NATUUIJHISTORISCH MAANDBLAD MAART 2000 lAARGANG 89 43

GLAUCONIETHOUDENDE AFZETTINGEN IN DE PEELREGIO

EEN IJZERSTERKE BASIS VOOR BEHOUD EN ONTWIKKELING VAN VOEDSELARME, NATTE MILIEUS!

P.j.j. van den Munckhof, jan van Scorelstraat 27. 4907 Pj Oosterhout

Normaliter is grondwater, dat een lange weg in de ondergrond heeft horsten weergegeven; van west naar oost het Kempisch Hoog, de Peelhorst en de Horst afgelegd, rijk aan mineralen. Dergelijl< grondwater wordt vaal< geken• van Krefeld. Daartussen liggen de Roerdal• merkt door hoge calcium- èn ijzergehalten (EvERTS & DE Vries, 1991; en de Venloslenk.

Meeuwissen, 1985). In de Peelstreek is ook grondwater, dat slechts IJZERRIJK GRONDWATER OP DE een relatief korte ondergrondse weg heeft afgelegd, van nature vaak PEELHORST al rijk aan ijzer, terwijl het calciumgehalte er doorgaans laag is. Hier De voor zover bekend oudste metingen van gaan calcium- en ijzerrijkdom van het grondwater dus in de regel niet ijzergehalten van grondwater in de Peelregio stammen uit het Noordelijk Peelgebied. In de gelijk op (VAN der Aa et al., 1988). In dit artikel worden mogelijke jaren twintig werden daar gehalten van I O, I verklaringen gegeven voor dit fenomeen. Tevens zal aan de hand van respectievelijk 15,4 mg/I gemeten voor Oef•

feit en Nuland (VAN BAREN, 1927). met name historische gegevens duidelijk worden gemaakt, dat we In een krantenartikel uit 1939 wordt al ge• hier met een eeuwenoud en in de Peelstreek wijd verbreid verschijn• schreven over het 'zure, ijzerhoudende wa• ter' op de gemiddeld 20 meter boven nor• sel te maken hebben. maal Maaspeil gelegen Peel-hoogvlakte (ANON., 1939). In 1965 werd onderzoek ge• daan naar het ijzergehalte van het grondwa•

IJZERRIJK GRONDWATER OP breuken aanwezig in de ondergrond. Figuur ter in de Peelstreek. Op de Peelhorst bleek HORSTEN I geeft een beeld van de belangrijkste breu• dit over het algemeen hoog te zijn, in de ken. Roerdal- en Venloslenk daarentegen middel• hoog of zelfs laag (VAN REES VELLINGA, 1965). HORSTEN EN SLENKEN Van de stroken grond tussen de breuken in zijn er een aantal t.o.v. hun omgeving geste• De hoogste ijzerconcentratie (43,6 mg/I) In Zuidoost-Nederland en aangrenzende gen (de 'horsten') en andere zijn juist relatief werd gemeten ten oosten van de Maas, ten zuidoosten van Arcen. Belgische en Duitse gebieden zijn tal van gedaald (de 'slenken'). In figuur I zijn drie Figuur 2, die is gebaseerd op de 'Grondwa- terkaartvan Nederland' (schaal 1:50.000), toont duidelijk, dat het grondwater op de Peelhorst doorgaans veel ijzerrijker is dan in de aangrenzende slenken; op veel plaatsen bevat het tussen IO en 15 mg/I ijzer en regel• matig zelfs nog méér dan 15 mg/I.

VERKLARINGEN

Hoge ijzergehalten bleken vooral daar voor te komen, waar afzettingen behorende tot het mariene Mioceen relatief hoog gelegen zijn. Deze afzettingen zijn tussen ongeveer 23 en 5 miljoen jaar geleden ontstaan (VAN

FIGUUR I De belangrijkste horsten en slenken in Zuid-Nederland, naar. CELUK et al. (1994). 44 MAART 2000 JAARGANG NATUURHISTORISCH MAANDBLAD

FIGUUR 2 ROOIJEN, 1989). Waarschijnlijk Is het ijzer in Gearceerd: ijzergehalte het grondwater op de Peelhorst grotendeels van het grondwater, afkomstig uit glauconiet, dat zeer rijkelijk gebaseerd op (delen van) de kaartbladen Oost, voorkomt in marien Mioceen. Dit bevat veel 45 46 West en Oost. 51 ijzer (variërend van ongeveer 6 tot 19% Oost, 52 West en Oost, Fe203 en 4 tot 5% FeO). Op de Peelhorst 57 Oost en 58 West en Oost van de 'Grondwater- ligt het Mioceen plaatselijk minder dan 10 kaart van Nederland' meter beneden het maaiveld. In de Roer• schaal I : 50.000 dalslenk ligt het op 300 tot 400 meter diepte (HOMAN, / 974; LEKAHENA, en in de Venloslenk 40 a 70 meter diep (VAN 1972. 1978: LEKAHENA & NELISSE, /974; NEUSSE, REESVELLINGA, 1965). 1974). Zwart: Ook volgens LEKAHENA (1972) is het marien ijzeroervoorkomens, gebaseerd op dezelfde Mioceen, dat veel glauconiet met hoge per• bladen van de centages ijzer bevat, de belangrijkste oorzaak 'Geologische Kaart van van ijzerrijk grondwater op de Peelhorst, Nederland' schaal I : 50.000. uitgegeven in de maar daarnaast Is er volgens deze auteur nog dertiger jaren. een andere oorzaak, namelijk de aanwezig• heid van (de restanten van) de Peelvenen. De hoogste ijzergehalten worden namelijk aan• getroffen waar water door veen of sterk hu- meuze bodems is geïnfiltreerd; 'Door de (ge• deeltelijke) mineralisatie van veen is veel CO^ (levering van H*-ionen benodigd voor het verloop van de ijzerreductie) en oplosbaar organisch materiaal (vorming van ijzercom• plexen) aanwezig, hetgeen de oplosbaarheid van ijzer aanzienlijk doet toenemen.'

DECKERS (1927) legt een linktussen hetvoor- komen van ijzeroer en de aanwezigheid van Beesel 5 en Belfeld 5 (vAN RIEL, 1949). Van 1918). Ook bijvoorbeeld de Swalm heeft zich zuur veenwater; 'Zeer waarschijnlijk zijn laatstgenoemde reeks plaatsen is ook be• ingesneden tot in de Miocene afzettingen door de eenigszins zure gesteldheid van het kend, hoe diep de bovenkant van het Mio• (ANON., z.j.). Aawater meer ijzerverbindingen opgelost, ceen zich onder het maaiveld bevindt: in De Peelhorst is eigenlijk opgebouwd uit twee dan bijv. door het Dommelwater, dat geen Griendtsveen 17 meter, Liessel 16, America afzonderlijke horsten, met daartussen de veenwater bevat. Bij de overstroomingen is 23, Sevenum 27, Helenaveen 20, Maris 20, 'Slenk van Griendtsveen' (VAN DEN TOORN, dit ijzer op de oevers afgezet en zoo zijn lang• Beringe 19, Helden 19, Maasbree 20, Kessel 1967), die alle driegeleidelijk in noordnoord- zamerhand op verschillende plaatsen langs de 15, Afwateringskanaal 18, Beesel 21 en Bel• westelijke richting dalen. De beide afzonder• Aa lagen moerasijzererts ontstaan.' feld 18. lijke horsten zullen we hier verder respectie• Nog verder naar het zuidzuidoosten bevindt velijk de 'Westelijke Peelhorst' en de 'Oos• telijke Peelhorst' noemen. Zoals uit figuur 3 VARIATIE BINNEN DE PEELHORST de bovenkant van Miocene afzettingen zich aanmerkelijk hoger, ter hoogte van het in het blijkt, zit het mariene Mioceen in de Slenk van Bij Oploo bevindt de bovenkant van het Mio• hoogterras ingesneden deel van het Swalm- Griendtsveen veel dieper dan op de beide ceen zich op een hoogte van 6 meter + dal tot zo'n 50 meter boven N.A.P. (ANON., Peelhorsten. Met name op de Oostelijke N.A.P., bij MUI op 17 meter. Bij Oploo zijn de z.j.) en op de 'Meinweg' bijvoorbeeld zelfs tot Peelhorst ligt de bovenkant over grote uit• glauconietzanden slechts door 6 meter jon• op méér dan 60 meter (BANNINK & PAPE, gestrektheden boven N.A.P. Reeds VAN BA• gere afzettingen bedekt en bij Mill door 3 1968; HERMANS, 1992). Zoals uit figuur 2 REN (1920) legde een link tussen het voorko• meter. Ten noorden van Mill dagzomen ze blijkt, snijdt het Maasdal dwars door de Peel• men van glauconiethoudende, Miocene zelfs bijna 'aan den grintweg naar het dorp horst heen. Daarbij komen de Miocene afzet• groenzanden en de aanwezigheid van kleine• Zeeland','alwaar onder een dun dek van dilu• tingen ter hoogte van de horst in de rivier• re horsten op de Peelhorst; 'Zoowel van Mill viaal grint, donkergeel glaukonietzand wordt bedding aan de oppervlakte (VAN WINDEN & tot Oploo, als van America tot Kessel ligt het aangetroffen. Aan het grensvlak van dit Mio• OVERMARS, 1998). In de linker wand van het marine Mioceen [..] in smalle strooken zeer ceen {= Boven-Mioceen) is het grint door ij- Maasdal dagzomen dergelijke afzettingen dicht aan het oppervlak, zuidelijk van Gemert zeroxyd aaneengekit' (VAN BAREN, 1920). plaatselijk in de Peelhorst. Zo werd in 1918 - Mill - Boxmeer door Kwartair, noordelijk Ter hoogte van Venray liggen de Miocene al een bronnenlaag beschreven, die bij Neer daarvan door Midden-Plioceen bedekt. Tus- glauconietzanden op ongeveer 8 meter + 'in de onderhelft van den steilkant (Mus- schen beide strooken in en westelijk en oos• N.A.P. (ANON., z.j.), bij Griendtsveen op 15, schenberg)' aanwezig was op 'een dikke, telijk daarvan ligt het dieper, een gevolg van Liessel 14, America 6, Sevenum 6, He- taaie, glibberige, donkergroene laag van ter• den bouw van den ondergrond; horsten met lenaveen 13, Maris 15, Beringe 16, Helden 12, tiair groenzand (marien-boven-mioceen) hooger liggend, slenken met dieper liggend Maasbree 10, Kessel 9, Afwateringskanaal 13, welke blijkbaar waterkeerend is' (HEIMANS, Mioceen.' NATUURHISTORISCH MAANDBLAD MAART 2000 lAARCANG 89 45

