GRP 2019-2022

Gemeente

Verantwoording

Titel GRP 2019-2022 Subtitel Gemeente Leeuwarden Projectnummer 360163 Referentienummer 20181012_GRP Leeuwarden_D3 Revisie D3 Datum 12-10-2018

Auteur(s) Elwin Leusink, Renske ter Horst E-mailadres [email protected]

Gecontroleerd door Ir. Karst Jan van Esch Paraaf gecontroleerd

Goedgekeurd door Aline te Linde Paraaf goedgekeurd

Projectleider gemeente Leeuwarden Richard Cöp

2 (92)

Inhoudsopgave Samenvatting ...... 7 1 Een nieuw GRP voor de gemeente Leeuwarden ...... 11 1.1 Een nieuw GRP ...... 11 1.2 Het GRP gaat over de (afval)waterketen ...... 11 1.3 Het GRP geeft veel aandacht aan het veranderende klimaat ...... 12 1.4 Hoe het GRP tot stand is gekomen ...... 12 1.5 Hoe het GRP aansluit op bestaande plannen en initiatieven ...... 12 1.6 Hoe we het GRP hebben opgebouwd ...... 13 2 We gaan voor een gezond, klimaatactief en verbonden Leeuwarden ...... 14 3 Hoe we onze watertaak invullen...... 17 3.1 Samen maken we Leeuwarden klimaatactief ...... 17 3.2 We houden duurzaam in stand wat we al hebben ...... 17 3.3 We maken Leeuwarden klimaatadaptief voor 2035 ...... 21 3.4 We geven onze inbreng aan de Omgevingswet en we werken samen met onze inwoners en bedrijven ...... 23 4 Wat hebben we de afgelopen jaren gedaan ...... 26 4.1 Uitvoering GRP Leeuwarden 2015-2018 ...... 26 4.2 Samenwerken in de waterketen ...... 26 4.3 Samenwerken met onderwijs en bedrijfsleven ...... 27 4.4 Inkomsten en besparingen ...... 28 5 Ons startpunt voor de nieuwe periode ...... 29 5.1 Wat is er aanwezig ...... 29 5.2 Toestand van de rioleringsobjecten...... 29 5.3 Functioneren van de riolering ...... 31 6 Wat gaan we doen ...... 34 6.1 Nieuw aanleggen ...... 34 6.2 Onderzoeken ...... 35 6.3 Onderhouden wat we hebben ...... 36 6.4 Vervangen ...... 37 6.5 Verbeteren ...... 39 6.6 Samenwerken in de waterketen, binnen de gemeentelijke organisatie en met kennisinstellingen en bedrijven ...... 41 7 Wat verwachten we van anderen ...... 42

3 (92)

7.1 Onze wensen ...... 42 7.2 Onze eisen (verplichtingen) ...... 42 7.3 Meldingen ...... 42 8 Wat hebben we hiervoor nodig ...... 44 8.1 Personele capaciteit ...... 44 8.2 Kostendekking rioolheffing ...... 45 8.3 Scenario’s kostendekkingberekening ...... 46 8.4 Kostenbesparing ...... 47 Bijlage 1 – Evaluatie afgelopen jaren ...... 49 Bijlage 2 - Wet- en regelgeving, plannen en visies ...... 55 Bijlage 3 – Manifest de klimaatbestendige stad ...... 59 Bijlage 4 - DoFeMaMe ...... 60 Bijlage 5 – Rioleringsbegroting ...... 63 Bijlage 6 – Kostendekkingmodel ...... 71

4 (92)

Bijlage 7 – Technische levensduren vrijvervalriolen

5 (92)

76 Bijlage 8 – Overzicht voorzieningen stedelijk afvalwater ...... 77 Bijlage 9 – Afkortingen en definities ...... 90

6 (92)

Samenvatting

Een nieuw gemeentelijk rioleringsplan voor Leeuwarden Dit gemeentelijk rioleringsplan (GRP) gaat over het water dat in onze gemeente aanwezig is. We zijn wettelijk verplicht om een actueel GRP vast te laten stellen door de gemeenteraad. Het GRP is bedoeld om gemeenten een structuur te geven om planmatig aan de rioleringszorg te werken. Met dit GRP sluiten we de planperiode 2015-2018 af en gaan de planperiode 2019-2022 in. Een aantal opgaven krijgt extra aandacht in het GRP. We bereiden ons alvast voor op de planstructuur van de nieuwe Omgevingswet, zoeken verbinding met onze inwoners en bedrijven en bereiden ons voor op klimaatverandering. Dit resulteert in een klimaatactief GRP dat ons voorbereid op de toekomst.

Onze visie en hoe we dit bereiken We willen met de riolering bijdragen aan een gezond, klimaatactief en verbonden Leeuwarden. Om dit te bereiken: • houden we de huidige riolering in stand; • werken we toe naar een klimaatadaptief Leeuwarden in 2035; • en geven we onze inbreng aan de Omgevingswet om daarmee goed samen te kunnen werken met onze inwoners en bedrijven.

Door de riolering in goede staat te houden zorgen we voor de afvoer van afvalwater uit de leefomgeving. Hiermee voorkomen we dat mensen ziek worden en draagt de riolering haar steentje bij aan de volksgezondheid. Ook bereiden we ons voor op klimaatverandering. Door klimaatverandering krijgen we andere weersomstandigheden, wat leidt tot vaker voorkomende overlast en/of schade. We stellen onszelf daarom de ambitie om in 2035 een klimaatadaptieve gemeente te zijn. Om dit te bereiken gaan we actief aan de slag om plek te maken voor water. Dit vraagt een grote gezamenlijke inspanning, daarom gebruiken we de term ’klimaatactief’. Zelfs met die actieve insteek kunnen we niet garanderen dat we te alle tijde schade voorkomen. We werken daarom goed samen met onze inwoners, bedrijven en het wetterskip Fryslân. We willen dat ze weten wat wij doen (en soms juist niet doen) en wat zij kunnen bijdragen. Door samen te werken willen we in goed overleg komen tot een klimaatactief Leeuwarden. In de Omgevingswet-plannen leggen we onze visie, ons beleid en onze regelgeving vast.

Wat hebben we de afgelopen jaren gedaan en hoe staan we ervoor Het GRP Leeuwarden 2015-2018 is grotendeels uitgevoerd. Hiermee hebben we invulling gegeven aan de doelen voor een goede rioleringszorg. Ook hebben we samen met onze waterketenpartners gewerkt aan het in 2020 bereiken van kostenbesparing, verhoging van de kwaliteit van de waterketen en het verlagen van de kwetsbaarheid. We lopen op schema en blijven dit monitoren. Met onze partners werken we samen in het PBOW en geven we uitvoering aan het ’Fries Bestuursakkoord WaterKeten 2’ (FBWK2.0). Hierin hebben wij onze gezamenlijke (toekomst) doelen gesteld voor de periode tot 2020.

In onze gemeente ligt 750 km vrijveralriolering, 112 gemalen en 222 drukrioolunits. Dit is slechts een deel van de rioleringsobjecten (assets) die we beheren. Over het algemeen zijn ze in goede staat, doordat we gestructureerd onderhoud uitvoeren. Door meldingen te registeren en te analyseren optimaliseren we dit onderhoud. Met basisrioleringsplannen (BRP’n) rekenen we de riolering door om te zien waar er water op straat komt te staan bij regenbuien. De -brede klimaatstresstest laat zien waar er water op straat komt te staan bij een zware regenbui. Hierdoor weten we wat de aandachtspunten en –locaties zijn.

Wat gaan wij doen en wat verwachten we van anderen Bij nieuwbouw houden we rekening met klimaatverandering en mogelijke overlast door grondwater. We houden hemelwater apart van het huishoudelijk afvalwater, tenzij dit niet doelmatig is. Door voldoende afstand tussen het straatpeil en het vloerpeil, voorkomen we dat water de panden instroomt. Met onderzoeken doen we kennis op over de riolering. Door het actualiseren van BRP’n krijgen we een goed inzicht in de kwetsbare plekken (in het functioneren) van de riolering. We onderhouden de riolering steeds meer risicogestuurd. Dit betekent dat we goed kijken naar de risico’s die we willen vermijden, daar voeren we meer onderhoud uit, waar we juist weinig risico’s zien voeren we minder of kleinschaliger (reparatie)onderhoud uit. Dit doen we ook bij het vervangen van rioleringsobjecten: bij grotere risico’s vervangen we eerder dan bij kleinere risico’s.

We geven de komende jaren veel aandacht aan het op te starten programma ’klimaatactief Leeuwarden 2035’. Om goed te bepalen wat we moeten doen nemen we enkele jaren om het programma gefaseerd op te starten en concreter in te vullen. Vanaf 2023 willen het programma volledig hebben draaien. Ook gaan we inwoners en bedrijven stimuleren om hemelwater zelf te verwerken. Dit doen we enerzijds door communicatie en anderzijds door onze subsidieregeling aan te passen. Grondwateroverlastlocaties pakken we aan. We gaan door met de samenwerking in de waterketen.

Van onze inwoners en bedrijven verwachten dat zij meehelpen om de riolering goed te laten functioneren. In verordeningen en besluiten hebben wij vastgelegd wat wij van anderen verwachten. Dit komt neer op: • Loos alleen hetgeen wat in de riolering mag komen. • Maak een goede rioolaansluiting. • Verwerk hemelwater op eigen perceel of zorg voor een goede hemelwaterafvoer.

Wat hebben we hiervoor nodig Om het benodigde werk uit te voeren hebben we voldoende medewerkers nodig. Er wordt al een hoge werkdruk ervaren en er komen meer taken bij. In de opgaven en middelen houden we hier rekening mee.

Ook hebben we voldoende rioolheffingsinkomsten nodig om de kosten te dekken. Het beheer (waaronder de vervanging) van het rioolstelsel kunnen we op de lange termijn bekostigen uit de rioolheffing en de voorziening. Aanpassingen op nieuwe ontwikkelingen, zoals het veranderende klimaat, zorgen voor extra uitgaven. Om deze uitgaven te dekken hebben we op termijn hogere inkomsten nodig, maar de komende planperiode kunnen we de hogere uitgaven nog dekken uit de rioleringsvoorziening en de inkomsten. Er zijn twee kostendekkingsscenario’s doorgerekend:

8 (92)

a. Een scenario met alleen ondergrondse klimaatmaatregelen, een opbrengstverhoging is niet nodig. De rioleringsvoorziening wordt in dit scenario niet negatief. b. Een scenario met zowel ondergrondse als bovengrondse maatregelen. In dit scenario is over de periode 2023-2042 een opbrengstverhoging van 0.95 jaar nodig om ervoor te zorgen dat de rioleringsvoorziening niet negatief wordt. In 2039 is de rioleringsvoorziening nagenoeg 0 om daarna weer te stijgen.

9 (92)

1 Een nieuw GRP voor de gemeente Leeuwarden

1.1 Een nieuw GRP Dit nieuwe GRP is voor ons een instrument om de rioleringszorg planmatig uit te voeren. Er spelen allerlei ontwikkelingen die beïnvloeden hoe we dit doen. In het GRP beschrijven we de belangrijkste ontwikkelingen en zetten dit af tegen de huidige situatie. Daarmee leggen we onze opgave vast: Een strategie om goed om te gaan met de ontwikkelingen die wij belangrijk vinden. Hier ramen we de benodigde personele inzet en inkomsten bij.

We zijn wettelijk verplicht om een actueel GRP vast te laten stellen door de gemeenteraad. Met het vaststellen van dit GRP voldoen we daar aan voor de planperiode van 2019 tot en met 2022. In het GRP leggen we onze strategie vast voor de drie zorgplichten die we als gemeente hebben voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Met de invoering van de Omgevingswet vervalt de verplichting om een GRP op te stellen en moeten we onze strategie voor de drie zorgplichten op termijn in andere plannen vastleggen.

1.2 Het GRP gaat over de (afval)waterketen Het GRP gaat over de ingrepen die worden gedaan om het water de goede kant op te sturen. Die ingrepen hebben soms ook invloed op het natuurlijke systeem, daarom komt dit ook aan bod. Zoals de wet van ons vraagt, kijken we naar drie waterstromen: stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater.

Stedelijk afvalwater Het stedelijk afvalwater ontstaat bij onze dagelijkse bezigheden, bijvoorbeeld bij het wassen, douchen en doorspoelen van de wc. Nadat het water is gebruikt wordt het via het rioolstelsel afgevoerd naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Hemelwater en bedrijfsafvalwater komen soms in dezelfde rioolbuis terecht, daarom noemen we de mix hiervan ook stedelijk afvalwater. Op de RWZI wordt het water gezuiverd en teruggebracht in het oppervlaktewater. Dit zorgt er mede voor dat we gezond in onze stad en omgeving kunnen leven. De Wet milieubeheer geeft onze gemeente een verplichting om dit stedelijk afvalwater in te zamelen en te transporteren naar een RWZI.

Hemelwater Een andere waterstroom is hemelwater. Alle neerslag die valt op verharde oppervlakken stroomt af naar het laagste punt. Als het hard regent, kan ook neerslag die valt op onverharde oppervlakken gaan afstromen. Zolang de neerslag niet in contact komt met vervuiling blijft het water schoon en kan het direct in de bodem of in oppervlaktewater worden gebracht. Soms gebeurt dit met ondergrondse hemelwaterriolen, soms gebeurt dit bovengrondse (bijv. via een goot).

Grondwater De laatste waterstroom is het grondwater. In de ondergrond zit ook water, soms zelfs al heel dicht onder het maaiveld. Wanneer het grondwater te hoog of te laag komt te staan, ondervinden we hiervan de nadelige effecten.

11 (92)

Deze drie afvalwaterstromen zijn niet los te zien van het drinkwaterstelsel en de oppervlaktewateren. Het stedelijk afvalwater bestaat voor een groot deel uit gebruikt drinkwater en het gezuiverde afvalwater wordt geloosd op oppervlaktewateren. Het GRP gaat vooral over afvalwater, maar kijkt waar nodig ook naar drinkwater en oppervlaktewater.

1.3 Het GRP geeft veel aandacht aan het veranderende klimaat Klimaatscenario’s van het KNMI laten zien dat klimaatverandering leidt tot extreme weersomstandigheden. Het gaat vaker en heviger regenen. Dit heeft invloed op ons watersysteem: er kunnen problemen ontstaan door teveel en te weinig water. Ons (afval)watersysteem (inclusief riolering) moeten we op deze veranderende omstandigheden aanpassen. Ook hitte en droogte kunnen vaker voorkomen, wat problemen kan geven voor grondwaterstanden en het ontstaan van zogenaamde hittestress. Vanwege de grote invloed op de rioleringszorg geven we in dit GRP veel aandacht aan klimaatverandering.

1.4 Hoe het GRP tot stand is gekomen Dit GRP hebben we in de ‘we-vorm’ opgesteld, omdat het een plan is van gemeente Leeuwarden. We hebben het met een brede groep vertegenwoordigers vanuit de eigen organisatie opgesteld. Water speelt een belangrijke rol in onze omgeving, daarom zijn veel mensen bij watervraagstukken betrokken. In het proces van het opstellen van dit GRP zijn mensen van meerdere afdelingen binnen de gemeente betrokken. De vakgebieden groen, ecologie, stedenbouw, ruimtelijke ordening, water, financiën en economie hebben meegedacht over de opzet en invulling van dit GRP. Ook het college en de gemeenteraad zijn betrokken bij het opstellen van het GRP en we vragen onze inwoners om reacties op het concept-GRP. Dit nemen we mee in het ontwerp-GRP dat de gemeenteraad uiteindelijk vaststelt, waarna het GRP definitief is.

Wetterskip Fryslân draagt zorg voor het waterbeheer en de rioolwaterzuivering in provincie Friesland. Daarom is Wetterskip Fryslân gedurende het opstellen van het GRP actief betrokken geweest. Ook is aan de provincie de mogelijkheid geboden om te reageren op het plan.

Dit is een ander GRP dan we tot nu toe maakten. Dit komt door de andere opzet van het GRP, waarbij we al rekening houden met de Omgevingswet. Ook hebben we op veel plekken aandacht gegeven aan het veranderende klimaat en hoe dit doorwerkt in de verschillende onderdelen van de rioleringszorg.

1.5 Hoe het GRP aansluit op bestaande plannen en initiatieven Er zijn veel wetten, plannen, akkoorden, initiatieven en visies die belangrijk zijn voor onze omgang met water. Het GRP houdt hier rekening mee en sluit er zoveel mogelijk op aan. Zo krijgen al bereikte afspraken, samenwerkingen en plannen ook een plek in het GRP. Onderstaande tabel geeft een overzicht van relevante plannen op internationaal, nationaal, regionaal en lokaal niveau die zijn nageslagen en richting hebben gegeven aan het GRP.

Internationaal Nationaal Regionaal Lokaal - Global - Deltaplan - FBWK 2.0 - Collegeprogramma development ruimtelijke - PBOW - Water connecting goals adaptatie - Klimaatstresstest - Overdracht - KRW Stedelijk Water - Watercampus Leeuwarden

12 (92)

1.6 Hoe we het GRP hebben opgebouwd Met de opbouw van het GRP sluiten we aan op de plannen die horen bij de Omgevingswet. In hoofdstuk 2 geven we onze visie op de riolering en in hoofdstuk 3 geven we hier verder invulling aan. In hoofdstuk 4 kijken we terug op de afgelopen jaren en in hoofdstuk 5 beschrijven we het startpunt voor de komende planperiode. In hoofdstuk 6 geven we aan wat wij de komende jaren doen en in hoofdstuk 7 staat wat wij van onze inwoners en bedrijven verwachten. In hoofdstuk 8 geven we aan wat we nodig hebben om dit plan tot uitvoer te brengen.

13 (92)

2 We gaan voor een gezond, klimaatactief en verbonden Leeuwarden

Onze visie op de riolering Met de riolering willen we een bijdrage leveren aan een gezond, klimaatactief en verbonden Leeuwarden. Het omvangrijke systeem van rioolstelsel en oppervlaktewateren zetten we hiervoor in. Als het kan, dan stoppen we het water niet ondergronds weg. Water is namelijk een belangrijk onderdeel van de leefomgeving: de grachten, sloten en meren maken onze gemeente aantrekkelijk om te verblijven. Samen zorgen we ervoor dat het systeem goed werkt en dat de waterkwaliteit op orde is.

Bekeken vanuit ‘water’, zien we drie belangrijke thema’s: volksgezondheid, klimaat en de verbinding met de samenleving. Leeuwarden staat er al goed voor op deze thema’s, maar om dat ook in de toekomst te blijven, willen we verbeteren en moeten we maatregelen nemen. Zo blijft Leeuwarden een leefbare en aantrekkelijke stad om in te wonen, werken en verblijven.

Thema 1) Een gezond Leeuwarden Met de riolering dragen we bij aan een gezond Leeuwarden. Van oorsprong is riolering aangelegd voor de volksgezondheid: door het afvalwater weg te halen uit de leefomgeving werden er minder mensen ziek. In de loop der jaren is ook hemelwater aangesloten op de riolering, waardoor het niet meer alleen om het afvoeren van afvalwater gaat. Toch blijft het een hoofdtaak van de riolering om afvalwater af te voeren en daarmee bij te dragen aan een gezond Leeuwarden. In onze omgang met water volgen we de trits ‘schoonhouden- scheiden-zuiveren’. Waar het kan houden we afvalwater gescheiden van schoon water. Schoon water voeren we bij voorkeur af naar oppervlaktewater. Afvalwater zamelen we in en voeren we af zonder nadelige gevolgen voor de gezondheid. Dit betekent dat we stank en overlast zoveel mogelijk beperken. Ook het milieu mag geen nadelige gevolgen ondervinden van ons afvalwater. We houden de waterkwaliteit in Leeuwarden goed en brengen geen schade toe aan het milieu.

