ‘Maskers en Mensen deel II’, in de torenkamer van de piramide is geweest? Zou u misschien iets meer over de piramide kunnen vertellen? 12. Hoe moeten we de Sfinx zien? 13. Er zijn mensen geweest die krankzinnig zijn geworden toen ze in de piramide waren. Lag dat aan hun afstemming? 14. Kunt u iets vertellen over het graf van Toetanchamon? Daar is iemand destijds plotseling dood gebleven. 15. Is de Tempel van Gizeh gelijk aan de Piramide van Gizeh? Is het de bestemde tijd geweest toen de piramide in 800 geopend werd door de Turken? 16. Is het niet een genade als de mens geestelijk bewustzijn bezit op aarde? Donderdagavond 14-02-1950 . 85 1. Is de tijd dat de ziel geboren wordt in een bepaalde moeder precies bepaald? Wanneer de moeder niet wil, trekt de ziel zichzelf dan aan bij een andere moeder? 2. Hoe kan het, als de juiste tijd vastligt, dat miljoenen zielen wachten op een organisme? 3. Zijn de vrouwen langzamerhand veranderd, want in de eier- stokken zijn mogelijkheden aanwezig om meer kinderen te baren. Was dat vroeger anders toen de vrouwen maar twee kinderen kregen? 4. In Tibet wonen mensen die wachten op het moment dat ze één kunnen zijn, een ziel kunnen aantrekken. Hoe is het mogelijk dat mensen in Tibet dit kunnen doen en dit weten? Hoe is dit op de vierde kosmische graad? 5. Kunnen astrale wezens in de tijd die ze wachten om aangetrok- ken te worden geestelijk evolueren? 6. In de wereld van het onbewuste leven nog veel mensen die op aarde geboren moeten worden. Houdt die disharmonie nooit op? Donderdagavond 28-03-1950 . .113 1. In de sferen leven wezens die in smart leven omdat ze een verkeerde leer op aarde hebben gebracht. Wat wordt er bedoeld met de uitdrukking dat de boeken ‘Een Blik in het Hiernamaals’ voor die kleine kinderen geschreven zijn? 2. Waar gaan de zielen naar toe van jong gestorven kinderen die vanuit een donkere sfeer op aarde zijn geïncarneerd? 3. U zegt dat God niet verdoemt. Maar er zijn demonen die in de hellen leven en niet toegankelijk zijn voor een goed woord of gedachte. 4. Op aarde kom je met verscheidene mensen in aanraking, horen die mensen op je weg? 5. Wat zijn elementalen? 6. Waarom hebben de meesters zich bij Noach, Mozes en Abraham uitgegeven voor God? Was het niet beter geweest om recht door zee te gaan? 7. Blijft een ziel die op aarde veel indrukken heeft beleefd langer in de wereld van het onbewuste dan iemand die minder heeft beleefd? 8. Is Christus gelijk aan God? Hij spreekt toch altijd van Zijn Vader, dan is er toch altijd nog een vader? 9. Waren de meesters voor duizend jaren geleden in de wetenschap net zover als de mensen nu op heden? 10.