IJZERRIJKE AFZETTINGEN OP DE HORST (STUURMAN & PAKES, 1991). Bekend zijn o.a. Stuwing van grondwater tegen een breukzo• VAN KREFELD de 'Getuigenheuvels'; langgerekte, zuidwest• ne kan ook optreden, wanneer grondwater op noordoost gerichte heuvelruggen. Het glau• de horst doorgoed doorlatend grind stroomt

Niet alleen op de Peelhorst komt ijzerrijk coniet in deze heuvels is veelal verweerd tot en vervolgens in de slenk door (veel) slechter water voor dankzij de aanwezigheid van ijzerroest (limoniet), dat het zand tot een doorlatend fijn zand moet stromen. Dankzij 'groenzanden'. Dat is ook bij andere horsten harde bruine ijzerzandsteen verkit heeft wijstverschijnselen is er bij breuken vaak spra• het geval, bijvoorbeeld in het Duits-Neder• (BERTEN, 1990). Afzettingen, die tot de For• ke van een 'grondwaterval', waarbij het grond• landse Maas-Swalm-Nette-gebied, waarover matie van Diest en tot de eveneens mariene waterniveau na het passeren van de breuken in 1994 werd opgemerkt; 'Er is een tendens Formatie van Rupel behoren, bevatten rela• fors daalt. Kenmerkend voor wijstgebieden is dat het water op de horsten meer ijzer bevat tief hoge gehalten aan ijzerdisulfide (pyriet). dan ook vaak het feit, dat aan de horstzijde van dan dat van de slenken. Dit zou veroorzaakt Het grondwater onder het Kempisch Plateau een breuk natte (wijst-)gronden voorkomen kunnen worden door de Groenzanden, die is vaak zeer ijzerrijk, waarschijnlijk als gevolg en lager in het terrein, aan de slenkzijde van de breuk, een strook met drogere gronden. op de horsten direct onder de dunne aquifer van het hoge glauconietgehalte van de geolo• Aangezien het grondwater op de horsten vaak liggen en rijk zijn aan glauconiet' (VAN DE gische formaties in de ondergrond (STUUR• ijzerrijk is, zijn wijstgronden vaak erg roestig. WEYEReto/., 1994). In de omgeving van Swal• MAN & PAKES, 1991). De vennen in de Kem• Dat is bijvoorbeeld het geval in 'De Wijstgron• men wordt in de lagergelegen bronnen over pen zijn vaak zuur en bevatten doorgaans ij• den' bij Uden, aan de rand van de Westelijke het algemeen minder ijzer aangetroffen dan zerrijk water (BERTEN, 1990). in de Hoogterrasbronnen (GERAEDTS, 1980). Peelhorst (VERWIJST, 1982; HOEGEN, 1998). In Duitsland liggen Miocene afzettingen bij Volgens Verwijst heeft men in het verleden OPWELVINGEN BINNEN DE ROERDAL• Heidhausen in de buurt van de Nederlandse altijd geprobeerd om de kletsnatte Wijstgron• EN VENLOSLENK grens tot op een hoogte van 36 meter + den te ontwateren door middel van een dicht

N.A.P. (VAN RIEL, 1949) en ter hoogte van de netwerk van kleine slootjes. Die moesten Binnen de Roerdalslenk komt bij Roggel een Ravenvennen bij Arcen op ongeveer 25 me• meerdere malen per jaar opengehouden wor• sterke opwelving van diepere lagen voor. De ter (ANON., 1992). den vanwege accumulatie van ijzerverbindin• bovenkant van het Mioceen (Formatie van gen. Ontginningspogingen, waarbij gebruik Niet alle hierboven genoemde Miocene afzet• Breda) ligt er vele tientallen meters minder werd gemaakt van een netwerk van onder• tingen bestaan overigens uit glauconiethou• diep dan in de rest van de slenk. Kennelijk is grondse drainagebuizen, liepen er op niets uit dende groenzanden. Omgekeerd geldt ook, hier een klein deel van de Roerdalslenk in zijn omdat de buizen spoedig verstopt raakten datdergelijke groenzanden niet altijd van Mio• verzakking langs de Peelrandbreuk achterge• door de neerslag van ijzerverbindingen. cene ouderdom zijn. Ze kunnen bijvoorbeeld bleven (ANON., 1994). Mogelijk kunnen de Ook aan de rand van het Kempisch Hoog, bij ook uit het Oligoceen stammen, de periode, plaatselijk hoge ijzergehalten in de omgeving de Feldbiss-breuk, treedt lokaal wijst op, zo• die vooraf ging aan het Mioceen en die zo'n 23 van Roggel hierdoor worden verklaard. Ook als bijvoorbeeld binnen ruilverkaveling 'De miljoen jaar geleden eindigde (VAN ROOIJEN, in de Venloslenk bevindt het Mioceen zich Hilver'. De gronden zijn er plaatselijk sterk 1989). Zo vermeldt PAAS (1970) voor de om• plaatselijk veel minder diep. Zo ligt het bij roestig ten gevolge van ijzerrijk grondwater geving van de Krickenbecker Seen het voor• Wanssum op ongeveer N.A.P., door de aan• (BLES et al., 1982). Verder naar het zuidoos• komen van Oligocene glauconiethoudende wezigheid van een klein 'borstje' binnen de ten doet zich op de overgang tussen het Kem• groenzanden, die op de hellingen van de 'Süch- slenk (ERNST & DE RIDDER, i960). En ter pisch Hoog en de Roerdalslenk eenzelfde telner Höhen' dagzomen. Ze veroorzaken hoogte van Landgoed 'De Hamert' ligt ook verschijnsel voor in het oorspronggebied van vergelijkbare kwelverschijnselen als aan de lin• zo'n borstje, tussen de Breuken van Arcen en de Aa of Goorloop. Reeds méér dan een ker wand van het Maasdal bij Neer, omdat ze van Bergen. Het Mioceen bevindt zich aldaar eeuw geleden schreef LORIÉ (1894) over het grotendeels waterondoorlatend zijn (KRONS- enkele meters boven N.A.P. (STREEFKERK & venige dal van die beek; 'Het benedeneinde BEIN, 1991). Ook in de helling van de 'Vierse- VAN DERMEULEN, 1989). der veengeul draagt eerst (Z.) moerassig wei• ner Höhen', die in het verlengde van de Süch- en hooiland, lagergoed bouwland'. Dat duidt telner Höhen liggen, bevinden zich Oligocene op wijst! Het water van de Goorloop bevat glauconiethoudende groenzanden dicht on• hoge ijzergehalten (PAARLBERG et al., 1994), der de oppervlakte, evenals in de rechter IJZERRIJKE KWEL EN afkomstig uit hoger gelegen, ijzerrijke gron• Roerdalflank in de regio Wassenberg (WOLFF- BREUKEN den nabij de bron (MEKKINK & VAN DEN STRAUB, 1973). HURK, 1978). Zelfs in extreem droge perio• Bij vele breuken in de Peelstreek treedt'wijst' den kan er nog kwel optreden. Zo stroomde IJZERRIJKE AFZETTINGEN OP HET op. Daarbij ondervindt grondwater, dat van het roestkleurige water van de Goorloop tij• KEMPISCH HOOG een horst af stroomt, een sterke weerstand dens de zeer droge zomer van 1990 in augus• ter hoogte van zo'n breuk, waardoor opstu• tus nog behoorlijk snel. In en rond het Kempisch Hoog komen even• wing van grondwater optreedt. De lokale Uit diezelfde, extreem droge zomer van 1990 eens glauconietrijke afzettingen voor, o.a. in weerstand kan allerlei oorzaken hebben. Zo zijn nog enkele voorbeelden bekend van nog de omgeving van Diest, Leuven, Antwerpen, kunnen er leem- of kleilaagjes aanwezig zijn, stromende, ijzerrijke kwelsloten nabij breu•

