Korea-Oorlog
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Korea-oorlog Duur missie 16 juli 1950 - 24 januari 1955 Aantal militairen 4.748 Dodelijke slachtoffers 121 + 4 vermisten Dapperheidsonderscheidingen 68 (Militaire Willems-Orde 3, Bronzen Leeuw 5, Bronzen Kruis 21, Kruis van Verdienste 4, Silver Star 14 en Bronze Star V 21) Achtergronden In augustus 1945 kwam (ook in Azië) de Tweede Wereldoorlog ten einde. In Korea resulteerde dit in het vertrek van de Japanse bezettingsmacht en de komst van Amerikaanse en Sovjettroepen. De Amerikanen stelden – met succes – al in 1945 voor om Korea in twee zones te verdelen. Het gebied ten noorden van de 38e breedtegraad zou tijdelijk worden bezet door de Sovjet-Unie; het gebied ten zuiden door de Verenigde Staten (VS). Aanvankelijk was het de bedoeling dat deze mandaatperiode vijf jaar zou duren. In de tussentijd zou Korea zich voorbereiden op zelfbestuur. Door interne onenigheden en het begin van de Koude Oorlog kwam hier evenwel niets van terecht en groeide de als tijdelijk beoogde scheidslijn tussen de beide zones al snel uit tot een daadwerkelijke grens én tot een confrontatielijn. Tegen het einde van de jaren ’40 liepen de spanningen tussen Noord- en Zuid-Korea hoog op, met steeds meer provocaties en geweldsincidenten als gevolg. In de zomer van 1950 mondden de spanningen uit tot openlijke gevechten tussen grenstroepen. Die bleken de voorbode te zijn van een ernstige escalatie: op 25 juni vielen Noord-Koreaanse troepen het zuidelijke deel van het schiereiland binnen. De Noord-Koreaanse leider Kim Il-Sung had zowel Jozef Stalin als Mao Zedong – die in september 1949 de communistische Volksrepubliek China had uitgeroepen – ervan overtuigd dat de verovering van Zuid-Korea hoogstens een paar weken zou kosten. De aanval op 25 juni kwam voor velen als verrassing. Dit en de materiële steun die de Noord-Koreanen kregen van de Sovjet-Unie was genoeg om de licht bewapende en slecht getrainde Zuid-Koreaanse troepen te overrompelen. Binnen zes weken slaagde Noord-Korea erin om vrijwel het hele schiereiland te bezetten. Grote uitputtingsslagen haalden echter de snelheid uit de Noord-Koreaanse opmars en brachten haar begin september tot stilstand. Op dat moment was alleen de uiterste zuidoostelijke punt van het schiereiland nog in handen van de Zuid-Koreaanse troepen en enkele Amerikaanse eenheden. De VN keurde de inval van Noord-Korea sterk af. Al snel boden zestien lidstaten militaire steun aan Zuid-Korea. Medio september 1950 sloeg de Amerikaanse bevelhebber, generaal Douglas MacArthur, bij Inchon terug met een amfibische landing in de communistische flank. Deze tegenaanval verliep zo voorspoedig dat de Amerikaanse president Harry Truman eind september toestemming gaf heel het schiereiland te veroveren, en dus niet te stoppen bij de 38e breedtegraad. MacArthur slaagde erin de Noord-Koreanen terug te dringen tot aan de rivier de Yalu aan de grens met China. Deze snelle opmars richting de grens provoceerde echter de Volksrepubliek China van Mao Zedong. De honderdduizenden ‘vrijwilligers’ die China vervolgens inzette, slaagden erin het Zuid-Koreaanse leger en de VN-strijdmacht weer terug te dringen tot de 38e breedtegraad, die daarmee weer de frontlinie werd. In de eerste helft van 1951 concentreerden de gevechten zich vooral hier. Om beurten gingen beide partijen in het offensief om het gebied rond de 38e breedtegraad te veroveren. Geen van beide partijen kreeg echter de overhand: successen werden afgewisseld met tegenslagen. Op 10 juli 1951 startten vredesonderhandelingen tussen de strijdende partijen, maar tot een doorbraak kwam het vooralsnog niet. Ondertussen ging de strijd onverminderd door. Tot halverwege 1953 werd er vrijwel continu gevochten, maar werd er weinig grondgebied meer verloren of veroverd. Pas op 27 juli 1953 kon een wapenstilstandsovereenkomst worden gesloten en trad een staakt-het-vuren inwerking. 