E9A D9:>D?=  ;< C:>?@;

   Rumoer in de stad. De schilders De stad. de in Rumoer een fascinerend tijdsbeeld van de van tijdsbeeld fascinerend een nieuwe tijd. Ze verbeelden volkse kroegen en kroegen volkse verbeelden Ze tijd. nieuwe modehuizen chique ook maar straatfeesten, twee namelijk heeft stad grote De restaurants. en en luxe het brengt kant ene de aan gezichten: groot een leeft kant andere de aan maar vertier, kunstenaars De armoede. in bevolking de van deel de van facetten lopende uiteen die al schilderen tumult, en stilte lelijkheid, en schoonheid stad: stadstuinen. en bouwputten rijkdom, en armoede schilderijen, van afbeeldingen 350 dan meer Met andere en kaarten foto’s, oude schetsen, biedt documenten Tachtig van gelegd werd basis de waarin 1880-1900, periode samenleving. moderne onze van Zoals de schilders van de Haagse School naar buiten naar School Haagse de van schilders de Zoals ontdekt zo schilderen, te landschap het om trokken straatleven. het kunstenaars generatie volgende de Breitner, Hendrik George kiezen 1880 jaren de Vanaf Looy, van Jacobus Zwart, de Willem Israels, Isaac onder- als stad de anderen vele en Witsen Willem schilderijen. en tekeningen hun voor werp samen vallen kunstwereld de in verschuivingen De Vanaf samenleving. de in verandering grote een met eerst het voor steden de in bevolking de groeit 1870 Haag Den , platteland. het op dan sneller dezelfde In omvang. in verdubbelen Rotterdam en ont- Er leven. moderne het stad de in zich vormt tijd De leven. nacht een en winkelstraten cafés, staan deze van zindering de voelen Tachtig van schilders 6De 9s3ch5il1D6er2s 4 va0n 1 ta7c8h/ti0 g

Gemeentemuseum Den Haag

GCEEDF

Inhoud

George Hendrik Voorwoord 6 Breitner (1857-1923) Benno Tempel Heiwerk aan de Van Diemenstraat te Amsterdam , Proloog 7 ongedateerd (detail) Frouke van Dijke Olieverf op doek 80,5 x 131 cm Gemeentemuseum Voorsteden en achterbuurten 8 Den Haag, langdurig De sensatie van de stad bruikleen particuliere Frouke van Dijke collectie

Maurits Verveer De stad, een poel van ziektes en verderf 28 (1817-1903) Benno Tempel Tentoonstellingszaal van , ca. 1890 Het werd een levende stad; en wij waren overal bij 40 Gelatinezilverdruk De schrijvers van Tachtig en hun schildervrienden 24 x 21 cm Sjoerd van Faassen Haags Gemeente - archief George Hendrik Breitner in de Antwerpse museumverzameling 52 Herwig Todts

Catalogus 58

Gedichten 62, 68, 96, 138, 156, 190 Mischa Andriessen

Vol van leven, vol van beweging 194 De laatnegentiende-eeuwse stad als fantasmagorische sensatie Jan de Bruijn

Het interieur als kunstwerk 208 De ontwerpen van Gerrit Dijsselhof, Theo Nieuwenhuis en Carel Lion Cachet voor Van Wisselingh Eveline Holsappel

Van verlaten straten naar stadsrumoer 220 Stadsfotografie rond 1900 Maartje van den Heuvel, Susanne van der Wolf

Kaart Den Haag /Scheveningen 228 Kaart Amsterdam 230 Noten 232 Personenregister 235 Fotoverantwoording 235 Met dank aan 236