Herentals, Mol en Helchteren (VAN BAREN, die oorspronkelijk horizontaal hebben gele• ken. Zoals bijvoorbeeld de lossing De Haag, 1920). Ze behoren veelal tot de Formatie van gen, maar die ter hoogte van de breuk als ge• die in het Loobeekdal bij de Tegelen-breuk Diest (=Formatie van Breda), waarin glauco- volg van tektonische bewegingen in min of ligt. Deze lossing, die wordt gevoed door ij- nietgehalten van 5 tot 85% voorkomen meer vertikale positie terecht zijn gekomen. MAART 2000 JAARGANG NATUUlîHISTORISCH MAANDBLAD

FIGUUR 3 het voorkomen van ijzeroer in de Peelstreek. Onderyerdeling van het gedeelte van de Peelhorst Zo werd er vroeger veel ijzeroer (limoniet) op kaartblad 52 West in aangetroffen langs de Maas; 'In het Maasdal een Westelijke en vindt men dikke banken van grint, samenge- Oostelijke Peelhorst, met daartussen de Slenk van kit door limoniet [..J Die limonietbrokken Griendtsveen. Gearceerd: breken vaak, na hoogwater in de winter, af; bovenkant van marien de losgespoelde stukken, soms van enige m3 Mioceen gelegen boven N.A.P. De breuken zijn inhoud, liggen dan als echte rotsblokken aan gebaseerd op gegevens de oever, zoals bijv. in de onmiddelijke nabij• van de RijKS GEOLOGISCHE heid van VenIo' (GARJEANNE, 1936). DIENST, NUENEN (1988), de ligging van de GARJEANNE (1935) vermeldde 'dikke limo- bovenkant van het nietbanken' voor de rechter Maasoever, inde Mioceen op: VAN DEN omgeving van Arcen (tussen dekilometerpa- TOORN (1967). len 109 en I 10);'Slijpt nu het snelstroomen- de water de losse zanden, grind en kleinere rolsteenen onder die banken uit, dan breken plotseling groote brokken gesteente af en vallen in het water. Later, als het water weer normaal is (9-10 m), liggen er heele rotsblok• ken op den oever en gedeeltelijk ook in het water. Die on-Nederlandsche oeverversie• ring bestaat uit platte stukken van ongeveer 0,5 m dik en een totaal-oppervlak van 2 tot 5 m2, soms nog meer. Het zijn vaste, donker• gekleurde conglomeraten van Maaskiezel verbonden door bruin ijzeroer met glinste• rende laagjes en splinters van zwart ferrihy- droxyde.' LECLERCQ (1949) maakte melding van het voorkomen van 'grote ijzeroer- of zerrijke kwel, bevatte in september 1990 nog (1:50 000), die dateert uit de dertiger jaren. limonietbrokken' langs de rechter Maas• stromend water. En in juli 1990 werd In een Wat direkt opvalt aan figuur 2 Is het feit, dat oever, ter hoogte van het Gebroken Slot. sloot in de 'Witdonk', bij de Peelrandbreuk, de ijzeroervoorkomens met name in het Ten zuiden van VenIo trof Garjeanne (tussen nog 'koud helder stromend water' aangetrof• Noordelijk Peelgebied doorgaans vrij ver de palen 106 en 107) een aantal limonietblok- fen; de bodem was er 'bedekt met ijzersedi• verwijderd liggen van de beide Peelhorsten. ken aan langs de Maas; 'de oever is daar al veel ment en hier en daar zandige putjes waar Kennelijk treedt ijzerrijke kwel daar pas op verder weggeslagen en er komen dus niet water opwelt' (ANON., 1990b). relatief grote afstand van de Peelhorsten op. meer alle jaren nieuwe bij' (GARJEANNE, Op Duits gebied wordt voor de Viersener Zo komen er in landinrichtingsgebied Lage 1935).

Höhen melding gemaakt van wijst; 'lm Wes• Maaskant vele roestige gronden voor, vaak VAN DEN BROEK & M AARLEVELD (1963) deden ten des Höhenzuges verläuft der Viersener met roodgekleurde, ijzerrijke kwelbanen in de omgeving van de Tasbeek bij Kessel uit• al., Sprung, an dessen Verwerfungslinie das (LEENDERS et 1983). Ook bijvoorbeeld de gebreid onderzoek aan verschillende aldaar Grund-wasser als Quelle zu Tage tritt' 'Broekse Wielen' worden gevoed door ijzer• voorkomende Maasterrassen. Figuui' 4 is (KRONSBEIN, 1991). Waarschijnlijk gaat het rijk kwelwater (BLOEMENDAAL & ROELOFS, afkomstig uit hun studie. Op terras I bleken daarbij om ijzerrijke kwel, want eerder zagen 1988). Verder naar het zuidzuidoosten liggen de gronden ijzerrijk en rood gekleurd te zijn. we al, dat zich in de nabijgelegen Süchtelner de ijzeroervoorkomens veelal óp of vlakbij de In de dalen bleek veel ijzer aanwezig te zijn in Höhenglauconietrijkegroenzanden bevinden. Peelhorsten. de vorm van ijzerconcredes. Dit laatste was En in 1871 werd over het nabijgelegen rivier• In figuur 2 is te zien, dat er in de jaren dertig ook het geval in de dalen op terras II. In de (in tje de Nette al geschreven, dat de Rivierkreeft ijzeroer werd aangetroffen in het dal van de de figuur niet onderscheiden) terrassen llaen daarin nietgedijde,'warscheinlich weil der Eis• Aa, aan de westflank van de Peelhorst. Rond lib was het ijzer aanwezig in de vorm van een engehalt der stehenden Lachen seinem Fort• 1932 werd over dit riviertje geschreven; 'De meer gelijkmatig verspreide ijzerroest. Op kommen hinderlich ist' (STEVENS, 1988). bodem bestaat grotendeels uit limoniethou- terras III waren de lage gronden rijk aan ex• dend zand, waardoor het water bruin getint is treem mobiel ijzer; 'The channels running van de ijzerbacteriën. In de sterkere stroom- along this terrace are wet, with very high gedeelten is dit zand korrelig met grote brok• groundwater levels in winter. Their soils con• IJZEROER ken limoniet er tussen' (REDEKE, 1948). tain much iron deposited from the water. After drying out for some time the structur• In figuur 2 zijn de ijzeroervoorkomens weer• IJZEROER IN EN LANGS HET MAASDAL al aggregates have a fil of oxidized iron.' gegeven, zoals die zijn aangegeven op de Zoals uit figuur 4 blijkt, ontstaat de Tasbeek 'Geologische kaart van Nederland' Figuur 2 vormt zeker geen volledig beeld van op terras I uit de samenvoeging van Heibeek N/VTUUUHISTORISCH MAANDBLAD MAART 2000 lAAIGANG 47

