Ledeboerianen En Kruisgezinden Een Kerkhistorische
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Ledeboerianen en Kruisgezinden Een kerkhistorische studie over het ontstaan van de Gereformeerde Gemeenten (1834-1927) DRS. H. A. HOFMAN TWEEDE DRUK B.V. UITGEVERIJ „DE BANIER" – UTRECHT 1977 INHOUD Woord vooraf Verantwoording I. Het kerkhistorisch leven der gemeenten Inleiding De Afscheiding van 1834 tot 1869 Ds. L. G. C. Ledeboer Ds. P. van Dijke Ds. D. Bakker en zijn gemeenten De „Van Dijkiaanse" gemeenten van 1883-1907 Ds. Cs. van den Oever De gemeenten van ds. C. van den Oever van 1877-1907 Het ontstaan van de Kruisgemeenten in 1869 De Kruisgemeenten van 1869 tot 1907 Vrije Gemeenten van 1869-1907 De vereniging van 1907 Consolidatie (1907-1927) II. Het geestelijk en maatschappelijk leven der gemeenten Inleiding Het geestelijk klimaat der Ledeboerianen Het geestelijk klimaat van Kruisgemeenten en Vrije Gemeenten De Gereformeerde Gemeenten (1907-1927) De Prediking: inhoud en kenmerken De Psalmberijming Historie als argument Het maatschappelijk leven van Ledeboerianen en Kruisgezinden III. Slotbeschouwing Lijnen naar het heden Noten Bijlagen Over en uit oude notulen Literatuurlijst Omslag: Ouderling Joh. de Kok. Deze bekende ouderling heeft zijn aandeel gehad in de vereniging van 1907. Vanaf de oprichting van de Theologische School heeft hij zitting gehad in het curatorium. Ouderling de Kok is in 1937 overleden. Foto Ds. G. H. Kersten: Ter beschikking gesteld door de heer J. Masten- broek, bibliothecaris van de Theologische School te Rotterdam. 9 WOORD VOORAF 's-Gravenhage, januari 1977 Het jaar 1977 is opnieuw voor de Gereformeerde Gemeenten een herdenkingsjaar. Immers had in het jaar 1907 de vereniging plaats van Gemeenten onder het Kruis, met de Gemeenten die door de arbeid van Ds. Ledeboer tot openbaring kwamen. Met opzet schrijf ik niet van Ledeboerianen. Het is niet goed om zich naar mensen te noemen. Paulus bestraft de gemeente van Korinthe omdat zij zo vleselijk is. Hij zegt in 1 Korinthe 3 : 3: „Want gij zijt nog vleselijk, want dewijl onder u nijd is, en twist, en tweedracht, zijt gij niet vleselijk en wandelt gij niet naar de mens?" Wie zal er voor nijdigheid bestaan? Dat de leden van de gemeente vleselijk waren, bleek in de partijschappen die er gevormd werden. De apostel vervolgt: „En dit zeg ik, dat een iegelijk van u zegt: Ik ben van Paulus, en ik van Apollos; en ik van Cefas; en ik van Christus. Is Christus gedeeld? Is Paulus voor u gekruist? Of zijt gij in Paulus naam gedoopt?" En lezer(es) wat zijt gij? Een Voetiaan? Of een Coccejaan? Een Kerstiaan? Of een Pauwiaan? Of zijt gij een christen? Dit laatste is beslissend. Want zo iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel. Zondag 12 leert ons wie de naam christen ten rechte draagt. De Heere heeft mensen willen gebruiken om de verstrooide gemeenten tot elkaar te brengen. Comrie spreekt van vele brave mensen door God aan zijn kerk gegeven. Nu, de Heere gaf godvrezende, en „brave" mannen aan ons kerkverband en zij hebben in eenvoudigheid de gemeenten gediend. We lezen in het Kort Historisch Overzicht van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en Noord-Amerika op blz. 69: „In 1932 spraken, ter gelegenheid van de vijf en twintigste herdenking van dit feit, Ds. J. R. v. Oordt en