Vooronderzoek Conventionele Explosieven De Warande te Oosterhout (NB)

Documentcode: 12S044-VO-02 Aantal pagina's: 28 (inclusief bijlagen)

Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 16 april 2012 Herzien 10 april 2012 Concept 20 maart 2012

Pagina 1 van 28

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur. (Artikel 16 Auteurswet 1912). Het is de opdrachtgever toegestaan voor intern gebruik kopieën te maken zonder voorafgaande toestemming van de auteur.

Pagina 2 van 28

1 INHOUDSOPGAVE

1 INHOUDSOPGAVE ...... 3

2 SAMENVATTING ...... 4

3 INLEIDING ...... 5 3.1 AANLEIDING ...... 5 3.2 PROBLEEMSTELLING ...... 5 3.3 DOELSTELLING ...... 5 3.4 ONDERZOEKSGEBIED ...... 5 3.5 ONDERZOEKSMETHODE ...... 7

4 PROBLEEMINVENTARISATIE ...... 8 4.1 EERDER UITGEVOERD ONDERZOEK...... 8 4.2 HISTORISCHE CONTEXT ...... 8 4.3 NEERGESTORTE VLIEGTUIGEN ...... 11 4.4 ARCHIEF EXPLOSIEVEN OPRUIMINGSDIENST DEFENSIE ...... 12 Collectie mijnenvelddocumentatie ...... 12 Collectie ruimrapporten ...... 12 4.5 ARCHIEVEN ...... 13 Regionaal Archief (Tilburg) ...... 13 Brabants Historisch Informatiecentrum (‟s-Hertogenbosch) ...... 15 Semi-Statische Archiefdiensten (Rijswijk) ...... 16 Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) ...... 16 Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (Amsterdam) ...... 16 Bundesarchiv-Militärarchiv (Freiburg) ...... 17 The National Archives (Londen) ...... 17 4.6 LUCHTFOTO‟S ...... 19 4.7 GETUIGENVERKLARING ...... 23 4.8 CONTRA-INDICATIES ...... 23 4.9 LEEMTEN IN KENNIS ...... 23

5 Samenvatting probleeminventarisatie ...... 25

6 AANBEVELING ...... 25

7 BIJLAGEN ...... 26

Pagina 3 van 28

2 SAMENVATTING

Door de gemeente Oosterhout is aan Saricon opdracht gegeven een historisch vooronderzoek uit te voeren naar mogelijke aanwezigheid van conventionele explosieven (CE) uit de Tweede Wereldoorlog als voorbereiding op werkzaamheden aan De Warande te Oosterhout. Het doel van het onderzoek is de opdrachtgever inzage te geven in de mogelijke aanwezigheid van CE en/of restanten daarvan en de daarbij behorende risico‟s. Tevens wordt een advies uitgebracht over mogelijke vervolgstappen met betrekking tot de voorgenomen werkzaamheden. Een compleet vooronderzoek bestaat uit twee delen: een probleeminventarisatie en een probleemanalyse.

Naar aanleiding van de probleeminventarisatie kunnen de volgende relevante feiten worden opgesomd:

Er hebben geen directe grondgevechten plaatsgevonden binnen het onderzoeksgebied – niet in de meidagen van 1940 noch bij de bevrijding in 1944. Er heeft een bombardement plaatsgevonden binnen het onderzoeksgebied in de meidagen van 1940. Er was geen op landmijnen verdacht gebied of geregistreerd mijnenveld gelegen binnen of in de nabijheid van het onderzoeksgebied. Er waren in de nabijheid van het onderzoeksgebied geen verdedigingswerken gesitueerd. Er hebben geen vliegtuigcrashes plaatsgevonden in de nabijheid van het onderzoeksgebied. Er zijn geen relevante ruimingen uitgevoerd door de EODD in de nabijheid van onderzoeksgebied. De luchtfotointerpretatie heeft geen nieuwe feiten aan het licht gebracht. Er bestaan leemten in kennis aangaande dumpmunitie en munitieruimingen die door de voorganger van de EODD zijn uitgevoerd voor 1971. Er heeft na de oorlog omvangrijk grondverzet plaatsgevonden binnen de grenzen van het onderzoeksgebied.

Op basis van de beoordeling van alle op het moment van opstellen van dit rapport beschikbare bronnenmateriaal is er geen probleemanalyse uitgevoerd omdat er volgens Saricon geen verhoogd risico is op het aantreffen van CE en/of restanten daarvan binnen het onderzoeksgebied – mits de voorgenomen werkzaamheden zich beperken tot de afbakening van het onderzoeksgebied. Mocht er tijdens de werkzaamheden spontaan een CE worden aangetroffen, dan is het zaak de risico`s tot een minimum te beperken door de volgende procedure in werking te stellen: melden van het spontaan aangetroffen CE via de politie bij de EODD.

Pagina 4 van 28

3 INLEIDING

3.1 AANLEIDING Door de gemeente Oosterhout is aan Saricon opdracht gegeven een historisch vooronderzoek uit te voeren naar de mogelijke aanwezigheid van CE en/of restanten daarvan uit de Tweede Wereldoorlog. Het vooronderzoek wordt uitgevoerd als voorbereiding op werkzaamheden aan De Warande te Oosterhout (Noord-Brabant).

3.2 PROBLEEMSTELLING Als gevolg van oorlogshandelingen in de Tweede Wereldoorlog kunnen explosieven zijn achtergebleven. Bij het spontaan aantreffen van explosieven ontstaat een verhoogd veiligheidsrisico doordat het explosief door direct contact of trillingen kan exploderen. Onbedoelde explosies kunnen dodelijk letsel en zware schade aan personen, materieel en omgeving tot gevolg hebben. Tevens kan een spontane vondst resulteren in meerkosten door stagnatie van de uitvoeringswerkzaamheden.

De mogelijke aanwezigheid van CE en/of restanten daarvan ter plaatse van De Warande te Oosterhout dienen aan de hand van een probleeminventarisatie te worden onderzocht.

