Windturbineproject Langsheen De E40 Te Bierbeek, Boutersem, Tienen En Hoegaarden
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en –projecten Directie Gebiedsontwikkeling Team Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 [email protected] www.omgevingvlaanderen.be Goedkeuring project-milieueffectrapport Windturbineproject langsheen de E40 te Bierbeek, Boutersem, Tienen en Hoegaarden Initiatiefnemer: Storm 15 bvba Katwilgweg 2 2050 Antwerpen Elicio NV John Cordierlaan 9 8400 Oostende 08/08/2019 PRMER-3110-GK 1. Inleiding Het voorgenomen project betreft het plaatsen van 16 windturbines langs de E40 in Bierbeek, Boutersem, Tienen en Hoegaarden door Storm 15 bvba en Elicio NV. Het projectgebied is gelegen in een open gevarieerd heuvellandschap in het Hageland dat gekenmerkt wordt door agrarisch gebruik. De inplantingslocaties van de voorliggende windturbines bevinden zich allen ter hoogte van akker- en weilandpercelen. Het voorliggend project wordt opgesplitst in 3 clusters van windturbines die allen in lijnopstelling gelegen zijn aansluitend op de autosnelweg E40. Cluster A bestaat uit 3 windturbines ten noorden van E40 te Bierbeek en Boutersem, Cluster B uit 8 windturbines ten noorden en ten zuiden van E40 te Boutersem, Tienen en Hoegaarden en Cluster C bestaat uit 5 windturbines ten zuiden van E40 te Hoegaarden. Het MER werd samen met de omgevingsvergunningsaanvraag (OMV_2019060298) ingediend. De volgende activiteiten zijn onderworpen aan de m.e.r.-plicht volgens het project-m.e.r.-besluit1, met name: Bijlage II 3 i) Installaties voor het opwekken van elektriciteit door middel van windenergie voor zover de activiteit betrekking heeft op 4 windturbines of meer, die een aanzienlijke invloed hebben of kunnen hebben op een bijzonder beschermd gebied. Het Team Mer van de afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten besliste op 20/09/2018 over de aanmelding. De aanmelding bevatte een vraag tot scopingsadvies. Er werd geen openbare raadpleging voorzien in het voortraject (= periode voorafgaand aan de indiening van het MER samen met vergunningsaanvraag). Gezien de ligging van het project nabij het Waals Gewest werden de bevoegde autoriteiten geraadpleegd. Het team Mer besliste op 20/12/2018 over de voorlopige goedkeuring van dit MER. Het Team Mer ontving op 13/06/2019 de vraag om een beslissing te nemen over het in het omgevingsloket opgeladen project-MER. 2. Inhoudelijke toetsing van het project-MER 2.1. Toetsing aan artikel 4.3.8 §2,1 ° DABM2 Het project-MER werd opgesteld door het team van deskundigen dat in de aanmeldingsbeslissing werd beslist. 2.2. Toetsing aan artikel 4.3.8 §2, 2° DABM Het project-MER voldoet aan het scopingsadvies van 20/09/2018. 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, B.S. 17 februari 2005, zoals herhaaldelijk gewijzigd. 2 Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, B.S. 3 juni 1995, zoals herhaaldelijk (DABM). Goedkeuring project-MER WT-project langsheen de E40 in Boutersem, Bierbeek, Tienen en Hoegaarden – project-MER-3110 2/6 2.3. Toetsing aan artikel 4.3.8 §2, 3° DABM Het project-MER is kwaliteitsvol uitgewerkt en het bevat alle relevante onderdelen conform artikel 4.3.7. van DABM. Onder meer de volgende overwegingen speelden een rol bij de toetsing: Gelet op de afstand van de meest dichtbijgelegen turbines ten opzichte van SBZ worden geen betekenisvolle effecten in SBZ verwacht. ANB verklaart zich akkoord met de voortoets en stelt dat het project mits inachtname van de milderende maatregelen geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het VEN zal veroorzaken. Volgende milderende maatregelen worden voorgesteld: - Het vrijwaren van o.a. holle wegen tijdens de aanlegfase is wat betreft ecotoop- en habitatverlies een belangrijke maatregel. - Uit de berekening van de broeddichtheid en het voorkomen van een typische akkervogel, blijkt het belang van de regio rond Hoegaarden en de omgeving Kumtich. De ruime omgeving heeft ook waarde voor een aantal bijzondere soorten. Als maatregel wordt hiervoor bij uitvoering van het volledige project (tiphoogte 122 m – 150 m) een oppervlakte van 20 - 25 ha voorzien voor het inrichten van extra broed- en foerageergebied buiten de invloedssfeer van de turbines. Indien niet alle windturbines (gelijktijdig) worden vergund, wordt in het MER aangegeven hoe de grootte van de oppervlakte berekend kan worden. - Ten aanzien van trekvogels zijn de valleien van Grote en Kleine Gete van belang. Aangezien de turbineopstelling haaks op de trekroute staat, kan een aanzienlijk risico op aanvaring door barrièrewerking optreden. Daarnaast wordt ook het barrière-effect op zich als significant negatief effect aanzien ter hoogte van de gekende trekcorridor. Daarom worden in de vallei geen windturbines geplaatst zodat er een vrije corridor van ongeveer 6 km breedte blijft. De barrièrewerking wordt hierdoor tot ongeveer 1/3de van de trekroute beperkt. - Op basis van de uitgevoerde vleermuistellingen blijkt er voor 2 windturbines een matig tot groot aanvaringsrisico te bestaan. Voor deze turbines zal een stilstandmodule worden ingebouwd, die onder meer is bepaald door de gemeten activiteiten tijdens de inventarisatie. 