DOCSLIB.ORG

Het Binnenste Buiten Liber Amicorum Ter Gelegenheid Van Het Emeritaat

Total Page：16

File Type：pdf, Size：1020Kb

Download full-text PDF Read full-text
Het Binnenste Buiten Liber Amicorum Ter Gelegenheid Van Het Emeritaat Het binnenste buiten. Liber amicorum ter gelegenheid van het emeritaat van prof. dr. Aernout H.J. Schmidt, hoogleraar Recht en Informatica te Leiden Mommers, L.; Franken, H.; Herik, H.J. van den; Klaauw-Koops, F.A.M. van der; Zwenne, G.J. Citation Mommers, L., Franken, H., Herik, H. J. van den, Klaauw-Koops, F. A. M. van der, & Zwenne, G. J. (2010). Het binnenste buiten. Liber amicorum ter gelegenheid van het emeritaat van prof. dr. Aernout H.J. Schmidt, hoogleraar Recht en Informatica te Leiden. Leiden: eLaw@Leiden. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/15206 Version: Not Applicable (or Unknown) License: Leiden University Non-exclusive license Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/15206 Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable). Het binnenste buiten Liber amicorum ter gelegenheid van het emeritaat van prof. dr. Aernout H.J. Schmidt, hoogleraar Recht en Informatica te Leiden HHet_binnenste_buiten_def.inddet_binnenste_buiten_def.indd 1 224-02-20104-02-2010 17:26:1717:26:17 HHet_binnenste_buiten_def.inddet_binnenste_buiten_def.indd 2 224-02-20104-02-2010 17:26:1817:26:18 Het binnenste buiten Liber amicorum ter gelegenheid van het emiritaat van prof. dr. Aernout H.J. Schmidt, hoogleraar Recht en Informatica te Leiden Redactie: Laurens Mommers Hans Franken Jaap van den Herik Franke van der Klaauw Gerrit-Jan Zwenne HHet_binnenste_buiten_def.inddet_binnenste_buiten_def.indd 3 224-02-20104-02-2010 17:26:1817:26:18 Lay-out: AlphaZet prepress, Waddinxveen © 2010, eLaw@Leiden en de auteurs ISBN-978 90-815196-1-8 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opna- men of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs. Voorzover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compila- tiewerken (art. 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publi- catie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the authors. HHet_binnenste_buiten_def.inddet_binnenste_buiten_def.indd 4 224-02-20104-02-2010 17:26:1817:26:18 Foto: Edwin Walvisch portfolio: www.walvisch.nl HHet_binnenste_buiten_def.inddet_binnenste_buiten_def.indd 5 224-02-20104-02-2010 17:26:1817:26:18 HHet_binnenste_buiten_def.inddet_binnenste_buiten_def.indd 6 224-02-20104-02-2010 17:26:1817:26:18 Inhoudsopgave Voorwoord 9 Deel I – Grensgevallen 13 Paul Cliteur,Why I had not read Karen Armstrong (but I have now) 15 Wilfred Dolfsma, Government Failure – 4 types 27 Richard Gill, Lies, damned lies, and legal truths 39 Radim Polčák, Quem ad Finem: To the Limits of Modernity 51 Krzysztof Siewicz, Free Software and the Law 65 Deel II – Informatierecht 77 Marga Groothuis, Informatievrijheid en digitalisering 79 Wouter Hins, Publieke media op internet: zorgplicht en concurrentievervalsing 93 Cyril van der Net, De nabuurrechtelijke aanspraak op een billijke vergoeding voor privé-kopiëren naar internationaal recht 109 Leonie Siemerink, File sharing bedreigt handhaving auteursrecht 123 Deel III – Methode 135 Annemarie Beunen, De geesteswetenschappen, rechtsgeleerdheid en kunstgeschiedenis vergeleken 137 Rob van Esch, Schijn verdwijnt waar ICT verschijnt 153 Jaap Hage, Heeft ICT-recht een eigen methode? 