3.3 DOELSTELLING Een compleet vooronderzoek heeft tot doel om te beoordelen of er indicaties zijn dat ter plaatse van een projectlocatie CE en/of restanten aanwezig zijn. Indien CE aanwezig kunnen zijn, dan worden de volgende zaken gespecificeerd in een probleemanalyse: Soort en verschijningsvorm van explosieven Aantal explosieven Afbakening van het verdacht gebied in horizontale en verticale zin

3.4 ONDERZOEKSGEBIED Het onderzoeksgebied is gelegen in de gemeente Oosterhout – ten oosten van de Bredaseweg en ten zuiden van het Wilhelminakanaal. Saricon hanteert geen onderzoeksscope, maar bekijkt alles relevante bevindingen in de nabijheid van het onderzoeksgebied en neemt deze op in de probleeminventarisatie – dus ook bevindingen van algemene aard die hebben plaatsgevonden in de gemeente Oosterhout. In figuur 2.1 is het onderzoeksgebied weergegeven op de huidige topografie en in figuur 2.2 op de topografie van 1944.

Pagina 5 van 28

Figuur 3.1. Onderzoeksgebied anno 2012. (Bron: ArcMap.)

Figuur 3.2. Onderzoeksgebied anno 1944. (Bron: Stafkaart 10 (Oosterhout, 1944) en Stafkaart 9 (Terheijden, 1944) van de Afdeling GEO-Informatie van het Kadaster te Zwolle.)

Pagina 6 van 28

3.5 ONDERZOEKSMETHODE

Algemeen Het vooronderzoek bestaat uit het inventariseren en het beoordelen (analyseren) van historisch bronnenmateriaal. Het eindresultaat van een vooronderzoek is een rapportage en een bijbehorende CE-bodembelastingkaart. Het vooronderzoek dient conform de vigerende wet- en regelgeving te worden uitgevoerd volgens de eisen uit de Beoordelingsrichtlijn voor het Opsporen van Conventionele Explosieven (BRL-OCE).1 Voor de uitvoering van het vooronderzoek zijn aanvullende richtlijnen geschreven door een werkgroep van deskundigen uit het werkveld in samenwerking met de brancheorganisatie Vereniging voor Explosieven Opsporing (VEO).2 Dit vooronderzoek is geschreven conform de BRL-OCE en de aanvullende richtlijnen.

Inventarisatie bronnenmateriaal Het bronnenonderzoek vindt plaats op basis van een inventarisatie van: gebeurtenissen die hebben geleid tot de mogelijke aanwezigheid van explosieven (indicaties); gebeurtenissen die hebben geleid tot het niet aanwezig zijn van explosieven (contra-indicaties).

De indicaties en contra-indicaties worden verzameld aan de hand van literatuuronderzoek, luchtfoto-onderzoek, archiefonderzoek en zo nodig een getuigenonderzoek. Tijdens dit onderzoek is gebruikgemaakt van de bronnen die zijn vermeld in de bronnenlijst in bijlage 1.

Beoordeling bronnenmateriaal In deze fase van het vooronderzoek worden de indicaties en contra-indicaties uit het bronnenonderzoek beoordeeld. Op basis daarvan wordt gemotiveerd vastgesteld of er sprake is van een van op CE verdacht gebied. Indien er sprake is van een verdacht gebied, dan wordt tevens bepaald: de (sub)soort, het aantal en de verschijningsvorm van de vermoedelijke explosieven; de horizontale en verticale afbakening van het verdacht gebied.

Bij de beoordeling van bronnenmateriaal is gebruikgemaakt van een geografisch informatie systeem (GIS). De indicaties en contra-indicaties zijn vertaald naar een locatie in het RD- coördinatenstelsel en verwerkt in het GIS. De gegevensset in het GIS is de basis voor de beoordeling of er sprake is van een van explosieven verdacht gebied.

De CE-bodembelastingkaart is een product van de beoordeling van bronnenmateriaal met behulp van GIS. Deze kaart bevat: relevante indicaties en contra-indicaties; de horizontale grenzen van het op explosieven verdacht gebied.

Verantwoording Het vooronderzoek is uitgevoerd door historicus M. van Riel, MA, het kaartmateriaal is vervaardigd door GIS-deskundige G.J. van Dam, Msc. Beiden werken in samenwerking met Senior OCE-deskundige A.H. Meijers onder verantwoording van projectverantwoordelijke E.R. Beute.

1 Beoordelingsrichtlijn “Opsporen Conventionele Explosieven (OCE), versie 2007-02” 2 Vereniging voor Explosieven Opsporing. De richtlijnen zijn een wijziging op paragraaf 2.2 van de BRL-OCE.

Pagina 7 van 28

4 PROBLEEMINVENTARISATIE

4.1 EERDER UITGEVOERD ONDERZOEK Voor deze probleeminventarisatie heeft Saricon eerder uitgevoerde vooronderzoeken explosieven en/of explosievenopsporingswerken bestudeerd.

„Vooronderzoek Conventionele Explosieven Lukwelpark gemeente Oosterhout (NB)‟, Saricon, kenmerk 10S091-VO-01, d.d. 7 februari 2011

4.2 HISTORISCHE CONTEXT

Figuur 4.1. De Warande anno 1935 op een luchtfoto van KLM. (Bron: Beelddatabase Regionaal Archief Tilburg.)

Mei 1940 Oosterhout behoorde niet toe tot een Nederlands verdedigingslinie toen in mei 1940 het Duitse leger de grens over stak (zie figuur 3.2). Het Brabantse dorp was gesitueerd achter diverse verdedigingslinies – onder andere de Maaslinie en de Peel-Raamstelling. West- Brabant, en dus ook Oosterhout, waren echter wel van evident belang voor de landsverdediging. Maar toen de Peel-Raamstelling eenmaal viel, op 11 mei, trokken Duitse eenheden snel op richting West-Brabant – vanwege de Moerdijkbruggen en de daar gelande parachutisten. De meeste Nederlandse eenheden begonnen aan een chaotische terugtocht richting het westen: „De rol van de Nederlandse troepen in Brabant scheen uitgespeeld.‟3

3 E.H. Brongers, Opmars naar Rotterdam – Deel 2: Van Maas tot (1982), 229-250 en H. Amersfoort en P.H. Kamphuis, Mei 1940. De strijd op Nederlandse grondgebied, 118-119

Pagina 8 van 28

Figuur 4.2. De Duitse aanval op Nederland in mei 1940.4

Ten noorden van Oosterhout trokken Duitse eenheden van de 9e Pantserdivisie op richting Moerdijk over de route St. Michielsgestel, en Oosterhout. Ten zuiden werd opgetrokken over de lijn Tilburg – .5 Achter het Wilhelminakanaal lagen Franse gemotoriseerde eenheden van luitenant-kolonel Lestoquoi in een verdedigende linie van Oosterhout tot Tilburg – zo`n 1.800 man met pantserwagens en lichte tanks.6

