ENGEL5CH ZAKWOORDENBOEK
ENGELSCH-NEOERLANDSCH NEDERLAND5CH-ENGELSCH
BEWERKT DOOR
TII•A-QUANJER.
QUA NJERS ENGELSCH WOORDENBOEK
QUANJER'S ENGLISH DICTIONARY
Engelsch-Holt. 1 QUANJERS lsch Woorfiliboot
ENGELSCH-NEDERLANDSCH
EN NEDERLANDSCH-ENGELSCH
's-GRAVENHAGE BLANK\VAARDT & SCHOON HOVEN QUANJER'S English Dictionary
ENGLISH-DUTCH
AND DUTCH-ENGLISH
THE HAGUE BLANKWAARDT & SCHOONHOVEN In order to compile this pocket dictionary I have made use of CASSELL's _English Dic- tionary " . As far as the Dutch part is concerned I have followed the list of words given by DE FRIES en TE WINKEL. The abbreviation pl stands for plural. The sign (') is used to point out a greater difference of meaning between the words.
Rijswijk (Z.H.). TH. A. QUANJER. A.
A, een. Abolish, afschaffen, doen Abaft, achter. ophouden. Abandon, verlaten, opgeven. Abolition, afschaffing, v. Abase, verlagen,vernederen. Abominable, afschuwelijk. Abash, beschamen. Aboriginal, oorspronkelij k, Abate, afslaan, minder wor- eerst. Abbess, Abdis, v. [den. Abortive, te vroeg geboren ; Abbey, abdy, v., klooster, o. zonder resultaat. Abbot, abt, m. [korten. Abound, overvloeien, veel- Abbreviate, afkorten, ver- vuldig voorkomen. Abbreviatiee,afkorting,ver- About, condom •, dicht bij; korting, v. ongeveer; betreffende. Abdicate, afstand doen; Above, hooger dan, boven. neerleggen (hooge betrek- Abreast, naast el kaar; tegen- king). over (scheepsterm). . Abdomen, onderbuik, m. Abridge, ,afkorten. Abduction, ontvoering, v, Abroad, buiten; in het bui- Abed, te bed. tenland. Abeyance, spanning, ver- Abrogate, afschaffen (wet). wachting, v. Abrupt, afgebroken ; onver- Abhor, verafschuwen. wacht. Abhorrence, afschuw, m. Abscess, ettergezwel, o. Abide, afwachten ; dulden ; Abscond, zich schuilhou- wonen. den, het land verlaten. Ability, macht, kracht, be- Absence, afwezigheid, v. kwaamheid, v. Absent, afwezig, verstrooid. Abject, laag, gemeen, ver- Absinth, absint, v. en o. Abjure, afzweren. fworpen. Absolute, volkomen, onbe- Ablaze, in vlam, in gloed. perkt, onvermengd, Able, in staat, bekwaam. Absolution,absolutie,kwijt- reiniging, afwas- schelding, v. sching, v. [houding, v. Absolve, vrijmaken, verge- Abnegation, ontzegging,on t- ven, kwijtschelden. Abnormal, abnormaal, on- Absorb, opslorpen; in beslag regelmatig, afwijkend. nemen. [den (van). Aboard, aan boord. Abstain(from),zich onthou- Abode, woning, v.;verblijf,o. Abstinence, onthouding, v. Engelsch-Holl. Abstract 2 Achievement
Abstract, uittrekken, schei- According, overeenstem- den; abstract. mend, volgens. Abstraction, uittrekking, Accordion, harmonica, v. scheiding, verstrooidheid,v. Accost, aanspreken. Abstruse, verborgen, moei- ACCOUCheMent,verlossing, lijk to begri-jpen. [telijk. bevalling, v. Absurd, ongerijmd, bespot- Account, rekenen, sch•t- Absurd ity,ongerijmdheid,v. ten; rekening, v.; verslag, Abundance, overvloed, m. o.; — for, verklaren, re- Abundant, overvloedig. kenschap geven. Abuse, misbruiken, beleedi- Accountant,boekhouder,m. gen; misbruik, verwijt, o. Accoutre, toerusten. Abyss, bodemlooze diepte, Accoutrements, uitrus- v.; afgrond, m. ting, v. Academic, student, m.; aca- Accredit, crediet verleenen, demisch. [demie, v. macht geven. [groei, m. Academy, hoogeschool, aca- Accrescence, geleidel ij ke Accelerate, versnellen. Accrue, voortspruiten, aan- Accent, klemtoon, m. groeien. [hooding_ Accept, aannemen. Accumbent, in liggende Acceptable, aannemelijk, Accumulate, toenemen, aangenaam. aangroeien, opstapelen. [v. Acceptation, vriendelijke Accumulation,opstapeling, ontvangst; beteekenis, v. Accumulative, ophoopend. ACCeSs,toelating,toename,v Accuracy, nauwkeurig- Accidence, verbuigingsleer, heid, v. Accident, ongeluk, o. [v. Accurate,nauwkeurig, joist. Acclamation, bijvalsbetui- Accursed, vervloekt, slecht. ging, v. [een klimaat, o. Accusable, laakbaar. Acclimation, gewennen aan Accusation, beschuldiging, Acclivity, hoogte, helling,v. aanklacht, v. [val, m. Accolade, riddersiag, m. Accusative, vierde main Accommodate, in orde Accusatory, eeneaanklacht maken, voorzien. inhoudend. Accommodation, gemak, Accuse, beschuldigen, aan- o.; geschiktheld, leening, v. klagen. Accompaniment, begelei- Accuser, aanklager, m. ding, v. [vergezellen. Accustom, gewennen. Accompany, begeleiden, Ace, aas, o. Accomplice, medeplichti- Acerbity, zuurheid, bitter- ge, m. en v. Acetic, zuur. [heid, v. Accomplish,bewerken,vol- Acetify, in azijn veranderen. einden; uitrusten. Acetous, zuur. Accomplished, beschaafd, Ache, pijn doen; pijn. on twi k kel d. Achievable, volvoerbanr. Accord, overeenkomst, v. Achieve, volvoeren;winnen, ACCOrdanCe,overeenkomst, Achievement, uitvoering. gelijkvormigheid, v. v.; heldenstuk, o. Achromatic 3 Admit Achromatic, kleurloos. Adapt, geschikt maken, be- Acicular, naaldvormig. werken. Acid, acide, zuur, o. Adaptation, bewerking, v. Acidity, zuurheid, v. Add, voegen, optellen. Acknowledge, erkennen ; Adder, adder, v. bedanken voor. Addicted, verslaafd. Acknowledgment, erken- Addition, toevoeging, v.; ning, biecht, v.; dank, m. toevoegsel, o., optelling, v Acolyte, misdienaar, m. Additional, toegevoegd. Acorn, eikel, m. Address, adres, o.; toe Acoustics, geluidleer, v spraak, v.; adresseeren. Acquaintance, kennisma- Adduce, aanhalen, aanvoe- king, v.; kennis, m. en v. ren (als bewijs). Acquainted, bekend. Adept, bedreven, ingewijd. Acquiesce, toestemmen. Adequate, a fdoend,geschikt. Acquiescence, toestem- bekwaam voor. ming, onderwerping, v. Adequacy, voldoendheid, v, Acquiescent, toestem- Adhere, aankleven. mend, onderworpen. Adherence, aankleving, v. Acquire, verkrijgen. [v. Adherent, aanhanger. Acquirement, verwerving, Adhesion, aankleving, v. Acquisition, aanwinst, v. Adhesive, aanklevend. Acquit vrijspreken. Adieu, vaarwel. Acquittal, vrijspraak, v. Adit, mijngang, v. Acquittance, kwitantie, v.; Adjacent, aangrenzend. ontvangbewijs, o. Adjective, bijv. naamw. Acre, stuk land van Adjoin, grenzen aan. 4047 Mi., o. Adourn, verdagen. Acrid, bitter, scherp. Adjudicate, oordeel uit- Acrimony, bitterheid, v. spreken, toevvijzen. Acrobat, koorddanser, m. Adjunct, toevoegsel, o. Acropolis, citadel, v. Adjunctive, verbindend. Across, van de eene zijde Adure, bezweren. [ten. naar de andere. Adjust, regelen, in orde zet- Act, handelen; tooneelspe- Adjutant, adjudant, m. len ; daad, acte, v. Administer, toedienen, ver- Acting, tooneelspelen, o. schaffen. Action, daad, v.; proces, o. Administration, beheer, o. Actionable, strafbaar. Administrator, beheer cier, Active, werkzaam, bezig. m. [waardig, v Actor, tooneelspeler, m. Admirable, bewonderens• Actress, tooneelspeelster, v. Admiral, admiraal, m. Actual, werkelijk. Admiralty, admiralitell, v. Actuate, tot handelen aan- AdmiratiOn,bewondering,v sporen. Admire, bewonderen. Acute, scherp, fel, slim. Admissible, veroorloofd. Adage, spreekwijze, v. Admission, toelating, v. Adamant, hardsteen, o. Admit, toelaten, erkennen. Admittance 4 Agriculture
Admittance, toegang, m. Affection, liefde, genegen- Admonish, vermanen. heid, v. Admonition, vermaning, v. Affectionate, liefdevol. Admonitory, vermanend. Affinity, verwantschap, v. Ado, lawaai, o.; last, m. Affirm, hevestigen. Adolescent, aankomend. Affirmation, bevestiging, v. Adopt, aannemen (als eigen). Affirmative, bevestigend. Adoption, aanneming, v. Affix, aanhechten; achter- Adorable, aanbiddelijk. voegsel, o. Adoration, aanbidding, v. Afflict, trelien, smarten. Adore, aanbidden, vereeren. AtfliCtiOn,smart,droe! heid,v Adorn, versieren. Affluence, toevloeiing, v.; Adrift, rondzwalkend. overvloed, m. Adroit, handig, knap. Afford, voortbrengen kun- Adult, volwassen. nen bekostigen. Adulterer, overspeler, m. Affront, beleedigen; boon, Adultery, overspel, o. beleediging, v. Advance, bevorderen; na- Affusion, begieting, v. deren ; voorsehieten; voor- Afloat, drijvend; onvast. uitgang, m.; verbetering, v. Afoot, op de been, to voet. Advantage, voordeel, o. Afraid, bang, bevreesd. Advent, Advent, m.; komst,v. Afresh, opnieuw. Adventure, avontuur, o. After, na, later. Adventurous, avontuur- Afternoon, namiddag. lijk. Afterward,later,naderhami. Adverb, bijwoord, o. Again, weer. Adversary, tegenstander,m. Against, tegen, strijdig met. Adversity, tegenspoed, m. Agate, agaat, o. Advertise, bekend maken. Age, leettijd, m.; eeuw, v. Advertisement,bekendma- Aged, oud. [schenkomst, v. king, advertentie, v. Agency, agentschap, o.; tus- Advice, raad, m. Agent, agent, bewerker, m. Advisable, raadzaam. Aggravate, verergeren. Advise, raden, raad geven. Aggressive, aanvallend. Advocate, voorstaan, plei- Aghast, verstijfd van schrili. ten voor; pleitbezorger. Agility, vlugheid, behendig- Aerate, luchten. held, v. [ging houden. Aerial, hoog, verheven. Agitate, beroeren, in bewe- Aerometer, luchtmeter, m. Agitation, beroering, v., Aeronaut, luchtvaarder. m. schok, m. [ver, m. Aeronautics, luchtscheep- Agitator, onruststoker, drij- vaartkunde, Ago, geleden. [smart, v. Aesthetics, aesthetics, v. Agony, doodstrijd,m.; hey i ge Afar, in de verte. Agree, overeenkomen, ]ri- Affable, minzaam. sen hij ; het eens worden. Affair, zaak. Agreeable, aangenaam. Affect, aandoen. rahcn. Agreement,overeenkomst, , Affectation, gemaahtheid,v. landbouw, m. Agriculture, Ague 5 Ambassador
Ague, koude koorts, v. Allegory, allegorie, v.; zin- Ahead, vooraan, vooruit. nebeeld, o. Aid, bijstaan; hulp, v., bij- Alleviate, verlichten, ver- stand, m. Alley, steeg, v. [zachlen. Ail, pijnigen, deren. Alliance, verbond, o.; bond Ailment, ziekte, v. der trouw, m. Aim, mikken, munten op ; Alligator, kaaiman, m. doel, mikpunt, plan, o. Alliteration, stafrijm, her- Air, lucht; melodie; aanstel- haling der beginletters in lerij, v.; luchten. gedicht. Air-pump, luchtpomp, v. Allot, verdeelen, toewijzen. Air-tight, luchtdicht. Allow, toestaan. Airy, luchtig, luchthartig. Allowance, toelage, v. Aisle, zijbeuk eener kerk, v. Alloy, allooi, bijmengsel, o. Ajar, op een kier. Allude, toespelen op, aan- Akimbo, in de zijde. stippen. Akin, verwant. Allure, lokken, verleiden. Alabaster, albast, o. Allusion, toespeling, v. Alack I helaas! [heid, v. Ally, bondgenpot, m. AlaCrity,vlugheid,opgewekt- Almanac, almanak, m. Alarm, onrust, schrik, v.; Almighty, almachtig. Alas 1 helaas! [wekker, m. Almond, amandel, v. Albatross, albatros, m. Almost, bijna, nagenoeg. Albeit, hoevvel, niettegen- Alms, aalmoes, v. Album, album, o. [staande. Alms- house, armhuis, hof- Alchemist, alchemist, m. Alone, alleen. [je, o. Alchemy, alchemie, v. Along, langs; voort. Alcohol, alcohol, m. Aloof, op een afstand. AlCeheliC,alcohol bevattend Aloud, hardop, luid. Alcoran, koran, m. Alphabetical, alphabetisch. Alcove, alkoof,v.;prieeltje,o. Already, reeds. Alder, elzeboom, m. Also, cook. Alderman, wethouder, m. Altar, altaar, o. Ale, bier, o. [zaam. Alter, veranderen. Alert, op zijne hoede, waak- Alteration, verandering, v. Algebra, algebra, v. Altercation, woordenwisse- Alibi, afweztgheid van eene ling, v. [wisselend. plaats, tijdens het plegen Alternately, beurtelings, af- eener misdaad, v. Alternative, keuze, v. Alien, vreemdeling, m. Although, hoewel. All ht, uitstappen ; in vlam. Alto, alt, v. [uitzondering e, gelijl, eender. Altogether, geheeI, zonder levend, in leven. Altruism, onbaatzuchtig- All, al, alle, allen, alles ge- Alum, aluin, v. [heid, v. heel. [ gen. Always, altijd, steeds. Allege, aanwijzen, bi[bren- Amateur, amateur, m. Allegiance, trouw, v. Amaze, verbazen. Allegorical, zinnebeeldig. Ambassador, gezant, m. Ambient 6 Antarctic
Ambient, omringend. Ancient, oud. (Ancients, Ambiguity, dubbelzinnig- And, en. [Ouden). heid, v. Anecdote, anecdote, v.; Ambiguous, dubbelzinnig. verhaaltje, o. Ambition, eerzucht, v. Anemone, anemoon, v. Ambitious, eerzuchtig. Anew, opnieuw, weer. Ambulance, ambulance, v.; Angel, engel, m.; oud En- ziekenwagen, m. gelsch geldstuk, ter waarcle Ambush, hinderlaag, v, van zes gulden, o. Amenable, leidzaam, ge- Anger, boosheia, v.; toorn, Amend, beteren. [dwee. m.; gramschap, v. Amends, vergoeding, v. Angle, hock, hengel, m. American, Amerikaan, m.; Anglo-Saxon, Angel-Sok- Amerikaansch. sisch. [kwaad. Amethyst, amethist, m. Angry, boos, vertoornd, Amiability, beminnelijk- Anguish, hevige pijn, ziele- heid, v. smart, foltering, v. Amiable, beminnelijk, lief. Angular, hoekig; stijf. Amid(st), to midden van. Animal, dier,levend wezen,o. Amiss, verkeerd. Animate, bezielen; levend. Amity, vrienclschappelijk- Animosity, haat, m,; vijand- held, v. [ra a d , m. Anise, anijs, m. [schap, v. Ammunition, krijgsvoor- Annals (pl.), jaarboeken, an- Among(st), tusschen,onder. nalen. [nietigen. Amorous, verliefd. Annihilate, te niet doen, ver- Amorphous, vormloos. Anniversary, verjaarclag. Amount, bedragen; bedrag; AnnOunce,aankoncligen,be- (any amount of) een grout kend waken, verklaren. aantal. Annoy, ontstemmen, plagen, Ample, ruin), wijd. lastig maken, hinderen. Amputate, amputeeren, af- A nn oyance,on tstemi, ing.v. zetten. [houden. Annual, jaarlijksch. Amuse, vermaken, bezig Annul,afschaffen,vernietigen Anachronism, font in de Annunciation, aankondi- tijdrekeniiig. v. ging, v.; (Annunciation-day, Anaemia, bloedarmoede, v. Maria Boodschap. Analogy, overeenkomst tus- Anointed (the), de Messias. schen verschillende Bin- Anon, dadelijk, in een oogen- gen, v. blik. Analyse, ontleden; oplossen. Anonymous, zonder nanm. Analysis, ontleding, v. Another,een andere,nog (20n. Anapest, anapaest, m. Answer, antwoord, o.; op- (versvuet). lossing, v.; antwoorden, up• Anarchist, anarchist, m. lossen. [renhoop, m. Anatomy, ontleedkunde, v. Ant, mier, v. (ant-hill) :II ie- Ancestor, voorvader, m. AntagOniSt,tegenstander.m. Anchor, anker, o. Antarctic, tot de Zuidpoc): Anchovy, ansjovis, v. behoorend. Antecedent Appropriate
Antecedent, voorafgegaan, Apparel, kleeding, v.;tooi,m. (antecedents, (p1.)) feiten, Apparent, zichtbaar, blijk- die vroeger hebben plaats baar, schijnbaar. gehad, verleden, o. Apparition, verschijning, v.; Antelope, antilope, v. spook, o. [op ; beroep, o. Anthem, koorzang, loQied , o. Appeal (to), zich beroepen Anthology, bloemlezing, v. Appear, versch ij n en , zicht- Antic, belachelijk, vreemd; baar worden; schijnen. grappenmaker, m.; (antics) Appearance, verschijning, bokkesprongen. v.; (outward —) uiterlijk, o. Anticipate, voorzien, vooraf Appease, bevredigen, kal- doorleven. meeren, stillen. Antidote, tegengift, o. [m. Appendix, aanhangsel, sup- Antipathy, tegenzin, afkeer, plement, o. Antipodes(pl.),tegenvoeters, Appertain, toebehooren. m. [m. Appetite, eetlust, trek, m. Antiquary, oudheidkenner, Applaud, toejuichen, met Antique, oud, antiek, ouder- handgeklap begroeten. wetsch. Applause, toejuiching, v.; Antiquity, oudheid, v.; hooge handgeklap, o. ouderdom, m.;antiquiteit;v. Apple, appel, (apple of the Antiseptic, bederfwerend. eye) oogappel, m.; (apple- Antithesis, tegenstelling, v. pie-order)volmaakte orde,v. Antler, tak van een gewei, Applicable, toepasselijk. m.; (antlers, pl.) gewei, o. Applicant, sollicitant, m. Anvil, aanbeeld, o. AppliCatiOn,toepassing,aan- Anxiety, zorg, bezorgdheid, vraag, vlijt, v. angst, v.i groot verlangen, v. Apply, toepassen; sollicitee- Any, eenig, (not any) niets. ren zich wenden tot. Anywhere, ergens. [den. Appoint, bepalen,benoemen. Apart, gescheiden, afgeschei- Appointment, safaris, o.; Apartment, vertrek, o. afspraak, aanstelling, v. Apathy, gevoelloosheid, Appreciate, waardeeren, koudheid, v. naar waarde schatten. Aperture, opening, v.; gat, o. Appreciation, waardeering, Apiary, bijenstal, m. [send. hoogschatting, v. Apish, aapachtig, naboot- Apprehend, begrijpen, ver- Apologise, verontschuldi- staan; vreezen. gingen waken. Apprehension, begrip; ar- Apologue, zede-fabel, v. rest, o.1 vrees, v. Apology, verdediging,recht- Apprentice, in de leer doen ; vaardiging, verontschuldi- leerjongen, m. ging, v. [beroerte. Approach, naderen, gel ij ken Apoplectic, met aanleg voor op ; nadering, v. Apostle, apostel, m. Approbation, bijval, m.; Appal, ontzetten, doen ont- goedkeuring, v. stellen, verschrikken. Appropriate, zich toeeige- Apparatus, toestel, o. nen, voor een doel bestein- Appro val 8 Art 7(ss
men; geschikt, doelmatig. Arithmetic, rekenkunde, Approval, goedkeuring, v.; wiskunde, v.; rekenen, o. (on approval) op zicht. I Arm, arm, tali, m.; wapen, Approve, goedkeuren, aan- o.; (under arms) oncler de bevelen, bevestigen. wapenen. Apricot, abrikoos, v. Armistice, wapenstilstand, April, April, m [o. m. [harnas, o Apron, boezelaar, in.; schort, Armour, wapenrusting, v.; Apt, geneigd, onderhevig; Armpit, oksel, m. vlug, klaar. Army, leger, o. Aqueduct, waterleiding, v, Arouse, opwekken, aanspo- Aquiline, tot den arend be- Arrange, schikken, regelen, hoorend; (— nose) arends- bedisselen, in orde brengen. neus, m. [kind, o. Array, deeding, uitrusting; Arab, Ambler, m.; straat- slagorde, Arbiter, scheidsrechter, m. Arrear, ac hterstallige schuld, Arbitration, berekening, v. Arrest, vat- Arbour, prieel, o. ten, gevangennemen ; in- Arcade, overdekte winkel- hechtenisneming, v.; be- galerij, bogengang, v. letsel, o. Arch, bong, m.; gewelf, o. Arrival, aankomst, komst, Archa3ologie, oudheidkun- v.; aangekomene, m. en v. de, v. Arrive, aankomen; to ar- Archangel, aartsengel, m. rive at, komen tot, gera- Archbishop, aartsbis- ken tot. schop, m. Arrogance, aanmatiging, v. Archduke, aartshertog, m, Arrogant, aanmatigend. Archipelago, Archipel. Arrow, pijl, m. Architect, architekt, bouw- Arsenal, meester, m. Arsenic, arsenicum, ratten- Archives, archief, o.; (ar- kruid, o. chivist) archivaris, m. Art, kunst, bekwaamheicl, Ardent, vurig, gloeiend, v.; ambacht, o.; list, V. hartstochteli j k. Artery, slaguder, v, itig, Ardour, gloed, m.; vuur, o.; Artful, himstig; slim, lis- ijver, m. [perk, o. Artichoke, artisjok, V. Arena, strijdperk, worstel- Article, artikel, ding, lid- Argue, redeneeren, rede- woord, o. twisten, overreden. Articulate, duidelijk uit- Argument, bewijsgrond, m.; spreken ; verstaanhanr. redeneering, v. Artificial, huristiri,itig. Tia- Arid, drool;, versehroeid. geiimakt ; geveinsd. verzengd. Art1r (,). artillerie, v.; ge- Arise, verschijnen, opstaan, rich verhetien,voortsprui ten schist, werkman, m. Aristocracy, aristocratie,v.; Artist,( ,,,,. kun stenaar, 1- hoogste kringen der maat- schappij, m. Artless, argeloos, on,c!),1!- As 9 Atmosphere
dig,ongekunsteld,eenvoudig Assess, belasten, schatten, As, zooals, gelijk, als; toen, vaststellen. terwijl ; daar, aangezien. Assiduous, ijverig, vlijtig, Ascend, beklimmen,stijgen, volhardend, naarstig. opstijgen. Assign, toewijzen, overdra- Ascension, opstijging, be- gen, bepalen, noemen; ge- klimming, v.; (Ascension- volmachtigde, executeur. day) Hemelvaartsdag, m. Assist, helpen, steunen, bij- Ascent, bestijging, v. staan, bevorderen. Ascertain, vaststellen, zich Associate, vereenigen, sa- vergewissen. menbrengen, verbmden ; Ascribe, toekennen, wijten, omgaan; metgezel, bond- de schuld geven van. genoot, kameraad, m. Ash, esch, m., asch van Assortment, het uitzoeken ; tabak, v.; (Ash-Wednesday) iets, dat uitgezocht is, o.; Aschdag, m. verzameling van overeen- Ashes, asch, v. stemmende voorwerpen, v. Ashore, aan wal. Assuage, lenigen, verzach- Ask, vragen, verzoeken, ten, kalmeeren, bedaren. eischen; uitnoodigen. Assume, aannemen, onder- Askew, scheef, schuins. nemen, zich aanmatigen; Aslant, schuin, scheef. aanspraak maken op. Asleep, slapend, in slaap. Assurance, verzekering, v.; Asparagus, asperge, v. vertrouwen, o.; zekerheid,v. Aspect, uiterli jk, voorko- Assure, verzekeren, assu- men, o.; aanblik, m. reeren. Aspiration, verlangen, stre- Asthma, asthma, o. ven, o.; adem, m. Astir, in beweging. Aspire, gretig verlangen, Astonish, verwonderen,ver- streven naar. bazen, bevreemden. Ass, ezel ; domoor, m. Astound, ten hoogste ver- Assail, aanvallen, overval- bazen; doen ontstellen. len, overrompelen. Astray, verdwaald, afge- Assassinate, vermoorden, dwaald, van het rechte pad. aanslag plegen. Astrologer, sterrenwiche- Assault, plotselinge aanval, laar, m. [rij, v. m.; overrompeling, v. Astrology, sterrenwichela- Assemble, verzamelen, ver- Astronomer, sterrenkundi- gaderen, bijeen roepen. ge, m. Assembly,bijeenkomst,ver- Astronomy,sterrenkunde,v. gadering, v. Asylum, toevluchtsoord, ge- Assent, toestemmen, ver- sticht, o.; schuilplaats, v. lof geven ; toestemming, At, te, aan, in, tot, bij. v.; veriof, o. Atheism, atheisme, o. Assert, verklaren, verzeke- Atheist, atheist, m. ren, laten gelden. Athlete, athleet, worstelaar, Assertion, bevestiging, ver- m. [m.; omgeving, v. zekering, v. Atmosphere, dampkruig, Ato m 10 Au: ak e (n)
Atom, atoom, zeer klein on- Aunt, tante, v. derdeel, o. [verzoenen. Aurora Borealis, Noorder- Atone, boeten, vergoeden, licht, o. [o. AtrOCity,verregaande wreed- Auscultation, ausculteeren, heid, afgrijselijkheid, v. Auspice(s), voorteeken, o.; Attach,vasthechten,hechten, voorspelling,bescherming,v aankleven. [pen ; aanval, m Austere, streng,hard,scherp, Attack, aanvallen, aangrij- ernstig. Attain., bereiken, verkrijgen. Austrian, Oostenrijker, m.; Attempt, pogen, beproeven ; Oostenrijksch. een aanslag doen ; poging, Authentic, echt, waar, op- v.; aanslag, m. recht, geloofwaardig. Attend,verzorgen; bijwonen; Author, schrijver, bewerker, vergezellen; letten op. oorzaak, v. Attention, verzorging, be- Authority, macht, v.; wettig Ieefdheid, aandacht, v. gezag, ontzag, o. Attire, kleeden, uitdossen; Autobiography, eigen le- kleeding, kleedij, v.; op- vensbeschnjving, v. schik, m. [komen, o. Autocrat, alleenheerscher, Attitude, houding, v.; voor- tiran, m. Attorney, procureur, gevol- Autopsy, lijkschouwing, v. machtigde, m.; (attorney- Autumn, herfston.;najaar,o. general) procureur-gene- Auxiliary, helper, bondge- raal. [lokken. noot, m.; hulpwerkwoord,o. Attract, aantrekken, boeien, Avail, helpen, baten, benut- Attraction, aantrekkings- ten, gebruik maken ; nut, o.; kracht, aantrekkelijkheid,v. hulp, baat, v. AftraCtiVe,aantrekkelijk,be- Available,beschikbaar,voor- korend, aanlokkelijk. handen, geldig. [zucht, v. Attribute, toeschrijven, toe- Avarice, gierigheid,schraap- kennen, wij ten ; eigenschap, Avenge, wreken, straiten, v.; attribuut, o. voldoening zoeken. Auburn, geelachtig; rood- Avenue, laan, oprijlaan, v. bruin, kastanjebruin. Aver, betuigen. stellig ver- Auction, openbare verkoo- zekeren. ping bij opbod, v. (Dutch Average, averij, v.; ,"on an auction) verkoop bij afslag, average) gemiddeld. m. [schaamd. Averse, afkeerig, afgesvend, Audacious, brutaal, onbe- onwillig. Audible, hoorbaar, luid. Aversion, afkeer, onwil, Audience, gehoor, o.; de Aviary, voliere, v. toehoorders (pl.), m. Avidity, vurig verlangen, o.; Auger, boor, v. [zoover. gretigheid, v. [ontloopen, Aught, lets, tfor —) voor Avoid, ontlasten ; vermijden. Augment, toenemen, ver- Avow, erkennen, verklaren, grooten, uitbreiden. belij den. ten, verbeiden. August, Augustus, in.; verhe- Await, afwachten, opwach - ven, statig, ontzagwekkend. Awake(n), ontwaken ; wek- Award 11 Band ken, opwekken, doen ont- holpen, lomp,vervelend,las- wa ken. tig, ongelegen. [scherm, o. Award, toekennen,toewij zen; Awning, zeil, o.; luifel, v.; uitspraak, beslissing, v. Awry, scheef, op zij, schuin. Aware, op zijn hoede, waak- Axe, bijl, v. zaain ; bewust. [ken. Axiom, onomstootelijke Away, weg, a fwezig, vertrok- waarheid, v.; axioma, o. Awe, ontzag, o.; vrees, v.; Axis,as,waarom een lichaam eerbiedige verwondering, v. Aye, ja ; eeuwig. [draait, v. Awful, ontzagwekkend, ont- Azote, nitrogeen, stikstof, v. zettend, vreeselijk. Azure, azuur, hemelsblauw, Awkward, onhandig, onbe- uitspansel, o. B.
Babble, gebabbel,gesnap,ge- Bait, aas, lokaas ; lokken, on- praat, babbelen, kabbe- derweg voedsel geven,ophit- B abe, kindje , o. [len. sen. [stof, v. Baboon, baviaan, m. Baize, baai, dikke wollen Bachelor, vrijgezel, jon#ge- Bake, bakken, hard make'''. zel _,- Acad. graad (candid.). Baker, Bakker, in. Back, rug, achterkant, m.; Balance, balans, v.; even- keerzijde, v.; terug, omge- wicht, o.; schaal, v.; saldo,o„ keerd. [lasteren. Balcony, balcon, o. Backbite, kwaadspreken, Bald, kaal ; (bald-pate) kaal- Background, achtergrond, kop, m. [o. m. [achteruit. Bale ibaal; ellende,v.;verderf, Backward, achterlijk,traag; Baleful, ellendig, verderfe- B acon, spek,o.; (to save one's lijk, schadelijk, doodelijk. bacon) er genadig afkomen. Balk, weigeren, teleurstellen; B ad, slecht, nadeelig, kwaad, verzuim, o.; hindernis, te- erg ; ziek. leurstelling, v. [kluwen, o. Badge, kenteeken, insigne, o. Ball, bal, o.; bal, kogel, m.; Badger, das (dier), m.; schil- Ballad, ballade, v. derspenseel, o. Ballast, ballast, m.; puin, o.; Baffle, teleurstellen, verijde- Ballet, ballet, o. [ballasten. len, vernietigen. B alloon,ballon,glazen bol,m Bag, zak,m.;weitasch,v.; (bag Balm, balsem, m.; geurige and baggage)met pak en zak. zalf, v.; balsemen, met zalf Bagman, handelsreiziger,m. inwrijven, lenigen. [selen. Bagpipe, doedelzak, m. amboo, bamboes,o.;afran- Bail, borgtocht, m.; (to stand B an, ban, vloek,m4verbod,o, bail for) borg staan voor. anana, banaan, pisang, v. Bailiff, schout, rentmeester, B and, band, smal lint, o.; opzichter, gerechtsdienaar, streep, v.; troep, m.;muziek- Bairn, kind, o. korps, o. Bandage 12 Batch
Bandage,verband,o.;zwach- Barge, zeilscheepje, o.; tel, m. zierboot, v. Bandbox, hoedendoos, v. Baritone, bariton, m. Bandit, bandiet, roover, m. Bark, schuit, v.; geblaf, o.; Bane, vergift, verderf, o.;ver- schors,v.;blaffen;(his bark is giftigen, verdelgen. worse than his bite) hij is Bang, harde slag, m.;bons,v.; zoo kwaad niet, als hij er hard dichtslaan. uitziet. Banish,verbannen. [ning,v. Barley, gerst, v. Banister, leuning, trapleu- Barmaid, buffetmeisje, o. Bank, bank, geldbank, zand- Barn, schuur,korenschuur,v. bank, v.; oever,m.; (savings- Barometer, barometer, m.; bank) spaarbank, v. weerglas, o. Banker, bankier, m. Baron, baron, m. Banknote, bankbiljet, o. Baroness, barones, v. Bankrupt, bankroet; bank- Baronet, jonkheer, m. roetier, m. [o. Barrack, keet, barak, v.; —s, Bankruptcy, faillissement, kazerne, v. Banner, banier, v. Barrel, ton, v.;vat,o.;geweer- Banns (pl.), huwelijksafkon- loop, m.; (barrel-organ) diging, v.; (to publish the draaiorgel, o. [dor. banns) in ondertrouw op- Barren, onvruchtbaar, kaal, nemen. Barrier, hefboom, slagboom, Banquet, feestmaal, o.; ont- Barri Ster,a dvocaat,m. [ m. halen, deelnemen aan een Barrow, grafheuvel, m.; feestmaal. (wheel-barrow) kruiwagen, Banter, schertsen, geksche- m. [ruilhandel, m. ren; scherts, plagerij, v. Barter,ruilen,verkwanselen; Baptise, doopen. Basalt, basalt, o. Baptism, doop, v. Base, grondslag, m.; basis, Bar,hefboom,m.;stang;recht- v.;laag,gemeen,verachtelij k. bank, v.; buffet, o.; streep op Basement, benedenverdie- den notenbalk, v. ping, V. [bloode.[ Barb, weerhaak, m.; (barbed Bashful, verlegen, bedeesd, wire) prikkeldraad , m. Basin, kom, v.; vat, bekken,o. Barbarian, barbaar, Wilde, Basis, basis, v.; voet van wreedaard, m.; barbaarsch, een zuil, m. onmenschelijk. Bask, zich koesteren. Barbarous, onbekend, ruw, Basket, mand, v.; (basket- onbeschaafd. chair) rieten stoel, in. Barber, barbier, kapper, m. Bass, bas, m. Bard, minnezanger, bard, Bassoon, fagot, v. dichter, m., sneedje Bastard, bastaard, m.; on- spek, o.; harnas , o. echt kind, o.; onecht, onzui- Bare,bloot,kaa 1; i threadbare, Bastion, bolwerk, o. iver. versleten. Bat, vleermuis, v.; knuppel, Bargain, koop, m.;koopje,o.; kolf, v. hoop, m. overeenkomst, V. Batch, baksel, o.; partij, v.; Bath 13 Behold
Bath, bad, o.; (swimming- Beaver, bever, m.; vilt, o. bath) zweminrichting, v. Because, omdat, daar. Bathe, baden, overgieten. Beck, beek, v.; riviertje, o.; Battalion, bataljon, o. wen k, m.;(to be at a person's Batter, bestormen, beuken, beck and call) op iemands vernielen; beslag, o. wenken vliegen. Battery, batterij, v. Beckon, wenken. Battle, slag, veldslag, m.; Become, worden ; goed (battle-array) slagorde, v. slaan, passen. [goed. Battle-axe, strijdbijl, v. Bed ,bed; (bed-clothes) bedde- Battue, drijfjacht, slach- Bedaub, bekladden, besme- ting, v. ren ; (dauber) kladschilder. Bawl,schreeuwen,razen,bul- Bedlam,gekkenhuis,o.;dolle ken ; geschreeuw, geraas, o. boel, m. ,Bay, reede, baai, v.; wolfge- Bedridden, bedlegerig. blaf, o.; vervolgen, in 't Bedroom, slaapkamer, v. nauw brengen. Bee, bij, v.; (bee-hive) bijen- Bay-window, erker, m. korf, m. Be, zijn, wezen, bestaan. Beech, beuk ,beukeboom,in. Beach, strand, o.; kust, v. Beef, rundvleesch, o. Beacon, baken, o.; tot baken Beefeater, wachter van den dienen. [krans, m. Beer, bier. [Tower. Bead, kraal,v.; (beads) rozen- Beet, kroot, biet. [blok, o. Beadle, bode, pedel, m. Beetle, tor, v.; kever, m.;hei- Beak, snavel, bek, m. Beeves (pl.), ossen,m.;vee,o. Beam, straal, balk, boom, Before, voordat, voor, vroe- m.; stralen. ger. [ren, vooruit. Bean, boon, v. Beforehand, vooraf,`- tevo- Bear, dragen, verdragen, Befriend, als vriend optre- dulden; baken ; beer, m. den jegens. Beard, baard, m.; trotseeren. Beg, bedelen, verzoeken. Bear-garden, berenkuil, m. Beget, voortbrengen, gewin- Bearing, houding, verhou- nen. ding, v.; verband, o. ; inhoud, Beggar, bedelaar, m. m. [o.; lomperd, m. Begin, beginnen,aanvangen. Beast, beest, redeloos wezen, Beginning, begin, o.; aan- Beat, slaan, klappen; klap, yang, m. [gen. slag, polsslag, m.; ronde, Beguile,verschal ken,bedrie- wijk, v. [verklaren. Behalf, belang, o.; (in behalf Beatify, zalig maken, zalig of) ten behoeve van. Beatitude, zaligheid, zalig- Behave, zich gedragen. spreking, v. Behaviour, gedrag, o. Beau, fat, galant,pronker,m. Behead, onthoofden. Beauteous, schoon, beer- Behest,bevel,o.;opdracht,v. lijk, glansrijk. B ehind,achter;(behindhand) Beautiful, mooi, prachtig. ten achter, achterstallig.. Beauty, schoonheid, pracht, Behold,aanschouwen,waar- heerlijkheid, v. nemen. Being 14 Bicker
Being, wezen, schepsel, o. een schip; betrekking, v. Belabour, bewerken; afran- Beseech, smeeken. selen. Beset, omringen, aanvallen, Belfry, klokketoren, m. bestoken. Belief, geloof, o. Beside,naast;(he was beside Believe,gelooven;(to believe himself) hij was buitenzich- in) gelooven aan. zelven. [dien, buitendien. Bell,klok,bel,schel,v.;(to ring Besides, behalve, boven- the bell) schellen. Besiege, belegeren. Bellow, loeien, bulken; ge- Besom, bezem m. schreeuw,geloei,o.;(bellows) Best,best,ifitsteliend;(for t he (pl.), blaasbalg, m. best) om bestwil. [lijk. Belly, buik, m. [ren bi.i. Bestial, beestachtig, zinne- Belong, toebehooren,behoo- Bestow, schenken, geven. Beloved, geliefd, dierbaar. Bet,wedden;weddingschap,v Below, beneden, lager; (here Betray, verraden, belt-legen. below) Kier op aard. Betrothal, verloving, v.; Belt, gordelon.; ceintuur, v.; ondertrouw, m. (life-belt) zwemgordel, m. Better, beter, meer; (my Bemoan, bejammeren, be- betters) mijn meerderen. weenen. [bank, V. Between, tusschen; (be- Bench, lange bank, recht- tween you and me) onder Bend, buigen,krommen,zich ons gezegd. onderwerpen; kromming, Beverage, drank, m. bocht, neiging, v. [ger. Bevy, vlucht, v.; troep, m.; Beneath,beneden,oncler,la- gezelschap, o. Benediction, zegening, v.; Bewail, beweenen, wee- zegen, m. klagen. [hoeden. Benefactor, weldoener, m. Beware, oppassen, zich Beneficence, weldadig- Bewilder, in de war bren- heid, v. [voordeel, o. gen, verbijsteren. Benefit, weldaad, gunst, v.; Bewitch, beheksen, betoo- Benevolence, welwillend- veren. heid, weldaad, v. Beyond, achter, boven. Benighted, door den nacht voorbij, verder dan ; (that overvallen. is beyond me) dat gnat Benignant, liefderijk, wel- mijn Verstand to boven. willend, vriendelijk. [m. Bib, slabbetje, o. Benison, zegening, v.; zegen, Bible, bijbel, Bent, besloten; gebogen; nei- Biblical, bijbelsch. ging; helling, v. Bibliography, boelienbe- Benumbed, verkleumd. schrijving, v. Bequeath, nalaten, verma- Bibliomania, zucht near ken. [schap, v. zeldzame boeken, v. Bequest, legaat, o.; nalaten- Biceps, .-,,roote spier an Bereave, wegnemen, beroo- den bovenarm, N'. Berry, bes, v. [ven. Bicker, kibbelen, vechten; Berth, hoof aan boord van ongeregeld gevecht, o. Bicycle 15 Bleed
Bicycle, velocipede, Bets, v. his bite) hij is zoo kwaad Bid, verzoeken, bevelen, niet als hij er uitziet. wenschen, bieden; hod, o. Bitter, bitter, scherp,bij tend Biennial, tweejarig. Bittern, roerdomp, m. Bier, draagbaar, lijkbaar, v. Bivouac, bivouak, nacht- Big, groot, dik, zwaar. leger. [ker, snapper, In Bigamy, bigamie, v. Blab, verklikken ; verklik- Bigot, ijveraar, onverdraag- Black, zwart. zaam persoon, m. Blackamoor, Moriaan, 01 . Bike, verk. van Bicycle. Blackball, deballoteeren,af- Bilateral tweezijdig. stemmen. Bile, gal, v.; slecht hu- B lackberry, braambes, v. meur, o. Blackbird, lijster, v. Bilingual, in twee talen. B lackboard, schoolbord, o. Bill, bek, snavel, m.• reke- Black-death, pest, v. [m. ning, v.; aanplakbiljet, o. Blackguard, schurk, ploert, Billiards, biljardspel, o,; Blacking, schoensmeer, o. (billiard-table) biljard, o. Blacksmith, smid, ID. Billingsgate, vischwijven- Bladder, bladder, buil, taal, v. blaas, v. Billion, billioen. Blade, lemmet, schouder- Billow, golf, baar, v. blad, o.; halm, spriet, m. Bin, kist, v.• bak, m. Blain, blaar, zweer, m. Bind, binden, inbinden, Blame, beschuldigen, laken; vastbinden, verplichten. beschuldiging, berisping, v. Bindweed, winde, v. Bland, minzaam, zacht, Biography, levensbeschrij- vriendelijk. ving, v. Blank, onbeschreven, leeg, Biology, biologie, v. wezenloos. Birch, berk, m.; roede, v. Blanket, deken, v.; (born Bird, vogel, m.• (bird's-eye on the wrong side of the view) in vogelvlucht gezien. blanket) onwettig. Birdlime, vogellijm, v. Blank-verse, onberijmde Birth, geboorte, v.; (by verzen. birth) van geboorte. [o. Blaspheme, lasteren. Biscuit, beschuit, v.; koekje, Blasphemy, godslasterlij ke Bishop, bisschop, m.; (the taal, v. [vlaag, v. bishop has put his foot in Blast, rukwind, m.; storm- it) het eten is aangebrand. Blaze, vlammen, in gloed Bishopric, bisdom, o. staan; gloed, m. Bismuth, bismuth, o. Blazon, uitbazuinen; bla- Bison, bison, m. zoen, o. Bissextile, schrikkeljaar, o. Bleach, bleeken ; (bleach- Bit, stukje, brokje, beetje; field) bleekveld. gebit (paardetoom) o. Bleak, naar,guur,onbeschut. Bitch, teef, v. Bleat, blaten. Bite, bi j ten ; beet, greep, m.; Bleed, bloeden, aderlaten, (his bark is worse that' geld afpersen. Blemish 16 Boon
Blemish, besmetten,bevlek- Bluster, getier, o.; tieren. ken ; smet, vlek, v. Boar, mannetjesvarken,wild Blend, vermengen; mengsel, zwijn, o. Bless, zegenen, loven. [o. Board, plank, v.; disch, m.; Blessing, zegen, m. commissie, v.; bord, dek, Blight, bedert, o.;meeldauw, o. (schip). m. [gordijn, o. Boarder, kostganger, m. Blind, verblinden; blind; Boarding-school, host- Blink,gluren, knipoogen,ont- school, v. duiken. Boast, poehen, opsnijden, Blinkers, oogkleppen, v. zich beroemen. Bliss, zaligheid, v. Boat, hoot, v. Blister, blaar, trekpleister,v. Boatswain, bootsman, m. Blithe, vroolijk, blij. Bob, rukken, op en neer be- Bloat, opblazen, doen op- wegen; ruk, slag;shilling,m. Bloater, bokking. [zwellen. Bodice, ,japonlijfje, o. Block, belemmeren, strem- Bodkin, priem,m.;rijgnaald, men ; blok, stuk bout, o. v.; kleine dolk, m. Blockhead, domkop, m. Body, lichaam, o.; (dead Blood, bloed, o. body) lijk. Bloodhound,bloedhond,m. Body-guard, lijfwacht, v. Bloody, bloedig; (Bloody Bog, moeras, o., poel, m. Mary) Maria Stuart. Boil, kolien, bruisen ; zweer, Bloom, bloeien; bloesem, bloedpuist, v. m.; waas op vruchten. [m. Boiler, stoomketel, m. Blossom,bloeien; bloesem, Boisterous, rumoerig, on- Blot, bevlekken; vlek, smet, stuimig. schande, v.; (to blot out) Bold, onbeschaamd, vrijpos- uitwisschen. [pier, o. tig, overmoedig, stout, koen. Blotting-paper, vloeipa- Bolster, peluw, v. Blouse, blouse, V.; kiel, m. Bolt, grendelen, zich uit de Blow, blazen; slag, m.; (at voeten maken; grendel, m. a blow) met een slag. Bond, band, verband, o.; Blue, blauw. gevangenschap, v. Bluebell, blauw Idokje, o. Bondage, gevangensehap, Bluebook, blauwboek, o. gijzeling, slavernij, V. Blue-bottle, korenbloem; BOndMan,gliZelaar,Shinf,M. bromvlieg, v. {v. Bone, been o.; graat, v. Blue-stocking, blau,- 1,0.s, Bonfire, vreugdevuur, o. Bluff, onbeschaamdheid, Bonnet, touts, v.; vrouwen- grootspraak, v. hoed, in. Blunder, domme font be- Bonny, knap, lief, mooi. gaan ; misslag, m. Bock, een plaatskaartje ne- Blunt, hortaf, stomp. men ; bock. Blur, bevuilen, bevlekken ; Bookworm ,boekenvairm, rn sr-net, vlek, v. Boom, dreunen ; gedreun. o.; BIush,blozen, zich schamen; baLricre. V. [vriendelijk. schaamteblos, m. Boon, gilt, gave, v.; vroolijk, Boor 17 Brag
Boor, lomperd. Bowels (pl.), ingewanden Boot, laars, v.; voordeel, o. (mv.), o.. Booth, tent, v., zeil, o., Bower, pried', o., koepel, 01. kraain, v. Bowl, kaatsen, rollen ; kom, Bootjack, I aarzenknecht, m. v., schaal, v.; houten bal, m. Booty, buit, roof, m. Bowman, boogschutter, in. Bo - peep, kiekeboe. BOX, doos; loge, v.; bok Border, grenzen, van een (rijtuig), oorveeg, m. rand voorzien ; grens, v.; BO x g- day,dag volgende op rand, m. Kerstdag, m. [gensjaren. Bore, boren, doorboren; ver- Boy, jongen ; (boyhood) jon- velen ; boor, v.; iets, dat ver- Boycott, uitsluiten. Born, geboren. [velend is, o. Brace, versterken ; koppel, Borough, stad met eigen o., draagband, m. bestuur, v. [leenen. Bracelet, armband, m. Borrow, leenen (van), ont- Bracken, varenkruid, o. Bosh, vernielen; onzin, m., Bracket, haak, klamp, gas- malligheid, v. arm, m. [snijden. Bosom, boezem, m., borst, Brag, bluffen, pochen, op- v.; binnenste, o. Braid, vlechten; haarvlecht, Botany, plantkunde, v. v., veterband, o. B oth, beide. Brain(s), hersenen (mv.), v., Bother, plagen, kwellen; verstand, o. plager, kwelgeest, m. Brake, doornbosch, varen- Bottle, flesch, v., bos hooi kruid, o.; rem, m. of stroo, m. Bramble, braamstruik, m. Bottom, bodem, m., diepte, Bran, zemelen (mv.). v., laagste gedeelte, o. Branch, tak, m.; (to branch Bough, boomtak, m. off) zich afscheiden van. Bounce, springen, terug- Brand,brandmerken;brand- springen ; slag, bons, merk, stuk brandend hout, sprong, m. zwaard, o., fakkel, v. Bound, springen, terugwer- Brand - new, spiksplinter- pen ; begrenzen ; grens, v.; Brandy, cognac, m. [nieuw. sprong, m. Bran-new, zie Brandnew. Boundary, grenspaal, m. Brass, geel koper ; (as bold Bounden, verschuldigd; (my as brass) uiterst brutaal. bounden duty) mijn dure Brass - band, blaasorkest, o. plicht. [eindig. Brassy, koperachtig; on- Boundless, onbegrensd,on- beschaamd. Bounty, vrijgevigheid, mild- Brave, trotseeren, weer- heid, v. staan, snoeven ; dapper, Bouquet,ruiker,bouquet,m. moedig; prachtig. Bourgeon, ontknoppen ; Bravery, dapperheid, v. knop, m. Brawl, twister, tieren ; ru- Bow, buigen ; buiging, v., zie, v., twist, m. boeg; boog, strijkstok, m.; Bray, balken ; gebalk, on- strikje, o. aangenaam geluid, o. Brazen 18 Brotherhood
Brazen, van geel koper ; Brigade, brigade; (fire- 'onbeschaamd. brigade) brandweer, v. Breach, breuk,bres,inbreuk, Brigand, mover, m. Bread, brood, o. [v. Bright, helder, schitterend, Breadth, breedte, v. opgewekt, vroolijk. Break, breken, verzwakken, Brighten, ophelderen, ver- temmen; dageraad, m.; he lderen, vroolijk maken. breuk, scheur; brik, v. Brilliant, glanzend, schitte- Breaker, stortzee, v.; (break- rend, glansrijk. ers) branding, v. Brim, kant, rand, m.; Breakfast, ontbijt, o. (brimful) boordevol. Breakwater, golfbreker, m. Brimstone, zwavel, v. Breast, weerstaan, tege- Brine, pekel, v., zilt nat, o. moet gaan; borst, v., boe- Bring, brengen, geleiden. zem, m., hart, o.; voor- Brink, rand, m., grens, v. zijde, v. Briny, zilt; (The briny) Breastwork, borstwering,o. de zee. Breath, adem, m., leven, Brisk, levendig, vlug, veer- o., verademing, v., uitstel, o. krachtig ; bros. Breathe, ademen, adem- Bristle, de haren overeind halen ; fluisteren. zetten, opvliegen; borstelig Breeches (pl.), broek, v. haar, o., stekel, m. Breed, voortbrengen, ver- British, Britsch. oorzaken, fokken ; snort, Briton, Brit, m. v., ras, o. Broach, ter sprake bren- Breeze, koeltje, o., bries, v. gen; aan het spit steken ; Brethren(pl.),broeders(mv.), spit, o. L ruim. Breviary, brevier, o. [m. Broad, breed, uitgestrekt, Brevity, beknoptheid, kort- Broadbrim, hoed met bree- heid, v. den rand ; Quaker, m. Brew, brouwen; brouwsel , o. Broil, tweedracht, v., twist, Brewer, brouwer, m. m., tumult, o. Brewery, brouwerij, v. Broker, makelaar, agent ; Bribe, omkoopen; lokaas, o. (stock-broker) makelaar in Brick, baksteen, o.; flinke etrecten, m. vent, m. Bronchitis, bronchitis, v. Brick - kiln, steenoven, m. Bronze, bronzen, hard ma- Bricklayer, metselaar, m. ken ; brons, bronskleurig: Bride, bruid, v. onbeschaamd. Bridegroom, bruidegom,m. BrO0Ch,doekspeld,broche,v. Bridge, overbruggen; brug, Brood, broeden, bepeinzen, v.; een kaartspel. hangen boven ; braise!, Bridle, beteugelen; in toom kroost, o. [beck, v. houden; teugel, toom, m. Brook, verdragen, dulden; Brief, kort begrip, o.; vol- Broom, bezemen ; bezem,in. macht, v., pauselijke brief, Broth, bouillon, m. m.; kort, beknopt. Brother, broeder. [schap,v. Brier, wilde roos, v. Brotherhood, broeder- Brother-is-7 a w 19 Bushy
B rother-in-law, zwager, m. pans, m.; (John Bull)naam Brougham, gesioten rijtuig van den Engelschman. met een paard, o. Bulldog, bulhond, m. Brow, voorhoofd, gelaat, o., Bullet, geweerkogel, m. wenkbrauw, v. Bulletin, bulletin, officieel Brown, bruin. • bericht, o. Browse, grazen, knabbelen. Bullfight, stierengevecht, a. Bruise, kneuzen, verplette- Bully, treiteren, kwellen ; ren • kneuzing, v. brutaal, rumoerig. B rush,' borstelen, rakelings B ulwark, bolwerk, o., ver- voorbijgaan; borstel, m. schansing, v. Brussels, Brussel, o. Bumble-bee, hommel, v. Brutal, lomp, ruw, wreed. Bump, bonzen, hard slaan Brute, redeloos beest, o., tegen ; bons, buil, v., knob- ongevoelig mensch, m. Burnper,vol glas,o. [bel,m. Bubble, opborrelen, prut- Bumpkin, boerenkinkel, m. telen ; bobbel ? m.; lucht- Bun, zoet broodje, o. bel, hersenschim, v. B unch, tros, bos, bundel, m. Buck, hertebok, ramme- Bundle, samenbinden; haas- laar, m. tig weggaan ; bundel, m., B ucket, emmer, m.; (to pak, o. kick the bucket) om zeep Buoy, steunen, schragen, gaan. boven water houden; boei, Buckle, aangespen, ten strij- v. [vendigheid, v. de gaan; gesp, m. B uoyancy, veerkracht, le- Buckler, schild, o. Burden, last, m., vracht, B uckskin, bokkevel, o. v.; refrein, o. Buckwheat, boekweit, v. B urdock, klis, v. B ud, knoppen; knop, m. Burglar, inbreker, m. Buddhism, Boedhisme, o. Burglary, inbraak, v. Buffalo, buffel, m. B urgomaster, burgemees- Buffer, stootkussen, o. ter, m. (niet in Engeland). Buffet, wegslaan, weer- Burial, begrafenis, v. staan ; klap, oorveeg, m.; Burn, branden, verbranden, buffet, o. [m. gloeien ; brandwond, v. Buffoon, potsenmaker, nar, Burnish, polijsten; glans, Bugbear, boeman, m. luister, m. B ugle, op den boom bla- Burnt - offering, brandoffer, zen ; jachthoorn, m. o., offerande, v. Build, bouwen, opbouwen; Burst, barsten, openbreken ; bouw, m., maaksel, o.; uitbarsting, scheur, v. vorm, m. [o. Bury, begraven, bedek ken ; Building, bouwen, gebouw, (to bury the hatchet) vrede B ulb, bloembol, m. sluiten. B ulk, grootte, v., omvang, Bush, kreupelbosch, o., inhoud, m., grootste ge- struik ; vossestaart, m. deelte, o. Bushel, schepel, o. Bull, stier; bul van den Bushy, ruig, harig. Business 20 Cambric
Business, beroep, o , zaak, Butter, met boter besme- v., bedrijf, o., bezigheid, v. ren; boter, v. Bustle, bedrijvig zijn ; Buttercup, boterbloem, v. drukte, beweging, v., ru- Butterfly, vlinder, m. moer, o.; tournure, v. Buttermilk, karnemelk, v. Busy, bezig houden; bezig, Button, toeknoopen; knoop, druk. [ye; zonder. m., knopje, o. But, maar; slechts; behal- Buy, koopen. Butcher, slachten, ver- Buzz, gonzen; gegons, ge- moorden; slager, m. brom, o. Butchery, slachting; sla- By, bij, nabij, door, tegen. gerij, v. Bygone, voorbijgegaan. Butler, bottelier, m. Bylaw, gemeentebepaling, v. Butt, met den kop stooten; Byword, spreekwoord, o.; eind, mikpunt, o. sinaad, m. C
Cab, rijtuig, o., vigelante, v. Caledonia, Schotland, o. Cabbage, kool, v. Calendar, kalender, alma- Cabin, hut, v., hutje, o. nak, m. Cabinet,kamertje;kabinet,o. Calender, mangel, m. Cable, kabel, m., telegram, Calf, kalf, o.; kuit, v.; o.; met een kabel yastma- domoor, m. ken ; telegrafeeren. Calico, katoen, v. Cackle, kakelen, snateren, Call, roepen, noemen, op- kwaken. rm. roepen; bezoeken; roep- Cad, ploert, poen, lage vent, stem, oproeping, v.; be- Cadaverous, lijkachtip;. zoek, o.; to call for) afha- Caddy, theebusje, —kistje, o. len, roepen om. Cage, kooi; gevangenis, v.; Callosity, eeltvorming, v. (caged) in een kooi ge- Callous, verhard, ongevoe- vangen. [grat, lig, onbarmhartig. Cairn, steenhoop boven een Calm, halmeeren, tot beda- Cajole, vleien; met mooie ren brengen ; katm , rustig; praatjes bedotten. kalmte, rust, v. Cake, koek, m. en v., ge- Calumet, vreclespijp, v. bak, o. [ongeluk, o. Calumniate, belasteren, Calamity, ramp, v., grout valsch beschuldigen. Calcareous, kalkachtig, Calumny, taster, in., val- kalkbevattend. sche beschuldiging, aan- Calculate, rekenen, here- Calve, haiven. tijging, v. kenen ; (to calculate on , Calvinism, Calvinisme, o. speculeeren op. Calyx, bloemkelk, m. Calculation, berekening, Cambric, batist, fijn wit schatting, v. linnen, o. Camel 21 Captive
Camel, kameel, m. (It is larij, huichelarij, v.; stoot, the last straw that breaks schok, m. the camel's back) De laat- Cantankerous, slecht .e - ste loodjes wegen het luimd,onaangenaam in den zwaarst. omgang. [v. Camelopard, giraffe, v. Canteen, veldflesch;cantine, Camp, kampeeren ; kamp, Canter, draven, galoppee- kampement, o. ren; draf, galop, m. Campaign, veldtocht, m., Canticle, zang, m., lied, o.; campagne, v. (Canticles) Hooglied van Camphor, kamfer, v. Salomo, o. Camp-st001,vouwstoeltje,o Canto, zang, m., onderdeel Can, kunnen, in staat zijn: van een gedicht, o. kan, v. [tige afvoer, m. Canvas, zeildoek, schilders- Canal, kanaal, o.; kunstma- doek, o. Canary, kanarievogel; wijn Canvass, onderzoek, o.; van de Kanarische eilan- stemmen werven,verzoeken den, m. Cap, muts, pet, bedekking, v. Cancel, vernietigen, intrek- Capable, bekwaam, in ken, waardeloos maken, staat, bij machte. doorschrappen. [v. Capacious, ruim, wijd, Cancer, kanker, m.; kreeft, uitgestrekt, breed. Candid, openlijk, oprecht, Capacity, inhoud, m onbevooroordeeld, onpar- ruimte; hoedanigheid, be- tijdig, eerlijk. [licitant. kwaamheid, v. Candidate, candidaat, sol- Cape, kaap ; pelerine, v. Candle, kaars, v.; (Candle- Caper, huppelen, dartelen, mas) Maria Lichtmis. springen; (to cut capers) Candlestick, kandelaar, bokkesprongen maken. blaker, m. Capital, hoofdstad, v.; ka- Candour, openhartigheid, pitaal, o.; hoofdletter, v.; oprechtheid, eerlijkheid, v. (capital punishment) dood- Candy, confijten;suikergoed, straf, v. [lasting, v. o., (candied peel) sucade. Capitation, hoofdelijke be- Cane, bamboes, riet, o.; Capitol, kapitool ; gouver- wandelstok, rotting, m. nementshuis (Ver. St.), o. Canister, blikken bus, doos; Caprice, kuur, luim, gril, patroon, v. [carambole, v. nuk, v., inval, m. Cannon, kanon, geschut, o.; Capricious, grillig, nukkig. Canoe, bootje, schuitje, o. Capricorn, steenbok (Die- Canon, kanunnik, m.; ker- renrieln), m. [slaan. kelij k voorschri ft, o.; groote Capsize, omkantelen, om- drukletter • bergkloof, v. Captain, kapitein, aanvoer- Canonise, 'heilig verklaren. der ; opzichter, m. [ren. Canopy, troonhemel, hemel Captivate, bekoren,betoove- van ledikant, m. Captive, gevangen ; betoo- Cant, teemen, femelen ; vend ; krijgsgevangene, gij- schokken, kantelen ; feme- zelaar, m. Capture 22 Cathedral
Capture, met geweld nemen; coals to New-Castle) mon- vangst, hechtenis, v. nikenwerk doen. Car, wagentje, o., zegewa- Cart, kar, v., wagen, m.; gen ; tramwagen, m. (cart-load) karrevracht, v. Caravan, karavaan, v.; ker- Cartilage, kraakbeen, o. miswagen, m. [lijk, o. Cartridge, patroon, liar- Carcass, karkas, geraamte, does, v. Card, kaart, v.; kaarden. Carve, snijden, uitsnijden, Cardinal, kardinaal, m.; uithouwen; voorsnijden. voornaamst; donkerrood. Case, scheede, v., etui, o., Care, zorgen dragen, hou- doos, v., omhulsel; geval, den van, geven om; zorg; o.; naamval ; (in case) voor bezorgdheid, v.; (care of het geval. [c. 0.])- per adres. Cashier, kasbewaarder, Career, loopbaan, carriOre, een officier ontslaan. v.; snel voortgaan. Cask, vat, o., ton,v4helmon. Caress, lief koozen, aan- Cassock, soutane, V., pries- halen ; aanhaling, liefkoo- tergecvaad, o. zing, v. Cassowary, cazuaris, m. Cargo, lading, v. Cast, werpen, gooien ; ver- Carnage,slachting,uitmoor- gieten ; toedeelen; veroor- ding, v., bloedbad, o. deelen, verwerpen; bere- Carnal, zinnelijk, vleesche- kenen ; vormen ; warp; lijk. [kleur, v. blik, m.; plan, voornemen, Carnation, an jel ier; vleesch- Caste,kaste,v. [o.;vorm,m. Carnivorous, vleeschetend, Castle, slot, kasteel, o.; zet verscheurend. in het schaakspel, m. Carol, lied, gezang, gekweel, Casual, zwerver, m.; toe- o.; (Christmas carol) Kerst- vallig; (casually) nu en clan. liedje, o. Cat, kat, v.; snort van schip, Carouse, fuiven, veel drin- o.; takel, m. ken, p•et maken ; drink- Catalogue, eene lijst maken gelag, o. van; catalogus, m. Carp, vitten, aanmerkingen Cataract, waterval, m.; maken; karper, m. cataract, o. Carpenter, timmerman, m.; Catastrophe, ramp, v.; be- timmeren. sluit, slot, o., ontknoo- Carpet, vloerkleed, o.; (car- ping, v. pet-bag) reiszak, m. Catch, grijpen, vangen, vat- Carriage, hodding; vracht, ten, pakken; besmet wor- v., gedrag; voertuig, rijtuig, den ; val, strik, vangst; o.; (carriage-free) franco. woordspeling, strikvraag, Carrion, aas, kreng, o. v.; beurtzang, m. Carrot, wortel (vrucht), m.; Caterpillar, cups, v. (carrotty) roodharig. Cathechise, catechiseeren, Carry, dragen, vervoeren, scherp ondervragen. brengen, overdragen, vol- Cathedral, kathedraal, brengen, bevatten; (to carry hoofdkerk, v. Catholic 23 Chalice
Catholic, katholiek, alge- o. kleine, gesloten holte, v. meen, liberaal ; Roomsch Cellar, kelder, m. Ka tholiek. Cemetery, kerkhof, o., be- Catholicism, algemeen- graafplaats, v, heid, vrijzinnigheid, v.; Ka- Censorious, berispend, la- tholicisme, o. kend, afkeurenel. Cattle, vee, o.; (cattle-show) Censure, afkeuren, beris- veetentoonstelling, v. pen, laken ; afkeuring, v,, Cauliflower, bloemkool, v. ongunstig oordeel, o. Cause, rechtzaak, zaak, oor- Centenary, eeuw, v.; hon- zaak, reden, v., doel, o. derdjarig. Caustic, brandmiddel, o.; Central, in het midden ge- brandend, bijtend, scherp. plaatst, tot het midden. Cauterise, uitbranden. behoorend. Caution, zorg, omzichtig- Centre, midden, heid, waarschuwing, v.; punt, centrum, o. onderpand; tat omzichtig- Century, eeuw, v. heid aansporen. CereMonieue,plechtig,vor- Cautious, omzichtig, voor- melijk, nauwgezet. zichtig, waakzaam. Ceremony, plechtigheid, v., Cavalry, cavalerie, ruiterij, gebruik ; kerkelij k ge- v., paardevolk, o. bruik, o. Cave, hol, o., spelonk, v. Certain, zeker, gewis, re- Cavern, diep hol in den gel matig, vast. grond, o. Certainty, zekerheid, ge- Cavil, vitten, onmogelijke wisheid regelmatigheid, tegenwerpingen maken. vastheid, v. Cavity, holte, v. Certificate, geschreven ver- Caw, gekras van een kraai, klaring, v., getuigschrit , o.; krassen. diploma, o. Cease,. ophouden, uitschei- Certify, als zeker bekenti- den, eindigen. maken, verklaren, getuigen Cedar, ceder, m., cederhout, Ceruse, loodwit, o. o. [fond. o. Chafe, wrijven, warm wri j - Ceiling, zoldering, v., pla- yen ; boos maken, vertool - Celebrate, vieren, houden, nen, boos worden; boos- herdenken. heid, v., hartstocht, m. Celebrity,beroemdheid,ver- Chaff, kaf, o.; scherts, vroo- maardheid, v.; beroemd lijkheid, v. persoon, m. Chain, aan den ketting leg- Celerity, snelheid, vlug- gen ; ketting, m., keten, aml- heid, radheid, v. eenschakelmg, v. Celestial, hemelsch ; he- Chair, stoel, zetel, m., prc- melbewoner, m.; (the Ce- fessorsambt, o. lestial Empire) China. Chaise, rijtuigje op twee Celibacy, celibaat, o., on- wielen, o., sjees, v. gehuwde staat, m. Chalice, kelk, beker, avond- Cell, eel, v., hokje, kamertje, maal sbeker, m. Chalk 24 Cheese
