2020-160

Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289 Verslag van Resultaten

Bert ACKE, Maarten BRACKE en Gwendy WYNS 8-10-2020

2020-160 2 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

Titel: Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

Erkend archeoloog: Maarten Bracke, OE/ERK/Archeoloog/2015/00036

Auteurs: Bert Acke, Maarten Bracke en Gwendy Wyns

Uittreksels uit CartoWeb.be met toelating van het Nationaal Geografisch Instituut C18084 - www.ngi.be

Projectcode bureauonderzoek: 2020I215

Intern projectnummer: 2020.160

Locatiegegevens: West-Vlaanderen, Hooglede-Gits, Bruggesteenweg 289

Lambertcoördinaten onderzoeksgebied: X: 62178,30 en Y: 186554,98; X: 62301,91 en Y: 186623,56

Oppervlakte plangebied: 3581m²

Oppervlakte zone geplande werken: 1863m²

Kadastergegevens: Hooglede, afdeling 2, sectie B, percelen 563W, 563G2, 563Z (zie figuur 9)

Topografische kaart: zie figuur 7 en 8

Betrokken actoren: Bert Acke (assistent-archeoloog), Maarten Bracke (erkend archeoloog), Gwendy Wyns (assistent-archeoloog) en David Schoolaert (contactpersoon initiatiefnemer)

Wetenschappelijke advisering: /

Plaats en datum: Moerbeke-Waas, 08/10/2020

© Acke & Bracke bv, Damstraat 206A, 9180 Moerbeke-Waas. De auteurs aanvaarden geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de auteurs. 2020-160 3 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

1. INLEIDING 4

1.1. WETTELIJK KADER 4 1.2. ONDERZOEKSOPDRACHT 4 1.2.1. VRAAGSTELLING 4 1.2.2. RANDVOORWAARDEN 4 1.3. WERKWIJZE EN STRATEGIE 5 1.3.1. MOTIVERING ONDERZOEKSSTRATEGIE 5 1.3.2. ORGANISATIE VAN HET VOORONDERZOEK 6 1.3.3. ADVIES SPECIALISTEN 6 1.3.4. WETENSCHAPPELIJKE ADVISERING 6 1.3.5. SELECTIE BRONNEN 6

2. BUREAUONDERZOEK 7

2.1. HUIDIGE TOESTAND 7 2.2. GEPLANDE WERKEN 10 2.3. LANDSCHAPPELIJKE LIGGING 13 2.3.1. TOPOGRAFISCHE SITUERING 13 2.3.2. LANDSCHAPPELIJKE SITUERING 15 2.3.3. BODEMKUNDIGE SITUERING 17 2.3.4. GEOLOGISCHE SITUERING 18 2.4. HISTORISCHE SITUERING 21 2.4.1. GITS 21 2.4.2. PLANGEBIED 21 2.5. ARCHEOLOGISCHE SITUERING 28

3. SYNTHESE 30

3.1. ARCHEOLOGISCH VERWACHTINGSPATROON 30 3.2. AFWEGING VERDER VOORONDERZOEK 31 3.3. BEANTWOORDING ONDERZOEKSVRAGEN 32

4. SAMENVATTING 34

5. BIBLIOGRAFIE 37

6. BIJLAGES 38 2020-160 4 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

1. Inleiding

1.1. Wettelijk kader

De archeologienota kadert in het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013. Naar aanleiding van een geplande aanvraag voor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen te Gits Bruggesteenweg 289 (deelgemeente van Hooglede, provincie West-Vlaanderen), waarbij de totale oppervlakte van de betrokken percelen 3000m² of meer bedraagt en de geplande bodemingrepen een oppervlakte hebben van minstens 1000m², dient de initiatiefnemer een archeologienota toe te voegen aan de vergunningsaanvraag. De archeologienota dient opgemaakt te worden onder supervisie van een erkend archeoloog.

1.2. Onderzoeksopdracht

1.2.1. Vraagstelling

• Zijn er archeologische of historische gegevens gekend over de site? • Zijn er gegevens gekend dat de bodem (deels) verstoord is? • Zijn er landschappelijke factoren die invloed kunnen hebben op de gaafheid van eventuele archeologische sporen? • Wat is de impact van de geplande werken op het bodemarchief? • Is er een archeologische site aanwezig? Zo ja, wat zijn de karakteristieken en de bewaringstoestand ervan? Wat is de relatie met het landschap? Welke waarde heeft de site? • Wat is de te volgen strategie tijdens een eventueel verder onderzoek en welke bijkomende onderzoeksvragen moeten daarbij beantwoord worden?

1.2.2. Randvoorwaarden

Niet van toepassing.

2020-160 5 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

1.3. Werkwijze en strategie

1.3.1. Motivering onderzoeksstrategie

In het bureauonderzoek wordt een zo duidelijk mogelijk beeld gevormd van de huidige archeologische, historische en landschappelijke informatie van het projectgebied en diens omgeving. Deze gegevens worden vergeleken met de geplande werken en de hiermee gepaard gaande verstoringen en vergravingen in de bodem. Het uiteindelijke doel is het bepalen of verder archeologisch onderzoek al dan niet aangewezen is.

Informatie over de afbakening van het plangebied en de geplande werkzaamheden werd aangeleverd via de initiatiefnemer door middel van ontwerpplannen en via mondelinge of schriftelijke communicatie. Om een zicht te krijgen op de huidige archeologische kennis van het plangebied en van de directe omgeving werd de Centrale Archeologische Inventaris (CAI) geraadpleegd.1 Deze online databank is uitsluitend toegankelijk voor geregistreerde gebruikers, hoofdzakelijk archeologen. Aanvullend werden verschillende historische kaarten geraadpleegd via Geopunt2, de centrale toegangspoort tot geografische overheidsinformatie, en via Cartesius3, een databank die kaarten bundelt van het Nationaal Geografisch Instituut (NGI), de Koninklijke Bibliotheek, het Rijksarchief, lokale archieven en het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika. Aansluitend hierbij werden ook verschillende luchtfoto’s bekeken die genomen zijn sinds de jaren ‘70 van vorige eeuw. Op het kaartmateriaal en de luchtfoto’s werd het plangebied geprojecteerd, om zodoende een duidelijk beeld te krijgen van het landgebruik gedurende de laatste eeuwen. Geopunt leverde ook verschillende kaarten op die betrekking hebben tot de landschappelijke en bodemkundige ligging van het gebied. Een kadasterplan dat beschikbaar is via de GRB-kaart op Geopunt werd vergeleken met hetgeen beschikbaar is via de CadGIS Viewer van de Federale Overheid.4 Een topografische kaart werd verkregen via het NGI.5

Op basis van dit onderzoek en het raadplegen van bovenvermelde bronnen kan een antwoord gegeven worden op de vooropgestelde onderzoeksvragen.

