Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/339 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN SCHOTEN

RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN ZITTING VAN WOENSDAG 18 APRIL 2018

AANWEZIG: Catharina Van Osta, voorzitter. Katelijne Peeters, Diana Celis, Godelieve Swennen, Gilberte Van den Abbeele, Patrick Molle, Guido Aerts, Christof Victor, Ivan Kint, raadsleden. Marleen Tilborghs, secretaris.

VERONTSCHULDIGD: Maarten De Veuster, burgemeester. Veerle Deparcq, Jozef Peeters, raadsleden.

Mevrouw Catharina Van Osta, voorzitter opent de vergadering om 14.00 uur.

De gemeentesecretaris, de heer Rony Lejaeghere, is als waarnemer aanwezig op de Raad. De voorzitter, mevrouw Catharina Van Osta, meldt dat de heer Jozef Peeters, raadslid, vorige week een hartinfarct heeft gekregen zodat hij geruime tijd afwezig zal zijn. Er wordt afgesproken om vanuit het potje een boekenbon ter waarde van 30 euro aan te kopen. Vervolgens wordt overgegaan tot de behandeling van de agenda.

OPENBARE ZITTING

Algemeen bestuur

1. VERSLAG ZITTING 07 MAART 2018 GOEDKEURING.

De Raad keurt bij eenparigheid van stemmen het verslag van de zitting van 07 maart 2018 goed.

2. NOTARIELE AKTE TOT OPRICHTING 'WOONZORGGROEP VOORKEMPEN'.

KENNISNEMING.

De Raad neemt kennis van de notariële akte, op 27 maart 2018 verleden voor notaris Michielsens te , houdende authentieke vaststelling dat het OCMW Schoten en het OCMW Wijnegem, overeenkomstig Hoofdstuk I van Titel VIII van het decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2008, overgaan tot de oprichting van de OCMW-vereniging “Woonzorggroep Voorkempen”, OCMW-vereniging van publiekrecht. met maatschappelijke zetel te 2900 Schoten, Verbertstraat 25, ingevolge de besluiten van de Raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW van Schoten op 22 november 2017 en van de Raad voor maatschappelijk welzijn van OCMW Wijnegem op 13 november 2017, en goedgekeurd door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding op 21 maart 2018.

3. BEHEERSOVEREENKOMST OCMW SCHOTEN, OCMW WIJNEGEM EN

WOONZORGGROEP VOORKEMPEN. GOEDKEURING.

2018_04_18_RMW_O Pagina 339 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/340 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

De Raad,

Gelet op de notariële akte, op 27 maart 2018 verleden voor notaris Michielsens te Wijnegem, houdende authentieke vaststelling dat het OCMW Schoten en het OCMW Wijnegem, overeenkomstig Hoofdstuk I van Titel VIII van het decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2008, overgaan tot de oprichting van de OCMW-vereniging “Woonzorggroep Voorkempen”, OCMW-vereniging van publiekrecht. met maatschappelijke zetel te 2900 Schoten, Verbertstraat 25, ingevolge de besluiten van de Raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW van Schoten op 22 november 2017 en van de Raad voor maatschappelijk welzijn van OCMW Wijnegem op 13 november 2017, en goedgekeurd door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding op 21 maart 2018 ; Gezien de notariële akte de statuten van de Woonzorggroep Voorkempen bevatten ; Gelet op artikel 11 van de statuten van de Woonzorggroep Voorkempen dat bepaalt dat er een beheersovereenkomst moet afgesloten worden tussen het OCMW van Schoten, het OCMW van Wijnegem en de Vereniging ; Gezien deze overeenkomst tot doel heeft de samenwerking en financiële verhoudingen tussen de OCMW’s en WZG Voorkempen te regelen, in het bijzonder de modaliteiten en de voorwaarden vast te leggen van de inbreng van de OCMW’s in WZG Voorkempen, dit zoals beschreven in artikel 10 van de oprichtingsakte, de tekortenregeling, alsook de rechten van de OCMW’s bij ontbinding van WZG Voorkempen ; Gelet op het in de onderhandelingscommissie bereikte akkoord over de inhoud van de beheersovereenkomst ; Overwegende dat de in de ontwerp van beheersovereenkomst vermelde bijlagen, met uitzondering van bijlage 4, in een later stadium ter goedkeuring zullen worden voorgelegd, aangezien deze de situatie per 30 juni 2018 moeten weergeven ; Gelet op de schattingsverslagen van IGEAN dd. 26 september 2018 ; Gelet op de gevoerde bespreking ;

BESLUIT: Eenparig

Artikel 1: Verleent goedkeuring aan de af te sluiten beheersovereenkomst tussen het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Schoten, het Openbaar Centrum voor maatschappelijk Welzijn van Wijnegem en de Woonzorggroep Voorkempen, vereniging onderworpen aan Titel VIII, Hoofdstuk I van het OCMW-decreet, die luidt als volgt :

'BEHEERSOVEREENKOMST

Tussen: 1. Het OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN SCHOTEN, met zetel te 2900 Schoten, Verbertstraat 27, met ondernemingsnummer 0212.168.001. Hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door: 1.1. Catharina Van Osta, Voorzitter, en, 1.2. Marleen Tilborghs, Secretaris, Beiden woonst kiezende te 2900 Schoten, Verbertstraat 27, en tot onderhavige beheersovereenkomst gemachtigd ingevolge het besluit van de OCMW-raad van [… ], waarvan een uittreksel aan deze akte wordt gehecht. Overeenkomstig artikel 254 e.v. van het Vlaams Decreet betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn van 19 december 2008 (hierna genoemd het “OCMW-decreet) is dit besluit van de OCMW-raad onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van het college van burgemeester en schepenen en de provinciegouverneur;

2018_04_18_RMW_O Pagina 340 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/341 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

EN 2. Het OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN WIJNEGEM, met zetel te 2110 Wijnegem, Koolsveldlaan 94, met ondernemingsnummer 0212.183.540. Hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door: 2.1. Nadine Wouters, Voorzitter, en, 2.2. Leen Nagels, Secretaris, Beiden woonst kiezende te 2110 Wijnegem, Koolsveldlaan 94, en tot onderhavige beheersovereenkomst gemachtigd ingevolge het besluit van de OCMW-raad van [… ], waarvan een uittreksel aan deze akte wordt gehecht. Overeenkomstig artikel 254 e.v. van het Vlaams Decreet betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn van 19 december 2008 (hierna genoemd het “OCMW-decreet) is dit besluit van de OCMW-raad onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van het college van burgemeester en schepenen en de provinciegouverneur hierna genoemd ‘de OCMW’s’, enerzijds en De WOONZORGGROEP VOORKEMPEN, vereniging onderworpen aan Titel VIII, Hoofdstuk I van het OCMW-decreet, met maatschappelijke zetel te 2900 Schoten, Verbertstraat 25 en opgericht bij besluit van de OCMW-raad van het OCMW Schoten op 22 november 2017, bij besluit van de OCMW- raad van OCMW Wijnegem op 13 november 2017, en goedgekeurd door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding op 21 maart 2018, bij de notariële akte verleden voor notaris Michielsens te Wijnegem op 27 maart 2018 en de publicatie van de oprichtingsakte in het Belgisch Staatsblad op […]; hier vertegenwoordigd door: - […] - […] Beiden woonst kiezende te 2900 Schoten, Verbertstraat 25 en tot onderhavige beheersovereenkomst gemachtigd ingevolge besluit van de algemene vergadering van 28 maart 2018, waarvan een uittreksel aan deze akte wordt gehecht. Overeenkomstig artikel 228, juncto artikel 254 e.v. van het OCMW-decreet is dit besluit van de algemene vergadering onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van het college van burgemeester en schepenen en de provinciegouverneur. hierna genoemd ‘WZG Voorkempen’, anderzijds en hierna samen genoemd ‘de partijen’

GELET OP HETGEEN VOORAFGAAT : Het OCMW Schoten besliste op 22 november 2017 en het OCMW Wijnegem besliste op 13 november 2017 tot oprichting van de WZG Voorkempen, OCMW-vereniging van publiek recht overeenkomstig Titel VIII, Hoofdstuk I van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (hierna "OCMW-decreet"). Vlaams viceminister-president en Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding Liesbeth Homans verleende op 21 maart 20108 haar goedkeuring. Met ingang van 1 juli 2018 willen OCMW Schoten en OCMW Wijnegem met de WZG Voorkempen het woonzorgcentrum Verbert – Verrijdt (inclusief centrum voor kortverblijf), het woonzorgcentrum Rustenborg (inclusief centrum voor kortverblijf) en het dagverzorgingscentrum ’t Dorp, onderbrengen in één overkoepelende regionale zorgeenheid, die een toegankelijke en vooral kwaliteitsvolle zorgverlening ambieert.

TITEL I. - VOORWERP EN ORGANISATIE

HOOFDSTUK I – VOORWERP EN PRINCIPES SAMENWERKING Artikel 1. Voorwerp van de overeenkomst Deze overeenkomst heeft tot doel de samenwerking en financiële verhoudingen tussen de OCMW’s en WZG Voorkempen te regelen, in het bijzonder de modaliteiten en de voorwaarden vast te leggen van de inbreng van de OCMW’s in WZG Voorkempen, dit zoals beschreven in artikel 10 van de

2018_04_18_RMW_O Pagina 341 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/342 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 oprichtingsakte, de tekortenregeling, alsook de rechten van de OCMW’s bij ontbinding van WZG Voorkempen. Artikel 2. Principes samenwerking De Partijen verbinden zich ertoe te goeder trouw te zullen samenwerken en verklaren in het bijzonder: - Een vertrouwensrelatie op te bouwen en te bestendigen teneinde de samenwerking en de uitvoering van de verbintenissen tussen de Partijen in het kader van deze overeenkomst op een zo voorspoedig mogelijke wijze te doen verlopen, daarin begrepen de uitwisseling van informatie die, gelet op het voorwerp van deze overeenkomst, relevant of nuttig kan zijn; - In geval van twijfel met betrekking tot deze overeenkomst, de andere Partij tijdig en op transparante wijze te consulteren ten einde de standpunten van Partijen te doen overeenstemmen; - Conflicten uit de weg te gaan en geschillen op gepaste wijze op te lossen; - Voor het overige alle verbintenissen te goeder trouw en op faire wijze, met eerbied voor de andere Partij en met inachtneming van het beginsel van continuïteit van de openbare dienst, uit te voeren. HOOFDSTUK II – DUUR, WIJZIGING EN BEËINDIGING Artikel 3. Geldigheid, duur en verlenging § 1. Onder voorbehoud van de mogelijkheid tot verlenging, wijziging en beëindiging van de overeenkomst wordt deze tussen de partijen afgesloten met aanvang op 1 januari 2018 om vervolgens te eindigen op 1 januari 2036. Indien er bij het verstrijken van de vooropgestelde termijn geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden, wordt de bestaande overeenkomst van rechtswege verlengd voor dezelfde duurtijd. § 2. Indien WZG Voorkempen na het verstrijken van de termijn van dertig (30) jaar volgend op haar oprichting, wordt verlengd, zal hoedanook deze beheersovereenkomst van rechtswege eindigen en dient er een nieuwe beheersovereenkomst te worden opgesteld tussen de partijen. § 3. Indien voor welbepaalde aspecten van de samenwerking tussen de OCMW’s en WZG Voorkempen afspraken worden gemaakt in een addendum bij deze overeenkomst, kan aan dit addendum mogelijk terugwerkende kracht worden verleend. De terugwerkende kracht heeft geen invloed op de geldigheid van de voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst door de OCMW’s en WZG Voorkempen gestelde handelingen. Deze handelingen worden hierbij uitdrukkelijk door de OCMW’s en WZG Voorkempen bekrachtigd. Artikel 4. Wijziging van de overeenkomst § 1. Partijen kunnen overgaan tot de heronderhandeling van één of meerdere bepalingen van deze overeenkomst, mits inachtname van de hierna beschreven procedure: - de Partij die een wijziging vraagt, deelt de andere Partij de motieven van haar vraag tot wijziging mee en haar voorstel voor de artikelen en de inhoud van die artikelen die volgens haar dienen te worden gewijzigd; - de andere Partijen betuigen hun akkoord met de wijziging binnen een termijn van vijfenveertig (45) kalenderdagen of amenderen het verzoek binnen een termijn van vijfenveertig (45) kalenderdagen of wijzen het verzoek tot wijziging op basis en met vermelding van gegronde motieven af binnen een termijn van vijfenveertig (45) kalenderdagen. Bij stilzwijgen van de andere Partijen na het verloop van de voormelde periode wordt geacht te worden ingestemd met de wijziging; - in het geval van amendering of afwijzing van het verzoek tot wijziging dienen de Partijen een finaal akkoord te bereiken binnen een termijn van zestig (60) kalenderdagen te rekenen vanaf de ontvangst van kennisgeving van het verzoek. § 2. De Partijen zullen deze overeenkomst aanpassen aan elke wijziging van de toepasselijke regelgeving. Artikel 5. – Beëindiging § 1. Deze overeenkomst zal worden beëindigd bij het verstrijken van haar duurtijd zoals omschreven in artikel 3 § 1 van deze overeenkomst. § 2. Een vroegtijdige beëindiging van deze overeenkomst is enkel mogelijk in geval van : - Ontbinding van WZG Voorkempen; - Uittreding uit WZG Voorkempen door één van de OCMW’s, de beëindiging zal desgevallend enkel gelden ten opzichte van het uittredende OCMW. HOOFDSTUK III – MISSIE EN VISIE

2018_04_18_RMW_O Pagina 342 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/343 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Artikel 6 - Missie en visie WZG Voorkempen zal volgende missie en visie onderschrijven : Missie “WZG Voorkempen ziet het als haar kerntaak om zorgbehoevende ouderen (+65 jaar) tegen een verantwoorde prijs/kwaliteit verhouding een nieuwe (t)huis aan te bieden in een aangenaam woon-, leef- en zorgklimaat. De familie wordt gezien als een partner in de zorg.“ “De bewonersgerichte houding is de basis van de organisatie.” Visie “De hoogste kwaliteit is ons doel. Respect en waardigheid kenmerken onze basishouding” De klant staat centraal in de relatie van mens tot mens, waar hij aanspraak maakt op de nodige zorg. In deze relatie worden volgende fundamentele noden tot focus genomen: het gevoel en verlangen iemand te zijn; het gevoel en verlangen aanvaard te worden zoals men is. Daarnaast doet de WZG het volgende: er wordt met externe (relevante) actoren overlegd of samengewerkt voor de realisatie van de doelstellingen en opdrachten; er wordt met de beschikbare middelen een gezond financieel beleid gevoerd, met het oog op een verantwoorde zorg- en dienstverlening (na onderhandeling met de klant); vrijwilligers, stagiairs en studenten die worden ingeschakeld in de werking van de WZG, worden ondersteund; aan de inspectie de gegevens ter beschikking stellen, die aantonen dat voldaan wordt aan de regelgevingen. HOOFDSTUK IV – TAAKVERDELING OCMW EN WZG VOORKEMPEN Artikel 7. Taakomschrijving WZG VOORKEMPEN WZG Voorkempen zal bij de opstart volgende activiteiten exploiteren: - Het woonzorgcentrum Verbert – Verrijdt te Schoten, met een erkenning voor 160 woongelegenheden, waarvan 103 erkend als RVT; - Het centrum voor kortverblijf Verbert – Verrijdt te Schoten, met een erkenning voor 6 woongelegenheden; - Het dagverzorgingscentrum ’t Dorp te Schoten, met een gewone en bijzondere erkenning voor 12 plaatsen; - Het woonzorgcentrum Rustenborg te Wijnegem, met een erkenning voor 67 woongelegenheden, waarvan 44 erkend als RVT; - Het centrum voor kortverblijf Rustenborg te Wijnegem, met een erkenning voor 3 woongelegenheden. Artikel 8. Taakomschrijving OCMW’s Taken die geen opdracht zijn in het kader van de activiteiten omschreven in artikel 6, evenals de taken in het kader van de wettelijke opdrachten van de OCMW’s, blijven bij het OCMW Schoten en het OCMW Wijnegem. Artikel 9. Sociale tewerkstelling WZG Voorkempen stelt zich open voor de aanwezigheid en tewerkstelling van sociaal tewerkgestelden, voor zover dit de normale bedrijfsvoering niet in het gedrang brengt. De sociale tewerkstelling op zich is evenwel een taak van OCMW Schoten en OCMW Wijnegem, dat de kosten dienaangaande rechtstreeks dragen zonder een vergoeding daarvoor te vragen aan WZG Voorkempen. WZG Voorkempen zal evenwel zorgen voor de nodige begeleiding op de werkvloer, zo zal ze voorzien in een passende coaching en begeleiding voor mensen met een werkachterstand.

TITEL II. MODALITEITEN INZAKE DE INBRENG

HOOFDSTUK I – INBRENG OCMW SCHOTEN Artikel 10. Algemeen § 1. De inbreng van het OCMW van Schoten, welke geschiedt met ingang vanaf 1 juli 2018 en eindigt bij het verstrijken van de duurtijd van WZG Voorkempen, zoals bepaald in artikel 4 van de oprichtingsakte, omvat de gehele exploitatie (exclusief onroerende goederen) van :

2018_04_18_RMW_O Pagina 343 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/344 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

- Het woonzorgcentrum Verbert – Verrijdt te Schoten, met een erkenning voor 160 woongelegenheden, waarvan 103 erkend als RVT; - Het centrum voor kortverblijf Verbert – Verrijdt te Schoten, met een erkenning voor 6 woongelegenheden; - Het dagverzorgingscentrum ’t Dorp te Schoten, met een gewone en bijzondere erkenning voor 12 plaatsen. § 2. Er wordt op 30 juni 2018 een eindbalans opgesteld van de activa en passiva met bijhorende rechten en plichten (materiële en immateriële, exclusief onroerende goederen) gerelateerd aan de activiteiten van het OCMW Schoten, zoals omschreven in § 1. Deze eindbalans wordt in Bijlage 1a aan deze overeenkomst gevoegd. Artikel 11. Roerende goederen § 1. Ingevolge de oprichtingsakte van WZG Voorkempen, brengt het OCMW Schoten de roerende goederen gerelateerd aan de activiteiten vermeld in artikel 10 § 1 in. Het betreft, zowel materiële als immateriële roerende goederen, met inbegrip van de daaraan verbonden rechten, zoals onder meer erkenningen en subsidieregelingen. De inbreng van de roerende goederen gebeurt door eigendomsoverdracht. § 2. WZG Voorkempen zal niet gerechtigd zijn om, zonder voorafgaande ondubbelzinnige goedkeuring van het OCMW Schoten, de ingebrachte erkenningen te vervreemden. Artikel 12. Schuldvorderingen, schulden, betwistingen § 1. Partijen komen overeen dat alle schuldvorderingen met betrekking tot de exploitatieperiode vanaf 01/07/2018 voor rekening zijn van WZG Voorkempen, dit zoals bepaald in artikel 10.1. §2 van de oprichtingsakte van WZG Voorkempen. Alle schuldvorderingen met betrekking tot de exploitatieperiode tot en met 30/06/2018 blijven daarentegen voor rekening van het OCMW Schoten. Dit betekent dat deze schuldvorderingen, ongeacht het tijdstip van boeking, zullen geboekt worden in de boekhouding van het OCMW en aldus niet overgedragen zullen worden aan WZG Voorkempen. § 2. Partijen komen overeen dat alle schulden met betrekking tot de exploitatieperiode tot en met 30/06/2018 voor rekening blijven van het OCMW. Dit betekent dat deze schulden, ongeacht het tijdstip van boeking, zullen geboekt worden in de boekhouding van het OCMW Schoten en aldus niet overgedragen zullen worden aan WZG Voorkempen. Alle schulden met betrekking tot de exploitatieperiode vanaf 01/07/2018 zijn voor rekening van WZG Voorkempen. § 3. Alle gerechtelijke/buitengerechtelijke betwistingen en latenties waarvan de oorzaak teruggaat tot de exploitatieperiode na 01/07/2018 zijn voor rekening van WZG Voorkempen. Alle gerechtelijke/buitengerechtelijke betwistingen en latenties waarvan de oorzaak teruggaat tot de exploitatieperiode vóór 01/07/2018 blijven voor rekening van het OCMW Schoten. Partijen komen overeen om zich elk apart en gezamenlijk in te zetten om hun afzonderlijke rechtsvorderingen die onderling zo nauw verbonden zijn dat het wenselijk is dat ze samen worden behandeld en berecht, te laten behandelen als samenhangende zaken overeenkomstig artikel 30 van het Gerechtelijk Wetboek. § 4. Het OCMW Schoten en WZG Voorkempen komen overeen nauw te zullen samenwerken en elkaar alle nodige ondersteuning te verlenen bij de transitie betreffende de inning van de schuldvorderingen, de verwerking van de schulden en de beheersing en opvolging van de betwistingen en latenties gerelateerd aan de exploitatie van WZG Voorkempen. Artikel 13. Overheidsopdrachten en overeenkomsten §1. De lopende overheidsopdrachten van het OCMW Schoten, waarvan het voorwerp werd ingebracht in WZG Voorkempen zullen geheel of gedeeltelijk worden overgedragen aan WZG Voorkempen. De betrokken aannemers, leveranciers of dienstverleners zullen per aangetekend schrijven tegen ontvangstbevestiging worden ingelicht door de OCMW’s over de gehele of gedeeltelijke overdracht. In deze brief worden de aannemers, leveranciers of dienstverleners geïnformeerd over de oprichting van WZG Voorkempen, de datum van de overdracht en de gevolgen van deze overdracht op de betrokken aannemers, leveranciers of dienstverleners. In de brief wordt duidelijk aangegeven dat de aannemer, leverancier of dienstverlener zich binnen een redelijke termijn per aangetekend schrijven dient te verzetten tegen de (gedeeltelijke) overdracht. Zo niet zal het stilzwijgen van de aannemer, leverancier of dienstverlener als een impliciete aanvaarding van de overdracht gelden.

2018_04_18_RMW_O Pagina 344 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/345 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Er wordt hierbij benadrukt dat deze overdracht geen enkele inhoudelijke wijziging ten gevolge heeft voor de lopende overeenkomsten. §2. In het kader van een gedeeltelijke overdracht zal in de kennisgeving aan de betrokken aannemers, leveranciers en dienstverleners worden voorgesteld dat de gestelde borgtocht zal worden aangewend voor verplichtingen t.o.v. het OCMW Schoten en WZG Voorkempen. Dit brengt met zich mee dat per 1 juli 2018 niet langer (uitsluitend) het OCMW Schoten, maar eveneens WZG Voorkempen geheel of gedeeltelijk zal instaan voor desbetreffende opdrachten. §3. Behoudens andersluidende afspraken, blijft het OCMW Schoten verantwoordelijk voor eventuele betwistingen waarvan de oorzaak teruggaat vóór de overdracht van de overheidsopdracht. §4. Er wordt in Bijlage 3a, Bijlage 3b, Bijlage 3c en Bijlage 3d aan deze overeenkomst een lijst toegevoegd van de overheidsopdrachten resp. de gebruikersovereenkomsten resp. vrijwilligersovereenkomsten resp. de samenwerkingsovereenkomsten die geheel of gedeeltelijk zullen worden overgedragen aan WZG Voorkempen. Artikel 14. Personeel Artikel 14.1. Contractueel personeel § 1. Overeenkomstig artikel 10.1. § 4 van de oprichtingsakte worden de contractuele personeelsleden die per 30 juni 2018 verbonden zijn aan de activiteiten die worden overgedragen aan WZG Voorkempen, mee overgenomen door WZG Voorkempen. De personeelslijst op datum van 1 juli 2018 wordt opgenomen als Bijlage 2a aan deze overeenkomst. § 2. Ingevolge artikel 229, §2 OCMW-decreet en de Europese Richtlijn 2001/23/EG worden alle rechten en plichten die op 30 juni 2018 uit de rechtspositieregeling van het OCMW Schoten ontstaan ten aanzien van deze personeelsleden overgenomen door WZG Voorkempen. Hiertoe worden, indien noodzakelijk, de nodige overgangsmaatregelen opgenomen in de rechtspositieregeling van de WZG Voorkempen. Indien de betreffende overgangsmaatregelen enkel betrekking hebben op het voormalig personeel van het OCMW van Schoten én een financiële meerkost voor de WZG Voorkempen betekenen, verbindt het OCMW van Schoten zich ertoe om deze financiële meerkost ten zijnen laste te nemen. De rechtspositieregeling evenals het arbeidsreglement van WZG Voorkempen is van toepassing op bovengenoemde personeelsleden. De personeelsdossiers van de overgedragen personeelsleden worden overgeheveld naar WZG Voorkempen. § 3. Partijen verzekeren de naleving van de toepasselijke wettelijke bepalingen ten opzichte van het personeel bij een ontbinding van WZG Voorkempen. § 4. Het over te dragen personeel zal per aangetekend schrijven of per schrijven met ontvangstbevestiging worden ingelicht door Partijen. In deze brief worden de contractuele personeelsleden geïnformeerd over de oprichting van WZG Voorkempen, de datum van de overdracht, de overdracht van het personeelsdossier en de gevolgen van deze overgang op de betrokken personeelsleden. § 5. Bij de bestaande arbeidsovereenkomst wordt een addendum gevoegd, dewelke door de contractant en door WZG Voorkempen ondertekend wordt. Artikel 14.2. Statutair personeel § 1. Overeenkomstig artikel 103/1 van het OCMW-decreet en artikel 352bis van de rechtspositieregeling van het specifiek personeel en artikel 330bis van de rechtspositieregeling van het bijzonder personeel van het OCMW Schoten zal het personeel in statutair dienstverband, werkzaam in de activiteiten die worden overgedragen aan WZG Voorkempen, ter beschikking worden gesteld aan WZG Voorkempen. De personeelslijst op datum van 1 juli 2018 wordt opgenomen als Bijlage 2b aan deze overeenkomst. § 2. Tijdens de duur van de terbeschikkingstelling blijven bovengenoemde personeelsleden deel uitmaken van OCMW Schoten. Dit wil zeggen dat het OCMW de juridische werkgever blijft, waarnaast WZG Voorkempen de feitelijke werkgever is. Concreet betekent dit dat WZG Voorkempen het functioneel werkgeversgezag uitoefent. Onder het begrip ‘functioneel gezag’ valt onder meer, niet-limitatief : - het bepalen van de inhoud, de doelstellingen, de planning en de prioriteiten van de functie; - ondergeschiktheid in de organisatie van de arbeid, wat vooral tot uitdrukking komt in de arbeidstijdregeling en de materiële inrichting;

2018_04_18_RMW_O Pagina 345 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/346 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

- het toezicht op de uitoefening van de functie en de naleving van de arbeidstijdregeling; - het opleggen van een werkrooster; - het bepalen van de plaats van tewerkstelling; - het geven van richtlijnen en het bepalen waar, hoe en wanneer de activiteiten moeten worden uitgevoerd; - geven van instructies of bevelen, maken van afspraken met het personeelslid over de praktische werking binnen de organisatie. Het arbeidsreglement van WZG Voorkempen is van toepassing op de terbeschikkinggestelde, voor zover deze niet afwijkt van de rechtspositieregeling van het bijzonder personeel van het OCMW Schoten. WZG Voorkempen en zijn toezichthoudende personeelsleden kunnen bijgevolg de nodige instructies of bevelen geven en afspraken maken met het betrokken personeelslid over de operationele werking binnen de organisatie van WZG Voorkempen. OCMW Schoten blijft de juridische werkgever, hetgeen onder meer betekent dat de rechtspositieregeling van het bijzonder personeel van het OCMW Schoten van toepassing blijft op de terbeschikkinggestelde. § 3. De evaluatie verloopt volgens de bepalingen van de rechtspositieregeling van het bijzonder personeel van het OCMW Schoten. Op basis van het schriftelijk evaluatieverslag van WZG Voorkempen zal het OCMW Schoten de evaluatieprocedure overeenkomstig haar rechtspositieregeling verder organiseren. Het OCMW Schoten blijft als juridische werkgever de tuchtoverheid voor het statutaire personeelslid. Indien er zich feiten voordoen die aanleiding kunnen geven tot een tuchtrechtelijke sanctie zal WZG Voorkempen deze onmiddellijk melden aan het OCMW Schoten. De personeelsdossiers van de ter beschikking gestelde personeelsleden blijven in zijn geheel bij de juridische werkgever, zijnde het OCMW Schoten. § 4. De patronale loonkost van de ter beschikking gestelde statutaire personeelsleden wordt op kwartaalbasis doorgerekend aan WZG Voorkempen. De meerkost van de werkgeversbijdrage voor de pensioenvorming van de statutairen ten opzichte van de werkgeversbijdrage voor de pensioenvorming van de contractuelen wordt echter niet doorgerekend aan WZG Voorkempen. Na 30 kalenderdagen arbeidsongeschiktheid van een ter beschikking gesteld statutair personeelslid zal er geen doorrekening meer gebeuren aan WZG Voorkempen. Indien het OCMW van Schoten wijzigingen doorvoert aan zijn rechtspositieregeling die een financiële meerkost betekenen voor de WZG Voorkempen, zal het OCMW van Schoten deze meerkost niet doorrekenen aan de WZG Voorkempen, tenzij de WZG Voorkempen zijn rechtspositieregeling in dezelfde zin aanpast. De financiële meerkost, verbonden aan de in de rechtspositieregeling van de WZG Voorkempen opgenomen overgangsbepalingen, die enkel betrekking hebben op het voormalig personeel van het OCMW van Schoten, wordt voor wat het ter beschikking gestelde statutaire personeel, eveneens niet doorgerekend aan WZG Voorkempen. § 5. Ingeval van uitdiensttreding van een door het OCMW van Schoten ter beschikking gestelde statutaire personeelslid na datum van 1 juli 2018 en voor 1 januari 2019, zal het OCMW van Schoten het gedeelte van het vakantiegeld dat betrekking heeft op de tewerkstellingsperiode tot en met 30 juni 2018 niet doorrekenen aan de WZG Voorkempen. Het OCMW van Schoten neemt voor het jaar 2019 het gedeelte van het vakantiegeld dat betrekking heeft op de tewerkstellingsperiode van 1 januari 2018 tot en met 30 juni 2018 ten zijne laste. Het OCMW van Schoten neemt voor het jaar 2018 het gedeelte van de eindejaarstoelage en de attractiviteitspremie dat betrekking heeft op de tewerkstellingsperiode van 1 januari 2018 tot en met 30 juni 2018 ten zijne laste. § 6. Het ter beschikking te stellen statutair personeel zal per aangetekend schrijven of per schrijven met ontvangstbevestiging worden ingelicht door Partijen. In deze brief worden de statutaire personeelsleden geïnformeerd over de oprichting van WZG Voorkempen, de datum van de terbeschikkingstelling en de gevolgen van deze terbeschikkingstelling op de betrokken personeelsleden. Artikel 15. Overdracht/aanvraag erkenningen § 1. Partijen komen overeen dat de erkenningen en, waar van toepassing, het recht op subsidiering van het woonzorgcentrum ‘Verbert - Verrijdt’, inclusief de kamers voor kortverblijf en het

2018_04_18_RMW_O Pagina 346 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/347 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 dagverzorgingscentrum ‘t Dorp, van het OCMW Schoten naar WZG Voorkempen worden overgedragen, dit met ingang van 1 juli 2018. § 2. Zoals voorzien in het Besluit Vlaamse Regering betreffende de procedures voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers dd. 05/06/2009 (artikelen 34, 34/1 en 34/5), dienen Partijen te voldoen aan alle voorwaarden. Voor de overdracht van de erkenning van een woonzorgcentrum, dagverzorgingscentrum en centrum voor kortverblijf: “1° uiterlijk drie maanden voor de overdracht uitwerking heeft, wordt samen met stukken, vermeld in artikel 4, § 1, een afschrift van de overeenkomst over de overdracht van het centrum aan het agentschap bezorgd; 2° het centrum blijft aan alle erkenningsvoorwaarden voldoen.” § 3. WZG Voorkempen zal na de overdracht van voormelde erkenningen van OCMW Schoten en na overdracht van de erkenningen van OCMW Wijnegem zoals vermeld in artikel 21 § 3 één gezamenlijke erkenning aanvragen voor beide campussen en dit overeenkomstig het Besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 houdende de regels voor de erkenning van meerdere vestigingen van een woonzorgcentrum, een centrum voor kortverblijf of een rust- en verzorgingstehuis als één woonzorgcentrum, één centrum voor kortverblijf of één rust- en verzorgingstehuis. § 4. De integrale dienstverlening die samenhangt met voornoemde erkenningen wordt overgedragen van het OCMW Schoten naar WZG Voorkempen. Alle overeenkomsten met de gebruikers van de dienstverlening worden overgedragen aan WZG Voorkempen. Iedere gebruiker, bewoner en cliënt zal hiervan schriftelijk op de hoogte worden gesteld via een officieel schrijven. Deze brief zal vóór 1 juli 2018 worden verstuurd. In het schrijven wordt de overdracht duidelijk aangegeven zodat elk stilzitten ten gevolge van deze overdracht als een impliciete goedkeuring zal gelden, dewelke definitief wordt van zodra de gebruikers, de bewoners en het cliënteel alle gebruikelijke contractuele gedragingen stellen ten aanzien van WZG Voorkempen. § 5. Alle bestaande wachtlijsten in voornoemde diensten zullen op 1 juli 2018 worden overgenomen door WZG Voorkempen. § 6. Alle lopende samenwerkingsovereenkomsten met derden in voornoemde diensten zullen op 1 juli 2018 worden overgenomen door WZG Voorkempen. § 7. Alle lopende projecten en de bijhorende subsidiëring worden overgenomen door WZG Voorkempen. HOOFDSTUK II – INBRENG OCMW WIJNEGEM Artikel 16. Algemeen § 1. De inbreng van het OCMW van Wijnegem, welke geschiedt met ingang vanaf 1 juli 2018 en eindigt bij het verstrijken van de duurtijd van WZG Voorkempen, zoals bepaald in artikel 4 van de oprichtingsakte, omvat de gehele exploitatie (exclusief onroerende goederen) van : - Het woonzorgcentrum Rustenborg te Wijnegem, met een erkenning voor 67 woongelegenheden, waarvan 44 erkend als RVT; - Het centrum voor kortverblijf Rustenborg te Wijnegem, met een erkenning voor 3 woongelegenheden. § 2. Er wordt op 30 juni 2018 een eindbalans opgesteld van de activa en passiva met bijhorende rechten en plichten (materiële en immateriële, exclusief onroerende goederen) gerelateerd aan de activiteiten van het OCMW Wijnegem, zoals omschreven in § 1. Deze eindbalans wordt in Bijlage 1b aan deze overeenkomst gevoegd. Artikel 17. Roerende goederen § 1. Ingevolge de oprichtingsakte van WZG Voorkempen, brengt het OCMW Wijnegem de roerende goederen gerelateerd aan de activiteiten vermeld in artikel 16 § 1 in. Het betreft, zowel materiële als immateriële roerende goederen, met inbegrip van de daaraan verbonden rechten, zoals onder meer erkenningen en subsidieregelingen. De inbreng van de roerende goederen gebeurt door eigendomsoverdracht. § 2. WZG Voorkempen zal niet gerechtigd zijn om, zonder voorafgaande ondubbelzinnige goedkeuring van het OCMW Wijnegem, de ingebrachte erkenningen te vervreemden. Artikel 18. Schuldvorderingen, schulden, betwistingen

2018_04_18_RMW_O Pagina 347 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/348 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

§ 1. Partijen komen overeen dat alle schuldvorderingen met betrekking tot de exploitatieperiode vanaf 01/07/2018 voor rekening zijn van WZG Voorkempen, dit zoals bepaald in artikel 10.1. §2 van de oprichtingsakte van WZG Voorkempen. Alle schuldvorderingen met betrekking tot de exploitatieperiode voor de periode tot en met 30/06/2018 blijven daarentegen voor rekening van het OCMW Wijnegem. Dit betekent dat deze schuldvorderingen, ongeacht het tijdstip van boeking, zullen geboekt worden in de boekhouding van het OCMW en aldus niet overgedragen zullen worden aan WZG Voorkempen. § 2. Partijen komen overeen dat alle schulden met betrekking tot de exploitatieperiode tot en met 30/06/2018 voor rekening blijven van het OCMW. Dit betekent dat deze schulden, ongeacht het tijdstip van boeking, zullen geboekt worden in de boekhouding van het OCMW Wijnegem en aldus niet overgedragen zullen worden aan WZG Voorkempen. Alle schulden met betrekking tot de exploitatieperiode vanaf 01/07/2018 zijn voor rekening van WZG Voorkempen. § 3. Alle gerechtelijke/buitengerechtelijke betwistingen en latenties waarvan de oorzaak teruggaat tot de exploitatieperiode na 01/07/2018 zijn voor rekening van WZG Voorkempen. Alle gerechtelijke/buitengerechtelijke betwistingen en latenties waarvan de oorzaak teruggaat tot de exploitatieperiode vóór 01/07/2018 blijven voor rekening van het OCMW Wijnegem. Partijen komen overeen om zich elk apart en gezamenlijk in te zetten om hun afzonderlijke rechtsvorderingen die onderling zo nauw verbonden zijn dat het wenselijk is dat ze samen worden behandeld en berecht, te laten behandelen als samenhangende zaken overeenkomstig artikel 30 van het Gerechtelijk Wetboek. § 5. Het OCMW Wijnegem en WZG Voorkempen komen overeen nauw te zullen samenwerken en elkaar alle nodige ondersteuning te verlenen bij de transitie betreffende de inning van de schuldvorderingen, de verwerking van de schulden en de beheersing en opvolging van de betwistingen en latenties gerelateerd aan de exploitatie van WZG Voorkempen. Artikel 19. Overheidsopdrachten en Overeenkomsten §1. De lopende overheidsopdrachten van het OCMW Wijnegem, waarvan het voorwerp werd ingebracht in WZG Voorkempen zullen geheel of gedeeltelijk worden overgedragen aan WZG Voorkempen. De betrokken aannemers, leveranciers of dienstverleners zullen per aangetekend schrijven met ontvangstbevestiging worden ingelicht door Partijen over de gehele of gedeeltelijke overdracht. In deze brief worden de aannemers, leveranciers of dienstverleners geïnformeerd over de oprichting van WZG Voorkempen, de datum van de overdracht en de gevolgen van deze overdracht op de betrokken aannemers, leveranciers of dienstverleners. In de brief wordt duidelijk aangegeven dat de aannemer, leverancier of dienstverlener zich binnen een redelijke termijn per aangetekend schrijven dient te verzetten tegen de (gedeeltelijke) overdracht. Zo niet zal het stilzwijgen van de aannemer, leverancier of dienstverlener als een impliciete aanvaarding van de overdracht gelden. Er wordt hierbij benadrukt dat deze overdracht geen enkele inhoudelijke wijziging ten gevolge heeft voor de lopende overeenkomsten. §2. In het kader van een gedeeltelijke overdracht zal in de kennisgeving aan de betrokken aannemers, leveranciers en dienstverleners worden voorgesteld dat de gestelde borgtocht zal worden aangewend voor verplichtingen t.o.v. het OCMW Wijnegem en WZG Voorkempen. Dit brengt met zich mee dat per 1 juli 2018 niet langer (uitsluitend) het OCMW Wijnegem, maar eveneens WZG Voorkempen geheel of gedeeltelijk zal instaan voor desbetreffende opdrachten. §3. Behoudens andersluidende afspraken, blijft het OCMW Wijnegem verantwoordelijk voor eventuele betwistingen waarvan de oorzaak teruggaat vóór de overdracht van de overheidsopdracht. §4. Er wordt in Bijlage 3e, Bijlage 3f, Bijlage 3g en Bijlage 3h aan deze overeenkomst een lijst toegevoegd van de overheidsopdrachten resp. de gebruikersovereenkomsten resp. vrijwilligersovereenkomsten resp. de samenwerkingsovereenkomsten die geheel of gedeeltelijk zullen worden overgedragen aan WZG Voorkempen. Artikel 20. Personeel Artikel 20.1. Contractueel personeel § 1. Overeenkomstig artikel 10.2. § 4 van de oprichtingsakte worden de contractuele personeelsleden die per 30 juni 2018 verbonden zijn aan de activiteiten die worden overgedragen aan WZG Voorkempen, mee overgenomen door WZG Voorkempen.

2018_04_18_RMW_O Pagina 348 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/349 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

De personeelslijst op datum van 1 juli 2018 wordt opgenomen als Bijlage 2c aan deze overeenkomst. § 2. Ingevolge artikel 229, §2 OCMW-decreet en de Europese Richtlijn 2001/23/EG worden alle rechten en plichten die op 30 juni 2018 uit de rechtspositieregeling van het OCMW Wijnegem ontstaan ten aanzien van deze personeelsleden overgenomen door WZG Voorkempen. Hiertoe worden, indien noodzakelijk, de nodige overgangsmaatregelen opgenomen in de rechtspositieregeling van de WZG Voorkempen. Indien de betreffende overgangsmaatregelen enkel betrekking hebben op het voormalig personeel van het OCMW van Wijnegem én een financiële meerkost voor de WZG Voorkempen betekenen, verbindt het OCMW van Wijnegem zich ertoe om deze financiële meerkost ten zijnen laste te nemen. De rechtspositieregeling evenals het arbeidsreglement van WZG Voorkempen is van toepassing op bovengenoemde personeelsleden. De personeelsdossiers van de overgedragen personeelsleden worden overgeheveld naar WZG Voorkempen. § 3. Partijen verzekeren de naleving van de toepasselijke wettelijke bepalingen ten opzichte van het personeel bij een ontbinding van WZG Voorkempen. § 4. Het over te dragen personeel zal per aangetekend schrijven of per schrijven met ontvangstbevestiging worden ingelicht door Partijen. In deze brief worden de contractuele personeelsleden geïnformeerd over de oprichting van WZG Voorkempen, de datum van de overdracht, de overdracht van het personeelsdossier en de gevolgen van deze overgang op de betrokken personeelsleden. § 5. Bij de bestaande arbeidsovereenkomst wordt een addendum gevoegd, dewelke door de contractant ondertekend wordt. Artikel 20.2. Statutair personeel § 1. Overeenkomstig artikel 103/1 van het OCMW-decreet en artikel 321bis van de rechtspositieregeling van het OCMW Wijnegem zal het personeel in statutair dienstverband, werkzaam in de activiteiten die worden overgedragen aan WZG Voorkempen, ter beschikking worden gesteld aan WZG Voorkempen. De personeelslijst op datum van 1 juli 2018 wordt opgenomen als Bijlage 2c aan deze overeenkomst. § 2. Tijdens de duur van de terbeschikkingstelling blijven bovengenoemde personeelsleden deel uitmaken van OCMW Wijnegem. Dit wil zeggen dat het OCMW de juridische werkgever blijft, waarnaast WZG Voorkempen de feitelijke werkgever is. Concreet betekent dit dat WZG Voorkempen het functioneel werkgeversgezag uitoefent. Onder het begrip ‘functioneel gezag’ valt onder meer, niet-limitatief : - het bepalen van de inhoud, de doelstellingen, de planning en de prioriteiten van de functie; - ondergeschiktheid in de organisatie van de arbeid, wat vooral tot uitdrukking komt in de arbeidstijdregeling en de materiële inrichting; - het toezicht op de uitoefening van de functie en de naleving van de arbeidstijdregeling; - het opleggen van een werkrooster; - het bepalen van de plaats van tewerkstelling; - het geven van richtlijnen en het bepalen waar, hoe en wanneer de activiteiten moeten worden uitgevoerd; - geven van instructies of bevelen, maken van afspraken met het personeelslid over de praktische werking binnen de organisatie. Het arbeidsreglement van WZG Voorkempen is van toepassing op de terbeschikkinggestelde, voor zover deze niet afwijkt van de rechtspositieregeling van het specifiek personeel van het OCMW Wijnegem. WZG Voorkempen en zijn toezichthoudende personeelsleden kunnen bijgevolg de nodige instructies of bevelen geven en afspraken maken met het betrokken personeelslid over de operationele werking binnen de organisatie van WZG Voorkempen. OCMW Wijnegem blijft de juridische werkgever, hetgeen onder meer betekent dat de rechtspositieregeling van het specifiek personeel van het OCMW Wijnegem van toepassing blijft op de terbeschikkinggestelde. § 3. De evaluatie verloopt volgens de bepalingen van de rechtspositieregeling van het specifiek personeel van het OCMW Wijnegem. Op basis van het schriftelijk evaluatieverslag van WZG Voorkempen zal het OCMW Wijnegem de evaluatieprocedure overeenkomstig haar rechtspositieregeling verder organiseren.

2018_04_18_RMW_O Pagina 349 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/350 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Het OCMW Wijnegem blijft als juridische werkgever de tuchtoverheid voor het statutaire personeelslid. Indien er zich feiten voordoen die aanleiding kunnen geven tot een tuchtrechtelijke sanctie zal WZG Voorkempen deze onmiddellijk melden aan het OCMW Wijnegem. De personeelsdossiers van de ter beschikking gestelde personeelsleden blijven in zijn geheel bij de juridische werkgever, zijnde het OCMW Wijnegem. § 4. De patronale loonkost van de ter beschikking gestelde statutaire personeelsleden wordt op kwartaalbasis doorgerekend aan WZG Voorkempen. De meerkost van de werkgeversbijdrage voor de pensioenvorming van de statutairen ten opzichte van de werkgeversbijdrage voor de pensioenvorming van de contractuelen wordt echter niet doorgerekend aan WZG Voorkempen. Na 30 kalenderdagen arbeidsongeschiktheid van een ter beschikking gesteld statutair personeelslid zal er geen doorrekening meer gebeuren aan WZG Voorkempen. Indien het OCMW van Wijnegem wijzigingen doorvoert aan zijn rechtspositieregeling die een financiële meerkost betekenen voor de WZG Voorkempen, zal het OCMW van Wijnegem deze meerkost niet doorrekenen aan de WZG Voorkempen, tenzij de WZG Voorkempen zijn rechtspositieregeling in dezelfde zin aanpast. De financiële meerkost, verbonden aan de in de rechtspositieregeling van de WZG Voorkempen opgenomen overgangsbepalingen, die enkel betrekking hebben op het voormalig personeel van het OCMW van Wijnegem, wordt voor wat het ter beschikking gestelde statutaire personeel, eveneens niet doorgerekend aan WZG Voorkempen. § 5. Ingeval van uitdiensttreding van een door het OCMW van Wijnegem ter beschikking gesteld personeelslid na datum van 1 juli 2018 en voor 1 januari 2019, zal het OCMW van Wijnegem het gedeelte van het vakantiegeld dat betrekking heeft op de tewerkstellingsperiode tot en met 30 juni 2018 niet doorrekenen aan de WZG Voorkempen. Het OCMW van Wijnegem neemt voor het jaar 2019 het gedeelte van het vakantiegeld dat betrekking heeft op de tewerkstellingsperiode van 1 januari 2018 tot en met 30 juni 2018 ten zijne laste. Het OCMW van Wijnegem neemt voor het jaar 2018 het gedeelte van de eindejaarstoelage en de attractiviteitspremie dat betrekking heeft op de tewerkstellingsperiode van 1 januari 2018 tot en met 30 juni 2018 ten zijne laste. § 6. Het ter beschikking te stellen statutair personeel zal per aangetekend schrijven of per schrijven met ontvangstbevestiging worden ingelicht door Partijen. In deze brief worden de statutaire personeelsleden geïnformeerd over de oprichting van WZG Voorkempen, de datum van de terbeschikkingstelling en de gevolgen van deze terbeschikkingstelling op de betrokken personeelsleden. Artikel 21. Overdracht/aanvraag erkenningen § 1. Partijen komen overeen dat de erkenningen en, waar van toepassing, het recht op subsidiering van het woonzorgcentrum ‘Rustenborg’, inclusief de kamers voor kortverblijf van het OCMW Wijnegem naar WZG Voorkempen worden overgedragen, dit met ingang van 1 juli 2018. § 2. Zoals voorzien in het Besluit Vlaamse Regering betreffende de procedures voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers dd. 05/06/2009 (artikelen 34, 34/1 en 34/5), dienen Partijen te voldoen aan alle voorwaarden. Voor de overdracht van de erkenning van een woonzorgcentrum en centrum voor kortverblijf: “1° uiterlijk drie maanden voor de overdracht uitwerking heeft, wordt samen met stukken, vermeld in artikel 4, § 1, een afschrift van de overeenkomst over de overdracht van het centrum aan het agentschap bezorgd; 2° het centrum blijft aan alle erkenningsvoorwaarden voldoen.” § 3. WZG Voorkempen zal na de overdracht van voormelde erkenningen van OCMW Wijnegem en na overdracht van de erkenningen van OCMW Schoten zoals vermeld in artikel 15 § 3 één gezamenlijke erkenning aanvragen voor beide campussen en dit overeenkomstig het Besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 houdende de regels voor de erkenning van meerdere vestigingen van een woonzorgcentrum, een centrum voor kortverblijf of een rust- en verzorgingstehuis als één woonzorgcentrum, één centrum voor kortverblijf of één rust- en verzorgingstehuis. § 4. De integrale dienstverlening die samenhangt met voornoemde erkenningen wordt overgedragen van het OCMW Wijnegem naar WZG Voorkempen. Alle overeenkomsten met de gebruikers van de dienstverlening worden overgedragen aan WZG Voorkempen. Iedere gebruiker, bewoner en cliënt zal hiervan schriftelijk op de hoogte worden gesteld

2018_04_18_RMW_O Pagina 350 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/351 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 via een officieel schrijven. Deze brief zal vóór 1 juli 2018 worden verstuurd. In het schrijven wordt de overdracht duidelijk aangegeven zodat elk stilzitten ten gevolge van deze overdracht als een impliciete goedkeuring zal gelden, dewelke definitief wordt van zodra de gebruikers, de bewoners en het cliënteel alle gebruikelijke contractuele gedragingen stellen ten aanzien van WZG Voorkempen. § 5. Alle bestaande wachtlijsten in voornoemde diensten zullen op 1 juli 2018 worden overgenomen door WZG Voorkempen. § 6. Alle lopende samenwerkingsovereenkomsten met derden in voornoemde diensten zullen op 1 juli 2018 worden overgenomen door WZG Voorkempen. § 7. Alle lopende projecten en de bijhorende subsidiëring worden overgenomen door WZG Voorkempen.