Chalk, krijt, o. aanvallen; aanrekenen, la- Challenge,uitdagen,ter ver- ten betalen, aanmanen; last, antwoording roepen, be- prijs, m.; lading (kruit) zorg, schuldigen, zich verzetten bewaring, v.; het son tegen; uitdaging, v., roep iemands zorg toevertrouw- van een schildwacht, m. de, o.; aanval, m., beschul- Chamois, gems, v., gems- diging, v. leder, o. Charger, strijdros, o.; aan- Champion, kampioen, klager, m. [gen, m. kampvechter, held, m. Chariot, rijtuig, o., zegewa- Chance, gebeuren, wagen; Charitable, liefderijk, lief- kans, gelegen held, toevallige dadig, liefdevol, welgezind. gebeurtenis, V. gevaar, o., Charity, liefde, liefdadig- mogelijkheid, v.; toevallig. held, welgezindheid, v. Chancel, koor, afgesloten Charm, bekoren,betooveren, gedeelte eener kerk,waar het verlokken; toovermiddel, o., altaar staat, o. bekoring, betoovering, v. Chancellor, kanselier, m. Charwoman, schoonmaak- Change, veranderen,verwis- ster, werkvrouw, v. selen, verandering onder- Chase, najagen, vervolgen, gaan; verandering, v.; klein verjagen ; jacht, vervolging, geld, o.; beurs, v. v., jachtterrein, o. Changeling, veranderlijk Chasm, gapende kloof,v., af- persoon, m.; ondergescho- grond, m. 'ren, zuiveren. ven kind, o. Chasten, verbeteren, loute- Channel, kanaal,o.,bedding, Chastise, kastijden, tot ge- afvoerbuis, v. [gen. hoorzaamheid dwingen. Chant, herkgezang, o.; bezi n- Chat, babbelen, praten; Chaos, chaos, m., wanorde, praatje, o. verwarring, v. Chatter, ratelen, babbelen, Chap, kloven, splijten, bar- klappertanden; (chatterbox) sten, knappen ; spleet, reet, babbelkous, v. v., barst, m.; kerel, vent, m. Cheap, goedhoop, billijk, Chapel, kapel, v. van geringe waarde. Chaplain, kapelaan, geeste- Cheat, bedriegen, afzetten; lijke voor de leden der le- bedrieger, afzetter, m. gatie, de troepen etc., m. Check, stremmen,tegenhou- Chapter, hoofdstuk,kapittel; den, beletten; vergelijken; lichaam uit geestelijke ruit, v.; geklwissel, m.; be- heeren bestaande, o. letsel, o. Character, letter, v., teeken; Checkmate, schaakmat. karakter, o., karakterbe- Cheek,teit, v 1. V a 11 g, kaak; bruta- schrijving, v. Characteristic, karakteris- Cheer, toejuichen, aanmoe- tiek, kenschetsend, eigen- digen, juichend begroeten; aardig; karaktertrek, m. gej uich,o.,vreugde,vrool ij k- Charcoal, houtskool, v. held, v. Charge, belasten, gelasten ; Cheese, kaas, v. Chemist 25 Cicatrice
Chemist, apotheker, chemi- Chisel, beitelen, uithouwen ; cus, m. [kunde, V. beitel, m. [derschap, v. Chemistry, apotheek, schei- Chivalry, ridderlijkheid,rid- Cherish, 1 ief koozen,vertroe- Chocolate, chocolade, v. telen, koesteren, voeden. Choice, keus, keuze, voor- Cherry, kers, v.; kerskleurig. keur, v. Chess, schaakspel,o.;(chess- Choir, koor, kerkkoor, o. board) schaakbord, o. Choke, verstikken, verslik- Chest, kist ; borst, v. ken ; (choke-full) stikvol. Chestnut, kastanje, v., kas- Cholera, cholera, v. tanjeboom, m.; kastanje- Choose, kiezen, uitzoeken; kleurig ; (horse chestnut) verkiezen. wilde kastanje. Chop, hakken;verkwanselen, Chicken, kuiken, o., kip, v.; verruilen; cotelette, v. (to count one's chickens, Chord, snaar, v., akkoord, 0. before they are hatched) de Chorister, koorzanger, zan- huid verkoopen, eer de beer ger, m. geschoten is. [(mv.), v. Chorus, koor, koorgezang,o. Chicken - pox, waterpokken Christ, Christus. [geven. Chide, beknorren, berispen. Christen, doopen; een naam Chief, opperhoofd, o., aan- Christian, Christen, volge- voerder, m.; eerste, voor- ling van Christus, m., chris- naamste, opperste. telijk. Chieftain, opperhoofd, aan- Christianity, Christenheid, voerder, bevelhebber, m. v., godsdienst van Christus, Child, kind, o.; (children) m. [kerstfeest, o. kinderen. [heid, v. Christmas, Kerstmis, v., Childhood, jeugd, kinds- Chronicle, vermelden in de Childish, kinderachtig. geschiedenis ; kroniek, ge- Chill, koude, kilte, kilheid; schiedenis, v. ontmoediging, koelheid, v.; Chronology, tijdrekenkun- koud, kil, koel ; ontmoedi- de, tabel van geschiedkun- gen, verkillen. dige feiten, v. Chime, luiden, harmoniee- Chuckle, onderdrukt ren, instemmen ; klokken- lachen, kakelen, liefkoozen; spel, o., harmonie, v. zacht gelach, o. Chimney, schoorsteen, m. Chum, kamergenoot, intie- Chin, kin, v. me vriend, m. China, China ; porcelein, o. Church, kerkgebouw, o., Chink, rinkelen ; scheuren, kerk, geesteltjkheid, secte,v. barsten ; scheur, spleet, v., Churchwarden,kerkvoogd, barst, m. diaken, m.; lange, steenen Chip, splinter, spaander, m.; pijp, v. [begraafplaats, v. (he is a chip of the old block) Churchyard, kerkhof, o., hij heeft een aardje naar Churn, karnen, met kracht zijn vaartje. roeren; karn, v. Chirp, kweelen, tjilpen ; ge- Cicatrice, litteeken, 0., (to kweel, getjilp, o. cicatrise) vergroeien. Cigar 26 Clod
Cigar, sigaar, v.; (cigar-case) met, dwarsboomen; geklet- sigarenkoker, m. ter, gerinkel, o., stoot; tegen- Cinder, asch, v., sintel, m.; stand, m. verkoold hout, o. ClaSp,vastklemmen,grijpen; Cinderelia,Asschepoester,v. kram, sluiting, v. Cinnamon, kaneel, v. en o. Class, rangschikken, orde- Cipher, uitrekenen; cijfer, nen ; klasse, orde, v. o., nul, v., waardeloos ding ; Classic, klassiek ; (the clas- naamcijfer, cijferschrift, o. sics) de klassieken. Circle, omringen, rondgaan; Clause, zin, m., onderdeel kring, cirkel, ring, m. van een zin ; artikel van een Circuit, omtrek, rondgang, contract, o. m., rondreis, v. Claw, krabben, scheuren, Circulate, rondgaan, zich rukken, kietelen ; klauw, verspreiden, circuleeren. nagel, m. Circumcise, besnijden,(cir- Clay, met klei zuiveren ; klei, cumcision) besnijdenis, v. aarde, v., leem, stof, o. Circumlocution, omschrij- Clean, zuiveren, schoonma- ving, v., omhaal van woor- ken ; helder, zuiver, schoon, den, m. rein, zindelijk; geheel. Circumstance, omstandig- Cleanliness, zindelij kheid, heid, v., toestand, m., voor- reinheid, v. val, o. Cleanse, zuiveren, schoon- Circus,paardenspel,circus,o wasschen. Citation, aanhaling; dag- Clear, helder maken, ophel- vaarding, v. deren, vrijmaken ; oprui- Citizen, burger, m. men ; helder, duidelijk, vrij. Cityman, koopman, m. Cleave, splijten, klieven, Civil,bnrgerlijk;beleefd;leek; scheiden, barsten; aanhan- (civil war) burgeroorlog, m. gen, aankleven,vereenigen. Civilisation, beschaving, v. Clemency, zachtmoedig- Claim, eischen; eisch, m., held, vergevensgezindheid,v recht, o., het opgeeischte. Clergy, geestelijkheid, v. Clamber, klouteren. Clerk, geestelijke, geleerde, Clamour, oproer, lawaai,ge- klerk, schrijver, m. rucht,rumoer,geschreeuw,o Clever, knap, handig, be- Clan, geslacht, o., stam, m., kwa am . Mick, v. Cliff, klip, rots, v., afgron d,m. Clandestine, geheim, ver- Climb, klimmen, bestijgen. borgen, in het geniep. Cling, aanhangen,aanklevcn, Clap, klappen, hard slaan ; zich vastklemmen. slag, hlap,m.,(thunder- clap) Cloak, mantel, m., ruim ge- donderslag, m. waad, o.; bedekken, bem n n - Claret, Bordeauxwijn, roode tel en, inkleeden. wijn, m. Clock, klok, v., uurwerk, o. Clarion, klaroen, v.; zuiver- Clod, aardkluit, v., nard- klinkend. klomp, m., aarde, v.; (10M- Clash, luid slaan, strijden 00T, Ill. Cloister 27 Colony
Cloister, kloostergang, v.; Coffee, koffie, v. opsl ui ten , a fzonderen in een Coffin, doodkist, v. klooster. Cogitate, bepeinzen, over- Close, sluiten, eindigen, ver- leggen, bedenken. eenigen, samengroeien; om- Cognisance, kennis, be- sloten plaats, v., ingesloten schouwing,v.;rechtsgebied,o terrein, nauw straatje, o.; Cohabit, als man en vrouw dicht, benauwd, nauw, samenwonen. dichtbij, vol, verborgen, ge- Cohesion, cohesie, v., ver- sloten. band, o., samenhang, Cl oth, la ken , geestelij k Coil, kronkelen; kronkeling, ambtsgewaad; tafellaken, o. bocht, streng, v. ClOthee(pl.),kleederen (mv.), Coin, munten, stempelen, o.;(bed-clothes)beddegoed,o vormen ; munt, v., geldstuk, Cloud, verduisteren, betrek- o.,penning,m. [menvaFlen. ken, bewolken, somber ma- Coincide, samenloopen, sa- ken ; wolk, v., sluier, m. Coincidence, samenloop Clove, kruidnagel, m. van omstandigheden, m. Clover, klaver, v.; (a life of Cold, koude, verkoudheid, clover) een heerlijkleventje. v.; koud, koel. Clown, hansworst, boeren- Col ic, koliek, v. pummel, m. Collapse, neervallen,instor- Club, club, vereeniging, v.; ten, inzakken; instorting, knuppel, m. [grof. inzakking, v. Clumsy, lomp, onhandig, Collar, bij den kraag vatten; Cluster, samengroeien, in kraag, halsboord, -band, in. trossen groeien; bos, tros,m. Collation, vergelijking; be- Coagulate, stollen, strem- giftiging, v.; tusschenmaal- Coal, steenkool, v. [men. ti d, m. Coarse, grof, ruw, lomp, Colleague, collega, ambtge- onbeschaafd. foot, m.; zich vereenigen, Coast, kust, zeekust, v. samenspannen. Coat, jas; huid, yacht, be- Collect, verzamelen,vereeni- dekking, laag, v. gen, ophalen ; kort gebed, o. Coax, vleien, overhalen,flik- Coliection,verzameling,col- flooien. lectie, v. [teit, v. Cobbler, schoenlapper, m. College, college, o., universi- Cobweb, spinneweb, o.; Collier, kolengraver, kolen- (cobwebs) muizenissen. handelaar, m. COCagne, Luilekkerland, o. Collision, botsing, aanva- Cock, optoomen, trots rond- ring, v., tegenstand, m. stappen ; haan, weerhaan, Colloquial, tot de spreektaa I m.; kraan, tong, v. behoorende. [bele punt, v. Cockade, rozet, v.,insigne,o. COIOn,kronkeldarm,m.,dub- Cockney, geboren Londe- Colonel, kolonel, m. naar, m.; plat Londensch. Colonial, koloniaal. Cocoa, cacao, v. [schil, v. Colonise, kolonizeeren. Cod, kabeljauw, m.; peul, Colony, kolonie, v. Colour 28 Common-sense
Colour, kleur, verf, tint, ge- Comment, van verklarende laatskleur, v.; verven, kleu- aanteekeningen voorzien, ren, tinten. kritiseeren;aanteekening,v., Colt, veulen, o.; wildzang, m. commentaar, m., kritiek, v. Column, kolom, v., pilaar, Commentary, verzameling m., zuil, kolonne, v. van verklarende aanteeke- COIZa, koolzaad, o. ningen, v.; geschiedkundig Comb, kammen, hekelen ; verhaal, o. kam, hekel, m.; nauwe val- Commerce, handel,m., ver- lei ; honigraat, v. keer, o., omgang, m. Combat, strijden, vechten ; Commercial, tot den han- strijd, m., gevecht, o. del behoorend, (commercial Combine, samenvoegen, sa- traveller) handelsreiziger. menbrengen,samenspannen Commination, dreigement, Combustible, brandstof, v. o.; (Commination Service) Come, komen, naderen, aan- dienst op Aschdag in de komen, gebeuren. Anglicaansche kerk. Comedian, tooneelspeler ; Commingle, vermengen. tooneelschrijver, m. Commiserate, beklagen, Comedy, •blijspel, o. medelijden hebben met. Comely, aangenaam, beval- Commiseration, medelij- lig, lief, knap, mooi. den, medegevoelen. Comet, komeet, staartster, v. Commission, opdragen, Comfort, troosten, tot be- machtigen;opdracht,mach- daren brengen ; gemak, o.; tiging,officiersaanstening,v. troost, m. Commissioner, commissa- Comfortable, prettig, ge- ris, gevolmachtigde, m. noegelijk, aangenaam, op Commit, begaan, bedrijven, zijn gemak. [kend,komiek. toevertrouwen, verwijzen ; Comic, grappig, lachwek- (to commit to memory) van Comma, komma, v. en o. buiten leeren. Command, bevelen, beheer- Committee, commissie, v., schen, aanvoeren ; bevel, curator, m. [gen. gebod, commando, o. Commix, vermengen, men- Commander, bevel hebber, Commixtion, mengsel, o. aanvoerder, m. Commodious, geriefelijk, Commandment, gebod, be- geschikt, gemakkeli jk,ruim. vel, o.; (the Ten Command- Commodity, gerief, gemak, ments) de Tien Geboden. handelsartikel, o. COMMeMOrate,herdenken, Common, gemeenschappe- vieren. [ginnen. lijk, publiek, veel voorko- Commence, aanvangen, be- mend , gewoon,gemeen,laag, Commend, aanbevelen,prij- min, algemeen. zen, toevertrouwen. Commonplace, droog ge Commendable, aanbeve- zegde, algemeen denkbeeld, lenswaard. o.; alledaagsch. Commendation, aanbeve- Common - sense, gezond ling, aanprijzing, v. verstand, oordeel, o. Commonwealth 29 Complex
Commonwealth, gemeene- volvoeren;omirek,m.,ruim- best, staatslichaam, o., vrije te, v., bereik; kompas, o. staat, m., republiek, v. Compassion, medelijden, Commotion, beroering, op- mededoogen, o., erbar- winding, v., oproer, o. ming, v. Commune, omgaan,het Hei- Compassionate, medelij- lige Avondmaal ontvangen ; Vend, mededoogend, erbar- Communie, v.• omgang, m. mend. Communicant, iemand, die Compatibility, harmonie, deel neemt aan het Heilige bestaanbaarheid, overeen- Avohdmaal. stemming, v. CommuniCate,mededeelen, Compatriot, landoenoot, m. schenken, openbaren, deel- Compeer, evenkme, pair, m . nemen aan het Heilige Compel, dwingen, noodza- Avondmaal. ken, overheerscben,drijven. Communication, mededee- compensate, beloonen,den ling, gedachtenwisseling, prijs betalen, goed maken. communicatie, v.; omgang, Compensation, belooning, m. [zaam. vergoeding, v. Communi-cative,mededeeI- Compete, wedijveren, zich Communion, omgang, m., meten. gemeenschap, v., Heilig Competence, bevoegdheid, Avondmaal, o. genoegzaamheid, welge- Communism, leer van het - steldheid, v. gemeenschappelijk bezit, v., Competent, bevoegd, ge- socialisme, o. noegzaam, afdoend. Community, maatschappij, COmpetitor,mededinger,m. gemeenschap, v., gemeente- Compile, samenstellen, ver- beet ; publiek, o. Vaardigen ; omvatten. COMjiaCt, samenvoegen,ver- Complacent, tevreden, vol- bin en,vereenigen;overeen- daan, minzaam. komst, v., verdrag, o.; aah- Complain, klagen, zich be- eengesloten, hecht, solide. klagen, jammeren; iemand Companion, metgezel, aanklagen. meraad, makker m. Complaint, klacht, aan- COM_peny,gezelschap,o.,ver- klacht ; kwaal, v. eenigihg, v., bezoek,tooneel- Complement, voile hoe- gezeischap, genootschap, b. veelneid,volkomenheid,vol- Comparative, vergelijkend, maaktheid, aanvulling, v., betrekkelijk ; (comparative complement, o. [lend. degree) vergelijkende trap. Complements% aanvul - Compare, vergelijken, ge- Complete, voltallig, vol- lijkstellen. [v. maakt,volkomen;voltooien, Comparison, vergelijking, volmaken. Compartment, vak, o., af- Completion, volmaking, deeling, v., coupe (trein), m. voltooiing, vervullipg, v. Compass, omringen, om- Complex, samengesteld; in- vatten, belegeren, bnigen, gewikkeld.
Engelsch-Holl. 2 Complexion 30 Concentration Complexion, lichaamsge- Compression, samendruk- steldheid, gelaatskleur, v.; king, samenpersing, be- temperament, o. knoptheid, v. Complexity, samengesteld- Comprise, bevatten, om- held, ingewikkeldheid, v. vatten, inhouden, insluiten. Compliance, toegevend- Compromise, blootstellen, heid, inschikkelijkheid, on- wagen, schikken, bijleg- derwerping,v. [ingewikkeld gen; schikking, overeen- Complicate, samengesteld, komst, v., vergelijk, o. COmpliCatiOn,ingewikkeld- Compulsion, dwang, m.; beid, ingewikkelde zaak, v. (on compulsion)door dwang Compliment, plichtpleging, Compulsive, dwingend, v., eerbewijs, o., vleierij, v. dwanguitoefenend. Complimentary, vleiend. Compunction, berouw, o., COMplOt, samenzweren ; spijt, gewetensknaging, complot,o.,samenzwering,v wroeging, v. [len, schatten. Comply, toestemmen, toe- Compute, berekenen, tel- geven, zich schikken naar; Comrade, kameraad, mak- overeen stem m en . ker, kornuit, metgezel, m. Compose, samenstellen, Con, weten, kennen, door- vervaardigen,componeeren; zoeken, bestudeeren; (to kalmeeren, bedaren; rege- con thanks) dankbaar zijn. len, schi kken. Concave, uithollen; hot, Composition, samenstel- concaaf; holte, v., boog, vervaardiging, corn- m., gewelf, o. positie, schikking, v. Concavity, holheid, v. Compost, vermengde mest, Conceal, verbergen, ver- m.; pleisterkalk, v. stoppen, geheim houden, Composure, kalmte, rus- stil houden. tigheid, bedaardheid, be- Concealment, verberging, zadigdheid, v. verstopping, geheimhou- Compound, vermengen, be- ding ; schuilplaats, v. reiden, schikken; erf, o. Concede, toegeven, opge- (Indie); samengesteld. yen, overgeven, toestaan, Comprehend, vatten, be- laten voorbijgaan. vatten, begrijpen. Conceit, opvatting, v., oor - Comprehensible, begrij- deel, denkbeeld, o., ver- pelijk, verstaanbaar, dui- waandheid, gril, v.; pa- delijk. troon, o. Comprehension, bevat- Conceivable, begri jpel ij k . ting, v., begrip, begrijpen, Conceive, zwanger worden, o., omvang, ontvangen; begrijpen, den- Comprehensive, veelom- ken, zich voorstellen. vattend, bevattelijk, uit- Concentrate, op een punt gebreid. vereenigen verdikken. Compress, samendrukken, Concentration, concentra- sawenpersen, verdichten, tie, v.; brengen naar een verkleinen; compres, o. punt, o. Conception 31 Conduct
Conception, ontvangenis; Concubinage, samenwo- bevatting, opvatting, ge- ning zonder wettig hu- dachte,v.;begrip,ontwerp,o. welijk, v. Concern, toebehooren, aan- Concubine, bijzit, v. gaan, van belang zijn voor, Concur, samenloopen, op passen; storen, verontrus- een punt samenkomen, ten ; zaak ; onrust, v.; be- overeenstemmen, samen- lang, o.; firma, v. werken. Concert, regelen, schikken, Concurrence, samenloop, uitvoeren ; overeenstem- m., vereeniging, toestem- ming, v.; concert, o. ming, samenwerking, v. Concertina, harmonica, v. Concussion, schudding, v., Concession, concessie, ver- schok, m.; afpersing; her- gunning, toestemming, v. senschudding, v. Conch, zeeschelp, die als Condemn, veroordeelen, trompet dienst doet, v. schuldig verklaren, getui- Conchology, kennis der gen tegen, ongeschikt voor schelpdieren, v. den dienst verklaren; laken. Conciliate, verzekeren, be- Condemnation, veroordee- vestigen, verzoenen. ling, beschuldiging, straf, Conciliation, verzekering, v., vonnis, o. bevestiging, verzoening, v. Condemnatory, veroordee- Concise, beknopt, kort, lend, beschul igend. krachtig. Condense, verdichten, ver- Conclave, kardinaalsver- dikken, samenpersen. gadering, waar de paus Condescend,zich verwaar- wordt gekozen, vergader- digen, neerbuigen. zaal der kardinalen ; ge- Condescension, neerbui- heime vergadering, v. gende goedheid, verwaar- Conclude, sluiten, beslui- diging, minzaamheid, v. ten, insluiten, eindigen, Condition,voorwaarde,hoe- bepalen, uitmaken, eene danigheid, omstandigheid, gevolgtrekking makers. v., toestand, aard, stand, m. Conclusion, einde, besluit, Conditional, voorwaarde- slot, eindbesluit, o.; poging, lijk, niet absoluut. gevolgtrekking, v. Condole, treuren, jamme- Conclusive, laatste, eindi- ren; deelneming betoonen. gend, tot slot. Condolence, deelneming; Concoct, koken, klaarma- deelnemingbetuiging, v. ken ; verteren, rijpen; uit- Condone, vergeven, ver- denken, beramen. giffenis schenken. Concord, overeenkomst, Conduce, leiden, bijdragen, overeenstemming, een- strek ken. dracht, harmonie, v. Conduct, leiden, voeren, COnCOrdenCe,overeenstem- sturen, behandelen, gelei- ming, v., inhoud (Bijbel), m. den, dirigeeren; zich ge- Concrete, samengegroeid; dragen; leiding, v., gids; m.; concreet. wacht, v.; gedrag, o. Conductible 32 Confuse
Conductible, leidbaar. Confine, een gemeenschap- Conduction, geleiding, v. pelijke grens bezitten, be- Conductive, geleidend. perken, beteugelen; grens, Conductor, gids, dirigent, beperking, v. kapelmeester, conducteur, Confinement, beperking, m.; (lightning-conductor) opsluiting, afzondering; be- bliksemafleider. valling, v. Conduit, kanaal, o., wa- Confirm, sterker ma ken,ver- terpijp, v. [pijnappel, m. sterken, getuigen,bevestigen Cone, kegel, m.; (fir-cone) Confirmation, bevestiging, Confabulate, konkelen,pra- v., getuigenis, o. ten, kletsen, babbelen. Confirmative bevestigend. Confederacy, verbond, o., COnfiscate, ieslag leggen confederatie, unie, v., ver- op, verbeurd verklaren. drag, o. Conflagration, vernietigen- Confederate, verbonden ; de brand, m. bondgenoot, m. Conflict, worstelen, strij- Confederation, verbond, den, niet overeenstemmen ; verdrag, o. strijd, m., conflict, o., in- Confer, schenken, toestaan ; nerl ijite strijd,zielestrijd,m. beraadslagen, van gedach- Confluence, samenstroo- ten wisselen. ming; menigte, vergade- Conference, vergadering, ring, v. beraadslaging, v., congres, Conflux, samenstrooming, o„ onderhandeling, v. menigte, volksmassa, v . Confess, bekennen, belei- C onform, vervormen, schik- den, biechten. ken, klaar maken; zich Confession, bekentenis, schikken naar, toestemmen. biecht, v. [ 111 - COnfOrMatiOn,vervorming, Confessional, biech tstoel, schikking, gedaante, v., Confessor, biechtvader, m.; bona, (Edward the Confessor) Conformist, aanhanger der Eduard de Belijder. Anglicaansche Kerk, m. Confidant, boezemvriend, Conformity, overeenkomst, vertrouwde, m. overeenstemming, Confide, toevertrouwen,ver- king, v. trouwen. Confound, vermengen, ver- Confidence,vertrouwen,ge- warren, verbijsteren, ver- ioof ; zelfvertrouwen, o.; schrikken, beschamen, ver- overmoed, m.; betrouw- nietigen, omwerpen, ver- baarheid, v. warring veroorzaken. Confident, vertrouwend,vol Confront, staan tegenover, vertrouwen, verzekerd. onder de oogen komen, Confldential,vertrouwelijk; verzetten, vergeli,jken. in vertrouwen. Confuse, vermengen, ver- Configuration, bepaalde warren, door elkander vorm, m., uitevlijke ge- gooien, in verwarring bren- daante, v. gen. Confusion 33 Consanguineous Confusion, verwarring, ver- Conjoin, doen vereenigen; legenheid, wanorde, v., ru- vereenigen, samenkomen. moer, o., verbijstering, ver- Conjoint vereenigd, samen- nieling, duisternis, v. werkend. Confute, bewijzen, dat iets Conjugal, tot het huwe- valsch is ; een argument I ijksleven behoorend. weerleggen. Conjugate, vervoegen; sa- Congeal, bevriezen, doen menvoegen. bevriezen ; stollen. Conjunction, vereeniging, COngenial,sympathiek,aan- v., verbond; voegwoord, o. genaam, geschikt, gepast. Conjuncture, voeging; ge- Congestion, congestie, v., legenheid, v., samenloop bloedsaandrang, m. van omstandigheden, m. Conglobate, tot een bal Conjuration, samenzwe- gevormd worden,kogelrond ring ; betoovering; smeek- worden. bede, v. Conglomerate, samenhoo- Conjure, samenzweren;aan- pen, een bal vormen. roepen, smeeken ; door een COnglUtinate,samenkleven, eed binden; betooveren, vastpla kken. tooveren, goochelen. Congratulate, gelukwen- Connect, samenvoegen,aan- schen, vreugde te kennen eenkhakelen, vastmaken, geven. vereenigen ; samenhangen. Congratulation, geluk- Connection, connectie, v., wensch, m., uiting van verband, o., omgeving, ken- vreugde, v. [schend. nis, partij, v.; godsdienstig Congratulatory, gel u kwen- lichaam, o., clientele, v. Congregate, zich verzame- Connivance, toegevend- len, te zamen komen, ver- heid,gehei me toestemming,v gaderen. Connive, oogluikend toela- Congregation, gemeente ten, door de wingers zien. (kerk), vergadering van Connoisseur, kunstkenner, geestelijken te Rome, v. beoordeelaar, m. Congress,beraadslaging,v., Connubial, tot het huwelijk congres; wetgevend lichaam behoorend. der Vereenigde Staten, o. Conquer, overwinnen, win- Congruity, overeenkomst, nen,overmeesteren, de heer- overeenstemming, v. schappij verkrijgen, onder- Congruous, overeenko- drukken. [lijk. mend, overeenstemmend, Conquerable, overwinne- geschikt. Conqueror, overwinnaar, Conic, kegelvormig; (conic m.; (The Conqueror) Willem section) doorsnede, v. de Veroveraar. Coniferous, tot de conife- Conquest, overwinning, on- ren behoorend. derwerping, overmeeste- Conjecture, gissen, ver- ring, v. moeden ; gissing, v., ver- Consanguineous, in den moeden, denkbeeld, o. bloede verwant. Conscience 34 Constancy
Conscience, geweten, o., ' Considerate, kiesch, attent, diepste gedachte, v.,zedelijk ernstig, oplettend. bewustzijn, o., beset. van Consideration, beschou- goed en kwaad, o. wing, overweging, attentie, Conscientious, gewetens- kieschheid, belangrijkheid, vol, door het geweten voor- waarde, v. geschreven, nauwgezet. Consign, merken, teekenen, Conscious,bewust, ontvan- toevertrouwen, verzenden, kelijk. opgeven, toe-, overgeven. Consciousness, bewust- Consignee, agent, bewaar- heid,wetenschap,v.,besef,o. der van goederen, rn. Conscript, ingeschreven; lo- Consist, bestaan, vaststaan, teling, dienstplichtige, m. blijven bestaan, samenge- Conscription, dienst- steld zijn. plicht, v. Consistence, bestaan, o., Consecrate, wijden,opdra- rust,v.,duur,m.,harmonie,v. gen,heiligen;heilig verklaren Consistent, stevig, solide, Consecration, wijding,hei- vast, overeenstemmend. liging; heiligverklaring, v. Consistory, plechtige sa- Consecution, opvolging, menkomst, v. reeks, v. Consolable, troostbaar. Consecutive, geregeld op- Consolation, troost, opbeu- volgend, onafgebroken vol- ring, opwekking, v. gend. Console, troosten, opbeu- Consent, toestaan, toestem- ren, opwekken, kalmeeren. men, toegeven; toestem- Consonance, gelijklui- ming, instemming, v.; raad, dendheid, overeenkomst, m., gevoelen, o. harmonie, v. Consequence, gevolg; ge- Consonant, gelijkluidend; wicht, o., belangrijkheid, v. medeklinker, m. Consequent, voortvloeiend Consort, gezel, metgezel, Conservation, bewaring,v., compagnon, echtgenoot, m., behoud, o. ech tgenoote, v.,gezelschap,o Conservatism,gehechtheid Conspicuous, opvallend,in aan het bestaande, v., poli- het oog vallend, buitenge- tieke principes der conser- woon. [v., complot, o. vatieven (mv.), o. COnspiracy,samenzwering, Conservator, opziener, be- Conspirator, samenzweer- waarder, verdediger, vrede- der,bondgenoot,medeplich- bewaarder, m. tige, m. Conserve, bewaren, behou- Conspire, samenzweren, sa- den, beschermen ; inmaken, menspannen,verraad in den inleggen. zin hebben. Consider, overwegen, be- Constable, politieagent, rn. schouwen, nadenken, scha t- Constancy, standvastig- ten, van gewicht achten. held, onwankelbaarheid, Considerable, belangrijk, trouw, zekerheid, werke- belangwekkend, vrij groot. lijkheid, v. Constant 35 Content
Constant, standvastig, on- Consultation, raadpleging, wankelbaar, onverander- beraadslaging, v. lijk, getrouw, voortdurend. Consume, vernietigen, ver- Constellation, sterren- nielen, verbruiken, vermor- beeld, o., planeet, v. sen ; verteren, wegteren. Consternation, on tstel te- Consummate, volkomen ; nis, verrassing, verbazing,v. uitstekend; voltooien, vol- COnstipate,verdikken,stop- maken, voleinden. pen, hard maken. Consummation,voltooiing, Constipation, verstopping, volmaking, voleindiging, v. hardlijvigheid, v. [o. Consumption, tering, v.; Constituence, kiesdistrict, verbruik, o. Constituent, vervaardi- Contact, aanraking, nauwe gend, samenstellend, aan- vereeniging, v. stellend ; kiezer ; klant, Contagion, venijn, vergi f,o. , client, m. besmetting, v. Constitute, samenstellen, Contagious, besmettelijk. aanstellen, kiezen. Contain,bevatten,inhonden, Constitution, samenstel- beteugelen, begrijpen, in- ling, lichaamskracht, v.; re- sluiten. geeringsvorm, m., grond- Contaminate, bezoedelen, wet, v. besmetten, verontreinigen. Constitutional, grondwet- Contemn, verachten, min- telijk, wettig; lichaamsbe- achten, verwaarloozen. weging, v. Contemplate, beschouwen, Constrain, bedwingen, be- waarnemen, bestudeeren, teugelen, met kracht onder- bepeinzen, zinnen op. drukken, binden. Contemplation, beschou- Constraint, dwang, m., wing, overdenking, v., plan, noodzaak, v. doel, o. COnStriCtisamentrekken,sa- Contemporary, tijdgenoot; mendrukken, doen krimpen uit denzelfden tijd, uit de- Constriction, samentrek- zelfde eeuw. king, krimping, v. Contempt, minachting, ver- Construct, opbouwen, vor- achting ; schande, oneer men, samenstellen. ongehoorzaamheid aan de Construction, opbouwing, wet, v. samenstelling, vervaardi- Contemptible, verac h te- ging ; uitlegging, vertolking; lijk, laag, gemeen. constructie, v. Contemptuous, verach- COnetrUe,rangschikken,ver- tend, minachtend. talen, uitleggen, vertolken. Contend, strijden, worste- Consul, consul, m. len, betvvisten ; verdedigen, Consulate, consulaat, o. steunen. Consult,raadplegen,beraad- Content, voldoen, bevredi- slagen, raad vragen, onder- gen; voldoening, tevreden- zoeken ; besluit, consult, o., heid, toestemming, v.; vol- overeenkomst, v. daan, tevreden, bereid. Contention 36 Contributory
Contention, strijd, twist, len ; verboden, onwettig; m. worsteling, vijandig- smokkelwaar, v.; verboden heid, v., wedijver, m. handel ; negerslaaf, Contest, strijden voor, twis- Contract, samentrekken, ten, betwisten, in twijfel verkorten; verloven; ver- trekken; strijd, twist, m. krijgen; aangetast worden; Contexture, weefsel, o., sa- overeenkomst, verloving, v. menstelling, v. Contractible, samentrek- Contiguity, aanraking, na- baar. bijheid in tijd of ruimte, v. Contraction, samentrek- Contiguous, aanrakend, king, verkorting,afkorting,v aangrenzend, naburig, be- Contractor, aannemer, m. lendend. Contradict, tegenspreken, Continence, zelf beheer- loochenen. sching, kuischheid, v. Contradiction, tegen- Continent, kuisch, matig ; spraak, ontkenning, tegen- voortdurend '• vasteland, o.; overgestelde verklaring, te- vat, o., iuhoud van een genstelling, v. vat, m. Contradistinction, tegen- Contingence, toevallig stelling, v., onderscheid voorval, toeval, o. door tegenovergestelde hoe- Continual, onafgebroken, danigheden, v. onophoudelijk, voortdu- Contralto, altstem, altzan- rend. geres, muziek voor alt- Continuance,onafgebroken stem, v. opeenvolging, voortduring, Contrary, tegenovergesteld, volharding, v. verschillend ; afstootend, Continuation, vervolg, o., eigenzinnig ; het tegenover- voortzetti ng, voortduring,v. gestelde, o.; tegenstander,m. Continuative, voortdurend, Contrast, vergelijlien om permanent. een verschil aan te toonen ; Continue,voortzetten,voort- verschil, o., verge] i j ki ng gaan, voortduren, vervol- om een verschil aan te gen,uitbreiden,laten blijven toonen, v. Continuity, onverbroken Contravene, belemmeren, verband, o., onverbroken hinderen, beletten ; ver- vereeniging, aankleving, v. krachten. Continuous, onafgebroken, Contravention, verzet, o.; onophoudelijk, zonder op- verkrachting, v. houden. Contributary, schatting be- Contort, verdraaien, ver- talend aan denzelfden heer. wringen, samentrekken. Contribute, bijdragen, zijn Contortion,verdraaiing,ver- aandeel betalen. wringing, samentrekking,v. Contribution, bijdrage,con- Contour, omtrek, m., bui- tributie, medewerldrig; tenste lijn, v. brandschatting, v. Contraband, als smokkel- Contributory, leidend tot waar verklaren ; smokke- een zelfde doel. Contrite 37 Convince
Contrite, berouwvol, be- Convention, samenkomst, rouwhebbend. vergadering van vertegen- Contrition, diep berouw woordigers, v.; verdrag, o.; over begane zonde, o. onderhandelingen voor een Contrivance, uitvinding,v.; wapenstilstand (mv.), v. plan ; toestel, o. Conventionality, overeen- Contrive, uitvinden, nit- gekomen stelsel, opvolgen denken ; uitgeven ; voor- van vastgestelde regels,.o. bijgaan. Converge, naar een punt Control, besturen, bedwin- overhe en. en, beheerschen, nagaan ; Conversable, aangenaam, bedwang, beletsel ; bevel, onderhoudend, prettig. gezag, o. Conversant, welingelicht, Controllable,bedwingbaar, op de hoogte van, kundig. bedwongen. [strijdend. Conversation, intieme om- Controversial, vijandig, gang, m., gedrag; gesprek, o. Controversy, tegenstand, Conversazione, samen- m., verzet, o., strijdvraag, komst ter bespreking van v.; geschil, twistgeschrijf, o. letterkundige of weten- Controvert, betwisten, schappelijke onderwerpen,v twisten. Converse, omgang hebben ; Contumacious, eigenzin - gemakkelkik spreken ; be- nig, koppig, halsstarrig. kendheid, v., gesprek, o.; Contumacy, verzet tegen omgekeerde verhouding, v. het wettige gezag, o. Conversion, veran der i ng, Contumely, smaad, boon, bekeering, aanwending tot m., onbeschaamheid, bru- eigen gebruik, v. taliteit, schande, v. [zen. Convert, veranderen, be- COntuee,vermorselen.kneu- keeren, tot eigen gebruik Conundrum, raadsel, ge- aanwenden ; bekeerling, m. grond op een schijnbare Convertible, veranderbaar, gelijkenis tusschen ver- bekeerbaar. schillende dingen, o. Convex, bol, gewelfd. Convalescence, langzaam Convexity, bolheid, wel- herstel, o. ving, v. Convalescent, herstellend; Convey, dragen, voeren,ver- (convalescent home) tehuis voeren, meedeelen, in het voor herstellende zieken, o. geheim wegvoeren, stelen. Convene, samenroepen, bij- Conveyance, voertuig, o.; eenroepen ; vergaderen. overdracht, v. Convenience, gemak, o.; Convict, de schuld bewij- behagelijkheid, v. zen van, schuldig verkla- Convenient, gemakkellik, ren, van zonde overtuigen; geschikt, gepast, handig, galeiboef, m. nuttig, bij de hand. Conviction, pvertuiging; Convent, vergadering, v., schuldigverklaring, v. kloost r, o.; bijeenroepen, Convince,overtuigen,schul- oproepen, samenkomen. dig verklaren, overwinnen. Convivial '38 Cordon
Convivial,feestelijk,gezellig Co - ordinate, nevengesc hi kt, Convocation, samenroe- met denzelfden rang be- ping, oproeping, vergade- kleed. [pagnon, m. ring, samenkomst van Copartner, deelgenoot,com- geestelijken, v. [roepen. Cope, koopen, onderhande- Convoke, samenroepen, op- len, wedijveren, struden ; Convolve, oprollen, opwin- hoofddeksel; dak, gewelf ; den, over elkander winder. priestergewaad, o. Convoy, begeleiding, v., kon- Coping- stone, sluitsteen, vooi, geleide, o., wacht, v. hoeksteen, m. Convulse, heftig beroeren, Copious, overvloedig, ruim, doen stuiptrekken. vruchtbaar, vloeiend. Convulsion, stuip, stuip- Copper, rood koper, o., ke- trekking;heftige beroering,v tel, m., koperstuk, o.; van Convulsive, stuipachtig. koper ; verkoperen. Cony, konijn, duinkonijn, o. Copula, koppelwoord, o. Coo, kirren (to bill and coo) Copulate, koppelen; samen- trekkebekken en minne- leven ; samengevoegd. koozen. Copy, overschrijven, nama- Cook, koken, klaarmaken ; ken, nadoen, tot voorbeeld vervalschen; kok, m., keu- nemen ; afschrift, namaak- kenmeid, v. sel, model, exemplaar, o.; Cookery, koken, kokswerk ; overvloed,m., legermacht,v. heerlijk schoteltje, o.; Copyist, letterdief, nama- (cookery-book) kookboek. ker ; overschrijver, m. C001, koelen,kalmeeren,doen Copyright, copierecht, o. bedaren; matig koud, ver- Coquet, koketteeren, flirten, koelend ; rustig, kalm, be- spelen met, aan zijne ijdel- daard ; onverschillig, bru- heid voldoen. taal, aanmatigend. Coquetry, koketterie, v., Coolie, Oost-Indische pak- aanmoedigen van een be- jesdrager, Indisch werk- wonderaar, o. man, m. Ev. Coral, koraal, o.; (red-coral) Coolness, koelte, koelheid, bloedkoraal. CO0p,kuip,vogelkooi,v.,vat,o Coranach, lijkzang, treur- Cooper, kuiper, m.; mengsel zan, m. van stout en porter;schuitje Corban, over der oude Jo- dat zeelieden van drank en den, o.; aalmoes, v. tabak voorziet, o. Cord, koord, touw, snoer, o. Cooperage, kui perswerk - Cordage, touwwerk, o., plaa ts, v., kuiperswerk- groote hoeveelheid touw, v, loon, o. Cordial, hartelijk, welge- Co - operate, samenwerken. meend, ernstig, opwek kend. Co-operation, samenwer- Cordiality, hartelijkheid, king, handelsvereeniging, v. welgemeendheid, v.; ernst, Co - operative, samenwer- m., opwekking, v. kend; (co-operative stores) Cordon, ordelint, insigne, o.; winkelvereeniging, v. rij schildwachten, v. Corduroy 39 Corset
Corduroy, pillow, v., grof- Corpulent, gezet, zwaar,dik. geribde stof, v. [boren, Copuscle, atoompje, li- Core, hart, o. kern, v.; nit- ehaampje, kleinste onder- Corinthian, Corinthisch, ; deel, o. losbandig; Corinthier ; los- Correct, verbeteren,straffen, bol, m. Lkurlien. kastijden;nauwkeurig,juist, Cork, kurk, o. en v.; dicht- waar, volmaakt. Cormorant, waterraaf, v.; Correction, verbetering; gulzigaard, vraat, m. straf, kastijding; critieli, v. Corn, graan, koren, o.,tarwe, Correlation, wederkeerige mats; graankorrel, zaadkor- betrekking, v. rel, v.; eksteroog, o., lik- Correspond, overeenko- doom, m. men, overeenstemmen; COrnel, kornoelje, v. schikken; omgaan, brief- Cornelian, halfdoorschij- wisseling houden. nende ertssoort;kornoelje,v. Correspondence, overeen- Corner, in een hoek drijven ; komst, overeenslemming, opkoopen; hoek, m., inge- v., omgang, m.; briefwisse- sloten plaats, afgelegen ling, v. plaats v., uithoek, m.;moei- Correspondent, overeen- lijkheid, v. komencl,overeenstemmend; Cornet, doctorsbaret, o.; cor- beantwoordend; gehoor- net, m.; peperhuisje, o.; cor- zaam; correspondent m. net a piston, m. Corridor, gang, gaierij, v. Cornice, kroonlijst, v. Corrigible, strafbaar,verbe- Corniculate, gehoornd, met terlijk ; gedwee. booms; gespoord. Corroborate,versterken, be- Cornucopia, hoorn des over- vestigen, verzekeren. vloeds, m. [ningsfeest, o. Corrode, wegvreten, wee- Coronation, kroning,v.,kro- knagen, verteren, beschadi- Coroner, lijkschouwer, m. gen. Coronet, kroontje, o., adel- Corrosive,wegvretend,weg- lijke kroon , v.;hoofdtooi,m. knagend, verterend, bescha- Corporal, korporaal, m.; al- digend ; kwijnend. taarlinnen, o.; lichamelijk, Corrugate,verschrompelen, materieel. verdrogen; verschrompeld, Corporate, vereenigd, een verdroogd. lichaam vormend. Corrupt, bederven, veront- Corporation, lichaam, o.; reinigen, verkracliten, ver- vereeniging, v.; burgemees- leiden, omkoopen; bedor- tersbuikje, o. ven, bezoedeld, verkracht. Corporeal, liehamel ij k;(cor- Corruptible, omkoopbaar, poreal pun ishment)1 ij fstra aan bederf onderhevig. Corpse, menschelijk Corruption, bederf, o., ver- lichaam; dood lichaam, ontreiniging, verkrachting, lijk, o. verleiding, omkooping, v. Corpulence, gezetheid, Corsair, zeeroover, m. zwaarbeid, dikheid, v. Corset, corset, o. Cortex 40 Counterpart
Cortex, boomschors, v., Cotton, katoen, o. bast, m. Couch, samenschikken; Corundum, harde delfstof, neerleggen, to bed leggen; bestaande uit aluin, v. verbergen ; in woorden Coruscate, glinsteren, uiten; vellen (speer), krui- keren. pen, buigen; rustbed, o., Corypheus, leider van een rustbank ; laag, v. koor in een klassiek stuk; Couchant, rustend, fig- aanvoerder, leider, m. gend, liggend met opgehe- Cosmetic, verfraaiend, de ven hoofd. schoonheid bevorderend; Cough, hoesten; hoest, m. haarmiddel, o. Council, raad, m.; raads- Cosmic, tot bet heelal be- vergadering, v.; (county- hoorend, van onbegrijpe- council) graafschapsraad. lijk langen duur; op- en Coucillor, raadslid, o. ondergaand met de zon. Counsel, road, m., raad- Cosmogony, ontstaan der geving; beraadslaging, v,; wereld, o., leer van het advocaat, m.; raden, aan- ontstaan der wereld, v. raden. Cosmography, beschrij- Counsellor, raadgever, m.; ving van het heelal, v. raadslid, o.; advocaat, m. Cosmology, kennis van de Count, tellen, optellen, oorzaken, waardoor het schatten ; rekenen op; heelal, het zonnestelsel of graaf, m. de aarde ontstaan is, v. Countenance, gelaat, ge- Cosmopolitan, wereldbur- zicht, o., gelaatstrekken ger, in. (mv.), m., gelaatsuitdruk- Cosmos, heelal, o.; over- king; kalmte; gunst, v.; eenstemming van het heel- begunstigen,bevestigen,toe- al; beschrijving van het staan. • heelal als een stelsel, v. Counter, in tegenoverge- Cost, kosten; prijs, m., uit- stelde richting, tegen, ver- gave, v.; onkosten (mv.), keerd; speel penning, in., m., boete, v., verlies, o., fiche ; toonbank, v. pijn, moeite ; weelde, w. Counteract, tegenN ie1,-lie gnne. Costermonger, fruitver- Counterbalance, opwegen kooper, m. tegen ; tegenwicht, o. Costly, kostbaar, duur ; Counterfeit, namaken, no- prach tig. [tuum, o. bootsen; veinzen, bedrie- Costume, kleeding, v., cos- gen; namaaksel, bedrog, Cosy, gezellig; muts voor o.; bedrieger, huichelaar,m. trekpot, v. Counterfoil, courei0n.r,1'. pen, Cot, hutje; kot; bedje, o. Countermand, Cote, schaapskooi, v. afgelasten, afzeggen ; tegen- Cotquean, keukenpiet, m.; bevel, o. [dekbed, o. groote,manachtige vrouw,v. Counterpane, deken, v., Cottage, huisje,-sverkmans- Counterpart, evenbeeld, o., huisje, buitenhuisje, o. tegenhanger, m. Countersign 41 Crack Countersign,, onderteeke- Cover, bedekken, overdek- ning bevesti gen ; mede- ken, uitspreiden over, be- onderteekenin g, v.; wacht- kleeden ; beschermen, in- woord, o. sluiten, dekken ; bedekking, Countervail, opwegen te- v.; deksel, o.; band van gen ; evenwicht, o., gelijke een boek, m.; schuilplaats, kracht, v. v.; kreupelbosch ; cou- Country, land, rijk, vader- vert, o. [v. land ; platteland, o.; (in the Coverlet, dekbed, o., sprei, country) buiten. Covert, bedekt, beschermd, County, graafschap, o. vrij, geheim; plaats waar Couple, samenvoegen, kop- het wild zich ophoudt, v. pelen; paar, gehuwd paar, o. Covet, verlangen, een onma- Couplet, couplet, o. tig verlangen hebben naar. Courage, moed, m., onver- Covetous, gulzig, gretig, saagd eid, onverschrokken- verlangend; gierig. heid, onbevangenheid, v. Covey, vlucht (patrijzen), v.; Courageous, moedig, on- gezelschap, o. versaagd, onverschrokken, Cow, koe, v.; (cow-herd) onbevangen. [koerier, m. koeherder, m. Courier, renbode, ijlbode, Coward, lafaard, flauwerd, Course, wedloop ; loop, bloodaard, m. [held, v. weg; voortgang, m.; ver- Cowardice, lafheid, bloo- loop ; najagen; gerecht, o.; Cower, buigen,bukken,krui- cursus, v. [o. pen ; trillen van vrees. Courser,strijdros,renpaard, Cowl, monnikspij, v.; gek, Court, binnenplaats, v., (schoorsteen) m. hoge, pleintje, steegje, o.; Cowpox, koepokken (mv.),v. hot, gevolg van een vorst; Cowslip, sleutelbloem, v. gerechtshof, o.; het hof ma- Coxcomb, hanekam; fat, ken, vleien. ingebeelde gek, m. COUrieOue,beleefd,hoofsch. Coy, bedeesd, verlegen, be- Courtesy, beleefdheid, scheiden, zacht; minach- hoofschheid, gunst; buiging, tend. nijging, v. Cozen, bedriegen, afzet ten. Courtier, hoveling; hof- Cozy, gezellig, knus, warm- maker, m. [m. pies ; muts voor trekpot. Court-martial, krijgsraad, Crab, kreeft, m., krab, v.; Courtship, hofmakerij, v., kraanvogel ; wilde a ppel, m. huwelijksaanzoek, o. Crabbed, norsch, zuur, ge- Cousin, neef, m., nicht, melijk, humeurig; inge- v., kind van oom of tante, wikkeld. o.; (cousin-german) voile Crack, scheuren, barsten, neef of nicht. breken, kraken ; gek ma- Cove, inhammetje; beschut ken ; opentrekken; pochen; hoekje, o.; welving, v. klappen; scheur, v., barst, Covenant, verbond, o.; m., spleet, v.; krak, m.; voorwaarde, v.; contract, o. uitstekend. Cracker 42 Creep
Cracker, pochhans; klap- Crawl, kruipen, voortkrui- per, m., vuurwerk ; hard, pen ; vischkaar, v. bros koekje, o. Craze, breken, verzwakken, Crackle, knetteren. het verstand schaden ; Cradle, wieg, bakermat ; krankzinnigheid, manie, kindsheid ; spalk, v. rage, v., barstje, o. Craft, handigheid, v.; am- Crazy, gebroken, zwak ; bacht ; vaartuig, o. gek, krankzinnig. Crafty, handig, bekwaam; Creak, knarsen, snerpen, slim, sluw, geslepen, vol Ckraakken ; geknars, gekraak, streken. gepiep, o. Crag, rots, klip, v.; nek, m. Cream, room, v.; puikje, o.; Cram, volstoppen, naar afroomen; room bijvoegen. binnen wringen, volpom- Creasy, mollig, met plooien, pen; vetmesten; leugen, met rimpels, met kuiltjes. v.; inpompen voor een Create, scheppen, wroch ten, examen, o. uit het niet to voorschijn Cramp, kramp, v.; klamp- roepen ; veroorza ken , te- ijzer ; beletsel, o., hinder- weeg brengen. paal, m., belemmering, v.; Creation, schepping, v., belemmeren, beletten, be- heelal, 0., wereld, v. perken. [v. Creative, scheppend, te- Cranberry, roode boschbes, voorschijn roepend. Crane,kraanvogel,m.;kraan; Creator, schepper; m a ker,m hijschmachine, v.; ophij- Creature, schep;el, levend schen ; den hals uitrekken. wezen, o. Craniologist, beoefenaar 'Credentials (pl.), geloofs- van de schedelleer, m. brieven (mv.), m. Crank, plooien, draaien ; Credible, geloofwaardig, ge- bocht, wending; gril, ge- loofelijk. maaktheid; driftige bui ; Credit, geloof, vertrouwen, bespottelijke opvatting, v.; o.; goede naam, m., achting, levendig ; grillig ; koppig. v.; crediet, o.; gelooven, Cranky, prikkelend ; nuk- vertrouwen ; op crediet ver- kig ; beweeglij k. koopen ; (to do credit to) Cranny, spleet, scheur, reet, eer aandoen. v.; hoek, m.; gat, o. Creditor, crediteur, schuld- Crape, krullen ; krip, o. eischer, m. [v. Crash, verbri j zel en , beuken; Credulity,lichtgeloovigheid, geraas, gerinkel ; bankroet, Credulous, lichtgeloovig. fa illissement ; paklinnen, o. Creed, geloofsbelijdenis, Cratch, ruif, kribbe, v. v.; artikelen des geloofs Crater, krater, m. (mv.), o. Cravat, das, v., halsdoek, m. Creek, kreek, v., inham, m., Crave, smeeken, ernstig ver- baai, v.; riviertje, o. zoeken ; sterk verlangen Creep, kruipen, schuifelen; naar. [maag, v. wegsluipen; onderdanig Craw, vogelkrop, m., voor- zijn. Creeper 43 Croquet Creeper, kruipdier, o.; ijs- Crimson, rood, vuurrood, spoor ; klimplant, v. bloedrood. Cremation, iij kverbra n- Cringe, samentrekken, ver- ding, v. wringen; kruipen, onder- Crenelated, van tinnen danig zijn. voorzien, met schietgaten ; Cripple, verlammen, van versterkt. het gebruik der ledematen Creole, Creool, m., iemand, berooven ; een persoon, die die in West-I ndie geboren is. mank gaat, m. Crepitate, knetteren, knap- Crisis, crisis, v., beslissend pen,ratelen. [hal fdonker,o oogenblik ; toppunt, o. CrePUSCule,schemering,v., Crisp, knetterend, broos, Crescent, groeiend, toe- krach tig ; krullen, zacht nemend, aangroeiend, was- rimpelen. send, sikkelvormig; maan Criterion, maatstaf, stand- in het eerste kwartier, aard, m., basis, v. sikkel, v.; Turksche mo- Critic, criticus, beoordee- gendheid ; rij huizen in laar, m. den vorm van een halve Critical, kritiek, hachelijk; maan, v. beoordeelend, critisch. Cress, kers, sterkers, v. Criticise, beoordeelen, een Crest, kuif, v., bos veeren, oordeel uitspreken over, m., pluim, v.; golftop; critiseeren. [oordeel, o. moed, m.; teeken op een Criticism, beoordeeling, v., wapenschild, o. Croak, krassen, kwaken; Crevice, barst, m. , scheur, brommen, met schorre spleet, reet, v. stem spreken ; kwaad voor- CrSW,bemanning,v.,scheeps- spellen. yolk, o.; bende, v., troep, m. Crochet, haken (handwerk). Crib, kribbe, v.; hutje, o.; Crockery, aardewerk, vaat- graanbak, m.; kaartspel, werk, o. o.; plagiaat, o., woorde- Crocodile, krokodil, m.; lijke vertaling der klassie- (crocodile-tears) krokodil- ken, door schooljongens ge- lentranen. bruikt, v.; stelen ; opsluiten. Crone, besje, oud vrouwtJe, Cribbage, een kaartspel, o. oud wijf ; oud moeder- Cricket, krekel, m.; cricket- schaap, o. [meraad, m. spel, o. Crony, intieme vriend, ka- Crime, misdaad ; beschul- Crook, buigen, krommen; diging, aantijging, v. bocht, kromming, v., haak, Criminal, misdadig, onge- herdersstaf, bisschops- rechtig; misdadiger, boos- staf, m. doener, m. Crop, plukken, afsnijden, Criminate, van een mis- afvreten; oogsten, maaien; daad beschuldigen; in een oogst ; krop, in.; afgesneden misdaad betrekken. haar ; tinerts, o. Crimp, ronselaar ; broos; Croquet, croquet spelen; krullen, krimpen. croquetspel, o. Cross 44 Cudgel
Cross, kruisen, twee kruis- Crumble, kruimelen ; ver- lijnen trekken; het teeken gaan, vermolmen. - des kruises maken; tegen- CrUrnple,kreukelen,knoeien werken, dwarsboomen ; Crunch, kraken, (met de kruis, o.; kruising, v.; ver- tanden). driet, o.; beproeving, v.; Crusade, kruistocht, m.; boos, knorrig. aan een kruistocht deelne- Crossbow, voetboog. m. men. [kruisridder, m. Cross-examination,scher- Crusader, kruisvaarder, pe ondervraging, v. Crush ,vermorselen, vergrui - Crossing, overtocht, m.; zelen ; verdrukken; vernie- krui'sing, v.; pleats, wear tigen ; botsing, v., onder- men oversteekt; tegen- gang, m. spraak, v.; verzet, o. Crust, korst, broodkorst, v.; Crouch, kruipen, buigen, met een korst bedekken. onderdanig zijn; met een Crustacea (pl.), schaaldie- kruis merken. ren (mv.), o. Croup,kruis (van een paard), CrUSty,korstig, als een korst; o.; kroep, v. [croupier, m. knorrig, boos, gemelijh. Croupier, ondervoorzitter; Crutch, kruk ; steun, v. Crow kraaien ; pochen, Cry, roepen, schreeuwen, gil- blutTen; kraai, v.; ge- len, huilen, schreien ; kraai, o. schreeuw, gil, uitroep, m. Crowd, verzamelen, vol- Crypt, gra fkelder, m.; onder- stoppen, bijeenkomen; aardsche kapel, v. menschenmassa, menigte, Crystal, kristal, o.; kristal- v., oploop, m. helder, doorzichtig, zuiver. Crown, kronen, versieren, Crystallise, kristalliseeren. voleinden ; kroon, v.; En- Cub, welp, o.; jongen of gelsch geldstuk ter waarde meisje verachtel i j k); Jongen van 3 gulden ; koninklijke werpen. macht, v.; bol van een Cube, kubus, dobbelsteen, hoed, m. m.; derdemacht, v. Cruciferous, kruisbloemig. Cubic, kubiek;kubusvormig. Crucifix, kruisbeeld, cruci- Cuckold, man, wiens vrouw fix, o. ontrouw is, m. Crucifixion, kruisiging, v., Cuckoo, koekoek; dwaas,m. kruisdood, m.; marteling, v. Cucumber, komkommer,v.; Crucify, kruisigen, aan het (as cool as a cucumber) kruis slaan. doodleuk. Crude, ruw, rauw, onrijp, Cud, voedsel, o.; (to chew onontwikkeld, onervaren. the cud) herkauwen. Cruel, wreed, gevoelloos, Cuddle, dichtbijeen liggen ; onmenschelijk, hardvochtig omhelzen, liefkoozen. Cruet, olie en azijnstel, o. Cuddy, kajuit, kombuis, v. Cruise, kruisen, zeilen. Cudgel, knuppel, dikke stok, Crumb, kruimelen, met m.; (to cudgel one's brains) kruim bedekken ; kruim, v. zich moe peinzen. Cue 45 Cutlet
Cue, staart van een pruik, Curfew, avondklok, die ge- wenk, m.; slotwoord, o. luid wordt om tot het Cuff, vechten, slaan; vuist- uitdooven der vuren aan slag, m.; manchet, v. to sporen, v. Culinary, tot de kookkunst Curiosity,nieuwsgierigheid; behoorend. rariteit, v. Cull, uitzoeken, plukken. Curious, nieuwsgierig; Culminate, het toppunt be- vreemd, eigenaardig. rei ken. [digheid, v. Curl, krullen, golven ; vlech- Culpability, schuld, schul- ten, slingeren ; omkrullen ; Culpable,schuldig,laakbaar krul, golving, v. Culprit, schuldige, misdadi- Currant, krent, v.; (red cur- ger, boosdoener, m. rant) roode aalbes. Cult, eerbetoon, o.; veree- Current, stroom, m.; loo- ring, aanbidding, v. pend,stroomend; gangbaar. Cultivate, kweeken, bou- Curry, roskammen ; leer- wen, aankweeken; bescha- looien; flikflooien; kerrie, v. ven ; koesteren. Curse, vloeken, vervloeken, Culture, aankweeking, v., verwenschen ; vloek, m., landbouw, m.; beschaving, verwensching, v.; eed, m. ontwikkeling, v. Cursive, cursief; loopend. Cumber, overladen, laden; Cursory, haastig, vluchtig, onderdrukken,belemmeren oppervlakkig. Cum brous, lastig, druk- Curt, kort, beknopt; kortaf. kend ; verward. Curtail, afkorten,verkleinen. Cunning, slim, sluw, uit- Curtain, gordijn, scherm, geslapen; slimheid, sluw- o., bedekking, v. heid, handigheid, v. Curve,reohzdb v .uigen ; ron - Cup, kopje, o.; kelk, beker,m. ding, bo Cupboard, kast, v.; (every Cushion, kussen, o.; van cupboard has its skeleton) kussens voorzien. elk huis draagt zijn kruis. Custard, vla, roomsaus, v. Cupidity, lust, m., hebzucht, Custody, bewaring, bewa- begeerigheid, v. [o. king ; gevangenschap, v. Cupola, koepeldak, torentje, Custom, gewoonte, v., ge- Cur, rekel, bond, m. bruik, o.; klandizie, v. Curable, geneeslijk. Customer, klant, m. Curate, hulppredikant, m. Custom-house, douanen- Curator, curator, bibliothe- kantoor, o. caris, m. Cut, snijden ; omhouwen ; Curb, beteugelen, buigen, wonden ; met den nek aan- in toom houden. zien • snede, v. Curbstone, trottoirband,m. Cuticle, opperhuid, v. Curd, gestremde melk, v. Cutlass, breede, kromme Curdle, stremmen, stollen. sabel, v. Cure, genezen, verzorgen, Cutler, koopman in messen, verbeteren ; genezing, zorg, scharen, enz., m. v.; opzicht, o. Cutlet, kotelet, v. Cycle 46 Dare
Cycle, cyclus, m. , tijdsver- Cymbal, bekken, o., cim- loop, o.; eeuw, v.; rijwiel, haal, v. o.; wielrijden. Cynic, menschenhater, sy- Cyclone, cycloon, wervel- nicus, m.; cynisch, sar- wind, m. [v. castisch. Cycloptedia, encyclopwdie, Cypress, cypres, m. Cyclops, eenoogige reus, Czar, tsaar ; vorst, keizer, m. cycloop, m. Czarevitch, kroonprins van Cygnet, jonge zwaan, m. Rusland, m. D.