1 https://cai.onroerenderfgoed.be/ 2 http://www.geopunt.be/kaart 3 http://www.cartesius.be/CartesiusPortal/ 4 http://ccff02.minfin.fgov.be/cadgisweb/ 5 http://www.ngi.be/topomapviewer/ 2020-160 6 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

1.3.2. Organisatie van het vooronderzoek

In eerste instantie werd gestart met het bureauonderzoek waarbij de diverse beschikbare bronnen geraadpleegd worden. Daarnaast werd in detail bekeken wat de huidige toestand is van het plangebied en werden de geplande werkzaamheden onder de loep genomen. Op basis van deze gegevens samen werd afgetoetst of ten eerste verder vooronderzoek noodzakelijk is en ten tweede welke onderzoekstappen er eventueel genomen moeten worden.

1.3.3. Advies specialisten

Niet van toepassing.

1.3.4. Wetenschappelijke advisering

Niet van toepassing.

1.3.5. Selectie bronnen

De gebruikte bronnen zijn beschreven onder 1.3.1. De bronnen daaronder vermeld waren afdoende om een gedegen advies te geven voor een verder archeologisch traject. Bijkomend archiefonderzoek werd niet opportuun geacht.

2020-160 7 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

2. Bureauonderzoek

2.1. Huidige toestand

Het plangebied, ca. 3581m² groot, heeft een onregelmatige vorm en is gelegen ten oosten van de Bruggesteenweg en ten zuidwesten van de Bollestraat. Op het terrein bevindt zich langs de westelijke zijde de woning Bruggesteenweg 289 met bijhorende loodsen, verharding aan straatzijde en achterliggende tuin, in de noordelijke hoek is de woning Bollestraat 46 gelegen, met tuin die uitkomt op de Bruggesteenweg.

De woning Bruggesteenweg 289 is opgenomen in de Inventaris Onroerend Erfgoed en wordt als volgt omschreven: “Voormalige oliefabriek van A. De Rynck, opgericht circa 1875 en stopgezet in 1974. Onderkelderd breedhuis met kern uit het vierde kwart van de 19de eeuw (zie onder meer linker zijgevel). Vier traveeën en heden twee in plaats van drie bouwlagen onder schilddak (Vlaamse pannen). Vernieuwd gevelparement uit de jaren 1930, van rode baksteen op arduinen plint, gecementeerde vensteromlijstingen. Rechthoekige muuropeningen. Typerende deuromlijsting met beglaasde smeedijzeren deur. In linker zijgevel kelderluik. Links bakstenen muurtje met pijler en aansluitende gekasseide oprit leidend naar de eigenlijke fabriek. Links van het woonhuis vijf behouden beuken in plaats van zeven onder zadeldaken (nok parallel aan de straat). Links ervan gekasseide weg, voorheen overluifeld. Tegen de achtergevel woonhuis, eveneens een bedrijfsgebouw waarachter vroegere machinekamer, zie typerende rondboogvensters.”6

De zone van de geplande werken (zie 2.2.) beperkt zich tot de westelijke helft van het terrein en heeft een oppervlakte van ca. 1863m². In deze zone bevinden zich de onderkelderde woning Bruggesteenweg 289 (175m²), de bedrijfsgebouwen, de verharding, en 2 tuinzones in het noorden en het zuidwesten.

6 https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/50973 2020-160 8 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

Figuur 1 Zicht op het plangebied op de luchtfoto van 2018 (bron: geopunt.be). De geplande werken vinden plaats ten westen van de blauwe lijn, ten oosten zijn er geen werken.

Figuur 2 Uittreksel uit het plan bestaande toestand (bron: initiatiefnemer). 2020-160 9 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

Figuur 3 Beeld op het plangebied vanaf het noordwesten (bron: https://www.google.com/maps).

2020-160 10 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

2.2. Geplande werken

De geplande werken met bodemingrepen spitsen zich toe op een relatief kleine zone van ca. 1863m² in het westelijke deel van het plangebied. Het woonhuis en de fabrieksgebouwen worden gesloopt, de verharding opgebroken en de tuinen gesupprimeerd.

Bij een recent milieutechnisch onderzoek werd 4 boringen uitgevoerd op het terrein. Hierbij werd bij boring P1 (tamelijk centraal binnen de werkzone, zie figuur 5) een ongewoon hoge concentratie minerale olie aangetroffen op een diepte van 1,5 tot 2,5m onder het maaiveld. Voorafgaand de werken zal de zone rond deze boringen moeten gesaneerd worden, de precieze afbakening van de saneringszone zal door bijkomende boringen en analyses worden vastgesteld.

Na de sanering zal binnen de contouren van de werkzone een tankstation gebouwd worden. Centraal komt het T-vormige pompeneiland voor personenwagens en vrachtwagens te liggen, met errond de nodige verharding voor interne circulatie. De aansluiting met de Bruggesteenweg wordt aangepast aan de nieuwe invulling van het terrein en het fietspad wordt vernieuwd. Aan de randen worden groenaanplantingen voorzien, met in het oosten een groene afscherming van 2,5m hoog. In het zuidelijke deel van het terrein worden 2 ondergrondse opslagtanks (diameter 3m, lengte ca. 15m) geplaatst, hiervoor wordt er plaatselijk afgegraven tot ca. 3,5m diep. Deze tanks worden ongeveer ter hoogte van boring P1 geplaatst. In de zuidoostelijke hoek wordt een prefab technisch lokaal geplaatst.

Voor de sanering en de plaatsing van de ondergrondse tanks zal plaatselijk meerdere meter diep worden uitgegraven. Voor de sloop en opbraak van de bestaande bebouwing en verharding beperken de bodemingrepen zich tot reeds verstoorde zones; wel kunnen er bij het verwijderen van diepere funderingselementen en de kelder onder de woning kleinere bijkomende bodemverstoringen optreden ten gevolge van de technische uitvoeringswijze van de ondergrondse opbraak. Voor de bouw van het tankstation moet nadien rekening worden gehouden met een algemene bodemingreep van ca. 40 à 60cm diep voor de verhardingen, verleggen fietspad en groenzones, met plaatselijk diepere ingrepen met beperkte oppervlakte voor nutsleidingen en puntfunderingen voor het pompeneiland en de prijzentotem, en dus ook voor de 2 ondergrondse opslagtanks. Al deze werken beperken zich tot de westelijke zone, het overige deel van het plangebied blijft ongewijzigd. 2020-160 11 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

Figuur 4 Geplande werken geprojecteerd op het kadasterplan (bron: geopunt.be en initiatiefnemer).

Figuur 5 Plan milieutechnische boringen (bron: initiatiefnemer). 2020-160 12 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

Figuur 6 Uitsnede uit het ontwerpplan (bron: initiatiefnemer).