Ds. M. Hofman te Rotterdam des namiddags in de onvergetelijke samenkomst van leraars, verdere ambtsdragers en leden der Gereformeerde Gemeenten, die uit alle oorden des lands opgekomen waren, van de weldadigheden Gods aan haar betoond. Beide leraren juichen thans reeds voor Gods troon." Inderdaad, zij hebben in oprechtheid huns harten gewandeld. We lezen verder in het Kort Historisch Overzicht: „Ds. Fraanje en Ds. Kersten gingen in de avonddienst voor". Dit was op 10 oktober van het jaar 1932. Van laatstgenoemde leraars kan ook met vrijmoedigheid gezegd worden, dat ze voor Gods troon juichen. Mijn zoon Hendrik Arie heeft zich verdiept in de historie van de Gereformeerde Gemeenten. Hij heeft door het gehele land inzage gekregen van oude notulenboeken. Uiteraard is er veel weggelaten wat mogelijk ook nu nog aanstootgevend zou kunnen zijn. De bedoeling is niet om onrust te verwekken in de gemeenten, maar dat de Naam des Heeren geprezen worde, Die mensen met vele zonden en gebreken heeft willen gebruiken. In de loop der jaren is gebleken dat de Gereformeerde Gemeenten bestaansrecht hebben. De Heere heeft Zijn hoge goedkeuring gemeven over de vereniging die in 1907 tot stand kwam. Hij beware ons en onze kinderen, en geve Zijn zegen over de Schriftuurlijke bevindelijke prediking, die onder ons gelukkig nog gepredikt wordt. De God nu des vredes, Die de grote Herder der schapen, door het bloed des eeuwigen testaments, uit de doden heeft wedergebracht, namelijk onze Heere Jezus Christus; Die volmake u in alle goed werk, opdat gij Zijn wil moogt doen, werkende in u, hetgeen voor Hem welbehagelijk is, door Jezus Christus; Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid, amen. Scheveningen DS. A. HOFMAN GOUDA In Gouda achter de kerk in een donker winkeltje waar een ernstige, stille man de „ouwe schrievers" verkocht, heb ik een uur lang getoefd en gepraat over godsdienst en kerk. Veel Bond, zei hij, hier in de buurt en veel gereformeerde gemeenten en oud-gereformeerde gemeenten — A Brakel en Smytegelt en de lied'ren van Groenewegen gaan hier nog van hand tot hand. 's Avonds laat in de trein rijdend door 't donkere land las ik in 't stichtelijke boek dat hij me had aangepraat; las ik de donkere woorden van oude hollandse vroomheid. las ik: Wat helpt het o mensje om te praten over de hemel als je geen hemel hebt diep in je eigen hart. Gedicht van J. W. Schulte Nordholt in „Gezicht op Zuid-Holland". Kerkh. Kroniek, jan. 1971, no. 3, 7e jrg. (Het winkeltje uit het gedicht is de nog steeds bestaande boekhandel R. Smit, liggend achter de St. Janskerk.) 10 11 VERANTWOORDING Oorspronkelijk was het de bedoeling dat dit boek zou dienen als dissertatie. Het is daar niet van gekomen. De eis werd gesteld dat bij dit door mij verrichte onderzoek de Nadere Reformatie betrokken zou worden, toegespitst op het theologisch en dogmatisch denken van deze Nadere Reformatoren. Het ontstaan van de Gereformeerde Gemeenten zou te geïsoleerd beschreven zijn van de Nadere Reformatie, hetgeen onverantwoord was gezien de nauwe verstrengeling tussen beide. Hoewel zeer zeker sprake is van onderlinge verwantschap (die niet overtrokken moet worden: er is ook beïnvloeding vanuit de Schotse Theologie!) meende ik toch niet aan deze verplichting te kunnen voldoen. Hier lag een geheel nieuw en zeer omvangrijk