Dab, betten; kladden ; slag, Damnation, verdoemenis, m., klapje, o. vervloeking, v. Dabble, betten, bevochtigen, Damp, bevochtigen ; smo- besprenkelen, dompelen. ren, verzwakken, ontmoe- Dactylology, verhandeling digen ; nat, vochtig. over vingerringen, v. Damsel, juffertje, o. Dad, vadertje, o. Damson, damastpruim, v. Daffodil, narcis, v. Dance, dansen, springen; Dagger, dolk, m.; (to be at dans, m.; bal, o. daggers drawn) op voet Dandelion, paardebloem, v. van oorlog verkeeren. Dandle, liefkoozen, knuffe- Dahlia, dahlia, v. len ; in de armen wiegen. Daily, dagelijks, iederen dag; Dandriff, coos, v., uitslag dagelijksch; dagblad, o. op het hoofd, m. Dainty, lekkernij, v.; teer, Dandy, fat, ingebeelde gek, lief, keurig, Ain. [ting, v. pronker, m.; glaasje; vaar- Dairy, melkerij, melkinrich- tuigje, o. Dais, verhooging, v. Dane, Deen, m. Daisy, madelietje, o. Danger, gevaar, o.; macht, Dale, dal, o., vallei, v. rechtspraak, v. Daily, spelen, babbelen, Dangerous, gevaarlijk, ge- snappen; uitstellen, tijd waagd. [zwaaien. verknoeien. [heid, v. Dangle, bengelen, slingeren, Daltonism, kleurenblind- Danish, Deensch ; Deensche Dam, dam, m.; vrouw, v., taal, v. wijfjesdier, 0. Dapper, levendig, beweeg- Damage, benadeelen, scha- lijk, Oink , wakker. den; nadeel, o., schade, Dapple, spikkelen, strepen, verlies, o. [damast. marmeren; gespikkeld, ge- Damask, damast, o.; van streept; (a dapple horse) Dame, dame, douairiere; schimmel, m. • huismoeder,v.;moedertje,o. Dare, durven, wagen, ge- Damn, veroordeelen, ver- reed zijn; uitdagen; ver- doemen, vervloeken. schrikken. Daring 47 Debilitate
Daring, moedig,overmoedig, Daybreak, aanbreken van onbevreesd ; brutaal. den dag, o. Dark,donker,duister,ondoor- Dayspring, gloren, aanbre- zichtig, somber ; onbe- ken van den dag, o. grij peli j k ; verborgen ; duis- Daze, verblinden ; doen ternis, v. verstommen ; schitterende Darken, donker worden, steen, m. [sch i j nen . verduisteren, somber ma- Dazzle, verblinden, to fel ken,betrek ken ;verbi j steren. Deacon, diaken, m. Darling, lieveling, gunste- Dead, dood, gestorven, ling, m. overleden ; onbeweeg I i jk, Darn, stoppen, mazen. suf, dof, mat, somber, Dart, pijl, schicht, m.; schie- vervelend. ten ; snellen. Deaden, dempen, verdoo- Dash, plotseling slaan, beu- ven, verstompen. ken ; snellen ; slag, m.; Deadly, doodelijk, doodend ; rustteeken, o. onverbiddelij k. Dashing, moedig, kranig ; Deaf, doof; (deaf to) doof zwierig. voor. [schreeuwen. Dastard, lafaard,bloodaard, Deafen, doofmaken; over- Data (p1.), data (mv.), m. Deal, verdeelen, uitdeelen, Date, datum, m., dagtee- geven ; handel drijven ; be- kemng ; dadel, v. handelen ; aandeel, ge- Dative, datief, derde naam- deelte, o. plank, v.; (a val, m. great deal) veel. Daub, besmeren, bekladden, Dealing, gedrag ijegens an- kladschilderen ; verm om- deren o.; handel, m. men ; vleien, huichelen ; Dean, deken,' m. kladschilderwerk, o. Dear, lief, dierbaar, geliefd ; Daughter, dochter, afstam- duur, kostbaar. melinge, v. Dearth,gebrek,o.,sehaarsch - Daunt, temmen ; verlegen te, v., nood, m., duurte, v. maken, verschrikken. Death, dood, m., sterfgeval, Dauntless, onbevangen, on- o.; doodstraf, v. bevreesd, onverschrokken. Debar, uitsluiten, buiten- Dauphin, dauphin, Fran- sluiten, tegenhouden. sche kroonprins, m. Debark, ontschepen, aan Daw, kauw, v.; domoor, wal gaan. [ren. leeghoofd, m. Debase, verlagen, vernede- Dawdle, luieren, leegloo- Debate, strijden met woor- pen, beuzelen. den ; gedachtenwisseling, v. Dawn, dagen, gloren, aan- Debauch, bederven, ver- breken, lichten, openen, leiden ; aan uitspattingen verschijnen; aanbreken van overgeven ; uitspatting, v. den dag, o. Debauchee, losbol, Halt- Day, dag, m.; etmaal, o.; mis, m. overwi nni ng, v.; daglicht, o. Debilitate, verzwakken, Daybook, memorandum, o. schaden, ontzenuwen. Debit 48 Decoration
Debit, schuld, v.; (debit- Deciduous, afvallend, uit- side) debetzijde. vallend, vergankelijk. Debouch, uitloopen. Decimal, decimaal; (deci- Debt, schuld, v.; (to run into mal-fraction) tiendeelige debt) schulden maken. breuk, v. Debtor, schuldenaar, m. Decipher, ontcijferen, ont Decade, tiental; tijdsver- warren; ontdekken,opspeu- loop van tien jaren, o. ren. [boar. Decadence, verval, o. Decipherable, ontcijfer - Decagon, tienhoek, m. Decision, besluit, o., be- Decalogue, Tien Geboden slissing, bepaling, v. (mv.), o. Decisive, besluitend,beslis- Decamp, vertrekken ; een send ; vastbesloten. kamp opbreken; uitsnijden. Deck, dek; (to deck out) Decanal, wat tot een versieren, tooien. Deken behoort. [schenken. Declaim, voordragen; pro- Decant, uitschenken, over- testeeren, uitroepen. Decanter, wijnkaraf, v. Declamation, voordracht, Decapitate, onthoofden ; redevoering, v. ontslaan, ontslag geven. DeCIamatory,hoogdravend, Decasyllabic, tienletter- gezwollen, verheven. grepig. Declaration, verklaring, v.; Decay, vervallen, instorten, document, o. [verzekeren. vermolmen; verval, o. Declare,verklaren,beweren, Decease, overlijden; dood, Declension, verval, o., af- m., overlijden, o. daling, vermindering; ver- Deceit, bedrog, o., bedrie- bulging, v. gerij, misleiding, v. Declinable, verbuigbaar. Deceitful, bedrieglijk, vol Declination, verval, o., ach- bedrog. [leiden. teruitgang, m., afwijking; Deceive, bedriegen, vveigering, v. December, December, m. Decline, afwijken ; neer- Decemvir, Tienman, m.; buigen, hangen; vervallen; (in Rome). ontwijken ; weigeren ; ver- Decency, welvoeglijkheid, buigen. [pend), v. fatsoenlijkheid, gepast- Declivity, helling (afloo- heid, v. Decoct, koken, brouwen, Decennary, tijdsverloop verkoken. van tien,jaren, o. Decollate, onthoofden. Decennial, tienjarig; om Decoloration, kleurloos- de tien jaren voorkomend. held, verkleuring, v. [baar. Decent, welvoeglijk, fat- Decomposable, ontbind- soenlijk, gepast. Decomposition, ontbin- Deception, bedrog, o., mis- ding, v., bederf, o. leiding, bedriegerij, v. Decorate, versieren, ver- Deceptive, bedrieglijk. fraaien ; decoreeren. Decide, besluiten, bepalen, Decoration, versiering, ver- beslissen, uitmaken. fraaiing ; decoratie, v.
Decorator 49 Defiance Decorator, verfraaier; de- Deer, hert, rendier, o. coratieschilder, m. Deer- stalker, hertenjager; Decorous, passend, gepast, lage, vilten hoed, m. netjes, fatsoenlijk. Deface, ontsieren, misvor- Decorum, fatsoenlijkheid, men, schenden ; vernieti- netheid, v. [lokvogel, m. gen, uit het veld slaan. Decoy, lokken, verstrikken ; Defalcation, vermindering, Decrease, verminderen, af- v.; tekort,o.;verduistering,v. nemen, dalen ; verminde- Defamation, laster, in., ring, afneming, dating, v. kwaadsprekerij,v.,smaad,m Decree, wet, v., besluit, ge- Defamatory, luster] jk, aan- bod, voorschri ft, o.; bij tijgend, eerroovend. besluit vaststellen, gebie- Defame,lasteren,belasteren, den, voorschrijven. bekladden, kwaadspreken. Decrepit, wankel, zvvak, ge- Default, gebrek; verzuim,o., brekkig, gebroken. verwaarloozing,v.;verstek,o Decripitate, knetteren, Defeat, verslaan, verijdelen, knapperen, kraken. vernietigen ; neerlaag; ver- Decrepitude, zwakheid, ge- ijdeling, vernietiging, v. brekkigheid, v., ouderdom, Defect, onvolkomenheid, v., DOCreeCentafnemend. [m. gebrek, o.; smet ; misluk- Decretive, voorschrijvend, king; foot, dwaling, v. vaststellend, van kracht. DefeCtible,onvolkomen,on- Decrial, protest, standje, o.; volmaakt, gebrekkig. berisping, v. • Defection, afvalligheid, v. Decry, Laken, uitjouwen ; in Defective, onvolmaakt, ge- discrediet brengen. [legerig. brekkig. Decumbent, liggend; bed- Defence, verdediging, be- DeCtiple, tienvoudig; tien- scherming, v.; verbod, o. voud, o.; vertienvoudigen. Defend, verdedigen,bescher- DediCafe,opdragen;wijden. men, afweren, handhaven, Dedication, opdracht, v. ondersteunen ; verbieden. Deduce, neertrekken; ge- Defendable, verdedigbaar, leiden ; afleiden, nagaan. weerbaar. Deduct, aftrekken, afnemen, Defendant, aangeklaagde, afleiden. beschuldigde, m. Deduction, aftrekking, af- Defensible, verdedigbaar; neming; afleiding, gevolg- verdedigend. [werend. trekking, v. Defensive,verdedigend,ver- Deed, daad, handeling, v.; Defer, uitstellen, talmen; feit, o.; akte, v. toegeven, zich onderwer- Deem, beoordeelen ; beslis- pen ; aanbieden. sen;veronderstellen,denken. Deference, eerbied, m., on t- Deep, diep diepzinnig; ge- zag, o., onderwerping, v. heim, verborgen; zwaar ; Deferential, eerbiedig, vol diepte, v. Deepen, diep maken, dieper Defiance, uitdaging, tar- worden; dichter worden. ting, verwerping, v. Deficiency 50 Delicate
Deficiency, gebrek, o., te- Degrade, degradeeren, ver- kortkoming, v.; tekort, o. lagen, verminderen; aan de Deficient, gebrekkig, onvol- schande prijs geven. Deficit, tekort, o. [komen. Degree, graad, rang, m.; Defile, schenden,bezoedelen, aanzien, o.; stand, m. besmetten; defileeren. Deicide, ter dood brengen Definable, to beschrijven, van Christus, o.; een der- omschrijfbaar. genen, die Christus ter dood Define, omschrijven, be- brachten. schrijven;!bepalen,beperken Deiform, in goddelijke ge- Definite, beperkt, bepaald; daante; overeenkomstig den nauwkeurig; bepalend. wit van God. Definition,beschrijving,om- Deify, vergoden, aanbidden schrijving, bepaling, v. als een god. Definitive, beslissend, af- Deign, zich verwaardigen, doend, bepalend. goedgunstig toestaan. Deflagrate, verbranden. Deist, deist ; die in God ge- Deflagration,ontvlamming, looft, m. ontbranding, v. [len. Deity, Godheid, v., Opper- Deflect, afwijken, overhel- wezen, o.; goddelijkheid,v. Deflorate, met afgevallen Deject, terneerslaan, ont- bloemen; geschonden. moedigen, vernederen. Deflour, schenden, onteeren. Dejection,neerslachtigheid, Defoliation, het vallen der ontmoediging, vernedering, bladeren, o.; herfst, m. Delation, aanklacht, v. [v. Deforce, gewelddadig be- Delay, uitstellen, verschui- handelen; aan den rechtma- ven, verdagen, ophouden ; tigen eigenaar onthouden. uitstel, o. [rukkelijk. Deform, misvormen, wan- Delectable, heerlijk, ver- staltig maken, bederven. Delectation, vreugde, v., Deformation, misvorming, genot, o., verrukking, v. v. [leelijkheid, v. Delegate, afgevaardigde, ge- Deformity, mismaaktheid, v olmachtigde, m.; afvaar- Defraud, ontstelen, ontfutse- digen, volmacht geven. len,wederreehtelijk on thou- Delegation, deputatie; vol- den. [strijden, veretrenen. macht, v.; aandeel, o. Defray, betalen, kosten be- Delf, knit, m.; graf; Delftsch Deft, netjes, mooi, handig, aardewerk, o. knap, vlug. [ledene, m. Deli berate,overwegen,over- Defunct, overleden; over- leggen, heraadslagen ; be- Defy, verwerpen ; verach ten ; daard, koel, opzettelijk. tatdagen, tarten, niet tellen. Deliberation, bedaard over- Degeneracy, ontaarding, v. leg, o., beraadslaging, v. Degenerate, ontaarden ; Delicacy, genot, o., heerlijk- ontaard. heid; lekkernij; zachtheid; Deglutition, sliklien, o. zwakheid, v . Degradation, ontaarding Delicate, heerlijk, lekker; schande, v. zacht, lief, fijn, teer, zwak. Delicious 51 Dendroid
Delicious, verrukkelijk, lek- Demented, krankzinnig, ker, heerl ij k. gek, onzinnig. [drag, o. Delight, verrukking, v., ge- Demerit, verdienen; wange- not, verrukken, genieten. Demesne, grondgebied, dis- Delighfful, heerlijk, verruk- trict, domein, o. kelijk, schoon, prettig. Demise, overlij den,o., dood, Delineate, omschrij ven, m.; nalaten. schetsen. Demission, afstand, m., Delineator, beschrijver, m.; neerlegging; vermindering kleermakerspatroon, o. van waardigheid, v. Delinquency, plichtver- DeMOCraCy,volksregeering, z-uim,o.; tout, v., misdrijf, o. democratie, v. Delinquent, remand, die Democrat, voorstander der zijn plicht verzaakt; schul- volksregeering, democraat, dige, m. [van vreugde. m. [halen, afbreken. Delirious, ijlhoofdig; dol Demolish, vernielen, neer- Delirium, ijlhoofdigheid; DeMOlitiOn,vernieling,neer- zinsverrukking, v. haling, afbreking, vernieti- Deliver, bevrijden, verlos- ging, v. [vel, m. sen, redden; uitspreken; Demon, geest demon, dui- afgeven; bevallen. DeMOniac,dmvelachtig; be- Deliverance, bevrijding, zetene, m. verlossing, redding; vrij- Demonstrable,bewijsbaar, spraak, v. [uitspraak, v. bewezen, blijkbaar. Delivery, afgifte, bezorging Demonstrate, bewijzen, Delude,bedriegen,misleiden aantoonen. Deluge, zondvloed; vloed, Demonstration, bewijs, o., stroom, m.; ramp, v.; over- aantooning ; uiting, demon- stroomen, overstelpen. stratie, v. Delusion, misleiding, be- Demonstrative, duidelijk driegerij,begoocheling,dwa- aantoonend,bewijzend,aan- ling, v. wijzend, openlijk toonend. Delusive, bedriegelijk, be- Demoralisation, bederf, ze- goochelend, verlokkend. • denbederf, o., onzedelijk- nelve,delven,graven,spi tten. heid, v. Demagogue, volksleider; Demoralise, bederven, de oproerkraaier, m. zeden bederven, onzedelijk Demand, vragen, ondervra- maken. gen, bestellen, eischen ; ver- Demulcent, verzachtend, zoek, o., eisch, m.; (demand stillend, kalmeerend. and supply) vraag en aan- Demur, dralen, uitstellen; bod. tegenwerpingen maken. Demandant, eischer, m. Demure, bescheiden, zedig, Demean, behandelen, zich ernstig, solide. gedragen; zich verlagen ; Den, hol, o.; hut, v., kuil, m. behandeling, v., gedrag, o. Denary, tienvondig; het ge- Demeanour, behandeling, tal tien, o.; denari, ni. v., gedrag, o., houding, v. Dendroid, boomachtig. Deniable 52 Deprivation
Deniable, loochenbaar, to Depilatory, ontharend. ontkennen. Depletion, aderlating; uit- Denizen,inwoner,burger,m.; putting, v. het burgerrecht verleenen. Deplorable, betreurens- Denominate, noemen, een waardig, treurig. naam schenken, betitelen. Deplore, betreuren, bejam- Denomination, betiteling; meren, klagen over. klasse, verzameling, secte, v. Deploy, ontplooien, ont- Denote, aanwijzen, aan- vouwen; in een lijn scharen. toonen, aanduiden. Deplume, plukken, van vee- Denounce, bedreigen, be- ren ontdoen. [ren. schuldigen, aanklagen, ver- Depone, ander eede verkla- oordeelen. [dom, hard. Depopulate,ontvolken,ver- Dense, dicht, dik; diep; woesten. Density, dichtheid, v. Deportation, wegzending Dent, slag, m.; deuk, v.; tand naar een ander land, v. van een rad, m.; deuken, Deportment, gedrag, o., indeuken. houding, v. Dental, door de tanden ge- Deposal, afzetting, v. vormd ; tandletter, v. Depose, afzetten; getuige- Denticle, tandje, puntje, o. nis afleggen. Dentifrice, tandpoeder, o. Deposit, neerleggen, storten, Dentist, tandarts, m. toevertrouwen; storting, v., Dentistry, tandheelkunde,v. pand, o. Denudation, ontblooting, Depravation, bederf, o., be- blootlegging, v. derving,v.,achteruitgang,m. Denude, ontblooten, bloot- Deprave, bederven, slecht leggen; afzetten uit een maken ; lasteren. ambt. [ging, bedreiging, v. Depravity, slechtheid, ver- Denunciation, besehuldi- dorven-; losbandigheid, v. Deny,ontkeniten,loochenen, Deprecate, genade afsmee- tegenspreken, verwerpen. ken, vurig bidden tegen ; Depart, vertrekken,verlaten, diep betreuren. verdeelen, sterven. Deprecation, bede om ge- Department, departement, nade, v., vurig gehed, o. o., afdeeling, v., tak, m. Depreciative, minachtend, Departure, scheiding,v.,ver- onderschattend, niet genoeg trek, o.; dood, m. waardeerend. Depend, neerhangen, han- Depress, neerdrukken, ont- gen, leunen, afhangen van; moedigen ; in waarde does vertrouwen. verminderen, verlagen, ver- Dependence, afhankelijk- nederen. fmoedigend. heid, v., vertrouwen; win- Depressing, drukkend,ont- gewest, o. Depression, drukking; ont- Dependent,afhankelijk; af- moediging, neerslachtig- hangend, neerhangend. heid, slapheid, v. Depict, schilderen, schetsen, Deprivation, berooving, v.. uitteekenen. gebrek,verlies,o.,armoede,v. Deprive 53 Designation Deprive, ontnemen, beroo- Descent, afkomst, afstam- ven ; ontzetten, afzetten. ming; helling, afdaling, v.; Depth, diepte, v., afgrond, nakomeling, afstammeling, m.; diepzinnigheid, v. m., kroost, o. Depurate, zuiveren; zuiver, Describable,te beschrijven. rein. [(wond), v. De8Cribe,beschrijven,schet- Depuration, zuiveri ng sen, uitleggen ; uitdeelen. Deputation, afvaardiging, Descrier, ontdekker, m. deputatie, gevolmachtigde Description, beschrijving; commissie, v. soort, V. Depute, afvaardigen; afge- Descriptive, beschrijvend; vaardigde, m. (descriptive-geometry) be- Deputy, afgevaardigde, ge- schrijvende meetkunde. volmachti gde,plaatsvervan- Descriven, beschrijven. ger, m. [vernielen. Descry, bespeuren, ontwa- Deracinate, ontwortelen; ren, zien, ontdekken, open- Derail, ontsporen. baren. [schenden. Derange, in wanorde bren- Desecrate, ontheiligen, gen, verstoren. Desecration, ontheiliging, Deride, uitlachen,bespotten, schennis, v. minachtend behandelen. Desert, verlaten,in den steek Derision, spottend gelach, laten, deserteeren ; onbe- o., bespotting, v., hoon, m. woonde plaats, woestijn; Derisive, uitlachend, spot- eenzaamheid; verdienste, tend, hoonend. [komst, v. v.; loon, o. [teur, m. Derivation, afleiding, af- Deserter, afvallige; deser- Derivative, afgeleid, afkom- Desertion, afvalligheid, ver- stig ; afgeleid woord, o. lating ; desertie, v. [zijn. Derive, afleiden, trekken uit, Deserve, verdienen, waard verkrijgen, ontstaan uit. Desiccate, drogen, uitdro- Dermatology, kennis der gen, droogleggen ; droog huidziekten, v. worden. [drooglegging, v. Dermatophyte, plant, die Desiccation, verdamping; huidziekte kan veroorza- Desiderate, bet verlies ge- ken, v. [fende. voelen van, missen, ver- Dermic, de huid betref- langen naar. Derogate, gedeeltelijk in- Desideratum, verlangd trekken ; afbreuk doen, be- voorwerp, o.; gewenschte nadeelen, schenden. toestand, m. Derogation, afbreuk, bena- Design, schetsen, ontwer- deelmg,schade,schending,v. pen ; aanwijzen ; schets, v., Descant, zingen; uitweiden; plan, patroon, o. beurtzang, m. [men. Designate, aanwijzen, noe- Descend, afdalen; afstam- men, benoemen, kiezen. Descendant,afstammeling, Designation, aanwijzing, nakomeling, m. noeming, benoeming, v., Descension, afdaling, v., naam, titel, m.; beschrij- val, m., zinking, v. ving, v. Designer 54 Detail
Designer, ontwerper, teeke- Despot, despoot, tyran, al- naar ; plannenmaker, in- leenheerscher, m. [nick. trigant, m. Despotic, despotisch, tyran- Desirable, wenschelijk. Despotism, despotisme, o. Desire,verlangen,wenschen; Despumate,schu i men,spa t- verlangen, o., wensch, m. ten. [ring, v. Desirous, vol verlangen, Desquamation, a fsch i I I e- vurig wenschend. Dessert, nagerecht, des- Desist, ophouden, nalaten. sert, o. Desk, lessenaar, lezenaar; Destination, bestemming, preekstoel, m. plaats van bestemming, v. Desolate, onbewoond, ver- Destine,voorbestemmen,be- laten, eenzaam, troosteloos. stemmen, vaststellen. Desolation,verlating;onbe- Destiny, lot, noodlot, o., be- woond-,verlaten-,eenzaam-, stemming,voorzienigheid,v. troosteloosheid, v. Destitute, beroofd, berooid, Despair, wanhoop, v.; wan- arm, verlaten,nooddruftig. hopen, den moed opgeven. Destitution, armoede, ver- Despatch, wegzenden ; ter latenheid, nooddruft, v. doodbrengen; haastig doen; Destroy, vernielen, vernieti- einthigen; zich haasten, gen, neerhalen, afbreken, spoed, m.; terechtstelling, verwoesten, dooden, uit- v.; laatste antwoord, o.; moorden, bederven, ver- wegzending, boodschap, v.; bruiken. bericht, o. Destroyer, verwoester, ver- Desperado, bezetene, wan- delger, bederver, m. hopige here!, waaghals, m. DestruCtible,vernietigbaar. Desperate,wanhopig,hope- Destruction, verwoesting, loos. [wanhopigheid, v. vernieling, vernietiging, v.; Desperation, wanhoop, doodslag, dood, m. Despicable, verachtelijk, Destructive, vernielend, laag, gemeen. [ach ten. verwoestend, noodlottig,be- Despise, verachten, min- dervend. Despite, minachting; boos- Desudation, uitzweeting, v. aardigheid, v. Desuetude, onbruik, o. Despitetul, hatelijk, boos- Desultory, wispelturig, on- aardig, kwaadaardig. regelmatig, los, niet volgens Despoil, ontnemen, ontste- een systeem. len, ontrukken, plunderen, Detach, scheiden, losmaken, berooven. vrij laten; detacheeren. Despond, terneergeslagen Detachment, scheiding,los- zijn, wanhopen, de hoop making, arscheiding, v.; verliezen. detachement, o. Despondency, neerslach- Detail, in alle bijzonder- tigheid, dotle wanhoop, heden vertellen ; voor een moedeloosheid, v. bijzonderen dienst aan- Despondent, neerslachtig, wijzen; (in detail; in alle wanhopend, moedeloos. bijzonderheden. Detain 55 Devise Detain, ophonden, terug- DetOnation,ontploffing,ont- houden, vasthouden, gevan- knal 1 ing, v. gen houden. Detract, onttrekken, aan Detainer, wederrechtelijke iemands achting onttrek- toed ge n ng ; gevangen ne- ken, smaden. [smaad, m. ming, v. Detraction, onttrekking, v.; Detect, blootstellen; uitvin- Detractory, doende dalen den, ontdekken, aan het in iemands achting. licht brengen. [worden. Detriment, nadeel ,o., schade Detectable,watontdekt kan v.; schade berokkenen. Detector, iemand, die ont- Detrition, verslijten, o. dekt wat een ander zoekt Detrude, neerwerpen, neer- te verbergen, m. [m. drukken ; uitwerpen. Detective, geheime agent, Detruncate, afknotten, af- Detention, gevangenschap, korten. hechtenis, v. [digen. Detrusion, neerwerping, Deter, afschrikken, ontmoe- neerdrukking;uitwerping,v. Deterge, een wond zuiveren. Deuce, twee ; kaart met Deteriorate,verminderen in twee punten, v.; duivel, rn. waarde, achteruit doen Deuterogamy, tweede hu- gaan ; slechter worden, ver- welijk, o. [mium. minderen. Deuteronomy, Deuterono- Deterioration, achteruit- Devastate, verwoesten. gang, m., vermindering, v. Devastation,verwoesting,v. Determinable, te bepalen, Develop,ontwikkelen;bloot- bepaalbaar. leggen; Iangzamerhand aan Determinate, beslist, be- bet licht brengen, bevorde- paald,vast;beperkt;bealoten ren, uitwerken. Determination, beslissing, Development, ontwikke- v., besluit, o., beslistheid, ling,v.,groei,vooruitgang,m. vaststelling; bepaling, v. Deviate, afwijken, dwalen, Determinative, beslissend; dolen. [ling, doling, v. beperkend, bepalend. Deviation, afwijking, dwa- Determine, besluiten, be- Device, plan, o., list, v.; palen, beperken, eindigen; motto, opschrift, o.; op- beslissen. vatting, v. Detersion, znivering van Devil, duivel; wreedaard, een wond, v. boosdoener, m.; kwaad, o.; Detest, verafschuwen,haten; (devil's tattoo) getrommel veroordeelen, getuigen te- met de vingers. gen. [hatelijk. Devilish, duivelachtig, Detestable, afschuwelijk, helsch, wreed, boosaardig, Detestation, afschuw, haat, slecht. [lend, dolend. afkeer, gruwel, m. [ten. Devious, afwijkend; dwa- Dethrone, onttronen, afzet- Devise, uitdenken, in den Detonate, doen ontploffen; geest verwerken ; vermoe- ontbranden,ontploffen,ont- den ,• nalaten bij uiterste knallen. wilsbeschikking. Deviser 56 Dictatorial
Deviser, plannenmaker, m. Diagram, teekening, meet- Devisor, erflater, m. [van. kundige figuur, v. Devoid, ledig, ontbloot, vrij Diagraph, instrument, bij Devolution,neerrollen;over- het teekenen gebezigd, o. gaan in de handen van een Dial, zonnewijzer, m.;wijzer- ander, o. [doen overgaan. plaat, v. [m. Devolve, doen neerrollen; Dialect, dialect, o., tongval, Devote, wijden, offeren ; Dialectician, beoefenaar opgeven, doemen. van de dialectiek ; wijs- Devoted, gewijd, opgegeven, geer, m. [v. opgedragen ; gehecht. Dialectics (pl.), redekunde, Devotion, wijding, offering, Dialogue, tweegesprek, o., overgave, v.; gebed, o.; aan- tweespraak, v. bidding, gehechtheid, v. Dialysis, ziften, filtreeren, o. Devour, verslinden, ver- Diameter, diameter, m., scheuren; vernietigen; ver- middellijn, v. zwelgen. Diamond, diamant, m.; Devout,vroom,devoot;diep- (diamonds) ruiten (mv.), v. gevoeld, ernstig, biddend. Diapason, diapason, m.; Dew, dauw, m.; (before the harmonic, v. dew was off the grass) bij Diaphanous, doorschij- het krieken van den dag. nend, helder. Dew - worm, dauwworm, m.- Diaphoretic,zweetmiddel,o Dewy, vol dauw. Diaphragm, tusschenwand, Dexter, rechtsch, aan de m., middenrif, o. rechterzijde. Diarist, !louder van een Dexterity, handigheid, be- dagboek, rn. kwaamheid, knapheid, v. Diarrhoea, diarrhee, v. Dexterous, handig, be- Diary, dagboek, memoran- kwaam, knap. dum, o. Dextral, rechtsch. Diastole, verlenging van Diabetes, diabetes, sulker- een lettergreep ; uitzetting ziekte, v . [behoorend. van het hart, v.; polsslag,m. Diabetic, tot de suikerziekte Diathermal, hitte door- Diabolic, duivelsch, uiterst stralend. [stok, m. slecht. [behoorend. Dibber, hengelaar ; poot- Diaconal, tot een diaken Dice (pl.), dobbelsteenen Diacritical, onderscheidend (mv.), m.; dobbelen. Diadem, diadeem,m.,kroon; Dicky, slabbetje, frontje; belooning; oppermacht, ko- kattebak, m. ningswaardigheid, v. Dictate, voorschrijven, dic- Diaeresis, het vormen van teeren; aansporen ; beve- twee lettergrepen uit een ; len geven. deelteeken, o. Dictation, voorschrift ; dic- Diagnosis, diagnose, v. tee, o. [m. Diagnostic, kenmerkend, Dictator, dictator, gebieder, kenschetsend ; kenmerk, o. DiCtatorial,gebiedend,voor- Diagonal, diagonaal, v. schrijvend, aanmatigend. Diction 57 Dilatable Diction, wijze van zeggen, ken; verteren ; bepeinzen; uitdrukking, v.; stijl, m. ontvangen en genieten. Dictionary, woordenboek,o. Digestible, verteerbaar. Dictum, bewering, v., voor- Digestion, vertering, v., schrift o., uitspraak van overgaan van doode plan- een scheidsrechter, v. ten in mest, o. Didactic, didactisch,leerend Digestive, vertering be- Die, sterven, overlijden ; ver- vorderend ; rangschikkend, welken, vergaan; dobbel- ordenend. steen ; muntstempel, m.; Dight, schikken, regelen, toeval, lot, o. besturen, behandelen, be- Diet, dieet, voedsel, o.; leef- reiden; gekleed, versierd, regel, m.; reis, v., tocht ; verfraaid. (breedte, v. vastgestelde dag, m. Digit, vinger, m., vinger- Differ, verschillen; van ge- Digital, vinger, m.; tot de voelen verschillen, twisten. vingers of teenen behoo- Difference, verschil, ge- rend. sehil, o., twist, m. Digitate, vingervormig. Different, verschillend, on- Digitigrade, teenganger, m. gelijk. Dignified, waardig, edel, Differential, verschillend, statig,majestueus,verheven. onderscheidend. Dignify, waardig vinden, Difficult, moeilijk, lastig, met waardigheid beklee- moeilijk to behagen, hu- den, verheffen, eeren, be- meurig. roemd maken. Difficulty, moeilijkheid, las- Dignitary, waardigheidsbe- tigheid, humeurigheid, v.; kleeder, m. hinderpaal, m., bezwaar, Dignity, waardigheid, v., geldelijke zorg, v. adel, m., schatting, v., rang, Diffidence, gebrek aan zelf- m., positie, grootheid, v. vertrouwen, o.; verlegen- Digraph, klank uit twee held ; wantrouwen, o. letters bestaande, m. Diffident, beschroomd, ver- Digress, afwijken van het legen, bescheiden. rechte pad, dwalen. Diffuse,uitgieten,pitstorten, Digression, afwijking van verspreiden ; wijd, ruim, het rechte pad, dwaling, v. uitvoerig. DigreSeiVe,afwijkend,dwa- Diffusible, uitgietbaar, uit- lend. stortbaar, verspreidbaar. Dike, dijk, dam, m.; sloot, v. Diffusion, uitgieting, uit- Dilacerate, verscheuren, stgrting, verspreiding, v. vaneenrij ten. Diffusive, uitgespreid, ver- Dilapidate, vervallen, tot spreid. verval geraken, vergaan, Dig, graven, spitten, del- verwaarloozen; verkwist en. ven ; porren, prikken. Dilapidation, verwaarloo- Digastric, met twee uit- zing, v., verval, o. wassen. Dilatable, uitzetbaar, rek- Digest, ordenen, rangschik- baar, elastisch. Dilatation 58 Dipsomania
Dilatation, uitzetting, rek- Dimple, kuiltje ; kuiltjes baarheid, elasticiteit ; uit- vormen. graving, v. Din., verdooven, leven ma- Dilate, uitzetten, rekken, ken, hinderen met geraas; verwijden, zwellen ; uit- geraas, lawaai , leven, o. weiden over. Dine, middagmaal gebrui- Dilatory, ophoudend, uit- ken, dineeren ; een middag- stel veroorzakend, lang- maal verschaffen. zaam, laksch. Ding, slaan, beuken ; door- Dilemma, moeilijke toe- boren ; zwaar neervallen ; stand, m., dilemma, o. aandringen. Diligence, ijver, m., naar- Dingdong, herhaling van stigheid; zorg, oplettend- een geluid, dat klokkengelui heid, v. [volhardend. moet voorstellen, v. Diligent, ijverig, naarstig; Dingle, dal, o., begroeide Dill, plant in de genees- vallei, v. [kleurd. kunde gebruikt, v. Dingy, von, morsig; ver- Dilute, verdunnen, aanlen- Dinner, middagmaal, diner, gen. [behoorend. o.; feestmaal, o., feest- Diluvian, tot den zondvloed disch, m. Diluvium , zondvloed, m.; Dint, slag, klap, m.; dedk, overstrooming, v. ramp ; kracht, v.; uittan- Ditn, verduisteren, donker den ; (by dint of) door maken, bevlekken ; dof, middel van. beschaduwd, verduisterd, Diocese, bisdom, o. gevlekt,duister,onduidelijk. Dioptrics (pl.), leer der Dime, geldstuk ter waarde straalbreking, v. van een tiende gedeelte Diorama, diorama, o. van een dollar, o. Dip, dompelen, indompelen, Dimension, grootte, afme- indoopen, nat maken, in- ting, gedaante, v., vorm, stippen ; bukken, buigen ; m.; (dimensions (pl.), ver- vluchtig lezen ; vetkaars; houdingen (mv.), v. holte ; saus, v. Dimeter, versregel van twee Dipetalous, met twee voeten, m. bloemblaadjes. Diminish,verminderen,klei- Diphtheria, diphteritis, v. ner maken, verlagen, af- Diphthong, tweeklank, m. trekken, verzvvakken ; af- Diploma, diploma, certifi- nemen. [geluid. caat, document, o. Diminuendo, afnemend in Diplomacy, diplomatie, V. Diminution, vermindering, Diplomat, diplomaat, m. aftrekking, verlaging, v. Diplomatic, diplomaat, ge- Diminutive, klein, nauw, zant, diplomatisch. samengetrokken, verklei- Diplomatist, diplomaat, m. nend ; verkleinwoord, o. Dipper, duiker ; Groote Dimissory, wegzendend, Beer, m. ontslag gevend. [katoen, o. Dipsomania, verslaafdheid Di mity, diemet, gekeperd aan den drank, v. Dipteral 59 Disbelief
Dipteral, tempel met een Disallowance, afkeuring, dubbelen ring van pilaren, verwerping, weigering, v. m. [sect, o. Disannul, vernietigen, her- Dipteran, tweevleugelig in- roepen, afschaffen. Diptych, wastafeltje; lijst Disappear, verdwijnen, on- met de namen dergenen zichtbaar worden, uit het voor wier ziel een mis moest gezicht verdwijnen ; ophou- worden gelezen, v. den te bestaan. Dire,vreeselij k,somber,droe- Disappearance, verdwij- vig, betreurenswaardig. ning,onzichtbaarwording,v. Direct, richten, den weg Disappoint, teleurstellen, wijzen, geleiden; adressee- verijdelen, niet aan de ver- ren; rechtstreeksch, op- wachting voldoen. recht, uitdrukkelijk. Disappointment, teleur- Direction, richting, v.; op- stelling, veri j del ing,m isluk- schrift, bestuur, o. king van een plan, v. Director, directeur, bestuur- Disapprobation, a fkeuri ng, der, commissaris, m. veroordeeling, v. Directory, bestuur; adres- Disapprove, afkeuren, ver- boek; gebedenboek, o. oordeelen,laken,verwerpen. Dirie,lijkzang, treurzang,m. Disarm, ontwapenen, on- Dir , ponjaard, dolk, m. schuldig maken, onderwer- Dirt, vuil, o.; (dirt-cheap) pen, temmen. spotgoedkoop. Disarrange, in wanorde Dirty, vuil, vies, smerig. brengen,wanordelijk maken Dieability,onbekwaamheid, Disarray, ontkleeden ; in zwakheid,v.,onvermogen,o. wanorde brengen ; slordige Disable, onbekwaam ma- kleeding, wanorde, v. ken, ongeschikt maken; Disassociate,scheiden,los- verarmen. maken. Disabuse, uit de dwaling Disaster, slecht voorteeken, belpen, een misverstand op- plotseling ongeluk,o., ramp, heffen. [lies, o., schade, v. v.; benadeelen, verminken. Disadvantage, nadeel, ver- Disastrous, onheilspellend, Disadvantageous, nadee- noodlottig; verwoestend, lig, schadelijk. vernielend. Disaffect, ontstemmen, ver- Disavow, de waarheid van vreem den. [chenen. lets ontkennen; loochenen; Disaffirm, ontkennen, loo- het tegendeel bewijzen. Disagree, verschillen, ver- Disavowal, ontkenning van schillend zijn; van meening de waarheid, loochening, verschillen; ongeschikt zijn; verwerping, v. [ken. kibbelen, twisten. Disband, ontslaan, opbre- Disagreeable, onaange- Disbar, het recht van plei- naam, a kel ig,terugstooten d. ten ontnemen. Disallow, afkeuren, verwer- Disbeliefongeloof,o.,weige- pen, toestemming weigeren, ring om te gelooven, v.; niet goedkeuren. verkeerd geloof, o. Disbelieve 60 Discontinue
Disbelieve, niet gelooven ; kleurloosheid; vlek, smet, v. wantrouwen; niet geloof- Discolour, de kleur ont- waardig achten. nemen, de kleur verande- Disbeliever, ongeloovige; ren, verkleuren. wantrouwend persoon, m. Discomfit, verslaan, ver- Disburden, ontlasten, ver- drijven ; doen ontstellen, lichten, zich van den hals verijdelen. schuiven. [geven. Discomfiture,neerlaag,ver- Disburse, uitbetalen; drijving; teleurstelling, ver- Disc, schijf, v., discus, m., ijdeling, v. ronde plaat, v. Discomfort, pijn of smart Discard, wegwerpen, a fwer- veroorzaken, troost bene- peR, van de hand doen, uit- men ; pijn, v.; ongemak, o. werpen (kaarten). Discommend, Laken, ver- Discern,onderscheiden;uit- oordeelen ; aan aanmer- zoeken ; ontwaren; beslissen kingen blootstellen. tusschen. [den, zichtbaar. Discommen, van rechten Discernible, te onderschei- berooven; niet koopen bij. Discernment, onderschei- Discompose, in wanorde dingsvermogen, oordeel , on- brengen ; tusschenbeide ko- derscheici, o. men ; verontrusten, ont- Discharge,ontladen,bevrij - sternmen ; tobben. den ; volvoeren; vuren; uit- Discomposure, gejaagd- werpen, luchten; ontheffen. heid, ontsteltenis, onrust, v. Disciple, volgeling, aan- Disconcert, oneenigheid, hanger, leerling; volgeling • v., strljd, m. van Christus, m. Disconnect, scheiden, los- Disciplinarian,Puritein, maken, slaken,doorsnijden. Presbyteriaan ; iemand die Disconsolate, moedeloos, strenge tucht eischt, m.; hopeloos, troosteloos, mis- tot de tucht behoorende. moedig. Disciplinary, wat de tucht DisCOntent,ontevreden ma- betreft. ken, ontstemmen; onte- Discipline, tucht, discipli- vredenheid, onvoldaan- ne; opvoeding, v., onder- heid; onrust, v.; ontevreden, wijs, o., regel, m., orde onvoldaan. [onvoldaan. straf, v. Discontented, ontevreden, Disclaim , ontkennen, loo- Discontentment, ontevre- chenen, weigeren te erken- denheid, onvoldaanheid, nen, zich verzetten tegen. ontstemdheid, v. Disclose, ontblooten,bloot- Discontinuance, afbre- leggen ; bekendmaken, ver- king, ophouding, onder- kondigen. breking, V. Disclosure, ontblooting, Discontinue, afbreken, on- blootlegging ; bekendma- derbreken, verstoren, up- king, verkondiging, v. houden, opgeven, uitschei- Discoid, schijfvormig. den, niet voortgaan; twee- Discoloration, verkleuring, dracht, ruzie, v. Discord 61 Disembarrass
Discord, oneenigheid, v., Discretional, naar twist, strijd, wanklank, m., onbeperkt. disharmonie, v. Discriminate, onderschei- Discordance, oneenigheid, den, het verschil zien tus- v., strijd, m. schen ; kiezen, uitkiezen, Discordant, niet overeen- een verschil aanmerken ; stemmend ; strijdig. onderscheidend, 'gemerkt, Discount, korting, v., dis- aangestipt. conto, rabat, o.,• korting Discrimination, onder- schenken; voorschieten. scheiding, v., onderschei- Discountenance, verlegen dingsvermogen, o. maken, beschamen, ont- Discriminative, onder- moedigen, hulp weigeren ; scheidend; kenmerkend. koele behandeling, afkeu- Discrown, de kroon ont- ring, v. nemen,de kroon ontrukken. Discourage, ontmoedigen, Discursion, overgang tot den moed benemen. een ander ontwerp, m., Discourteous, onbeleefd, oppervlakkig gesprek, o.; niet voorkomend, lomp. redeneering, v. Discourtesy, onbeleefd - Discursive, vluchtig, af- heid, lompheid, v.; gebrek dwalend ; Iogisch, berede- aan voorkomendheid. neerd. DisCOus, schijfvormig, cir- Discuss, bespreken, ver- kelvormig, ringvormig. handelen, beredeneeren, Discover, ontdekken ; be- over en weer zijn opvatting kendmaken, openbaren,aan meedeelen. het licht brengen; onder- Discussion, bespreking, zoeken. verhandeling, beredenee- Discovery, ontdekking; be- ring, v. kendmaking, openbaring ; Disdain, verachten, min- ontknooping, v. achten, beneden zich ach- Discredit, oneer, schande, ten • verachting, minach- v.; gebrek aan geloofwaar- ting, verontwaardiging; digheid,o.; niet gelooven ; in v., trots, m., boosheid; ongenade brengen; ont- schande, v. eeren. Disdainful, verachtelijk, Discreditable, schandelijk, minachtend, vol verachting berucht ; ongeloofwaardig. afwijzend. Discreet, verschillend;voor- Disease, ziekte, v., onge- zichtig, behoedzaam. mak, o., stoornis, v.; sto- Discrete, verschillend, afge- ren, aantasten. scheiden,onsamenhangend. Disedge, verstompen; ver- Discretion, scheiding, v.; zadigen. [land zetten. verschil; onderscheidings- Disembark,ontschepen,aan vermogen, o.; willekeur, Disembarkation, ontsche- v.; (to surrender at dis- ping, ontlading, v. cretion) zich op genade of Disembarrass, uit een re- ongenade overgeven. teligen toestand •bevrijden.