2020-160 13 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

2.3. Landschappelijke ligging

2.3.1. Topografische situering

Hooglede is tamelijk centraal gelegen in de provincie West-Vlaanderen. De fusiegemeente bestaat naast de hoofdgemeente Hooglede uit de deelgemeente Gits, die zich ten oosten van Hooglede bevindt. Hooglede neemt het westelijke deel van het grondgebied in, Gits het oostelijke deel. De gemeente wordt begrensd door in het noordoosten, Beveren (deelgemeente van ) in het zuidoosten, Roeselare en Oostnieuwkerke (deelgemeente van ) in het zuiden, Staden in het zuidwesten, Handzame (deelgemeente van ) in het noordwesten, en Kortemark en (dorp Sint-Henricus) in het noorden. Het plangebied is te situeren in het zuiden van Gits, nabij de grens met Beveren en Roeselare. De kern van Gits bevindt zich op ca. 2,2km ten noordwesten, die van Hooglede ca. 2,6km ten westen en die van Beveren ca. 2,4km ten zuidoosten. De Bruggesteenweg die het plangebied in het westen begrensd is onderdeel van de drukke provincieweg N32 Brugge-Torhout-Roeselare-, die iets ten zuiden van het plangebied aansluit op de ringweg rond Roeselare. Hoewel het plangebied gelegen is in woongebied met een beperkt aantal vrijstaande huizen, bevinden er zich langsheen de N32 nabij het terrein vooral KMO’s, met vooral ten zuiden van de ring rond Roeselare uitgestrekte industrieterreinen. Verder ten westen van oosten van de N32 zijn echter landbouwgronden gelegen. Op de bodemgebruikskaart van 2011 staat het plangebied gekarteerd als ‘Andere bebouwing’ en ‘Gewestweg’, wat min of meer overeenkomt met de huidige situatie.

Figuur 7 Zicht op de topografische kaart met aanduiding van het plangebied (bron: NGI). 2020-160 14 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

Figuur 8 Detailopname van de topografische kaart met aanduiding van het plangebied (bron: NGI).

Figuur 9 Zicht op het kadasterplan met aanduiding van het plangebied (bron: geopunt.be). 2020-160 15 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

Figuur 10 Zicht op de bodemgebruikskaart met aanduiding van het plangebied (bron: geopunt.be).

2.3.2. Landschappelijke situering

Hooglede en Gits ontwikkelden zich op een noordoost-zuidwest georiënteerde heuvelrug, een uitloper van het Plateau van . Hierdoor kent de gemeente een golvend verloop, met centraal een hogere ligging en ten zuiden en ten noorden lagere gronden. Het plangebied is te situeren onderaan de zuidflank van deze rug, op de overgang met de lagere gronden. Het westelijke deel van het terrein, waar de werken plaatsvinden, is tamelijk vlak, het maaiveld bevindt zich hier tussen +29,20 en +29,60m TAW, met de hoogste waarden in de tuin in het noorden. Het oostelijke deel van het plangebied vertoont een geleidelijke daling naar ca. +28,20m TAW. De enige waterloop nabij het terrein is de smalle Liebeek, zo’n 130m ten westen en ten zuiden, die echter meer een perceelsgreppel is dan een volwaardige beek en verder ten oosten uitmondt in de Onledebeek. Op de potentiële bodemerosiekaart wordt het plangebied niet ingekleurd, de gronden ten westen hebben een verwaarloosbare tot lage erosiegraad. 2020-160 16 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

Figuur 11 Zicht op het Digitaal Hoogtemodel ter hoogte van het plangebied (bron: geopunt.be).

Figuur 12 Zicht op het Digitaal Hoogtemodel, op siteniveau (bron: geopunt.be). 2020-160 17 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

Figuur 13 Zicht op de potentiële bodemerosiekaart ter hoogte van het plangebied (bron: geopunt.be).

2.3.3. Bodemkundige situering

Ter hoogte van het plangebied worden op de bodemkaart 2 bodemsoorten aangeduid:

- Pcc in het westen en centraal: matig droge licht zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont. De bouwvoor is grijsbruin, 25-30cm dik en goed humeus. Bij de gedegradeerde eenheden met verbrokkelde textuur B, werd bij de in cultuurname een deel van de uitlogingshorizont met de bouwvoor vermengd tot een homogeen goed humeuze Ap, waaronder een bruingele overgangshorizont, 20-30cm dik, voorkomt. De verbrokkelde textuur B situeert zich tussen 50 en 80cm. Veel Pcc gronden zijn beïnvloed door de Tertiaire onderliggende formaties welke op wisselende diepte een gevarieerd substraat vormen. - Pdc in het oosten: matig natte licht zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont. De humeuze bovengrond is homogeen en goed ontwikkeld grijsbruin en gemiddeld 30cm dik. De verbrokkelde textuur B is zwak ontwikkeld en begint op 40-60cm. Roestverschijnselen beginnen tussen 40-60cm. Deze bodems zijn te nat in de winter, soms iets te droog in de zomer. 2020-160 18 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

Figuur 14 Zicht op de bodemkaart ter hoogte van het plangebied (bron: DOV).

2.3.4. Geologische situering

De tertiaire opbouw ter hoogte van het plangebied bestaat uit de Formatie van Tielt, Lid van Kortemark: grijze tot groengrijze klei tot silt, dunne banken zand en silt. De Quartair geologische kaart geeft aan dat het plangebied bestaat uit het type 1: geen Holocene en/of Tardiglaciale afzettingen bovenop de Pleistocene sequentie (1). De geomorfologische kaart voor deze streek is niet voorhanden en kan dus niet worden afgebeeld.

2020-160 19 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

Figuur 15 Uitsnede uit de Tertiair Geologische Kaart ter hoogte van het plangebied (bron: geopunt.be).

Figuur 16 Uitsnede uit de Quartair Geologische Kaart ter hoogte van het plangebied (bron: geopunt.be). 2020-160 20 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

Figuur 17 Uitleg bij de Quartair Geologische Kaart: type 2 (bron: geopunt.be).

2020-160 21 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

2.4. Historische situering

2.4.1. Gits7

De eerste vermelding dateert uit 1088, als Giddis. Etymologisch betekent het stromende beek. Tijdens het Ancien Regime maakt het huidige grondgebied van Gits deel uit van twee Kasselrijen: enerzijds het Brugse Vrije, anderzijds de Kasselrij van Ieper. Tot eerst genoemde hoort de heerlijkheid waaronder de heerlijkheden Ogierlande, Kringen, Onlede, 't Pausche ende 't Vijversche, Wijkhuize en Hagebroek ressorteren. Het fonsier van laatst genoemde lag ter hoogte van de Driewegenstraat. De Ieperse Kasselrij omvat Oost-Ieper ambacht. Bij de Vrede van Nijmegen in 1678 wordt het Brugse Vrije Spaans gebied en de Kasselrij van Ieper Frans gebied. De grens tussen Spaans en Frans grondgebied loopt aldus dwars door Gits, waardoor het dorp vaak in de vuurlinie ligt. Als gevolg hiervan wordt de bevolking gedurende de tweede helft van de 17de eeuw en de eerste helft van de 18de eeuw getroffen door oorlogen, epidemieën en hongersnood. In 1088 wordt het patronaatsrecht van de kerk geschonken aan het Sint-Pieterskapittel in Rijsel. Kort daarop wordt Gits een parochie. De parochie Gits maakt vóór 1561 deel uit van het bisdom Doornik, waarna het achtereenvolgens behoort tot het bisdom Brugge, Gent (na 1801) en Brugge (1834). Tijdens de 19de eeuw is Gits een centrum van het Stevenisme, een godsdienstige beweging die zich uit tegenstand tegen de godsdienstpolitiek van Napoleon van de Rooms-Katholieke Kerk afscheidt. Ten gevolge van de nabijheid van het front, wordt eind 1914 een Duits vliegveld op Onledemolen aangelegd; de munitietram van Lichtervelde naar Hooglede, loopt over Gits. Op het einde van de Eerste Wereldoorlog, worden de meeste representatieve gebouwen verwoest, onder meer de kerk, de pastorie, het Mariasteen, de Onlede- en Plaatsmolen en talrijke burgerwoningen. Gits wordt op het einde van de Tweede Wereldoorlog, in september 1944, bevrijd door de Polen. De Bruggesteenweg, de baan van Menen naar Brugge over Roeselare werd aangelegd onder Maria-Theresia in 1757. De weg werd verbreed in de loop van de 20ste eeuw waarbij meerdere herbergen verdwenen.