163 Jaap van den Herik, Van registratie naar verwerking 179 Gerben Wierda, Limits and Dimensions 189 Deel IV – Praktijk 203 Martin Apistola, Towards a Preliminary Knowledge Management Reasoning System to Improve Consistency of Sentencing 205 Hans Fokker, E-discovery 221 Ronald van den Hoogen, E-Justice: nieuwe kansen voor onderzoek naar ICT en recht 233 Wim Voermans, Computers kunnen er niks van! 243 Deel V – Privacy 253 John Borking, Assessing investments mitigating privacy risks 255 Mireille Hildebrandt, Recht en markt: met falen en opstaan 275 Corien Prins, Digital Diversity: Protecting Identities Instead of Individual Data 291 Bart Schermer, Privacy and Singularity: little ground for optimism? 305 Gerrit-Jan Zwenne, Over persoonsgegevens en IP-adressen, en de toekomst van privacywetgeving 321 HHet_binnenste_buiten_def.inddet_binnenste_buiten_def.indd 7 224-02-20104-02-2010 17:26:1917:26:19 8 Inhoudsopgave Deel VI – Transparantie 343 Dariusz Adamski, Change We Can Believe In or Politics As Usual? 345 Hans Franken, Is het elektronisch patiëntendossier een bedreiging voor de rechtsstaat? 367 Laurens Mommers, Toegang tot juridische informatie als grondrecht 375 Ignace Snellen, Towards transparency as a basic human right 389 Kees Stuurman, Public access to standards: some fundamental issues and recent developments 405 verschenen in de meijers-reeks 416 HHet_binnenste_buiten_def.inddet_binnenste_buiten_def.indd 8 224-02-20104-02-2010 17:26:1917:26:19 Voorwoord Dit vriendenboek bevat bijdragen van een groot aantal personen met wie Aernout Schmidt in de loop van zijn carrière aan de Universiteit Leiden heeft samengewerkt. Daaronder is ook een flink aantal doctores die hun bul mede kregen uitgereikt dankzij de begeleiding van Aernout. Omdat Aernout nooit voor één gat te vangen is geweest, komt de diversiteit van zijn interesses én van zijn vriendenkring tot uiting in de reikwijdte van de bijdragen. Bij het classificeren van de bijdragen kwamen we niet verder dan een Wittgensteiniaanse familiegelijkenis: die van het belang het binnenste te ken- nen en naar buiten te brengen. Het binnenste van de techniek, door Aernout immer met gezond wantrouwen en grote nieuwsgierigheid benaderd. Maar ook het binnenste van de mens, door hem niet altijd begrepen, maar door- gaans ‘at face value’ geaccepteerd. Aernout heeft verschillende ‘helden’ gekend, althans dat veronderstel- len wij aan de hand van de boeken die hij ooit las, citeerde en bediscussieer- de. Van Hofstadter en Geertz tot Fuller en Lessig, hij stopt nooit bij de gren- zen van het recht, vermoedelijk omdat die niet bestaan. Zijn missie lijkt te hebben bestaan uit het ‘injecteren’ van belangrijke wetenschappelijke denk- beelden in een discipline waar vaak dranghekken worden geplaatst om het positieve recht. Ver voordat in brede kring het vooruitgangsgeloof in kunstmatige intel- ligentie gematigd werd, verliet Aernout het pad van de ‘harde’ rechtsinfor- matica om het in te ruilen voor datgene waarin de potentiële vooruitgang enorm zou zijn: toepassing van ICT in de juridische beroepen. En toen het adagium ‘Wat off-line geldt dient ook on-line te gelden’ in brede kring nog voor zoete koek werd geslikt, stond Aernout daar al buitengewoon kritisch tegenover. Het zal de lezer dan ook niet verbazen dat de bijdragen aan dit boek zich niet licht laten vangen in geheide thema’s. Des te toepasselijker is dan ook het feit dat Aernout hartelijk (om niet te zeggen: bulderend) kan lachen om een indeling van dieren uit een boek van de schrijver Borges: dieren die eigendom zijn van de keizer, zwerfhonden, dieren die in deze indeling voor- komen, die juist een kruik gebroken hebben, en die uit de verte op vliegen lijken.1 1 De complete indeling bestaat uit dieren “a) die de Keizer