En gelsch-Holl. 3
Disembody 62 Disinfect
Disembody, van het vleesch Disgrace, onteeren %schande ontdoen; ontslaan, ont- aandoen, zijn gunst ont- binden. houden; oneer, schande, Disembowel, van de inge- v.; slechte naam, m. wanden ontdoen. Disgraceful, schandelijk, Disembroil, uit de verwar- laag, slecht. ring brengen. Disguise, vermommen, be- Disemployed,buiten dienst mantelen, verbergen; be- gesteld. dwelmen; vermomming, Disenchant, ontgoochelen, verkleeding, v., masker, o.; aan de toovermacht ont- dronkenschap, v. trekken. Disgust, walging, v., weer- Disencumber, bevrijden, zin, fakeer, m.; doen wal- ontlasten, vrijmaken. gen van,afkeer inboezemen. Disendow, een erfgoed ont- Disgusting, walgelijk,weer- nemen. zinwekkend. Disengage, losmaken, los- Dish, bord, o., schotel, m.; wikkelen, verbreken; uit (dish-water) vaatwater` den geest verdrijven; ont- Dishearten, den mood ont- warren. nemen, ontmoedigen. Disengagement, losma- Dishevel, de haren verwar- king loswikkeling, verbre- ren, de haren losmaken. king, verdrijving, verban- Dishonest, oneerlijk, onop- ning, ontwarring, v. recht ; onfatsoenlijk, schan- Disennoble; onteeren, van delijk. al teat edel is ontdoen. Dishonesty, schande, on- Disentangle,. ontwarren, eer; oneerlijkheid, onop- uitpluizen, bevrijden, los- rechtheid, bedriegerij, of- maken. zetterij, v. Disenthrone, onttronen, Dishonour, oneer aandoen, afzetten. [nemen. schande aandoen, onwaar- Disentitle, den titel ont- dig behandelen, zich aan Disestablish, opheffen, de uitspattingen overgeven; kerk losmaken van den een wissel weigeren; oneer, staat. schande, v.; verwijt, o. Disesteem, gebrek aan Dishonourable, ongeeerd, achting, o.; niet achten. schandelijk, laag, gemeen, Disfavour, met onwil be- onwaardig. handelen, ontmoedigen ; Disinclination, ongeneigd- afkeuring ; onvriendelijke heid, v. daad, v. [misvorming, v. Disinclined, ongeneigd, on- Disfiguration, verminking, willig. Disfranchise, het kies- Disincorporate, de rech- recht ontnemen ; rechten ten eerier corporatie ont- ontnemen. nemen ; een corporatie Disgorge, uitbraken, nit- spuwen ; opgeven, over- Disinfect, ontsmetten, van geven. besmetting zuiveren. Disinfectant 63 Disorderly
Disinfectant, ontsmettings- Dismal, somber, treurig, middel, o. naargeestig, donker, onge- Disingenuous, onopenhar- lukkig, neerslachtig. tig, onoprecht, niet open- Dismantle, den mantel af- lijk ; laag, geniepig ; on- nemen ; ontdoen van ; af- welvoegel i j k. tuigen, afbreken. Disinherit, onterven, een Dismask, ontmaskeren. erfenis on tnemen. Dismast, de masten weg- Disintegrate, de samen- nemen, ontmasten. stellende deelen scheiden; Dismember, de ledematen vergruizelen, tot poeder afrukken, vaneenrij ten ; op- maken. breken, ontbinden. Disinter, opgraven; aan de Dismiss, wegzenden, laten vergetelheid ontrukken. vertrekken ; den dienst Disinterested.belangeloos, opzeggen; verwerpen, wei- onpartijdig, onzelfzuchtig. geren ; ophouden, nalaten, Disinthral, van het slaven- uit de gedachten bannen. juk bevrijden. Dismissal, opzegging, ver- Disjoin, ontbinden, van werping, weigering, v.; ont- elkaar trekken • scheiden, slag, o., wegzending, v. gescheiden woraen. Dismount, afstijgen, dalen, Disjoint, losmaken, de ge- afstappen ; doen zakken ; wrichten losmaken; in uit den zadel werpen. de war brengen, de ver- Disobedience, ongehoor- binding verbreken ; in stuk- zaamheid;plichtsverzaking, ken vallen; moeilijkheid, dienstweigering, v. v., dilemma, o. [bonden. Disobedient, ongehoor- Disjunct, gescheiden, ont- zaam, weerspannig. Disjunction, ontbinding, Disobey, niet gehoorzamen, scheiding, v. [v. den dienst weigeren, zijn Disk, schijf, ronde pleat, plicht verzaken. Dislike, niet houden van, Disoblige, van eene ver- geen behagen scheppen in, plichting ontheffen ; kren- afkeuren ; mishagen, af- ken, onbeleefd zijn ; zich keer, tegenzin, m. niet willen schikken near. Dislocate, van zijn rechte Disobliging, onbeleefd, on- plaats brengen; verstoren, vriendelijk, niet inschik- in de war brengen; ont- kelijk. wricht. Disorder, in wanorde bren- DislocatiOn,verstoring,ver- gen, in de war brengen, warring, ontwrichting, v. de werking verstoren ; wan- Dislodge, verdrijven, ver- orde, verwarring, onregel- jagen, wegsturen ; verhui- matigheid, v.; wangedrag, zen, eene plaats verlaten. o.; ziekte, v. Disloyal, ontrouw; ontrouw Disorderly, wanordelijk, aan zijn worst ; schuldig verward, ongeregeld, on- aan echtbreuk ; onstand- regelmatig, woest, wild, vastig. ramoerig. Disorganisation 64 Disproportion Disorganisation, versto- Dispersion, verspreiding, ring, stoornis, v. verdrijving, verdwijning,v.; Disorganise, het organis- zuiveren van ontsteking, o. me verbreken, verwarren, Dispirit, den moed ontne- verstoren. nemen, ontmoedigen, mis- Disown, niet erkennen, moedig maken. loochenen, verstooten. Displace, verplaatsen, ver- Disparage, geringschatten, zetten ; verbannen ; ver- met minachting behande- storen. len, verkleinen, afbreuk Displant, neerhakken, uit- doen. trekken, overplanten, ver- Disparagement, nadeel , o.; planten ; ontvolken. minachting, geringschat- Display, ontvouwen, ont- ting,verkleining,afbreuk, v. plooien, uitspreiden ; ten- Disparity, ongelijkheid, v.; toonspreiden, pronken met; verschil, o. vertooning, v.; vertoon, o. Dispark, den gloed ontne- Displease, mishagen, er- men ; openen, vrij laten, geren, ontstemmen; treurig bevrijden. stemmen. 0 ispart,verdeelen, scheiden, Displeasure, misnoegen,o., splijten; gescheiden wor- ergernis, ontstemdheid, v. den, openen. Displume, plukken, van Dispassion,gevoelloosheid, veeren ontdoen. dofheid; vrij held van harts- Dispone, beschikken over. tocht, v. Disport, wegdragen ; ver- Dispel, uiteendrijven, ver- maken, afleiding schenken ; spreiden, verbannen, weg- spelen, dartelen ; sport, zenden; uiteengejaagd wor- v., spel, o. DiSpe nd, uitgeven. [den. Disposal, beschikking, weg- Dispensable, niet flood- schenking; regeling, v.; (at zakelijk, ontbeerlijk ; in your disposal) tot je dienst. aanmerking komend voor Dispose, regelen, schikken, vrijstelling. [kliniek, v. plaatsen, vaststellen, bezi- Dispensary, apotheek,poli- gen ; verkoopen; (man Dispensation, vrijstelling, proposes, God disposes) vergiffenis, vergeving, v., de mensch wikt, God be- aflaat, m.; plan, opzet, o.; schikt. godsbeschikking , v. Disposition, • gesteldheid, Dispense, uitdeelen, toe- v,, aard, m., natuur, v., dienen, vrijstelling schen- karakter, o., hoedanigheid, ken ; een recept bereiden; v., humeur, o.; neiging, v. (to dispense with) kunnen Dispossess, grond ont- missen. nemen, onteigenen ; be- Dispeople, ontvolken. zweren. Disperse, verspreiden, uit- Disproportion,wanverhou- eendrijven, doen verdwij- ding, onevenredigheid; on- nen ; doen ophouden, ver- doelmatigheid; ongelijk- jagen, uiteengaan. held, v., verschil, o. Disproportionate 65 Dissociate Disproportionate, niet in Dissect, in stukken snij- overeenstemmi ng, oneven- den ; nauwkeurig verdee- redig ; ondoelmatig, onge- len en onderzoeken, ont- schikt, onvoldoende. leden ; (dissecting-room) Disprove, afkeuren; als snij kamer. onjuist bewijzen ; veroor- Dissection, ontleding, v.; deel en. [twistziek. anatomisch onderzoek, o.; Disputable, betwistbaar; 1 i j kopeni ng, v. Dispute, twisten, betwisten; Dissector, ontleder, m. beredeneeren; bestrijden, Dissemble, voorwenden, zich verzetten tegen, vol- huichelen ; vermommen. houden ; debat, geschil, o. Disseminate, uitstrooien, Disqualify, ongeschikt ma- zaaien, verspreiden. ken ; ongeschikt verklaren. Dissension, oneenigheid, Disquiet, storen, veront- v., verschil van meening, rusten, kwellen, plagen ; o., strijd, m., ongenoegen, o. onrustig, rusteloos; on- Dissent, anders denken, rust, rusteloosheid, onge- verschillen; afscheiding van rustheid, v. de staatskerk, v. Disquisition, onderzoek, o., Dissenter,andersdenkende; verhandeling, v. lemand, die zich afscheidt Disregard, geen acht siaan van de kerk, m. op, minachten, in den wind Dissertation,verhandeling, slaan, verwaarloozen ; ach- v., opstel, o. teloosheid, minachting, v.; Disserve, benadeelen, een verzuim, o. ondienst doen. Disrelish, een afkeer heb- Disservice, benadeeling, v., ben van ; misselijk maken ; ondienst, m. afkeer, weerzin, slechte Dissever, scheiden, van- smaak, m.; misselijkheid, v. eenrijten, slaken. Disreputable, berucht, Dissident, verschillend, in schandelijk, laag, gemeen. onmin, strijdig. Disrepute, oneer, schande; Dissimilar, ongelijkodwij- oneer aandoen, schande kend, verschillend, anders. aandoen. Dissimilarity, verschil, o., Disrespect, oneerbiedig be- ongelijkheid, v. handelen ; oneerbiedigheid, Dissimulation, veinzerij, onbeleefdheid, lompheid, v. huichelarij, v. Disrespectful, oneerbiedig, Dissipate, verspreiden, nit- onbeleefd, lomp. eendrijven ; verkwisten ; Disrobe, ontkleeden; een verzwakken; verdwijnen ; kleedingstuk uitdoen. zich aan uitspattingen over- Disroot, ontwortelen; los- geven. scheuren, uittrekken. Dissipation, verspreiding, Dissatisfaction, onvol- uiteendrijving; verkwis daanheid, ontevredenheid,v ting ; verzwakking ; los- Dissatisfied, onvoldaan, bandigheid, v. [maken. ontevreden, ontstemd. Dissociate, scheiden, los- Dissoluble 66 Distraction Dissoluble, oplosbaar. brengen; storing; honde- Dissolute, losbandig, los, ziekte ; ontstemdheid, onte- gewoon aan uitspattingen, vredenheid, v. slecht van gedrag, buiten- Distend, strekken, uitstrek- spor i g. ken, uitrekken; opzetten, DISSOlutiOn,losbandigheid; zwellen. [zetbaar. loslating; liquidatie; op- Distensible, rekbaar, uit- lossing, v.; dood, m.; ont- Distensive, rekbaar. binding ; opheffing, v. Distention, uitzetting, uit- Dissolvable, oplosbaar. rekking ; breedte, v. Dissolve, oplossen, vloei- DiStiCh, tweeregelig vers of baar maken; scheiden ; epigram, o. wegzenden; opbreken, op- Distil, droppelen,druppelen; beffen; machteloos worden; zacht stroomen; distillee- ontbonden worden. ren; laten druppelen ; zui- DISSOIVent,oplossend,vloei- veren ; oplossen. baar makend; oplossend Distillation, droppeling, geneesm iddel, o. druppeling; distillatie, v. Dissonance, wanklank,m.; Distiller, brander, stoker, oneenigheid, v., twist, m. distillateur, m. Dissuade, afraden, trach- Distinct, duidelijk, helder, ten to doen afzien, als onderscheiden; gescheiden, niet raadzaam voorstellen, verschillend, gewijzigd. ontraden. [Fading, v. Distinction, onderschei- Dissuasion, afrading, ont- ding, v., verschil, o., bij- Dissyllabic, tweelettergre- zondere hoedanigheid; ka- pig. [pig woord, o. rakter ; oordeel, o.; eer, v.; Dissyllable, tweelettergre- aanzien, o. Distaff, spinrokken; sym- Distinctive, onderschei- bool der vrouw, o.;vrouw,v. dend ; verschillend, apart, Distain, verkleuren, de kleur onderscheiden. ontnemen; bezoedelen, be- Distinguish,onderscheiden, vlekken, besmetten. onderscheid maken; rang- Distance, afstand, m.; ver- schikken ; begrijpen ; tot wijdering, verte, afgele- aanzien brengen. genheid; koelheid, schei- Distort, vertrekken, ver- ding, v. wringen; verdraaien. Distant, verwijderd, ver, Distortion, vertrekking,ver- afgelegen ; zwak, licht; koel. wringing, misvorming; ver- Distaste, niet houden van; draaiing ; stuiptrekking, v. beleedigen, weerzin wek- Distract, in verschillende ken; afkeer, weerzin, m., richtingen trekken; kwel- walging, v. len, door zorgen plagen; Distasteful, onaangenaam, gek maken. vies, walgelijk, weerzin- Distraction, scheiding; ver- wekkend. bijstering; dwaasheid,dom- Distemper, verstoren, ont- heid, krankzinnigheid; ver- stemmen ; in verwarring warring, v.; tumult, o. Distrain 67 Dividend
Distrain, uiteenrukken ; be- de geneeskunde gebruikt, v. zi t nemen van ; bedwingen ; Ditto, hetzelfde; (a suit of beslag leggen op. dittoes) een pak kleeren uit Distraught, vaneengereten ; dezelfde stof vervaardigd, o. krankzinnig. Ditty, uitdrukking, v., ge- Distress, beproeven, kwel- zegde; liedje, o. ten, doen ontstellen ; ellen- Diurnal, dagelijksch,van een de, armoede, v., gebrek ; dag, den dag betreffende. ongeluk, gevaar, o.; ziels- Divan, regeeringslichaam in angst, m. Oostersche landen, o.; rand, Distributable, uitdeelhaar; m.;raadskamer;rookkamer, geschikt, om uitgedeeld to v.; divan, m. worden. Divaricate,openen,splitsen, Distribute, uitdeelen, rond- splijten, in twee takken ver- geven, uitreiken; rangschik- deelen. ken ; benoemen. Dive, duiken; snel dalen; Distribution, uitdeeling,uit- zich verdiepen in. reiking, verspreiding; rang- Diver, duiker; iemand, die schikking ; benoeming, v. zich in een of ander onder- Distributive, verdeelend, werp verdiept; zakkenrol- aanwijzend;rangschikkend. ler, m. [ken, splitsen. District, district, grondge- Diverge, afwijken ; vertak- bied, o., wijk, streek, v. Divergence, afwijking, ver- Distrust, mistrouwen, wan- takking, splitsing, v. trouwen, in twijfel trekken, Divergent, vertakkend, zich verdenken; wantrouwen,o., van een punt naar alle kan- twijfel, verdenking, v., ten verspreidend. vermoeden, o. Divers,verschillend; all erlei. Disturb, verstoren, storen, Diverse, verschillen; afkee- verwarring veroorzaken, ren ; verschillend ; velerlei. verontrusten, hinderen. Diversify, verschillend ma- Disturbance, stoornis, sto- ken, doen verschillen, wijzi- ring, verwarring, algemeene gen. onrust, v. [dracht, v. DiversiOn,afwending; aflei- Disunion,oneenigheid,twee- ding, v.', tijdverdrijf, o. Disunite, verdeelen, ver- Diversity, verschil, o., va- deeldheid brengen, ontbin- rieteit, V . den. Divert, afleiden, naar een Disusage, ongebruik, o. ander punt trekken;• bezig- Disuse, ontwennen ; onge- houden;verkeerd toepassen. bruik, o. [v. Divest, zich ontdoen van Ditch, gracht, sloot, greppel, kleedingstukken, ontklee- Ditheism, geloof in het be- den ; ontblooten van. staan van twee goden, de Divide, verdeelen, uitdeelen, eene goed, de andere boos. scheiden, stuk snijden, ver- Dithyramb, lied ter eere van deeldheid zaaien. Bacchus; woest lied, o. Dividend, deel,aandeel,divi- Dittany,aromatische plant in dend ; deeltal, o. (rekenk.). Divination 68 Dogged
Divination, voorspelling, beschuldigden,v.;stompje,o. openbaring van verborgen Docket, adresseeren, korten zaken, v. inhoud maken ; etiquette, Divine, voorspellen, voor- v., briefje, o.; alphabetische gevoel hebben ; goddel ij k ; lijst van rechtszaken, v. theoloog, geestelijke, m. Dockyard, scheepswerf, v., Diviner, voorspeller, pro- magazijn van scheepsbe- feet, m. hoeften, o. Diving-bell, duikerklok, v. Doctor, doctor, dokter, lee- Divining - rod, hazelstokje, raar, medicus, m.; genees- dat de plaats heet aan to kundig behandelen, drank- wijzen, waar water is, o. jes toedienen; den doctors- Divmity,goddelijkheid ; god- titel schenken ; oplappen. heid ; bovennatuurlij ke Doctorate, doctarstitel,doc- macht ; theologie, v. torsgraad, m. Divisibility, deelbaarheid, Doctrinal, dogmatisch, een scheidbaarheid, v. [baar. leerstelling bevattend. Divisible, deelbaar, scheid- Doctrine, onderwijs, o., ken- Division, verdeeling, afdee- nis;leerstelling,v.,dogma,o. ling, v., schot, beschot, o.; Document, bewijs, voor- oneenigheid, v. beeld; dogma; document, Divisor, deeler, m. geschreven stuk, o.; bewij- Divorce, scheiding, echt- zen; onderwijzen. scheiding, v.; scheiden,echt- Dodecagon, twaalfhoek, m. scheiden. Dodge, opzij springen, van Divulge, openbaar maken, plaats veranderen; ontdui- openbaren, wereldkundig ken, ontloopen; bedriegen; maken, verkondigen. snellebeweging,v.;streek,m. Divulsion, verscheuring, Dodger, iemand, die ont- openrijting, v. snapt of ontduikt;bedrieger, Dizen, met vlas bedekken ; m.; harde beschuit, v. kleeden ; smukken, tooien. Doe, hinde, v.; (doe-rabbit) Dizziness,duizeligheid,dui- voedster. zeling, v. Doeskin, hertevel, o. Dizzy, duizelig ; zot, dwaas, Doff, afnemen, uittrekken; onnadenkend ; verwarren, uitkleeden, ontkleeden. doen duizelen. Dog, hond, m.; sterrenbeeld, Do,doen,ten uitvoer brengen, o.; ijzeren haak, m.; voort- ten einde brengen, voort- durend volgen, bewaken. brengen, vervaardigen ; (do- Dogcart, rijtuigje met twee all) factotum, o. ban ken, waaronder zich een Docile, gewillig, vlijtig, leer- kastje bevindt, o. zaam ; gedwee. Dogcheap, spotgoedkoop. Docility, gewilligheid, vlijt, Oogdays (pl.), hondsdagen leerzaamheid, v. Doge, doge, m. [(mv.), m. Dock, kort afknippen, af- Dogfish, soort van haai, m. korten, afsnijden, den staart Dogged, norsch, knorrig, afsnijden ; dok, o.; bank der boos. Doggerel 69 Donation Doggerel, rijmelarij, v., Dome, groot gebouw, o.; slechte verzen (mv.), o.; tempel, m.; koepeldak, o. laag, nietswaardig. Domesday - book, register Doggish, den hond betref- der landerijen in Engeland, fende;hondsch,lomp,norsch op last van Willem den Dogma, dogma, o. Veroveraar samengesteld,o. Dogmatic,dogmatisch;aan - Domestic, huiselijk; tam; matigend, gebiedend. inwendig; in huis; bedien- Dogmatism, aanmatiging; de, m.; (domestic-economy) stelligheid, v. huishoudkunde, v. Dog's - ear, ezelsoor, o., om- Domesticate, temmen, tam gekrulde bladzijde, v. maken ; beschaven ; aan een Dogstar, hondsster, v. huiselijk leven gewennen. Doiiy, matje, servetje, o. Domicile, huts, tehuis, o., Doings (pl.), daden, hande- woonplaats, verblijfplaats, lingen (mv.), v., gedrag; v.; domicilie, o. leven, o., beweging, v. Domiciliate, temmen, tam DOit,duit,m.,klein geldstukje, maken,gewennen,beschaven o.• domoor, domkop, m. Dominant, regeerend, beer- Dole, uitdeelen, verdeelen ; schend, overheerschend, de (to dole out) in kleine por- overhand hebbend. tietjes uitdeelen ; portie, v., Dominate, regeeren, heer- deel, o.; aalmoes; grens, v.; schen, overheerschen, de onbeploegd land, o.; jam- overhand hebben. merklacht, v., verdriet, o. Domination, overheer- Doleful, treurig, verdrietig, sching, regeering, v., be- bedroefd, beproefd, somber. stuur, o.; tyrannie; regee- Dolesome, treurig, droevig, rende partij, v. ontmoedigend, drukkend. DOMinative,regeerend,heer- D011, pop, v., popje, o. schend,bevelend,voorschrik Dollar, dollar, m., Ameri- vend, gebiedend. kaansch gel dstuk ter waarde Domineer, overheerschen, van een rijksdaalder, o. zich gezag aanmatigen,heer- Dolmen, steenen tafel, v. schappij uitoefenen. Dolomites (pl.), Dolomieten Dominical, tot den dag des (mv.), m. (gebergte in het Heeren behoorend; dag des Zuid-Oosten van Tyrol). Heeren, m.; Onze-Vader, o. Dolorific, smartend, smarte- Dominican, Dominicaner, lijk. [pijn ; pijnlijk. zwarte monnik;Jacobijn,m. Dolorous, vol smart, vol Dominion, heerschappij,op- Dolour,smart,pijn,v.,lijden, permacht, v., bestuur ; ge- Dolphin, dolfijn, m. [o. hied, o. DOlt2 domoor, stoffel, m. Domino, domino, m.; (domi- Doltish , dom, mal, stom, noes) dominospel. stompzinnig. Don, Spaansche titel, m.; Domain, gezag; domein, aandoen, aannemen. egeg:bied, gebied, grond- Donation, geven, o., gift, bij- drage,weldaad,schenking,v. Donative 70 Douse
Donative? geschenk, o., gift, schrijven; met streken om- v., benefice, o. gaan • dubbel ; tweevoud, o.; Donee, begiftigde, m. streek, m.; duplicaat, o. Donjon, voornaamste toren Double-bass, contra-bas,v. van een middeleeuwsch Double - dealing, bedriege- kasteel, gevangentoren, m. • lijk, onoprecht; bedrog, o., (zie ook Dungeon). onoprechtheid, v. Donkey, ezel; domoor, m. Double-dutch, onverstaan- Donor, gever, schenker, m. bare taal, v. [houden, o. DOOM, veroordeelen; beslis- Double - entry, dubbelboek- sen; oordeel, vonnis, o.; Doubleness, dubbelzinnig- dag des Oordeels, m. heid, v. Doomsday, dag des Oor- Doublet, een van een paar; deels, m. een van twee woorden, die Door, deur, v.; (next door) van denzelfden stam zijn in het aangrenzende huis; afgeleid, maar in vorm en (door-keeper) portier. beteekenis verschillen; Dor, grap, v., streek, m.; (to wambuis, o. give one the dor) iemand be- Doubloon, Spaansch en Doric, Dorisch. [dotten. Zuid-Amerikaansch geld- Dormancy, slaap,m., rust,v. stuk ter waarde van onge- Dormant, slapend, rustig, veer twaalf gulden, o. stil; dwarsbalk, m. Doubt, twij felen,betwijfelen, Dormer-window, dakven- in twijfel trekken ; aarzelen, ster, o. [slaapvertrek, o. vermoeden wantrouwen, Dormitory, slaapzaal, v., verdenken; 'twijfel, m.;bang, Dormouse, marmotje, o. bedeesd, vol twijfel, twij fel- Dorsal, tot den rug behoorend zuchtig, onzeker. Dose, dosis, gift, v.; walge- Doubtful, dubbelzinnig, on- lijk middel, o.; lets walge- duidelijk ; wantrouwend, lijks ingeven. aarzelend. Dot, stip, punt, v.; kindje, o.; Doubtless, zonder twijfel, een punt zetten op,stippelen onbevreesd, vertrouwend, Dotage, sufheid, kindsch- zeker. heid; overdreven liefde, v. Douceur, zachtheid, vrien- Dotal, tot een weduwengoed delijkheid, v.; klein ge- behoorend. schenk, o. Lv. Dotard, gesnoeid; vergroei- DOuChe,stortbad,o.,donehe, de boom; suffe grijsaard ; Dough, deeg, o.; (my cake iemand, die overdreven van is dough; het 'is mij niet ge- iemand houdt, m. lukt. Dotation, schenken van een Doughty, dapper, moedig, bruidschat, o., schenking, v. koen, edel , wakker. Dote, sullen; het verstand Doughy, deegachtig; zacht, verliezen, (to dote one ver- ongezond. zot zijn op ; bruidsschat, rn. Douse, dompelen, onder- Double, verdubbelen; dub- dompelen,in het water stop- bel vouwen ; omzeilen; over- pen, uitdooven. Dove 71 Drainage
Dove, duif, v., duifje, o.; voortleven ; dutje, slaapje, zinnebeeld der onschuld; o., sluimering, v. svmbool van den Heiligen Dozen, dozijn, o.; (by the Ceest, o. [venhok, o. dozen) bij het dozijn. Dovecot, duiventil, v., dui- Drab, slechte vrouw, v., zout- Dovetail, zwaluwstaart, m.; bak, m.; dik, bruin taken, met zwaluwstaarten ver- o.; vaalbruine kleur; smet, binden. v.; bevlekken, bezoedelen. Dowable, het recht hebbend Drabble, beslij ken, door bet op een weduwgoed. slijk halen ; peuren. Dowager, douairi&e, adel- Drachm, drachma, o.; oude, lijke weduwe, v. Grieksche munt, v. Dower, geschenk, o., begif- Draft, afval, o., draf, m. tiging; bezitting, welke de Draft, schets, v., plan o., vrouw mee ten buwelijk teekening, v.; wissel, m.; brengt, v.; weduwgoed, o. schetsen, omtrekken; deta- Down, heuvel, m., heuvel- cheeren. [naar, m. achtig land ; dons. o.; neer, Draftsman, plannenteeke- neder, naar beneden, om- Drag, sleepen ; slepen; lang laag, stroomafwaarts; in duren, langdradig zij n;dreg- tegenovergestelde richting gen ; remmen; dreg, v.; van de hoofdstad. remschoen, m. Downcast, terneergeslagen, Draggle, bemodderen, be- gedrukt, treurig. slijken, door het slijk sleu- Downfall, val ; afgrond, m.; ren ; nat maken; vuil wor- neerstorting; vernietiging, Dragnet, sleepnet, o. [den. v., ondergang, m. Dragoman, gids, tolk (in Downhearted,ontmoedigd, Oostersche lanclen), tolk, gedrukt, terneergeslagen. verbonden aan een ambas- Downhill, naar beneden; sade in Turkije, m. dalend, hellend; naar den Dragon, draak; heftig, ha- ondergang leidend. telij k persoon, m.,helleveeg; Downright recht naar om- duenna, v. laag; ronduit; eenvoudig, Dragonet, draakje, o. onloochenbaar, onver- Dragon-fly,glazenmaker,m. bloemd, in ronde woorden. (insect). Downward, naar omlaag; Dragon na de, vervolging der uit een bran ; van stamva- Protestanten in Frankrijk der op afstammeling; uit onder Lodewijk XIV, v. Er. vroegeren tijd. Dragoon,dragonder,m.;duif, Downy, met dons bedekt, Dram, droogmaken; uitzui- donsachtig, donzig, zacht, gen; langzamerhand af- kalmeerend. vloeien; uitputten; droog Dowry, bruidschat, m., warden ; riool; slokje, bar- bruidsgift, v. reltje, o. Doxology, lofzang ter eere Drainage, droogmaking, v., van God, m. waterafvoer, m.; uitwate- Doze, sluimeren; slaperig ring, rioleering, v. Drainer 72 Dregs
Drainer, iemand, die zich Drawer, iemand, die water met rioleering bezighoudt; put ; kellner, m.; lade, v.; vergiet, o. [eend, m. iemand, die een wissel trekt, Drake, woerd, mannetjes- m.; (drawers) onderbroek,v. Dram, hoeveelheid van 60 Drawing, teekening; trek- greinen; zeer kleine hoeveel- king, v. heid, v.; slok, borrel; drank; Drawing - room, salon, o.; vergiftigde drank, m. receptiezaal; officieele re- Drama, tooneelstuk, o.; dra- ceptie door een vorst of matische kunst, dramati- hooggeplaatst persoon ge- sche letterkunde, v. houden, v. Dramatic, dramatisch; ge- Drawl, uitrekken; uithalen, kenmerkt door kracht en langzaam praten ; beuzelen ; getrouwheid. temerige spraak, v. Dramatise, in den vorm Draw - well, waterput, m. van een drama samenstel- Dray ( - cart), sleeperswagen, len ; op dramatische wijze bierbrouwerswagen, m. beschriiven. Dread, vreezen, bang zijn Dramatist, dramaturg, dra- voor ; vrees, v., ontzag, o., maschri jver, m. verschrikking, v.; vreesaan- Drape, laken `even; dra- jagend, ontzagweltkend. peeren, met laken beklee- Dreadful, verschriltkelijk, den ; beschimpen. vreeselijk, vreesaanjagend, Draper, lakenhandelaar, m. ontzettend, (a penny dread- Drapery, lakenhandel, m.; ful) sensationeel blad, o. laken, o.; draperie,v.;laken- Dream, droomen, in den weefsel, o. slaap zien ; droom, in., Drastic, machtig; doelma- droombeeld, vaag visioen, tig, krachtdadig; purgeer- o.; muziek, v. middel, o. Dreamy, droomerig ; vol Draught, trekken, teekenen, droombeelden;denkbeeldig. o.; teug, v.; dronk ; tocht ; Drear, somber, treurig, ver- omtrek, m.; ontwerp, klad; lalen2 naargeestig. spannen van een boog, o.; Dreariness, somberheid, wissel, m. treurigheid, verlatenheid, Draughts (pl.), damspel, o. naargeestigheid, v. Draw, trekken, teekenen ; Dreary, somber, treurig,ver- voorttrekken, meetrekken, laten, naargeestig. noodzaken to gaan ; inade- Dredge, oesternet, 0.; dreg ; men, (a drawn battle) on- baggermachine, v.; mengsel besliste veldslag. van gerst en haver, o.; dreg- Drawback, nadeel, beletsel, gen ; uitbaggeren. bezwaar, o.; terugbetaling Dredger, oestervisscher, m.; van invoerrecht, v. baggermachine, v.; suiker- Drawbridge, ophaalbrug, v. strooier, m. Drawee, persoon, op wren Dregs (pl.), droesem, m., een wissel getrokken bezinksel ; afval, o.; (to the wordt, m. dregs) ten bodem toe. Drench 73 Drub
Drench, verdrinken ; door- Drizzle, motregenen, stof- weeken, drenken ; purgee- regenen ; stofregen, mist, m. ren ; bedrinken ; water neer- Droll,vreemd, eigenaardig, storten ; drank, m. vroolijk, ondeugend, lach- Dress, kleeden, aankleeden ; wekkend,vermakelijk;vroo- oprichten,bereiden ; verbin- lijke klant, grappenma- den (eene wond) ; kappen ; ker, m. kleed, o., kleeding, v. Dromedary, dromedaris, m. Dressing, kleeding, v.; ver- Drone, gonzen, zoemen ; lui band, o.; saus, v., opvulsel, leven ; opdreunen ; hom- o.; stijfsel, v. mel, m.; gegons, gezoem, o.; Dressy, gekleed ; opzichtig, pijp van een doedelzak, v.; rijk, prachtig. eentonig geluid, o., luiaard, Dribble, neerdruppelen, m. [zend, eentonig. droppelen, neervallen • slap Dronish, lui,langzaam ; gon- zijn; laten druppelen; drup- Droop, verbergen; afhangen, pelsgewijze toedienen. neerhangen; terneergedrukt Drift, drijven ; voortgedreven zijn, kwijnen. worden ; richting, waarin Drop,droppelen, vallen ; ietsgedreven wordt,v.;hoop, neerzinken, flauw vallen ; m.; bui, v., storm, m.; in- laten varen ; weggezonden geving, v., opzet, o.; beteeke- worden ; droppel, m., va I- nis, v.; doel, o.; mijngang, v. deur, v.; (he has had a drop Driftwood, drijfhout, o. too much) hij heeft hem om. Drill, doorboren, boren ; Dropsical, waterzuchtig. droogmaken,uitputten;dril- Dropsy, waterzucht, v. len, exerceeren ; zacht strco- Drosky, huurrijtuig, o. (in Drilling, dril, o. [men. Rusland en Pruisen). Drillpress, drilpers, v. [m. Dross, schuim, o.; droesem, Drill - sergeant, drilmeester, m.; afval van metalen, o. Drink, drinken ; aan den Drought, droogte,schaarsch- drank zijn ; opslorpen, in- heid van water, v. [dorstig. zuigen, in zich opnemen ; Droughty, droog, verdroogd, inademen ; drank, m.; (to Drove, kudde vee, v.; pad, be the worse for drink) dron- waariangs vee wordt gedre- ken zijn. [bij de Joden, o. ven, o.; menschenmenigte,v. Drink - offering, drinkoffer Drover, veedrijver ; vee- Drip, droppelen ; la ten drop- kooper, m.; boot, v. pelen ; dakgoot, v. Drown, verdrinken ; over- Dripping, vet, dat bij het gieten, overstroomen ; doen braden van vleesch ge- ophouden ; onderdompelen. vormd wordt, o. Drowse, dommelen, sluime- Drive, drijven, voortdrijven, ren ; slaperig maken ; slui- noodzaken ; in een rijtuig mering v., dutje, o. rijden ; uiteendrijven ; ver- Drowsy, slaperig,dommelig; volgen • rijweg, m. stomp, dom, dof. Drivel, kwijlen ; suffen ; ge- Drub, met een stok slaan, wauwel, gebeuzel, o. afranselen. Drudge 74 Dulcimer
Drudge, zwoegen, tobben, afzonderlijke deelen be- slaven; zwoeger, tobber, schouwt ; iemand, die twee slaaf, m. [gezwoeg, o. posten bekleedt, m. Drudgery, slaafsch werk ; Duality, tweeledigheid, v. Drug, medicijnen ingeven; Dub, tot ridder slaan, den verstompen, verdooven ; ridderslag geven ; versieren, (drugs) drogerijen. [stof, v. kleeden ; een titel schenken. Drugget, drugget, o., wollen Dubiety, twijfelachtigheid, Druggist, drogist, m. onzekerheid, v. [zeker. Druid, Druide, m. Dubious, twijfelachtig, on- Druidism, godsdienst der Ducal, hertogelijk. Druiden, m.; voorschriften Ducat, dukaat, m. der Druiden (mv.), o. Duchess, hertogin, v. Drum, trom, trommel, v.; Duchy, hertogelijk gebied, o. trommelvisch, m.; tromme- Duck, duiken, dompelen, len ; kloppen, slaan. plonzen ; bukken ; eend, v.; Drumhead, vlies van een lieveling; knappe vent, m. trom, o.; koolsoort, v. Ductile, rekbaar ; handel- Drum - major, tamboer-ma- baar, volgzaam, geschikt. joor, m. Dudgeon, gevest van een Drumstick, trommelstok, dolk, o.; verontwaardiging, m.; vogelpootje, o. boosheid, v., toorn, m. Drunk, dronken, door drank Due, verplicht,schuldig; ge- beneveld; bovenmate op- schikt, toepasselijk, behoor- gewonden. lij k; op tijd; dat,wat iemand Drunkard, dronkaard, m. toekomt ; belasting, v. Drunken, dronken, aan den Duel, duel, tweegevecht, o.; drank verslaafd,in staat van duelleeren. dronkenschap verkeerend. Duenna, een oudere dame, Drunkenness, dronken - die een jong meisje verge- schap ; bedwelming, v. zelt ; eerste hofdame der Drupaceous, tot de steen- Spaansche koningin, v. vruchten behoorend. Duet, duet, o. Drupe, steenvrucht, v. Duffel, duffel, 0. Dry, drogen, uitdrogen, droog Duffer, bedrieger, sufkop, m. worden, opdrogen, verdro- Dug, uier, m.; bootje van een gen ; droog, dor, verwelkt ; uitgehold stuk hout ge- sarcastisch, streng; dom, maakt, o. vervelend. Duke, hertog ; leider, m.; Dryad, boschnimf, v. kasteel in het schaakspel, o. Dry-goods (pl.), manufac- Dukedom, hertogdom, o. turen (mv.), v. Dulcet, sappig; aangenaam, Drysalter, handelaar in ge- prettig, zoetklinkend, har- pekeld vleesch; koopman in mon ieus. verfwaren, m. [tweeledig. Dulcifluous, zoetvloeiend. Dual, uit twee bestaande, Dulcimer, muziekinstru- Dualist, iemand, die de ziel ment met metalen snaren, en het lichaam als twee o.; dameshoed, m. .Dull 75 Dutiful
Dull, stomp maken, verstom- tallen berekend; tafel van pen,verzwakken,vermoeien, twaalf, v. dof maken ; dof, saai, som- Duodecuple, uit twaalf- ber, vervelend, dom, stomp. tallen bestaande. Dullard, domkop, domoor, Dup, openen, opheffen, op- stommerik, m. lichten, optillen. Dull-sighted, niet scherp- Dupe, bedriegen, bedotten ; zichtig ; slecht van gezicht. dupe, slachtoffer, o., licht- Dull - witted, niet scherp- geloovige, m. zinnig, stompzinnig. Duple, dubbel, tweevoudig. Duly, op geschikte wijze, in Duplicate, dubbel, twee- orde ; regelmatig. voudig ; duplicaat, tweede Dumb, stom, zwijgend. exemplaar ; lommerdbrief- Dumb-show, pantomime,v. je, o. Dumfound, met stomheid Duplicity, tweeledigheid; slaan, in verwarring bren- onoprechtheid, huichelarij, gen, verbijsteren. v. [voortduring, v. Dummy, figurant, m.; pop, Durability, duurzaamheid, v.; blinde (kaartspel) ; dom- Durable, duurzaam, sterk, oor, m. hecht, standvastig. Dumpish, treurig, somber, Durance, gevangenschap, melancholiek, gedrukt. hechtems ; gevangenis, v. Dumpling, ketelkoek, m.; Duration, duur, m., voort- (apple-dumpling) appelbol. zetting, v. Dumps (pl.), treurigheid, Durbar, gehoor, o., audien- somberheid, geduktheid, tie, audientiezaal, v. zwaarmoedigheid, v. Duro, duren, voortduren, Dumpy, kort en dik, ge- voortgaan. drongen ; gedrukt. Duress, hardheid,v.;dwang, Dun, vaalbruin; donker, m., gedwongenheid, v. somber; verduisteren; aan- During, gedurende. manen ; aanhouden ; las- Dusk, schemering ; duister- tige schuldeischer ; heuvel, nis, v.; donker, schemer- m., hoogte, v. [botterik, m. achtig, somber. Dunce, domkop, domoor, Dusky, donker, somber, Dune,zandheuvel,m.,duin,o. treurig, ontmoedigend, ont- Dung, drek, m. moedigd, melancholiek. Dungeon, kerker, m., ge- Dust, afstoffen, stof afne- vangenis, v.; gevangen hou- men ; stof, o.; aarde, v.; het den in een kerker. graf ; verwarring, v. Dunghill, mesthoop, m., Duster, stofdoek, schuier,m. mestvaalt, v.; gemeen ver- Dutch, Hollandsch ; de Hol- blijf, o.; lage positie, v. landers (mv.), m.; Holland- Duo, duo, duet, o. sche taal, v.; (Dutchman) Duodecennial, twaalfjarig; Hollander. om de twaalf jaar voor- Duteous, plichtmatig, ge- komend. hoorzaam. [biedig. Duodecimal, bij twaalf- Dutiful, plichtmatig; eer- Duty 76 Earthworm
Duty, plicht, m., schuld, Dyestuffs (pl.), verfwaren v.; eerbied, m.; belasting, (mv.), v. v., invoerrecht, o. Dying, stervend; sterfelijk, Duumvirate, regeering door vergankelijk; dood, m. twee personen, v. Dynamic, over kracht en Dwale, bedrog, o., bedrie- sterkte handelend. gerij, v.; bedwOmende Dynamics, leer der voortbe- drank, m. wegende kracht, dynamica, Dwarf, dwerg; page, m. Dynamite, dynamiet, o. [v. Dwell, wonen, verblijf hou- Dynamo meter,dynamome- den ; uitstellen ; bestaan ; ter, krachtmeter, m. (to dwell on) verwijlen bij. Dynasty, dynastie, v., vor- Dwindle, kleiner worden, stenhuis, o.; regeering, v. krimpen; zinken,ontaarden, Dysentery, dysenterie, v. verbleeken, verdwijnen. Dyspepsy,dyspepsie,slechte Dye, verven. spijsvertering, v. Dyeing, verven, o.; vervend. Dyspeptic, lijdend aan Dyer, verver, m. slechte spijsvertering. E
Each, elk ; (each other) Earring, oorring, m. el kander. Earshot, gehoorafstand, m.; Eager, driftig, vurig, gretig, (within earshot) binnen begeerig, verlangend. het gehoor. Eagle, •arend, adelaar, m.; Earth, aarde, de wereld, v.; Amerikaansche munt van grond, m.; streek, v. 10 dollars, v. Earthborn, menseheli j k ; Ear, oor, gehoorzintuig, o.; sterfelijk. [bevestigd . oplettendheid; :iar, v. Earthbound, in de aarde Earache, oorpijn, v. Earthen, van aarde, van Eardrop, oorknopje, oorbel- klei; vergankelijk; (earthen- letje, oorringetje, o. ware) vaatwerk, o. Eardrum, trommelvlies, o. Earthflax, amant (soort as- Earl, graaf, m. best), o. Early, vroeg, vroegtijdig, Earthling, aardbewoner ; bijtijds, eerste. sterveling ; wereldling, m. Earn, verdienen, verkrijgen ; Earthly, aardsch ; stoffelij k ; (to earn one's living) zijn mogelijk, begrijpelij k. brood verdienen. Earthnut, aardaker, m., Earnest, pand, onderpand, aardnoot, v. handgeld, o.; eerstelingen Earthquake, aardbeving, v. (mv.), ernst, m.; ernstig. Earthward, naar de aarde Earnings (pl.), verdienste, toe, aardwaarts. v.; verdiend geld; overge- Earthworm, aardworm, m.; spaard geld, o. verachtelijk mensch, o. Earthy 77 Edge
Earthy, aardsch ; ruw, grof. Ecclesiastic, geestelijke, Ear -trumpet, gehoorbuis, m.; geestel ij k, kerkeli j k. v., instrument door hard- Ecclesiasticus, een der hoorigen gebruikt, o. apocriefe boeken, o. Earwax,00rsmeer,00rvuil,o. Ecclesiology, kerkbouw- Earwig, oorworm ; verklik- kunde, v. ker, m. Echo, weerklinken, weergal- Ear-witness, getuige, die men, herhalen ; echo, v., verklaart wat hij gehoord weerklank, m.; gewelf o. heeft, m. Eclectic, schiftend, uitzoe- Ease, gemak, o., kalmte, kend. rust ; ongedwongenheid, v.; Eclipse, verduisteren ; in vergemakkelij ken ; lenigen ; ongenade brengen ; verduis- kalmeeren,tot rust brengen. tering, duisterheid, v. Easel, schildersezel, m. Ecliptic , ecliptica, v., zonne- E alit,Oosten,o400st,00s tell j k weg, m. Easter, Paschen, v. Eclogue s herdersdicht, o. Eastern, oosterling, m.; oos- Economic, zuinig, spaar- tersch, oostelij k. [w aarts. zaam, huishoudel j k. Eastward, oostelijk, oost- Economise, sparen, spaar- Easy, gemakkelijk, onge- zaam zijn, bezuinigen. dwongen ; welgesteld ; on- Economist, economist, doordacht. staathuishoudkundige, m. Eat, eten, opeten ; knagen ; Economy, zuinigheid ;huis- smaken. [eetwaren. houdelijkheid ; orde van Eatable, eetbaar ; (eatables) zaken ; regeling van be- Eaves (pl.), benedenste dak- stuur, v.; stelsel, o. rand, m. Ecstasy, geestvervoering, Eavesdrop, afluisteren , ziekel i jke overpri k kel in g, v. luistervink spelen ; van het Ecstatic, verrukt ; verruk- dak druppelend water, o. kelijk, genotvol. Ebb, ebbe, eh, v., verval, 0.; Ecumenic, algemeen, tot de wegvloeien, zinken; verval- geheele bewoonde wereld len. [zwart als ebbenhout. behoorend. Ebon, ebbenhouten ; zoo Eczema, huiduitslag, m. Ebony, ebbenhout, o.; ne- Edacious, gretig, gulzig, gers (my.), m. Edda, Edda. [vraatzuchtig. Ebriety, dronkenschap, v. Eddy, dwarrelen, draaien ; Ebullient, overkokend. dwarrelwind, m.;draaikolk, Ebullition, koken, opborre- v.; (eddying) dwarrelend, len, o., opwelling ; uitbar- draaiend. sting, v. Eden, Eden, Paradijs, o. Eccentric, excentriek, zon- Edentate, zonder snijtan- derling; zonderlingheid, v. den, tandeloos. Eccentricity, onregelmatig- Edge, rand, kant, m.; snede ; heid, grillig eid; uitmiddel- hevigheid ; scherpheid, v.; puntigheid, v. [m. een rand zetten op ; tergen ; Ecclesiastes, de Prediker, aanzetten. Eclgetool 78 Egotise Edgetool, scherp werktuig,o uitbarsten, krachtig bruisen Edible, eetbaar, geschikt om Effervescence,opbruising; te worden gegeten. gisting; onstuimigheid, v. Edict, edict, gebod, bevel, o. Effervescent, bruisend; op- Edification, stichting, op- vliegend; gistend. bouwing, v. Effete, versleten, afgeleefd; Edifice, gebouw, o. onvruchtbaar. [zaam. Edify, stichten, opbouwen. Efficacious, krachtig; werk- Edifying, stichtelijk. Efficacy, kracht, v.; invloed, Edile,Romeinsch magistraat, en. [v• belast met het toezicht op Efficiency, werking, kracht, de openbare gebouwen, m. Efficient, oorzaak, v.; af- Edit, uitgeven, voor uitgeven geexerceerd soldaat, m.; geschikt maken. werkend, krachtig. Edition, uitgave, v., druk, m. Effigy, beeld, o.; beeldenaar, Edifer,uitgever;redacteur,m. m., beeltenis, v. Educate, opvoeden; onder- Effloresce, uitbotten; kris- richten. [onderwijs, o. ta lliseeren. Education, opvoeding, v., Efflorescence, bloei, m.; Educationist, ervaren pae- uitbotten, o.; huiduitslag, dagoog, voorstander van m.; kristallisatie, v. onderwijs, m. Effluence, uitvloeisel, o. Educe, trekken uit, afleiden ; Effluent, uitstroomend, nit- te voorschi,jn doen komen. vloeiend. [damping, v. Eduction, afscheiding, v., a f- Effluvium,uitwaseming,uit- Eel, paling, m. [voer, m. Efflux, uitvloeiing, v. Efface, uitwisschen,onzicht- Effort, poging, inspanning; baar maken. worsteling, v.; etrectbejag, o. Effect, uitwerking, v.; alge- Effrontery, onbeschaamd- meene indruk, m.; einde, o.; heid, brutaliteit, v. bewerken, volvoeren. Effulgence, uitstraling, ver- Effectible, uitvoerbaar. spreiding van glans, v. Effection, bewerkstelliging, Effuse, uitgieten, storten, schepping; constructie, v. voortvloeien. Effective, werkend; krach- Effusion,uitstorting,ontboe- tig; werkelijk. zeming, v. Effectual, krachtdadig; met Effusive, alom verspreid; gewenscht resultaat. rijkelijk ; overdreven. •Effectuate, tot stand bren- Eft, watersalamander, m. gen, bewerkstelligen. Egg, ei, o.; (to put all one's Effeminacy, verwijfdheid; e—s into one basket) alles losbandigheid, v. op een kaart zetten. Effeminate, verwijfd ma- Eglantine, egelantier, m. ken, verzwakken ; verwijfd. Egoism, egoisme, o., eigen- Effendi,EtTendi (hooge Turk- liefde, zelfzucht, v. sche Mel), m. Egoist, egoist, m., zelfzuch - Effervesce, opborrelen,zin- tige, m. [spreken. gen (van het theewater); Egotise, veel over zichzelf Egotism 79 Electroscope