2.4.2. Plangebied

Concrete informatie over de historische ontwikkeling van het plangebied kan teruggevonden worden op de historische kaarten en luchtfoto’s. De oudste relevante kaart voor het plangebied is de Ferrariskaart uit ca. 1777. De Bruggesteenweg, met op dat moment aan beide zijden een bomenrij, en de Bollestraat zijn duidelijk herkenbaar. Het plangebied is in gebruik als landbouwgrond, in de directe omgeving is geen bebouwing te zien. Op de Atlas der Buurtwegen uit ca. 1840 is er wel bebouwing aanwezig: aan de westzijde van het terrein, ongeveer op de plek van de huidige woning en loods, zijn 2 grotere afzonderlijke gebouwen te zien, met erachter 2 kleinere losstaande constructies. Dezelfde configuratie is te zien op de iets latere Vandermaelen- en Poppkaart, terwijl op de topografische kaart van 1861 twee aparte, achter elkaar gelegen volumes evenwijdig aan de Bruggesteenweg te zien zijn. Op de kaart van 1883 is de configuratie alweer iets gewijzigd, op dat moment was de oliefabriek reeds in werking. De kaarten van 1911 en 1966 tonen een gelijkaardig gebouwenbestand, echter alweer iets afwijkend van de kaart van 1883. Er wordt wel opgemerkt dat de exacte omvang van de gebouwen vermoedelijk niet steeds 100% accuraat is op de oude

7 https://inventaris.onroerenderfgoed.be/themas/14448, https://inventaris.onroerenderfgoed.be/themas /6248 2020-160 22 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289 topografische kaarten. De luchtfoto van 1971 toont voor het eerst echt een concreet beeld: de oostelijke zijde van het terrein is onbebouwd, op de westelijke zijde zijn de huidige gebouwen te zien, aangevuld met een gebouwtje gelegen tussen de Bruggesteenweg en de fabrieksloodsen. Op de luchtfoto van 1979-1990 is dat gebouwtje afgebroken, en verschijnt de woning Bollestraat 46. De daaropvolgende decennia verandert er quasi niks aan het plangebied, wel geraken de landbouwgronden ten noorden en zuiden meer en meer bebouwd.

Samenvattend kan gesteld worden dat de voormalige landbouwgronden ter hoogte van het plangebied in de eerste helft van de 19de eeuw bebouwd worden langsheen de Bruggesteenweg, waarna de gebouwconfiguratie na 1850 wordt aangepast en er rond 1875 een oliefabriek wordt opgericht in het westelijke deel van het terrein. Deze blijft ca. 100 jaar in gebruik, waarbij er nog een aantal aanpassingen en uitbreidingen plaatsvinden aan de gebouwen. In het laatste kwart van de 20ste wordt de woning Bollestraat 46 gebouwd, sindsdien is het plangebied zo goed als ongewijzigd gebleven. De opeenvolgende bouwcampagnes in het westelijke deel van het terrein zullen voor een bepaalde bodemverstoring gezorgd hebben, de exacte aard daarvan is echter niet vast te stellen op basis van enkel het bureauonderzoek.

Figuur 18 Uitsnede uit de Ferrariskaart met aanduiding van het plangebied (bron: geopunt.be). De projectie van het terrein moet iets naar het westen opschuiven. 2020-160 23 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

Figuur 19 Uitsnede uit de Atlas der Buurtwegen met aanduiding van het plangebied (bron: geopunt.be).

Figuur 20 Uitsnede uit de kaart van Vandermaelen met aanduiding van het plangebied (bron: geopunt.be). 2020-160 24 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

Figuur 21 Uitsnede uit de Poppkaart met aanduiding van het plangebied (bron: geopunt.be).

Figuur 22 Uitsnede uit de topografische kaart van 1861 met aanduiding van het plangebied (bron: cartesius.be en NGI). 2020-160 25 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

Figuur 23 Uitsnede uit de topografische kaart van 1883 met aanduiding van het plangebied (bron: cartesius.be en NGI).

Figuur 24 Uitsnede uit de topografische kaart van 1911 met aanduiding van het plangebied (bron: cartesius.be en NGI). 2020-160 26 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

Figuur 25 Uitsnede uit de topografische kaart van 1966 met aanduiding van het plangebied (bron: cartesius.be en NGI).

Figuur 26 Zicht op het plangebied op de luchtfoto van 1971 (bron: geopunt.be). 2020-160 27 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

Figuur 27 Zicht op het plangebied op de luchtfoto van 1979-1990 (bron: geopunt.be).

Figuur 28 Zicht op het plangebied op de luchtfoto van 2000-2003 (bron: geopunt.be). 2020-160 28 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

2.5. Archeologische situering

Op de Centrale Archeologische Inventaris (CAI) worden in een straal van 1km rond plangebied slechts enkele gekende sites aangegeven. Net ten zuiden is CAI Locatie 218072 gelegen, bij een recent proefsleuvenonderzoek in het kader van de uitbreiding van een industrieterrein werd slechts 2 subrecente greppels aangetroffen, het grootste deel van het terrein bleek opgehoogd.

Ten zuiden en oosten, iets buiten de perimeter van 1km, werden op meerdere plaatsen sporen uit de Romeinse periode vastgesteld. Wat opvalt zijn de vele houtskoolmeilers (o.a. aangetroffen op CAI Locaties 215977 en 221142), die er op duiden dat de omgeving in deze periode bebost was, maar ook sporen van bewoning uit de Romeinse tijd werden aangesneden. Zo werden op CAI Locatie 221142 enkele kuilen, grachten en een huisplattegrond gevonden. Rondom deze huisplattegrond bevindt zich een ondiepe greppel die op zijn beurt een houtskoolmeiler oversnijdt. Ook werd hier een volmiddeleeuwse gebouwplattegrond, een poel met gracht en enkele perceleringsgreppels aangetroffen. Bij een vondstmelding werden op CAI Locatie 157200 een Romeinse gracht en enkele Romeinse kuilen gevonden.

In de ruimere omgeving zijn meerdere volmiddeleeuwse (CAI Locaties 73966, 73967, 73968, 73969) en laatmiddeleeuwse (CAI Locaties 72803, 72804, 72805) sites met walgracht gekend via cartografische bronnen.