en Heidebeek. Vanaf dit terras stroomt ze via gen van watergangen leiden. Wanneer geen twee redenen onvolledig. Allereerst, omdat terras II het recente Maasdal in. Daarbij heeft onderhoud meer wordt gepleegd, kan dit tot ook in ijzeroer als bouwsteen werd ze zich plaatselijk ingesneden tot op een ijzer- peilverhogingen van één of meerdere centi• gebruikt en op de tweede plaats, omdat ijzer• oerbank. Volgens GARJEANNE (1936) lag meters (gemiddeld 2,5 centimeter) per jaar oer in de Peelstreek vermoedelijk veelvuldig vroeger in de Tasbeek op zo'n ijzeroerbank leiden. Dit verschijnsel doet zich in Limburg als bouwsteen werd gebruikt. zelfs de enige natuurlijke waterval van Neder• onder andere voor in Landgoed Hoosden Het gebruik van ijzeroer dateert in Noord- land; 'Daar bij Kessel heeft de Tasbeek eerst (Roerdal), de Sint-Jansberg en in hetVinken- Limburg reeds uit de laatste eeuwen van de een vrij diep en smal dal geërodeerd, dat zich, broek(DE MARS, 1998). prehistorie (FELDER & ENGELEN, 1989). Op di• ongeveer 100 m voor de uitmonding in de verse plaatsen zijn restanten gevonden, die Maas, verbreedt. En nu vond dat beekje op wijzen op het smelten van erts. Hetzelfde kan zijn weg naar de rivier een dikke limonietbank gezegd worden van de Romeinse tijd, toen de in natuurlijke ligging, waar het overheen IJZERTOPONIEMEN verwerking van ijzeroer in een aantal geval• len als nevenbedrijf bij grote landbouwbedrij• moest. Dat is dan ook gebeurd, maar het snel ven (villa's) werd uitgeoefend. Een voorbeeld stromende, steeds maar afslijpende water, In de verschillende streken, waarin ijzerrijk is het Branderveld te Lomm, waar aan het heeft de steenlaag afgerond en er, in het mid• grondwater wordt aangetroffen, komen ver• begin van de jaren tachtig Romeinse voor• den, een flink stuk uitgesneden. Zo ontstond schillende toponiemen voor, die in verband werpen werden aangetroffen in een sterk ij• er een ideaal watervalletje op een idyllisch (kunnen) staan met dat water. Zo lagen vroe• zerhoudende laag, die was bedekt met een plekje.' ger nabij het huidige Noord-Limburgse re• nietmeerafwasbareafzettingvan ijzeroer. In servaat 'Schuitwater' de 'Roode Vennen', dezelfde laag werden ook enkele Middel• waarnaar nu nog een weg is vernoemd. De IJZEROER BIJ BREUKEN eeuwse scherven gevonden, eveneens met gemeente Arcen en Velden had vroeger z'n aangekoekt ijzeroer. Gezien de vondstom• Hierboven zagen we al, dat er bij breuken eigen 'Roode Vennen' (HAAS, 1980) en standigheden is het goed mogelijk dat het hier vaker ijzerrijke kwel ('wijst') optreedt. Op voorts ligt in diezelfde gemeente ook nog de gaat om een plaats waar, in de Romeinse Tijd dergelijke plaatsen kan men dan ook vaak ij- 'Rode Beek'. De buurgemeente Bergen heeft en later, ijzeroer is gewonnen (WILLEMS, zeroer aantreffen. Voor de noordelijke Peel een 'Rode Hoek' en ongeveer op de grens 1983). is beschreven dat dit ijzeroer kan voorkomen tussen beide gemeenten bevindt zich de als een metersdikke, keiharde bank, maar 'Rode Dijk'. Ook uit Belgisch Limburg zijn voorbeelden ook in de vorm van relatief zwak aaneenge- Net ten noorden van Overloon lag rond bekend van ijzeroerwinning in de Romeinse kitte ijzerconcreties, die min of meer ver• 1840 een 'Yzerven' in de Peel (Anon., 1990a) Tijd, bijvoorbeeld uit Opgrimbie (JANSSEN, spreid onder een breuk kunnen worden aan• en ten noorden van Sint-Hubert ligt een beek, 1979). getroffen. Op de horst kunnen in het maai• die eind vorige eeuw reeds de 'Roode Beek' Uit opgravingen van fundamenten van in de veld en in slootkanten eveneens ijzerconcen• werd genoemd (LORiÉ, 1894) en die nog oorlog verwoeste kerken in (Nederlands) traties worden gevonden. Ijzeroer komt in steeds zo heet. Ten oosten van Sint-Hubert Noord-Limburg bleek, dat ijzeroer vroeger de noordelijke Peelstreek niet langs alle breu• bevindt zich voorts nog het "IJzerbroek". heel veel gebruikt werd als fundament van ken in gelijke mate voor. Zo is de oervorming In de Venrayse Peel lag vroeger het 'Roëd- kerken in dat gebied (KRUYTZER, 1948). En langs de breuk, die van oostelijk Nistelrode vlies' (Roodvlies); 'de bovenste grondbodem volgens VAN DEN BRAND (1983) werd ijzer• via Slabroek naar de Udense wijk Melle loopt, bestond uit een laagje zand gemengd met oer gebruikt voor de bouw van de oude sterker dan bij de Peelrandbreuk. Dit kan moer, waaronder leem vermengd met ijzer- Wanroijse kerk, alsmede voor de kerk van verklaard worden door het feit dat het Mio• oxyde, zodat het water bij golfslag en losslaan Sint Hubert en 'talloze andere plaatsen' in de ceen op de Westelijke Peelhorst dichter aan van de dunne bovenlaag er nog al roodbruin Peelstreek. Ook andere gebouwen werden de oppervlakte ligt dan op de schol van Uden, uitzag; men sprak duidelijk de d in roëd uit.' er (gedeeltelijk) mee gebouwd. Voorbeelden die een lager gelegen vóórtrede vormt van de (LEMMENS,Z.j.). van gebouwen, waarvoor ijzeroer werd ge• Westelijke Peelhorst. Het Mioceen bevat Bij Liessel ligt de 'Rode Graaf (mond. meded. bruikt, zijn onder meer een middeleeuwse veel glauconiet, dat sterk ijzerhoudend is F. Swinkels, 1999). In ruilverkaveling De Hil• wachttoren in Well aan de Maas, die thans (VERWIJST, 1982), zoals eerder al werd be• ver treffen we vlakbij de Feldbiss-breuk de onder stuifzand is bedolven, de kerktoren schreven. toponiemen 'Roodloop' en 'Ijzerberg' aan van Bergen, de kastelen van Arcen en Kessel en kerken van Afferden, Bergen, Arcen, In de omgeving van de Wijstgronden bij Uden (BLES et al., 1982), die ongetwijfeld met ijzer• Geijsteren, Oirio, Swolgen, Horst, Sevenum, kunnen slootjes en zelfs drainagebuizen snel rijke kwel samenhangen. Grubbenvorst en Blerick (VAN BAREN, 1927; dichtslibben door uitvlokkingvan ijzeroxiden FELDER & ENGELEN, 1989; JANSSEN et O/., 1996; (VERWIJST, 1982). Daar is door ijzerrijke wijst KEULLER, 1927; KRUYTZER, 1948; LECLERCQ, zelfs een hele zone ontstaan, waar zand ver- 1949; RAEDTS, 1990; RENES, 1996). Het ijzer• kit is geraakt door ijzeroxiden. Als gevolg van GEBRUIK VAN IJZEROER VOOR oer werd gebruikt als bouwsteen in funda• de weerstand, die deze verkitte laag op• DE NEGENTIENDE EEUW menten en opgaande muurdelen, meestal bouwt, verbreedt de wijstzone zich er gelei• samen met andere steensoorten (FELDER & delijk in oostelijke richting (HOEGEN, 1998). Volgens FABER (1926) is ijzeroer in Neder• ENGELEN, 1989). In kerken werd ijzeroer tot Ook uit Limburg zijn voorbeelden bekend land een enkele maal als bouwsteen gebruikt, circa 1200 toegepast (RENES, 1996). van massaal aanwezige ijzervlokken, die teza• 'zoowel in Overijsel en Gelderland als in Van het Kempisch Hoog is bekend, dat tus- men met organische resten tot verstoppin• Noord-Brabant.' Deze opmerking is om 48 MAART 2000 JAARGANG 89 NATUURHISTORISCH MAANDBLAD

FIGUUR 4 Maasterrassen bij Kessel, gewijzigd naar:

VAN DEN 6R0EK & MAARLEl'ELD (/ 963).