Rond 1885 verzamelt zich in Amsterdam een stel jonge trekpunten. Ik spreek dan ook de hoop uit dat met kunstenaars. Deze schilders van Tachtig volgden het deze tentoonstelling en catalogus de bestudering van pad dat door de Haagse Schoolkunstenaars was inge - de Tachtigers en kennis over de groep zal toenemen slagen. Toch is er ook een belangrijke breuk met deze en dat het zal tot nieuwe tentoonstellingen. N Voorwoord kunstschilders waar te nemen. De landschappen met zee, duinen, polders en weilanden alsook de figuur - In deze catalogus en in de tentoonstelling richten we stukken, die met name gesitueerd werden in schilder - de blik op een onderwerp dat als een rode draad door achtige vissers- of boereninterieurs, zien we bij de het werk van de Tachtigers loopt: de stad. Aan het einde Amsterdamse kunstenaars niet meer terugkeren. Ook van de negentiende eeuw veranderden de Nederlandse op technisch vlak zijn er duidelijk verschillen te consta - steden in rap tempo. Er werd zelfs gesproken van de teren. De Haagse Schoolkunstenaars schilderden in Tweede Gouden Eeuw. De kunstenaars schilderden de tonen. Hun werk draaide om de indruk die het weer snelheid van de stad, het vertier, maar ook de schaduw - veroorzaakte op het Hollandse landschap. Alsof er een zijden. Daar doorheen vervlochten is het verhaal van de continue grijze deken over het land lag. De diversiteit vriendschappen tussen de kunstenaars en de schrijvers. aan onderwerpen en stijlen binnen de groep van de Zo was Isaac Israels zo onder de indruk van de schilders van Tachtig was veel groter, van het dromerige geweldenaar Breitner dat hij eigenlijk geen schilderijen werk van Eduard Karsen tot de dynamiek van George durfde te maken en een tijdje zich hoofdzakelijk richtte Hendrik Breitner. De verstilde, werken van Willem op tekeningen. Die zijn dan wel van zo’n vrijheid dat ze Witsen, Jan Veth of Karsen leiden later tot de wonder - tot het beste behoren wat op dat moment in Nederland schone schilderijtjes van Jan Mankes. En de brede, werd gemaakt: tekeningen van onstoffelijke zaken als monumentale werken van Breitner banen de weg voor de wind of regen. de moderne kunst in de twintigste eeuw. Net als de kunstenaars deden aan het einde van de Internationaal waren de schilders van Tachtig met name negentiende eeuw, maakt het Gemeentemuseum gecharmeerd van Franse naturalisten. Binnen de Haagse Den Haag de verbinding met de literaire wereld. Dichter School waren vooral Jacob Maris, Anton Mauve en Jozef Mischa Andriessen is in 2017 een half jaar ‘schrijver in Israëls de grote voorbeelden. Maris en de oude Israëls de residentie’ – het schrijversproject van het museum. werden bewonderd vanwege hun robuuste schilders - Voor deze tentoonstelling draagt hij een aantal gedich - wijze die hun werk een monumentaal, mannelijk karak - ten aan, geïnspireerd op de werken van de Tachtigers. ter gaf. Maar dé eigentijdse vaderlandse kunstenaar die op grote waardering kon rekenen, was Matthijs Maris. Tentoonstellingen als deze vragen een intensieve voor - De middelste van de schilderende gebroeders Maris had bereiding en kunnen enkel slagen door samenwerking. zich in Londen gevestigd, waar hij als een teruggetrok - We zijn de bruikleengevers – particulier en museaal – ken zonderling leefde. Nederlandse kunstenaars die dan ook zeer dankbaar voor hun genereuze bijdragen. Londen bezochten, durfden de grote mystieke meester De Universiteit Leiden bezit een grote collectie foto - bijna niet te bezoeken. Maris zelf mystificeerde zijn grafie; op dit vlak bestaat reeds een decennium lange kunstenaarschap en zijn afkeer van de kunsthandel. samenwerking, die een belangrijke bijdrage vormt Met name de onmogelijkheid om zijn werk te voltooien aan de tentoonstelling en de catalogus. Het Haagse nam legendarische proporties aan. In werkelijkheid nam Gemeentearchief voorzag ons van het nodige documen - Maris wel degelijk deel aan het leven en bleef hij in de tair materiaal dat een levendig beeld schetst van de Engelse hoofdstad goed op de hoogte van wat er speelde stedelijke ontwikkelingen. Het Koninklijk Museum voor in de kunstwereld. Schone Kunsten Antwerpen zijn we dankbaar voor de bijzondere bruiklenen én de bijdrage van conservator Ondanks het belang van kunstenaars als George Hendrik Herwig Todts aan de catalogus. Conservator Frouke Breitner en Isaac Israels en de ontegenzeggelijk kwaliteit van Dijke van het Gemeentemuseum heeft alle lijntjes van hun werk, zijn er de laatste decennia relatief weinig samengebracht tot het resultaat dat u kunt zien in de tentoonstellingen over de Tachtigers georganiseerd. tentoonstelling en in de publicatie die u in handen Het standaardwerk De schilders van Tachtig. Nederlandse houdt. Tot slot wil ik Gifted Art bedanken voor hun schilderkunst 1880-1895 stamt uit 1991. Zoals de onder - financiële ondersteuning bij de realisatie van deze titel al doet vermoeden, schonk deze tentoonstelling catalogus, die is uitgegeven door wbook s en fraai en de bijbehorende catalogus in brede zin aandacht aan vormgegeven is door Els Kerremans. die periode. Eigenlijk is dit overzicht nooit opgevolgd door een serieuze tentoonstelling. 1 En dat is jammer, Benno Tempel want dat standaardwerk biedt ruimte voor nieuwe ver - Directeur Gemeentemuseum Den Haag Rumoer in de stad. De schilders van Tachtig is een vervolg schilders van Tachtig. Nederlandse schilderkunst 1880- op de tentoonstelling Holland op z’n mooist. Op pad met 1895 , waarbij een gelijknamige catalogus werd uitge - de Haagse School die het Gemeentemuseum Den Haag bracht. De schilders van Tachtig richtte zich voornamelijk in 2015 organiseerde. Zoals de schilders van de Haagse op het tijdvak 1885-1895, niet op een specifieke stro - School naar buiten trokken om het landschap te schilde - ming, kunstopvatting of schilderstijl. Proloog ren, zo ontdekte de volgende generatie kunstenaars het Rumoer in de stad. De schilders van Tachtig richt zich straatleven. In tegenstelling tot de Haagse School zijn daarentegen wel specifiek op de kring rondom Israels, zij minder goed onder één noemer te vatten. De term Breitner en Witsen. Daarbij vormt hun verbeelding van ‘Haagse School’ duidt binnen de kunstgeschiedenis de stad een rode draad in het verhaal. In de afgelopen een afgebakende groep aan van kunstenaars die rond jaren is in meerdere tentoonstellingen en publicaties 1870 voornamelijk het Hollandse landschap verbeeld - aandacht besteed aan dit onderwerp. Speciale vermel - den. Alhoewel de volgende generatie schilders een ding verdienen de tentoonstellingen Isaac Israels in Den ander tijdvak inluidt, bestaat er voor hen geen duide - Haag (Den Haag, 2012), Isaac Israels in Amsterdam lijke benaming. In 1941 introduceerde A.M. Hammacher (Stadsarchief Amsterdam, 2012), George Hendrik Breitner deze groep als de ‘Amsterdamse impressionisten’ die in Amsterdam (Stadsarchief Amsterdam, 2014-2015) en in tegenstelling tot het ‘natuurimpressionisme’ van Breitner: Meisjes in Kimono ( Amsterdam, de Haagse School zich meer richten op het ‘steedsch 2016). Het Gemeentemuseum Den Haag presenteert impressionisme’ van de nieuwe tijd. deze kunstenaars na lange tijd weer in een grote groeps - In de inleiding van zijn boek Amsterdamsche impres - tentoonstelling. Om hun onderlinge vriendschappen, sionisten en hun kring (1941) snijdt Hammacher de pro - interesses en invloeden inzichtelijk te maken, worden blematiek aan rondom het aanduiden van deze gelijk - ook andere genres en thema’s behandeld. Zo is er aan - gezinde en tegelijkertijd zeer diverse groep kunstenaars. dacht voor de opkomst van de fotografie en de invloed Hammacher: ‘Zoo overtuigend als de Haagsche school van de literaire Beweging van Tachtig. Omdat deze groep langzamerhand beeld en begrip is geworden, niet alleen kunstenaars nauw was verbonden aan de literaire wereld voor een groep van schilders, in hoofdzaak van een land - heeft Mischa Andriessen, ‘writer in residence’ bij het schappelijk impressionisme, maar voor een tijd en een Gemeentemuseum Den Haag, bij een aantal schilderijen werkwijze, die een ieder voor oogen staat en gemeen - gedichten geschreven, die opgenomen zijn in dit boek. goed is geworden, zoo onzeker is nog vaak het beeld en Van een alomvattend overzicht is echter geen sprake. De begrip van de schilderkunst, welke op den Haagsche nadruk ligt op de verbeelding van de stad, die door elke dadelijk volgde en daaruit voortkwam […].’ 1 kunstenaar op een andere manier wordt verwezenlijkt. De term Amsterdams impressionisme is tegenwoor - Waar Breitner en Israels zich voelen aangetrokken tot de dig een vaak gebruikte aanduiding voor de kring rondom drukte van pleinen, restaurants en het nachtleven, schil - George Hendrik Breitner, Isaac Israels, Jacobus van Looy deren kunstenaars als Witsen en Karsen vooral de stad in en . Maar hoewel vanaf de jaren 1880 verstilling. Met dit onderwerp als leidraad is de keuze is Amsterdam inderdaad de rol van kunstcentrum overnam gemaakt om sommige kunstenaars de hoofdrol te laten van Den Haag, werkten en woonden in de hofstad ook spelen, terwijl anderen minder aan bod komen. De ten - kunstenaars als Willem Bastiaan Tholen en Willem de toonstelling en de catalogus bieden een tijdsbeeld van Zwart, wier werk in verschillende opzichten verbonden is de periode 1880-1900, waarin de kunst van de schilders aan dat van hun kunstvrienden in Amsterdam. Om deze van Tachtig in een nieuw tijdperk zichtbaar resulteert in reden hanteert deze publicatie de benaming ‘schilders een nieuwe kunst. van Tachtig’, een term die is ontleend aan de laatste grote tentoonstelling en publicatie waarin deze groep Frouke van Dijke kunstenaars een belangrijke rol speelde. In 1991 organi - Conservator negentiende eeuwse kunst seerde het de tentoonstelling De P Voorsteden en achterbuurten De sensatie van de stad