1 De oorlog in Korea kan worden onderverdeeld in drie fases. De eerste fase begon op 25 juni 1950 met de Noord-Koreaanse aanval en duurde tot 31 december 1950. De strijd golfde in deze periode op en neer over het hele land: van de meest zuidoostelijke punt tot aan de grens met China vonden er confrontaties plaats. Eind december 1950 stabiliseerde de strijd langs een frontlijn ten zuiden van de 38e breedtegraad. Dit was het begin van de tweede fase, waarin nog steeds sprake was van relatief grote frontbewegingen, met in enkele gevallen een diepte van zo’n tachtig tot honderd kilometer. Tijdens de derde en laatste fase – van 10 juli 1951 tot aan het bestand in juli 1953 – liep het front in grote lijnen van de monding van de rivier de Imjin via Chorwon, Kumhwa en Mundungni naar de oostkust. Er zat nog wel enige beweging in de frontlijn, maar die verschoof nooit meer dan vijftien tot twintig kilometer. Mandaat en organisatie Op de dag van de Noord-Koreaanse invasie nam de VN-Veiligheidsraad resolutie 82 aan waarin zij de handelswijze van Noord-Korea sterk veroordeelde. Zij riep Noord-Korea op de vijandelijkheden te staken en haar troepen terug te trekken tot de 38e breedtegraad. Een reactie bleef uit en op 27 juni nam de Veiligheidsraad resolutie 83 aan waarin haar lidstaten werden aangespoord om (militaire) ondersteuning te leveren aan Zuid-Korea. Uiteindelijk gingen zestien landen akkoord met het bieden van militaire bijstand. Een aantal andere landen gaf op andere wijze ondersteuning, bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van medische apparatuur. De VN-troepenmacht bestond grotendeels uit Amerikaanse troepen. Verder leverden deze landen een militaire bijdrage: Australië, België, Canada, Colombia, Filipijnen, Ethiopië, Frankrijk, Griekenland, Luxemburg, Nieuw-Zeeland, Thailand, Turkije, Verenigd Koninkrijk, Zuid-Afrika én Nederland. De Nederlandse bijdrage bestond uit inzet van enkele schepen van de Koninklijke Marine en het Nederlands Detachement Verenigde Naties (NDVN). Op 7 juli 1950 werd resolutie 84 aangenomen waarbij de aan de VN aangeboden troepen onder het United Nations Command werden geplaatst. De troepenmacht kwam onder bevel te staan van de Amerikaanse generaal Douglas MacArthur. De drie resoluties konden overigens worden aangenomen omdat de Sovjet-Unie de Veiligheidsraad tijdelijk boycotte vanwege een meningsverschil over het wel of niet toelaten van communistisch China tot de raad. Door deze boycot kon de Sovjet-Unie haar vetorecht niet inzetten. De VN-missie in Korea werd op deze manier een feit. De Algemene Vergadering van de VN bepaalde op 7 oktober in resolutie 85 dat het politieke doel van de VN-operatie in Korea het tot stand brengen van een onafhankelijke, soevereine eenheidsstaat onder een democratisch bewind was. De Algemene Vergadering achtte de aanwezigheid van VN-troepen gewenst zolang dit doel niet was bereikt. De Koninklijke Marine in Koreaanse wateren De Nederlandse regering nam ten opzichte van