Figuur 4.3. De situatie rond Oosterhout (Franse verdediging aan het Wilhelminakanaal) tot in de middag van 12 mei 1940.7

Echter, de verdedigingslinie van Lestoquoi bood de 9e Duitse Pantserdivisie een vrije doorgang naar Moerdijk om daar contact te maken met de parachutisten. De Franse eenheden aan het kanaal in Oosterhout maakten geen contact met de Duitsers en trokken

4 http://www.waroverholland.nl/index.php?page=photo&pid=3862, bezocht op 10 januari 2012 5 E.H. Brongers, Opmars naar Rotterdam – Deel 2: Van Maas tot Moerdijk, 255 6 E.H. Brongers, Opmars naar Rotterdam – Deel 2: Van Maas tot Moerdijk, 257 7 A.H. Brongers, Opmars naar Rotterdam – Deel 2: Van Maas tot Moerdijk, 254

Pagina 9 van 28

zich richting het westen terug.8 Kortom: Oosterhout viel zonder slag op stoot in Duitse handen.

Duitse bezettingsjaren (tot september 1944) Gedurende de oorlogsjaren hebben er geen noemenswaardige oorlogshandelingen plaatsgevonden in de nabijheid van het onderzoeksgebied. Oosterhout werd diverse keren opgeschrikt door luchtactiviteiten – bombardementen en vliegtuigcrashes. Dat kwam mede door de ligging van het vliegveld Gilze-Rijen ten zuidoosten van Oosterhout.

Bevrijding (oktober 1944) Op 17 september 1944 begon . En hoewel de gewaagde luchtlandingsoperatie faalde, resulteerden de grondoperatie in de bevrijding van een deel van Nederland. Op 23 oktober 1944 begon Operation Pheasant welke tot de bevrijding van heel Brabant zou leiden.9 De verdediging van Oosterhout was in handen van sterk verzwakte Duitse eenheden die zich veelvuldig strategisch terugtrokken tot aan bruggenhoofden ten noorden van Oosterhout.

Op maandag 30 oktober 1944 begon de 7th Armoured Division met de aanval op Oosterhout. In de voorste linie reed het 1st Royal Tank Regiment: „The next morning they again pushed towards Oosterhout. A blown bridge caused some delay, but was bridged by a “scissors”. On the outskirts of Oosterhout three tanks were knocked out by an anti-tank gun, but by two o’clock the place was clear, and patrols of the Rifle Brigade pushed North towards Ramsdoncksveer, which 51st Division had yet clear. (…) Bu now, the Polisch Armoured Division, advancing North from Breda, had occupied the area West of Oosterhout, but were held up a few thousand yards farther.‟10

In het Duitse Kriegstagebuch is over die dag in oktober het volgende te lezen: „Gegner ist aus Oosterhout auf die grossen Nord-Süd-Strasse gekommen. Verbindungs – Offz. der Nachbar – Division bringt Mitteilung, dass die Nachbar – Div. nicht in der Lage ist. Kräfte frei zu machen gegen diesen Gegener. In Oosterhout Strassenkämpfe mit 15 Panzern.‟11

Oosterhout werd vanuit het oosten bevrijd, maar ondervond aan de noordkant felle Duitse weerstand. „In de loop van de dag werd heel Oosterhout door de Engelsen in bezit genomen. Zodoende kwamen ze ook terecht bij de vernielde brug in de Bredaseweg bij houthandel Simons. Daar ontmoetten ze een Poolse verkenningseenheid die vanaf Teteringen naar Oosterhout was opgerukt.‟ Die avond werd het hoofdkwartier gevestigd aan de Keiweg. Maar aan de westkant van het Wilhelminakanaal had de goedbewapende 711e Duitse infanteriedivisie zich genesteld die vrijwel direct in de tegenaanval ging – en met artillerie de stad bestookten. Deze eenheden werden later verdreven door oprukkende Polen.12

Maar met de bevrijding was de rust nog niet geheel teruggekeerd in Oosterhout. Er was intensief artillerievuur en op 16 december 1944 werd de stad voor het eerst opgeschrikt door een zogeheten Vergeltungswaffen (V1) die de Duitsers vanuit bezet gebied richting Antwerpen afvuurden. Er waren dagen dat er wel 50 V1`s overvlogen en soms kwam het Duitse wonderwapen voortijdig naar beneden – zie paragraaf 3.5 voor een overzicht van

8 A.H. Brongers, Opmars naar Rotterdam – Deel 2: Van Maas tot Moerdijk, 261-262 9 http://www.tweede-wereldoorlog.org/bevrijdingvanbreda.html, bezocht op 15 februari 2012. 10 Auteur onbekend, A short history of 7th Armoured Division, June 1943 – July 1945, 100 11 National Archives Washington, National Archives Collection of Foreign Records Seized (Record Group 242), Records of German Field Commands Corps (T314), 88 Army Corps KTB October 1944 12 J. van Alphen, Oosterhout 1944-1945. Oorlog en bevrijding in woord en beeld, 63-89

Pagina 10 van 28

neergekomen V1`s in Oosterhout. Op 4 mei 1945 werden boven Oosterhout de laatste vier V1`s waargenomen. Een dag later capituleerde de Duitsers.13

Figuur 4.4. Viering van de bevrijding van Oosterhout, november 1944. (Bron: Beelddatabase Regionaal Archief Tilburg.)

4.3 NEERGESTORTE VLIEGTUIGEN In het Verliesregister 1939-1945 – Alle militaire vliegtuigverliezen in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog (samengesteld door de Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945 en Defensie) is gezocht naar vliegcrashes in de buurt van het onderzoeksgebied. In tabel 3.1 zijn de resultaten opgesteld – daarbij is de volgende kleurschakering gehanteerd; groen gemarkeerde locaties liggen met zekerheid buiten het onderzoeksgebied, van oranje gemarkeerde locaties is de exacte locatie niet bekend bij Saricon en rood gemarkeerde locaties liggen met zekerheid binnen het onderzoeksgebied.