Thema 2) Een klimaatactief Leeuwarden Het klimaat verandert en we bereiden ons voor op deze verandering. De klimaatscenario’s van het KNMI uit 2014 laten zien dat de kans op heviger en langduriger neerslag groter wordt. Hogere temperaturen zullen vaker voorkomen, winters worden natter en zomers juist droger. In het manifest klimaatbestendige stad wordt de verwachte schade van klimaat- verandering tot 2050 in Nederland bij ongewijzigd beleid geraamd op 71 miljard euro (zie Bijlage 3 – Manifest de klimaatbestendige stad). Om schade en overlast zo veel mogelijk te beperken, passen we ons aan op deze veranderende omstandigheden. Met de riolering kijken we vooral naar de hevige buien en waar het een relatie heeft, nemen we onderwerpen zoals hitte, droogte en hoge waterstanden mee.

Door ons aan te passen kan het watersysteem in Leeuwarden goed blijven functioneren tijdens We volgende in dit GRP de definities hevige buien, We zorgen ervoor dat het voor ‘water op straat’ die de stichting watersysteem hevige buien beter aankan, RIONED gebruikt: hiervoor zoeken we vooral bovengronds ruimte voor water. Zo zetten we koers naar een ▪ Hinder, kort durend beperkte klimaatactief Leeuwarden in 2035. Bij onze hoeveelheden ‘water op straat’, maatregelen volgen we de trits ’vasthouden- met een duur in de orde van 15 bergen-afvoeren’. –30 minuten; Door de opbouw van de ondergrond in onze ▪ Ernstige hinder, forse hoeveelheden ‘water op straat’, gemeente kan water lastig infiltreren in de ondergelopen tunnels, bodem, daarom maken we slim gebruik van het opdrijvende putdeksel, met een vele oppervlaktewater in onze gemeente en duur in de orde van 30 – 120 bergen we water in de openbare ruimte. minuten; Uiteindelijk mag het water af en toe hinder en ▪ Overlast, langduriger en op overlast geven, maar we willen niet dat het grotere schaal ‘water op straat’, schade geeft. Schade kunnen we echter niet water in winkels, woningen met volledig uitsluiten, daarom geven we aan tot materiele schade en mogelijk welk niveau wij het water kunnen verwerken. ook ernstige belemmering van Inwoners en bedrijven kunnen dan zelf bepalen het (economische) verkeer. of zij zich voorbereiden op zwaardere neerslag.

In gemeente Leeuwarden laten we het grondwater zoveel mogelijk op een natuurlijke manier functioneren. We weten waar knelpunten ontstaan in natte en droge tijden en pakken dit aan als het structureel is, grote gevolgen heeft en redelijkerwijs is op te lossen. Overlast proberen we te voorkomen door bij nieuwbouw al rekening te houden met de grondwaterstanden. We houden bij onze werkzaamheden ook rekening met hittestress. Al gaat dit niet over water, de oplossing voor waterproblemen en hittestress zit vaak in de aanleg van meer groen. Waar we hierin samen op kunnen trekken doen we dat.

Thema 3) Een verbonden Leeuwarden Grote uitdagingen kun je alleen in verbinding met de samenleving oppakken. We hebben medeoverheden, burgers en bedrijven nodig om tot een goed resultaat te komen. Daarom zoeken wij de verbinding. We betrekken deze actoren bij onze werkzaamheden. Hierin zijn verschillende niveaus te onderscheiden, van informeren tot adviseren tot meebeslissen. Per situatie bekijken we wat een passende manier van het betrekken van de genoemde actoren is.

15 (92)

16 (92)

3 Hoe we onze watertaak invullen

3.1 Samen maken we Leeuwarden klimaatactief Onze visie laat drie belangrijke thema’s zien. De komende jaren werken we aan het bereiken van deze visie. We hebben voor deze drie thema’s daarom drie ambities opgesteld.

Thema Ambitie Een gezond Leeuwarden We houden duurzaam in stand wat we al hebben. Een klimaatactief Leeuwarden We maken Leeuwarden klimaatadaptief voor 2035. Een verbonden Leeuwarden We geven onze inbreng aan de Omgevingswet en we werken samen met onze inwoners en bedrijven.

3.2 We houden duurzaam in stand wat we al hebben Binnen de gemeente Leeuwarden ligt een goed werkend systeem om water in te zamelen en te verwerken. Dit vormt een belangrijke basis voor al onze werkzaamheden. Deze basis willen we op orde houden en waar mogelijk verbeteren. Hierbij houden we rekening met de doelen waarvoor het huidig systeem is opgebouwd: 1) het stedelijk afvalwater inzamelen en transporteren naar een RWZI of overnamepunt, 2) het overtollig hemelwater inzamelen en verwerken op of afvoeren naar een geschikte locatie en 3) beperken van de nadelige gevolgen van grondwater.

Stedelijk afvalwater Woningen en bedrijven lozen stedelijk afvalwater op de riolering. In de bebouwde kom wordt het afvalwater ingezameld via vrijvervalriolen en in het buitengebied door drukriolering. Met vuilwaterstations zamelen we het afvalwater afkomstig van pleziervaart in. Het afvalwater transporteren we daarna naar de rioolwaterzuiveringsinstelling (RWZI). Op de RWZI wordt het afvalwater behandeld, daarna wordt het schonere water geloosd op het oppervlaktewater.

Wij willen dat alle woningen en bedrijven worden aangesloten op de riolering. De enige uitzondering is er wanneer woningen en bedrijven buiten de bebouwde kom op meer dan 40 m van de huidige riolering vandaan liggen. We kijken dan of een doelmatige aansluiting mogelijk is, richtlijn hierbij is dat de aansluitkosten hierbij lager zijn dan € 8000,-. Er kunnen redenen zijn om percelen ook bij hogere kosten toch aan te sluiten, bijvoorbeeld als de waterkwaliteit in de omgeving onvoldoende is. Als er geen rioolaansluiting wordt gemaakt, dan heeft de perceeleigenaar een verplichting om zelf te zorgen voor een goed functionerende en toegestane alternatieve voorziening.

Afvalwater zit vol met energie. In de vorm van warmte kan dit teruggewonnen worden met bijvoorbeeld riothermie. Er wordt dan een soort warmtewisselaar rondom de rioolbuis aangelegd. Ook kan op de RWZI biogas worden verwekt uit het afvalwater en kunnen stoffen als fosfaat en cellulose uit het afvalwater worden gehaald. Het (her)gebruik van grondstoffen is belangrijk om een circulaire economie te bereiken, daarom werken we graag mee aan initiatieven om dit te bereiken.

17 (92)

Hemelwater Voor de verwerking van hemelwater volgen we de trits ’vasthouden-bergen-afvoeren’. De opbouw van de ondergrond in de gemeente Leeuwarden is op veel plekken niet geschikt voor het infiltreren van water, daar kiezen we voor bergen. Water bergen we op plekken waar dit niet voor schade zorgt. We hebben veel oppervlaktewater in onze gemeente, daarom is dat een logische plek om het water naartoe te brengen. Ook kunnen we wegen, parkeerplaatsen, parken en groenstroken zo aanleggen dat daar tijdelijk water kan blijven staan. Per locatie bekijken we of dit mogelijk is, want niet al het groen in de gemeente is geschikt om water te bergen.

Bij een hevige regenbui kan op sommige plekken water op straat blijven staan. Wij proberen te voorkomen dat er dan schade optreedt. Als er tijdelijk water op straat staat, vinden we dat acceptabel, zolang dit schoon water is en dat geen gezondheidsrisico’s geeft.

Particulieren en bedrijven hebben een eigen verantwoordelijkheid in het verwerken van hemelwater dat valt op hun eigen perceel. Een groot deel van het grondgebied is particulier eigendom, daar moeten dan ook maatregelen worden genomen om het water te verwerken. Voorlopig kiezen we ervoor om het hemelwater vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid op te pakken, maar als dit te weinig resultaat oplevert, kunnen we overgaan tot het verplichten van maatregelen op eigen perceel. Als we hiertoe overgaan, houden we rekening met de mogelijkheden van de particulier om zelf hemelwater te verwerken of hemelwater af te koppelen, zoals de beschikbare ruimte en de mogelijkheid tot een goede be- en ontluchting van de riolering.

Figuur 3-1 Waar nodig kunnen we tijdelijk water opslaan op straat of in het groen

Als het rioolstelsel vol staat, wordt het overtollige rioolwater via overstorten geloosd op oppervlaktewateren. Dit voorkomt dat vuil water op straat of in huizen naar boven komt en is daarmee vaak een effectieve manier om wateroverlast te voorkomen. We hanteren hierbij een meer systeemgerichte benadering, waarbij we aan de hand van meldingen en metingen in de gaten houden of er aandachtspunten zijn over de waterkwaliteit. Ook kijken we bij modelberekeningen naar de hoeveelheid overstortend rioolwater en naar het ontvangende oppervlaktewater. Dit blijven we doen.

18 (92)

Grondwater In de Waterwet, artikel 3.6, is bepaald dat de gemeente de zorg heeft om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Gemeente vullen deze zorg in door maatregelen te treffen in het openbaar gemeentelijke gebied voor zover deze doelmatig zijn en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. Zowel een te hoge als een te lage grondwaterstand kan nadelige gevolgen geven. Bij een te hoge grondwaterstand kunnen woningen vochtig worden en blijft water eerder staan in tuinen en in de openbare ruimte. Bij te lage grondwaterstanden kan bodemdaling optreden en kunnen, ook bij fluctuerende grondwaterstanden, houten paalfunderingen gaan rotten.

Als gemeente willen we zicht hebben op de grondwaterstanden. Dit doen we met ons grondwatermeetnet wat nu, na de gemeentelijke herindeling, bestaat uit ca. 210 grond- watermeetpunten. Het verloop van de grondwaterstanden brengen we hiermee in beeld. De opbouw van de ondergrond in de gemeente Leeuwarden is bij ons bekend. Meldingen over grondwater registreren en analyseren we.

Wij zijn het eerste aanspreekpunt bij vragen over grondwater. In eerste instantie moet de perceeleigenaar zelf een oplossing vinden tegen de overlast. Soms heeft een andere partij een taak, zoals het waterschap of de provincie. Als geen andere partij een wettelijke verplichting heeft om maatregelen te nemen, toetsen wij of er structureel nadelige gevolgen zijn die met een doelmatige oplossing kunnen worden verholpen. Alleen als er van beide sprake is, dan nemen wij maatregelen op openbaar terrein. Bijvoorbeeld door het aanleggen van drainage waarop bewoners dan ook kunnen aansluiten.

Bij nieuwbouw voorkomen we grondwaterproblemen door de wijk op een goede hoogte aan te leggen en soms ook door niet te bouwen in risicovolle gebieden. Nieuwbouwwoningen behoren volgens het bouwbesluit waterdichte vloeren te hebben, daarom beschouwen wij hier een natte kruipruimte als een bouwkundig probleem en niet als een gemeentelijk grondwaterprobleem. In gebieden waar wij het risico op grondwateroverlast groot achten, nemen we extra maatregelen. Deze maatregelen nemen we vaak gelijktijdig met rioolvervanging. Het is dan bijvoorbeeld mogelijk om drainage mee/aan te leggen.

19 (92)

Grondwater in Leeuwarden

Structureel nadelige gevolgen Bij een melding van grondwateroverlast toetsen we of er structureel nadelige gevolgen zijn, veroorzaakt door de grondwaterstand. Nadelige gevolgen zijn zichtbare of toetsbare schaden (bijvoorbeeld funderingsproblemen, vocht in huis) of gezondheidsklachten die te relateren zijn aan grondwaterstanden.

Aan de hand van grondwatermetingen bepalen wij of de nadelige gevolgen structureel zijn. Indien de grondwaterstand zich structureel hoger dan 0,50 m beneden maaiveld bevindt en als een cluster van perceeleigenaren grondwateroverlast ervaren, dan zien wij dit als structureel nadelig.

Doelmatige oplossingen Door de kosten en baten tegen elkaar af te wegen bepalen wij of een oplossing doelmatig is. De mate en omvang van de overlast, de kosten van de mogelijke maatregelen, de duurzaamheid van de maatregelen en gevolgen voor de omgeving wegen we tegen elkaar af.

Bouwkundige oplossingen hebben onze voorkeur boven waterhuishoudkundige ingrepen. De maatregelen die de gemeente treft vinden altijd plaats op gemeentelijk grondgebied. Voor een goede werking kan het nodig zijn dat er maatregelen worden getroffen op particulier terrein.

Assetmanagement Door het verder uitwerken van asset- management gaan we beheerkeuzes verder onderbouwen. We geven veel geld uit om goed om te gaan met water in onze gemeente. Door gestructureerd te werken en duidelijke beslissingen te nemen onderbouwen we waarom we dit doen. Asset management kijkt op een systeem- niveau naar de riolering en het water- systeem. De keuzes die op dit systeem- niveau worden gemaakt bepalen wat er op Figuur 3-3: Een goede balans vinden tussen objectniveau gebeurt. Op systeemniveau prestaties, risico’s en kosten houden we rekening met een juiste balans tussen de gewenste prestaties, de risico’s en de kosten.

Prestaties Met de riolering en het bijbehorende watersysteem willen we: • een prettige, gezonde en duurzame leefomgeving behouden (bestaande omgeving) of creëren (uitbreidingslocaties); • schade door overtollig water voorkomen; • schade door een tekort aan water voorkomen.

20 (92)

Deze prestaties zeggen wat over het systeem, want dat moet: • voorkomen dat inwoners in contact komen met vervuild water; • water weghouden uit panden; • water vasthouden binnen het gebied; • water een positieve, zichtbare plek geven in het gebied.

Risico’s Bij alle beheerkeuzes houden we rekening met risico’s. De risico’s willen we zoveel mogelijk beperken. Risico´s waar we in ieder geval rekening mee houden zijn: • verminderde afstroming van rioolwater, bijvoorbeeld door een mankement in de riolering of een gemaal dat niet goed werkt; • een slechtere waterkwaliteit door overstortingen die plaatsvinden als de riolering onvoldoende capaciteit heeft of door hemelwater dat afstroomt over vervuilde oppervlakken; • schade als gevolg van grote hoeveelheden neerslag waar bovengronds onvoldoende ruimte voor is, waardoor het afstroomt in panden; • schade als gevolg van perioden van droogte, waarbij water wegzakt in de ondergrond en fundering kan worden aangetast of de bovengrond niet meer goed bruikbaar is; • schade en het ontstaan van onveilige situaties als gevolg van instortende riolen.

Kosten De kosten moeten in verhouding staan tot de te leveren prestaties en risico’s. Per geval maken we deze afweging.

3.3 We maken Leeuwarden klimaatadaptief voor 2035 Om Leeuwarden klimaatadaptief te maken, is een grote verandering nodig in de omgang met water. Hiervoor introduceren we de term ’klimaatactief’. Overal moet meer ruimte worden gemaakt voor water, vaak door bovengrondse aanpassingen. Op de knelpunten zijn grotere aanpassingen nodig, soms ook ondergronds. Op de andere locaties zijn beperkter aanpassingen mogelijk, bijvoorbeeld het plaatsen of juist weghalen van drempels of verhogen van stoepranden. In de planperiode van het GRP (2019- 2022) nemen we maatregelen die binnen de ambitie voor een klimaatactief Leeuwarden passen. Figuur 3-2 Groene daken helpen om water vast te houden en geven verkoeling

Het klimaatactief maken van Leeuwarden nemen we mee bij alle herinrichtingen en projecten. De nieuwe omgeving wordt klimaatbestendiger dan hoe het was. Hierbij volgen we onze klimaatprincipes en klimaatvoorwaarden (zie kader ’Leeuwarden klimaatactief’).

21 (92)

Leeuwarden klimaatactief bekeken vanuit de zorgplichten stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater

Wateroverlast • Een (reken)bui van 60 mm in één uur mag niet tot water in panden leiden. Er mag dan water op straat en in tuinen staan. Voor de klimaatstresstest van Leeuwarden is dit ook als maatstaf gebruikt. (Voor de duidelijkheid: dit willen we op termijn. Op dit moment voldoen we hier nog niet aan.) • Een ‘normale’ bui wordt verwerkt zonder dat er water op straat blijft staan. o Voor woonwijken is dit (reken)bui 8 uit de Kennisbank Stedelijk Water (op deze theoretische regenbui is het rioolstelsel van Leeuwarden ontworpen). o Voor gebieden waar veel mensen komen, bijvoorbeeld winkelgebieden, is dit (reken)bui 9. o Bij grootschalige nieuwbouw ontwerpen we op (reken)bui 10. • Bij een ‘zware’ bui kan er water op straat, in tuinen en in groenvoorzieningen blijven staan. Dit kan tijdelijk voor overlast zorgen, bijvoorbeeld doordat wegen slecht of niet toegankelijk zijn. We streven ernaar om belangrijke wegen toegankelijk te houden. En door de openbare ruimte goed in te richten worden grote problemen beperkt. • Als er water op straat komt te staan, dan is dit bij voorkeur schoon water. Dit bereiken we door hemelwater waar mogelijk te scheiden van huishoudelijk afvalwater. We doen dit alleen als het doelmatig is, daarom hanteren we de volgende uitgangspunten: o Bij nieuwbouw moet hemelwater gescheiden van het overige water worden aangeleverd aan de perceelgrens. o Bij nieuwbouw aan of nabij oppervlaktewater moet het hemelwater op het oppervlaktewater lozen. o Bij grootschalige nieuwbouw wordt hemelwater in de openbare ruimte zoveel mogelijk gescheiden gehouden van afvalwater. o (Her)Gebruik van hemelwater wordt gestimuleerd. • Bij nieuwbouw wordt het vloerpeil voldoende hoog aangelegd ten opzichte van het straatpeil en de grondwaterstanden. • We passen bouwkundige oplossingen toe die structureel nadelige gevolgen van een te hoge of te lage grondwaterstand voorkomen.

Droogtestress • Droogte geeft vaak locatie specifieke problemen. We monitoren daarom grondwaterstanden met het grondwatermeetnet om te bepalen wat ‘normaal’ is en wanneer er sprake is van ‘droogte’. We brengen risicovolle locaties in beeld, bijvoorbeeld waar mogelijk funderingsproblemen ontstaan door droogte en bepalen per locatie of maatregelen nodig zijn.

Hittestress • We nemen de kansen om hittestress te verminderen mee bij onze werkzaamheden in de openbare ruimte.

Overstromingen vanuit oppervlaktewateren • Samen met het waterschap werken we aan het voorkomen van overstromingen. Dit kan het werkgebied raken van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater, dan trekken we samen op.

Onze klimaatprincipes 1. Bij elke herinrichting en bij elk infrastructureel vervangingsproject maken we Leeuwarden klimaatbestendig. Er zijn volop kansen om Leeuwarden klimaatbestendig te maken en die kansen gaan we grijpen. 2. Groen is (vaak) goed. Meer groen maakt Leeuwarden klimaatbestendig. Klimaatproblemen worden in veel gevallen veroorzaakt door veel verharding en de oplossing zit vaak in het toevoegen van groen, mogelijk in combinatie met water. Kortom, groen is goed om klimaatbestendig te worden.

22 (92)

3. Ook alle kleine beetjes helpen om klimaatactief te worden. Het klimaatadaptief maken van Leeuwarden is een grote opgave die we niet alleen met grootschalige projecten kunnen invullen. Ook vele kleine aanpassingen helpen om te bewerkstelligen dat Leeuwarden in 2035 klimaatadaptief is. 4. We doen het samen. Overheden, bedrijven en inwoners hebben gezamenlijk de voordelen van een klimaatadaptief Leeuwarden en moeten daarom ook samenwerken om dit gezamenlijke doel te bereiken (‘de kracht van samen’).

