DOCSLIB.ORG

TEL Saruma Henryi 9/2013

Total Page：16

File Type：pdf, Size：1020Kb

Download full-text PDF Read full-text
TEL Saruma Henryi 9/2013 S�������� Stichting Vakinformatie Siergewassen - Leiden � Het hartvormige blad van Saruma is in de zomer groen. 2 Het jong ontluikende blad is bronsrood. De plant begint doorgaans meteen al met bloeien. 3 Eerst bloeit de plant spaarzaam, maar vanaf eind april verschijnen steeds meer bloemen. Naam en herkomst Saruma behoort tot de familie van de Aristolochiaceae en komt van � � origine voor in China, vooral in de provincies Guizhou en Yunnan, waar hij het liefst groeit in schaduwrijke, vrij vochtige bossen. De � plant is nog niet eens zo lang geleden beschreven, pas in 1899, maar werd al eerder als herbariummateriaal verzameld door de Ierse plantenjager Augustine Henry. Hij had blijkbaar op dat mo- ment weinig fantasie, want hij gebruikte zijn achternaam Henry als soortnaam en voor de geslachtsnaam schoot hem niets an- ders te binnen dan een anagram van de meest nauwe verwant Asarum te gebruiken. Hij verschoof de eerste A hiervan naar het eind van de naam. Zo simpel kan Latijnse naamgeving zijn! Wetenschappelijke naam Saruma henryi Nederlandse naam Geen Bloeitijd April-juni Hoogte 80 cm Grondsoort Alle behalve zeer schrale zandgrond Wintergroen Nee H��� K����� ����� ����: Saruma henryi Het gebeurt maar zelden dat je een nieuwe, totaal onbekende et is nu zo’n vijftien jaar geleden zachtgele bloemetjes open. In het begin standplaats voor Saruma en gek genoeg aanplant zou ik vijf tot zeven stuks per Hdat ik op een Franse plantenbeurs lijkt het of Saruma maar schaars bloeit, merk ik dat ik mijn antwoord hierop vierkante meter rekenen. plant op je kwekerij probeert, die jou op zo’n snelle overtui- een plant in mijn handen gedrukt kreeg maar vanaf eind april komt dit in een steeds verruim. Toen ik mijn eerste plant Saruma is bij uitstek geschikt voor de gende manier inpakt als Saruma. De plant bloeit maanden- van een collega-kweker met de woorden, stroomversnelling. Als dan de talloze kreeg - die er trouwens na vijftien jaar hovenier die eens iets bijzonders bij zijn lang en is op vrijwel elke standplaats toe te passen. „Probeer die eens, het is een superplant!” bloemen als het ware gestrooid over het nog steeds staat - plantte ik hem op het klant wil aanplanten. En dat bijzonder Nu had ik nog nooit van Saruma gehoord nog steeds bronsgetinte loof liggen, is de beste plekje dat ik kon vinden. Halfscha- niet altijd moeilijk hoeft te zijn bewijst en eerlijk gezegd - het was begin oktober plant op z’n best. We merken dat altijd duw en humusrijke, vochtopgevende deze plant. Je hebt er geen omkijken naar - zag de plant er niet zo spannend uit. Ik op de kwekerij, waar op verschillende grond, want ’o, de plant zou eens kapot of het zouden de paar zaailingen moeten Tekst Hans Kramer | Beeld Meneerke Bloem, Hans Kramer zou toen niet hebben kunnen bevroeden plekken Saruma staan. Iedereen wil dan kunnen gaan’. zijn die ongetwijfeld na een aantal jaren dat deze plant nu een van de meest suc- weten wat voor plant het is en in de zullen verschijnen. Maar juist zulke cesvolle planten uit ons sortiment zou meeste gevallen wordt er dan ook een onverwachte zaailingen maken een tuin zijn. aangeschaft. Op de gekste plekken dynamisch. Saruma staat botanisch gezien dicht bij De bloei gaat onafgebroken door tot Allengs merken we dat dit een plant is Combineer het grote, bronskleurige Hans Kramer mansoor, maar heeft er weinig van weg. eind juni en dan hangt het een beetje van die het bijna overal doet. Hij zaait hier blad in het voorjaar met het blad van de is vasteplanten kweker. Of