Tabel 3.1. Mogelijk relevante vliegtuigcrashes Nummer Datum Locatie Type Eenheid T0602 13.05.1940 Oosterhout (Oosteind- Defiant 264 Squadron Rijnsdijk) (L6977) T2214 27.04.1943 Oosterhout (Heikant) Wellington 420 Squadron (HE693) T3452 22.02.1944 Oosterhout B-26 (41- 386BG/555BS (Technologieweg) 31644) T3879 21.07.1944 Oosterhout (Stelvenseweg Lancaster 15 Squadron 19) (R5904) T5065 01.01.1945 Oosterhout (4 km Oost van) Bf 109 4./JG 77 * Voor de kleurtoekenning is in sommige gevallen al gebruik gemaakt van gegevens die pas later in het rapport worden vermeld – bijvoorbeeld archiefstukken.

13 J. van Alphen, Oosterhout 1944-1945. Oorlog en bevrijding in woord en beeld, 111

Pagina 11 van 28

4.4 ARCHIEF EXPLOSIEVEN OPRUIMINGSDIENST DEFENSIE

Collectie mijnenvelddocumentatie Kort na de Tweede Wereldoorlog is een inventarisatie gemaakt van alle bekende en vermoedelijke mijnenvelden in Nederland. De Commandant van de Mijn- en Munitie Opruimingsdienst (MMOD) verklaarde op 1 juni 1946 dat er op Nederlands grondgebied zo`n 5.400 mijnenvelden waren gekarteerd en dat nog ongeveer 900 mijnenvelden gekarteerd moesten worden. In de jaren na de oorlog zijn de, zowel door Duitse als Geallieerde eenheden, gelegde mijnenvelden opgeruimd. Hierbij zijn meer dan 1.3000.000 landmijnen geruimd. Uit de ruimrapporten blijkt dat niet altijd alle gelegde landmijnen zijn aangetroffen. Tegenwoordig is de collectie mijnvelden en op landmijnen verdachte gebieden bij de EODD ondergebracht (de kaarten inclusief leg- en ruimingrapporten).

Na een informatieverzoek aan de EODD te Soesterberg is gebleken dat er geen op landmijnen verdacht gebied of geregistreerd mijnenveld in de nabijheid van het projectgebied was gelegen – zie figuur 3.5.

Figuur 4.5. De zogeheten mijnenveldkaart van de EODD, met linksonder een op landmijnen verdacht gebied dat rood is gearceerd. (Bron: EODD.)

Collectie ruimrapporten Tussen 1948 en 1971 werden in Nederland explosieven geruimd door de Hulpverleningsdienst van het toenmalige Ministerie van Binnenlandse Zaken. Er zijn, zover na te gaan, geen ruimrapporten van deze dienst meer aanwezig. Daarentegen bevat het archief van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) alle rapporten (zogeheten MORA‟s en UO‟s) van geruimde explosieven van de EODD en haar voorgangers sinds 1971. Het grootste gedeelte van dit archief wordt beheert door de Semi-Statische Archiefdiensten van het Ministerie van Defensie te Rijswijk. De zoekresultaten uit dit archief zijn weergegeven in tabel 3.2 – daarbij is de eerder gebruikte kleurschakering gehanteerd.

Pagina 12 van 28

Noot: Omdat in de beschikbare inventarissen en ruimrapporten duidelijke beschrijvingen van de locaties waar de EODD actief was ontbreken, kan niet worden uitgesloten dat in onderstaand overzicht relevante ruimrapporten ontbreken.

Tabel 3.2. Mogelijke relevante meldingen/ruimingen te Breda Nummer Datum Locatie Soort 19892788 11.09.1989 Oude Bredasebaan 1x brisantgranaat 3.7 inch (Brits) 19900860 05.04.1990 Bredaseweg 140 1x rookgranaat van 2 inch mortier (Brits/Nederlands, leeg) 19833841 24.11.1983 Oude Bredasebaan 1x granaat van 2 inch mortier (Brits/Nederland) 19830710 19.03.1983 Bredaswegweg, 6x rookgranaat van 2 inch mortier Paviljoen Lievenhove (Brits/Nederlands) 19730814 17.04.1973 Langs kanaal 1x exercitiemijn M6 A2 19850407 07.03.1985 Warandalaan 4 Niet aanwezig 19881926 20.06.1988 Bosperceel 1x rookgranaat van 2 inch mortier Katjeskelder (Brits/Nederlands) 19880756 05.04.1988 Katjeskelder 1x exercitie scherfhandgranaat * De rookgranaten zijn gevonden binnen het gebied van het militair oefenterrein de Vrachelse Heide.

Dumpmunitie Het is empirisch vastgesteld dat in schuttersputten, loopgraven, waterpartijen en dergelijke munitie en ander oorlogstuig is gedumpt. Voor het onderzoeksgebied zijn geen concrete aanwijzingen die duiden op de aanwezigheid van gedumpte munitie.

4.5 ARCHIEVEN In het Regionaal Archief Tilburg, het Brabants Historisch Informatiecentrum en het Nederlands Instituut voor Militaire Historie is gezocht naar relevant archiefmateriaal aangaande oorlogshandelingen in het onderzoeksgebied. Daarnaast heeft Saricon archiefstukken geraadpleegd die reeds in het bezit van Saricon zijn – collecties uit de Semi- Statische Archiefdiensten, het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, het Bundesarchiv Militärarchiv en The National Archives.

Regionaal Archief Tilburg (Tilburg) In dit archief worden stukken beheerd met betrekking tot de gemeente Oosterhout.

Gemeentepolitie Oosterhout 1920-1994 (toegangsnummer 2007) INV 222 – Gewelddadige dood tengevolge van oorlogsgeweld 1944-1945

Datum Content 11.09.1944 Dodelijk luchtaanval op trein op spoorlijn Breda – Tilburg. 30.10.1944 Dodelijke granaatinslag aan Kegelstraat te Oosterhout – Duits artillerievuur. 30.10.1944 Dodelijke granaatinslag aan Willemstraat te Oosterhout – Duits artillerievuur. 31.10.1944 Dodelijke granaatinslag aan schuilkelder Kruisstraat te Oosterhout – voltreffer van Duits artillerievuur. 31.10.1944 Dodelijke granaatinslag aan Zandheuvel 55 te Oosterhout – Duits artillerievuur. 31.10.1944 Dodelijke granaatinslag aan zandheuvel te Oosterhout – Duits artillerievuur. 01.11.1944 Dodelijke granaatinslag aan Kegelstraat 25 te Oosterhout – Duits artillerievuur. 02.11.1944 Dodelijke granaatinslag aan Zandheuvel te Oosterhout – Duits artillerievuur. 02.11.1944 Dodelijke granaatinslag aan Vrachelsestraat 57 te Oosterhout – Brits