De grote zone CAI Locatie 158403 ten westen van het terrein is de locatie van de Slag bij Hooglede van 10 juni 1794. De strijdende partijen waren het Franse leger (o.l.v. generaal Pichegru, ca. 24000 manschappen) en het Oostenrijkse leger (o.l.v. generaal Clerfayt, ca. 19000 manschappen). Het Oostenrijkse leger liet verschansingen opwerken tegen de Fransen. De Fransen nemen uiteindelijk de kam van Hooglede in, ook Roeselare wordt door de Fransen ingenomen. 2020-160 29 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

Figuur 29 Uitsnede uit de Centrale Archeologische Inventaris (CAI) ter hoogte van het plangebied (bron: geopunt.be en CAI).

2020-160 30 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

3. Synthese

3.1. Archeologisch verwachtingspatroon

Op basis van het bureauonderzoek kan volgend verwachtingspatroon vooropgesteld worden:

- Het plangebied is te situeren in het zuiden van Gits, nabij de grens met Beveren en Roeselare. De kern van Gits bevindt zich op ca. 2,2km ten noordwesten, die van Hooglede ca. 2,6km ten westen en die van Beveren ca. 2,4km ten zuidoosten. De voormalige landbouwgronden ter hoogte van het plangebied worden in de eerste helft van de 19de eeuw bebouwd langsheen de Bruggesteenweg, waarna de gebouwconfiguratie na 1850 wordt aangepast en er rond 1875 een oliefabriek wordt opgericht in het westelijke deel van het terrein. Deze blijft ca. 100 jaar in gebruik, waarbij er nog een aantal aanpassingen en uitbreidingen plaatsvinden aan de gebouwen. In het laatste kwart van de 20ste wordt de woning Bollestraat 46 gebouwd, sindsdien is het plangebied zo goed als ongewijzigd gebleven. De opeenvolgende bouwcampagnes in het westelijke deel van het terrein zullen voor een bepaalde bodemverstoring gezorgd hebben, de exacte aard daarvan is echter niet vast te stellen op basis van enkel het bureauonderzoek.

- Hooglede en Gits ontwikkelden zich op een noordoost-zuidwest georiënteerde heuvelrug, een uitloper van het Plateau van Tielt. Hierdoor kent de gemeente een golvend verloop, met centraal een hogere ligging en ten zuiden en ten noorden lagere gronden. Het plangebied is te situeren onderaan de zuidflank van deze rug, op de overgang met de lagere gronden. Het westelijke deel van het terrein, waar de werken plaatsvinden, is tamelijk vlak, het maaiveld bevindt zich hier tussen +29,20 en +29,60m TAW, met de hoogste waarden in de tuin in het noorden. Het oostelijke deel van het plangebied vertoont een geleidelijke daling naar ca. +28,20m TAW. De enige waterloop nabij het terrein is de smalle Liebeek, zo’n 130m ten westen en ten zuiden, die echter meer een perceelsgreppel is dan een volwaardige beek en verder ten oosten uitmondt in de Onledebeek. Ter hoogte van het plangebied kan een matig droge tot matig natte licht zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont verwacht worden.

- In de onmiddellijke omgeving van het plangebied zijn weinig archeologische gegevens voorhanden. Ten zuiden en oosten, iets buiten de perimeter van 1km, werden op meerdere plaatsen sporen uit de Romeinse periode vastgesteld. Wat opvalt zijn de vele houtskoolmeilers, die er op duiden dat de omgeving in deze periode bebost was, maar ook sporen van bewoning uit de Romeinse tijd werden aangesneden. Daarnaast zijn in de ruimere omgeving meerdere volmiddeleeuwse en laatmiddeleeuwse sites met walgracht gekend via cartografische bronnen. Op basis van de landschappelijke gegevens is er een lage verwachting voor de aanwezigheid van in situ bewaarde steentijd artefactensites. Voor de aanwezigheid van sites met grondsporen, vooral uit de Romeinse en middeleeuwse periode, is er een gemiddelde verwachting; niet laag, maar ook niet heel hoog. Deze verwachting houdt geen rekening met de bodemverstoring die reeds veroorzaakt is door de opeenvolgende bewoning op het terrein sinds de 19de eeuw.

2020-160 31 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

3.2. Afweging verder vooronderzoek

De geplande werken met bodemingrepen spitsen zich toe op een relatief kleine zone van ca. 1863m² in het westelijke deel van het plangebied. Het woonhuis en de fabrieksgebouwen worden gesloopt, de verharding opgebroken en de tuinen gesupprimeerd. Bij een recent milieutechnisch onderzoek werd 4 boringen uitgevoerd op het terrein. Hierbij werd bij boring P1 (tamelijk centraal binnen de werkzone) een ongewoon hoge concentratie minerale olie aangetroffen op een diepte van 1,5 tot 2,5m onder het maaiveld. Voorafgaand de werken zal de zone rond deze boringen moeten gesaneerd worden, de precieze afbakening van de saneringszone zal door bijkomende boringen en analyses worden vastgesteld. Na de sanering zal binnen de contouren van de werkzone een tankstation gebouwd worden. Centraal komt het T-vormige pompeneiland voor personenwagens en vrachtwagens te liggen, met errond de nodige verharding voor interne circulatie. De aansluiting met de Bruggesteenweg wordt aangepast aan de nieuwe invulling van het terrein en het fietspad wordt vernieuwd. Aan de randen worden groenaanplantingen voorzien, met in het oosten een groene afscherming van 2,5m hoog. In het zuidelijke deel van het terrein worden 2 ondergrondse opslagtanks (diameter 3m, lengte ca. 15m) geplaatst, hiervoor wordt er plaatselijk afgegraven tot ca. 3,5m diep. Deze tanks worden ongeveer ter hoogte van boring P1 geplaatst. In de zuidoostelijke hoek wordt een prefab technisch lokaal geplaatst. Voor de sanering en de plaatsing van de ondergrondse tanks zal plaatselijk meerdere meter diep worden uitgegraven. Voor de sloop en opbraak van de bestaande bebouwing en verharding beperken de bodemingrepen zich tot reeds verstoorde zones; wel kunnen er bij het verwijderen van diepere funderingselementen en de kelder onder de woning kleinere bijkomende bodemverstoringen optreden ten gevolge van de technische uitvoeringswijze van de ondergrondse opbraak. Voor de bouw van het tankstation moet nadien rekening worden gehouden met een algemene bodemingreep van ca. 40 à 60cm diep voor de verhardingen, verleggen fietspad en groenzones, met plaatselijk diepere ingrepen met beperkte oppervlakte voor nutsleidingen en puntfunderingen voor het pompeneiland en de prijzentotem, en dus ook voor de 2 ondergrondse opslagtanks. Al deze werken beperken zich tot de westelijke zone, het overige deel van het plangebied blijft ongewijzigd.

Op basis van het bureauonderzoek kan niet met zekerheid worden vastgesteld of er al dan niet een archeologische site aanwezig is op het plangebied. Bij de afweging voor de noodzaak voor verder vooronderzoek in het kader van de geplande werken, dienen bijkomend volgende zaken in acht worden genomen:

- De werkzone is 1863m² groot. Hiervan is zeker al 175m² diepgaand verstoord door de aanleg van de kelder onder de woning. - De vervuiling die bij de boringen werd aangetroffen, zal resulteren in een sanering van een deelzone (oppervlakte vooralsnog onbepaald) voorafgaand de werken. Wegens de navenante gezondheidsrisico’s is een voorafgaand archeologisch onderzoek op deze deelzone niet aan de orde. - De diverse gebouwen en verhardingen die sinds eerst helft 19de eeuw op het terrein aanwezig waren, zullen voor een bepaalde vorm van bodemverstoring gezorgd.