het zou het hartvormige blad moeten de zomer af of de plant doorbloeit of niet. op de kwekerij op de gekste plekken uit roodbladige Actaea simplex ’Brunette’. Hij bestrijdt eentonigheid zijn, dat bij Saruma groter is, maar ook In een koele, regenachtige zomer, zoals en doet het daar ook goed. Dat varieert Prachtig staat het ook naast het frisse in Nederlandse tuinen en veel hariger en bij het uitlopen zelfs viltig vorig jaar bloeit de plant nog spaarzaam van nogal droge schaduw tot volop in de geelgroene loof van het gierstgras Milium plantsoenen door onbekend, aanvoelt. In het begin is het purperbrons door. Maar als het heet en droog wordt, zon. Het enige wat hem niet bevalt is een effusum ’Aureum’. Of contrasteer de maar goed toepasbaar sortiment onder de van kleur, een tint die in de loop van het stopt hij ermee, nog steeds het mooie, nu droge, schrale plek of in de brandende bolvormige groeiwijze met de sierlijke, aandacht te brengen. seizoen langzaam lichter wordt. groene loof tentoonspreidend. Bij de eer- zon, waar de warmte niet weg kan. grote salomonszegel, Polygonatum hybri- www.hessenhof.nl Als de plant dan vroeg in het voor- ste nachtvorsten sterft de plant af en dat Reken erop dat afhankelijk van de dum ’Weihenstephan’. Dat zijn prachtige jaar met z’n donkere scheuten door de betekent dat hij ongevoelig is voor vorst. standplaats een hoogte tot 80 cm bereikt combinaties die jaar in jaar uit een fraai grond boort, zie je vaak gelijk al een paar Er wordt vaak gevraagd naar de beste kan worden, bij 50 cm breedte. Bij nieuwe effect geven. < �� TuinenLandschap | 9 | 2013 TuinenLandschap | 9 | 2013 �� .
Load more

Recommended publications
  • The Timescale of Early Land Plant Evolution PNAS PLUS
    The timescale of early land plant evolution PNAS PLUS Jennifer L. Morrisa,1, Mark N. Putticka,b,1, James W. Clarka, Dianne Edwardsc, Paul Kenrickb, Silvia Presseld, Charles H. Wellmane, Ziheng Yangf,g, Harald Schneidera,d,h,2, and Philip C. J. Donoghuea,2 aSchool of Earth Sciences, University of Bristol, Bristol BS8 1TQ, United Kingdom; bDepartment of Earth Sciences, Natural History Museum, London SW7 5BD, United Kingdom; cSchool of Earth and Ocean Sciences, Cardiff University, Cardiff CF10, United Kingdom; dDepartment of Life Sciences, Natural History Museum, London SW7 5BD, United Kingdom; eDepartment of Animal and Plant Sciences, University of Sheffield, Sheffield S10 2TN, United Kingdom; fDepartment of Genetics, Evolution and Environment, University College London, London WC1E 6BT, United Kingdom; gRadclie Institute for Advanced Studies, Harvard University, Cambridge, MA 02138; and hCenter of Integrative Conservation, Xishuangbanna Tropical Botanical Garden, Chinese Academy of Sciences, Yunnan 666303, China Edited by Peter R. Crane, Oak Spring Garden Foundation, Upperville, VA, and approved January 17, 2018 (received for review November 10, 2017) Establishing the timescale of early land plant evolution is essential recourse but to molecular clock methodology, employing the for testing hypotheses on the coevolution of land plants and known fossil record to calibrate and constrain molecular evolu- Earth’s System. The sparseness of early land plant megafossils and tion to time. Unfortunately, the relationships among the four stratigraphic controls on their distribution make the fossil record principal lineages of land plants, namely, hornworts, liverworts, an unreliable guide, leaving only the molecular clock. However, mosses, and tracheophytes, are unresolved, with almost every the application of molecular clock methodology is challenged by possible solution currently considered viable (14).