VENRAY, HORST EN SEVENUM

In de moerassen de 'Domp' en het 'Dukers- vlies' in de Venrayse Peel, bij de oorsprong van de Loobeek, werd nogal wat ijzeroer ge• dolven en per kar naar de Maas in Maashees getransporteerd. Vandaar ging het per schip sen Genk en Diepenbeek al vanaf 1570 ver• de Groespeel onder Mill en Langenboom. In naar Duitsland. Per karrevracht kreeg men gunningen werden verleend voor het winnen de streek rond Mill sprak men van 'roodaar• daarvoor in 1890 24 groschen (ƒ 1,44) (LEM- van ijzeroer (BERTEN, 1990). de', die tot 1910 werd gedolven. In 1896 ge• MENS, Z.J.). schiedde dat door de firma Baarda & Co. uit Bij Horst werd vroeger ook ijzeroer gedol•

Düsseldorf (VAN DEN BRAND, 1983). Volgens ven (SCHUILING et AI, 1934), evenals bij Seve•

BOOIJ (1986) was in Drente vroeger een fir• num (KEULLER, 1927; KRUYTZER, 1948; MAR•

GEBRUIK VAN IJZEROER IN ma 'Baarda & Co.' uit Mainz aktief! Ongetwij• TENS, 1990; SCHUILING et AI, 1934). In laatst• DE NEGENTIENDE EN DE feld gaat het in beide gevallen om dezelfde fir• genoemde plaats waren in de crisistijd min• TWINTIGSTE EEUW ma. stens drie firma's bezig met het delven van In het Peeldorp Zeeland werd in gemeente• oer. Van een firma uit Utrecht is bekend, dat In de negentiende eeuw werd langs 'talrijke raadsstukken uit 1860 gesproken over een te ze twee jaar gratis ijzeroer mocht delven, stroompjes in het oostelijke Gelderland, sluiten conceptovereenkomst met Duitsers, mits zij uitsluitend Sevenumse arbeidskrach• Overijsel en Drente' ijzeroer gedolven en ter exploitatie van broekstenen. Die exploi• ten inschakelde; de voorwerkers mochten

naar Duitsland en België vervoerd (BLINK, tatie heeft inderdaad plaatsgevonden, zij het van elders afkomstig zijn (MARTENS, 1990). 1892). In Drente alleen al waren tussen 1873 niet lang. Het erts vervoerde men naar de Minstens een deel van het ijzeroer uit Seve• en 1900 naar schatting circa 500 ijzeroerdel- Maas, via een losplaats bij Reek (VAN DEN num werd vlak vóór de oorlog aan België ge• vers per jaar aan de slag (BOOIJ, 1986). Ook BRAND, 1983). Vanuit Wanroij werd ijzeroer leverd (KRUYTZER, 1948). in ons studiegebied is vroeger veel oer gedol• langs een paardenspoor naar de Maas in Box• In Sevenum werd in ieder geval ijzeroer ge• ven. Zo werd er bij de opkomst van de indus• meer vervoerd, waarna het via het water naar dolven in de Elsbeemden (mond. med. J. triële ijzer- en staalverwerking, in het midden het Ruhrgebied ging (SCHUILING et AI, 1934). Hoogveld, 1999), maar vermoedelijk ook nog van de vorige eeuw, in diverse Noord-Lim• In de dertiger jaren van deze eeuw was er in wel op andere plaatsen. burgse gemeenten ijzeroer gewonnen ten Nederland weinig ijzeroer meer over. In behoeve van de hoogovens in het Ruhrgebied 1934 werd geschreven, dat het in Drente nog SCHANDELS BROEK EN SCHWARZE en de gietijzerfabricage in Blerick en omge• hier en daar werd gewonnen, evenals in de BRUCH ving (FELDER & ENGELEN, I989;RENES, 1996). Noordbrabantse Peelgemeenten Haps, Mill

Het oer werd gebruikt om het smeltpunt van en Beugen en op de bezittingen van de maat• De in de Noordelijke Peel aktieve firma moeilijk te smelten ijzerertsen te verlagen en schappij 'de Princepeel' (SCHUILING et AI, 'Kamp en Soeten' was ook aan de oostzijde aldus het smeltingsproces te vergemakkelij• 1934). Laatstgenoemde, 573 hectaren grote, van de Maas aktief op het gebied van de ijzer• ken (VAN BAREN, 1927). Volgens DAAMS bezittingen waren in 1864 gekocht door 4 oerwinning. Op 15 april 1868 besloten Ge• (1952) vindt men op enkele plaatsen in het compagnons; A.L. en A.C.Nering-Bögel en deputeerde Staten van Limburg, dat 'aan den oosten van Noord-Brabant nog slakken, die J.C. en A.J. van Hoytema. Een andere Nerlng- Heer Kamp, industrieel te Tegelen, na voor• afkomstig zijn van de verwerking van ijzeroer, Bögel, J.D., die met een Hoytema was ge• af van de betrekkelijke aanpachters daartoe dat vroeger tot metaal werd verwerkt, maar trouwd, maar niet direkt bij de Princepeel de vereischte toestemming te hebben er• dat later gebruikt werd als een zuiveringsmid• was betrokken, was directeur van een ijzer• langd, vergunning wordt verleend tot exploi• del in de gasfabrieken. gieterij te Isselburg (HOEYMAKERS, 1984). tatie der ijzererts welke zich bevindt in de Waarschijnlijk werd het ijzeroer van de Prin• verpachte percelen van het gemeentebroek cepeel aan zijn gieterij geleverd. te Velden, en zulks tegen betaling aan de ge• NOORDELIJKE PEEL In de Noordelijke Peel ging de Tegelse firma meente eener som van ƒ 250.-; In aanmerking Kamp en Soeten in de jaren rond 1857-1870 In de Noordelijke Peel was vroeger sprake nemende dat de hierbedoeldegronden door ijzeroer ('broekstenen') delven in de ge• het uitdelven der gedachte ijzererts aanmer• van 'een complete ijzerwinning' (VAN DEN meentelijke broekgronden onder Beugen en kelijk zullen worden verbeterd' (ANON., BRAND, 1983); 'daar heerschte in het midden Rijkevoort. Via een spoorbaan, waarop wa• 1868a). In 1878 kreeg de heer Soeten, indus• der 19e eeuw groote bedrijvigheid door het gons door paarden werden getrokken, werd trieel te Steyl, vergunning om tegen betaling opdelven der oerbanken' (SCHUILING et AL., dit oer vervoerd naar de Beugense Maasha• van ƒ 0,25 per kubieke meter 'de in een ge• 1934). Men groef er onder andere ijzeroer in ven (VAN DEN BRAND, 1983). deelte des wegs, genaamd Gielendijk aanwe- het Wanroijse en Papenvoortse Broek en in NATUURHISTORISCH MAANDBLAD MAART 2000 ]AA«6ANG 49

zig ijzererts te mogen uitgraven', onder voor• naar een veilige plaats, terwijl de onder mij• Spiekerbroek bij Maasniel is veel gepubli• waarde 'dat de werl