Egotism, zelfzucht, zelfge- pan, stil voortgaan (tijd). noegzaamheid ; verwaand- Elastic, elastisch,verearckhrz[k v. heid, v. tig. Egregious, uitstekend, bui- Elasticity, elasticiteit, veer- tengewoon groot, op den ,Elate, verheffen, opgeblazen voorgrond tredend, opval- maken ; opgewonden, op- lend. geblazen. Egress, uitgaan, verlaten ; Elation, uitzetbaarheid, v. uitgang, m., heengaan, o. Elbow, elleboog; hoek, m., Egyptian, Egyptenaar ; Zi- hocht, v. geuner, m. El d, grijsaard ; ouderdom ; Egyptology, kennis van oude tijden (mv.), m. Egyptische oudheden, v. Elder, oudste ; voorvader ; Eider, eidergans, v. ouderling, m. Eider - down, eiderdons, o. Elderly, bejaard, oudach- Eider - duck, eidergans, v. EleCtuitverkorene,gekozene, Eidograph, instrument, m.; uitverkoren, gekozen. waarmede men teekeningen EleCtion,keuze;verkiezing,v. Eight, acht. [copieert, o. Elective, verkiezend, uit- Eighteen, achttien. kiezend. [m. Eightfold, achtvoudig. ' Elector, kiezer; Keurvorst, Eighth, achtste. Electoral, van de verkiezing; Eighty, tachtig. van de verkiesbaarheid. Either, een van de twee ; Electorate, gezamen.lijke (either-or) of — of. kiezers (mv.),m., verkiezing- Ejaculate, ontboezemen ; korps, o. ontspringen; uitroepen; uit- Electric, electrisch. spuiten. Electrician, electricien, m. Ejaculation, vurige ontboe- Electricity, electriciteit, v. zeming ; uitspuiting, v. Electrify, electriseeren, ver- Ejaculatory,uitroepend;ge- bazen, plotseling doen ont- -uit in korte, ernstige zinnen. stellen. Eject,afzetten, uitwerpen, Electro-dynamics(pl.),leer verdrijven; uitslaan (van van de electrische stroo- vlammen). [ving, v. men, v. Ejection, afzetting, verdrij- Electro - kinetics (pl.), leer Ejector, afzetter, m. der electrische beweeg- Eke, toevoegen, aanvullen, kracht, v. [electriciteit, v. vermeerderen; toevoegsel,o. Electrolysis,ontledingdodr Elaborate, nauwkeurig be- Electro - magnetism, elec- werken, met moeite voort- tr o-magnetisme, o. brenUen; doorwrocht,nauw- Electrometer,electriciteits- keurig uitgevoerd. meter, m. Elaboration, nauwkeurige Electroplate, galvanisch bewerking; beschaving, v.; vergulden, — verzilveren. voedingsproces, o. Electroscope,werktuig om Eland, eland, m. den aard der electriciteit Elapse, ongemerkt voorbij- to bepalen, o. Electra-statics 80 Elucidate
Electro-statics (pl.), wer- Eligibility, begeerlijkheid; king van de electriciteit in verkieslijkheid; verkies- rust, v. baarheid ; huwbaarheid, v. Electrotype, vermenigvul- Eligible, begeerlijk, verkies- digen van cliche's lungs gal- I i j k ; verkiesbaar ; huwbaar. vanischen weg. Eliminate, uitwerpen, ver- Electuary, likkepot, m. drijven ; terzijde stellen. Eleemosynary, van aal - Elision, scheiding; wegla- moezen leven e, m.; uit lief- ting van den eindklinker, dadigheid gegeven. als 't volgende woord met Elegance, sierlijkheid, net- een klinker begint, v. heid, fraaiheid; beleefd- Elite, keur, v., het beste. held, voornaamheid, v. Elixir, elixer, o.; hartster- Elegant, fijn, sierlijk, fraai ; king, v. voornaam. Elizabethan, uit den tijd Elegiac, elegisch ; treurig. van Koningin Elisabeth. Elegy, elegie,v., treurdicht,o. Elk, eland, m. Element, element, hoofdbe- Ell, el (lengtemaat), V. standdeel , o.; h oo fdoor- Ellipse, ellips, v. zaak, v . Ellipsis, ellips, weglating Elemental, elementair, aan- van een of meer woorden, v. vankelijk, oorspronkelijk ; Elliptic, elliptisch. tot de elementen behoorend. Elm, olm, iep, m. Elementary, eenvoudig, on- Elocution, welsprekend- vermengd; de beginselen heid, goede •oordenkeus, v. behandelend. Elocutionist, goed spreker; Elephant, olifant, m. leeraar in welsprekendheid, Elephantiasis, elephantia- spraakleeraar, m. sis (een ziekte, vaarbij de Eloge, grafrede, lofspraak huid van de beenen hard over een doode, v. en droog wordt als van Elongate, uitrekken, ver- een olifant), v. lengen ; vertrekken; uitge- Elevate, verheffen, verhoo- rekt, verlengd. gen, veredelen; verheven, Elopy, er van door gaan, opgeheven. wegloopen om in het ge- Elevation, stijging, ophef- heim te trouwen. fing ; verhevenheid, v. [v. Elopement, schaking; ont- ElevatOr,hijschmachine,lift, vluchting, v. Eleven, elf ; (at the eleventh Eloquence, welsprekend- hour) te elfder ure. heid, welbespraaktheid, v. Elf, elf, kabouter, m., fee, v. Eloquent, welsprekend, Elfin, kleine fee, v.; tot de welbespraakt, vol uitdruk- feeen behoorend. king, gevoelvol. Elfish, door de feeen ge- Else, anders. daan; kwaadaardig. Elsewhere, ergens anders, Elicit, uitlokken, aan 't licht op een andere plaats. brengen. [laten. Elucidate, openbaren, ver- Elide, een lettergreep weg- klaren, verduidelijken. Elude 81 Embrocate
Elude, ontwijken, ontgaan; Embellish, verfraaien, ver- onopgemerkt blijven door. sieren, verfraaiingen aan- Elusive, ontwijkend. brengen. [gen (mv.), m. Elutriate, uitwasschen, zui- Ember-daysm s(0.), vastenda - veren ; distilleeren. Embers (p sintels (mv.), Elysian, zalig, hemelsch. m., gloeiende asch, v. Elysium,Elysium,Paradijs,o Embezzle, verknoeien, ver- Emaciate,uitteren,vermage- morsen, verkwisten ; ont- ren, wegkwijnen ; doen ver- futselen,afnemen,ontstelen, mageren, doen kwijnen. onthouden. Emaciation, uittering, ver- Embitter, verbitteren, bitter magering, kwijning, v. ma ken ; tergen, ergeren. Emanant, voortkomen de. Emblazon, versieren, ver- Emanate, ontstroomen, ont- fraaien ; met heraldieke vloeien, ontspringen, voort- figuren bedekken; vieren, komen uit. doen schitteren. Emanation, ontstrooming, Emblem, mozaTek ; sym- ontvloeiing, v.; ontstaan, bool, zinnebeeld, o. o., oorsprong, m. Emblematic, zinnebeeldig, Emancipate,vrijmaken,ver- symbolisch. [dekken. lossen, ontslaan. Embloom, met bloesem be- Emancipation, vrijmaking, Embodiment, belichaming, vrijlating, bevrijding, v. v. [geheel vormen. Emasculate, ontmannen ; Embody, belichamen ; een den moed ontnemen ; zwak, Embolden,stoutmoedig ma- verwi j fd. ken,in een besluit versterken Embale, in balen pakken. Embolism, inlassching; ver- Embalm, balsemen; de ge- stopping van een bloedvat, v. dachten bewaren aan. Embosom, in zijn hart slut- Embankment, oever, opge- ten • met liefde behandelen. hoogde oever, m. to. Emboss, met relief bedek- Embargo, verbod; beletsel, ken ; borduren; drijven; ver- Embark, scheepgaan; laden; moeien ; in het struikgewas geld beleggen; beginnen. drijven;omringen;insluiten. Embarkation, bevrachting, Embow, welven, buigen. v.;schip,vaartuig,o.;lading,v Embowel, insluiten • in de Embarrass, verbijsteren ; diepte verbergen; ledigen. in geldelijke verlegenheid Embower, omsluiten, om- brengen, last veroorzaken, ringen ; als met een prieel belemmeren. beschutten. EmbarrassMentverbijste- Embrace, omhelzen, in de ring, verlegenheid,geldelij ke armen sluiten, omarmen; moeilijkheid, v. ontvangen, toelaten; be- Embassy, ambassade, mis- hoeden, koesteren; omhel- sie, zend ing, v. zing ; worsteling, v. Embattle, in slagorde scha- Embrasure, schietgat, o. ren, wapenen, versterken, in Embrocate, een ziek li- staat van verdediging stellen chaamsdeel bevochtigen. Embroider 82 Emulate
Em broider, borduren; over- straling, uitgifte (bankno- drijven. [borduursel, o. ten), v. [stralend. Embroidery, borduurwerk, Emissory, uitzendend, uit- Embroil,in verwarring bren- Emit, uitzenden, uitstralen; gen, verwarren ; in een lucht geven aan, ontlasten; twist wikkelen. Emmet, mier, v. [uitgeven. Embryo, vruchtbeginsel, o.; E m al liate, zacht maken,ver- (in embryo) in zijn begin. weekelij ken ,verwij fd maken Emendation, verbetering; Emollient, verzachtend, zuivering van een text, cor- weekmakend; verzachtend rectie, v . [beteraar, m. middel, o. Emendator, corrector, ver- EMOlument, emolument, Emendatory, verbeterend, voordeel, o., belooning, zuiverend. winst, v. Emerald, smaragd, o. en m.; Emotion, aandoening, ont- kleine clrukletter, v. roering, opwinding, v. Emerge, oprijzen uit; weer Emotional, gemakkelijk tevoorschijn komen. aangedaan. Emergency, nood, m.; drin- Empale,met palen omgeven, gende noodzakelijkheid; omheinen; spiesen. plotselinge verschijning, v. Emperor, Keizer, m. [v. Emergent,dringend; plotse- Emphasie,nadruk,m.,klem, ling oprijzend, plotseling Emphasise, nadruk leg- verschijnend. gen op. Emersion, wederverschij- Emphatic,nadrukkelijk,met ning van een hemellichaam nadruk, met klem. na een eclips, v. Empire, keizerrijk, rijk; Emery, amaril, v.; (amaril- hoogste gezag, o. paper) schuurpapier, o. Employ, beroep, o.; bezigen. Emetic, braakwekkend; Employment,ambt,beroep, braakmiddel, o. o., bezigheid, v. Emigrant, landverhuizer,m. Emporium, handelscen- Emigrate, uit het land trek- trum, entrepot, magazijn, ken ; emigreeren ; landver- o.,hoofdmarkt,stapelplaats, huizers wegzenden. v. [macht geven. Eminence, verhevenheid, Empower, machtigen, vol- hoogte; beroemdheid, hooge Empress, Keizerin, v. positie,v4kardinaalstitel,m. Emptiness, ledigheid,onbe- Eminent, verheven, hoog,be- woondheid,onwetendheid,v roemd, voornaam, hoogge- Empty, kaal, onvruchtbaar, plaatst. ledig; ijdel, nutteloos; on- Emir, worst ; afstammeling wetend. [maken. van Mohammed, m. Empurple, purperkleurig Emissary, geheime agent, Empyreal, hemelsch, vurig; geheime bode, m.; afvoer- den hoogsten hemel betref- kanaal, o., spiedend, onder- Emu, casuaris, m. [fend. zoekend. Emulate, w'edijveren, na- Emission, uitzending, uit- streven ; eerzucht4g. Emulation 83 Endocardium Emulation, naijver, m., me- Encomiastic, lovend, prij- dedinging, v. [dingend. zend. [tin g, v Emulous, naijverig, mede- Encomium, lof, m loftui- Emulsion, emulsie, vermen- Encompass, omringen,om- ging van olie en melk door Encore, bisseeren. [geven. middel van gom ; aman- Encounter, ontmoeting, te- delmelk, v. gemoetkoming, v.; onder- Enable, machtigen, in staat houd ; gevecht, o. stellen ; van middelen voor- Encourage, aanmoedigen. zien. Encouragement, aanmoe- Enact, vaststellen, bepalen, diging, v. [o. bekrachtigen, als wet aan- Encrinite, versteend dier, nemen. [ling, v. Encroach, inbreuk maken ; Ensilage, woordverwisse- indringen, ongemerkt be- Enamel, emailleeren ; op- kruipen. [dekken. smukken ; email, glazuur, o. Encrust, met een korst be- Enamour, bekoren, verliefd EnCuMber,belemmeren; be- maken. lasten ; verhypotheekeeren. Enarthrosis, gewricht, dat Encumbrance, hindernis, beweging in alle richtingen v., last, m.; hypotheek, v. mogelijk maakt, o. Encyclical, rondgaand EnCage, in een kooi sluiten, schrijven, o.; rondgaand. opsluiten. Encyclopaedia, encyclope- Encamp, kampeeren, tenten die, v., boek, dat alle weten- opslaan .; halthouden. schappen onivat, o. [blaar. Encaustic, ingebrand; door EnCysted,omsloten door een hitte veroorzaakt. [gen. End, einde, besluit ; oog- Encave, in een hol verber- merk, stukje, o.; uitslag; Enchain, ketenen, boeien, dood, m.; grens, v.; eindigen. aaneenklampen. Endanger, in gevaar bren- Enchant, verrukken, beko- gen;blootstellen aan schade. ren, betooveren. Endear,bemind maken,dier- Enchanter, toovenaar, baar maken. iemand die bekoort of ver- Endearment, teedere liefde; rukt, m. bron van liefde, v.; (term Enchantment, betoovering, of endearment) lievelings- toovenarij, bekoring,v., too- naam, m. vermiddelen (mv.), o. Endeavour, pogen,trachten; Enchase,met gedreven werk poging, inspanning, v. versieren, drijven, zetten Endemic, inheemsch, aan (van juweelen ini goud). een bepaalde streek eigen. Encircle, omgeven, omrin- Ending, einde, o.; uitgang, m. gen ; omarmen. Endive, andijvie, v. Enclave, door vreemd ge- Endless, eindeloo s, zonder bied omgeven grond, m. einde, onophoudelijk, onbe- EnclitiC,onafscheidelijk ver- grensd, voortduren d. bonden ; neigend, leunend. Endocardium, binnenste Enclose, insluiten. vlies van het hart, o. Endogen 84 Ennoble
Endogen, plantensoort nist ; bouwkundige; genie- waartoe de palmen en gras- officier, m. sen behooren, v. Engird, omgorden. Endow, begiftigen; van ta- English, Engelsch; Engel- lenten voorzien. [dragen. schen (mv.), m.; Engelsche Endurable, dragelijk, to ver- taal, v. [ken. Endurance, duur,m., voort- Engrave,graveeren; indruk- during;lijdzaamheid,v.;lij- Engraving, gravure, v.; al- den;uithoudingsvermogen,o druk, m. Endure, duren, dulden, ver- Engross, in beslag nemen, dragen; steunen; ondergaan. geheel innemen ; in 't groot Enema, inspuiting, v. opkoopen;in 't net schrijven. Enemy, vijand, hater, tegen- Enhance, verhoogen,verhef- stander, m.; (the enemy) de fen, vermeerderen, -zwaren. duivel. [giek. Enigma,raadsel; onverklaar- Energetic, krachtig, ener- baar verschijnsel, o. Energy, kracht, energie, v. Enigmatic, raadselachtig, Enervate, ontzenuwen, ver- duister. [spreken. zwakken. [maken. Enigmatise, in raadsels Enfeeble, verzwakken,zwak Enjoin, opleggen, bevelen ; Enfilade, langs de geheele vermanen. linie bestrijken ; positie in Enjoy, genieten, het gebruik een rechte lijn, v. hebben van ; verkrijgen; (to Enforce, kracht geven aan; enjoy oneself) gelukkig le- opdringen. Enjoyment, genot, o. Enforcement,kracht; hand- Enkindle, aansteken, on t- having, uitvoering, v.; branden,doen ontvlammen. dwang, m. Enlarge, grooter maken,ver- Enfranchise, vrijmaken, wijden, uitzetten; in vrij- vrijlaten; het kiesrecht heid stellen ; uitweiden. schenken ; burgerrech ten Enlargement, verwijding, verleenen. uitzetting; invrijheidstel- Enfranchisement, vrij- ling ; uitweiding, v. spreking, vrijmaking, v. Enlighten, verlichten, be- Engage, verbinden, verpan- schaven ; tot zien in staat den ; bespreken ; in dienst stellen. gaan; verwerven; bezetten. Enlightenment, ontwikhe- Engagement, engagement, ling, verlichting, bescha- o., verloving ; afspraak ; ver- ving, v. plichting, v.; gevecht, o. Enlist, op de lijst zetten ; Engaging, onderwerp dat dienst nemen ; zich aan de aandacht bezighoudt, o.; een zaak wijden. innemend. Enliven,opwekken,verleven- Engender, voortbrengen, digen, opvroolijken. telen; veroorzaken. Enmity, vijandschap, vijan- Engine,locomotief;machine, dige gezindheid, v. v., werktuig; middel, o. Ennoble, veredelen, adelen ; Engineer, ingenieur; machi- beroemd maken. Ennui 85 Entrancement
Ennui, verveling, lusteloos- pogen; waagstuk, o., spe- heid, v.; het gevolg van culatie, onderneming, v.; verzadiging, o. ondernemingsgeest, m. Enormity, buitengewoon- Entertain, handhaven, on- heid; wreedheid, afschuwe- derhouden ; onthalen ; be- lijkheid, gruw el ijke m is- zighouden ; koesteren, ver- daad, v. maken. Enormous, buitengewoon ; Entertainment, onthaal, afschuwelijk, ijselijk. feestmaal, vermaak, o.; Enough, genoeg, voldoende. gastvrijheid, v. Enrage, woedend maken, Enthrone, ten troon ver- vertoornen. [vervoering, v. heffen ; zetelen, wijden Enrapture,verrukking,geest- (bisschop). Enrich, verrij ken ; too i en ; Enthronement, plaatsen op vruchtbaar maken. den troon, o.; installatie Enrol, inschrijven, aanmon- van een bisschop, v. steren ; registreeren ; op- Enthronisation, installatie nemen. van een bisschop, v. Enrolment,inschrijving, , Enthusiasm, geestdrift, v., aanmonstering; opname, v. overdreven ijver, m., en- Ensconce, verbergen ; ver- thusiasme, o. schansen ; zich neerzetten. Enthusiast,geestdrijver,vu- Enshrine, wegsluiten (als rig bewonderaar, m. iets koesteren (met Enthusiastic, geestdriftig, heilige liefde). [dekken. vol vuur, ijverig, Enshroud, omsluieren, be- Entice, verlokken, verleiden. Ensign, vlag, v., standaard, Entire, geheel, volkomen, m.; signaal ; onderschei- oprecht, zuiver, onbetwist. dingsteeken, insigne ; ver- Entirety, volkomenheid, op- huurbordje ; uithangbord, o. rechtheid, zuiverheid, v. Enslave, tot slavernij bren- Entitle, betitelen, noemen ; gen. [drukken. aanspraak geven. Enstamp, stempelen, in- Entity, bestaand iets, aan- Ensue, volgen, vervolgen ; wezen, zijn, o. voortkomen. Entomb, begraven, in een Entaii,onvervreemdbaar ver- graf laten dalen. maken ; na zich sleepen ; Entomology, entomologie, leiden tot. insectenleer, v. Entangle, verstrikken, ver- Entrails, ingewanden (mv.), warren ; verlegen maken, binnenste, o. na zich sleepen. Entrain, meesleepen ; inla- Enter, binnengaan, intre- den (in een trein); ten den, binnendringen, zich gevolge hebben. begeven in ; lid worden, Entrance, binnenkomst, in- toelaten. trede, v., ingang, m.; in- Enteric, van de ingewanden. klaring, v. Enteritis,darmontsteking,v. Entrancement,verrukking, Enterprise, ondernemen, geestvervoering, v. Entrap 86 Episcopate
Entrap, verstrikken, in een Ephemeral, kortstondig; val vangen, in de val laten lets kortstondigs, o. loopen. Ephemeris, dagboek, o.; Entreat, smeeken, dringend kalender, m.; sterrekundige verzoeken, overhalen; be- tafel, v. handelen. Ephod, opperkleed der Entreaty, smeekbede, v., Joocische hoogepriesters, o. dringend verzoek ; welkom, Epic, heldendicht, verha- o.; ontvangst, v. lend gedicht, • o.; episch, Entry, intocht, ingang, m., verhalend. binnenkomst; inklaring; Epicene, tweeslachtig deklaratie; bevrachting, v. mensch, m.; tweeslachtig, Entwine, omwinden, om- verwijfd. [bek, m. slingeren. [slingeren. Epicure, epicurist, lekker- Entwist, omwinden, om- Epicurean, epicurist, lek- Enumerate, optellen, op- kerbek, m.; epicuristiscb, noemen, opsommen. weelderig. Enumeration, optelling, op- Epicurism, gehechtheid aan noeming, opsomming, v. de leer van Epicurus; wijs- Enunciate, uiten,verklaren, begeerte van Epicurus; duidelijk uitspreken. lekkerbekkerij, v. Enunciation, uiting, ver- Epicycle, cirkel, waarvan klaring, duidelijke verkla- het middelpunt op een ring, v. anderen cirkel draait, m. Envelop, omringen, omwik- Epidemic, epidemic, v.; kelen, omsluiten. epidemisch, algemeen beer- Envelope, omslag, m., enve- schend. loppe, v. Epidermis, opperhuid, v. Envelopment, inwikkeling, Epigastric, tot het boven- omsluiting, v. [bitteren. deel van den buik be- Envenom, vergiftigen ; ver- hoorend. Enviable, benijdenswaar- Epiglottis, strotklep, v. dig, afgunstverwekkend. Epigram, epigram, punt- Envious, afgunstig, kwaad- dicht, puntig gezegde, o. aardig, nijdig. Epigraph,opsehrift,motto,o. Environ,omringen,oingeven. Epilepsy,epilepsie,vallende Environs (pl.), omgeving, ziekte, v. omstreken (mv.), v. EpilogUe,slotrede,v. [(my.) Envoy, bode, atgezant, m.; Epiphany, Driekoningen naschrift, o., ontknooping Episcopacy, bisschoppe- (drama), v. lijke regeering der kerk, v. Envy, nijd, m., afgunst; Episcopal, bisschoppelijk, kwaadaardigheid, v. door bisschoppen bestuurd. Eolian, van Eolie, door de Episcopate, als werking van den wind handelen, bisschoppelijke ontstaan. waardigheid bekleeden; his- Ephemere,dagvliegen(mv.); dom, o.; waarcligheid van koorts van een dag, v. bisschop, v. Episode 87 Erect Episode, episode, v., voor- Equilibrate, in evenwicht val, o.; bijgebeurtenis, v., brengen, in evenwicht tusschenverhaal, o. houden. Epistle, brief, zendbrief, m. Equilibrium, evenwicht, o. Epistolary, tot een brief Equimultiple,met hetzelfde behoorend. getal vermenigvuldigd. Epistolic, tot het schrijven Equine, tot een paard be- van brieven behoorend. hoorend. Epitaph, grafschrift, o. Equinoctial, evennachts- Epithet, benoemen, betite- lijn, v.; tot de evennachts- len ; toenaam, bijnaam, m. lijn behoorende. Epithetic, vol toenamen. Equinox, dag- en nacht- Epitome, korte inhoud, m., evening, v. [ren, kleeden. kort begrip, o. Equip, uitrusten, equipee- Epitomise, korten inhoud Equipage, equipage, v., ma ken ; verkorten, resu- staatsierijtuig, o.; uitrus- meeren. ting, v., stoet, optocht, m., Epoch, tijdstip, tijdperk, o. gevolg, o. Epode, slotzang, m., re- Equipment, uitrusting, v. frein, o. Equipoise, evenwicht, o. Eponym, naam van land Equipollent, van gelijke of yolk van een persoons- waarde. naam afgeleid, m. Equiponderant, van gelijk Epopee, heldendicht, o. gewicht. Equability, gelijkheid, v. Equitable, billijk ; onpar- Equable, gelijk, gelijkvor- tijdig; gelijk. [rijden, v. mig; billijk. (gelijk. Equitation,kunst van paard- Equal, gelijke, wederga, m.; Equity, billijkheid, recht- Equalisation,gelijkmaking, vaardigheid, v. v. [nen. Equivalent, gelijkwaardig, Equalise, gelijkmaken, effe- overeenkomend. Equality, gelijkheid, v. Equivocal, dubbelzinnig; Equanimity, gelijkmoedig- uit onbekende oorzaak ont- heid, v. staan. Equate, gelijk maken door Equivocate, dubbelzinnig vereffen ing. spreken, het niet nauw met Equation, vergelijking; ge- de waarheid nemen. hjkmaking, v., evenwicht,o. Equivocation,nighei v. dubbelzin- EquatOr,equator,evenaar,m. Equery, stalmeester ; stal, m. Era, jaartelling,v.;tijdperk,o. Equestrian, ruiter, paard- Eradicate, uitstralen. rijder, m.; to paard zit- Erase, uitwisschen, uit- tend; tot het rijden be- schrappen. [schrapping, v. hoorend. Erasion, uitkrassing, uit- Equiangular, gelijkhoekig. Ere, eer, vroeger, v66r. Equidistant, op gelijken Erect, oprichten, zich ver- afstand. heffen, opbouwen, stichten ; Equilateral, gelijkzijdig. rechtop,naar boven gericht. Erection 88 Espousal
Erection, oprichting, ver- beklimming met stormlad- heffing ; stichting, v. ders, v. Ermine, liermelijn ; heime- Escapade, moedwillige lijnen mantel, m. streek ; missprong van een Erode, wegvreten, invreten. paard, m. Erosion, wegvreting, invre- Escape, ontsnapping, ont- ting; uitholling, v. koming, ontwijking, ont- Erosive, invretend. duiking, v.; reddingtoe- Erotic, minnedicht, o.; stel, o. erotisch. Escapement, ontsnapping, Err, dwalen, afwijken; een v.; echappement (uurwerk). fout begaan, zondigen. Escarp, tot een steile helling Errand, mondelinge bood- maken ; binnentalud, o. schap, v.; (to run errands) Eschalot, sjalot, v. boodschappen overbrengen. Escheat, verbeurd verkla- Errant, dolend, dwalend ; ren ; aan den leenheer ver- (knight-errant) dolende rid- vallen ; aan de kroon ver- der. (zwerving, v. vallen goed, o. Errantry, ronddoling, om- Eschew, schuwen, vermij- ErratiC,dwalend,ongeregeld, den, ontvlieden. zonder vasten weg. Escort, ter bescherming ge- Erratum, erratum, o., ver- leiden ; escorte, gewapend gissing, drukfout, v. geleide, o. Erroneous, dwalend, ver- Escritoire, schrijflessenaar, keerd, afwijkend. m., schrijfmap, v. Error, dwaling, vergissing, Esculapian, geneeskundig. fout, verkeerdheid, over- Esculent, voedsel, o.; eet- treding, zonde, v. baar. Erst, eerst, vroeger. Escutcheon, wapenschild, Erubescent, blozend, rood- familiewapen ; dekschild; achtig, door een blos over- naambord (van een sch ip),o. dekt. [barsting, v. Esophagus, slokclarm, m. Eructation, oprisping; nit- Esoteric, geheim (voor in- Erudite, geleerd, knap, in- gewij den). gelicht. Espalier, leiboomen zet- Erudition, geleerdheid, ten ; leiboom, m.; staket- knapheid, studie, v. sel, o. Eruginous, koperachtig. Esparto, naam van twee Erupted, uitgebraakt, uit- Spaansche grassoorten. gespoten. Especial, onderscheiden, Eruption, uitbarsting, v.; bijzonder. [nage, v. uitval; uitslag (op de huid), Espionage,bespieding,spio- m. [uitslag. Esplanade, terras,o.;vlakke Eruptive, uitbarstend ; vol rij- of wandelweg, m. Erysipelas, roos (huid- Espousal, verloving ; brui- ziekte), v . loft, v.; huwelijk, o.; be- Escalade, bestormen, met hoorend tot verloving of stormladders beklimmen ; huweli,j k. Espouse 89 Eupeptic Espouse, verloven; huwen, eeuwig, onveranderlij k,zon- uithuwen, uithuwelij ken ; der begin of einde. verdedigen. Eternity, eeuwigheid. v., Espy, bespieden, ontdekken, voortbestaan na den dood o. nauwkeurig nagaan. Etesian, periodiek terug- Esquire, weledelgeboren keerend. heer (op adressen); schild- Ether, ether, m. knaap, begeleiden, ver- Ethereal, etherisch, vluch- gezellen. tig ; hemelsch. Essay, pogen, beproeven ; Etherize, in ether verande- toetsen; poging, proef, toet- ren, aan den invloed van sing, verhandeling, v. ether onderwerpen. Essence, bestaan, wezen ; Ethic, zedenleer, v.; de uittreksel, o.; welriekende zedenleer betreffend. olie, essence, v. Ethics (pl.), zedenleer, v.; Essential, essentieel, we- systeem der voorschriften zenlijk, werkelijk ; belang- van den plicht, o. rijk lets, o. Ethiopian, Ethiopier, neger, Establish, vestigen, beves- m.; zwart. tigen, vaststellen, gronden, Ethnic, heiden,m.;heidensch bekrach tigen. Ethnography, ethnogra- Establishment, vestiging, phie, volkenkunde, v. bevestiging, bekrachtiging ; Etvhinngolvo.gy, rassenbeschrij - inrichting, v. Estate, staat, toestand; Etiolate, doen verbleeken, rang, stand, m.; &zit, land- an het zonlicht ont- bent, o. trekken. [van ziekten, v. Esteem, achten, hoog waar- Etiology, leer der oorzaken deeren, op prijs stellen ; Etiquette, etiquette, wel- achting, hooge waardee- levendheid, v. ring, v. [dig, schatbaar. Etymology, etymologie, Estimable, achtenswaar- woordalleiding, verbuiging Estimate, schatten, here- en vervoeging der woor- kenen ; schatting, begroo- den, v. [woord, o. ting, waardeering, waar- Etymon, grondwoord, stam- de., v. Eucalyptus, Eucalyptus, Estimation, schatting, be- koortsboom, blauwe gom- grooting ; achting, v. boom, m. Estrange,vervreemden,ont- Eucharist, Heilige hostie, houden; op een afstand v., sacrament van bet houden. altaar, Heilig Avondmaal, Estuary, zeeboezem, m.; o.; dankzegging, v. monding eener rivier, v. Eulogic, lovend, prijzend. Etch, etsen ; grond, waarvan Eulogist, lofredenaar, men geoogst heeft, m. Eulogy, lofspraak, lofrede, v. Etching, ets, v.; (etching- Eupepsy, goede spijsverte- needle) etsnaald, v. ring, v. Eternal, Eeuwige, God, m.; Eupeptic, goed verterend. Euphemism, 90 Eviscerate
Euphemism, euphemisme, Evasive, ontduikend, ont- o., verzachtende uitdruk- wijkend. king, v. Eve, vooravond, avond Euphemistic, een euphe- vO6r een feest, m. [zelfs. misme bevattend, ver- Even,even;effen,kalm,gelijk; zachtend. Even-handed, rechtvaar- Euphonic, welluidend, aan- dig, onpartijdig, eerlijk. genaam voor het oor. Evening, avond, afne- Euphony; welluidendheid, ming, v. [dig. aangename uitspraak, v. Even - minded, gelijkmoe- Euphrasy, oogentroost, v. Evensong, avondlied, o. Euphuism, overdreven ma- Event, gebeurtenis,v.,afloop, nier van zich uit te druk- gevolg, o. [rijk. ken, v. Eventful, gewichtig, belang- Eurasian, iemand geboren Eventide, avond, m. uit het huwelijk van een Eventual, mogelijk, gebeur- Europeaan en eene Azia- lijk, wisselvallig, eventueel. tische vrouw, m. Ever, ooit, in eenig opzicht, Euroclydon, gevaarlijke in eenige mate. Noordoosten-wind, die in Fwergreen, groenblijvende de vroege lente over de Mid- plant, V. dellandsche Zee waait, rn. Everlasting, eeuwigheid, European, Europeaan, m.; v.; eeuwig, voortdurend; Europeesch. (The Everlasting) het Eeu- Eurythmy, juiste verhou- wige Wwen. ding, symmetrie, v.; gere- Evermoreoltijddoor,steeds gelde polsslag, m. weer, voor eeuwig. Euthanasia,zachte dood,m. Every, ieder, elk. Evacuate, ontruimen, ledi- Everywhere, overal. gen, uitwerpen. Evict, uitzetten, wettig ont- Evade, ontduiken, ontglip- zetten, ontnemen. pen, ontwijken, ontgaan. Eviction, wettige ontzet- Evangel, evangelie, o.;blijde ting; (uit eenig bezit), tat- tijding, v. zetting, v. Evangelic, evangelisch. Evidence, zichtbaarheid; Evangelisation, evangeli- duidelijkheid, klaarheid,ze- satie, v. [pred i ken. kerheid, v.; bewijs, o. Evangelise, het evangelie Evident, duidelijk, klaar- Evangelist,evangelist,evan- blijkelijk, zonneklaar. gelieprediker, m. Evil, zonde, v., kwaad, o.; Evaporable, verdampbaar. kwaal, v. [daar, m. Evaporate, verdwijnen; Evil - doer, boosdoener, zon- verdampen, uitwasemen; Evince, verdringen, den luchten (van toorn). voet lichten; bewijzen. verdwijning;-Evaporation, Evincible, te bewijzen, aan verdamping, uitwaseming,v te toonen. Evasion, ontduiking, ont- Eviscerate, ontweiden wijking; uitvlucht, v. (wild); verknoeien. Evoke 91 Excitable
Evoke, oproepen, bezweren het uiterste drijven; ver- (geest), voor den geest bitterd, getergd. roepen, voor , den dag Exasperation, hevige ver- brengen. bittering, v. [graven. Evolution, evolutie, draai- Excavate, uithollen, uit- ing, zwenking, beweging ; Excavation, uitholling; ontwikkeling, ontvouwing, groeve, v.; gat, o. v. [tie. Excavator, graafmachine,v. Evolutionary, door evolu- Exceed, overtreffen, to bui- Evolve, ontvouwen, ont- ten gain. plooien, ontwikkelen. Exceeding, buitengewoon. Evulsion, uittrekking, uit- Excel, overtreffen, uitmun- rukking, v. ten, uitstekend zijn. Ewe, ooi, v. [v. Excellence,uitstekendheid, Ewer, lampetkan,waterkan, voortreffelijkheid, v. Exacerbate,verergeren,toe- Excellent, uitstekend V001, nemen; verbitteren. treffelijk, zeer goed, best. Exacerbation, het toene- Except, uitzonderen, uit- men (ziekte); verbittering, v. sluiten; tegenwerpingen Exact, exact, nauwgezet, maken; buiten, behalve ; stipt, nauwkeurig, juist, zonder , tenzij. precies. ExCeption,uitzondering,uit- Exaction, knevelarij, af- sluiting ; tegenwerping, v., persing, v., buitensporige verzet, o. eisch, m. Exceptionable, betwist- Exaggerate, overdriven, baar • berispelijk. overschatten, vergrooten. Exceptional, bij uitzonde- Exaggeration,overdrijving, ring, buitengewoon. overdrevenheid, groot- Excess, exces, o., over- spraak, v. maat, v., overvloed, m.; Exalt, verheffen, verheerlij- buitensporigheid, onmatig- ken; verrukken, vervoeren; heid, v. overspannen, prikkelen. Excessive, overdadig, bui- Exaltation, verheffing, ver- tensporig, overdreven. heerlijking, verrukking ; Exchange, riffling, uitwis- overspanning van den seling; de beurs, v. geest, v. Exchangeable, 4nwissel - Examination, examen, baar. nauwkeurig onderzoek, ver- Exchanger, wisselaar, m. hoor, o., ondervraging, v. Exchequer, schatkist, v., Examine, exam ineeren, geldelijk bezit, o. nauwkeurig onderzoeken, Excise, accijns, impost, m., ondervragen. verbruiksbelasting, v. Examiner, examinator, on- Exciseman, ontvanger van derzoeker ; inspecteur, m. accijnsen, m. Example, exempel, voor- Excision, uitsnijding; uit- beeld, model, patroon, o. sluiting, v. [geraakt. Exasperate,verbitteren, tot Excitable,prikkelbaar,licht- .Excitant 92 Exemplary
Excitant, opwekkend, prik- ExCu I rte,verschoonen,ver- kelend ; opwekkend middel, ontsc uldigen, vrijspreken, o.; prikkel, m. als onschuldig beschouwen. ExCitatiOn,aansporing,prik- Exculpatory, verontschul- keling, v.; opgewonden digend, vrijsprekend. toestand, m. Excursion, uitstapje, Excite, opwekken, aanspo- tochtje, o.; afwij king, over- ren, prikkelen, aanmoedi- schrijding ; uitweiding, v. gen, opstoken, aanhitsen. Excursive, afwijkend, dwa- Excitement, opwinding,op- lend, doorkruisend. gewondenheid, v. [varen. Excursus,verhandeling aan Exclaim,uitroepen,luide uit- het einde van een boek of Exclamation,uitroep,kreet, hoofdstuk over een bepaald m., geschreeuw, o.; (note of punt in dat boek, v. —) uitroepteeken, o. Excusable, vergeeflijk, ver- Exclamatory, uitroepend, schoonbaar. schreeuwend. Excusatory, eene veront- Exclude, uitsluiten, buiten- schuldiging bevattend. sluiten, uitzonderen. Excuse, vergeven, veront- Exclusion, uitsluiting, bui- schuldigen, vrijpleiten,vrij- tensluiting, veering, v. stellen ; verontschuldiging, Exclusive, uitsluitend; (ex- rechtvaardiging, v. clusive-dealing) uitsluiting. Execrable, verfoeilij k, Excogitate, uitdenken,zorg- vloekwaardig,afschuwelijk. vuldig beramen. Execrate, verfoeien, ver- Excogitation, uitdenking, vloeken, verafschuwen. beraming, bepeinzing, v. Execration, verwensching, Excommunicate, verban- vervloeking, v. nen, in den kerkban doen. Execute, uitvoeren, volvoe- Excommunication, kerk- ren, volbrengen, ten uit- ban, m. voer brengen. EXCoriate,ontvellen,de huid Execution, executie, vol- afschaven ; villen. brenging, ten uitvoerleg- Excrement, uitwerpsel; uit- ging, terechtstelling, v. vaagsel, 0. Executioner, beul, m. Excrescence, uitwas, o., Executive, uitvoerende knoest, m., wrat, v. macht, v.; volvoerend, uit- Excrete, uitwerpen; out- voerend. [voerder, m. last worden. Executor, executeur, Excretion, uitwerping; uit- Executory, werkend, werpselen (mv.), o. voerend, volvoerend. Excretory, in staat om Exegesis, exegese, telist- uit to werpen. verklaring, v. [leggend. Excruciate, folteren, mar- Exegetic, verklarend,nit- telen; gepijnigd, gekweld. Exemplar, exemplaar; mo- Excruciation, tottering, del, voorbeeld, o. marteling, pijniging, kwel- Exemplary,voorbeeldig.uit- ling, v. stekend ; afschrikwekkend.. Exemplification 93 Exorbitance
Exemplification, verkla- Exhilarate, opvrool i j ken, ring; bewijsplaats, v.; af- verbli jden ;vrool ijk worden. schrift, o. Exhilaration, vroolij khei (I , Exemplify, bewijzen, met opgewektheid, pret, v. een voorbeeld aantoonen. Exhort, vermanen, waar- Exempt, vrije, m.; vrij, schuwen, aansporen, aan- ontheven; verplaatst, niet zetten. inbegrepen;uitstekend;vrij- Exhortation, verman i ng, stellen, ontheffen. waarschuwing, v. Exemption,vrijstelling,ont- Exhumation, wederopgra- heffing, v., vrijdom, m. ving, v. Exequies, begrafenisplech- Exhume, weer opgraven, tigheid, v. weer aan den dag brengen. Exercise, oefening; beoe- Exigence, dringend ver- fening Iichaamsbeweging, zoek, o.; dringende nood- exerci tie, v. [aanwenden. zaak, v., nood, m. Exert, inspannen, streven, Exigent, dringend, kritiek; Exertion,inspanning,krach- dringende noodzaak, v. tige poging, v. Exiguous, gering, schraal. Exfoliate, afschilferen. Exile, balling, m., verban- Exhalation,uitdamping,uit- ning, ballingschap, v. waseming, uitademing, v. Exility, kleinheid,dunheid,v. Exhale, uitdampen, uitwa- Exist, bestaan, zijn, leveni semen, uitademen, in damp voorhanden zijn. opgaan. Existence, bestaan, aan- Exhaust, uitputten, leeg- zijn, leven, o., werkelijk- maken, uitpompen; ver- held, v. [aanwezig. moeien ; een onderwerp Existent, bestaand, levend. volledig behandelen. Exit, heengaan, aftreden, o., Exhausted, uitverkocht; uitgang m.; verscheiden, leeggepompt. o., dood, m. im. Exhaustible, uitputtelijk. Exodus, uittocht; exodus, Exhaustion, uitpomping; Exogamy, gebruik dat in uitputting, vermoeienis, v. sommige stam men het Exhaustive,uitputtend,ver- huwelijk van een man moeiend. met eene vrouw van zijn Exhibit, tentoonstellen, ver- stam verbiedt, o. toonen ; voorschrijven (ge- Exogen, plant die van bui- neesmiddelen); uitstalling, ten aangroeit, v. tentoonstelling ; declara- Exonerate, zuiveren, op, tiet v. heffen, ontlasten, vrij- Exhibition, tentoonstelling, spreken. vertooning ; studiebeurs; Exoneration, vrijstelling, openbare les met prijsuit- ontheffing, ontlasting, v. deeling, v. Exonerative, vrijsprekend, Exhibitory, vertoonend, ten- ontheffend, ontlastend. toonstellend. [opbeurend. Exorbitance, overctrijving, Exhilarant, vervroolijkend, buitensporigheid, v.
Engelsch-Roll. 4 Exorbitant 94 Expletive EXOrbitantbuitensporig,bo- Expeditious, spoedig,klaar, venmatig, overdreven. handelend, kort, gemak- Exorcise, bezweren, ui than- kelijk. [ven. Exordia!, inleidend. [nen. Expel, verbannen, uitdrij- Exordium, aanhef, m., in- Expend, uitgeven, besteden, leidend woord, o. verbrui ken. [verbruik, o. Exostosis, beenuitwas, o. Expenditure, uitgifte, v., Exoteric, openbaar, voor de Expense, onkosten (mv.), oningewijden. m., uitgave, v. Exotic, niet inheemsch, bui- Expensive, duur, kostbaar; tenlandsch, vreemd. buitensporig. Expand, uitspreiden, ont- Experience, ondervinden, plooien, ontluiken, in om- beproeven; ondervinding,v. yang toenemen. Experienced, ervaren. Expanse, uitgestrektheid, Experiment, proeven ne- groote ruimte, v.; uitspan- men, op de proef stellen ; sel"o. proef, v. Expansible, uitzetbaar. Experimental, proefonder- Expansion, uitzetting, ver- vindelijk ; ervaren. breeding, toename, ver- Expert, deskundige, m.; meerdering, v. ervaren, bekwaam, des- Expansive, uitzettend ; zich kundig. intend, openhartig. Expiable,verwenbaar, w aar- Expatiate, uitweiden. your geboet kan worden. Expatiation, uitweiding, v. Expiate, boeten, weer goed Expatriate, uit het vader- maken. [v- land verdrijven,verbannen. Expiation,boete,verzoening, Expatriation, verbanning,v. Expiator, zoenoffer, o., boe- Expect, verwachten. teling, m. Expectance, verwachting; Expirable, eindigend, tot opschorting; hoop, v. een einde komend. Expectant, wachtend, ver- Expiration, einde, o., dood; wach tend. vervaltijd, m. Expectation, verwachting; Expiratory, tot de uitade- • belofte, v.; vooruitzicht, o. ming behoorend. Expectingly, vol verwach- Expire, uitademen, den ting. laatsten adem uitblazen ; Expectorate, opgeven (flui- afloopen. men) ; uitflappen. Expiry, vervaltijd, m. Expectoration, opgeven Expiscate, uitvisschen, ach- (fluimen), o. ter de waarheid trachten Expedience, onderneming; to komen. geschiktheid, v. Explain,uitleggen,verklaren. Expedient,hulpmiddel,red- Explanation, uitlegging,we- middel, o.; dienstbaar, ge- derzijdsche verklaring, v. past. Explanatory, verklarend. Expedition, expeditie, ver- Expletive, stopwoord, o., zending; onderneming, v. vloek, m.; aanvullend. Expletory 95 Extension
Expletory, vullend, opvul- Expostulate, vermanen, lend, aanvullend. ernstig onderhouden; te- Explicable, verklaarbaar, genwerpen. uitlegbaar. Expostulation, vermaning, Explicate, uitleggen, ver- v., ernstig onderhoud, 04 klaren, ophelderen. tegenwerping, v. Explication, explicatie, uit- Expostulatory, vermanend; legging, verklaring, ophel- tegenwerpend. dering, v. Exposure, blootstelling, v., Explicit, duidelijk, heider, gevaar, o.; ontdekking, v. opzettelij k vermeld. Expound, verklaren, ver- Explode, uitbarsten, ont- tol ken. plotien ; verwerpen. Express, uitpersen, afper- Exploit, tot zijn voordeel sen ; in beeld brengen; aanwenden, partij trekken bode ; sneltrein, m.; tijding, van; exploot,o.; heldendaad, v.; duidelijk, helder. v., wapenfeit, o. Expression, uitpersing; nit- Exploration, onderzoeking, drukking, verklaring, v. navorsching, ontdekking, v. Expressive, ui tdrukkend ; Explore, zorgvuldig onder- veelbeteekend, krachtig. zoeken, nasporen. Expulsion, uitdrijving, ver- Explorer, natuuronderzoe- banning, v. [krabben. ker, m. Expunge, uitwisschen, uit Explosion, explosie, uit- Expurgate, zuiveren, reint- barsting, losbarsting, ont- gen. [niging, v. ploffing, v. Expurgation, zuivering, rei- Explosive, ontploffingsge- Exquisite, fat, fijne mijn- luid, o.; ontploffend. beer, m.; keurig, uitste- Exponent, exponent, ver- kend, lekker; verschrikke- klarend persoon ; iemand, lijk. [bloedeloos. die eene partij of een prin- Exsanguious, bloedarm, cipe vertegenwoordigt, m. ExsCind, afsnijden. Exponential, vertegenwoor- Extant, bestaande, voor- digend, verklarend. handen, aanwezig; klaar- Export, uitvoer, m.; uitge- blijkeliik, in 't oog loopend. voerde artikelen (mv.), o. Extempore, extempore, o.; Exportable, uitvoerbaar,ge- onvoorbereid, voor de vuist. schikt voor export. Extemporise, improvisee- Exportation, verzending, v., ren, voor de vuist spreken. uitvoer, m. Extend, rekken, uitstrekken, Expose, blootstellen ; ten- voortzetten, vergrooten; toonstellen, uitstallen; uit- pletten; schatten. eenzetten ; aan de kaak Extensible, rekbaar. stellen. Extension, uitbreiding,ver- Exposition, expositie, ten- grooting; uitstrekking, v.; toonstelling ; verklaring, uitstel van betaling, o.; blootlegging, v. rekking en zetting van een Expository, verklarend. gebroken lid, v. Extensive 96 Exult
Extensive, uitgebreid. Extraction, uittrekking; af- Extent, uitgebreidheid, v., komst, geboorte, v. omvang, m.; bevel tot ver- Extractor, trekker; kiezen- koop, o. [minderen. trekker, m. Extenuate, verzachten, ver- Extradition, uitlevering, v. Extenuating, verzachtend; Extra -judicial, wederrech- (extenuating circumstances) telijk. [aardsch. verzachtende omstandig- Extra - mundane, boven- heden. Extraneous, vreemd, niet Extenuation, verzachting, behoorend tot. verkleining; vermagering, Extraordinary, buitenge- uittering, v. woon, zeldzaam,merkwaar- Exterior, buitenzijde, v., dig, bijzonder. uiterlijk, o.; buitenste; Extravagance, buitenspo- buitenlandsch. righeid, dwaasheid, onzin- Exterminate, uitroeien,ver- nigheid, ong'erijmdheid, v. delgen;in 't ongeluk storten. Extravagant, dwaus, onge- Extermination, uitroeiing, ri)md, buitensporig. vernieling, v. Extravaganza, tooverbal- External, uitwendig deel, o.; let ; schijnbaar onregelm,a- uitwendig ; zichtbaar. tig muziekstuk, o. Extinct, uitgebluscht, uit- Extreme, uiterste, gestorven ; niet meer van o.; uiterst, dringend. kracht. Extremity, uiterste, nit- Extinction, blussching; uit- elude; uiterste graad, uiter- roeiing,uitdelging;aflossing, ste nom!, m. delging (schuld), v. Extricate, losmaken, ont- Extinguish, uitblusschen, warren, vrijmaken. uitgaan, wegsterven, ver- EXtriCatiOn,ontwarring,los- nietigen, verduisteren. making, v. Extinguisher, uitblusscher, Extrinsic, uiterlijk, niet domper; dooddoener, m behoorend tot het inner- Extirpate, verdelgen, lijke deel. roeien, geheel wegnemen. Extrude, uitdrijven, uit- Extirpation, uitroeiing; nit- duwen ; wegzenden. snijding (zweer); vernieti- Extrusion, uitclrijving, ver- ging,verdelging,v. [prijzen. schuiving. wegzending, v. Extol, verheffen, verhoogen, Exuberance,weelderigheid, Extorsive, afpersend, ont- v., overvloed, m.; groote wrin genci.- [gen. vruchthaarheid, v. Extort, afpersen, ontwrin- Exuberant, weelderig, over- Extortion, afpersing, v. vloedig ; overdreven, ge- Extortionate, gedwongen, zwollen. [scheiding, v . geprest. [zetter, m. Exudation, uitzweeting, af- Extortioner, afperser, Exude, uitzweeten, uit- Extra, extra, buitengewoon, vloeien, afscheiden. zeer. Exult, juichen, jubelen, zich Extract, extract,uittreksel,o. verheugen. Exultant 97 Factotum
Exultant, triomfantelijk, Eyelet, oog, vetergat, reef- juichend, jubelend. gat, o. Exultation, triomf, m., Eyelid, ooglid, o. [m. verrukking, v. Eye-service, oogendienst, Eyalet, onderdeel van het Eyesight, gezicht, gezichts- Turksche rijk, o. vermogen, o. Eye, oog ; gezicht, gezichts- Eyesore, doom in 't oog; vermogen; gelaat, o., blik, gierstkorrel (geneeskun- m.: opzicht, toezicht, o. de), m. Eyeball, oogappel, m. Eyetooth, oogtand, m. Eyebright, oogentroost Eye - witness, ooggetuige,m. (plant), v. Eyre, rondreis van een Eyebrow, w'enkbrauw, v. rechter, v. Eyelash, wimper, v. Eyrie, roofvogelnest, arends- Eyeless, zonder oogen, nest ; gebroed, jong broed- blind. sel, o. F.