Pagina 13 van 28

artillerievuur. 03.11.1944 Dodelijke ongeval met handgranaat aan St.Jozefstraat te Oosterhout. 03.11.1944 Dodelijke granaatinslag aan Hespelaar 13 te Den Hout – Brits artillerievuur. 03.11.1944 Dodelijke granaatinslag te Den Hout – Brits artillerievuur. 03.11.1944 Dodelijke granaatinslag aan Vrachelsestraat 79 te Oosterhout – Brits artillerievuur. 03.11.1944 Dodelijke vuur tengevolge van granaatinslag aan Goorstraat te Oosterhout – Duits artillerievuur. 03.11.1944 Dodelijke granaatinslag aan Hespelaar 22 te Den Hout – onbekend artillerievuur. 03.11.1944 Dodelijke granaatinslag te Den Hout – onbekend artillerievuur. 03.11.1944 Dodelijke granaatinslag aan Haasdijk 24 te Stuivezand – Duits artillerievuur. 04.11.1944 Dodelijke granaatinslag op de weg naar Made – van Brits artillerievuur dat Duits artillerievuur vanuit Den Hout en Made beantwoorde. 04.11.1944 Dodelijke granaatinslag te Stuivezand – Duits artillerievuur. 04.11.1944 Dodelijke granaatinslag in Den Hout – Brits artillerievuur. 04.11.1944 Dodelijke granaatinslag in klooster te Stuivezand – Duits artillerievuur. 04.11.1944 Dodelijke granaatinslag aan Haasdijk 87 te Stuivezand – Duits artillerievuur. 04.01.1945 Dodelijke granaatinslag aan Willemstraat 13 te Oosterhout – Duits artillerievuur. 04.01.1945 Granaatinslag aan St. Vicentiusstraat 10 te Oosterhout – Duits artillerievuur. 04.01.1945 Granaatinslag aan Bredaseweg 106 te Oosterhout – Duits artillerievuur.

INV 343 – Meldingen ongesprongen projectielen 1967-1991

Datum Relevante Content 28.01.1969 „… dat op mijn bureau een melding binnenkwam van het vinden van een niet ontplofte mortiergranaat. De granaat werd aangetroffen op het terrein van het natuurbad “De Warande” alhier.‟ 19.01.1970 „De resten van de V1 op het industrieterrein aan de Vijf Eikenweg alhier, zijn door personeel van de Hulpverleningsdienst geruimd.‟

INV 307 – Bescherming tegen luchtaanvallen. Processen-verbaal en rapporten 1940-1944

Datum Relevante Content 29.06.1940 Schrijven over een luchtaanval op 10 mei 1940 te Oosterhout waarbij de volgende doelen werden getroffen: de Groenendijksche Havenweg te Oosteind, het natuurbad “De Warande” en het pompstation van de N.V. Waterleiding Maatschappij Noord-West-Brabant, en de Rijksweg Breda- Tilburg langs Dorst. 08.07.1940 Politierapport. „Vervolgens kwamen drie bommen terecht in de bosschen van de Natuurbad “Warande” terwijl later en wel op zondag 12 mei 1940 een vierde bom alhier werd neergeworpen. Ook deze bommen richtten hoegenaamd geen schade aan. Op het terrein van het pompstation vielen op een afstand van ongeveer 20 a 25 meter van elkaar acht bommen die door hun explosie al de ruiten van de aldaar staande gebouwen vernielden.

Pagina 14 van 28

Brabants Historisch Informatiecentrum (’s-Hertogenbosch) In het Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC) worden de archieven beheerd van het Militair Gezag in Noord-Brabant.

Militair Gezag in Noord-Brabant 1944-1945 (toegangsnummer 127) INV 211 – Rapporten over in januari-maart 1945 in Noord-Brabant neergekomen vliegende bommen V1 en V2

Datum Relevante Content 18.12.1944 V1-inslag te Vrachelsche heide (Pannenhuisstraat) 20.12.1944 V1-inslag te Moerstraat Den Hout 23.12.1944 V1-inslag te Leverstraat 24.12.1944 V1-inslag te Kastanjelaan 27.12.1944 V1-inslag te Dortse Akkers 29.12.1944 V1-inslag ten zuiden van Wilhelminakanaal “Bunthoef” 06.01.1945 V1-inslag te Groenendijk Oosteind 07.01.1945 V1-inslag te Veerseweg 13.01.1945 V1-inslag te Grintstraat Oosteind 16.01.1945 V1-inslag te Bavelstraat 24 17.01.1945 V1-inslag te Provincialeweg Oosteind 19.01.1945 Granaatinslag te Bredascheweg 65 28.01.1945 V1-inslag te Westpolder 08.02.1945 V1-inslag tussen Witte Weg en de Houteindschestraat 09.02.1945 V1-inslag te Heikantschestraat 8 15.02.1945 V1-inslag te Provincialenweg te Oosteind 15.02.1945 V1-inslag te Leijsendwarsstraat 47 16.02.1945 V1-inslag te Groenendijk 16.02.1945 V1-inslag te Seterscheweg 9 20.02.1945 V1-inslag te Vrachelsche polder (2kilometer noord van Goorstraat en 500 meter west van het Wilhelminakanaal 22.02.1945 V1-inslag te Zijlbergschestraat 23.02.1945 V1-inslag te Willemspolder 23.02.1945 V1-inslag aan de Tilburgseweg 242 24.02.1945 Vliegtuigcrash aan de Rijksweg 160 te Dorst “Breevelden” 24.02.1945 V1-inslag te Dordrechtscheweg 28.02.1945 V1-inslag te Dennenbosch “Blikken” op grens met Teteringen 06.03.1945 V1-inslag te Eindschepad (Geurkens) 06.03.1945 V1-inslag te Staatsbosch bij “De Vijftig Bunder” 08.03.1945 V1-inslag te Eikdijk 10.03.1945 V1-inslag te Steelhovenscheweg 10.03.1945 V1-inslag te Staatsbosch aan de Tilburgseweg 21.03.1945 V1-inslag te Bavelschestraat (Dorst)

INV 307 – Mijnen en andere explosieven, 1944-1945

Datum Relevante Content Onbekend „Pantservuist en projectielen in Vrachelsestraat (…) Buurtschap Dorst in de bossen der Houtvesterij en 100 meter achter R.K. Kerk en bouwland. Onontplofte granaten en munitie verzameld in een groote kuil achter de R.K. Kerk en 16 granaten in boscheperceel der Houtvesterij.‟

Pagina 15 van 28

Semi-Statische Archiefdiensten (Rijswijk) De Semi-Statische Archiefdiensten beheert de archieven van het Ministerie van Defensie voordat deze aan het Nationaal Archief worden overgedragen. Geraadpleegd is het archief van de Mijn- en Munitie Opruimingsdienst (MMOD) 1945-1947. De MMOD was na de Tweede Wereldoorlog in Nederland verantwoordelijk voor het opruimen van mijnen en achtergelaten munitie. Het archief bestaat uit meldingen, kaarten, plattegronden en ruimingsrapporten van Nederlandse gemeenten.

