LABO 5 ICT Finding Flow Through Music Technology Serena Croft. ACTIEONDERZOEK ICT

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

LABO 5 ICT Finding Flow Through Music Technology Serena Croft. ACTIEONDERZOEK ICT

LABO 5 ICT – ‘Finding flow through music technology’ – Serena Croft. ACTIEONDERZOEK ICT

1. Samenvatting artikel

Hier volgt een beknopte samenvatting van het artikel ‘Finding flow through music technology’ van Serena Croft. Ik zet mijn kritische bemerkingen in het vet.

1.1 Inleiding

De tijd dat Croft nog studeerde lag haar interesse niet direct bij de ICT lessen, die nochtans werden aangeboden op de school. Veel liever spendeerde ze de dierbare tijd achter haar piano. Het gebruik van ICT kwam bij haar pas aanbod als ze startte met lesgeven. Het was een echte openbaring om met zoveel materiaal iets te kunnen maken. Al snel merkte ze dat dit een positief effect had op haar leerlingen. In volgend hoofdstuk wordt een actieonderzoek naar de relatie tussen gebruik van ICT voor muzikaal engagement en de flow-theorie van Cszentmihayli beschreven. Voornamelijk de resultaten daarvan komen aan bod.

Ik merk zelf ook het belang van ICT in de muziekwereld. Als percussionist en pianist is het belangrijk deze ICT-elementen te leren kennen. Ik vind persoonlijk dat ik hier nog te weinig van ken en zal in de toekomst hier dus zeker en vast meer gebruik van maken. Als percussionist kunnen ICT-programma’s handig zijn voor bij het drummen met muziek. Er bestaan programma’s waarop je de muziek trager kan zetten zodat men nog steeds mee kan drummen maar dan in een trager tempo. Hiervan ben ik dus bereid om meer van te willen leren.

1.2 Flow-theorie en motivatie

De ‘flow’, zoals Croft het beschrijft, is een soort ervaring waarbij acties spontaan en niet bewust gebeuren. Croft maakt een onderscheid tussen intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie is eigenlijk de beste vorm. Bij deze vorm gaat de leerling vanuit zichzelf willen leren en het willen kunnen van iets. Extrinsieke motivatie komt niet van de leerling zelf. Hier gaat de leerling een prestatie doen als hij/zij er een beloning voor krijgt. Volgens Croft zijn er negen verschillende dimensies van de ‘flow’:

1 Duidelijke doelen voor het leerproces voor ogen stellen 2 Onmiddellijke feedback krijgen op de acties 3 Balans tussen vaardigheid en uitdaging 4 Actie en bewustzijn vloeien ineen 5 Afleiding wordt uitgeschakeld uit het bewustzijn 6 Er is geen faalangst 7 Het zelfbewustzijn vervaagt 8 Tijdservaring wordt vervormd 9 Activiteit wordt ‘autotelisch’ (een doel op zich)

Persoonlijk vind ik het leuker om aan kinderen met intrinsieke motivatie les te geven omdat ze echt, echt geïnteresseerd zijn in wat ik zeg en doe en zijn enorm leergierig en ook gemakkelijker om aan het werk te zetten. Bij leerlingen met extrinsieke motivatie moet ik altijd creatief zijn in wat ik deze keer achter de hand moet houden om hem/haar aan het werk te krijgen. Hiermee zeg ik niet dat het geen goede leerlingen zijn, maar het is gewoon iets moeilijker om mee te werken dan leerlingen met intrinsieke motivatie. 1.3 Context

Key stage 3 Het doel hiervan is dat de leerlingen ondersteund worden op hun muzikaal proces door het uit te breiden op vlak van compositie, uitvoering, improvisatie en beantwoord luisteren. Tussen 11 en 14 jaar is muziek een verplicht vak op de Suffolk secundaire school. Dit zorgt voor een goede ontwikkeling van de creatieve geest van de leerlingen want rond die leeftijd zijn ze het gevoeligst voor ontwikkeling van talenten. In die school leren ze bijvoorbeeld stukjes schrijven dat gebaseerd is op een ritmisch ostinaat en hiermee creatief om te springen. Ze maken deze stukjes op welgekende programma zoals Finale en Sibelius. Hierdoor worden ze al vertrouwd met deze programma’s op die leeftijd.

In de secundaire school van het Lemmensinstituut hebben we ook een paar lessen gehad i.v.m. sibelius maar ik vind persoonlijk ook te weinig want moest ik nu iets willen componeren op sibelius of finale zou ik helemaal van nul moeten beginnen om het programma te leren kennen.

Na key stage 3 De leerlingen krijgen de keuze om na 14 jaar een examen te doen van het vak muziek. De compuster wordt vooral gebruikt voor compositie. Men vertrekt vanuit de vertrouwenswereld van de student zelf. Hierdoor kan hij zijn creativiteit ten volle laten gaan in zijn vertrouwde omgeving. Hij kan zelfs experimenteren met het materiaal dat hij kent en zo tot nieuwe creaties komen.