Fable, verhaal, o., fahel, v.; ken, gemakkelijk maken, leugens uitstrooien. verl ich ten, bevotderen. Fabric, geraamte van een Facility, gemak,o., gemakke- gebouw ; gebouvv ; weefsel, lijkheid ; gelegenheid, v., maaksel, o. middel, o.; vlugheid, han- Fabulise, in fabels schrijven digheid, v. of spreken. Fact, daad, v., feit, o., waar- Fabulous, fabelachtig,fabu- heid, werkelijkheid, v.; (in leus, voorgewend, uitge- fact) eigenlij k. dacht; buitengewoon groot. Faction, factie, partij, v., Façade, voorgevel, m. gezelschap ; tumult,o., twee- Face, gelaat, gezicht, o.; dracht, oneenigheid, v. wijzerplaat ; tegenwoordig- FaCtiOus,werkzaam,volhar- heid, v.; voorkomen, o.; bru- dend; tot eerie partij be- taliteit, v.; onder de oogen hoorend ; vijandig jegens de komen, aanzien. regeering, oproerig. Facecloth, doek, dien men Factitious, kunstmatig, na- over het gelaat van een gemaakt, valsch, onnatuur- doode legt, m. lijk. Facet, klein vlak, facet, o. Factor, agent, plaatsvervan- Facetious, ondeugend, gui- ger, factor, m. tig, vroolijk, geestig, luimig. Factory, handelsvereeniging Facial, tot het gelaat be- in het buitenland; fabriek, hoorend. werkplaats, v., atelier, o. FaCife,gemakkelijk; inschik- Factotum, factotum, o., per- kelijk, gedwee; viug, handig. soon, die voor allerlei werk Facilitate, vergemakkelij- dienstig is, rn. Faculty 98 Familiarity
Faculty, geschiktheid,v.,ver- oprechtheid ; waarheids- mogen, verstand, o.; vlug- liefde ; ware liefde, v. heid,handigheid; gewoonte, Faithful, getrouw ; eerlijk, v.; gezag, o.; faculteit, v. oprecht, betrouwbaar; ge- Fad, stokpaardje, geliefkoosd loofwaardig. thema, o. Faithless, ontrouw ; onge- Fade, verwelken, verdrogen, loovig; verraderlijk, be- verleppen,kwijnen,machte- driegend. loos worden, vergaan, dof Falchion, kort zwaard, o. worden, verflauwen. Falcon, walk, m. Fag, moe worden, zwoegen; Faldstool, vouw-, bidstoel, zwoeger; schooljongen, die Fall, vallen, stroomen, af- voor de oudere leerlingen nemen, dalen, zinken, on, allerlei diensten moet ver- komen, een gewelddadigen richten, m. dood sterven; val, m., da- Fag-end, uitgerafeld eind ling, v.; waterval; herfst ; touw, o.; zelfkant, m. ondergang, dood, m. Fagot, takkenbos, bos; per- Fallacious, bedrieglijk, soon, die bij inspectie een valsch, misleidend. soldaat moet vervangen,m.; Fallacy, bedrog, bedrieglijk. oud wijf, o. voorkomen ,o.;drogreden,v. Fail, mislukken, tekortschie- Fallibility, feilbaarheid, v. ten, kracht verliezen, fail- Fallible, feilbaar. liet gaan. Fallow, roodachtig geel ; on- Failing, zwakheid,v., gebrek; bezaaid ; (fallow-deer) tam bankroet, o.; afnemend. hert, o. Failure, tekortkoming, v., False, valsch, on waar, on- verzuim, o.,mislukking; ver- trouw, trouweloos, huichel- waarloozing, v.; bankroet,o. achtig. Fain, blij, tevreden (bij ge- Falsehood, leugen,onwaar- brek aan beter). heid,huichelarij,ontrouw,v. Faint, zwak worden, flauw- Falsification, vervalsching, vallen ; verdwijnen; zwak, verdraaiing, v. , bedrog, o. flauw,onduidelijk;bevreesd, Falsify, vervalschen, ver- bang, bedeesd. draaien, bedriegen, nama- Faintness, flauw-, zwak-, ken. onduidelijkheid;bangheid,v Falter, struikelen ; zwak Fair, mooi, aangenaam voor zijn ; stotteren ; aarzelen; het oog; fielder, zuiver, rein; dorschen, gerst ziften. onbewolkt, open ; gunstig; Fame, beroemdheid, faam, eerlijk, rechtvaardig; blond; bekendheid, v., algemeen schoonheid; kermis, v. verspreid gerucht, o. Fairy, fee ; betoovering, be- Familiar, bekend ; huisel ij k ; koring, v. gewoon, gemakkelijk, onge- Fairyland, tooverland, o.; dwongen. (fairy-tale) sprookje, o. Familiarity, gewoonte, inti- Faith, geloof, vertrouwen, o.; miteit, bekendheid, onge- trouw; gegeven belofte; dwongenheid, vrijheid, v. Family 99 Fate Family, familie, v., huisge- Farewell, vaarwel, afscheid, nooten (mv.), m., kinderen o., afscheidsgroet, m. (mv.), o. Far-fetched, gezocht, on- Famine, hongersnood, m., natuurl ij k. gebrek aan voedsel, o. Farm, pacht • pachthoeve, Famish, hongerlijden, van v.; verpachten, pachten; honger omkomen ; door den bewerken, bebouwen. honger dwlngen. Farmer, pachter, landbou- Famous, beroemd, alom be- wer, m. [m. kend, schitterend, veelbe- Farrier, hoefsmid; veearts, sproken ; berucht. Farrow, biggen; troep big- Fan, koelte toewaaien, luch- getjes, m. ten ; waaier, m. Farther, verder, meer ver- Fanatic, fanatiek, overdre- wijderd, meer afgelegen. ven bezield ; fanatiek per- Farthing, kleinste koperen soon, m. munt in Engeland, v., vierde Fanciful, fantastisch, gedeelte van een stuiver, o. vreemd; grillig. Fascicle, pakje, bundeltje, Fancy, verbeelding, opvat- o., bloemtros, m. ting, gedachte,v.,denkbeeld, Fascinate, betooveren, be- o.; gril, neiging, v., smaak, koren, grooten invloed uit- m. oefenen op. Fandango, Spaansche dans, Fascination, tooverkracht; Fane, tempel, m., heiligdom, betooverin(, v., onweer- o. (alleen in poesie). staanbare invloed, m. Fang, gevangen prooi, v.; Fashion, fatsoen, patroon, klauw, slagtand, m. o., mode, kleederdracht, v.; Fanlight, raam boven een (to be thefashion)mode zajn. deur in den vorm van een Fashionable, fatsoenl ijk ; waaier, o. naar de mode; welopgevoed. Fanpalm, waaierpalm, m. Fast, vasten ; vasten, o.; snel, Fantastic, fantastisch, inge- vlug; stevig, diep, dicht; beeld; grillig, wispelturig, onzedelij k ; geemancipeerd. vreemd, onzeker ; spookach- Fasten, vastmaken, beveili- tig. gen, verbinden, toebrengen. Far, ver, verwijderd, afgele- Fastidious, kieschkeurig, gen ; (by far) veel. moeilijk to voldoen. Farce, opvullen, vullen ; Fastness, srielheid; ver- klucht, v., ledig vertoon, o. sterking, v., fort, o. [m. Farcical, kluchtig, zot, lach- Fat, vet ; beste deel, o.; room, wekkend, bespottelij k,grap- Fatal, fataal, noodlottig, pig. [last, m. rampspoedig, onheilbren- FFardel, bundel, m., pak, o., gend. gaan, reizen, vertrek- Fatality, noodlottige gebenr- ken; leven;van voedsel voor- tenis,onvermijdelijke ramp, zien worden; reis,v., vracht- v.; noodlot, o. prijs; passagier(s); kost, m., Fate, noodlot, lot,o.,dood,m.; eten; welvaren, o. (fates) schikgodinnen(mv.),v Fated 100 Feint Fated,voorbestemd,bepaald. Fearless, onbevreesd, moe- Father, vader, voorvader ; dig, stoutmoedig. [baar. oudste, m. Feasible,praktisch,uitvoer- Fatherhood, vaderschap, o. Feast, feest, feestmaal,gast- Father-in-law, schoonva- maal, o.; lekkernij ; verruk- der, m. [boorteland, o. king, v.; feestvieren, genie- Fatherland, vaderland, ge- ten, smullen. Fathom, omvatten, door- Feat, daad, v., feit, helden- gronden, begrijpen ; bereik, feit, kunststuk, o. o., omvang; vadem, m. Feather, veer, veder, pluim, Fatigue, uitputting, ver- v.; ijdele titel, m. moeienis, v.; vermoeien. Feature, gelaatstrek, trek, Fatten, vetmesten; vet wor- m., voorkomen, eigenaardig den ; vruchtbaar maken, kenmerk, o. [middel, o. bemesten. [v. Febrifuge, koortsdrijvend Fatuity, domheid, sulligheid, Febrile, koortsig, koorts- Fatuous, zwakhoofdig; in- achtig. Faugh, bah ! [gebeeld. February, Februari, m. Fault, 'but, fell, schuld, v., ge- Feculent, vol grondsop, brek,o.;(at fault) verbijsterd. dik, modderig, troebel, Fa u Itless,onberispelij k,vol- drassig. ma a kt, onverbeterlijk. Fecund, vruchtbaar. Faulty, gebrekkig; schuldig, Federal, tot een bondsstaat in gebreke blijvend; on- behoorend. volmaakt. Federate, verbonden, door Fauna, dieren, die voor- een bond vereenigd. komen in een bepaalde Fee, bijdrage, v.; loon, streek (mv.), o. salaris; eigendom ; leen- Favour, gunst, begunstiging, goed, o. v.; gelaat, o.; steun, m.; Feeble, zwak, krachteloos. lintje, o.; begunstigen, goed- Feeble-minded, zwak van keuren. geest ; besluiteloos. Favourable, gunstig, voor- Feed, voer, maal, o., maal- deelig; toegedaan. tijd ; voorraad, m.; voeden. Favourite, gunsteling, lieve- Feel, voelen, betasten, on- ling, m.; geliefkoosd. dervinden ; aanraking, ge- Fawn, laag vleien, kruipen; wa a r word ing, v., gevoels- jongen werpen (herten); zin, m. vleierij, kruiperij, v.; jong Feeler, voelhoorn, m. hert, o. [sluiten ; fee, v. Feeling, gevoelig, bewust; Fay, in elkander passen ; vol uitdruldiing, gevoelvol ; Fealty, trouw (aan den geet71,i.bewastzija, o.; on- worst), v. dervinding, aandoening, v. Fear, vrees, v., angst, m.; Fe et p voeten (mv.), m. ontzag, o., eerbied, m.; vree- Feign, veinzen, voorwenden, zen.bang zijn voor,duchten. voorg,ven. Fearful, vreesachtig, ang- Feint, voorwendsel, o.; list ; stig; vreeswekkend. schijnbeweging, v. Felicitate 101 Festivity Felicitate, feliciteeren, ge- een kerk een lijkbaar gezet lukwenschen ; gelukkig ma- wordt, v. ken. [spoedig; geschikt. Ferine, wild, ongetemd, Felicitous, gelukkig; voor- kwaadaardig, roofdier, o. Felicity, geluk, o.; geluk- Ferment, gisten, in gisting zaligheid, v.; gelukkige aan- brengen, beroeren. leg, m.; geschiktheid, v. Fermentation, gisting, Feline, katachtig; sluw, broeiing, beroering, v. steelsch ; (the feline tribe) Fermentative, gistend, gis- het kattengeslacht. ting veroorzakend. Fell, vellen, doen neerval- Fern, varenkruid, o. len ; zoomen ; wreed, woest ; Ferocious, woest, wreed, huid, v.; zoom, m. razend, dol. [held, v. Fellow, kerel, vent, kame- Ferocity, woestheid, wreed- raad, maat, jongen, m.; Ferreous, van ijzer. lid van een genootschap, o. Ferret, doorzoeken ; t- Fellowship, gemeenschap, drijven, wegjagen; woeke- v.; omgang, m.; gelijk aan- raar, m.; fret, o. deel in, o.; omgaan met. Ferruginous, i,jzerhoudend. Felon, misdadiger, snood- Ferrule, metalen ring, m., aard, m.; kwaadaardig, koperen busje (om een wreed, verraderlijk. stok), o. Felony, , v., straf- Ferry, overzetten ; veerboot, baar felt, o. v., veer, veerrecht, o. Felt, met vilt bedekken ; Fertile, vruchtbaar ; vin- vilt, o.; vilten hoed, m. dingrijk. [ken, bemesten. Felucca, bootje met riemen Fertilise, vruchtbaar ma- en driehoekige zeilen, dat Fertility, vruchtbaarheid, v. op de Middellandsche Zee Ferule, met de plak geven; gebruikt wordt, o. schoolplak, v. Female, vrouwtje, wine, o.; Fervency, ijver, ernst, m., vrouwelijk, zacht, teeder. vuur, o. Fern inine,vrouwelijk,zacht, Fervent, vurig, driftig, teeder ; verwijfd. ijverig. [rig. Fen, moeras, moerassig Fervid, heet, brandend, vu- land, o. Fervour, gloed, m., drift, Fence, muur, m., heg, om- v., vuur, o. [blij. heining, beschutting, v.; Festal, feestelijk, vroolijk, heler, m.; schermen. Fester, bederven, tot bederf Fencible, verded igbaar. oveerugiaeann,ettr (flg.).een; blijven Fencing, schermkunst, v. smeulen Fender, hekje om een open Festival, feest, o., feestvie- haard, o.; metalen plaat ring, v.; feestelijk, vroolijk. voor een schip, v. Festive, feestelijk, vroo- Fennel, venkel, v. lijk, blij, geschikt voor Feoff, met een leen begifti- een feest. gen ; leengoed, o. Festivity, feestelijkheid, Feretory, plaats, waar in feestvreugde, v. Festoon 102 Fill
Festoon, met kransen ver- akker, m.; slagveld; cricket- sieren, met guirlandes veld., o.; jachtstoet, m.; tooien ; guirlande, v., krans, uitgestrektheid, v. m., festoen, o. Field-marshal, veldmaar- Fetch, halen, trekken, be- schalk, m. halen, bereiken; streek, Fiend, booze geest, duivel,m. m., list, v. Fiendish, duivelachtig. Fetich, afgod, m.; toover- Fierce, woest, wreed, vurig, middel, tooverwoord, o. hevig, heftig. Fetlock, vetlok, v. Fiery, vurig, vlammend,licht Fetter, boeien, binden, be- ontbrandbaar, in brand. lemmeren ; boei, keten, v. Fife, pijpen, op een fluit Feud, vete, v., strijd, m.; spelen; pijp, fluit, v. leengoed, o. Fifteen, vij ftien. Fever, koorts; hitte, opge- Fifth, vijfde. wondenheid, v. Fifty, vijftig. Feverish, koortsachtig ; Fig, vijg, v., vijgeboom, m.; zwoel;onstandvastig,grillig. kleeding, uitrusting, v.; (I do Few, weinige ; (a few) enkele. not care a fig) het kan mij Fiasco, fiasco, gebrek aan Been for schelen. succes, o., ongunstige uit- Fight, strijd, m., gevecht, slag, m., slechte figuur, v. o.; vechten, bevechten. Fiat, fiat, bevel, bevel- Figment, winding, v.; ver- schrift, o. dichtsel, o. Fib, jokken ; snel achtereen Figurathie,figuurhjk, zmne- slaan ; leugentje, o. beeldig, bloemrijk. Fibre, vezel, v. Figure, figuur, gedaante, Fibrous, vezelachtig. afbeelding, v., vorm, m., Fickle, wispelturig, grillig. cijfer, o.; voorkomen, beeld, Fiction, fictie, verdichting, o.; vormen ; berekenen ; v., verdichtsel, o. voorstellen, toonen ; in tee- Fictitious, verdicht, uitge- kens uitdrukken. dacht; denkbeeldig;onwaar. Figurehead, beeld aan den Fiddle, viool spelen ; beu- voorsteven, o. zelend spelen; viool, v. Filander, kangoeroe (kleine Fidelity, trouw, getrouw- snort), v. [foot, v. heid, aanhankelijkheid, v. Filbert, hazelaar, m., hazel- Fidget, zenuwachtig per- Filch, stelen, kapen. soontje, o.; zenuwachtige Filcher, kaper, ontfutse- gejaagdheid, beweeglijk- laar, m. held, v.; zich zenuwachtig File, snoer, o., draad ; cata- bewegen. [jaagce. logos, m.; gelid, o.; vijl, v.; Fidgety, zenuwachtig, ge- geslepen mensch, m. Fiducial,vertrouwelijk, ver - Filial, kinderlijk. trouwend, zeker, hecht. Filiform, draadvormig, dun. Fie, foei ! Filigree, fijn zilverwerk, fijn Fief, leengoed, o. goudwerk, o. Field, veld, open land, o., Fill, bekomst, v.; vullen. Fillibeg 103 Fitter
Fillibeg, rok, door de Hoog- en v.; brandend stuk hout,o. landers gedragen, m. Firecock, brandkraan, v. Filly, merrieveulen, o.; wil- Fire - engine, brandspuit, v. debras, v. Fire - escape, reddingtoe- Film, met een vlies bedek- stel bij brand, o., brand- ken; vlies, oogvlies, o. ladder, v. Filter, filtreeren, ziften ; fil- Fireplace, haard, m. treermachine, zeef, v. Fireproof, tegen vuur be- Filth, vuiligheid, v., vuilnis, stand, vuurvast. bederf, o. Fireside, haard,m.;tehuis,o. Filthy, vuil, smerig, onzui- Fireworks (pl.), vuurwerk, ver ; onrein, verdorven. o. [ding, v. Fimbriate, omzoomen, van Fire - worship, vuuraanbid- franje voorzien. Firm, firma, v.; vast, hecht, Fin, zwemvlies, o., vin, v. standvastig, onschendbaar. Final, laatste, beslissend. Firmament, firmament, u it- Finality, volkomenheid, v., spansel, o. eindtoestand, m. First, eerste, m., eerste Finance, stelsel van inkom- partij v.; voorste, eerste, sten en uitgaven, o. [lijk. bovenste, hoogste. Financial, financieel, gelde- First - born, eerstgeborene, Finch, oink, m. [vinden. m. en v. Find, ontdekking, vondst, v.; First- rate, van den eersten Fine, beboeten ; geldboete, rang, van de eerste klasse, v.; fijn, teeder, keurig, mooi. puik. Finery, opschik, m., opzich- Fisc, schatkist, v. [schen. tigheid, v., mooie kleeren Fish, visch ; fiche, V.; vis- (mv.), o. Fisherman, visscher, m.; Finger, vinger; aanwijzer, visschersschuit, v. m.; vingervaardigheid, v.; Fishery,visscherij,visschers- met de vingers aanraken, plaats, v. hanteeren; kapen. Fishmonger, vischboer, Fingering, werk van de vischverkooper, m. vingers, o.; sajet,; aanra- Fishy, vischachtig; vischrijk. king, v. Fissure, spl ij ten ; spleet, Fi n ger- post, handwijzer,m kloof, v. Finish, afwerking, voltooi- Fist, vuist, v.; aangrijpen, ing, v., einde, o.; eindigen, met de vuist vastklemmen. afmaken, voltooien; opeten; Fistula, fistel; waterbuis; verloopen. [perkt. rieten fluit, v. Finite, eindig, begrensd, be- Fit, toeval, o.; vlaag, bui; Fir, den, denneboom, m. worsteling, v., aanval, m.; Fire, vuur, licht; schieten, gril, v.; passen, vormen, o.; hitte; hel; drift, v.; bereiden, geschikt maken. hartstocht, m.; ontbranden, Fitchet, bunzing, m. opwinden,bezielen;ergeren. Fitful, bij buien, ongeregeld, Firearm, vuurwapen, o. onrustig. Firebrand, stokebrand, m. Fitter, kolenkoopman, m. Fitting 104 Fleece
Fitting, geschikt, passend; Flannel, Hanel, o. standvastigheid, v. Flap, slaan,klapwieken,neer- Five, vijf. slaan ; lap ; flap; klap, m.; FiX, moeilijkheid, v., lastig klep, v., tafelblad, o. geval, o.; vastmaken, ver- Flare, flikkeren, schitteren, zekeren;regelen,vaststellen. zich uitspreiden;flikkering,v Fixedness, vastheid, zeker- Flash, schitteren, flikkeren, heid;regeling,vaststelling,v. oplaaien ; vlam, flikkering, Fizz, sissen ; gisten; niet v., schicht, straal, m.; oogen- slagen ; gesis, o.; gisting, v.; blik, o. champagne, m. Flashy, opzichtig, blufferig, Flabby, zacht, week, mee- winderig; wispelturig. gevend, slap, los. Flask, flesch, veldflesch v., Flaccid, zacht, slap. Flat, vlakte, ondiepte, v., Flag, vlag, v.; vloersteen, m.; vlak land ; platboomd vaar- los hangen, afnemen in tuig, o.; handpalm, v.; vlak ; kracht, kwijnen, de belang- duidelijk, languit; verve- stelling verliezen. lend ; ronduit. Flagstone, vloersteen, zand- Flatten, plat maken; neer- steen, m. slachtig maken, ontmoedi- Flaggellant,iemand die zich gen, neerslaan. uit een godsdienstig oog- Flatter, vleien, streelen, be- punt geeselt, m. behagen, aanmoedigen. Flagellate, geeselen, zwee- Flattery, vleierij, v., niet ge- pen. [smakeloos. meende lof, m. Flaggy, slap; uitwaaiend; Flatulent, winderig, opge- Flagitious, schandelijk, blazen. snood. [schenkkan, v. Flaunt, zich aanstellen, op- Flagon, flacon, m., flesch, zichtig kleeden ; pralerij, Flagrant, tastbaar ; gruvve- opzichtige kleeding, v. lijk ; vlammend ; aan den Flavour, smakelijk maken, gang. [raalsschip, o. geurig maken;smaak,geur,m Flagship,vlaggeschip,admi- Flaw, barsten, scheuren; Flail, dorschvlegel, m. barst, m., scheur, v.; ge- Flake, schilfertje, o.; vlok ; brek, o.; windvlaag, v. gestreepte anjelier, v. Flax, vlas, o. [blond. Flame, vlam, hitte, v., vuur, Flaxen, vlaskleurig, licht- o.; opgewondenheid, drift ; Flay, villen, martelen. kracht, v.; liefje, o.; vlam- Flea, vloo, v. men, gloeien, ontvlammen. Fleck, bespikkelen, met stre- Flaming, opgewonden,gloei- pen bedekken; vlek, streep; end ; venijnig. smet, v. [vogel, m. Flammiferous, vlammen Fledgling, pas uitvliegende veroorzakend. Flee, vlieden, vluchten, ver- Flank, de flank dekken; be- m i j den. strijken ; begrenzen; aan Fleece, scheren (van scha- de zijde bevinden; zijde, pen); bedriegen ; villen; flank, v., ribstuk, o. vlies, o., yacht, v. Fleecy 105 _Flow
Fleecy,wollig; (fleecy clouds) Flog, slaan, geeselen,afranse- witte wolkjes. len. [overstrooming, v. Fleer, spotten, grinneken ; Flood, vloed, zondvloed, m., spot, m., bespotting, v. Floodgate, sluisdeur, v. Fleet, vloot; baai, v., inham, Floor,neerslaan, verslaan ; Flemish, V laamsch. [m. ten einde brengen ; onder- Flesh, vleesch ; lichaam ; zoeken; tot zwij gen brengen; menschel ij k geslacht ; vloer, m., verdieping, v. aardsch bestaan, o.; bloed- Floorcloth, een vloer met verwanten (mv.), m. en v. linoleum bedekken; lino- Flexibility, buigzaambeid, v. leum, o. ,land, in. Flexible,buigzaam; handel- Flora, plantengroei van een baar, gedwee. Florescence, bloeitijd, m. Flexor, buigspier, v. Floriculture, bloemkweeke- Flicker, fladderen ; flikke- rij, v. ren ; weifelen; flikkering; Florid, bloeiend, bloemrijk ; aarzel ing, v. blozend; schitterend. Flight, vlucht, vaart, v., loop, Floriferous, bloemdragend. m.; buitensporigheid, v. FlOrifOrm, bloemvormig. Flimsy, mailpapier, dun pa- Florin, gulden, in., Engelsche pier ; bankbiljet, o.; dun, munt ter waarde van 2 Sh.,v. zwak, nietig, onbeduidend. Florist, bloecnkweeker, bloe- Flinch, terugdeinzen, aarze- menverkooper, m. len, toegeven. Floss, floretzijde, v. Fling, worp, m., gooi, v.; Floss-silk, vloszijde, v. [v. spot ; uitval, m.; werpen. Flotilla, flotille, kleine vloot, Flint, keisteen, vuursteen, Flounce, spartelen, snelle m.; hardvochtigheid, v. bewegingen maken ; ruk- Flippancy,spraakzaamheid, kende beweging; strook, v. onbezonnenheid, v., achte- Flounder, worstelen, sparte- loos gebabbel, o. len, rollen ; sukkelen ; bot, v. Flippant, spraakzaam, on- Flour, met bloem (meel) be- bezonnen, lichtzinnig, ach- strooien;bloem (van meel),v. teloos, onbescheiden. Flourish, praal, overdreven Flirt,coquetteeren,fladderen, versiering, vertooning; krul, ongedurig zijn ; rukken ; v.; gedijen, bloeien voor- zwaaien ; coquette, v.; hof- spoedig zijn ; zich in bloem- maker ; ruk ; zwaai, m. rijke taal uitdrukken. Flirtation, coquetterie, v. Flout, bespotten, beleedigen. Flit, fladderen, vliegen, been minachtend bej egenen,sma- en weer trekken ; verhuizen. den, hoonen; beleediging, Float, drijven, dobberen, v., smaad, m. vlotten ; bepleisteren ; vlot, Flow, stroomen, vloeien, o., dobber, in. [hangend. vlieden, smelten, vloeibaar Flocculent, wollig; aaneen- worden;verdwijnen;wappe- Flock, kudde (schapen), ren;voortglijden; overstroo- vlucht ; vlok, v. men ; stroom, vloed, over- Floe, ijsveld, o. vloed, m. Flower 106 Fold
Flower, bloem ; jeugd, v.; ontsteltenis ; wanorde, v. bloeien ; schuimen, zachtjes Fluvial, tot een rivier behoo- gisten. rend, in een rivier levend. Fluctuate, heen en weer be- Flux, vloed, stroom; samen- wegen, voor- en achter- loop, doorloop, m., samen- waarts drijven ; aarzelen ; smelting, v. [smelting, v. doen rollen. Fluxion, vloeiing, samen- Fluctuation, onzekerheid, Fly, vliegen, snellen, opvlie- onvastheid ; beweging, v. gen, vlieden, zich snel ver- Flue, kachelpijp, warmte- spreiden ; vlieg; mug; on- buis, v. rust, v.; vliegwiel, o. Fluency, vloeibaarheid ; Flying-fish, vliegende visch, vloeiendheid, welsprekend- m. [boek), o. held, woordenrijkheid, v. Flyleaf, schutblad (in een Fluent, vloeibaar; vloeiend; Flywheel, vliegwiel, o. [o. welsprekend, woordenrijk ; Foal, veulen werpen ; veulen, stroom, m. [v. Foam, schuimen; schuim, o. Fluid, vloeibaar; ,vloeistof, Fob, beetnemen; horloge- Fluidity, vloeibaarheid, v. zakje, o. Fluke, platvisch, m.; onder- Focalise, naar een brand- ste gedeelte van een anker, punt brengen. 0.; gelukkige stoot (biljart), Focus, naar een brandpunt m.; gelukje, o. richten; het middelpunt Flume, rivier, v.; water, treffen; brandpunt; mid- dat een molenrad in be- delpunt, o. [der, o. weging brengt, o. Fodder, voederen; veevoe- Flunky, lakei,- livreiknecht ; Foe, tegenstander, persoon- lemand, die bedrogen wordt lijke vijand, m. bij het koopen van effecten Foeman, vijand in den oor- of aandeelen, m. log, m. Flurry, opwinding, zenuw- Fog, in verlegenheid bren- achtigheid, verwarring, v., gen ; het nagras afweiden; rumoer, o.; agiteeren, ver- zware mist; verwarring; ontrusten. verlegenheid, v.; grof Bras, Flush, overtogen worden, etgroen, o. rood worden, blozen; snel Foggy, mistig; dom. stroomen, doorspoelen; op- Fotble,zwak punt,o.,zwakke wioden ; blos, m.; ingeving, zijde, v. v.; frisch, krachtig. Foil, overwinnen, verijdelen, Flushing, Vlissingen, o. teleurstellen; foeliesel; loof- Fluster, door drank verhit- werk; spoor van wild,o.;on- ten ; verwarren ; hitte, op- verwachte teleurstelling, v. winding, drukte, v. Foist, onderschuiven, voor Flute, groef, plooi; fluit, v. echt laten door gaan ; in- Flutter, fladderen, zweven, brengen. zwerven, zenuwach tig zijn ; Fold, vouwen ; sluiten; op- verontrusten; trilling; opge- kooien; schaapskooi; kudde; wondenheid, ongerustheid, vouw, v. Foliage 107 Forceps
F011age,met loofwerk versie- Footman, livereiknecht, in. ren ; loofwerk, gebladerte, o. Footprint, indruk van den Foliate, pletten; foelien; vol voet, m. bladeren. Footrule, duimstok, m. Folio, doorloopende pagi- Footstall, damesstijgbeu- neering, v., folio, o. [o. gel, m.; onderstuk van een FOlk, menschenmassa, natie, zuil, o. Folklore, bijgeloof (o.) en Footstep, voetstap, m. cverleveringen (mv.), v., Fop, modegek, m. van een yolk. Foppish, aanstellerig, Follow, volgen, nazetten, na- dwaas, zot. gaan ; tot het gevolg behoo- For, voor, wegens; gedu- ren, opletten, gehoorzamen ; rende; ten behoeve van, een beroep uitoefenen. met het oog op; vergeleken Folly, dwaasheid, domheid; met ; niettegenstaande. verdorvenheid, v. Forage, voeder, veevoeder, Foment, voeden, kweeken ; o., tourage, v. aanmoedigen, aanhitsen; Foramin ate d, doorboord warmen omslag maken. met kleine gaten. Fond, dwaas, onwijs; verzot Forasmuch, wijl, daar, in op, gek met. [behandelen. aanmerking nemend dat. Fond le,liefkoozen;toegevend Foray, fourageeren; ver- Fondling, hartje, o., lieye- woesten, plunderen; roof- ling, m. en v. tocht, buit, m. Font, doopvont, v. [der, o. Forbear, nalaten, zich ont- Food, spijs, v., voedsel, voe- houden van ; dulden, ver- FOOI, voor den gek houden, dragen. bespotten; teleurstellen; Forbearance, onthouding, dwaze. vent; zondaar, m.; zel fbeh eersch mg, dul dzaam- slachtoffer, o. [moedig. heid, v., geduld, o. Fool - hardy, roekeloos, dol, Forbearing, geduldig, duld- Foolish, dwaas, mal, be- zaam ; vol Tel fbeheersching. lachelijk, zot. Forbid, verbieden, ontzeg- Foolscap, narrenkap, v.; gen, weigeren ; een verbod papier van een bepaalde uitvaardigen ; (God forbid) afmeting, o. dat verhoede God! Foot, voet, m.• voetvolk, o.; Forbidding, onaangenaam, korte afstand, m.; bewan- terugstootend. delen, begaan betreden ; Force, noodzaken, aandrij- schoppen; aanbreien. ven; bestormen ; door Football, voetbal, m. kunstmatige warmte nit- Footboy, loopjongen, broeien ; kracht, v., geweld, livereiknechtje, o. o., dwan.g, m.; beteekenis ; Footfall, voetstap, m. wettigheid • strijdmacht, v. Footing, waste positie; op- Forcemeat, gehakt vleesch stelling, v.; steun voor den (met kruiden), o. voet, m. Forceps, tang (voor verlos- Footlight, voetlicht, o. kundigen en tandartsen), v. Forcible 108 Forfeit Forcible, krachtig, hevig, Foreman, eerste; meester- geweldig, onstuimig; in- knecht ; woordvoerder; drukwekkend. hoofdconducteur, m. Ford, doorwaadbare plaats ; Foremast, fokkemast, m. stroom, m. Forementioned, voormeld. Fore, voordeel, o., steun, Foremost, voorste, eerste ; m., hulp, v.; vooraan, voorop. vooraf. Forenamed, voornoemd. Forearm, vooruit wape- Forenoon, voarmiddag, m. nen ; voorarm, m. Forensic, tot het gereats- Forebode,voorspellen,voor- hof behoorend,gerechtelijk. zeggen, een voorgevoel heb- Forerunner, voorlooper,m.; ben van. voorhoede, v. [weten. Foreboding, voorgevoel van Foresee, voorzien, vooraf naderend kwaad, o. Foreshadow, voorbedui- Focecast, weervoorspel- den ; voorteeken, o. ling, v. [schip), m. Foreshow, voorspellen, Forecastle, bak (op een voorzeggen, verkondigen. Foreclose, tegenhouden, Foresight, overleg, voor- uitsluiten. [uitsluiting, v. uitzien, o. Foreclosure, tegenhoudi n g, Forest, in een bosch ver- Foredate, te vroeg dateeren. anderen, met boomen be- Fore-deck, voordek, o. planten ; bosch ; Fore - end, eerste gedeelte, o. koninklijk jachtveld, o.; Forefather, voorvader, m. boschachtig, landelijk. Forefend, verbieden; af- Forestall, vooruitloopen op; wenden, afweren. berooven; verstoppen. Forefinger, voorvinger, m. Forester, houtvester, bosch- Forefoot, voorpoot, m. wach ter ; boschbewoner, m. Forego, afstand doen van, Forestry, boomcaltuur, van de hand doen, opge- boornkweelierij, v. ven; voorgaan, voorafgaan. Foretaste, een voorsmaak Foreground,voorgrond(van hebben; voorsmaak, in. een schilderij), m. Foretell, voorspellen, voor- Forehead, voorhoofd, o. zeggen. Foreign, vreemd, uit- Forethought, voorbedacht- heemsch, buitenlandsch ; heid, voorzorg. v.; voorbe- buiten gemeensch a p. dacht, vooraf beraamd. Foreigner,vreemdeling,bui- Foretooth, snijtand, voor- tenlander, tand, m. Forejudge, vooraf beoor- Forever,vooreeuwig,eeuwig dee en; wegens wangedrag Forewarn, vooraf waar- schrappen. schuwen. Foreknow, vooraf Nv eten. Forfeit, misdaad; boete, Foreknowledge, vooruit verbeurte, v.; verbeuren, weten, o., voorkennis, v. in zijn plicht te hurt Forelock, voorhaar, o., schieten; (to play at forfeits) voorlok ; stift, pin, v. panciverbeuren. Forge 109 Foster
Forge, smeden; uitvinden, Formidable, geducht, vrees- verdichten; namaken, ver- wekkend. [cept, o. valschen; voortdrijven, Formula, formule, v., re- vooruitwerken; smederij, Formulate, formuleeren , smidse, werkplaats, v.; duidelijk stellen. smidsvuur, o. [scher, m. Fornicate, gewelfd, boog- Forger, bedrieger, verval- vormig ; overspel bedri jven. Forgery, bedrog, o., be- Forsake, verzaken, verla- driegerij, valsche handtee- ten, begeven, aan zijn lot kening, v., bedrieglijk na- overlaten. maaksel, o. [loozen. Forsooth, voorwaar, zeker. Forget, vergeten, verwaar- Forswear, afzweren, met Forgetful, vergeetachtig, een eed ontkennen. achteloos, onoplettend. Fort, sterkte, vesting, V., Forget-me-not, vergeet- kasteel, o.; sterk, machtig. mij-niet, v. Forth, vooruit, buiten, V001.- FOrgive,vergeven,vergiffenis waarts, voort. schenken, kwijtschelden, Forthwith, onmiddellijk, op door de vingers zien. staanden voet. Forgiveness, vergevensge- Fortieth, veertigste. zindheid, vergeving, v. Fortification, fort, o. ver - Forgiving, vergevensgezind, sterking, v. [tigen. genadig, goedertieren. Fortify, versterken, beves- Fork, met een vork pikken; Fortitude, vastberadenheid, omspitten ; scherp maken ; zielskracht, v., moed, m.; stelen, kapen; vork, gaffel, geduld, o. [(mv.), m. stemvork ; moeilijkheid, v., Fortnight, veertien dagen lastig geval, o. Fortress, vesting, sterkte, Forlorn, verloren, verlaten, v., kasteel, o. eenzaam, hulpeloos, onge- Fortuitous, toevallig. lukkig. Fortunate, gclukkig. Form, vormen; vorm, m., Fortune, geluk ; fortuin, gedaante; gelijkheid; plicht- bezit ; lot, o. pleging ; geschiktheid, v.; Fortune-teller, waarzegger, stelsel, model, o. Forty, veertig. [m. Formal, vormelijk, precies, Forum, forum, o.; recht- vol plichtplegingen, stijf. bank, v. Formality, vormelijkheid; Forward, bevorderen, aan- welvoeglijkheid; gewone sporen, verhaasten; over- kleeding, o.; uiterlijke zenden; voorste, vroegste, schijn, m. [menstelling, v. gevorderd ; verwaand, on- Formation, vorming, sa- beschaamd. Former, voorafgaand, vroe- Fossil, delfstof,v., versteend ger, eerste. lichaam, o.; opgedolven, Formerly, vroeger, te voren. verouderd. Formic, van mieren; (for- Foster, voeden, zoogen, mic acid) mierenzuur, o. kweeken; aanmoedigen; Formicate, als een mier. koesteren. Foster-child 110 Fraudulent
Foster-child, voedsterkind, lichaamsdeel), v., gebroken pleegkind, o. deel, o. Foster - parent, pleegvader, Fragile, broos, zwak, teer, m., of - moeder, v. breekbaar. [heid, v. Fougasse, springmijn, v. Fragility, broosheid, zwak- Foul, bezoedeld, misdadig, Fragment, brokstuk, o. vuil, onrein ; schendend, Fragrance, geur, m., wel- profaan; onwettig; gevaar- riekendheid, v. Foumart, bunzing, m. [lijk. Fragrant,geurig,welriekend. Found, stichten, grondves- Frail, biezen mandje, o., ten; begiftigen; metaal biezen mat, v.; bros, broos, gieten. leer • onvast, besluiteloos. Foundation, stichting, fun- Frailty, zwakheid, broos- datie; fundeering, v„ grond- heid, v. slag, m. Frame, bouwen, samen- Founder, stichter, maker ; voegen, regelen, vormen ; begiftiger; metaalgieter, m. omlijsten ; samenstel ; Founding, metaal gieten, o. lichaamsgestel ; geraamte, Foundling, vondeling, m. o.; lijst, v. Foundry, metaalgieterij, v. Framework,geraamte; lijst- Fountain, bron, fontein, v.; werk ; kader, o.; inrich- waterreservoir, o.; (foun- ting, v. tain-head) oorsprong van Franchise, vrijdom verlee- een rivier of bron, m. nen ; vrijplaats ; vrijmoe- Four, vierriemsboot, v.; vier. digheid, edel moedigheid, v.; Fourfold, verviervoudigen; voorrecht, recht, o. vierriemssloep, v.; vier- Franciscan, Franciskaner voudig. monnik, m. Fourscore, tachtig. Frangible, licht breekbaar. Fourteen s veertien. Frank, vrij, open ; portvrij; Fourth, vierde. vrachtvrij verzenden; port- Fowl, vogels vangen; ge- vrije brief, m. vogelte, o. Frankincense,wierook,m., Fox, voorwenden, veinzen ; geurige hars, v. kapen, stelen ; vos ; sluwe Frantic, dol, weest, razend, klant, m. krankzinnig. Foxglove, vingerhoeds- Fraternal, broederlij k. kruid, o. [senjacht, m. Fraternise, vertro uwelijk Foxhound, hond voor vos- omgaan. Foxy, slues ; zuur ; gevlekt. Fraternity, broederschap, v. Fracas, lawaai, o., ruzie, v. Fratricide, broedermoord, Fraction, breking; breuk, v.; broedermoordenaar, m. brok, o.; scheuring, v. Fraud, bedrieger, m., be- Fractional, gebroken; klein, drog, o., list, v. nietig; tot een breuk be- Fraudulence, bedrog, o., hoorend. [big, knorrig. bedriegelijkheid, v. Fractious, twistziek, krib- Fraudulent, bedriegend, be- Fracture, breuk (van een driegelij k. Fraught 111 Frightful Fraught, beladen, geladen, Frequentative,werkwoord, opgestapeld, overvloedig. dat een herhaling der han- Fray, versl ij ten, rafelen ; deling uitdrukt, o. strijd, twist, m., krakeel, o.; Fresco, fresco schilderen; rafel; kale plek, v. fresco, o.; schaduw, v. Freak, bont maken ; strepen Fresh, overstrooming, v., trekken ; gril, kuur, v. zoetwaterstroom, m., cloth Freckle, met sproeten be- weer, o.; frisch, versch; dekken; sproet, v., vlekje, o. levendig; koel; hernieuwd. Free, bevrijden, ontheffen ; Freshen, opfrisschen, ver- vrij, onbelemmerd, toegan- levendigen • van zout ont- kelij k ; vrij wi 11 i g ; oprecht ; doen; kracht winnen. mild; mededeelzaam. Freshman, groen, nieuwe- Free-agency, macht om ling, m. volgens den vrijen wil to Fret, wegvreten, invreten; handelen, v. schoonwrij ven ; besch adi- Freebooter, vrijbuiter, m. gen ; kwellen ; beroeren; Freedman, vrijgemaakte kniezen ; zweer; gisting ; slaaf, m. kwelling, v. [twistziek. Freedom, vrijheid ; gemak- Fretful, gemelijk, knorrig, kelijkheid, v.; vrijdom, m. Friable, bros, brokkelig. Free - hand,uit de vrije hand Friar, broeder, monnik, m. Freehold, grondbezit waar- Fribble, verbeuzelen; ver- over men bij testament liefd doen; beuzelaar, m.; vrij beschikken kan. zwak, beuzelachtig. Freeman, vrije, stemge- Friction, wrijving; kleine rechtigd burger, m. oneenigheid, v.; wrijvend. Freemason, vrijmetselaar, Friday, Vrijdag; (Good-F—) m. [arduin, o. Goede Vrijdag, m. Freestone, zandsteen, m., Friend, vriend, m„ vriendin, Freethinker, vrijdenker, m. v., kennis, bloedverwant; Free -trade, vrijhandel, m. beschermer, bevorderaar; Free-will, vrijheid van wil, Kwaker, m. vrije verkiezing, v.; spon- Friendly, vriendschappelijk; taan. goedaardig. Freeze, vriezen, bevriezen ; Friendship, vriendschap, stollen; van koude rillen. goede gezindheid, v. Freight, laden, bevrachten; Frieze, fries; grove wollen vrachtprijs,lading,vracht,v. stof, v. French, Fransch ; de Fran- Frigate, fregat, o. [gat, o. schen (mv.), m. Frigatoon,Venetiaansch fre- Frenzy, waanzinnig maken ; Fright, schrik aanjagen; waanzin, m. vrees, v., schrik ; persoon, Frequency, herhaling, v. die er bespottelijk uitziet, Frequent, gedurig bezoe- m. [ontstellen. ken, omgaan met; gedu- Frighten,verschrikken,doen rig, herhaald, veel voor- Frightful, vreeselijk, ver- komend. schrikkelijk. Frigid 112 Fruit
Frigid, koel, koud, kil; front; voorvertrek, o.; ge- vormelijk, vervelend. vel, m.; schaamteloosheid, Frigidity ! koelheid, koud- v.; overhemdje, o. heid, kilheid; vormelijk- Frontal, eerste, voorste; tot heid, v. het voorhoofd behoorend. Frigorific, koudmakend. Frontier, grenslijn, v.; aan Frill, van een strook voor- de grenzen gelegen. zien ; strook, v., zoom, m. Frontispiece, frontispice, Fringe, met franje versie- v., voorgevel; gelaat, 0.; ren ; franje, v.; rand, m. titelplaat, v. Frippery,oude kleeren (mv.), Frontless, schaamteloos o., prulleboel, prullenwin- onbeschaamd. kel, m.; beuzelachtig. Frost, met rijp bedekken, Frisk, rondspringen, darte- door vorst beschadigen ; be- len, dansen ; vroolijke suikeren ; vorst, V ijzel, sprong, m., dartele bui,v., m.; koelheid, kille ont- levendig, dartel, vlug. vangst, v. Frisky, dartel, vroolijk. Frost - bitten, bevroren,door Frith, riviermond, m.; fuik, vorst beschadigd. v.; kreupelhout, o. Frost-nail, ijsnagel (bij het Fritter, tot stukjes maken ; hoefbeslag), m. verbeuzelen (tijd); stuk, Frosty, ijskoud, bevroren, reepje; flensje, o. wit ; koel, afgemeten. Frivolity, beuzelachtigheid, Froth, met schuim bedeli- wuftheid, v. [tig, wuft. ken,doen schuimen,schu im; FriVOIOus,beuzelachtig,nie- gesnap, gewauwel, o. Frizz, laullen, kroezen; Frothy, vol schuim ; ijdel pruik, v.; krulhaar, o. snappend. Frizzle, krullen ; bakken op Froward, weerspannig, ge- heete kolen; gekrulde lok, melijk, onaangenaazn. kroeslok, v. Frown, fronsen, dreigend Fro, achteruit, terug; (to staren ; terugstooten; ge- and fro) heen en weer. fronst gelaat, o., ontevre- Frock, jurk ; pij, v.; kleed, den blik, m. o.;(frock-coat)gekleede jaso,' Fructescence, jaargetijde Frog, kikker; langwerpige waarin het fruit rijpt, o. knoop, m. Fructiferous, vruchtbaar, Frolic, dartelen, rondsprin- vruchtdragend. gen, pret maken; dartele Fructify, vruchtbaar ma- sprong, m., pretje, o.; vroo- ken ; vruchten dragen. lijk, dartel, Lustig. Frugal, matig, zuinig, spaar- From, van, vanuit, van- zaam, karig. daan ; sedert, wegens. Frugality, matigheid,zuinig- Frond, gesteeld blad (van held, karigheid, v. varens), o. Frugiferous,vruchtdragend Front, het hoofd bieden, Fruit, vruchten dragen ; staan tegenover; voorhoofd, vrucht, v., fruit, o.; kroost; gelaat ; voorste gedeelte, voordeel ; gevolgen (mv.), o. Fruiterer 113 Fur
Fruiterer,fruithandelaar,m. Fumarole, opening in vul- Fruitful, vruchtbaar; rijk kaan, waaruit rook op- aan vruchten. [not, o. stijgt, v. Fruition, vruchtgebruik, ge- Fumble, rondtasten, tastend Fruitless, vruchteloos; kaal, zoeken, onhandig doen, dor ; nutteloos. verward zijn. Frumenty, tarwepap, v., Fume, in damp opgaan ; mout (van tarwe), o. rooken (vleesch); ontsmet- Frustrate, teleurstellen,ver- ten (door damp); door- ijdelen, to niet doen ; ijdel, geuren ; woedend zijn ; uit- van nul en geener waarde. waseming, v.; damp, reek ; Frustum, brok, stuk, o. toorn, m. [smetteii. Fruticose, heesterachtig. Fumigate, doorgeuren, on t- Fry, Bakken, braden, koken ; Fun, pretje, o., vroolijkheid, gisten; baksel; schoteltje; grip, v. ingewanden (mv.), o. (van Function, plicht vervullen, varkens, kalveren, enz.). dienst vervullen ; verrich- Fudge, vervalschen; ver- ting, uitvoering, v.; beroep, zinnen, opsnijden; mallig- o., dienst, m. heid, v., onzin, m. Functionary, ambtenaar, Fuel, van brandstof voor- beambte, m. zien ; brandstof, v. Fund, beleggen (geld) ; natio- Fugacious, vluchtig; vroeg nale schuld,v.; geld,fonds,o. afvallend. Fundament, fundament, o., Fugitive, vluchteling, deser- grondslag, m. teur, m.; vluchtig, voor- Fundamental, grondslag, bijgaand, voortvluchtig; m., basis, v., hoofdbestand- zwervend. [gen, uitvoeren. deel, o.; den grondslag Fulfil, vervullen, volbren- vormend, voornaarnste. Fulfilment, vervulling, vol- Funeral, begrafenis, lijk- tooiing, uitvoering, v. statie, v.; tot de begrafenis Fulgent, schitterend, glan- behoorend. zend, verblindend. Funereal, als bij een be- Fuliginous, roetachtig, roo- grafenis ; treurig. kerig; vuil; somber, duister. Fungoid, paddestoelachtig, Full, vollen (laken); voile fungusachtig. maat; grootste uitgebreid- Fungus, zwam, v.;` spons- heid, v.; hoogste punt,o.;vol. achtig uitwas, o. Full-blown, geheel ontwik- Funicle, dun snoer, o., ve- keld ; volkomen rijp. zel, v.; (funicular-railway) Fuller, lakenvolder, m. P oorweg, m. Fully, ten voile, geheel. Funnel,k abels trechter ; schoor- Fulminate, donderen, los- steen (van locomotief), m. barsten, ontploffen; schel- Funny, roeibootje, o.; grap- den, vloeken. pig, kluchtig. Fulsome, grof, aanstoo- Fur, met bont voeren; . telijk, walgelijk, weerzin- bont ; beslag (op tong), o.; wekkend. ketelsteen, m. Furbelow 114 Gag Furbelow, strook opnaaien ; zernij, onstuimigheid, v.; geplooide strook, v.; op- (the Furies) de wraakgo- schik, tool, m. dinnen (mv.), v. Furbish, oppoetsen ; po- Furze, brem, v. lijsten, bruineeren. Fuscous, bruinachtig; vuil. Furious, woedend, dol, ge- Fuse, smelten, vloeibaar weldig. maken, samensmelten ; sis- Furl, samenrollen, vastma- ser (van een bom), m. ken (van een zeil). Fusee (in uurwerk), Furlong, 'I, van een En- v., w_nd1 sr ucifer, m.; spoor gelsche mijl. [verlof, o. (van wild), o. Furlough, verlof geven ; Fusible, smeltbaar. Furnace, in een fornuis Fusilade, fusilleeren, neer- we en ; fornuis, o.; mar- schieten ; peletonsvuur, o. telplaats, v. Fusilier, fuselier, m. Furnish, voorzien; uitrus- Fusing - point, smeltpunt, o. ten; meubileeren; verrij ken, Fusion, smelting, v. versieren. Fuss, drukte maken, woelig Furniture, uitrusting, v.; zijn ; snel stroomen ; kla- huisraad,meubilair,o.; slui- teren; lawaai, o., noode- ting (aan deuren en ven- looze drukte, v. sters), v. [handelaar, m. Fustian, bombazijn, o ; Furrier, bontwerker, bont- bombast, gezwollen stijl, Furrow, doorploegen, rim- m.,• opgeblazen, gezwollen. pels groeven ; voor, groef, Fusty, muf, duf, bedorven. v., rimpel, m. [omzet. Futile, beuzelachtig, nutte- Furry, van bont, met bont loos, waardeloos. Further, verder, buitendien, Futility, beuzelachtigheid, v. behalve, bijgevoegd. Futtock, gedeelte van een Furtherance, bevordering, der ribben van een schip, o. hulp, v., bijstand, m. Future, toekomst, v.; toe- Furthermost, het verst komstig. verwijderd. Fuzz, in kleine deeltjes weg- Furtive, steelsgewijs, hei- vliegen ; kleine vezeltjes melijk, slow. (mv.), dons, o.; stuifz•am, Fury, woede, dolheid, ra- Fy, foei! [v. G.
