Vers Pont Du Gard, Ons Dorp
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Vers Pont du Gard, ons dorp Vers Pont du Gard, een groene oase te midden van de droge garrigue, behoudt zijn landelijke karakter dankzij de wijn-, boomgaarden en de tuinen. Vers is bekend om, enerzijds, de kwaliteit van zijn wijn (Coteaux du Pont du Gard) en anderzijds, om de steengroeven die de stenen leverden voor de bouw van het bekende Romeinse Aquaduct de Pont du Gard (geklasseerd als wereld-historich monument). Het dorp heeft veel commerciele activiteiten en ambachten. Vers Pont du Gard heeft een bronze medaille voor de titel : « Dorp, ik hou van jou ». De landelijke gemeente met een toeristisch karakter heeft zich verzoend met zijn noodzakelijke uitbreiding zonder zijn aantrekkelijkheid te verliezen. Vandaag telt de bevolking, die zich nog steeds uitbreidt, 1342 inwoners ; « Les Versois ». Vers Pont du Gard is een Europese gemeente die kulturele banden heeft gelegd met het Italiaanse dorp Santa Vittoria d’Alba en het Zwitserse dorp Palézieux. Vers Pont du Gard, zijn geschiedenis De geschiedenis is samengesteld uit verschillende dorpswerken en getuigenissen van dorpsgenoten. De ontwikkeling van het dorp is gebaseerd op de gevoeligheid en de fantasie van de bewoners. De Pont du Gard sluit bij deze geschiedenis aan. De omgeving van de Pont du Gard blijkt een bevoorrechte regio van de Languedocse préhistorie te zijn. Het water, de groeven, de vlakten, de zandstenen…., alles pleitte voor het verblijf en de doortocht van de mensheid sinds de oudste tijd. In vrijwel alle prehistorische perioden zien we de volgende oorden : • La Salpétrière du pont du Gard, • La Balauzière, • Fontgrasse. De meeste grotten aan de oever van de rivier de Gardon, waren bevolkt door pottenbakkers : zij maakten « la céramique de Fontbouise ». Een recente ontdekking in Vers (Mas des Chèvres) toont ons het bestaan van een ingewikkeld opslagsysteem, waaruit blijkt dat de landbouw goed funktioneerde. Vers Pont du Gard heeft enkele bekende overblijfselen uit de Gallo-Romeinse periode. De naam van het dorp is een erfenis van de oudheid, evenals het aquaduct en de Pont du Gard . In 688 heeft de Hertog d’Aquitaine op de fundering van een Gallo-Romeins huis, een kasteel laten bouwen dat onder bescherming van St Privat (de bisschop van Mende), werd gesteld . In de 11e eeuw bestond het dorp slechts uit een klein klooster en enkele boerderijen. Het geheel werd omgeven door muren. Van de oude vesting is een vierkante toren overgebleven, de huidige « Tour de l’Horloge». 14e eeuw : Na de vernielingen door de tempeliers, werd St Privat als een vorstelijk landgoed verkocht aan een particulier. In 1336 hervormt Armand de Vers, het kapittel van Uzès en in 1384 is Vers een parochie van de deken van Remoulins. 1572 – 1573 : Het dorpsleven wordt geregeld verstoord door bandieten en soldaten. 16e eeuw : In Uzège vindt men veel moerbeibomen en zijderupskwekerijen. Door de snelle industriele ontwikkeling van zijde en kousen, onstaat er, tegen 1730, een nieuw beroep voor veel mensen : wever. p1/6 1789 : De gemeente telt 885 inwoners. Een derde van het grondgebeid is begroeid met groene eiken. Men cultiveert olijven, amandelen, moerbeibomen, graan en druiven. Het Hoge Gerecht , werd uitgevoerd door Madame Drome, opgevolgd door Meneer Ferrand. Vervolgens neemt Meneer de Fournès deel aan de grondwetgevende vergadering, te midden van de edelen van de provincie. 1790 : Vers wordt hoofdplaats van het kanton van Uzès. Deze bestaat uit 2 gemeenten, Collias (in die tijd Montpezat les Uzès of ookwel La Capelle) en Vers. 1791 : Vers telt nog maar 760 inwoners en een pastoor. 1792 : De meeste kastelen van het distrikt Uzès worden vernield. 1793 : Door overstromingen van de rivier de Gardon, zijn de oogsten vernield. De gevolgen zijn armoede, dagvaardingen en het onstaan van bendes in de omgeving. De afgezand van het distirkt Uzège wordt dit jaar in Parijs terechtgesteld. De bevolking, volledig katholiek, telt 872 mensen. De meisjesschool staat onder de directie van de nonnen van St Joseph des Vans. 1939/1945 : In 1942 hebben de Duitsers Vers ingenomen. Zij hebben snel een munitievoorraad opgebouwd Deze reserve genoemd « le depot », was de grootste in de Midi . In augustus 1944 moest deze reserve Vers Pont du Gard en Castillon du Gard volledig vernietigen. We zijn hieraan als door een wonder ontsnapt. De pastoor van Vers, l’abbé Roure, en de inwoners denken dat « la Madone » hun heeft deschermd. Vandaag nog kunnen we resten van deze munitie vinden. Eindelijk luiden alle klokken van Frankrijk het einde van de oorlog. Vers viert feest. De bewoners spannen zich in om gelukkig en tevreden in hun dorp te leven. Vers heeft een gevarieerd erfgoed. Men heeft voor u een rondleiding gemaakt die u alle verborgen schatten van Vers toont. Zo kunt u kennis maken met de monumenten, de paden en wegen et