Deltaprogramma ruimtelijke adaptatie In het landelijke Deltaprogramma ruimtelijke adaptatie zijn zeven ‘ambities’ vastgelegd waar gemeenten invulling aan moeten geven. Met onze aanpak geven wij hier invulling aan: ▪ Kwetsbaarheid in beeld brengen. Dit is gedaan met de stresstest, waarin kaarten zijn opgenomen die aangeven welke gevolgen klimaatverandering heeft. Elke zes jaar zullen we dit herhalen. ▪ Meekoppelkansen benutten. We werken nu al intensief samen met andere vakgebieden binnen de gemeente en zullen dit blijven doen. Hiernaast zoeken we de samenwerking met particulieren, bedrijven en Wetterskip Fryslân. ▪ Risicodialoog voeren en strategie opstellen. De laatste jaren hebben we al veel gecommuniceerd over klimaatverandering en dat zullen we blijven doen. Dit is ook één van de onderwerpen die worden opgepakt in de Friese samenwerking in de waterketen. ▪ Reguleren en borgen. In procedures, verordeningen en besluiten leggen we vast wat we verwachten en eisen van onszelf, inwoners en bedrijven. ▪ Uitvoeringsagenda opstellen. In dit GRP leggen we onze ambities vast om Leeuwarden in 2035 klimaatactief te hebben gemaakt. Dit werken we verder uit. ▪ Stimuleren en faciliteren. Nu al werken we samen met alle betrokkenen om Leeuwarden klimaatactief te maken. Dit doen we door anderen te stimuleren (bewustwording creëren) en door te faciliteren (onze kennis delen). ▪ Handelen bij calamiteiten. We weten dat de kans op extreme weersomstandigheden groter wordt, daarom bereiden we ons voor op calamiteiten. Onze medewerkers zijn hierop getraind.

3.4 We geven onze inbreng aan de Omgevingswet en we werken samen met onze inwoners en bedrijven We vinden het belangrijk om samen te werken met onze inwoners en bedrijven. De Omgevingswet gaat hier waarschijnlijk veel invloed op hebben, omdat deze wet verplicht tot het opstellen van integrale plannen. Hoe we met beide onderwerpen omgaan leggen we hier uit.

De Omgevingswet De Omgevingswet dwingt tot het maken van andere plannen, die meer gebiedsgericht en integraal zijn. Water moet een goede plek krijgen in deze plannen, waarbij we duidelijk maken hoe de samenhang is met andere vakgebieden en thema’s. We gebruiken dit GRP als startpunt voor de plannen die worden gemaakt en werken mee aan het opstellen van de nieuwe Omgevingswet-plannen.

Om de voordelen van de Omgevingswet te behalen, zoeken we naar de raakvlakken met andere vakgebieden en de punten waarop we juist botsen. Door dit gezamenlijk te bespreken en afspraken te maken komen we tot een integraal plan.

23 (92)

Wij denken dan bijvoorbeeld aan: • functie van de weg: het bergen van hemelwater op straten zorgt ervoor dat de straat tijdelijk minder toegankelijk is; • water bergen in het groen: door groen te verlagen ontstaat meer waterberging, maar het aanwezige groen kan soms niet tegen deze hoeveelheden water; • verharding: minder verharding zorgt voor minder afstromend hemelwater, maar soms is de verharding ook nodig voor veilig verkeersomstandigheden; • extra ruimte voor waterberging in nieuwe in- en uitbreidingsplannen of herinrichtingen kan ten koste gaan van de hoeveelheid bebouwbare of uitgeefbare grond

Samenwerken met inwoners en bedrijven Het klimaatadaptief maken van Leeuwarden is een grote opgave die we niet alleen kunnen uitvoeren. We moeten hiervoor samenwerken met onze inwoners, medeoverheden en met onderzoeksinstellingen en het bedrijfsleven. Hoe we dat doen beschrijven we hieronder.

Samenwerken met onze inwoners en bedrijven Om een goede samenwerking te bereiken is een open en actieve houding belangrijk. Wij nemen daarom het initiatief om informatie en plannen zoveel mogelijk open te delen. Met communicatiecampagnes geven we uitleg over onze plannen en ideeën, ook geven we zo de mogelijkheid om hierop te reageren. Dit doen we nu al, bijvoorbeeld met Operatie Steenbreek.

Vooral bij aanpassingen van de leefomgeving is het belangrijk om samen te werken met inwoners en bedrijven. Zij zijn de directe gebruikers en weten daardoor veel over de praktijk. Die kennis is waardevol en willen we zo vroeg mogelijk meenemen in het maken van onze plannen. Eventuele wensen voor de toekomst kunnen we gelijktijdig inventariseren en een plek geven.

Samenwerken met medeoverheden Al vele jaren werken we goed samen met de Friese gemeenten, Wetterskip Fryslân, provincie Friesland en Vitens. We delen de zorg voor de (afval)waterketen en pakken uitdagingen en vraagstukken waar mogelijk gezamenlijk op. Dit blijven we doen. Als grote gemeente en Friese hoofdstad neemt Leeuwarden binnen de samenwerking een rol in die past bij deze positie.

Samenwerken met onderzoeksinstellingen en het bedrijfsleven Binnen onze gemeente ligt de Watercampus, een cluster van onderzoeksinstellingen en bedrijven die werken aan water. Wij gebruiken graag de daar ruim aanwezige kennis en ervaring. Niet alleen op de Watercampus is nuttige informatie te verkrijgen, ook op andere plekken in Nederland zien we ontwikkelingen die ons verder kunnen helpen. Wij zoeken de samenwerking op en stellen ons open voor voorstellen van deze organisaties. Als er mogelijkheden zijn om nieuwe ideeën, concepten en technieken uit te proberen, dan spannen we ons in en gaan we in overleg om tot een goede samenwerking en afspraken te komen.

24 (92)

4 Wat hebben we de afgelopen jaren gedaan

4.1 Uitvoering GRP Leeuwarden 2015-2018 Bij het opstellen van het GRP Leeuwarden hebben we de volgende doelen geformuleerd: • doelmatige inzameling en transport van het binnen het gemeentelijk gebied geproduceerde afvalwater; • het beperken van (grond)wateroverlast vanuit het stedelijk watersysteem; • het beperken van overlast voor de gemeenschap anders dan (grond)wateroverlast; • het beperken van lozingen naar oppervlaktewater, bodem en grondwater; • een doelmatig beheer en goed gebruik van de riolering; • streven naar een duurzame inrichting van de waterketen; • verhogen van het waterbewustzijn bij de burger.

Deze doelen zijn uitgewerkt in onderzoeken en maatregelen. Bijna alle onderzoeken en maatregelen uit het GRP hebben we uitgevoerd, hiermee is een flinke bijdrage geleverd aan het bereiken van de doelen. In bijlage 1 staat een uitgebreide evaluatie van de voor- genomen onderzoeken en maatregelen uit het GRP (2015-2018).

We hebben gemerkt dat de subsidie voor het afkoppelen van hemelwater beperkt is gebruikt. Er kwamen wel aanvragen voor binnen, maar deze moesten we vaak afwijzen omdat ze niet voldeden aan de subsidie-eisen. Hierdoor hebben we in geen enkel jaar het beschikbare budget volledig kunnen gebruiken.

4.2 Samenwerken in de waterketen Sinds 2005 werken wij binnen het provinciaal bestuurlijk overleg water (PBOW) samen met provincie Fryslân, Wetterskip Fryslân en alle Friese gemeenten. Dit heeft geleid tot een actieve samenwerking, waarbinnen iedereen elkaar op bestuurlijk en ambtelijk niveau makkelijk weet te vinden. Het PBOW is opgedeeld in regio’s. Wij vertegenwoordigen onze regio ‘midden’ (Leeuwarden, Smallingerland en Heerenveen) in het PBOW-smal. Ook werken de Friese waterambassadeurs (gefinancierd door alle Friese gemeenten) vanuit gemeente Leeuwarden.

In het Fries bestuursakkoord waterketen (FBWK) hebben we de doelen voor de samen- werking vastgelegd. Dit hebben we vele jaren gebruikt als kader voor onze projecten. Om een actueel kader te krijgen hebben we in november 2016 het FBWK2 ondertekend, net zoals alle partners. Hierin hebben we vastgelegd dat we ons gaan richten op de thema’s innovatie, ruimtelijke adaptatie, waterketen in samenhang, waterbewustzijn en educatie. Dit doen we om kosten te besparen en de kwaliteit van de waterketen te verhogen, de kwetsbaarheid te verlagen en om de toekomstige ontwikkelingen een goede plek te geven in wat we nu doen.

26 (92)

Figuur 4-1 Doelen en thema's Fries Bestuursakkoord Waterketen 2

De voortgang op de doelstellingen (kosten, kwaliteit, kwetsbaarheid) monitoren we. Als Fryslân liggen we tot nu toe op koers voor het behalen van de overeengekomen besparingsopgave van 12,1 miljoen euro per jaar in 2020. Dat geldt ook voor het behalen van de doelen op het gebied van kwaliteit en het terugdringen van (personele) kwets- baarheid. Ook is in een landelijk onderzoek vergeleken hoe samenwerkingsverbanden functioneren en wij scoren hierbij hoog.

4.3 Samenwerken met onderwijs en bedrijfsleven Binnen onze gemeente hebben we zoveel mogelijk het onderwijs betrokken in onze vraagstukken. Een voorbeeld hiervan is de klimaatstresstest Friesland, waarbij Hogeschool Van Hall Larenstein een belangrijke rol heeft gespeeld. Dit project is opgepakt onder het onderwerp ruimtelijke adaptatie uit het FBWK2.

Om bewustwording te vergroten hebben we brieven en folders verspreid aan basisscholen. Ook stimuleren we het waterbewustzijn door actief deel te nemen aan ‘waterconnecting’. Hiervoor hebben we aan het Leeuwarder Lyceum opdracht gegeven om een drietal plekken klimaatrobuuster in te gaan richten en hiervoor met ideeën te komen: • Oedsmawei e.o. in ; • Gouverneursplein in Leeuwarden; Figuur 4-2 De bellenbeluchter die voor het eerst in • Nieuwestad in Leeuwarden. Leeuwarden is geplaatst

27 (92)

Ook zijn wij vaak ‘launching customer’ van innovatieve producten. Bijvoorbeeld een nieuwe bellenbeluchter en een nieuwe inspectietechniek voor persleidingen zijn binnen gemeente Leeuwarden toegepast.

4.4 Inkomsten en besparingen In het GRP Leeuwarden 2015-2018 zijn de verwachte inkomsten uit de rioolheffing berekend. Jaarlijks is berekend wat het werkelijke kostendekkende rioolheffingstarief was en dit is vastgelegd in de rioolheffingsverordening. In Figuur 1-3 tonen we het werkelijke tarief (uitgedrukt in tarief per woning) voor twee verschillende woningwaardes, hier is te zien dat het tarief grotendeels vlak bleef. Dit komt overeen met de kostendekkingsberekening uit het GRP. Het rioolheffingstarief is de laatste jaren niet gecorrigeerd voor inflatie, dit effect is opgevangen door de reserve egalisatie heffingen in te zetten.

300,00

250,00

200,00 rioolheffing woning woz- waarde €150.000 150,00 meerpersoons rioolheffing woning woz- 100,00 waarde €250.000 meerpersoons

50,00 rioolheffing per woning rioolheffing woning per (€) 0,00 2015 2016 2017 2018

Figuur 4-3 Berekende en werkelijke ontwikkeling van de rioolheffing(sinkomsten)

28 (92)

5 Ons startpunt voor de nieuwe periode

5.1 Wat is er aanwezig In de gemeente Leeuwarden ligt 750 kilometer vrijvervalriool, zijn er 112 gemalen en liggen 25 randvoorzieningen. Hiermee wordt voor de 122.393 inwoners (per 1-1-2018) het afvalwater en het hemelwater van meer dan 890 hectare verhard oppervlak afgevoerd. Dit water gaat voor een groot deel naar de RWZI’s in Leeuwarden, Birdaard en Grou. InTabel 5-1 staat een overzicht van de rioleringsobjecten in onze gemeente.

Tabel 5-1 Overzicht rioleringsobjecten Rioleringsobject Totaal eenheid Vrijvervalriolering 750 km Leidingen drukriolering 85 km Drainageleidingen 130 km Gemalen 112 stuks Drukriolering (pompunits) 222 stuks Randvoorzieningen (BBB/BBL) 21 BBB’s 4 BBL’s IBA’s (in gemeentelijk beheer) 0 stuks Wadi’s 7 stuks Riooloverstortputten 110 stuks Hemelwater-uitlaten gescheiden riolering 74 stuks Hemelwater-uitlaten verbeterd gescheiden riolering 32 stuks

Een aantal percelen is niet aangesloten op riolering. Voor deze percelen is er een ontheffing van de provincie om aan te sluiten op riolering. Het waterschap stelt voor deze percelen eisen aan de manier waarop het water mag worden geloosd op een oppervlaktewater, daarom is er in veel gevallen een IBA (Individuele Behandeling Afvalwater) geplaatst (in beheer bij de particulieren).

Tabel 5-2 Overzicht niet-aangesloten percelen Deel gemeente Niet aangesloten Oud-Leeuwarden 156 Oud- 391 Oud- 258 Oud- 157

5.2 Toestand van de rioleringsobjecten Door goed onderhoud uit te voeren, houden we de toestand van de rioleringsobjecten op orde. Om plotselinge mankementen adequaat te verhelpen registreren en analyseren we de meldingen die bij ons binnenkomen. Deze meldingen helpen ons weer om het onderhoud te verbeteren.

29 (92)

Onderhoud van de rioleringsobjecten Over het algemeen is er een goed zicht op de toestand van de rioleringsobjecten Door slijtage door gebruik en een toenemende leeftijd neemt de kwaliteit van rioleringsobjecten af. We reinigen en inspecteren daarom de objecten regelmatig en voeren reparaties uit als dat nodig blijkt.

Tabel 5-3 Gehanteerde principes reinigen, inspecteren en repareren Object Reiniging Inspectie Reparatie Vrijvervalriolen 1x per 6 jaar 1x per 12 jaar na inspectie Gemalen 1x per jaar 1-3x per jaar + 1x na inspectie per 2 jaar BRL inspectie Drukrioleringsunits 1x per jaar 1x per 2 jaar na inspectie Persleidingen na meldingen na meldingen na inspectie Randvoorzieningen 1x per jaar 1-3x per jaar na inspectie Hemelwatervoorzieningen per locatie per locatie per locatie

Meldingen over de riolering Door meldingen te registreren en te analyseren krijgen we een beeld van de staat van de riolering. Alle meldingen worden onderverdeeld in riolering of grondwater. Binnen de groep riolering zijn er zes categorieën: informatie aanvraag, nieuwe riolering, putdeksel of kolkdeksel ontbreekt, stankoverlast, verstopping huisaansluitingen, verstopte putten of kolken. Zo houden we zicht op de werking van het rioolstelsel. Binnen de groep grondwater maken we onderscheid in water in de kruipruimte, natte tuin, vocht in de woning en water in de kelder.

Het meldingensysteem heeft alleen in de ’oude’ gemeente Leeuwarden gefunctioneerd, in Leeuwarderadeel en Littenseradiel bestonden niet-vergelijkbare systemen. De getoonde gegevens hebben dan ook betrekking op de ’oude’ gemeente Leeuwarden.

Jaarlijks ontvangen we ongeveer 600 meldingen over riolering. De meeste meldingen die bij ons binnenkomen gaan over verstopte putten of kolken. De meeste meldingen zijn afkomstig uit Grou en de wijk Oud-Oost.

30 (92)

aantal meldingen over de riolering per categorie per jaar

600 500 400 300 200 100 0 2015 2016 2017 2018 (tot april)

info aanvraag nieuwe riolering Putdeksel/kolkdeksel ontbreekt stankoverlast verstopping huisaansluitingen verstopte putten/kolken

Figuur 6-1: Meldingen over de riolering

De meeste grondwatermeldingen gaan over water in de kruipruimte en natte tuinen. De meeste meldingen worden gedaan vanuit Bilgaard en Grou. Alle meldingen hebben betrekking op teveel aan water. Er worden (nog) geen meldingen gemaakt en geregistreerd over droogte.

5.3 Functioneren van de riolering In het BRP (basisrioleringsplan) Leeuwarden 2014 is het hydraulisch en milieutechnisch functioneren van de riolering doorgerekend. Hieruit bleek dat drie locaties gevoelig zijn voor wateroverlast: • Van Loonstraat e.o.; • Camperstraat e.o.; • Reinier de Graafstraat.

Voor de eerste twee locaties zijn inmiddels maatregelen genomen om de kans op wateroverlast te verminderen. Om de kans verder te verkleinen wordt in het BRP voorgesteld om in bemalingsgebied Bleeklaan/ Egelantierstraat en bemalingsgebied Borniastraat verhard oppervlak af te koppelen.

Het BRP Leeuwarden had betrekking op het grondgebied van gemeente Leeuwarden in 2014. De gemeentelijke herindelingen met Boarnsterhim, Leeuwarderadeel en Littenseradiel hadden toen nog niet plaatsgevonden. Voor alle andere kernen zijn ook BRP’n aanwezig. De BRP’n van , Grou en Leeuwarderadeel komen uit respectievelijk 2014, 2010 en 2009, de overige BRP’n zijn ouder. Ook is er in Littenseradiel nog onderzoek gedaan naar mogelijke probleemgebieden voor water op straat.

Klimaatstresstest In 2017-2018 is de klimaatstresstest uitgevoerd voor de gehele provincie Friesland. Op een website is een kaart toegankelijk gemaakt met de plekken waar water op straat komt te staan bij een regenbui van 60 mm in één uur. Er is te zien dat bij deze regenbui op veel locaties water op straat komt te staan. Dit is niet altijd erg, omdat het bijvoorbeeld op lege grasvelden blijft staan en dan langzaam wegloopt. Op de locaties waar (veel) water op straat blijft staan en/of tegen gebouwen aankomt, kan het problemen veroorzaken.

31 (92)

De uitkomsten van de stresstest zijn te zien op de volgende website: https://www.arcgis.com/home/webmap/viewer.html?webmap=e625c26f890a4acaa80afda7b05428 ca&extent=5.6984,53.1614,5.9267,53.223

Figuur 5-1 Stresstest Friesland: kaart Leeuwarden

32 (92)

33 (92)

6 Wat gaan we doen

6.1 Nieuw aanleggen Aansluiten van nieuwbouw Voor de komende jaren verwachten we een gemiddelde jaarlijkse toename van 300 tot 400 rioolaansluitingen. Deze toename vindt plaats door grote uitbreidingsprojecten en binnen kleinere inbreidingsprojecten. Bij nieuwbouw leggen we een watersysteem aan dat voorbereid is op de toekomst. We adviseren projectontwikkelaar om water waar mogelijk te hergebruiken. Hemelwater en huishoudelijk afvalwater houden we zoveel mogelijk gescheiden en we voorkomen dat water extra vervuild raakt door afstroming over verontreinigde oppervlakken. We volgen hierbij de in dit GRP beschreven vereisten en relevante wet- en regelgeving.

Bij grote bouwplannen (inbreiding en uitbreiding) streven we naar een klimaatbestendige inrichting. Hiervoor kijken we naar: • of er voldoende ruimte is voor water en groen; • de riolering en het watersysteem gedimensioneerd zijn op de door ons voorgeschreven maatgevende bui en er bovengronds voldoende ruimte is om bij deze zware regenbui (rekenbui van 60 mm in 1 uur) geen schade in panden te hebben; • of vloerpeilen voldoende hoger liggen dan het straatpeil, zodat water niet afstroomt naar de panden; • als er onder maaiveld wordt gebouwd, dan moeten er afdoende maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat water afstroomt naar de lager gelegen delen; • ook kijken we naar grondwater: als de grondwaterstanden hoog zijn, dan moeten maatregelen worden getroffen om grondwateroverlast te voorkomen; • of er geen afwenteling plaatsvindt naar de omgeving.

Alle grote bouwplannen stemmen we af binnen de gemeentelijke organisatie en met het waterschap. We volgen hierbij de watertoets-procedure.