TITEL III. VASTGOEDTRANSACTIES

HOOFDSTUK I – PATRIMONIUM OCMW SCHOTEN Artikel 22. Erfpacht patrimonium van het OCMW Schoten §1. Het OCMW Schoten zal vanaf 1 juli 2018 een recht van erfpacht verlenen aan het WZG Voorkempen op volgende gebouwen en kadastrale percelen : - Het woon- en zorgcentrum Verbert – Verrijdt, het dagverzorgingscentrum ’t Dorp en de centrale keuken, met aanpalende gronden, gelegen Verbertstraat 25 te 2900 Schoten, ten kadaster gekend Schoten, 2e afdeling, sectie C, perceel 448b2/deel, zijnde lot 1, vermeld op het opmetingsplan van IGEAN dienstverlening dd. 27.02.2018, met een oppervlakte volgens meting van 10.571 m2. § 2. De jaarlijkse canon die WZG Voorkempen hiervoor aan het OCMW Schoten zal betalen bedraagt 172.882 euro, zijnde het bedrag bepaald op basis van het schattingsverslag van IGEAN diensteverlening d.d. 26 september 2017, zoals toegevoegd als Bijlage 4a bij deze overeenkomst, exclusief de grondwaarde gedeeld door de lopende afschrijvingsduur van het gebouw. § 3. Deze erfpacht wordt gesloten onder voorwaarden, zo zal WZG Voorkempen niet gerechtigd zijn om, zonder voorafgaande goedkeuring van het OCMW Schoten de attributen van het recht van erfpacht op voormelde onroerende goederen te vervreemden, noch om deze goederen te bezwaren of de bestemming ervan te wijzigen of in te brengen in een andere vereniging. § 4. De duurtijd van de erfpacht zal worden afgestemd op de duurtijd van WZG Voorkempen. Bij verlenging van de duurtijd van WZG Voorkempen, zal er ook een verlenging van de erfpacht zijn (max. 99). Artikel 23. Gebruik van het patrimonium § 1. Het OCMW Schoten zal een maandelijks bedrag van 250 euro betalen aan WZG Voorkempen voor het gebruik van een ruimte voor stockage van het archief. Deze betaling zal jaarlijks worden uitgevoerd. § 2. Deze gebruiksovereenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde duur, opzegbaar mits naleving van een opzegtermijn van drie (3) maanden. § 3. WZG Voorkempen krijgt de lokalen van de technische dienst, zich situerende op de campus van het OCMW, gratis ter beschikking. De kosten voor de nutsvoorzieningen, evenals de kosten voor kleine onderhouds- en herstellingswerken, zijn ten laste van de WZG. § 4. In afwachting van het herlokaliseren van het kapsalon van het Woon- en zorgcentrum Verbert – Verrijdt binnen de gebouwen waarvan sprake in artikel 22, §1, momenteel gelegen in het administratief centrum van het OCMW van Schoten, kan de WZG Voorkempen gratis gebruik maken van de aanwezige infrastructuur. Dezelfde regeling geldt voor de stockageruimte van de sociale dienst, dienst voor opvanggezinnen en de dienst logistiek van het OCMW van Schoten op de zolder van het woon- en zorgcentrum Verbert – Verrijdt. In afwachting van een herlokalisatie kan het OCMW van Schoten gratis gebruik maken van de aanwezige infrastructuur. HOOFDSTUK II – PATRIMONIUM OCMW WIJNEGEM Artikel 24. Erfpacht patrimonium van het OCMW Wijnegem §1. Het OCMW Wijnegem zal vanaf 1 juli 2018 een recht van erfpacht verlenen aan het WZG Voorkempen op volgende gebouwen en kadastrale percelen : - Het gebouwencomplex, inclusief het woon- en zorgcentrum Rustenborg, gevestigd Koolsveldlaan 94 te 2110 Wijnegem, ten kadaster gekend Wijnegem, sectie B, 111p7/deel, zijnde lot 1, vermeld op het

2018_04_18_RMW_O Pagina 351 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/352 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 opmetingsplan van IGEAN dienstverlening dd. 27.02.2018, met een oppervlakte volgens meting van 3.330 m2. § 2. De jaarlijkse canon die WZG Voorkempen hiervoor aan het OCMW Wijnegem zal betalen bedraagt 177.406 euro, zijnde het bedrag bepaald op basis van het schattingsverslag van IGEAN dienstverlening d.d. 26 september 2017, zoals toegevoegd als Bijlage 4b bij deze overeenkomst, exclusief de grondwaarde gedeeld door de lopende afschrijvingsduur van het gebouw. § 3. Deze erfpacht wordt gesloten onder voorwaarden, zo zal WZG Voorkempen niet gerechtigd zijn om, zonder voorafgaande goedkeuring van het OCMW Wijnegem de attributen van het recht van erfpacht op voormelde onroerende goederen te vervreemden, noch om deze goederen te bezwaren of de bestemming ervan te wijzigen of in te brengen in een andere vereniging. § 4. De duurtijd van de erfpacht zal worden afgestemd op de duurtijd van WZG Voorkempen. Bij verlenging van de duurtijd van WZG Voorkempen, zal er ook een verlenging van de erfpacht zijn (max. 99 jaar). Artikel 25. Gebruik van het patrimonium § 1. Het OCMW Wijnegem zal een maandelijks bedrag van 2.018 euro betalen aan WZG Voorkempen voor de huur van bureelruimten. Deze betaling zal jaarlijks worden uitgevoerd. § 2. Deze gebruiksovereenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde duur, opzegbaar mits naleving van een opzegtermijn van drie (3) maanden. HOOFDSTUK III – ALGEMEEN Artikel 26. Onderhoud van het patrimonium § 1. WZG Voorkempen verbindt er zich toe om gedurende de gehele erfpachttermijn, aan het patrimonium zoals omschreven in artikel 22 § 1 en artikel 24 § 1 alle grote en kleine herstellingen- en onderhoudswerken, ook deze die door sleet, ouderdom en overmacht noodzakelijk zijn geworden, op haar kosten uit te voeren. WZG Voorkempen verbindt er zich toe het patrimonium in goede staat van onderhoud te houden. § 2. WZG Voorkempen zal het groot onderhoud (investeringsuitgave) financieren door het aanleggen van een bouwfonds. WZG Voorkempen zal vanaf 2019 jaarlijks een minimumbedrag van 200.000 euro in het bouwfonds reserveren via een jaarlijkse inschrijving van een overdraagbaar investeringsbudget. Artikel 27. Nieuwbouw en vernieuwbouw § 1. De beslissing om nieuwe of vernieuwde infrastructuur te realiseren betreft een beslissing van de Algemene Vergadering met voorafgaande goedkeuring van de raden voor maatschappelijk welzijn van de OCMW’s. § 2. De raden voor maatschappelijk welzijn kunnen in hun voorafgaande goedkeuring modaliteiten opleggen betreffende de realisatie van de (ver)nieuwbouwinfrastructuur. De financiering van een (ver)nieuwbouwproject gebeurt immers door de OCMW’s.

TITEL IV. FINANCIELE AFSPRAKEN

Artikel 28. Financieel evenwicht § 1. Er wordt gestreefd naar een WZG Voorkempen met een budgettair evenwicht vanaf 2020. § 2. Teneinde dit budgettair evenwicht te bereiken, zullen het OCMW Schoten en de gemeente Wijnegem een renteloze lening van € 500.000 verstrekken aan WZG Voorkempen. Er zal dienaangaande een renteloos terug te betalen leningovereenkomst worden gesloten tussen WZG Voorkempen en het OCMW Schoten respectievelijk de gemeente Wijnegem. Artikel 29 Tekorten § 1. Artikel 24 van de oprichtingsakte bepaalt : “Het boekjaar begint op één januari en eindigt op eenendertig december van hetzelfde jaar. Ieder jaar, per eenendertig december worden de rekeningen van het verlopen boekjaar afgesloten. Het eventueel batig saldo voorhanden na het afsluiten van de jaarrekening wordt na vaststelling bestemd overeenkomstig de modaliteiten in de beheersovereenkomst. Indien de boekhouding van de Vereniging bij afsluiting overeenkomstig de regels vermeld in de artikelen 166, 173 en 180 van het OCMW-decreet voor de boekhouding en de jaarrekening van het OCMW een negatief resultaat vertoont, zijn de deelgenoten gehouden bij te dragen in het budgettair

2018_04_18_RMW_O Pagina 352 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/353 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 tekort overeenkomstig de contractuele afspraken die tussen de deelgenoten in de beheersovereenkomst zijn gemaakt.” § 2. Indien WZG Voorkempen zelfs na toekenning van de lening door het OCMW Schoten en de Gemeente Wijnegem zoals bepaald in artikel 28 § 2, niet over voldoende middelen beschikt om de uitgaven te dekken die voortkomen uit de vervulling van haar opdracht, dan zullen het OCMW Schoten en de Gemeente Wijnegem elk bij helften een bijkomende renteloze lening geven à rato van het budgettair tekort. Artikel 30. Overschotten § 1. Artikel 25 van de oprichtingsakte bepaalt : “(…) Het eventueel batig saldo voorhanden na het afsluiten van de jaarrekening wordt na vaststelling bestemd overeenkomstig de modaliteiten in de beheersovereenkomst.” § 2. Het batig saldo voorhanden na het afsluiten van de jaarrekening zal in eerste instantie worden aangewend voor aanzuivering van de tekorten uit het verleden middels terugbetaling aan het OCMW Schoten en de Gemeente Wijnegem. Het batig saldo dat overblijft na aanzuivering van de tekorten uit het verleden, zal door WZG Voorkempen worden gereserveerd in een investeringsbudget. Artikel 31. Responsabiliseringsbijdrage § 1. De responsabiliseringsbijdrage is de bijdrage die de lokale besturen verschuldigd zijn bovenop de basispensioenbijdrage die aangerekend wordt op het brutoloon van de statutaire personeelsleden. Een responsabiliseringsbijdrage wordt voor een bepaald kalenderjaar ten laste gelegd van de besturen waarvan de individuele pensioenlasten, die gedragen worden door het gesolidariseerde pensioenfonds voor hun voormalige statutaire personeelsleden, hoger zijn dan de wettelijke basispensioenbijdragen voor datzelfde jaar. § 2. Door de statutaire personeelsleden ter beschikking te stellen aan WZG Voorkempen zal er in eerste instantie geen kloof worden gecreëerd tussen de basisbijdragen voor het pensioen en de pensioenlast. In beginsel zal er dan ook geen (bijkomende) responsabiliseringsbijdrage in hoofde van het OCMW worden gecreëerd. Bij uitdiensttreding van het terbeschikkinggesteld statutair personeelslid zal deze niet worden vervangen door een nieuwe statutair personeelslid en wordt er dus mogelijks wel een kloof gecreëerd tussen de basisbijdrage voor het pensioen en de pensioenlijst. De responsabiliseringsbijdrage die hieruit voortvloeit, blijft ten laste van de OCMW’s. Artikel 32. Loonsubsidies § 1. De personeelssubsidies die het OCMW Schoten en het OCMW Wijnegem ontvingen m.b.t. de ingebrachte activiteiten, zullen worden overgeheveld naar WZG Voorkempen. § 2. OCMW Schoten zal de erkenning en subsidies i.v.m. sociale maribel van acht (8) VTE overdragen naar WZG Voorkempen. OCMW Wijnegem zal de erkenning en subsidies i.v.m. sociale maribel van vier (4) VTE overdragen naar WZG Voorkempen.

TITEL V. RAPPORTERING, OPVOLGING EN CONTROLE

Artikel 33. Meerjarenplan, operationeel plan en budget §1. WZG Voorkempen concretiseert haar werking in een strategisch meerjarenplan en een budget. Vanaf 1 januari 2018 zal er een strategisch meerjarenplan worden voorzien dat overeenkomstig artikel 147 van het OCMW-decreet afloopt op het einde van het jaar na de eerstkomende gemeenteraadsverkiezingen. Het strategisch meerjarenplan bevat de inhoudelijke en beheersmatige strategie, evenals een meerjarige financiële planning. §2. Het meerjarenplan en het budget worden door WZG Voorkempen opgesteld overeenkomstig de regels bepaald in het OCMW-decreet en de ter zake genomen uitvoeringsbesluiten, in het bijzonder het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. §3. Het budget en meerjarenplan worden voorbereid door de raad van bestuur en vervolgens ter vaststelling voorgelegd aan de algemene vergadering. Het budget en meerjarenplan dient vervolgens

2018_04_18_RMW_O Pagina 353 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/354 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 te worden goedgekeurd door de gemeenteraden van Schoten en Wijnegem overeenkomstig artikel 148 en artikel 150 van het OCMW-decreet. Artikel 34. Boekhouding §1. WZG Voorkempen voert haar boekhouding en stelt haar jaarrekening op zoals voorgeschreven door het OCMW-decreet en de ter zake genomen uitvoeringsbesluiten, in het bijzonder het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. §2. De jaarrekening wordt voorbereid door de Raad van Bestuur en vervolgens vastgesteld door de algemene vergadering en tenslotte voorgelegd aan de gemeenteraden die opmerkingen kunnen maken voor goedkeuring door de provinciegouverneur overeenkomstig artikel 174 van het OCMW-decreet.

TITEL VI. UITTREDING EN ONTBINDING

Artikel 35. Uittreding §1. Onder de voorwaarden opgenomen in artikel 9 van de oprichtingsakte kan een OCMW uit WZG Voorkempen treden. §2. Het uittredend OCMW heeft desgevallend recht op de terugname van de tegenwaarde van de inbreng. Deze waarde wordt geraamd volgens de boekhoudkundige waarde op het ogenblik van zijn ontslag. Het uittredend OCMW kan niet de teruggave eisen van de betaalde bijdragen. Het uittredend OCMW zal bijdragen in de tekorten van WZG Voorkempen overeenkomstig artikel 28 van onderhavige overeenkomst, desgevallend a rato van de periode van het boekjaar dat het lidmaatschap van deze deelgenoot nog niet beëindigd was. §3. Slechts bij onderling akkoord van de OCMW’s is een terugname van de inbreng in natura mogelijk. Desgevallend kan het uittredend OCMW aanspraak maken op het vermogen, de reserves of het kasgeld à rato van de stemverhouding in de algemene vergadering. Het erfpachtrecht dat het OCMW aan WZG Voorkempen heeft verleend op een aantal van haar onroerende goederen, zal desgevallend worden beëindigd. De in erfpacht gegeven onroerend goederen komen desgevallend terug naar het OCMW in de staat zoals ze zich op dat ogenblik bevinden, doch mits compensatie door de uittredende OCMW – deelgenoot van de meerwaarde die werd gerealiseerd. Indien WZG Voorkempen inmiddels investeringen zou hebben uitgevoerd aan de in erfpacht gegeven en/of verkochte onroerende goederen, dan zal de openstaande afschrijvingswaarde door het OCMW worden vergoed voor zover de investeringen niet door het OCMW zelf zijn gefinancierd. WZG Voorkempen zal zich desgevallend engageren om ook de erkenningen verbonden aan de inbreng in natura terug te geven aan de uittredende OCMW-deelgenoot. Artikel 36. Ontbinding § 1 De deelgenoten kunnen zich beraden omtrent een vrijwillige ontbinding van WZG Voorkempen. De beslissing tot zulke ontbinding kan alleen genomen worden als alle deelgenoten daarmee vooraf instemmen zoals bepaald in artikel 224 tweede lid van het OCMW-decreet. De beslissing tot ontbinding is tevens onderworpen aan het goedkeuringstoezicht van de Vlaamse Regering. § 2 In geval van ontbinding zal de algemene vergadering één of meerdere vereffenaars aanstellen en hun bevoegdheden bepalen. § 3 Indien de vereffening van het WZG Voorkempen na afsluiting een negatief resultaat vertoont, dan zal de aanzuivering van het negatief resultaat door de OCMW’s worden aangezuiverd à rato van de stemverhouding in de algemene vergadering. § 4. Indien de vereffening van WZG Voorkempen na afsluiting een positief resultaat vertoont, dan zal het overschot worden uitgekeerd aan de OCMW’s à rato van de stemverhouding in de algemene vergadering. § 5. Het erfpachtrecht die de OCMW’s aan WZG Voorkempen hebben verleend op een aantal van hun onroerende goederen, zal desgevallend worden beëindigd. De in erfpacht gegeven onroerend goederen komen desgevallend terug naar de OCMW’s in de staat zoals ze zich op dat ogenblik bevinden, doch mits compensatie door de uittredende OCMW-deelgenoot van de meerwaarde die werd gerealiseerd.

2018_04_18_RMW_O Pagina 354 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/355 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

TITEL VII. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 37. Toepasselijk recht - Rechtsmacht - Technische en Financiële Expertise §1. Deze overeenkomst wordt beheerst door het Belgisch recht. §2. Alle geschillen met betrekking tot de geldigheid, de interpretatie, de uitvoering en de beëindiging van deze overeenkomst behoren tot de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van het gerechtelijke arrondissement Antwerpen, afdeling Antwerpen. Vooraleer een geschil aan de bevoegde rechtbank voor te leggen, verbinden partijen zich ertoe te goeder trouw en met inachtname van de redelijke belangen van de andere partijen te onderhandelen met het oog op een minnelijke regeling. Daartoe zal de eisende partij de andere partijen bij aangetekend schrijven kennis geven van de aard van het geschil en de mogelijke oplossingen. §3. De partijen verbinden er zich echter toe elke technische of financiële beslissing waarover zij geen minnelijke schikking kunnen bereiken - tenzij partijen akkoord gaan om direct het bepaalde onder “rechtsmacht” hiervoor toe te passen - te onderwerpen aan de expertise en advies van een college van drie deskundigen waarvan elke partij één expert aanduidt; deze experten duiden vervolgens de vierde expert aan die optreedt als voorzitter. Indien partijen binnen een termijn van tien (10) kalenderdagen hun deskundige niet aanduiden of indien de door de partijen gekozen experten binnen dezelfde termijn geen derde expert aanduiden, wordt deze deskundige of derde expert aangewezen door de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, Afdeling Antwerpen, op verzoek van de meest gerede partij. Dit college moet binnen een termijn van vijftien (15) werkdagen na zijn aanstelling beslissen. Het college beslist niet als naar recht maar volgens de geldende regels van de kunst. De kosten van de expertise zullen worden gedragen door de partijen elk voor één derde (1/3). Artikel 38. Overdracht WZG Voorkempen mag noch deze overeenkomst noch enig recht of verbintenis uit deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk overdragen zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de OCMW’s. Artikel 39. Aanpassing aan wijziging van de regelgeving Partijen zullen deze overeenkomst aanpassen aan elke wijziging in de toepasselijke regelgeving. Zij zullen er alsdan naar streven om de continuïteit van de dienstverlening te garanderen en het globale financiële evenwicht vervat in deze overeenkomst maximaal te behouden. Artikel 40. Uitvoeringsmodaliteiten Met het oog op de uitvoering en interpretatie van deze overeenkomst kunnen de partijen convenanten sluiten die aan deze overeenkomst zullen worden gehecht. Binnen de grenzen van de wettelijke bepalingen inzake publiekrechtelijke bevoegdheden, kunnen deze convenanten worden gesloten na goedkeuring door de raad voor maatschappelijk welzijn namens de OCMW’s en door de raad van bestuur namens WZG Voorkempen. Op grond van een bijzondere motivering kan aan de convenanten terugwerkende kracht worden toegekend. Artikel 41. Verzaking - Cumulatieve Rechten Verzuim of vertraging in de uitoefening door één van de Partijen van enig recht uit deze overeenkomst houdt geen verzaking aan dat recht in, en evenmin zal enige gedeeltelijke uitoefening van zulk recht de verdere uitoefening van dit recht of de uitoefening van elk ander recht uitsluiten. De rechten die uitdrukkelijk voorzien zijn in deze overeenkomst zijn cumulatief en sluiten geen andere wettelijk voorziene rechten uit tenzij in deze overeenkomst anders bepaald. Artikel 42. Splitsbaarheid Elke bepaling van deze overeenkomst die ongeldig, verboden of onafdwingbaar zou zijn in om het even welke rechtsorde zal geen rechtskracht en uitwerking hebben in die rechtsorde, zonder echter de overige bepalingen van deze overeenkomst in deze of enige andere rechtsorde ongeldig te maken of hun geldigheid of afdwingbaarheid aan te tasten. Partijen zullen in dat geval die ongeldige, verboden of onafdwingbare bepaling te goeder trouw vervangen door een bepaling die zoveel mogelijk hetzelfde effect heeft. Artikel 43. Interpretatie

2018_04_18_RMW_O Pagina 355 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/356 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

De titels in deze overeenkomst zijn enkel gemakshalve gebruikt en zullen niet dienen voor de interpretatie van deze overeenkomst. Artikel 44. Volledige overeenkomst Deze overeenkomst vormt de volledige overeenkomst tussen de partijen met betrekking tot het voorwerp van deze overeenkomst en komt in de plaats van alle vroegere mondelinge of schriftelijke overeenkomsten en afspraken. Elke wijziging, aanpassing of toevoeging aan de bepalingen en voorwaarden van deze overeenkomst moet, teneinde geldig te zijn, schriftelijk geschieden en ondertekend worden door de daartoe gemachtigde vertegenwoordigers van de partijen.

Opgemaakt te Schoten op [***dag***] [***maand***] [***jaar***] in drie (3) originele exemplaren, i.e. in zo veel originele exemplaren als er onderscheiden Partijen zijn, waarvan elke Partij zijn origineel exemplaar erkent te hebben ontvangen

Bijlage 4 a) Schattingsverslag d.d. 26 september 2017 IGEAN van het patrimonium OCMW Schoten b) Schattingsverslag d.d. 26 september 2017 IGEAN van het patrimonium OCMW Wijnegem'

Artikel 2 : Afschrift van deze beslissing zal ter kennisgeving overgemaakt worden aan de Raad voor maatschappelijk welzijn van Wijnegem en aan de Woonzorggroep Voorkempen.

Financiën

4. FINANCIEN. OMVORMING OVV ETHIAS TOT CVBA ETHIAS CO. AKTENEMING.

De Raad neemt akte van de omvorming van de onderlinge verzekeringsvereniging Ethias Gemeen Recht (OVV Ethias GR) in een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid CVBA EthiasCo. Als gevolg van deze omvorming ontvangt het OCMW tien nominatieve deelbewijzen voor een totale waarde van 86.029,- euro. De boekhoudkundige registratie gebeurt in het boekjaar 2017.

5. LOI - VERANTWOORDINGSNOTA 2017 EN BESTEDING RESERVES.

GOEDKEURING.

De Raad,

De heer Marc Hendrickx, financieel beheerder, is aanwezig bij de bespreking van dit punt. Gelet op het ontwerp van de financiële verantwoordingsnota 2017 betreffende de LOI-werking zoals opgemaakt door de financieel beheerder; Overwegende dat op 31.12.2017 de gecumuleerde reserve LOI-subsidies 65.285,81 euro bedraagt; Gelet op de instructiebrief dd. 21.02.2018 van Fedasil in het kader van de afbouw van huidige reserves en de opbouw van toekomstige reserves; Overwegende dat het OCMW vanaf 2019 nog maximaal 10% van de werkelijk uitbetaalde subsidies in het voorgaande boekjaar als reserve mag behouden; Overwegende dat voor de financiering van toekomstige investeringen in het LOI een verhoogd percentage reserve mogelijk is, mits het indienen van een aanvraagdossier voor 31/03 van het volgende boekjaar; Gelet op de oproep van Fedasil aan de OCMW’s tot intekening op een éénmalige overgangsmaatregel ’75%-25%’ in het jaar 2018;

2018_04_18_RMW_O Pagina 356 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/357 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Overwegende dat deze ’75%-25%’ regel enerzijds inhoudt dat het OCMW éénmalig de mogelijkheid wordt geboden om 25% van de gecumuleerde reserves 2017, verminderd met 10% van de werkelijke uitbetaalde subsidies van het boekjaar 2017, vrij te gebruiken (ook buiten de LOI-overeenkomst); dat dit om een bedrag van 9.296,47 euro gaat; Overwegende dat anderzijds 75% van de gecumuleerde reserves 2017, verminderd met 10% van de werkelijke uitbetaalde subsidies van het boekjaar 2017, aan Fedasil dient teruggestort te worden; dat dit om een bedrag van 27.889,41 euro gaat; Gelet op de toelichting door de financieel beheerder; Gehoord raadslid de heer Patrick Molle die van oordeel is dat het over federale middelen gaat die volledig terug moeten overgedragen worden aan de federale overheid ; Gehoord de voorzitter, mevrouw Catharina Van Osta, die opmerkt dat het OCMW van Schoten steeds zuinig is omgesprongen met de ter beschikking gestelde middelen en hier nu voor een stukje voor gestraft wordt ten opzichte van deze besturen die kwistiger zijn omgesprongen met de ter beschikking gestelde middelen. Door het feit dat het bestuur niet alles moet teruggeven, is zij in de mogelijkheid om toch nog herstellingen of kleinere uitgaven te doen als dit noodzakelijk zou zijn ; Gehoord de financieel beheerder die stelt dat in het verleden in de LOI investeringen werden gefinancierd vanuit het aangelegde potje, zoals de werken in de Rubbensstraat en de aankoop van een wagen ; dat voor de toekomst nog investeringen mogelijk zijn mits het bestuur tijdig een gemotiveerde aanvraag indient bij Fedasil ; Gehoord raadslid de heer Patrick Molle dat hij dit punt niet mee zal goedkeuren omwille van de eerder aangehaalde reden ; Gelet op de gevoerde bespreking;

BESLUIT: met 8 stemmen ja, tegen 1 stem neen

Catharina Van Osta, Katelijne Peeters, Diana Celis, Godelieve Swennen, Gilberte Van den Abbeele, Guido Aerts, Christof Victor, Ivan Kint stemmen ja. Patrick Molle stemt neen.

Artikel 1: De financiële verantwoordingsnota 2017 betreffende de LOI-werking wordt goedgekeurd.

Artikel 2: Akte te nemen van de instructiebrief dd. 21.02.2018 van Fedasil in het kader van de afbouw van huidige reserves en de opbouw van toekomstige reserves.

Artikel 3: De administratie LOI wordt opgedragen tijdig een voorstel aan de raad voor te leggen betreffende toekomstige investeringen in het LOI, zodat in voorkomend geval voor 31/03 van het volgende boekjaar een aanvraagdossier bij Fedasil kan worden ingediend voor het behoud van een hoger percentage reserve ter financiering van de geplande investeringen.

Artikel 4: In te tekenen op de éénmalige overgangsmaatregel ’75%-25%’ in het jaar 2018.

Artikel 5: De administratie LOI wordt opgedragen een voorstel aan de raad voor te leggen betreffende de besteding van het vrij te gebruiken bedrag.

Maatschappelijke dienstverlening

6. GRATIS VOEDSELHULP. PARTNEROVEREENKOMST MET VZW DE TOEVLUCHT

De Raad,

Mevrouw Els De Deken, hoofd sociale dienst, is aanwezig bij de bespreking van dit punt.

2018_04_18_RMW_O Pagina 357 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/358 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Gelet op de brief van vzw De Toevlucht van 16.03.2018; Gelet op de toelichtende nota van 21.03.2018 van mevrouw Els De Deken, hoofd sociale dienst; Overwegende dat er een 10 tal gezinnen van Schoten gebruik maken van gratis voedselhulp; Gelet op de bespreking in het teamoverleg met de maatschappelijk werk(st)ers van de sociale dienst op 19.03.2018 en hun vraag aan de Raad om een partnerovereenkomst te sluiten met vzw De Toevlucht; Overwegende dat vzw De Toevlucht een ondertekende overeenkomst nodig heeft om in orde te zijn met de Europese richtlijnen en deze overeenkomst nodig heeft voor de federale inspectie; Overwegende dat mevrouw Catharina Van Osta, voorzitter, vraagt of het OCMW voor deze structurele hulp extra inspanningen moet leveren; Overwegende dat mevrouw Els De Deken meedeelt dat het OCMW nog geen overeenkomst heeft met deze VZW en dat de Raad vorig jaar heeft beslist om de overeenkomst niet te ondertekenen omdat de sociale dienst al samenwerkt met andere actoren; Overwegende dat in de feiten Schotenaren in Antwerpen terecht komen; Overwegende dat de VZW de regelgeving met betrekking tot het verdelen van gratis voedseloverschotten moet respecteren; Overwegende dat als de OCMW raad opnieuw beslist om de overeenkomst niet te ondertekenen, mogelijk de VZW die met vrijwilligers werkt in de problemen komt; Mevrouw Catharina Van Osta, voorzitter, vraagt of het personeel van de sociale dienst hiervoor extra werk moet doen; Mevrouw Els De Deken antwoordt dat de maatschappelijk werker de cliënt over het initiatief moet informeren en, indien gewenst, een verwijsbrief meegeven. Op de vraag van mevrouw Catharina Van Osta, voorzitter, hoe men weet dat er Schotenaren komen, wordt meegedeeld dat men de identiteitskaart vraagt; Mevrouw Catharina Van Osta, voorzitter, deelt verder mee dat zij zich kan voorstellen dat er verschillende Schotenaren hier naar toe gaan; Mevrouw Els De Deken verduidelijkt dat er gesproken wordt over '10' Schotenaren en dat er geen financiële bijdragen van het OCMW worden gevraagd, cliënten gebruiken alle hulp om te overleven; Mevrouw Diana Celis, raadslid, vraagt hoe het komt dat ze Schotenaren toelaten; Mevrouw Els De Deken deelt mee dat de organisatie ontstaan is uit Caritas en nu voor zijn werking meer gebonden is door de Europese richtlijnen; De heer Christof Victor, raadslid, vraagt of door de VZW aan de Schotenaren wordt meegedeeld dat zij ook hulp kunnen vragen in Schoten; Mevrouw Els De Deken antwoordt dat de vrijwilligers van de VZW Toevlucht zeker bereid zullen zijn om informatie over de hulpverlening van het OCMW Schoten door te geven en stelt voor om de brochure over de werking van de sociale dienst te bezorgen; Mevrouw Catharina Van Osta, voorzitter, vindt dat dit een goed idee is; Op de vraag van mevrouw Kathelijne Peeters, raadslid, of de sociale dienst ook samenwerkt met de geefwinkel in Schoten "Het Donorke" wordt positief geantwoord; Mevrouw Kathelijne Peeters, raadslid, deelt mee dat deze organisatie ook subsidies van het OCMW vraagt en heel goed werk doet; Mevrouw Els De Deken antwoordt dat deze vraag een tijd geleden besproken is met de voorzitter van het OCMW en met de burgemeester en dat toen werd besloten om hier niet op in te gaan omdat het niet de bedoeling kan zijn dat de overheid initiatieven financiert van vrijwilligers; Gelet op de uitvoerige bespreking;

2018_04_18_RMW_O Pagina 358 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/359 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

BESLUIT: Eenparig

Artikel 1: De Raad beslist om het model van de partnerovereenkomst te ondertekenen met vzw De Toevlucht, met maatschappelijke zetel Poederleeseweg 5 te 2290 , afdeling Antwerpen, gevestigd Dambruggestraat 336 te 2060 Antwerpen. Artikel 2: De maatschappelijk werk(st)er van de sociale dienst zal een verwijsbrief mee geven voor het verkrijgen van gratis voedselhulp van het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen aan cliënten horend tot de volgende doelgroepen: - Personen of gezinnen met een (equivalent) leefloon - Daklozen - Mensen zonder papieren - Illegalen - Erkende vluchtelingen (niet voor LOI bewoners) - Personen met een inkomen onder de armoedegrens Artikel 3:Omwille van het beroepsgeheim en uit respect voor de privacy zal de sociale dienst geen lijst met namen van cliënten overmaken aan vzw De Toevlucht. Artikel 4:De sociale dienst zal brochures over de eigen dienstverlening ter beschikking stellen van VZW De Toevlucht met de vraag ze mee te geven aan Schotenaren die beroep doen op gratis voedselhulp.

7. MAATREGELEN TER BEVORDERING VAN DE PARTICIPATIE EN SOCIALE ACTIVERING VAN DE GEBRUIKERS VAN DE DIENSTVERLENING VAN DE

OPENBARE CENTRA VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN.

De Raad,

Mevrouw Els De deken, hoofd sociale dienst, woont de bespreking van dit punt bij. Gelet op het Koninklijk besluit van 23.02.2018 houdende maatregelen ter bevordering van de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor het jaar 2018; Overwegende dat het bevorderen van de participatie en sociale activering van de gebruikers tot de opdracht van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn hoort; Overwegende dat de toelage ter bevordering van de participatie en sociale activering waar het OCMW aanspraak kan op maken, wordt berekend op basis van volgende verdeelsleutel: -75 % op basis van het aantal gerechtigden op leefloon of equivalent leefloon (dd.01.01.2017) -25 % op basis van het aantal rechthebbende op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming van het ziekenfonds; Overwegende dat het OCMW van Schoten voor het jaar 2018 een werkingstoelage krijgt van 18.920 EUR; Overwegende dat het OCMW vrij is om de prioritaire doelgroepen te bepalen die zich in een achtergestelde situatie bevinden en waarvoor een interventie noodzakelijk is en zelf het plaatselijk beleid kan bepalen; Overwegende dat het OCMW evenwel verplicht is om de werkingsmiddelen te besteden aan de volgende specifieke beleidsprioriteiten:

2018_04_18_RMW_O Pagina 359 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/360 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

-Het organiseren van collectieve modules ter aanvulling van de individuele begeleiding van leefloongerechtigden in het kader van de projecten genoteerd in de GPMI. Minimum 25 % van de toelage of 4.730 EUR- Maximum 50 % van de toelage of 9.460 EUR; -Minimum 25 % van de toelage verplicht te besteden is aan de bestrijding van de kinderarmoede of 4.730 EUR voor de deelname aan sociale programma’s, onderwijsondersteuning, psychologische ondersteuning van het kind of voor de ouders, paramedische ondersteuning, aankoop van pedagogisch materiaal, acties met het oog op de sociale integratie van kansarme kinderen; Overwegende dat het restbedrag dat maximum 50 % van de toelage kan zijn mag besteed worden aan: -Volledige of gedeeltelijke financiering voor de deelname door de gebruikers van de dienstverlening van het OCMW voor sociale, sportieve of culturele manifestaties. -Volledige of gedeeltelijke financiering voor de deelname door de gebruikers van de dienstverlening van het OCMW aan sociale, culturele of sportieve verenigingen met inbegrip van lidgeld en de voor de deelname noodzakelijke benodigdheden en uitrustingen. -Volledige of gedeeltelijke financiering voor de deelname door de gebruikers van de dienstverlening van het OCMW voor de ondersteuning van de financiering van initiatieven van of voor de doelgroep op sociaal, cultureel of sportief vlak. -Volledige of gedeeltelijke financiering voor de deelname door de gebruikers van de dienstverlening van het OCMW voor de ondersteuning en de financiering van initiatieven die de toegang en de participatie van de doelgroep tot de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën bevorderen ; Gelet op de toelichting van het hoofd sociale dienst; Gelet op de gevoerde bespreking ;

BESLUIT: Eenparig

Artikel 1:Cliënten van het OCMW, kinderen en senioren in armoede worden gezien als prioritaire doelgroepen. Artikel 2:De federale werkingsmiddelen uit het participatiefonds voor cliënten van het OCMW moeten worden gebruikt voor sociale activering, het volgen van vorming of activiteiten georganiseerd in de gemeente Schoten, uitgezonderd de activiteiten die worden georganiseerd in schoolverband, jeugdvereniging of voor sport en recreatie voor de doelgroep. Artikel 3:De maatschappelijk werk(st)ers van het Departement Sociale Zaken zullen onderzoeken op welke wijze de middelen kunnen worden ingezet voor de financiering van collectieve modules ter aanvulling van de individuele begeleiding in het kader van de geïndividualiseerde projecten voor maatschappelijke integratie (GPMI). Goede voorbeelden hier zijn: Het organiseren van sollicitatietraining, het organiseren van extra cursussen Nederlands, het deelnemen aan vormingen en projecten georganiseerd door VZW Klik en partners en Open School (Basiseducatie). Verder zullen zij hun cliënten informeren over het aanbod aan activiteiten in de gemeente Schoten en hen motiveren om hieraan deel te nemen. Artikel 4: De maatschappelijk werk(st)ers van het Departement Zorg en Welzijn kunnen aan de Raad voorstellen om kosten, volledig of gedeeltelijk, ten laste te nemen van senioren in armoede voor deelname aan sociale, sportieve, culturele activiteiten of initiatieven die de toegang tot nieuwe informatie- en communicatietechnologieën bevorderen. Artikel 5:De maatschappelijk werkers van het Departement Sociale Zaken en het Departement Zorg en Welzijn zullen zorgen voor het opvragen van de bewijsstukken, nodig voor de inspectiedienst van de federale overheid. Kopieën van deze bewijsstukken worden spontaan ter beschikking gesteld van het secretariaat van het Departement Sociale Zaken. Artikel 6 :De hoofdmaatschappelijk werker van het Departement Sociale zaken controleert het correct gebruik van de federale werkingsmiddelen en zorgt er voor dat de maatschappelijk werkers van het

2018_04_18_RMW_O Pagina 360 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/361 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Departement Sociale zaken aandacht hebben voor de opdracht om cliënten te stimuleren tot het participeren aan gepaste vorming of activiteiten of deelname aan collectieve modules. Artikel 7: Het hoofd sociale dienst van het Departement Sociale zaken zorgt er voor dat het gebruik van de federale werkingsmiddelen wordt verantwoord voor 28 februari 2019 via de webapplicatie “Uniek jaarverslag” en controleert of elke uitgave kan verantwoord worden door een aankoopbewijs of factuur.

Stafdiensten 8. WOONZORGGROEP VOORKEMPEN. AANKOOP FIREWALL. WIJZE VAN GUNNEN

EN GUNNING.

De Raad,

Gelet op de akteneming in zitting van heden van het verlijden van notariële akte houdende oprichting van de woonzorggroep Voorkempen, OCMW-vereniging van publiek recht ; Overwegende dat de Woonzorggroep Voorkempen uiterlijk op 01.07.2018, en bij voorkeur reeds vroeger, moet beschikken over een operationeel ICT-netwerk ; Gelet op het feit dat tussen de twee zorginstellingen, deel uitmakend van de Woonzorggroep, m.n. het woon- en zorgcentrum Verbert - Verrijdt te Schoten, en het woon- en zorgcentrum Rustenborg te Wijnegem, een beveiligde tunnel moet voorzien worden, volledig gescheiden van de bestaande ICT- structuur ; Gelet op de hoogdringendheid van de uit te voeren werken ; Overwegende dat de eerstvolgende bijeenkomst van de Raad van Bestuur van de Woonzorggroep Voorkempen slechts gepland is op 18.05.2018 ; dat het wachten met het nemen van een beslissing omtrent de aankoop van een firewall tot gevolg heeft dat de Woonzorggroep per 01.07.2018 niet zal beschikken over een operationeel ICT-netwerk op beide campussen ; dat het derhalve aangewezen is om, in naam en voor rekening van de Woonzorggroep Voorkempen, de nodige beslissingen te treffen met latere verrekening van de onkosten ; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen; Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a (limiet van € 144.000,00 excl. btw niet bereikt); Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90 1°; Gelet op de verrichte prijsvraag voor volgende producten en service: - 2x Meraki MX84 Router Cloud Managed - Meraki MX84 Advanced Security (licentie 3 jaar) - Netwerkinstallatie Overwegende dat een offerte werd opgevraagd en ontvangen van : - DRIEZENIT, gevestigd te Boerenkrijglaan 81, 2260 : € 5.549 (excl btw) ,- BECHTLE DIRECT NV, gevestigd te Knooppunt 6 3910 Neerpelt.; € 5.936,80 (excl. btw en excl netwerkstinstallatie), - FIREWALLSHOP, Savannahweg 25a, 3542 AW Utrecht: € 6.939 (excl btw en excl netwerkinstallatie) ; Gelet op de het feit dat er maar één leverancier is die een prijs gaf inclusief installatie ; Gelet op het feit dat deze leverancier de werken voor 31 mei 2018 kan uitvoeren ; Gezien het voorstel derhalve is om de offerte van Driezenit te bevestigen ; Gelet op de gevoerde bespreking ;

2018_04_18_RMW_O Pagina 361 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/362 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

BESLUIT: Eenparig

Artikel 1 : De overheidsopdracht 'Aankoop en plaatsing van een firewall ten behoeve van de woonzorggroep Voorkempen' te gunnen bij wijze van onderhandelingsprocedure op aangenomen factuur. Artikel 2: De overheidsopdracht 'Aankoop en plaatsing van een firewall ten behoeve van de woonzorggroep Voorkempen' te gunnen aan de firma DriezenIT, gevestigd te Boerenkrijglaan 81, 2260 Westerlo, tegen de prijs van € 5.549 excl. Btw. Artikel 3: De uitgave wordt verrekend op de hiertoe beschikbare budgetten van het OCMW van Schoten en op een later tijdstip doorgerekend aan de Woonzorggroep Voorkempen, OCMW- vereniging van publiek recht, Verbertstraat 25 te 2900 Schoten. Artikel 4 : Afschrift van deze beslissing voor verder gevolg over te maken aan de Woonzorggroep Voorkempen.

De heer Eric Raymackers, hoofdmedewerker logistiek, is aanwezig bij de bespreking van punten 9 tot en met 12 van de agenda.

Logistiek 9. INVENTARIS VAN DE GEREEDSCHAPPEN EN MATERIALEN TECHNISCHE DIENST. VERDELING WOONZORGGROEP VOORKEMPEN-SYNERGIE GEMEENTE

SCHOTEN. GOEDKEURING

De Raad,

De heer Eric Raymackers, hoofdmedewerker logistiek, is aanwezig bij de bespreking van dit agendapunt. Gelet op de recente oprichting van de Woonzorggroep Voorkempen en het samen gaan van de technische dienst van het OCMW Schoten met de Dienst Der Werken van de Gemeente Schoten ; Gezien naar aanleiding hiervan de huidig aanwezige gereedschappen en materialen van de technische dienst ter plaatse bekeken door de hoofdmedewerker logistiek OCMW Schoten, de ploegbaas technische dienst OCMW Schoten en de technisch coördinator voor de gebouwen van de gemeente Schoten ; Gezien naar aanleiding van deze rondgang een oplijsting werd gemaakt van de elektrische toestellen, werkbakken, voertuigen, klein materiaal en onderdelen ; Overwegende dat aansluitend de opgemaakte inventaris, met verdeling tussen gemeente en OCMW, op 27.03.2018 werd ondertekend door de 3 voormelde medewerkers ; Gelet op de nota van de heer Eric Raymackers, hoofdmedewerker logistiek, dd. 27.03.2018 terzake ; Gehoord de heer Eric Raymackers die meldt dat het materiaal in principe verhuist naar de Dienst der Werken van de gemeente, met behoud van de materialen, specifiek voor de assistentiewoningen en de doorgangswoningen op de campus van het OCMW ; dat de gemeente de toezegging deed om, indien de woonzorggroep gebruik moet maken van bepaalde materialen, dit mag geleend worden ; Gelet op de gevoerde bespreking ;

BESLUIT: Eenparig

Artikel 1: Neemt kennis van de opgemaakte en ondertekende lijst van 27 maart 2018 rond de verdeling van de gereedschappen, materialen, voertuigen, onderdelen,.... opgemaakt, besproken en ondertekend

2018_04_18_RMW_O Pagina 362 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/363 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 tussen hoofdmedewerker logistiek OCMW Schoten, ploegbaas technische dienst OCMW Schoten en technisch coördinator voor de gebouwen van de gemeente Schoten. Artikel 2: Gaat akkoord met de opgelijste verdeling van de gereedschappen, materialen, voertuigen, onderdelen,... zoals besproken tijdens de rondgangen van 9 en 16 maart 2018 en ondertekend op 27 maart 2018 tussen de hoofdmedewerker logistiek OCMW Schoten, ploegbaas technische dienst OCMW Schoten, en technisch coördinator voor de gebouwen van de gemeente Schoten. Artikel 3: Beslist om de volgende roerende goederen over te dragen aan Woonzorggroep Voorkempen:

MACHINE MERK TYPE

Accu schroef en DCD790M3K (18V-3x4 AH boormachine Dewalt Lion) Accu klopboormachine Dewalt DCD 935 Accu klopboormachine Dewalt DCD 985 Afvalzuiger Electrostar GS/AR-1245EW Bandschuurmachine Makita 9403 - 1200W Batterijlader Batium 1524 Boor- en hamermachine Bosch GBH2-26DFR Boorhamer SDS Bosch GBH 4 DFE Boormachine Bosch GBH36V-LI Accu Buizenontstopper Rothenberger R 600 Cirkelzaag Dewalt DWE576K Combi cirkel & wipzaag + schroefboormachine Worx Combi houtbewerking Mini-Max CU 350 K Compressor Duba Digitale laserafstandsmeter Bosch DLE 50 Elektrische allesknipper Black&Decker DN 520 E Elektrisch nietjespistool Omer 90.40 Elektrische multimeter Benning model MM4 Elektrische multimeter Benning Combipol Excenter schuurmachine Bosch GEX 125 AC Gasdetectors Testo 316-1 en 317-1 Gasrecipiënt / soldeer Primus Gasrecipiënt / soldeer- brasseer Sievert Metaljet Gereedschapswagen Kaiser Kraft Hogedrukreiniger Kärcher Commercial HD5/15 c Isolatiemeter Kyoritsu 30051 Klokboorset voor hout

2018_04_18_RMW_O Pagina 363 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/364 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Kolomboormachine Optima B26 Pro Lintzaag MEP PH100 FMM 350 A top LTD 2014 Multitool fein multimaster (350W) Muurfreesmachine FUBAG FB 40 Nagelpistool Powerplus pneumatisch Nagelpistool Omer pneumatisch Nietpistool mechanisch Perstang Ridgid RP330 Prof. Tafelbladzaag Bosch GTS 100 Schroefboormachine (2 stuks) Festool CDD 12 FX Schroefboormachine Metabo BST 9.6 Slijpschijf Bosch GWS Professional Slijpschijf groot De Walt D 28492-QS type 1 Slijpschijf klein De Walt D281 Stelling Altrex 5400-V32120-WH-5,80 Stof-en waterzuiger Kärcher NT65/2 TACT2 Stofzuiger Starmix GSAR 1245 EW Supercut Fein FSN 400 E Tegelsnijder Tegelsnijmachine Einhell NFS 181 Thermomobile Rothenberger BX 3E Verfstripper Sikkens Verstekzaag Makita Vlakschuurmachine Bosch PSS250AE Wipzaag Hitachi CJ110V Zoutstrooier klein model zonder merk Zoutstrooier groot model zonder merk

Voertuigen: Renault Master 1RPT289 Ford Transit 670 APB Ford Transit 1 CBG 156

2018_04_18_RMW_O Pagina 364 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/365 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 en 3 gereedschapskoffers.

10. WERKEN. VERVANGEN VAN DE VLOER IN DE INKOMHAL VAN J. VAN

CRAENSTRAAT 6. GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE

De Raad,

Overwegende dat de vloer in de inkomhal van de 42 bejaardenflats einde februari 2018, omwille van de vrieskou, naar boven is gekomen en gebarsten ; dat derhalve in de vervanging van de vloer moet worden voorzien ; Gezien in het kader van de opdracht “Vervangen van de vloer in de inkomhal van de J. Van Craenstraat 6" een technische beschrijving met nummer 2018-09 werd opgesteld; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 25.000,00 excl. btw of € 26.500,00 incl. 6% btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht tot stand te brengen bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde); Overwegende dat een plaatsbezoek wordt voorgesteld voor alle uitgenodigde kandidaten op donderdag 3 mei om 8u30; Overwegende dat wordt voorgesteld om de gunningsprocedure op te starten en de uitnodigingen tot offerte op 20 april 2018 te verzenden; Overwegende dat 11 mei 2018 om 10u00 wordt voorgesteld als uiterste datum voor het indienen van de offertes; Gelet op de wet op de overheidsopdrachten en bijhorende uitvoeringsbesluiten; Gehoord raadslid de heer Christof Victor, die voorstelt om ook de firma Vloeren Verbeeck aan te schrijven ; Gelet op de gevoerde bespreking ;

Kredieten/financiële aspect: Investeringsbudget: - Deze uitgave is voorzien op: - Budget 2018 - Investeringsenveloppe 2014/04 - Algemene rekening 23500000 - Beleidsitem 095000

BESLUIT: Eenparig

Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan de technische beschrijving met nr. 2018-09 en de raming voor de opdracht "Vervangen van de vloer in de inkomhal van J. Van Craenstraat 6". De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 25.000,00 excl. btw of € 26.500,00 incl. btw. Artikel 2: Bovengenoemde opdracht komt tot stand bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waard). Artikel 3 : Volgende ondernemers worden uitgenodigd om offerte op te maken voor deze overheidsopdracht van beperkte waarde:

2018_04_18_RMW_O Pagina 365 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/366 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

- Interieur Van Pelt - Grigorieff, Bisschoppenhoflaan 626 te 2100 Antwerpen; - ELB vloeren, Brechtsebaan 756 te 2900 Schoten; - BOUWCENTRALE BOUWONDERNEMING, Paalstraat 149 te 2900 Schoten; - Vloeren Verbeeck, Morgenrood 6, 2970 's Gravenwezel. Artikel 4 : De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 11 mei 2018 om 10.00 uur. Artikel 5 : De uitgave voor deze opdracht is voorzien in enveloppe 2014/04, AR 23500000, BI 095000.