    [Show full text]
  • Reconstructing the Basal Angiosperm Phylogeny: Evaluating Information Content of Mitochondrial Genes
    55 (4) • November 2006: 837–856 Qiu & al. • Basal angiosperm phylogeny Reconstructing the basal angiosperm phylogeny: evaluating information content of mitochondrial genes Yin-Long Qiu1, Libo Li, Tory A. Hendry, Ruiqi Li, David W. Taylor, Michael J. Issa, Alexander J. Ronen, Mona L. Vekaria & Adam M. White 1Department of Ecology & Evolutionary Biology, The University Herbarium, University of Michigan, Ann Arbor, Michigan 48109-1048, U.S.A. [email protected] (author for correspondence). Three mitochondrial (atp1, matR, nad5), four chloroplast (atpB, matK, rbcL, rpoC2), and one nuclear (18S) genes from 162 seed plants, representing all major lineages of gymnosperms and angiosperms, were analyzed together in a supermatrix or in various partitions using likelihood and parsimony methods. The results show that Amborella + Nymphaeales together constitute the first diverging lineage of angiosperms, and that the topology of Amborella alone being sister to all other angiosperms likely represents a local long branch attrac- tion artifact. The monophyly of magnoliids, as well as sister relationships between Magnoliales and Laurales, and between Canellales and Piperales, are all strongly supported. The sister relationship to eudicots of Ceratophyllum is not strongly supported by this study; instead a placement of the genus with Chloranthaceae receives moderate support in the mitochondrial gene analyses. Relationships among magnoliids, monocots, and eudicots remain unresolved. Direct comparisons of analytic results from several data partitions with or without RNA editing sites show that in multigene analyses, RNA editing has no effect on well supported rela- tionships, but minor effect on weakly supported ones. Finally, comparisons of results from separate analyses of mitochondrial and chloroplast genes demonstrate that mitochondrial genes, with overall slower rates of sub- stitution than chloroplast genes, are informative phylogenetic markers, and are particularly suitable for resolv- ing deep relationships.
    [Show full text]
  • Piperaceae) Revealed by Molecules
    Annals of Botany 99: 1231–1238, 2007 doi:10.1093/aob/mcm063, available online at www.aob.oxfordjournals.org From Forgotten Taxon to a Missing Link? The Position of the Genus Verhuellia (Piperaceae) Revealed by Molecules S. WANKE1 , L. VANDERSCHAEVE2 ,G.MATHIEU2 ,C.NEINHUIS1 , P. GOETGHEBEUR2 and M. S. SAMAIN2,* 1Technische Universita¨t Dresden, Institut fu¨r Botanik, D-01062 Dresden, Germany and 2Ghent University, Department of Biology, Research Group Spermatophytes, B-9000 Ghent, Belgium Downloaded from https://academic.oup.com/aob/article/99/6/1231/2769300 by guest on 28 September 2021 Received: 6 December 2006 Returned for revision: 22 January 2007 Accepted: 12 February 2007 † Background and Aims The species-poor and little-studied genus Verhuellia has often been treated as a synonym of the genus Peperomia, downplaying its significance in the relationships and evolutionary aspects in Piperaceae and Piperales. The lack of knowledge concerning Verhuellia is largely due to its restricted distribution, poorly known collection localities, limited availability in herbaria and absence in botanical gardens and lack of material suitable for molecular phylogenetic studies until recently. Because Verhuellia has some of the most reduced flowers in Piperales, the reconstruction of floral evolution which shows strong trends towards reduction in all lineages needs to be revised. † Methods Verhuellia is included in a molecular phylogenetic analysis of Piperales (trnT-trnL-trnF and trnK/matK), based on nearly 6000 aligned characters and more than 1400 potentially parsimony-informative sites which were partly generated for the present study. Character states for stamen and carpel number are mapped on the combined molecular tree to reconstruct the ancestral states.