Frouke van Dijke

‘[…] Ik verbeeld me dat we op weg zijn naar ’n Nieuwe Witsen voelt zich dan ook terecht als een man op weg periode, ’n sensationneele kunst, geinfluenceerd door naar een ‘Nieuwe periode’, zoals hij dat in zijn brief aan de letterkunde of liever geboren uit ’t contact mèt de Verwey omschrijft. De veranderingen in de samenleving litteratuur, ‘n kunst waaraan jullie en enkele fransche aan het einde van de negentiende eeuw zijn voor ieder - IH Jacobus van Looy litteratoren even veel gedaan hebben als de Marissen, een intens voelbaar. In zijn boek De Nieuwe Mens. De (1855-1930) even onwillekeurig.’ 1 culturele revolutie in Nederland rond 1900 schrijft Auke De tuin , 1893 (detail) van der Woud uitgebreid over de opkomst van wat hij Olieverf op doek 93 x 137 cm Kunstenaar Willem Witsen richt deze woorden in 1887 karakteriseert als een ‘nieuwe cultuur’ die tot stand , aan zijn vriend Albert Verwey, een jonge dichter die op komt in de grote steden. 2 Daar ontstaan de eerste cafés Haarlem dat moment deel uitmaakt van de literaire Beweging en restaurants, winkelstraten en een uitgaansleven. Als

Willem Witsen van Tachtig. In één zin noemt Witsen de drie belang - gevolg daarvan wordt het leven in toenemende mate (1860-1923) rijkste inspiratiebronnen voor zijn generatie: de Neder - bepaald door materialisme en consumentisme. In plaats Pakhuizen aan een landse schrijvers en dichters rondom Verwey, de Franse van een plek in te nemen in de gemeenschap draait alles Amsterdamse gracht op Uilenburg , literatuur en de schilderkunst van de Haagse School. steeds sterker om het individu, en diens eigen emoties ongedateerd Gedreven door de gedachte dat een kunstenaar zijn en sensaties. Het is de geboorte van het moderne leven Olieverf op doek eigen tijd moet verbeelden, slaat een jonge generatie zoals wij dat kennen. Ook de jonge kunstschilders lijken 52 x 42 cm Rijksmuseum kunstschilders in de jaren tachtig van de negentiende hiervan doordrongen. Hun kunst draagt geen enkele Amsterdam, eeuw een nieuwe weg in. Ze storten zich op de verbeel - morele boodschap uit. Zij willen slechts de indruk die langdurig bruikleen ding van het moderne stadsleven dat in deze periode de buitenwereld op hen maakt, overbrengen op het Amsterdam Museum tot bloei komt. doek. In veel opzichten treden zij hiermee in de voet - Tegelijkertijd zijn de kunstenaars schatplichtig aan stappen van de Haagse Schoolschilders, die de beleving hun voorgangers. Witsen noemt nadrukkelijk de Haagse van het landschap probeerden te vangen in hun werk. School (ofwel de gebroeders Maris) als een belangrijk De generatie van tachtig gaat echter een stap verder in voorbeeld. In de jaren zeventig brak de Haagse School de verbeelding van hun persoonlijke beleving van het met de regels van de academie door zich niet te richten hier en nu. Als kinderen van hun ‘nieuwe tijd’ richten op historieschilderkunst maar op het landschap, dat zij zij de blik op het moderne leven van de stad, waar vluch - bovendien weergaven op een geheel nieuwe wijze. In tige impressies elkaar in hoog tempo opvolgen en de tonale kleuren en met een losse penseelstreek legden zintuigen constant worden geprikkeld. Dit alles resul - zij zonder opsmuk de schoonheid van het gewone teert in de door Witsen aangekondigde ‘sensationneele Hollandse landschap vast. De Haagse School introdu - kunst’ van de Tachtigers. ceerde hiermee een nieuw realisme in de kunst. Maar omdat zij zich zo nadrukkelijk op de natuur richtten, Van de hofstad naar de hoofdstad ging deze innovatie grotendeels voorbij aan een ander In de periode dat steeds meer mensen van het eeuwenoud genre: het stadsgezicht. platteland naar de stad migreren, vindt ook in de kunst - Op haar beurt omarmt de generatie van Witsen de wereld een belangrijke verschuiving plaats. Halverwege stad als thema voor de moderne kunst. Zoals eerder de de jaren tachtig neemt Amsterdam de rol van kunst - schilders van de Haagse School het landschapsgenre centrum over van Den Haag. Tot die tijd was de hofstad vernieuwden, zo blazen George Hendrik Breitner, Isaac het middelpunt van de kunstwereld. De aanwezigheid Israels, Jacobus van Looy, Willem de Zwart, Eduard van rijke aristocraten en notabelen en een actieve kunst - Karsen, Willem Bastiaan Tholen en anderen het stads - handel maakten de stad een aantrekkelijke plek voor gezicht nieuw leven in. In plaats van een traditioneel kunstenaars. De Haagse School domineert in de jaren topografische benadering van de stad, waarbij kerken, tachtig het kunstleven en is, als tegenhanger van de huizen en pleinen in minutieus detail werden weer - conservatieve academie, een belangrijk voorbeeld voor gegeven, vormt de architectuur bij hen slechts een de jongere generatie. Zo krijgen Breitner en Willem de decor voor het moderne stadsleven. Deze keuze voor Zwart lessen van Willem en Jacob Maris, zo vindt Tholen mondaine thema’s valt samen met een algemene ver - een belangrijke leermeester in Paul Gabriël en ontvangt schuiving in de maatschappij. In heel Europa verandert Isaac Israels zijn opleiding van zijn vader Jozef, nestor de grotendeels agrarische wereld in een stedelijke van de Haagse School. samenleving, waarin ambacht plaatsmaakt voor de Uitzonderingen daargelaten heeft de Haagse School industrie. Voor het eerst in de geschiedenis groeit de weinig oog voor het leven in de stad. De stadsgezichten bevolking in de steden sneller dan die op het platteland. van Jacob Maris zijn weliswaar succesvol, maar hij Het karakter van de stad verandert drastisch. De indus - schildert deze nog altijd met een landschappelijke blik. triële revolutie, die tijdens de opkomst van de Haagse Maris’ uitzicht op de Schreierstoren in Amsterdam of School aarzelend haar intrede had gedaan, is in de zijn weergave van de Slatuintjes bij Den Haag toont de jaren tachtig in volle gang. stad vanaf de buitenkant. Wanneer Gabriël zijn blik laat

