Archief Jan De Quay
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Jan de Quay over Oranje De volledige dagboekaantekeningen van prof. dr J. E. de Quay over de leden van het koninklijk huis Redactionele opmerkingen en toelichtingen staan tussen [ ] [Het dagboek van De Quay begint op 17 september 1944] ‘Wanneer ik een dagboek begin, dan is zulks omdat ik wellicht een drukke en moeilijke tijd van de wederopbouw van ons land ga meemaken. Het is waarschijnlijk dat ik gezien de voorgeschiedenis (vooral in de Nederl. Unie) een plaats zal moeten innemen in het openbare leven. Dan kan het nuttig en noodig zijn van alles aantekening te houden. De Unie-tijd heeft me dat geleerd!!’. [Met deze woorden motiveerde De Quay voor zichzelf op de allereerste bladzijde van het allereerste schrift waarom hij aan een dagboek begon. De Quay zat de laatste vijf maanden van de oorlog ondergedoken bij de familie Van de Broek in Mill. Een paar dagen na de bevrijding ontmoet hij in Beers de overste De Ruijter van Seveninck, commandant van de Nederlandse Brigade. Via hem laat De Quay aan prins Bernhard weten dat hij beschikbaar is. Hij kende prins Bernhard al goed van voor de oorlog, onder meer van het landelijk bestuur van de padvinderij en van de Vereniging voor Nationale Veiligheid. Vanaf 23 september 1944 werd het leven van De Quay turbulent . Hij ontmoette prins Bernhard, werd 'koerier' voor de koningin die nog in Londen verbleef, organiseerde het bezoek van de koningin aan het bevrijde Zuiden en werd minister van Oorlog.] 26 oktober 1944 Ik maak me groote zorgen om Prins Bernhard. Allereerst bevestigde Rudie Jurgens het bericht dat hij de prinses als echtgenoot bedroog en een verhouding had in Engeland. Ik vind het ellendig. De gevolgen zijn in ons volk nog niet te overzien. Je land mag je niet verraden, je vrouw klaarblijkelijk wel. Wie zal hem eens de les leren? Ook t.a.v. de ondergrondsche strijdkrachten moet hij oppassen. Het wilde optreden zet veel kwaad bloed. Het mag geen SS worden. Aangezien Philips en Otten de prins goed kennen heb ik deze gedachten maar eens geplaatst. [Frans Otten (1895-1969) en Frits Philips waren directeuren van de gloeilampenfabriek] 26 oktober 1944 Men ziet mij overal minister in de toekomst. Ik geloof dat dat onverstandig zou zijn, daar ligt mijn kracht niet. 30 november 1944 Hr. Koning vertelde van Diederik van Buuren. Hij was tegengewerkt door van 't Sant. Deze zou ook de Prins in aanraking hebben gebracht met vrouwen. Wat gemeen als het zo is. [François van 't Sant , hoofdcommissaris van politie, particulier secretaris van koningin Wilhelmina 1883-1966. ] 4 december 1944 [in Londen] Ontmoeting met koningin. Gesprek over noden en vernieuwing. Om 11 uur kwam de Prinses binnen, met wie ik tot 12.30 sprak. Zeer goed. Mondainer als voorheen met haar geverfde lippen. Ik sprak met haar o.a. over de moeilijkheden van de BS en gevaren voor de Prins. 6 december 1944 Met pater Monchen lang gepraat.....Verder sprak hij over de Prins. Hij had hem tav zijn moreel gedrag vierkant de waarheid gezegd. Flink!!! De Prins had er zeer royaal ...en ..handig... op gereageerd. Ik vernam van zijn bezoek aan de paus. Kwajongensachtig. 's Avonds terug, Van Amstel ophalend werd ik bij de Prins en de Prinses binnengelaten. Hij begroette mij hartelijk, uitte in een opgewonden bui zijn gal over van Heuven Goedhart en het geheel Kabinet. Van Monchen had ik nog begrepen dat bijna alle Nederl. ministers een juffr. er op nahielden..... [Dr. G.J. van Heuven Goedhart, leider van illegale Parool en Engelandvaarder. Minister van Justitie in Londen. Na de oorlog hoofdredacteur Het Parool, Eerste-Kamerlid en Hoge Commissaris der Vluchtelingen. Pater A.F. Monchen was hoofdaalmoezier] 7 december 1944 Naar de Prins. Stelde eerst de vraag of hij mij vertrouwde. Kreeg bevestigend antwoord. Hij had ondanks de verhalen over Unie altijd gezegd dat hij mij goed kende en mij zeker vertrouwde. Hem erop gewezen dat hij in een precaire situatie was in BS. Hij zag dat in en vroeg mij om regelmatig in contact te blijven. [BS = Binnenlandse Strijdkrachten] [De Quay richtte in juli 1940 met L. Einthoven en J. Linthorst Homan de Nederlandse Unie op, nadat twee eerdere pogingen om een nieuwe nationale beweging op te zetten, waren mislukt. Daartoe waren onder meer besprekingen gevoerd met Arnold Meijer van Zwart Front en met Jhr. B.C. de Jonge, aan wie een leidende rol was toebedacht. De Nederlandse Unie wilde samenwerken met de Duitse bezetters, onder handhaving van de Nederlandse opvattingen en tradities.] 20 december 1944 's Morgens naar Breda alwaar pins Bernhard mij meedeelde dat de koningin een bezoek zou brengen aan bevrijd Nederland en overeenkomstig het verzoek van pater Monchen en mij de zaak goed te ensceneren. Mij werd verzocht een programma voor de reis te maken. 