toebehoren, b) gebalsemde, c) tamme, d) speenvarkens, e) sirenen, f) fabeldieren, g) loslopende honden, h) die in deze indeling voorkomen, i) die in het rond slaan als gekken, j) ontelbare, k) die met een fi jn, kameelharen penseeltje getekend zijn, l) et caetera, m) die juist een kruik gebroken hebben, n) die uit de verte op vliegen lijken”, J.L. Borges, Otras inquisiciones (1937-1952), Buenos Aires, Sur, 1952. HHet_binnenste_buiten_def.inddet_binnenste_buiten_def.indd 9 224-02-20104-02-2010 17:26:1917:26:19 10 Voorwoord Het lichte onbehagen dat deze absurdistische typologie oproept, nam ook van ons bezit bij pogingen om de bijdragen aan het boek in thema’s in te delen. We willen daarom graag benadrukken dat die thema’s eigenlijk voor- namelijk dienen om de suggestie te wekken dat wij greep hadden op de inhoud van het boek. Anders dan nieuwe media bieden boeken niet echt de mogelijkheid om één bijdrage in meerdere thema’s in te delen, iets wat juist in dit geval van bijzonder nut was geweest. Stoort u zich dan ook vooral niet aan de thema’s grensgevallen, informa- tierecht, methode, praktijk, privacy, transparantie, want zij betekenen in het geheel niets. Zij zijn vooral een manier om – zoals het hoort – dit boek netjes in stukken op te delen. In het deel Grensgevallen zijn bijdragen te vinden over de werken van Karen Armstrong (Cliteur, Why I had not read Karen Armstrong (but I have now)), overheidsfalen als variant op marktfalen (Dolfsma, Government Fai- lure – 4 types), rechters en (gebrek aan) kennis van statistiek (Gill, Lies, dam- ned lies, and legal truths), het intellectuele modernisme in het Wenen van begin 20e eeuw (Polčák, Quem ad Finem: To the Limits of Modernity), en wetgeving concipiëren conform het model van open-source software (Sie- wicz, Free Software and the Law; on collaborative law-making and adjudica- tion). In het deel Informatierecht zijn bijdragen
Load more

Recommended publications
  • Rembrandt in Southern California Exhibition Guide
    An online exhibition exploring paintings by Rembrandt in Southern California. A collaboration between The Exhibition Rembrandt in Southern California is a virtual exhibition of paintings by Rembrandt Harmensz. van Rijn (Dutch, 1606–1669) on view in Southern California museums. This collaborative presentation offers a unique guide to exploring these significant holdings and provides information, suggested connections, and points of comparison for each work. Southern California is home to the third-largest assemblage of Rembrandt paintings in the United States, with notable strength in works from the artist’s dynamic early career in Leiden and Amsterdam. Beginning with J. Paul Getty’s enthusiastic 1938 purchase of Portrait of Marten Looten (given to LACMA in 1953; no. 9 in the Virtual Exhibition), the paintings have been collected over 80 years and are today housed in five museums, four of which were forged from private collections: the Hammer Museum, the J. Paul Getty Museum, and the Los Angeles County Museum of Art (LACMA) in Los Angeles; the Norton Simon Museum in Pasadena; and the Timken Museum of Art in San Diego. In addition, Rembrandt in Southern California provides insight into the rich holdings of etchings and drawings on paper by the master in museums throughout the region. Together, Southern California’s drawn, etched and painted works attest to the remarkable range of Rembrandt’s achievement across his long career. Self-Portrait (detail), about 1636–38. Oil on panel, 24 7/8 x 19 7/8 in. (63.2 x 50.5 cm). The Norton Simon Foundation, Pasadena, F.1969.18.P 1 NO.