11. LEVERINGEN. LEVEREN VAN TELEVISIETOESTELLEN VOOR HET WOON-EN ZORGCENTRUM VERBERT-VERRIJDT EN ASSISTENTIEWONINGEN

SCHUTTERSHOF. WIJZE VAN GUNNEN EN GUNNING

De Raad,

Gelet op zijn besluit in de zitting van 8 juni 2016 om in te tekenen in het "Raamcontract Digitale TV" van het Zorgbedrijf Antwerpen, waarbij na het voeren van de onderhandelingsprocedure met bekendmaking, de opdracht werd toegewezen aan Screenservices NV ; Overwegende dat Telenet op vrijdag 26 januari 2018, in opdracht van Screenservices, het Broadcastsysteem voor digitale televisie heeft geïnstalleerd in het Woon- en zorgcentrum Verbert - Verrijdt ; Gezien van hieruit alle 287 televisies in het Woon- en zorgcentrum Verbert - Verrijdt en de assistentiewoningen Schuttershof voorzien worden van een digitaal signaal en -beeld naar die bewoners welke over een televisie beschikken die DVBC (Digital Video Broadcasting) compatibel is ; Gelet op het feit dat het analoog signaal ten laatste einde juni 2018 stopt met uitzenden op de campus van het OCMW ; Gezien het aangewezen is dat elke bewoner die dit wenst, voor het einde van deze periode beschikt over een digitale televisie of een digicorder of digibox ; Overwegende dat uit de rondgang van de technische dienst op 29 en 30 januari 2018 gebleken is dat momenteel in het Woon- en zorgcentrum en de assistentiewoningen Schuttershof, 70 toestellen niet voldoen en 30 mogelijk niet compatibel zijn ; dat derhalve verschillende bewoners kortelings een nieuw televisietoestel dienen aan te kopen of zich een digibox moeten aanschaffen of huren; Gezien de mogelijkheid bestaat om binnen het "Raamcontract digitale TV" over te gaan tot de aankoop van DVBC ondersteunende televisietoestellen op steun of ophangbeugel ; Gezien de leveringstermijn, indien tot aankoop via Screenservices wordt overgegaan, 6 weken bedraagt ; Gelet op het voorstel om aan de bewoners van het woon- en zorgcentrum en de assistentiewoningen de mogelijkheid te geven om via het OCMW over te gaan tot de aankoop van een DVBC- ondersteunend televisietoestel op steun of ophangbeugel. Screen services biedt nl. de mogelijkheid aan dat het OCMW deze aankoopt, maar wenst niet rechtstreeks te verkopen aan eventueel geïnteresseerde bewoners. Het OCMW zou in deze dan optreden als tussenpersoon ; Gelet op zijn besluit in de zitting van 7 februari 2018 om akkoord te gaan om als tussenpersoon op te treden voor de aankoop van DVBC ondersteunende televisietoestellen op steun of ophangbeugel bij Screenservices N.V., gevestigd Huart Hamoirstraat 55 te 1030 Brussel ; Overwegende dat de bewoners van het Woon- en zorgcentrum Verbert - Verrijdt en de assistentiewoningen Schuttershof de mogelijkheid hebben gekregen om in te schrijven voor 08.03.2018 op de aankoop van een televisietoestel of het huren van een digibox ;

2018_04_18_RMW_O Pagina 366 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/367 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Overwegende dat er 27 getekende inschrijvingen van bewoners welke zich akkoord hebben verklaard om een DVBC- compatibel toestel te willen aankopen, of een digibox willen huren werden ontvangen ; Overwegende dat er van de 6 televisietoestellen op de CVK (Centrum voor kortverblijf) kamers er 5 televisietoestellen zijn die niet DVBC- compatibel zijn ; Overwegende dat het DVC (dagverzorgingscentrum 't Dorp) momenteel een digibox huurt maar graag films of sportwedstrijden in uitgesteld relay wil kijken door middel van een digicorder ; Gelet op het feit dat de cafetaria in het LDC (Lokaal Dienstencentrum) 't Dorp reeds over een gehuurde digibox beschikt ; Gelet op het feit dat de televisie in de raadzaal niet DVBC- compatibel is ; Gelet op de gevoerde bespreking ;

BESLUIT: Eenparig

Artikel 1: Gaat akkoord om als tussenpersoon op te treden voor de aankoop van 7 DVBC- ondersteunende televisietoestellen op steun of ophangbeugel bij Screenservices N.V., gevestigd Huart Hamoirstraat 55 te 1030 Brussel, voor de bewoners van het Woon- en zorgcentrum Verbert - Verrijdt voor een bedrag van € 2.637,45 inclusief BTW. Artikel 2: Gaat akkoord om als tussenpersoon op te treden voor de aankoop van 8 DVBC- ondersteunende televisietoestellen op steun of ophangbeugel bij Screenservices N.V., gevestigd Huart Hamoirstraat 55 te 1030 Brussel, voor de bewoners van de assistentiewoningen Schuttershof voor een bedrag van € 3.411,30 inclusief BTW. Artikel 3: Gaat akkoord om als tussenpersoon op te treden voor de aankoop van 2 senioren afstandsbedieningen bij Screenservices N.V., gevestigd Huart Hamoirstraat 55 te 1030 Brussel, voor de bewoners van de assistentiewoningen Schuttershof voor een bedrag van € 15,00 inclusief BTW. Artikel 4: Gaat akkoord voor 5 CVK kamers in het Woon-en zorgcentrum Verbert - Verrijdt tot het huren van 5 digiboxen voor een maandelijkse bedrag van € 4,25 per stuk / maand inclusief BTW bij Telenet, gevestigd Liersesteenweg 4 te 2800 , én de aankoop van 5 senioren afstandsbedieningen bij Screenservices N.V., gevestigd Huart Hamoirstraat 55 te 1030 Brussel voor een bedrag van € 37,50 inclusief BTW, ofwel tot de aankoop van 5 DVBC- ondersteunende televisietoestellen met ophangbeugels bij Screenservices N.V., gevestigd Huart Hamoirstraat 55 te 1030 Brussel, voor een bedrag van € 2.881,60 inclusief BTW. Artikel 5: Neemt kennis dat 10 bewoners van het Woon- en zorgcentrum Verbert - Verrijdt overgaan tot het huren van een digibox bij Telenet, gevestigd Liersesteenweg 4 te 2800 Mechelen. Artikel 6: Neemt kennis dat 1 bewoner van de assistentiewoningen Schuttershof overgaat tot het huren van een digibox bij Telenet, gevestigd Liersesteenweg 4 te 2800 Mechelen. Artikel 7: Geeft opdracht aan de dienst logistiek tot de opmaak van de bestelbon voor de aankoop van 7 DVBC- ondersteunende televisietoestellen voor bewoners van het Woon- en zorgcentrum Verbert - Verrijdt bij Screenservices N.V., gevestigd Huart Hamoirstraat 55 te 1030 Brussel, voor een totaalbedrag van € 2.637,45 inclusief BTW. Artikel 8: Geeft opdracht aan de dienst logistiek tot de opmaak van de bestelbon voor de aankoop van 8 DVBC- ondersteunende televisietoestellen en 2 senioren afstandsbedieningen voor bewoners van de assistentiewoningen Schuttershof bij Screenservices N.V., gevestigd Huart Hamoirstraat 55 te 1030 Brussel, voor een totaalbedrag van € 3.426,30 inclusief BTW. Artikel 9: Geeft opdracht aan de dienst logistiek tot het aangaan van een huurcontract voor 5 digiboxen bij Telenet, gevestigd Liersesteenweg 4 te 2800 Mechelen, voor een maandelijkse bedrag van € 4,25 per toestel inclusief BTW. Artikel 10: Geeft opdracht aan de dienst logistiek tot de opmaak van een bestelbon voor de aankoop van 5 senioren afstandsbedieningen bij Screenservices N.V., gevestigd Huart Hamoirstraat 55 te 1030

2018_04_18_RMW_O Pagina 367 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/368 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Brussel voor 5 CVK (Centrum voor Kortverblijf) kamers in het Woon-en zorgcentrum Verbert - Verrijdt voor een totaalbedrag van € 37,50 inclusief BTW. Artikel 11: Gaat akkoord dat het huurcontract van de digibox in het DVC (Dagverzorgingscentrum 't Dorp) wordt omgezet in een huurcontract voor een digicorder bij Telenet, gevestigd Liersesteenweg 4 te 2800 Mechelen voor een bedrag van € 9,00 per maand. Artikel 12: Gaat akkoord met de verlenging van het huurcontract van de digibox voor een maandelijkse bedrag van € 4,25 inclusief BTW bij Telenet, gevestigd Liersesteenweg 4 te 2800 Mechelen voor de cafetaria van het LDC (Lokaal Diensten Centrum 't Dorp).

12. LEVERINGEN EN DIENSTEN. LEGIONELLABEHEERSING, VERLOOP VAN

METINGEN NA 6 MAANDEN INGEBRUIKNAME. BESPREKING.

De Raad neemt akte van : - het verloop van de metingen voor en na de implementatie van het Bifipro® systeem. - van de 3 grafieken met de waarden van enkele verhoogde metingen. - het statusrapportageverslag van Holland water dd. 29.03.2018 waarbij de werking van het Bifipro® systeem wordt verduidelijkt aangaande grafieken en metingen, en waarin vermeld staat dat er nog op 1 tappunt een lichte overschrijding van legionella werd vastgesteld. en geeft opdracht aan de technische dienst om de spoelingen te blijven volhouden op regelmatige basis daar waar een lichte verhoging van legionella werd gemeten.

Raadslid de heer Guido Aerts vraagt naar de stand van zaken met betrekking tot de gevelwerken en de fietsenstallingen van het Woon- en zorgcentrum. De heer Eric Raymackers meldt dat hij deze week een final offer heeft binnen gekregen van de enige inschrijver, zodat de toewijzing zal kunnen gebeuren in de Raad van 9 mei 2018. De OCMW-secretaris meldt dat er een prijsvermindering kon bedongen worden van ca. 6.500 euro. De heer Eric Raymackers verlaat de vergadering.

13. LEVERINGEN. AANKOOP VAN EEN BADLIFT VOOR WOON- EN ZORGCENTRUM

VERBERT-VERRIJDT. WIJZE VAN GUNNEN EN GUNNING

De Raad,

Overwegende dat de badlift met weegschaal van de afdeling Klaproos 2 in het Woon- en Zorgcentrum Verbert-Verrijdt defect is; Gelet op de offerte van de firma Arjo ten bedrage van 1316,09 euro voor de herstelling van het toestel; Overwegende dat de firma Arjo adviseert dat een badlift van 18 jaar aan vervanging toe is; Gelet op de offerte dd. 16.03.2018 met ref. KDN-VBU/2018-542 van de firma Arjo voor een Alenti badliftstoel met geïntegreerde weegunit (artikel CDB8151-01) voor een bedrag van 6546,50 euro excl. btw, incl. recupelbijdrage; Overwegende dat de volledige badinfrastructuur van het Woon- en Zorgcentrum geïnstalleerd werd door de firma Arjo; Overwegende dat de hoog-laagbaden, badliften, actieve en passieve tiltoestellen op het vlak van gebruik en afmetingen op elkaar zijn afgestemd; dat de geleverde service van de firma Arjo bovendien prima is;

2018_04_18_RMW_O Pagina 368 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/369 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Gelet op het voorstel van de directeur ouderenzorg om, omwille van voormelde redenen, geen bijkomende offertes op te vragen bij andere firma's; Overwegende dat het grensbedrag van 30.000 euro voor het werken met de onderhandelingsprocedure middels de aangenomen factuur niet wordt overschreden; Gelet op de wet op de overheidsopdrachten en bijhorende uitvoeringsbesluiten; Gelet op het visum voor akkoord van de financieel beheerder dd. 03.04.2018 ; Gehoord raadslid de heer Patrick Molle die vraagt of op een correcte manier wordt gewerkt met de recent aangekochte tilliften. De OCMW-secretaris antwoordt hierop dat vorige maand de nodige opleidingen doorgingen. Aangezien het OCMW van Wijnegem recent overging tot de aanwerving van een kinesitherapeut die tilcoach is, is er een grotere garantie dat de aangeleerde technieken niet verwateren ; Gelet op de gevoerde bespreking;

Kredieten/financiële aspect: Investeringsbudget: - Deze uitgave is voorzien op: - Budget 2018 - Investeringsenveloppe 2014/04 - Algemene rekening 23500000 - Beleidsitem 095300

BESLUIT: Eenparig

Artikel 1: De overheidsopdracht "Leveren en plaatsen van een badlift voor het Woon- en Zorgcentrum Verbert-Verrijdt" te gunnen bij wijze van onderhandelingsprocedure op aangenomen factuur.

Artikel 2: De overheidsopdracht "Leveren en plaatsen van een badlift voor het Woon- en Zorgcentrum Verbert-Verrijdt" te gunnen aan de firma Arjo NV, Evenbroekveld 16 te 9420 Erpe-Mere, tegen de prijs van 6546,50 euro excl. btw, inclusief recupelbijdrage, volgens de prijsofferte dd. 16.03.2018 met referentie KDN-VBU/2018-542. Artikel 3: De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in de investeringsenveloppe 2014/04, AR 23500000, BI 095300.

14. LEVERINGEN. LEVEREN VAN 3 PROFESSIONELE VAATWASSERS VOOR HET WOON- EN ZORGCENTRUM VERBERT-VERRIJDT. WIJZE VAN GUNNEN EN

GUNNING.

De Raad,

Gelet op de toewijzing van de overheidsopdracht "Leveren van een professionele vaatwasser PG8056 in Klaproos 1 van het WZC Verbert-Verrijdt " in zijn zitting dd. 11.05.2016 aan de firma Miele NV tegen de prijs van 4.964.57 euro incl. btw, inclusief een inox sokkel, inclusief een korting van 15 %; Gelet op de toewijzing van de overheidsopdracht "Leveren van een professionele vaatwasser PG8056 in de cafetaria van het WZC Verbert-Verrijdt" in zijn zitting dd. 10.08.2016 aan de firma Miele NV tegen de prijs van 4.428.79 euro incl. btw, exclusief een inox sokkel, inclusief een korting van 15 %;

2018_04_18_RMW_O Pagina 369 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/370 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Overwegende dat voor volgende toestellen de laatste maanden zeer frequent interventies werden aangevraagd: 1. Miele G7856 1ste verdieping - aankoopdatum januari 2008, 2. Miele G7856 2de verdieping - aankoopdatum juli 2011, 3. Miele G7856 Klaproos 2 - aankoopdatum januari 2010 ; Overwegende dat uit de vele interventies en de leeftijd van de toestellen geconcludeerd kan worden dat deze toestellen aan vervanging toe zijn; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 15.000,00 euro incl. 21% btw; Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 92 (limiet van 30.000,00 euro excl. btw niet bereikt); Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht "Leveren van 3 professionele vaatwassers voor WZC Verbert-Verrijdt" tot stand te brengen bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde); Overwegende dat volgende ondernemers uitgenodigd werden om deel te nemen aan deze opdracht: -Vanal NV, Zagerijstraat 3 te 2960 Sint Job in 't Goor; - Horeca Plus BVBA, Antwerpsesteenweg 116 te 2660 Antwerpen; - Miele NV, Mollem 480 te 1730 Asse; - Nys Machinery, Antwerpsesteenweg 55, 2630 ; - Cebeo, Kruiningenstraat 14, 2100 Deurne; Overwegende dat 3 offertes werden ontvangen: - Vanal NV, Zagerijstraat 3 te 2960 St Job in 't Goor (€ 8.160,00 excl. btw of € 9.873,60 incl. 21% btw); - HORECA PLUS BVBA, Antwerpsesteenweg 116 te 2660 Antwerpen (Hoboken) (€ 10.667,55 excl. btw of € 12.907,74 incl. 21% btw); - MIELE NV, Z.5 Mollem 480 te 1730 Asse (€ 11.262,30 excl. btw of € 13.627,38 incl. 21% btw); Gelet op de vergelijkende tabel van de directeur ouderenzorg; Gelet op het advies van de directeur ouderenzorg dd. 09.04.2018 om te kiezen voor het meest ergonomische toestel; Gelet op de wet op de overheidsopdrachten en bijhorende uitvoeringsbesluiten; Overwegende dat de directeur ouderenzorg voorstelt om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de firma MIELE NV, Z.5 Mollem 480 te 1730 Asse, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 11.262,30 excl. btw of € 13.627,38 incl. btw, inclusief een korting van 15%, mits het verkrijgen van een visum; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in enveloppe 2014/04, BI 095300, AR 23500000; Gelet op het visum voor akkoord van de financieel beheerder dd. 16.04.2018 ; Gelet op de gevoerde bespreking ;

Kredieten/financiële aspect: Investeringsbudget: - Deze uitgave is voorzien op: - Budget 2018 - Investeringsenveloppe 2014/04

2018_04_18_RMW_O Pagina 370 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/371 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

- Algemene rekening 23500000 - Beleidsitem 095300

BESLUIT: Eenparig

Artikel 1 : Goedkeuring wordt verleend aan de raming voor de opdracht “Aankoop van 3 vaatwassers voor het woon- en zorgcentrum Verbert - Verrijdt". De raming bedraagt € 12.396,69 excl. btw of € 15.000,00 incl. 21% btw. Artikel 2 : Bovengenoemde opdracht komt tot stand bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde). Artikel 3 : Goedkeuring wordt verleend aan de vergelijkingstabel van 4 april 2018, opgesteld door de directeur ouderenzorg; Artikel 4 : De opdracht "Leveren van 3 professionele vaatwassers voor het woon- en zorgcentrum Verbert-Verrijdt" wordt gegund aan de firma MIELE NV, Z.5 Mollem 480 te 1730 Asse, waarbij geopteerd wordt voor het leveren van 3 vaatwassers type PG 8056 U AE (inox) 400V SPEED PLUS zonder sokkel, inclusief ombouwkit voor vrijstaand model, exclusief de optie Full Service, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 11.262,30 excl. btw of € 13.627,38 incl. btw, volgens de prijsofferte 15168713 dd. 30.03.2018. Artikel 5 : De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in enveloppe 2014/04, BI 095300, AR 23500000.

Mevrouw Lieve Verheyden, diensthoofd gezinszorg en kinderopvang, is aanwezig bij de bespreking van punten 15 tot en met 27 van de agenda.

15. LEVERINGEN. LEVEREN VAN WARME MAALTIJDEN VIA KOUDE LIJN VOOR

KINDERDAGVERBLIJVEN 'T BEERTJE EN DE KOEKOEK. GUNNING.

De Raad,

Gelet op het besluit van het bestuur van 6 december 2017 betreffende de principiële goedkeuring van de opdracht “Leveren van warme maaltijden via koude lijn voor kinderdagverblijven 't Beertje en de Koekoek” tegen een initieel geraamd bedrag van € 75.000,00 incl. btw; Overwegende dat in het kader van deze opdracht op 20 december 2017 een bestek met nr. 2018-01 werd opgesteld door het diensthoofd kinderopvang; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 57.024,79 excl. btw of € 60.446,28 incl. 6% btw; Gelet op het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 10 januari 2018 betreffende de goedkeuring van de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking; Gelet op het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 10 januari 2018 betreffende het starten van de plaatsingsprocedure waarin beslist werd om volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure: - BELGOMEALS, Oud-Strijderslaan 200 te 1140 Evere; - A-MALOP, Hoogweg 20 te 9255 Opdorp; - AGAPE, Antoon Van Osslaan 1 bus 24 te 1120 Neder-Over-Heembeek;

2018_04_18_RMW_O Pagina 371 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/372 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Overwegende dat de offertes het bestuur ten laatste op 22 februari 2018 om 10.00 uur dienden te bereiken; Overwegende dat de verbintenistermijn van 90 kalenderdagen eindigt op 23 mei 2018; Overwegende dat 3 offertes werden ontvangen: - A-MALOP, Hoogweg 20 te 9255 Opdorp (€ 49.365,80 excl. btw of € 52.327,75 incl. 6% btw); - BELGOMEALS, Oud-Strijderslaan 200 te 1140 Evere (€ 38.808,00 excl. btw of € 41.136,48 incl. 6% btw); - AGAPE, Antoon Van Osslaan 1 bus 24 te 1120 Neder-Over-Heembeek (€ 45.364,00 excl. btw of € 48.085,84 incl. 6% btw); Gelet op het verslag van nazicht van de offertes van 14 maart 2018; Overwegende dat het diensthoofd kinderopvang voorstelt om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder (rekening houdend met de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde BELGOMEALS, Oud-Strijderslaan 200 te 1140 Evere, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 38.808,00 excl. btw of € 41.136,48 incl. 6% btw mits het verkrijgen van een visum; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het exploitatiebudget van 2018 en 2019: AR 61401300, BI 094502 en 094506; Gelet op de wet inzake overheidsopdrachten en bijhorende uitvoeringsbesluiten ; Gelet op het visum voor akkoord van de financieel beheerder dd. 30.03.2018 ; Gezien het de bedoeling is om de maaltijden vacuüm worden aangeleverd en via een nog aan te schaffen regenerator zullen opgewarmd wordt. Dit is een stoomsysteem en geen microgolfsysteem ; Gelet op de gevoerde bespreking ;

Kredieten/financiële aspect:

Exploitatiebudget: - Deze uitgave is voorzien op: - Budget 2018 en 2019 - Algemene rekening 61401300 - Beleidsitem 094502 en 094506

BESLUIT: Eenparig

Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 14 maart 2018, opgesteld door het diensthoofd kinderopvang.

Artikel 2: Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing. Artikel 3: De opdracht “Leveren van warme maaltijden via koude lijn voor kinderdagverblijven 't Beertje en de Koekoek” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (rekening houdend met de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde BELGOMEALS, Oud-Strijderslaan 200 te 1140 Evere, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 38.808,00 excl. btw of € 41.136,48 incl. 6% btw voor de periode van 1 juli 2018 tot en met 30 juni 2019, mits het verkrijgen van een visum. Artikel 4 : De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2018-01 van 20 december 2017. Artikel 5 : De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2018 - 2019: AR 61401300, BI 094502 en 094506.

2018_04_18_RMW_O Pagina 372 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/373 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Gezinszorg 16. KINDEROPVANG.DIENST VOOR OPVANGEZINNEN. DIENSTVERLENING.

WIJZIGING HUISHOUDELIJK REGLEMENT. GOEDKEURING.

De Raad,

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 (BS13 januari 2014) houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters - afdeling 3.Omgang met de kinderen en de gezinnen - onderafdeling 4.Huishoudelijk reglement en schriftelijke overeenkomst; Overwegende dat door de aanpassing t.g.v. de indexering 2018 geldig vanaf 2018 het huishoudelijk reglement moet worden aangepast; Overwegende dat door de aanpassing wijziging art. 21 in MB tot uitvoering van het Subsidiebesluit van 22.11.2013, de mogelijkheid tot forfaitarisering van de kosten voor gebruik van verzorgingsproducten, luiers en afvalverwerking in rubriek 3.5.1. Kosten die te maken hebben met de opvang, in het huishoudelijk reglement moet worden aangepast; Overwegende dat in de algemene werking van de dienst voor onthaalouders en aantal zaken werden verbeterd en aangepast waardoor een aanpassing van een aantal punten van het huishoudelijk reglement zich opdringt en het dat de regelgeving stelt dat elke wijziging in het huishoudelijk reglement schriftelijk aan de contracthouder moet worden gemeld en elke verandering door de ouders moet worgden ondertekend voor ontvangt en kennisname; Gezien de opmaak van een nieuwe gecoördineerde versie aangewezen is ; Gehoord mevrouw Lieve Verheyden, diensthoofd gezinszorg en kinderopvang, die meldt dat de aanpassingen aan de huishoudelijke reglementen van alle kinderopvanginitiatieven verplicht moeten worden overgemaakt aan de gebruikers, waarna deze gedurende twee maanden tijd hebben om bezwaar aan te tekenen ; Gehoord raadslid mevrouw Kathelijne Peeters die vragen heeft bij het feit dat leefloners en werklozen in aanmerking kunnen gekomen voor een individueel verminderd tarief, terwijl zij eigenlijk, omwille van het feit dat ze geen werk hebben, perfect hun eigen kinderen thuis kunnen opvangen en niet naar de kribbe of een onthaalouder dienen te brengen ; Gehoord mevrouw Lieve Verheyden, dat het bestuur voorrang moet geven aan werkende ouders. Kinderen van werkloze ouders worden slechts zeer uitzonderlijk opgevangen, maar dit heeft dan vooral te maken met hun specifieke sociale situatie ; Gelet op de gevoerde bespreking:

BESLUIT: Eenparig

Artikel 1: Goedkeuring te verlenen aan de wijziging van Hoofdstuk 3: Werkingsvoorwaarden - Afdeling 3: Omgang met kinderen en gezinnen - Onderafdeling 4:Huishoudelijk reglement en schriftelijke overeenkomst. van het huishoudelijk reglement voor de gezinsopvang en groepsopvang samenwerkende onthaalouders van toepassing met ingang van 19.04.2018 Artikel 2: Goedkeuring aan overige wijzigingen in het huishoudelijk reglement in functie van de algemene werking van dienst voor onthaalouders van toepassing met ingang van 19.04.2018 en het vast te stellen als volgt:

'1 ALGEMENE INFORMATIE

2018_04_18_RMW_O Pagina 373 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/374 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

1.1 De organisator OCMW Schoten is de organisator van de dienst voor onthaalouders. Rechtsvorm: OCMW-bestuur Ondernemingsnummer: 0212168001 Adres: Verbertstraat 27, 2900 Schoten 9.00u en 12.00u en 13.30u en 15.30u Website: www.ocmwschoten.be 1.2 De kinderopvanglocatie Elke kinderbegeleider in de gezinsopvang (=onthaalouder) is een aparte kinderopvanglocatie met adres, telefoonnummer, openingsuren en dagen. De kinderbegeleider geeft haar openingsuren door aan de dienst voor onthaalouders. Ouders ontvangen de openingsuren van de locaties bij de intake. De dienst voor onthaalouders is elke voormiddag tussen 09.00 uur en 12.00 uur telefonisch bereikbaar. Voor een bureelbezoek dient een afspraak te worden gemaakt, bij voorkeur op donderdagnamiddag tussen 14.30 uur en 19.00 uur (niet tijdens schoolvakanties en niet op de laatste donderdag voor een schoolvakantie). De dienst voor onthaalouders is gesloten op brugdagen, feestdagen en tussen kerst en nieuwjaar. Elk jaar, in de loop van de maand januari, krijgen de ouders een brief met de sluitingsdagen. De ouders vinden eveneens een overzicht van de sluitingsdagen en vakanties op de website www.ocmwschoten.be. 1.3 Verantwoordelijken De dagelijkse leiding van de dienst is in handen van twee dienstverantwoordelijken. Zij coördineren per sector de activiteiten, begeleiden de kinderbegeleiders en onderhouden de contacten met de ouders en de externe instanties. Dienstverantwoordelijke: Cindy Vos (op dinsdag, donderdag en vrijdagvoormiddag)

[email protected] Dienstverantwoordelijke: Gisele De Meirsman (alle dagen, behalve woensdagnamiddag)

[email protected] Secretariaat: Monique Luyckx (elke voormiddag)

[email protected] Het diensthoofd gezinszorg en kinderopvang draagt de eindverantwoordelijkheid voor de algemene werking van de dienst voor onthaalouders en onderhoudt contacten met externe organisaties. Lieve Verheyden

[email protected] Algemeen [email protected] 1.4 Telefoon in geval van nood

2018_04_18_RMW_O Pagina 374 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/375 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

In geval van nood (= uitzonderlijke noodgevallen die onmiddellijke actie vereisen) en wanneer de opvang gesloten is, kan het diensthoofd gezinszorg en kinderopvang worden opgebeld op het nummer 0476 79 74 62 (Lieve Verheyden). 1.5 Kind en Gezin De dienst voor onthaalouders heeft een vergunning voor 177 plaatsen en voldoet aan alle wettelijke voorwaarden. Naam: Kind en Gezin Adres: Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel

[email protected] Website: http://www.kindengezin.be/contact-en-help/adressen/ 2 HET BELEID 2.1 De aangeboden kinderopvang De dienst voor onthaalouders organiseert de opvang van kinderen van 0 tot maximum 12 jaar. De kinderbegeleiders vangen alle kinderen op en discrimineren bij de plaatsing niemand op grond van cultuur, maatschappelijke afkomst, nationaliteit, geslacht, geloof en/of levensovertuiging. Kinderen met specifieke zorgbehoeften kunnen worden opgevangen indien hun huisarts hun fysische en psychische toestand voldoende acht en de kinderbegeleider de extra zorgen die het kind nodig heeft, kan waarborgen. 2.1.1 Het pedagogisch beleid De dienstverlening van de kinderbegeleiders omvat de kwaliteitsvolle verzorging, pedagogische opvang en begeleiding van de kinderen. De kinderbegeleiders voeren een pedagogisch beleid dat: - bij de opvang rekening houdt met de individuele draagkracht van het kind; - bij de opvang optimale ontplooiingskansen biedt aan elk kind; - ervoor zorgt dat kinderen met specifieke noden de passende zorg krijgen; - ervoor zorgt dat de eigenheid van elk kind wordt gerespecteerd. De kinderbegeleiders willen een veilig, gezond en kindvriendelijk klimaat scheppen en een veilige, gezonde en kindvriendelijke infrastructuur aanbieden, die de ontwikkeling van de kinderen bevordert en hen de beste kansen biedt om hun talenten en vaardigheden te ontwikkelen. We stimuleren de betrokkenheid en zelfredzaamheid. Als ouders kennen jullie je kind het best. Daarom vinden wij het belangrijk dat we samenwerken. Zo kunnen wij onze opvang aanpassen aan de eigenheid van het kind, zodat het zich welkom voelt in de kinderopvang. We willen elk kind met aandacht, liefde, warmte en geborgenheid omringen zodat het zich thuis voelt in de kinderopvang. We vinden het ook belangrijk dat ouders zich goed en betrokken voelen bij de opvang. Voor meer informatie over het gevoerde pedagogische beleid, de dagindeling en de samenwerking met ouders kan men terecht bij de kinderbegeleiders en de verantwoordelijken. 2.1.2 Afspraken over eten Maaltijden De kinderbegeleiders zorgen voor verse maaltijden die aangepast zijn aan de leeftijd van het kind. De maaltijd is inbegrepen in de prijs. Het kind krijgt een middagmaal en/of een fruitmaaltijd.

2018_04_18_RMW_O Pagina 375 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/376 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

- Kinderen die een hele dag in opvang zijn (meer dan 5u), krijgen een warme en een fruitmaaltijd. - Bij opvang van minder dan 5u (= halve dag) is één maaltijd in de ouderbijdrage inbegrepen. Indien men een extra maaltijd wenst, kan dit in overleg met de kinderbegeleider. Hiervoor betaalt men een toeslag. Zodra het kind naar school gaat, zijn beide maaltijden niet meer inbegrepen. De praktische afspraken hierover maken ouders met hun kinderbegeleider. Ontbijt Er wordt verwacht dat de kinderen thuis ontbijten. De ouders geven thuis de eerste flesvoeding. Dieetvoeding Wanneer een kind op doktersvoorschrift een dieet moet volgen (bijvoorbeeld glutenvrij dieet) of wanneer een ouder speciale wensen heeft (bijvoorbeeld halal voeding) dienen hierover afspraken te worden gemaakt met de kinderbegeleider en de dienstverantwoordelijke. De voeding wordt dan meegeven door de ouders. De dieetmaaltijd wordt dagelijks vers aan de kinderbegeleider bezorgd met vermelding van de naam van het kind. Flesvoeding Flesvoeding voor baby’s dienen de ouders zelf mee te brengen. Meld duidelijk hoe deze moet worden klaargemaakt. De flesvoeding wordt klaargemaakt net voordat ze wordt gegeven aan de baby. Borstvoeding Borstvoeding kan mogelijk worden gegeven in de kinderopvanglocatie zelf en in overleg met de kinderbegeleider. 2.1.3 Afspraken over verzorging Kinderen worden gewassen en gekleed naar de opvang gebracht. In de loop van de dag krijgen alle kinderen de nodige verzorging. Ouders dienen dagelijks een toiletzak mee te brengen met volgende zaken: - minstens vijf luiers voor een hele dag en drie voor een halve dag; - vochtige doekjes, fysiologisch water; - één plastiek zak voor het opbergen van natte en vervuilde kledingstukken; - voldoende reservekleding; - aangepaste kleding om buiten te spelen; - voldoende onderbroekjes, hemdjes en extra reservekledij als er wordt gestart met de zindelijkheidstraining; - zonnebescherming (vb. een hoedje, zonnecrème, enz.); - een tutje of een knuffeldoekje die je liefst in de opvang achterlaat; - een slaapzak. De kinderen mogen tijdens hun verblijf geen juwelen dragen. Opmerking: De persoonlijke kleding, de melkflessen en ander persoonlijk materiaal (bv knuffel, tutje) moeten getekend zijn. De opvang is niet verantwoordelijk voor verlies van kleding en andere persoonlijke spullen. 2.1.4 Afspraken over opvolging van de kinderen Heen- en weerboekje

2018_04_18_RMW_O Pagina 376 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/377 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Het heen- en weerboekje is een communicatiemiddel tussen kinderbegeleiders en ouders. Kinderbegeleiders beslissen individueel of ze willen werken met het heen- en weerboekje. In het heen-en weerboekje wordt genoteerd hoe: - het kind heeft gegeten thuis en in de opvang; - het kind heeft geslapen thuis en in de opvang; - de zindelijkheidstraining verloopt; - het kind zich gedraagt. Indien ouders en kinderbegeleiders overeenkomen om dit communicatiemiddel te gebruiken, wordt van beide partijen verwacht dat zij hierin de nodige informatie noteren. De dienstverantwoordelijken en kinderbegeleiders hebben regelmatig overleg over onder meer de ontwikkeling van de kinderen. Indien er een vermoeden is dat een kind met een bepaald probleem kampt, orden de ouders aangesproken. 2.2 Opnamebeleid 2.2.1 Opname Een vraag tot opvang kan worden gesteld via mail, via de telefoon of tijdens een bureelbezoek. Ouders ontvangen vervolgens een registratieformulier waarop zij het volgende noteren: - de gewenste opvang (groeps- en/of gezinsopvang); - de gezinssituatie; - de opvangredenen; - de gewenste opvangdagen. Op basis van deze informatie stelt de organisator een zo gepast mogelijke opvang voor, rekening houdend met het voorrangsbeleid. 2.2.2 Inschrijving Kennismaking Als ouders kiezen voor opvang via onze dienst ontvangen zij een lijst met alle aangesloten kinderbegeleiders. Hierop staat vermeld welke kinderbegeleider op welke dagen en uren werkt en wie nog plaats heeft. Verder ontvangen ouders een huishoudelijk reglement. Wij raden ouders aan om minstens drie verschillende kinderbegeleiders te bezoeken alvorens een besluit te nemen. Zodoende kan een meer doordachte keuze worden gemaakt. Wanneer ouders een kinderbegeleider hebben gevonden, vragen wij hen om een afspraak te maken met de dienstverantwoordelijke die de gekozen kinderbegeleider begeleidt voor het opmaken van een contract. Via mail krijgen de ouders een inlichtingenfiche toegestuurd. Ouders worden gevraagd om deze inlichtingenfiche ingevuld mee te brengen of op voorhand door te sturen. Schriftelijke overeenkomst De opvangplaats is gereserveerd zodra de ‘Schriftelijke overeenkomst’ werd ondertekend door alle partijen. De opvang kan pas starten wanneer alle formulieren correct en volledig ingevuld bezorgd werden aan de verantwoordelijken. Het gaat om: - de schriftelijke overeenkomst met opvangplan getekend door beide ouders; - de inlichtingenfiche voor het dossier; - de inlichtingenfiche voor de onthaalouder; - het attest inkomenstarief.

2018_04_18_RMW_O Pagina 377 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/378 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

De Inlichtingenfiche voor het dossier Wij vragen ouders om een inlichtingenfiche in te vullen en te bezorgen aan de dienst. Gevraagd wordt om deze inlichtingenfiche zo volledig en waarheidsgetrouw mogelijk in te vullen. De inlichtingenfiche omvat: - de identificatiegegevens van het gezin; - de gegevens van de werkgever/opleidingsinstelling; - de behandelende arts; - de opvangreden; - het gevraagd opvangplan; Wij garanderen een zorgvuldige omgang met de inlichtingenfiche. Wij vragen de toestemming om deze persoonlijke gegevens te verwerken in het kader van het naleven van de vergunningsvoorwaarden. De inlichtingen/medische fiche voor de onthaalouder Wij vragen aan de ouders om ook een inlichtingenfiche voor de onthaalouder in te vullen en dit te bezorgen drie weken voor de start van de opvang. Deze inlichtingenfiche omvat: - identificatiegegevens van het kind en de ouders; - bereikbaarheidsgegevens van de ouders en de behandelende arts; - de vraag of uw kind gevaccineerd wordt volgens het schema van Kind en Gezin; - specifieke aandachtspunten over de gezondheid en de manier van omgaan met het kind; - identificatiegegevens van personen die het kind mogen ophalen. Jaarlijks krijgen de ouders een nieuwe fiche en verwachten wij dat de gegevens worden geactualiseerd. Het is de verantwoordelijkheid van de ouder om elke wijziging op vlak van gezondheid of andere gegevens onmiddellijk door te geven aan de dienst en/of onthaalouder. Wij vragen u om een kopie van deze fiche in de verzorgingstas te bewaren zodat bij een eventuele vervanging (bv. bij ziekte van uw vaste onthaalouder) alle partijen over de nodige informatie beschikken. De inlichtingenfiche met de gegevens van jezelf en het kind kan op elk moment geraadpleegd worden door: - de organisator; - de verantwoordelijke; - de kinderbegeleider die het kind begeleidt; - de toezichthouders voor controle op de naleving van de vergunningsvoorwaarden; (Zorginspectie); - Kind en Gezin; - de ouders. Wij vragen de toestemming om deze persoonlijke gegevens te verwerken in het kader van het naleven van de vergunningsvoorwaarden. Het opvangplan Er wordt met elke ouder een opvangplan opgemaakt. In dit plan staan de dagen en uren vermeld waarop het kind naar de opvang komt. Kinderen die nog niet naar school gaan, worden een volledige

2018_04_18_RMW_O Pagina 378 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/379 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 of een halve dag (minder dan 5 uren) opgevangen. In het belang van het kind, streven wij opvang na met een minimum van drie dagen per week. Ouders dienen elke wijziging die zij willen aanbrengen in het opvangplan schriftelijk te noteren op het document ‘Wijziging van gegevens’. Dit document dient ondertekend te worden door de ouder en de kinderbegeleider. Ouders mogen hun opvangplan maximaal tweemaal per jaar wijzigen. De verantwoordelijke geeft haar akkoord indien de dienstbezetting het toelaat. Opmerking: Voor ouders met co-ouderschap of met een variabel dienstrooster wordt in het opvangplan een gemiddeld aantal dagen per week vastgelegd. Zij dienen maandelijks, vóór de 20ste van de maand, de opvangdagen door te geven aan de kinderbegeleider. De ouders dienen bij voorkeur hun vakantieplanning vóór 31 januari schriftelijk of per mail door te geven aan de onthaalouder. Indien dit niet mogelijk is, moet verlof minimum twee maanden op voorhand doorgegeven worden, met uitzondering van de zomervakantie (= juli en augustus) . Deze zomervakantie dient uiterlijk 31 maart schriftelijk of per mail te worden doorgegeven. Ouders met een voltijds opvangplan beschikken over maximum 20 verlofdagen, met uitzondering van de ouders uit het onderwijs. Het maximum aantal dagen verlof wordt à rato van het opvangplan herleid. Treedt in de loop van de opvang een wijziging op in het ouderlijke gezag of het verblijfs- of bezoekrecht, dan is het nodig hieromtrent zo snel mogelijk een aanpassing te doen in het opvangplan. De dienst voor onthaalouders vindt regelmaat in de opvang belangrijk. Bij werkloosheid of zwangerschapsverlof wordt, in overleg tussen ouder en kinderbegeleider, een andere opvangregeling afgesproken. Respijtdagen Ouders van wie de kinderen voltijds worden opgevangen hebben recht op 18 respijtdagen. Voor kinderen die niet voltijds komen, worden deze respijtdagen berekend à rato het opvangplan. Respijtdagen zijn dagen waarop: - ouders hun kind niet hoeven te brengen en de opvang dus ook niet hoeven te betalen; - de afwezigheid van een kind in de opvang gerechtvaardigd is, bijvoorbeeld: • ziekte van het kind zonder doktersattest; • dagje bij de grootouders; • ziekte van de ouders; • een snipperdag. Het saldo van de verlof- en respijtdagen kunnen de ouders terugvinden op hun maandelijkse factuur. Ouders verwittigen de kinderbegeleider minstens 1 dag op voorhand (tussen 9u en 17u) wanneer zij een respijtdag nemen. Bij afwezigheid zonder verwittiging wordt het kind als onwettig afwezig beschouwd en wordt de opvangdag gefactureerd. 2.2.3 Voorrangsregels Bij meerdere vragen naar opvang op hetzelfde moment worden de plaatsen verdeeld volgens bepaalde voorrangsregels. De dienst voor onthaalouders geeft voorrang aan kinderen van: - werkende ouders die in Schoten wonen; - werkende ouders wiens broer of zus reeds wordt opgevangen; - ouders (of één van hen) die werken bij het gemeentebestuur of het OCMW van Schoten.

2018_04_18_RMW_O Pagina 379 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/380 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Bijkomend stelt de wet dat 20 % van de kinderen die de dienst op jaarbasis opvangt, kinderen zijn van gezinnen die tot één van volgende groepen behoren: - opvang nodig voor de werksituatie en alleenstaand zijn; - opvang nodig voor de werksituatie en een laag inkomen hebben; - opvang nodig voor de werksituatie en een pleegkind hebben; - alleenstaand zijn en een laag inkomen hebben; - alleenstaand zijn en een pleegkind hebben; - een laag inkomen en een pleegkind hebben; - opvang nodig voor de werksituatie en problemen hebben met de gezondheid of zorg nodig hebben; - opvang nodig voor de werksituatie en een laag opleidingsniveau hebben; - alleenstaand zijn en problemen hebben met de gezondheid of zorg nodig hebben; - alleenstaand zijn en een laag opleidingsniveau hebben; - een laag inkomen hebben en problemen hebben met de gezondheid of zorg nodig hebben - een laag inkomen en laag opleidingsniveau hebben; - problemen hebben met de gezondheid of zorg nodig hebben en een laag opleidingsniveau hebben. Zolang deze 20 % niet bereikt is, kan afgeweken worden van de absolute voorrang in het kader van de werksituatie. Onder de ‘werksituatie’ begrijpen we: - werk hebben; - werk zoeken; - een beroepsgerichte opleiding volgen die de kansen op de arbeidsmarkt vergroot, zoals inburgeringstraject en lessen Nederlands. Onder een ‘laag inkomen’ begrijpen we een gezamenlijk belastbaar inkomen van minder dan € 27 411,71 per jaar. Onder gezinnen die ‘problemen hebben met de gezondheid of zorg nodig hebben’ begrijpen we een gezin: - waarvan een persoon die verantwoordelijk is voor het kind een handicap heeft of minder goed voor zichzelf kan zorgen; - dat om sociale of pedagogische redenen (professionele hulpverlening of inburgering) opvang nodig heeft. Onder gezinnen met een ‘laag opleidingsniveau’ vallen gezinnen waarvan geen van beide ouders een diploma secundair onderwijs hebben. 2.3 Brengen en halen van het kind In het opvangplan wordt vastgelegd wanneer het kind wordt gebracht en opgehaald. Om de rust van de kinderen niet te verstoren, vragen wij om het kind niet af te halen tijdens het slaapmoment. We vragen ouders om hun kind tijdig te brengen om zo het dagritme van de kinderbegeleider en de andere kinderen te respecteren. Tijdens de breng- en haalmomenten kunnen ouders informatie uitwisselen met de kinderbegeleiders. Uitgebreide persoonlijke informatie over het kind kan besproken worden na afspraak zodat de privacy van alle partijen gewaarborgd wordt.

2018_04_18_RMW_O Pagina 380 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/381 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Ouders dienen hun kind ten laatste tien minuten vóór sluitingstijd af te halen. Bij het niet respecteren van de afgesproken opvanguren krijgen ouders een boete van 2 euro. Bij herhaling worden de ouders gevraagd een andere oplossing te zoeken. Indien ouders niet meewerken, kan dit leiden tot een beëindiging van de opvang. De organisator voorziet een prestatieblad. Hierop wordt dagelijks voor elk kind het uur van aankomst en vertrek genoteerd. Deze registratie gebeurt tot op de minuut nauwkeurig. De persoon die het kind ophaalt, tekent het prestatieblad. Indien de ouders niet akkoord gaan met de opgeschreven aanwezigheden, kunnen zij dit melden aan de kinderbegeleider. De kinderbegeleider vertrouwt de kinderen enkel toe aan personen die uitdrukkelijk worden vermeld op de inlichtingenfiche. De ouders verwittigen vooraf de verantwoordelijke of de kinderbegeleiders wanneer iemand anders het kind komt afhalen. Wanneer er in de loop van de opvang een wijziging optreedt in de verblijfsregeling van het kind (bijvoorbeeld bij echtscheiding) dienen de ouders dit onmiddellijk te melden aan de verantwoordelijke. Er wordt dan een nieuwe schriftelijke overeenkomst opgemaakt. Wanneer de ouders het kind vroeger of later brengen of ophalen, wordt gevraagd te verwittigen. Ook bij overmacht verwittigen ouders zo snel mogelijk.

2.4 Ziekte of ongeval van het kind Zieke kinderen kunnen niet in de opvang terecht. Het is daarom aangewezen om op voorhand een oplossing te zoeken voor het geval het kind 's ochtends ziek blijkt zijn en er dringend alternatieve opvang nodig is. Elke afwezigheid wegens ziekte dient te worden gestaafd met een doktersattest. Indien ouders geen attest hebben, wordt deze afwezigheidsdag als een respijtdag beschouwd. Wij verwachten dat de ouders het aantal ziektedagen dat de arts voorschrijft respecteren en hun kind dus niet vroegtijdig terug naar de opvang brengen. Indien ouders dit toch doen, dient de arts dit te bevestigen. We kunnen het kind niet opvangen wanneer het kind: - te ziek is om mee te doen met de normale activiteiten van de kinderopvang; - te veel aandacht en zorg vraagt zodat de gezondheid of de veiligheid van de andere kinderen niet meer gegarandeerd kan worden; - één van deze ziektetekens vertoont: • diarree: drie waterige ontlastingen in de laatste 24 uur bij een kind dat te ziek is om in de opvang te blijven. Als het kind peuterdiarree heeft, mag het wel naar de opvang komen; • braken: bloedbraken, twee of meer keer braken tijdens de laatste 24 uur bij een kind dat te ziek is voor de opvang, wanneer er gevaar voor uitdroging bestaat of wanneer een zuigeling jonger dan zes maanden is; • problemen met ademhaling; • meer dan 38°C koorts, samen met keelpijn, braken, diarree, oorpijn, prikkelbaarheid, verwardheid of rode huiduitslag of alarmsignalen; • huiduitslag en koorts bij een te ziek kind of het kind gedraagt zich anders; • mondzweertjes bij een te ziek kind; • buikpijn van twee uren of langer; • oogontsteking; - luizen heeft; - een besmettelijke ziekte heeft waarbij het kind zelf of de andere kinderen een risico lopen.

2018_04_18_RMW_O Pagina 381 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/382 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Meer informatie over infectieziekten, symptomen, behandeling en wanneer het kind terug naar de opvang mag komen, is te vinden op de website van Kind en Gezin: www.kindengezin.be/gezondheid- en-vaccineren/ziek (via “ziek? Zoek hier” vind je alle informatie over een bepaalde infectie). Indien er in de opvanglocatie een besmettelijke ziekte wordt vastgesteld, dan verwittigt de kinderbegeleider de ouders. Om de privacy van de ouders en het kind te beschermen, zijn deze meldingen anoniem. Aan ouders wordt gevraagd om: - zelf de algemene toestand van hun kind te beoordelen en na te gaan of het kan meedoen aan de normale activiteiten in de opvang; - hierbij rekening te houden met besmettingsgevaar voor andere kinderen; - de opvang informatie te geven over eventuele medicatie en verzorging; - hun telefoonnummer achter te laten en ervoor te zorgen dat zij telefonisch bereikbaar zijn; - niet onmiddellijk zichtbare medische problemen te signaleren aan de kinderbegeleider, vooral wanneer er om die reden bijzondere waakzaamheid nodig is of wanneer er eventueel gevaar kan zijn voor de gezondheid van andere kinderen en de kinderbegeleiders om zo de onnodige risico's zoveel mogelijk uit te sluiten. De kinderbegeleider neemt de beslissing tot het al dan niet toelaten van een (licht) ziek kind. Zij houdt hierbij rekening met het belang van het kind, het belang van de andere opgevangen kinderen en de zwaarte van de extra werkbelasting die de zorg voor een ziek kind met zich kan meebrengen. Wanneer een kind in de loop van de dag ziek wordt, neemt de kinderbegeleider contact op met de ouders. Samen wordt gezocht naar een gepaste oplossing. In de meeste gevallen zal het voor het kind het beste zijn dat het zo snel mogelijk wordt opgehaald. Indien het kind ziektesymptomen vertoont zoals hierboven beschreven, moet het zo snel mogelijk afgehaald worden. Indien de ouders niet bereikbaar zijn, zal de kinderbegeleider contact opnemen met één van de vertrouwenspersonen of de huisarts van het kind. Eventuele medische kosten vallen ten laste van de ouders. Deze dag van ziekte wordt aangerekend als een aanwezigheidsdag voor de uren waarop het kind effectief in de opvang aanwezig was. In noodgevallen, zoals bijvoorbeeld een ongeval, dient de kinderbegeleider de eerste zorgen toe en worden de ouders verwittigd. In ernstige gevallen wordt de hulpdienst verwittigd en wordt het kind naar het hospitaal gebracht. De kosten verbonden aan deze medische tussenkomsten zijn ten laste van de verzekering van de organisator. De opvangdag waarin het noodgeval zich voordeed, wordt aangerekend als een aanwezigheidsdag voor de uren waarop het kind effectief in de opvang aanwezig was. 2.5 Medicatie Indien een kind medicatie moet nemen, verzoeken wij dat ouders hun arts vragen om medicatie voor te schrijven die zij zelf ‘s morgens en ’s avonds kunnen toedienen. De opvang geeft enkel medicatie als het echt nodig en haalbaar is. Ouders worden gevraagd om het altijd te melden wanneer hun kind medicatie krijgt, ook wanneer deze enkel thuis wordt gegeven. Wanneer de opvang toch medicatie moet geven, dan kan dit enkel op voorschrift van een arts. Ouders moeten een doktersattest bezorgen. Op dit attest staat de: - naam van de medicatie; - naam van de arts; - naam van het kind; - datum van aflevering en vervaldatum; - dosering, wijze en tijdstip van toediening;

2018_04_18_RMW_O Pagina 382 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/383 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

- wijze van bewaren; - einddatum en duur van de behandeling. Wanneer een kind een behandeling met een aerosol nodig heeft, vragen wij aan de ouders om dit bij voorkeur thuis toe te dienen. Indien dit onmogelijk is, vragen wij dat de behandelende arts een droge aerosol met voorzetkamer voorschrijft omdat dit beter geschikt is voor gebruik in de opvang. Vernevelaars worden immers snel besmet. Wanneer een kind tekenen van koorts vertoont, wordt de temperatuur gemeten met een digitale thermometer. Indien de temperatuur hoger is dan 38 °C heeft het kind koorts. Als ouders akkoord gaan, kan de kinderbegeleider één keer een koortswerend middel toedienen. Dit kan enkel als deze afspraak vermeld wordt op de inlichtingenfiche voor de onthaalouder. Aan de ouders wordt gevraagd om hun eigen koortsthermometer en koortswerend middel mee te brengen. 2.6 De veiligheid De kinderbegeleider zorgt voor een veilige opvang en voor een veilige toegang. Niemand kan de binnen- en buitenruimte ongemerkt binnenkomen. Aan de ouders wordt gevraagd om steeds de deur te sluiten bij het binnenkomen en weggaan. In de opvanglocatie is er steeds een telefoon en een lijst met noodnummers aanwezig. Met een risicoanalyse schat de organisator risico’s in en tracht deze te voorkomen en weg te werken. De organisator volgt de regels over brandveiligheid, toegangsbeveiliging, voedselveiligheid, veilige speeltoestellen en speelterreinen, veilig slapen en dergelijke. De opvang is voorbereid op gevaar. Een procedure legt de te volgen stappen en de manier van communiceren vast in geval van crisis. Een crisis wordt zo snel mogelijk aan Kind en Gezin gemeld. De kinderbegeleiders beschikken over en kennen de crisisprocedures. Grensoverschrijdend gedrag (= een situatie waarin een kind in relatie tot een persoon die aanwezig is tijdens de kinderopvang, slachtoffer is of dreigt te worden van bedreigingen of geweld) wordt niet getolereerd. Hiervoor voeren wij een preventief beleid en wordt een plan van aanpak door alle medewerkers onderschreven. Wiegendood is een belangrijke doodsoorzaak van zeer jonge kinderen. 90 % van de gevallen van wiegendood doet zich voor bij kinderen jonger dan zes maanden. Daarom voldoen alle bedjes en al het materiaal aan de veiligheidsvoorschriften, is er altijd toezicht, worden baby’s onder de zes maanden te slapen gelegd in de leefruimte en zorgen we voor een goede temperatuur om te slapen. De maatregelen om wiegendood te helpen voorkomen zijn voor de kinderopvang dezelfde als bij de ouders thuis. Rugligging, optimale temperatuur van de slaapomgeving, toezicht, slapen in een slaapzakje en dergelijke helpen het risico zo laag mogelijk te brengen, maar kunnen het voorkomen ervan helaas niet absoluut uitsluiten. Het is absoluut verboden te roken in de opvang. De kinderbegeleiders volgen de richtlijnen van Kind en Gezin voor veilig slapen. Met een doktersattest of attest van de ouders (document Kind en Gezin) kan afgeweken worden van de voorgeschreven slaaphouding. Kinderen kunnen een tutje zonder lint of ketting (geen knuffel) gebruiken bij het inslapen. Ouders kunnen hun kind helpen door thuis dezelfde slaaphouding en gewoontes te volgen als in de opvang. Wanneer een kind om medische redenen een monitor nodig heeft, kunnen hierover afspraken worden gemaakt. Indien er verplaatsingen tijdens de opvang zijn, gebeuren deze op een veilige manier en onder begeleiding van de kinderbegeleider. Huisdieren zijn niet toegelaten in de opvangruimtes. 3 DE PRIJS 3.1 Bijdrage per dag

2018_04_18_RMW_O Pagina 383 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/384 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

De ouders betalen voor de opvang van het kind de prijs die vermeld staat op het attest inkomenstarief dat op dat moment geldig is. - De berekening van dit dagbedrag gebeurt op basis van het gezamenlijk belastbaar beroepsinkomen. Dit inkomen staat vermeld op meest recente aanslagbiljet. - De berekening van de opvanguren gebeurt op basis van prestatiebladen die de kinderbegeleiders dagelijks invullen en laten tekenen door de ouders. Ouders vragen de eerste berekening aan maximum twee maanden voorafgaand aan de maand waarin de kinderopvang start . Zij houden hierbij rekening met de wendagen. Het attest inkomenstarief gaat in op: - de eerste dag van de maand waarin de opvang start (inclusief wendagen); - bij herberekening: eerste dag van de maand die volgt op de aanvraag van het tarief; - voor het tarief OCMW: het OCMW beslist over de startdatum. Het tarief kan eventueel toegekend worden met terugwerkende kracht tot maximum 6 maanden; - voor het tarief pleegkind: de eerste dag van de maand waarin de beslissing genomen werd voor pleegouderschap. Het attest inkomenstarief heeft volgende mogelijke einddata: - einde van het kalenderjaar waarin de aanvraag werd gedaan, omwille van de jaarlijkse indexering op 1 januari; - Enkel voor individueel verminderde tarieven: na één jaar geldigheid (zie 3.3); - op het einde van het kwartaal waarin een kind 3 en een half, 6 of 9 jaar wordt. Ouders dienen steeds het laatste attest aan de dienst voor onthaalouders te bezorgen (per mail of post). Kind en Gezin controleert de berekening van je tarief. Bewaar de documenten die bewijzen dat je situatie voldoet aan de voorwaarden voor een individueel verminderd tarief gedurende 5 jaar . Zonder een geldig attest inkomenstarief kan de opvang niet starten of stopgezet. 3.2 Hoe en wanneer vraag je het attest inkomenstarief aan? Alle informatie kan je terug vinden in de brochure ‘inkomenstarief ouders’ op de site van Kind en Gezin. 1 : de standaardwerkwijze Stap 1: - Registreren: wat nodig? • ID-kaart met pincode • kaartlezer • een eigen e-mailadres - Surfen naar www.kindengezin.be : ga naar “mijn kind en gezin” Stap 2: - Klik op : attest inkomenstarief aanvragen. - Volg de stappen in het berekeningsinstrument. - Let op! Vul alle kinderen ten laste in. Dit zijn de kinderen waarvoor je financieel verantwoordelijk bent tem het jaar waarin ze 12 worden. Voor deze kinderen krijg je een korting op je tarief.