Bij kleine inbreidingsplannen (één tot vijf nieuwe woningen) stellen we dezelfde eisen als bij grote bouwplannen, maar kijken we ook naar de aansluiting op de omgeving. De inbreiding mag geen negatieve gevolgen hebben op de omgeving. Soms is het mogelijk om hemel- water aan te sluiten op een al aanwezig hemelwaterriool of oppervlaktewater. Dit is toe- gestaan, eventueel onder aanvullende voorwaarden, als de initiatiefnemer kan aantonen dat dit past binnen de huidige gemeentelijke plannen en de kans op overlast voor omwonenden niet groter wordt. Als er alleen een gemengd riool aanwezig is, dan is het vanwege de doelmatigheid toegestaan om hierop aan te sluiten.

Aanvragers van rioolaansluitingen moeten zelf de kosten betalen voor de aansluiting. Alleen als de gemeente besluit om percelen voor het eerst aan te sluiten, dan hanteren we hiervoor normbedragen die vastgelegd zijn in de rioolheffingsverordening. Toezichthouders voeren controles uit op rioolaansluitingen en kunnen als het nodig is handhavend optreden. We werken hiervoor samen met het waterschap.

34 (92)

Aansluiten van bestaande bebouwing Op enkele locaties zien wij redenen om bestaande bebouwing alsnog aan te sluiten op (nog aan te leggen) riolering. Per gebied bepalen we onze aanpak, waarbij we onder meer kijken naar een logische indeling van clusters, de keuze voor het aan te leggen systeem, de kosten en daarmee naar de doelmatigheid van de maatregel(en). Een locatie waar we de komende planperiode nader onderzoek naar doen is de Brédyk in Wirdum.

6.2 Onderzoeken We voeren onderzoeken uit om zicht te krijgen en te houden op de riolering en het water- systeem. Hiermee dragen we bij aan het bereiken van de ambities zoals benoemd in hoofdstuk 3. In Tabel 6-1 staan de onderzoeken genoemd.

Tabel 6-1 Onderzoeken in de komende jaren Onderzoek Wanneer O1) Algemene advisering jaarlijks O2) Inmeten puthoogtes/ bob’s jaarlijks een deel van de putten, volgens programma O3) Meetprogramma riolering jaarlijks O4) Actualiseren BRP’n jaarlijks budget O5) Inspecteren rioolpersleidingen 2019-2022 O6) Programma Klimaat 2019-2020 O7) Actualiseren GRP 2022

Voor enkele onderzoeken staat hieronder een verdere uitleg: • door het jaar heen komen er onderwerpen naar voren die we laten onderzoeken. Deze onderzoeken vallen onder ’algemene advisering’. Onderwerpen waar we de komende jaren naar willen kijken zijn:  waterkwaliteit: onderzoek uitgangspunten voor toezicht en handhaving op lozingen/erfafspoeling van bedrijven (ter voorbereiding op Omgevingswet);  hergebruik water: onderzoek naar mogelijkheden om water vaker te hergebruiken in plaats van te lozen;  een watersysteemanalyse, waarbij we kijken naar de relatie met overstorten en afkoppeling (uitvoering in samenwerking met het waterschap);  riothermie: verdieping van het al uitgevoerde onderzoek naar kansen en mogelijkheden voor toepassing van riothermie;  innamepunten afvalwater plezier- en beroepsvaart: lozingen van afvalwater door de plezier- en beroepsvaart worden de komende jaren beter bekeken. Er zijn meer inzamelpunten, ook buiten havens en ligplaatsen, nodig om het afvalwater in te zamelen. We onderzoeken welke maatregelen we hiervoor moeten nemen, maar nemen nog geen budget op om deze uit te voeren. • het actualiseren van BRP’n krijgt de komende jaren veel aandacht. We hebben een jaarlijks budget opgenomen om oudere BRP’n te actualiseren en vervolgonderzoek uit te voeren; • klimaatadaptatie krijgt de komende jaren veel aandacht. We zetten daar een apart programma voor op, waarbinnen we verschillende onderzoeken uitvoeren. In hoofdstuk 6.5 leggen we dit verder uit.

35 (92)

6.3 Onderhouden wat we hebben Om het huidige rioolstelsel te onderhouden reinigen, inspecteren en repareren we het. Dit doen we om met het rioolstelsel en het watersysteem toe te werken naar de ambities uit hoofdstuk 3. We hebben dit bijgesteld op basis van de ervaringen in de verschillende fusiegemeenten. In Tabel 6-2 staat de gebruikelijke werkwijze hiervoor genoemd.

Tabel 6-2 Onderhoud in de komende jaren Object Reiniging Inspectie Reparatie Vrijvervalriolen 1x per 8 jaar + eigen 1x per 12 jaar indien nodig, na reinigingswagen inspectie Gemalen 1-3x per jaar 1x per 2 jaar indien nodig, na inspectie Drukrioleringsunits 1-2x per jaar 1x per 2 jaar indien nodig, na inspectie Persleidingen na meldingen na meldingen indien nodig, na inspectie Randvoorzieningen 1-3x per jaar 1x per 2 jaar indien nodig, na inspectie Hemelwatervoorzieningen per locatie per locatie per locatie Drainageleidingen per locatie per locatie per locatie

We gaan in gesprek met de kolkenreinigers om te bepalen hoe we het aantal meldingen over verstopte kolken naar beneden kunnen brengen. We bespreken ook of de medewerkers vaak amfibieën aantreffen in de kolken en zo ja, waar dat dan is. Indien nodig nemen we maatregelen.

Toerekening onderhoudswerkzaamheden aan rioolheffing Door de straten te vegen zorgen we ervoor dat hemelwater naar de kolken kan stromen en voorkomen we dat vervuiling in de riolering terechtkomt. We rekenen 38,5% van de kosten van het straatvegen toe aan de rioolheffing, omdat het een belangrijke bijdrage levert in het goed functioneren van de riolering.

Risico-gestuurd beheer De afgelopen jaren zijn we gestart met een meer risico-gestuurde werkwijze. De komende jaren gaan we hiermee verder. Hierbij zetten we de kans op een gebeurtenis af tegen de impact van een gebeurtenis. Als we de kans en de impact hoog inschatten, dan voeren we meer frequent of grootschaliger onderhoud uit. Als we de kans en de impact laag inschatten, dan kunnen we minder frequent (of beperkter) onderhoud uitvoeren. Een voorbeeld van een hoge kans en impact is een oud riool dat onder een drukke weg loopt. Door zo’n riool vaker te inspecteren krijgen we zicht op de kwaliteitsontwikkeling en kunnen we adequater ingrijpen als een mankement dreigt te ontstaan.

36 (92)

Voor vrijvervalriolen, gemalen en drukriolering hebben we het risico-gestuurd beheer al deels uitgewerkt. De komende jaren kijken we of we dit met praktijkgegevens kunnen aanscherpen.

Figuur 6-1 Risicogestuurd beheer voor vrijvervalriolering, gemalen en drukriolering

6.4 Vervangen Alle onderdelen van de riolering zijn op een bepaald moment aan vervanging toe. Om te bepalen of vervanging nodig is, kijken we naar: • uitkomsten van inspecties; • de leeftijd en verwachte restlevensduur; • het risico voor het systeem en voor de omgeving; • werkzaamheden in de omgeving; • mogelijkheden tot verbetering.

Om een beeld te krijgen van de toekomstige vervangingen hebben we planningen opgesteld. Deze planningen zijn voor de korte termijn gebaseerd op uitgevoerde inspecties en concrete plannen en voor de lange termijn (meer) op aannames en gehanteerde landelijke kengetallen. Om een beeld te geven van de omvang van de vervangings- werkzaamheden, drukken we ze uit in euro investeringen per jaar.

Het werkelijke vervangingsmoment is altijd een afweging tussen vele factoren. We kunnen niet exact voorspellen wanneer een onderdeel kapot gaat, daarom moeten we afgaan op de (soms beperkte) informatie die we hebben en zoeken we naar een goede afstemming met werkzaamheden in de omgeving. Voor deze vervangingsplanningen hebben we een doelmatige invulling gezocht: we willen onderdelen vervangen voordat ze kapot gaan, maar hebben weinig marge opgenomen om zoveel mogelijk precies op tijd te vervangen.

Vervangingsplanning vrijvervalriolen De vervangingsplanning vrijvervalriolen hebben we opgedeeld in beheerclusters. Elk cluster heeft een technische levensduur gekregen, op basis van een inschatting van risico’s. De risico’s van een groot riool onder een belangrijke straat zijn groter, daarom hebben deze riolen een (theoretisch) kortere levensduur gekregen. De minder belangrijke riolen in rustige straten hebben juist een langere levensduur gekregen. In Tabel 6-3 staat de technische levensduur per gebied, in Bijlage 7 staan de levensduren aangegeven op een kaart.

37 (92)

Tabel 6-3 Technische levensduur vrijvervalriolering per beheergebied Beheergebied Levensduur vrijvervalriolering Leeuwarderadeel 65 jaar Littenseradiel 60 jaar Boarnsterhim 55 jaar Cammingaburen 65 jaar Industriegebieden 60 jaar Zuiderburen 60 jaar Overig 70 jaar Hoofdroute riolering 60 jaar Hoofdontsluitingswegen 60 jaar Wijkontsluitingswegen 60 jaar Kritisch object 60 jaar

De totale vervangingswaarde van de vrijvervalriolering bedraagt circa € 398.500.000,-. Voor de komende planperiode hebben we een stabiel budget geraamd van € 1.850.000,- per jaar. Vervanging kan worden uitgesteld als mankementen worden gerepareerd, daarom hebben we ook een jaarlijks budget van € 110.000,- voor reparaties in het riool opgenomen.

Vervangingsplanning gemalen en drukrioolunits Voor de vervangingsplanning gemalen en drukrioolunits zijn we uitgegaan van onze ervaringen uit het verleden. Jaarlijks geven we hier ongeveer € 150.000,- aan uit. Dit bedrag hebben we daarom ook als budget voor de toekomst geraamd.

vervangingsplanning vrijvervalriolen €25.000.000

€20.000.000

€15.000.000

€10.000.000 Investering Investering jaar per (euro) €5.000.000

€0

2034 2022 2025 2028 2031 2037 2040 2043 2046 2049 2052 2055 2058 2061 2064 2067 2070 2073 2076 2019 Figuur 6-2 Vervangingsplanning vrijvervalriolen

38 (92)

Vervangingsplanning pers- en drukleidingen Om een goed beeld te krijgen van de levensduur van pers- en drukleidingen hebben we een inspectieprogramma gestart. Hierdoor krijgen we de komende jaren een beter beeld van de kwaliteit van onze persleidingen. Dit inspectieprogramma loopt nog en daarom hebben we in dit GRP geen vervangingsbedragen geraamd. We gebruiken de uitkomsten van de inspecties om de vervangingsopgave voor de toekomst (na 2022) in beeld te krijgen.

Vervanging overige objecten In onze riolering zitten veel bijzondere objecten, zoals schuiven, spindels en overstorten. Ook hebben we een aantal grote bergbezinkbassins en -leidingen. We nemen de vervanging van de relatief kleine onderdelen mee bij onderhoudswerkzaamheden of bij grootschalige vervanging van een groter geheel. De vervanging van bergbezinkbassins en - leidingen hebben we niet geraamd, omdat we er (voorlopig) vanuit gaan dat deze betonnen constructies nog een zeer lange (rest)levensduur hebben

Ook in het oppervlaktewatersysteem zitten objecten die moeten worden vervangen, zoals gemalen, stuwen en de beschoeiing. De vervanging van deze onderdelen wordt grotendeels meegenomen in het beheer van de oppervlaktewateren en/of is onderdeel van beheer- opgaven van andere assets/kapitaalgoederen. Deze vervangingen worden niet bekostigd uit de rioolheffing.

6.5 Verbeteren Om klimaatadaptief te worden en meer verbonden te raken met onze inwoners en bedrijven, geven we de komende jaren veel aandacht aan verschillende mogelijkheden tot verbetering.

Programma klimaatactief Leeuwarden 2035 Om Leeuwarden klimaatadaptief te maken beginnen we het programma ‘klimaatactief Leeuwarden 2035’. Ons doel is om in 2035 de zwaardere neerslag te kunnen verwerken op de manier die we in dit GRP beschrijven. Onze opstartperiode voor dit programma is de periode 2019-2020. In deze jaren stellen we een gedetailleerde planning op om Leeuwarden klimaatadaptief te maken. We bekijken per gebied welke maatregelen we willen treffen en bepalen waar de prioriteit ligt. Hiervoor kijken we naar de bekende overlastlocaties en knelpunten die uit de stresstest en/of meldingen naar voren komen en combineren dit met planningen van andere werkzaamheden. We beginnen in deze jaren al aan het klimaatadaptief maken van de grootste knelpunten. Vanaf 2021 richten we ons op de uitvoering van de gedetailleerde planning. In 2025 evalueren we het programma en stellen met de uitkomsten een planning op voor de periode tot en met 2035.

Onze voorlopige berekening toont dat we € 40.000.000,- nodig hebben om Leeuwarden klimaatactief te maken. Hierbij zijn we ervan uitgegaan dat 25% van de maatregelen ondergronds wordt genomen en 75% bovengronds. We groeien geleidelijk toe naar een volwaardige programma in deze GRP periode, waarna we uiteindelijk vanaf 2023 uitkomen op een op basis van huidige inzichten geraamd budget van € 2.750.000,- per jaar.

39 (92)

Tabel 6-4 Budget voor het klimaatactief maken van Leeuwarden jaar jaarlijks budget uitleg 2019 € 1.500.000,- In 2019 en 2020 starten we het programma op. 2020 € 1.500.000,- In 2019 en 2020 starten we het programma op. 2021 € 2.000.000,- In 2021 en 2022 pakken we meer klimaatprojecten op. 2022 € 2.000.000,- In 2021 en 2022 pakken we meer klimaatprojecten op. 2023-2035 € 2.750.000,- Vanaf 2023 draait het volledige programma.

Binnen het programma ‘klimaatactief Leeuwarden 2035 nemen we zoveel mogelijk de maatregelen mee die in BRP’n zijn benoemd. Dit zullen we ook doen met de maatregelen die uit te actualiseren BRP’n voortkomen.

Figuur 6-3 Door de stoep te verlagen kan water afstromen naar een vijver

Stimuleren van inwoners en bedrijven om Leeuwarden klimaatactief te maken Een groot deel van het stedelijk gebied is particulier bezit. Wij richten onze investeringen op het openbaar terrein, maar er liggen ook veel kansen en/of noodzaak tot maatregelen op particulier terrein. We gaan inwoners en bedrijven daarom stimuleren hun terrein klimaatactief te maken. Dit doen we door de bewustwording te vergroten en financiële steun te bieden.

Door de bewustwording te vergroten en ideeën te geven voor klimaatactieve acties, maken we inwoners en bedrijven duidelijk wat ze zelf kunnen doen. Met een financiële onder- steuning willen we ze helpen om de acties echt uit te voeren. We willen een financiële bijdrage leveren aan meerdere klimaatadaptieve maatregelen. We willen de subsidie- regeling omvormen, zodat water en riolering slechts een onderdeel zijn van het geheel. De komende tijd werken we dit verder uit en leggen we dit voor ter besluitvorming. In het GRP reserveren we hiervoor jaarlijks € 50.000,- om dit uit te kunnen voeren.

40 (92)

Goed omgaan met grondwater In Grou meten we relatief hoge grondwaterstanden en ontvangen we veel meldingen van grondwateroverlast. Op enkele plaatsen zijn ook houten paalfunderingen aanwezig. Hier leggen we leidingen in de grond die grondwater afvoeren als de grondwaterstand hoog is. We richten het systeem zo in dat er een mogelijkheid is om het grondwaterniveau aan te vullen, als toekomstige omstandigheden met erg lage grondwaterstanden hier aanleiding toe geven. Wij hebben hier nog geen ervaringen mee. We willen daarom op kleine schaal ervaring opdoen en vervolgens evalueren hoe dit systeem in de praktijk functioneert. Uiteraard doen we dit in nauw overleg met het Wetterskip Fryslân en wegen we gezamenlijk de voor- en nadelen af.

In het GRP reserveren we jaarlijks € 100.000,- om grondwatermaatregelen te nemen. Ook hebben we een budget voor grondwateronderzoeken. Eén van de grondwateronderzoeken die we gaan uitvoeren is het in kaart brengen van locaties die kwetsbaar zijn voor grond- wateroverlast of -onderlast, bijvoorbeeld woningen op houten paalfunderingen.

Verbinding zoeken met inwoners en bedrijven Onze ambities willen we samen met inwoners en bedrijven bereiken. Door een open, uitnodigende en actieve houding van ons uit zoeken we de verbinding. Informatie delen we openlijk en we betrekken inwoners en bedrijven in een vroeg stadium van projecten. In een communicatieplan werken we uit hoe we de een doelmatige samenwerking met onze inwoners, medeoverheden, onderwijsinstellingen en bedrijven willen vormgeven.

6.6 Samenwerken in de waterketen, binnen de gemeentelijke organisatie en met kennisinstellingen en bedrijven Op vele plekken is kennis aanwezig en kunnen we gezamenlijke voordelen bereiken. Samenwerken is dus belangrijk. We gebruiken hiervoor de bestaande structuren en overleggen.

Samenwerken in de waterketen In het Fries Bestuursakkoord Waterketen 2 (2016-2020) hebben we de samenwerkings- doelen voor de (afval)waterketen vastgesteld. De te bereiken kostenbesparing, kwaliteits- verbetering en kwetsbaarheidsverlaging zijn hierin uitgewerkt. In het FBWK2 hebben de onderwerpen ruimtelijke adaptatie, waterbewustzijn, educatie, waterketen in samenhang en innovatie extra aandacht gekregen. We werken hier de komende jaren in Friesland gezamenlijk aan. De bijbehorende organisatiestructuur (PBOW) gebruiken we om alle onderwerpen te bespreken die de waterketen raken. Omliggende gemeenten en het waterschap zitten hiertoe regelmatig samen, waardoor er goede persoonlijke contacten zijn ontstaan.

Samenwerken binnen de gemeentelijke organisatie Binnen onze gemeentelijke organisatie zijn veel afdelingen betrokken bij water-, riolerings- en klimaatvraagstukken. We zoeken verbanden en samenwerkingsmogelijkheden om zo te komen tot een beter resultaat voor onze inwoners en bedrijven.

Samenwerken met kennisinstellingen en bedrijven Met de Watercampus hebben we veel kennis binnen onze gemeente beschikbaar. En ook buiten onze gemeente zijn er organisaties die ons kunnen helpen. Wij staan open voor ideeën tot samenwerking. Als wij de voordelen zien van een samenwerking, dan gaan we samen aan de slag.

41 (92)

7 Wat verwachten we van anderen

7.1 Onze wensen Om de riolering goed te laten functioneren moet iedereen er zorgvuldig mee omgaan. Wij hebben hier een aantal wensen voor opgesteld.

1. Loos alleen hetgeen wat in de riolering mag komen We merken dat er soms producten en stoffen worden geloosd die niet in de riolering horen. Bijvoorbeeld doekjes worden doorgetrokken en verstoppen vervolgens rioolgemalen. Loos daarom alleen hetgeen wat in de riolering terecht mag komen. Voor alle andere stoffen zijn er andere inzamelmethoden.

2. Maak een goede rioolaansluiting Als er een verkeerde rioolaansluiting wordt gemaakt stroomt huishoudelijk afvalwater naar sloten en hemelwater naar de RWZI. Dit veroorzaakt stank, extra milieubelasting en overbelasting van de RWZI. Sluit daarom de eigen huisaansluiting op een goede manier aan op de gemeentelijke riolering.

3. Verwerk hemelwater op eigen perceel of zorg voor een goede hemelwaterafvoer Iedere perceeleigenaar moet in principe het hemelwater dat op het eigen perceel valt ook op eigen perceel verwerken. Als perceeleigenaren dit doen, dan hoeft de gemeente minder te doen. Bovendien is het duurzamer als hemelwater op eigen perceel wordt verwerkt. Als hemelwater niet op eigen perceel kan worden verwerkt, dan is er een goede hemelwater- afvoer nodig. Dit kan ondergronds (bijvoorbeeld via de riolering), maar ook oppervlakkig. We willen het water graag vasthouden waar het valt of direct in het oppervlaktewater krijgen.

