PDF Van Tekst
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis. Jaargang 20 bron Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis. Jaargang 20. Uitgeverij Vantilt, Nijmegen / Nederlandse Boekhistorische Vereniging, Leiden 2013 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_jaa008201301_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 7 [Nummer 20] Voorwoord Voor u ligt het jubileumnummer van het Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis, sinds 1993 de meest wezenlijke manifestatie van de Nederlandse Boekhistorische Vereniging. Twintig jaar! In een feestelijk voorwoord horen vanzelfsprekend enkele opmerkingen over heden, verleden en toekomst. Ik besef dat ik met die ‘enkele opmerkingen’ veel boekhistorici die zich de afgelopen jaren met hart en ziel voor de vereniging hebben ingespannen, tekort doe door ze niet te noemen. Ik hoop dat u mij dat vergeeft. Ter zake. Het Nederlandse boekhistorische landschap leek in het begin van de jaren 1990 aardig aangekleed; de Tiele-Stichting bevorderde ‘de wetenschap van het boek en de drukkunst en de daarmede samenhangende technieken’, het genootschap Petrus Scriverius behartigde de belangen van de wat traditioneler ingestelde liefhebbers van boek en bibliotheek en het gezelschap Convoluut bood boekhistorici een uitwisselingsplatform voor lopend onderzoek. Toch werden niet alle doelgroepen bereikt. In een ongepubliceerde tekst uit 1993 wenste Paul Hoftijzer een landelijke vereniging ‘die allen, die een actieve of passieve interesse voor de Nederlandse boekgeschiedenis hebben, kan samenbinden en die tevens de cultuurhistorische waarde van het boek onder de aandacht van een breed publiek kan brengen en daarvoor, waar nodig, ook in de bres kan springen’. Niet veel later was Hoftijzer een van de oprichters van de Nederlandse Boekhistorische Vereniging (NBV). Bij de oprichting van de NBV waren de volgende boekhistorici betrokken: Han Brouwer, Berry Dongelmans, Paul Hoftijzer, Marika Keblusek, Lisa Kuitert, Otto Lankhorst, Jeroen Salman en Garrelt Verhoeven. De vereniging bleek een schot in de roos. De leden kregen een Jaarboek en werden uitgenodigd voor excursies en symposia. Al gauw groeide hun aantal tot 300. En de inspanningen van de daaropvolgende besturen en redacties hebben ervoor gezorgd dat het ledental meer dan verdubbelde. De NBV heeft ook de afgelopen jaren niet stil gezeten. Op 6 april 2010 organiseerde de NBV een congres in Utrecht, getiteld, ‘Aanstormend en gevestigd’, over de stand van de boekgeschiedenis in Nederland. De presentaties waren interessant en de discussies Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis. Jaargang 20 8 levendig. Waren de deelnemers onverdeeld positief? Neen. In september van dat jaar publiceerde De Boekenwereld (26, nr. 5) een kritische reactie op dat congres. Het artikel was geschreven door Vlaamse boekhistorici en droeg de fraaie, naar Xenophon verwijzende titel ‘Thalassa! Thalassa? De laaglandse boekgeschiedenis en haar zee van mogelijkheden’. De auteurs maakten bezwaar tegen de geest van zelfvoldaanheid die het congres volgens hen had gedomineerd. Ze constateerden een gebrek aan visie, en een ‘gemis aan theoretische reflectie en methodologische transparantie’. Naar hun mening dreigde het draagvlak van onze wetenschap te worden verpulverd. Hoewel sommigen de kritiek eloquent pareerden, werd duidelijk dat de Vlamingen een gevoelige snaar hadden geraakt. De NBV pakte de handschoen op en organiseerde samen met de Tiele-Stichting op 10 februari 2012 een expert meeting onder de titel ‘Een toekomst voor de boekwetenschap’. De sprekers waren Kevin Absilis (Universiteit Antwerpen), Jeroen Salman (Universiteit Utrecht), August den Hollander (Vrije Universiteit) en Boudien de Vries (Universiteit van Amsterdam). De dag werd geleid door Lisa Kuitert (Universiteit van Amsterdam). Er was veel ruimte voor discussie en de aanwezige boekhistorici maakten daar goed gebruik van. Een verslag van de bijeenkomst werd gepubliceerd. Concluderend werd gesteld dat er een intensievere gedachtenwisseling op vakinhoudelijk vlak noodzakelijk is en dat - om de organisatie van het vak te versterken - actieve samenwerking essentieel is: een platform voor de boekwetenschap kan helpen de Nederlandse én Vlaamse boekhistorische krachten te bundelen en daarmee de toenemende concurrentiestrijd op de subsidiemarkt versterkt aan te gaan. En nu moeten we concrete stappen zetten. De NBV en de Tiele-Stichting organiseren in samenwerking met de Vlaamse Werkgroep Boekgeschiedenis (VWB) dit jaar een vervolg op de expert meeting, waarin de theorie in de praktijk wordt omgezet. Uit het bovenstaande zou kunnen blijken dat de aandacht van het zittende bestuur van de NBV vooral uitgaat naar de wetenschap. Maar zo is het niet. Voor het begrijpen van de