2018_04_18_RMW_O Pagina 384 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/385 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Stap 3: - Attest inkomenstarief downloaden en aan de opvang bezorgen. 2: Hulp nodig? Als stap 1 niet lukt omdat de ouder problemen heeft met Mijn Kind en Gezin, dan nemen ze contact op met de dienst.

Wat heeft de dienst nodig van de ouder: - Recent Belgisch aanslagbiljet van de ouder en de inwonende partner - ID-kaart met pincode - Emailadres van de ouder 3: Kind en Gezin maakt op vraag van de opvang een attest aan Als geen van de bovenstaande methodes werken, dan kan Kind en Gezin in naam van de ouder het attest inkomenstarief aanmaken. Dit kan enkel op vraag van de opvang (niet van de ouder). Foute informatie Wanneer ouders foutieve informatie geven, kan Kind & Gezin beslissen dat zij het maximumtarief moeten betalen zowel voor de toekomst als het verleden. Het nieuwe tarief voor de toekomst geldt vanaf de maand die volgt op de vaststelling. Wanneer er een fout gebeurde buiten de wil van de ouders en zij teveel betaalden, dan krijgen zij het teveel betaalde terug. Wanneer ouders, buiten hun wil, te weinig betaalden, dan dienen zij het verschil niet te betalen. 3.3 Individueel verminderd tarief Ouders die het tarief dat op hun attest staat niet kunnen betalen, kunnen recht hebben op een individueel verminderd tarief. Dit tarief geldt voor 12 maanden tenzij er in de tussentijd een nieuwe berekening nodig is (vb. kind wordt 3.5 jaar). De einddatum staat vermeld op het attest zodat de ouders tijdig een nieuwe aanvraag kunnen doen. Bij het aanvragen van het attest inkomenstarief kan de ouder in het systeem aanvinken welke situaties recht geven op een verminderd tarief. Ze krijgen dan automatisch een verminderd tarief. Surf naar https://mijn.kindengezin.be of vraag hulp aan de verantwoordelijke van de opvang. Zodra de gezinssituatie verandert en ouders hebben hierdoor recht op een individueel verminderd tarief, dan kunnen ze dit op elk moment aanvragen. Welke individueel verminderde tarieven zijn er en welke situaties geven recht op een individueel verminderd tarief? 25% vermindering met als minimum 5,15 euro - Tarief werkloosheidsuitkering: jij of de inwonende persoon hebt een voltijdse; werkloosheidsuitkering voor 6 opeenvolgende maanden; - Tarief invaliditeit: jij of de inwonende persoon hebben een invaliditeitsuitkering - Tarief faillissement: jij of de inwonende persoon hebben een faillissementsuitkering als zelfstandige - Tarief verminderd inkomen werknemer: jij of de inwonende persoon hebt/heeft voor 12 maanden een inkomen dat minstens 50% minder is, zonder dat het inkomen van de andere persoon stijgt;

2018_04_18_RMW_O Pagina 385 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/386 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

- Tarief verminderd inkomen zelfstandige: jij of de inwonende persoon betaalt voor 12 maanden lagere sociale bijdragen, zonder dat het inkomen van de andere persoon stijgt; Een tarief van 5,15 euro - Tarief leefloon zonder opleidingstraject: jij of de inwonende persoon krijgt een leefloon; Een tarief van 3,09 euro - Tarief leefloon met opleidingstraject: jij of de inwonende persoon krijgt een leefloon en volgt een opleiding bij de VDAB of OCMW; - Tarief laag inkomen met inburgering: jij en de inwonende persoon hebben een berekend inkomenstarief dat lager is dan 5 euro en één van jullie volgt een inburgeringstraject met attest onthaalbureau; - Tarief laag inkomen met werk: jij en de inwonende persoon hebben een berekend inkomenstarief dat lager is dan 5 euro en jullie werken beiden minstens halftijds; Een tarief van 1,62euro - Tarief materiële en medische hulp: jij en de inwonende persoon hebben een attest voor materiële of medische hulp van Fedasil, het Rode Kruis, enz. - Tarief pleegkind: voor een pleegkind dat bij jou woont. KAN DE OUDER HET BEREKENDE TARIEF OF HET TOEGEKENDE VERMINDERDE TARIEF NIET BETALEN: TARIEF OCMW Let op! Informeer je goed bij je OCMW hoe dit in zijn werk gaat. Het OCMW beslist hoeveel je betaalt: - 50 % korting op je inkomenstarief - of 5,15 euro - of 3,09 euro - of 1,62 euro Hoe gaan ouders te werk: - Maak het attest inkomenstarief aan via mijn.kindengezin.be. - Ga met het attest en met de nodige bewijzen zoals loonfiches, afbetalingsplannen, schulden, … naar het OCMW. - Het OCMW bepaalt volgens de financiële situatie of het tarief OCMW kan toegepast worden. Zo ja, geeft het OCMW het toegekende tarief door aan Kind en Gezin. - Kind en Gezin maakt een nieuw attest met het tarief OCMW. Dit attest moeten de ouders downloaden en aan de dienst bezorgen. 3.4 Prijs voor opvang Ouders betalen volgens het inkomenstarief of het individueel verminderd inkomenstarief voor de: - gereserveerde opvangdagen in het opvangplan waarop het kind aanwezig is; - extra overeengekomen kinderopvangdagen waarop het kind aanwezig is. De berekening van de opvanguren gebeurt op basis van prestatiebladen die de kinderbegeleiders invullen en laten tekenen door de ouders. Opvang baby en peuter: - Opvang van minder dan vijf uren: 60 % van het tarief - Opvang van vijf uren tot tien uren en negenvijftig minuten: 100% van het tarief - Opvang van meer dan elf uren: 160%

2018_04_18_RMW_O Pagina 386 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/387 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Verblijfstijden van een kind verspreid over verschillende momenten op één dag worden samengevoegd. Opvang kinderen die naar school gaan of kinderen ouder dan 3,5 jaar: - Opvang van minder dan drie uren: 40% van het tarief - Opvang van meer dan drie uren en minder dan vijf uren: 60 % van het tarief - Opvang van meer dan vijf uren tot tien uren en negenvijftig minuten: 100% van het tarief - Opvang van meer dan 11 uren: 160% Verblijfstijden van een kind verspreid over verschillende momenten per dag of per week worden per opvanglocatie samengevoegd. 3.5 Principe opvang bestellen, is opvang betalen In de kinderopvang wordt het principe “Opvang bestellen, is opvang betalen” toegepast. Ouders betalen voor de gereserveerde opvangdagen en eventuele extra dagen dat hun kind aanwezig is in de opvang. Om dit principe te kunnen toepassen, wordt, na overleg tussen kinderbegeleider en het gezin, een schriftelijke overeenkomst met opvangplan opgemaakt op de dienst, waarin de start- en einddatum van de opvang vermeld wordt. Het opvangplan biedt een overzicht van de opvangdagen die ouders voor hun kind nodig hebben. Voor deze gereserveerde opvangdagen moeten ouders betalen. Indien ouders het nalaten om de opvang tijdig schriftelijk te annuleren of stop te zetten, worden de gereserveerde opvangdagen aangerekend. 3.5.1 Extra opvangdagen Ouders die een extra dag opvang nodig hebben, vragen dit minstens één dag op voorhand aan de kinderbegeleider. Mits haar akkoord en het niet overschrijden van de maximum capaciteit kan deze extra dag worden toegekend. Voor een extra dag opvang betalen de ouders het inkomenstarief. 3.5.2 Regeling afwezigheden 3.5.2.1 Gerechtvaardigde afwezigheidsdagen Respijtdagen Een ouder heeft bij een voltijds opvangplan (= 5 volledige dagen per week) recht op 18 respijtdagen waarvoor zij niet moeten betalen. Voor sluitingsdagen van de opvanglocatie, tenzij men vervanging neemt, moeten ouders niet betalen. Sluitingsdagen van de kinderbegeleider omvatten alle dagen waarop kinderen niet in de opvang terecht kunnen, om welke reden dan ook. Voor een deeltijds opvangplan wordt het aantal gerechtvaardigde afwezigheidsdagen verhoudingsgewijs verminderd à rato van het opvangplan. Hetzelfde geldt voor een onvolledig kalenderjaar. Gerechtvaardigde afwezigheidsdagen worden verrekend op basis van de duur van de afwezigheid. Is een kind een halve dag afwezig op een moment waarop een volledige dag voorzien was, dan wordt er een halve dag in mindering gebracht van het aantal gerechtvaardigde afwezigheidsdagen waarvoor je niet betaalt. Wanneer er een opvangplan is én het aantal respijtdagen opgebruikt is, dan betalen de ouders bij afwezigheid volgens het afgesproken opvangplan, op basis van het attest inkomenstarief. De ouders krijgen voor deze dagen geen fiscaal attest. Respijtdagen dienen één dag op voorhand (tussen 9u en 17u) aan de kinderbegeleider gemeld te worden.

2018_04_18_RMW_O Pagina 387 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/388 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Voor alle afwezigheidsdagen geldt het principe dat het minimum aantal dagen voor een voltijds opvangplan verhoudingsgewijs wordt verminderd bij deeltijdse opvang en instap tijdens het jaar. Verlofdagen Ouders met een voltijds opvangplan beschikken over maximum 20 dagen verlof met uitzondering van de ouders uit het onderwijs. In het kader van de draagkracht van kinderen, pleiten wij ervoor dat ouders –zo mogelijk- verlof nemen op het ogenblik dat de kinderopvanglocatie sluit. De ouders en kinderbegeleiders dienen hun vakantieplanning vóór 31 januari schriftelijk of per mail aan elkaar en aan de dienst door te geven. Indien dit niet mogelijk is, moet verlof minimum acht weken op voorhand doorgegeven worden met uitzondering van de zomervakantiemaanden juli en augustus. Dit verlof dient uiterlijk 31 maart schriftelijk of per mail te worden doorgegeven. Indien de ouders geen vakantieplanning bezorgen vóór deze datum, wordt er enkel rekening gehouden met de respijtdagen. Ziektedagen Bij ziekte van de kinderbegeleider wordt vervanging geboden door een andere kinderbegeleider beschouwd als bestelde opvang. Ook dan geldt het principe van de respijtdagen, dat wil zeggen dat bij afwezigheid een respijtdag in mindering wordt gebracht. 3.5.2.2 Ongerechtvaardigde afwezigheidsdagen Ongerechtvaardigde afwezigheidsdagen zijn dagen waarop een kind had moeten aanwezig zijn in de opvang op basis van het opvangplan, maar het kind toch niet naar de opvang kwam en de gerechtvaardigde afwezigheidsdagen op zijn. Voor deze extra afwezigheden bovenop de gerechtvaardigde afwezigheidsdagen zal de opvang aan het inkomenstarief aangerekend worden. Bij afwezigheid zonder verwittiging wordt de dag ingebracht als onwettig afwezig en wordt deze gefactureerd aan de ouderbijdrage volgens het inkomen van de ouders. Indien ouders het nalaten om de opvang tijdig schriftelijk te annuleren of stop te zetten, wordt dit beschouwd als ongerechtvaardigde afwezigheidsdagen en worden de gereserveerde opvangdagen aangerekend. 3.5.3 Wijziging opvangplan Ouders die het opvangplan willen wijzigen overleggen dit steeds met de kinderbegeleider. Indien beide partijen akkoord gaan met de wijziging, ondertekenen zij het ingevulde document “Wijziging van gegevens” (in 3-voud). Voorbeelden van wijzigingen: - meer of minder dagen opvang; - van vast opvangplan naar flexibel opvangplan of omgekeerd; - langdurige ziekte. Een wijziging van het opvangplan dienen de ouders één maand voorafgaand aan de gewenste startdatum van het gewijzigd opvangplan aan te vragen. Wijken de ouders regelmatig af van het opvangplan (vaak afwezig en/of extra opvangdagen) dan kan de verantwoordelijke een gesprek vragen om een nieuw opvangplan op te maken of om een andere oplossing te zoeken. Ouders mogen hun opvangplan maximaal tweemaal per jaar wijzigen. De kinderbegeleider kan eveneens een wijziging van het opvangplan vragen, vb. bij werkloosheid, zwangerschapsverlof, langdurige ziekte van ouders of kinderen. Een vraag naar wijziging van het opvangplan kan geweigerd worden wanneer er niet genoeg plaats is of wanneer de draagkracht van het kind en/of de kinderbegeleider in het gedrang komt of bij overmacht.

2018_04_18_RMW_O Pagina 388 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/389 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Ook bij overmacht (bv langdurige ziekte van de kinderbegeleider) kan de verantwoordelijke vragen om het opvangplan te wijzigen. 3.6 Extra kosten Er wordt een bijkomend tarief gevraagd voor bepaalde kosten: - Afvalverwerking: 0,30 eurocent per volledige dag (0,18 eurocent per halve dag); - Te laat afhalen: 2 euro; - Een warme maaltijd voor kinderen die buitenschools opgevangen worden: 3,61 euro; - Een extra maaltijd voor kinderen die niet naar school gaan en een halve dag in opvang komen: 3 euro; - Vervoer: 0,25 eurocent per rit; - Administratie- en facturatiekosten: 3,55 euro per maand per gezin; - Inningskosten bij wanbetaling: 10 euro bij de eerste en 25 euro bij de tweede aangetekende brief. Indien deze extra kosten wijzigen, worden de ouders hier tijdig van verwittigd. 3.7 Betalingswijze De ouders ontvangen elke maand een factuur van het OCMW van Schoten met daarop volgende informatie: - het inkomenstarief van het gezin; - het aantal dagen en uren waarop het kind gerechtvaardigd en ongerechtvaardigd aanwezig was; - een gedetailleerde weergave van alle bijkomende kosten met vermelding van aard, aantal en het bedrag; - de geregistreerde aanwezigheden worden bevestigd door de ouder op het prestatieblad; - saldo van de verlof- en respijtdagen. De ouders betalen de factuur binnen de 30 kalenderdagen via een overschrijving op het rekeningnummer IBAN BE38 0910 0086 7672 van het OCMW van Schoten, Verbertstraat 27 te 2900 Schoten. Het is belangrijk op tijd te betalen. Bij laattijdige betaling krijgen de ouders een schriftelijke herinnering. Een tweede en derde aanmaning gebeurt met een aangetekende brief. De kosten voor de aangetekende zendingen worden aangerekend. Bij niet-betaling na twee aangetekende brieven wordt de overeenkomst stopgezet. De invordering van de gefactureerde bedragen zal desnoods overeenkomstig de wetsbepalingen van de burgerlijke rechtsvordering geschieden of overeenkomstig art. 94 van het gemeentedecreet door middel van een dwangbevel. Als ouders weigeren te betalen, vragen we aldus hulp van de rechtbank. 3.8 Fiscaal attest De kosten voor kinderopvang tot 12 jaar zijn fiscaal aftrekbaar. De dienst voor onthaalouders bezorgt ouders, na het afgelopen jaar, een fiscaal attest. Enkel de opvang (gerechtvaardigde aanwezigheden) die werd betaald in dat jaar wordt vermeld op het fiscaal attest. De ouders ontvangen het attest in het eerste semester van het volgende jaar. Het bedrag op het fiscaal attest kan fiscaal worden afgetrokken, extra kosten niet. De FOD Financiën verbiedt het vermelden van bijkomende bijdragen (toeslagen) op het fiscale attest. 4 RECHT VAN HET GEZIN

2018_04_18_RMW_O Pagina 389 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/390 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Onze dienst voor onthaalouders staat open voor de opvang van alle kinderen en discrimineert niemand op grond van cultuur, maatschappelijke afkomst, nationaliteit, geslacht, geloof of levensovertuiging. Als ouder ben je de eerste opvoeder. We respecteren de waarden, wensen en verwachtingen van ouders. De kinderopvang kan helpen in de opvoeding van jonge kinderen. We waarborgen de rechten van de gezinnen en informeren hen over: - onze eigen werking (via het huishoudelijk reglement, de website …); - de vergunningsbeslissingen van Kind & Gezin; - de resultaten van inspecties (voedselveiligheid, zorginspectie …), die op vraag worden bezorgd. We maken met elke ouder: - een schriftelijke overeenkomst met bijhorend opvangplan over de opvang van het kind. We informeren ouders graag over de opvang van hun kind, onder meer via: - het volgboekje/ observatieboekje/ ZIKO portret; - het dagelijks overleg bij brengen en ophalen. Wij willen weten of de ouders tevreden zijn over onze opvang. Daarom vragen wij om na zes maanden opvang een vragenlijst in te vullen. Als we de verwachtingen, opmerkingen en voorstellen kennen, kunnen wij immers onze werking verbeteren. 4.1 Wennen Een kind mag wennen voor de start van de opvang. Wij beschouwen deze wenmomenten als voorwaarden voor een veilige en kwalitatieve kinderopvang. De eerste dagen van de opvang zorgen voor stress: nieuwe mensen, nieuwe geluiden, nieuwe geuren, enz. Door te wennen verloopt de overgang van thuis naar de opvang doorgaans makkelijker. Als een kind zich goed voelt, is dat ook goed voor diens fysische en psychische gezondheid. Tijdens het wennen leren onze kinderbegeleiders de gewoontes van het kind beter kennen en groeit het wederzijds vertrouwen. Als een kind samen met de ouder komt wennen is de opvang gratis. Van zodra een kind alleen in de opvang aanwezig is (al dan niet in het kader van het wennen), voorzien ouders een attest inkomenstarief en betalen zij dit tarief. 4.2 Toegang Tijdens de openingsuren hebben ouders toegang tot de ruimte waar het kind wordt opgevangen. Terwijl de kinderen slapen, hebben ouders geen toegang tot de slaapkamers. 4.3 Klachten Ouders worden gevraagd om zich met eventuele vragen en/of bij problemen in eerste instantie te wenden tot de dienstverantwoordelijke, de kinderbegeleider en/of het diensthoofd om samen tot een oplossing te komen. Als ouders niet tevreden zijn, kunnen zij een klacht indienen. Voor schriftelijke klachten gebruiken zij het “Meldingsformulier klachten en/of suggesties’. Dit formulier wordt bij de inschrijving aan de ouders meegegeven. De dienst voor onthaalouders garandeert dat elke klacht op een efficiënte, discrete, doeltreffende en vertrouwelijke manier wordt geregistreerd, behandeld en beantwoord. Binnen de 10 dagen na het indienen van de klacht, ontvangen de ouders van de dienst een ontvangstmelding. Binnen de 30 dagen wordt de klacht behandeld. De indiener van de klacht wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van het resultaat van deze klachtenbehandeling. Indien ouders van mening zijn dat hun klacht niet of ontoereikend werd beantwoord door de organisator, kunnen zij zich wenden tot Kind en Gezin.

2018_04_18_RMW_O Pagina 390 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/391 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Klachtendienst van Kind en Gezin Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel Telefoon: 02/ 533 14 14 – Fax: 02/534 14 48 E-mail: [email protected] Ben je niet tevreden over hoe we je klacht over de overeenkomst of over de afrekening behandelen? Meld het aan de Federale Consumentenombudsdienst. e-mail: [email protected] 4.4 Respect voor de privacy en bescherming van de persoonlijke levenssfeer Bij de inschrijving en tijdens de opvang heeft de opvang info nodig over jou en jouw kind. Het gaat om administratieve gegevens van je kind, jezelf, je gezin, gegevens nodig voor de toewijzing van een plaats en relevante sociale of medische gegevens. Deze gegevens worden vernietigd zodra ze niet meer noodzakelijk zijn. Jaarlijks worden de gegevens geactualiseerd door de ouder. Je hebt toegang tot deze info van je kind, jezelf of je gezin en je kan vragen er iets aan de verbeteren. De organisator van de kinderopvang waarborgt de veiligheid en het vertrouwelijk karakter van deze info. In de kinderopvang kunnen foto’s of video’s worden genomen van de kinderen. Deze foto’s kunnen we uithangen, publiceren of op een website plaatsen om (toekomstige) ouders te informeren over de activiteiten en de werking van de kinderopvang. Wij vragen jouw toestemming voor het gebruik van deze beelden. Je mag dat weigeren. 5 ANDERE DOCUMENTEN 5.1 Verzekeringen De dienst voor onthaalouders heeft een verzekering: - voor de burgerlijke aansprakelijkheid voor de kinderen en de kinderbegeleiders; - lichamelijke ongevallen van de kinderen. Deze verzekeringen zijn van kracht op de momenten dat het kind onder het toezicht van de kinderopvang staat. Aangifte van schade of ongeval moet binnen de 24 uur gebeuren. De dienstverantwoordelijke brengt de verzekeringsmaatschappij op de hoogte. De polissen kunnen worden ingekeken op het ocmw. Verzekeringsmaatschappij: Ethias NV Prins-Bisschopsingel 73 3500 Hasselt Polisnummer 045.034.331 5.2 Kwaliteitshandboek De dienst voor onthaalouders beschikt over een kwaliteitshandboek. Het kwaliteitshandboek beschrijft onze organisatiestructuur, onze missie en visie , onze werkwijze, onze doelstellingen voor het pedagogisch beleid, de betrokkenheid van ouders, de klachtenprocedure, onze verbeterplannen. Op vraag kan het kwaliteitshandboek ingekeken worden. 6 WIJZIGINGEN IN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT EN OPZEGMODALITEITEN VOOR DE SCHRIFTELIJKE OVEREENKOMST 6.1. Werkwijze bij wijziging van het huishoudelijk reglement Elke verandering aan het huishoudelijk reglement wordt schriftelijk gemeld. Elke verandering moet door de ouders worden ondertekend voor ontvangst en kennisname.

2018_04_18_RMW_O Pagina 391 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/392 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

De ouders hebben het recht om, twee maanden na kennisname van aanpassingen in hun nadeel, de schriftelijke overeenkomst op te zeggen, en dit zonder enige schade- of opzegvergoeding. 6.2 Opzegmodaliteiten voor het gezin Er wordt in onderling overleg een einddatum vastgelegd voor de schriftelijke overeenkomst. De meeste kinderen zijn schoolrijp op de leeftijd van 2,5 jaar en kunnen op de eerste instapdatum naar de kleuterschool. Is een kind op deze einddatum nog niet klaar voor de kleuterschool, dan kunnen ouders, in overleg met de kinderbegeleider, ervoor kiezen om hun kind langer in de opvang te houden. Dit kan enkel wanneer de bezetting dit toelaat. Samen met de verantwoordelijke wordt een nieuwe einddatum bepaald met een maximum tot de leeftijd van 3,5 jaar. Ook andere redenen om de opvangduur te verlengen kunnen in overleg met de verantwoordelijke worden vastgelegd. De vraag tot wijziging van de einddatum wordt vooraf meegedeeld aan de verantwoordelijke. In dat geval wordt samen met de ouders een nieuwe einddatum bepaald. De organisator kan een vraag weigeren omwille van overmacht en wanneer er onvoldoende plaats is. Wil men de opvang vroeger stoppen, dan dient dit één maand voor het einde van de opvang te worden gemeld aan de kinderbegeleider en aan de organisator door middel van een aangetekend schrijven, ondertekend door één van de ouders. De datum van de verzending van de aangetekende brief is het moment waarop de opzegtermijn ingaat. De opzegbrief kan ook worden afgegeven aan de verantwoordelijke. De verantwoordelijke moet dan een kopie van de opzegbrief ondertekenen. Maakte de opvang een zware fout? Volgde de opvang de contractuele bepalingen niet? Kan dit worden bewezen? Dan moeten ouders de regels voor opzegtermijn niet naleven. De opvang kan ook in overleg met de kinderbegeleider vroegtijdig worden stopgezet, bijvoorbeeld wanneer een kind niet kan aarden, wanneer het opvangplan wijzigt … . 6.3 Opzegmodaliteiten voor de organisator Het OCMW van Schoten kan deze overeenkomst opzeggen en de opvang stopzetten wanneer: - ouders het huishoudelijk reglement en/of andere contractuele bepalingen niet naleven; - facturen gedurende 3 opeenvolgende maanden niet betaald worden; - geen gevolg gegeven wordt aan de mondelinge en schriftelijke verwittigingen van de verantwoordelijke van de opvang; - de ouders de noodzakelijke documenten (bv attest inkomenstarief) niet bezorgen aan de opvang. Als de opvang overweegt om de schriftelijke overeenkomst op te zeggen omwille van bovenstaande redenen, krijgen ouders een schriftelijke verwittiging.

Als de opvang beslist om de schriftelijke overeenkomst op te zeggen, krijgen ouders een aangetekende brief met vermelding van de reden van de opzeg. De opzegtermijn bedraagt één maand en gaat in op de datum van verzending van de aangetekende brief. Het verzenden van de aangetekende brief kan worden vervangen door het overhandigen van een opzegbrief mits een kopie voor ontvangst wordt ondertekend door één van beide ouders (indien zij op het zelfde adres zijn gedomicilieerd) of de beide ouders (indien ze afzonderlijk zijn gedomicilieerd). Ook de kinderbegeleider kan de opvang stopzetten. Hij/zij brengt de organisator op de hoogte. De opzeg dient één maand vooraf aan de ouders meegedeeld te worden, opdat zij tijdig een andere oplossing zouden kunnen zoeken. De bepaling inzake opzegtermijn kan niet gerespecteerd worden indien er een beslissing is van Kind & Gezin tot opheffing van de vergunning of in geval van overmacht bv. brand, overstroming waardoor sluiting onafwendbaar is. De bepalingen inzake opzegtermijn dient niet gerespecteerd te worden indien de ouder een zware fout heeft begaan en de organisator deze kan aantonen of in geval van zwangerschap van de

2018_04_18_RMW_O Pagina 392 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/393 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 kinderbegeleider of in geval van overmacht zoals bv. brand, overstroming, plotse ziekte van de kinderbegeleider,.. 7 TOT SLOT Dit huishoudelijk reglement is op 18 april 2018 goedgekeurd door Raad voor Maatschappelijk Welzijn van het OCMW van Schoten volgens de op dat moment geldende regelgeving en richtlijnen van Kind en Gezin. Alle regels over kinderopvang zijn te vinden op www.kindengezin.be. Heb je vragen betreffende dit reglement kan je de verantwoordelijke hierover contacteren.'

17. KINDERDAGVERBLIJF T BEERTJE. DIENSTVERLENING. WIJZIGING

HUISHOUDELIJK REGLEMENT. GOEDKEURING.

De Raad,

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 (BS13 januari 2014) houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters - afdeling 3.Omgang met de kinderen en de gezinnen - onderafdeling 4.Huishoudelijk reglement en schriftelijke overeenkomst; Overwegende dat door de aanpassing t.g.v. de indexering 2018 geldig vanaf 2018 het huishoudelijk reglement moet worden aangepast; Overwegende dat door de aanpassing wijziging art. 21 in MB tot uitvoering van het Subsidiebesluit van 22.11.2013, de mogelijkheid tot forfaitarisering van de kosten voor gebruik van verzorgingsproducten in rubriek 3.5.1. Kosten die te maken hebben met de opvang, in het huishoudelijk reglement moet worden aangepast; Overwegende dat in de algemene werking van kinderdagverblijf 't Beertje een aantal zaken werden verbeterd en aangepast waardoor een aanpassing van een aantal punten van het huishoudelijk reglement zich opdringt en het dat de regelgeving stelt dat elke wijziging in het huishoudelijk reglement schriftelijk aan de contracthouder moet worden gemeld en elke verandering door de ouders moet worden ondertekend voor ontvangt en kennisname; Gelet op de gevoerde bespreking:

BESLUIT: Eenparig

Artikel 1: Goedkeuring te verlenen aan de wijziging van Hoofdstuk 3: Werkingsvoorwaarden - Afdeling 3: Omgang met kinderen en gezinnen - Onderafdeling 4:Huishoudelijk reglement en schriftelijke overeenkomst. van het huishoudelijk reglement voor de groepsopvang van toepassing met ingang van 19.04.2018. Artikel 2: Goedkeuring aan overige wijzigingen in het huishoudelijk reglement in functie van de algemene werking van kinderdagverblijf 't Beertje van toepassing met ingang van 19.04.2018 en het vast te stellen als volgt: '1 ALGEMENE INFORMATIE 1.1 De organisator OCMW Schoten is de organisator van kinderdagverblijf ‘t Beertje. Rechtsvorm: OCMW-bestuur Ondernemingsnummer: 0212168001 Adres: Verbertstraat 27, 2900 Schoten - bereikbaar tussen 9.00u en 12.00u en 13.30u en 15.30u Website: www.ocmwschoten.be 1.2 Kinderopvanglocatie

2018_04_18_RMW_O Pagina 393 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/394 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Naam: Kinderdagverblijf ‘t Beertje Adres: Toekomstlaan 48 – 2900 Schoten 03 640 01 40 Kinderdagverblijf ‘t Beertje is open op: MAANDAG VAN 7.00u TOT 18.30u DINSDAG VAN 7.00u TOT 18.30u WOENSDAG VAN 7.00u TOT 18.30u DONDERDAG VAN 7.00u TOT 18.30u VRIJDAG VAN 7.00u TOT 18.30u Kinderdagverblijf ’t Beertje is gesloten op brugdagen, feestdagen en tussen kerst en nieuwjaar. Elk jaar, in de loop van de maand januari, krijgen de ouders een brief met de sluitingsdagen. De ouders vinden eveneens een overzicht van de sluitingsdagen en vakanties op de website www.ocmwschoten.be en in de inkomhal van de kinderopvanglocatie. 1.3 Verantwoordelijken De dagelijkse leiding van kinderdagverblijf ’t Beertje is in handen van een verpleegkundige. Zij is verantwoordelijk voor de begeleiding van de kinderbegeleiders, de pedagogische begeleiding van de kinderen, de contacten met de ouders en de externe instanties. Verpleegkundige: Ingrid Meeusen (alle dagen, behalve op woensdag)

[email protected] Secretariaat: Myriam Huylebroeck

[email protected] Het diensthoofd gezinszorg en kinderopvang draagt de eindverantwoordelijkheid voor de algemene werking van het kinderdagverblijf en onderhoudt contacten met externe organisaties. Lieve Verheyden

[email protected] Algemeen: [email protected] 1.4 Telefoon in geval van nood In geval van nood (= uitzonderlijke noodgevallen die onmiddellijke actie vereisen) en wanneer de opvang gesloten is, kan het diensthoofd gezinszorg en kinderopvang worden opgebeld op het nummer 0476 79 74 62 (Lieve Verheyden, diensthoofd) 1.5 Kind en Gezin Kinderdagverblijf ’t Beertje heeft een vergunning voor 72 plaatsen en voldoet aan alle wettelijke voorwaarden. Naam: Kind en Gezin Adres: Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel

[email protected] Website: http://www.kindengezin.be/contact-en-help/adressen/ 2 HET BELEID 2.1 De aangeboden kinderopvang Kinderdagverblijf ’t Beertje organiseert de opvang van kinderen van 0 tot maximaal 3 jaar. Het kinderdagverblijf vangt alle kinderen op en discrimineert bij de plaatsing niemand op grond van cultuur, maatschappelijke afkomst, nationaliteit, geslacht, geloof en/of levensovertuiging. Kinderen met specifieke zorgbehoeften kunnen worden opgevangen indien hun huisarts hun fysische en psychische toestand voldoende acht en het kinderdagverblijf de extra zorgen die het kind nodig heeft, kan waarborgen. 2.1.1 Het pedagogisch beleid De dienstverlening van kinderdagverblijf ’t Beertje omvat kwaliteitsvolle verzorging, pedagogische opvang en begeleiding van de kinderen. Het kinderdagverblijf voert een pedagogisch beleid dat: • bij de opvang rekening houdt met de individuele draagkracht van het kind;

2018_04_18_RMW_O Pagina 394 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/395 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

• bij de opvang optimale ontplooiingskansen biedt aan elk kind; • ervoor zorgt dat kinderen met specifieke noden de passende zorg krijgen; • ervoor zorgt dat de eigenheid van elk kind wordt gerespecteerd. Het kinderdagverblijf wil een veilig, gezond en kindvriendelijk klimaat en infrastructuur scheppen dat de ontwikkeling van de kinderen bevordert en dat hen de beste kansen biedt om hun talenten en vaardigheden te ontwikkelen. We stimuleren de betrokkenheid en zelfredzaamheid. Als ouders kennen jullie je kind het best. Daarom vinden we het belangrijk dat we samenwerken. Zo kunnen wij onze opvang aanpassen aan de eigenheid van jullie kind, zodat het zich welkom voelt in de kinderopvang. We willen elk kind met aandacht, liefde, warmte en geborgenheid omringen zodat het zich thuis voelt in de kinderopvang. We vinden het ook belangrijk dat ouders zich goed en betrokken voelen bij de opvang. De kinderen worden volgens leeftijd opgevangen in één van de vier afdelingen, met een maximum van 18 kinderen: - baby’s - kruipers - lopers - peuters Omwille van praktische redenen vangen we alle kinderen ’s morgens voor 8u en ’s avonds na 17u samen op. De verantwoordelijke stelt in overleg met de kinderbegeleiders de leefgroepen samen. Zij houdt hierbij rekening met de leeftijd, de ontwikkelingsfase en de eigenheid van het kind, het reserveringsschema en de beschikbare plaats. Elke afdeling staat onder begeleiding van meerdere kinderbegeleiders. Alle afdelingen hebben hun eigen leefgewoonten. De kinderen gaan pas over naar een volgende leefgroep na overleg met de ouders. Om de overstap zo vlot mogelijk te laten verlopen, krijgen de kinderen op voorhand reeds een wenmoment(en) in de nieuwe groep. Voor meer informatie over het gevoerde pedagogische beleid, de dagindeling, de samenwerking met ouders kan men terecht bij de kinderbegeleiders en de verantwoordelijken. 2.1.2 Afspraken over eten Maaltijden Het kinderdagverblijf zorgt voor verse maaltijden die aangepast zijn aan de leeftijd van het kind. De samenstelling en de bereiding van het menu gebeurt in de centrale keuken van het OCMW. We geven maaltijden op vaste uren. Het weekmenu hangt uit in het kinderdagverblijf. De maaltijd is inbegrepen in de prijs. Ontbijt Er wordt verwacht dat de kinderen thuis ontbijten. De ouders geven thuis de eerste flesvoeding. Fruitpap De fruitpap wordt vers bereid. De fruitpap is inbegrepen in de prijs. Dieetvoeding Wanneer uw kind op doktersvoorschrift een dieet moet volgen (bijvoorbeeld glutenvrij dieet) of wanneer u speciale wensen heeft (bijvoorbeeld vegetarisch of halal voedsel) zal het kinderdagverblijf, in de mate van het mogelijke, trachten hieraan tegemoet te komen. Afspraken hierover dienen te worden gemaakt met de verantwoordelijke. De ouders bezorgen de nodige informatie over het product, de bereidingswijze en de nodige medische achtergrondinformatie. De ouders kunnen ook zelf voeding voor het kind meegeven. In dit geval kleven zij een etiket op de verpakking met de naam van het kind en de datum waarop de maaltijd dient te worden gegeven aan uw kind. Flesvoeding Flesvoeding voor baby’s dienen de ouders zelf mee te brengen. De ouders geven de bereidingsvoorschriften. De flesvoeding maken we klaar net voor we ze aan je baby geven. Borstvoeding Borstvoeding kan worden gegeven in het kinderdagverblijf. 2.1.3 Afspraken over verzorging

2018_04_18_RMW_O Pagina 395 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/396 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Kinderen worden gewassen en gekleed naar de opvang gebracht. In de loop van de dag krijgen alle kinderen de nodige verzorging. Handdoeken, washandjes, slabbetjes en verzorgingsproducten zijn ter beschikking in het kinderdagverblijf. Indien bijzondere verzorgingsproducten nodig zijn, dienen de ouders deze zelf mee te brengen. Voor het gebruik van zalven, vochtige doekjes en fysiologisch water wordt een toeslag per volledige opvangdag aangerekend. Ouders dienen dagelijks een toiletzak mee te brengen met volgende zaken: - minstens vijf luiers voor een hele dag en drie voor een halve dag; - één plastiek zak voor het opbergen van natte en vervuilde kledingstukken; - voldoende reservekleding; - aangepaste kleding om buiten te spelen; - genoeg onderbroekjes, hemdjes en extra reservekledij als er wordt gestart met de zindelijkheidstraining; - zonnebescherming (vb. een hoedje, zonnecrème, enz.); - een tutje of een knuffeldoekje. Elk kind heeft een eigen kastje om persoonlijke spulletjes in op te bergen. De kinderen mogen tijdens hun verblijf geen juwelen dragen. Opmerking De persoonlijke kleding, de melkflessen en ander persoonlijk materiaal (bv knuffel, tutje) moeten getekend zijn. Het kinderdagverblijf is niet verantwoordelijk voor verlies van kleding en andere persoonlijke spullen. 2.1.4 Afspraken over opvolging van de kinderen Heen- en weerboekje Het heen- en weerboekje is een communicatieschrift tussen kinderbegeleiders en ouders. In het heen- en weerboekje wordt dagelijks genoteerd hoe: - het kind heeft gegeten thuis en in de opvang; - het kind heeft geslapen thuis en in de opvang; - de zindelijkheidstraining verloopt; - het kind zich gedraagt. Op vastgelegde momenten (9,18, 22 en 28 maanden) observeren de kinderbegeleiders het kind en schrijven hun bevindingen neer op een ZIKO-VO blad. Hierover wordt naar de mening van de ouders gevraagd. Indien nodig, worden de observaties besproken tussen het kinderdagverblijf en ouders.

De dienstverantwoordelijken en kinderbegeleiders hebben regelmatig overleg over onder meer de ontwikkeling van de kinderen. Indien er een vermoeden is dat een kind met een bepaald probleem kampt, worden de ouders aangesproken. 2.2 Opnamebeleid 2.2.1 Opname Een vraag tot opvang kan worden gesteld via mail, via de telefoon of tijdens een bezoek ter plaatse. Ouders ontvangen vervolgens een formulier waarop zij noteren: - de gewenste opvang (groeps- en/of gezinsopvang) - de gezinssituatie; - de opvangreden; - de gewenste opvangdagen. Op basis van deze informatie stelt de organisator een zo gepast mogelijke opvang voor, rekening houden met het voorrangsbeleid. Bij een bezoek geven wij een rondleiding en een uiteenzetting over onze werking. De (toekomstige) ouders krijgen informatie over hoe zij een aanvraag kunnen doen om een plaats te krijgen in het kinderdagverblijf. Alle bezoekers krijgen een onthaalbrochure mee naar huis. 2.2.2 Inschrijving Kennismaking Als ouders kiezen voor opvang in het kinderdagverblijf (=groepsopvang) vullen zij het ‘Aanvraagformulier’ in en ontvangen zij een huishoudelijk reglement. Er wordt gevraagd het kinderdagverblijf op de hoogte te brengen van de geboorte van hun kind d.m.v. een geboortekaartje. Wachtlijst

2018_04_18_RMW_O Pagina 396 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/397 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Gezien het tekort aan kinderopvangplaatsen, wordt er gewerkt met een wachtlijst. Ouders krijgen een brief met daarop de datum van de start van de opvang. Wanneer er een plaats vrij komt, gelden bepaalde voorrangsregels om te bepalen wie deze plaats krijgt. Schriftelijke overeenkomst Op het ogenblik dat het kinderdagverblijf een geboortekaart ontvangt, wordt er een brief verstuurd naar de nieuwe ouders om een afspraak te maken. De opvangplaats is gereserveerd zodra de ‘Schriftelijke overeenkomst’ werd ondertekend door alle partijen. De opvang kan pas starten wanneer alle formulieren correct en volledig ingevuld bezorgd werden aan de verantwoordelijken. Het gaat om: - de schriftelijke overeenkomst met opvangplan getekend door beide ouders - de inlichtingenfiche voor het dossier - het attest inkomenstarief De inlichtingenfiche voor het dossier Wij vragen ouders om een inlichtingenfiche in te vullen en te bezorgen aan de dienst, en dit uiterlijk drie weken voor de opvang start. Gevraagd wordt om deze inlichtingenfiche zo volledig en waarheidsgetrouw mogelijk in te vullen. De inlichtingenfiche omvat : - de identificatiegegevens van het gezin - de gegevens van de werkgever/opleidingsinstelling - de behandelende arts - de opvangreden - het gevraagd opvangplan - de personen die het kind mogen ophalen Wij garanderen een zorgvuldige omgang met de inlichtingenfiche. Jaarlijks krijgen de ouders een nieuwe fiche en vragen wij om de gegevens te actualiseren. Wij vragen de opvang te verwittigen wanneer, in de loop van de opvang, de inhoud van de inlichtingenfiche wijzigt (bv bij wijziging van telefoonnummers, over huisarts … ). Wij vragen de toestemming om deze persoonlijke gegevens te verwerken in het kader van het naleven van de vergunningsvoorwaarden. De inlichtingenfiche met de gegevens van jezelf en het kind kan op elk moment geraadpleegd worden door: - de organisator - de verantwoordelijke - de kinderbegeleider die het kind begeleidt - de toezichthouders voor controle op de naleving van de vergunningsvoorwaarden (Zorginspectie) - Kind en Gezin - de ouders Het opvangplan Er wordt met elke ouder een opvangplan opgemaakt. In dit plan staan de dagen en uren vermeld waarop het kind naar de opvang komt. Kinderen worden een volledige of een halve dag (minder dan 5 uren) opgevangen. In het belang van het kind, streven wij opvang na met een minimum van drie dagen per week. Ouders dienen elke wijziging die zij willen aanbrengen in het opvangplan schriftelijk te noteren op het document ‘Wijziging van gegevens’. Dit document dient ondertekend te worden door de ouder en de kinderbegeleider. Ouders mogen hun opvangplan maximaal tweemaal per jaar wijzigen. De verantwoordelijke geeft haar akkoord indien de dienstbezetting het toelaat. Opmerking Voor ouders met co-ouderschap of met een variabel dienstrooster geldt een andere regeling. Zij dienen maandelijks, vóór de 20ste van de maand, de dagen door te geven waarop zij opvang nodig hebben. Er wordt in het opvangplan een gemiddeld aantal dagen per week vastgelegd. Alle ouders geven hun jaarlijkse gezinsvakantie vooraf (minimaal één maand) schriftelijk door.

2018_04_18_RMW_O Pagina 397 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/398 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Ouders met een voltijds opvangplan beschikken over maximum 20 verlofdagen, met uitzondering van de ouders uit het onderwijs. Het maximum aantal dagen verlof wordt à rato van het opvangplan herleid. Treedt in de loop van de opvang een wijziging op in het ouderlijke gezag of het verblijfs- of bezoekrecht, dan is het nodig hieromtrent zo snel mogelijk een aanpassing te doen in het opvangplan. Kinderdagverblijf ’t Beertje vindt regelmaat in de opvang belangrijk. Bij werkloosheid of zwangerschapsverlof komen de kindjes maximaal de helft van het aantal afgesproken opvangdagen. Respijtdagen Ouders van wie de kinderen voltijds worden opgevangen hebben recht op 18 respijtdagen. Voor kinderen die niet voltijds komen, worden deze respijtdagen berekend à rato het opvangplan. Respijtdagen zijn dagen waarop: - ouders hun kind niet hoeven te brengen en de opvang dus ook niet hoeven te betalen; - de afwezigheid van een kind in de opvang gerechtvaardigd is, bijvoorbeeld: • ziekte van het kind zonder doktersattest; • dagje bij de grootouders; • ziekte van de ouders; • een snipperdag. Ouders verwittigen het kinderdagverblijf wanneer zij een respijtdag nemen (vóór 8.30u). Bij afwezigheid zonder verwittiging, wordt het kind als onwettig afwezig beschouwd en wordt bijgevolg de opvangdag gefactureerd. Het saldo van de verlof- en respijtdagen kunnen de ouders terugvinden op hun maandelijks factuur. 2.2.3 Voorrangsregels Bij meerdere vragen naar opvang op hetzelfde moment worden de plaatsen verdeeld volgens bepaalde voorrangsregels. Kinderdagverblijf ’t Beertje geeft voorrang aan kinderen van: - werkende ouders die in Schoten wonen; - werkende ouders wiens broer of zus wordt opgevangen in het kinderdagverblijf; - ouders (of één van hen) die werken bij het gemeentebestuur of het OCMW van Schoten. Bijkomend stelt de wet dat 20 % van de kinderen die het kinderdagverblijf op jaarbasis opvangt, kinderen zijn van gezinnen die tot één van volgende groepen behoren: - opvang nodig voor de werksituatie en alleenstaand zijn; - opvang nodig voor de werksituatie en een laag inkomen hebben; - opvang nodig voor de werksituatie en een pleegkind hebben; - alleenstaand zijn en een laag inkomen hebben; - alleenstaand zijn en een pleegkind hebben; - een laag inkomen en een pleegkind hebben; - opvang nodig voor de werksituatie en problemen hebben met de gezondheid of zorg nodig hebben; - opvang nodig voor de werksituatie en een laag opleidingsniveau hebben; - alleenstaand zijn en problemen hebben met de gezondheid of zorg nodig hebben; - alleenstaand zijn en een laag opleidingsniveau hebben; - een laag inkomen hebben en problemen hebben met de gezondheid of zorg nodig hebben; - een laag inkomen en laag opleidingsniveau hebben; - problemen hebben met de gezondheid of zorg nodig hebben en een laag opleidingsniveau hebben. Zolang 20 % niet bereikt is, kan afgeweken worden van de absolute voorrang in het kader van de werksituatie. Onder de ‘werksituatie’ begrijpen we: - werk hebben; - werk zoeken; - een beroepsgerichte opleiding volgen die de kansen op de arbeidsmarkt vergroot, zoals inburgeringstraject en lessen Nederlands. Onder een ‘laag inkomen’ begrijpen we een gezamenlijk belastbaar inkomen van minder dan € 27 411,71 per jaar.

2018_04_18_RMW_O Pagina 398 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/399 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Onder gezinnen die ‘problemen hebben met de gezondheid of zorg nodig hebben’ begrijpen we een gezin: - waarvan een persoon die verantwoordelijk is voor het kind een handicap heeft of minder goed voor zichzelf kan zorgen; - dat om sociale of pedagogische redenen (professionele hulpverlening of inburgering) opvang nodig heeft. Onder gezinnen met een ‘laag opleidingsniveau’ vallen gezinnen waarvan geen van beide ouders een diploma secundair onderwijs hebben. 2.3 Brengen en halen van het kind In het opvangplan wordt vastgelegd wanneer u het kind brengt en haalt. Om de rust van de kinderen niet te verstoren, vragen wij u uw kind niet af te halen tussen 12.00u en 14.00u. Tijdens de breng- en haalmomenten kan u informatie uitwisselen met de kinderbegeleiders en/of de verantwoordelijke. Uitgebreide persoonlijke informatie over het kind kan besproken worden na afspraak zodat de privacy van alle partijen gewaarborgd wordt. Ouders dienen het kind ten laatste tien minuten voor sluitingstijd (18.30u) af te halen. Bij laattijdig afhalen krijgen ouders een boete van 2 euro. Bij herhaling worden de ouders gevraagd een andere opvangoplossing te zoeken. Indien ouders niet meewerken, kan dit leiden tot een beëindiging van de opvang. Het kinderdagverblijf voorziet een prestatieblad. Hierin wordt dagelijks voor elk kind het uur van aankomst en vertrek genoteerd. Deze registratie gebeurt tot op de minuut nauwkeurig. De persoon die het kind ophaalt tekent dagelijks het prestatieblad. Indien de ouder niet akkoord gaat met de opgeschreven aanwezigheden, kan hij dit melden aan de verantwoordelijke. Het kinderdagverblijf vertrouwt de kinderen enkel toe aan personen die uitdrukkelijk worden vermeld op de inlichtingenfiche. De ouders verwittigen vooraf de verantwoordelijke of de kinderbegeleiders wanneer iemand anders het kind komt afhalen. Wanneer er in de loop van de opvang een wijziging optreedt in de verblijfsregeling van het kind (bijvoorbeeld bij echtscheiding) dienen de ouders dit onmiddellijk te melden aan de verantwoordelijke. Er wordt dan een nieuwe schriftelijke overeenkomst opgemaakt. Wanneer de ouders het kind vroeger of later brengen of ophalen, wordt gevraagd te verwittigen. Ook bij overmacht verwittigen ouders zo snel mogelijk. 2.4 Ziekte of ongeval van het kind Zieke kinderen kunnen niet in de opvang terecht. Het is daarom aangewezen om op voorhand oplossingen te voorzien voor het geval dat het kind ’s ochtends ziek blijkt en er dringend alternatieve opvang nodig is. Elke afwezigheid wegens ziekte dient te worden gestaafd met een doktersattest. Indien de ouders geen attest hebben wordt deze afwezigheidsdag als een respijtdag beschouwd. Wij verwachten dat de ouders het aantal ziektedagen dat de arts voorschrijft respecteren en hun kind dus niet vroegtijdig terug naar de opvang brengen. Indien de ouders dit toch doen, dient de arts dit te bevestigen. We kunnen het kind niet opvangen wanneer het: - te ziek is om mee te doen met de normale activiteiten van de kinderopvang; - te veel aandacht en zorg vraagt zodat de gezondheid of de veiligheid van de andere kinderen niet meer gegarandeerd kan worden; - één van deze ziektetekens vertoont: • diarree: 3 waterige ontlastingen in de laatste 24 uur bij een kind dat te ziek is om in de opvang te blijven. Als het kind peuterdiarree heeft, mag het wel naar de opvang komen; • braken: bloedbraken, 2 of meer keer braken tijdens de laatste 24 uur bij een kind dat te ziek is voor de opvang, wanneer er gevaar voor uitdroging bestaat of wanneer een zuigeling jonger dan 6 maanden is; • problemen met ademhaling; • meer dan 38°C koorts, samen met keelpijn, braken, diarree, oorpijn, prikkelbaarheid, verwardheid of rode huiduitslag of alarmsignalen; • huiduitslag en koorts bij een te ziek kind of het kind gedraagt zich anders; • mondzweertjes bij een te ziek kind; • buikpijn van 2 uren of langer;

2018_04_18_RMW_O Pagina 399 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/400 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

• oogontsteking. - luizen heeft; - een besmettelijke ziekte heeft waarbij het kind zelf of de andere kinderen een risico lopen. Meer informatie over infectieziekten, symptomen, behandeling en wanneer het kind terug naar de opvang mag komen vind je op de website van Kind en Gezin via www.kindengezin.be/gezondheid-en- vaccineren/ziek (via “ziek? Zoek hier” vind je alle informatie over een bepaalde infectie). Indien er binnen het kinderdagverblijf een besmettelijke ziekte wordt vastgesteld, dan verwittigt de opvang de ouders. Om de privacy van de ouders en het kind te beschermen, zijn deze meldingen anoniem. Een kind dat niet te ziek is, kan in het kinderdagverblijf terecht wanneer de verantwoordelijke hiermee akkoord gaat. Zij houdt hierbij rekening met het belang van het kind, het belang van de andere opgevangen kinderen en de zwaarte van de extra werkbelasting die de zorg voor een ziek kind met zich kan meebrengen voor de medewerkers. Aan ouders wordt gevraagd om: - zelf de algemene toestand van hun kind te beoordelen en na te gaan of het kan meedoen aan de normale activiteiten in de opvang; - hierbij rekening te houden met besmettingsgevaar voor andere kinderen; - het kinderdagverblijf informatie te geven over eventuele medicatie en verzorging; - hun telefoonnummer achter te laten en ervoor te zorgen dat zij telefonisch bereikbaar zijn; - niet onmiddellijk zichtbare medische problemen te signaleren aan de verantwoordelijke, vooral wanneer er om die reden bijzondere waakzaamheid nodig is of wanneer er eventueel gevaar kan zijn voor de gezondheid van andere kinderen en de kinderbegeleiders om zo de onnodige risico's zoveel mogelijk uit te sluiten. Wanneer een kind in de loop van de dag ziek wordt, neemt de verantwoordelijke of de kindbegeleider contact op met de ouders. Samen wordt dan gezocht naar een gepaste oplossing. In de meeste gevallen zal het voor het kind het beste zijn dat het zo snel mogelijk wordt opgehaald. Indien het kind ziektesymptomen vertoont zoals hierboven beschreven, moet het zo snel mogelijk afgehaald worden. Indien de ouders niet bereikbaar zijn, zal de verantwoordelijke contact opnemen met één van de vertrouwenspersonen of de huisarts van het kind. Eventuele medische kosten vallen ten laste van de ouders. Deze dag van ziekte wordt aangerekend als een aanwezigheidsdag voor de uren waarop het kind effectief in de opvang aanwezig was. In noodgevallen, zoals bijvoorbeeld een ongeval, dient de verpleegkundige of de kinderbegeleiders de eerste zorgen toe en worden de ouders verwittigd. In ernstige gevallen wordt de hulpdienst verwittigd en wordt het kind naar het hospitaal gebracht. De kosten verbonden aan deze medische tussenkomsten zijn ten laste van de verzekering van de organisator. De opvangdag waarin het noodgeval zich voordeed, wordt aangerekend als een aanwezigheidsdag voor de uren waarop het kind effectief in de opvang aanwezig was. 2.5 Medicatie Indien een kind medicatie moet nemen, verzoeken wij dat ouders hun arts vragen om medicatie voor te schrijven die zij zelf ‘s morgens en ’s avonds kunnen toedienen. De opvang geeft enkel medicatie als het echt nodig en haalbaar is. Ouders worden gevraagd om het altijd te melden wanneer hun kind medicatie krijgt, ook wanneer deze enkel thuis wordt gegeven. Wanneer de opvang toch medicatie moet geven, dan kan dit enkel op voorschrift van een arts. Ouders moeten een doktersattest bezorgen. Op dit attest staat de: - naam van de medicatie; - naam van de arts; - naam van het kind; - datum van aflevering en vervaldatum; - dosering, wijze en tijdstip van toediening; - wijze van bewaren; - einddatum en duur van de behandeling. Wanneer een kind een behandeling met een aerosol nodig heeft, vragen wij aan de ouders om dit bij voorkeur thuis toe te dienen. Indien dit onmogelijk is, vragen wij dat de behandelende arts een droge aerosol met voorzetkamer voorschrijft omdat dit beter geschikt is voor gebruik in de opvang. Vernevelaars worden immers snel besmet.

