Voorjaar 2016 – Nummer 66 IVN Vries
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Kornoelje Voorjaar 2016 – Nummer 66 IVN Vries Inhoud Voorwoord _______________________________________________________ 2 Een grijze zandbij op een zonnige aprildag ______________________________ 3 Het verlangen naar hazelworm! ______________________________________ 4 Natuurwerkdag 7 november 2015 ____________________________________ 6 Boekbespreking “Niet zonder elkaar” __________________________________ 6 De Holtenhoek en het Holtveen ______________________________________ 8 De kar van Henk Doldersum _________________________________________ 9 Jaarverslag vogelwerkgroep 2015 ____________________________________ 10 Opleiding tot natuurgids gestart _____________________________________ 12 De Nieuwjaarswandeling in de Hondstong _____________________________ 14 Biobased Drenthe! ________________________________________________ 16 De werkgroep BROM ______________________________________________ 17 Natuurmomenten in De Punt deze herfst en winter _____________________ 21 Schoolproject De Vijverstee: Adoptie Welterberg. ______________________ 24 Waarnemingen Vlindertuin Vries ___________________________________ 28 Verslag Vlindertuin _______________________________________________ 30 Vogelatlas Resultaten broedvogels blok 12-33 (Zeijen e.o.) _______________ 31 Modelvliegen bij Ubbena __________________________________________ 34 Natuurcompensatie door vliegveld Eelde ______________________________ 36 Activiteitenprogramma IVN Vries 2016 _______________________________ 37 Activiteitenprogramma 2016 IVN Zuidlaren ____________________________ 40 Programma IVN Eelde-Paterswolde voorjaar/zomer 2016 ________________ 41 Colofon IVN Vries _________________________________________________ 43 Excursie Waterschap Noorderzijlvest _________________________________ 44 Foto’s: boven: Goudveil bij Drentse Aa; onder: Hondstong en Kievitsbloem 1 1 Voorwoord De afgelopen winter was opnieuw zacht. Een paar dagen wat sneeuw, zodat iedereen mooie sfeervolle foto’s kon maken. En een paar dagen ijzel, zodat iedereen de diepvriezer wat kon leegmaken. Tussendoor was er de roodkeelnachtegaal in Hoogwoud waar vogelliefhebbers uit alle delen van de wereld massaal op af kwamen. Een bijzonder en prachtig natuurmomentje. Of een van onze vogelaars deze nachtegaal met zijn robijnrode keel gezien heeft weet ik niet. Het zou mooi zijn als we hier een foto van hem/haar hadden kunnen plaatsen. Dat was de winter, we gaan nu het voorjaar en de zomer tegemoet. Heerlijk. In ons programma zijn diverse activiteiten opgenomen, gericht op buiten. We gaan naar tuinen kijken. Wat kan onze tuin (klein of groot) betekenen in het geheel van natuur. Welke bijdrage kan het woongebied leveren aan de natuur, nu het buitengebied steeds meer gaat lijken op een groene vlakte met steeds minder diversiteit aan planten en dieren. Hoe maken we van onze tuin een tuinreservaat waar plant en dier zich kunnen handhaven en ontwikkelen? Verder gaan we in onze omgeving zoeken naar eetbare planten en maken daar dan iets lekkers van. Op deze manier leer je de natuur beter kennen en zo ontdekken we ook wat beslist niet eetbaar is. Vorig jaar was het een succes. Kijk nog maar eens in de vorige Kornoelje. We gaan ook met kinderen naar buiten en laten ze zien hoe leuk het is om naar plantjes en vooral kleine diertjes te kijken. Onder het vergrootglas gaat een wereld voor ze open. We worden de laatste jaren steeds meer gevraagd om een natuuractiviteit voor kinderen te organiseren met de scholen: op Koningsdag, op de Zomermarkt, op de Kinderspeeldagen, enz. Samen met onze vrijwilligers maken we er iets mooi ’s van. Op deze plaats wil ik ze daarvoor van harte bedanken. Nieuwe vrijwilligers zijn welkom!Deze buitenactiviteiten worden door ons ook benut om te wijzen op – en te praten over – de verandering in de natuur en het klimaat. Als IVN hebben we daar een belangrijke taak in. En niet alleen maar praten en wijzen, maar we werken er ook aan. Ik wens u veel leesplezier in onze prachtige “Kornoelje”. Kor Mulder, voorzitter. 2 Een grijze zandbij op een zonnige aprildag Een aantal jaren geleden wandelde ik over het smalle zandpad dat van Noord naar Zuid over de Welterberg loopt. Het was een mooie, zonnige dag in april en in de opstaande randen van het pad viel mij een tiental gaatjes op, die allemaal omkranst waren door een walletje van roodbruin zand. Het werd me al gauw duidelijk dat er in ieder gangetje een insect aan het werk was, want soms schoof het diertje achterwaarts schuifelend wat nieuw zand op het al bestaande walletje, zodat ik haar beter bekijken kon. Het bleek een bijtje te zijn met een bovenlijf van grijswit bont, te vergelijken met een wilgenkatje. Ik had zo'n bij nog niet eerder gezien en ging thuis op zoek in boekjes en op internet. Het