vallen op het Kurhaus in Scheveningen schildert hij straten waaien en je na de regen diep in de modder vanuit de verte de lichtjes van de theaters. Maar waar staat. Van Gogh klaagt in 1882 nog tegen zijn broer Theo de leden van de Haagse School liever op veilige afstand dat niemand om hem heen zijn liefde voor deze lelijke bleven, durven hun leerlingen wel dicht bij het mon - kant van de stad lijkt te delen. Kort daarna vindt hij in IJ Henri de Louw daine leven te komen. Zo schildert De Zwart meerdere Breitner een kameraad. Van Gogh: ‘Tegenwoordig ga (1851-1944) malen de ‘apekoetsjes’ in Den Haag, een bekend ik nogal eens teekenen met Breitner, een jonge schilder Hoge Prins Willemstraat, fenomeen in de stad aan het einde van de negentiende […]. Hij teekent heel handig en heel anders weer dan Den Haag , ca. 1880 Albuminedruk eeuw. De koetsiers, die dankzij hun kleurrijke uniform ik, en wij maken dikwijls samen typen in de volksgaar - 10 x 14 cm ook wel ‘aapjes’ worden genoemd, vormen een soort keuken of de wachtkamer […].’ 5 Breitner en Van Gogh Haags Gemeente - taxidienst, waarbij zij met hun gehuurde rijtuigen op zoeken in de smerige straten van Den Haag – in buurten archief vaste plaatsen op klanten wachten. als de Geest in het centrum en in Scheveningen – naar Fotograaf onbekend Door het contact met de leden van de Haagse onderwerpen die in hun ogen juist schilderachtig zijn. Voldersgracht, School schilderen ook de jongeren aanvankelijk vooral Hoe uitzichtlozer hoe beter, hoe viezer hoe mooier. slop met rechts nr. 32 , Den Haag , ca. 1910 het landschap. Enkelen van hen, onder wie Tholen, Breitner, die aanvankelijk nog historieschilder wilde Ontwikkelgelatine - Witsen en De Zwart, blijven zelfs hun gehele leven worden, lijkt zijn roeping te hebben gevonden in het zilverdruk terugkeren naar de natuur. Maar hoewel er dus geen schilderen van de lagere klasse. In 1882 schrijft hij aan 11 x 15 cm Haags Gemeente - sprake is van een definitieve breuk met de Haagse zijn mecenas Van Stolk: ‘Ik zelf, Ik zal de mensch schil - archief School is duidelijk te zien hoe de generatie van de jaren deren op de straat en in de huizen de straten en huizen tachtig al op jonge leeftijd oog heeft voor andere die ze gebouwd hebben ’t leven vooral. Le peintre du thema’s. Zo struinen Israels, Breitner en Verster graag peuple zal ik trachten te worden of liever ben ik al omdat (1853-1890) 6 Aardappelschilster rond in de Haagse kazernes in de Archipelbuurt en aan ik ’t wil.’ Van Gogh en Breitner zijn slechts kortstondig (Sientje) , 1883 de Oranjekade, waar zij de dagelijkse werkzaamheden gelijkgezinden; na een aantal jaren scheiden hun wegen. Potlood en krijt en militaire oefeningen gadeslaan. Isaac Israels boekt Van Gogh is geen stadsmens. Hij verlaat Den Haag en op papier 61,3 x 39,4 cm al vroeg succes met deze verbeeldingen van het solda - reist af naar Nuenen om daar het boerenleven te schilde - Gemeentemuseum tenleven. Als zeventienjarige jongen voltooit hij het ren. Uit zijn werk spreekt een sociale bewogenheid die Den Haag, langdurig schilderij Begrafenis van een jager dat zelfs op de Salon - in de schilderijen en tekeningen van Breitner ontbreekt. 7 bruikleen particuliere collectie tentoon stelling in Parijs wordt geëxposeerd. Het monu - Deze jonge kunstschilder beweegt zich in 1886 in de mentale werk toont een groep soldaten die als afscheid tegenovergestelde richting van Van Gogh. Breitner pakt Vincent van Gogh om beurten hun geweer in het graf van hun kameraad zijn spullen en vertrekt naar Amsterdam. (1853-1890) afvuren. Ook Isaacs vader Jozef schilderde veel figuur - Bakkerij in de Geest , 1882 stukken, waarbij hij zich vooral richtte op het leven van De schoonheid van een slachthuis Inkt en potlood arme boeren en vissers. Begrafenis van een jager mist Breitner is niet de enige kunstenaar die Den Haag op papier echter de tijdloosheid van zijn vaders genreschilderijen. voor Amsterdam verruilt. Rond dezelfde tijd maakt 20,9 x 33,7 cm Gemeentemuseum In tegenstelling tot Jozef verbeeldt de jonge Isaac een ook Isaac Israels deze overstap. Ondanks hun ervaring Den Haag, schenking zeer specifiek moment dat plaatsvindt op de Algemene schrijven beide kunstenaars zich in aan de Rijks - Fl. Bremmer Begraafplaats aan de Kerkhoflaan. Toch is het schilderij academie van beeldende kunsten. Terwijl over het