ondernomen worden en steeds vijf meter geweldadig worde belet' (ANON., 1868c). SCHUIUNG et ai, 1934), zodat er relatief veel breedte van den weg in berijdbare toestand Gedeputeerde Staten namen het besluit, 'dat over bekend is. blijve, en voorts dat de uit te graven kuilen tegen de pachters van gemeente gronden In 1927 werd daar gestart met de winning, van zonsonder- tot zonsopgang met behoor• welke zich veroorloven daaruit ijzererts te door de N.V. Handelsmaatschappij Jos de lijk licht afgevende lantaarns verlicht moeten delven en te laten wegvoeren, een regtsge- Poorter uit Rotterdam. Het ijzerhoudende worden' (ANON., 1878). dingzal worden ingespannen, zoo tot ontbin• terrein strekte zich daar uit over een lengte In een ongedateerde brief vroeg de firma ding van het betrekkelijk huurcontract, als tot van ongeveer een kilometer en had een 'Kamp & Soeten' het gemeentebestuur van schadevergoeding van de daarvan wegge• breedte van circa I IO tot I 50 meter. De laag Arcen en Velden, 'tegen welke jaarlijksche voerde aardspeciën' (ANON., I868d). ijzeroer was er 0,5 tot 2 meter (gemiddeld I vergoeding wij zullen kunnen beschikken over Nietalleen in het Schandels Broek, maar ook meter) dik en bevatte rond 50% ijzer. Het een perceel heidegrond te Velden gelegen te• in de hier vlakbij gelegen Ravenvennen is erts bestond grotendeels uit bruin poeder, genover onze lagerplaats van erts bij den Rijks• vroeger naar ijzeroer gezocht (LiMPENS & met plaatselijk harde stukken. Die moesten weg, teneinde de ijzererts tot steenen te ma• met pikhouwelen worden uitgehakt. Per dag STROLENBERG, 1972). ken, om dezelve op deze wijze van het water Zoals uit het voorgaande blijkt, had Kamp & werd er 30 ton ijzererts gewonnen. In totaal te ontdoen, waartoe zonder eene dusdanige bedroeg de produktie ruim 3000 ton. Het Soeten in het Schandels Broek onder meer operatie geene mogelijkheid bestaat. De op• oer werd eerst gezeefd en daarna met kar• concurrentie van 'Pruissen', Duitsers dus. pervlakte kunnen wij zoo juist niet bepalen, ren, getrokken door paarden, naar Maasniel Volgens SCHUILING et al. (1934) werd er uit ofschoon wij zoo veel niet zullen in gebruik of Roermond gebracht. Daar werd het over- het Schandels Broek 'veel oer naar Venloo nemen, laten wij dit toch maar op een bunder gestort op schepen en vandaar verder ge• vervoerd en van daar naar Ruhrort'. In Laar stellen, dan kan de lagerplaats tevens daaron• transporteerd. Het grootste deel van het oer bij Ruhrort was de maatschappij Phoenix ge• der begrepen worden' (KAMP & SOETEN, z.j.). werd in Nederland gebruikt bij gasfabrieken vestigd (FELDER & ENGELEN, 1989). Het Volgens MOHN (1991 )groeven nietalleen in• voor het filteren van gas en het afscheiden van 'Werk Phoenix' was zeker al in 1857 in de dustriëlen naar ijzeroer, maar óók eigenaren teerwater. Een deel van het oer uit het Spie• omgeving van het Schandels Broek aktief op van percelen grond. Daarmee kon men ener• kerbroek werd naar Rotterdam getranspor• het gebied van industriële winning van ijzer• zijds de bodemkwaliteit verbeteren, omdat teerd en een deel ging per coaster naar En• oer, namelijk in het Schwarze Bruch in het de wortel- en waterondoorlatende laag er gelse hoogovens en naar verf- en porselein• Duitse Kevelaer. In 1864 werd daar '31 680 door verdween en anderzijds kon men er fabrieken in Engeland, waar het werd ge• Tonnen (Raumtonnen)' oer gewonnen door mooi geld mee bijverdienen in de winter• bruikt voor het vervaardigen van olieverf 65 arbeiders (MOHN, 1991). maanden, wanneer men verder toch weinig (oker). De oerwinning in het Spiekerbroek te doen had. In het Schandels Broek groeven eindigde in 1930. ook pachters naar ijzeroer. Dat was verbo• BELFELD EN BAARLO den, omdat het recht op winning van het oer Dankzij gunstigere transportmogelijkheden door de eigenaar van de grond, de gemeen• AADAL als gevolg van het gereedkomen van de te, was verpacht aan industriëlen, zoals de fir• spoorlijn Duisburg-Venio verplaatste de win• Tot voor enkele tientallen jaren werd er ij• ma Kamp & Soeten. Al in 1868 bleken er 'moe- ning van ijzeroer zich vanuit gebieden als het zeroer gewonnen in het dal van de Aa, in het ijelijkheden' te zijn ontstaan 'ten aanzien van Schwarze Bruch en het Schandels Broek naar Broek tussen Heusden en Someren-Eind. Dit het delven van ijzererts op verpachte gemeen• zuidelijker gelegen gebieden. Al in 1872 stag• tegronden' in Velden (ANON., 1868b). Drie werd in langs het dal gelegen dorpen, zoals neerde de winning van ijzeroer in het Duitse (VAN DEN ToORN, landbouwers hadden illegaal ijzeroer uitvan de Asten, gesmolten in ovens Niederrheingebied en waarschijnlijk hield gemeente gepachte percelen in het broek in 1967). men er kort daarna zelfs volledig mee op Velden gehaald. De Arrondissementskom- (MOHN, 1991). De al eerder genoemde fir• mandantvan de Marechaussee adviseerde de BELGISCHE KEMPEN ma Phoenix week uit naar Belfeld. In 1872 gemeente, de verpachting door de Recht• sloot Phoenix met die gemeente een con• bank te laten vernietigen; 'De schoppen en de In de Belgische Kempen werd vanaf 1861 op tract betreffende de verkoop van ijzeroer uit overige in beslag genomen voorwerpen die grote schaal ijzeroer gewonnen, vooral in (Bel• gemeentegronden z 20 cent per m^ Uit een aan de arbeiders toebehooren, en die zij vrij• gisch) West-Limburg. Het meeste limoniet afrekening blijkt, dat in l873-'74ruim 1000 willig hebben afgestaan, zouden hen kunnen was aanwezig binnen de lijn Diest- Tessender- m^ oer werd geleverd. In Baario was Phoenix worden teruggegeven, onder aanmaning dat lo - Kwaadmechelen - Oostham - Leopolds• eerder al aktief, minstens vanaf 1855. Het ij• werk te staken, de overige voorwerpen aan burg - Koersel - Houthalen - Zonhoven - Zol• zeroer uit Baario werd per kar naar en de Pruissen of anderen behoorende, die der - Lummen - Zelem - Diest. In Beringen al• vervolgens per trein naar Ruhrort vervoerd daartoe bevel hebben gegeven, dienen in be• leen al waren er vier ondernemingen, die niet (FELDER & ENGELEN, 1989; RENES, 1996). slaggenomen te blijven. De verkregene ijzer• minder dan 86 personen tewerkstelden. Het erts is [..] het eigendom der gemeente, en erts werd naar de smeltovens in Luik vervoerd en naar het buitenland (BERTEN, 1990). moeten de burgemeester en wethouders die SPIEKERBROEK maar zoo spoedig mogelijk doen vervoeren De ijzerertslagen in de beekdalen van het Over de vroegere ijzeroerwinning in het Kempisch Plateau werden rond 1850 groten- 50 MAART 2000 lAAKGANG 89 NATUURHISTORISCH MAANDBLAD

10 km

stikstofdepositie > 2200 mol/ha // in 2020 (EC-scenario)