studieterrein. Bovendien is de schrijver niet voldoende thuis op theologisch gebied, aangezien hij qua opleiding een historicus is. Vandaar het besluit af te zien van een promotie, en het reeds geschreven materiaal in enigszins gewijzigde en bewerkte vorm u aan te bieden als herdenkingsgeschrift bij het zeventigjarig bestaan der Gereformeerde Gemeenten. Dit boek verschijnt derhalve met een minimum aan pretentie van de zijde van de schrijver. Met name is geaarzeld of het tweede deel en in het bijzonder daarvan het hoofdstuk 'Historie als argument' niet beter weggelaten had kunnen worden. Er is echter (door het hele boek heen trouwens) veel geciteerd zodat de lezer zo veel mogelijk in staat wordt gesteld tot zijn eigen conclusies te komen. Ook is geen dwingende vraagstelling opgelegd aan de stof, waardoor wellicht tot een synthese kon worden gekomen. Wat u hier vindt is een verzameling feitelijke mededelingen, naarstig bijeengezocht uit diverse bronnen, en zo goed mogelijk in een logische volgorde gezet. Dat het boek ook zou kunnen bijdragen tot een helderder zicht op en misschien zelfs begrip voor de wording dezer gemeenten, durf ik alleen maar te hopen. Graag wil ik enkele personen danken voor hun inbreng in deze studie. Dat is in de eerste plaats prof. dr. 0. J. de Jong, hoogleraar in de faculteit der Godgeleerdheid te Utrecht. Ook voor hem was het teleurstellend toen aan het eind van dit onderzoek de hierboven omschreven 12 13 verplichting werd opgelegd. Hem danken wij voor de vele gegeven adviezen, de nauwgezette correctie van het manuscript en de vele tijd die aan de begeleiding van dit onderzoek werd besteed. Voorts noemen wij de heer N. B. Themmen, gepensioneerd direkteur van de Chr. M.U.L.O.- school te Zeist, die met groot enthousiasme en kennis van zaken uit liefhebberij het manuscript heeft doorgelezen op zijn taalkundige aspecten. Vanzelfsprekend blijf ik verantwoordelijk voor al hetgeen toch nog niet behoort tot het A.B.N. Dan noem ik de heer J. Mastenbroek, de ijverige bibliothecaris van de Theologische School der Gereformeerde Gemeenten te Rotterdam. Geen moeite was hem te veel om nasporingen op dit terrein te verrichten. Er ontstond tussen ons een uitermate prettige relatie. Dezelfde bereidwilligheid werd aangetroffen bij de heer J. van Beek, bibliothecaris van de Dr. Steenblokbibliotheek te Gouda. De kerkeraden die toestemming verleenden hun notulen in te zien, zeg ik dank hiervoor. Met diverse personen werd een vraaggesprek gehouden of gecorrespondeerd. Zij worden meestal vermeld in de aantekeningen bij het desbetreffende gedeelte. Mijn vader zeg ik dank voor het schrijven van een voorwoord. Hij heeft dat op de hem eigen, warme, begrijpende wijze gedaan. Mijn vrouw tenslotte heeft gedurende drie jaar nimmer geklaagd over de vele tijd, besteed aan deze studie. Ook haar komt daarvoor een woord van waardering toe. Waarder, februari 1977 H. A. HOFMAN Het kerkhistorisch leven der gemeenten INLEIDING Over niet al te lange tijd zal het landelijk verband der Gereformeerde Gemeenten zeventig jaar bestaan. In die zeventig jaar is het bescheiden plantje van 1907 uitgegroeid tot een stevige boom. Waren er in 1907 35 gemeenten en een achttal predikanten, in 1975 waren dit 161 gemeenten, een 50-tal predikanten, zendelingen en evangelisten, alsmede 80.000 leden en doopleden geworden.