W.J. van der Pool een typisch atelierstuk, zorgvuldig opgebouwd uit ver - algemeen avant-gardekunstenaars juist rebelleren 3 Jacob Pronkstraat, schillende figuurstudies. tegen de strenge richtlijnen van deze kunstacademies, slopje 43 en 45, Ook de jonge Breitner voelt de aantrekkingskracht is de bloei in de Nederlandse kunst rond de jaren tachtig Den Haag , ca. 1908 van het militaire leven. In de jaren zeventig vertrekt hij juist deels te danken aan de academie in Amsterdam. 8 Ontwikkelgelatine - zilverdruk uit Rotterdam naar Den Haag. De Haagse academie lijkt Opgericht in 1870 is deze plek aanvankelijk nog een 18 x 13 cm echter niet aan hem besteed. In 1880 wordt de tegen - conservatieve leerschool, maar vanaf 1880 waait er een Haags Gemeente - draadse jonge schilder zelfs wegens wangedrag van de nieuwe wind in het instituut. August Allebé, van huis archief opleiding verwijderd. Hij kwam al tijden niet opdagen uit schilder van academische figuurstukken, dieren en W.J. van der Pool voor zijn lessen en had het bovendien aan de stok stillevens, wordt dat jaar aangesteld als hoogleraar Wassenaarsestraat, gekregen met de conciërge. 4 Breitner wendt zich ver - directeur. In tegenstelling tot zijn voorganger ziet hij slop nrs. 60-70, Den Haag, volgens tot de Haagse Schoolschilder Willem Maris, niets in het aanmoedigen van moraliserende thema’s ongedateerd wiens werk door de leraren van de academie wordt in de kunst. Allebé denkt niet in schilderstijlen of regels, Ontwikkelgelatine - verafschuwd. Hoewel Breitner daarnaast goed contact maar benadrukt daarentegen het belang van esthetiek zilverdruk heeft met leeftijdsgenoten als Tholen en De Zwart, vindt en een beheersing van vorm. Hij gunt daarbij zijn leer - 12 x 17 cm Haags Gemeente - hij in niemand minder dan de jonge Vincent van Gogh lingen de vrijheid om zichzelf te ontwikkelen en hun archief zijn geestverwant. Beide kunstenaars zijn totaal niet eigen keuzes te maken. Onder deze studenten bevinden geïnteresseerd in het chique karakter van Den Haag. zich bijna alle toonaangevende schilders van de jaren Ze struinen liever door de nauwe stegen van achter - tachtig en negentig: Breitner, Israels, Witsen, Karsen, buurten, waar in de zomer de stofwolken door de Van Looy, Tholen, Toorop, Veth en Piet Meiners.

In Amsterdam vinden Breitner en Israels al snel aan - Deze romantische visie op het kunstenaarschap is sluiting bij een aantal schrijvers en dichters, onder komen overwaaien uit Parijs. Voor zowel de schilders wie Frederik van Eeden, en de eerder als schrijvers van Tachtig geldt de literatuur van het genoemde Albert Verwey. Ook schilders als Witsen, Van zogenaamde Franse naturalisme als grote inspiratie - IL Willem Bastiaan Looy en Veth voelen zich aangetrokken tot de nieuwe bron, met vertegenwoordigers als Emile Zola, Gustave Tholen (1860-1931) ideeën van deze literatoren. Samen vormen ze een Flaubert en de gebroeders De Goncourt. Hun vertel - Slachthuis , 1889 groep jongeren (de gemiddelde leeftijd is slechts vijfen - lingen spelen zich vaak af in de Franse hoofdstad Parijs. Olieverf op doek 56 x 41,5 cm twintig jaar) die in hun tweemaandelijkse tijdschrift De helden in deze romans zijn geen historische persona - Groninger Museum, De Nieuwe Gids de vloer aanveegt met de bestaande ges maar alledaagse figuren, wiens leven en lijden bruikleen Stichting moraliserende literatuur en kunstkritiek. Voor de zonder gemoraliseer of medelijden wordt opgetekend. J.B. Scholtenfonds Tachtigers draait alles in de kunst om passie en sterk Veel lezers ervaren deze rauwe realistische beschrij - gevoelde hartstochten, niet om betutteling en zeden - vingen als aanstootgevend. Maar de Nederlandse prekerij. Kunst wordt niet gemaakt voor het algemeen Tachtigers herkennen zichzelf en hun leefomgeving in welzijn van de gemeenschap, maar komt voort uit deze Franse literatuur. Breitner dweept met de roman het hart en de geest van de bijzondere eenling. Zo Manette Salomon (1867) van de broeders De Goncourt, beschouwt schrijver Willem Kloos de kunsten als ‘de die hij aanraadt aan ieder die maar wil luisteren. 12 Het aller-individueelste expressie van de aller-individueelste verhaal neemt de lezer mee terug naar het Parijs rond emotie.’ 9 Aan andere criteria hoeft kunst volgens hem 1840 en volgt daar de levens van vier verschillende niet te voldoen. De jonge schilders voelen een sterke kunstenaars. Vooral het karakter van Chassagnol spreekt verwantschap met deze opvattingen. Voor het eerst tot de verbeelding. Hij verpersoonlijkt de bohemien profileren zij zich als de zelfbewuste moderne kunste - kunstenaar, wars van regels en schilder van het moderne naar, een dandy of bohemien die zich van de gewone leven. Chassagnol staat tot aan het einde voor een totale mens onderscheidt door zijn talent en persoonlijkheid vrijheid van zijn kunst, en daarmee voor alles waar de en niets aantrekt van een burgerlijke levensstijl. De Nederlandse Tachtigers naar streven. zogenoemde ‘bent van Tachtig’ komt samen in Amster - Israels, Van Looy en Breitner wensen dus een kunst damse koffiehuizen en kroegen, ateliers en studeer - zonder regels, volkomen gecreëerd vanuit het individu. kamers, waar zij filosoferen over de kunst van hun Het talent van een kunstenaar ligt in het herkennen eigen tijd. Hoewel de groep rondom De Nieuwe Gids van schoonheid in het alledaagse leven, al is dit op het al na een paar jaar door onenigheden uit elkaar valt, eerste gezicht nog zo lelijk. Jan Veth beschrijft in 1887 is de broederschap met deze jonge literatoren van wat de kunstenaar onderscheidt van de ‘gewone’ mens: grote invloed op Breitner, Veth, Israels en Van Looy. ‘Een groot artist […] ziet de dingen om zich heen in Isaac Israels’ nieuwe omgeving en vriendenkring een licht, waarin hij alleen ze ziet. Zijn omgeving, wordt doen de jonge schilder inzien dat het tijd is om zich door anderen ook waargenomen, maar zijn sensaties, los te maken van zijn vader en leermeester Jozef. Zijn door die omgeving opgewekt, heeft hij alleen. Het ouders zien dit alles met lede ogen aan. Zij zijn ervan essentieele is voor hem dus niet in de buitenwereld, overtuigd dat hun talentvolle zoon zijn leven vergooit maar in zijn gewaarwordingen.’ 13 Slachthuis van Willem in het verfoeilijke Amsterdam. Israels’ moeder uit haar Bastiaan Tholen sluit naadloos aan bij het Franse natu - zorgen in een brief aan schrijver Frederik van Eeden. ralisme en de denkbeelden van de Tachtigers. Tholen Als lid van de Beweging van Tachtig staat hij echter blijft zijn leven lang schatplichtig aan de Haagse School, vierkant achter zijn kunstvriend. In zijn reactie verzekert maar schildert naast landschappen en het boerenleven hij de bezorgde moeder dat de jongens geenszins een ook het leven in de stad. Meer dan eens verbeeldt hij slechte invloed hebben op haar zoon. Van Eeden: ‘Het het interieur van een slachthuis. Aan het einde van de is […] een ongelukkig zwak van ouders, altijd de ver - negentiende eeuw verhuizen de meeste slachthuizen meende tekortkomingen van hun kinderen toe te schrij - vanwege de hygiëne naar de randen van de stad. De ven aan de invloed van anderen. […] Maar volgens Uwe slachtplaatsen zijn vanaf dat moment vooral te vinden verklaring houdt gij elke schilder die er niet voor zorgt in kelders en achterbuurten. 14 In Den Haag krijgt zo’n dat hij behoorlijk bij kas is, een fatsoenlijke vrouw plek als bijnaam de ‘bloedpoort’, omdat het bloed via trouwt, kinderen krijgt en in zijn stand opvoedt – voor de goot over de kasseien loopt. Op Tholens schilderij een knoeier en een stumper.’ 10 Van Eeden verdedigt zien we niet het natuurschoon van de Haagse School, hiermee niet alleen zijn vriend Isaac, maar ook het door waar koeien en schapen kalmpjes de weide afgrazen, de Tachtigers hooggehouden ideaal van de onafhanke - maar een stel hangende karkassen van de zojuist ge - lijke kunstenaar die zich niet laat leiden door succes slachte dieren. Het slachthuis is een ‘lelijk’ thema, maar maar slechts creëert wat zijn gevoel hem ingeeft. Of, Tholen richt zijn aandacht op de mooie lichtinval die zoals de schilder Eduard Karsen meent: ‘Wie voor eer via de openstaande deur het interieur binnenstroomt. of geld werkt, dat is geen artist.’ 11 Hij ziet schoonheid in kadavers en varkens blazen.