de legenden van het dorp. Vers Pont du Gard, zijn erfgoed « De dorpskern » Vertrekpunt is « La Tour de l’Horloge ». Via de « Rue de la Calade », gaan we naar de schaduwrijke « Place des Platanes » en de grote fontein. De naam Calade komt van « Calado » ; bestrating gemaakt van in tweeën geslagen stenen van de Gardon of de Rhone, die met de vlakke kant naar boven werd gelegd om het lopen te vereenvoudigen.In de 19e eeuw werd de bestrating met veelkleurige mosaïken aangelegd. Deze boden meer weerstand tegen het groeiende weggebruik. We laten « Rue de la Four » die flink stijgt,liggen en nemen het weggetje « la maïre » dat kronkelt tussen de stenen muren tot aan de overweg van Rolan. Aan de rechterkant ligt een kasteel met zijn park. « La Maïre » betekent moeder-beek of bron van een fontein. De afgelopen eeuw werd het water van de fontein gekanaliseerd om de moestuinen te besproeien. De meeste moestuinen zijn nu niet meer gecultiveerd maar dit paadje heeft iets romantisch. De dagen dat het regent kan dit pad echter veranderen in een stroomversnelling. Terug naar het dorp via « La Font d’Isière ». De naam is waarschijnlijk afkomstig van de Egyptische godin Isis, die erg veel van dit gebied hield. In het dorp keren we terug naar « La Tour de l’Horloge » die gebouwd is op een van de twee oude valpoorten van de Middeleeuwse bemuring. We zijn hier in het centrum van Vers. De valpoort komt uit op « Rue le Grand du Bourg » ; in het provencaals « Lou grand-debou » wat betekent : uitgang. p2/6 « De wasplaatsen » Aan het eind van de « Avenue du Grand du bourg », de « Avenue Santa Vittoria » afdalen. Aan uw linkerhand ligt de « Rue Bourg Riant », afkomstig van « Bourrian ». We zijn nu in een woonwijk die in de 15e eeuw, buiten de stadsmuren is ontstaan om runderen bescherming te bieden tegen de warmte en de droogte. De gebouwen werden gebouwd met gewelven in droge steen, ookwel « bori » genoemd. In de oude huizen van de wijk Bourrian vinden we deze gewelven nog. We gaan richting basisschool, naar de wijk Bousigues (braakland). De inwoners gebruikte dit terrein om naar de vlakte te gaan waar men tijm, sarriette en kruiden tegen de schapenkoorts (brucellose) kon vinden. Vlak bij de oude landhuizen vinden we nog natuurlijke platte rotsen waar de boeren de oogst dorsten ; de « lisière ». Gedurende de 2e wereld oorlog werden de graankorrels, na met de dorsvlegel geoost te zijn, in jutte zakken gestopt. De vlakten droegen de naam van een wijk of van een landhuis : « les grandes Aires », « l’Aire du mas des lapins », « l’Aire du Mas de Redon » of « la Sourde ». « La Sourde » ligt aan de « chemin de la Chapelle » en werd gebruikt om tijm te drogen die verkocht werd aan plantenverzamelaars. Het hout van de tijmplanten onderhield het vuur in de fornuizen waarop het eten pruttelde. « De steengroeven » Er zijn acht steengroeven in Vers, waarvan de oudste « Pellier » werd ebruikt door de Romeinen. Van deze steengroeve (30 v Chr.) bestaat nog de ingang. We vinden hier de resten van een weg waarover de karren met stenen naar de Pont du Gard reden. De steen werd en wordt gebruikt voor de woningbouw, kunst en de kastelen in de omgeving. Tegen 1914 valt het gebruik van de steen erg terug. Meneer Pellier, in 1940, onderneemt een poging om de steengroeven nieuw leven in te blazen. Maar pas in 1948 lukt het Pierre Ferrua door modernisering de steengroeven opnieuw te activeren. « De kruisheuvel (wandeling) » p3/6 « De geplante steen» De weg « de la Capelle » brengt ons 2 gehuchten verder naar « La Capelle ». We kunnen op deze weg de afdruk van een hoefijzer vinden. Volgens een legende heeft het paard van de Farao deze afdruk gemaakt toen hij stijgerde uit angst voor wilde zwijnen. We volgen de Romeinse weg, gemaakt met platte stenen en vervolgens kunnen we een stenen kruis op een rots zien dat gericht is naar de vlakten : La croix des Saintes Maries. In de tijd dat de zee nog tot hier kwam, is een roeiboot met nonnen omgeslagen (nu groeien er druiven, kersen- en olijfbomen ). Wat verderop ligt een hoge rots, bedolven onder planten. Op een van deze blokken vinden we een vierkante waterbak met afvoer, waarnaast de naam « Lallov » (beschermer van de reizigers) is gegraveerd. We gaan de heuvel op tot de wegen naar Flaux en Saint Siffret zich splitsen. We vinden hier nu nog alleen jagers. Een eeuw geleden liepen hier nog kuddes rond. Twintig jaar geleden stond hier nog een « Pierre Plantée », een menhir met op zijn top een wiel met 8 stralen, symbool van de zon. Deze geïsoleerde steen , in deze kale omgeving kan een graf zijn dat door zijn vorm de dode beschermde tegen dieren en dieven. De steen werd gestolen in de tijd dat de elektriciteitsmasten werden gebouwd. De steen die u nu ziet, getekend « Pierre Plantée », is een souvenir, gemaakt door een arbeider van de steengroeve. « In de schaduw van de Capitellen » De bouw van de capitelles is recent.