    [Show full text]
  • An Integrated System for Identifying the Hidden Assassins in Traditional Medicines Containing Aristolochic Acids
    TITLE: An integrated system for identifying the hidden assassins in traditional medicines containing aristolochic acids AUTHORS: Lan Wu1,2§, Wei Sun1§, Bo Wang3, Haiyu Zhao1, Yaoli Li4, Shaoqing Cai4, Li Xiang1, Yingjie Zhu1, Hui Yao3, Jingyuan Song3, Yung-Chi Cheng5, Shilin Chen1* SUPPLEMENTARY INFORMATION Supplementary Table S1. A detailed list of 256 traditional Chinese patent medicines containing Aristolochiaceous materials in Chinese market today. Supplementary Table S2. Species information for Aristolochiaceous and non-Aristolochiaceous plants used in this study. Supplementary Table S3. List of universal primers and reaction conditions for ITS2 and psbA-trnH. Supplementary Table S4. List of the 11 groups based on ITS2 sequence similarity from Aristolochiaceae. Supplementary Table S5. Primers and Hydrolysis Probes used in Aristolochiaceous plants detection. Supplementary Table S6. Detection of AAⅠ and Ⅱ for all species using UHPLC-HR-MS analysis. Supplementary Table S7. Summary of commercial samples identified by DNA Barcoding, Real-Time PCR and UHPLC-HR-MS. Supplementary Fig. S1. The NJ tree constructed from the psbA-trnH region from Aristolochiaceae and non-Aristolochiaceae substitutes. The bootstrap scores (1000 replicates) are shown (≥50%) for each branch. Supplementary Fig. S2. MS profiles of AAⅠ for all species in UHPLC-HR-MS analysis. AAⅠ was detected at m/z 340.0469. Supplementary Fig. S3. MS profiles of AAⅡ for all species in UHPLC-HR-MS analysis. AAⅡ was detected at m/z 310.0366. 1 Table S1. A detailed list of 256 traditional
    [Show full text]
  • An Encyclopedia of Shade Perennials This Page Intentionally Left Blank an Encyclopedia of Shade Perennials
    An Encyclopedia of Shade Perennials This page intentionally left blank An Encyclopedia of Shade Perennials W. George Schmid Timber Press Portland • Cambridge All photographs are by the author unless otherwise noted. Copyright © 2002 by W. George Schmid. All rights reserved. Published in 2002 by Timber Press, Inc. Timber Press The Haseltine Building 2 Station Road 133 S.W. Second Avenue, Suite 450 Swavesey Portland, Oregon 97204, U.S.A. Cambridge CB4 5QJ, U.K. ISBN 0-88192-549-7 Printed in Hong Kong Library of Congress Cataloging-in-Publication Data Schmid, Wolfram George. An encyclopedia of shade perennials / W. George Schmid. p. cm. ISBN 0-88192-549-7 1. Perennials—Encyclopedias. 2. Shade-tolerant plants—Encyclopedias. I. Title. SB434 .S297 2002 635.9′32′03—dc21 2002020456 I dedicate this book to the greatest treasure in my life, my family: Hildegarde, my wife, friend, and supporter for over half a century, and my children, Michael, Henry, Hildegarde, Wilhelmina, and Siegfried, who with their mates have given us ten grandchildren whose eyes not only see but also appreciate nature’s riches. Their combined love and encouragement made this book possible. This page intentionally left blank Contents Foreword by Allan M. Armitage 9 Acknowledgments 10 Part 1. The Shady Garden 11 1. A Personal Outlook 13 2. Fated Shade 17 3. Practical Thoughts 27 4. Plants Assigned 45 Part 2. Perennials for the Shady Garden A–Z 55 Plant Sources 339 U.S. Department of Agriculture Hardiness Zone Map 342 Index of Plant Names 343 Color photographs follow page 176 7 This page intentionally left blank Foreword As I read George Schmid’s book, I am reminded that all gardeners are kindred in spirit and that— regardless of their roots or knowledge—the gardening they do and the gardens they create are always personal.
    [Show full text]
  • Stout Camphor Tree Genome Fills Gaps in Understanding of Flowering Plant Genome and Gene Family Evolution
    bioRxiv preprint doi: https://doi.org/10.1101/371112; this version posted July 18, 2018. The copyright holder for this preprint (which was not certified by peer review) is the author/funder. All rights reserved. No reuse allowed without permission. Stout camphor tree genome fills gaps in understanding of flowering plant genome and gene family evolution. Shu-Miaw Chaw¶*1, Yu-Ching Liu1, Han-Yu Wang1, Yu-Wei Wu2, Chan-Yi Ivy Lin1, Chung-Shien Wu1, Huei-Mien Ke1, Lo-Yu Chang1,3, Chih-Yao Hsu1, Hui-Ting Yang1, Edi Sudianto1, Ming-Hung Hsu1,4, Kun-Pin Wu4, Ning-Ni Wang1, Jim Leebens-Mack5 and Isheng. J. Tsai¶*1 1Biodiversity Research Center, Academia Sinica, Taipei 11529, Taiwan 2Graduate Institute of Biomedical Informatics, College of Medical Science and Technology, Taipei Medical University, Taipei 11031, Taiwan 3School of Medicine, National Taiwan University, Taipei 10051, Taiwan 4Institute of Biomedical Informatics, National Yang-Ming University, Taipei 11221, Taiwan 5Plant Biology Department, University of Georgia, Athens, GA30602, USA ¶ These authors contributed equally to this work Correspondence: Shu-Miaw Chaw ([email protected]) and Isheng Jason Tsai ([email protected]) Abstract We present reference-quality genome assembly and annotation for the stout camphor tree (SCT; Cinnamomum kanehirae [Laurales, Lauraceae]), the first sequenced member of the Magnoliidae comprising four orders (Laurales, Magnoliales, Canellales, and Piperales) and over 9,000 species. Phylogenomic analysis of 13 representative seed plant genomes indicates that magnoliid and eudicot lineages share more recent common ancestry relative to monocots. Two whole genome duplication events were inferred within the magnoliid lineage, one before divergence of Laurales and Magnoliales and the other within the Lauraceae.