Datum Relevante Content 16.04.1946 Melding van een landmijn en andere projectielen achter het perceel Hondstraat 12 te Oosterhout. 13.02.1946 Opgave van landmijnen en projectielen in de gemeente Oosterhout. Brug Bredaseweg: de aanwezigheid van landmijnen wordt vermoed. Bredaseweg: Noordzijde brug, vandaar 60 M. Westelijk in een kuil, 2 bommen + 1 pantservuist. Zuidzijde brug, vandaar 15 M. Oostelijk in het kanaal naast de gording, drie landmijnen. Bredaseweg 39: een granaat in de tuin op 2 meter diep.

Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) Het NIMH in Den Haag beheert collecties over de geschiedenis van de Nederlandse krijgsmacht.

Collectie Kriegstagebücher (toegangsnummer 401), INV 3712 – 3771 K.T.B. nr. 1, Abt. Ib (9.5.40-24.6.40) INV 3772 – 4160 K.T.B. nr. 1, qu Abt. (9.5.40-17.5.40) INV 4161 – 4338K.T.B. nr. 1, Abt Ib (10.10.39-31.7.40) INV 4339 – 4364K.T.B. nr. 2, Armee-Pionier-Führer 6 (9.5.40-31.5.40) (6e Leger) INV 4711 – 4931K.T.B. nr. 2, (West) –Führungs-Abt. Beilage zum (9.5.40-31.5.40) INV 4932 – 4959 K.T.B. nr. 3, O.qu.-Abt. (9.5.40-31.5.40) (6e Leger) INV 4960 – 5016 K.T.B. nr. 1, Abt. IIb (1.2.40-9.7.40) (6e Leger) INV 5017 – 5060 K.T.B. bezw. Tätigkeitsberichte, Abt IVa (25.8.39-28.6.40)

Normaliter raadpleegt Saricon de collectie „Duitse verdedigingswerken en inundaties van Nederlands grondgebied in de oorlog en rapporten van militaire aard vanuit bezet Nederland aan het Bureau Inlichtingen Londen 1940-1945‟ (toegangsnummer 575) tijdelijk gesloten en daardoor niet raadpleegbaar.

Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (Amsterdam) In het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) worden diverse collecties beheert met betrekking tot de bezettingsperiode.

Generalkommissariat für das Sicherheitswesen (toegangsnummer 077) INV – 1328 dagberichten van de Befehlshaber der Ordnungspolizei Den Haag betreffende vijandelijke luchtaanvallen, 1940-1941.

Datum Relevante Content 17.12.1940 In Oosterhout, 1 unbekanntes Geschoss gefunden und beim Stabsoffizier in Den Bosch sichergestellt. 19.12.1940 In Oosterhout Flugzeugen über der Gemeinde, vermutlich Angriff auf Flugplatz Gilze-Rijen. Durch Splitter 2 Bauernhöfe beschädigt, 6 Kühe und 1 Pferd getötet, Lichtleitung zerstört. 20.12.1940 In Oosterhout wurden insgesamt 6 Spreng- und 4 Brandbomben abgeworfen.

Pagina 16 van 28

2 Bauernhöfe schwer beschädigt. 17.02.1941 In Oosterhout, 1 deutsches Flugzeug brennend abgestürzt. Besatzung, 3 Mann, tot. Luftwaffe aus Gilze-Rijen anwesend.

Bundesarchiv-Militärarchiv (Freiburg) Het Bundesarchiv-Militärarchiv te Freiburg beheert onder meer stukken met betrekking tot de Duitse bezetting van Nederland.

Luftwaffenführungsstab (toegangsnummer RL 2/II) INV 205 – Lagebericht nr. 248, 10./11.5 1940

Datum Relevante Content 12.05.1940 Die Aufklärung stellte fest, daß die Kampfhandlungen in Holland im Norden guten Fortgang machten und in der Erreichung des Ostfures des Zuider Sees ihr vorläufiges Ziel fanden. (…) Die am 11.5 festgestellte Bewegung feindlicher Truppen aus der Linie Brüssel – Antwerpen gegen die Linie Tilburg – Oosterhout kehrte sich am Vormittag des 12.5 in eine rückläufige Bewegung.

Chef der Personellen Rüstung und Nsoführung (toegangsnummer RL 5) INV – 281 – Abschussberichte Schw.Flakabt. 572

Luftbautruppen, Luftwaffenpioniere, Landesschützen und Kriegsgefangenenlager der Luftwaffe (toegangsnummer RL 23) INV 51 – Band 1, Geschichte des Lw.Bau Regt. Holland

Nachschubdienste der Luftwaffe (toegangsnummer RL 25) INV 81 – Belegungsübersicht der Flugplätze im Lg. Bereich Holland

The National Archives (Londen) In The National Archives liggen belangrijke stukken aangaande oorlogshandelingen in Nederland. De dagelijkse rapporten van de Second Tactical Air Force (2nd TAF) en Fighter Command vormen een belangrijke indicator wat betreft de luchtoorlog. Aan de hand van deze dagrapporten kan men inzage krijgen in de aarde en omvang van een luchtaanval omdat er (soms) een kaartcoördinaat wordt gehanteerd welke naar de huidige situatie kan worden vertaald.

Air Ministry: Allied Expeditionary Air Force, later Supreme Headquarters Allied Expeditionary Force (AIR), and 2nd Tactical Air Force: Registered Files and Reports (toegangsnummer AIR 37) INV 712 – Daily Log Second Tactical Air Force, Jan. – Apr. 1944 INV 713 – Daily Log Second Tactical Air Force, May – June 1944 INV 714 – Daily Log Second Tactical Air Force, July – August 1944 INV 715 – Daily Log Second Tactical Air Force, Sept. – Oct. 1944

Datum Content 28.09.1944 E.0042. 12 Spitfires (302 Squadron). Barges attacked with 24 x 500.