7.2 Onze eisen (verplichtingen) Om een goed watersysteem te behouden hebben we ook een aantal eisen. Deze eisen zijn nu al vastgelegd in onder meer verordeningen en raadsbesluiten. Met deze eisen zorgen we voor een goed functionerende watersysteem dat wij tegen beperkte kosten kunnen onderhouden. Voor de riolering en het watersysteem belangrijke eisen staan in: • verordening rioolheffing; • verordening afvoer hemelwater en grondwater; • bouwverordening; • algemene plaatselijke verordening; • regeling subsidie afkoppelen en groene daken.

We leggen deze eisen vast en kunnen deze wanneer nodig actualiseren en/of aanpassen (bijvoorbeeld als dat aansluit bij de uitwerking van dit GRP). Het is in het algemeen belang dat iedereen zich aan de eisen houdt. Met de invoering van de Omgevingswet zorgen we ervoor dat alle relevante eisen worden opgenomen in het Omgevingsplan.

7.3 Meldingen Meldingen en klachten met betrekking tot water kan men via het ‘waterloket’ bij de gemeente melden. Het waterloket zorgt ervoor dat de meldingen bij de juiste organisatie en op de juiste plek terecht komen. Het waterloket maakt onderdeel uit van het klanten contact centrum (KCC).

8 Wat hebben we hiervoor nodig

8.1 Personele capaciteit Huidige situatie Binnen gemeente Leeuwarden wordt 18 fte direct toegerekend aan de rioleringszorg. Hiervan werkt 5 fte in de binnendienst en 13 fte in de buitendienst. Deze medewerkers voeren zeer verschillende werkzaamheden uit, van beleid tot uitvoering tot toezicht op werkzaamheden. We hebben ervoor gekozen om alle taken waar we snel iemand voor willen/moeten kunnen inzetten binnen de eigen organisatie in te vullen. Het gaat dan bijvoorbeeld om monteurs, rioolreinigers en databeheerders. Ook hebben we ervoor gekozen om een bij onze gemeente passende rol te vervullen in de regio, waarvoor we tijd vrij maken om mede regionale vraagstukken op te pakken.

De laatste jaren ervaren de betrokken medewerkers een toenemende werkdruk. Er komen steeds meer vraagstukken en ambities op hen af, er is nieuw grondgebied bijgekomen en ook het aantal bouwplannen neemt weer sterk toe.

Gewenste situatie Met behulp van de rekentool uit de Kennisbank van brancheorganisatie RIONED is uitgerekend hoeveel fte nodig is om de geplande werkzaamheden uit te voeren. De rekentool geeft slechts een indicatie van het aantal benodigde fte’s, want elke organisatie is anders ingericht en kent andere medewerkers. Een belangrijke factor is de mate van uitbesteding, want hoe meer werkzaamheden zelf worden gedaan hoe meer fte er binnen de eigen organisatie nodig is. Om een beeld te geven zijn daarom het aantal benodigde fte’s bij minimaal en maximaal uitbesteden van werkzaamheden aangegeven. Voor de gemeente Leeuwarden betekent dit dat er 8,0 tot 29,4 fte nodig is.

Minimaal uitbesteden Maximaal uitbesteden tijdsbesteding fte (175 dagen/jaar) tijdsbesteding fte (175 dagen/jaar) dagen 2,302857 dagen Planvorming, onderzoek en facilitair 900 5,1 403 2,3 Onderhoud 3571 20,4 734 4,2 Maatregelen 670 3,8 268 1,5 Totaal 5141 29,4 1405 8,0

Conclusie De huidige personele capaciteit ligt net onder het gemiddelde en binnen de bandbreedte van het berekende minimum en maximum. Door een aantal werkzaamheden uit te besteden word tot op heden voorzien in het invullen van alle aan de riolering gerelateerde werkzaamheden.

Ten opzichte van het vigerende GRP (2015-2018) is er een toename in de formatie bij de buitendienst (+1,5 fte) als gevolg van onder meer de herindelingen. Voor de extra (binnendienst-)werkzaamheden heeft geen noemenswaardige aanpassing (+0,5 fte) van de formatie plaatsgevonden. Door het extern/intern uitbesteden van werkzaamheden en het hiervoor meebegroten van middelen kan in de capaciteitsvraag tot op heden worden voorzien. Met de hoge ambitie die we stellen - in 2035 klimaatadaptief - zullen er echter meer werkzaamheden bijkomen. We hebben ook dit capaciteitstekort voorlopig geraamd in de opgenomen middelen binnen de planperiode van dit GRP.

44 (92)

8.2 Kostendekking rioolheffing

8.2.1 Uitgaven voor de komende jaren De komende planperiode verwachten we iets meer dan € 9.000.000,- per jaar uit te geven aan de rioleringszorg. In Tabel 8-1 is een samenvatting te zien van de posten waaraan dit wordt uitgegeven, een volledig overzicht staat in Bijlage 5.

Tabel 8-1 Samenvatting rioleringsbegroting Posten 2019 2020 2021 2022 Onderzoek 153.000 153.000 103.000 138.000 Inspectie 135.000 135.000 135.000 135.000 Regulier onderhoud 490.000 494.000 498.000 502.000 Grondwater 55.000 55.000 55.000 55.000 Overige exploitatiekosten 364.000 367.000 373.000 378.000 Organisatie- c.q. personeelskosten 1.178.000 1.178.000 1.178.000 1.178.000 Toerekeningen 1.114.000 1.124.000 1.134.000 1.144.000 Kapitaallasten 2.864.000 2.909.000 2.973.000 3.039.000 Investeringen, vervanging en reparaties 2.685.000 2.685.000 2.810.000 2.810.000

8.2.2 Uitgangspunten kostendekkingsberekening Voor onze kostendekkingsberekening hebben we grotendeels dezelfde uitgangspunten gebruikt als bij het opstellen van het GRP Leeuwarden 2015-2018. Belangrijke uitgangspunten zijn: • we streven naar een 100% kostendekkend tarief: alle toe te rekenen kosten verwerken we in het tarief; • we rekenen de kosten van aanleg van nieuwe riolering (bij nieuwbouw) toe aan de projecten en niet aan de rioolheffing; • we rekenen de btw volledig toe aan de rioolheffing; • we houden in de kostendekkingsberekening geen rekening met inflatie; • we rekenen geen rente toe aan de tegoeden in de voorziening en reserve; • we rekenen 2% rente over kapitaallasten. Hiermee gebruiken we het huidige rentepercentage voor een lange termijn berekening. (Een wijziging van dit rentepercentage kan grote invloed hebben op de kostendekkingsberekening).

Tot op heden heeft (oud)-Leeuwarden investeringen direct afgeschreven, waardoor er geen leningen nodig waren. Door de gemeentelijke herindelingen krijgen we de kapitaallasten toegewezen die binnen ons nieuwe grondgebied zijn gemaakt door Boarnsterhim, Littenseradiel en Leeuwarderadeel. Het is niet mogelijk om deze in één keer af te lossen, daarom hebben we de komende jaren nog oude kapitaallasten die we toerekenen aan de rioolheffing.

We merken dat de investeringen in het klimaatactief maken van Leeuwarden fors invloed uit gaan oefenen op de benodigde rioolheffing. Bovengrondse investeringen in het klimaatactief maken van Leeuwarden schrijven we af. Alle ondergrondse verbeterinvesteringen combineren we met rioolvervanging en schrijven we zo mogelijk direct af (ideaalcomplex), alle bovengrondse verbeterinvesteringen schrijven we af over een periode van 20 jaar.

45 (92)

In de verordening rioolheffingen 2018 staat beschreven van wie we de rioolheffing innen. Dit gebeurt van de eigenaren en gebruikers van percelen naar respectievelijk WOZ-waarde en gestaffeld drinkwaterverbruik (met onderscheid in woning, recreatiewoning en bedrijf). We zijn ervan uitgegaan dat deze methodiek in de komende planperiode gelijk blijft.

8.2.3 Uitkomst kostendekkingsberekening Uit de kostendekkingsberekening blijkt dat de uitgaven aan riolering op lange termijn stijgen tot ongeveer 15 miljoen euro per jaar. Dit is te zien in Figuur 8-1. Deze stijging was al voorzien in het aflopende GRP, hier zijn de klimaatmaatregelen en de extra vervangingsinvesteringen en kapitaallasten van de fusiegemeenten bijgekomen.

Ontwikkeling uitgaven 16.000.000

14.000.000

12.000.000

10.000.000

8.000.000

6.000.000

4.000.000

2.000.000

Uitgaven Uitgaven riolering (euro, per jaar) 0

2022 2025 2028 2031 2034 2037 2040 2043 2046 2049 2052 2055 2058 2061 2064 2067 2070 2073 2076 2019 Figuur 8-1 Ontwikkeling uitgaven

8.3 Scenario’s kostendekkingberekening Er zijn twee scenario’s voor de kostendekking doorgerekend. De klimaatmaatregelen zijn hierbij voor 100% (€ 40 mln.) meegenomen. De onttrekking aan voorziening is afgevlakt op maximaal € 5,5 mln. per jaar.

Scenario a: Met ondergrondse klimaatmaatregelen maar zonder bovengrondse klimaatmaatregelen. Hierbij is geen extra opbrengstverhoging nodig om de voorziening niet negatief te laten worden. Scenario b: Met ondergrondse en bovengrondse klimaatmaatregelen. Hierbij is vanaf 2023 tot 2042 een extra opbrengstverhoging van 0,95% per jaar nodig om de voorziening niet negatief te laten worden. In 2039 is de voorziening nagenoeg 0, om daarna weer te stijgen.

We merken op dat de komende jaren de benodigde klimaatmaatregelen verder worden uitgewerkt en verfijnd. Bij het volgende GRP (vanaf 2023, of eerder als dat nodig blijkt te zijn) zal deze informatie worden gebruikt om de kostendekkingsberekening te actualiseren en te verfijnen.

46 (92)

.

Ontwikkeling voorziening 100.000.000

80.000.000

60.000.000

40.000.000

20.000.000

0 Stan voorziening Stan voorziening (in euro)

Scenario a Scenario b

Figuur 8-2 Ontwikkeling van de voorziening bij verschillende scenario's

8.4 Kostenbesparing In het Fries Bestuursakkoord Waterketen hebben we afgesproken dat er in geheel Friesland 12 miljoen ‘minder meer’ kosten in de gehele (afval)waterketen zouden zijn in 2020 ten opzichte van de prognose zoals die 2010 is maakt. Dit betekent dat er een besparing moet zijn over de in 2010 verwachte uitgaven voor 2020.

Ondertussen is het onderwerp klimaat een belangrijke rol gaan spelen. Maatregelen ten behoeve van aanpassingen aan het veranderende klimaat komen nu (deels) ten laste aan de rioolheffing. Deze ontwikkeling was niet voorzien in 2010. In de berekening van de kostenbesparing nemen we daarom alleen de uitgaven mee die in 2010 waren geraamd. Met de huidige kostendekkingberekening behalen we dan een besparing. De totale lasten opgenomen in de rioleringsbegroting zijn 4,9% lager dan de geïndexeerde bedragen uit het GRP 2008-2012. Totale lasten opgenomen in rioleringsbegroting 14.000.000 12.000.000 10.000.000 8.000.000 6.000.000 4.000.000

2.000.000 Jaarlijkse lasten (euro) - 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

GRP 2008-2012 GRP 2019-2022

Figuur 8-3 Ontwikkeling directe lasten rioleringszorg

47 (92)

Bijlage 1 – Evaluatie afgelopen jaren

Voor het GRP Leeuwarden 2015-2018 en het GRP Leeuwarderadeel 2015-2018 hebben we geïnventariseerd of de opgenomen acties zijn uitgevoerd. De uitkomsten hebben we in onderstaande tabellen vastgelegd. We hebben het GRP Littenseradiel niet geëvalueerd, omdat dit GRP slechts voor een beperkt deel van het nieuwe grondgebied van Leeuwarden van toepassing was en daardoor geen goede koppeling kan worden gelegd met de huidige situatie.

GRP Leeuwarden 2015-2018 Knelpunt/ zorgpunt Actie stedelijk Kosten Jaar Uitgevoerd Wanneer? afvalwater (ja/nee) Ongerioleerde Aanleg riolering en € 140.000 2015 ja 2017 panden/woonschepe aansluiten n woonschepen + 1 woning Leppedyk te Hemelwateraansluiti Uitvoeren onderzoek t.l.v. jaarlijks 2015- deels Loopt nog ngen op naar budget van € 2018 drukriolering verbeteringsmogelijkh 250.000 voor recreatiegebied Yn’e eden in overleg met aanleg HWA- Lijte betrokken eigenaren riolering Beperkte Doorvoeren van € 400.000 2015- onderzoek 2015-2017 toegankelijkheid en aanpassingen 2018 uitgevoerd, geen dichtslibben zinkers aanleiding tot maatregelen Riolering in Zo mogelijk P.M. 2015- nee, geen particuliere verplaatsen leidingen 2018 infrastr. achtertuinen (oud- naar voorzijde van de Ingrepen Boarnsterhim) percelen i.c.m. geweest waar dit infrastructurele aan de orde ingrepen ter plaatse was. Risico op Aanpassen riolering in € 66.000 2017 ja 2017 wateroverlast/milieu combinatie met vervuiling Reduzum rioolvervanging in Reduzum Onvoldoende Doorvoeren t.l.v. jaarlijks 2015- nee, de zelfreinigend aanpassingen budget 2018 noodzaak wordt vermogen gemalen c.a. momenteel niet randvoorzieningen gevoeld oud-Boarnsterhim Versnelde Anticiperen via t.l.v. 2015- ja doorlopend aantasting op rioolvervangingsplanni rioolvervangin 2018 locaties met sterk ng gsprogramma verzakte riolering (oud-Boarnsterhim) Versnelde Uitvoeren onderzoek t.l.v. exploitatie 2015- ja 2017 aantasting mogelijk naar de mogelijke 2018 als gevolg van oorzaak lozing proceswater te Jirnsum

Knelpunt/ zorgpunt Actie hemelwater Kosten Jaar Uitgevoerd Wanneer? (ja/nee)

50 (92)

Afwijking theoretisch Uitvoeren intensief t.l.v. 2015- ja 2015-2017 en werkelijk meet- en gereserveerde 2018 functioneren monitoringsproject om middelen voor riolering oud- het rioleringsmodel te meet- en Leeuwarden kalibreren. Hierbij monitorings- vindt afstemming project plaats met Wetterskip Fryslân Wijzigingen in Onderzoek werkwijze t.l.v. exploitatie 2015- nee afvoerend oppervlak registratie afvoerend 2018 verhard oppervlak Stimuleren Doorzetten t.l.v. jaarlijks 2015- ja doorlopend afkoppelen/aanleg stimuleringsregeling budget van € 2018 groene daken 50.000 Oplossen Bij vervanging van € 250.000/jaar ja Meerdere (toekomstige) riolen bijleggen extra projecten wateroverlastsituatie hemelwaterriolen verspreid in s (HWA-riolen) de planperiode Wateroverlast ter Aanleg hemelwater € 75.000 2015 ja 2016 plaatse van: riolering in ’s

Huizum-West Hondecoeterstraat

Reinier de Graafstraat

Knelpunt/ zorgpunt Actie grondwater Kosten Jaar Uitgevoerd Wanneer? (ja/nee) Onvoldoende inzicht Uitbreiding € 40.000 2015 Ja 2016 in grondwatermeetnet in grondwaterstandsve Grou en rloop binnen (noordelijk deel van noordelijk deel oud- oud- Boarnsterhim) Boarnsterhim Risico op Specifieke aandacht t.l.v. jaarlijks 2015- ja, monitoring in Planperiode grondwateroverlast voor deze gebieden in budget van € 2018 via meetnet Westeinde, Achter het kader van 100.000 de Hoven en Nijlân monitoring Woningen op houten Inventarisatie t.l.v. jaarlijks 2015- deels (in Grou) 2017 palen in gebieden woningen op houten budget van € 2018 met diepgelegen palen plus analyse 100.000 lekkende van de riolen/infiltratieriolen grondwatermetingen

51 (92)

Knelpunt/ zorgpunt Actie bedrijfsvoering Kosten Jaar Uitgevoerd Wanneer? (ja/nee) Wettelijke termijn Aanscherping interne t.l.v. exploitatie 2015 ja Doorlopend doorvoeren als externe revisiegegevens (aannemers) procedures en handhaving Ontbreken koppeling Op korte termijn t.l.v. exploitatie 2015- ja/in uitvoering 2017/2018 rioolinspectiegegeve onderzoeken in 2018 ns met hoeverre huidig beheersysteem beheersysteem daarin kan voorzien + eventueel tijdelijke oplossing. Op lange(re) termijn doorvoeren in nieuw aan te schaffen rioleringsbeheersystee m Categorisering Goede instructie van t.l.v. exploitatie 2015 ja meldingen de medewerkers van het KCC (frontoffice). Meldingen die niet juist zijn gecategoriseerd in de juiste categorie plaatsen (backoffice) Gebrek aan Opstellen t.l.v. exploitatie 2015- nee calamiteitenplan calamiteitenplan 2016 samen met o.a. Wetterskip Fryslân Afvalwaterketenbelei Opstellen t.l.v. exploitatie 2015- ja d afvalwaterketenbeleid 2016 splan samen met o.a. Wetterskip Fryslân Het bijhouden van Onderzoek welk t.l.v. exploitatie 2015- nee het afvoerend systeem zich het 2018 verhard oppervlak beste leent. Jaarlijks gebeurt in wijzigingen muteren verschillende systemen Bezuinigingsopgave Onderzoek t.l.v. exploitatie 2015- ja mogelijkheid/haalbaar 2018 heid optimalisaties door toepassing risicogestuurd rioolbeheer Verhogen Opstellen € 25.000 2015 FBWK + actie waterbewustzijn communicatieplan ‘we winden er geen doekjes om’

52 (92)

GRP Leeuwarderadeel 2015-2018

Knelpunt/ zorgpunt Actie maatregelen Kosten Jaar Uitgevoerd Wanneer? (ja/nee) Vervangen/relinen van €177.442 Jaarlij ja vrijvervalriolering ks 2015- 2018 Verbetermaatregel €406.000 2015 ja 2014/2015 Kastanjeleane/ ’t Heechhof Afkoppelen van €100.000 Jaarlij ja Doorlopend hemelwater ks projecten 2015- 2028 Slechte staat Reparatiemaatregelen €100.000 2015 ja rioolstelsel Leeuwarderadeel

53 (92)

Knelpunt/ zorgpunt Actie onderzoeken Kosten Jaar Uitgevoerd Wanneer? (ja/nee) • Reinigen en Dienstverlenin Jaarlij ja inspecteren riolering gsovereenkom ks • detailbeoordeling van inspecties st met 2015- • beheer gemalen gemeente 2018 (inspectie, Leeuwarden beheer/onderhoud, storingen) • databeheer, KLIC- meldingen, telemetriebeheer beleidsadvies, jaarplannen, managementrapportag e, overleg Ad hoc onderzoek / €10.000 Jaarlij advisering derden ks 2015- 2018 Bijdrage FBWK/ €2.500 Jaarlij waterambassadeur ks 2015- 2018 Realiseren meetplan €75.000 2015 nee stedelijk afvalwater Uitlezen dataloggers €2.000 2015- ja grondwatermeetnet 2018 Opstellen visie €25.000 2017 nee hemelwaterstructuur Hemelwater- €25.000 Jaarlij /grondwateronderzoek ks 2015- 2018 Gemeente Ombouwen €25.000 2015 ja leeuwarden gaat rioolgemalen naar rioolbeheer telemetriesysteem van uitvoeren Leeuwarden

54 (92)

Bijlage 2 - Wet- en regelgeving, plannen en visies

Voor het opstellen van dit GRP hebben we bekeken welke relaties van belang zijn en dit hebben we meegenomen bij de uitwerking van het GRP. Hier leggen we uit waar wij relaties leggen.