>I0 mg/1 ijzer in grondwater

breuk

Drijvende waterweegbree

deels geëxploiteerd en naar Wallonië en het bekend dat men rond de eeuwwisseling re• FIGUUR 5 SüksX-oféeposibtmyfiOu in Zuid-Nederland in Ruhrgebied gebracht (STUURMAN & PAKES, gelmatig problemen had met de kwaliteit van 2020 volgens een gemiddeld scenario 1991). Na 1900 werd buitenlands erts inge• het grondwater. Het ter plaatse gewonnen ('European Coordination'- of'EC-scenario) voerd, waardoor het winnen van ijzererts in drinkwater was eigenlijk te slecht voor mens (ANON., 1997), het voorkomen van ijzerrijk (> IO mgll) grondwater en de verspreiding van de Kempen geleidelijk verdween (BERTEN, en dier, vooral bij hoge grondwaterstand. De Drijvende waterweegbree fLuronium natansj 1990). inwoners van Huize Princepeel haalden hun op kilometerhokbasis (naar gegevens van water voor huishoudelijk gebruik jarenlang j. Cools en P. van den Munckhof). • r . bij een boerderij, die ongeveer een kilome• ter verder in de richting van Mill stond en PROBLEMEN MET GEBRUIK waar men zeer goed drinkwater had. Op de VAN IJZERRiJK WATER Princepeel heerste soms een onbekende daarvan de oorzaak was, want een putdiepte ziekte onder paarden, die men toeschreef van 60 meter betekent, dat de put in het ma• Op zich is ijzer voor vee niet toxisch, maar aan slecht drinkwater. In sommige perioden riene Mioceen moet hebben gelegen, want wanneer water er meer dan IO mg/I van be• trad er een zeer grote sterfte op onder de dat ligt bij Helenaveen ongeveer tussen 20 en vat, dan wordt het slecht gedronken door de dieren, waarbij er soms twee in een week 105 meter onder het maaiveld (VAN RiEL, overheersende ijzersmaak (VAN WiJK, 1988). stierven. Het was niet te doen om voor de 1949). paarden drinkwater aan te voeren (HOEYMA• Drinkwater voor menselijke consumptie Een artikel uit 1954 laat zien, dat men toen KERS, 1984). mag in het algemeen niet meer dan 0,3 mg/I nog steeds grote problemen had met de ijzer bevatten (VAN REES VELLINGA, 1965). Uit Al in 1874 probeerde de Maatschappij 'He• drinkwatervoorziening in de Peel; 'De (ware) figuur 2 blijkt, dat deze norm in de Peel op lenaveen' goed grondwater te vinden. De verhalen, dat kinderen soms plat op hun buik zeergrote schaal wordt overschreden, zodat Vries schreef in dat jaar namelijk over de Peel; liggend het water uit de kanalen drinken en het grondwater op de Peelhorst 'van veelal 'Te Helenaveen en elders tracht men, door dat vele ouderen dit water in gekookte toe• inferieure kwaliteit' is, 'weinig geschikt voor het boren van putten, zuiver drinkwater te stand aanwenden voor hun huishoudelijke het stichten van grondwaterwinplaatsen van verkrijgen. Nabij het logement op eerstge• consumptie hebben in de streek de mening grote capaciteit' (VAN REES VELLINGA, 1965). noemde plaats is te dien einde een put van 60 doen postvatten, dat de N.V. v.d. Griendt En uit figuur 2 blijkt eveneens, dat het grond• meters diepte in het zand onder de groten• zich van de drinkwatervoorziening nooit iets water in de Peelregio op veel plaatsen meer deels afgegraven veenlaag geboord: het wa• aangetrokken heeft. Dit is niet juist. [..] In la• dan IO mg/I ijzer bevat en dat er dus ook pro• ter uit dezen put vertoont echter niettegen• ter jaren probeerde de mij. het met stoel- blemen te verwachten zijn met het gebruik staande deze aanzienlijke diepte, nog een pompen, die het water meer dan 15 meter van dit water voor vee, hoewel daar in de li• lichtbruine kleur' (DE VRIES, 1874). Volgens de diep uit de bodem haalden. Ondanks een pri• teratuur weinig over te vinden is. Vries zou die verkleuring worden veroor• mitieve zuivering via zand, cokes- en kiezel- Van de al eerdergenoemde Princepeel, waar• zaakt door veenwater. Veel waarschijnlijker lagen bleek het water te veel ijzer te bevat• in vroeger veel ijzeroer werd gewonnen, is is echter, dat een (zeer) hoog ijzergehalte ten'(DERIX, 1997). NyVTUUlîHISTORISCH MAANDBLAD MAART 2000 lAARGANG 89 51

DISCUSSIE ven, een internationaal bedreigde planten• ontwikkeling in Noord-Limburg. Landbouwuniversiteit V^ageningen, soort van voedselarme, fosfaatarme wate• ANON., 1868A. Bnef d.d. ISapnl 1868 van Gedeputeerde Ijzer, aanwezig in grondwater, heeft een ster• ren. Deze soort blijkt in Zuid-Nederland haar Staten van het Hertogdom Limburg aan Burgemeester ke neiging om zich in oppervlaktewateren en belangrijkste bolwerken te hebben in gebie• en Wethouders van Arcen en Velden. ANON., 1868B. Bnef d.d. 21 april 1868 van Gedeputeerde moerassen met fosfaten te binden. Dit ver• den met ijzerrijk grondwater, zoals in de Peel. Staten van het Hertogdom Limburg aan de Burgemees• oorzaakt een uitvlokking van zeer slecht op• In vervolgartikelen zal aan de hand van litera• ter van Arcen en Velden, losbaar ijzerfosfaat en daarmee een fosfaat- tuur- en veldonderzoek worden nagegaan, ANON., 1868c. Brief d.d. 26 april 1868 van de An^ondissements Kommandant der Koninklijke Mare• armer milieu. Oppervlaktewateren of moe• waar inde Peelstreek nog gebieden met ijzer• chaussee aan Burgemeester en Wethouders van Arcen rassen, waarin fosfaat limiterend (beper• rijke kwel van betekenis aanwezig zijn. Daar• en Velden. kend) is dankzij ijzerrijke kwel, zijn in feite bij zal ook een beeld worden geschetst van ANON., I 868D. Brief d.d. 27 mei 1868 van Gedeputeerde Staten van het Hertogdom Limburg aan Burgemeester voedselarm, ongeacht de hoogte van de de• het voorkomen van organismen van fosfaat- en Wethouders van Arcen en Velden. positie van stikstof! arme wateren. ANON., 1878. Bnef d.d. 9 augustus 1878 van Gedepu• Door Ijzerrijke kwel gevoede, fosfaatgelimi- teerde Staten van het hertogdom Limburg aan Burge• meester en Wethouders van Arcen en Velden. teerde wateren blijken in de Peel van nature ANON., 1939. De toekomst van de Peel. Knipsel uit een (veel) vaker voor te komen dan in veel ande• DANKWOORD onbekende krant, vermoedelijk uit maart 1939, afkom• re delen van Nederland. Ongetwijfeld heeft stig van de Courantenknipseldiensten van het Persbu• reau Vaz Dias N.V. te Amsterdam. dit er sterk toe bijgedragen, dat zich in de Peel Vanaf deze plaats wil ik Wim Geraedts, René ANON., 1990A. Grote Histonsche Atlas van Nederiand enorme hoogvenen konden ontwikkelen, Geräts, Ton Hoeijmakers, Hans joosten, Moni• :50.000. Deel 4: Zuid-Nederiand 1838-1857. Wolters- want de belangrijkste hoogveenvormers - que de Rooij,Jo Willems en vooral het archief van Noordhoff Atlasprodukties, Groningen, ANON., I990B. Golfbaan 'De Witdonk te Meijel. Milieu• veenmossen - gedijen goed in voedselarme de gemeente Arcen en Velden bedanken voor het effectrapport. Tweede aanvulling. Grontmij N.V., Eind• milieus! In theorie zijn er in de Peelregio ook lenen afgeven van relevante literatuur over ijzer. hoven. heden ten dage nog volop kansen voor ont• ANON., 1992. Verdrogmgsproject Zwartwater - Raven- vennen. Oranjewoud, Oosterhout. wikkeling en instandhouding van voedselar• ANON.. 1994. Primair Grondwaterstand-meetnet Lim• me oppervlaktewateren en moerassen, on• burg. Eindrapport. Raadgevende Ingenieurs Witteveen danks hoge stikstofdeposities. Tegenwoor• SUMMARY + Bos, Maastncht. dig wordt de Peelstreek - zeker door Haagse ANON., 1997. Natuuivei^enning 97, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Infonnatie en KennisCentnjm ambtenaren, die op zoek zijn naar bezuini• GLAUCONITE SEDIMENTS IN THE Natuurbeheer, DLO-Instituut voor Bos- en Natuur• gingsmogelijkheden! - echter nog vrij alge• PEEL AREA onderzoek & DLO-Staring Centnjm, meen gezien als een soort ecologisch ramp• ANON., z.j. Inventansatte Slenk van VenIo en direkte omgeving, Inventansatie tb.v. modelstudie. gebied vol varkens en mestoverschotten, Seepage water with a high iron content is BANNINK,]. &J. PAPE, 1968. De bodemgesteldheid van het waar we de handhaving of ontwikkeling van natuurreseivaat "Meinweg". Stichting voor Bodemkar- very important for the preservation and voedselarme ecosystemen maar beter kun• tering, Wageningen. development of nutrient-poor, wet ecosys• BAREN, J. VAN, 1920. De Bodem van Nederiand. Deel I. De nen vergeten. Computerberekeningen to• tems, because It allows iron phosphates in vormingen, ouder dan het Kwartair 5. van Looy. Amster• nen aan, dat de stikstofdepositie er nog de• water bodies or marshes to precipitate. dam, cennia lang vèr boven de kritische stikstofde- BAREN, J. VAN, 1927. De Bodem van Nederiand, Deel II; Movements in the earth's crust in the posidewaarden van voedselarme ecosyste• Het Kwartain S. van Looy, Amsterdam, southeastern part ofthe and BERTEN, R., 1990. Natuur & Flora in Limburg. Uitgever R. men zal liggen. Zo is de kritische stikstofde- the adjoining German and Belgian areas Berten. positiewaarde voor zwak gebufferde vennen BLANKEVOORT, 1927. Mededeling over ijzeroer, gedaan have pushed up marine sediments rich in volgens de 'Natuurverkenning 97' 350 tot tijdens een vergadering van het Natuurhistorisch Ge• iron to relatively shallow depths. Thanks to nootschap in Limburg, Natuurhistorisch Maandblad 16: 700 mol/ha, terwijl het depositieniveau in de these marine sediments, the groundwater 72. Peelstreek volgens een gemiddeld scenario BLES, B.,J. BANKEN & A. BEEKMAN, 1982. Ruilveri

oogpunt beschouwd, Drukkenj H. Bergmans & Ge, Hilbertz, Krefeld. kundige opstellen over Sevenum; 61-80. Heem• Tilburg. KRUYTZER. 1948. Mededeling over ijzeroer, gedaan tijdens kundevereniging Sevenum. DERIX, L, 1997. Oud Horst in het nieuws. Deel 8: 1951 tot de vergadenng van 6 oktober 1948 van het Natuurhis• REDEKE. H., 1948. Hydrobiologie van Nederiand. De zoete 1956. L. Derix, Horst, tonsch Genootschap in Limburg, Natuurhistorisch Maand• wateren. C.V. Uitgevenj v/h C. de Boer Jn. Amsterdam.