Pagina 17 van 28

Figuur 4.6. Kaartvierkant waar op 28 september 1944 een luchtaanval werd uitgevoerd. (Bron: Stafkaart 10 (Oosterhout, 1944) en Stafkaart 9 (Terheijden, 1944) van de Afdeling GEO-Informatie van het Kadaster te Zwolle.)

INV 716 – Daily Log Second Tactical Air Force, Nov. – Dec. 1944 INV 717 – Daily Log Second Tactical Air Force, Jan. – Feb. 1945 INV 718 – Daily Log Second Tactical Air Force, Mar. – May. 1945

Pagina 18 van 28

4.6 LUCHTFOTO’S Ten behoeve van dit onderzoek zijn de luchtfotocollecties geraadpleegd van de Afdeling Speciale Collecties van de bibliotheek van de Wageningen Universiteit, de Afdeling Geo- Informatie van het Kadaster te Zwolle en Dotka Data. Allen beheren collecties van luchtverkenningsfoto‟s, gemaakt door de Royal Air Force (RAF) en de United States Army Air Forces (USAAF) tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Tabel 3.4. Geraadpleegde luchtfoto`s Afdeling Geo-Informatie van het Kadaster Datum Collectienummers Kwaliteit 04.11.1944 4-1226-3090 Goed 01.03.1945 106G-4560-4026 Redelijk

Tabel 3.5. Afdeling Speciale Collecties van de Wageningen Universiteit Datum Collectienummers Kwaliteit 16.09.1944 0013-12-3193 Matig

De luchtfoto‟s zijn gegeorefereerd in GIS en geven afzonderlijk van elkaar een volledige dekking van het onderzoeksgebied.

Figuur 4.7. Onderzoeksgebied op 16 september 1944. (Bron: ArcMap.)

Pagina 19 van 28

Figuur 4.8. Onderzoeksgebied op 4 november 1944. (Bron: ArcMap.)

Figuur 4.9. Onderzoeksgebied op 1 maart 1945. (Bron:ArcMap.)

Pagina 20 van 28

Luchtfoto-interpretatie Over het algemeen zijn de luchtfoto`s van goede kwaliteit, maar feitelijk is alleen de luchtfoto van 4 november 1944 geschikt voor interpretatie – dat is wel een interessante foto omdat die kort na de bevrijding is genomen. Na georeferentie zijn de luchtfoto`s geïnterpreteerd op afwijkingen – zichtbare verstoringen, zoals vliegtuigcrashes en (bom)kraters, ten gevolge van oorlogshandelingen.

In de figuren 3.10, 3.11 en 3.12 is de toestand rondom de brug over het Wilhelminakanaal weergegeven – opgeblazen door de Duitsers op 30 oktober 1944 en in november hersteld door de Britten. In figuur 3.11 zijn afwijking ingetekend ten noordwesten van het onderzoeksgebied.

Verder kan uit de luchtfoto`s geconcludeerd worden dat: Het onderzoeksgebied is grotendeels gesitueerd in bosrijk gebied waardoor luchtfoto interpretatie wordt bemoeilijkt. Er zijn geen herleidbare V1-inslagen waarneembaar in het onderzoeksgebied. Er zijn geen herleidbare vliegtuigcrashes waarneembaar in het onderzoeksgebied. Er zijn geen herleidbare artilleriebeschietingen waarneembaar in het onderzoeksgebied Er zijn geen herleidbare bomkraters waarneembaar in het onderzoeksgebied. Er zijn geen schadegevallen waarneembaar in het onderzoeksgebied en/of in de nabijheid daarvan.

Noot: er zijn geen luchtfoto‟s gebruikt uit de periode 1940-1943. Foto‟s van het onderzoeksgebied uit deze periode zijn niet beschikbaar in de Nederlandse luchtfotoarchieven. Saricon kan in overleg met de opdrachtgever bepalen of het noodzakelijk is dat er een luchtfoto uit 1940 wordt geraadpleegd – die mogelijkerwijs meer inzicht geeft in de aard en omvang van het bombardement nabij De Warande in mei 1940.

Figuur 4.10. Het Wilhelminakanaal op 4 november 1944. Aan de zuidkant van de oprit zijn sporen zichtbaar, waarschijnlijk van Poolse eenheden die optrokken naar de brug. (Bron: ArcMap.)

Pagina 21 van 28

Figuur 4.11. De situatie op 1 maart 1945, nadat de Britten de ‘Pangbourne Bridge’ over het Wilhelminakanaal hebben gelegd. (Bron: ArcMap.)

Figuur 4.12. Op de luchtfoto van 4 november zijn, los van de sporen en de opgeblazen brug, nog andere afwijkingen waarneembaar. Aan de westkant van de Bredaseweg zijn opstellingen voor voertuigen waarneembaar (zwart omlijnd), twee ondefinieerbare verstoringen (geel omlijnd) en mangaten (rood omlijnd). Aan de noordkant van het kanaal zijn duidelijk Duitse stellingen en loopgraven waarneembaar. (Bron:ArcMap.)

Pagina 22 van 28

4.7 GETUIGENVERKLARING

Er zijn is voor dit onderzoek geen officiële getuigenverklaring opgenomen – vastgelegd in een proces-verbaal door een verbalisant van de politie of een bijzondere opsporingsambtenaar.

4.8 CONTRA-INDICATIES

Er zijn is voor dit onderzoek geen officiële documenten geraadpleegd met betrekking tot zogeheten contra-indicaties. Wel is door middel van een luchtfoto-vergelijking van 1945, (zoals in paragraaf 4.6 uiteengezet) en 2012 duidelijk zichtbaar dat er omvangrijk grondverzet heeft plaatsgevonden binnen de grenzen van het onderzoeksgebied.

Figuur 4.13. De situatie in 2012. Er is bebouwing te zien die ten tijde van de oorlog nog niet aanwezig was binnen het onderzoeksgebied. (Bron: ArcMap.)