    [Show full text]
  • Rembrandt Remembers – 80 Years of Small Town Life
    Rembrandt School Song Purple and white, we’re fighting for you, We’ll fight for all things that you can do, Basketball, baseball, any old game, We’ll stand beside you just the same, And when our colors go by We’ll shout for you, Rembrandt High And we'll stand and cheer and shout We’re loyal to Rembrandt High, Rah! Rah! Rah! School colors: Purple and White Nickname: Raiders and Raiderettes Rembrandt Remembers: 80 Years of Small-Town Life Compiled and Edited by Helene Ducas Viall and Betty Foval Hoskins Des Moines, Iowa and Harrisonburg, Virginia Copyright © 2002 by Helene Ducas Viall and Betty Foval Hoskins All rights reserved. iii Table of Contents I. Introduction . v Notes on Editing . vi Acknowledgements . vi II. Graduates 1920s: Clifford Green (p. 1), Hilda Hegna Odor (p. 2), Catherine Grigsby Kestel (p. 4), Genevieve Rystad Boese (p. 5), Waldo Pingel (p. 6) 1930s: Orva Kaasa Goodman (p. 8), Alvin Mosbo (p. 9), Marjorie Whitaker Pritchard (p. 11), Nancy Bork Lind (p. 12), Rosella Kidman Avansino (p. 13), Clayton Olson (p. 14), Agnes Rystad Enderson (p. 16), Alice Haroldson Halverson (p. 16), Evelyn Junkermeier Benna (p. 18), Edith Grodahl Bates (p. 24), Agnes Lerud Peteler (p. 26), Arlene Burwell Cannoy (p. 28 ), Catherine Pingel Sokol (p. 29), Loren Green (p. 30), Phyllis Johnson Gring (p. 34), Ken Hadenfeldt (p. 35), Lloyd Pressel (p. 38), Harry Edwall (p. 40), Lois Ann Johnson Mathison (p. 42), Marv Erichsen (p. 43), Ruth Hill Shankel (p. 45), Wes Wallace (p. 46) 1940s: Clement Kevane (p. 48), Delores Lady Risvold (p.
    [Show full text]
  • News from the Getty
    NEWS FROM THE GETTY news.getty.edu | [email protected] DATE: October 29, 2013 MEDIA CONTACT FOR IMMEDIATE RELEASE Amy Hood Getty Communications (310) 440-6427 [email protected] GETTY MUSEUM’S NEWLY ACQUIRED REMBRANDT LAUGHING IS NOW ON VIEW Rembrandt Laughing, about 1628, by Rembrandt Harmensz. van Rijn At the J. Paul Getty Museum, Getty Center LOS ANGELES—The J. Paul Getty Museum’s new acquisition Rembrandt Laughing, about 1628, a recently rediscovered self-portrait by one of the most celebrated painters in history, Rembrandt, will be on view at the Museum beginning Tuesday, October 29, 2013. “The Getty Museum possesses the most significant collection of early Rembrandts in the United States, and if you had asked what addition would best cap it off, the answer would have been a self-portrait, which many regard as his greatest and most sustained achievement. But the chances of finding such a work seemed negligible—until the rediscovery of this painting in 2007. It is unquestionably one of the most Rembrandt Laughing, about 1628. Rembrandt Harmensz. remarkable works of art to become available in van Rijn (Dutch, 1606–1669). Oil on copper. 8 3/4 x 6 5/8 in. J. Paul Getty Museum, Los Angeles. recent memory,” said Timothy Potts, director of the J. Paul Getty Museum. Rembrandt Laughing, about 1628, by Rembrandt Harmensz. van Rijn (Dutch, 1606– 1669) is an early self-portrait, depicting the artist—who would have been about 22—dressed as a soldier, in deep violet and brown clothes and sporting a gleaming steel gorget. The young man leans back, smiles broadly and catches the viewer’s eye.