    [Show full text]
  • Floral Gene Resources from Basal Angiosperms for Comparative
    BMC Plant Biology BioMed Central Database Open Access Floral gene resources from basal angiosperms for comparative genomics research Victor A Albert1, Douglas E Soltis2, John E Carlson3, William G Farmerie4, P Kerr Wall5, Daniel C Ilut6, Teri M Solow6, Lukas A Mueller6, Lena L Landherr5, Yi Hu5, Matyas Buzgo2, Sangtae Kim2, Mi-Jeong Yoo2, Michael W Frohlich7, Rafael Perl-Treves8, Scott E Schlarbaum9, Barbara J Bliss5, Xiaohong Zhang5, Steven D Tanksley6, David G Oppenheimer2, Pamela S Soltis10, Hong Ma5, Claude W dePamphilis5 and James H Leebens-Mack*5 Address: 1Natural History Museum, University of Oslo, NO-0318 Oslo, Norway, 2Department of Botany, University of Florida, Gainesville, FL 32611, USA, 3School of Forest Resources, The Pennsylvania State University, University Park, PA 16802, USA, 4Interdisciplinary Center for Biotechnology Research, University of Florida, Gainesville, FL 32610, USA, 5Department of Biology and Huck Institutes of the Life Sciences, The Pennsylvania State University, University Park, PA 16802, USA, 6Department of Plant Breeding, Cornell University, Ithaca, NY 14853, USA, 7Department of Botany, Natural History Museum, London SW7 5BD, United Kingdom, 8Faculty of Life Sciences, Bar-Ilan University, Ramat-Gan 52900, Israel, 9Department of Forestry, Wildlife and Fisheries, University of Tennessee, Knoxville, TN 37996, USA and 10Florida Museum of Natural History, University of Florida, Gainesville, FL 32611, USA Email: Victor A Albert - [email protected]; Douglas E Soltis - [email protected]; John E Carlson
    [Show full text]
  • Molecular Data Place Hydnoraceae with Aristolochiaceae1
    American Journal of Botany 89(11): 1809±1817. 2002. MOLECULAR DATA PLACE HYDNORACEAE WITH ARISTOLOCHIACEAE1 DANIEL L. NICKRENT,2 ALBERT BLARER,3 YIN-LONG QIU,4 DOUGLAS E. SOLTIS,5 PAMELA S. SOLTIS,5 AND MICHAEL ZANIS6 2Department of Plant Biology and Center for Systematic Biology, Southern Illinois University, Carbondale, Illinois 62901-6509 USA; 3Institute of Systematic Botany, University of Zurich, Zollikerstrasse 107, 8008 Zurich, Switzerland; 4Department of Biology, Morrill Science Center, University of Massachusetts, Amherst, Massachusetts 01003-5810 USA; 5Department of Botany, University of Florida, Gainesville, Florida 32611-8526 USA; and 6Department of Biology, Washington State University, Pullman, Washington 99164-4236 USA Utilization of molecular phylogenetic information over the past decade has resulted in clari®cation of the position of most angio- sperms. In contrast, the position of the holoparasitic family Hydnoraceae has remained controversial. To address the question of phylogenetic position of Hydnoraceae among angiosperms, nuclear SSU and LSU rDNA and mitochondrial atp1 and matR sequences were obtained for Hydnora and Prosopanche. These sequences were used in combined analyses that included the above four genes as well as chloroplast rbcL and atpB (these plastid genes are missing in Hydnoraceae and were hence coded as missing). Three data sets were analyzed using maximum parsimony: (1) three genes with 461 taxa; (2) ®ve genes with 77 taxa; and (3) six genes with 38 taxa. Analyses of separate and combined data partitions support the monophyly of Hydnoraceae and the association of that clade with Aristolochiaceae sensu lato (s.l.) (including Lactoridaceae). The latter clade is sister to Piperaceae and Saururaceae. Despite over 11 kilobases (kb) of sequence data, relationships within Aristolochiaceae s.l.
