Download Scans
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Jaargang 34, nummer 1/2 Colofon Jaargang 34 | nummer 1/2 | juni 2016 Abonnementen: € 18,00. Instellingsabonne- Vooys is een uitgave van Stichting Tijdschrift ment: € 37,50. Men abonneert zich via de Vooys en verschijnt viermaal per jaar. website www.tijdschriftvooys.nl. Redactie Er geldt een opzegtermijn van drie maanden. Aafje de Roest Hoofdredacteur Reeds verschenen nummers zijn op aanvraag An Prudon Chef eindredactie leverbaar en worden u toegezonden. Vooys Anne Sluijs PR wordt mede mogelijk gemaakt door het de- Anne Verhoef PR partement Talen, Literatuur en Communica- Bram Galenkamp Eindredactie tie van de Universiteit Utrecht. Kopij is wel- David van Oeveren Penningmeester kom en kan gestuurd worden naar Jacco Doppenberg Eindredactie / [email protected]. Meer informa- beeldredacteur tie op www.tijdschriftvooys.nl. Abonnees Laurie Hasselt Eindredactie met een abonnement per kalenderjaar dienen Leon van Amsterdam Eindredactie een eventuele opzegging door te geven vóór 1 Levi van der Veur Eindredactie januari, abonnees met een abonnement per Maartje Amelink PR academiejaar vóór 1 september. Indien de re- Maria Dijkgraaf Abonneeservice dactie er niet in is geslaagd het copyright van Maria van Leeuwen Chef PR / de in dit nummer gepubliceerde afbeeldingen webmaster te regelen volgens de wettelijke bepalingen, Sophie de Ruiter PR verzoeken wij de rechthebbenden alsnog con- tact op te nemen met de redactie. Bestuur Wilbert Smulders Voorzitter Dtp: CeevanWee, Amsterdam | Omslag- Ivo Nieuwenhuis Secretaris illustratie: Luc Princen, www.to-wonder.com David van Oeveren Penningmeester | Illustraties binnenwerk: Vince Trommel | Druk: Ipskamp drukkers Enschede Raad van advies Arie Jan Gelderblom © Stichting Tijdschrift Vooys, Utrecht, Sander Bax juni 2016, ISSN 0921-3961 Redactioneel Lokaal, nationaal, globaal, transnationaal, planetair. Deze termen vliegen u in deze steeds sterker geglobaliseerde wereld ongetwijfeld vaak om de oren. Maar wat bete- kenen ze nu eigenlijk voor de literatuur? Welke inzichten kan een transnationale be- nadering opleveren in ons onderzoeksveld? Dat zijn vragen die de redactie van Vooys ook bezighouden, en die wij graag beantwoord wilden zien in ons themanummer ‘Transnationalisme en Wereldliteratuur’. We hebben daarom een groot scala kenners ingevlogen. Allereerst komt literatuurwetenschapper Birgit Mara Kaiser aan het woord, die in haar introductie schrijft over belangen, uitdagingen en benaderingen van de vergelijkende literatuurwetenschap in de 21e eeuw. Zij stelt de vraag hoe we teksten uit uiteenlopende culturele, talige en historische contexten kunnen vergelij- ken – is dit niet onmogelijk? Als uitdagend antwoord noemt Kaiser het door Gayatri Chakravorty Spivak geponeerde planetair denken. De bevestiging van lezen als ‘we- reld-maken’ vormt volgens haar de cruciale voorwaarde voor de literatuurweten- schap van deze tijd. Hierna leest u een bijzonder gesprek tussen hoogleraar wereldli- teratuur Elleke Boehmer en promovendus cultureel erfgoed Wim Manuhutu. An Prudon tekende het gesprek op voor Vooys, en geheel in stijl van dit themanummer deed zij dat in het Engels. Hoogleraar Raphaël Ingelbien beschouwt in zijn artikel de grote literatoren die Ierland heeft voortgebracht. Juist door de vaak problematische relatie met hun vaderland konden zij belangrijk zijn bij de vorming van een internatio- naal georiënteerde literatuur. Ook bevraagt hij de rol van de Engelse taal en de om- gang met het hedendaagse culturele erfgoed van Ierland hierin. Hoogleraar Michiel van Kempen werpt in zijn artikel licht op de nog altijd zeer beperkte bekendheid van Caraïbische auteurs in Nederland. Toch werd de P.C. Hooftprijs enige tijd geleden toegekend aan de Surinaamse schrijfster Astrid Roemer. Naar aanleiding hiervan schrijft Van Kempen over Caraïbische (met name vrouwelijke) auteurs, de reacties rondom de toekenning van deze prijs, en zijn visie hierop. Hierna neemt literatuurwe- tenschapper Madeleine Kasten u mee naar de wereld van adaptaties in haar artikel over Mark Osbornes verfilming van Antoine de Saint-Exupéry’s Le Petit Prince. In de verfilming verschilt de vertelinstantie van die in het boek, en Kasten bespreekt de im- plicaties van deze keuze. Vervolgens komt student van de onderzoeksmaster Neder- landse letterkunde Roel Smeets aan het woord. Door Pascale Casanova’s concept ‘world literary space’ en Laurens Hams these over autonomie en autoriteit van de mo- derne schrijver tegen elkaar af te zetten wordt duidelijk welke rol Parijs speelt in het oeuvre van drie naoorlogse Nederlandse auteurs: Remco Campert, Cees Nooteboom redactioneel 3 en Willem Frederik Hermans. Ook literatuurwetenschapper Jeanette den Toonder en student Annique Garnier bespreken in hun artikel