    [Show full text]
  • Measure for Measure Directed by Amanda Kellock
    The Conseil des arts de Montréal en tournée and Repercussion Theatre present Shakespeare-in-the-Park 2019 Measure for Measure Directed by Amanda Kellock “Some rise by sin, and some by virtue fall.” − Escalus, Measure for Measure Set Design Amy KEITH ▪ Costume Design Diana URIBE ▪ Lighting Design/Tour Manager Adam WALTERS Sound Design Evan STEPANIAN ▪ Movement Coach holly GRECO ▪ Shakespeare Coach Bryan DOUBT Assistant Director Rebecca GIBIAN ▪ Stage Manager Danielle LAURIN With Trevor BARRETTE ▪ Samantha BITONTI Alex GOLDRICH ▪ Colin HEATH ▪ Matthew KABWE Qianna MACGILCHRIST ▪ Anton MAY ▪ Gabriella PETROV ▪ Anne-Marie SAHEB ▪ Nadia VERRUCCI Montreal, May 30, 2019 – For the first time in its 31-year history, Repercussion Theatre is presenting William Shakespeare’s Measure for Measure for its summer tour of Shakespeare-in-the-Park. In collaboration with the CAM en tournée, visiting Montreal and surrounding area parks from July 11 to August 11, 2019. Also a first is that the text which, for the past 3 years has been translated into French and accessible on smartphones for Francophone fans of the Bard, is now available in English as well, enabling Anglophone audiences to follow the artful language, courtesy of Plank Design. “O, what may man within him hide, Though Angel on the outward side…” - Duke Vincentio, Measure for Measure Samantha Bitonti (Isabella). Photo by Valerie Baron. Measure for Measure is one of Shakespeare’s later plays, written at the start of the reign of King James, and around the same year that said monarch began work on his version of the Bible. In the play, the Duke of Vienna, concerned by his city’s moral depravity, puts his sternest deputy, Lord Angelo, in charge.
    [Show full text]
  • Rembrandt's Cologne Self-Portrait, Or The
    Cahiers d’études italiennes 18 | 2014 Novecento… e dintorni Da Torino a Parigi: Laura Malvano storica e critica d’arte The Golden Chain: Rembrandt’s Cologne Self- Portrait, or The Tragicomic Excellence of Painting La Chaîne en or : l’Autoportrait de Rembrandt au Musée de Cologne, ou l’excellence tragicomique de la peinture La Catenella d’oro: l’Autoritratto di Rembrandt al Museo di Colonia ovvero la tragicomica eccellenza della pittura Lorenzo Pericolo Electronic version URL: http://journals.openedition.org/cei/1731 DOI: 10.4000/cei.1731 ISSN: 2260-779X Publisher UGA Éditions/Université Grenoble Alpes Printed version Date of publication: 30 March 2014 Number of pages: 131-147 ISBN: 978-2-84310-268-4 ISSN: 1770-9571 ELECTRONIC REFERENCE Lorenzo Pericolo, “The Golden Chain: Rembrandt’s Cologne Self-Portrait, or The Tragicomic Excellence of Painting”, Cahiers d’études italiennes [Online], 18 | 2014, Online since 30 September 2015, connection on 26 March 2021. URL: http:// journals.openedition.org/cei/1731 ; DOI: https://doi.org/10.4000/cei.1731 © ELLUG 2 THE GoldEN CHAIN: REMBRANDT’S COLOGNE Self-Portrait, OR THE TrAGicomic EXCEllENCE OF PAINTING * Lorenzo Pericolo “Were Democritus still on earth, he would laugh; whether it were some hybrid monster—a panther crossed with a camel—or a white elephant that drew the eyes of the crowd—he would gaze more intently on the people than on the play itself, as giving him more by far worth looking at. But for the authors—he would suppose that they were telling their tale to a deaf ass.” 1 The Laughing Painter Scholars now tend to agree that in the Self-Portrait at the Wallraf-Richartz Museum 2 (Cologne, 1660s) Rembrandt depicted himself as Zeuxis, the * This essay is dedicated to an exceptional woman, Laura Malvano, with whom I had the privilege to work, and from whom I benefitted enormously.