    [Show full text]
  • Genetic Diversity and Population Structure of Wild Dipsacus Asperoides in China As Indicated by ISSR Markers
    Genetic diversity and population structure of wild Dipsacus asperoides in China as indicated by ISSR markers D.X. Chen1,2,3*, L.Y. Li2,3*, X. Zhang2,3, Y. Wang2,3 and Z. Zhang1 1College of Life Sciences, Chongqing University, Chongqing, China 2Chongqing Academy of Chinese Materia Medica, Chongqing, China 3Chongqing Engineering Research Center for Fine Variety Breeding Techniques of Chinese Materia Medica, Chongqing, China *These authors contributed equally to this study. Corresponding author: Z. Zhang E-mail: [email protected] Genet. Mol. Res. 13 (3): 6340-6349 (2014) Received June 12, 2013 Accepted October 3, 2013 Published February 14, 2014 DOI http://dx.doi.org/10.4238/2014.February.14.12 ABSTRACT. In order to evaluate the genetic diversity and genetic structure of wild Dipsacus asperoides, we surveyed genetic polymorphisms in 288 individuals from 12 populations using ISSR. A total of 240 bands were amplified, among which 190 were polymorphic loci. At the species level, genetic diversity was found to be abundant: PPB = 79.17%, NE = 1.2152, H = 0.1361, and Hsp = 0.2213. At the population level, genetic diversity was lower: PPB = 30.76 %, NE = 1.0786, H = 0.0897, and Hpop = 0.1375. The calculated Nei genetic differentiation coefficient was 0.3406, which is consistent with the calculated Shannon population genetic differentiation coefficient of 0.3787. This is commonly taken to indicate that most of the genetic variation existed within the populations. Gene flow was calculated as Nm = 0.9679, suggesting that gene exchange only occurred at a low level. Based on the Nei genetic distance, the 12 populations were divided into 4 categories.
    [Show full text]
  • Total Duplication of the Small Single Copy Region in the Angiosperm Plastome: Rearrangement and Inverted Repeat Instability in Asarum
    See discussions, stats, and author profiles for this publication at: https://www.researchgate.net/publication/323136699 Total duplication of the small single copy region in the angiosperm plastome: Rearrangement and inverted repeat instability in Asarum Article in American Journal of Botany · February 2018 DOI: 10.1002/ajb2.1001 CITATIONS READS 24 150 4 authors, including: Brandon T. Sinn Otterbein University 26 PUBLICATIONS 286 CITATIONS SEE PROFILE Some of the authors of this publication are also working on these related projects: Planteome Project View project All content following this page was uploaded by Brandon T. Sinn on 06 December 2019. The user has requested enhancement of the downloaded file. RESEARCH ARTICLE Total duplication of the small single copy region in the angiosperm plastome: Rearrangement and inverted repeat instability in Asarum Brandon T. Sinn1,3,4 , Dylan D. Sedmak1, Lawrence M. Kelly2, and John V. Freudenstein1 Manuscript received 29 August 2017; revision accepted 27 PREMISE OF THE STUDY: As more plastomes are assembled, it is evident that rearrangements, November 2017. losses, intergenic spacer expansion and contraction, and syntenic breaks within otherwise 1 The Ohio State University Museum of Biological Diversi- functioning plastids are more common than was thought previously, and such changes have ty, Department of Evolution, Ecology, and Organismal Biology, developed independently in disparate lineages. However, to date, the magnoliids remain Columbus, Ohio 43212, USA characterized by their highly conserved plastid genomes (plastomes). 2 New York Botanical Garden, Bronx, New York 10458-5126, USA 3 West Virginia University, Department of Biology, Morgantown, METHODS: Illumina HiSeq and MiSeq platforms were used to sequence the plastomes of West Virginia 26505, USA Saruma henryi and those of representative species from each of the six taxonomic sections 4 Author for correspondence (e-mail: [email protected]) of Asarum.
