Interview Liesbeth Devos

Op 5 mei zijn sopraan Liesbeth Devos en pianist Jozef De Beenhouwer te gast bij Mechelen hoort Stemmen met een programma gewijd aan August De Boeck, en . Het duo nam in december vorig jaar ook een cd op met liederen van De Boeck, die binnenkort zal verschijnen bij Phaedra en mag dus gerust als specialist ter zake gelden. Wij vroegen Liesbeth Devos naar haar ervaringen met Vlaamse muziek en met de werken van De Boeck in het bijzonder, naar haar toekomstplannen en haar samenwerking met Jozef De Beenhouwer.

In dit jubileumjaar worden er bijzonder veel concerten gewijd aan de Boeck. Er is ondertussen een uitgebreide monografie verschenen en verschillende cd’s zijn in de maak. Wat maakt zijn muziek zijn zo bijzonder? De Boeck is een ongemeen schitterend orkestrator: in zijn opera’s en orkestwerken vinden we onder andere invloed van Wagner en Mahler. Hij is echt een man van de grote lijnen en dat maakt zijn grote composities heel fameus. Ook de liederen die hij heeft georkestreerd zijn erg goed. Binnen zijn liedoeuvre zijn er wel grote verschillen in kwaliteit: zijn Nederlandstalige liederen zijn veelal gelegenheidsliederen, vaak gebaseerd op volksmelodietjes. Hij schreef ook meer gelegenheidsmuziek dan Lodewijk Mortelmans, die voor het Nederlandstalige liedoeuvre toch aan de top staat. Mortelmans gebruikte regelmatig teksten van Gezelle terwijl er van De Boeck slechts twee gekend zijn (Wierook en Twee Horsen). In zijn Gezelleliederen lijkt het alsof Mortelmans de teksten beter aanvoelt en er beter gebruik van maakt, terwijl De Boeck de Twee Horsen op een erg hoekige manier verklankt. Maar vergis je niet: ook binnen De Boecks Nederlandstalige liedoeuvre zitten er pareltjes. Hij zei ook zelf dat hij graag componeerde in het Nederlands, want het is een zeer ritmische taal. Ritmischer dan het Frans. De Boeck accentueert zijn aanvoelen van de taal ook in zijn muziek. Persoonlijk vind ik echter zijn Franstalige liederen sterker. Er zit meer opbouw in en hij werkt ook meer in cycli.

Is er een groot verschil tussen het zingen in het Nederlands of het Frans? Is zingen in het Nederlands makkelijker of moeilijker? Zingen in het Nederlands is wel degelijk moeilijker. Sowieso vergt het zingen een andere benadering van een taal, je gaat ze theoretisch benaderen en moet je bewust worden van elke klemtoon die je legt, alle dingen die je als je spreekt automatisch doet. Het Nederlands bevat ook een aantal lastige klinkers zoals de ui of de ij. Maar anderzijds staat je moedertaal wel heel dicht bij je gevoel. Je hebt het gevoel dat je gewoon kan babbelen met je publiek.

Je werkt voor dit concert samen met je oud-leraar Jozef De Beenhouwer. Zijn jullie gelijkwaardige partners voor dit concert en deze cd-opname of blijft er toch wel wat hangen van die relatie leraar- leerling? Natuurlijk is het onmogelijk om helemaal op gelijke voet te komen, Jozef heeft tenslotte ettelijke tientallen jaren meer ervaring dan ik, is enorm belezen en is al zo lang bezig met Vlaamse muziek. Maar toch staat hij ook open voor mijn ideeën of eventuele kritiek. Hij is trouwens diegene die het vuur voor de Belgische en Vlaamse muziek bij mij heeft aangewakkerd. Voor mijn ingangsexamen in het conservatorium gaf Lieve Suys me een van Joseph Jongen mee. Ik wist op dat moment niet echt dat Jongen een Belgische componist was. Ook kwam het niet zoveel voor dat zoiets op een ingangsexamen wordt gezongen. Alleszins stelde ik het lied een tijdje later voor in de liedklas bij Jozef De Beenhouwer en Lucienne Van Deyck. Zij vielen beiden bij wijze van spreken van hun stoel omdat iemand een Belgisch lied meegebracht had. Vanaf dan hebben zij me de liefde voor Vlaamse muziek doorgegeven. In België is dat niet echt een evidentie: wij verstoppen ons vaak achter de bekende Duitse of Franse werken, terwijl ook hier enorm goede muziek geschreven is. Jozef is natuurlijk ook een monument omdat hij echt blijft zoeken naar waardevolle Vlaamse partituren. Hij leest alles door en maakt dan een selectie die we achteraf samen bekijken. Maar niet iedereen is in staat om op het zicht te zeggen of een geschreven partituur ook goede muziek oplevert. Nu je die 36 liederen van De Boeck hebt ingestudeerd, neem ik aan dat we ze nog wel te horen zullen krijgen op andere recitals? Dat is effectief de bedoeling. Tijdens deze zomer trekken pianist Lucas Blondeel en ik naar het Ravinia Festival in Chicago, waar we ook een aantal liederen van De Boeck zullen brengen. En vorig jaar in september namen we deel aan de Wigmore Hall Song Competition in Londen, waar we in de halve finale ook een lied van De Boeck brachten. Zoals steeds moet je dan een kaft met alle partituren afgeven aan de jury en op het lied van De Boeck kwamen heel fijne reacties. Onder andere Sarah Walker kwam na de wedstrijd op me toe en zei: “This French song, this C’est en toi - bien-aimé, it’s really really nice!” Een ander jurylid vertrouwde me toe dat hij deze partituur uit het kaftje haalde omdat hij ze zo interessant vond. Ik vind het sowieso trouwens erg belangrijk om mee te werken aan de verspreiding van de muziek die wordt gecreëerd in je eigen land.

Liesbeth Devos (sopraan) en Jozef De Beenhouwer (piano) August De Boeck, Franz Schubert & Lodewijk Mortelmans Zaterdag 5 mei 2012 - 20u15 KC nOna, Begijnenstraat 19, 2800 Mechelen Tickets: € 18 (kortingen: € 15 / € 10 ) via UiT in Mechelen 070 22 28 00 www.mechelenhoortstemmen.be