    [Show full text]
  • Chapman CV 2020
    H. PERRY CHAPMAN Department of Art History tel (302) 831-2243 University of Delaware dept (302) 831-8415 318 Old College [email protected] Newark, DE 19716 EDUCATION Princeton University, M.F.A., 1978; Ph.D., 1983. Dissertation: “The Image of the Artist: Roles and Guises in Rembrandt's Self-Portraits.” (advisers: John Rupert Martin and Egbert Haverkamp- Begemann) Swarthmore College, B.A., High Honors, Phi Beta Kappa, 1975. APPOINTMENTS University of Delaware, Department of Art History, Instructor, 1982-83; Assistant Professor, 1983-89; Associate Professor, 1989-97; Professor, 1997-; Interim Chair, 2014-15. Institute of Fine Arts, New York University, Lecturer, Spring 2010. The Art Bulletin, Editor Designate, 1999-2000; Editor-in-Chief, 2000-2004. The American University, Department of Art History, Professorial Lecturer, Spring 1982. Swarthmore College, Art Department, Instructor, Spring 1981. CURATORIAL EXPERIENCE Denver Art Museum and The Newark Museum, Consultant for exhibition Art & Home: Dutch Interiors in the Age of Rembrandt, held in 2001-2002. The National Gallery of Art, Washington, DC, Guest Co-Curator for exhibition Jan Steen: Painter and Storyteller, held at the National Gallery and the Rijksmuseum, Amsterdam, in 1996-1997. FELLOWSHIPS, GRANTS AND AWARDS University of Delaware, Institute for Global Studies, International Travel Award, 2014. Summer Teachers Institute in Technical Art History (STITAH) 2012, Yale University, July 2012 (funded by the Samuel H. Kress Foundation), participant. University of Delaware, General University Research Grant, 2012. John Simon Guggenheim Foundation Fellow, 2004 (held in 2006). Center for Advanced Study in the Visual Arts, Samuel H. Kress Senior Fellow, 2004-2005. National Endowment for the Humanities, Fellowship for University Teachers, 1993-1994.
    [Show full text]
  • Rembrandt's Laughter and the Love of Art*
    REMBRANDT’S LAUGHTER AND THE LOVE OF ART* H. Perry Chapman From the beginning of his career to the end, Rembrandt advertised his ability to represent not just emotions but also more enduring inner states or character traits through expressive self-portraits. This essay argues that through laughter, an unusual expression in a self-portrait, Rembrandt claimed to be an impassioned representer of the passions. To this end, it examines some of his earliest painted and etched self-portraits, his Self-Portrait with Saskia of about 1636, in Dresden, and the late Self-Portrait, in Cologne, all of which feature Rembrandt’s laughing face. It concludes that Rembrandt’s laughter also displays his delight in his mastery of the emotions. DOI: 10.18277/makf.2015.06 embrandt’s early supporters and critics lauded him for his naturalistic rendering of the emotions, which they- called the affecten (passions or motions of the mind). In 1718, in the first extensive biography of Rembrandt, Arnold Houbraken criticized Rembrandt as a breaker of rules, both artistic and social, yet the only work of Rart that Houbraken chose to reproduce in his entire three-volume book of biographies was a drawing of the Supper at Emmaus (fig. 1) that revealed Rembrandt’s “close observation of the various emotions.”1 Rembrandt’s former pupil Samuel van Hoogstraten, writing in 1672, characterized Rembrandt as a master at representing the “movements of the soul.”2 Even before Rembrandt had left Leiden, his earliest champion, Constantijn Huygens, secretary to Stadtholder Frederik Hendrik, had predicted that Rembrandt would be unsurpassed in rendering emotions.
    [Show full text]
  • The Complete Work of Rembrandt
    THIS EDITION IS LIMITED TO seventy-five copies on Japan paper (Edition de luxe) numbered i to j5 AND five hundred copies on Holland paper numbered 76 to 676 COPY N" 95 ALL RIGHTS RESERVED THE COMPLETE WORK OF R E M B R A N D T HISTORY, DESCRIPTION AND HELIOGRAPHIC REPRODUCTION OF ALL THE MASTER'S PICTURES WITH A STUDY OF HIS LIFE AND HIS ART THE TEXT BY WILHELM BODE DIRECTOR OF THE ROYAL GALLERY, RERLIN ASSISTED BY C. HOFSTEDE DE GROOT LATE DIRECTOR OF THE PRINT ROOM, AMSTERDAM MUSEUM FROM THE GERMAN BY FLORENCE SIMMONDS SEVENTH VOLUME CHARLES SEDELMEYER, PUBLISHER 6, RlIE DE LA ROCHEFOUCAULD, 6 1902 NC> XXII PORTRAITS AND STUDIES PAINTED DURING THE LAST YEARS OF THE MASTER 1601 TO 1669 Mntit wDT s bankruptcy, I be X v; loss ol bis home, tile dispersal of bis posses- s ' ons Ois art treasures, ’ and even of bis studies by a forced sale had been 'jjf l a terrible blow for the artist, one to which many a genius even of the more vigorous order would have succumbed. Rembrandt’s art and bis activity were in ^ no wise affected thereby, although the embarassments arising out ol these calamities extended over many years, making heavy ! demands on bis time and patience, and necessarily inducing a certain melancholy ol mood. These years of depression were followed by a period of keener suffering; misfortune and distress pursued the master to bis grave. Rembrandt’s bankruptcy bad not set him free from bis creditors. All be earned belonged to them; they laid claim to everything be painted, and pressed new loans upon him on conditions ever more and more merciless.