    [Show full text]
  • Widespread Genome Duplications Throughout the History of Flowering Plants
    Downloaded from genome.cshlp.org on September 28, 2021 - Published by Cold Spring Harbor Laboratory Press Letter Widespread genome duplications throughout the history of flowering plants Liying Cui,1,2,3 P. Kerr Wall,1,2,3 James H. Leebens-Mack,1,2,3 Bruce G. Lindsay,5 Douglas E. Soltis,6 Jeff J. Doyle,8 Pamela S. Soltis,7 John E. Carlson,2,3,4 Kathiravetpilla Arumuganathan,9 Abdelali Barakat,1,2,3 Victor A. Albert,10 Hong Ma,1,2,3 and Claude W. dePamphilis1,2,3,11 1Department of Biology, 2Institute of Molecular Evolutionary Genetics, 3Huck Institutes of the Life Sciences, 4School of Forest Resources, and 5Department of Statistics, The Pennsylvania State University, University Park, Pennsylvania 16802, USA; 6Department of Botany and 7Florida Museum of Natural History, University of Florida, Gainesville, Florida 32611, USA; 8Department of Plant Biology, Cornell University, Ithaca, New York 14853, USA; 9Virginia Mason Research Center, Benaroya Research Institute, Seattle, Washington 98101, USA; 10Natural History Museum, University of Oslo, NO-0318 Oslo, Norway Genomic comparisons provide evidence for ancient genome-wide duplications in a diverse array of animals and plants. We developed a birth–death model to identify evidence for genome duplication in EST data, and applied a mixture model to estimate the age distribution of paralogous pairs identified in EST sets for species representing the basal-most extant flowering plant lineages. We found evidence for episodes of ancient genome-wide duplications in the basal angiosperm lineages including Nuphar advena (yellow water lily: Nymphaeaceae) and the magnoliids Persea americana (avocado: Lauraceae), Liriodendron tulipifera (tulip poplar: Magnoliaceae), and Saruma henryi (Aristolochiaceae).
    [Show full text]
  • The Seed Plant Flora of the Mount Jinggangshan Region, Southeastern China
    The Seed Plant Flora of the Mount Jinggangshan Region, Southeastern China Lei Wang1, Wenbo Liao2*, Chunquan Chen3, Qiang Fan2 1 College of Resource Environment and Tourism, Capital Normal University, Haidian District, Beijing, P. R. China, 2 State Key Laboratory of Biocontrol and Guangdong Key Laboratory of Plant Resources, School of Life Sciences, Sun Yat-sen University, Guangzhou, Guangdong, P. R. China, 3 Jinggangshan Administration of Jiangxi Province, Jinggangshan, Jiangxi, P. R. China Abstract The Mount Jinggangshan region is located between Jiangxi and Hunan provinces in southeastern China in the central section of the Luoxiao Mountains. A detailed investigation of Mount Jinggangshan region shows that the seed plant flora comprises 2,958 species in 1,003 genera and 210 families (Engler’s system adjusted according to Zhengyi Wu’s concept). Among them, 23 species of gymnospermae belong to 17 genera and 9 families, and 2,935 species of angiosperms are in 986 genera and 201 families. Moreover, they can also be sorted into woody plants (350 genera and 1,295 species) and herbaceous plants (653 genera and 1,663 species). The dominant families are mainly Fagaceae, Lauraceae, Theaceae, Hamamelidaceae, Magnoliaceae, Ericaceae, Styracaceae, Aquifoliaceae, Elaeocarpaceae, Aceraceae, Rosaceae, Corylaceae, Daphniphyllaceae, Symplocaceae, Euphorbiaceae, Pinaceae, Taxodiaceae, Cupressaceae and Taxaceae. Ancient and relic taxa include Ginkgo biloba, Fokienia hodginsii, Amentotaxus argotaenia, Disanthus cercidifolia subsp. longipes, Hamamelis mollis, Manglietia fordiana, Magnolia officinalis, Tsoongiodendron odorum, Fortunearia sinensis, Cyclocarya paliurus, Eucommia ulmoides, Sargentodoxa cuneata, Bretschneidera sinensis, Camptotheca acuminata, Tapiscia sinensis, etc. The flora of Mount Jinggangshan region includes 79 cosmopolitan genera and 924 non-cosmopolitan genera, which are 7.88% and 92.12% of all genera.
    [Show full text]