geschiedenis van het boek is de wetenschap weliswaar essentieel, maar voor het overbrengen van de daaruit voortvloeiende kennis kunnen naast doorwrochte artikelen ook andere activiteiten worden ingezet, zoals leerzame excursies, interessante jaarvergaderingen (deze keer in het eveneens jubilerende Vredespaleis) en prikkelende lezingen. En daar laat de NBV het dit jaar niet bij. In november wordt een congres georganiseerd waarin acht deskundigen vanuit hun boekhistorische expertise uitleggen wat de geschiedenis van het boek ons kan vertellen over de mediarevolutie waar wij middenin zitten, in het bijzonder als het gaat om de receptie van teksten. De deelnemers aan het congres krijgen volop de ruimte om met de sprekers in debat te gaan. Tot slot wil ik u iets vertellen over ons Jaarboek. In een geanimeerde discussie kwamen redactie en bestuur tot de conclusie dat het Jaarboek een nieuwe impuls nodig had. Deels werd de voorgestelde vernieuwing gedreven door wens om de aanlevering van hoogstaande artikelen te garanderen en een zo breed mogelijk publiek te bedienen, maar ook de veranderingen bij de andere Nederlandstalige boekhistorische periodieken, Quaerendo, De Gulden Passer en De Boekenwereld noopten tot een herijking van de koers van ons Jaarboek. We hebben ons voorgenomen om vanaf 2014 ook Engelstalige artikelen op Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis. Jaargang 20 9 te nemen met een uitvoerige Nederlandstalige samenvatting. De ruime meerderheid van de artikelen blijft overigens Nederlandstalig. Het onderscheid tussen themanummers en ‘gewone’ nummers wordt losgelaten: ieder Jaarboek zal een thematisch gedeelte bevatten, aangevuld met ‘losse’ artikelen. Daarnaast krijgen de boekbesprekingen een prominentere plaats. De redactie zal er vanzelfsprekend scherp op letten dat de artikelen zo toegankelijk mogelijk blijven. Zo krijgt het Jaarboek een heldere positie tussen het volledig Engelstalige tijdschrift Quaerendo en het vernieuwde, laagdrempelige blad De Boekenwereld. Deze nieuwe opzet lijkt veel op het voorstel dat door Hoftijzer in de hierboven aangehaalde tekst uit 1993 werd geformuleerd: ‘Het recent opgerichte Leipziger Jahrbuch zur Buchgeschichte met zijn kortere en langere artikelen, Forschungsberichte, documentaire bijdragen, mededelingen en recensies is wat mij betreft een uitstekend model’. De NBV heeft in de twintig jaar van haar bestaan enorm veel ondernomen om in het Nederlandse taalgebied iedereen te bereiken die geïnteresseerd is in de geschiedenis van het boek. Daar mogen wij trots op zijn. Het is duidelijk dat het nooit was gelukt zonder al die boekliefhebbers die hun (vrije) tijd hebben opgeofferd om dit mogelijk te maken. Hoewel, ‘opoffering’... Ik weet zeker dat niemand dat zo voelde. Dit is leuk werk! Ik hoop, nee verwacht dat wij op de ingezette weg nog heel veel jaren zullen voortgaan en dat we de NBV vitaal, scherp, actueel en allemachtig interessant houden. Hans Mulder Voorzitter van de Nederlandse Boekhistorische Vereniging Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis. Jaargang 20 11 Preface This is the jubilee issue of the Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis, the Yearbook for Dutch Book History, since 1993 the prime organ of the Nederlandse Boekhistorische Vereniging, the Dutch Book Historical Society. A preface celebrating two decades of book-historical activities in the Netherlands should of course include a few remarks about past, present, and future. I am aware that by offering ‘a few remarks’ and not mentioning anyone by name, I seem to be forgetting all those many book historians who have been dedicating themselves with all their hearts to the society these past years. I hope you will forgive me on this score. And now to the point. In the early 1990s, the Dutch book historical landscape appeared to be neatly trimmed, with the Tiele Foundation promoting ‘the science of the book and the art of printing and related technologies’, the Petrus Scriverius society looking after the interests of the more traditionally inclined book and library lover, and Convoluut offering book historians a forum for communicating the results of current research. All the same, it seemed not all if the target audience was covered, and in an unpublished paper of 1993 Paul Hoftijzer accordingly hoped for a national society ‘capable of uniting all those with an active or passive interest in Dutch book history, as well as of informing the wider public about the cultural and historical importance of the book and if necessary championing its cause’. Not much later, Hoftijzer became one of the founding members of the Nederlandse Boekhistorische Vereniging (NBV), the Dutch Book Historical Society. The following book historians were involved in founding the NBV: Han Brouwer, Berry Dongelmans,