Chirurgijnen En Doktoren in De Gemeente Littenseradiel
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Chirurgijnen en Doktoren in de Gemeente Littenseradiel Historyske en Kulturele Rige Littenseradiel: "Tusken Middelsee en Slachte" Prod.: Hessel Fluitman, Archief gem. Littenseradiel 1991 - 1995. SI TIBI DEFICIANT MEDICI MEDICI TIBI FIANT HAEC TRIA MENS HILARIS, REQUIES, MODERATA DIAETA. Als artsen tekortkomen, laat dan deze drie uw artsen zijn: een vrolijke stemming, rust en een beheerste manier van leven. Grietman Ulbo van Aylva (±1640). Inhoud: Inleiding ........................................................................................................................................................................ 4 Algemeen ................................................................................................................................................... 4 Geschiedenis .............................................................................................................................................. 4 Onderscheid tussen geneesheer en kwakzalver.......................................................................................... 5 De Gilden ................................................................................................................................................... 7 Opleiding.................................................................................................................................................... 7 De inventaris van een 18e eeuwse Chirurgijn............................................................................................ 8 De Franse tijd ............................................................................................................................................. 9 De departementale commissie van geneeskundig bestuur in Friesland ..................................................... 9 Doktoren in de gemeente........................................................................................................................... 10 Recepten uit de 18e eeuw ................................................................................................................................... 11 Verantwoording voor de lijst van chirurgijnen, heelmeesters, artsen en doctoren ............................................. 15 Literatuurlijst/bronnen:....................................................................................................................................... 16 BAARD .............................................................................................................................................................. 17 Het doktershuis ......................................................................................................................................... 22 BOZUM.............................................................................................................................................................. 23 Het Doktershuis......................................................................................................................................... 30 ITENS................................................................................................................................................................. 35 JORWERD .......................................................................................................................................................... 36 LUTKEWIERUM .............................................................................................................................................. 41 MANTGUM ....................................................................................................................................................... 42 EASTEREIN....................................................................................................................................................... 43 EASTERLITTENS............................................................................................................................................. 47 EASTERWIERRUM .......................................................................................................................................... 51 RIEN 52 WEIDUM ........................................................................................................................................................... 53 Het doktershuis ........................................................................................................................................ 59 WELSRIJP ......................................................................................................................................................... 63 WIEUWERD ...................................................................................................................................................... 64 WINSUM ........................................................................................................................................................... 65 De dokterswoningen op de Tsjerkebuorren............................................................................................... 69 WOMMELS ....................................................................................................................................................... 70 Inleiding Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.Algemeen Het beroep van geneesheer heeft van oudsher tot de verbeelding gesproken. Om het uit te oefenen, maar ook om het te waarderen, of te bestrijden. De medische wetenschap gaf macht aan de drager. Macht die zeer kritisch werd bekeken: het hoefde maar even verkeerd te gaan en de achterdocht sloeg toe. Jean Auel heeft in haar romans over de pre-historie haar hoofdpersone naast een boven normale, creatieve intelligentie, óók een grote kennis van de geneeskunst en kruidenkennis gegeven. Niet alleen om haar te laten overleven, maar ook om haar een aureool van belangrijkheid, ja zelfs een zekere mate van goddelijkheid te geven. Uit de verhalen over de Afrikaanse samenleving blijkt dat de tovenaars -de genezers- eeuwen lang grote macht hadden bij en over hun medemensen. Macht die ze niet zelden nodig hadden om staande te blijven in de soms woelige strijd rond hun positie in de dorpshierarchie. Ook Jezus van Nazareth was een (wonder-)genezer. Hij heeft -mede door deze gave-de loop van de geschiedenis ingrijpend veranderd. De Godsdienstige leiders van zijn volk vonden zijn uitstraling zó bedreigend, dat ze de machthebbers in hun land dusdanig manipuleerden, dat hij ter dood werd gebracht. De geneeskunst werd in de Middeleeuwen zéér wantrouwend bekeken. niet zelden werden de beoefenaars gezien als heksen en tovenaars. Dit heeft er naar alle waarschijnlijkheid voor gezorgd, dat er niet zelden voortijdig, medische kennis op brandstapels en martelwerktuigen teniet ging. Pas de laatste eeuwen heeft de mensheid dusdanig volwassen leren denken en redeneren, dat ze genezers iets meer zijn gaan vertrouwen als integere vaklieden. Pas de laatste 200 jaar leven en werken ze niet meer op een vulkaan van wantrouwen, maar kunnen ze zich aan de uitoefening van hun vak en aan de ontwikkeling van hun kennis wijden. Maar nog steeds werken ze in een glazen huisje en wordt hun werk kritisch gevolgd. Nog steeds zoeken de mensen naar zekerheid. Naast de vertrouwde allopathische geneeskunst steken de laatste decennia steeds meer alternatieve geneeswijzen, opgedoken uit oude tijden of ontstaan uit nieuwe ontwikkelingen, de kop op. Het is niet meer een kwestie van of/of, maar het kan nu ook met en/en. Geschiedenis Er zijn altijd mensen geweest die de kennis over ziekte en genezen gingen verzamelen en vervolgens die kennis gingen onderwijzen en publiceren. De eerste berichten waaruit dit blijkt, spreken van hogescholen in Salerno, Montpellier, Parijs en Bologna: universiteiten in Frankrijk en Italië. Daarnaast werd er natuurlijk geneeskunst bedreven in de kloosters. Vanouds bolwerken van kennis en wetenschap, waar hoog tegen opgekeken mocht worden en waar je niet omheen kon, als je iets nodig had. Vermoedelijk bestond er een niet te onderschatten kruidenkennis, maar de belangrijkste middelen die de genezers ter beschikking stonden, waren urinekijken (oorzaken zoeken) en aderlaten (geneesmiddel of preventief middel). Men meende dat ziekte en ongemak ontstond doordat er teveel bloed in de aderen stroomde, zodat de filosofie dus was: bloed eruit, de oorzaak van de ziekte eruit en dan geneest de patiënt vanzelf weer. Als de patiënt dan genas, dan was dat waarschijnlijk ondanks die aderlating, omdat we nu weten, dat het bloed hard nodig was en is om de genezing te bespoedigen! Uit de leerboeken in die tijd blijkt ook, dat niet zozeer de medische kant van de zaak belangrijk was, maar meer het moment van aderlaten: afhankelijk van het jaargetijde, de stand van de maan en de zon moest het moment berekend worden en ook nog eens de juiste ader! Kortom, astrologie en anatomie waren belangrijker dan de, volgens ons vereiste medische kennis van zaken. Het oudste spoor van de geneeskunst in onze gemeente is de vondst van een schedelfragment met een trepanatie in 1888 - 1889 bij de afgraving in Winsum van de grote terp tussen de dorpskern en de Bruggeburen. Tussen Romeinse vondsten werd onder andere een schedelfragment gevonden. In "De Frije Fries" van 1934 wordt hieraan een artikel gewijd, waaruit ik hier mijn gegevens haal. Het bijzondere van deze vondst was dat de schedel getrepaneerd was. Deze vondst is in zoverre niet uniek, dat er in Europa en Amerika wel vaker dergelijke schedels