2018_04_18_RMW_O Pagina 400 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/401 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Wanneer een kind tekenen van koorts vertoont, wordt de temperatuur gemeten met een digitale thermometer. Indien de temperatuur hoger is dan 38 °C heeft het kind koorts. Als ouders akkoord gaan, kan de opvang één keer een koortswerend middel toedienen. Dit kan enkel als deze afspraak vermeld wordt op de inlichtingenfiche. Het uur, de dosis en de naam van het koortswerend middel wordt genoteerd in het heen-en weerboekje. 2.6 De veiligheid Het kinderdagverblijf zorgt voor een veilige opvang. Het kinderdagverblijf heeft een toegangsbeveiliging voor de ouders die functioneert met een GSM-module. Deze GSM-module wordt geactiveerd vanaf de eerste opvangdag. Bezoekers dienen zich steeds aan te melden via de parlofoon. In de opvanglocatie is er steeds een telefoon en een lijst met noodnummers aanwezig. Met een risicoanalyse schat de organisator risico’s in en tracht deze te voorkomen en weg te werken. De organisator volgt de regels over brandveiligheid, toegangsbeveiliging, voedselveiligheid, veilige speeltoestellen en speelterreinen, veilig slapen, enz. De opvang is voorbereid op gevaar. Een procedure legt de stappen en de manier van communiceren vast in geval van crisis. Een crisis wordt zo snel mogelijk aan Kind en Gezin gemeld. De kinderbegeleiders beschikken over en kennen de crisisprocedures. Grensoverschrijdend gedrag (= een situatie waarin een kind in relatie tot een persoon die aanwezig is tijdens de kinderopvang, slachtoffer is of dreigt te worden van bedreigingen of geweld) wordt niet getolereerd. Hiervoor voeren wij een preventief beleid en wordt een plan van aanpak door alle medewerkers onderschreven. Wiegendood is een belangrijke doodsoorzaak van zeer jonge kinderen. 90 % van de gevallen van wiegendood doet zich voor bij kinderen jonger dan zes maanden. Daarom voldoen alle bedjes en materiaal aan de veiligheidsvoorschriften, is er altijd toezicht, worden baby’s onder de zes maanden te slapen gelegd in de leefruimte en zorgen we voor een goede temperatuur om te slapen. De maatregelen om wiegendood te helpen voorkomen zijn voor de kinderopvang dezelfde als bij de ouders thuis. Rugligging, optimale temperatuur van de slaapomgeving, toezicht, slapen in een slaapzakje en dergelijke helpen het risico zo laag mogelijk te brengen, maar kunnen het voorkomen ervan helaas niet absoluut uitsluiten. Het is verboden te roken in de opvang. De kinderbegeleiders volgen de richtlijnen van Kind en Gezin voor veilig slapen. Met een doktersattest of attest van de ouders (document Kind en Gezin) kan afgeweken worden van de voorgeschreven slaaphouding. Kinderen kunnen een tutje zonder lint of ketting (geen knuffel) gebruiken bij het inslapen. Ouders kunnen hun kind helpen door thuis dezelfde slaaphouding en gewoontes te volgen als in de opvang. Wanneer een kind om medische redenen een monitor nodig heeft, kunnen hierover afspraken worden gemaakt. Indien er verplaatsingen tijdens de opvang zijn, gebeurt dit op een veilige manier en onder begeleiding van de kinderbegeleider. 3 DE PRIJS 3.1 Bijdrage per dag De ouders betalen voor de opvang van het kind de prijs die vermeld staat op het attest inkomenstarief dat op dat moment geldig is. Ouders vragen de eerste berekening aan maximum twee maanden voorafgaand aan de maand waarin de kinderopvang start. Zij houden hierbij rekening met de wendagen. Het attest inkomenstarief gaat in op : • de eerste dag van de maand waarin de opvang start (inclusief wendagen); • bij herberekening : eerste dag van de maand die volgt op de aanvraag van het tarief; • voor het tarief OCMW : het OCMW beslist over de startdatum. Het tarief kan eventueel toegekend worden met terugwerkende kracht tot maximum 6 maanden; • voor het tarief pleegkind : de eerste dag van de maand waarin de beslissing genomen werd voor pleegouderschap. Het attest inkomenstarief heeft volgende mogelijke einddata : • einde van het kalenderjaar waarin de aanvraag werd gedaan, omwille van de jaarlijkse indexering op 1 januari; • enkel voor het individueel verminderd tarief : na één jaar na begindatum; • op het einde van het kwartaal waarin een kind 3.5, 6 of 9 jaar wordt. Ouders dienen steeds het laatste attest aan het kinderdagverblijf te bezorgen.

2018_04_18_RMW_O Pagina 401 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/402 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Kind en Gezin controleert de berekening van je tarief. Bewaar de documenten die bewijzen dat je situatie voldoet aan de voorwaarden voor een individueel verminderd tarief gedurende 5 jaar. Zonder een geldig attest inkomenstarief kan de opvang niet starten. 3.2 Hoe en wanneer vraag je het attest aan? 1 : de standaardwerkwijze Stap 1: - Registreren: wat nodig? • ID-kaart met pincode • kaartlezer • een eigen e-mailadres - Surfen naar www.kindengezin.be : ga naar “mijn kind en gezin” Stap 2: - Klik op : attest inkomenstarief aanvragen. - Volg de stappen in het berekeningsinstrument. - Let op! Vul alle kinderen ten laste in. Dit zijn de kinderen waarvoor je financieel verantwoordelijk bent tem het jaar waarin ze 12 worden. Voor deze kinderen krijg je een korting op je tarief. Stap 3: - Attest inkomenstarief downloaden en aan de opvang bezorgen. 2: Hulp nodig? Als stap 1 niet lukt omdat de ouder problemen heeft met Mijn Kind en Gezin, dan nemen ze contact op met de dienst. Wat heeft de dienst nodig van de ouder: - Recent Belgisch aanslagbiljet van de ouder en de inwonende partner - ID-kaart met pincode - Emailadres van de ouder 3: Kind en Gezin maakt op vraag van de opvang een attest aan Als geen van de bovenstaande methodes werken, dan kan Kind en Gezin in naam van de ouder het attest inkomenstarief aanmaken. Dit kan enkel op vraag van de opvang (niet van de ouder). Foute informatie Wanneer ouders foutieve informatie geven, kan Kind & Gezin beslissen dat zij het maximumtarief moeten betalen zowel voor de toekomst als het verleden. Het nieuwe tarief voor de toekomst geldt vanaf de maand die volgt op de vaststelling. Wanneer er een fout gebeurde buiten de wil van de ouders en zij teveel betaalden, dan krijgen zij het teveel betaalde terug. Wanneer ouders, buiten hun wil, te weinig betaalden, dan dienen zij het verschil niet te betalen. 3.3 Individueel verminderd tarief Ouders die het tarief dat op hun attest staat niet kunnen betalen, kunnen recht hebben op een individueel verminderd tarief. Dit tarief geldt voor 12 maanden tenzij er in de tussentijd een nieuwe berekening nodig is (vb. kind wordt 3.5 jaar). De einddatum staat vermeld op het attest zodat de ouders tijdig een nieuwe aanvraag kunnen doen. Bij het aanvragen van het attest inkomenstarief kan de ouder in het systeem aanvinken welke situaties recht geven op een verminderd tarief. Ze krijgen dan automatisch een verminderd tarief. Surf naar https://mijn.kindengezin.be of vraag hulp aan de verantwoordelijke van de opvang. Zodra de gezinssituatie verandert en ouders hebben hierdoor recht op een individueel verminderd tarief, dan kunnen ze dit op elk moment aanvragen. Welke individueel verminderde tarieven zijn er en welke situaties geven recht op een individueel verminderd tarief? 25% vermindering met als minimum 5,15 euro • Tarief werkloosheidsuitkering: jij of de inwonende persoon hebt een voltijdse; werkloosheidsuitkering voor 6 opeenvolgende maanden; • Tarief invaliditeit: jij of de inwonende persoon hebben een invaliditeitsuitkering • Tarief faillissement: jij of de inwonende persoon hebben een faillissementsuitkering als zelfstandige

2018_04_18_RMW_O Pagina 402 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/403 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

• Tarief verminderd inkomen werknemer: jij of de inwonende persoon hebt/heeft voor 12 maanden een inkomen dat minstens 50% minder is, zonder dat het inkomen van de andere persoon stijgt; • Tarief verminderd inkomen zelfstandige: jij of de inwonende persoon betaalt voor 12 maanden lagere sociale bijdragen, zonder dat het inkomen van de andere persoon stijgt; Een tarief van 5,15 euro • Tarief leefloon zonder opleidingstraject: jij of de inwonende persoon krijgt een leefloon; Een tarief van 3,09 euro • Tarief leefloon met opleidingstraject: jij of de inwonende persoon krijgt een leefloon en volgt een opleiding bij de VDAB of OCMW; • Tarief laag inkomen met inburgering: jij en de inwonende persoon hebben een berekend inkomenstarief dat lager is dan 5 euro en één van jullie volgt een inburgeringstraject met attest onthaalbureau; • Tarief laag inkomen met werk: jij en de inwonende persoon hebben een berekend inkomenstarief dat lager is dan 5 euro en jullie werken beiden minstens halftijds; Een tarief van 1,62euro • Tarief materiële en medische hulp: jij en de inwonende persoon hebben een attest voor materiële of medische hulp van Fedasil, het Rode Kruis, enz. • Tarief pleegkind: voor een pleegkind dat bij jou woont. Opvang van een pleegkind Voor de opvang van een pleegkind betalen ouders het minimumtarief. Ouders bezorgen het bewijs van de plaatsing met startdatum aan Kind en Gezin ([email protected]). Ouders ontvangen een nieuw attest inkomenstarief (= tarief pleegkind). De dienst voor pleegzorg kan een bewijs van plaatsing bezorgen. KAN DE OUDER HET BEREKENDE TARIEF OF HET TOEGEKENDE VERMINDERDE TARIEF NIET BETALEN: TARIEF OCMW Let op! Informeer je goed bij je OCMW hoe dit in zijn werk gaat. Het OCMW beslist hoeveel je betaalt: - 50 % korting op je inkomenstarief - of 5,15 euro - of 3,09 euro - of 1,62 euro Hoe gaan ouders te werk: - Maak het attest inkomenstarief aan via mijn.kindengezin.be. - Ga met het attest en met de nodige bewijzen zoals loonfiches, afbetalingsplannen, schulden, … naar het OCMW. - Het OCMW bepaalt volgens de financiële situatie of het tarief OCMW kan toegepast worden. Zo ja, geeft het OCMW het toegekende tarief door aan Kind en Gezin. - Kind en Gezin maakt een nieuw attest met het tarief OCMW. Dit attest moeten de ouders downloaden en aan de dienst bezorgen. 3.4 Prijs voor opvang Ouders betalen volgens het inkomenstarief of het individueel verminderd inkomenstarief voor de: - gereserveerde opvangdagen in het opvangplan waarop het kind aanwezig is; - extra overeengekomen kinderopvangdagen waarop het kind aanwezig is. De berekening van de opvanguren gebeurt op basis van prestatiebladen die de kinderbegeleiders invullen en laten tekenen aan de ouders. - opvang van minder dan vijf uren: 60 % van het tarief - opvang van vijf uren tot tien uren en negenvijftig minuten: 100% van het tarief 3.5 Principe opvang bestellen, is opvang betalen In de kinderopvang wordt het principe “Opvang bestellen, is opvang betalen” toegepast. Ouders betalen voor de gereserveerde opvangdagen en eventuele extra dagen dat hun kind aanwezig is in de opvang. Om dit principe te kunnen toepassen, wordt, na overleg tussen kinderbegeleider en het gezin, een schriftelijke overeenkomst met opvangplan gemaakt op de dienst, waarin start- en einddatum van de opvang vermeld wordt. Het opvangplan biedt een overzicht van de opvangdagen die ouders voor hun kind nodig hebben. Voor deze bestelde of gereserveerde opvangdagen moeten ouders betalen.

2018_04_18_RMW_O Pagina 403 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/404 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Indien ouders het nalaten om de opvang tijdig schriftelijk te annuleren of stop te zetten, worden de gereserveerde opvangdagen aangerekend. 3.5.1 Extra opvangdagen Ouders die een extra dag opvang nodig hebben, vragen dit minstens één dag op voorhand aan de verantwoordelijke. Mits haar akkoord en het niet overschrijden van de maximum capaciteit kan deze extra dag worden toegekend. Voor een extra dag opvang betalen de ouders het inkomenstarief. 3.5.2 Regeling afwezigheden 3.5.2.1 Gerechtvaardigde afwezigheidsdagen Een ouder heeft recht bij een voltijds opvangplan (5 volle dagen per week) op 18 respijtdagen waarvoor zij niet moeten betalen Voor een deeltijds opvangplan wordt het aantal gerechtvaardigde afwezigheidsdagen verhoudingsgewijs verminderd à rato van het opvangplan. Hetzelfde geldt voor een onvolledig kalenderjaar. Gerechtvaardigde afwezigheidsdagen worden verrekend op basis van de duur van de afwezigheid. Is je kind een halve dag afwezig op een moment waarop een volle dag voorzien was, dan wordt er een halve dag in mindering gebracht van het aantal gerechtvaardigde afwezigheidsdagen waarvoor je niet betaalt. Wanneer er een opvangplan is én het aantal respijtdagen opgebruikt is, dan betalen de ouders bij afwezigheid, volgens het afgesproken opvangplan, op basis van het attest inkomenstarief. De ouders krijgen voor deze dagen geen fiscaal attest. Voor alle afwezigheidsdagen geldt het principe dat het minimum aantal dagen voor een voltijds opvangplan verhoudingsgewijs wordt verminderd bij deeltijdse opvang en instap tijdens het jaar. Ouders met een voltijds opvangplan beschikken over maximum 20 dagen verlof met uitzondering van de ouders uit het onderwijs. 3.5.2.2 Ongerechtvaardigde afwezigheidsdagen Ongerechtvaardigde afwezigheidsdagen zijn dagen waarop een kind had moeten aanwezig zijn in de opvang op basis van het opvangplan, maar het kind toch niet naar de opvang kwam en de gerechtvaardigde afwezigheidsdagen op zijn. Voor deze extra afwezigheden bovenop de gerechtvaardigde afwezigheidsdagen zal de opvang aan het inkomenstarief aangerekend worden. Bij afwezigheid zonder verwittiging wordt de dag ingebracht als onwettig afwezig en wordt deze gefactureerd aan de ouderbijdrage volgens het inkomen van de ouders. 3.5.2.3 Wijziging opvangplan Ouders die het opvangplan willen wijzigen, melden dit aan de verantwoordelijke. Voorbeelden van wijzigingen: - meer of minder dagen opvang - van vast opvangplan naar flexibel opvangplan of omgekeerd Een wijziging van het opvangplan dienen de ouders 1 maand voorafgaand aan de gewenste startdatum van het gewijzigd opvangplan aan te vragen. Wijken de ouders regelmatig af van het opvangplan af (vaak afwezig en/of extra opvangdagen) dan kan de verantwoordelijke een gesprek vragen om een nieuw opvangplan te maken of om een andere oplossing te zoeken. Ouders mogen hun opvangplan maximaal tweemaal per jaar wijzigen. Ouders dienen elke wijziging die zij willen aanbrengen in het opvangplan schriftelijk te noteren op het document ‘Wijziging van gegevens’. Dit dient ondertekend te worden door de ouder en de kinderbegeleider. Het kinderdagverblijf kan eveneens een wijziging van het opvangplan maken, vb. bij werkloosheid, zwangerschapsverlof, langdurige ziekte van ouders of kinderen. Een vraag naar wijziging van het opvangplan kan geweigerd worden wanneer er niet genoeg plaats is. 3.6 Extra kosten Er wordt een bijkomend tarief gevraagd voor bepaalde kosten: • verzorgingsproducten: 0.26 eurocent (0.13 eurocent voor een halve dag); • voor opvang na het sluitingsuur: 2 euro per begonnen kwartier; • administratie- en facturatiekosten: 3,55 euro per maand per gezin; • Inningskosten bij wanbetaling: 10 euro bij de eerste en 25 euro bij de tweede aangetekende brief. Indien deze extra kosten veranderen worden de ouders hier tijdig van verwittigd.

2018_04_18_RMW_O Pagina 404 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/405 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

3.7 Betalingswijze De ouders ontvangen elke maand een factuur van het OCMW van Schoten met volgende informatie: • het inkomenstarief van het gezin; • het aantal dagen en uren waarop het kind gerechtvaardigd en ongerechtvaardigd aanwezig was; • een gedetailleerde weergave van alle bijkomende kosten met vermelding van aard, aantal en het bedrag; • De geregistreerde aanwezigheden worden bevestigd door de ouder op het prestatieblad; • Saldo van de verlof- en respijtdagen. De ouders betalen de factuur binnen de 30 kalenderdagen via een overschrijving op het rekeningnummer IBAN BE38 0910 0086 7672 van het OCMW van Schoten, Verbertstraat 27 te 2900 Schoten. Het is belangrijk dat je op tijd betaalt. Bij laattijdige betaling krijgen de ouders een schriftelijke herinnering. Een tweede en derde aanmaning gebeurt met een aangetekende brief. De kosten voor de aangetekende zendingen worden aangerekend. Bij niet-betaling na twee aangetekende brieven wordt de overeenkomst stopgezet. De invordering van de gefactureerde bedragen zal desnoods overeenkomstig de wetsbepalingen van de burgerlijke rechtsvordering geschieden of overeenkomstig art. 94 van het gemeentedecreet door middel van een dwangbevel. Als ouders weigeren te betalen, vragen we dus hulp van de rechtbank 3.8 Fiscaal attest De kosten voor kinderopvang zijn fiscaal aftrekbaar. Kinderdagverblijf ‘t Beertje geeft je na het voorbije jaar een fiscaal attest. Enkel de opvang betaald in dat jaar wordt vermeld op het fiscaal attest. De ouders ontvangen het attest in het eerste semester van het volgende jaar. Het bedrag op het fiscaal attest kan je fiscaal aftrekken, extra kosten niet. De FOD Financiën verbiedt het vermelden van bijkomende bijdragen (toeslagen) op het fiscale attest. 4 RECHT VAN HET GEZIN Kinderdagverblijf ‘t Beertje staat open voor de opvang van alle kinderen en discrimineert niemand op grond van cultuur, maatschappelijke afkomst, nationaliteit, geslacht, geloof of levensovertuiging. Als ouder ben je de eerste opvoeder. We respecteren de waarden, wensen en verwachtingen. Kinderopvang helpt in de opvoeding van jonge kinderen. We waarborgen de rechten en informeren over : • Onze eigen werking (via huishoudelijk reglement, website…) • de vergunningsbeslissingen van Kind en Gezin • de resultaten van de inspecties (voedselveiligheid, zorginspectie..) worden op vraag bezorgd. We maken met elke ouder: • een schriftelijke overeenkomst over de opvang van het kind • een inlichtingenfiche met alles over de gezondheid en veiligheid van het kind We informeren over de opvang van het kind op verschillende manieren: • het heen en weerboekje • dagelijks overleg bij brengen en ophalen met je kinderbegeleider en/of verantwoordelijke • ZIKO portret Wij willen weten of de ouders tevreden zijn over onze opvang. Daarom vragen we jaarlijks een vragenlijst in te vullen. Als we de verwachtingen, opmerkingen en voorstellen kennen, kunnen wij onze werking verbeteren. 4.1 Wennen Je kind mag wennen voor de start, daarom beschouwen wij wenmomenten als voorwaarde voor een veilige en kwalitatieve kinderopvang. Ook voor de ouders is het een grote stap. De eerste dagen van de opvang zorgen voor stress: nieuwe mensen, nieuwe geluiden, nieuwe geuren, enz. Door te wennen is de overgang van thuis naar de opvang makkelijker. Als je kind zich goed voelt, is dat ook goed voor de fysische en psychische gezondheid. Tijdens het wennen leren onze kinderbegeleiders de gewoontes van het kind beter kennen en groeit het wederzijds vertrouwen. De wenmomenten bij overgang naar een andere leefgroep worden afgesproken met de kinderbegeleiders en de verantwoordelijke.

2018_04_18_RMW_O Pagina 405 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/406 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Als een kind samen met de ouder komt wennen is de opvang gratis. Van zodra een kind alleen in de opvang aanwezig is (al dan niet in het kader van het wennen), voorzie je als ouder een attest inkomenstarief en betaal je dit tarief. 4.2 Toegang Tijdens de openingsuren heb je als ouder toegang tot de ruimte waar het kind wordt opgevangen. Terwijl de kinderen slapen, mag je niet binnen in de slaapkamers. 4.3 Klachten Ouders worden gevraagd zich met eventuele vragen en/of bij problemen in eerste instantie te wenden tot de verantwoordelijke, de kinderbegeleider en/of het diensthoofd om samen tot een oplossing te komen. Als je niet tevreden bent met de oplossing kan je een klacht indienen. Voor schriftelijke klachten gebruik je het “meldingsformulier klachten en suggesties’. Dit formulier wordt bij de inschrijving aan de ouders meegegeven. Kinderdagverblijf ’t Beertje garandeert dat elke klacht op een efficiënte, discrete en doeltreffende manier wordt geregistreerd, behandeld en beantwoord. Binnen de 10 dagen na het indienen van de klacht, ontvangen de ouders van de dienst een ontvangstmelding. Binnen de 30 dagen wordt de klacht behandeld. De indiener van de klacht wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van het resultaat van deze klachtenbehandeling Indien ouders van mening zijn dat hun klacht niet of ontoereikend werd beantwoord door de organisator, kan u zich wenden tot de: Klachtendienst van Kind en Gezin: Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel – Fax: 02 534 14 48 www.kindengezin.be/contact-en-help/klachten/. 4.4 Respect voor de privacy en bescherming van de persoonlijke levenssfeer Bij de inschrijving en tijdens de opvang hebben we gegevens van je kind en je gezin nodig. Deze administratieve (sociale en/of medische) gegevens zijn nodig voor de toewijzing van een plaats. Jaarlijks worden de gegevens opgevraagd en aangepast. De organisator van de kinderopvang waarborgt de veiligheid en het vertrouwelijk karakter van deze info. De gegevens worden vernietigd wanneer ze niet meer noodzakelijk zijn voor de naleving van toepasselijke regelgeving. In de kinderopvang kunnen foto’s of video’s worden genomen van de kinderen. Deze foto’s kunnen we uithangen, publiceren of op een website plaatsen om (toekomstige) ouders te informeren over de activiteiten en de werking van de kinderopvang. Wij vragen jouw toestemming voor het gebruik van deze beelden. Je mag dat weigeren. 5 ANDERE DOCUMENTEN 5.1 Verzekeringen Het kinderdagverblijf is verzekerd: • voor de burgerlijke aansprakelijkheid voor de kinderen en de kinderbegeleiders; • voor lichamelijke ongevallen van de kinderen op de momenten dat het kind onder het toezicht van de kinderopvang staat. Aangifte van schade of ongeval moet binnen de 24 uur aangegeven worden. De verantwoordelijke brengt de verzekeringsmaatschappij op de hoogte. De polissen kan je inkijken op het OCMW. Verzekeringsmaatschappij: Ethias NV Prins-Bisschopsingel 73 3500 Hasselt Polisnummer: 45.057.981 5.2 Kwaliteitshandboek Het kinderdagverblijf beschikt over een kwaliteitshandboek. Het kwaliteitshandboek beschrijft onze organisatiestructuur, onze missie en visie , onze werkwijze, onze doelstellingen voor het pedagogisch beleid, de betrokkenheid van ouders, de klachtenprocedure, onze verbeterplannen, enz. Op vraag kan het kwaliteitshandboek ingekeken worden. 6 WIJZIGINGEN IN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT EN OPZEGMODALITEITEN VOOR DE SCHRIFTELIJKE OVEREENKOMST 6.1 Werkwijze bij wijziging van het huishoudelijk reglement

2018_04_18_RMW_O Pagina 406 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/407 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Elke verandering aan het huishoudelijk reglement wordt schriftelijk gemeld. Elke verandering moet je als ouders ondertekenen voor ontvangst en kennisname. De ouders hebben het recht om 2 maanden na kennisname van aanpassingen in je nadeel, de schriftelijke overeenkomst op te zeggen, zonder enige schade- of opzegvergoeding. 6.2 Opzegmodaliteiten voor het gezin Er wordt in onderling overleg een einddatum vastgelegd voor de schriftelijke overeenkomst. De meeste kinderen zijn schoolrijp op de leeftijd van 2,5 jaar en kunnen op de eerste instapdatum naar de kleuterschool. Is je kind op deze einddatum nog niet klaar voor de kleuterschool, kan je in overleg met de verantwoordelijke ervoor kiezen om het langer in de opvang te houden, indien de bezetting dit toelaat. Samen met de verantwoordelijke wordt een nieuwe einddatum bepaald met een maximum tot de leeftijd van 3 jaar. Ook andere redenen om de opvangduur te verlengen kunnen in overleg met de verantwoordelijke worden vastgelegd. De vraag tot wijziging van de einddatum wordt vooraf meegedeeld aan de verantwoordelijke. In dat geval wordt samen met de ouders een nieuwe einddatum bepaald. De organisator kan je vraag weigeren omwille van overmacht en als er niet genoeg plaats is. Wil je de opvang vroeger stoppen, dient dit 1 maand voor het einde van de opvang d.m.v. een aangetekend schrijven, ondertekend door één van beide ouders, aan de organisator gemeld te worden De datum van de verzending van de aangetekende brief is het moment waarop de opzegtermijn ingaat. Je kan de opzegbrief ook afgeven aan de verantwoordelijke. De verantwoordelijke moet dan een kopie van de opzegbrief ondertekenen. Maakte de opvang een zware fout? Volgde de opvang de contractuele bepalingen niet? Kan je dit bewijzen? Dan moet je de regels voor opzegtermijn niet naleven. De opvang kan ook in overleg met de kinderbegeleider vroegtijdig worden stopgezet, vb. wanneer een kind niet kan wennen, wanneer het opvangplan wijzigt, enz… 6.3 Opzegmodaliteiten voor de organisator Het OCMW van Schoten kan deze overeenkomst opzeggen en de opvang stopzetten als: • ouders het huishoudelijk reglement en/of andere contractuele bepalingen niet naleven; • facturen gedurende 3 opeenvolgende maanden niet betaald worden; • wanneer geen gevolg gegeven wordt aan de mondelinge en schriftelijke verwittigingen van de verantwoordelijke van de opvang; • wanneer de ouders de noodzakelijke documenten (vb. attest inkomenstarief) niet bezorgen aan de opvang. Als de opvang overweegt om de schriftelijke overeenkomst op te zeggen omwille van bovenstaande redenen, krijg je een schriftelijke verwittiging. Als de opvang beslist om de schriftelijke overeenkomst op te zeggen, krijg je een aangetekende brief met vermelding van de reden van de opzeg. De opzegtermijn bedraagt 1 maand en gaat in op de datum van verzending van de aangetekende brief. Het verzenden van de aangetekende brief kan worden vervangen door het overhandigen van een opzegbrief mits een kopie voor ontvangst wordt ondertekend door 1 van beide ouders (indien zij op het zelfde adres zijn gedomicilieerd) of de beide ouders (indien ze afzonderlijk zijn gedomicilieerd). De bepaling inzake opzegtermijn kan niet gerespecteerd worden indien er een beslissing is van Kind en Gezin tot opheffing van de vergunning. De bepalingen inzake opzegtermijn dient niet gerespecteerd te worden indien de ouder een zware fout heeft begaan en de organisator deze kan aantonen. 7 TOT SLOT Dit huishoudelijk reglement is op 18 april 2018 goedgekeurd door Raad voor Maatschappelijk Welzijn van het OCMW van Schoten volgens de op dat moment geldende regelgeving en richtlijnen van Kind en Gezin. Alle regels over kinderopvang vind je op www.kindengezin.be. Als de ouders vragen hebben betreffende dit reglement kan je de verantwoordelijke hierover contacteren.'

18. KINDERDAGVERBLIJF DE KOEKOEK. DIENSTVERLENING. WIJZIGING

HUISHOUDELIJK REGLEMENT. GOEDKEURING.

De Raad,

2018_04_18_RMW_O Pagina 407 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/408 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 (BS13 januari 2014) houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters - afdeling 3.Omgang met de kinderen en de gezinnen - onderafdeling 4.Huishoudelijk reglement en schriftelijke overeenkomst; Overwegende dat door de aanpassing t.g.v. de indexering 2018 geldig vanaf 2018 het huishoudelijk reglement moet worden aangepast; Overwegende dat door de aanpassing wijziging art. 21 in MB tot uitvoering van het Subsidiebesluit van 22.11.2013, de mogelijkheid tot forfaitarisering van de kosten voor gebruik van verzorgingsproducten in rubriek 3.5.1. Kosten die te maken hebben met de opvang, in het huishoudelijk reglement moet worden aangepast; Overwegende dat in de algemene werking van kinderdagverblijf "De Koekoek" een aantal zaken werden verbeterd en aangepast waardoor een aanpassing van een aantal punten van het huishoudelijk reglement zich opdringt en het dat de regelgeving stelt dat elke wijziging in het huishoudelijk reglement schriftelijk aan de contracthouder moet worden gemeld en elke verandering door de ouders moet worden ondertekend voor ontvangt en kennisname; Gelet op de gevoerde bespreking:

BESLUIT: Eenparig

Artikel 1: Goedkeuring te verlenen aan de wijziging van Hoofdstuk 3: Werkingsvoorwaarden - Afdeling 3: Omgang met kinderen en gezinnen - Onderafdeling 4:Huishoudelijk reglement en schriftelijke overeenkomst. van het huishoudelijk reglement voor de groepsopvang van toepassing met ingang van 19.04.2018.

Artikel 2: Goedkeuring aan overige wijzigingen in het huishoudelijk reglement in functie van de algemene werking van kinderdagverblijf "De Koekoek" van toepassing met ingang van 19.04.2018 en het vast te stellen als volgt: '1 ALGEMENE INFORMATIE 1.1 De organisator OCMW Schoten is de organisator van kinderdagverblijf De Koekoek. Rechtsvorm: OCMW-bestuur Ondernemingsnummer: 0212168001 Adres: Verbertstraat 27, 2900 Schoten -12.00u en 13.30u-15.30u Website: www.ocmwschoten.be 1.2 Kinderopvanglocatie Naam: Kinderdagverblijf De Koekoek Adres: Victor Adriaenssensstraat 76 2900 Schoten 03 685 04 25 Kinderdagverblijf De Koekoek is open op: MAANDAG VAN 7.00u TOT 18.00u DINSDAG VAN 7.00u TOT 18.00u WOENSDAG VAN 7.00u TOT 18.00u

2018_04_18_RMW_O Pagina 408 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/409 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

DONDERDAG VAN 7.00u TOT 18.00u VRIJDAG VAN 7.00u TOT 18.00u Kinderdagverblijf De Koekoek is gesloten op brugdagen, feestdagen en tussen kerst en nieuwjaar. Elk jaar, in de loop van de maand januari, krijgen de ouders een brief met de sluitingsdagen. De ouders vinden eveneens een overzicht van de sluitingsdagen en vakanties op de website www.ocmwschoten.be en in de inkomhal van de kinderopvanglocatie. 1.3 De verantwoordelijken De dagelijkse leiding van kinderdagverblijf De Koekoek is in handen van de dienstverantwoordelijke Veva Van Camp. Zij is verantwoordelijk voor de begeleiding van de kinderbegeleiders, de pedagogische begeleiding van de kinderen, de contacten met de ouders en de externe instanties. Dienstverantwoordelijke: Veva Van Camp (alle dagen)

[email protected] Secretariaat: Myriam Huylebroeck

[email protected] Het diensthoofd gezinszorg en kinderopvang draagt de eindverantwoordelijkheid voor de algemene werking van het kinderdagverblijf en onderhoudt contacten met externe organisaties. Lieve Verheyden

[email protected] Algemeen [email protected] 1.4 Telefoon in geval van nood In geval van nood (= uitzonderlijke noodgevallen die onmiddellijke actie vereisen) en wanneer de opvang gesloten is, kan het diensthoofd gezinszorg en kinderopvang worden opgebeld op het nummer 0476 79 74 62 (Lieve Verheyden, diensthoofd) 1.5 Kind & Gezin Kinderdagverblijf De Koekoek heeft een vergunning voor 17 plaatsen en voldoet aan alle wettelijke voorwaarden. Naam: Kind & Gezin Adres: Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel

[email protected] Website: http://www.kindengezin.be/contact-en-help/adressen/ 2 HET BELEID 2.1 De aangeboden kinderopvang Kinderdagverblijf De Koekoek organiseert de opvang van kinderen van 0 tot maximaal 6 jaar. Het kinderdagverblijf vangt alle kinderen op en discrimineert bij de plaatsing niemand op grond van cultuur, maatschappelijke afkomst, nationaliteit, geslacht, geloof en/of levensovertuiging. Kinderen

2018_04_18_RMW_O Pagina 409 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/410 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 met specifieke zorgbehoeften kunnen worden opgevangen indien hun huisarts hun fysische en psychische toestand voldoende acht en het kinderdagverblijf de extra zorgen die het kind nodig heeft, kan waarborgen. 2.1.1 Het pedagogisch beleid De dienstverlening van kinderdagverblijf De Koekoek omvat kwaliteitsvolle verzorging, pedagogische opvang en begeleiding van de kinderen. Het kinderdagverblijf voert en pedagogisch beleid dat: - bij de opvang rekening houdt met de individuele draagkracht van het kind; - bij de opvang optimale ontplooiingskansen biedt aan elk kind; - ervoor zorgt dat kinderen met specifieke noden de passende zorg krijgen; - ervoor zorgt dat de eigenheid van elk kind wordt gerespecteerd. Het kinderdagverblijf wil een veilig, gezond en kindvriendelijk klimaat scheppen en een veilige, gezonde en kindvriendelijke infrastructuur aanbieden, die de ontwikkeling van de kinderen bevordert en hen de beste kansen biedt om hun talenten en vaardigheden te ontwikkelen. We stimuleren de betrokkenheid en zelfredzaamheid. Als ouders kennen jullie je kind het best. Daarom vinden wij het belangrijk dat we samenwerken. Zo kunnen wij onze opvang aanpassen aan de eigenheid van het kind, zodat het zich welkom voelt in de kinderopvang. We willen elk kind met aandacht, liefde, warmte en geborgenheid omringen zodat het zich thuis voelt in de kinderopvang. We vinden het ook belangrijk dat ouders zich goed en betrokken voelen bij de opvang. De kinderen worden opgevangen in een verticale leefgroep met een maximum van 17 kinderen. De kinderen staan onder begeleiding van meerdere kinderbegeleiders. Voor meer informatie over het gevoerde pedagogische beleid, de dagindeling, de samenwerking met ouders kan men terecht bij de kinderbegeleiders en de verantwoordelijken. 2.1.2 Afspraken over eten Maaltijden: Het kinderdagverblijf zorgt voor verse maaltijden, die aangepast zijn aan de leeftijd van het kind. De samenstelling en de bereiding van het menu gebeurt in de centrale keuken van het OCMW. We geven maaltijden op vaste uren. Het weekmenu hangt uit in het kinderdagverblijf. De maaltijd is inbegrepen in de prijs. Ontbijt Er wordt verwacht dat de kinderen thuis ontbijten. De ouders geven thuis de eerste flesvoeding. Fruitpap De fruitpap wordt vers bereid. De fruitpap is inbegrepen in de prijs. Dieetvoeding Wanneer een kind op doktersvoorschrift een dieet moet volgen (bijvoorbeeld glutenvrij dieet) of wanneer een ouder speciale wensen heeft (bijvoorbeeld vegetarisch of halal voedsel), dan zal het kinderdagverblijf, in de mate van het mogelijke, trachten hieraan tegemoet te komen. Afspraken hierover dienen te worden gemaakt met de verantwoordelijke. De ouders bezorgen de nodige informatie over het product, de bereidingswijze en de nodige medische achtergrondinformatie. De ouders kunnen ook zelf voeding voor het kind meegegeven. In dit geval kleven zij een etiket op de verpakking met de naam van het kind en de datum waarop de maaltijd dient te worden gegeven.

2018_04_18_RMW_O Pagina 410 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/411 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Flesvoeding Flesvoeding voor baby’s dienen de ouders zelf mee te brengen. Meld duidelijk hoe deze moet worden klaargemaakt. De flesvoeding wordt klaargemaakt net voordat ze wordt gegeven aan de baby. Borstvoeding Borstvoeding kan worden gegeven in het kinderdagverblijf. 2.1.3 Afspraken over verzorging Kinderen worden gewassen en gekleed naar de opvang gebracht. In de loop van de dag krijgen alle kinderen de nodige verzorging. Handdoeken, washandjes, slabbetjes en verzorgingsproducten zijn ter beschikking in het kinderdagverblijf. Indien bijzondere verzorgingsproducten nodig zijn, dienen de ouders deze zelf mee te brengen. Voor het gebruik van zalven, vochtige doekjes en fysiologisch water wordt een toeslag per opvangdag aangerekend. Ouders dienen dagelijks een toiletzak mee te brengen met volgende zaken: - minstens vijf luiers voor een hele dag en drie voor een halve dag; - één plastiek zak voor het opbergen van natte en vervuilde kledingstukken; - voldoende reservekleding; - aangepaste kleding om buiten te spelen; - voldoende onderbroekjes, hemdjes en extra reservekledij als er wordt gestart met de zindelijkheidstraining; - zonnebescherming (bv een hoedje, zonnecrème, enz.); - een tutje of een knuffeldoekje. Elk kind heeft een kastje om persoonlijke spulletjes in op te bergen. De kinderen mogen tijdens hun verblijf geen juwelen dragen. Opmerking: De persoonlijke kleding, de melkflessen en ander persoonlijk materiaal (bv knuffel, tutje) moeten getekend zijn. Het kinderdagverblijf is niet verantwoordelijk voor verlies van kleding en andere persoonlijke spullen. 2.1.4 Afspraken over opvolging van de kinderen Heen- en weerboekje: Het heen- en weerboekje is een communicatieschrift tussen kinderbegeleiders en ouders. In het heen- en weerboekje wordt genoteerd hoe: - het kind heeft gegeten thuis en in de opvang; - het kind heeft geslapen thuis en in de opvang; - de zindelijkheidstraining verloopt; - het kind zich gedraagt. Op vastgelegde momenten (9,18,22 en 28 maanden) observeren de kinderbegeleiders het kind en schrijven zij hun bevindingen neer op een ZIKO-VO blad. Hierover wordt naar de mening van de ouders gevraagd. Indien nodig, worden de observaties besproken tussen het kinderdagverblijf en de ouders. De verantwoordelijke en kinderbegeleiders hebben regelmatig overleg over onder meer de ontwikkeling van de kinderen. Indien er een vermoeden is dat een kind met een bepaald probleem kampt, worden de ouders aangesproken. 2.2 Opnamebeleid

2018_04_18_RMW_O Pagina 411 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/412 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

2.2.1 Opname Een vraag tot opvang kan worden gesteld via mail, via de telefoon of tijdens een bezoek ter plaatse. Ouders ontvangen vervolgens een formulier waarop zij het volgende noteren: - de gewenste opvang (groeps- en/of gezinsopvang); - de gezinssituatie; - de opvangredenen; - de gewenste opvangdagen. Op basis van deze informatie stelt de organisator een zo gepast mogelijke opvang voor, rekening houden met het voorrangsbeleid. Bij een bezoek geven wij een rondleiding en een uiteenzetting over onze werking. De (toekomstige) ouders krijgen informatie over hoe zij een aanvraag kunnen doen om een plaats te krijgen in het kinderdagverblijf. Alle bezoekers krijgen een onthaalbrochure mee naar huis. 2.2.2 Inschrijving Kennismaking Als ouders kiezen voor opvang in het kinderdagverblijf (= groepsopvang) vullen zij het ‘Aanvraagformulier’ in en ontvangen zij een huishoudelijk reglement. Er wordt gevraagd het kinderdagverblijf op de hoogte te brengen van de geboorte van het kind door middel van een geboortekaartje. Wachtlijst Gezien het tekort aan kinderopvangplaatsen, wordt er gewerkt met een wachtlijst. Ouders krijgen een brief met daarop de datum van de start van de opvang. Wanneer er een plaats vrij komt, gelden bepaalde voorrangsregels om te bepalen wie deze plaats krijgt. Schriftelijke overeenkomst Op het ogenblik dat het kinderdagverblijf een geboortekaart ontvangt, wordt er een brief verstuurd naar de nieuwe ouders om een afspraak te maken. De opvangplaats is gereserveerd zodra de ‘Schriftelijke overeenkomst’ werd ondertekend door alle partijen. De opvang kan pas starten wanneer alle formulieren correct en volledig ingevuld bezorgd werden aan de verantwoordelijke. Het gaat om: - de schriftelijke overeenkomst met opvangplan getekend door beide ouders; - de inlichtingenfiche voor het dossier; - het attest inkomenstarief. Inlichtingenfiche voor het dossier Wij vragen ouders om een inlichtingenfiche in te vullen en te bezorgen aan het kinderdagverblijf, en dit uiterlijk drie weken voor de opvang start. Gevraagd wordt om deze inlichtingenfiche zo volledig en waarheidsgetrouw mogelijk in te vullen. De inlichtingenfiche omvat; - de identificatiegegevens van het gezin; - de bereikbaarheidsgegevens van de ouders; - de behandelende arts; - specifieke aandachtspunten over de gezondheid en de manier van omgaan met het kind;

2018_04_18_RMW_O Pagina 412 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/413 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

- de personen die het kind mogen ophalen. Wij garanderen een zorgvuldige omgang met de inlichtingenfiche. Jaarlijks krijgen de ouders een nieuwe fiche en vragen wij om de gegevens te actualiseren. Wij vragen de opvang te verwittigen wanneer, in de loop van de opvang, de inhoud van de inlichtingenfiche wijzigt (bv bij wijziging van telefoonnummers, verandering van huisarts). Wij vragen de toestemming om deze persoonlijke gegevens te verwerken in het kader van het naleven van de vergunningsvoorwaarden. De inlichtingenfiche met de gegevens van het kind en het gezin kan op elk moment geraadpleegd worden door: - de organisator; - de verantwoordelijke; - de kinderbegeleider die het kind begeleidt; - de toezichthouders voor controle op de naleving van de vergunningsvoorwaarden (Zorginspectie); - Kind & Gezin; - de ouders. Het opvangplan: Er wordt met elke ouder een opvangplan opgemaakt. In dit plan staan de dagen en uren vermeld waarop het kind naar de opvang komt. Kinderen worden een volledige of een halve dag (= minder dan 5 uren) opgevangen. In het belang van het kind, streven wij een opvang na van minimaal drie dagen per week. Ouders dienen elke wijziging die zij willen aanbrengen in het opvangplan schriftelijk te noteren op het document ‘Wijziging van gegevens’. Dit document dient ondertekend te worden door de ouder en de kinderbegeleider. Ouders mogen hun opvangplan maximaal tweemaal per jaar wijzigen. De verantwoordelijke geeft haar akkoord indien de dienstbezetting het toelaat. Opmerking: Voor ouders met co-ouderschap of een variabel dienstrooster geldt een andere regeling. Zij dienen maandelijks, vóór de 20ste van de maand, de dagen door te geven waarop zij opvang nodig hebben. Er wordt in het opvangplan een gemiddeld aantal dagen per week vastgelegd. Alle ouders geven hun jaarlijkse gezinsvakantie vooraf (minimaal één maand) schriftelijk door. Ouders met een voltijds opvangplan beschikken over maximum 20 verlofdagen, met uitzondering van de ouders uit het onderwijs. Het maximum aantal dagen verlof wordt à rato van het opvangplan herleid. Treedt in de loop van de opvang een wijziging op in het ouderlijke gezag of in het verblijfs- of bezoekrecht, dan is het nodig hieromtrent zo snel mogelijk een aanpassing te doen in het opvangplan. Kinderdagverblijf De Koekoek vindt regelmaat in de opvang belangrijk. Bij werkloosheid of zwangerschapsverlof komen de kindjes maximaal de helft van het aantal afgesproken opvangdagen. Respijtdagen: Ouders van wie de kinderen voltijds worden opgevangen hebben recht op 18 respijtdagen. Voor kinderen die niet voltijds komen, worden deze respijtdagen berekend à rato het opvangplan. Respijtdagen zijn dagen waarop: - ouders hun kind niet hoeven te brengen en de opvang dus ook niet hoeven te betalen; - de afwezigheid van een kind in de opvang gerechtvaardigd is, bijvoorbeeld:

2018_04_18_RMW_O Pagina 413 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/414 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

• ziekte van het kind zonder doktersattest; • dagje bij de grootouders; • ziekte van de ouders; • een snipperdag. Ouders verwittigen het kinderdagverblijf (vóór 8.30u) wanneer zij een respijtdag nemen. Bij afwezigheid zonder verwittiging, wordt het kind als onwettig afwezig beschouwd en wordt bijgevolg de opvangdag gefactureerd. Het saldo van de verlof- en respijtdagen kunnen de ouders terugvinden op hun maandelijks factuur. 2.2.3 Voorrangsregels Bij meerdere vragen naar opvang op hetzelfde moment worden de plaatsen verdeeld volgens bepaalde voorrangsregels. Kinderdagverblijf De Koekoek geeft voorrang aan kinderen van: - werkende ouders die in Schoten wonen; - werkende ouders wiens broer of zus wordt opgevangen in het kinderdagverblijf; - ouders (of één van hen) die werken bij het gemeentebestuur of het OCMW van Schoten. Bijkomend stelt de wet dat 20 % van de kinderen die het kinderdagverblijf op jaarbasis opvangt, kinderen zijn van gezinnen die tot één van volgende groepen behoren: - opvang nodig voor de werksituatie en alleenstaand zijn; - opvang nodig voor de werksituatie en een laag inkomen hebben; - opvang nodig voor de werksituatie en een pleegkind hebben; - alleenstaand zijn en een laag inkomen hebben; - alleenstaand zijn en een pleegkind hebben; - een laag inkomen en een pleegkind hebben; - opvang nodig voor de werksituatie en problemen hebben met de gezondheid of zorg nodig hebben; - opvang nodig voor de werksituatie en een laag opleidingsniveau hebben; - alleenstaand zijn en problemen hebben met de gezondheid of zorg nodig hebben; - alleenstaand zijn en een laag opleidingsniveau hebben; - een laag inkomen hebben en problemen hebben met de gezondheid of zorg nodig hebben; - een laag inkomen en laag opleidingsniveau hebben; - problemen hebben met de gezondheid of zorg nodig hebben en een laag opleidingsniveau hebben. Zolang 20 % niet bereikt is, kan afgeweken worden van de absolute voorrang in het kader van de werksituatie. Onder de ‘werksituatie’ begrijpen we: - werk hebben; - werk zoeken; - een beroepsgerichte opleiding volgen die de kansen op de arbeidsmarkt vergroot, zoals inburgeringstraject en lessen Nederlands. Onder een ‘laag inkomen’ begrijpen we een gezamenlijk belastbaar inkomen van minder dan

2018_04_18_RMW_O Pagina 414 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/415 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

€ 27 441,71 per jaar. Onder gezinnen die ‘problemen hebben met de gezondheid of zorg nodig hebben’ begrijpen we een gezin: - waarvan een persoon die verantwoordelijk is voor het kind een handicap heeft of minder goed voor zichzelf kan zorgen; - dat om sociale of pedagogische redenen (professionele hulpverlening of inburgering) opvang nodig heeft. Onder gezinnen met een ‘laag opleidingsniveau’ vallen gezinnen waarvan geen van beide ouders een diploma secundair onderwijs hebben. 2.3 Brengen en halen van het kind In het opvangplan wordt vastgelegd wanneer men het kind brengt en haalt. Om de rust van de kinderen niet te verstoren, vragen wij om kinderen niet af te halen tussen 12.00u en 14.00u. Tijdens de breng- en haalmomenten kunnen ouders informatie uitwisselen met de kinderbegeleiders en/of de verantwoordelijke. Uitgebreide persoonlijke informatie over het kind kan besproken worden na afspraak zodat de privacy van alle partijen gewaarborgd wordt. Ouders dienen het kind ten laatste tien minuten voor sluitingstijd (= 18.00u) af te halen. Bij laattijdig afhalen krijgen ouders een boete van 2 euro. Bij herhaling worden de ouders gevraagd een andere opvangoplossing te zoeken. Indien ouders niet meewerken, kan dit leiden tot een beëindiging van de opvang. Het kinderdagverblijf voorziet een prestatieblad. Hierop wordt dagelijks voor elk kind het uur van aankomst en vertrek genoteerd. Deze registratie gebeurt tot op de minuut nauwkeurig. De persoon die het kind ophaalt, tekent dagelijks het prestatieblad. Indien de ouder niet akkoord gaat met de opgeschreven aanwezigheden, kan hij/zij dit melden aan de verantwoordelijke. Het kinderdagverblijf vertrouwt de kinderen enkel toe aan personen die uitdrukkelijk worden vermeld op de inlichtingenfiche. De ouders verwittigen vooraf de verantwoordelijke of de kinderbegeleiders wanneer iemand anders het kind komt afhalen. Wanneer er in de loop van de opvang een wijziging optreedt in de verblijfsregeling van het kind (bijvoorbeeld bij echtscheiding) dienen de ouders dit onmiddellijk te melden aan de verantwoordelijke. Er wordt dan een nieuwe schriftelijke overeenkomst opgemaakt. Wanneer de ouders het kind vroeger of later brengen of ophalen, wordt gevraagd te verwittigen. Ook bij overmacht verwittigen de ouders zo snel mogelijk. 2.4 Ziekte of ongeval van het kind Zieke kinderen kunnen niet in de opvang terecht. Het is daarom aangewezen om op voorhand oplossingen te voorzien voor het geval dat het kind ’s ochtends ziek blijkt en er dringend alternatieve opvang nodig is. Elke afwezigheid wegens ziekte dient te worden gestaafd met een doktersattest. Indien de ouders geen attest hebben, wordt deze afwezigheidsdag als een respijtdag beschouwd. Wij verwachten dat de ouders het aantal ziektedagen dat de arts voorschrijft respecteren en hun kind dus niet vroegtijdig terug naar de opvang brengen. Indien de ouders dit toch doen, dient de arts dit te bevestigen. We kunnen het kind niet opvangen wanneer het kind: - te ziek is om mee te doen met de normale activiteiten van de kinderopvang; - te veel aandacht en zorg vraagt zodat de gezondheid of de veiligheid van de andere kinderen niet meer gegarandeerd kan worden;

2018_04_18_RMW_O Pagina 415 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/416 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

- één van deze ziektetekens vertoont: • diarree: drie waterige ontlastingen in de laatste 24 uur bij een kind dat te ziek is om in de opvang te blijven. Als het kind peuterdiarree heeft, mag het wel naar de opvang komen; • braken: bloedbraken, twee of meer keer braken tijdens de laatste 24 uur bij een kind dat te ziek is voor de opvang, wanneer er gevaar voor uitdroging bestaat of wanneer een zuigeling jonger dan zes maanden is; • problemen met ademhaling, gierende hoest of ademnood; • meer dan 38°C koorts, samen met keelpijn, braken, diarree, oorpijn, prikkelbaarheid, verwardheid of rode huiduitslag of alarmsignalen; • huiduitslag en koorts bij een te ziek kind of het kind gedraagt zich anders; • mondzweertjes bij een te ziek kind; • buikpijn van twee uren of langer; • oogontsteking; - luizen heeft; - een besmettelijke ziekte heeft waarbij het zelf of de andere kinderen een risico lopen. Meer informatie over infectieziekten, symptomen, behandeling en wanneer het kind terug naar de opvang mag komen vind je op de website van Kind & Gezin www.kindengezin.be/gezondheid-en-vaccineren/ziek (via “ziek? Zoek hier” vind je alle informatie over een bepaalde infectie). Indien er binnen het kinderdagverblijf een besmettelijke ziekte wordt vastgesteld, dan verwittigt de opvang de ouders. Om de privacy van de ouders en het kind te beschermen, zijn deze waarschuwingen anoniem. Een kind dat niet te ziek is, kan in het kinderdagverblijf terecht wanneer de verantwoordelijke hiermee akkoord gaat. Zij houdt hierbij rekening met het belang van het kind, het belang van de andere opgevangen kinderen en de zwaarte van de extra werkbelasting die de zorg voor een ziek kind met zich kan meebrengen voor de medewerkers. Aan ouders wordt gevraagd om: - zelf de algemene toestand van hun kind te beoordelen en na te gaan of het kan meedoen aan de normale activiteiten in de opvang; - hierbij rekening te houden met besmettingsgevaar voor andere kinderen; - het kinderdagverblijf informatie te geven over eventuele medicatie en verzorging; - hun telefoonnummer achter te laten en ervoor te zorgen dat zij telefonisch bereikbaar zijn; - niet onmiddellijk zichtbare medische problemen te signaleren aan de verantwoordelijke, vooral wanneer er om die reden bijzondere waakzaamheid nodig is of wanneer er eventueel gevaar kan zijn voor de gezondheid van andere kinderen en de kinderbegeleiders om zo de onnodige risico's zoveel mogelijk uit te sluiten. Wanneer een kind in de loop van de dag ziek wordt, neemt de verantwoordelijke of de kinderbegeleider contact op met de ouders. Samen wordt dan gezocht naar een gepaste oplossing. In de meeste gevallen zal het voor het kind het beste zijn dat het zo snel mogelijk wordt opgehaald. Indien het kind ziektesymptomen vertoont zoals hierboven beschreven, moet het zo snel mogelijk afgehaald worden. Indien de ouders niet bereikbaar zijn, zal de verantwoordelijke contact opnemen met één van de vertrouwenspersonen of de huisarts van het kind. Eventuele medische kosten vallen ten laste van de ouders. Deze dag van ziekte wordt aangerekend als een aanwezigheidsdag voor de uren waarop het kind effectief in de opvang aanwezig was.