Als deze zaken worden afgewogen tegenover de impact van de geplande werken op de bodem, dan lijkt een verder vooronderzoek op deze locatie niet aangewezen. De diepste ingrepen, zijnde de uitgravingen voor de ondergrondse opslagtanks, bevinden zich min of meer op de plek waar de 2020-160 32 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289 sanering zal moeten gebeuren. Door de sanering en de aanwezige kelder onder de woning verkleint de voor onderzoek beschikbaar zone vermoedelijk naar minder dan 1500m². In deze relatief kleine onderzoekszone zijn in het verleden reeds diverse bodemingrepen gebeurd, waardoor de kans op verstoring van eventueel aanwezige archeologische sporen en sites groot is. Bovendien bestaat het merendeel van de geplande werken uit omgevingsaanleg (verharding, groenzones), waarvan de impact niet groter/dieper zal zijn dan de bodemingrepen die hier in het verleden reeds hebben plaatsgevonden. De kans op relevante kennisvermeerdering bij een verder vooronderzoek van een plangebied van eerder beperkte omvang en met reeds een verstoringshistoriek - in een archeologische omgeving die gekenmerkt wordt door landelijke, verspreide bewoning in de Romeinse tijd en de middeleeuwen – is gering. Omwille van bovenstaande redenen wordt dan ook geen verder vooronderzoek geadviseerd.

3.3. Beantwoording onderzoeksvragen

• Zijn er archeologische of historische gegevens gekend over de site?

Het plangebied is te situeren in het zuiden van Gits, nabij de grens met Beveren en Roeselare. De kern van Gits bevindt zich op ca. 2,2km ten noordwesten, die van Hooglede ca. 2,6km ten westen en die van Beveren ca. 2,4km ten zuidoosten. De voormalige landbouwgronden ter hoogte van het plangebied worden in de eerste helft van de 19de eeuw bebouwd langsheen de Bruggesteenweg, waarna de gebouwconfiguratie na 1850 wordt aangepast en er rond 1875 een oliefabriek wordt opgericht in het westelijke deel van het terrein. Deze blijft ca. 100 jaar in gebruik, waarbij er nog een aantal aanpassingen en uitbreidingen plaatsvinden aan de gebouwen. In het laatste kwart van de 20ste wordt de woning Bollestraat 46 gebouwd, sindsdien is het plangebied zo goed als ongewijzigd gebleven. De opeenvolgende bouwcampagnes in het westelijke deel van het terrein zullen voor een bepaalde bodemverstoring gezorgd hebben, de exacte aard daarvan is echter niet vast te stellen op basis van enkel het bureauonderzoek. Er vond nog geen archeologisch onderzoek plaats op het terrein.

• Zijn er gegevens gekend dat de bodem (deels) verstoord is?

Zie hierboven.

• Zijn er landschappelijke factoren die invloed kunnen hebben op de gaafheid van eventuele archeologische sporen?

Deze vraag kan op basis van het bureauonderzoek niet beantwoord worden.

• Wat is de impact van de geplande werken op het bodemarchief?

De geplande werken met bodemingrepen spitsen zich toe op een relatief kleine zone van ca. 1863m² in het westelijke deel van het plangebied. Het woonhuis en de fabrieksgebouwen worden gesloopt, de verharding opgebroken en de tuinen gesupprimeerd. Bij een recent milieutechnisch onderzoek werd 4 boringen uitgevoerd op het terrein. Hierbij werd bij boring P1 (tamelijk centraal binnen de werkzone) een ongewoon hoge concentratie minerale olie aangetroffen op een diepte van 1,5 tot 2,5m onder het 2020-160 33 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289 maaiveld. Voorafgaand de werken zal de zone rond deze boringen moeten gesaneerd worden, de precieze afbakening van de saneringszone zal door bijkomende boringen en analyses worden vastgesteld. Na de sanering zal binnen de contouren van de werkzone een tankstation gebouwd worden. Centraal komt het T-vormige pompeneiland voor personenwagens en vrachtwagens te liggen, met errond de nodige verharding voor interne circulatie. De aansluiting met de Bruggesteenweg wordt aangepast aan de nieuwe invulling van het terrein en het fietspad wordt vernieuwd. Aan de randen worden groenaanplantingen voorzien, met in het oosten een groene afscherming van 2,5m hoog. In het zuidelijke deel van het terrein worden 2 ondergrondse opslagtanks (diameter 3m, lengte ca. 15m) geplaatst, hiervoor wordt er plaatselijk afgegraven tot ca. 3,5m diep. Deze tanks worden ongeveer ter hoogte van boring P1 geplaatst. In de zuidoostelijke hoek wordt een prefab technisch lokaal geplaatst. Voor de sanering en de plaatsing van de ondergrondse tanks zal plaatselijk meerdere meter diep worden uitgegraven. Voor de sloop en opbraak van de bestaande bebouwing en verharding beperken de bodemingrepen zich tot reeds verstoorde zones; wel kunnen er bij het verwijderen van diepere funderingselementen en de kelder onder de woning kleinere bijkomende bodemverstoringen optreden ten gevolge van de technische uitvoeringswijze van de ondergrondse opbraak. Voor de bouw van het tankstation moet nadien rekening worden gehouden met een algemene bodemingreep van ca. 40 à 60cm diep voor de verhardingen, verleggen fietspad en groenzones, met plaatselijk diepere ingrepen met beperkte oppervlakte voor nutsleidingen en puntfunderingen voor het pompeneiland en de prijzentotem, en dus ook voor de 2 ondergrondse opslagtanks. Al deze werken beperken zich tot de westelijke zone, het overige deel van het plangebied blijft ongewijzigd.

• Is er een archeologische site aanwezig? Zo ja, wat zijn de karakteristieken en de bewaringstoestand ervan? Wat is de relatie met het landschap? Welke waarde heeft de site?

De aan- of afwezigheid van een archeologische site kan op basis van het bureauonderzoek niet met 100% zekerheid vastgesteld worden. De kans op het aantreffen van een onverstoorde site en op relevante kennisvermeerdering is echter gering.

• Wat is de te volgen strategie tijdens een eventueel verder onderzoek en welke bijkomende onderzoeksvragen moeten daarbij beantwoord worden?

Niet van toepassing.

2020-160 34 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

4. Samenvatting

De archeologienota kadert in het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013. Naar aanleiding van een geplande aanvraag voor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen te Gits Bruggesteenweg 289 (deelgemeente van Hooglede, provincie West-Vlaanderen), waarbij de totale oppervlakte van de betrokken percelen 3000m² of meer bedraagt en de geplande bodemingrepen een oppervlakte hebben van minstens 1000m², dient de initiatiefnemer een archeologienota toe te voegen aan de vergunningsaanvraag. De archeologienota dient opgemaakt te worden onder supervisie van een erkend archeoloog.