Zoals de Haagse School was geïnspireerd door de deze arbeiders leven. In 1887 vindt een groot onderzoek nieuwe realistische landschapsschilderkunst van de plaats naar de arbeidsomstandigheden in de Neder - Franse kunstenaars van Barbizon, zo zijn de schilderijen landse fabrieken. Door middel van een enquête onder - van de Tachtigers verwant aan het naturalisme in de gaan werknemers, werkgevers, artsen en onderwijzers IN Panorama Zoutkeets - Franse literatuur. Onder het motto l’art pour l’art (de een verhoor in het gebouw van de Tweede Kamer in gracht, met links koffie - kunst om de kunst) pleiten zij voor een kunst die niet Den Haag. Het onderzoek brengt voor het eerst de wan - pellerij Insulinde, hoeft te voldoen aan enige morele of esthetische regels, toestanden in de vele fabrieken aan het licht. Arbeiders Amsterdam ca. 1900 Beschreven briefkaart maar die draait om de schoonheid van het alledaagse, en getuigen berichten de commissie over ledematen 9 x 14 cm gezien door de ogen van de kunstenaar. Zij vinden deze die kromtrekken van het werk, donkere fabriekshallen Particuliere collectie schoonheid in de mismaakte koppen van de arbeiders - en ruiten die in paniek worden ingeslagen om toegang

George Hendrik klasse, de spiegeling van huizen in regenachtige straten te krijgen tot zuurstof. Sommigen werken letterlijk tot Breitner (1857-1923) en in stadslui die vechten tegen de gure wind. In 1878 ze er dood bij neervallen. Of, zoals een van de fabrieks - Slapend meisje beschrijft Breitner zijn voorliefde voor druilerige dagen. eigenaren onbewogen spreekt tijdens zijn verhoor: aan tafel , ongedateerd 16 Krijt op papier Breitner: ‘Op het oogenblik gaat er een sterken wind ‘pensioneeren doen wij ze niet.’ Aanwezig zijn ook vier 28 x 34,5 cm met fijne regen. Ik zit voor het raam aan de voorkamer zogenaamde ‘waspitten’ uit Amsterdam, jonge vrouwen Gemeentemuseum en zie op de vest en op de pomp van een branderij, waar die kaarsen maken in de Koninklijke Waskaarsenfabriek. Den Haag sedert een half uur op zijn minst een groep vrouwen De waspitten vormen een geliefd thema voor Breitner,

Isaac Israels staan te babbelen, verbeeld je zo’n hondeweer. ’t Is die ze meerdere malen tekent en schildert. Dagelijks (1865-1934) jammer, dat die luidjes daar aan de voorkant er niet brengt een pont de meiden naar het gebouw aan de Koffiepiksters , wat schilderachtiger of liever teekenachtiger uitzien. Boerenwetering. De plek is berucht, niet alleen om ongedateerd Houtskool op papier Maar ze lijken hier vandaan gezien als droppels water de stinkende rook die door de schoorstenen wordt uit - 34 x 31,3 cm op elkander en bij dit vervelende weer is er niets te gespuugd, maar ook om de slechte behandeling van Particuliere collectie bekennen, huizen grauw, lucht grauw, menschen de arbeiders. Dikwijls laat men de pont een nacht aan

Isaac Israels grauw, wagens en paarden en de hele boel grauw tot de overkant, zodat de werknemers niet anders kunnen (1865-1934) zelfs het water. De schuiten zijn voor het meerendeel dan doorwerken. Hun verhoor toont aan in welke Koffiepiksters , modder- en vuilnispramen. ’t Is een zeer aangenaam omstandigheden zij leven: ca. 1893-1894 15 Olieverf op doek uitzicht, niet waar?’ 60 x 86 cm ‘Vraag: Wat hebt gij gedurende die 36 uren Gemeentemuseum Arbeiders in de stad moeten doen, vertel ons dat eens. Met warme Den Haag (Wibbina- In zijn verhaal Germinal (1884-85) schetst de Franse stearine loopen? stichting) auteur Emile Zola het harde leven van de negentiende- Antwoord: Ja eeuwse mijnwerkers. In detail beschrijft hij de lelijkheid Vraag: En die overgooien in de bakken? en beestachtigheid van hun bestaan. Ook de schilders Antwoord: Ja, in de machines van Tachtig verbeelden vaak de arbeidersklasse. Deze Vraag: Dus altijd maar loopen, loopen? bevolkingsgroep vormt dan ook een belangrijk onder - Antwoord: Ja deel van het leven in de stad. Terwijl een handjevol Vraag: De machines, daar bedoelt gij mee de kunstenaars wellicht naar Amsterdam verhuist voor vormen, waarin de kaarsen zitten? het grootstedelijke klimaat en een bloeiend kunstleven, Antwoord: Ja trekt de rest van de bevolking voornamelijk naar de Vraag: Gij moet dus de bakken met stearine over - stad voor werk. Deze migratie is groter dan ooit tevoren. gieten in de vormen, waarin de kaarsen zitten? Arbeid op het land wordt ingeruild voor werk in de Antwoord: Ja fabrieken. Zelfs als de werkeloosheid in de steden toe - Vraag: Gij moet dus de bakken met stearine over - slaat, is de crisis op het platteland zo ernstig dat de gieten in de vormen, en de kaarsen afsnijden. trek naar Amsterdam, Den Haag en Rotterdam zich Dat is uw werk gedurende 36 uren. Van zitten onverminderd doorzet. Waar de Haagse School voor - kwam dus niets in? namelijk boeren en vissers verbeeldde, schilderen Antwoord: Neen, mijnheer Breitner en Israels hun tegenhangers in de stad: Vraag: Kreegt gij ’s nachts geen rustuur? fabrieksmeiden, heiwerkers en dienstboden. Het past Antwoord: Van 12 tot 1 volledig bij Breitners doelstelling om ‘schilder van het Vraag: En gedurende dien tijd kondt gij dan wat volk’ te worden. Net als Israels verbeeldt hij vooral de op den grond gaan liggen? laagste klassen van de maatschappij. Antwoord: Ja, dan zocht ik maar een zachte Voor velen van hen is het leven zwaar. De tijd waarin plank op’ 17 Breitner en Israels fabrieksarbeiders beginnen te schil - deren valt samen met het begin van een groeiende Breitner schildert de waspitten vooral op straat of in kritiek op de mensonterende omstandigheden waarin zijn atelier. Israels betreedt ook de werkplaatsen zelf.