Internationale plannen Sustainable development goals De gemeente Leeuwarden is een internationale gemeente die zeer actief is op het gebied van water. Hierom zijn de ’sustainable development goals’ van de Verenigde Naties belangrijk. Internationaal zijn er 17 doelen gesteld die in 2030 moeten zijn behaald en de gemeente Leeuwarden zet zich in om hierin een bijdrage te leveren. Een aantal doelen heeft een relatie met de watertaken van een gemeente.

Geen armoede Geen honger Goede gezondheid Kwalitatief onderwijs Sekse gelijkheid en welzijn

Schoon water en Betaalbare en Fatsoenlijk werk en Industrie, innovatie Minder ongelijkheid sanitair schone energie economische groei en infrastructuur

Duurzame steden Verantwoordelijke Klimaat actie Leven onder water Leven op land en consumptie en gemeenschappen productie

Vrede, Samenwerking voor gerechtigheid en de doelen sterke instituties

Kader Richtlijn Water (KRW) De Kader Richtlijn Water (KRW) is een Europese richtlijn met betrekking tot de waterkwaliteit. In de KRW staan eisen opgenomen waar de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater aan moet voldoen. Het waterschap en de gemeente hebben beiden belang bij een goede waterkwaliteit in Leeuwarden. We bekijken het water systeemgericht en zorgen gezamenlijk voor een goede waterkwaliteit.

Nationale wetgeving, plannen en ontwikkelingen Zorgplichten stedelijk water In de Wet Milieubeheer en Waterwet zijn zorgplichten opgenomen, die ons verplichten om sommige taken op ons te nemen. De zorgplicht stedelijk afvalwater heeft een meer verplichtend karakter dan de zorgplichten voor hemelwater en grondwater.

Zorgplicht stedelijk afvalwater Op grond van de Wet milieubeheer artikel 10.33 is elke gemeente verantwoordelijk voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt van de in de gemeente gelegen percelen. Alle percelen binnen de bebouwde kom zijn daarom aangesloten op (vrijverval)riolering. Buiten de bebouwde kom zijn alle percelen aangesloten op vrijvervalriolering, drukriolering, IBA of een geoorloofd alternatief. Het waterschap heeft op grond van artikel 2.4 uit de Waterwet de verplichting om het afvalwater te zuiveren (of te laten zuiveren door een andere partij).

Zorgplicht hemelwater Vanuit de Waterwet artikel 3.5 zijn gemeenten verantwoordelijk voor een doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater. Deze verantwoordelijkheid geldt alleen zolang degenen die zich wil ontdoen van het hemelwater niet redelijkerwijs de mogelijkheid heeft om het hemelwater zelf in de bodem of op het oppervlaktewater te lozen.

Zorgplicht grondwater In de Waterwet, artikel 3.6, is bepaald dat de gemeente de zorg heeft om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Dit doet de gemeente door maatregelen te treffen in het openbaar gemeentelijke gebied voor zover deze doelmatig zijn en niet tot de zorg van de beheerder of de provincie behoort.

Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie Op nationaal niveau wordt in het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie opgeroepen om de leefomgeving voor te bereiden op klimaatverandering. Hierin is als doel gesteld dat Nederland in 2050 klimaatbestendig ingericht moet zijn. Er zijn 7 ambities vastgesteld:

56 (92)

Kwetsbaarheid in Uitvoeringsagenda Risicodialoog beeld brengen opstellen voeren en strategie opstellen

Reguleren en Meekoppelkansen Stimuleren en Handelen bij borgen benutten faciliteren calamiteiten Figuur 3-2: Deltaprogramma ruimtelijke adaptatie, de 7 ambities

Omgevingswet Naar verwachting treedt in 2021 de nieuwe omgevingswet in werking. Het doel van de Omgevingswet is om de regelgeving inzichtelijker, samenhangender en meer gebiedsgericht te maken, en om sneller tot besluitvorming te komen. Om dit te bereiken vervalt veel nationale regelgeving, wat ruimte geeft om op gemeentelijk niveau zaken gebiedsspecifiek vast te leggen. De planverplichting van het GRP zal met de inwerkingtreding van de Omgevingswet vervallen. De zorgplichten voor stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en grondwater blijven wel bestaan. Dit GRP is zo opgezet dat deze makkelijk overgenomen kan worden in de planstructuur van de nieuwe Omgevingswet.

Lokale plannen en ontwikkelingen

Herindeling gemeente Leeuwarden is per 1 januari 2018 heringedeeld. Leeuwarderadeel en het noordoostelijk deel van Littenseradiel zijn aan gemeente Leeuwarden toegevoegd. We harmoniseren het beleid op het gebied van riolering van deze drie gebieden in dit GRP.

Besparingsopgave Vanuit het Fries Bestuursakkoord WaterKeten 2.0 (FBWK 2.0) is een besparingsopgave opgelegd. In het GRP 2015- 2018 hebben we 1,1 miljoen van deze besparing ingevuld door een risico-gestuurde benadering toe te passen en vrijvervalriolen later te vervangen en te besparen op Figuur 3-3: Gemeente Leeuwarden onderdelen van het beheer. na de herindeling van 2018

Overdracht Stedelijk Water (OSW) Van oudsher zijn waterschappen verantwoordelijk voor het waterbeheer in het landelijk gebied en gemeente voeren het beheer uit van het stedelijk water. Door de inwerkingtreding van de Waterwet (2009) komt de verantwoordelijkheid voor het waterbeheer bij de waterschappen te liggen. In een overeenkomst is vastgelegd dat de gemeente het

57 (92)

onderhoud aan het stedelijk water blijft uitvoeren tegen een vergoeding door het waterschap. Voor alle Friese gemeenten is een gelijke overeenkomst rondom overdracht van het stedelijk water.

De afspraken zijn vastgelegd in de overeenkomst “Overeenkomst met betrekking tot onderhoud van wateren en overname van kunstwerken in bebouwde gebieden.” van de datum 17-11-2016 met de kernmerken WFN1611608 (Leeuwarden), WFN1611614 (Littenseradiel) en WFN1611611 (Leeuwarderadeel).

58 (92)

Bijlage 3 – Manifest de klimaatbestendige stad

59 (92)

Bijlage 4 - DoFeMaMe

Met de Doelen, Functionele eisen, Maatstaven en meetmethoden worden de vereisten aan het rioolstelsel nader uitgewerkt. Het geeft handvatten voor de uitvoering van onderzoeken en andere werkzaamheden.

We proberen in de DofeMaMe zo concreet mogelijk te beschrijven wat we willen bereiken. Op sommige punten is dit nog lastig, daarom hebben we een omschrijving gegeven en dat vak vervolgens groen gemarkeerd. De komende jaren proberen we uit of we met deze omschrijving goed kunnen werken.

Doel 1. Zorgen voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden 1a. Alle percelen op het gemeentelijk gebied waar Alle percelen binnen of buiten bebouwde kom moeten Registratie van lozingssituatie van de percelen afvalwater vrijkomt moeten van een aangesloten zijn op riolering of op een lokale binnen en buiten de bebouwde kom. rioleringsaansluiting zijn voorzien, uitgezonderd bij behandeling van het afvalwater (IBA) als dit eenzelfde specifieke situaties waar lokale behandeling een graad van milieubescherming biedt tenzij dit niet zelfde graad van milieubescherming biedt. doelmatig is met het oog op kosten en milieu (zorgplichtbepalingen Lozingenbesluiten) 1b. Er dienen geen ongewenste lozingen op de riolering Geen overtredingen van de Lozingsvoorwaarden uit de Controle, handhaving en registratie plaats te vinden. lozingenbesluiten. Geen zichtbare vervuiling in oppervlaktewater door Waarnemingen, meldingen foutaansluitingen 1c. Het scheiden van (afval) waterstromen in huishoudens, Toepassen gescheiden systemen in huishoudens, Controle, handhaving en registratie in het kader bedrijven en industrie dient te worden bevorderd. bedrijven en industrie bij herinrichting van wijken. van bouwvergunningen.

1d. De aansluitleidingen waar de gemeente Geen klachten over functioneren aansluitleidingen Meldingen- en klachtenregistratie verantwoordelijk voor is, moeten in goede staat zijn. 1e. Riolen en andere objecten dienen in hoge mate Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid en stabiliteit Visuele inspectie met classificatie volgens NEN waterdicht te zijn, zodanig dat de hoeveelheid mogen niet voorkomen. 3399. uittredend en intredend rioolwater beperkt blijft. 1f. Geen onaanvaardbare gezondheidsrisico's door Kans op blootstelling aan rioolwater mag niet groter Hydraulische berekening rioolwater zijn dan bij een goed functionerend referentiesysteem.

1g. De afstroming dient gewaarborgd te zijn Ingrijpmaatstaven voor afstroming mogen niet Visuele inspectie met classificatie volgens NEN voorkomen. 3399 Hoeveelheid vuil maximaal 10% Registratie reinigers 1h. Het afvalwater dient zonder overmatige aanrotting de Verblijftijd van het afvalwater in het stelsel niet langer Hydraulische berekeningen rwzi te bereiken. dan 15 uur. Stank mag niet voorkomen Meldingen 1i. De afvoercapaciteit van de riolering voor afvalwater Geen water in panden bij een bui van 60mm, geen Hydraulische berekeningen conform Kennisbank moet toereikend zijn om het aanbod bij hevige water op straat bij bui 08 (Kennisbank stedelijk water) stedelijk water Riolering C2100 met gekalibreerd neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd bij model bij een gebeurtenis met een herhalingstijd bepaalde buitengewone omstandigheden. van T=2 jaar (bui08) en T=100; Inforworks, WOLK of 3Di berekening; meldingen en klachtenregistratie 1j. De objecten moeten in goede staat zijn. Bij belangrijke riolen geen ingrijpmaatstaven voor Visuele inspectie met classificatie volgens NEN waterdichtheid en stabiliteit. 3399. Risicoriolen zijn riolen onder hoofdwegen, bij winkels en bedrijven, naar gemalen en overstorten.

Doel 2. Zorgen voor inzameling en verwerking van hemelwater (voor zover niet door de particulier) Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden 2a. Voor zover rendabel afkoppelen van schoon Afkoppelen indien technisch uitvoerbaar, bij Optimalisatie milieurendement, conform hemelwater zonder wateroverlast en ongewenste herstructureringen en werk- met werk. afspraken met waterschap milieuverontreiniging te veroorzaken. 2b. Schoon hemelwater zal bij voorkeur worden Percelen bieden alleen hemelwater aan als zij het Visuele waarnemingen en meldingenregistratie. hergebruikt en/of geinfiltreerd in de bodem dan wel redelijkwijs zelf niet kunnen gebruiken, infiltreren of afgevoerd middels bufferbassins en/of lozen op oppervlaktewater. afwateringssloten. Zo min mogelijk 'schoon' water naar de RWZI Overleg met Waterschap hoeveel 'zo min mogelijk' is, uitgedrukt in mm/h 2c. De instroming in riolen via de kolken dient ongehinderd Aantal kolken waar regelmatig klachten/meldingen Meldingenregistratie. plaats te vinden. over komen minder dan 1% 2d. Beperkte hoeveelheid intredend grondwater. Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid mogen niet Visuele inspectie met classificatie volgens NEN voorkomen. 3399 2e. Geen inzameling van drainagewater via gemengde Drains zijn niet op gemengde en/of dwa-riolen Waarneming en metingen. en/of dwa riolen. aangesloten. 2f. Geen ongewenste lozingen op de riolering Geen zichtbare vervuiling in oppervlaktewater door Waarnemingen, meldingen foutaansluitingen 2g. De afvoercapaciteit van de riolering (in brede zin) moet Geen water in panden bij een bui van 60mm, geen Hydraulische berekeningen conform Kennisbank toereikend zijn om het aanbod van afvalwatger bij water op straat bij bui 08 (Kennisbank stedelijk water) stedelijk water Riolering C2100 met gekalibreerd hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd bij model bij een gebeurtenis met een herhalingstijd bepaalde buitengewone omstandigheden. van T=2 jaar (bui08) en T=100; Inforworks, WOLK of 3Di berekening; meldingen en klachtenregistratie De afvoercapacteit van gemeentelijke oppervlaktewateren moet voldoende om overtollige neerslag te kunnen afvoeren, behalve in extreme situaties. 2h. De vuiluitworp door overstortingen op oppervlaktewater De vuiluitworp mag de doelstelling voor de Toetsing oppervlaktewaterkwaliteit. dient beperkt te zijn. oppervlaktewaterkwaliteit niet in gevaar brengen. Waarnemingen: Ecoscan, veldbezoek Geen klachten over oppervlaktewater behalve bij Meldingen extreme situaties 2i. De vervuilingstoestand van de riolering dient Ingrijpmaatstaven voor afstroming mogen niet Visuele inspectie met classificatie volgens NEN acceptabel te zijn. voorkomen. 3399 en hydraulische berekening. Hoeveelheid uitkomend vuil maximaal 10% Registratie reinigers

2j. Riolen en andere objecten dienen in hoge mate Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid en stabiliteit Visuele inspectie met classificatie volgens NEN waterdicht te zijn, zodanig dat de hoeveelheid mogen niet voorkomen. 3399. uittredend rioolwater beperkt blijft. Bij gerede twijfel moet bij afpersen de hoeveelheid Afpersen als er op andere gronden twijfel is over uittredend rioolwater binnen de normen blijven. de waterdichtheid.

2k. De objecten moeten in goede staat zijn. Bij belangrijke riolen geen ingrijpmaatstaven voor Visuele inspectie met classificatie volgens NEN waterdichtheid en stabiliteit. 3399. Risicoriolen zijn riolen onder hoofdwegen, bij winkels en bedrijven, naar gemalen en overstorten.

Doel 3. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden 3a. Adequate afvoer van overtollig grondwater (bij te hoge 5a1 De ontwateringsdiepte is minimaal 70 cm Onderzoek grondwaterstanden eventueel in grondwaterstanden) beneden maaiveld, die maximaal 3 maanden per jaar combinatie met grondwatermodellering. mag worden overschreden. (bestemmings- en inrichtingsfase). 5a2 GHG<50 cm-mv: bij groot onderhoud aan de weg Peilbuizenregistratie of riolering treffen van grondwatermaatregelen. (beheerfase) 5a3 GHG 50-70 cm-mv: bij groot onderhoud aan weg Peilbuizenregistratie of riolering onderzoek uitvoeren. (beheerfase) 5a4 GHG>70 cm-mv: geen maatregelen. (beheerfase) Peilbuizenregistratie

We hebben de nieuwe functionele eisen getoetst aan de huidige situatie om te beoordelen wat de aandachtspunten zijn. Hieruit blijkt dat er de volgende aandachtspunten zijn: het aansluiten van percelen op riolering, het reinigen van kolken, de afvoercapaciteit van de riolering, het hergebruik van hemelwater en de grondwaterstanden.

61 (92)

Doel 1. Zorgen voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater Functionele eisen Toetsing Uitleg 1a. Alle percelen op het gemeentelijk gebied waar afvalwater vrijkomt moeten van bijna alle percelen zijn aangesloten, of een rioleringsaansluiting zijn voorzien, uitgezonderd bij specifieke situaties ☺ hebben een voorziening voor de behandeling waar lokale behandeling een zelfde graad van milieubescherming biedt. van afvalwater 1b. Er dienen geen ongewenste lozingen op de riolering plaats te vinden. ☺ uit controles blijkt geen overtreding 1c. Het scheiden van (afval) waterstromen in huishoudens, bedrijven en industrie ☺ bij nieuwbouw wordt altijd een gescheiden dient te worden bevorderd. rioolstelsel aangelegd 1d. De aansluitleidingen waar de gemeente verantwoordelijk voor is, moeten in ☺ de ontvangen meldingen zijn snel opgelost goede staat zijn. 1e. Riolen en andere objecten dienen in hoge mate waterdicht te zijn, zodanig dat ☺ riolering worden regelmatig geïnspecteerd, de hoeveelheid uittredend en intredend rioolwater beperkt blijft. gebreken worden aangepakt 1f. Geen onaanvaardbare gezondheidsrisico's door rioolwater ☺ aandachtspunten uit BRP worden aangepakt 1g. De afstroming dient gewaarborgd te zijn ☺ uit inspectie komen enkele keren maatregelen naar voren, deze worden snel uitgevoerd; uit meldingen komen geen locaties naar voren met verstoppingen 1h. Het afvalwater dient zonder overmatige aanrotting de rwzi te bereiken. ☺ uit BRP blijkt geen lange verblijftijd, er zijn geen stankmeldingen 1j. De afvoercapaciteit van de riolering voor afvalwater moet toereikend zijn om het ☺ aandachtspunten uit BRP worden aangepakt aanbod bij hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd bij bepaalde buitengewone omstandigheden. 1i. De objecten moeten in goede staat zijn. ☺ riolering wordt regelmatig geïnspecteerd, gebreken worden aangepakt; meldingen worden snel opgelost, geen mankementen bekend

Doel 2. Zorgen voor inzameling en verwerking van hemelwater (voor zover niet door de particulier) Functionele eisen Toetsing Uitleg 3a. Voor zover rendabel afkoppelen van schoon hemelwater zonder wateroverlast bij nieuwbouw wordt niet aangesloten en ongewenste milieuverontreiniging te veroorzaken. ☺ 3b. Schoon hemelwater zal bij voorkeur worden hergebruikt en/of geinfiltreerd in de er wordt nog veel hemelwater aangeboden bodem dan wel afgevoerd middels bufferbassins en/of afwateringssloten.  vanaf percelen, in een groot deel van de gemeente liggen nog gemengde riolen 3c. De instroming in riolen via de kolken dient ongehinderd plaats te vinden. kolken worden regelmatig gereinigd, veel ☺ meldingen over verstopte kolken 3d. Beperkte hoeveelheid intredend grondwater. riolering worden regelmatig geïnspecteerd, ☺ gebreken worden aangepakt 3e. Geen inzameling van drainagewater via gemengde en/of dwa riolen. drainagewater wordt niet aangesloten op ☺ bestaand riool 3f. Geen ongewenste lozingen op de riolering enkele keren een melding van verontreiniging ☺ in oppervlaktewater, dan wordt onderzoek gedaan 3g. De afvoercapaciteit van de riolering (in brede zin) moet toereikend zijn om het uit BRP en meldingen komen enkele locaties aanbod van afvalwater bij hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd ☺ naar voren waar de afvoer ontoereikend is, bij bepaalde buitengewone omstandigheden. hier worden maatregelen getroffen 3h. De vuiluitworp door overstortingen op oppervlaktewater dient beperkt te zijn. ☺ BRP berekeningen geven aan dat de vuiluitworp binnen de normen ligt, metingen aan overstorten geven extra informatie; geen meldingen ontvangen van verontreiniging na overstorting 3i De vervuilingstoestand van de riolering dient acceptabel te zijn. ☺ riolering worden regelmatig geïnspecteerd, gebreken worden aangepakt; uit meldingen komen geen locaties naar voren met verstoppingen 3j. Riolen en andere objecten dienen in hoge mate waterdicht te zijn, zodanig dat ☺ uit inspectie komen enkele keren de hoeveelheid uittredend rioolwater beperkt blijft. maatregelen naar voren, deze worden snel uitgevoerd 3k. De objecten moeten in goede staat zijn. ☺ riolering wordt regelmatig geïnspecteerd, gebreken worden aangepakt; meldingen worden snel opgelost, geen mankementen bekend

Doel 3. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert Functionele eisen Toetsing Uitleg 3. Adequate afvoer van overtollig grondwater (bij te hoge grondwaterstanden) grondwaterpeilbuizen geven enkele ☺ knelpunten aan; meldingen bekend bij de gemeente

62 (92)

Bijlage 5 – Rioleringsbegroting

Voor het opstellen van de rioleringsbegroting is eerst een overzicht gemaakt van de verwachte jaarlijkse uitgaven. We tonen hier de verwachte uitgaven per jaar voor de planperiode.