2018_04_18_RMW_O Pagina 416 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/417 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

In noodgevallen, zoals bijvoorbeeld een ongeval, dient de verantwoordelijke of de kinderbegeleider de eerste zorgen toe en worden de ouders verwittigd. In ernstige gevallen worden de hulpdiensten verwittigd en wordt het kind naar het hospitaal gebracht. De kosten verbonden aan deze medische tussenkomsten zijn ten laste van de verzekering van de organisator. De opvangdag waarin het noodgeval zich voordeed, wordt aangerekend als een aanwezigheidsdag voor de uren waarop het kind effectief in de opvang aanwezig was. 2.5 Medicatie Indien een kind medicatie moet nemen, verzoeken wij dat ouders hun arts vragen om medicatie voor te schrijven die zij zelf ‘s morgens en ’s avonds kunnen toedienen. De opvang geeft enkel medicatie als het echt nodig en haalbaar is. Ouders worden gevraagd om het altijd te melden wanneer hun kind medicatie krijgt, ook wanneer deze enkel thuis wordt gegeven. Wanneer de opvang toch medicatie moet geven, dan kan dit enkel op voorschrift van een arts. Ouders moeten een doktersattest te bezorgen. Op dit attest staat de: - naam van de medicatie; - naam van de arts; - naam van het kind; - datum van aflevering en vervaldatum; - dosering, wijze en tijdstip van toediening; - wijze van bewaren; - einddatum en duur van de behandeling. Wanneer een kind een behandeling met een aerosol nodig heeft, vragen wij aan de ouders om dit bij voorkeur thuis toe te dienen. Indien dit onmogelijk is, vragen wij dat de behandelende arts een droge aerosol met voorzetkamer voorschrijft omdat dit beter geschikt is voor gebruik in de opvang. Vernevelaars worden immers snel besmet. Wanneer een kind tekenen van koorts vertoont, wordt de temperatuur gemeten met een digitale thermometer. Indien de temperatuur hoger is dan 38 °C heeft het kind koorts. Als ouders akkoord gaan, kan in de opvang één keer een koortswerend middel worden toegediend. Dit kan enkel als deze afspraak vermeld wordt op de medische inlichtingenfiche. Het uur, de dosis en de naam van het koortswerend middel wordt genoteerd in het heen-en weerboekje. 2.6 De veiligheid Het kinderdagverblijf zorgt voor een veilige opvang en voor een veilige toegang. Niemand kan de binnen- en buitenruimte ongemerkt binnenkomen. Aan de ouders wordt gevraagd om steeds de deur te sluiten bij het binnenkomen en weggaan. In de opvanglocatie is er steeds een telefoon en een lijst met noodnummers aanwezig. Met een risicoanalyse schat de organisator risico’s in en tracht deze te voorkomen en weg te werken. De organisator volgt de regels over brandveiligheid, toegangsbeveiliging, voedselveiligheid, veilige speeltoestellen en speelterreinen, veilig slapen en dergelijke. De opvang is voorbereid op gevaar. Een procedure legt de te volgen stappen en de manier van communiceren vast in geval van crisis. Een crisis wordt zo snel mogelijk aan Kind & Gezin gemeld. De kinderbegeleiders beschikken over en kennen de crisisprocedures. Grensoverschrijdend gedrag (= een situatie waarin een kind in relatie tot een persoon die aanwezig is tijdens de kinderopvang, slachtoffer is of dreigt te worden van bedreigingen of geweld) wordt niet getolereerd. Hiervoor voeren wij een preventief beleid en wordt een plan van aanpak door alle medewerkers onderschreven.

2018_04_18_RMW_O Pagina 417 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/418 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Wiegendood is een belangrijke doodsoorzaak van zeer jonge kinderen. 90 % van de gevallen van wiegendood doet zich voor bij kinderen jonger dan zes maanden. Daarom voldoen alle bedjes en materiaal aan de veiligheidsvoorschriften, is er altijd toezicht, worden baby’s onder de zes maanden te slapen gelegd in de leefruimte en zorgen we voor een goede temperatuur om te slapen. De maatregelen om wiegendood te helpen voorkomen zijn voor de kinderopvang dezelfde als bij de ouders thuis. Rugligging, optimale temperatuur van de slaapomgeving, toezicht, slapen in een slaapzakje en dergelijke helpen het risico zo laag mogelijk te brengen, maar kunnen het voorkomen ervan helaas niet absoluut uitsluiten. Het is absoluut verboden te roken in de opvang. De kinderbegeleiders volgen de richtlijnen van Kind & Gezin voor veilig slapen. Met een doktersattest of attest van de ouders (document Kind & Gezin) kan afgeweken worden van de voorgeschreven slaaphouding. Kinderen kunnen een tutje zonder lint of ketting (geen knuffel) gebruiken bij het inslapen. Ouders kunnen hun kind helpen door thuis dezelfde slaaphouding en gewoontes te volgen als in de opvang. Wanneer een kind om medische redenen een monitor nodig heeft, kunnen hierover afspraken worden gemaakt. Indien er verplaatsingen tijdens de opvang zijn, gebeuren deze op een veilige manier en onder begeleiding van de kinderbegeleiders. 3 DE PRIJS 3.1 Bijdrage per dag De ouders betalen voor de opvang van het kind de prijs die vermeld staat op het attest inkomenstarief dat op dat moment geldig is. Ouders vragen de eerste berekening aan maximum twee maanden voorafgaand aan de maand waarin de kinderopvang start. Zij houden hierbij rekening met de wendagen. Het attest inkomenstarief gaat in op : • de eerste dag van de maand waarin de opvang start (inclusief wendagen); • bij herberekening : eerste dag van de maand die volgt op de aanvraag van het tarief; • voor het tarief OCMW : het OCMW beslist over de startdatum. Het tarief kan eventueel toegekend worden met terugwerkende kracht tot maximum 6 maanden; • voor het tarief pleegkind : de eerste dag van de maand waarin de beslissing genomen werd voor pleegouderschap. Het attest inkomenstarief heeft volgende mogelijke einddata : • einde van het kalenderjaar waarin de aanvraag werd gedaan, omwille van de jaarlijkse indexering op 1 januari; • enkel voor het individueel verminderd tarief : na één jaar na begindatum; • op het einde van het kwartaal waarin een kind 3.5, 6 of 9 jaar wordt. Ouders dienen steeds het laatste attest aan het kinderdagverblijf te bezorgen. Kind en Gezin controleert de berekening van je tarief. Bewaar de documenten die bewijzen dat je situatie voldoet aan de voorwaarden voor een individueel verminderd tarief gedurende 5 jaar. Zonder een geldig attest inkomenstarief kan de opvang niet starten. 3.2 Hoe en wanneer vraag je het attest aan? 1 : de standaardwerkwijze Stap 1: - Registreren: wat nodig?

2018_04_18_RMW_O Pagina 418 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/419 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

• ID-kaart met pincode • kaartlezer • een eigen e-mailadres Surfen naar www.kindengezin.be : ga naar “mijn kind en gezin” Stap 2: - Klik op : attest inkomenstarief aanvragen. - Volg de stappen in het berekeningsinstrument. - Let op! Vul alle kinderen ten laste in. Dit zijn de kinderen waarvoor je financieel verantwoordelijk bent tem het jaar waarin ze 12 worden. Voor deze kinderen krijg je een korting op je tarief. Stap 3: - Attest inkomenstarief downloaden en aan de opvang bezorgen. 2: Hulp nodig? Als stap 1 niet lukt omdat de ouder problemen heeft met Mijn Kind en Gezin, dan nemen ze contact op met de dienst. Wat heeft de dienst nodig van de ouder: - Recent Belgisch aanslagbiljet van de ouder en de inwonende partner - ID-kaart met pincode - Emailadres van de ouder 3: Kind en Gezin maakt op vraag van de opvang een attest aan Als geen van de bovenstaande methodes werken, dan kan Kind en Gezin in naam van de ouder het attest inkomenstarief aanmaken. Dit kan enkel op vraag van de opvang (niet van de ouder). Foute informatie Wanneer ouders foutieve informatie geven, kan Kind & Gezin beslissen dat zij het maximumtarief moeten betalen zowel voor de toekomst als het verleden. Het nieuwe tarief voor de toekomst geldt vanaf de maand die volgt op de vaststelling. Wanneer er een fout gebeurde buiten de wil van de ouders en zij teveel betaalden, dan krijgen zij het teveel betaalde terug. Wanneer ouders, buiten hun wil, te weinig betaalden, dan dienen zij het verschil niet te betalen. 3.3 Individueel verminderd tarief Ouders die het tarief dat op hun attest staat niet kunnen betalen, kunnen recht hebben op een individueel verminderd tarief. Dit tarief geldt voor 12 maanden tenzij er in de tussentijd een nieuwe berekening nodig is (vb. kind wordt 3.5 jaar). De einddatum staat vermeld op het attest zodat de ouders tijdig een nieuwe aanvraag kunnen doen. Bij het aanvragen van het attest inkomenstarief kan de ouder in het systeem aanvinken welke situaties recht geven op een verminderd tarief. Ze krijgen dan automatisch een verminderd tarief. Surf naar https://mijn.kindengezin.be of vraag hulp aan de verantwoordelijke van de opvang. Zodra de gezinssituatie verandert en ouders hebben hierdoor recht op een individueel verminderd tarief, dan kunnen ze dit op elk moment aanvragen. Welke individueel verminderde tarieven zijn er en welke situaties geven recht op een individueel verminderd tarief?

2018_04_18_RMW_O Pagina 419 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/420 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

25% vermindering met als minimum 5,15 euro - Tarief werkloosheidsuitkering: jij of de inwonende persoon hebt een voltijdse; werkloosheidsuitkering voor 6 opeenvolgende maanden; Tarief invaliditeit: jij of de inwonende persoon hebben een invaliditeitsuitkering - Tarief faillissement: jij of de inwonende persoon hebben een faillissementsuitkering als zelfstandige - Tarief verminderd inkomen werknemer: jij of de inwonende persoon hebt/heeft voor 12 maanden een inkomen dat minstens 50% minder is, zonder dat het inkomen van de andere persoon stijgt; - Tarief verminderd inkomen zelfstandige: jij of de inwonende persoon betaalt voor 12 maanden lagere sociale bijdragen, zonder dat het inkomen van de andere persoon stijgt; Een tarief van 5,15 euro - Tarief leefloon zonder opleidingstraject: jij of de inwonende persoon krijgt een leefloon; Een tarief van 3,09 euro - Tarief leefloon met opleidingstraject: jij of de inwonende persoon krijgt een leefloon en volgt een opleiding bij de VDAB of OCMW; - Tarief laag inkomen met inburgering: jij en de inwonende persoon hebben een berekend inkomenstarief dat lager is dan 5 euro en één van jullie volgt een inburgeringstraject met attest onthaalbureau; - Tarief laag inkomen met werk: jij en de inwonende persoon hebben een berekend inkomenstarief dat lager is dan 5 euro en jullie werken beiden minstens halftijds; Een tarief van 1,62euro - Tarief materiële en medische hulp: jij en de inwonende persoon hebben een attest voor materiële of medische hulp van Fedasil, het Rode Kruis, enz. - Tarief pleegkind: voor een pleegkind dat bij jou woont. Opvang van een pleegkind Voor de opvang van een pleegkind betalen ouders het minimumtarief. Ouders bezorgen het bewijs van de plaatsing met startdatum aan Kind en Gezin ([email protected]). Ouders ontvangen een nieuw attest inkomenstarief (= tarief pleegkind). De dienst voor pleegzorg kan een bewijs van plaatsing bezorgen. KAN DE OUDER HET BEREKENDE TARIEF OF HET TOEGEKENDE VERMINDERDE TARIEF NIET BETALEN: TARIEF OCMW Let op! Informeer je goed bij je OCMW hoe dit in zijn werk gaat. Het OCMW beslist hoeveel je betaalt: - 50 % korting op je inkomenstarief - of 5,15 euro - of 3,09 euro - of 1,62 euro Hoe gaan ouders te werk: - Maak het attest inkomenstarief aan via mijn.kindengezin.be. - Ga met het attest en met de nodige bewijzen zoals loonfiches, afbetalingsplannen, schulden, … naar het OCMW. - Het OCMW bepaalt volgens de financiële situatie of het tarief OCMW kan toegepast worden. Zo ja, geeft het OCMW het toegekende tarief door aan Kind en Gezin.

2018_04_18_RMW_O Pagina 420 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/421 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

- Kind en Gezin maakt een nieuw attest met het tarief OCMW. Dit attest moeten de ouders downloaden en aan de dienst bezorgen. 3.4 Prijs voor opvang Ouders betalen volgens het inkomenstarief of het individueel verminderd inkomenstarief voor de: - gereserveerde opvangdagen in het opvangplan waarop het kind aanwezig is; - extra overeengekomen kinderopvangdagen waarop het kind aanwezig is. De berekening van de opvanguren gebeurt op basis van prestatiebladen die de kinderbegeleiders invullen en laten tekenen aan de ouders. - opvang van minder dan vijf uren: 60 % van het tarief - opvang van vijf uren tot tien uren en negenvijftig minuten: 100% van het tarief 3.5 Principe opvang bestellen, is opvang betalen In de kinderopvang wordt het principe “Opvang bestellen, is opvang betalen” toegepast. Ouders betalen voor de gereserveerde opvangdagen en eventuele extra dagen dat hun kind aanwezig is in de opvang. Om dit principe te kunnen toepassen wordt, na overleg tussen het kinderdagverblijf en het gezin, een schriftelijke overeenkomst met opvangplan opgemaakt waarin de start- en einddatum van de opvang vermeld wordt. Het opvangplan biedt een overzicht van de opvangdagen die ouders voor hun kind nodig hebben. Voor deze bestelde of gereserveerde opvangdagen moeten ouders betalen. Indien ouders het nalaten om de opvang tijdig schriftelijk te annuleren of stop te zetten, worden de gereserveerde opvangdagen aangerekend. 3.5.1 Extra opvangdagen Ouders die een extra dag opvang nodig hebben, vragen dit minstens één dag op voorhand aan het kinderdagverblijf. Mits akkoord en het niet overschrijden van de maximum capaciteit kan deze extra dag worden toegekend. Voor een extra dag opvang betalen de ouders het inkomenstarief. 3.5.2 Regeling afwezigheden 3.5.2.1 Gerechtvaardigde afwezigheidsdagen Een ouder heeft bij een voltijds opvangplan (= 5 volledige dagen per week) recht op 18 respijtdagen waarvoor zij niet moeten betalen. Voor sluitingsdagen van de opvanglocatie moeten ouders niet betalen. Voor een deeltijds opvangplan wordt het aantal gerechtvaardigde afwezigheidsdagen verhoudingsgewijs verminderd à rato van het opvangplan. Hetzelfde geldt voor een onvolledig kalenderjaar. Gerechtvaardigde afwezigheidsdagen worden verrekend op basis van de duur van de afwezigheid. Is een kind een halve dag afwezig op een moment waarop een volledige dag voorzien was, dan wordt er een halve dag in mindering gebracht van het aantal gerechtvaardigde afwezigheidsdagen waarvoor je niet betaalt. Wanneer er een opvangplan is én het aantal respijtdagen opgebruikt is, dan betalen de ouders bij afwezigheid volgens het afgesproken opvangplan, op basis van het attest inkomenstarief. De ouders krijgen voor deze dagen geen fiscaal attest. Voor alle afwezigheidsdagen geldt het principe dat het minimum aantal dagen voor een voltijds opvangplan verhoudingsgewijs wordt verminderd bij deeltijdse opvang en instap tijdens het jaar. Ouders met een voltijds opvangplan beschikken over maximum 20 dagen verlof met uitzondering van de ouders uit het onderwijs. 3.5.2.2 Ongerechtvaardigde afwezigheidsdagen

2018_04_18_RMW_O Pagina 421 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/422 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Ongerechtvaardigde afwezigheidsdagen zijn dagen waarop een kind had moeten aanwezig zijn in de opvang op basis van het opvangplan, maar het kind toch niet naar de opvang kwam en de gerechtvaardigde afwezigheidsdagen op zijn. Voor deze extra afwezigheden bovenop de gerechtvaardigde afwezigheidsdagen zal de opvang aan het inkomenstarief aangerekend worden. Bij afwezigheid zonder verwittiging wordt de dag ingebracht als onwettig afwezig en wordt deze gefactureerd aan de ouderbijdrage volgens het inkomen van de ouders. 3.5.3 Wijziging opvangplan Ouders die het opvangplan willen wijzigen, melden dit aan de verantwoordelijke. Voorbeelden van wijzigingen: - meer of minder dagen opvang; - van vast opvangplan naar flexibel opvangplan of omgekeerd; - langdurige ziekte. Een wijziging van het opvangplan dienen de ouders één maand voorafgaand aan de gewenste startdatum van het gewijzigd opvangplan aan te vragen. Wijken de ouders regelmatig af van het opvangplan (vaak afwezig en/of extra opvangdagen) dan kan de verantwoordelijke een gesprek vragen om een nieuw opvangplan op te maken of om een andere oplossing te zoeken. Ouders mogen hun opvangplan maximaal tweemaal per jaar wijzigen. Ouders dienen elke wijziging die zij willen aanbrengen in het opvangplan schriftelijk te noteren op het document ‘Wijziging van gegevens’. Dit dient ondertekend te worden door de ouder en het kinderdagverblijf. Het kinderdagverblijf kan eveneens een wijziging van het opvangplan vragen. Een vraag naar wijziging van het opvangplan kan geweigerd worden wanneer er niet genoeg plaats is. 3.6 Extra kosten Er wordt een bijkomend tarief gevraagd voor bepaalde kosten: - Verzorgingsproducten: 0.26 eurocent (0.13 eurocent voor een halve dag); - Opvang na het sluitingsuur: 5 euro per begonnen kwartier; - Administratiekosten: 3,55 euro per maand per gezin; - Inningskosten bij wanbetaling: 10 euro bij de eerste en 25 euro bij de tweede aangetekende brief. Indien deze extra kosten wijzigen, worden de ouders hier tijdig van verwittigd. 3.7 Betalingswijze De ouders ontvangen elke maand een factuur van het OCMW van Schoten met daarop volgende informatie: - het inkomenstarief van het gezin; - het aantal dagen en uren waarop het kind gerechtvaardigd en ongerechtvaardigd aanwezig was; - een gedetailleerde weergave van alle bijkomende kosten met vermelding van aard, aantal en het bedrag, - de geregistreerde aanwezigheden worden bevestigd door de ouder op het prestatieblad; - saldo van de verlof- en respijtdagen.

2018_04_18_RMW_O Pagina 422 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/423 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

De ouders betalen de factuur binnen de 30 kalenderdagen via een overschrijving op het rekeningnummer IBAN BE38 0910 0086 7672 van het OCMW van Schoten, Verbertstraat 27 te 2900 Schoten. Het is belangrijk dat men op tijd betaalt. Bij laattijdige betaling krijgen de ouders een schriftelijke herinnering. Een tweede en derde aanmaning gebeurt met een aangetekende brief. De kosten voor de aangetekende zendingen worden aangerekend. Bij niet-betaling na twee aangetekende brieven wordt de overeenkomst stopgezet. De invordering van de gefactureerde bedragen zal desnoods overeenkomstig de wetsbepalingen van de burgerlijke rechtsvordering geschieden of overeenkomstig art. 94 van het gemeentedecreet door middel van een dwangbevel. Als ouders blijven weigeren te betalen, vragen we aldus hulp van de rechtbank. 3.8 Fiscaal attest De kosten voor kinderopvang zijn fiscaal aftrekbaar. Kinderdagverblijf De Koekoek bezorgt de ouders , na het voorbije jaar, een fiscaal attest. Enkel de opvang (gerechtvaardigde aanwezigheden) betaald in dat jaar wordt vermeld op het fiscaal attest. De ouders ontvangen het attest in het eerste semester van het volgende jaar. Het bedrag op het fiscaal attest kan men fiscaal aftrekken, extra kosten niet. De FOD Financiën verbiedt het vermelden van bijkomende bijdragen (toeslagen) op het fiscale attest. 4 RECHT VAN HET GEZIN Kinderdagverblijf De Koekoek staat open voor de opvang van alle kinderen en discrimineert niemand op grond van cultuur, maatschappelijke afkomst, nationaliteit, geslacht, geloof of levensovertuiging. Als ouder ben je de eerste opvoeder. We respecteren de waarden, wensen en verwachtingen van de ouders. De kinderopvang kan helpen in de opvoeding van jonge kinderen. Wij waarborgen de rechten van de ouders en informeren hen over: - onze eigen werking (onder meer via het huishoudelijk reglement, de website); - de vergunningsbeslissingen van Kind & Gezin; - de resultaten van inspecties (bv voedselveiligheid, zorginspectie), die op vraag worden bezorgd. We maken met elke ouder een: - schriftelijke overeenkomst over de opvang van het kind; - inlichtingenfiche met alles over de gezondheid en veiligheid van het kind. We informeren over de opvang van het kind op verschillende manieren, met name via het: - heen en weerboekje; - dagelijks overleg bij het brengen en ophalen van het kind met de kinderbegeleidster - ZIKO portret Wij willen weten of de ouders tevreden zijn over onze opvang. Daarom vragen wij hen jaarlijks een vragenlijst in te vullen. Als we de verwachtingen, opmerkingen en voorstellen van ouders kennen, kunnen wij onze werking naar hen toe verder verbeteren. 4.1 Wennen Een kind mag komen wennen voor de start van de opvang. Wij beschouwen het voorzien van wenmomenten als voorwaarde voor een veilige en kwalitatieve kinderopvang. De eerste dagen van de opvang zorgen voor stress: nieuwe mensen, nieuwe geluiden, nieuwe geuren, enz… . Door een kind te laten wennen verloopt de overgang van thuis naar de opvang doorgaans makkelijker. Als een kind zich goed voelt, is dat bovendien ook goed voor zijn/haar fysische en psychische gezondheid. Tijdens

2018_04_18_RMW_O Pagina 423 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/424 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 het wennen leren onze kinderbegeleiders de gewoontes van het kind beter kennen en groeit het wederzijds vertrouwen. Wanneer een kind samen met de ouder komt wennen is de opvang gratis. Van zodra een kind alleen in de opvang aanwezig is (al dan niet in het kader van het wennen), voorzien ouders een attest inkomenstarief en betalen zij dit tarief. 4.2 Toegang Tijdens de openingsuren hebben de ouders toegang tot de ruimte waar het kind wordt opgevangen. Terwijl de kinderen slapen, hebben zij geen toegang tot de slaapkamers. 4.3 Klachten Ouders worden gevraagd zich met eventuele vragen en/of bij problemen in eerste instantie te wenden tot de verantwoordelijke, de kinderbegeleider en/of het diensthoofd om samen tot een oplossing te komen. Als je niet tevreden bent met de oplossing kan je een klacht indienen. Voor schriftelijke klachten gebruik je het “meldingsformulier klachten en suggesties’. Dit formulier wordt bij de inschrijving aan de ouders meegegeven. Kinderdagverblijf De Koekoek garandeert dat elke klacht op een efficiënte, discrete en doeltreffende manier wordt geregistreerd, behandeld en beantwoord. Binnen de 10 dagen na het indienen van de klacht, ontvangen de ouders van de dienst een ontvangstmelding. Binnen de 30 dagen wordt de klacht behandeld. De indiener van de klacht wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van het resultaat van deze klachtenbehandeling Indien ouders van mening zijn dat hun klacht niet of ontoereikend werd beantwoord door de organisator, kan u zich wenden tot de: Klachtendienst van Kind en Gezin: Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel – Fax: 02 534 14 48 www.kindengezin.be/contact-en-help/klachten/ 4.4 Respect voor de privacy en bescherming van de persoonlijke levenssfeer Bij de inschrijving en tijdens de opvang hebben we gegevens van het kind en het gezin nodig. Deze sociale en/of medische gegevens zijn nodig voor de toewijzing van een plaats. Jaarlijks worden de gegevens opgevraagd en aangepast. De organisator van de kinderopvang waarborgt de veiligheid en het vertrouwelijk karakter van deze informatie. De gegevens worden vernietigd wanneer ze niet meer noodzakelijk zijn voor de naleving van de toepasselijke regelgeving. In het kinderdagverblijf kunnen foto’s of video’s worden genomen van de kinderen. Deze foto’s kunnen we uithangen, publiceren of op een website plaatsen om (toekomstige) ouders te informeren over de activiteiten en de werking van de kinderopvang. Wij vragen jouw toestemming voor het gebruik van deze beelden. Je mag dat weigeren. 5 ANDERE DOCUMENTEN 5.1 Verzekeringen Het kinderdagverblijf is verzekerd voor: - de burgerlijke aansprakelijkheid voor de kinderen en de kinderbegeleiders; - lichamelijke ongevallen van de kinderen. Deze verzekeringen zijn van kracht op de momenten dat het kind onder het toezicht van de kinderopvang staat.

2018_04_18_RMW_O Pagina 424 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/425 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Aangifte van schade of ongeval moet binnen de 24 uur gebeuren. De verantwoordelijke brengt de verzekeringsmaatschappij op de hoogte. De polissen kan men inkijken bij het OCMW. Verzekeringsmaatschappij: Ethias NV Prins-Bisschopsingel 73 3500 Hasselt Polisnummer: 45.057.987 5.2 Kwaliteitshandboek Het kinderdagverblijf beschikt over een kwaliteitshandboek. Het kwaliteitshandboek beschrijft onze organisatiestructuur, onze missie en visie , onze werkwijze, onze doelstellingen voor het pedagogisch beleid, de betrokkenheid van ouders, de klachtenprocedure, onze verbeterplannen, enz. Op vraag kan het kwaliteitshandboek ingekeken worden. 6 WIJZIGINGEN IN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT EN OPZEGMODALITEITEN VOOR DE SCHRIFTELIJKE OVEREENKOMST 6.1. Werkwijze bij wijziging van het huishoudelijk reglement Elke verandering aan het huishoudelijk reglement wordt schriftelijk gemeld. Ouders moeten elke wijziging ondertekenen voor ontvangst en kennisname. De ouders hebben het recht om, twee maanden na kennisname van aanpassingen in hun nadeel, de schriftelijke overeenkomst op te zeggen, en dit zonder enige schade- of opzegvergoeding. 6.2 Opzegmodaliteiten voor het gezin Er wordt in onderling overleg een einddatum vastgelegd voor de schriftelijke overeenkomst. De meeste kinderen zijn schoolrijp op de leeftijd van 2,5 jaar en kunnen op de eerste instapdatum naar de kleuterschool. Is een kind op deze einddatum nog niet klaar voor de kleuterschool, dan kunnen ouders, in overleg met de verantwoordelijke, ervoor kiezen om het kind langer in de opvang te houden, indien de bezetting dit toelaat. Samen met de verantwoordelijke wordt een nieuwe einddatum bepaald met een maximum tot de leeftijd van 3 jaar. Ook andere redenen om de opvangduur te verlengen kunnen in overleg met de verantwoordelijke worden vastgelegd. De vraag tot wijziging van de einddatum wordt vooraf meegedeeld aan de verantwoordelijke. In dat geval wordt samen met de ouders een nieuwe einddatum bepaald. De organisator kan een vraag weigeren omwille van overmacht en wanneer er niet genoeg plaats is. Wil men de opvang vroeger stoppen, dan dient dit één maand voor het einde van de opvang, door middel van een aangetekend schrijven ondertekend door beide ouders, aan de organisator gemeld te worden. De datum van de verzending van de aangetekende brief is het moment waarop de opzegtermijn ingaat. Men kan de opzegbrief ook afgeven aan de verantwoordelijke. De verantwoordelijke moet dan een kopie van de opzegbrief ondertekenen. Maakte de opvang een zware fout? Volgde de opvang de contractuele bepalingen niet? Kan men dit bewijzen? Dan moet men de regels voor opzegtermijn niet naleven. De opvang kan ook in overleg met de verantwoordelijke vroegtijdig worden stopgezet, bv wanneer een kind niet kan aarden, wanneer het opvangplan wijzigt … . 6.3 Opzegmodaliteiten voor de organisator Het OCMW van Schoten kan deze overeenkomst opzeggen en de opvang stopzetten wanneer: - ouders het huishoudelijk reglement en/of andere contractuele bepalingen niet naleven; - facturen gedurende 3 opeenvolgende maanden niet betaald worden; - geen gevolg gegeven wordt aan de mondelinge en schriftelijke verwittigingen van de verantwoordelijke van de opvang;

2018_04_18_RMW_O Pagina 425 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/426 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

- de ouders de noodzakelijke documenten (bv attest inkomenstarief) niet bezorgen aan de opvang. Wanneer de opvang overweegt om de schriftelijke overeenkomst op te zeggen omwille van bovenstaande redenen, dan krijgen de ouders een schriftelijke verwittiging. Wanneer de opvang beslist om de schriftelijke overeenkomst op te zeggen, dan krijgen de ouders een aangetekende brief met vermelding van de reden van de opzeg. De opzegtermijn bedraagt één maand en gaat in op de datum van verzending van de aangetekende brief. Het verzenden van de aangetekende brief kan worden vervangen door het overhandigen van een opzegbrief mits een kopie voor ontvangst wordt ondertekend door één van beide ouders (indien zij op het zelfde adres zijn gedomicilieerd) of de beide ouders (indien ze afzonderlijk zijn gedomicilieerd). De bepaling inzake opzegtermijn kan niet gerespecteerd worden indien er een beslissing is van Kind & Gezin tot opheffing van de vergunning. De bepalingen inzake opzegtermijn dienen niet gerespecteerd te worden indien de ouder een zware fout heeft begaan en de organisator deze kan aantonen. 7 TOT SLOT Dit huishoudelijk reglement is op 18 april 2018 goedgekeurd door Raad voor Maatschappelijk Welzijn van het OCMW van Schoten volgens de op dat moment geldende regelgeving en richtlijnen van Kind & Gezin. Alle regels over kinderopvang zijn te vinden op www.kindengezin.be. Ouders met vragen betreffende dit reglement kunnen terecht bij de verantwoordelijke.'

19. KINDEROPVANG.KINDERDAGVERBLIJF 'T BEERTJE.COLLECTIEVE

VORMINGSDAG KINDEROPVANGCARAVAN 19 OKTOBER 2018. GOEDKEURING

De Raad,

Mevrouw Lieve Verheyden, diensthoofd gezinszorg en kinderopvang, neemt deel aan de vergadering. Gelet op het jaarlijks terugkerend initiatief “De kinderopvangcaravan” georganiseerd door VVSG- Steunpunt Kinderopvang en Divercity , bestemd voor kinderbegeleiders die werken in de opvang van baby’s en peuters en tewerkgesteld binnen de lokale besturen; Overwegende dat deze vormingen worden gratis aangeboden; Gelet op het feit dat deze vorming op 19 oktober in Antwerpen wordt aangeboden en dit van 9u00 tot 16u30; Overwegende dat kinderdagverblijf ‘t Beertje in 2018 naar analogie van 2017 terug een collectieve vormingsdag wil organiseren voor al de kinderbegeleiders; Gelet op het feit dat dit betekent dat het kinderdagverblijf 't Beertje op 19 oktober 2018 gesloten zal zijn; Gezien het voordeel dat door deze collectieve vormingsdag geen overuren worden gedaan, die dan ook niet dienen gecompenseerd te worden; Gelet op het feit dat er geen inkomsten voor die dag en dit vergeleken met de inkomsten van 2016 waren een inkomstenverlies van 860,10 euro betekent; Gehoord raadslid Patrick Molle die vaststelt dat de ouders dan opvangproblemen hebben ; Gehoord mevrouw Lieve Verheyden die stelt dat er alternatief opvang kan verleend worden in het kinderdagverblijf De Koekoek of bij één de onthaalouders ; Gelet op de gevoerde bespreking;

2018_04_18_RMW_O Pagina 426 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/427 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

BESLUIT: Eenparig

Enig artikel: Goedkeuring te verlenen voor de collectieve vormingsdag “De kinderopvangcaravan” op 19 oktober 2018 georganiseerd door VVSG-Steunpunt Kinderopvang en Divercity , bestemd voor kinderbegeleiders van kinderdagverblijf ’t Beertje die werken in de opvang van baby’s en peuters en tewerkgesteld binnen de lokale besturen.

20. DIENST VOOR ONTHAALOUDERS. DIENSTVERLENING. SAMENWERKINGSOVEREENKOMST ORGANISATOR EN KINDERBEGELEIDER.

GOEDKEURING

De Raad,

Gelet op zijn besluit in zitting dd. 11.05.2016 houdende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst tussen de organisator, het OCMW van Schoten en de kinderbegeleider van de dienst voor onthaalouders; Overwegende dat deze overeenkomst tussen organisator en kinderbegeleider het sui generis statuut is en deze aangepast is aan het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby’s en peuters en de uitvoeringsbesluiten; Overwegende dat er naar aanleiding van de gewijzigde regelgeving het modeldocument samenwerking tussen organisator en kinderbegeleider werd aangepast naar een versie december 2017, met de nadruk op het sui generis statuut; Overwegende dat Kind en Gezin het advies geeft om alle bestaande kinderbegeleiders een nieuwe samenwerkingsovereenkomst te laten ondertekenen; Gelet op de gevoerde bespreking;

BESLUIT: Eenparig

Enig artikel: Goedkeuring te verlenen aan de samenwerkingsovereenkomst tussen de organisator, het OCMW van Schoten, en de kinderbegeleiders van de diesnt voor onthaalouders, van toepassing met ingang van 01.04.2018, en vast te stellen als volgt:

'Samenwerkingsovereenkomst tussen organisator en kinderbegeleider sui generis statuut

TUSSEN: 1. De organisator ………………………………………………………………………………………………... van …………………………………………………………...... , met secretariaat te ………………………………………………………………………………, hier vertegenwoordigd door ……………………………………………………………………. ……………………………………………………………………. hierna aangeduid als de organisator 2. De kinderbegeleider sui generis statuut ………………………………………………………….., wonende te ……………………………………………………………………………………. ○ organiseert de opvang in eigen woning ○ organiseert de opvang op een andere locatie met adres: ………………………………………………………...... ………………………………………………………………………………………………… hierna aangeduid als de kinderbegeleider

2018_04_18_RMW_O Pagina 427 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/428 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Wordt uiteengezet wat volgt: De kinderbegeleider heeft te kennen gegeven kinderen te willen opvangen in het kader van de door de overheid vergunde kinderopvang. Voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst heeft de organisator vastgesteld dat de kinderbegeleider voldoet aan de voorwaarden gesteld in het Besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby’s en peuters (hierna genoemd het Vergunningsbesluit) en aan de voorwaarden in het Besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 houdende de subsidies en de eraan gekoppelde voorwaarden voor de realisatie van specifieke dienstverlening door gezinsopvang en groepsopvang van baby’s en peuters (hierna genoemd het Subsidiebesluit). De organisator vraagt voor de locatie waarop door de kinderbegeleider opvang wordt georganiseerd een vergunning aan. De kinderbegeleider bezorgt de organisator alle voor deze vergunningsaanvraag noodzakelijke documenten. Tussen de partijen wordt overeengekomen wat volgt De kinderbegeleider zal alle wettelijke bepalingen uit het Vergunningsbesluit, het Subsidiebesluit en het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de subsidievoorwaarden voor buitenschoolse gezins- en groepsopvang (hierna genoemd het Subsidiebesluit BKO) en elke andere toepasselijke wetgeving volgen. Deze overeenkomst bevat ook een aantal aanbevelingen van de organisator. Met deze aanbevelingen geeft de organisator uitvoering aan de in de regelgeving opgelegde voorwaarden. De kinderbegeleider is tijdens de opvangmomenten effectief beschikbaar om kwalitatieve opvang aan te bieden. Hij/zij werd erop gewezen dat ingevolge het Vergunningsbesluit in elke leef- en rustruimte die de kinderen in de kinderopvanglocatie gebruiken, er tijdens de openingsuren geen andere activiteiten mogen plaatsvinden die niet gerelateerd zijn aan de kinderopvang.

Nadat de organisator vastgesteld heeft dat de kandidaat aan de wettelijke voorwaarden voldoet om als kinderbegeleider aanvaard te worden, wordt tussen de partijen de hierna vermelde overeenkomst gesloten. 1. Aard en doel van de samenwerking De taak van de organisator bestaat in het waarborgen van een kwaliteitsvolle opvang die voldoet aan de wettelijke voorwaarden en waarvan de vergunning van de kinderopvanglocatie en de subsidiëring van de organisator afhangt. Daartoe selecteert, vergoedt en begeleidt de organisator de kinderbegeleider, biedt hem/haar vormingsmogelijkheden en ziet hij toe op de kwaliteit van de opvang, dit alles onder de voorwaarden die door de wetgeving zijn vastgelegd. In het kader van de door de wetgever bepaalde opdracht sluit de organisator een overeenkomst met de kinderbegeleider die bevestigt kinderen te willen opvangen onder de wettelijke voorwaarden. De in deze overeenkomst opgenomen bepalingen hebben enkel tot doel erover te waken dat de door de kinderbegeleider uit te oefenen activiteit beantwoordt aan de wettelijke voorwaarden voor de opvang van kinderen die door de overheid worden gesteld en waarvan zij de vergunning en de subsidiëring van de organisator afhankelijk stelt. De aanbevelingen die in deze overeenkomst staan opgenomen maken concreet hoe de kinderbegeleider kan voldoen aan de wettelijke voorwaarden die de overheid oplegt. De bepalingen en aanbevelingen in deze overeenkomst kunnen niet beschouwd worden als de uitoefening van gezag door de organisator en/of de verantwoordelijke op de kinderbegeleider en hebben dat ook niet tot doel. De kinderbegeleider beschikt, mits het in acht nemen van de wettelijke voorwaarden, over de grootst mogelijke vrijheid m.b.t. het aantal op te vangen kinderen (mits inachtname van het wettelijk vastgelegde maximum en het in de vergunning vastgelegde maximum, o.a. gerelateerd aan de beschikbare infrastructuur en eventueel het attest draagkracht van de kinderbegeleider), de periodes van opvang, de dagen en uren tijdens dewelke opvang wordt verzekerd en de concrete omstandigheden waarin de opvang plaatsvindt. Het door de organisator uit te oefenen toezicht heeft uitsluitend tot doel na te gaan of de kinderbegeleider de kwaliteit van de opvang, waartoe hij/zij zich verbindt, realiseert en dit in het kader van de opdracht die door de bevoegde overheid aan de organisator werd gegeven. De samenwerking tussen de partijen kan niet gekwalificeerd worden als een arbeidsovereenkomst, maar moet gekwalificeerd worden als een overeenkomst voor het opvangen van kinderen buiten elke band van ondergeschiktheid. De kinderbegeleider, wiens vergunning is aangevraagd door de

2018_04_18_RMW_O Pagina 428 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/429 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 organisator, valt onder de toepassing van art. 3, 9° van het K.B. van 28 november 1969 tot uitvoering van de Wet van 27 juni 1969 tot herziening van de Besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en geniet van het bijzonder sociaal statuut voor onthaalouders. 2. Voorwaarden waaraan de kinderbegeleider dient te voldoen De kinderbegeleider verklaart bij de ondertekening van deze overeenkomst aan de wettelijke voorwaarden te voldoen en verbindt er zich toe bij de effectieve start van de opvang en tijdens de duur van de samenwerking aan alle wettelijke voorwaarden te blijven voldoen, zoals vermeld in o.a. het Vergunningsbesluit en in het Subsidiebesluit. Hij/zij zal de organisator onmiddellijk in kennis stellen van feiten of gebeurtenissen die van die aard zijn dat daardoor niet meer voldaan is aan de wettelijke voorwaarden. In het kader van haar wettelijke opdracht heeft de organisator het recht om tijdens de duur van de samenwerking na te gaan of de kinderbegeleider aan alle wettelijke voorwaarden blijft beantwoorden om als kinderbegeleider te blijven functioneren. De kinderbegeleider heeft aan de organisator een uittreksel uit het strafregister, model 596 Sv voor zichzelf en gezinsleden boven de 18 jaar bezorgd, of een gelijkwaardig attest uitgereikt door de bevoegde buitenlandse instantie voor wie niet in België gedomicilieerd is, waaruit blijkt dat de persoon van onberispelijk gedrag is om met kinderen om te gaan. Dit attest mag maximaal drie maanden oud zijn. De kinderbegeleider verbindt er zich toe om elke wijziging aan het uittreksel uit het strafregister van zichzelf en van alle gezinsleden boven de 18 jaar, te melden aan de organisator. Bovendien bezorgt de kinderbegeleider een nieuw uittreksel uit het strafregister, model 596 Sv of gelijkwaardig attest uit het buitenland aan de organisator. De kinderbegeleider heeft aan de organisator een attest van medische geschiktheid voor zichzelf en gezinsleden boven de 18 jaar met regelmatig direct contact met de opvangkinderen bezorgd. Dit attest is maximum 3 maand oud is. Uit dat attest blijkt dat de persoon geen fysieke en psychische beperking of aandoening heeft die de opgevangen kinderen in gevaar kan brengen, meer bepaald een attest A of B medische geschiktheid of een attest opgemaakt door een huisarts. De kinderbegeleider verbindt zich ertoe om elke wijziging aan het medisch attest van zichzelf en gezinsleden te melden aan de organisator en bezorgt een nieuw attest medische geschiktheid. 3. Opvangcapaciteit De organisator zorgt voor toeleiding van de kinderen naar de kinderbegeleider, maar geeft geen enkele garantie inzake het aantal kinderen. De kinderbegeleider beslist vrij over het al dan niet opvangen van kinderen die door de organisator zijn doorverwezen. Het aantal gelijktijdig opgevangen kinderen zal in geen geval het wettelijk vastgelegde maximum, noch het in de toegekende vergunning bepaalde maximum overschrijden. De kinderbegeleider beslist in welke opvang hij/zij wil voorzien: hetzij opvang van baby’s en peuters, hetzij opvang van schoolgaande kinderen, hetzij opvang overdag, hetzij tijdens de nacht en/of tijdens weekends, hetzij flexibele opvang, hetzij inclusieve opvang van kinderen met een specifieke zorgbehoefte. Ook beslist de kinderbegeleider vrij over de dagen en de uren waarop hij/zij opvang voorziet. Hij/zij informeert de organistor hieromtrent. De kinderbegeleider verbindt er zich toe, in het kader van de kinderopvang, uitsluitend kinderen via de organisator op te vangen. Indien de kinderbegeleider rechtstreeks gecontacteerd wordt door ouders i.v.m. de opvang van hun kind(eren), zal deze de ouders in contact brengen met de organisator. 4. Modaliteiten van opvang De kinderen worden opgevangen in de woning van de kinderbegeleider (of in geval opvang niet in de woning van de kinderbegeleider doorgaat - op een andere door hem/haar gekozen locatie). Deze woning of locatie voldoet aan de wettelijke voorwaarden (o.a. inzake infrastructuur, veiligheid en gezondheid). Binnen het wettelijk kader en rekening houdende met de bepalingen uit deze overeenkomst organiseert de kinderbegeleider volledig vrij de opvang en de opvangmodaliteiten (bv. inrichting leef- en slaapruimte voor de kinderen, eet- en slaapmomenten, activiteiten, toepasselijke gedragsregels,…). De kinderbegeleider geeft het gezin toegang tot alle ruimtes waar het kind wordt opgevangen. De kinderbegeleider legt zelf alle afspraken in wederzijds akkoord met de ouders vast i.v.m. de tijdstippen van opvang, d.w.z. de dag- en uurregeling. Deze afspraken worden vastgelegd in het zogenaamde opvangplan. De kinderbegeleider licht de organisator in over de gemaakte afspraken in het opvangplan met het oog op de toepassing van het sociaal statuut van onthaalouders. Hij/zij

2018_04_18_RMW_O Pagina 429 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/430 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 verbindt er zich t.a.v. de ouders toe de gemaakte afspraken na te komen. Het door de ouders en de kinderbegeleider afgesproken opvangplan wordt bevestigd in de schriftelijke overeenkomst die door de organisator en de ouders wordt ondertekend en die door de organisator wordt gebruikt om het wettelijk principe “opvang bestellen is opvang betalen” toe te passen. De kinderbegeleider beslist, in samenspraak met de ouders, zelf over de duur en het tijdstip van de vakantieperiodes tijdens de welke hij/zij geen kinderen opvangt. Hij/zij zal ervoor zorgen dat dit op voorhand met de ouders wordt afgesproken, zodat zij tijdig een oplossing voor de opvang van hun kind(eren) kunnen zoeken. In geval de kinderbegeleider op een bepaalde dag geen kinderen kan/wenst op te vangen, wordt dat vooraf met de ouders besproken, opdat zij een passende oplossing zouden kunnen vinden voor de opvang van hun kind(eren). Ook als door tijdelijke onbeschikbaarheid kind(eren) niet kunnen opgevangen worden, worden de ouders door de kinderbegeleider zo spoedig mogelijk verwittigd en wordt door de ouders en de kinderbegeleider een passende oplossing gezocht. De ouders kunnen in deze gevallen beroep doen op de organisator, die, in de mate van het mogelijke, een oplossing zoekt voor de opvang van het kind/de kinderen. Indien de kinderbegeleider beslist de opvang van een kind stop te zetten, dient dit door hem/haar minstens één maand vooraf aan de ouders meegedeeld te worden, opdat zij tijdig een andere oplossing zouden kunnen zoeken. Hij/zij brengt hiervan ook de organisator op de hoogte. De organisator zorgt voor betrokkenheid en participatie van de gezinnen. Concreet houdt dit in dat er regelmatig overleg is, dat er gecommuniceerd wordt met het gezin, minimaal over de pedagogische aanpak en omgang met het kind en als er problemen zijn met het kind. 5. Pedagogisch beleid Partijen komen overeen dat de kinderbegeleider overeenkomstig de wettelijke bepalingen terzake een pedagogisch beleid realiseert met het oog op: 1° het stimuleren van de ontwikkeling van de kinderen op lichamelijk, cognitief, sociaalemotioneel, communicatief, creatief en moreel vlak; 2° het bevorderen van het welbevinden en de betrokkenheid van de kinderen. De kinderbegeleider houdt bij de realisatie van dit pedagogisch beleid rekening met het aantal, het ontwikkelingsniveau, het ritme, de interesses, de behoeften en de eigenheid van de kinderen. Dit pedagogisch beleid bevat minstens de volgende aspecten: 1° het wennen; 2° een gevarieerd aanbod aan spelmateriaal, bewegings- en andere activiteiten, zowel voor binnen als voor buiten; 3° regelmaat in de dagindeling; 4° een methode om het welbevinden en de betrokkenheid van de kinderen na te gaan; 5° een taalbeleid dat de Nederlandse taalverwerving van elk kind stimuleert, met daarnaast positieve aandacht voor de taal die het kind in zijn thuismilieu spreekt; 6° het bevorderen van een onderling respectvolle houding; 7° de continuïteit in de begeleiding van de kinderen, zodat een relatie opgebouwd kan worden tussen de kinderen en de kinderbegeleider; 8° een actief, auditief en visueel toezicht, ook tijdens de slaapsituatie, en een permanente begeleiding van de kinderen. De organisator zorgt voor pedagogische ondersteuning bij het pedagogisch beleid. De organisator ontwikkelde in samenspraak met de kinderbegeleiders die hij begeleidt, een visie en een beleid omtrent het kwaliteitsvol organiseren van kinderopvang. Deze visie en dit beleid zijn vastgelegd in het kwaliteitshandboek, opgemaakt in opdracht van de overheid en conform de regelgeving. De organisator beveelt aan de kinderbegeleider aan deze visie en dit beleid te volgen en toe te passen. 6. Gezondheid, veiligheid en hygiëne Partijen komen overeen dat de opvang gebeurt in een infrastructuur die geschikt is om kwaliteitsvolle kinderopvang te organiseren en die een veilige en gezonde omgeving is. De kinderbegeleider zorgt voor een permanente begeleiding van de kinderen. Op basis van haar wettelijke opdracht maakt de organisator een risicoanalyse van de kinderopvanglocatie met een plan van aanpak, met tijdspad om de risico’s te beheersen. De risicoanalyse wordt uitgevoerd binnen een cyclus van maximum twee jaar.