2 januari 1945 Conferentie van ruim een uur met prins B. over reis van HM. Ik ben weer geheel op goeden voet met hem en ik meen dat ik invloed heb. Ik zal proberen deze ten goede aan te wenden dwz voor land en volk en ook en vooral voor goede verhouding tussen rk en vorstenhuis. 3 februari 1945 Reis naar Roosevelt besproken. Wilhelmina doet het niet, kan niet vliegen boven tweeduizend meter. Willen doorbraak in strijd [President Roosevelt van de Verenigde Staten] 5 februari 1945 Telegram prins. Ik had niet met koningin over reis naar Roosevelt moeten spreken. 11 maart 1945 Van der Schueren wil geen minister worden als B. niet verdwijnt als opperbevelhebber. Nodig is een goede combinatie min van oorlog, Einthoven en B. Onderwijl belde H.M nog 2x op zij wil de reis weer omgooien. Gelukkig in het tweede gesprek nog kunnen afsnijden omdat het teveel werk zou geven aan de geallieerden. Vooral nu ze zoo midden in de strijd zitten. H.M was vol goede spanning voor de reis. [Ir. J.B.G.M. Van der Schueren was een burgemeesterszoon van katholieke adel, Delfts elektrotechnisch ingenieur, die jarenlang als industrieel werkzaam was in het buitenland en in de oorlog in Engeland woonde. Na de bevrijding commandant Militair Gezag in Noord- Brabant en daarna commissaris der koningin in Overijssel.] 14 maart 1945 Om 6 uur op Anneville alwaar de koningin was gearriveerd. Haar tocht door Zeeland was schitterend gewest. Ze was zeer voldaan. Aan de maaltijd aan haar rechterzijde. [Wilhelmina verbleef op het landgoed Anneville bij Ulvenhout] 23 maart 1945 Prins was per vliegtuig op en neer geweest naar Venlo om de koningin uitgeleide te doen. ze was zeer voldaan over haar tocht. Het was ook een ware triomphtocht geweest. Lang onderhoud met prins over zijn positie, stemde toe dat min[isterie] van oorlog verantwoordelijk dus de baas is. Tevens blijkt duidelijk dat hij geen operationeel bevoegdheid heeft alleen een meer administratieve, dus betrekking hebbende op opleiding, selectie etc. 24 maart 1945 Gesprek met Brugmans over nooden. Wij kwamen ook overeen dat ik thans inderdaad [ministerie van] oorlog moet aanvaarden ware het alleen om Oranje te verdedigen tegen aanvallen van buitenaf. Men mag in hem [prins Bernhard] niet den Duitser gaan voorstellen die een ss-leger wil vormen. tevens moet men constitutioneel de gevaren inderdaad afweren die er inderdaad zijn. Ik zal me als een buffer inzetten, misschien wordt ik fijngedrukt, als Oranje maar beschermd blijft en bindende kracht in ons volk. Waarom zou ik me er niet voor laten samenpersen? OLH [Onze Lieve Heer] zal me zeker helpen. 14 april 1945 Na bespreking met Kruls kwam ik bij den prins. daar zat kapitein Smulders, alias Richard alias den heer Van der Gaag. Hij was met medeweten van Duitse autoriteiten door de linies gekomen. Schwebel liet hem zgn uit. Het voorstel van S-I was schijnbaar standhouden bij Grebbe, niet doorvechten, aanvoer eten enz via Rode kruis via Rotterdam. Geen gewelddaden meer, geen executies. Hoogst merkwaardig plan. Richard is lid van vertrouwensmannen. 's middags zou met witte vlag heer Neher over linie komen. Ik belde terstond Gerbrandy, die in Nijmegen was, om terug te keren, Na zijn komst besloten dat ZKH [prins Bernhard] naar SHAEF (Eisenhower) zou vliegen. Gerbrandy en Richard naar Londen. Aldus geschiedde. Ik zou Neher opwachten en daarna prins opwachten. Dan zondag met Neher naar Londen. [Mr. H.J. Kruls, was een officier die tussen 1944 en 1946 chef staf van het Militair Gezag was. Vergezelde in 1940 als adjudant zijn minister naar Londen en werd daar belast met de opbouw van het Militair Gezag dat na de bevrijding het dagelijks bestuur moest overnemen. Goed organisator, maar ook autoritaire man die vaak niet al te diplomatiek optrad. Dat leidde tot de nodige conflicten. Na de oorlog chef van de Generale Staf en ook in die functie vaak in conflict met de minister.] 15 april 1945 Over plan Van der Gaag: Ik was van meening: doen!, als het vals is dat blijkt dat gauw genoeg 17 april 1945 Blijkt dat Duitsers de overeenkomst schenden en alles onder water zetten. o.a. de Wieringermeerpolder 22 april 1945 Nog steeds geen duidelijkheid over de zaak 23 april 1945 Om 5.30 uur ministerraad over de zaak. Er gaat een telegram als er een kans is. 24 april 1945 Laat kwam van Gerbrandy het bericht dat Eisenhower de opdracht had en dat er de volgende dag al voedsel zou worden gedropt. 28 april 1945 Veel te doen en wachten op ZKH. Om 11 uur was hij er. Reed meteen weg voor onderhoud met Seijs-Inquart...zoals hij met een woord tegen mij zei. Om vier uur prins terug. Deed verslag van historische bezoek aan hoofdkwartier bij het Canadeesche leger, waar Schwebel aanwezig was. Deze was geblinddoekt door de lijn gebracht. Er was uitsluitend gesproken over voedsel.