resolutie 85 initieel een afwachtende houding in. Toch behoorde Nederland wel tot een van de eerste landen die gehoor gaf aan de oproep troepen te leveren. De Nederlandse regering stelde op 3 juli 1950 de in Indonesië gestationeerde torpedobootjager Hr.Ms. Evertsen ter beschikking van de VN-operatie in Korea. Grondtroepen werden in eerste instantie niet aangeboden. Hr.Ms. Evertsen was de eerste van in totaal zes Nederlandse marinevaartuigen die in de jaren 1950 tot 1955 een bijdrage zouden leverden aan de VN-missie. Ook Hr.Ms. Van Galen , Hr.Ms. Piet Hein , Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau , Hr.Ms. Dubois , en Hr.Ms. Van Zijll werd in de Koreaanse kustwateren ingezet. D Nederlandse marineschepen behoorden tot het Britse Gemenebest- smaldeel, waarvan de relatief kleine marinehaven in het Japanse Sasebo, op het eiland Kyushu, de uitvalsbasis vormde. De inzet vond plaats in het kader van de United Nations Naval Forces die onder Amerikaans bevel stonden. De Nederlandse schepen opereerden voornamelijk in Task Group 95.1 – onderdeel van Task Force 95 – waarbij de aansturing in handen lag van een Britse commandant. 2 Het Gemenebest-smaldeel, en dus ook de Nederlandse marinevaartuigen, opereerden voornamelijk aan de Koreaanse westkust. Het in stand houden van een zeeblokkade tegen Noord-Korea was hierbij in eerste instantie de hoofdtaak. Dat was evenwel geen eenvoudige klus gezien het geringe aantal marineschepen dat werd ingezet. Spoedig gingen de marineschepen ook andere taken uitvoeren, zoals het uitvoeren van patrouilles, het escorteren van Amerikaanse of Britse (vliegdek)schepen, het beschermen van aanvoerlijnen, en het beschieten van vijandelijke troepenconcentraties, versterkingen en infrastructuur. De enkele keer dat een Nederlands schip werd opgedragen op te stomen naar de oostkust van Korea, ging het om bombardementen op de daargelegen militair-industriële complexen (zoals Wonsan, Chongjin en Hungnam) en op de kustspoorlijn. Tijdens dit soort bombardementen registreerden waarnemers vanuit helikopters met de niet toevallig gekozen roepnaam Windmill de inslagen van de granaten en gaven zij zonodig correcties door. De Dubois en de Van Zijll namen niet deel aan dit soort beschietingen, aangezien hun inzet tijdens de wapenstilstand plaatsvond. Voor de Nederlandse schepen waren ook enkele speciale taken weggelegd. Zo kon een schip als bird dog een positie innemen tussen het vliegkampschip en de kust, om neergestorte vliegers zo snel mogelijk uit het water te halen. Daarnaast namen de escorterende jagers om beurten een positie in als plane guard station achter een vliegdekschip, om vliegers die bij start of landing in zee crashten te kunnen redden. De groep schepen die deze taak had, moest er vaak zo veel voor manoeuvreren dat dit verband al snel bekend stond als Corpen Crazy Club (Corpen staat voor de C van ‘koers’ in het Engelstalige internationale seinboek). Hr.Ms. Evertsen en Hr.Ms. Van Galen Het eerste in Korea actieve marineschip, Hr.Ms. Evertsen , stond onder commando van luitenant- ter-zee der 1e klasse D.J. van Doorninck en telde 238 opvarenden. Het schip werd tussen 3 en 7 juli 1950 in Soerabaja op Oost-Java gereedgemaakt voor deelname aan de operatie in Korea. Vervolgens meerde de Evertsen op 16 juli aan in het Japanse Sasebo. Hier werd de torpedobootjager ingedeeld bij Task Group 96.8 , die weldra een naamswijziging zou ondergaan waarbij de Task Group het nummer 95.1 kreeg.