1.4 De studie

Als eerste worden verschillende voorbeelden (samples) en gegevens verzameld. De deelnemende studenten zijn allemaal tussen de 11 en 14 jaar en bezitten al enige voorkennis op muzikaal en multimediaal vlak. De gebruikte elementen zijn ‘dagboekfragmenten’ die gecombineerd worden met resultaten van een observatie in de klasruimte. Croft verzameld de resultaten van haar research binnen de negen dimensies van de ‘flow van Croft’.

Dimensie 1: Duidelijke doelstellingen gedurende het leerproces Opdracht: Componeer muziek voor een western met storyboard (geschreven) als uitgangspunt. De leerlingen moeten het componeren stap voor stap maken en dit wordt dan gecombineerd met een digitaal programma. Hierdoor wordt de eerste dimensie goed verkend. Het is belangrijk om digitale programma’s te leren kennen omdat de leerling, naar mate hij/zij vordert op compositorisch vlak, steeds ingewikkeldere dingen gaat maken en dit ergens moet kunnen plaatsen. Zo zal de leerling niet altijd bijvoorbeeld ‘arrange window’ moeten gebruiken voor het structureren van zijn/haar ideeën.

Wanneer deze doelstelling is bereikt, kan de leerling een andere doelstelling voor ogen houden. Hier moet de enthousiaste leerkracht opletten met het geven constante feedback tussendoor. De leerling kan in zijn ‘flow’ terecht komen en als dit constant onderbroken wordt door de leerkracht die feedback wilt geven kan het zijn dat de leerling zich gaat beginnen frustreren. Waar ook aan moet worden gedacht, is dat de doelen die vooropgesteld worden realistisch zijn.

Dit heb ik ook al meegemaakt dat ik in de pianoles aan het spelen ben, zeer geconcentreerd en mijn best aan het doen, en dat plots mijn leerkracht onderbreekt. Dit is zeer frustrerend want dan ben ik ‘uit mijn element’ gebracht. Dit zal waarschijnlijk niet onbekend in de oren klinken. Ik snap de leerkracht ook natuurlijk want hij zegt dan wel interessante dingen over wat ik beter kan doen want als hij mij liet doorspelen dan kon het wel eens zijn dat hij de dingen die hij wou zeggen gewoon vergat. Dimensie 2: Er is onmiddellijke feedback aan het einde van de acties van de leerling Weten of je het goed doet is belangrijk om de flow van het leerproces op gang te houden. Een zeer groot voordeel aan de computerprogramma’s is, dat de leerling zich steeds zelf kan evalueren terwijl ze componeren. Door deze technologische vernuftigheden kunnen ze dingen componeren en ook opnieuw beluisteren om zo fouten er zelf uit te halen. (1998) Black en William zijn ervan overtuigd dat studenten die zichzelf kunnen beoordelen begaan zijn met hun eigen leerproces en dus ook eerder intrinsiek gemotiveerd zullen zijn. Op deze manier van evalueren blijft de leerling ook baas over zijn/haar compositie als eigen creatie.

Ik werk nu met een programma genaamd Ableton. Dit is een muziekprogramma dat door de moderne muzikanten (DJ’s) worden gebruikt. Ik componeer hier mee met dit programma en vind het geweldig om mijn eigen creaties te horen en altijd over en over om zo tot vernieuwingen en verbeteringen te komen en zelfs bij te leren door het vele luisteren. Hierdoor ben ik ook veel bewuster gaan leren luisteren naar muziek in het algemeen.

Dimensie 3: Balans tussen vaardigheid en uitdaging Belangrijk is dat er een goede balans is tussen vaardigheid en uitdaging want als de uitdaging te groot is tegenover de vaardigheid gaat dit een afkerend effect hebben en omgekeerd kan de leerling zich vervelen. Bij het oefenen van een muzikale vaardigheid zowel praktisch als met ICT, kan het beginstadium daarvan als moeilijk en lastig worden ervaren. Volgens Croft moet in die beginperiode eerst de goede ‘focus’ voor de activiteit worden verworven. Daarna wordt de activiteit een stuk makkelijker. Dit blijkt uit geschreven journaalfragmenten van de deelnemende studenten.

Dimensie 4: Actie en bewustzijn versmelten In ‘flow’ is onze focus bij de actie zonder dat we ons daarvan ten volle bewust zijn. De student raakt vertrouwd met de computerprogramma’s en hierdoor moet hij/zij minder nadenken over verschillende opties te gebruiken. Kortom doordat je als kind leert werken met iets ga je onbewust verschillende opties automatisch toepassen omdat het gewoon incorporeert is. Evaluatie en doelen stellen wordt een spontante actie op die manier. Het zogezegde nadeel hiervan is de tijd dat men niet meer kan inschatten of zelfs ervaren.

Dimensie 5: Afleiding wordt door bewustzijn genegeerd Concentratie is een belangrijke factor tijdens een oefenproces. Er is ruimte nodig om deze concentratie te kunnen toepassen en ook oefening. Bijvoorbeeld het gebruik van hoofdtelefoons kan ervoor zorgen dat de student een persoonlijke ruimte kan opwerpen. Andere auditieve stoorzenders worden daardoor uitgeschakeld.