Uitgaven 2019

Onderzoek Advisering door derden €6.000,- Actualiseren BRP’s €17.000,- Inmeten puthoogten en bobs (jaarlijks 15% van het areaal) €20.000,- Programma klimaat €50.000,- Onderzoek naar het inspecteren van rioolpersleidingen €20.000,- Opstellen meetprogramma riolering €40.000,- Totaal onderzoek €153.000,- Inspectie Inspecteren van 40 km riolering (uitbesteden) €135.000,- Structureel onderhoud stedelijk- en hemelwater Onderhoud riolen, gemalen en overstorten €27.000,- Algemeen onderhoud €206.000,- Onderhoud riolen €38.000,- Onderhoud gemalen €27.000,- Onderhoud kolken en kolkenafvoeren €6.000,- Onderhoud huisafvoerleidingen voor rekening van gemeente €5.000,- Baggeren bij overstorten €10.000,- Groot onderhoud en calamiteiten €162.000,- Onderhoud na wateroverlast bij hevige neerslag €9.000,- Totaal structureel onderhoud €490.000,- Grondwater Jaarlijks onderhoud grondwater €30.000,- Hoogtemeting en waterpassing €10.000,- Onderzoek n.a.v. meldingen en waarnemingen €15.000,- Totaal grondwater €55.000,- Overige exploitatiekosten Communicatie(plan) €25.000,- Telefoon- en datalijnen €84.000,- Waterschapslasten €3.300,- Verzekeringen €500,- Electriciteitsverbruik €210.000,- Lidmaatschappen €41.000,- Toename woningen en niet-woningen €0,- Totaal overige exploitatiekosten €363.800,- Organisatie- c.q. personeelskosten Salarissen en sociale lasten €1.175.257 Advies/ontwikkeling €3.100 Totaal organisatie- en personeelskosten €1.178.357,- Toerekeningen Doorbelasting tractie €226.352,- Doorbelasting facilitaire kosten €9.651,- Ledigen straatkolken €569.500,- Straatvegen €308.100,- Toename woningen en niet-woningen €0,- Totaal toerekeningen €1.113.603,- Kapitaallasten Kapitaallasten Klimaat Actief €78.750,-

63 (92)

Aansl. Best. Gebouwen Zuidlanden, Middelsee. € 100.000, ann. 60 jr. Aansl. Best. Gebouwen Bredijk Wirdum. € 170.000, ann. 60 jr. Rente en afschrijving investeringen L'wrd €2.784.895,- Totaal kapitaallasten €2.863.645,- Overhead Overhead €869.000,- Totaal overhead €869.000,- Investeringen Klimaatactief Leeuwarden (hiervan 25% ondergrondse maatregelen direct €1.500.000,- afgeschreven, 75% bovengrondse maatregelen gekapitaliseerd onder “Kapitaallasten Klimaat Actief”) Vervanging en relinen €1.900.000,- Deelreparaties €110.000,- Vervanging gemalen €150.000,- Grondwateroverlastsituaties €100.000,- Maatregelen voor bevorderen afkoppelen en groene daken €50.000,- Totaal investeringen €4.185.000,-

Totaal excl. investeringen €7.221.405,-

64 (92)

Uitgaven 2020

Onderzoek Advisering door derden €6.000,- Actualiseren BRP’s €17.000,- Inmeten puthoogten en bobs (jaarlijks 15% van het areaal) €20.000,- Programma klimaat €50.000,- Onderzoek naar het inspecteren van rioolpersleidingen €20.000,- Opstellen meetprogramma riolering €40.000,- Totaal onderzoek €153.000,- Inspectie Inspecteren van 40 km riolering (uitbesteden) €135.000,- Structureel onderhoud stedelijk- en hemelwater Onderhoud riolen, gemalen en overstorten €27.000,- Algemeen onderhoud €206.000,- Onderhoud riolen €38.000,- Onderhoud gemalen €27.000,- Onderhoud kolken en kolkenafvoeren €6.000,- Onderhoud huisafvoerleidingen voor rekening van gemeente €5.000,- Baggeren bij overstorten €10.000,- Groot onderhoud en calamiteiten €162.000,- Onderhoud na wateroverlast bij hevige neerslag €9.000,- Toename woningen en niet-woningen €4.000,- Totaal structureel onderhoud €494.000,- Grondwater Jaarlijks onderhoud grondwater €30.000,- Hoogtemeting en waterpassing €10.000,- Onderzoek n.a.v. meldingen en waarnemingen €15.000,- Totaal grondwater €55.000,- Overige exploitatiekosten Communicatie(plan) €25.000,- Telefoon- en datalijnen €84.000,- Waterschapslasten €3.300,- Verzekeringen €500,- Electriciteitsverbruik €210.000,- Lidmaatschappen €41.000,- Toename woningen en niet-woningen €4.800,- Totaal overige exploitatiekosten €368.600,- Organisatie- c.q. personeelskosten Salarissen en sociale lasten €1.175.257 Advies/ontwikkeling €3.100 Totaal organisatie- en personeelskosten €1.178.357,- Toerekeningen Doorbelasting tractie €226.352,- Doorbelasting facilitaire kosten €9.651,- Ledigen straatkolken €569.500,- Straatvegen €308.100,- Toename woningen en niet-woningen €10.000,- Totaal toerekeningen €1.123.603,- Kapitaallasten Kapitaallasten Klimaat Actief €156.375,- Aansl. Best. Gebouwen Zuidlanden, Middelsee. € 100.000, ann. 60 jr. €2.851,- Aansl. Best. Gebouwen Bredijk Wirdum. € 170.000, ann. 60 jr. €4.846,- Rente en afschrijving investeringen L'wrd €2.745.219,- Totaal kapitaallasten €2.909.291,-

65 (92)

Overhead Overhead €869.000,- Totaal overhead €869.000,- Investeringen Klimaatactief Leeuwarden (hiervan 25% ondergrondse maatregelen direct €1.500.000,- afgeschreven, 75% bovengrondse maatregelen gekapitaliseerd onder “Kapitaallasten Klimaat Actief”) Vervanging en relinen €1.900.000,- Deelreparaties €110.000,- Vervanging gemalen €150.000,- Grondwateroverlastsituaties €100.000,- Maatregelen voor bevorderen afkoppelen en groene daken €50.000,- Totaal investeringen €4.185.000,-

Totaal excl. investeringen €7.285.851,-

66 (92)

Uitgaven 2021

Onderzoek Advisering door derden €6.000,- Actualiseren BRP’s €17.000,- Inmeten puthoogten en bobs (jaarlijks 15% van het areaal) €20.000,- Programma klimaat €0,- Onderzoek naar het inspecteren van rioolpersleidingen €20.000,- Opstellen meetprogramma riolering €40.000,- Totaal onderzoek €103.000,- Inspectie Inspecteren van 40 km riolering (uitbesteden) €135.000,- Structureel onderhoud stedelijk- en hemelwater Onderhoud riolen, gemalen en overstorten €27.000,- Algemeen onderhoud €206.000,- Onderhoud riolen €38.000,- Onderhoud gemalen €27.000,- Onderhoud kolken en kolkenafvoeren €6.000,- Onderhoud huisafvoerleidingen voor rekening van gemeente €5.000,- Baggeren bij overstorten €10.000,- Groot onderhoud en calamiteiten €162.000,- Onderhoud na wateroverlast bij hevige neerslag €9.000,- Toename woningen en niet-woningen €8.000,- Totaal structureel onderhoud €498.000,- Grondwater Jaarlijks onderhoud grondwater €30.000,- Hoogtemeting en waterpassing €10.000,- Onderzoek n.a.v. meldingen en waarnemingen €15.000,- Totaal grondwater €55.000,- Overige exploitatiekosten Communicatie(plan) €25.000,- Telefoon- en datalijnen €84.000,- Waterschapslasten €3.300,- Verzekeringen €500,- Electriciteitsverbruik €210.000,- Lidmaatschappen €41.000,- Toename woningen en niet-woningen €9.600,- Totaal overige exploitatiekosten €373.400,- Organisatie- c.q. personeelskosten Salarissen en sociale lasten €1.175.257 Advies/ontwikkeling €3.100 Totaal organisatie- en personeelskosten €1.178.357,- Toerekeningen Doorbelasting tractie €226.352,- Doorbelasting facilitaire kosten €9.651,- Ledigen straatkolken €569.500,- Straatvegen €308.100,- Toename woningen en niet-woningen €20.000,- Totaal toerekeningen €1.133.603,- Kapitaallasten Kapitaallasten Klimaat Actief €259.125,- Aansl. Best. Gebouwen Zuidlanden, Middelsee. € 100.000, ann. 60 jr. €2.851,- Aansl. Best. Gebouwen Bredijk Wirdum. € 170.000, ann. 60 jr. €4.846,- Rente en afschrijving investeringen L'wrd €2.706.242,- Totaal kapitaallasten €2.973.064,-

67 (92)

Overhead Overhead €869.000,- Totaal overhead €869.000,- Investeringen Klimaatactief Leeuwarden (hiervan 25% ondergrondse maatregelen direct €2.000.000,- afgeschreven, 75% bovengrondse maatregelen gekapitaliseerd onder “Kapitaallasten Klimaat Actief”) Vervanging en relinen €1.900.000,- Deelreparaties €110.000,- Vervanging gemalen €150.000,- Grondwateroverlastsituaties €100.000,- Maatregelen voor bevorderen afkoppelen en groene daken €50.000,- Totaal investeringen €4.685.000,-

Totaal excl. investeringen €7.318.424,-

68 (92)

Uitgaven 2022

Onderzoek Advisering door derden €6.000,- Actualiseren BRP’s €17.000,- Inmeten puthoogten en bobs (jaarlijks 15% van het areaal) €20.000,- Programma klimaat €0,- Opstellen GRP €35.000,- Onderzoek naar het inspecteren van rioolpersleidingen €20.000,- Opstellen meetprogramma riolering €40.000,- Totaal onderzoek €138.000,- Inspectie Inspecteren van 40 km riolering (uitbesteden) €135.000,- Structureel onderhoud stedelijk- en hemelwater Onderhoud riolen, gemalen en overstorten €27.000,- Algemeen onderhoud €206.000,- Onderhoud riolen €38.000,- Onderhoud gemalen €27.000,- Onderhoud kolken en kolkenafvoeren €6.000,- Onderhoud huisafvoerleidingen voor rekening van gemeente €5.000,- Baggeren bij overstorten €10.000,- Groot onderhoud en calamiteiten €162.000,- Onderhoud na wateroverlast bij hevige neerslag €9.000,- Toename woningen en niet-woningen €12.000,- Totaal structureel onderhoud €502.000,- Grondwater Jaarlijks onderhoud grondwater €30.000,- Hoogtemeting en waterpassing €10.000,- Onderzoek n.a.v. meldingen en waarnemingen €15.000,- Totaal grondwater €55.000,- Overige exploitatiekosten Communicatie(plan) €25.000,- Telefoon- en datalijnen €84.000,- Waterschapslasten €3.300,- Verzekeringen €500,- Electriciteitsverbruik €210.000,- Lidmaatschappen €41.000,- Toename woningen en niet-woningen €14.400,- Totaal overige exploitatiekosten €378.200,- Organisatie- c.q. personeelskosten Salarissen en sociale lasten €1.175.257 Advies/ontwikkeling €3.100 Totaal organisatie- en personeelskosten €1.178.357,- Toerekeningen Doorbelasting tractie €226.352,- Doorbelasting facilitaire kosten €9.651,- Ledigen straatkolken €569.500,- Straatvegen €308.100,- Toename woningen en niet-woningen €30.000,- Totaal toerekeningen €1.143.603,- Kapitaallasten Kapitaallasten Klimaat Actief €360.375,- Aansl. Best. Gebouwen Zuidlanden, Middelsee. € 100.000, ann. 60 jr. €2.851,- Aansl. Best. Gebouwen Bredijk Wirdum. € 170.000, ann. 60 jr. €4.846,- Rente en afschrijving investeringen L'wrd €2.670.950,- Totaal kapitaallasten €3.039.022,-

69 (92)

Overhead Overhead €869.000,- Totaal overhead €869.000,- Investeringen Klimaatactief Leeuwarden (hiervan 25% ondergrondse maatregelen direct €2.000.000,- afgeschreven, 75% bovengrondse maatregelen gekapitaliseerd onder “Kapitaallasten Klimaat Actief”) Vervanging en relinen €1.900.000,- Deelreparaties €110.000,- Vervanging gemalen €150.000,- Grondwateroverlastsituaties €100.000,- Maatregelen voor bevorderen afkoppelen en groene daken €50.000,- Totaal investeringen €4.685.000,-

Totaal excl. investeringen €7.438.182,-

70 (92)

Bijlage 6 – Kostendekkingmodel

EXPLOITATIE RIOLERING 2019- 2078 0 % inflatie 2019 2020 2021 2022 1. Onderzoekskosten 1.1 Algemene advisering/hydraulische berekeningen 6.000 6.000 6.000 6.000 1.2 Actualiseren BRP's/VO 17.000 17.000 17.000 17.000 1.3 Inmeten puthoogten/bobs 20.000 20.000 20.000 20.000 1.4 Actualiseren/opstellen GRP 0 35.000 1.5 Programma klimaat 50.000 50.000 0 0 1.6 Inspecteren rioolpersleidingen 20.000 20.000 20.000 20.000 1.7 Meetprogramma riolering 40.000 40.000 40.000 40.000 153.000 153.000 103.000 138.000

2. Inspectiekosten 2.1 Inspectie riolen 135.000 135.000 135.000 135.000 135.000 135.000 135.000 135.000

3. Structureel regulier onderhoud 3.1 Riolen, gemalen en overstorten 27.000 27.000 27.000 27.000 3.2 Onderhoud 206.000 206.000 206.000 206.000 3.3 Riolen 38.000 38.000 38.000 38.000 3.4 Gemalen 27.000 27.000 27.000 27.000 3.5 Kolken en -afvoeren 6.000 6.000 6.000 6.000 3.6 Huisafvoerleidingen v.r.v. gemeente 5.000 5.000 5.000 5.000 3.7 Baggeren bij overstorten 10.000 10.000 10.000 10.000 3.8 Groot onderhoud/calamiteiten 162.000 162.000 162.000 162.000 3.9 Wateroverlast bij hevige neerslag 9.000 9.000 9.000 9.000 3.10 Toename w oningen en niet-w oningen 0 4.000 8.000 12.000 490.000 494.000 498.000 502.000

4. Grondw aterkosten 4.1 Jaarlijks onderhoud 30.000 30.000 30.000 30.000 4.2 Hoogtemeting (w aterpassing) 10.000 10.000 10.000 10.000 4.3 Onderzoek n.a.v. meldingen en w aarnemingen 15.000 15.000 15.000 15.000 4.4 Opheffen grondw ateroverlastsituaties 0 0 0 0 55.000 55.000 55.000 55.000

5. Overige exploitatiekosten 5.1 Communicatie(plan) 25.000 25.000 25.000 25.000 5.2 Telefoon- en datalijnen 84.000 84.000 84.000 84.000 5.3 Waterschapslasten 3.300 3.300 3.300 3.300 5.4 Verzekeringen 500 500 500 500 5.5 Electriciteitsverbruik 210.000 210.000 210.000 210.000 5.6 Lidmaatschappen 41.000 41.000 41.000 41.000 5.7 Toename w oningen en niet-w oningen 0 4.800 9.600 14.400 363.800 368.600 373.400 378.200

6. Organisatie- c.q. personeelskosten 6.1 Salarissen en sociale lasten 1.175.257 1.175.257 1.175.257 1.175.257 6.2 Advies/ontw ikkeling 3.100 3.100 3.100 3.100 1.178.357 1.178.357 1.178.357 1.178.357

7. Toerekeningen 7.1 Doorbelasting tractie 226.352 226.352 226.352 226.352 7.2 Doorbelasting facilitaire kosten 9.651 9.651 9.651 9.651 7.3 Ledigen straatkolken 569.500 569.500 569.500 569.500 7.4 Straatvegen 308.100 308.100 308.100 308.100 7.5 Toename w oningen en niet-w oningen 0 10.000 20.000 30.000 1.113.603 1.123.603 1.133.603 1.143.603

8. Kapitaallasten 8.1 Kapitaallasten Klimaat Actief 78.750 156.375 259.125 360.375 8.2 Aansl. Best. Gebouw en Zuidlanden, Middelsee. € 100.000, ann. 60 jr. 2.851 2.851 2.851 8.3 Aansl. Best. Gebouw en Bredijk Wirdum. € 170.000, ann. 60 jr. 4.846 4.846 4.846 8.4 Rente en afschrijving investeringen L'w rd 2.784.895 2.745.219 2.706.242 2.670.950 2.863.645 2.909.291 2.973.064 3.039.022

9. Voorziening vervangingen 9.1 Storting in voorziening 3.528.958 3.485.965 3.493.745 3.444.790

Totaal directe lasten (1 t/m 9) 9.881.363 9.902.816 9.943.169 10.013.972

10. Overhead 10.1 Overhead 869.000 869.000 869.000 869.000

Totaal lasten (1 t/m 10) 10.750.363 10.771.816 10.812.169 10.882.972

71 (92)

11. Reserveringen 11.1 Storting/ontrekking voorziening egalisatie heffingen 0 0 0 0

12. Opbrengst rioolheffing 12.1 Woningen 2.783.329 2.783.329 2.783.329 2.783.329 12.2 Niet-w oningen 9.469.865 9.469.865 9.469.865 9.469.865 12.253.194 12.253.194 12.253.194 12.253.194

12.3 Tariefstijging i.v.m. toekomstige piekvervangingen riolering 0 0 0 0 12.4 Extra tariefverhoging i.v.m. bovengrondse klimaat maatregelen 0 0 0 0 12.253.194 12.253.194 12.253.194 12.253.194

12.5 Kw ijtschelding -452.201 -452.200 -452.199 -452.198 12.6 Areaaluitbreiding (400 x € 200) 80.000 160.000 240.000 Totaal directe baten 11.800.993 11.880.994 11.960.995 12.040.996

Verschil directe lasten en baten 1.050.630 1.109.178 1.148.826 1.158.024

13. BTW 13.1 BTW-voordeel als dekking korting Alg. Uitkering -1.050.630 -1.109.178 -1.148.826 -1.158.024

Saldo van lasten en baten 0 0 0 0

72 (92)

Vervangingsprogramma 2019 2020 2021 2022

Stand voorziening riolering per 1 januari 10.988.652 11.832.610 12.633.575 13.317.320

Storting in de voorziening Rioolvervanging o.b.v. vervangingsplan 1.900.000 1.900.000 1.900.000 1.900.000 Deelreparaties o.b.v. vervangingsplan 110.000 110.000 110.000 110.000 Gemaalvervanging o.b.v. vervangingsplan 150.000 150.000 150.000 150.000 Grondoverlastsituaties 100.000 100.000 100.000 100.000 idem; afkoppelen verharde oppervlakken/groene daken 50.000 50.000 50.000 50.000 Klimaatmaatregelen (25% ondergronds) 375.000 375.000 500.000 500.000 Vrijval kapitaallasten 0 0 0 0 Extra storting 108.000 108.000 108.000 108.000 Extra sparen/onttrekken (resultaat exploitatie) 735.958 692.965 575.745 526.790 Extra spraren i.v.m. toekomstige piekvervangingen riolering 0 0 0 0 Extra sparen i.v.m. bovengrondse klimaat maatregelen 0 0 0 0 Totaal storting 3.528.958 3.485.965 3.493.745 3.444.790

Ontrekking volgens planning 2.685.000 2.685.000 2.810.000 2.810.000 Maximale vervanging per jaarschijf € 5.500.000 Temporisering ontrekking 0 0 0 0 Totaal ontrekking 2.685.000 2.685.000 2.810.000 2.810.000

Stand voorziening riolering per 31 december dienstjaar 11.832.610 12.633.575 13.317.320 13.952.110