Gabble, wauwelen, kakelen, Gaelic, Keltisch. rammelen; gekakel, geram- Gaffer, opziener, baas, mees- mel, o. [voorgevel, o. terknecht ; nude man, m. Gable, bovenstuk van een Gag, knevelen, een prop in Gad, Joelloos rondzwerven ; den mond stoppen ; het ijzeren wig; metalen staaf,v. zwijgen opleggen; woorden eadfly,horzel,paardenvlieg,v (in een rol) lasschen; prop,v. Gage 115 Gaol Gage, verpanden, op 't spel Gallinaceous, hoenderach- zetten; peilen; borgtocht, tig. m., groene pruim, v.; peil, o. Gallipot, likkepot, m. Gaiety, vroolijkheid, v., ge- Gallon, Engelsche maat, v. not ; vertoon, 0. Galloon, galon, lint, band, o. Gaily, vroolijk. Gallop, galoppeeren, haas-, Gain, winnen, voor zich in- ten; galop, m. nemen;verwerven,bereiken, Galloway, sterke hit, m. verkri j gen ; winst, aanwinst, Gallows, galg; ophanging, v.; voordeel, o. v.; galgebrok, m. Gainings (pl.), behaalde Galosh, overschoen; klomp winst, v. [spreken. met riemen vastgemaakt,m. Gainsay , tegenspreken,weer- Galvanic, galvanisch. G ait, straat,v.; gang,loop,pas, Galvanism, galvanische m.; houding; graanschoof, v. electriciteit, v. Gaiter, van slobkousen voor- Gambado, leeren beenbe- zien ; slobkous, v. kleedsel, o. Galantine,galantine,vleesch Gamble, om geld dobbelen. in gelei, o. Gambol, springen, huppe- Galaxy, melkweg, m.; schit- len ; kromme sprong, m. terende groep, v. Game, spelen, een spelletje Gale,snel zeilen;schreeuwen; doen ; spel, o., vroolijkheid, stijve bries: v.; lied; op- v., pretje; wild, o. roer, o., twist; vaste rente- Gamecock, kemphaan, m. tijd, m. Gamekeeper, j achtopzie- Gall, met gal doortrekken; ner, m. [(Inv.), v. a fschaven; boeschadigen;ver- Game-laws, j achtwetten slij ten ; kwetsen, vertoor- Gamester, dobbelaar; pret- nen. maker, m. Gallant, het hof waken, Gammer, moedertje, o. hoofsch behandelen; hof- Gammon, ham of spek roo- maker, galant heer; verlei- ken ; bectriegen, bedotten; der, m.; schitterend, opzich- gerookt spek ; spel, o.; be- tig ; galant, hoofsch. driegerij, v. Gallantry, dapperheid, v., Gamut, toonladder; geheele uiterli)k vertoon, o.; hoffe- uitgestrektheid, v. lijkheid, v. Gander, gent (mannetjes- GAlleon, galjoen, o. gans), m. [v. Gallery, galerij, tribune, v., Gang, troep, m., bende, kliek, balcon, o.; schilderijenmu- Gangboard, loopplank (van seum, o.; wandelweg onder een schip), v. boomers, m. Gangrene, koudvuur krij- Galley, galei, strafkolonie ; gen; koudvuur, o. kombuis, boot, v. Gangrenous, door koud- Galley-slave, galeiboef, m. vuur aangetast. Gallic, Gallisch, Fransch. Gangway, loopplank, v. Gallicism, Fransch idioma, Gaol, gevangenis, v.; (gaoler) gallicisme, o. cipier. Gap 116 Gear
Gap, een gat maken; gat, Gash, een gapende wond hiaat, o., bres, opening, v. maken; gapende wond, Gape, gapen; geeuwen; aan- snede, v., hour, m. gapen, verbaasd aanstaren, Gasify, in gas omzetten. openstaan; geeuw, m. Gasometer, gasmeter, gas- Garb, kleeding, v., gewaad; houder, m. uiterlijk, o.; mode; koorn- Gasp, snakken, vurig verl an - schoof, v. gen ; snik, m. [rend. Garbage, ingewanden (my.) Gastric, tot de maag behoo- en afval van een dier, o. Gastronomy, gastronomie, Garble, verminken, ver- kunst van lekker eten en knoeien ; schiften. drinken, v. Garden, tuinieren, een tuin Gate, van een poort voorzi en; aanleggen ; tuin, m. poort, deur, v., hek, o., in- Gardening, tuinwerk, o., gang, m.; gelegenheid, v. tuinbouw, m. Gateway, poort, v. Gargle, gorgelen; kweelen, Gather, vereenigen. samen- kwinkeleeren. brengen, verzamelen, ver- Garish, verblindend, blin- gaderen,ophoopen;plooien; kend;opzichtig,buitensporig oogsten; zweren (world); Garland,met kransen tooien; plooi, vouw, v. krans, m., guirlande, v.; Gathering,verzameling,ver- zinnebeeld van roem, o. eeniging, inzameling, col- Garlic, knoflook, o. lecte ; zweer, v. Garment, kleedingstuk, o., Gaudy, feestelijk, opzichtig, kleeding, v. praalziek. Garner, opstapelen (van Gauge, maat, v.; diepgang; koorn); verzamelen; graan- peilstok, m.; peil, o.; peilen. zolder, m. Gaul, Gainer, m.; Gallie, o. Garnet, granaatsteen, m. Gaunt, schraal, mager. Garnish, versieren; voorzien Gauntlet, lange dameshand- van; waarschuwen; versier- schoen, strijdhandschoen, sel, o., randversiering tom Gauze, gags, o. [m. een schotel); fooi, v. Gawk, koekoek ; zot, m. Garret, vliering, v., zolder,m. Gay, vroolijk, opgewekt ; op- Garrison, in garnizoen leg- zichtig, bontgekleurd; los- gen, bezetten; garnizoen, bandig. o.; vesting, v. v. Gaze, staren ; blik, aanblik, Garrulity, praatachtigheid, Gazelle, gazel, v. Garrulous, praatziek, snap- Gazette, in de staatscourant achtig. plaatsen;courant,staatscou- Garter, kouseband; (knight rant, v., staatsblad, o. of the garter) ridder van Gazetteer, redacteur van den kouseband, m. het staatsblad, ciagblad- Gas, wauwelen ; blutfen; gas, schrijver, courantier, m. lichtgas; gewauwel, o.; bluf, Gear, tuigen ; aan den gang m. [verij, v. brengen ; tuig, gareel ; 'deed, Gasconade, blufferij, snoe- o.; takel, m.; uitrusting, v. Gehenna 117 Ghastly
Gehenna, hel, v. rang verheffen; dresseeren; Geld, verminken, castreeren, edelman, m.; zacht, teeder, snijden, berooven. vriendelijk. [heer, m. Gelid, ijzig, ijskoud. Gentleman, beschaafd man, Gem,met edelsteenen tooien; Gentry, hooge stand, m. ontbotten ; juweel, o. Genuflexion, kniebuiging, Gemmule, eitje; knopje, o. v., knieval, tn. Gender, soort, Masse, v., Genuine, echt, onvervalscht, grammaticaal geslacht, o. oprecht. [v. Genealogical, geslachtkun- Genus, geslacht, o., klasse, dig ; (genealogical tree) ge- Geocentric, uitgaand van slachtsboom. de aarde als middelpunt. Genealogy, genealogie, ge- Geodesy, landmeetkunde, slachtkunde, v., geslachts- geodesie, v. boom, m. Geognosy, leer van de sa- General, generaal, m.; alge- menstelling der aardkorst,v. meen, gewoon, bekend. Geogony, leer van het ont- Generalise, algemeen ma- staan der aarde, v. ken, onder een snort ver- Geographer, aardrij kskun- eenigen. [meerderheid, v. dige, geograaf, m. Generality, algemeenheid; Geographic, aardrij kskun- Generally, in 't algemeen, dig, geographisch. gewoonhj k. [len. Geography,aardrijkskunde, Generate, voortbrengen, te- geographie, v. Generation, voortbrenging, GeOlOgICal,aardkundig,geo- teling, v.; geslacht, o.; na- logisch. [gie, v. komelingen (mv.), m. Geology, aardkunde, geolo- Generosity, edelmoedig- Geometer, meetkundige, m. heid, milddadigheid, v. Germ, ontkiemen ; kiem, v., Generous, edel, grootmoe- oorsprong, m., begin, o. dig, milddadig, overvloedig. German, Dui tscher, m., GenesiS,Genesis;voortbren- Duitsch. Genet, genet, o. [ging, v. Germany, Duitschland, o. Geneva, Geneve ; jenever, m. Germinate, ontkiemen, ont- Genial, levendig, hartelijk, spruiten. [overlevering. vroolijk, sympathiek. [m. Gestic, romantisch, volgens Genitive, tweede naamval, Gesticulate, gebaren ma- Genius, genius, geest ; genie, ken. [king, v. o.; natuurlijke aanleg, m. Gesticulation, gebzenmn v ear: Genteel, bevallig; behoor- Gesture, ngebaren lijk, fatsoenlijk, beschaafd. gezellen; gebaar, o., bewe- Gentian, gentiaan, v. ging, houding, v. Gentile, heiden, ongeloovige, Get, krijgen, verkrijgen ; ver- m.; heidensch, ongeloovig. dienen ; bezitten, hebben; Gentility, beschaving; sier- voortbrengen; overhalen. lij kheid, bevalligheid ; edele Gewgaw, prul, o.; prullerig. geboorte, v. G hastly, . spookachtig,doods- Gentle, adelen, veredelen, in bleek, zingwekkend.ij Gherkin 118 Glandular
Gherkin, augurk, v. Leven; Zigeuner, m., heks; Ghost, als spook bezoeken; sluwe bedriegster, v. spook, o., geest,M., geestver- Giraffe, giraffe, v. schijning, v.; adem, m.; ziel, Gird, doorsteken; spotten Giant, reus, m. [v. met; omgorden, vastbin- Giaour, ongeloovige, m.; den ; kneep, v., steek, m.; (Turksch woord). sarcasme, o. Gibberish, brabbeltaal, v.; Girdle, omgorden, omvat- zonder beteekenis. ten, een ring in een boom Gibbet, ophangen; aan de snijden ; gordel, band ; om- kaak stellen; galg, v. trek, boog, m. Gibe,hoonen,smaden,schim- Girl, meisje, dienstmeisje, o.; pen, smalen; schimp, m. tweejarige reebok, m. Giddy, duizelig; opgewon- Girlhood, meisjesjaren den, onnadenkend, roeke- (mv.), o. loos, onbezonnen. Girth, buikriem, band, om- Gift, begiftigen, beschenken; yang, m. gave, begaafdheid, v.; recht Gist,hoofdpunt(eener vraag), van schenking, o. doel (van een boodschap), o. Gifted, begaafd. Give, geven, schenken, ver- Gig, harpoenen; harpoen; leenen, overhandigen, mee- tol, m.; cabriolet, sjees, v. deelen; blootstellen; wij ken. Gigantic, reusachtig, kolos- Glabrous, glad, kaal, On- saal. [o. behaard. [behoorend. Giggle, gichelen; gegichel, Glacial, bevroren, tot ijs Gild, vergulden, verfraaien. Glacier, gletscher, m. Gill, kieuw, kaak, v.; meisje, Glacis, schuinte, glooiing, liefje, o.; vadermoorder Glad, blij maken, blij wor_ (boord), m. [geling, m. den ; blij, verheugd, vroo_ Gilly, bediende, kneeht, jon- 1 ij k ; schitterend. Gillyflower, muurbloem, v. Gladden, verblijden, blij Gilt, verguldsel ; vertoon, o.; maken. verguld. Glade, open ruimte in een Gimcrack, fatje, heertje ; bosch, v., wrak (in ijs), o. prul, o.; waardeloos en Gladiator,gladiator,zwaard- opzichtig. vechter, strijder, m. Gimlet, draaien, met een Gladiole, zwaardlelie, v. drilboor bewerken ; dril- Glamour, begoochelen; be- boor, v. tooverend schilderen ; be- Gin, (vlas) braken; vangen ; toovering ; tooverspreuk, v. jenever ; machine, v.; strik, Glance, stralen schieten ; m.; foltertulg, o. vluchtig beschouwen, aan- Ginger, gember, v. [m. blikken ; lichtstraal, rn., Gingerbread, gemberkoek, flikkering, v.; blik, lonk, Gingerly, voorzichtig, be- wenk, rn. hoedzaam ; netjes, keurig, Gland, klier, cel, v. smaakvol. Glandiform, eikelvormig. Gipsy, in de open lucht Glandular, klierachtig. Glare 119 Glow-worm Glare, verblindend schij - blinken; glans, m., schitte- nen; vlammende blikken ring, v. [ring, v. werpen, woest staren ; Gloaming, avondscheme- schitterende glans; door- G loat, zich verkneuteren ; dringende blik, m. aanstaren met duivelsche Glaring, openbaar; onbe- vreugde. schaamd ; schandelij k ; sta- Globate, bolvormig. rend ; verblindend. Globe, in een kring ver- Glass, afspiegelen ; vergla- zamelen ; bol, bal, m., zen; met glas omgeven ; aarde, globe, v. glas, drinkglas, o.; lans, Globular, bolvormig. v.; spiegel; kijker; zand- Glomerate, tot een bal of looper ; barometer, thermo- kluwen vormen. meter, m. [m. Gloom, somber worden, Glass-blower, glasblazer, schemeren, fronsen ; be- Glassy, van glas, als glas ; droeven ; betrekken (lucht); glad, spiegelglad. donkerheid, zware scha- Glaucoma, groene staar, v. duw; somberheid, dofheid, Glaucous, zeegroen. moedeloosheid, v. Glave, zwaard, o. Gloomy, duister, somber, Glaze, met glas bedekken, zwaarmoedig, neerslachtig. in glas zetten, verglazen; Glorify, verheerlijken, ver- verglazing, v., glazuur, o. heffen. Glazier, glazenmaker, m. Glorious, roemrijk, door- Gleam,stralen,stralen schie- luchtig, heerlijk, prachtig; ten, schitteren; straal, m., lachwekkend. schittering, v. Glory, aanmatiging, v., trots; Glean, nalezen, opzamelen, bof, m., eer, bewondering, aren lezen; nasprokke- beroemdheid, v., glans, m.; ling, v. Hemelsche zaligheid, v.; Glebe, pastorie-land, bouw- trotsch zijn op, pochen op; land, o., aarde, v. genieten van. Glede, wouw, m. Gloss, uitleggen, verklaren Glee, vroolijkheid; muziek, met aanteekeningen; vleien; v.; zang, m. uitlegging, verklaring, v. Gleeman, minnezanger, m. Glossary, woordenlijst, lijst Glen, nauw dal, o. met verklarende aantee- Glide, zacht voortbewegen, keningen, v. [glimmend. glijden, zweven;glijklank,m Glossy, glanzend, glad, Glimmer, schemerlicht ver- G I Ove,handschoen,m.;(hand spreiden j_ and glove) koek en ei. Glover, handelaar in hand- nen, dagen ; zwak 'licht; schoenen, m. voorbijgaand genot; kort Glow, gloeien, fonkelen, bestaan, o.; tint, v. glanzen, branden, blozen, Glisten, glinsteren, glanzen, vol vuur zijn; gloed, glans; schijneni ilikkering, v. blos, m., vuur, o., ijver, m. Glitter, donkeren, pralend Glow-worm, glimworm, m. Gloze 120 Good-Friday
Gloze, verklaren, uitleggen ; kelen, klokken ; geklok, o. vleien, paaien. Goblet, drinkbeker, m. Glue, plakken, lijmen, vast- Goblin, kabouter, m., spook, kleven; lijm, kleefstof, v. o., booze fee, v. Glum, boos kijken; boos, Go-by, ontlooping, ontsnap- somber, donker. ping, v. Glut, verzwelgen, doorslik- Go - cart, loopwagentje, o. ken, verzadigen; overvoe- God, God, afgod,m.,godheid, ren; oververzadiging, v., v., Hoogste wezen ; despoot, to groote overvloed, m. o.; vergood mensch, m. Glutinate, lijmen, plakken, Godfather, als peetvader vastplakken. [verig. optreden; peetvader, peet- Glutinous, plakkerig, kle- oom, in. [delijkheid, v. GIUtt0o,proppen,gulzig eten; Godhead, Godheid, god- gulzigaard, vraat, m. Godless, goddeloos. Gluttonous, gulzig, NTaat- Godlike, goddelijk. zuchtig. Godly, godvruchtig, vroom. Glycerine, glycerine, v. Godsend, onverwacht ge- ilyptic, gegraveerd in steen. luk, o. nar, grommen, snauwen; Goggle, met de oogen rol- ruwe keret.; knoest, len, staren; rollend, sta- Gnarled, knoestig,vol knoes- rend, uitpuilend oog, o.; ten; korz.elig, grommig. groot, uitpuilend. Gnash, knarsen; (to gnash Goitre, kropgezwel, o. one's teeth) tandenknarsen. Gold, good, o.; rijkdom, m.: Gnat, mug, v. gouden, van good. Gnaw, knabbelen, knagen; Golden, van good, gouden, voortdurend pijn hebben. verguld, goudkleurig; ,the Gnome, aardmannetje, o., golden mean) gulden mid- kabouter, m.; zinspreuk, v. delweg. Gnostic, slut, wereldwijs. Goldfinch, goudvink, m. Gnu, kleine antilope (Zuid- Goldfish, goudvisch, m. Afrika), v. Goldsmith, goudsmid, m. Go, gaan, voortgaan, heen- Golf, kolfspel, o. geen, reizen ; sterven; in Golosh, overschoen, m. omloop zijn, voorhanclen Gondola, gondel, m., plat- zijn ; failleeren ; daad, han- boomde vrachtboot, v. deling ; mode; opgewekt- Gonfalon, banier, v. held, v.; pretje, o. Gong, gong, v. Goad, prikkelen, aanzetten; Good, goed, voordeel, wel- prikkel, m. zijn, genot, nut, o.; goed, Goal, doel, einde, 0.: be- zoet, geschikt, joist; ge- gin en eindpaal (bij wed- trouw ; aanzienlijk. stri,jden), m. Good-bye, goeden dag (bij Goat, geit; holte; loopgraaf,v. vertrek voor eenigen tijd,, Gobbet, gulzig verzwelgen; vaarwel, o. mondvol, m., brok, stuk, o. Good-Friday, Goede Vrij- Gobble, gulzig slikken; ka- dag, m. Goodly 121 Grandam
Goodly, mooi, kostelijk, beheersching; uitvoerende lekker, bevallig, piekfijn. macht, v. Good-natured, goedaardig, Gowan, madeliefje, o. goedhartig, goedig. Grab, grijpen, pakken; vat- Goodness, goedheid, vrien- ten ; greep, m. en v. delijkheid, v. Grace, begunstigen, ver- Good - speed, succes, o. eeren ; versieren ; gunst, Good - will, welwillendheid, eer, genade; bevalligheid, gunst; klandisie, v. v.; (to say grace) een tafel- Goose, gans ; sul, sukkel, gebed uitspreken. m., uilskuiken ; persijzer, o. Graceful, bevallig, sierlijk, Gooseberry, kruisbes, v., elegant. kruisbessenstruik, m. [v. Gracious, genadig, gunstig ; Goose - quill, ganzeveer,pen, (good-gracious) genadige Gordian, ingewikkeld; (go, goedheid, v. dian knot) Gordiaansche Gradation, geregelde op- knoop, m. klimming, v., trapsgewijze Gore, doorboren, spietsen, overgang, m. met een wig doorbreken ; Grade, regelen; waterpas- geronnen bloed ; driehoekig sen; ring; grand, m., kwa- stuk land, o., geer, v. liteit ; weghelling, v. Gorge, schrokken, gretig Gradual, trap, v.; gezang- slikken ; keel, v.; strot ; boek, o.; trapsgewijze. zware maaltijd, m.; wal- Graduate, in graden ver- ging, v.; nauwebergpas, m. deelen ; geleidelijk voorbe- Gorgeous, schitterend, reiden ; promoveeren. Gorilla,gorilla,m. [prachtig. Graft, enten; ent, v. Gorse, brem, v. Grail, graal, v.; (the Holy Gosling, gansje ; katje • (van Grail) heilige Graal. een o. Grain, graan, koren, o., Gospel, evangelie, o.; (gospel korrel, m.; weefsel ; hart, truth) onomstootelijke gemoed, o., aard, m.; work, waarheid. v.: harpoen, m. [etend. Gossamer, herfstdraad; Graminivorous, planten- fijne sluier, m.; dun Baas, o. Grammar,spraakkunst; be- Gossip, babbelen, kletsen ; hoorlijke taal, v.; taal- drinken ; peet zijn ; peet, boek, o. vriend, buur, m.; gebabbel, Grammar - school, Gymna- geklets, o ; drinkebroer,m. sium,o.,Latijnscheschool,v. Goth, barbaar, Gooth, m. Grammatic(al), taalkun- Gothic, Gothisch. [m. dig, spraakkunstig. Gourd, karat', v.; pompoen, Granary, korenschuur, v., Gout, jicht, v.; druppel, m. korenzolder, m. Govern, besturen, regeeren, Grand, groot, grootsch ; regelen ; bedwingen. voornaam, beroemd, edel, Governess, gouvernante, v. waardig, prachtig, deftig. Government, bestuur, o., Grandam, grootmoeder, regeering, regeling; zelf- oude vrouw, v. Grandeur 122 Greed Ci randeUr,grootschheid,ver- zijn ; beloven; bevredigen, hevenheid, pracht, v. inwilligen. Grandiloquent, grootspre - Grating, traliewerk, o.; knar- kend, bombastisch, opge- send, krassend, hard. blazen, snoevend. Gratis, gratis, kosteloos. Grand-master, grootmees- Gratitude, danbaarheid, v. ter, m. [wader, m. Gratuitous,gratis;vrijwillig; Grandsire,grootvader,voor- ongegrond, zonder reden. Grange, ,sehuur, boerderij, Gratuity, fool, vrije gift, v. v.; heerenhuis, b uiten, Gravamen, voornaamste Granite, graniet, o. punt van aanklacht, o.; Granivorous, graanetend. hoofdoorzaak, grief, v. Grant,geven,schenken,toege- Grave, graveeren, beitelen; ven, toestemmen, toestaan ; graf, o.; vernieling, v.; be- overdragen; schenking,gave; langrijk, ernstig, gewichtig. toestemming, overdracht, v. Gravel, van kiezel voorzien; Granular, korrelig, korrel- verlegen maken; kiezel; Granule,korreltje,o. [achtig. graveel, o. [den ; neigen. Grape, druif, v. Gravitate, getrokken wor- Graphic, tot de schrijfkunst Gravity, ernst, m.; zwaarte, behoorend; aanschouwelijk; v.,gewicht,belang,o.;zwaar- juist beschreven. [ker, o. tekracht; deftigheid; diepte Grapnel, dregge, v.; klein an- (van toon), v. [sap, o. Grapple, aanklampen, vast- Gravy, jus, v., vleeschnat ; hechten; vechten, worste- Gray, grijze kleur, v.; grijs, len ; worsteling, v., gevecht grauw, aschkleurig; duister; van man tegen man, o.; oud. [steenen kruik, v. enterhaak, m. Graybeard, grijsaard, rn.; Grasp, vasthouden, grijpea, Graze, schaven, even aan- bezitnemen ; greep, m. en v., raken, langs strijken ; gra- houvast; bereik ; begrip, o. zen,weiden; schrammetje,o. Grass, gras; het verganke- Grazier, vetweider, m. lijke, o. [m. Grease, smeren; omkoopen; Grasshopper, sprinkhaan, vet, smeer, o. Grassy, met gras bedekt, Greasy, besmeerd, vettig; groen, grasachtig. vuil (weer); verstopt. Grate, van traliewerk voor- Great, groot, lang; bekend, zien ; wrijven, raspen, schu- befaamd, berucht; gewich- ren ; plagen, kwellen ; knar- tig; dik, gezwollen ; trotsch, sen, krassen ; rooster, haard, eerwaardig. rn.; traliewerk, o. Greatcoat, overjas, v. Grateful, dankbaar; lieflijk, Greaves (pl.), scheen- of aangenaam. beenplaten (mv.), v. Grater, rasp, v. Grecian, Griek, Helleen, m.; Gratification, gratificatie, Grieksch. belooning ; bevrediging, v.; Greed, gulzigheid, gretig- genot, o. heid, gierigheid, v.; begeerig Gratify, behagen , aangenaam mensch, o. Greedy 123 Groove
Greedy, gierig, gretig, be- Grill, roosteren, bra den ; wat geerig, schrokkig, gulzig. op een rooster gebraden is,o. Greek, Grieksche taal, v., Grim, woest, wreed, grim- Griek, m.; Grieksch ; be- mig, leelijk. drieger, m. Grimace, grijnzen, 't gelaat Green, groen, o., groene vertrekken ; grimas, gelaats- vlakte, v.; groen, bloeiend, vertrekking, v. [o. frisch, nieuw, versch ; on- Grime, bevuilen ; vuil, roet, rijp ; onervaren; sullig. Grimy, vuil. Green-crop,groenteoogst,m Grin, grijnzen, grinniken, Greenery, plaats, waar lachen , de tanden laten groene heesters gekweekt zien ; grijns, v. worden, v. Grind, malen, slijpen, af- Greengage, groene pruim, slijten ; knarsen; kneuzen ; reine claude, v. onderdrukken. Greengrocer, groentekoop- Grinder, onderdrukker ; ma- man, groenteboer, m. ler, maaltand ; repetitor ; Greenhorn, nieuweling, blokker, m.; (organ-grinder) groen, sul, m. orgeldraaier. Greenhouse, oranjerie, Grindstone, slijpsteen, m. broeikas, v. [neelspelers, v. G rip, gr ee p,m.en v.;greppel,v. Greenroom, kamer der too- Gripe, grijpen, knijpen; on- Greet, begroeten,toespreken; derdrukken; koliek hebben; schreien, weeklagen ; ge- afpersen; greep, m. en v., schrei, o., weeklacht, v.; houvast, o.; klauw ; vrek, m. treurig. [koming, v. Grisly, vreeselijk, afschuwe- Greeting,begroeting,verwel- liik, akelig, griezelig. Gregarious, in troepen of Gristly, kraakbeenachtig. kudden levend. Gritty ! korrelig ; hard; flink, Gregorian, Gregoriaansch. kranig. Grenade, granaat, m. Grizzle, grijs worden. Grenadier, grenadier, m. Grizzly, grijze beer, m.; Grey, grijs. grijsachtig. Greyhound, hazewind, m. Groan, kreunen, diep zuch- Griddle, koekepan, v.; roos- ten, smart lijden ; brom- ter, m. men ; gekreun, gebrom, b. Gridiron,(braad -)rooster,m. Groat, kleinigheid, oude En- Grief, smart, droefheid, v.; gelsche zilveren munt ter hartzeer, o.; fout ; beleedi- waarde van 4 stuivers, v. ging, v. [zwaar, o. G roats (pl.), grutten (mv.), v. Grievance, grief, v., be- Grocer, kruidenier, m. Grieve, bedroeven, smarten, Grocery, kruidenierswinkel, krenken ; betreuren. Grog, grog, m. [m. GrieveUe,bedroevend,smar- Groom, stalknecht ; kamer- telijk;hatelijk;wreedaardig. heer ; bruidegom, m. Griffin, griffloen; baar (die Groove, voren maken, groe- voor 't eerst in Indict komt), ven trekken ; voor, groef ; Grig,krekel,m.;aaltje,o. [m. sleur, v.; levensloop, m. Grope 124 Guidebook
Grope, tasten, in den blinde kundige waarde, o.; arm- tasten. zalig, nietswaardig; (Grub- Gross, massa, geheele hoe- street author) prulschrijver. veelheid, v.; grof, dik,zwaar, Grudge, wrok koesteren ; lomp, ruw, gemeen; zin- onwillig zijn; misgunnen; nelijk ; bruto. wrok, haat, m., afgunst, v. Grotesque, groteske figuur, Grudgingly, onwillig, niet v.; kunstmatig grotwerk, o.; van ganscher harte. grillig, vreemd, onregelma- Gruel, gerstewater, o. tig; belachelijk. Gruesome, ijselijk, leelijk, Grotto, kunstmatig bedek- huiveringwekkend. ken ; grot, v., hol, o. Gruff, norsch, barsch, ruw. Ground, grondvesten, stich- Grumble,morren,grommen; ten, in den grond zetten; rommelen ; klacht, v. grond, bodem, m.; aarde, Grume, kleverige stof, v. v.; grondgebied, land, o.; Grumpy, norsch, bromme- basis; reden, v. rig, knorrig. Groundage, havengeld, o. Grunt,linorren,klagen,brom- Ground - floor, benedenver- men ; brieschen ; geknor, o. dieping, v. Guarantee, waarborgen, Groundless, grondeloos. borgstellen; waarborg,borg, Groundling, grondeling m., zekerheid, v. (visch), m. Guard, bewaken, bescher- Grounds (pl.), bezinksel, o., men, hoeden ; wacht, hoede, droesem, m.; terrein, o. bewaking, v.; beschermer; Groundwork, grond, grond- conducteur, m. slag, m.; grondbeginsel; Guardian, voogd; opziener; geraamte, o. bewaarder; geleider, m. Group, groep, vereeniging, Guardsman, bewaker; gar- familie, v.; groepeeren,scha- de-officier, m. Grouse, korhoen, o. [ren. Guelder - rose, sneeuwbal, Grout, gruttenmeel,o.; vloei- m. (bloem). bare kalk, v. Guerdon, belooning, v. Grove, boschje, plantsoen, o. Guerilla, ongeregeld gevecht Grovel, kruipen (voor (tusschen kleine troepen), iemand); liederlijk zijn. o.; beunhaas, knoeier, m. Grow, groeien, wassen, ver- Guess, gissen, onderstellen, meerderen, kweeken, voort- raden ; gissing, v. brengen. Guest, gast, logeergast, m. Growl, brommen, knorren, Guest - chamber, logeerka- snauwen; gebrom, geknor, mer, v. gesnauw, o. Guffaw, brullen (van 't Growth, groei, wasdom, m. lachen); luide lach, m. Grub, opgraven; ploeteren ; Guidance, geleide; richting, schransen; blokken; dwerg, V . ; bestuur, o., leiding, v. m.; vuile persoon, m. en v.; Guide, girls, geleider; be- larve, v. stuurder ; reisgids, m. Grub-street, zonder letter- Guidebook, reisgids, m. Guild 125 Habitable
Guild, gilde, vereeniging, v. Plot) buskruitverraad, o. Guile, list, valschheid, v., Gurgle, klokken, gorgelen. bedrog, o. [loos. murmelen; geklok, gemur- Guileless, onschuldig, arge- mel, 0.; gorgeldrank, m. Guillotine, guillotineeren ; Gush, krachtig uitstroomen ; guillotine, v. overdreven zijn ; uitstroo- Guilt, schuld, misdaad, v. ming, uitbarsting; over- Guiltless, onschurdig, onbe- dreven taal, v. [menteel. Guilty, schuldig. [vlek t. Gushing, overdreven, senti- Guinea, guinje, v.; Guinea, o. Gusset, inzetsel, inlegsel, o., Guinea - fowl, parelhoen, o. geer, v. [v.; smack, m. Guinea - pig, Guineesch big- Gust, windruk, m., vlaag, getje, o. Gut,darm,m.,spijsverterings- Guise, mode, manier, v.; kanaal, o.; snaar, v. uiterlijk voorkomen, o. Gutter, geulen maken ; af- Guitar, gitaar, v. druipen ; goot, geul? v., riool, Gulf, afgrond; boezem, m., o.; modder, v., vuil, o. draaikolk, v. Guttural, keel klank,m., keel- Gull, bedriegen, beetnemen; letter, v.; tot de keel be- meeuw,v.;onnoozele hals,m. hoorend. [voorwendsel, o. Gullet, keel, v., slokdarm ; Guy, vogelverschrikker, m.; waterafvoer, m. Guzzle, zuipen,veel drinken. Gully, met geraas. stroomen; Gymnasium, gymnastiek- geul, v., o. lokaal, o. [tiek, v. Gulp, slokken, inzwelgen ; Gymnastics (pl.), gymnas- mondvol, m.; braking, v. G y narc hy, vrouwenregee- Gum, gommen, gom vormen; ring, v. gom, v.; tandvleesch, o. Gyp, diensthode aan de col- Gun, op de jacht gaan, schie- leges in Cambridge, v. ten ; geweer, kanon, o.; aan- Gyrate, omwentelen, rond- zienlijk persoon, m. en v. draaien. Gun-barrel, loop van een Gyre, omwentelen; omwen- geweer, m. teling, v., kring, m. Gunboat, kanonneerboot, v. Gyroscope, instrument Gun-cotton, schietkatoen,o. waarmede men de wente- Gunner, kanonnier, m. ling der aarde zichtbaar Gunpowder, buskruit, o., maakt, o. [boei, keten, v. groene thee, v.; (Gunpowder Gyve, boeien, verstrikken; H.
Haberdasher, kramer,han- kleedij, v., rijkleed, o.; delaar in manufacturen, gewoonte, hebbelijkheid, v., m. [m. aanwensel, o.; houding, Habergeon, malienkolder, v., uiterlijk, o. Habit, kleeden; kleeding, Habitable, bewoonbaar. •
En gelsch-Holl. 5 Habitation 126 Hand
Habitation, bewoning; wo- Half-bred, van gemengd ning, v. [durend. ras; onbeschaafd. Habitual, gewoonlijk, voort- Half-moon, halve maan, v. Habituate, gewennen, ge- Half-pay, nonactiviteits- woon raken. traktement, o. Hack, hakken, houwen; Halfpenny, halve stuiver,m. radbraken; kuchen; ver- Half-way, halverwegen. huren; houw, m., snede, Halibut, heilbot, v. kerf, v.; huurpaard, o. Hall, hal, vestibule; groote Hackle, hekelen; vaneen- zaal, vergaderzaal, rechts- scheuren ; hekel, m.; hane- zaal, v.; gebouw, huffs, o. veer ; kunstvlieg (bij 't Halleluiah, lofzang, m. hengelen), v. Hall-mark, keur, v.. stem- Hackney, rijpaard, huur - pel op goud of zilver, o. paard; huurrijtuig,o.; huur- Halloo, luid roepen; roep, ling, m.; verhuurd; laag, kreet, verachtelijk; alledaagsch. Hallow, heiligen, weiden. Hackney-coach, huurrij- Hallucination, dwaiing, tuig, o.; huurkoets, V. zinsbegoocheling, v., zins- Haddock, schelvisch, m. bedrog o. Hades, schimmenrijk, o. Halo, kring;' stralenkrans, Haft, van een heft voor- heiligenkrans, m. zien; heft, handvat, hecht,o. Halt, stilstand, m., halt; Hag, schrik aanjagen; heks, kreupelheid,v.;halt houden. tooverkol, furie, v. Halter, van een halster Haggard, woest,verwilderd. voorzien ; halster; strop, Haggle, beknibbelen, afdin- touw, o.; kreupele, in. gen, pingelen. Halve, halveeren. Haha, heg tusschen twee Ham, ham, v. hellingen, v. Hamlet, gehucht, vlek, o. Hail, hagelen ; praaien, be- Hammer, hamer, m.; ha- groeten ; hagel; aanroep, meren, timmeren. welkomstgroet, m. Hammock, hangmat, v. HailShOt, kartetsvuur, o. Hamper, in een sluitmand Hailstone, hagelsteen, m. doen ;• belemmeren, in de Hair, haar; iets zeer fijns, war brengen ; boeien ; sluit- o.; kleine afstand, m.; klei- mand ; boei, kluister, v. nigheid, v. Hamster, hamster, v . Hairbreadth, haarbreedte,v Hamstring, lam maken Haircloth, haren stof, v. door het doorsnijden van Hair-splitting,Imarkloverij, pezen. Hairy, hang. v. Hanaper, mandje, o. Halberd, hellebaard, v. Hand, overhancligen ; hand, Halcyon, ijsvogel, m.; halm- handvol, v., handvat, o.; te, rust, v.; halm, rustig, wijzer, handeling; be- vreedzaam. kwaarnheid ; acte. v.; deel, Hale, gezond, o., zijde, V. , leant ; werk- Half, helft,v.,gedeelte,o.; hal f. man, matroos, schrift. o. Handbarrow 127 Hark
Handbarrow, berrie, draag- Hap, toevallig gebeuren; baar, v. [biljet, o. i toeval, o., toevallige ge- Handbill, snoeimes; strooi- beurtenis, v. Handbook, handhoek, o. i Hap-hazard, kans, v., toe- Handbreadth, handbreed- val, geluk, o. [spoedig. te, v. j Hapless, ongelukkig, ramp- Handcart, handkar, v. Happen, gebeuren. Handcuff, handhoei, v. Happy, gelukkig, blij, voor- Handful, handvol, v. I spoedig;(happiness)geluk,o. Handglass,handspiegel,m.; Harangue, toespreken, een glas (over planten), o. j rede houden ; toespraak, Handicap, v6Orgeven ; be- i redevoering, v. nadeelen, bezwaren ; voor- Harass, kwellen,vermoeien, gift, v.; nadeel, o. [m. uitputten ; kwelling, v. Handicraft, handenarbeid, Harbinger, aankondigen, Handiwork, handwerk, o. aandienen ; voorlooper, Handkerchief, doek, zak- j kwartiermaker, m. doek, m. Harbour, voeden, koesteren, Handle, betasten, bevoelen ; herbergen;schuilplaats,her- hanteeren, aanpakken, be- berg; woning; haven, v. handelen ; handvatsel, ge- I Harbour-master, haven- vest, oor, o. meester, m. Handmaid, vrouwelijke be- Hard, hard, vast ; moeilijk ; diende, dienares, v. streng, onbuigzaam ; grof; Handsome, mooi, knap, wrang. goedgevormd; edel, mild, j Harden, verharden, hard royaal. maken, ongevoelig maken. Handspike, handspaak, v., Hard-favoured, met grove koevoet, m. [schrift, o. I trekken. [trekken. Handwriting, handschrift, j Hard-featured, met grove Handy, handig, vlug, bij de Hard-hearted,hardvochtig, hand; nabij. ongevoelig. Hang, hangen; versieren ; Hardihood,koenheid,onver- behangen; helling; rich- I saagdheid, onbeschaamd- ting; neiging, v. heid, v. Hanger, hanger, m., kort, Hardly, nauwelijks, bijna krom zwaard, o. niet; hard, moeilijk; streng. Hanger-on, parasiet, m. I Hardship, ontbering, v. [v. Hanging, behang, wand- Hardware, ijzerwaren(mv.), tapijt, o.; ophanging, v.; Hardy, smidsbeitel, m.; ge- steil; strafbaar met den hard, sterk; stoutmoedig, dood. stoer. Hangman, beul, m. Hare, haas, m. en o. Hank, tot een streng maken ; Harebell, grasklokje, o. sterk aanhalen; streng, v. Harebrained,nietig;dwaas, Hansom-cab, tweewielig onbesuisd. rijtuig, waarvan de bok Harelip, hazenlip, v. zich van achteren bevindt,o. H ark, luister ! boor ! Harlequin 128 Have
Harlequin, voor harlekijn Harvest- man, maaier, oog- spelen; harlekijn, hans- ster, m. [v. worst, m. Harvest-moon,vollemaan, Harm, kwaaddoen, schade Hash, gehakt vleesch, meng- aanrichten ; schade, v., na- sel, o., poespas, m. deel, kwaad, o. Hasp, met een grendel slui- Harmful, schadelijk, na- ten ; grendel, beugel, m. deelig , kwaadaardig. Hassock, pluimgras; kniel- Harmless, onschadelijk, kussen, o.; dikke mat, v. onschuldig. Haste, haast, v., spoed, Harmonic, harmonisch, m., drift, v. [maken. overeenstemmend, well ui- Hasten, zich haasten, haast dend. [eensgezind. Hasty, haastig, vlug, snel, Harmonious, harmonisch, driftig, hartstochtelijk. Harmonise, overeenstem- Hat, hoed, m.; kardinaals- men, in vrede Leven. waardigheid, v. Harmonium, harmonium, Hatch, met een deksel slui- kamerorgel, o. ten; uitbroeden; voort- Harmony, harmonie, eens- brengen grendel, bout, m.; gezindheid, overeenstem- luik; gebroed, o.; samen- ming, vriendschap, v. zwering, v. Harness,wapenrusting aan- Hatchet, bijl, oorlogsbijl, trekken, tuig onuloen ; v.; (to bury the hatchet) harnas; wapenen (mv.); vrede sluiten. paardetuig, gareel, o. Hate, haten, verafschuwen; Harp, op de harp spelen ; haat, m. [wekkend. op hetzelfde aanbeeld slaan; Hateful, hatelij k ; afkeer- harp, v. Hatred, haat, m.; kwaad- Harper, harpspeler, m. aardig-, kwaadwilligheid,v. Harpoon, harpoenen; har- Hatter, hoedenmaker, han- poen, m. delaar in hoeden, m. Harpsichord, spinet, o. Hauberk, malienkolder, m. Harrier,hrah,plunderttar,m. Haughty,, trotsch, fier ; aan- Harrow, eggen; openriiten kwellen; egge, v. Haul, halen, trekken, slee- Harry, plunderen, rerwoes- pen ; haal, trek, m. ten ; plagen, kwellen. Haulm, halm, m.; stroo, o. Harsh, zuur, wrang, scherp, Haunch, dij, v., lendestuk,o. wreed; streng, ruw. Haunt, omioan, verkeeren ; Hart, hert, o. kwellen; `gebruik, o., ge- Hartshorn, hertshoorn, m. woonte; dikwijIs bezochte Harum-scarum, doizinnig plants, v.; (haunted house) mensch, dwaas, m.; vluch- spookhuis, o. tig, onbekookt. Hautboy, hobo, v. Harvest, inzamelen, oog- Have, hebben, bezitten, hot, sten ; herfst; oogst, rn.; op- den • genieten; ondervin- brengst, v. [oogstlied, o. den; dulden; to pakken Harvest-home, oogstfeest; hebben ; bedriegen. Haven 129 Heartburning Haven, een schuilplaats Heading, schuim (bier); op- bieden ; haven; schuil- schrift, hoofd, o., titel, m. plaats, v. [zak, ransel, m. Headland, voorgebergte, o., Haversack, knapzak, reis- kaap, v. Havoc, verwoesting, ver- Headlong, hals over hop, niel ing, v.; vervvoesten, ver- roekeloos; steil. nielen. Headpiece, helm, storm- HaW, haag, haagdoornbes; hoed, m.; oorijzer,o.;knappe aarzeling, hapering, v. kop, m.; verstand, o. Hawk, met valken Hagen ; Headquarters (pl.), hoofd- in de vlucht aanvallen ; kwartier, o. ophoesten; rondventen; ha- Headsman, beul, scherp- vik, valk ; bedrieger, schra- rechter ; mijnwerker, m. pende hoest, m. Headstall, hoofdstel, o. Hawker, valkenier; mars- Headstone,rechtopstaande kramer, m. grafsteen; hoeksteen, m. Hawser, kabel, tros, m. Headstrong, koppig, on- Hawthorn, hagedoorn, m. h andelbaar. Hay, haag, v.; hooi, o.; Heady, koppig; overijld; boerendans, m.; (to make bedwelmend. hay) hooien. [hooischelf,v. Heal, genezen, heelen, ge- Haycock, hooiopper, m., zond maken; van schuld Hay - fever, hooikoorts, v. vrijspreken. Haymaker, hooier, m. Healing, heilzaam, genees- Hazard, wagen, gevaar loo- krachtig, verzachtend. pen ; gevaar; toeval, o.; Health, gezondheid; kans, v. [vaarlijk. v.; hell, o. Hazardous, gewaagd, ge- Healthy, gezond, heilzaam, Haze, kastijden, berispen ; krachtig. in 't ootje nemen, groenen ; Heap, ophoopen,opstapelen; damp, nevel, m., waas, o., hoop, m., menigte, v. duisterheid, onduidel ij k- Hear,hoorenjuisteren,letten held, v. [bruin. op ; (Hear, hear !) bravo! Hazel, hazelaar, m.; licht- Hearing, gehoor, o.;gehoors- Hazel - nut, hazelnoot, v. afstand, m. [op. Hazy, dampig, wazig, ondui- Hearken, luisteren, letten delijk, beneveld; dronken. Hearsay, gerucht, o. He, man; hi'; mannelijk. Hearse, naar 't graf bren- Head, hoofd, o., kop, m., gen ; kisten; Iijkwagen, m. kruin, v.; haar; opperhoofd; Heart, hart; vuur; verlan- hoofdeinde, o.; (to make gen, o.; wil; moed; gloed; head against) stand houden angst, m. tegen. Heartache, zielesmart, v. Headache, hoofdpijn, v. Heart-broken, verpletterd, Headband, hoofdband, m. gebroken. Head-dress, kapsel, o. Heartburning, maagzuur, Head - gear, hoofdtooisel; o.; ergernis; ontevreden- hoofdstel, o. heid, v. Heartease 130 Hellebore
Heartease, gemoedsrust, v. Hedge, omheinen, met een Hearten, aanmoedigen, be- heg omgeven; heg, v. zielen. [recht. Hedgeborn, onecht; van Heartfelt, diep, innig, op- lage afkomst. Hearth, haard, m.; haard- Hedgehog, egel, m. stede, v., familiekring, m. Hedgerow, haag, v. Heartless, moedeloos; ge- Heed, gadeslaan, letten op; voelloos. [scheurend. zorg ; oplettendheid, om- Heart-rending, hartver- zichtigheid, v. [lettend. Heart's-ease, zielevrede, Heedful, voorzichtig, op- m.; driekleurig viooltje, o. Heedless, onvoorzichtig, Heartsick, droevig,gedrukt. onoplettend, achteloos. Hearty, hartelijii, oprecht; Heel, hiel, rn., hnk, v.; vriendelijk ; overvloedig; knobbel; knop, m.; korst ; stevig, flink. overhelling, v . Heat, verhitten, heet wor- Hegemony, overwicht, o. den, broeien (hooi); hitte, Heifer, vaars, v. hooge kleur, v., vuur, o., Height, hoogte, verheven- gloed, m.; verbittering, v. heid, lengte, v.; toppunt, Heath, heide; vlakte, v.; o.; gestalte, v. heidebloempje, o. Heighten, verhoogen, ver- Heathen, heiden, barbaar, hetfen,vermeerderen,krach- afgodendienaar; heidensch, tig maken. onbeschaafd, barbaarsch. Heinous, kwaadaardigonis- Heather, heidekruid, 0. dadig, snood. Heave, ophetten, verheffen ; Heir, erven; erfgenaam, na- slaken ; neerwerpen ; hi j- komelint;, m. gen, zwoegen. Heir-apparent, troonopv01- Heaven, hemel, m.; lucht, v. ger, rechtmatige erfgenaam, Heavenly, hemelsch, god- m. kinderloos. delijk; voortretfelijk, uit- HeirIeSS,zonder erfgenaam, muntend. Heirloom, persoonlijk ert- Heavenward,hemelwaarts. stuk, o. Heavy, zwaar, gedrukt ; Heir-presumptive, ver- droevig, zwaarmoedig; suf; moedelijke erfgenaam, in. vervelend; dreigend; hevig. Heliograph, lichtdruk, Hebdomadal, wekelijksch. Heliolater, zonaanbidderon Hebdomadary, klooster- Heliometer,zonnemeter,m. ling, die weekdienst heeft, Helioscope, helioscoop, m.; wekelijksch. zonnekijker, m., zonneglas, Hebraic, Hebreeuwsch. `v. Hebrew, Hebreer, m. Heliotype, lichtdruk-letter, Hecatomb, ofierande (van Helix, oorzoom, rn.; spiraal, 100 ossen(, v. sehroefliin ; slak, v. Hectic, uitterend. Heil, het, v.; booze geesten Hector, snoeven, bluffen ; (mv.', rn.; speelhuis, o. onbeschaamd behandelen ; Hellebore, helleborus, m.; snoever; vechtersbaas, m. nieskruid, o. Hellenic 131 Heroism
Hellenic, Helleensch. Hen-harrier, kiekendief, m. Hellenist, Hellenist, Grieli= Henpecked, onder de plak. sche Jood in de eerste tijden Hepatic, tot de lever lie- van het Christendom, in. hoorend. • [talen, o. Hellhound, cerberus, hel- Heptaglot, book in zeven horn m. [door slecht. Heptagon, zevenhoek, in. Hellish, helsch; door en Heptarchy, regeering door Helm, besturen, regeeren ; zeven personen, v. helm ; roer, o.; richting, v.; Her, haar. bestuurder; kids, m. Herald, aankondigen, ver- Helmet, helm, m. kondigen ; h era u t, hood- Helminthology, leer der schapper, bode, voorlooper, ingewandswormen, v. m. [kundig. Helmsman, roerganger, m. Heraldic, heraldiek, wapen- Helot, heloot, lijfeigene, m. Heraldry, wapenkunde; Help, helpen, bijstaan, on- praal, v.;ambt van heraut,o. dersteunen ; nalaten ; be- Herb, gras, kruid, o. dienen ; hulp, v., bijstand, Herbaceous, tot de krui- helper, m.; geneesmiddel, o. den behoorend. Helper, hulp, v., helper, m. Herbage, gras, o., weide, Helpful, .hulpvaardig, heil- v.; weiderecht, o. zaam. HerbivOrOus,plantenetend, Helpless, hulpeloos. grasetend. Helpmate, helper, kame- Herborise, planten zoe- raad, m. [bolder. ken, botaniseeren. Helter-skelter, holderde- Herculean, herculisch, Helve, van een steel voor- tengewoon sterk. zien ; steel van een hijl, m. Herd, kudde, v., troep; Hem, aarzelen ; insluiten, herder, hoeder, m. omsingelen; omzoomen; Herdsman, veehoeder, eige- rand, zoom, boord; korte naar van een kudde vee, m. hoest, m. Here, bier, bij deze gelegen- Hemisphere, halfrond, o. held. [erfelijk. HemistiCh, half viers, o. Heriditary, erfelijk, over- Hemlock, dollekervel, v.; Heridity, erfelijkheid, v. denneboom, m. Heresy, ketterij, v. Hemorrhage, bloeding, v. Heretic, ketter, -m. Hemp, hennep, m.; werk, o. Heritable, erfelijk. Hen, hen, kip, v. Heritage,erfenis,v.,erfdeel,o Hence, van hier, hier van- HerMefiC,hermetisch,lucht- daan ; vandaar. dicht. Henceforth, voortaan. Hermit, kluizenaar, m. [v. Henchman, bediende, page; H erm itage,hermitagejduis, handlanger, m. Hernia,breuli (chirurgisch),v Hencoop, kippenmand, v. Hero, held; halfgod, m.; Hendecagort, elfhoek, m. (heroine) heldin, v. Hendecasyllable, versre- Heroic, heldhaftig. gel van elf lettergrepen, m. Heroism, heldenmoed, in. Heron 132 High-treason
Heron, reiger, m. Hierarchy, hierarehie,rang- Hero-worship, heldenver- opvolging, rangorde (pries- goding, v. ters), v. [de priesters. Herpes, blaasjesuitslag, m. Hieratic, hieratisch, van Herring, haring, m. Hieroglyph, hieroglief, v., Herself, zichzelve, zlj zelve. zinnebeeldig teeken, beeld- Hesitate, aarzelen, weife- schrift, o. len, stamelen. Hierology, kennis der hei- Hesitation, aarzeling, wei- lige geschriften, v. feling, hapering, v., twij- Higgle t rondventen; afdin- fel, m. gen, pingelen. Hesper, avondster, v. High, hoog, verheven, edel, Heteroclite, afwijkend van machtig; aanmatigend, den gewonen worm. scherp, hevig. Heterodox, onrechtzinnig, High-altar, hoogaltaar, o. kettersch. [soortig. High-born, hooggeboren, Heterogeneous, angelijk- van edele geboorte. H etMan ,Kozakken-aanvoer- High-Church, streng Epis- der, an. copaalsche kerk, V. Hew,hakken,houwen,vellen. High-day, feestdag; bloei- Hexagon, zeszi jdige figuur, tijd, m. v., cubus, m. Highflier, wijsneus, hook- Hexameter,zesvoetige vers- vtieger, overdreven man; regel, rn. [o. zwendelaar, m. Hexapod, zespootig insect, High-flown, trotsch, over- Hexastich, zesregelig ge- dreven, buitensporig. Heyday, hei! [dicht, o. High-handed,aanunatigend, Hiatus, hiaat, o., gaping, willekeurig. leemte, open plaats, v. Highland, hoogiand, berg- Hibernal, wintersch. achtig gedeelte van Schot- Hibernate, overwinteren; lam!, o. in winterslaap zijn. Highlander,Hooglander,m. Hibernian, ler, Iersch. High-mass, hoogmis, V. Hiccough, den hik heb- High-minded, hoogmoedig, ben ; hik, m. trotsch, edel. Hildalgo, hidalgo, Spaansch Highness, hoogheid, V. edelman van minderen High-priest, Hoogepriester, rang, m. m. `cbeginselen. Hide, verbergen, bedekken, High-principled, met edele geheim homlen; slaan ; High-road, groote wee, huid, v.; leven, o. straatweg, m. H ideous,leelij k,afzichtelijk. High-seasoned, sterk ge- Hiding, schuilplaats, ge- kruid, pikant. heime plaats, v.; verbergen ; High-spirited, vol your, pak ransel, o. stoutmoedig. Hie, zich haasten. High-tasted, sterk gekruid. Hierarch, opperpriester, High-treason, hoogver- •erlivoogd, raad, o. High-water 133 Hodgepodge
High-water, vloed, m. Histrionic, tot het tooneel H ighwayMan,struikroover, behoorend. m. [wekt, monter. Hit, raken, slaan; slag, Hilarious, vroolijk, opge- stoot; gelukkige zet, m ; Hilarity, vroolijkheid, op- kans, v., succes, o.; aan- gewekthet, v. [bergje, o. raking, v. Hill, heuvel, hoop, m., Hitch, vastmaken; met een Hillock, heuveltje, bergje, o. ruk stilhouden ; wegnemen; H illy, heuvelachtig. haak, m.; beletsel, o.; ha- Hilt, hecht, gevest, o. pering, v.; ruk, m. Hind, hinde, v.; boer, boe- Hither, hierheen, naar deze renknecht, m.; achterste. zijde. Hinder, hinderen, verhin- Hitherto, tot hiertoe. deren, beletten. Hive, in een korf doen, Hinderance, hindernis, v., opzamelen; samenwonen; beletsel, o. bijenkorf; bijenzwerm,m.; Hindmost, achterste. bevolkte buurt, v. Hinge, van hengsels voor- Hoar, wit maken; beschim- zien; steunen, afhangen; rnelen; wit, grijs ; beschim- hengsel, scharnier, o.; spil, meld. v. en o. Hoard, vergaren, opleg,gen ; Hint, zinspelen, een wenk voorraad, m., hoeveelheid, geven, toespelingen maken ; v.; geheime schat, m. zinspeling, v., wenk, m. Hoar-frost, rijp, rijm, m. Hip, heup, v. [o. Hoarse, heesch, schor, kras- Hippocampus, zeepaardje, send. Hippodrome, circus, m. Hoary, grijs, grijsbehaard. Hippopotamus, hippopo- Hoax, een grap hebben, tamus, m., nijlpaard, o. foppen; grap, fopperij, Hire, huren,in dienst nemen; aardigheid, v. verhuren;omktoopen;huur, Hob, haardplaatje, o. belooning, v. Hobble, hinkelen, strom- Hireling, huurling, m. pelen ; verlegenheid, moei- Hrirusute, behaard, borstelig, lijkheid, v. [van hem. Hobbledehoy, slungel, m. His, zijn, de zijne, het zijne, Hobby, stokpaardje, o.; Hispid, borstelig, ruw. domkop, lummel; telgan- Hiss, sissen, fluiten, uit- ger, m. fluiten; gesis, gejouw, o.; Hobgoblin, kabouter, m. sisklank, m. Hobnail, schoenspijker; hoe- Hist, aanhitsen; stil! renkinkel, m. Histology, histologie, weef- Hock, rijnwijn, m. selleer, v. Hockey, kolfspel, o. Historian, geschiedkundige, Hocus - pocus, bedriegen; geschiedschrijver, m. hocus-pocus; goochelaar,m. Historic(al), geschiedkun- Hod, kalkbak, m. dig. [verhaal, o. Hodgepodge, hutspot, v.; History, geschiedenis, v., allegaartje, o. Hodman 134 Homilist
Hodman, opperman, m. Holometer,boogtemeter,m. Hodometer, afstandsme- Holster, holster, m. ter, m. Holt, hoot; boschje; gat, Hoe, schoffelen; schoffel, , o.; schuilplaats, v. Hog, kort afknippen; schrob- Holy, heilig, gewijd, rein, ben; varken, o.; jonge gocidelijk. stier; vuilik, m. [m. Holy-day, Heiligendag, m. Hogmanay, Oudejaarsdag, Holy GhOst,Heilige Geest,m Hogshead, okshoofd, grout Holy office, Inquisitie, v. vat, o. [toestel, o. Holy One, God, Christus, m. Hoist, hijschen; hijsch- Holy Orders, predikamht, HOity-tOity, opgewonden, o., dienst van Christus, in. druk ; grillig; knorrig; Holy-Rood, crucifix, kruis, tut, tut ! kruishout, o. Hold, pakken, vasthouden, Holy Spirit, Heilige Geest,m. behouden; inhouden, be- Holy Thursday, Hemel- vatten ; behoeden; bezit- vaartsdag, in. ten ; verciedigen; houvast, Holy Water, wijwater, o. o., steun, greep, m.; ge- Holy-writ, Heilige Schrift, v. vangenis; schuilplaats, v.; Homage, eerbied bewijzen, scheepsruim, o. hulde betoonen; hulde, v., Hold-all, reiszak, m. eerbied, m. Holdfast, steun, m., hou- Home, tehuis, huis • vader- vast, o. land, o., geboorteptaats, Hole, een gat maken, in v.; verblijf, o., waning; een gat jagen of gain ; instelling van liefclactig- hol, gat, o., opening, v., held, v. knit, in. Homeless, dakloos. Holiday, feestclag, vacantie- Homely, eensoudig, dood- dag, heilige dap, in. gewoon ; hoiselijk. Holiness, heiligheid, v. Home-made,eig,vernaaht, Holland, Holland; grijs van inlandsch fahricaat. linnen, o. Homeopathic, nomoeopa- Hollands(p1:,,Schiedaminer Misch. f thie, v. denever , , m. Homeopathy, homoeopa- Hollow, uitholien; bukhen, Homer, Humerus, in. buigen; hoite, liege ',Mite; Home-Rule, eigenbestuur groef, V001', v.; dal, 0.; (Ierland,, o. [0 . uitgehold, concaaf. Homesickness, heimivee, Hollowness, holheid, le- • Homespun, eigengespon- digheid, v. nen; ondemaakt, lomp. Holly, hoist, m. Homestead, woonplaats,v., Hollyhock, stohroos, v. huis net erf, o. Holm, riviereilandje, 0.; Homeward, huiswaarts. hutst, m. HoMiCide,menschenmoord; Holocaust, brandofTer , hij moordenaar, m. de Joden o.; algemeene Homilist, schrijver van slachting, v. preehen, Homily 135 Horrific
Homily, leerrede, preek, v. omringen ; hoepel, band, Homogeneal, geli j kslach- riem, m.; crinoline, v. tig, gelijksoortig. Hoot, uitjouwen; schreeu- Homologate, bekrachtigen, wen (van een uil); ge- goedkeuren, homologeeren. jouw, o. Homologous, evempdig. HOp,hi n ken, huppelen ,spri n- Homonym, woord, dat gen, dansen; hop bouwen; denzeliden klank als een hop, v.; sprong, m. ander woord, maar een an- Hopbind, hopstengel, m. dere beteekenis heeft, o. Hope, hopen, verwachten, Homonymous, dubbel- vertrouwen;hoop,vervvach- zinnig. ting, v., vertrouwen, o. Hone, slijpen, aanzetten; Hopeful, veelbelovend; slijpsteen, oliesteen, o. (young hopeful) de veelbe- Honest, eerlijk, braaf, op- lovende zoon des huizes. recht • onbesmet, kuisch. Hopeless, hopeloos. Honesty,' braafheid, eerlijk- Hopple, k I uisteren,de voeten heid, oprechtheid, v. samenbinden. j(spel). Honey, met honig bedek- Hopscotch, hinkelen, o. ken, zoet rnaken; honig, HOpvine,hoprank,hopplant, m., zoetheid, v.; liefje, Horal, van een uur. snoesje, o. Horary, van een uur, oni Honeybear, honigbeer, m. het uur plaatshebbend. Honeycomb, honigraat, Horde, in benden Leven; bijencel, v. horde, bende, v., troep, rn. Honeydew, honigdauw, m. Horizon, horizont, ge.zicht- Honeymoon, wittebroods- einder, m. weken (mv.), v. Horizontal, horizontaal. Honeysuckle, kamperfoe- Horn, van horens voorzien; lie, v. hoorn, o., drinkhoorn, voel- Honorarium, honorarium, horen;vleugel(van een Leger); salaris, loon,o.,belooning,v. zijtak (van een rivier), m. Honorary, eervol. Hornbook, abcboek, o. Honour, eeren ; eer, v., eer- Hornet, horzel, v.; kwelgeest, gevoel, o., hooge rang, m.; Hornfoot, hoefdier, o. fm. waardigheid, V. Horning, het wassen of af- Honourable, eervol, aan- nemen der mann. zienlijk, achtbaar. Hornpipe, horlepijp, v. Hood, kap, v.; peperhuisje,o. Horny, hoornig, hard. Hoodwink, blinddoeken, Horography, kunst van verschalken. klokken maken, v. Hoof, hoef, klauw, m.; Horologe, uurwerk, o. stuk vee, o. Horoscope, horoscoop, m. HOOk, met een haak van- Horrible, verschrikkelijk, gen ; aanha ken ; stelen ; ijselijk, akelig. haak, m., sikkel; landtong, Horrid, afschuwelijk, ake- v.; voordeel, o. lig; ruw, stekelig; treurig. Hoop, met hoepels beslaan, Horrific, afschuwwekkend. Horrify 136 Huckle
Horrify, met afschuw ver- Hotbed, broeibak, m.; broei- vullen; doen sidderen. nest, o. Horror, afgrijzen, o., af- Hot-blooded, vurig, drif- schuw, m.; huivering, v. tig, hartstochtelijk. Horse, paard, o., hengst, Hotchpotch, mengelmoes, ruin, m.; cavalerie,v.; steun- zootje, o.; hutspot, v. bok, m. Hotel, logement, hotel, o. Horse-breaker, pikeur, m. H othouse, broeikast; droog- Horse-chestnut, paarden- kamer, v. [doperwt, v. kastanje, v. Hotspur, driftkop,m.;vroege Horsefly, paardenvlieg, v. Hough, knieschijf, v. . Horse-guards,bereden lijf- Hound, met honden jagen ; wacht, v. [lath, m. aanhitsen; jachthond, m. Horselaugh, luide en ruwe Hour, uur, o. Horseman, ruiter, m. Hourglass, zandlooper, m. Horse-power, paarde- Houriy, van elk uur, per uur. kracht, v. House, huis, o., woning, v.; Horserace, wedren, m. klooster; geslacht; vorsten- Horse-radish, mierikswor- huis, o.; kamer van alge- tel, m. vaardigden, v. Horseshoe, hoefijzer, o. Housebreaker,inbreker,m. Horsetail, paardestaart, m. Household, huisgezin, o., Hortative, vermanend, aan- huishouding, v.; huishoude- moedigend. lijk ; alledaagsch. Horticulture, tuinbouw, m. Housekeeper, huishoud- Hosanna, lof van God, m. ster, v. [werkmeid, v. Hose, korte broek ; kousen Housemaid, dienstmeid, (mv.); brandspuitslang, v. Housewife, huisvrouw, v.; Hosier, koopman in kousen naaikistje, o. enz., m. Housing, hnisvesting, v.; Hospice, kloosterherberg, v. schabra k, .v. en o. Hospitable, herbergzaam, Hovel, in een schuur plant- gastvrij. [huis, o. sen; onder dak brengen; Hospital, hospitaal ; gods- hut, v.; afdak voor vee, o. Hospitality, gastvripeid, v. Hover, wachten, dralen, Host, zijn verblijf nemen ; weifelen; zweven. herbergen ; onthalen; gast- How, hoe, op welke wijze; heer, waard, rn.; woeker- hoe ver. [tegenstaande. plant; hostie, v.; leger, o., Howbeit,hoewel,echter,niet- menigte, v. [tocht, m. However, hoe dan ook, in Hostage, gijzelaar; borg- elk geval, nochtans. Hostelry, herberg, v. Howl, huilen, janken, brul- HOStile,vijandig,vijandelijk. len; gehuil, gejank, ge- Hostility, vijandigheid, vij- schreeuw, gebrul, o. andschap, v. [gier, m. Howsoever, hoe dan ook. Hostler, stalknecht ; herber- Hubbub, verwarring, v.; Hot, beet, brandend, vurig, rumoer, verwoed geraas, o. scherp. Huckle, heup, v., bult, m. Huckster 137 Hurtful
Huckster, venter, kramer ; Humidity, vochtigheid, v. bedrieger, m. Humiliate, vernederen, oot- Huddle, haasten, wegstop- moedig maken, verlagen. pen ; menigte, v., gedrang, o. Humiliation,vernedering,v. Hue, kleur, tint, schakeering, Humility, nederigheid, v., v.; luid geschreeuw, o.; (hue ootmoed, m. and cry) vervolging van een Humming - bird, kolibrie,m. booswicht, v. Humorist, humorist, geestig Huff, opblazen; razen, schel- schrijver, luimig mensch ; den, schreeuwen; toom, m., zonderli ng, m. [grillig. nijdige bui, v. Humorous, geestig, luimig; Huffy, boos ; opgeblazen; Humour,vocht,o.;verwaand- aanmatigend. heid, v.; humor, m. [o. Hug, omhelzen, pakken, lief- Hump, bult, m., uitsteeksel, koozen ; omhelzing, v. Humpback, bult, bochel, m. Huge, kolossaal, zeer groot. Hunch, duwen, stooten; Huguenot, Hugenoot, m. krommen; duw, stomp ; Hulk, scheepsromp, m. bochel, m. Hull, schillen, doppen ; wan- Hundred, honderd. nen ; in den romp schieten ; Hunger, hongeren, uithonge- hulpeloos ronddrijven , ren ; hunkeren; honger, hon- schil, v„ dop ; romp, m. gersnood, m.; sterk verlan- Hum, gonzen, brommen, gen, o. snorren.neurien; gegons,ge- Hungry, hongerig, uitgehon- mompel, geblom ; bedrie- gerd ; hunkerend ; schraal. ger, m. Hunks, vrek, gierigaard, m. Human, menschelijk wezen, Hunt, jagen, nazetten, na- o.; menschelijk, aardsch. jagen ; zoeken, onderzoeken; Humane, menschlievend, jacht, v., jachtgebied, o.; vriendelijk, zacht. troep honden, troep jagers, Humanity, menschheid; m. [jachtpaard, o. menschelijkheid, mensch- Hunter, jager ; najager, m.; lievendheid, v. Huntsman, jager, m. Humankind, menschheid, v. Hurdle, horde, v., schans- Humble, vernederen; nede- korf, m.; heining, v. rig, bescheiden, onderdanig; Hurl, slingeren, werpen; (to eat humble:pie) zoete krachtige worp,m.;tumult,o broodjes bakken. Hurrah,hoera roepen; hoera! Humble-bee, hommel, v. Hurricane, oiman, m. Humbug, bedriegen, beet- Hurry, verhaasten, haast- nemen; onzin, m., bedrog, maken ; groote haast; yen- o., larie, v.; bedrieger, m. warring, v.; gewoel, o. Humdrum, eentonigheid, v.; Hurry - skurry, verwarde gonzend geluid ; vervelend drukte, v.; verward. mensch, o.; stomp, dom, Hurt, wonden, kwetsen, zeer eentonig; vervelend. doen, benadeelen ; wond, Humerus, bovenarmbeen,o. v., letsel, nadeel, o. Humid, vochtig, nattig. Hurtful,nadeelig,schadelijk. Hurtle 138 Icicle
Hurtle, botsen, stooten ; klet- Hydrology, leer der eigen teren ; aanrukken. [m. schappen van het water, v. Husband, echtgenoot, man, Hydrometer, toestel ern de Husbandman, landman, hoogte en dichtheid van huisman, m. vloeistoffen to meten, o.; Hush, stillen, bedaren, zwij- regenmeter, m. gen. [m. Hydropathy, watergenees- Hush-money,steekpenning, kunde; waterkuur, v. Husk, doppen,schillen;wan- Hydrophobia, watervrees, nen ; dop, m., schil, v. hondsdolheid, v. Husky, ruw, schor; vol schil- Hyena, hyena, v. Hussar, huzaar, m. [len. Hygiene, hygiene, gezond- Hussif, naaikistje, o. heidsleer, v. Hussy, meisje, o.; slechte Hymen, huwelijk, o., god vrouw, v. van het huwelijk, m. Hustings (pl.), vroeger ge- Hymn, loven, bezingen ; lied, rechtshof in Londen, o. gezang, o., ode, v. Hustle, dringen,duwen,stoo- Hyperbole, overdrijving, v. ten ; zich moeilijk bewegen. Hyperborean. tot het verre H ut,in de barak brengen; hut, Noorden behobrend,ijskoud barak, v., houten gebouw, o. Hypercritic, letterzifter, m. Hutch, in een kist leggen; Hyphen, met een streepje opsluiten; ziften; kist, v.; verbinden; verbindingstee- trog, m. o. Hyacinth, hyacint, v. Hypnotism, hypnose, v. Hyaline, zeespiegel, m.; glas- Hypochondria, hypochon- achtige oppervl akte,v.;door- drie, v. schi j nend, krista lach tig. Hypocrisy,huichelarij,vein- Hydrant, pomprnachine, v. zerij, N'. [zaard, m. Hydraulics (pl.),hydraulica, H ypocrite, huichelaar, vein- waterbouwkunde, v. Hypothesis,hypothese,stel- Hydrocephalus, water- ling ; onderstelling, v. zucht der hersenvliezen, v. Hyssop, hysop, v. (aroma- Hydrography, hydrogra- tische plant). [achtig, phie, waterbeschrijving, v. Hysteric,hysterisch,zenuw- I.