drie auteurs: de van oorsprong Iraanse Chahdortt Djavann, de Sloveense Brina Svit en de Roemeense Maria Maïlat. Deze migrantenschrijfsters verkeren in een entre-deux, een positie tussen twee cultu- ren in, waarbij taal een belangrijk ijkpunt is. Den Toonder en Garnier betogen dat de beweging van transnationaliteit naar transculturaliteit meer ruimte kan betekenen voor de diversiteit van taal en een loskoppeling van het concept van de natie inhoudt. We grijpen terug naar adaptaties met het artikel van student van de onderzoeksmas- ter Nederlandse letterkunde Kim Smeenk. Met de wereldlijke verspreiding van litera- tuur en cultuur wordt het interessant om te kijken hoe vanuit verschillende culturele perspectieven met deze cultuurobjecten wordt omgegaan. In Smeenks artikel staan de recente King Lear-adaptaties van David Tse, Dennis Kelly en Tom Lanoye centraal. Smeenk onderzoekt hoe de adaptaties in inhoud en vorm op de veranderende culture- le en economische verhoudingen in de wereld reflecteren. Je zou kunnen zeggen dat vertalingen een andere vorm van adaptatie zijn, want met de verplaatsing naar een an- dere cultuur kunnen ook inhoudelijke verschillen ontstaan. Een groep studenten van de cursus ‘Nederland-Duitsland: het jaar van de Duitse boekenweek en de Nederland- se Buchmesse’ reflecteert op vertalingen en de verspreiding van literaire teksten. In een overdenking, geschreven onder leiding van hoogleraar Paul Sars en student Maaike Pleging zetten de studenten hun gedachten op papier over de mogelijke ver- spreiding van Nederlandse auteurs in Duitsland. Onderdeel van hun project is om over een praktische uitwerking van hun ideeën na te denken, die u daarom in het artikel kunt terugvinden. De stijlbreuk wordt verzorgd door Hugo de Haas van Dorsser en Julia Kaiser. Onder de naam Wordbites spelen zij met woord en beeld. Redacteur An Prudon interviewde hoogleraar Jahan Ramazani. Zij sprak onder andere met hem over de institutionele implicaties van zijn boek A Transnational Poetics, en vroeg hem naar de emancipatoire en politieke beweegredenen achter zijn visie. En dit is nog maar een kleine inkijk in wat wij als redactie een uitdagend gesprek vinden, vol kritische reflec- tie van zowel Ramazani als Prudon. Voor de Verstand van Zaken beziet universitair docent Frank de Glas vervolgens de kansen van Nederlandse auteurs op de buiten- landse boekenmarkt en onderzoekt hij het beleid van uitgeverijen om over de grens hun producten te slijten. Hij signaleert drie trends die het de Nederlandse auteur nog wel eens moeilijk zouden kunnen maken: de komst van de kunst als digitaal beschik- baar product, het gegeven dat Nederlandse en Vlaamse jongeren steeds meer en vroe- ger in het Engels lezen, en de invloed van cultural migrants die de vraag nog meer op de voorgrond doen treden wat literatuur dan Nederlands of Vlaams maakt. De Glas vraagt zich af of de boekenuitgeverij binnenkort écht internationaal zal worden. In de In de Kast bespreekt universitair docent Martine Veldhuizen een vijftiende-eeuws traktaat van Albertanus van Brescia. In Die konste om te leren spreken ende swighen alst tijt is legt Van Brescia de vroege lezer uit dat en hoe we onze woorden moeten wegen. Veldhuizen betoogt dat deze tekst ook voor een hedendaagse lezer nut heeft. Is spreken inderdaad zilver, en zwijgen goud? In de columnreeks van deze jaargang 4 Vooys | 34.1/2 | 2016 redactioneel reflecteren auteurs op hedendaagse vertelcultuur. Dit keer illustreert dichter Obe Alkema op creatieve wijze hoe performativiteit, orale cultuur en digitale media kun- nen samenkomen aan de hand van een aantal provocerende poëtische projecten. Daar kunt u zich van alles bij voorstellen – van glitchende YouTubefilmpjes tot kunstzinnige porno. Voor de Nieuwe Buitelingen keren we terug naar ons thema. Redacteur Anne Verhoef doet verslag van haar bezoek aan het Steinzium van de Wereldliteratuur: een ruimte vol literaire schatten in de Gorinchemse boekhandel De Mandarijn van Ro van Doesburg. De termen migrantenauteurs, en migrantenliteratuur worden wel eens als problematisch aangemerkt. Universitair docent Liesbeth Minnaard recenseert de stu- die Contemporary Migration Literature in German and English, waarin onder andere deze kwestie aan bod komt. Promovenda Sabine Waasdorp sluit het nummer af met een re- censie van het onlangs gedigitaliseerde tijdschrift Armada, tijdschrift voor wereldlitera- tuur. Lees mee met deze reis om de wereld in zo’n 150 bladzijden! redactioneel 5 Inhoud Vergelijkende literatuurwetenschap in de 21e eeuw 8 Belangen, uitdagingen, nieuwe benaderingen Birgit Mara Kaiser New configurations 21 A conversation between Elleke Boehmer and Wim Manuhutu An Prudon Dublin – Ierland – en de wereld (en nog wat daar tussenin) 29 Raphaël Ingelbien Vrouwelijk schrijven in het Caraïbisch gebied