Scenario's: a. Met ondergrondse klimaatmaatregelen maar zonder bovengrondse klimaatmaatregelen + zonder extra opbrengt verhoging 12.147.610 13.341.200 14.599.070 15.909.235 b. Met ondergrondse en bovengrondse klimaatmaatregelen + extra opbrengstverhoging 0,95% per jaar (vanaf 2023 tot 2042 (20jaar), daarna constant) 11.832.610 12.633.575 13.317.320 13.952.110

74 (92)

75 (92)

Bijlage 7 – Technische levensduren vrijvervalriolen

76 (92)

Bijlage 8 – Overzicht voorzieningen stedelijk afvalwater

77 (92)

78 (92)

79 (92)

80 (92)

81 (92)

Bemailingsgebied Woonplaats Straatnaam Put Type Overstort Overstortdrempel Breedte (m.) Hoogte (NAP) Alde Leije Op 't Fintsje OL016 Overstort 1 -0,04 Aldlansdyk Aldlânsdyk (Britsum) BR135 Overstort 1 -0,34 Arjen Roelswei Alde Leie Arjen Roelswei OL040 Overstort In In onderzoek onderzoek Baard Baard Tongerwei 65043 Overstort 2 -0,06 Bears Bears Op`e 66018 Overstort 0,8 -0,1 Bilgaard Leeuwarden de Gealanden 20702 Overstort 4 0,32 Bilgaard Leeuwarden de Hooidollen 20198 Bergbezinkbassi 14,25 -0,16 n Bilgaard Leeuwarden de Hooidollen 20200 Overstort 16,6 -0,06 Bilgaard Leeuwarden Mondriaanstraat 21362 Overstort 2,55 0,37 Bleeklaan Leeuwarden Blokhuisplein 01572 Bergbezinkbassi 8 -0,16 n Bleeklaan Leeuwarden Blokhuisplein 01573 Overstort 8 -0,06 Bleeklaan Leeuwarden Canadezenlaan 22399 Overstort 2,7 -0,06 Bleeklaan Leeuwarden Emmakade 11252 Overstort 2 -0,06 Bleeklaan Leeuwarden Familie van der Weijstraat 22077 Overstort 3,55 -0,06 Bleeklaan Leeuwarden Groeneweg 01575 Bergbezinkbassi 8 -0,16 n Bleeklaan Leeuwarden Groeneweg 01576 Overstort 8 -0,06 Bleeklaan Leeuwarden Hoekstersingel 06059 Overstort 2,6 -0,06

Bleeklaan Leeuwarden Lekkumerweg 22418 Overstort 2 -0,12 Bleeklaan Leeuwarden Molenpad 10113 Overstort 3 -0,06 Bleeklaan Leeuwarden Noordvliet 24184 Overstort 10 -0,06 Bleeklaan Leeuwarden Noordvliet 11170 Overstort 23 -0,16 Bleeklaan Leeuwarden Oldegalileën 06001 Overstort 2,8 -0,06 Bleeklaan Leeuwarden Oostersingel 08074 Overstort 4,5 -0,06 Bleeklaan Leeuwarden Oostersingel 10040 Overstort 4,5 -0,06 Bleeklaan Leeuwarden Pieterseliewaltje 06013 Overstort 2,75 -0,06 Bleeklaan Leeuwarden Pilotenespel 22194 Overstort 3,55 -0,06 Bleeklaan Leeuwarden Prof. mr. P.S. Gerbrandyweg 22196 Overstort 4,4 -0,06 Bleeklaan Leeuwarden Siebe Schootstrastraat 22091 Overstort 3,5 -0,06 Borniastraat Leeuwarden de Eenhoorn 14321 Overstort 8 -0,16 Borniastraat Leeuwarden Hoekemastraat 14318 Overstort 4 -0,06 Borniastraat Leeuwarden Nijlânsdyk 29258 Overstort 8 -0,16 Borniastraat Leeuwarden Nijlânsdyk 29325 Overstort 14 -0,16 Britsum Britsum Stedpaed BR1012 Overstort In In onderzoek onderzoek Britsum Britsum Stedpaed BR1014 Overstort 3,5 -0,47 Buiten berekening Grou Stationsweg GR605 Overstort 1 -1,15 Camminghaburen Leeuwarden Camminghaburg 26973 Bergbezinkbassi 6 -1,01 n Camminghaburen Leeuwarden Camminghaburg 26968 Bergbezinkbassi 6 -1,01 n Camminghaburen Leeuwarden Camminghaburg 26052 Overstort 6 -0,86 Camminghaburen Leeuwarden Camminghaburg 26051 Overstort 6 -0,86

83 (92)

Camminghaburen Leeuwarden Frittemastate 26946 Bergbezinkbassi 6 -1,01 n Camminghaburen Leeuwarden Oenemastate 26072 Overstort 4 -0,6 Camminghaburen Leeuwarden Schierstins 26976 Bergbezinkbassi 6 -0,76 n Camminghaburen Leeuwarden Schierstins 26053 Overstort 6 -0,86 Camminghaburen Leeuwarden Sjoerdsmastate 26A78 Overstort 2,1 -0,71 Camminghaburen Leeuwarden Smeetsmastins 26050 Overstort 6 -0,86 Camstraburen Leeuwarden Dokkumertrekweg 05164 Overstort 1,6 -0,06 De Merodestraat Leeuwarden de Merodestraat 24367 Overstort 2 -0,61 De Tsjerne De Tsjerne ST943 Overstort In In onderzoek onderzoek Easterlittens De Mar 63001 Overstort 2 -0,25 Easterlittens Easterlittens Flaemske Banken 63043 Overstort 2 -0,25 Egelantierstraat Leeuwarden Egelantierstraat 23154 Bergbezinkbassi 12 -0,46 n Egelantierstraat Leeuwarden Egelantierstraat 23049 Overstort 12 -0,36 Feinsum Holdingawei FI005 Overstort 1 0,42 Goutum Buorren (Goutum) 30243 Bergbezinkbassi 5 -0,16 n Goutum Goutum Buorren (Goutum) 30242 Overstort 5 -0,06 Groene Ster Leeuwarden De Groene Ster 40007 Overstort 0,6 -1,07 Grou Grou De Koffe GR590 Bergbezinkbassi 10 -1,6 n Grou Grou De Koffe GR593 Overstort 10 -1,2

84 (92)

Grou Grou De Tichtset M170 Bergbezinkbassi 5 -0,89 n Grou Grou De Tichtset M168 Overstort 5 -1,02 Grou Grou It Roer GR704 Overstort 3 -1,2 Hempens Skoalledyk 33023 Overstort 1,3 -0,66 Hemrik Leeuwarden Aldebaranweg 35280 Overstort 4 -0,06 Hemrik Leeuwarden Apolloweg 35210 Overstort 2,3 -0,06 Hemrik Leeuwarden Avondsterweg 35066 Overstort 1,5 -0,06 Hemrik Leeuwarden Hidalgoweg 35727 Overstort 3 -0,06 Hemrik Leeuwarden Jupiterweg 35105 Overstort 4 -0,06 Hemrik Leeuwarden Neptunusweg 35271 Overstort 0,8 -0,06 Hemrik Leeuwarden Saturnusweg 35156 Overstort 2 -0,06 Hemrik Leeuwarden Vestaweg 35242 Overstort 11 -0,06 Hijum Lege Hearewei (Hijum) HYG02 Overstort 2 -0,42 6 Hilaard Hoptilsterdyk 68059 Overstort In In onderzoek onderzoek HJ Kooistraweg Wergea M. Kalsbeekstrjitte WR118 Overstort 1,5 -1,1 Húns Húns 69011 Overstort 1 -0,1 Idaerd Friesmawei ID025 Overstort 1 -0,86 It Wiel Wielsterdyk 62079 Overstort 1 0,23 Jaenbuorren Jaenbuorren 64003 Overstort 1 -0,11 Jaenfeart Jorwert Maliebaan 64014 Overstort 0,8 0,28 Noord Jellum Hegedyk 67013 Overstort 1 0

85 (92)

Jelsum en Martenawei CO1001 Bergbezinkbassi 4,5 -0,43 Koarnjum n en Koarnjum Martenawei CO1004 Overstort In In onderzoek Koarnjum onderzoek Jelsum en Jelsum Skierhústerwei JE023 Overstort In In onderzoek Koarnjum onderzoek Jirnsum Jirnsum Douwemastrjitte IR031 Bergbezinkbassi 4 -1,28 n Jirnsum Jirnsum Douwemastrjitte IR211 Overstort 4 -1,08 Jirnsum Jirnsum Gravinnewei IR103 Overstort 1 -0,77 Jorwert Kern Jorwert Sluytermanwei 64017 Overstort 1,5 -0,4 Jorwert Noordoost Jorwert De Krunen 64071 Overstort 0,8 0,09 Kanaalweg Leeuwarden Kanaalweg 24804 Overstort 2 -0,06 Kanaalweg Leeuwarden Kanaalweg 24222 Overstort 2 -0,06 Lekkum Buorren (Lekkum) 32071 Overstort 2 -0,16 Mantgum It Spyk 61016 Overstort 1 -0,25 Newtonweg Leeuwarden Snelliusweg 39109 Overstort 1,5 -0,06 Nieuwe Hoek Wergea Nieuwe Leeuwarderweg WR462 Overstort 1,5 -0,82 Oldehove Leeuwarden Wissesdwinger 01094 Overstort 3,85 0,34 Poppeweg Leeuwarden Noordvliet 24105 Overstort 1 -0,16 Reduzum Reduzum De Trije Romers 50004 Overstort 3 -0,98 RWZI Leeuwarden Boeierstraat 25023 Overstort 5,6 -0,06 RWZI Leeuwarden Drachtsterweg 27063 Overstort 2 -0,09 RWZI Leeuwarden Emmakade 12084 Overstort 4,5 -0,06 RWZI Leeuwarden Fioringras 28077 Overstort 2,75 -0,06

86 (92)

RWZI Leeuwarden Heggewinde 28913 Overstort 4 -0,06 RWZI Leeuwarden Huizumerlaan 14225 Overstort 4,6 -0,06 RWZI Leeuwarden Longkruid 28912 Overstort 6 -0,06 RWZI Leeuwarden Mannagras 28911 Overstort 2 -0,06 RWZI Leeuwarden Tjallingaweg 14260 Overstort 1,55 -0,06 RWZI Leeuwarden Willemskade 01824 Overstort 2,5 -0,06 RWZI Leeuwarden Zuiderplein 12025 Overstort 4,1 -0,06 Snakkerbure Oan 'e Dyk 32104 Overstort 1 -0,64 n Snekerkade Leeuwarden Camstraburen 05067 Overstort 2 -0,06 Snekerkade Leeuwarden Euterpestraat 18007 Bergbezinkbassi 12 -0,16 n Snekerkade Leeuwarden Euterpestraat 18008 Overstort 12 -0,06 Snekerkade Leeuwarden Fonteinstraat 02237 Overstort 2,25 -0,06 Snekerkade Leeuwarden Harlingertrekweg 02095 Overstort 2,5 -0,06 Snekerkade Leeuwarden Harlingertrekweg 02012 Overstort 1,6 -0,06 Snekerkade Leeuwarden Heliconweg 02058 Overstort 6,25 -0,06 Snekerkade Leeuwarden Mr. P.J. Troelstraweg 18600 Overstort 1,4 0,34 Snekerkade Leeuwarden Noordersingel 05109 Overstort 1,75 -0,06 Snekerkade Leeuwarden Noordersingel 05117 Overstort 3,5 -0,06 Snekerkade Leeuwarden Snekertrekweg 38034 Overstort 2,65 -0,06 Snekerkade Leeuwarden Snekertrekweg 38025 Overstort 2,5 -0,06 Snekerkade Leeuwarden Snekertrekweg 38035 Overstort 2,65 -0,06 Snekerkade Leeuwarden Spanjaardslaan 03003 Overstort 3,55 -0,06 Snekerkade Leeuwarden Westersingel 02257 Overstort 3,4 -0,06

87 (92)

Stiens Stiens Felixwei ST593 Overstort 3 -0,32 Stiens Stiens Mounepaed ST1015 Bergbezinkbassi In In onderzoek n onderzoek Stiens Stiens Mounepaed ST1017 Overstort 4,5 -0,41 Stiens Stiens Noardkromp ST024 Overstort 2,54 -0,39 Stiens Stiens Pompeblêdstrjitte ST1852 Bergbezinkbassi 4,5 -0,74 n Stiens Stiens Pompeblêdstrjitte ST1854 Overstort 4,5 -0,56 Stiens Stiens Truerderdyk ST1031 Bergbezinkbassi In In onderzoek n onderzoek Stiens Stiens Truerderdyk ST1033 Overstort 5,1 -0,51 Warten Rounwei WT162 Overstort In -0,73 onderzoek Warten Noord Warten Meagere Weide WT148 Overstort 2,8 -1,3 Weidum Weidum Idzerdaleane 62022 Overstort 1,5 -0,15 Weidum Weidum Idzerdaleane 62017 Overstort 1,5 -0,15 Wergea Wergea Nieuwoldstrjitte WR009 Overstort 1,5 -0,47 Westeinde Leeuwarden Douwe Kalmaleane 19423 Bergbezinkbassi 5 -0,21 n Westeinde Leeuwarden Douwe Kalmaleane 19057 Overstort 6 -0,06 Westeinde Leeuwarden Jan Jelles Hofleane 19420 Bergbezinkbassi 5 -0,21 n Westeinde Leeuwarden Jan Jelles Hofleane 19341 Overstort 5 -0,06 Wielenpolle Leeuwarden Langdeelstraat 27786 Overstort 2,5 -0,58

88 (92)

Wirdum Kern Wirdum Loodyk 31156 Bergbezinkbassi 3,6 -0,36 n Wirdum Kern Wirdum Loodyk 31155 Overstort 3,6 -0,16 Wirdum West Wirdum Sjouke van der Kooistrjitte 31123 Bergbezinkbassi 2,7 -0,86 n Wirdum West Wirdum Sjouke van der Kooistrjitte 31124 Overstort 2,7 -0,76 Wytgaard Buorren (Wytgaard) 34067 Bergbezinkbassi 3 -0,16 n Wytgaard Wytgaard Buorren (Wytgaard) 34005 Overstort 3 -0,06 Zonneweide Leeuwarden Sudermuda 29064 Overstort 1 -0,27 Zwettestraat Leeuwarden Fahrenheitweg 38074 Overstort 2 -0,06 Zwettestraat Leeuwarden Fahrenheitweg 38092 Overstort 6 -0,06 Zwettestraat Leeuwarden James Wattstraat 39104 Overstort 1,5 -0,06 Zwettestraat Leeuwarden Slauerhoffweg 38133 Overstort 2,8 -0,06 Zwettestraat Leeuwarden Zwettestraat 39059 Overstort 8 -0,06

89 (92)

Bijlage 9 – Afkortingen en definities

De woorden en verklaringen in deze lijst zijn (voor een groot deel) afkomstig uit de NEN 3300 Buitenriolering Termen en definities en de publicatie “Ontwatering in stedelijk gebied”.

AFKORTINGEN BBB bergbezinkbassin BBL bergbezinkleiding BRP basisrioleringsplan Btw belasting toegevoegde waarde DPRA Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie FBWK Fries Bestuursakkoord Waterketen Fte Fulltime equivalent GRP gemeentelijk rioleringsplan bob binnenonderkant buis DWA droogweerafvoer HWA hemelwaterafvoer IBA installatie voor individuele behandeling van afvalwater NEN Nederlandse norm PBOW Provinciaal Bestuurlijk Overleg Water RWA regenweerafvoer RWZI rioolwaterzuiveringsinrichting Wm Wet milieubeheer Woz waardering onroerende zaken

TERMEN EN DEFINITIES stedelijk afvalwater en hemelwater

afkoppelen het niet meer inzamelen en naar de RWZI transporteren van hemelwater

afvalwater alle water waarvan de houder zich met het oog op de verwijdering daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen (opmerking: hieronder wordt dus ook afvloeiend regenwater begrepen)

afvoerend oppervlak het naar de riolering afwaterende oppervlak

basisinspanning Term die de waterkwaliteitsbeheerders gebruiken voor het aanduiden van de inspanningen die elke gemeente moet uitvoeren of uitgevoerd hebben om de vuiluitworp uit de riolering tot een bepaald niveau te reduceren

basisrioleringsplan document (tekening + toelichting en berekeningen) met de huidige situatie van de riolering en de uit te voeren verbeteringsmaatregelen

beheer zie rioleringsbeheer

bemalingsgebied een rioleringsgebied waaruit het afvalwater door een gemaal wordt verwijderd

beoordelen het toetsen van een parameter aan de bijbehorende maatstaf en het geven van een oordeel over de uitkomsten van de toetsing

bergbezinkkelder reservoir voor de tijdelijke opslag van afvalwater waarin tevens slibafzetting plaatsvindt met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen en waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden

berging de inhoud van de riolering uitgedrukt in m3 of mm/ha

controleren controle, toezicht houden op (bijvoorbeeld op de naleving van voorschriften, op het beheer van een zaak, op de werking van een machine

90 (92)

droogweerafvoer (dwa) de hoeveelheid afvalwater die per tijdseenheid in een droogweersituatie via het rioolstelsel wordt afgevoerd drukriolering riolering waarbij het transport plaatsvindt door middel van pompjes en persleidingen dwa-rioolstelsel zie vuilwaterrioolstelsel externe overstort rioolput voorzien van een overstortdrempel die loost buiten het in beschouwing genomen rioolstelsel, meestal op oppervlaktewater gemengd rioolstelsel rioolstelsel, waarbij afvalwater inclusief ingezamelde neerslag door 1 leidingstelsel wordt getransporteerd gescheiden rioolstelsel rioolstelsel, waarbij afvalwater exclusief neerslag door een leidingstelsel wordt getransporteerd en neerslag door een afzonderlijk leidingstelsel rechtstreeks naar oppervlaktewater wordt afgevoerd hydraulisch waarbij van de leer van de praktische toepassing van waterbeweging gebruik wordt gemaakt inspectie het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand maatstaf grenswaarde (getalsmatig) op basis waarvan geconcludeerd wordt of aan een functionele eis wordt voldaan onderhoud herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij de toestand van objecten ongewijzigd gehandhaafd wordt onderzoek het verzamelen, ordenen, analyseren en verwerken van gegevens, zodanig dat informatie kan worden afgeleid over de toestand en het functioneren van de buitenriolering overstorting de lozing van afvalwater via een overstortdrempel naar oppervlaktewater overstortput rioolput voorzien van een overstortdrempel randvoorziening vloeistofdichte voorziening als onderdeel van het rioolstelsel die als doel heeft de lozing van vuil uit het rioolstelsel op oppervlaktewater te verminderen regenwaterriool riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag regenwaterrioolstelsel rioolstelsel alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag reparatie herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een beperkte toestandswijziging wordt doorgevoerd riolering het samenstel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater rioleringsbeheer zorg voor het functioneren van de buitenriolering riool samenstel van buizen tussen twee putten bestemd voor de inzameling en/of het transport van afvalwater rioolput constructie toegang gevend tot het rioolstelsel (te herkennen aan gietijzeren deksels in de weg) rioolwaterzuiveringsinrichting het totaal van de grond, gebouwen en apparatuur voor de zuivering van afvalwater (RWZI) verbeterd gescheiden gescheiden rioolstelsel met voorzieningen waardoor de neerslag slechts bij wat grotere rioolstelsel regenbuien naar oppervlaktewater wordt afgevoerd. Het meest vervuilde deel van de neerslag wordt 'geborgen' in de riolering en naar de zuivering afgevoerd. verbeteren het aanpassen van het oorspronkelijke functioneren

91 (92)

vervangen herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij het bestaande object wordt verwijderd en een nieuw gelijkwaardig object wordt teruggeplaatst vrijvervalriool riool waardoor afvalwater door middel van de zwaartekracht wordt getransporteerd vuilwaterriool riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag vuilwaterrioolstelsel rioolstelsel voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag wadi systeem voor hemelwater afvoer door drainage en infiltratie water op straat het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau

92 (92)