1, ik. Icehouse, ijskelder, m. Ibis, ibis, m. Iceland, Usland, o. Ice, tot ijs maken, doen Ichtyography, beschrijving bevriezen ; ijs, o. der visschen, v. Icebound, ingevroren, door I Ichtyolite, versteende visch, het ijs ingesloten. m. [etend. Icecream, roomijs, 0. Ichtyophagous, visch- Icefield, ijsvlakte, v. I Icicle, ijskegel, rn. iconoclasm 139 Image
Iconoclasm, beeldenstorm, Ignorance, onwetendheid, Icy, ijsachtig, ijskoud. im. v., gebrek aan kennis, o. Idea, denkbeeld, begrip; Ignorant, onwetend, onge- geloof ; plan, o. letterd, dom. Ideal, ideaal, o. denkbeel- Ignore, ontkennen, niet er- dige volmaaktheid, v.; kennen, niet tellen. ideaal, denkbeeldig vol- Iliad, Iliade, v.; lang ver- maakt. haal, o. (ongelukkig. Idealisation, vormen van III, ziek ; kwaad, slecht, een denkbeeld; idealisee- III-bred, ruw, lomp, on- ren, o. opgevoed. Idealise, tot een ideaal Illegal, onwettig. idealiseeren. Illegible, onleesbaar. Identical, identiek,hetzelfde Illegitimate, onwettig, on- Identify, vereenzelvigen, echt ; onlogisch. identiteit bewijzen. III-favoured, leelijk, mis- Identity, identiteit, volko- vormd • ruw. men overeenstemming, een- Illiberal, kleingeestig; laag, heid, v. onedel; gierig, ruw. Ideology, wetenschap van Illicit, onwettig, ongeoor- het ontstaan der gedachte,v. loofd. Idiocy, domheid, onnoozel- Illimitable, onbegrensd. heid, v. [dialect, o. Illiterate, ongeletterd, on- Idiom, taaleigen, idioma, wetend. Idiosyncracy, idiosyncra- III-natured, boosaardig, sie, eigenaardigheid van knorrig; onhandelbaar. een persoon, v. Illness, ziekte, ongesteld- Idiot, idioot, m.; wezenloos, heid ; verdorvenheid, v. onnoozel. Illogical, onlogisch. Idle, den tijd verluieren; III-starred, onheilspellend. nietsdoener, luiaard, m.; lilude, bedriegen. lui; onbezet; nutteloos;ijdel. Illuminate, illuinineeren, Id01, afgod, m. verlichten; verluchten; ver- Idolater, heiden, afgoden- licht, verhelderd. dienaar, m. Illumination, illuminatie, Idolatry, afgodendienst, m. verlichting, v., glans, m. Idyll, idylle, v., landelijk Illumine, verlichten; eeren. gedicht, o. Illusion, illusie, begooche- If, indien, als, in geval, of. ling, v.; bedrog, o. Igneous, vurig, gloeiend. Illustration, illustratie; op- Ignescent, vonken werpend heldering, toelichting, v. Ignite, in brand steken, Illustrious, doorluchtig, be- doen ontvlammen; vuur- roemd, schitterend. rood worden. 111-will, kwaadwilligheid; Ignition, ontbranding, v. norschheid, v. Ignoble, onedel, laag, ver- Image, afbeelden, afspiege- achtelijk. [schandelijk. len; beeld, afbeeldsel, o., Ignominious, onteerend, beeltenis, v., evenbeeld, o. Imaginable 140 Impassive Imaginable, denkbaar. Imminent, dreigend; nabij, Imaginary, denkbeeldig,on- I MMitinspuiten. [op handen werkelijk. I mmobility, onbeweeglij k- Imagination, verbeeldings- held, v. [onredelijk. kracht, v., voorstellingsver- Immoderate, buitensporig; mogen, o. Immodest, zedeloos, on- Imaginative, rijk aan ver- kuisch ; onbescheiden, on- beeldingskracht; achter kiesch. dochtig. I mMOIate,opofferen,offeren. Imagine, zich verbeelden, Immoral, zedeloos, onze- zich voorstellen. delij k ; oneerli jk. Imbecile, zwak van geest. Immorality, onzedelijkheid; I Mbibe,opdrinken,inzuigen, oneerlij kheid, v. in zich opnemen. Immortal, onsterfelijk, on- Imbitter, verbitteren ; onge- vergankelijk. lukkig maken. Immortalise, vereeuwigen, Imbroglio, verwarring, in- onsterfelijk maken. gewikkelde intrige (in ro- I m mortality, onsterfelij k- mans), v.; misverstand, o. heid, v. Imbrue, doorweken ; be- Immovable, onbewegelij k, zoedelen ; uitgieten. onwrikbaar, onverander- Imitate, nabootsen, na- lijk ; ongevoelig. volgen. [namaaksel, o. Immunity, vrij held, vrijstel- Imitation, nabootsing, v., ling, v., voorrecht, o. Immaculate, onbevlekt,on- Immure, opsluiten, met berispel i k. [geestelijk. een muur omringen. Immaterial, onstoffelijk, Immutability, onverander- Immature, onrijp, ontijdig. lijkheid, v. Immeasurable, onmeet- Im mutable, onveranderli jk. baar, onmetelijk. Imp, van nieuwe veeren Immediate, onmiddellijk, voorzien; vermeerderen, terstond ; tegenwoordig. versterken; kabouter; deug- Immemorial, onheugelij k. niet, m.; verlengstuk, o. Immense, oneindige ruim- Impair, aandoen, aantasten, te, v.; onbegrensd, onme- verzwakken, verminderen; telijk ; uitstekend. beschadigen. Immensity, oneindigheid, Impalpable, ontastbaar. uitgestrektheid, v. Imparity, ongelijkheid, v., Immerge, onderdompelen. verschil, o. Immerse, indompelen, in- Impart, mededeelen ; mede- doopen. deeling, verleening, v. Immersion, indompeling,v. Impartial, onpartijdig, be- Immigrant, emigrant, langeloos ; billijk. iemand die zich in een Impartiality, onpartijdig- vreemd land vestigt, m. held, belangeloosheid, v. Immigrate, emigreeren,zich Impartible, ondeelbaar. in een vreemd land ves- Impassive, ongevoelig, tigen. stomp ; 1 i jdelij k. Impatient 141 _Imposture
Impatient, ongeduldig, ver- Impertinent, impertinent, langend. onbeschaamd, ongepast. Impeach, betwijfelen ; aan- Imperturbable,onverstoor- klagen, in staat van be- baar, koel. schuldiging stellen; in on- Impetuous, woest, on- eer brengen. stuimig, heftig. Impeccable, onfeilbaar, Impetus, beweegkracht, v. schuldeloos. [geld. Impinge, stooten, raken. Impecunious, arm, zonder Impious, profaan, godde- Impede, beletten, verhin- loos, oneerhiedig. deren. Implacable, onverzoenl ij k, Impediment, beletsel, o. onverbiddelijk. [zaaien. Impel, voortdrijven, aan- Implant, inprenten ; enten ; zetten. Implement, van hulpmid- Impend, boven 't hoofd delen voorzien; werktuig, hangen, voor de deur staan, gereedschap, o. dreigen. [handen. Implicate, inwikkelen, ver- Impendent, dreigend, op wikkelen. Impenetrable, ondoor- Implicit, onvoorwaardelijk ; dringbaar ; ongevoelig, stipt ; ingewikkeld. stomp. [verhard. Implore, smeeken. Impenitent, onboetvaardig, Imply, imnsluiten, behelzen, Imperative, gebiedende beteekenen. [leg, o. wijs,v4gebiedend;verp Licht. Impolicy, gebrek aan over- Imperceptible, onmerk- Impolite, onbeleefd, lomp. baar, onbeteekenend. Import, mvoeren; van be- Imperfect, onvolmaakte lang sijn, beteekenen. tijd, m.; onvolkomen, on- Importance, belang, ge- vol maakt. [held, v. wicht ; gevolg, o.; betee- Imperfection, onvolkomen- kenis, v. Imperial, imperiaal, v., koe- Important, belangrijk, ge- peldak, o.; keizerlijk. wichtig, vol beteekenis. Imperialist, imperialist, Importunate, lastig, drin- voorstander van 't keizer- gend, aanhoudend. schap, m. Importune, lastig vallen, Imperil, in gevaar brengen. voortdurend aandringen. Imperious, heerschzuchtig, Importunity, overlast, m., aanmatigend, gebiedend. kwelling, v. Imperishable, onverganke- Impose, opleggen; in de lijk, eeuwig. handen stoypen. Impermeable, ondoor- Imposing., indrukwekkend; dringbaar. bedriegehjk. Impersonal, onpersoonlijk. Impossible, onmogelijk. Impersonate, verpersoon- I mposthu me, zweren;etter, lijken, vertolken (een rol). m.; zweer, v. Impertinence, impertinen- Impostor, bedrieger, m. tie, onbeschaamdheid, on- Imposture, bedrog, o., be- gepastheid, brutaliteit, v. driegerij, V. Impotent 142 Incessant Impotent, onmachtig,mach- Inaccessible, ontoeganke- teloos, onvermogend. lij k, ongenaakbaar. Impound, opsluiten ; in be- I naccuraCy,onnauwkeurig- slag nemen. [putten. held, v. [rust, v. Impoverish, verarmen, nit- Inaction, werkeloosheid, I mpracticable, ondoenlijk, Inadvertent, onbewust,zon- onhandelbaar. der er bij to denken. Imprecate, vervloeken. Inanimate, onbezield. Impregnable, onneembaar, Inanity, zinloosheid,holheid, onverwinnelijk. ledigheid, v. [baar. I M pregnate,bevruchten,be- Inappreciable, onschat- zwangeren; verzadigen; I napproachable, onge- doortrekken. naakbaar; weergaloos. Impress, stempel, m.,merk, Inappropriate, ongeschikt, afdruksel; motto, o. ongepast. [zaam. Impression, indruk; stem- Inapt, ongeschikt, niet voeg- pel ; invloed, m.; uitwer- Inarticulate, onduidelijk, king, v.; kenmerk, o. onverstaanbaar ; zonder ge- Impressive, vatbaar voor ledingen. indrukken;indrukwekkend. Inasmuch, aangezien. Imprint, aldruk, m. Inattention, onoplettend- Imprison, in de gevangenis heid, achteloosheid, v. zetten. [lijk. Inaudible, onhoorbaar. I mprobable, onwaarsch i j n- Inaugurate, inhuldigen, I MprObity,oneerlijkheid,on- plechtig inwij (len. [1 i j k. oprechtheid, v. Inborn, aangeboren, natu ur- Improper, ongeschikt, onge- Incalculable, onbereken- past, onjuist. baar. Improve, verbeteren, vol- Incandescence, gloeien, maken; voordeel trekken; (incandescent lamp) gloei- aankweeken; vermeerderen. lamp, v. [betoovering, v. Improvident, zorgeloos. I ncantation,tooverformule; Improvisation, improvisa- Incapable, onbekwaam, on- tie, v. bevoegd. Imprudence, onvoorzich- Incapacity, onbekwaam- tigheid, v., gebrek aan be- heici, ongeschiktheid, v. leid, o. [heid, v. Incarnation, incarnatie, Impudence, onbeschaamd- vleeschwording; levendige Impulse, aandrang, m. voorstelling; verpersoon- Impunity, stratieloosheid, v: lijking, v. Impure, onzuiver, onrein, Incautious, onvoorzichtig, besmet, vuil. onbehoedzaam. Impute, toeschrijven, ten Incentive, aansporing, pri k- taste leggen. keling, v.; aansporeml,prik- In, binnenhalen; op, naar, kelend. bij, thuis; in. Incertitude, onzekerheid, v. Inability, onbekwaamheicl, Incessant, voortdurend,on- v., onvermogen, o. ophoudelij k. Inch 143 Indiction
Inch, duim (maat), m.; kleine Incorrigible, onverbeterlijk hoeveelheid; joist oogen- Increase, toenemen, aan- blik; eiland, o. [voorva I, o. wassen, vermeerderen ; ver- I ncident, gebeurtenis, v.; meerdering, v., aanwas, m. Incipient, beginnend. [v. InCredible,ongelooflijk,bui- I nCision,insnijding,kervi ng, tengewoon. Incite, aanzetten, aansporen. i Incredulous, ongeloovig. Incivility, onbeleefdlieid, Incubus, nachtmerrie, v.; lompheid, v. zware last, m. Inclement, onbarmhartig, Inculcate, inprenten. wreed ; guur, stormachtig. Incumbent, als plieht opge- Inclination, neiging, ge- j legd. [hats !mien. neigdheid, genegenheid ; Incur, oploopen, zich op den overhelling, v. Incursion, vijandelijke in- Inclose, Insluiten, omras- val, m. [dig,. teren, omheinen. Indebted, verplicht, schul- InClude,insluiten inhouden; Indecent, onwelvoegelijk. bepalen. [v.; onbekend. Indecision, besluiteloos- Incognito, onbekende, m. of heid, v. Incoherent, onsamenhan- IndeCOrOus,onwelvoegelijk gend. [baar. Indeed,inderdaad,werlielijk Incombustible, onbrand- Indefensible, onverdedig- Income, inkomen, o., in- baar. komsten i mv.), v. Indefinable, onverklaar- Incommodious, lastig, on- baar, onomschrijfbaar. gemakkelijk. Indefinite, onbepaald, on- Incomparable, weergaloos, begrensd. ongeevenaard. [baar. Indelicacy, onkieschheid, Incompatible, onvereenig- lonipheid, v. I len. I ncompetence,onbevoegd- Indemnify, schadeloos stel- heid, onmacht, v. Indent, inkerven; een con- Incomprehensible, onbe- tract maken ; inkerving, v.; grijpelijk; onbegrensd. contract, o.; bestelling, v. Inconceivable, onbegrijpe- Indenture, gezegeld verdrag, lijk. o. [kelijkheid, v. Incongruous, ongerijmd, Independence, onafhan- niet bij elkaar passend. I ndescribable, onbeschrij- Inconsistent, onbestaan- felijk. baar ; niet passend. Index, wijzer, bladwijzer.m.; I nconsolable, ontroostbaar inhoudsopgave, v.; hand- Incontestable, onbetwist- wijzer, m. [diaansch. baar. [baar. Indian, Indiaan, m.; In- Incontrollable, Onbedwing- Indicate, aanwijzen, aan- I nconvenience, ongerief, duiden. [wijs, v. 0., ongelegenheid, v. Indicative, aantoonende I ncorporate,tot een lichaam Indict, beschuldigen,aankla- maken; als rechtspersoon gen. [vaardiging, v. erkennen; nauw verbonden. Indiction, proclamatie; uit- Indictment 144 Infirm
Indictment, aanklacht, v. Inefficient, krachteloos, on- Indifference, onverschillig- vo doende. heid, onpartijdigheid, v. Inept, ongeschikt. Indigence, gebrek, o., nood- Inequitable, ongerechtig. druft, armoede, v. Inert, onbeweeglijk, traag. Indigestion, slechte spijs- Inestimable, onschatbaar. vertering, v. Inevitable, onvermijdelijk. Indignant, verontwaardigd. Inexcusable, onvergeeflijk. Indignity, smaad, hoon, m. Inexorable, onverbiddelijk. Indigo, indigo, v. Inexpediency, ongeschikt- Indiscernible, niet to on- heid ; onraadzaamheid, v. derscheiden. Inexpensive, goedkoop. Indiscreet, onverstandig, Inexplicable, onverklaar- dwaas. baar. [weerlegbaar. Indisposed, ongesteld. Infallible, onfeilbaar, on- Indisputable, onbetwist- Infamy, schande, laagheid, v. baar. Infancy, kindsheid; minder- Indissoluble, onoplosbaar, jarigheid, v. [rige, m. onverbreekbaar. [ward. Infant, kind, o.; minderja- Indistinct, onduidelijk, ver- Infanticide, kindermoord, Indite, schrijven, opstellen. kindermoordenaar, m. Individual, ondeelbaar ge- Infantry, infanterie, v. heel; individu, o.; afzon- Infatuate, dwaas maken, derlijk. verblind maken. [ken. Indivisible, ondeelbaar. Infect, besmetten, bevlek- Indolent, vadsig, traag, lui. Infection, besmetting, v., Indomitable, ontembaar. smetstof; verontreiniging,v. Induce, nopen veroorzaken; Infectious, besmetteli j k, van een inleiding voorzien. aanstekeli j k. I nd uCeMent,aanleiding,be- Infer, een gevolgtrekking ma- weegreden, drijfveer, v. ken, een besluit trekken. Induction, begin, o.; instal- Inference, gevolgtrekking,v. latie, bevestiging, v. Inferior, ondergeschikte, m.; I nd ue,bekleeden,verschaffen minder, lager. Indulge, toegeven, zich over- Inferiority, minderheid, v. geven ; voeden, koesteren. Infernal, helsch, duivelsch. Indurate, verharden, onge- Infest, verontrusten, kwel- voelig maken. len, onveilig maken. Industrial, industrieel. Infidel, ongeloovig; onge- Industrious, vlijtig,naarstig loovige, m. Industry, ijver, vlijt, nijver- Infinite, oneindigheid, on- heid, v. [dronken. bepaalde hoeveelheid, v.; Inebriate, dronken maken; Hoogste Wezen, o.; grenzen- I nedited, onuitgegeven. loos, oneindig. [v. Ineffable, onuitsprekelijk. Infinitive, onbepaalde wijs, Ineffaceable, onuitwisch- Infinity, oneindigheid, v. baar. Infirm, zwak, onzeker, weife- I neffiCaCedue, nutteloos. lend. Infirmary 145 Inmost
Infirmary, ziekenhuis, o. Inhabitable, bewoonbaar. Infirmity, zwakheid, zieke- Inhabitant, bewoner, inwo- lijkheid, v. ner, m. Inflame, doen verbitteren ; Inhalation, inademing, v. doen ontvlammen. Inhere, aangeboren zijn. Inflam Mation,ontsteking,v. Inherent, aangeboren ; aan- Inflate, opblazen, uitzetten. Inherit, erven. [klevend. Inflection, buiging, v. Inheritance, erfenis, ertia- Inflict, opleggen (van straf); ting, v. doen gevoelen. Inhibition, verbod, o.; be- Infliction, opgelegde straf; slaglegging ; ontzetting uit bezoeking, v. [17. een ambt, v. [wreed. Inflorescence, bloeiwijze, Inhuman, onmenschelijk, Influence, invloed, m., Inhumation, begraving, v. macht, v. Inhume, begraven. Influential, invloedrijk. Inimical, vijandelij k, af- Influenza,influenza,griep,v. stootend. [zonder weerga. Influx, instrooming, v.; toe- Inimitable, onnavolgbaar ; vloed, m. Iniquitous,zondig; onrecht- Inform, onderrichten, mee- vaardig. deelen, bezielen. Initial, met vOOrletters teeke- Information, bericht,o., ken- nen, parafeeren; beginletter, nisgeving, v. [breuk, v. vOOrletter, v.; eerste, o. Infraction, schending, in- Initiate, inleiden; inwijden; Infrangible, onverbreek- ingewijde, m. baar, onschendbaar. Initiative, eerste stap,m., be- Infringe, inbreuk maken gin,o.; inleidend,inwijdend. op, schenden. Injectinspuiten ; inbrengen. Infuriate, woedend maken ; InjudiCial, onverstandig,on- woedend, razend. oordeelkundig. [vel, o. Infuse, inprenten; versprei- Injunction, opdracht, v., be- den, doordringen. [v. I njure, benadeelen, lasteren, Infusion, ingeving, ingieting, aantasten, krenken. [lijk. Ingenious, vernuftig,talent- Injurious, nadeelig, schade- vol, invloedrijk. Injury, nadeel, verlies, on- Ingenuous, oprecht, open- recht, o. hartig, ongekunsteld. Injustice, onrecht, o., on- Ingraft, enten. rechtvaardigheid, v. Ingrain, in de wol verven ; Ink, inkt, m. doordringen, verzadigen. Inkstand, inktkoker, Ingratitude, ondankbaar- inktstel, o. [ter, o. heid, v. Inkling, wenk, m., gefluis- Ingredient, bestanddeel, o. Inlaid, ingelegd. Ingress, toegang, m. Inlet, baai, v., inham, ingang, Ingulf, verzwelgen (in een Inly, innerlijk. a fgrond ). Inmate, huisgenoot, mecie- I ngurgitate, verzwelgen. bewoner, m. [ste. Inhabit, wonen, bewonen. Inmost, binnenste, geheim- Inn 146 Insubordinate Inn, huisvesten, ontvangen ; Insipid, laf, smakeloos ; I us- herberg, v. tel oos. [bii . Innate, aangeboren. Insist, aandringen, blijven Innerve, versterken, moed I nimare, verstrikken, ver- schenken. leiden. [held, v. Inning, oogst, m., oogsten, 0. Insolence, onbeschaamd- Innkeeper, herbergier, m. Insoluble, onoplosbaar, on- Innocence, onschuld, on- verklaarbaar. [mogend. noozelheid ; oprechtheid, v. Insolvent, insolvent, onver- Innocuous, onschadelijk. Insomnia, slapeloosheid, v. Innovate, nieuwigheden in- Inspect, opzicht houden, voeren. [loos. nauwkeurig nagaan, inspec- Innumerable,ontelbaar,tal- teeren. Inoculate, enten, inenten. Inspiration, inademing ; in- Inoffensive, onschadelijk, geving, v.; genie, o. argeloos. [tijdig. Install, installeeren, met een Inopportune, ongelegen,on- ambt bekleeden. Inordinate, ongeregeld, bui- Instalment, bevestiging, in- tensporig. stallatie ; afdoening, v. Inquest, onderzoek,o. [gen. Instance, aandrang, m.;ver- Inquire, onderzoeken vra- zoek ; geval ; voorbeeld, o. I nquisition,onderzoek,o.,in-, Instant, oogenblik, o. quisitie, v. [m.; inbreuk, v. Instantaneous, oogenblik- Inroad, vijandelijke inval, kelijk, in een oogenblik. I nSanity,waanzin,m.,krank- Instead, in plaats van. zinnigheid, v. Instep, •reef, v. Insatiable, onverzadelijk. Instigation, aansporing, v. Inscriptibn, opschrift, on- Instil, indruppelen ; lang- derschrift, o., opdracht, v. zamerhand inprenten. Inscrutable, onnaspeurlijk. Instinct,d itnCt,.. , instinct, o.,natuur- Insect, insect, o.; klein, ver- achtelijk. [etend. Instinctive, spontaan, in- Insectivorous, insecten stinctmatig, door natuur- Insensible, ongevoelig, on- drift. rnerkbaar ; hewusteloos. Institute, instellen, stichten; Inseparable, onscheidhaar, vaststellen, aanstellen ; in- onafscheidelijk. stelling, wet, v., genoot- Insert, opnemen (in een tijd- schapsgebouw. o. sch ri ft), invoegen. Instruct, onderwijzen, lee- Insiccation, indroging, v. ren ; last geven. Inside, binnenkant ; inge- I ni es et zuaca tni e , onderwijzend, wand, o.; binnen, innerlijk. Insidious, verraderlijk, I nstrument, instrument, sluw, arglistig. werktuig, gereedschap, o.; Insight, inzicht, begrip, o. bewerker, m.;oo Nr,k,eoenrsdiem, nv: Insinuate,. zich opdringen, nsubordinate, zich indrmgen ; bedekt to nig, oproerig, zich verzet- kennen geven. tend tegen de tucht. Insufficient 147 Interval
Insufficient, ongenoeg- Interdict, verbod, o.; schor- zaam, onbekwaam. sing, v. Insular, van een eiland; be- Interest, belangstelling, v., krompen. belang, voordeel, o.;invloed; Insult, beleedigen, honen. interest, m. Insuperable, onoverkome- Interfere, tusschenbeide ko- men ; benadeelen; botsen. Insurance, verzekering, v. Interim, tusschentijd, m. Insurgency, opstand, m., Interior, binnenste; binnen- muiterij, v. rkomelij k. land, o.; binrxenlandsch; Insurmountable, onover- inwendig. [sel, o. Insurrection, opstand, Interjection,tusschenwerp- muiterij, v. aangeroerd. Interknit, hecht vereenigen. Intact, ongeschonden, on- Interlace, tusschenvlechten, Integral, integraal, v., ge- doorheen vlechten. heel petal, o. Interlard, doorspekken, ver- I ntegrity,oprechtheid,braal- mengen. heid, onverdorvenheid ; vol- Interleave, met wit papier ledigheid, v. [mogen, o. doorschieten. Intellect, verstandelijk ver- Interlude, tusschenspel, o. Intelligence, verstand, ge- Intermediate, tusschenper- zond oordeel, o.; (varied in- soon, m. en v. telligence) gemengd nieuws. Interminable, oneindig; ge- Intelligent, verstandig,knap rekt, vervelend. Intelligible , verstaanliaar, Intermit, tijdelijk ophouden, duidelijk. verpoozen. [den. Intemperance, onmatig- Intern, in 't binnen-land zen- heid, overdaad, v. Internal, innerlijk,inwendig Intend, zich voornemen, van International, tusschen vol- plan zijn, bedoelen. ken onderling, internatio- Intense, krachtig, ingespan- naal. nen, geweldig, bovenmate. lnternuncio, vertegenwoor- Intensity, kracht, hevigheid, diger van den Maus, m. v. [bedoeling, v. Interpose, tusschenplaat- Intent, plan, voornemen, o., sen ; in de rede vallen. Inter, begraven. Interpret, vertolken, verta- Intercalate, inlasschen. len, verklaren. Intercede, tusschenbeide Interpreter, tolk, m. komen, pleiten,voorspreken Interrogate, ondervragen. Intercept, onderscheppen, Interrogative, vragend. tegenhouden. Interrupt, in de rede vallen, Intercession, tusschen- storen, afbreken. komst, bemiddeling, v. Intersection, doorsnijding, Interchange, wisselen, rui- doorkruising, v. len ; wisseling, v., ruil, m. Intersperse, rondstrooien, Intercommon, onderling overal verspreiden. werken. [gesprek, o. Interval, tusschenruimte, Intercourse, omgang, m.; pauze, v. Intervene 148 Irony
Intervene, tusschenbeide Invaluable, onschatbaar. komen ; liggen tusschen. Invasion, loyal, m.; in- Interview, een bekend per- breuk, v. soon bezoeken, om Invective, smaadrede, v., tingen to vragen; onder- scheldwoord, o.; berispend. houd, o. [landsch. Inveigh, uitvaren. [den. Intestine,inwendig;binnen- Inveigle, verlokken, verlei- Inthral, tot slavernij bren- Inven ,uitvinden,verzinnen, gen ; insluiten. verdichten. Intimacy, gemeenzaamheid, Inversion, omkeering, om- vertrouwelijkheid, v. zetting (van woorden), V. Intimation, kennisgeving,v.; Invert, onderstboven keeren. wenk, m. Invest, bekleeden (met een Into, in (beweging). ambt); beleggen (geld); (in- Intolerable, onduldbaar, vestment) geldbelegging, v.; onverdraaglijk. omsingelen. Intolerant, onverdraag- nvestigate, nauwkeurig zaam, bekrompen. onderzoeken. [geworteld. Intonation, intonatie, toon- nveterate, verouderd, diep geving, v., aanhef, m. nvigorate, kracht bijzetten. Intoxicate, dronken maken, nvinCible,onverwinlijk,on- opwinden, dol maken. overkomelijk. Intractable, onhandelbaar, nvitation, uitnoodiging, v. weerspannig. [I j k. nvite, uitnoodigen ; verlei- Intransitive, onoverganke- den ; aantrekken. [pen. Intrench, verschansen, met nvocate, aanroepen, inroe- loopgraven omgeven. nvolve, inwikkelen, omrin- Intrepid, onverschrokken, gen, verwarren. onversaagd. [ter, netelig. nvulnerable,onkwetsbaar. Intricate, ingewikkeld, du is- nward, innerlijk, inwendig. intrigue, kuipen, een gehei- rascible,opvliegend,driftig men aanslag smeden ; in- rate, toornig, woedend. trige, kuiperij, v. re, toorn, m., gramschap, v. Introduction, inleidin,d in- ris, regenboog, m.; zwaard- lassching ; bekendmaking, lelie, v. voorstelling, v. rish, Iersch ; Iersche taal, v. Intromit, toelaten, binnen- rksorne, vervelend, erger- laten. [indringen. Iijk, afmattend, onaange- Intrude, lastig vallen, zich naam, ]astig. Intrust, toevertrouwen. Iron, ijzer ; strijkijzer, o. Intuition, intuitie,ingeving,v Ironclad, pantserschip, o.; I numbrate, overschaduwen. gepantserd, met ijzer be- Inundation, overstroom ing, slagen. v. [goede komen. I ron-tOundry,ijzergieterij,v. Inure, wennen, harden; ten Ironical, ironisch, schert- Invade, invallen; schenden. send. [m. Invalid, krachteloos; ongel- Ironmongery, ijzerhandel, dig,van geen waarde;zieke,m Irony, ironie, v. Irradiate 149 January
Irradiate, stralen, verlich- Isle, eiland; )the isle of ten, ophelderen. Wight) eiland Wight, o. Irrational, onredelijk, on- Isolate, afzonderen. geri j md. [baar. Isothermal, met gelijkma- Irrecoverable, onherstel- tige warmte. Irredeemable, onafkoop- Israelite, Israeliet, jood, m. baar, onaflosbaar. Issue, uitvaardigen;uitgang, Irrefutable,onwederlegbaar m.; uitvaardiging, v. Irregular, onregelmatig; on- Isthmus, landengte, v. zedel ij k. [toepasselij k. It, het. irrelevant, ongepast ; niet Italian, Italiaan, m., Itali- Irreligious, goddeloos, on- aansche taal, v.;Italiaansch. gods,' ienstig. [baar. Ital iCs,cursieve letters (mv.), Irremediable, onherstel- Italy,- Italie, o. [v. I rre parab le, onherstelbaar. Itch, jeuken ; hunkeren ; Irrepressible, onbedwing- jeuking; hunkering, v.; baar, niet to onderdrukken. schurft, v. en o. Irresolution, besluiteloos- Item, bepaald punt ; exem- heid, v. [heid, v. plaar ; nieuwsbericht, o.; Irreverence, oneerbiedig- bijzonderheid, v. Irrevocab Ie,onherroepeli j k Iterate, herhalen; herhaald. Irritable, prikkelbaar, licht- Itinerant, rondzwervend, geraakt ; knorrig. trekkend; zwerver, m. Isinglass, vischlijm, v. Itinerary, reisbeschrijving, Islam, Islam, m., mahome- v., reisgids, m. danisme, o. Ivory, ivoor, o. Island, eiland, o. Ivy, klimop, o. J.
Jabber, kakelen, wauwelen; Jacobite, aanhanger van gekakel, gebabbel, o. Jacobus II, m. Jack, matroos; laarzen- Jade, verachten; schop- knecht, m.; (Union Jack) pen ; afjakkeren ; oude Engelsche vlag. knol, m., oud wijf, o.; Jackal, jakhals ; verklik- groene steensoort, v. ker, m.; gemeen. Jagged, scherp, puntig. Jackanapes, aap ; kwast, Jaguar, jaguar, m. vlegel, m. Jam, klemmen ; duwen, Jackass, mannetjesezel, m. drukken ; conserf, gelei, v.; Jackboots (pl.), waterlaar- gedrang, o. zen (mv.), v. Jangle, kibbelen; onaange- Jacket, afranselen; om- naam klinken; gekibbel, hullen ; buis, o. o., wanklank, m. Jacobin, Jacobijn ; oproer- Janitor, portier, custos, m. maker, m. January, Januari, m. Japan 150 Joyous
Japan, verlakken; Japan Jingle, rinkelen, rinkinken; verlakt, o.; (Japanese) Ja- rijmelen ; gerinkink, o.; pansch; Japanner, m. rijmelarij, v. Jar, flesch, kruik, v.; wan- Jingoism,bijnaam voor den klank, m.; oneenigheid, • militairen geest in Enge- Jasper, jaspis; Jasper, m. land, m. Jaundice, geelzucht, v. Job, werk, baantje, o.; (job- nijd, m. master) rijtuigverhuurder, Jaunt, uitstapje, zwerf- m. [ruiterij, v. tochtje, o.; zwerven. [tig • Jobbery, knoeierij; wissel- Jaunty, vlug, vroolijk, inch- Jockey, jockey, pikeur, m. Javelin, werpspies, v. Jocose, grappig, boertig. Jaw, kakelen, uitschelden; Jocular, snaaksch, grappig. kaak, v.; gekakel, o.,.grove Jocund, blijde, vroolijk, scherts, v. [zaam. opgewekt. Jealous, jaloersch ; waak- Joggle,waggelen,rammelen. Jeer, bespotten, sthimpen; Dogtrot, sukkeldraf, m.; bespotting v., spotlach. m. routine, v.; eentonig, ver- Jehovah,ehovah, de Heer, velend. Jelly, gelei, v. [m. Join, vereenigen, verbinden ; Jeopardise, in gevaar vereeniging, v., punt van brengen. bijeenkomst, o. Jeopardy, levensgevaar, o. Joiner, schrijnwerker, m. Jeremiad, jeremiade, v., Joint, verbinding, v.; ge- klaagzang, m. wricht; scharnier, o.;knoop, Jerk, rukken, schudden; m. [slag, in. ruk, stoot, slag, m. Joke, scherts,grap,v.,kwink- Jersey, fijne wol, v.; trui, v. dartel, vroolijk. Jessamine, jasmijn, v. Jolt, schokken, horten, stoo- Jest, scherts, boert, v. ten ; schok, stout, m. Jester, schertser, nar, m. -Jostle, stooten, duwen, ver- Jesus, Jezus, m. dringen. Jet, uitschieten, uitsprui- Jot, opschrijven, aantee- ten ; straal, m.; bedoeling, kenen ; kleinigheid, v., v.; git, o. beetje, o. Jetty, klein havenhoofd, o. Journal, dagboek, dagblacl, Jew, Jood, m. o., courant, v.; scheeps- Jewel, juweel, kleinood, o. journaal, o. Jewelry, juwel ierswinkel, Journey, reis, v. Jewish, joodsch. [m. Journeyman, daglooner, Jewry, Judea, o.; joden- werkman, knecht, m. buurt, v. [uit krabbelen. Joust, een steekspel hou- Jib,schichtig worden; achter- den ; steekspel, o. Jig, rondspringen ; bedrie- Jovial, vroolijk, opgewekt. gen ; dansen ; levendige Joy, vreugde, blijdschap, v.; dans, m.; clanswijsje, o. succes, O. Jilt, coquetteeren; de bons Joyless, treurig, verdrietig. geven; coquette, v. Joyous, blijde, verheugd. Jubilant 151 Keyboard
JUbilent,jubelend,juichend. Junior, pas beginnend advo- Jubilee, juhelfeest; feest- cant, m.; jonger. getij, jubileum, o. Juniper, jeneverbes, v. Judge, oordeelen, beslissen, Junk, jonk (vaartuig), v.; vonnissen ; rechter ; ken- brok ; taai pekelvleesch, o.; ner ; beslisser, m. rommel, m. Judgment, oordeel, von- Junto, geheime raad, m.; nis; verstand ; laatste oor- geheime partij, v. deel, o. Jupiter, Jupiter, m. Judicious, oordeelkundig, Jurisdiction, rechtsgebied, scherpzinnig. o., rechtsmacht, v. Jug, in een kruik doen ; Jurisprudence, rechtsge- kvveelen ; kruik, v., pot ; leerdheid, v. nachtegaalsslag, m. Jury, jury, v.,. gezworenen Juggle, goochelen; bedrie- (mv.), m.; (juryman) lid gen; (juggler) bedrieger ; eener jury, o. goochelaar, m. Just, rechtvaardig, trouw, Juice, sap, o.; (juicy) sappig. .eerlijk ; juist, precies. July, Juli, m. JustiCe,gerechtigheid;rech t- Jumble, verwarren, dooreen vaardigheid, v.; (justice of gooien ; verwarring, v.; the peace) vrederechter, ni. mengsel, o. Justifiable, verdedigbaar, Jump, springen ; overeen- verschoonbaar. [ging, v, stemmen; schrikken;wagen; Justification, rechtvaardi- sprong, m. [eeniging, v. Jut, uitsteken, vooruitsprin- Junction, verbinding, ver- gen; uitsteeksel, o. Juncture, tijdsgewricht, 0.; Juvenescent, jong wor- naad, m.; vereeniging, v. dend. June, Juni, m. Juvenile, jeugdig.
K.
Kalendar, kalender, m. blik, m., waarnerning, v.; Kangaroo, kangoeroe, v. kosthuis , o. Keel, kiel; kolenschuit, v. Kennel, in een hok sluiten, Keelhaul, kielhalen. een hol bewonen ; honden- Keen, scherp, vinnig, bij- hok, vossenhol, o. tend; belust, verzot. Kerbstone, trottoirband,m. Keep, bewaren, behouden ; Kerchief, doek, m., servet, o. bewaring, bewaking, v.; Kernel, pit, kern, korrel, (keepsake) gedachten is, v. v., zaad, o. Keeping, bewaring; voe- Kettle, ketel, m. ding; overeenstemming, v. Key, sleutel, m.; oplossing; Keg, vaatje, o. vertaling, v.; klavier, o. Ken,bespeuren,waarnemen; Keyboard, klavier, o. Keyhole 152 Kyrie
Keyhole, sleutelgat, o. Knack, handigheid ; ge- Keynote, grondtoon, m. woonte ; beuzelarij ; list, v. Kibe, winterblaar, v. Knacker, paardenvilder, m. Kick, schoppen; bespot- Knag, knoest, m.; wrat, v.; ten, walgen; schop ; terug- tak van een gewei, m. stoot, m. Knap, knobbel; heuvel, m. Kid, ter wereld brengen ; Knapsack, knapzak, ran- bedriegen; jonge geit ; gei- sel, m. tefileer ; kind; takkenbos, o. Knave, schurk, bedrieger, Kidnap, stelen, met geweld hoer tin 't kaartspel), m. wegvoeren. jaard, m. Knead, kneden. Kidney, vier; soort, v., Knee, knie ; kniebuiging; Kill, dooden; blusschen ; hoffelijkheid, v. stillen; doodslag, m. Kneel, knielen. Kiln, oven, kalkoven, m. Knell, de doodsklok luiden; Kilt, opnemen (japon); kbrte doodsklok, v.; doodelijke rok (van de Hooglan- slag, m. ders), m. Knickerbockers (pl.), oud- Kin, bloedverwant, m. en v.; Hollander in New-York, m.; (kindred) verwant. korte broek, v . Kind, geslacht, o.; kunne ; Knife, mes, o., dolk, m. soort; wijze, v.; vriendelijk, Knight, tot ridder slaan ; goedaardig. ridder, kampioen, m.; paard Kindle, ontsteken, doen ont- (schaakspel), o. vlammen ; opwekken. Knighthood, ridderschap,v. Kine (pl.), koeien (mv.), v. Knit, knoopen, breien, vlech- King, koning, vorst, heer ; ten ; fronsen. dam (in damspel), m. Knob, knobbel, knoest; knop Kingdom, koninkrijk, o. (van een stok), m. Kinsman, bloedverwant, Knock, slaan, kloppen, stoo- m.; (kinswoman) bloedver- ten ; slag, klop, stoot, m. wante, v. Knocker, klopper, m. Kipper, zouten en rooken. Knoll, luiden ; heuvel, heu- Kirk, kerk (Schotsch), v. veltop, m. Kirtle, in een pak steken ; Knot, knoopen, verbinden ; opperkleed, buis, jacket, o. knoop, m., vouw; bende, v. Kiss, kussen, liefkoozen; Knout, met den knoet slaan ; kus, zoen, m. knoet, m. Kit, groote flesch, kleine Know, weten, kennen, ver- tobbe; uitrusting,v.;katje,o. staan, begrijpen. Kitchen, keuken,v.;(kitchen- Knowing, glad, slim. garden) moestuin, m. Knowledge, kennis, weten- Kite, wouw ; roofgierig schap, geleerdheid, v. mensch ; vlieger, m. Knuckle, knokkel, schen- Kitten, j ongen werpen ; kel, m. jonge kat, o. Kraal, kraal (gehucht in Kleptomania,ziekelijke nei- Zuid-Afrika), v. ging tot diefstal, v. Kyrie, gedeelte eener mis, o. Label 153 Lap L.
Label, een etiquette aan- Lair, leger (van een wild hechten ; etiquette, v.; codi- dier), o.; bodem, m. Labial, lipletter, v. [cii, o. Laity, leeken (mv.), m. Laboratory, laboratorium, Lake, meer, o. o., werkplaats, v. Lamb, lammeren werpen ; Laborious, werkzaam, ijve- lam ; lamsvleesch, o. rig ; moeilijk. Lame, verminken, kreupel Labour, werk, o., arbeid ; maken ; kreupel ; hortend ; (labourer) arbeider, m. onvolkomen. [klacht, v. Laburnum, gouden regen, Lament, weeklagen ; wee- m. (hof, o. Lamentable, jammerlijk, Labyrinth, labyrint, dool- betreurenswaard. Lace, kant, v.; snoer, .o., Lamentation, klacht, v. veter ; strik, m. Lammas, 1 Augustus, m. Lacerate, wonden, scheu- Lamp, lamp, v. ren, scheiden. Lampoon, schotschrift, o. Lachrymal, van de tranen. Lance, lancier, m.; lams, Lacing, boordsel,o., veter,m. speer, v.; (lancer) lansier. Lack, gebrek ; verwijt, o.; ge- Lancet, lancet, o. v. brek hebben aan; berispen. Land, land, o., grond, m.; Lackadaisical, sentimen- Landau, landauer, m. teel, aanstellerig. Landing, landingsplaats, Lackey, slaafs dienen; pier, werf, v. lakei; lijfknecht, m. Landlady, waardin, v. Laconical, laconiek, kort, Landlord, huisbaas, waard, bondig. m. [baken, o. Lacquer, vernissen, ver- Landmark, grenspaal, m., lakken ; vernis, lak, o. Landscape, landschap, o. Lacuna, gaping, v., hiaat ; Landward, landwaarts. kuiltje, o. [meraad, m. Lane, nauwe straat, steeg, Lad, jongen, jongeling, ka- v.; zandweg tusschen twee Ladder, ladder; scheur, v. heggen, m. Ladle, soeplepel, pollepel,m. Language, taal, spraak, v., Lady, adellijke dame, dame ; stijl, m. [traag. mevrouw, v. Languid, kwijnend, zwak, Ladybird, pijlstaart, m.; Languish, kwijnen, smach- onze-lieve-Heersbeestje, o. ten, kniezen. Ladyday, Maria-Boodschap, Languor, matheid,dofheid,v v. [lijke dame, m. Lank, schraal worden; Ladyship, titel eener adel- schraal, mager, dun. Lag, dralen, treuzelen; trans- Lantern, lantaren, v. porteeren; langzaam, dra- Lap, polij sten ; kabbelen ; lend. [lijk. omringen ; lappen; pand, Laggard, langzaam, achter- o., schoot, m. Lapse 154 Least
Lapse, vallen, glijden, glip- Launch, slingeren, werpen ; pen ; val, loop, m.; fout, in zee steken; sprong;sta- vergissing, v. pel, m. Lapwing, kievit, m. Laundress, wasch VTOUW,V.; Larcenous, diefachtig. (laundry) wasscherij. Larch, lariks, m. Laureate, lauweren,bekran-. Lard, doorspekken, vetmes- sen; gelauwerde. [m• ten ; spek, o., reuzel, v. Laurel, laurier,lauwerkrans, Larder, provisiekamer, v., Lavatory, toiletkamer, yeti mondvoorraad, rade, V. Large, ruim, omvangrijk, Lavender, lavesndnel,vver. spii_ breed; (at large) op vrije Lavish, verkwite voeten, vrij. len, uitstorten; verkwis-. Lark, pret maken; leeuwe- tend, overvloedig. rik, m.; pretje, o. Law, wet, v., besluit; recht, o.. Larynx, luchtpijp, v. Lawful, wettig, rechtmatig. Lascivious, wellustig. Lawn, grasveld, o.; (lawn- Lash, zweepen, geeselen, tennisl tennis. [ding, o. slaan; schimpen; zweep- Lawsuit, proces, rechtsge- slag, in., geeseling, v., sar- Lawyer, advocaat, rechts- casme, o. geleerde, m. Laseb meisje, o., deerne, v. Lax, ins, slap, dubbelzinnig. Lasgitude, moeheid, mach- Lay, leggen, plaatsen ; ver- teloosheid, v. spreiclen ; bedriegen ; lied, Last, last, m.; leest ; volhar- o.; leek, m. ding, v.; laatst. [klink, v. Layer, laag, v. Latch, op de klink cloen; Lazy, lui, vadzig. Latchkey, huissleutel, Lea, vlakte, weide, V. Late, laat, to laat; jongste Lead, met lood bedeklien; (in den zin van laatste); lood, peillood, potlood, o.. wijlen, overleden. Leader, ]eider, aanvoerder, Latent, verborgen, innerli jk. chef, m. [o.. Lath, van latten voorzien; Leaf, bladeren krijgen ; blad, lat, v. League, zich verbinden, een Lather, inzeepen, schuimen ; verbond aangaan ; verbond, scnuim, zeepsop, o. verdrag, o. Latin, Latijn, o.; Latijnsch. Leak, lekken, lek zijn ; lek, o. Latitudinarian, vrijzinni- Leal, loyaal, trouw. ge, m. Lean, leunen, rusten, afhan- Latter, laatstgenoemde, m. gen ; mager, dun, schraal. Lattice, traliewerk, o. Leap, springen ; sprong, m., Laud, lofzingen, prijzen ; lof- sprongwijdte, v.; (leap-frog) lied, o. [zenswaardig. haasjeover, o. Laudable, lofwaardig, prij- Leap-year, schrikkeljaar, o. Laugh, lachen; lach, m., Learn, leeren,kennis opdoen; gelach, o. (learned geleercl. Laughing-stock, voorwerp Leasehold, huurcontract, o.. van bespotting, mikpunt, o. Least, minst,geringst,kleinst Leather 155 Lie
Leather, leer, o., huid, v. Leprosy, melaatschheid, v. Leave, nalaten; heengaan Lesion, beschadiging, zieke- toevertrouwen ; verlof, o. lijke verandering, v. vrijheid, v.; afscheid, o. Less, minder, kleiner; (to Leaven, doen rijzen, luchti lessen) verminderen. maken; zuurdeeg, o. [rn Lesson, les, oefening, v.; Lectern, lezenaar, lessenaar voorschrift, o. 'Yvan. Lecture, college geven, d Lest, opdat niet, uit vrees les lezen ; lezing, redevoe Let,laten,toestaan,beperken; , ring, verhandeling, v. verhuren; beletsel, o., ver- Ledger, grootboek, o. hindering, v. [ferigheid, v. Leech, bloedzuigers zetten Lethargy, slaapzucht ; suf- genezen; bloedziiiger;arts, m Letter, letter, v ; brief; ver- Leek, knoflook, o., prei, v huurder, m.; beteekenis, v. Leer, schuin kijken, gluren Lettuce, latuw, v. zijdelingsche blik, m. [v Levee, heeren-receptie aan Left,linkerkant,m.;oppositie 't hof, v. [lood, o. Leg, been, o., poot, m. Level, vlak, waterpas, pas- Legacy, nalatenschap, v., Lever, hefboom, m. legaat, v. Levitation, zwerven; licht- Legal, wettig, wettelijk. heid, v. Legate, gezant, m.;(legation) Levity, lichtheid; wuftheid,v. legatie, v. Levy, beslaglegging, heffing ; Legend, legende, fabel, v.; lichting, v. opsch ri ft, o.; (legendary) Lewd, ontuchtig. fabelachtig. Lexicon, woordenboek, o. Legible, leesbaar. Liable, verantwoordelijk ; Legion, legioen, o., krijgs- onderhevig. macht, v. [macht, v. Liar, leugenaar, m. Legislature, wetgevende Libel, smaadschrift; spot- Legitimacy, wettigheid, prent, v. echtheid, v. Liberal, liberaal, m.; royaal, Leisure, ledige tijd, m.; ge- vrijzinnig;(liberality)breed- schikte gelegenheid, v.; (at te van blik,vrijzinuigheid,v. one's leisure) op zijn gemak. Liberate, bevrij den, vrij ma- Leman, vrijer, m., liefje, o. ken. Lemon, limoen, citroen, m. Librarian, bibliothecaris, m. Lend, leenen; toewijden.; Library, bibliotheek, v. geschikt maken. License, veroorloven; ver- Length, lengte, v., dour, m. lof, patent, o., vergunning,v. (to lengthen) verlengen. Licentious, losbandig, too- Lenient, toegevend, verzach- meloos. tend, genadig. Lichen, boommos, o. Lens, lens, v. Lick, likken; afvegen; afran- Lent, vastentijd, m. selen ; lik, dunne laag, v. Lentil, linze, v. Lid, deksel; ooglid, o. Lentous, kleverig,plakkerig. Lie, liegen; liggen ; leugen ; Leopard, luipaard, m. Jigging, v. Lief 156 Livery Lief, lief; bereid ; gaarne. Lining,voering,bekieeding,v. Liege,leenheer, m.; leen- Link, schakelen, verbinden; plichtig. schakel ; bocht, fakkel, v. Lieutenant, luitenant, m. Linnet, vlasvink, m. Life, leven, o.; ziel; levens- Linseed, lijnzaad, o. wijze; (lifeboat) reddings- Lion, leeuw, m.; voorwerp boot, v. van belangstelling, o., be- Lifelong, levenslang. zienswaardigheid, v.; held Lift, hi jschen,ophetTen;h i jsch- van den dag, m. toestel, o., lift; hulp, v.; Lip, kussen; uiten; lip, v., last, m. [binding, v. rand, m.; taal, v. Ligament, band, m., ver- Liquefy, smelten, oplossen, Light, licht; voorbeeld, o.; vloeibaar maken. uitlegging, v.; licht ; grillig; Liquid, vloeistof, v.;vloeiend, vlug; duizelig. zoetvloeiend. Lighten, verlichten, weer- Liquidate, vloeibaar maken; lichten ; opbeuren. . veretlenen. Lighthouse, vuurtoren, m. Liquor, vocht, o., drank, m. Lightning, bliksem, Liquorice, zoethout, o. Like, gelijke ; voorliefde ; Lisp, lispelen, gemaakt spre- overeenkomst, v.; als, ge- ken. lijk ; geneigd. List, op een lijst zetten ; wer- Likely, waarschijnlijk. ven ; behagen; lijst, v., ca- Likeness, portret, o., beel- talogus, m. genot, o. tenis ; gelijkenis, v. Listen, luisteren. Likewise,eveneens,evenzoo. Listless, zorgeloos, luste- Lilac, pa ars, (lilacs) seringen. loos, kwijnend. [gebed, o Lily, lelie, v. Litany, litanie, v., smeekge- Limb, lidmaat, o., tak, m. Literal, letterl ij k. [terd. Lime, vogellijm; kalk, v.; Literary, letterkundig, gelet- lindeboom ; (limekiln) kalk- Literature, letterkunde, v. oven, m. Lithe, buigzaam, lenig, vlug. Limit, begrenzen; vaststel- Lithograph, op steen gra- len ; grens, beperking, v. veeren ; steendrukplaat, v. Limp, mank gaan, kreupel Litigate, procedeeren. loopen ; zwak ; soepel. Litter, van stroo voorzien ; Limpid, helder, doorschij- jongen werpen; stroobedek- nend. king ; draagbaar ; wanorde, Line, lijnen trekken; lijn, v., rommel, m. spoorlijn; rij ; reeks, v.; Liturgy, Margie, v., voorge- regel, m. schreven kerkdienst, m. Lineage, geslacht, o. Live, leven, wonen, bestaan. Linen, linnen, ondergoed, o.; Livelihood, levensonder- wit, gebleekt. houd, o. ernstig. Linger, talmen, dralen, wei- Lively, levendig, vroolijk; felen; uitstellen,voortduren. Liver, lever, v. Linguist, taalkundige, m. Livery, livrei; mondigver- Liniment, smeersel, o. klaring, inbezitstelling, v. Livestock 157 Low
Livestock, levende have, v., Long-suffering, lankmoe- vee eener hoeve, o. digheid, v., geduld, o.; lank- Livid, loodkleurig, lijkkleu- moedig, geduldig. rig, doodsbleek. Look, zien, ki,jken, waar- Lizard, hagedis, v. nemen ; weerstaan; blik, m., Load, laden, bevraehten; gelaat, o.; uitdrukking, v. last, m., lading, vracht, v. Lookout, uitkijk; wachter; Loaf, beuzelen; brood;stuk,o. wachtpost, m. Loan, leenen, o., leening, v., Loom, schemeren, boven den geleend geld, o. horizont verschijnen, op- Loathe, walgen, verfoeien. doemen ; weefgetouw, o. Lobby, kleine voorzaal, v., Loop, een lus maken; lus, lis; couloir, foyer, m. bocht, v.; hengsel ; kijkgat, o. Lobe, lob ; lel (oor), v. Loose, losmaken, loslaten; Lobster, zeekreeft, m. verzwakken,bezwij ken;vrij- Local, plaatseli j k. held, v.; los, loszinnig, dar- Loch, zeearm, m., meer, o. tel ; loslijvig. Lock, sluiten, omsluiten ; Loosen, losmaken, loslaten. slot, o.; omsluiting ; krul ; Loquacious, babbelziek, sluis, v. [sloten, vastgezet.praatzuchtig, druk. Locked, opgesloten, wegge- Lord, Heer; lord; meester ; Locomotive, loeomotief, v. echtgenoot, m. Locust, sprinkhaan, m. Lore, geleerdheid, weten- Lodge, herbergen, huisves- schap, kennis, v.; onder- ten; leggen;portierswoning, richt, o. v.; •optrekje, 0. Lose, verliezen, verbeuren ; Lodging, tijdelijk verblijf,o.; toegeven ; zinken, vallen. (lodgings) gehuurde kamers. Loss, verlies, verlorene, o. Loft, zolder, m.; galerij, ver- Lot, lot ; aandeel, o., portie, dieping, v.; tooneel, o. v.; stuk land, o. LOfty,verheven,statig,trotsch Loth, afkeerig, ongaarne. Log, in het journaal sehrij- Lottery, loterij, v.; toeval, o. ven ; blok hout ; dagboek, LOOd,luid,luidruchtig,krach- 0.• (log-cabin) blokhuis. tig. [ren, lanterfanten. LOggerhead,domkop,m.;(to Lounge, rondslenteren, luie- be at loggerheads) twisten. Louse, luis, v. Logic, logiea redeneerkunst, Lout, buigen, bukken; voor Loin, lendestuk, o. [v. den gek houden; lummel, Loiter, dralen, treuzelen, tal- pummel, m. men ; (loiterer) treuzelaar. Love, beminnen, liefhebben, Loll, lusteloos liggen, lum- aanhalen • liefde, genegen- melen; nit den mond han- heid, v.; lieverd, m. gen (tong). [her, akelig. Lovely, beminnelijk, Here- . Lonely,alleen,eenzaam;som- I lijk, mooi ; liefhebbend. Long, verlangen; lang,lang- Loving-kindness, goeder- durig, gerekt, vervelend, tierenheid, genade, liefde, v. verreziend, [lengte, v. ■ Low, loeien, bulken ; geloei, Longitude, geographische j o.; laag; zacht ; gemeen.