ERNST, L. & N, DE RIDDER, I960. High resistance to blad 37: 73, REES VELLINGA. E. VAN, 1965. Het gehalte aan ijzer in het horizontal ground water flow in coarse sediments due to LECLERCQ, W„ 1949, Limburg. Reisboek. P. van Kampen & diepe grondwater van het Peelgebied en de naaste faulting. Geologie en Mijnbouw 39: 66-85. Zn., Amsterdam. omgeving Mededed, Din Tuinb. 28: 543-551.

EVERTS, F, & N. DE VRIES, 1991, De vegetatieontwikkeling LEENDERS, W„ A, BEEKMAN & E. HOOIJDONK, 1983, Land• RENES, J., 1996. Landschappen van Maas en Peel. Geschie• van beekdalsystemen. Een landschapsoecologische stu• inrichting Lage Maaskant Bodemgesteldheid en bodem• denis. kenmeri

GARJEANNE, A„ 1936, De wateral van de Tasbeek De LEKAHENA, E. & G. NELISSE, 1974. Grondwateri

GELUK, M., E, DUIN, M, DUSAR, R, RIJKERS, M, VAN DEN ting bij kaartbladen 45 West en 45 Oost ('s- Drukkerij en Uitgeverij van de Erven J. Tijl, Zwolle, BERG & P, VAN ROOIJEN, 1994. Stratigraphy and tectonics Hertogenbosch), Dienst GrondwaterverkenningT.N.O., STEVENS, M„ 1988, Die Fische der Niers, Versuch einer of the Roer Valley Graben. Geologie en Mijnbouw 73: Delft, Rekonstruktion der früheren Fischfauna in der Niers, 129-141. LEMMENS, G.. z.j. Toponymie van de Venrayse Peel. Manu- Natur am Nieden+iein 3(2): 59-65.

GERAEDTS. W., 1980, Hydrobiologisch onderzoek in bron• scnpt, STREEFKERK, J. & K. V.D. MEULEN, 1989. De wateriiuishou- nen en beken in het Nederiandse deel van het stroom• LiMPENS, J. & G. STROLENBERG, 1972, Vegetatiekundig ding van het Heeren- en Westmeerven op het Landgoed gebied van de Swalm. Landbouwhogeschool, Vakgroep onderzoek 'De Ravenvennen'. Afd. Geobotanie, Katho- 'De Hamert'. Staatsbosbeheen sektie Abiotlsche Aange• Natuurbeheer, Wageningen. ieke Universiteit Nijmegen / Rijksinstituut voor Natuur• legenheden, Utrecht HAAS, J., 1980. Inventaris van de archieven der gemeente beheer Leersum, STUURMAN. R, & U, PAKES. 1991. Hydrologische Systeem• Arcen en Velden 1502-1939. Provinciaal Bestuur van LORIÉ.J., 1894. De hoogvenen en de gedaanteverwisselin• analyse Noord- en Midden-Limburg, Toepassing bij on• Limburg. Dienst Inspectie der Archieven, . gen der Maas in Noord-Brabant en Limburg J. Müllen derzoek naar de bepaling van kansrijkdom van kwel- HEIMANS, J., 1918. Maas-expeditie 8 tot 12 Juli 1918. Amsterdam, gebieden. Dienst Grondwaterveri

HOEYMAKERS, S., 1984, De Van Ophovens en Jaegers als MEKKINK, P. &J. VAN DEN HURK, 1978. Boswachterij "De WEYER, K. VAN DE, G, HECKMANNS, L, REYRINK, L, RUNIA,

ontginners. Kempen". Bodemgesteldheid en bodemgeschiktheid. P. VAN DEN MUNCKHOF & J. CARIS,I994. Grens• HOMAN.M,, 1974, GrondwaterioartvanNederiand,Voor• Stichting voor Bodemkartering, Wageningen, overschrijdend ecologisch basisplan Maas-Swalm-Nette lopige resultaten geohydrologische verkenning MOHN, T., 1991, Die Landschaftsentwicklung des Schwarzen / Grenzüberschreitender ökologischer Basisplan Maas- Roerdalslenk Kaari:bladen: 57 Oost, 58 West en Oost, Bruches bei Kevelaen Niedemheinische Landeskunde, Schwalm-Nette. Lana.plan, Nettetal / Ingenieursbureau Dienst Grondwatervericenning T.N,0., Delft. Schriften zur Natur und Geschichte des Niederrheins X: Oranjewoud B,V., Oosterhout / Biologische Station

JANSSEN, H., J, KYLSTRA-WIELINGA & B, OLDE MEIERINK 291-303, Knckenbecker Seen e.V„ Nettetal. (red,), 1996, 1000 jaar kastelen in Nederiand Functie en NELISSE, G., 1974. Grondwaterkartenng van Nederiand - WIJK, B. VAN, 1988, Pijpestrootje naar z'n grootje? De vorm door de eeuwen heen. Uitgeverij Matrijs, Utrecht, schaal 1:50.000. Geohydrologische toelichting bij kaart• effecten van ingeschaard vee op de produktie en flora JANSSEN, L, 1979, IJzewinning In de Romeinse Tijd te bladen 46 West en Oost (Vierlingsbeek). Dienst van Mollniavelden in de Mariapeel en de Deumese Peel, Opgnmbie. Publicatie van de Archeologische Kring van Grondwaterverkenning T.N.O., Delft. Rijksinstituut voor Natuurbeheen Amhem. Rekem 1979:259-278. PAARLBERG, A,. R. BUSKENS, H. ELEMANS & M. SOES• WILLEMS, W., 1983. Archeologische kroniek van Limburg KAMP & SOETEN, z.j. Brief aan het gemeentebestuur van BERGEN, 1994, Historische ecologie en beekherstel. over de jaren 1980-1982. Publications de la Societé Arcen en Velden. Werkgroep Ecologisch Waterbeheen Themagroep His• HistoriqueetArchéologique danste Limbourg I 19: 197- KEULLER, 1927. Mededeling over ijzeroer gedaan tijdens torische data, 291. een vergadering van het Natuurhistorisch Genootschap PAAS. W„ 1970, Bodenkarte von Nordrhein-Westfalen WINDEN. A. VAN & W. OVERMARS, 1998. Toekomst voor n Limburg. Natuurhistorisch Maandblad 16: 172. 1:25000, Erläuterungen zu den Blättern 4603 een Zandnvien Deelrapport geologie, geomorfologie en KRONSBEIN, S., 1991. Quellen am unteren linken Nieder• Kaldenkirchen und 4703 Waldniel, Geologisches hydrologie. Concept. Stroming, Bureau voor natuur- en rhein - ein natur- und kulturgeschichtlicher Beitrag. In; Landesamt Nordrhein-Westfalen, Krefeld, landschapsontwikkeling B.V., Hoog Keppel, Natur und Landschaft am Niederrhein. NatunA'issen- RAEDTS, G„ 1990, Fragmenten uit de geschiedenis van de WOLFF-STRAUB, R„ 1973. Geologie. In: Landschafls- und schaftliche Beiträge. Schnften zur Natur und Geschichte parochie H,H, Fabianus en Sebastianus te Sevenum; een Einnchtungsplan Naturpark Schwalm-Nette: 16-18. des Nieden+ielns X: 349-429, Nleden+iein-Veriag K. kroniekbeschrijving, in; Spinninghe, Geschied- en heem• Rheinland-Veriag GmbH. Köln.