Zo verbeeldt hij meerdere malen de werkzaamheden koffiedrinken een menu voorgelegd, ’t welk aan een van de zogenoemde koffiepiksters. Aan lange tafels diner doet denken.’ 20 Als paddenstoelen schieten sorteren zij de slechte exemplaren (de ‘piksels’) uit cafés, restaurants en grand hotels uit de grond. Bij de de ladingen koffiebonen die vanuit Nederlands-Indië inrichting hiervan wordt kosten nog moeite gespaard. IP George Hendrik worden verscheept. Ook dit beroep, uitsluitend uit - De ‘koffiepaleizen’ vormen enerverende plekken waar Breitner (1857-1923) geoefend door vrouwen, komt voor in de arbeiders - alles draait om zien en gezien worden. Men bezoekt en Kalverstraat met enquête van 1887. Hun werkuren zijn lang en de lucht masse panorama’s, kermissen of Circus Carré, dat vanaf vlaggen , ongedateerd Olieverf op doek op de stoffige zolders van de pakhuizen slaat op hun 1887 een indrukwekkend aantal van zo’n tweeduizend 73 x 48 cm longen. Naast waspitten vormen deze koffiepiksters zitplaatsen biedt. 21 Uitgaan wordt een belangrijk onder - Gemeentemuseum de onderste laag van de bevolking. Sommigen van hen deel van het dagelijkse leven Den Haag, langdurig bruikleen particuliere poseren voor een extra zakcentje in de ateliers van Onder enkele – veelal religieuze – kringen leidt deze collectie kunstschilders. Breitner en Israels plukken hun modellen hedonistische levensstijl tot kritiek. Zij zien de normen letterlijk van de straat. Deze ‘jordaansche types’ zijn en waarden van de oude wereld verloren gaan. ‘Waar de enigen die zich willen lenen als naaktmodel. blijft bij dat alles, de degelijkheid, de eenvoud? Wat In zekere zin zijn de door Breitner en Israels gepor - wordt er van de huisgezinnen?’, merkte dezelfde auteur tretteerde koffiepiksters, waspitten en heiwerkers ver - in de Tilburgse krant op. 22 ‘Voor het huiselijk leven blijft gelijkbaar met de schilderijen van arme landarbeiders geen oogenblikje meer beschikbaar’, klaagt een ander van de Haagse School. Toch is er een belangrijk verschil. wellicht overdreven. 23 De schilders van Tachtig hebben Mauve, de gebroeders Maris en Gabriël verbeeldden in wel degelijk oog voor het leven binnenshuis. Zo schildert hun portretten van aardappelrooiers en nettenboetsters Jan Veth prachtige interieurscènes en familieportretten. een harmonie tussen mens en natuur. Geïnspireerd door Maar ook zij zitten het liefste aan tafel bij De Port van de Franse kunstenaars rond Barbizon schilderden zij de Cleve of restaurant Mille Colonnes. Daar genieten ze eerlijke arbeid van boeren en vissers af als iets nobels van hun goede maaltijd en elkaars gezelschap. In hun en waarachtigs. Bij Breitner en Israels is er echter geen schetsboeken zien we snelle tekeningetjes van kelners sprake van harmonie. De fabrieksmeiden hebben door - en kaartspelers. De schilders van Tachtig zoeken naar leefde koppen en dierlijke trekken. Hun verbeelding van onderwerpen zodra zij de deur uitstappen. Maar terwijl de werkende klasse bevat echter geen sociale aanklacht. de leden van de Haagse School regelmatig met een Breitner en Israels schilderen de rauwe realiteit zonder schilderskistje het Hollandse landschap ontdekken, zijn medelijden of oordeel. 18 schilders in de stad minder welkom. In 1891 ontvangt Israels officieel toestemming om in de straten van Kelners en kasteleins Amsterdam te mogen schilderen, met daarbij de kant - Voor de meeste kunstenaars schuilt de grootste aan - tekeningen dat hij bij overlast onmiddellijk door de trekkingskracht van de stad in het moderne leven dat politie kan worden verwijderd. 24 De meeste kunstenaars hier zijn oorsprong vindt. Het is tegenwoordig moeilijk huren daarom liever een leegstaande kamer om vanuit voor te stellen dat alledaagse fenomenen als winkelen, het raam de drukte op straat te schilderen. dineren en uitgaan pas aan het einde van de negen - Voor tekenen is echter geen toestemming nodig. tiende eeuw een plek krijgen in het dagelijkse leven. Vooral Isaac Israels lijkt gedurende zijn eerste jaren in Voor die tijd vond men in Den Haag, Rotterdam of Amsterdam niets anders te doen dan dat. Voordat hij Amsterdam slechts herbergen en gelagkamers, zonder het penseel ter hand neemt probeert hij eerst door uitgebreide menukaart. 19 Een artikel uit de Tilburgsche middel van honderden schetsen de essentie van de Courant van 1893 schetst deze opzienbare verandering stad volledig te vatten. Israels’ bewaard gebleven van het straatbeeld: ‘Toen bij voorbeeld voor een schetsboeken maken zijn talent direct zichtbaar. De 25 jaren met den besten wil der wereld in geheel bladzijden tonen prachtige potlood- en krijttekeningen, Amsterdam des middags om 12 uren geen biefstuk met lege pagina’s en snelle krabbels. Soms hier en daar aardappelen te bekomen was en kellners en kasteleins een boodschappenlijstje of een kindertekening. De een vreemdeling die er naar vroeg, aankeken, of zij tekeningen staan op de kop of lopen over meerdere iemand voor zich hadden, die uit een krankzinnigen - pagina’s. Het doorbladeren van een schetsboek voelt gesticht gevlucht was, toen dronk een eerzaam Amster - als het lezen van een dagboek. We zien spelende kinde - damsch koopman thuis in den familiekring zijn koffie ren en slapende vrouwen. Over de schouder van de en at er een broodje met kaas en rookvleesch bij. Maar kunstenaar kijken we mee met zijn bezoekjes aan thans! In alle koffiepaleizen zijn alle tafeltjes gedekt en kroegen en circustenten. Dansende vrouwen weet hij de halve biefstukken, indertijd door de ,,Port van Cleve” te vangen in een paar zwierende lijnen. Beter nog dan ingevoerd, zijn niet alleen reeds tot heele, met en zon - in zijn schilderijen weet Israels in zijn tekeningen de der spiegeleieren er op, uitgebreid, maar in de meeste dynamiek en constante beweging van het stadsleven restaurants wordt er op het uur van het ouderwetsch te treffen. Zijn schetsboekjes variëren van handformaat