2.4. Toetsing aan artikel 4.3.8 §2, 4° DABM Het project-MER werd afgetoetst aan de ontvangen opmerkingen en adviezen van het publiek en de geraadpleegde adviesinstanties. Hieronder een beknopte analyse van de ontvangen informatie: Het Team Mer vroeg advies op het MER aan Agentschap Natuur en Bos, Agentschap Wegen en Verkeer, Departement Landbouw en Visserij, VMM – Afdeling Operationeel Waterbeheer, Elia, Algemene Directie Material Resources – Defensie, Skeyes, FOD Mobiliteit en Verkeer - Directoraat-generaal Luchtvaart, gemeente Bierbeek, gemeente Boutersem, stad Tienen, gemeente Hoegaarden, provincie Vlaams-Brabant. Er kwam reactie op het MER van Directoraat- Generaal Luchtvaart, Defensie, Departement Landbouw en Visserij, Agentschap Wegen en Verkeer, VMM-Operationeel Waterbeheer, Elia, gemeente Bierbeek, gemeente Boutersem, gemeente Hoegaarden, stad Tienen en provincie Vlaams-Brabant. Tijdens het openbaar onderzoek werden er verschillende bezwaren geformuleerd. Reacties van onderstaande aard worden als niet relevant beschouwd voor het project-MER: Goedkeuring project-MER WT-project langsheen de E40 in Boutersem, Bierbeek, Tienen en Hoegaarden – project-MER-3110 3/6 • reacties die uitsluitend een persoonlijk standpunt inhouden over de wenselijkheid van het project; • reacties die geen deel uitmaken van de decretaal vereiste elementen van een project- MER (vb. kostenbatenanalyse, waardevermindering of –vermeerdering van onroerend goed per perceel, persoonlijke voorkeuren van omwonenden, …); • reacties die gaan over procedurele aspecten buiten deze project-MER procedure; • reacties die betrekking hebben op niet-inhoudelijke zaken (verklaring symbolen, legende figuren, spellingsfouten, …); • reacties die betrekking hebben op zaken buiten de scope van het project-MER. Onder meer volgende overwegingen speelden een rol bij de toetsing en de analyse van adviezen en bezwaren: - DGLV en Defensie geven negatief advies voor de 5 windturbines in cluster C om de veiligheid en de kwaliteit van de helitrainingsvluchten te beschermen en omwille van de veiligheid voor het vliegverkeer op het vliegveld van Goetsenhoven. Daarnaast moet ook de tiphoogte van de windturbines in cluster A en B beperkt worden tot 122 m en moeten alle windturbines voorzien worden van dag- en nachtbebakening. Voor de relevante disciplines werd het beperken van de tiphoogte tot 122 m als alternatief scenario onderzocht. Wat het aantal betreft wordt in het MER uitgegaan van het volledig project wat als worst case scenario gezien kan worden. - De grensoverschrijdende procedure werd gevolgd. De relevante Waalse gemeenten en het Waalse gewest werden betrokken tijdens de m.e.r.-procedure. - De mogelijke cumulatieve effecten van het project met de windturbines op Waals grondgebied (Greensky) werden onderzocht in het MER. - Het voorliggend windpark is zowel qua afmetingen als inplanting het resultaat van een jarenlang voortraject waarbij de ganse projectzone is onderzocht op haalbaarheid en mogelijke inplantingen. - De windturbines worden gebundeld met de bestaande grootschalige lijninfrastructuur van de E40 en de HST-lijn om het effect op het landschap te beperken. - Met betrekking tot het vastleggen van toegangswegen en werkvlakken zal de inname van landbouwgrond en kleine landschapselementen tot een minimum beperkt worden. - Voor de aanvoerwegen zullen enkele bomen vermoedelijk gekapt en gesnoeid moeten worden. Alle gekapte bomen zullen herplant of gecompenseerd worden. - De milieueffecten ten opzichte van ruilverkaveling Willebringen werden onderzocht in het MER. - Wanneer de installaties definitief verwijderd worden, worden de percelen in hun oorspronkelijke staat hersteld. Dit werd verder verduidelijkt in het MER. - Voor dit project werd voor een deel van de beoordelingspunten gebruik gemaakt van de mogelijkheid vanuit Vlarem om een hogere richtwaarde te hanteren als uit geluidsmetingen blijkt dat het oorspronkelijk omgevingsgeluid hoger is dan de richtwaarde. Het effect op het geluidsklimaat werd berekend volgens de rekenregels in Vlarem. De geluidsimpact werd berekend voor alle woningen waar kan verwacht worden dat de impact van de windturbines het grootst zal zijn. Aanvullend bevat het MER ook een geluidskaart berekend voor het volledige projectgebied. - In het MER wordt