    [Show full text]
  • Tables and Indexes Bibliography Corpus VI
    Tables and Indexes Bibliography Corpus VI Adams 1998 Baraude 1933 A.J. Adams (ed.), Rembrandt’s Bathsheba Reading King David’s Letter, H. Baraude, Lopez: agent financier et confident de Richelieu, Paris 1933. Cambridge 1998. Bartsch Amsterdam 1956 A. Bartsch, Catalogue raisonné de toutes les estampes qui forment l’oeuvre de A. van Schendel et al., Rembrandt – tentoonstelling ter herdenking van de Rembrandt, et ceux de ses principaux imitateurs, 2 volumes, Vienna 1797. geboorte van Rembrandt op 15 juli 1606: schilderijen, exhib. cat. Amster- dam (Rijksmuseum) 1956. Bascom 1991 P. Bascom, Rembrandt by himselff, exhib. cat. Glasgow (Glasgow Museums Amsterdam 1991 and Art Galleries) 1991. C. Tümpel et al., Het Oude Testament in de Schilderkunst van de Gouden Eeuw, exhib. cat. Amsterdam (Joods Historisch Museum) 1991. Bauch K. Bauch, Rembrandt: Gemälde, Berlin 1966. Amsterdam 1998 B. van den Boogert et al., Buiten tekenen in Rembrandts tijdd, exhib. cat. Bauch 1933 Amsterdam (Museum Het Rembrandthuis) 1998. K. Bauch, Die Kunst des jungen Rembrandt, Heidelberg 1933. Amsterdam/Groningen 1983 Bauch 1960 A. Blankert et al., The Impact of a Genius. Rembrandt, his Pupils and Fol- K. Bauch, Der frühe Rembrandt und seine Zeit: Studien zur geschichtlichen lowers in the Seventeenth Century, exhib. cat. Amsterdam (Waterman Bedeutung seines Frühstils, Berlin 1960. Gallery) – Groningen (Groninger Museum) 1983. Bauch 1962a Art and Autoradiography K. Bauch, ‘Rembrandts Christus am Kreuz’, Pantheonn 20 (1962), M.W. Ainsworth et al., Art and Autoradiography: Insights into the Genesis of pp. 137-144. Paintings by Rembrandt, Van Dyck, and Vermeer, New York (The Metro- politan Museum of Art) 1982. Bauch 1962b K.
    [Show full text]
  • Dualism and the Critical Languages of Portraiture Evripidis Altintzoglou
    Dualism and the Critical Languages of Portraiture Evripidis Altintzoglou MA, BA (HONS) A thesis submitted in partial fulfilment of the requirements of the University of Wolverhampton for the degree of Doctor in Philosophy September 2010 This work or any part thereof has not previously been presented in any form to the University or to any other body whether for the purposes of assessment, publication or for any other purpose (unless otherwise indicated). Save for any express acknowledgements, references and/or bibliographies cited in the work, I confirm that the intellectual content of the work is the result of my own efforts and of no other person. The right of Evripidis Altintzoglou to be identified as author of the work is asserted in accordance with ss.77 and 78 of the Copyright, Designs and Patents Act 1988. At this date copyright is owned by the author. Signature ………………………………………….. Date ………………………………………………… 1 Abstract This thesis analyzes the philosophical origins of dualism in Western culture in the Classical period in order to examine dualist modes of representation in the history of Western portraiture. Dualism – or the separation of soul and body – takes the form in portraiture of the representation of the head or head and shoulders at the expense of the body, and since its emergence in Classical Greece, has been the major influence on portraiture. In this respect the modern portrait’s commonplace attention to the face rests on the dualist notion that the soul, and therefore the individuality of the subject, rests in the head. Art historical literature on portraiture, however, fails to address the pictorial, cultural and theoretical complications arising from various forms of dualism and their different artistic methodologies, such as that of the physiognomy (the definition of personality through facial characteristics) in the 19th century.