2018_04_18_RMW_O Pagina 430 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/431 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Partijen komen overeen dat de kinderbegeleider de nodige medewerking verleent bij het opstellen van deze risicoanalyse en bij het realiseren van het plan van aanpak. De kinderen krijgen gezonde, gevarieerde en hygiënisch bereide voeding en drank. De kosten voor de maaltijden zijn ten laste van de kinderbegeleider. De ouders voorzien zelf in flesvoeding, dieet- en speciale voeding. Met het oog op de veiligheid en gezondheid van de kinderen zal niet gerookt worden in de opvanguimtes en zal daar ook geen rookgeur waar te nemen zijn (Wet van 2 december 2009 betreffende een algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van werknemers tegen tabaksrook). De kinderbegeleider beslist in samenspraak met de ouders in welke gevallen/omstandigheden een ziek kind wordt opgevangen. De kinderbegeleider maakt afspraken met de ouders i.v.m. de omstandigheden waarin de kinderbegeleider bij ziekte de huisarts van het kind kan contacteren. De eventuele dokterskosten en kosten voor medicatie zijn altijd ten laste van de ouders. De kinderbegeleider beslist vrij, in samenspraak met de ouders, of hij/zij al dan niet zal instaan voor het vervoer van de (schoolgaande) kinderen (van en naar school). Indien hij/zij beslist om in te staan voor dat vervoer, zal hij/zij erover waken alle wettelijke bepalingen in acht te nemen opdat de veiligheid van de kinderen wordt gegarandeerd. De organisator wordt door de kinderbegeleider geïnformeerd over de andere personen met regelmatig direct contact met de kinderen, zodat de organisator kan nagaan of deze personen voldoen aan de wettelijke voorwaarden. De kinderbegeleider bezorgt tijdig de wettelijk vereiste documenten over deze personen aan de organisator. 7. Taken van de organisator Overeenkomstig haar wettelijke opdracht biedt de organisator ondersteuning aan de kinderbegeleider. Deze ondersteuning kan niet beschouwd worden als de uitoefening van gezag door de organisator en/of de verantwoordelijke op de kinderbegeleider en heeft dat ook niet tot doel. Deze ondersteuning houdt in dat de organisator: - zorgt voor pedagogische ondersteuning bij het pedagogisch beleid; - er voor zorgt voor dat de werking en tevredenheid wordt geëvalueerd door elk gezin; - zorgt voor een opvolging van de draagkracht van de kinderbegeleider; - zorgt voor een jaarlijkse analyse van de vormingsbehoeften van de kinderbegeleider en voorziet in een aanbod dat tegemoet komt aan die behoeften; - een kwaliteitshandboek heeft met o.a. een procedure bij crisis en grensoverschrijdend gedrag; - een procedure voor klachtenbehandeling heeft; - zorgt voor een verantwoordelijke die de kwaliteitsvolle werking van de kinderopvanglocatie dagelijks regelt; - ter beschikking staat van de kinderbegeleider die steeds op haar beroep kunnen doen bij vragen, problemen of moeilijkheden; - er samen met de kinderbegeleider over waakt dat de opvang die door de kinderbegeleider wordt georganiseerd, voldoet aan de wettelijke voorwaarden en hem/haar daaromtrent advies en ondersteuning geeft, ook pedagogisch; - de nodige documenten ter beschikking stelt (inlichtingenfiche, aanwezigheidsregister, enz.) die de kinderbegeleider kan gebruiken; - voor de locatie een vergunning aanvraagt bij Kind en Gezin en alle administratieve verplichtingen inzake deze vergunning ten aanzien van Kind en Gezin opneemt. Partijen komen overeen dat de kinderbegeleider : - zal voldoen aan de wettelijke voorwaarden inzake opleiding en vorming met een minimum van 12u. De organisator beveelt de kinderbegeleider aan deel te nemen aan het vormingsaanbod dat zij hem/haar aanbiedt; - zal voldoen aan de wettelijke voorwaarden inzake kwaliteitsvolle opvang. Hij/zij kan hierbij een beroep doen op de (pedagogische) ondersteuning die de organisator aanbiedt; - zal zorgen dat er een aanwezigheidsregister is dat per dag aankomst- en vertrektijd van elk kind vermeldt; - in de loop van de opvangperiode de organisator de wettelijk vereiste documenten en gegevens zal bezorgen die voor het behoud van de vergunning noodzakelijk zijn (zowel voor zichzelf als voor de

2018_04_18_RMW_O Pagina 431 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/432 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 andere personen die in de kinderopvanglocatie regelmatig direct contact hebben met de opgevangen kinderen). De organisator treedt op als contactpersoon tussen de kinderbegeleider en de ouders. Indien zich vragen, problemen of moeilijkheden voordoen, kunnen zowel de kinderbegeleider als de ouders beroep doen op de organisator om een oplossing te vinden, in voorkomend geval te bemiddelen tussen de kinderbegeleider en de ouders. De organisator staat in voor het innen van de financiële bijdrage die ouders verschuldigd zijn voor de opvang van hun kind(eren), waarvan het bedrag wordt bepaald overeenkomstig de wettelijke bepalingen terzake. De organisator staat in voor het uitvoeren van de administratieve opdrachten die verbonden zijn aan het sociaal statuut van de onthaalouders. 8. Vergoeding Aan de kinderbegeleider wordt door de organisator maandelijks een onkostenvergoeding betaald per gepresteerde dag en per opgevangen kind. De betaling gebeurt op het rekeningnummer ………………………………………………… De vergoeding voor de opvangkosten wordt wettelijk bepaald en zal aangepast worden volgens de ter zake geldende bepalingen. Aan deze vergoeding worden door de organisator de door de toepasselijke wetgeving verschuldigde bijdragen van de kinderbegeleider in het kader van het sociaal statuut van onthaalouder eerst toegevoegd en dan ingehouden. Om de organisator toe te laten tijdig de betalingen aan de kinderbegeleider te verrichten en de financiële bijdrage van de gezinnen vast te stellen, dient de kinderbegeleider uiterlijk de 3e dag van elke maand prestatiebladen m.b.t. de vorige kalendermaand over te maken aan de organisator. Per kind wordt een prestatieblad opgemaakt met vermelding van de identiteit van het kind en het aantal aanwezige dagen/uren van de opvang. Die prestatiebladen dienen door de ouders ondertekend te zijn. Voor het bepalen van het aantal prestaties worden, overeenkomstig de wettelijke bepalingen terzake, de prestaties opvang van baby’s en peuters als volgt omgezet in dagen of daggedeeltes (per kalenderdag): - opvang van 0 tot 5 uren: 60% van de onkostenvergoeding - opvang van 5 tot 11 uren: 100% van de onkostenvergoeding - opvang van meer dan11 uren: 160% van de onkostenvergoeding Enkel voor opvang van schoolgaande kinderen kan een opvang van minder dan 3 uren een recht geven op 40% van de onkostenvergoeding. Voor flexibele opvangprestaties en inclusieve opvang kan een extra vergoeding toegekend worden, overeenkomstig de wettelijke bepalingen terzake. Overeenkomstig haar wettelijke verplichtingen sluit de organisator de volgende verzekeringen af: - een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid voor de schade die veroorzaakt wordt bij de uitbating van de kinderopvang door de kinderbegeleider en de personen die regelmatig in direct contact komen met de kinderen; - een verzekering lichamelijke ongevallen van de opgevangen kinderen; - een verzekering arbeidsongevallen voor de kinderbegeleider. 9. Vertrouwelijke informatie Vertrouwelijke informatie die de kinderbegeleider verneemt van de ouders of het kind, zal hij/zij niet kenbaar maken aan derden, tenzij, indien nuttig of nodig, aan de organisator. De organisator zal de ouders vragen dat zij vertrouwelijke informatie die zij over de kinderbegeleider vernemen, niet kenbaar maken aan derden, tenzij, indien nuttig of nodig, aan de organisator. 10. Duur en beëindiging van de samenwerking Elk van beide partijen kan deze overeenkomst beëindigen mits het geven van een opzeggingstermijn van één maand die schriftelijk aan de andere partij ter kennis zal worden gebracht. Deze opzeggingstermijn start op de eerste dag van de maand volgend op de dag waarop de opzegging wordt betekend. Elk van beide partijen kan deze overeenkomst onmiddellijk, zonder opzegging, beëindigen, indien de andere partij een zware tekortkoming begaat die de voortzetting van de samenwerking definitief en onmiddellijk onmogelijk maakt. Van dergelijke beëindiging moet per aangetekende brief met vermelding van de zware tekortkoming kennis gegeven worden aan de andere partij binnen één week

2018_04_18_RMW_O Pagina 432 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/433 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 na kennisname van de zware tekortkoming of, indien door de organisator een onderzoek wordt ingesteld naar bepaalde feiten, binnen één week na afronding van het onderzoek. Indien de organisator in kennis wordt gesteld van feiten die ernstige twijfels doen rijzen of de kinderen wel op gezonde, veilige, hygiënische en/of pedagogisch verantwoorde wijze door de kinderbegeleider worden opgevangen, heeft zij het recht om een onderzoek in te stellen naar die feiten. Dit onderzoek zal minstens een diepgaand gesprek met hem/haar behelzen. Tijdens de duur van het onderzoek kan de overeenkomst tijdelijk geschorst worden, d.w.z. dat tijdelijk geen kinderen door de kinderbegeleider worden opgevangen. Het onderzoek zal binnen een redelijke termijn worden afgerond, waarna een beslissing zal genomen worden omtrent het al dan niet beëindigen van de samenwerking, al dan niet op grond van een zware tekortkoming. 11. Toepasselijke wetgeving Beide partijen erkennen dat de vergunde en gesubsidieerde opvang van kinderen een door de Vlaamse overheid gereglementeerde activiteit is. Zij verbinden zich ertoe alle door de bevoegde instanties uitgevaardigde of in de toekomst nog uit te vaardigen bepalingen te respecteren. Ten informatieve titel worden de op het ogenblik van de ondertekening van deze overeenkomst toepasselijke besluiten als bijlage aan de overeenkomst toegevoegd. De kinderbegeleider erkent een exemplaar van het huishoudelijk reglement van de organisator ontvangen te hebben. 12. Geschillen De partijen zullen trachten alle geschillen in der minne te regelen. De kinderbegeleider kan bij klachten te allen tijde terecht bij de klachtendienst van Kind en Gezin. In geval van procedure is enkel hetzij het Vredegerecht van hetzij de Rechtbank van Eerste Aanleg van Antwerpen bevoegd, naar gelang van de waarde van het geschil.

Opgesteld te ………………………………………… op ………………………… in twee exemplaren, waarvan elke partij verklaart één exemplaar te hebben ontvangen.

Voor de organisator, De kinderbegeleider,

Vertegenwoordigd door ………………………………………….

Functie …………………….………………………………………

Bijlagen

1. Besluit Vlaamse Regering van 22 november 2013 houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby’s en peuters 2. Besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 houdende de subsidies en de eraan gekoppelde voorwaarden voor de realisatie van specifieke dienstverlening door gezinsopvang en groepsopvang van baby’s en peuters 3. Ministerieel besluit van 27 februari 2014 ter uitvoering van artikel 8, 11, 40, 43 en 73, van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, wat betreft de kwalificatiebewijzen en attesten 4. Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de voorwaarden voor erkenning en attest van toezicht en het kwaliteitsbeleid voor buitenschoolse gezinsopvang en groepsopvang 5. Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de subsidievoorwaarden voor buitenschoolse gezins- en groepsopvang 6. Huishoudelijk reglement, ter info'

2018_04_18_RMW_O Pagina 433 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/434 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

21. KINDERDAGVERBLIJF T BEERTJE. DIENSTVERLENING.

ACTIVITEITENVERSLAG FEBRUARI 2018. AKTENEMING.

De Raad neemt akte van het activiteitenverslag van het kinderdagverblijf 't Beertje met betrekking tot de maand februari 2018.

22. KINDERDAGVERBLIJF DE KOEKOEK. DIENSTVERLENING.

ACTIVITEITENVERSLAG FEBRUARI 2018. AKTENEMING.

De Raad neemt akte van het activiteitenverslag van het kinderdagverblijf De Koekoek met betrekking tot de maand februari 2018.

23. DIENST VOOR ONTHAALOUDERS. DIENSTVERLENING.

ACTIVITEITENVERSLAG FEBRUARI 2018. AKTENEMING.

De Raad neemt akte van het activiteitenverslag van de dienst voor onthaalouders met betrekking tot de maand februari 2018. Mevrouw Lieve Verheyden, diensthoofd gezinszorg en kinderopvang, meldt dat de bedoeling is om plaatsen van de meewerkende onthaalouders terug over te zetten naar de gewone onthaalouders. Zij zal dit agenderen ter kennisneming op een volgende raadszitting.

24. DIENSTENONDERNEMING GEZINNEN. DIENSTVERLENING.

ACTIVITEITENVERSLAG FEBRUARI 2018. AKTENEMING.

De Raad neemt akte van het activiteitenverslag van de dienstenonderneming voor gezinnen met betrekking tot de maand februari 2018.

25. DIENSTENONDERNEMING VOOR OUDEREN. DIENSTVERLENING.

ACTIVITEITENVERSLAG JANUARI + FEBRUARI 2018. AKTENEMING.

De Raad neemt akte van het activiteitenverslag van de dienstenonderneming voor ouderen met betrekking tot de maand januari en februari 2018.

Ouderenzorg 26. DIENST VOOR GEZINSZORG DIENSTVERLENING. ACTIVITEITENVERSLAG

JANUARI EN FEBRUARI 2018. AKTENEMING.

De Raad neemt akte van het activiteitenverslag van de dienst voor gezinszorg met betrekking tot de maanden januari en februari 2018.

27. AANVULLENDE THUISZORG. DIENSTVERLENING. ACTIVITEITENVERSLAG

JANUARI EN FEBRUARI 2018. AKTENEMING.

De Raad neemt akte van het activiteitenverslag van de aanvullende thuiszorg met betrekking tot de maanden januari en februari 2018.

2018_04_18_RMW_O Pagina 434 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/435 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Personeel 28. OVERDRACHT VAN AANDELEN VAN JOBPUNT VLAANDEREN - POOLSTOK.

GOEDKEURING.

De Raad,

Gelet op de toetreding van OCMW Schoten met ingang van 10.04.2014 tot Jobpunt Vlaanderen (Poolstok sinds de recentste naamswijziging) voor ondersteuning inzake het HR-beleid; Gelet op het feit dat openbare besturen vennoot kunnen worden door de éénmalige aankoop van aandelen in functie van de grootte van het bestuur; dat voor elke 10 personeelsleden in dienst 3 aandelen van elk €24,79 dienen aangekocht; Gezien deze berekening voor OCMW Schoten destijds resulteerde in de aankoop van aandelen ter waarde van: ((390 x personeelsleden : 10)(afronding naar hogere eenheid) x 24,79) x3 = 2.900,43 €; Gelet op de ondersteuning die Poolstok biedt in 15 P&O-domeinen (Personeel &Organisatie) aan meer dan 300 klanten, waarbij samen met 50 partners wordt gezocht naar de meest optimale en efficiënte P&O-oplossingen; Gezien Poolstok werkt voor Vlaamse (openbare) organisaties die aanbestedingsplichtig zijn en Poolstok daartoe raamcontracten afsluit met kwaliteitsvolle leveranciers en vermijdt dat de klant zelf overheidsopdrachten moet uitschrijven; dat derhalve de klant zich kan focussen op zijn P&O- vraagstuk en blijft hij gespaard van de administratieve rompslomp; Gelet op de beslissing van het OCMW Schoten en het OCMW Wijnegem respectievelijk op datum van 22.11.2017 en 13.11.2017 om met ingang van 01.01.2018, overeenkomstig Titel VIII, Hoofdstuk I van het decreet betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn van 19.12.2008, een vereniging met publiekrechtelijk karakter op te richten, nl. de “Woonzorggroep Voorkempen”; Gelet op de operationele opstart van de Woonzorggroep Voorkempen op 1 juli 2018; Gezien de overdracht van 125 contractuele medewerkers van OCMW Schoten naar de Woorzorggroep Voorkempen +/- 95 VTE vertegenwoordigen; Gezien de ter beschikking gestelde statutairen op de payroll van OCMW Schoten blijven en niet meetellen in de berekening van een overdracht van aandelen; Gelet op de gevoerde bespreking;

BESLUIT: Eenparig

Artikel 1: Onderstaand volume aandelen van het OCMW van Schoten bij Poolstok wordt overgedragen aan de Woonzorggroep Voorkempen :

(95 : 10) x 3 = 28,5 of afgerond 29 aandelen x 24,79 euro = 718,91 euro.

29. PERSONEELSFORMATIE. WIJZIGING. GOEDKEURING.

De Raad,

Gelet op huidige personeelsformatie, laatst gewijzigd bij raadsbesluit dd. 08.11.2017 ;

2018_04_18_RMW_O Pagina 435 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/436 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Overwegende dat voormelde wijziging van de personeelsformatie tot doel had om een nieuwe organisatiestructuur uit te zetten, rekening houdend met enerzijds de synergie met de gemeente, en anderzijds de geplande oprichting van een OCMW-vereniging. In de plaats van de voormalige departementen ‘gezinszorg en kinderopvang en ‘ouderenzorg’ kwamen de departementen ‘zorg en welzijn’ en ‘RIZIV-gerelateerde zorgvoorzieningen’ ; Gelet op zijn besluit in zitting dd. 10.01.2018 houdende akkoord met de ter beschikking stelling en/of overdracht van een aantal personeelsleden van de ondersteunende diensten naar de in oprichting zijnde woonzorggroep Voorkempen. Bedoeling is dat deze medewerkers worden overgeheveld naar het departement ‘RIZIV-gerelateerde zorgvoorzieningen’ zodat zij vallen onder de rechtspositieregeling van het bijzonder personeel ; Gezien, door het wegvallen van een aantal medewerkers in de organisatie per 01.07.2018, in hun vervanging moet worden voorzien ; Gelet op het gepleegde overleg met het gemeentebestuur op 20.02.2018, waarbij werd afgesproken om volgende nieuwe gelijkwaardige functies te voorzien in de personeelsformatie van het OCMW, zijnde deze van stafmedewerker personeelszaken, boekhouder en technisch opzichter gebouwen ; Gezien bovendien op korte termijn wordt voorzien in de aanwerving van een voltijdse contractuele ICT-medewerker in het kader van de sociale maribel, die per 01.07.2018 zal overgeheveld worden naar de woonzorggroep ; Gelet op het voorstel om in het departement 'RIZIV-gerelateerde zorgvoorzieningen, de dienst 'Ondersteunende diensten' te voorzien onder dewelke de de medewerkers die worden overgeheveld en /of ter beschikking worden gesteld van de OCMW-vereniging, worden ondergebracht ; Gelet op het voorstel om op het departement sociale zaken, ter versterking, een voltijdse contractuele functie van beleidsmedewerker sociale zaken te voorzien op B4-B54-niveau. Bijkomend wordt, op aangeven van de inspectie, eveneens een aparte 'Instelling voor schuldbemiddeling' opgenomen onder leiding van de hoofdmaatschappelijk werker ; Overwegende dat daarnaast, in samenspraak met het gemeentebestuur, de huidige secretariaatsmedewerker wordt ondergebracht onder het departement ‘zorg en welzijn’ ; Gelet bovendien op de uitgebreide administratieve diensten in het nieuwe departement ‘zorg en welzijn’, waardoor de noodzaak zich voordoet om een statutaire functie van hoofdmedewerker zorg en welzijn te voorzien op C4-C5-niveau voor de coördinatie van de administratie. Na bevordering van een voltijdse medewerker, zal aansluitend deze functie geschrapt worden uit de personeelsformatie zodat de financiële meerkost beperkt blijft ; Gezien tot slot de functies van zowel OCMW-secretaris als financieel directeur uitdovend worden geplaatst. In de plaats van de financieel beheerder wordt een voltijdse contractuele functie van financieel verantwoordelijke voorzien ; Gelet op het opgemaakte inhoudelijke verantwoording van de wijziging van de personeelsformatie dd. 26.02.2018, opgemaakt door de OCMW-secretaris, met bijhorende verantwoording van de financiële haalbaarheid, het overzicht van de huidige en de nieuwe personeelsformatie en het nieuwe organogram ; Gelet op de voorbespreking van de wijziging van de personeelsformatie in zitting van het managementteam dd. 19.02.2018 en de aanvullende bespreking in zitting dd. 12.03.2018 ; Gezien de wijziging van de personeelsformatie, rekening houdend met de gemelde premissen in de financiële verantwoording, financieel haalbaar is ; Gezien het tot de uitsluitende bevoegdheid van de Raad voor maatschappelijk welzijn behoort om over te gaan tot de vaststelling van de personeelsformatie ; Gelet op zijn principieel akkoord in zitting dd. 07.03.2018 om tot wijziging van de personeelsformatie over te gaan ;

2018_04_18_RMW_O Pagina 436 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/437 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Gelet op art. 270 van het OCMW-decreet dat stelt dat alleen een definitieve beslissing tot wijziging van de personeelsformatie kan genomen worden als de wijziging van de personeelsformatie voorafgaandelijk voor advies werd voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen ; Gelet op het gunstig advies van het college van burgemeester en schepenen van Schoten in zijn zitting dd. 20.03.2018 ; Gelet op het gunstig advies van het basisoverlegcomité van het OCMW van Schoten in zijn zitting dd. 13.03.2018 ; Gelet op artikel 102 en 116 van het OCMW-decreet; Gelet op artikel 3 tot en met 7 van het besluit van de Vlaamse Regering dd. 12.11.2010 houdende minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn ; Gelet op de gevoerde bespreking ;

BESLUIT: Eenparig

Artikel 1 : Verleent goedkeuring aan de inhoudelijke verantwoording van de wijziging van de personeelsformatie dd. 26.02.2018, opgemaakt door de OCMW-secretaris, met bijhorende financiële verantwoording, het overzicht van de huidige en toekomstige personeelsformatie en het nieuwe organogram. Artikel 2 : De personeelsformatie van de stafdiensten, de departementen logistiek, personeelszaken, financiën en sociale zaken van het OCMW wordt gewijzigd en vastgesteld als volgt : A. In statutair dienstverband 1. Administratief personeel - 1 vte OCMW-secretaris volgens decretale bepalingen (uitdovend) - 1 vte financieel beheerder volgens decretale bepalingen (uitdovend) 1.1. Staffuncties - 1 vte veiligheids- en informaticaconsulent B4-B5 (uitdovend blokkerend) (alternerend met veiligheidsconsulent) 1.2. Departement logistiek - 1 vte onthaalmedewerker C1-C2-C3 1.3. Departement personeelszaken - 1 vte adm.medewerker personeelszaken C1-C2-C3 - 0,6 vte adm. medewerker personeelszaken- C1-C2-C3 (uitdovend blokkerend) 1.4. Departement financiën - 1 vte hoofdmedewerker financiën C4-C5 - 2 vte administratief medewerker financiën C1-C2-C3 1.5. Departement sociale zaken - 1 vte hoofd sociale zaken A1a-A2a-A3a Secretariaat - 1 vte hoofdmedewerker sociale zaken C4-C5 - 1 vte administratief medewerker sociale C1-C2-C3 (uitdovend) zaken - 1 vte adm. medewerker sociale zaken C1-C2-C3 maatschappelijke dienstverlening - 1 vte hoofdmaatschappelijk werker sociale B4-B5 Zaken - 4 vte maatschappelijk werker sociale zaken B1-B2-B3 2.Technisch personeel 2.1. Departement logistiek Technische dienst

2018_04_18_RMW_O Pagina 437 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/438 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

- 1 vte ploegbaas D4-D5 - 2 vte stielman D1-D2-D3 Schoonmaakdienst - 0,5 vte schoonmaker E1-E2-E3 (uitdovend blokkerend) B. In contractueel dienstverband 1. Administratief personeel 1.1. Staffuncties - 1 vte veiligheids- en informaticaconsulent B4-B5 (alternerend met veiligheidsconsulent) - 1 vte veiligheidsconsulent B1-B2-B3 (alternerend met veiligheids- en informatica- consulent) - 1 vte ICT-medewerker C1-C2-C3 - 1 vte communicatieambtenaar B2-B2-B3 1.2. Departement logistiek - 2 vte administratief medewerker logistiek C1-C2-C3 1.3. Departement personeelszaken - 1 vte directeur personeelszaken A1a-A2a-A3a - 1 vte stafmedewerker personeelszaken B1-B2-B3 - 1,8 vte adm. medewerker personeelszaken C1-C2-C3 1.4. Departement financiën - 1 vte financieel verantwoordelijke A1a - A2a - A3a - 1 vte boekhouder B1-B2-B3 - 1 vte administratief medewerker financiën C1-C2-C3 1.5. Departement sociale zaken - 1 vte beleidsmedewerker sociale zaken B4-B5 Secretariaat - 1,5 vte adm.medewerker sociale zaken C1-C2-C3 maatschappelijke dienstverlening - 7,7 vte maatsch. werker sociale zaken B1-B2-B3 - 1,5 vte maatschappelijk werker LOI B1-B2-B3 2. Technisch personeel 2.1. Departement logistiek - 1 vte technisch opzichter gebouwen B1-B2-B3 Technische dienst - 3 vte stielman D1-D2-D3 - 3 vte helper E1-E2-E3 Schoonmaakdienst - 0,5 vte teamleider schoonmaak D1-D2-D3 - 4,8 vte schoonmaak E1-E2-E3 Artikel 3 : Verleent zijn goedkeuring aan de toevoeging van een afdeling 'Ondersteunende diensten' aan de personeelsformatie van het departement 'RIZIV-gerelateerde zorgvoorzieningen' en stelt deze vast als volgt : A. In statutair dienstverband - 1 vte directeur ondersteunende diensten A1a-A2a-A3a - 1 vte boekhouder B1-B2-B3 - 1 vte hoofdmedewerker logistiek C4-C5 - 1 vte hoofdmedewerker personeelszaken C4-C5 - 2 vte adm. medewerker personeelszaken C1-C2-C3 - 1 vte stielman D1-D2 B. In contractueel dienstverband - 2 vte stielman D1-D2 Artikel 4: Verleent goedkeuring aan de wijziging en vaststelling van de personeelsformatie van het secretariaat van het departement 'Zorg en Welzijn' van het OCMW als volgt :

2018_04_18_RMW_O Pagina 438 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/439 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

A. In statutair dienstverband - 1 vte hoofdmedewerker zorg en welzijn C4-C5 - 1 vte adm. medewerker kinderdagverblijven- C1-C2-C3 (uitdovend blokkerend) - 2 vte adm. medewerker pensioenen en C1-C2-C3 en sociale premies - 0,9 vte administratief medewerker C1-C2-C3 (uitdovend blokkerend) - 0,5 vte administratief assistent D1-D2-D3 (uitdovend blokkerend) B. In contractueel dienstverband - 0,5 vte adm. medewerker opvanggezinnen C1-C2-C3 - 1 vte adm. medewerker kinderdagverblijven C1-C2-C3 - 3 vte administratief medewerker C1-C2-C3 Artikel 5. : bevestigt de volgende contractuele betrekkingen, buiten de personeelsformatie, die begeven worden in het kader van werkgelegenheidsmaatregelen van hogere overheden: 1. Administratief personeel 1.1. Departement sociale zaken - 1 vte administratief medewerker C1-C2-C3 (sociale maribel) - 1 vte maatschappelijk werker sociale zaken B1-B2-B3 (sociale maribel) 1.2. Departement RIZIV-gerelateerde zorgvoorzieningen - 0,5 vte administratief medewerker C1-C2-C3 (sociale maribel) - 1 vte ICT-medewerker WZC C1-C2-C3 (sociale maribel) 2. Technisch personeel 2.1. Departement RIZIV-gerelateerde zorgvoorzieningen - 1 vte autovoerder E1-E2-E3 (sociale maribel) 2.2. Departement zorg en welzijn Thuiszorg - 34 vte huishoudhulpen met dienstencheques E1-E2-E3 3. Verplegend en verzorgend personeel 2.1. Departement RIZIV-gerelateerde zorgvoorzieningen Woon- en zorgcentrum Verbert – Verrijdt - 2 vte zorgkundige C1-C2/D1-D2-D3 (sociale maribel) 2.2. Departement zorg en welzijn Gemandateerde voorziening - 1 vte doelgroepmedewerker D1-D2-D3 Dienst voor onthaalouders - 2 vte kinderbegeleiders gezinsopvang E1-E2-E3 (proefproject t/m 31.12.2018) Artikel 6 : Voor de invulling van de op dit ogenblik openstaande functies in de personeelsformatie wordt het volgende tijdspad voor aanwervingen en bevorderingen in de opgemaakte financiële verantwoording definitief voorzien : 1) Onmiddellijke invulling van de volgende functies : a. 1 vte contractueel financieel verantwoordelijke b. 1 vte conctractueel boekhouder c. 1 vte statutair hoofd zorg en welzijn d. 1 vte contractueel beleidsmedewerker sociale zaken d. 1 vte contractueel maatschappelijk werker sociale zaken e. 1 vte hoofdmedewerker sociale zaken f. 1 vte hoofdmedewerker zorg en welzijn e. 1 vte contractueel ICT-medewerker WZC 2) Invulling van volgende vacante betrekkingen wordt afhankelijk gesteld van de resultaten van de geplande besprekingen in het kader van de synergie met de gemeente en derhalve voorlopig niet ingevuld: a. 1 vte contractueel technisch opzichter gebouwen

2018_04_18_RMW_O Pagina 439 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/440 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 b. 1 vte contractueel stafmedewerker personeelszaken a. 0,7 vte contractueel administratief medewerker personeelszaken b. 1 vte statutair administratief medewerker financiën c. 2 vte contractuele stielmannen 3) Invulling van volgende vacante betrekkingen wordt afhankelijk gesteld van de vraag naar extra dienstverlening in de zorg aan huis : 5,30 vte contractuele thuisverzorger 4) Invulling van volgende vacante betrekking wordt afhankelijk gesteld van de mogelijkheid om uitvoeren takenpakket te realiseren op alternatieve manier : - 1,2 vte contractuele schoonmaakster RIZIV-gerelateerde zorgvoorzieningen. Hier bestaat het alternatief in tewerkstellingen in kader van artikel 60, §7 van de organieke wet f) Aanvulling van deeltijdse naar voltijdse tewerkstellingen na pensionering of vraag naar verhoging arbeidstijd van huidige titularissen : a. 0,2 vte contractueel klinisch psycholoog b. 0,1 vte statutair administratief medewerker zorg en welzijn c. 0,2 vte statutair administratief medewerker pensioenen en sociale premies d. 0,2 vte contractuele medewerker hoteldienst 5) Inwisseling 0,5 vte zorgkundige in het dagverzorgingscentrum door een 0,5 vte verpleegkundige in geval van noodzaak. 6) Ambtshalve invulling van de statutaire functie van Directeur ondersteunende diensten na neerlegging mandaat OCMW-secretaris.

30. RECHTSPOSITIEREGELING GEMEENTEPERSONEEL. WIJZIGING. ADVIES.

De Raad,

Gelet op de vraag van het gemeentebestuur van Schoten bij brief dd. 12.03.2018 tot advies over een aantal geplande wijzigingen aan de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel; Overwegende dat deze wijzigingen betrekking hebben op: - opmerkingen toezicht - wijzigingen vorming - verwijdering bijlage maaltijdcheques Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 06.03.2018; Gelet op artikel 270 van het gemeentedecreet; Gelet op de gevoerde bespreking;

BESLUIT: Eenparig

Artikel 1: Gunstig advies te verlenen aan onderstaande wijzigingen aan de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel van de gemeente Schoten: - aanpassingen naar aanleiding van opmerkingen toezicht, - aanpassingen naar aanleiding van wijziging van het vormingsreglement, - verwijdering van de bijlage maaltijdcheques. Artikel 2: Een voor eensluidend afschrift van onderhavige beslissing wordt voor verder gevolg overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen te Schoten.

2018_04_18_RMW_O Pagina 440 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/441 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

31. RECHTSPOSITIEREGELINGEN. WIJZIGING. GOEDKEURING.

De Raad,

Gelet op de rechtspositieregeling van het specifiek en het bijzonder personeel, initieel goedgekeurd in zitting dd. 28.06.2011, met latere wijzigingen; Gelet op de rechtspositieregeling van het specifiek en het bijzonder personeel, initieel goedgekeurd in zitting van 28.06.2011, met latere wijzigingen; Gelet op zijn beslissing in zitting dd. 22.11.2017 houdende goedkeuring van de oprichting en toetreding, samen met het OCMW van Wijnegem, tot de publiekrechtelijke vereniging 'Woonzorggroep Voorkempen' ; Gelet op zijn besluit in zitting van 10.01.2018 houdende akkoord met de ter beschikkingstelling en/of overdracht van een aantal personeelsleden van de ondersteunende diensten naar de in oprichting zijnde woonzorggroep Voorkempen ; Gelet op zijn besluit in zitting van heden houdende goedkeuring van een wijziging van de personeelsformatie waarbij de betrokken medewerkers worden overgeheveld naar het departement ‘RIZIV-gerelateerde zorgvoorzieningen’ zodat zij vallen onder de rechtspositieregeling van het bijzonder personeel. In de ondersteunende diensten worden, waar nodig, én in samenspraak met het gemeentebestuur, nieuwe gelijkaardige functies voorzien in contractueel dienstverband, m.n. deze van stafmedewerker personeelszaken, technisch opzichter en boekhouder. Een aantal functies worden geschrapt, m.n. deze van statutair diensthoofd financiën en van statutair technisch coördinator. Bij het bijzonder personeel wordt een contractuele functie van ICT-medewerker WZC in het kader van de sociale Maribel voorzien die, na oprichting van de OCMW-vereniging, zal overgeheveld naar deze vereniging ; Gezien tevens, naar aanleiding van voormelde wijziging van de personeelsformatie onder het departement 'zorg en welzijn' een statutaire functie van hoofdmedewerker zorg en welzijn wordt voorzien en op het departement 'sociale zaken' een contractuele functie van beleidsmedewerker sociale zaken op B4-B5-niveau ; Gezien daarnaast de aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden van OCMW-secretaris en financieel beheerder geschrapt kunnen worden. In de plaats van de financieel beheerder komt een financieel verantwoordelijke op A-niveau. De intentie is om OCMW-secretaris, na neerlegging van het mandaat, ambtshalve ter herplaatsen naar het departement RIZIV-gerelateerde zorgvoorzieningen als voltijds statutair directeur ondersteunende diensten ; Overwegende dat de geplande wijzigingen aan de personeelsformatie een aantal wijzigingen in de rechtspositieregeling van het specifiek en gelijkgesteld personeel en in de rechtspositieregeling van het bijzonder personeel tot gevolg hebben ; Gelet op de bespreking in het managementteam dd. 19.02.2018 van de voorgestelde wijzigingen aan de rechtspositieregelingen ingevolge de geplande wijziging aan de personeelsformatie ; Gelet op de toelichtende nota dd. 26.02.2018 van de OCMW-secretaris met betrekking tot de voorgestelde wijzigingen aan de rechtspositieregelingen ingevolge de wijziging van de personeelsformatie ; Gezien het tot de uitsluitende bevoegdheid van de Raad voor maatschappelijk welzijn behoort om over te gaan tot de vaststelling van de rechtspositieregeling; Gelet op zijn besluit in zitting dd. 07.03.2018 houdende principieel akkoord tot wijziging van de rechtspositieregeling van het gelijkgesteld en specifiek personeel en tot wijziging van de rechtspositieregeling van het bijzonder personeel ; Gelet op artikel 270 van het OCMW-decreet dat stelt dat alleen een definitieve beslissing tot wijziging van de rechtspositieregeling waarbij wordt afgeweken van de rechtspositieregeling van het

2018_04_18_RMW_O Pagina 441 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/442 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 gemeentelijk personeel, kan genomen worden als de wijziging van de rechtspositieregeling voorafgaandelijk voor advies werd voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen ; Gelet op het gunstig advies van het college van burgemeester en schepenen in zijn zitting van 20.03.2018 met betrekking tot de in zitting van 07.03.2018 principieel goedgekeurde wijzigingen aan de rechtspositieregelingen, en het gunstig advies in zijn zitting van 27.03.2018 aan de wijziging van artikel 338 van de rechtspositieregeling van het bijzonder personeel. Gelet op het gunstig advies van het basisoverlegcomité van het OCMW in zijn zitting van 13.03.2018 met betrekking tot de de wijzigingen aan de bijlagen van de rechtspositieregelingen. Gelet op het afgesloten protocol 06/2018 in het syndicaal onderhandelingscomité van de gemeente van 13.03.2018 met betrekking tot de wijzigingen aan de rechtsposirieregelingen zelf ; dat bij deze gelegenheid de vakorganisaties eveneens akkoord gingen met een wijziging van artikel 338 van de rechtspositieregeling van het bijzonder personeel ; Gelet op artikel 104 van het OCMW-decreet; Gelet op de gevoerde bespreking ;

BESLUIT: Eenparig

Artikel 1: Verleent goedkeuring aan de volgende wijzigingen aan de rechtspositieregeling van het specifiek en het gelijkgesteld personeel van het OCMW van Schoten: a) In titel VIII. 'Verloven en afwezigheden' - hoofdstuk IX 'Het onbetaald verlof als recht' : Wijziging van de in artikel 303 opgenomen lijst van functies als volgt : 'Artikel 303. (…) Dit geldt voor volgende personeelsleden : - (...) - directeur personeelszaken - financieel verantwoordelijke (…) - diensthoofd financiën - beleidsmedewerker sociale zaken (…) - boekhouder - stafmedewerker personeelszaken - technisch opzichter gebouwen - hoofdmedewerker personeelszaken (…) - hoofdmedewerker logistiek (…) - technisch coördinator (…)’' b) In titel VIII. 'Verloven en afwezigheden' - hoofdstuk Xbis 'Vlaams Zorgkrediet' :

2018_04_18_RMW_O Pagina 442 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/443 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Wijziging van de in artikel 311 opgenomen lijst van functies als volgt : ‘Artikel 311. (…) Dit geldt voor volgende personeelsleden : - (...) - directeur personeelszaken - financieel verantwoordelijke (…) - diensthoofd financiën - beleidsmedewerker sociale zaken (…) - boekhouder - stafmedewerker personeelszaken - Technisch opzichter gebouwen - hoofdmedewerker personeelszaken (…) - hoofdmedewerker logistiek (…) - technisch coördinator (…)’' Artikel 2: Verleent goedkeuring aan de volgende wijzigingen aan de rechtspositieregeling van het bijzonder personeel: a) Wijziging van artikel 2. 10° als volgt : ‘Het personeel van het woon- en zorgcentrum en het centrum voor dagverzorging: de algemeen directeur ouderenzorg, de directeur ondersteunende diensten, de klinisch psycholoog, het verplegend, verzorgend en paramedisch personeel, de animatoren, de verantwoordelijke hoteldienst, de medewerkers hoteldienst, het schoonmaakpersoneel (incl. de teamleider schoonmaak), de autovoerder, de maatschappelijk werker, en het administratief personeel, de hoofdmedewerker logistiek, ICT-medewerker WZC, en de stielmannen van de RIZIV-gerelateerde zorgvoorzieningen.’ b) In titel VIII. 'Verloven en afwezigheden' - hoofdstuk IX 'Het onbetaald verlof als recht' : Wijziging de in artikel 294 opgenomen lijst van functies als volgt : ‘Artikel 294. (…) Dit geldt voor volgende personeelsleden : - algemeen directeur ouderenzorg - directeur ondersteunende diensten (…) - consulent thuiszorg - boekhouder

2018_04_18_RMW_O Pagina 443 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/444 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

(…) - hoofdmedewerker RIZIV-gerelateerde zorgvoorzieningen - hoofdmedewerker personeelszaken - hoofdmedewerker logistiek - hoofdmedewerker zorg en welzijn (…)’ c) In titel VIII. 'Verloven en afwezigheden' - hoofdstuk Xbis 'Vlaams Zorgkrediet' : Wijziging van de in artikel 301 opgenomen lijst van functies als volgt : ‘Artikel 301. (…) Dit geldt voor volgende personeelsleden : - algemeen directeur ouderenzorg - directeur ondersteunende diensten (…) - consulent thuiszorg - boekhouder (…) - hoofdmedewerker RIZIV-gerelateerde zorgvoorzieningen - hoofdmedewerker personeelszaken - hoofdmedewerker logistiek - hoofdmedewerker zorg en welzijn (…)’ d) In titel IX. 'Slotbepalingen' - hoofdstuk I 'Overgangsbepalingen' : Wijziging van artikel 338 als volgt 'Artikel 338 : Het personeelslid in dienst op 31.12.2010, evenals het schoonmaakpersoneel werkzaam in het woon- en zorgcentrum en in het centrum voor dagverzorging in dienst op 30.09.2017, en het personeel dat, ingevolge een wijziging van de personeelsformatie, goedgekeurd in zitting van heden, overkomt van de categorie gelijkgesteld en specifiek personeel, behoudt voor de verdere duur van de loopbaan bij het OCMW de regeling over het aantal feestdagen, die voor de datum van inwerkingtreding van BVR OCMW op grond van de plaatselijke rechtspositieregeling van kracht was.' Artikel 3 : Verleent goedkeuring aan volgende wijzigingen aan de hierna vermelde bijlagen van de rechtspositieregeling van het specifiek en het gelijkgesteld personeel van het OCMW van Schoten: 1. In bijlage I. Bijzondere benoemings- en bevorderingsvoorwaarden : a) Schrappen van de aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden van directeur personeelszaken (A1a- A2a-A3a) en van boekhouder (B1-B2-B3) onder de categorie ‘Statutair personeel – betrekkingen die bestaan bij de gemeente’ onder punt 1. ‘Administratieve graden’ en deze opnemen onder de categorie ‘contractueel personeel – betrekkingen die bestaan bij de gemeente’ onder punt 1. ‘Administratieve graden’. b) Voorzien van aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden voor de functie van stafmedewerker personeelszaken (B1-B2-B3) onder de categorie ‘contractueel personeel – betrekkingen die bestaan bij de gemeente’ onder punt 1. ‘Administratieve graden’ als volgt :

2018_04_18_RMW_O Pagina 444 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/445 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

‘Stafmedewerker personeelszaken (B1-B2-B3) Aanwerving 1° Houd(st)er zijn van een bachelordiploma van het hoger onderwijs van het korte type of gelijkwaardig onderwijs 2° Geslaagd zijn in een vergelijkend selectieproef : selectieprogramma (zie bevordering) Bevordering 1° 4 jaar niveauanciënniteit in een administratieve of technische graad van het niveau C of D en als laatste evaluatie gunstig gekregen hebben 2° Houd(st)er zijn van eenzelfde diploma zoals vereist bij aanwerving of Houd(st)er zijn van een diploma van HSO aangevuld met (een) bijkomende opleiding(en) van minimum 150 uur die inhoudelijk overeenstemmen met de kennisvereisten zoals voorzien in het functieprofiel (deze opleidingen worden bewezen aan de hand van getuigschriften, attesten of diploma’s) 3° Geslaagd zijn in een vergelijkend bevorderingsproef. Selectieprogramma: a) conversatieproef: ondervraging van de kandidaat over zijn motivatie, zijn interesse voor het werkterrein en toetsing van zijn profiel aan de vereisten van de functie (15 punten) b) assessment (35 punten) c) schriftelijke proef over de vakkennis nodig voor de uit te oefenen functie (25 punten) d) samenvatting en commentaar van een tekst over een onderwerp in verband met de uit te oefenen functie (25 punten) Bij alle schriftelijke proeven wordt rekening gehouden met de vorm, de redactie en de spelling van de tekst. Te behalen punten: minimum 50 % op iedere proef en 60% in totaal.’ c) Schrappen van de aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden van OCMW-secretaris, financieel beheerder, diensthoofd financiën (B4-B5) en van hoofdmedewerker personeelszaken (C4-C5) onder de categorie ‘Statutair personeel – specifieke functies’ onder punt 1. ‘Administratieve graden’. d) Schrappen van de aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden voor de functie van hoofdmedewerker logistiek (C4-C5) en technisch coördinator (C1-C2-C3) onder de categorie ‘statutair personeel – specifieke functies’ onder punt 2. ‘Technische graden’. e) Voorzien van aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden voor de functie van financieel verantwoordelijke (A1a-A2a-A3a) onder de categorie ‘contractueel personeel – specifieke functies’ onder punt 1. ‘Administratieve graden’ als volgt : ‘Financieel verantwoordelijke (A1a-A2a-A3a) Aanwerving 1° Houd(st)er zijn van een masterdiploma van universitair onderwijs of gelijkwaardig onderwijs 2° Geslaagd zijn in een vergelijkend selectieproef: selectieprogramma (zie bevordering). Bevordering 1° 4 jaar niveauanciënniteit in een administratieve of technische graad van niveau B of C en als laatste evaluatie gunstig gekregen hebben. 2° Houd(st)er zijn van eenzelfde diploma zoals vereist bij aanwerving

2018_04_18_RMW_O Pagina 445 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/446 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

of houd(st)er zijn van een diploma HSO aangevuld met (een) bijkomende opleiding(en) van minimum 300 uur die inhoudelijk overeenstemmen met de kennisvereisten zoals voorzien in het functieprofiel (deze opleidingen worden bewezen aan de hand van getuigschriften, attesten of diploma’s). 3° Geslaagd zijn in een vergelijkend bevorderingsproef. Selectieprogramma: a) conversatieproef: ondervraging van de kandidaat over zijn motivatie, zijn interesse voor het werkterrein en toetsing van zijn profiel aan de vereisten van de functie (15 punten) b) assessment (35 punten) c) schriftelijke proef over de vakkennis nodig voor de uit te oefenen functie (25 punten) d) samenvatting en commentaar van een tekst over een onderwerp in verband met de uit te oefenen functie (25 punten) Bij alle schriftelijke proeven wordt rekening gehouden met de vorm, de redactie en de spelling van de tekst. Te behalen punten: minimum 50 % op iedere proef en 60% in totaal.’ f) Voorzien van aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden voor de contractuele functie van beleidsmedewerker sociale zaken (B4 – B5) onder de categorie ‘contractueel personeel – specifieke functies’ onder punt 1. ‘Administratieve graden’ als volgt : ‘Beleidsmedewerker sociale zaken (B4-B5) Aanwerving 1° Houd(st)er zijn van een diploma van bachelor, een diploma van het hoger onderwijs van het korte type of een daarmee gelijkgesteld diploma. 2° 4 jaar ervaring hebben in de sector zorg- en welzijn in een gelijkwaardige functie op B- niveau. 3° Geslaagd zijn in een vergelijkende selectieproef: selectieprogramma (zie bevordering) Bevordering 1° 4 jaar niveauanciënniteit in een administratieve of technische graad van niveau B en als laatste evaluatie gunstig gekregen hebben 2° Houd(st)er zijn van eenzelfde diploma zoals vereist bij aanwerving 3° Geslaagd zijn in een vergelijkende bevorderingsproef. Selectieprogramma: a) conversatieproef: ondervraging van de kandidaat over zijn motivatie, zijn interesse voor het werkterrein en toetsing van zijn profiel aan de vereisten van de functie (15 punten) b) assessmentproef (35 punten) c) schriftelijke proef over de vakkennis nodig voor de uit te oefenen functie (25 punten) d) samenvatting en commentaar van een tekst over een onderwerp in verband met de uit te oefenen functie (25 punten) Bij alle schriftelijke proeven wordt rekening gehouden met de vorm, de redactie en de spelling van de tekst. Te behalen punten: minimum 50 % op iedere proef en 60% in totaal.’