Bruikleengevers Colofon

Amsterdam Museum Deze publicatie is verschenen ter gelegenheid van de Met dank aan de samenwerkingspartners: Centraal Museum, Utrecht tentoonstelling Rumoer in de stad. De schilders van Collectie Bob Haboldt, Amsterdam Tachtig , te zien in het Gemeentemuseum Den Haag Universiteit Leiden Collectie De Nederlandsche Bank van 14 april – 5 november 2017. Collectie Ellen en Jan Nieuwenhuizen Segaar Collectie Rijksmuseum Twenthe, Enschede Directeur Dordrechts Museum Benno Tempel Stichting Gifted Art Haags Gemeentearchief Groninger Museum, bruikleen Stichting Concept en organisatie J.B. Scholtenfonds Frouke van Dijke, Doede Hardeman Haags Gemeentearchief Het Witsenhuis, Amsterdam, langdurig bruikleen Auteurs Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Mischa Andriessen, Jan de Bruijn, Frouke van Dijke, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Joods Historisch Museum, langdurig bruikleen Sjoerd van Faassen, Maartje van den Heuvel, Gemeentemuseum Den Haag Eveline Holsappel, Benno Tempel, Herwig Todts, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen Susanne van der Wolf Kunstgalerij Albricht, Oosterbeek/Londen Hein A.M. Klaver Kunsthandel, Baarn Eindredactie Mark Smit Kunsthandel, Ommen Frouke van Dijke De publicatie en tentoonstelling zijn mogelijk Kunsthandel Peter Pappot, Amsterdam gemaakt dankzij de financiële steun van Stichting Kunsthandel Studio 2000, Blaricum Tekstredactie Gifted Art Museum Gouda Saskia Bekke-Proost Rijksmuseum, Amsterdam Simonis & Buunk, Ede Vormgeving Singer Laren Typography Interiority & Stedelijk Museum Amsterdam Other Serious Matters, Den Haag Teylers Museum, Haarlem Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave Bijzondere collecties Universiteitsbibliotheek Leiden Beeldredactie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een Vivien Entius, Céline Vermeire geautomatiseerd gegevensbestand, hetzij elektro - Alle particuliere collecties in binnen- en buitenland nisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen die anoniem wensen te blijven. Fotografie / Beeldbewerking of op enige andere wijze, zonder voorafgaande Alice de Groot, Pieter Reinink, Jan Zweerts schriftelijke toestemming van de uitgever. Met dank aan Malika Alaoui, Bob Albricht, Steven Baart, Ruud ter Beeke, Josien Beltman, Charles Druk en bindwerk De uitgever heeft ernaar gestreefd de rechten met Beusenberg, Richard Bionda, Sjaak Boone, Jorre Both, Printer Trento, Italië betrekking tot de illustraties volgens de wettelijke Ivo Bouwman, Salma Chen, Sarah de Clercq, Emma bepalingen te regelen. Degenen die desondanks Cudia, Karen Daghelet, Veerle De Meester, Terry van Tentoonstellingscoördinatie menen zekere rechten te kunnen doen gelden, Druten, Nicolette Faber-Wittenberg, Leon Geutjes, Esther van der Minne, Silvia Nuijten-Nelis kunnen zich tot de uitgever wenden. Elmar Groen, Fred Hendriks, Madelief Hohé, Saskia Hoogerhuis, Hoogsteder & Hoogsteder, Ruth Hoppe, Tentoonstellingstechniek Van werken van beeldende kunstenaars aangesloten Peter Houtman, Hans Janssen, Linda Janssen, Hein tc s / Ap Gewald bij een cisa c-organisatie is het auteursrecht Klaver, Jenny Kloostra, Emilia Koning, Herman geregeld met Pictoright te Amsterdam. Uitgave Korthuis, Anne van Lienden, Lisa Lobke, Jan Rudolf © c/o Pictoright Amsterdam 2017 Gemeentemuseum Den Haag de Lorm, Pieter Mark, Norbert Middelkoop, Hanneke wbooks Modderkolk, Constance Moes, Arthur van Mourik, Omslag Ernst-Jan Munnik, Daphne Nieuwenhuijse, Bouke van George Hendrik Breitner (1857-1923) © 2017 wbooks / Gemeentemuseum Den Haag / der Noort, Véronique van Passel, Lucienne Peeters, De Dam (De Nieuwe Kerk te Amsterdam ), 1891 de auteurs Michiel Plomp, Joke Pronk, Jenny Reynaerts, Bart Olieverf op doek Rutten, Han Ruyters, Alice Schilder, Peter Schoon, 102 x 152,5 cm isb n 978 94 625 8207 1 Martin Seegers, Manfred Sellink, Simonis & Buunk, Singer Laren nu r 646 Wim van Sinderen, Gera Smit, Mark Smit, Anna Smit-Loor, Ed Smits, Leonoor Speldekamp, Maaike Schutbladen Voor meer informatie over Staffhorst, Frans Stofregen, Alexander Strengers, Theo Nieuwenhuis (1866-1951) Gemeentemuseum Den Haag, Erwin Sutedjo, Lucas Thijn, Emilie den Tonkelaar, Uitvoering E.J. van Wisselingh & Co. zie www.gemeentemuseum.nl Renée Velsink, Loes Vleems, Margje van Vugt, Hetty Bovendeel kussenovertrek, 1910 Wessels, Jelmer Wijnstroom, Duco Wildeboer, Gerrit Gouddruk op fluweel Willems, Paul van der Zande, Sidney Zomerhuis, 60 x 60 cm Jolanda Zonderop, Julia Zwijnenburg. Gemeentemuseum Den Haag

Met speciale dank aan Eveline Holsappel en Jan de Voor meer informatie over wbooks , Bruijn voor de selectie en de organisatie van de zie www.wbooks.com toegepaste kunst die deel uitmaakt van de tentoon - stelling.