4.9 LEEMTEN IN KENNIS

Voor deze rapportage zijn geen luchtfoto‟s gebruikt uit de periode 1940-1943. Foto‟s van het onderzoeksgebied uit deze periode zijn niet beschikbaar in de Nederlandse luchtfotoarchieven. In het luchtfotoarchief The Aerial Reconnaissance Archives te Edinburgh, zijn mogelijk wel foto‟s van deze jaren beschikbaar. Saricon kan in overleg met de opdrachtgever bepalen of het noodzakelijk is dat er een luchtfoto uit 1940 wordt geraadpleegd – die mogelijkerwijs meer inzicht geeft in de aard en omvang van het bombardement nabij De Warande in mei1940. Een deel van de archieven van het NIMH is niet raadpleegbaar. De zogeheten 575-collectie Duitse Verdedigingswerken is in verband met digitalisering het gehele kalenderjaar niet raadpleegbaar. Informatie over munitieruimingen in de periode 1940-1970 is veelal niet bewaard gebleven, niet gearchiveerd dan wel niet centraal gedocumenteerd, waardoor het binnen de scope van dit vooronderzoek niet mogelijk is hiervan een overzicht samen te stellen waarvan kan worden gesteld dat dit (min of meer) volledig is.

Pagina 23 van 28

Het is empirisch vastgesteld dat in schuttersputten, loopgraven, waterpartijen en dergelijke munitie en ander oorlogstuig is gedumpt – soms ook na de oorlog. Gegevens aangaande dumpmunitie worden echter zeer sporadisch aangetroffen en dus is de locatie moeilijk traceerbaar. De vliegtuigcrash van 24 februari 1945 aan de Rijksweg te Dorst (genoemd in het archief van Militair Gezag Noord-Brabant van het BHIC) staat niet vermeld in de lijst met mogelijke relevante vliegtuigcrashes (tabel 3.1 van paragraaf 3.1). Het blijkt dat de crashlocatie van dit toestel (een Typhoon van 193 Squadron) op 1 kilometer ten oosten van Dorst was gesitueerd.14 Er is een mortiergranaat gevonden op het terrein van De Warande in januari 1969, maar de precieze vindlocatie is niet bekend. De luchtfotointerpretatie van het onderzoeksgebied wordt gehinderd door de toestand van het onderzoeksgebied – deels bebost en mul zand.

14 Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945, Verliesregister 1939-1945. Alle militaire vliegtuigverliezen in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog, overzicht 1945

Pagina 24 van 28

5 SAMENVATTING PROBLEEMINVENTARISATIE

Blijkens de probleeminventarisatie kunnen de volgende feiten worden opgesomd.

Er hebben geen directe grondgevechten plaatsgevonden binnen het onderzoeksgebied – niet in de meidagen van 1940 noch bij de bevrijding in 1944. Er heeft een bombardement plaatsgevonden binnen het onderzoeksgebied in de meidagen van 1940. Er was geen op landmijnen verdacht gebied of geregistreerd mijnenveld gelegen binnen of in de nabijheid van het onderzoeksgebied. Er waren in de nabijheid van het onderzoeksgebied geen verdedigingswerken gesitueerd. Er hebben geen vliegtuigcrashes plaatsgevonden in de nabijheid van het onderzoeksgebied. Er zijn geen relevante ruimingen uitgevoerd door de EODD in de nabijheid van onderzoeksgebied. Er is één mortiergranaat gevonden op het terrein van De Warande in januari 1969, maar de precieze vindlocatie is niet bekend. De luchtfotointerpretatie heeft geen nieuwe feiten aan het licht gebracht. Er bestaan leemten in kennis aangaande dumpmunitie en munitieruimingen die door de voorganger van de EODD zijn uitgevoerd voor 1971. Er heeft na de oorlog omvangrijk grondverzet plaatsgevonden binnen de grenzen van het onderzoeksgebied.

6 AANBEVELING

Op basis van de beoordeling van alle op het moment van opstellen van dit rapport beschikbare bronnenmateriaal is er geen probleemanalyse uitgevoerd omdat er volgens Saricon geen verhoogd risico is op het aantreffen van CE en/of restanten daarvan binnen het onderzoeksgebied – mits de voorgenomen werkzaamheden zich beperken tot de afbakening van het onderzoeksgebied. Mocht er tijdens de werkzaamheden spontaan een CE worden aangetroffen, dan is het zaak de risico`s tot een minimum te beperken door de volgende procedure in werking te stellen: melden van het spontaan aangetroffen CE via de politie bij de EODD.

Pagina 25 van 28

7 BIJLAGEN

B i jl a g e 1 Ditributielijst

Gemeente Oosterhout; Saricon.

Pagina 26 van 28

B i jl a g e 2 Bronnenlijst

Instanties Regionaal Archief Tilburg (Tilburg) Beelddatabase Regionaal Archief Tilburg Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (Amsterdam) Nederlands Instituut voor Militaire Historie (Den Haag) Explosieven Opruimingsdienst Defensie (Soesterberg) Semi-Statische Archiefdiensten van het Ministerie van Defensie (Rijswijk) Afdeling GEO-Informatie van het Kadaster (Zwolle) Afdeling Speciale Collecties van de Universiteitsbibliotheek Wageningen Bundesarchiv Militärarchiv (Freiburg) The National Archives (Londen)

Literatuur J. van Alphen, Oosterhout 1944-1945. Oorlog en bevrijding in woord en beeld Auteur onbekend, A short history of 7th Armoured Division, June 1943 – July 1945 E.H. Brongers, Opmars naar Rotterdam – Deel 2: Van Maas tot Moerdijk H. Amersfoort en P.H. Kamphuis, Mei 1940. De strijd op Nederlands grondgebied C. Klep en B. Schoenmaker, Oorlog op de flank. De bevrijding van Nederland 1944- 1945 J. Didden en M. Swarts, Einddoel Maas – de strijd in zuidelijk Nederland tussen september en december 1944 Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945, Verliesregister 1939-1945. Alle militaire vliegtuigverliezen in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog G.J. Zwanenburg, En nooit was het stil. …Kroniek van een luchtoorlog (Almere z.j.). C. Bishop, The encyclopedia of weapons of World War II

Websites http://www.beeldbankwo2.nl/index.jsp http://www.nimh-beeldbank.defensie.nl/ http://www.archieven.nl/ http://watwaswaar.nl/ http://www.waroverholland.nl/index.php?page=photo&pid=3862 http://www.tweede-wereldoorlog.org/bevrijdingvanbreda.html

Pagina 27 van 28

B i jl a g e 3 Certificaten

Pagina 28 van 28