2018_04_18_RMW_O Pagina 446 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/447 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 g) Voorzien van aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden voor de functie van technisch opzichter gebouwen (B1-B2-B3) onder de categorie ‘contractueel personeel – specifieke functies’ onder punt 2. ‘Technische functies’ als volgt : ‘Technisch opzichter gebouwen Aanwerving 1° Houd(st)er zijn van een bachelordiploma van het onderwijs van het korte type of gelijkwaardig onderwijs dat aansluit bij de functie, met name richting elektriciteit, elektromechanica of onderhoudstechnieken, bouwkunde, openbare werken, architectuur 2° In het bezit zijn van een rijbewijs categorie B 3° Geslaagd zijn in een vergelijkend selectieproef : selectieprogramma (zie bevordering) Bevordering 1° Vier jaar niveauanciënniteit in een administratieve of technische graad van niveau C of D en als laatste evaluatie gunstig gekregen hebben 2° Houd(st)er zijn van eenzelfde diploma zoals vereist bij aanwerving of Houd(st)er zijn van een diploma van HSO of gelijkwaardig, aangevuld met (een) bijkomende opleiding (en) van minimum 150 uur die inhoudelijk overeenstemmen met de kennisvereisten zoals voorzien in het functieprofiel (deze opleidingen worden bewezen aan de hand van getuigschriften, attesten en diploma’s) 3° In het bezit zijn van een rijbewijs categorie B 4° Geslaagd zijn in een vergelijkend bevorderingsproef. Selectieprogramma: a) conversatieproef: ondervraging van de kandidaat over zijn motivatie, zijn interesse voor het werkterrein en toetsing van zijn profiel aan de vereisten van de functie (15 punten) b) assessment (35 punten) c) schriftelijke proef over de vakkennis nodig voor de uit te oefenen functie (25 punten) d) samenvatting en commentaar van een tekst over een onderwerp in verband met de uit te oefenen functie (25 punten) Bij alle schriftelijke proeven wordt rekening gehouden met de vorm, de redactie en de spelling van de tekst. Te behalen punten: minimum 50 % op iedere proef en 60% in totaal.’ 2. In bijlage II. Refertesalarisschalen a) Onder de categorie ‘Statutair personeel’, ‘I. Administratieve graden’, ‘A. Administratief personeel’, bij de betreffende salarisschalen, schrappen van de functies van directeur personeelszaken (A1a-A2a- A3a), van boekhouder (B1-B2-B3), van diensthoofd financiën (B4-B5) en van hoofdmedewerker personeelszaken (C4-C5) b) Schrappen van de salarisschalen vermeld onder de categorie ‘Statutair personeel’, ‘II. Technische graden’, ‘A. Technisch personeel’ en de tekst ‘B. Werkliedenpersoneel’ c) Onder de categorie ‘Contractueel personeel’, ‘I. Administratieve graden’, ‘A. Administratief personeel’ opnemen van de functies van stafmedewerker personeelszaken en van boekhouder bij de vermelde refertesalarisschaal B1-B2-B3 d) Onder de categorie ‘Contractueel personeel’, ‘I. Administratieve graden’, ‘A. Administratief personeel’ het opnemen van de refertesalarisschaal A1a-A2a-A3a als volgt :

2018_04_18_RMW_O Pagina 447 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/448 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

'Directeur personeelszaken A1a aanvangsschaal (bij aanwerving en bevordering) Financieel verantwoordelijke A2a na minimum 4 jaar schaalanciënniteit in A1a en gunstige evaluatie

na minimum 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in A3a A1a en A2a en gunstige evaluatie' e) Onder de categorie ‘Contractueel personeel’, ‘I. Administratieve graden’, ‘A. Administratief personeel’ opnemen van de functie van beleidsmedewerker sociale zaken bij de vermelde refertesalarisschaal B4-B5. f) Onder de categorie ‘Contractueel personeel’, ‘II. Technische graden’ punt ‘B. Technisch personeel’ met opnemen van de refertesalarisschaal B1-B2-B3 als volgt :

'Technisch opzichter B1 aanvangsschaal (bij aanwerving en bevordering) gebouwen B2 na minimum 4 jaar schaalanciënniteit in B1 en gunstige evaluatie

na minimum 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in B3 B1 en B2 en gunstige evaluatie'

Artikel 4: Verleent goedkeuring aan volgende wijzigingen aan de hierna vermelde bijlagen van de rechtspositieregeling van het bijzonder personeel van het OCMW van Schoten: 1. In bijlage I. Bijzondere benoemings- en bevorderingsvoorwaarden : Onder de categorie ‘Statutair personeel’, ‘I. Administratieve graden’, onder punt 2. Hoofdmedewerker RIZIV-gerelateerde zorgvoorzieningen, aanvulling als volgt : ‘Hoofdmedewerker (RIZIV-gerelateerde zorgvoorzieningen/zorg en welzijn). (C4-C5)’ 2. In bijlage II. Refertesalarisschalen a) Onder de categorie ‘Statutair personeel’, ‘I. Administratieve graden’, ‘A. Administratief personeel’, bij de salarisschaal C1-C2-C3, schrapping van het woord ‘(uitdovend) ‘ bij de functie van administratief medewerker. b) Onder de categorie ‘Statutair personeel’, ‘I. Administratieve graden’, ‘A. Administratief personeel’, bij de salarisschaal C4-C5 toevoeging van de functies van hoofdmedewerker personeelszaken en van hoofdmedewerker zorg en welzijn. c) Onder de categorie ‘Statutair personeel’, ‘I. Administratieve graden’, ‘A. Administratief personeel’, bij de salarisschaal B1-B2-B3 toevoeging van de functie van boekhouder. d) Onder de categorie ‘Statutair personeel’, ‘I. Administratieve graden’, ‘A. Administratief personeel’ het opnemen van de refertesalarisschaal A1a-A2a-A3a als volgt :

'Directeur ondersteunende A1a aanvangsschaal (bij aanwerving en bevordering) diensten A2a na minimum 4 jaar schaalanciënniteit in A1a en gunstige evaluatie

na minimum 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in A3a A1a en A2a en gunstige evaluatie' e) Onder de categorie ‘Statutair personeel’, ‘II. Technische graden’ toevoeging van de woorden ‘A. Technisch personeel’ en hierin de refertesalarisschaal C4-C5 als volgt opnemen :

'Hoofdmedewerker logistiek C4 na bevordering C5 na minimum 9 jaar schaalanciënniteit in C4 en gunstige

2018_04_18_RMW_O Pagina 448 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/449 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

evaluatie' f) Onder de categorie ‘Statutair personeel’, ‘II. Technische graden’ toevoeging van de woorden ‘B. Werkliedenpersoneel’ en bij salarisschaal D1-D2-D3 toevoeging van de functie van stielman. g) Onder de categorie ‘Contractueel personeel’, ‘I. Administratieve graden’, ‘A. Administratief personeel’ opnemen van de functies van ICT-medewerker WZC bij de vermelde refertesalarisschaal C1-C2-C3 h) Onder de categorie ‘Contractueel personeel’, ‘II. Technische graden’ bij salarisschaal D1-D2-D3 toevoeging van de functie van stielman. Artikel 5: Afschrift van deze beslissing wordt voor verder gevolg overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen te Schoten en aan de gouverneur van de provincie Antwerpen.

32. ARBEIDSREGLEMENTEN. WIJZIGING. GOEDKEURING.

De Raad,

Gelet op de arbeidsreglementen van het specifiek personeel en gelijkgesteld personeel met de gemeente, van het bijzonder personeel en van de tewerkgestelden art. 60, §7, goedgekeurd in zijn zitting van 26.06.2012, en zijn latere wijzigingen; Gelet op zijn besluit in zitting dd. 08.11.2017 houdende goedkeuring van een wijziging aan de personeelsformatie waarbij de departementen ouderenzorg en gezinszorg en kinderopvang werden vervangen door het departement RIZIV-gerelateerde zorgvoorzieningen en het departement zorg en welzijn ; dat ter gelegenheid hiervan een aantal functies een nieuwe benaming kregen en er een nieuwe functie werd gecreëerd; Gelet op zijn beslissing in zitting van heden houdende een nieuwe wijziging van de personeelsformatie waarbij een aantal nieuwe functies worden gecreëerd en een aantal functies geschrapt en de administratief medewerker staf wordt overgeheveld als administratief medewerker naar het departement 'zorg en welzijn' ; Gelet op de hoofdstukken 6 'Diensthoofden en verantwoordelijken' van de verschillende arbeidsreglementen, waarin de bepalingen met betrekking tot het toezicht en het gezag van de diensthoofden over de personeelsleden worden vastgelegd ; dat de betreffende bepalingen in overeenstemming moeten gebracht worden met de gewijzigde personeelsformatie; Gelet op de akteneming in zijn zitting van 21.02.2018 van het verzoek van één van de aangestelde vertrouwenspersonen om ontheven te worden van zijn taak ; dat derhalve de arbeidsreglementen hiermee in overeenstemming moeten gebracht worden; Gelet op de nauwere samenwerking tussen gemeente en OCMW Schoten naar aanleiding van het decreet lokaal bestuur; Gelet op de verschillen tussen gemeente en OCMW Schoten inzake de bepalingen in de arbeidsreglementen inzake vorming en gebruik dienstvoertuigen voor personeelsleden; Gelet op het voorstel van de werkgroep rechtspositieregeling, samengesteld uit leden van gemeente en OCMW, voor een uniform vormingsreglement voor beide besturen; Gelet op de aanpassingen die hiervoor nodig zijn aan de arbeidsreglementen; Gelet op de gevoerde bespreking in het managementteam van 29.01.2018 en 19.02.2018; Gelet op het gunstig advies van het basisoverlegcomité van het OCMW in zijn zitting van 13.03.2018 zodat de wijzigingen met betrekking tot het toezicht en het gezag kunnen ingevoerd worden met ingang van 01.05.2018;

2018_04_18_RMW_O Pagina 449 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/450 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Gelet op de intentie om het nieuwe vormingsreglement van kracht te laten gaan op 01.07.2018; Gelet op de gevoerde bespreking;

BESLUIT: Eenparig

Artikel 1: Verleent zijn goedkeuring aan de volgende wijzigingen, door te voeren in het arbeidsreglement van het specifiek en gelijkgesteld personeel met de gemeente: a) Wijziging en vaststelling van artikel 15 als volgt : 'Artikel 15: Contactpersonen (...) Vertrouwenspersonen: OCMW schoten: - Marleen De Vogel, stafmedewerker personeelszaken telnr. 03/680.07.78 IGEAN: - Maria Frederika Rousseeuw, psycholoog, telnr. 03/350.08.30 (...)' b) Wijziging van de titel van hoofdstuk 5 naar 'Burotica en gebruik dienstvoertuigen' en wijziging van artikels 18 t/m 25 met ingang van 01.07.2018 als volgt: 'Artikel 18 t/m 25: Opgeheven. Artikel 18: gebruik dienstvoertuigen §1. Algemene bepalingen: - Privégebruik van een dienstvoertuig tijdens en na de diensturen is ten strengste verboden. - Alleen personen die beschikken over het vereiste rijbewijs mogen het voertuig besturen. - Wie gebruik maakt van een dienstvoertuig of in opdracht rijdt van het bestuur, leeft de verkeersregels na. - Verkeersboetes moeten door de bestuurder zelf worden betaald. §2. Gebruik van rittenboekje: alle dienstvoertuigen dienen een rittenboekje te bevatten waarin elke gebruiker de informatie over de verplaatsing nauwkeurig noteert (o.a. naam bestuurder, datum, uur vertrek, uur aankomst, bestemming, kilometerstand, …). De verantwoordelijke diensthoofden houden op regelmatige basis controle op het correct gebruik van de dienstvoertuigen en rittenboekjes. Volle rittenboekjes worden door de verantwoordelijke diensthoofden bewaard en moeten op ieder ogenblik bij controle kunnen worden getoond. §3. Gebruik van tankkaart: de verantwoordelijken van de diensten die over dienstvoertuigen beschikken, bepalen wie een persoonlijke tankkaart ter beschikking krijgen. De personeelsleden tekenen voor ontvangst van de kaart en de bijhorende pincode. Elke tankbeurt dient gestaafd te worden met een ticket dat bij de verantwoordelijke dient binnengebracht te worden. Aan de hand van deze tickets wordt de factuur gecontroleerd. §4. Bij misbruik stelt men zich bloot aan sancties. Artikel 19 t/m 25: Opgeheven.' c) Wijziging van artikel 26 met betrekking tot de diensthoofden en verantwoordelijken met ingang van 01.05.2018 als volgt : 'Artikel 26: De personeelsleden werken onder toezicht en gezag van de hiernavolgende diensthoofden of verantwoordelijken:

2018_04_18_RMW_O Pagina 450 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/451 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Diensthoofd / Verantwoordelijke Personeelsleden Secretaris Veiligheids- en informaticaconsulent / veiligheidsconsulent, ICT-medewerker,

communicatieambtenaar, administratief medewerker stafdiensten, hoofd zorg en welzijn, directeur personeelszaken, hoofd sociale zaken, administratief medewerkers logistiek, onthaalmedewerkers, teamleider schoonmaak, schoonma(a)k(st)ers, hoofdmedewerk(st)er logistiek / technisch coördinator Financieel beheerder Diensthoofd financiën / boekhouder, hoofdmedewerk(st)er financiën Administratief medewerkers financiën Diensthoofd financiën / hoofdmedewerk(st)er financiën / financieel beheerder Ploegbaas Hoofdmedewerk(st)er logistiek / technisch coördinator Ploegbaas Technische dienst

Hoofdmedewerk(st)er personeelszaken Directeur personeelszaken

Hoofdmedewerk(st)er Administratief medewerkers personeelszaken personeelszaken

Hoofd sociale zaken Hoofdmaatschappelijk werker sociale zaken, hoofdmedewerk(st)er sociale zaken, maatschappelijk

werk(st)ers lokaal opvanginitiatief

Administratief medewerkers secretariaat sociale zaken Hoofdmedewerk(st)er sociale zaken / hoofd sociale zaken Hoofdmaatschappelijk werk(st)er Maatschappelijk werk(st)ers sociale zaken sociale zaken

Beleidsmedewerker zorg en welzijn, seniorenconsulent, Algemeen directeur ouderenzorg coördinator vrijwilligerswerk andersvalidenwerking, Hoofd zorg en welzijn administratief medewerker pensioenen en sociale premies' d) Wijziging van artikel 69 met ingang van 01.07.2018 als volgt: 'Artikel 69 §1. Voor de hierna volgende aangelegenheden krijgt het personeelslid dienstvrijstelling : - … - studieverlof ten belope van maximum 5 werkdagen per leerjaar voor af te leggen examens op voorwaarde dat de opleiding waarvoor het studieverlof wordt aangevraagd, over een heel schooljaar loopt. overeenkomstig artikel 352 van de Rechtspositieregeling. (...)'

2018_04_18_RMW_O Pagina 451 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/452 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 e) Wijziging van artikel 71 met ingang van 01.07.2018 als volgt : 'Artikel 71 (…) Wanneer vorming wordt gevolgd buiten Schoten wordt er niet in- of uitgetikt. De gepresteerde uren worden door de personeelsdienst, op aangeven van het diensthoofd, in het tijdsregistratiesysteem ingebracht. Registratie van vormingsuren gebeurt overeenkomstig het vormingsreglement (zie bijlage).' f) Schrapping van artikel 85 en 86 met ingang van 01.07.2018: 'Artikel 85: extra uren Prestaties geleverd boven de 38 uren per week zijn extra uren. Arbeid geleverd voor het uitvoeren van werken die wegens hun aard niet mogen worden onderbroken (begrensd tot 12 uur per dag en 50 uren per week), moet op gewone vraag van de directe chef worden uitgevoerd. Opgeheven. Artikel 86: regeling extra uren Extra uren moeten, tijd om tijd, gecompenseerd worden binnen het jaar nadat zij gemaakt werden. Indien verenigbaar met de dienstnoodwendigheden worden de extra uren tengevolge van het volgen van vorming gecompenseerd gedurende de werkdag die volgt op de vormingsdag. Personeelsleden, aan wie het omwille van dienstnoodwendigheden niet kan toegelaten worden dat zij per uur compenseren, dienen hun extra uren per groep van 7 uur 36 minuten te compenseren. Opgeheven.' g) Schrapping van artikel 95 t/m 102 met ingang van 01.07.2018 (worden vervangen door de bijlage 'Vormingsreglement' ) h) Wijziging van artikel 111 met ingang van 01.07.2018 als volgt: 'Artikel 111: vergoeding voor reis en verblijfskosten (...) §5. Het personeelslid dat een dienstreis of een meerdaagse vorming met overnachting maakt, heeft recht op vergoeding van de kosten voor kamer en ontbijt, maaltijden en eventuele andere kosten. Het personeelslid dient voor al de gemaakte kosten de originele bewijsstukken in. Het personeelslid maakt op voorhand een kostenraming over aan de secretaris zodat beoordeling mogelijk is van de noodzakelijkheid en de prijs. Het personeelslid heeft geen recht op maaltijdcheques voor de betreffende dagen. §6. Reis- en verblijfskosten worden, samen met de bewijsstukken, ingediend met een standaardformulier voor de opgave van de dienstverplaatsing daarvoor bestemde formulier.' i) Wijziging van artikel 124 met ingang van 01.07.2018 als volgt: 'Artikel 124: (...) Enkel volgende afwezigheden worden gelijkgesteld met effectief geleverde arbeidsprestaties en geven recht op de toekenning van maaltijdcheques: - (…) - Bijwonen van vergaderingen, congressen, studiedagen, vormingsdagen, in opdracht of met akkoord van het bestuur, behalve als het personeelslid hiervoor recht heeft op een vergoeding die de kosten van een maaltijd dekt (verblijfskosten) of de maaltijd door het bestuur betaald wordt. Deelname aan vergaderingen of vorming (met akkoord van het bestuur).(…) (…)' j) Wijziging van artikel 130 met ingang van 01.07.2018 als volgt: 'Artikel 130: Als een personeelslid recht heeft op een vergoeding die de kosten van een maaltijd dekt worden er voor deze arbeidsdag geen maaltijdcheques afgeleverd (vb. verblijfskosten). Dit is ook het geval als de maaltijd door het bestuur wordt betaald (zoals onder meer bij vormingen en studiedagen). Opgeheven.'

2018_04_18_RMW_O Pagina 452 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/453 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 k) Wijziging en vaststelling van artikel 270 als volgt : 'Artikel 270 (...) Vertrouwenspersonen: OCMW schoten: -Marleen De Vogel, stafmedewerker personeelszaken telnr. 03/680.07.78 IGEAN: -Maria Frederika Rousseeuw, psycholoog, telnr. 03/350.08.30 (...)' Artikel 2 : Verleent zijn goedkeuring aan volgende wijzigingen, door te voeren in het arbeidsreglement van het bijzonder personeel: a) Wijziging en vaststelling van artikel 15 als volgt : 'Artikel 15: Contactpersonen (...) Vertrouwenspersonen: OCMW schoten: - Marleen De Vogel, stafmedewerker personeelszaken telnr. 03/680.07.78 IGEAN: - Maria Frederika Rousseeuw, psycholoog, telnr. 03/350.08.30 (...)' b) Wijziging van de titel van hoofdstuk 5 naar 'Burotica en gebruik dienstvoertuigen' en wijziging van artikels 18 t/m 25 met ingang van 01.07.2018 als volgt: 'Artikel 18 t/m 25: Opgeheven. Artikel 18: gebruik dienstvoertuigen §1. Algemene bepalingen: - Privégebruik van een dienstvoertuig tijdens en na de diensturen is ten strengste verboden. - Alleen personen die beschikken over het vereiste rijbewijs mogen het voertuig besturen. - Wie gebruik maakt van een dienstvoertuig of in opdracht rijdt van het bestuur, leeft de verkeersregels na. - Verkeersboetes moeten door de bestuurder zelf worden betaald. §2. Gebruik van rittenboekje: alle dienstvoertuigen dienen een rittenboekje te bevatten waarin elke gebruiker de informatie over de verplaatsing nauwkeurig noteert (o.a. naam bestuurder, datum, uur vertrek, uur aankomst, bestemming, kilometerstand, …). De verantwoordelijke diensthoofden houden op regelmatige basis controle op het correct gebruik van de dienstvoertuigen en rittenboekjes. Volle rittenboekjes worden door de verantwoordelijke diensthoofden bewaard en moeten op ieder ogenblik bij controle kunnen worden getoond. §3. Gebruik van tankkaart: de verantwoordelijken van de diensten die over dienstvoertuigen beschikken, bepalen wie een persoonlijke tankkaart ter beschikking krijgen. De personeelsleden tekenen voor ontvangst van de kaart en de bijhorende pincode. Elke tankbeurt dient gestaafd te worden met een ticket dat bij de verantwoordelijke dient binnengebracht te worden. Aan de hand van deze tickets wordt de factuur gecontroleerd. §4. Bij misbruik stelt men zich bloot aan sancties. Artikel 19 t/m 25: Opgeheven.' c) Wijziging van artikel 26 met betrekking tot de diensthoofden en verantwoordelijken met ingang van 01.05.2018 als volgt : 'Artikel 26: De personeelsleden werken onder toezicht en gezag van de hiernavolgende diensthoofden of verantwoordelijken :

2018_04_18_RMW_O Pagina 453 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/454 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Diensthoofd / Personeelsleden Verantwoordelijke Secretaris Algemeen directeur ouderenzorg, diensthoofd gezinszorg en kinderopvang

Klinisch psycholoog, consulenten ouderenzorg, consulenten Algemeen directeur thuiszorg, maatschappelijk werker RIZIV-gerelateerde ouderenzorg zorgvoorzieningen, hoofdverpleegkundigen WZC, verantwoordelijke hoteldienst, hoofdmedewerker ouderenzorg RIZIV-gerelateerde zorgvoorzieningen, dienstencentrumleider – ergo, dienstencentrumleider, autovoerder, teamleider schoonmaak, schoonmaakpersoneel Hoofdmedewerker ouderenzorg Administratief medewerkers ouderenzorg RIZIV-gerelateerde RIZIV-gerelateerde zorgvoorzieningen zorgvoorzieningen Consulent thuiszorg Thuisverzorgsters, schoonma(a)k(st)ers aanvullende thuiszorg, huishoudhulpen Hoofdverpleegkundigen WZC Verpleging en verzorging, ergotherapeuten,kinesisten, animator- coördinator, animatoren Hoofdverpleegkundige Verplegend en verzorgend personeel dagverzorgingcentrum, gelijkvloers WZC paramedicus dagverzorgingscentrum

Verantwoordelijke hoteldienst Medewerkers hoteldienst Diensthoofd gezinszorg en Dienstverantwoordelijke gezinsopvang, kinderbegeleiders kinderopvang Hoofd zorg en gezinsopvang tewerkgesteld binnen het proefproject welzijn werknemersstatuut onthaalouders, dienstverantwoordelijke dienstenchequeonderneming, consulent gezinszorg en

kinderopvang, administratief medewerkers gezinszorg en kinderopvang zorg en welzijn, kinderbegeleider zelfstandig kinderdagverblijf, schoonma(a)k(st)er zelfstandig kinderdagverblijf, verantwoordelijke erkend kinderdagverblijf, doelgroepmedewerker gemandateerde voorziening, dienstencentrumleider – ergo, dienstencentrumleider, consulent seniorenhuisvesting, consulent thuiszorg. Huishoudhulpen Dienstverantwoordelijke dienstenchequeonderneming Verantwoordelijke erkend Kinderbegeleiders erkend kinderdagverblijf, kinderdagverblijf schoonma(a)k(st)ers erkend kinderdagverblijf

Compass Keukenpersoneel'

d) Wijziging van artikel 69 met ingang van 01.07.2018 als volgt: 'Artikel 69 §1. Voor de hierna volgende aangelegenheden krijgt het personeelslid dienstvrijstelling : - … - studieverlof ten belope van maximum 5 werkdagen per leerjaar voor af te leggen examens op

2018_04_18_RMW_O Pagina 454 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/455 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 voorwaarde dat de opleiding waarvoor het studieverlof wordt aangevraagd, over een heel schooljaar loopt. overeenkomstig artikel 330 van de Rechtspositieregeling. (...)' e) Wijziging van artikel 71 met ingang van 01.07.2018 als volgt : 'Artikel 71 (…) Wanneer vorming wordt gevolgd buiten Schoten wordt er niet in- of uitgetikt. De gepresteerde uren worden door de personeelsdienst, op aangeven van het diensthoofd, in het tijdsregistratiesysteem ingebracht. Registratie van vormingsuren gebeurt overeenkomstig het vormingsreglement (zie bijlage).' f) Schrapping van artikel 84 en 85 met ingang van 01.07.2018: 'Artikel 84: extra uren Prestaties geleverd boven de 38 uren per week zijn extra uren. Arbeid geleverd voor het uitvoeren van werken die wegens hun aard niet mogen worden onderbroken (begrensd tot 12 uur per dag en 50 uren per week), moet op gewone vraag van de directe chef worden uitgevoerd. Opgeheven. Artikel 85: regeling extra uren Extra uren moeten, tijd om tijd, gecompenseerd worden binnen het jaar nadat zij gemaakt werden. Indien verenigbaar met de dienstnoodwendigheden worden de extra uren tengevolge van het volgen van vorming gecompenseerd gedurende de werkdag die volgt op de vormingsdag. Personeelsleden, aan wie het omwille van dienstnoodwendigheden niet kan toegelaten worden dat zij per uur compenseren, dienen hun extra uren per groep van 7 uur 36 minuten te compenseren. Opgeheven.' g) Schrapping van artikel 99 t/m 106 met ingang van 01.07.2018 (worden vervangen door de bijlage 'Vormingsreglement') h) Wijziging van artikel 116 met ingang van 01.07.2018 als volgt: Artikel 116: vergoeding voor reis en verblijfskosten (...) §5. Het personeelslid dat een dienstreis of een meerdaagse vorming met overnachting maakt, heeft recht op vergoeding van de kosten voor kamer en ontbijt, maaltijden en eventuele andere kosten. Het personeelslid dient voor al de gemaakte kosten de originele bewijsstukken in. Het personeelslid maakt op voorhand een kostenraming over aan de secretaris zodat beoordeling mogelijk is van de noodzakelijkheid en de prijs. Het personeelslid heeft geen recht op maaltijdcheques voor de betreffende dagen. §6. Reis- en verblijfskosten worden, samen met de bewijsstukken, ingediend met een standaardformulier voor de opgave van de dienstverplaatsing daarvoor bestemde formulier.' i) Wijziging van artikel 134 met ingang van 01.07.2018 als volgt: 'Artikel 134: (...) Enkel volgende afwezigheden worden gelijkgesteld met effectief geleverde arbeidsprestaties en geven recht op de toekenning van maaltijdcheques: - (…) - Bijwonen van vergaderingen, congressen, studiedagen, vormingsdagen, in opdracht of met akkoord van het bestuur, behalve als het personeelslid hiervoor recht heeft op een vergoeding die de kosten van een maaltijd dekt (verblijfskosten) of de maaltijd door het bestuur betaald wordt. Deelname aan vergaderingen of vorming (met akkoord van het bestuur). - (…) (…)' j) Wijziging van artikel 140 met ingang van 01.07.2018 als volgt:

2018_04_18_RMW_O Pagina 455 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/456 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

'Artikel 140: ls een personeelslid recht heeft op een vergoeding die de kosten van een maaltijd dekt worden er voor deze arbeidsdag geen maaltijdcheques afgeleverd (vb. verblijfskosten). Dit is ook het geval als de maaltijd door het bestuur wordt betaald (zoals onder meer bij vormingen en studiedagen). Opgeheven.' k) Wijziging en vaststelling van artikel 181 als volgt : 'Artikel 181 (...) Vertrouwenspersonen: OCMW schoten: - Marleen De Vogel, stafmedewerker personeelszaken telnr. 03/680.07.78 IGEAN: -Maria Frederika Rousseeuw, psycholoog, telnr. 03/350.08.30 (...)' Artikel 3: Verleent zijn goedkeuring aan volgende wijzigingen, door te voeren in het arbeidsreglement van de tewerkgestelden in kader artikel 60§ 7 van de organieke wet : a) Wijziging en vaststelling van artikel 14 als volgt : 'Artikel 14: Contactpersonen (...) Vertrouwenspersonen: OCMW schoten: - Marleen De Vogel, stafmedewerker personeelszaken telnr. 03/680.07.78 IGEAN: - Maria Frederika Rousseeuw, psycholoog, telnr. 03/350.08.30 (...)' b) Wijziging van de titel van hoofdstuk 5 naar 'Burotica en gebruik dienstvoertuigen' en toevoeging van een artikel 16bis met ingang van 01.07.2018 als volgt: 'Artikel 16bis: gebruik dienstvoertuigen §1. Algemene bepalingen: - Privégebruik van een dienstvoertuig tijdens en na de diensturen is ten strengste verboden. - Alleen personen die beschikken over het vereiste rijbewijs mogen het voertuig besturen. - Wie gebruik maakt van een dienstvoertuig of in opdracht rijdt van het bestuur, leeft de verkeersregels na. - Verkeersboetes moeten door de bestuurder zelf worden betaald. §2. Gebruik van rittenboekje: alle dienstvoertuigen dienen een rittenboekje te bevatten waarin elke gebruiker de informatie over de verplaatsing nauwkeurig noteert (o.a. naam bestuurder, datum, uur vertrek, uur aankomst, bestemming, kilometerstand, …). De verantwoordelijke diensthoofden houden op regelmatige basis controle op het correct gebruik van de dienstvoertuigen en rittenboekjes. Volle rittenboekjes worden door de verantwoordelijke diensthoofden bewaard en moeten op ieder ogenblik bij controle kunnen worden getoond. §3. Gebruik van tankkaart: de verantwoordelijken van de diensten die over dienstvoertuigen beschikken, bepalen wie een persoonlijke tankkaart ter beschikking krijgen. De personeelsleden tekenen voor ontvangst van de kaart en de bijhorende pincode. Elke tankbeurt dient gestaafd te worden met een ticket dat bij de verantwoordelijke dient binnengebracht te worden. Aan de hand van deze tickets wordt de factuur gecontroleerd.

2018_04_18_RMW_O Pagina 456 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/457 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

§4. Bij misbruik stelt men zich bloot aan sancties. c) Wijziging van artikel 17 met betrekking tot de diensthoofden en verantwoordelijken met ingang van 01.05.2018 als volgt : 'Artikel 17: De personeelsleden, die tewerkgesteld worden binnen de diensten van het OCMW en in de centrale keuken van het OCMW, werken onder toezicht en gezag van de hiernavolgende diensthoofden of verantwoordelijken: Personeelsleden Diensthoofd / Verantwoordelijke (...)

Diensthoofd gezinszorg en kinderopvang Hoofd Kinderbegeleiders zelfstandig kinderdagverblijf, zorg en welzijn schoonma(a)k(st)er zelfstandig kinderdagverblijf (...)'

d) Wijziging van artikel 63 met ingang van 01.07.2018 als volgt: 'Artikel 63 §1. Voor de hierna volgende aangelegenheden krijgt het personeelslid dienstvrijstelling : - … - studieverlof ten belope van maximum 5 werkdagen per leerjaar voor af te leggen examens op voorwaarde dat de opleiding waarvoor het studieverlof wordt aangevraagd, over een heel schooljaar loopt. overeenkomstig bepalingen in de Rechtspositieregeling. (...)' e) Wijziging van artikel 64 met ingang van 01.07.2018 als volgt : 'Artikel 64 (…) Wanneer vorming wordt gevolgd buiten Schoten wordt er niet in- of uitgetikt. De gepresteerde uren worden door de personeelsdienst, op aangeven van het diensthoofd, in het tijdsregistratiesysteem ingebracht. Registratie van vormingsuren gebeurt overeenkomstig het vormingsreglement (zie bijlage).' f) Schrapping van artikel 78 en 79 met ingang van 01.07.2018: 'Artikel 78: extra uren Prestaties geleverd boven de 38 uren per week zijn extra uren. Arbeid geleverd voor het uitvoeren van werken die wegens hun aard niet mogen worden onderbroken (begrensd tot 12 uur per dag en 50 uren per week), moet op gewone vraag van de directe chef worden uitgevoerd. Opgeheven. Artikel 79: regeling extra uren Extra uren moeten, tijd om tijd, gecompenseerd worden binnen het jaar nadat zij gemaakt werden. Indien verenigbaar met de dienstnoodwendigheden worden de extra uren tengevolge van het volgen van vorming gecompenseerd gedurende de werkdag die volgt op de vormingsdag. Personeelsleden, aan wie het omwille van dienstnoodwendigheden niet kan toegelaten worden dat zij per uur compenseren, dienen hun extra uren per groep van 7 uur 36 minuten te compenseren. Opgeheven.' g) Schrapping van artikel 87 t/m 92 met ingang van 01.07.2018 (worden vervangen door de bijlage 'Vormingsreglement')

2018_04_18_RMW_O Pagina 457 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/458 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018 h) Wijziging van artikel 101 met ingang van 01.07.2018 als volgt: 'Artikel 101: vergoeding voor reis en verblijfskosten (...) §5. Het personeelslid dat een dienstreis of een meerdaagse vorming met overnachting maakt, heeft recht op vergoeding van de kosten voor kamer en ontbijt, maaltijden en eventuele andere kosten. Het personeelslid dient voor al de gemaakte kosten de originele bewijsstukken in. Het personeelslid maakt op voorhand een kostenraming over aan de secretaris zodat beoordeling mogelijk is van de noodzakelijkheid en de prijs. Het personeelslid heeft geen recht op maaltijdcheques voor de betreffende dagen. §6. Reis- en verblijfskosten worden, samen met de bewijsstukken, ingediend met een standaardformulier voor de opgave van de dienstverplaatsing daarvoor bestemde formulier.' i) Wijziging van artikel 111 met ingang van 01.07.2018 als volgt: 'Artikel 111: (...) Enkel volgende afwezigheden worden gelijkgesteld met effectief geleverde arbeidsprestaties en geven recht op de toekenning van maaltijdcheques: - (…) - Bijwonen van vergaderingen, congressen, studiedagen, vormingsdagen, in opdracht of met akkoord van het bestuur, behalve als het personeelslid hiervoor recht heeft op een vergoeding die de kosten van een maaltijd dekt (verblijfskosten) of de maaltijd door het bestuur betaald wordt. Deelname aan vergaderingen of vorming (met akkoord van het bestuur).(…) (…)' j) Wijziging van artikel 117 met ingang van 01.07.2018 als volgt: 'Artikel 117: Als een personeelslid recht heeft op een vergoeding die de kosten van een maaltijd dekt worden er voor deze arbeidsdag geen maaltijdcheques afgeleverd (vb. verblijfskosten). Dit is ook het geval als de maaltijd door het bestuur wordt betaald (zoals onder meer bij vormingen en studiedagen). Opgeheven.' k) Wijziging en vaststelling van artikel 136 als volgt : 'Artikel 136 (...) Vertrouwenspersonen: OCMW schoten: - Marleen De Vogel, stafmedewerker personeelszaken telnr. 03/680.07.78 IGEAN: - Maria Frederika Rousseeuw, psycholoog, telnr. 03/350.08.30 (...)' Artikel 4: Verleent goedkeuring aan de toevoeging van een bijlage aan de arbeidsreglementen voor het specifiek personeel, het bijzonder personeel en de tewerkgestelden in kader artikel 60§ 7 van de organieke wet met ingang van 01.07.2018, die luidt als volgt: 'INHOUD 1 Visie 2 Definitie en doel 2.1 Toepassingsgebied 2.2 Definities 2.3 Doel

2018_04_18_RMW_O Pagina 458 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/459 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

2.4 Alternatieve leervormen 3 Vormingsrecht en vormingsplicht 4 De vormingsaanvraag 4.1 De aanvraag 4.2 Het advies aan de secretaris 4.3 De beslissing van de secretaris 4.3.1 Aanvaarding 4.3.2 Alternatief voorstel 4.3.3 Weigering 4.3.4 Voorrangsregeling 5 Afspraken bij (niet-) deelname 5.1 Inschrijving 5.2 Tijdsregistratie 5 5.3 Wijzigingen, afwezigheden of onregelmatigheden 5.4 Herkansing 5.5 Aanwezigheidsbewijs 5.6 Kennisdeling 6 Diensttijd en verplaatsingstijd 6.1 Diensttijd 6.2 Verplaatsingstijd 6.3 Studieverlof 7 Onkosten 8 Tips 9 Inwerkingtreding

1 VISIE HET BESTUUR ONDERSTEUNT EEN LEERCULTUUR Het bestuur is een lerende organisatie waarbinnen de ontwikkeling van het potentieel van de personeelsleden centraal staat. Als organisatie stimuleren we de ontwikkeling van ons personeel en hanteren we verschillende leervormen om te kunnen inspelen op de noden van zowel de organisatie als het individu. Er wordt een draagvlak voor continu leren en kennisdeling binnen de gehele organisatie gecreëerd. LEREN EN ONTWIKKELEN IS GEÏNTEGREERD BINNEN HET RUIMER PERSONEELSBELEID De ontwikkeling van de competenties van personeelsleden is geen alleenstaand beleid, maar is geïntegreerd in het globaal personeelsbeleid en speelt een rol in elk onderdeel van de HR cyclus. HET BESTUUR INVESTEERT IN DE ONTWIKKELING VAN IEDEREEN Er wordt in het potentieel van elk personeelslid, in tijd en middelen, geïnvesteerd, volgens zijn/haar capaciteit, doelgroep of loopbaanfase om beter inzetbaar te zijn en een bijdrage te leveren aan de strategische doelstellingen. HET VORMINGSAANBOD IS GEDIFFERENTIEERD

2018_04_18_RMW_O Pagina 459 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/460 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Vorming is gedifferentieerd. Er is mogelijkheid tot het volgen van een waaier aan leervormen en thema’s aangepast aan de doelstellingen, doelgroep en leerinhoud. Alternatieve leervormen worden door personeelsleden en leidinggevenden (h)erkend. Vorming heeft aandacht voor vaktechnische competenties en zeker ook voor gedragscompetenties. LEREN EN ONTWIKKELEN BIJ HET BESTUUR IS TRANSPARANT Het vormingsbeleid en de verschillende ontwikkelmogelijkheden zijn door alle personeelsleden gekend. Hierover wordt binnen de organisatie actief gecommuniceerd. DUIDELIJKE ROLLEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN Ontwikkeling is een gedeelde verantwoordelijkheid. Elke leidinggevende coacht en stuurt zijn personeelsleden in hun ontwikkeling. Elk personeelslid is bereid zich te ontwikkelen en neemt hiervoor initiatief. Ontwikkeling en vorming is een wederkerend thema bij teamvergaderingen en in gesprekken tussen leidinggevende en personeelslid. De personeelsdienst ondersteunt iedereen in zijn rol. 2 DEFINITIE EN DOEL 2.1 TOEPASSINGSGEBIED Dit reglement is van toepassing op alle personeelsleden van gemeente en OCMW Schoten, zowel voor contractuelen als voor statutairen, evenals op de personeelsleden die door andere instanties gedetacheerd of ter beschikking worden gesteld. 2.2 DEFINITIES Vorming: een activiteit die het personeelslid stimuleert in het (verder) ontwikkelen van zijn/haar: - capaciteit - vakkennis - competenties - talenten - attitude Vormingsverantwoordelijke: het personeelslid van de personeelsdienst belast met het coördineren van vorming in de organisatie. 2.3 DOEL Vorming heeft een dubbel doel en is gericht op de wendbaarheid van de organisatie en de inzetbaarheid van individuen: - ondersteunt het bestuur om haar huidige en toekomstige opdrachten waar te maken, - stimuleert de personeelsleden om te groeien in hun huidige of toekomstige functie en draagt bij aan het welzijn op de werkplaats. 2.4 ALTERNATIEVE LEERVORMEN Wanneer het belangrijkste doel is om bij te leren, kan het bijwonen van trainingen, studiedagen, conferenties, congressen, bedrijfsbezoeken, workshops, lezingen, beurzen, seminars, netwerkmomenten of alternatieve leervormen ook onder de noemer ‘vorming’ vallen. Wanneer je voornamelijk als spreker aanwezig bent, worden deze gepresteerde uren wel meegerekend als diensttijd, maar niet als vormingstijd. 3 VORMINGSRECHT EN VORMINGSPLICHT Het initiatief voor vorming kan komen op vraag van het personeelslid en/of opgelegd worden door het bestuur:

2018_04_18_RMW_O Pagina 460 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/461 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

- personeelsleden hebben recht op vorming rond alle aspecten die nuttig zijn voor de uitoefening van de functie, de uitbouw van de beroepsloopbaan, of die kunnen bijdragen aan hun welzijn op de werkvloer. - personeelsleden hebben de plicht om zich op de hoogte te houden van de ontwikkelingen en technieken in hun vakgebied - vorming is een plicht als ze noodzakelijk blijkt voor een betere uitoefening van de functie en het functioneren van een dienst, of als ze een onderdeel uitmaakt van een herstructurering of reorganisatie van een afdeling of een implementatie van nieuwe werkmethodes en infrastructuur - vorming is een plicht bij personeelsleden die in het bezit (moeten) zijn van attesten, getuigschriften of diploma’s waarbij regelmatige bijscholing wettelijk verplicht is (bv. rijbewijzen, EHBO, brandveiligheid,…) of die verbonden zijn aan subsidies De vormingsverantwoordelijke heeft de plicht om de vormingsbehoeften in kaart te brengen en concreet in te vullen. Dit gebeurt in samenwerking met de leidinggevenden en de secretaris. Het stimuleren van permanent leren is een gedeelde plicht van het bestuur, de leidinggevenden en de vormingsverantwoordelijke. 4 DE VORMINGSAANVRAAG 4.1 DE AANVRAAG De vormingsaanvraag bevat ten minste: - een beschrijving van de inhoud van de vorming - de kostprijs - een motivatie van het personeelslid dat vorming aanvraagt - een motivatie en/of advies van de leidinggevende - een afspraak rond diensttijd en de ingaven in het tijdsregistratiesysteem Gebruik het formulier aanvraag vorming om de aanvraag in te dienen bij de vormingsverantwoordelijke. Je vindt dit formulier op het intranet of bij de personeelsdienst. 4.2 HET ADVIES AAN DE SECRETARIS Op basis van de aanvraag geeft de vormingsverantwoordelijke een advies aan de secretaris. Het advies houdt rekening met de mate waarin de aanvraag voldoet aan de definitie en het doel van vorming (zie hoofdstuk 2), de te verwachten kosten of een achterliggende context. Het advies kan gunstig of ongunstig zijn. Het advies kan een voorrangsregeling of een alternatief voorstel bevatten. 4.3 DE BESLISSING VAN DE SECRETARIS De uiteindelijke toestemming of weigering van de aanvraag (of het alternatieve voorstel) gebeurt door de secretaris. De vormingsverantwoordelijke brengt het personeelslid en de leidinggevende op de hoogte van de beslissing. Er is geen beroep mogelijk tegen de beslissing van de secretaris. 4.3.1 AANVAARDING Het personeelslid krijgt toestemming om de aangevraagde vorming te volgen. 4.3.2 ALTERNATIEF VOORSTEL Bij het beoordelen van een vormingsaanvraag kan er beslist worden om een alternatief voorstel te formuleren.

2018_04_18_RMW_O Pagina 461 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/462 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

De vormingsverantwoordelijke werkt dit voorstel uit, zo mogelijk in samenspraak met leidinggevende en personeelslid. Er kan bijvoorbeeld een scholingsbeding worden afgesproken of er kunnen alternatieve afspraken gemaakt worden rond diensttijd, onkosten, enz. Elk dossier wordt geval per geval behandeld en afdoende gemotiveerd. 4.3.3 WEIGERING Een vormingsaanvraag kan mogelijk geweigerd worden op basis van relevantie, kostprijs, duurtijd of andere praktische bezwaren. Elke weigering wordt afdoende gemotiveerd. 4.3.4 VOORRANGSREGELING Als er meerdere personeelsleden eenzelfde vorming aanvragen en/of een gelijktijdige deelname vanwege het dienstbelang niet mogelijk is, adviseert de vormingsverantwoordelijke de secretaris over een mogelijke voorrangsregeling. Elke voorrangsregeling wordt afdoende gemotiveerd. 5 AFSPRAKEN BIJ (NIET-) DEELNAME 5.1 INSCHRIJVING Na het bekomen van een goedgekeurde vormingsaanvraag schrijft het personeelslid zich zelf in. 5.2 TIJDSREGISTRATIE De leidinggevende of de tikklokbeheerder zorgt (indien nodig) voor de manuele registratie van de diensturen in het tijdsregistratiesysteem, overeenkomstig de afspraak gemaakt op het aanvraagformulier. Zie ook de afspraken in hoofdstuk 6 Diensttijd en verplaatsingstijd. - interne opleiding: tikken aan het begin en einde van de werkdag (zoals op andere dagen, m.a.w. er moet niet extra getikt worden aan het begin en einde van de vorming). - externe opleiding: ○ vertrek naar de vorming van thuis uit: manuele registratie van de ontbrekende tiktijd(en) in het tijdsregistratiesysteem ○ vertrek naar vorming vanaf de werkplek: er wordt niet getikt bij het vertrek naar de vorming (zoals bij een externe vergadering) ○ vertrek van de vorming rechtstreeks naar huis: manuele registratie van de ontbrekende tiktijd(en) in het tijdsregistratiesysteem ○ vertrek van de vorming naar de werkplek: er wordt niet getikt bij de aankomst op de werkplek (zoals bij een externe vergadering) ○ indien nodig gebeurt er een manuele registratie van de middagpauze (30 minuten) in het tijdsregistratiesysteem

- Bij personeelsleden die niet tikken, gebeurt de registratie van de diensturen manueel. 5.3 WIJZIGINGEN, AFWEZIGHEDEN OF ONREGELMATIGHEDEN Verwittig je leidinggevende én de vormingsverantwoordelijke wanneer er iets wijzigt aan de vorming (bv. Annulatie, datum, plaats, naam deelnemer(s), enz.). Wanneer je afwezig bent tijdens de vorming door ziekte of overmacht, gelden dezelfde afspraken als bij verloven en afwezigheden. De leidinggevende verwittigt de personeelsdienst van de ziekte en vermeldt erbij dat het personeelslid niet aanwezig kan zijn op de vorming én of er een plaatsvervanger wordt gestuurd. De leidinggevende verwittigt de personeelsdienst bij onregelmatigheden.

2018_04_18_RMW_O Pagina 462 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/463 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

5.4 HERKANSING Wanneer een examen of proef verbonden is aan de vorming, heeft ieder personeelslid recht op één herkansing onder dezelfde voorwaarden. Voor wie een tweede maal niet slaagt kan de vormingsverantwoordelijke een alternatief voorstel doen aan de secretaris (bv. een tweede herkansing zonder financiële tegemoetkoming of deelname in de ‘eigen tijd’ (bv. door verlof te nemen). Dit alternatief voorstel is geen recht, maar een gunst. Dezelfde voorwaarden zijn van toepassing indien het behalen van attesten, getuigschriften of diploma’s tijdens de proef- of inloopperiode, of bij bevordering vereist zijn. Indien deze attesten, getuigschriften of diploma’s niet gehaald worden binnen de gestelde termijn, volgt ontslag uit de functie. (zie ook artikels 9 en 40§3 van de RPR voor het gemeente- en specifiek en artikels 9 en 37§3 van de RPR voor het bijzonder personeel). 5.5 AANWEZIGHEIDSBEWIJS De leidinggevende controleert op regelmatige deelname. Een aanwezigheidsattest is vereist wanneer het volgen van een vorming wettelijk verplicht is, of verbonden is aan subsidies. Dit aanwezigheidsbewijs wordt aangeleverd door de opleidingsinstelling, of door het personeelslid zelf, en wordt bijgehouden in het personeelsdossier. 5.6 KENNISDELING De leidinggevende beslist samen met het personeelslid op welke manier de opgedane kennis wordt gedeeld. Na het volgen van een vorming is het zinvol om de gekregen informatie te delen met collega’s of de rest van de organisatie. 6 DIENSTTIJD EN VERPLAATSINGSTIJD 6.1 DIENSTTIJD Periodes van afwezigheid op de dienst omwille van vorming worden gelijkgesteld met dienstactiviteit. Indien voorafgaand akkoord van de leidinggevende, en binnen de grenzen van de redelijkheid, mag de diensttijd afgerond worden naar één of meerdere dagdelen (3.48 uur of 7.36 uur). Het bijwonen van de vorming is verplicht om hiervan te kunnen genieten. Wanneer de vorming gespreid is over meer dan één dag en overnachting gewenst is, wordt het aantal uren dat als diensttijd wordt beschouwd beperkt tot 7.36 uur per dag. Bij vorming buiten de (glijdende) werkuren kunnen deze uren gecompenseerd worden overeenkomstig de overurenregeling. Dit gebeurt steeds in afspraak met de leidinggevende, rekening houdend met de dienstnoodwendigheden. (zie ook hoofdstuk ‘De onregelmatige prestaties’ van de RPR). 6.2 VERPLAATSINGSTIJD Verplaatsingen tussen de werkplaats en de plaats van de vorming, tijdens de diensturen, worden beschouwd als dienstverplaatsingen (en dus dienstactiviteit). Verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van de vorming, voor en/of aan het einde van de werkdag worden in principe beschouwd als woon-werkverkeer (en dus niet als dienstactiviteit). Verplaatsingstijd wordt niet meegerekend als vormingstijd. De leidinggevende of de tikklokbeheerder registreert (indien nodig), de diensturen in het tijdsregistratiesysteem (zie ook 5.2 Tijdsregistratie). Indien een personeelslid veel langer afwezig is dan redelijkerwijs mag worden verwacht, vraagt de leidinggevende naar een (mondelinge) verantwoording. De leidinggevende brengt de personeelsdienst op de hoogte indien de voorgelegde verantwoording niet voldoet. 6.3 STUDIEVERLOF

2018_04_18_RMW_O Pagina 463 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/464 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

Zie hoofdstuk ‘De dienstvrijstellingen’ in de rechtspositieregeling. 7 ONKOSTEN Onkosten gemaakt naar aanleiding van vorming worden gedragen door het bestuur, tenzij vooraf anders afgesproken. Het is mogelijk dat gevraagd wordt om bij de vormingsaanvraag een raming van de kosten te voegen (bijvoorbeeld bij meerdaagse vorming met overnachting, hoge reiskosten, enz.). Om terugbetaling te bekomen van kosten n.a.v. vorming wordt het formulier aanvraag terugbetaling gemaakte onkosten ingevuld en samen met alle bewijsstukken aan de vormingsverantwoordelijke bezorgd. Dit formulier kan je vinden op intranet of bij de personeelsdienst. (zie ook hoofdstuk ‘De vergoeding voor reis- en verblijfskosten’ van de RPR) 8 TIPS - Vermijd of zoek alternatieven voor vorming waarvan de verplaatsingstijd groter is dan de vormingstijd. - Heb je een vorming gevonden die mogelijk nuttig is voor andere collega’s of diensten? Contacteer de vormingsverantwoordelijke om te kijken of een interne vorming mogelijk is. - Probeer het gebruik van de auto zoveel mogelijk te vermijden. Gemeente en OCMW stimuleren duurzame mobiliteit. Gebruik voor kortere verplaatsingen de (elektrische) (dienst)fiets en neem voor langere afstanden bij voorkeur het openbaar vervoer. Elektrische dienstfietsen en dienstwagens kan je reserveren via het intranet. De gewone dienstfietsen kan je reserveren en ophalen bij de milieudienst. (zie ook Hoofdstuk ‘Burotica + gebruik dienstvoertuigen’ van het arbeidsreglement). 9 INWERKINGTREDING Dit vormingsreglement treedt in werking op 01.07.2018 en vervangt alle vorige bepalingen in de rechtspositieregelingen, de arbeidsreglementen en onthaalbrochure.' Artikel 5 : Een voor eensluidend afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de FOD werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten.

33. PSYCHOSOCIAAL HULPVERLENINGSNETWERK (PSH). PLANNING 2018.

De Raad,

Gelet op het Koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen en bijhorende ministeriële omzendbrief betreffende het Psychosociaal Interventieplan (PSIP) van 25 juli 2017; Gelet op de verplichting voor steden en gemeenten om te voorzien in een psychosociaal hulpverleningsnetwerk om een mogelijke eerste opvang van niet-gewonde slachtoffers bij een incident te voorzien; Gelet op de uitbreiding van de groep vrijwilligers in 2017; Gelet op de weinige activiteiten die reeds gebeurden met het psychosociaal hulpverleningsnetwerk; Gelet op de nood aan het vergaren en onderhouden van kennis en het oefenen met deze groep vrijwilligers; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13.03.2018; Gelet op de gevoerde bespreking;

2018_04_18_RMW_O Pagina 464 van 127 Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten blad: 2018/465 Raad voor maatschappelijk welzijn van Schoten: zitting van 18 april 2018

BESLUIT: Eenparig

Enig artikel: Dienstvrijstelling te verlenen aan de PSH-medewerkers voor de geplande oefeningen en infomomenten tijdens de diensturen in 2018. Voor interventies (en uitzonderlijk oefeningen) buiten de diensturen is de overurenregeling van toepassing.

Raadslid de heer Guido Aerts vraagt of er een lijst bestaat van de plaatsen waar op het grondgebied Schoten een defibrillator beschikbaar is. De voorzitter, mevrouw Catharina Van Osta, antwoordt hierop dat zij deze niet heeft, maar dat deze zal opgevraagd worden bij de heer Johan Vijgen van het gemeentebestuur. Raadslid de heer Guido Aerts stelt dat het nuttig zou zijn om op het marktplein een plannetje te voorzien met aanduiding van de plaatsen waar een defibrillator aanwezig is.

Algemeen bestuur

34. MEDEDELINGEN EN VARIA

Er zijn geen mededelingen of varia.

De voorzitter, mevrouw Catharina Van Osta, sluit de openbare zitting om 15.30 uur.

Marleen Tilborghs, Catharina Van Osta, secretaris voorzitter

2018_04_18_RMW_O Pagina 465 van 127