Ik heb persoonlijk ook veel last van stoorzenders. Vooral voor het maken van deze opdrachten. Ik moet veel moeite doen om iets goed te kunnen lezen en het te kunnen verstaan. Neem nu deze opdracht. Ik kan deze enkel maken als het stil en rustig om me heen is. Anders wordt ik constant afgeleid door andere dingen zodat ik dan twee keer zolang moet doen over deze taak.

Dimensie 6 en 7: Er is geen faalangst en zelfbewustzijn verdwijnt De computer is een heel betrouwbaar gegeven. Leerlingen kunnen hier enorm hard op rekenen omdat er vrijwel niets kan foutlopen met een computer. Ze kunnen het bijvoorbeeld gebruiken voor een compositie op te slaan. De computer geeft ook in de compositie zelf, fouten aan die de leerling soms over het hoofd ziet. Hierdoor kan de leerling het gemakkelijk aanpassen omdat de computer eigenlijk zegt wat er scheelt en de leerling moet enkel aanpassen en verbeteren. Bijvoorbeeld: de leerling maakt een compositie. De computer geeft een fout aan. De fout bestaat eruit dat er een noot is geschreven bij een instrument waarbij dat instrument deze noot helemaal niet kan spelen. Hierdoor geeft de computer dus de fout aan en de leerling leert ook nog eens bij dat die ene noot niet kan gespeeld worden. Dimensie 8: Tijdsbeleving vervaagt Wanneer dit gebeurt zijn de studenten zodanig in the flow dat ze geconcentreerd zijn op de opdracht en niets anders dan de opdracht.

Dimensie 9: De opdracht wordt autotelisch (belangrijk omwille van de opdracht zelf) De taak maken wordt een intrinsieke motivatie. Des te meer door het gebruik van de digitale voorzieningen.

1.5 Besluit

De ‘flow’ theorie is een zeer goede hulp om de intrinsieke motivatie van een student te steunen en zelfs te verbeteren. Dit onderzoek was niet enkel voor de studenten maar ook voor Serena Croft zelf. Het heeft haarzelf ook enorm veel bijgeleerd, wat trouwens het uitgangspunt is van een onderzoek. Ze ontwerpt naast de studie ook een eigen interpretatie van de negen dimensies van de flow theorie. Dit is een ‘continuum-model’. Als men op deze manier te werk gaat doorheen het leerproces gaat alles met een soort rustgevoel gedaan worden. Alles wat gedaan wordt heeft nut en heeft een doel. 2. Actieonderzoek

2.1 Opstellen van een actieonderzoek naar het gebruik van ICT binnen de drumles in relatie tot het leerproces.

Ik ga een onderzoek starten in drumles. Het onderzoek bestaat uit het mee drummen met Cd. Mijn leerlingen ondergaan één les op een stuk dat zal bestaan uit: het leren meespelen met Cd (dus eigenlijk met het gebruik van ICT) en een ander stuk dat zonder Cd zal gespeeld worden (zonder het gebruik van ICT). Hieruit zal ik besluiten welk stuk het beste zal ingeoefend worden tegen de volgende les.

De les met het meespelen met Cd bestaat uit vier fases: - Fase 1: Een keer spelen zonder Cd en direct feedback van leerkracht en leerling zelf. - Fase 2: Een poging laten doen om mee te spelen met Cd (meestal lukt het nooit om van de eerste keer direct helemaal mee te spelen). - Fase 3: Plaatsen hernemen die moeilijk zijn met Cd en ook gewoon moeilijk in het algemeen. Vervolgens van de moeilijke plaatsen starten en meespelend met Cd. Ik zal in deze fase gebruik maken van Audacity. Een veelzijdig programma waarin ik de Cd-track kan uploaden en het in verschillende tempi laten afspelen. - Fase 4: Opnieuw volledig laten meespelen met Cd (op het juiste tempo). De slaagkansen, om helemaal juist mee te spelen, zijn hier veel hoger dan in fase 2. Hiervan wordt opnieuw een feedback van leerkracht en leerling gegeven.

De les zonder het meespelen met Cd heeft drie fases: - Fase 1: leerling speelt het stuk door en krijgt onmiddellijke feedback van de leerkracht en geeft ook feedback op zichzelf. - Fase 2: We hernemen de stukjes die fout gelopen waren. De leerkracht geeft oefeningen om deze moeilijkere plaatsen vlotter te laten verlopen. - Fase 3: We spelen het nogmaals door en leerkracht springt bij waar nodig. Vervolgens komt er nog een feedback van leerkracht en leerling zelf.

Conclusie: De liederen die met Cd werden geoefend hadden een veel groter effect dan diegene zonder Cd. Dit komt omdat er nu ook melodische elementen bij het drummen aanwezig zijn en niet enkel de klank van de drum. Meespelen met Cd doet het speelplezier enorm stijgen en ik ben bereid om hier zeker en vast nog veel gebruik van te maken.

Recommended publications