    [Show full text]
  • IS THIS Painting by REMBRANDT? at an IFAR Evening, the Chairman of the Rembrandt Research Project Says “YES”
    International Foundation For Art Research (IFAR) www.ifar.org This article may not be published or printed elsewhere without the express permission of IFAR n EWS & U P DAT E S IS ThIS Painting By REmBRAnDT? AT An IFAR EvEnIng, ThE ChairmAn of ThE REmbrandt Research Project SAyS “yES” It has hardly ever been on view cautious response it became clear since entering the Metropolitan that the world of Rembrandt attri- Museum’s collection, and the butions — or reattributions in this Rembrandt Research Project (the case — is not so simple. RRP) downgraded the work in 1 5 1982 as “an imitation,” but at an The little portrait (8 /8 x 6 ½ IFAR Evening in March devoted inches) on oak panel was to the RRP, the current — and bequeathed to the museum by an very influential — RRP Chair- American collector in 1952 and man, Ernst van de Wetering, accessioned the following year. declared the Met’s small Portrait of It has a distinguished although Rembrandt as a Young Man (FIg. 1) not very old pedigree. Its first to be, in fact, a Rembrandt.2 confirmed recording is in the collection of King Leopold II of Turning to the Met’s Curator Belgium (d.1909),3 and it was later of European Paintings, Walter owned by financier J.P.Morgan. Liedtke, sitting in the audience, But it was on stylistic grounds, and apologizing for not having and not lack of early provenance, FIgure 1. (Self) Portrait of Rembrandt as a 5 Young Man. Oil on oak panel, 8 ⁄8 x 6 ½ in.
    [Show full text]
  • Rembrandt Hermanszoon Van Rijn (Rhem-Brant Herman-Zon Van Rhine)
    Baroque Artist: Rembrandt van Rijn (1609- 1669) 17th cen. Netherlands Rembrandt Hermanszoon Van Rijn (Rhem-brant Herman-zon van Rhine) Dutch “Golden Age” Artist Baroque Period B: 15 July, 1606, Leiden, Holland, Netherlands D: 4 October, 1669, Amsterdam, Holland, Netherlands Rembrandt was one of the youngest of nine children. His father, Herman, was a miller (someone who grinds things for a living) and his mother, Neeltje, was a baker’s daughter. The family were well-off enough they could afford to send their children to school. As a child, Rembrandt and has family attended Pieterskierk (St. Peter’s Church), the same church the English Pilgrim Separatists worshipped in while they stayed in Leiden. Rembrandt’s family probably knew several Englishmen who later settled Plymouth Rock in 1620. Rembrandt learned drawing as part of his classical education in Leiden’s Latin school, where all classes and tests were in Latin! After four years there, Rembrandt enrolled in University at Leiden at the age of 14, but chose to apprentice to a painter instead, then opened a studio, quickly becoming popular.1 After a few years, Rembrandt had an opportunity to work at the Dutch court in the Haugue, (which didn’t work out well) and a year after that, he moved to Amsterdam, the largest city in the Netherlands. Initially, he stayed with Heinrich van Ulyenbrugh, his new art dealer, while he looked for lodgings and studio space. Heinrich’s cousin, Saskia, came to visit, and she and Rembrandt fell in love and married. Rembrandt then bought the large house next door to Heinrich, which is a museum dedicated to Rembrandt today.
    [Show full text]