kon niet missen: het was de grijze zandbij, een solitair levend bijtje , voorkomend op pleistocene zand- of leemgronden en betrekkelijk zeldzaam. Het diertje graaft een gang recht naar beneden van zo'n 25 tot 50 cm, met verschillende zijgangen. In de zijgangen legt ze haar eitjes en verzamelt ze voedsel. De larven spinnen zich in het voorjaar in, verpoppen in de zomer en overwinteren als volwassen bij in eigen cocon. Van maart tot en met mei, vliegen ze en fourageren ze, waarbij de plek van het voedsel soms wel 260 meter weg kan zijn. Vooral de wilgenkatjes en de paardenbloemen worden bezocht, waarna ze soms met pootjes vol stuifmeel terugkomen om dat vervolgens ook op te slaan. De gevreesde roodharige wespbij is nooit ver weg Maar ook deze diertjes hebben vijanden. Ik hoefde niet eens lang te wachten of daar kwam de gevreesde roodharige wespbij al aan. Na een tijdje boven de ingang van de toegang te hebben gevlogen om te kijken of de zandbij “thuis” was, verdween de parasiet (die ook wel koekoeksbij genoemd wordt) in de gang, legde haar eitjes in de broedcellen van de zandbij om dan weer snel te verdwijnen. De eitjes van de wesp komen eerder uit dan die van de zandbij en de 3 larven en het opgeslagen voedsel van de gastvrouw worden natuurlijk soldaat gemaakt. Ook in de Appèlbergen Ik las -een jaar voor ik ze voor het eerst zag- dat ook grijze zandbijen gesignaleerd waren in de Appelbergen. Later werden ze ook door Wil Folkers inde Gasterense duinen waargenomen. Foto’s: Wil Folkers Ivon Lodewijks Het verlangen naar hazelworm! Dit boek van Koos van Zomeren las ik een paar jaar geleden. Koos van Zomeren maakte in de Veluwezoom dagelijkse wandelingen met zijn hond Stanley. Drie zomers lang heef hij bijgehouden wat ze hierbij aan deze geheimzinnige dieren hebben waargenomen. Sindsdien kende ik ook dat verlangen. Als ik in de Drentse natuur liep keek ik steeds uit naar deze pootloze hagedis. In de heide van het Molenveld bij Oude Molen zocht ik er tevergeefs naar. Mijn droom werd bewaarheid toen wij in september afgelopen jaar op vakantie waren in de Morvan(Fr.). Op een van onze wandelingen ontdekten wij eerst een dode hazelworm langs een asfaltweggetje. Een paar dagen later liepen we op een stenig pad naast een gekapt bos en wat heide en daar kronkelde een ongeveer 30 cm. lang exemplaar dat ik ook nog kon fotograferen. De hazelworm als pootloze hagedis In een boek van Brehm dat ik ooit bij een antiquair kocht over “Het leven der dieren”(derde deel, uit 1905) vond ik bij de “Kruipende dieren” nog meer informatie dan die ik al las in het boek van Koos van Zomeren. De hazelworm lijkt op een slang maar is een pootloze hagedis. In tegenstelling tot slangen heeft de hazelworm kleinere schubben en beweegbare oogleden. Hij wordt vooral aangetroffen in bos- en heidegebieden. 4 Het dier is eierlevendbarend d.w.z. dat de jongen al volledig ontwikkeld zijn in de moeder voordat ze in een dunne eierschaal geboren worden. Foto’s: Paul van der Veur Een broze slang Hij kan aan zijn vijanden ontkomen door heftig te bewegen waarbij vaak een stuk van de staart wordt verloren. Terwijl het afgebroken stuk nog vol leven rond danst maakt de verminkte hazelworm van de gelegenheid gebruik om te vluchten. Dit heeft aanleiding gegeven tot de wetenschappelijke naam: Anguis fragilis(“broze slang”). Over het voedsel van de hazelworm vermeldt Brehm het volgende: “Het voedsel van den Hazelworm bestaat bijna uitsluitend uit Naakte slakken en Regenwormen; bovendien eet hij onbehaarde rupsen; het is hem niet mogelijk dieren buit te maken die zich sneller bewegen. De door LENZ verzorgde exemplaren naderden zonder eenigen haast de Wormen, die hij hun toe wierp, betasten deze meestal vooraf met de tong, sperden dan langzaam den bek en hapten eindelijk toe. De roover wachtte nu tot zijn prooi, die zich aanvankelijk zoo krachtig mogelijk kronkelde, eenigszins afgemat was en verzwolg haar zonder eenige overhaasting; dit geschiedde met afwisselende bewegingen van den kop van rechts naar links, waarbij telkens de tanden een eind verder in den buit geslagen werden. Het doorslikken van een regenworm duurde 5 à 6 minuten : een of twee exemplaren van middelbare grootte zijn trouwens voldoende voor een maaltijd.” Ik ben wel benieuwd of een van onze IVN-leden ooit een hazelworm in Drenthe heeft gezien en kijk verlangend uit naar die bijzondere waarneming!. Paul van der Veur 5 Natuurwerkdag 7 november 2015 Opslag en boompjes verwijderen Tussen de middag in de in het Holtveen Paardenstal Foto: Kees Langeveld Foto: Tineke Schat Boekbespreking “Niet zonder elkaar” Over de bloemen en de bijtjes De harlekijn is een kleine orchidee die net als de meeste bloemen insecten nodig heeft voor bestuiving en bevruchting. Deze bloem komt aan zijn gerief door bedrog en misleiding! Wat is het geval? De bloem heeft een lange