Het plangebied, ca. 3581m² groot, heeft een onregelmatige vorm en is gelegen ten oosten van de Bruggesteenweg en ten zuidwesten van de Bollestraat. Op het terrein bevindt zich langs de westelijke zijde de woning Bruggesteenweg 289 met bijhorende loodsen, verharding aan straatzijde en achterliggende tuin, in de noordelijke hoek is de woning Bollestraat 46 gelegen, met tuin die uitkomt op de Bruggesteenweg. De woning Bruggesteenweg 289 is opgenomen in de Inventaris Onroerend Erfgoed en wordt als volgt omschreven: “Voormalige oliefabriek van A. De Rynck, opgericht circa 1875 en stopgezet in 1974. Onderkelderd breedhuis met kern uit het vierde kwart van de 19de eeuw (zie onder meer linker zijgevel). Vier traveeën en heden twee in plaats van drie bouwlagen onder schilddak (Vlaamse pannen). Vernieuwd gevelparement uit de jaren 1930, van rode baksteen op arduinen plint, gecementeerde vensteromlijstingen. Rechthoekige muuropeningen. Typerende deuromlijsting met beglaasde smeedijzeren deur. In linker zijgevel kelderluik. Links bakstenen muurtje met pijler en aansluitende gekasseide oprit leidend naar de eigenlijke fabriek. Links van het woonhuis vijf behouden beuken in plaats van zeven onder zadeldaken (nok parallel aan de straat). Links ervan gekasseide weg, voorheen overluifeld. Tegen de achtergevel woonhuis, eveneens een bedrijfsgebouw waarachter vroegere machinekamer, zie typerende rondboogvensters.” De zone van de geplande werken beperkt zich tot de westelijke helft van het terrein en heeft een oppervlakte van ca. 1863m². In deze zone bevinden zich de onderkelderde woning Bruggesteenweg 289 (175m²), de bedrijfsgebouwen, de verharding, en 2 tuinzones in het noorden en het zuidwesten.

Het plangebied is te situeren in het zuiden van Gits, nabij de grens met Beveren en Roeselare. De kern van Gits bevindt zich op ca. 2,2km ten noordwesten, die van Hooglede ca. 2,6km ten westen en die van Beveren ca. 2,4km ten zuidoosten. De voormalige landbouwgronden ter hoogte van het plangebied worden in de eerste helft van de 19de eeuw bebouwd langsheen de Bruggesteenweg, waarna de gebouwconfiguratie na 1850 wordt aangepast en er rond 1875 een oliefabriek wordt opgericht in het westelijke deel van het terrein. Deze blijft ca. 100 jaar in gebruik, waarbij er nog een aantal aanpassingen en uitbreidingen plaatsvinden aan de gebouwen. In het laatste kwart van de 20ste wordt de woning Bollestraat 46 gebouwd, sindsdien is het plangebied zo goed als ongewijzigd gebleven. De opeenvolgende bouwcampagnes in het westelijke deel van het terrein zullen voor een bepaalde bodemverstoring gezorgd hebben, de exacte aard daarvan is echter niet vast te stellen op basis van enkel het bureauonderzoek.

Hooglede en Gits ontwikkelden zich op een noordoost-zuidwest georiënteerde heuvelrug, een uitloper van het Plateau van Tielt. Hierdoor kent de gemeente een golvend verloop, met centraal een hogere ligging en ten zuiden en ten noorden lagere gronden. Het plangebied is te situeren onderaan de zuidflank van deze rug, op de overgang met de lagere gronden. Het westelijke deel van het terrein, 2020-160 35 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289 waar de werken plaatsvinden, is tamelijk vlak, het maaiveld bevindt zich hier tussen +29,20 en +29,60m TAW, met de hoogste waarden in de tuin in het noorden. Het oostelijke deel van het plangebied vertoont een geleidelijke daling naar ca. +28,20m TAW. De enige waterloop nabij het terrein is de smalle Liebeek, zo’n 130m ten westen en ten zuiden, die echter meer een perceelsgreppel is dan een volwaardige beek en verder ten oosten uitmondt in de Onledebeek. Ter hoogte van het plangebied kan een matig droge tot matig natte licht zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont verwacht worden.

In de onmiddellijke omgeving van het plangebied zijn weinig archeologische gegevens voorhanden. Ten zuiden en oosten, iets buiten de perimeter van 1km, werden op meerdere plaatsen sporen uit de Romeinse periode vastgesteld. Wat opvalt zijn de vele houtskoolmeilers, die er op duiden dat de omgeving in deze periode bebost was, maar ook sporen van bewoning uit de Romeinse tijd werden aangesneden. Daarnaast zijn in de ruimere omgeving meerdere volmiddeleeuwse en laatmiddeleeuwse sites met walgracht gekend via cartografische bronnen. Op basis van de landschappelijke gegevens is er een lage verwachting voor de aanwezigheid van in situ bewaarde steentijd artefactensites. Voor de aanwezigheid van sites met grondsporen, vooral uit de Romeinse en middeleeuwse periode, is er een gemiddelde verwachting; niet laag, maar ook niet heel hoog. Deze verwachting houdt geen rekening met de bodemverstoring die reeds veroorzaakt is door de opeenvolgende bewoning op het terrein sinds de 19de eeuw.

De geplande werken met bodemingrepen spitsen zich toe op een relatief kleine zone van ca. 1863m² in het westelijke deel van het plangebied. Het woonhuis en de fabrieksgebouwen worden gesloopt, de verharding opgebroken en de tuinen gesupprimeerd. Bij een recent milieutechnisch onderzoek werd 4 boringen uitgevoerd op het terrein. Hierbij werd bij boring P1 (tamelijk centraal binnen de werkzone) een ongewoon hoge concentratie minerale olie aangetroffen op een diepte van 1,5 tot 2,5m onder het maaiveld. Voorafgaand de werken zal de zone rond deze boringen moeten gesaneerd worden, de precieze afbakening van de saneringszone zal door bijkomende boringen en analyses worden vastgesteld. Na de sanering zal binnen de contouren van de werkzone een tankstation gebouwd worden. Centraal komt het T-vormige pompeneiland voor personenwagens en vrachtwagens te liggen, met errond de nodige verharding voor interne circulatie. De aansluiting met de Bruggesteenweg wordt aangepast aan de nieuwe invulling van het terrein en het fietspad wordt vernieuwd. Aan de randen worden groenaanplantingen voorzien, met in het oosten een groene afscherming van 2,5m hoog. In het zuidelijke deel van het terrein worden 2 ondergrondse opslagtanks (diameter 3m, lengte ca. 15m) geplaatst, hiervoor wordt er plaatselijk afgegraven tot ca. 3,5m diep. Deze tanks worden ongeveer ter hoogte van boring P1 geplaatst. In de zuidoostelijke hoek wordt een prefab technisch lokaal geplaatst. Voor de sanering en de plaatsing van de ondergrondse tanks zal plaatselijk meerdere meter diep worden uitgegraven. Voor de sloop en opbraak van de bestaande bebouwing en verharding beperken de bodemingrepen zich tot reeds verstoorde zones; wel kunnen er bij het verwijderen van diepere funderingselementen en de kelder onder de woning kleinere bijkomende bodemverstoringen optreden ten gevolge van de technische uitvoeringswijze van de ondergrondse opbraak. Voor de bouw van het tankstation moet nadien rekening worden gehouden met een algemene bodemingreep van ca. 40 à 60cm diep voor de verhardingen, verleggen fietspad en groenzones, met plaatselijk diepere ingrepen met beperkte oppervlakte voor nutsleidingen en puntfunderingen voor het pompeneiland en de prijzentotem, en dus ook voor de 2 ondergrondse opslagtanks. Al deze werken beperken zich tot de westelijke zone, het overige deel van het plangebied blijft ongewijzigd. 2020-160 36 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

Op basis van het bureauonderzoek kan niet met zekerheid worden vastgesteld of er al dan niet een archeologische site aanwezig is op het plangebied. Bij de afweging voor de noodzaak voor verder vooronderzoek in het kader van de geplande werken, dienen bijkomend volgende zaken in acht worden genomen:

- De werkzone is 1863m² groot. Hiervan is zeker al 175m² diepgaand verstoord door de aanleg van de kelder onder de woning. - De vervuiling die bij de boringen werd aangetroffen, zal resulteren in een sanering van een deelzone (oppervlakte vooralsnog onbepaald) voorafgaand de werken. Wegens de navenante gezondheidsrisico’s is een voorafgaand archeologisch onderzoek op deze deelzone niet aan de orde. - De diverse gebouwen en verhardingen die sinds eerst helft 19de eeuw op het terrein aanwezig waren, zullen voor een bepaalde vorm van bodemverstoring gezorgd.

Als deze zaken worden afgewogen tegenover de impact van de geplande werken op de bodem, dan lijkt een verder vooronderzoek op deze locatie niet aangewezen. De diepste ingrepen, zijnde de uitgravingen voor de ondergrondse opslagtanks, bevinden zich min of meer op de plek waar de sanering zal moeten gebeuren. Door de sanering en de aanwezige kelder onder de woning verkleint de voor onderzoek beschikbaar zone vermoedelijk naar minder dan 1500m². In deze relatief kleine onderzoekszone zijn in het verleden reeds diverse bodemingrepen gebeurd, waardoor de kans op verstoring van eventueel aanwezige archeologische sporen en sites groot is. Bovendien bestaat het merendeel van de geplande werken uit omgevingsaanleg (verharding, groenzones), waarvan de impact niet groter/dieper zal zijn dan de bodemingrepen die hier in het verleden reeds hebben plaatsgevonden. De kans op relevante kennisvermeerdering bij een verder vooronderzoek van een plangebied van eerder beperkte omvang en met reeds een verstoringshistoriek - in een archeologische omgeving die gekenmerkt wordt door landelijke, verspreide bewoning in de Romeinse tijd en de middeleeuwen – is gering. Omwille van bovenstaande redenen wordt dan ook geen verder vooronderzoek geadviseerd.

2020-160 37 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

5. Bibliografie

• http://ccff02.minfin.fgov.be/cadgisweb/ • http://www.cartesius.be/CartesiusPortal/ • http://www.geopunt.be/kaart • http://www.ngi.be/topomapviewer/ • https://cai.onroerenderfgoed.be/ • https://inventaris.onroerenderfgoed.be • https://www.google.com/maps

2020-160 38 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

6. Bijlages

• Figurenlijst

Figuur 1 Zicht op het plangebied op de luchtfoto van 2018 (bron: geopunt.be). De geplande werken vinden plaats ten westen van de blauwe lijn, ten oosten zijn er geen werken...... 8 Figuur 2 Uittreksel uit het plan bestaande toestand (bron: initiatiefnemer)...... 8 Figuur 3 Beeld op het plangebied vanaf het noordwesten (bron: https://www.google.com/maps). .... 9 Figuur 4 Geplande werken geprojecteerd op het kadasterplan (bron: geopunt.be en initiatiefnemer)...... 11 Figuur 5 Plan milieutechnische boringen (bron: initiatiefnemer)...... 11 Figuur 6 Uitsnede uit het ontwerpplan (bron: initiatiefnemer)...... 12 Figuur 7 Zicht op de topografische kaart met aanduiding van het plangebied (bron: NGI)...... 13 Figuur 8 Detailopname van de topografische kaart met aanduiding van het plangebied (bron: NGI). 14 Figuur 9 Zicht op het kadasterplan met aanduiding van het plangebied (bron: geopunt.be)...... 14 Figuur 10 Zicht op de bodemgebruikskaart met aanduiding van het plangebied (bron: geopunt.be). 15 Figuur 11 Zicht op het Digitaal Hoogtemodel ter hoogte van het plangebied (bron: geopunt.be)...... 16 Figuur 12 Zicht op het Digitaal Hoogtemodel, op siteniveau (bron: geopunt.be)...... 16 Figuur 13 Zicht op de potentiële bodemerosiekaart ter hoogte van het plangebied (bron: geopunt.be)...... 17 Figuur 14 Zicht op de bodemkaart ter hoogte van het plangebied (bron: DOV)...... 18 Figuur 15 Uitsnede uit de Tertiair Geologische Kaart ter hoogte van het plangebied (bron: geopunt.be)...... 19 Figuur 16 Uitsnede uit de Quartair Geologische Kaart ter hoogte van het plangebied (bron: geopunt.be)...... 19 Figuur 17 Uitleg bij de Quartair Geologische Kaart: type 2 (bron: geopunt.be)...... 20 Figuur 18 Uitsnede uit de Ferrariskaart met aanduiding van het plangebied (bron: geopunt.be). De projectie van het terrein moet iets naar het westen opschuiven...... 22 Figuur 19 Uitsnede uit de Atlas der Buurtwegen met aanduiding van het plangebied (bron: geopunt.be)...... 23 Figuur 20 Uitsnede uit de kaart van Vandermaelen met aanduiding van het plangebied (bron: geopunt.be)...... 23 Figuur 21 Uitsnede uit de Poppkaart met aanduiding van het plangebied (bron: geopunt.be)...... 24 Figuur 22 Uitsnede uit de topografische kaart van 1861 met aanduiding van het plangebied (bron: cartesius.be en NGI)...... 24 Figuur 23 Uitsnede uit de topografische kaart van 1883 met aanduiding van het plangebied (bron: cartesius.be en NGI)...... 25 Figuur 24 Uitsnede uit de topografische kaart van 1911 met aanduiding van het plangebied (bron: cartesius.be en NGI)...... 25 Figuur 25 Uitsnede uit de topografische kaart van 1966 met aanduiding van het plangebied (bron: cartesius.be en NGI)...... 26 Figuur 26 Zicht op het plangebied op de luchtfoto van 1971 (bron: geopunt.be)...... 26 Figuur 27 Zicht op het plangebied op de luchtfoto van 1979-1990 (bron: geopunt.be)...... 27 Figuur 28 Zicht op het plangebied op de luchtfoto van 2000-2003 (bron: geopunt.be)...... 27 2020-160 39 Archeologienota Hooglede Bruggesteenweg 289

Figuur 29 Uitsnede uit de Centrale Archeologische Inventaris (CAI) ter hoogte van het plangebied (bron: geopunt.be en CAI)...... 29

Bijlagen: Plan bestaande toestand, ontwerpplannen (bron: initiatiefnemer).