Meten & Wegen I september 2007 I No. 139

De ontwikkeling van de Zuid-Nederlandse ijkarrondissementen, periode 1800-1830

J.c. lansen, AH. Damman, G. Linkenheil, G. De Vleeschouwer, M. Tiroul

Inleiding In het onlangs verschenen boekje Grensverschuivingen ... [1] staat vermeld dat er nog weinig bekend is over de ontwikkeling van de Zuid-Nederlandse ijkarrondissementen in de Franse tijd. Wel staat er vermeld dat de ijkarrondissementen in de Franse tijd na de reorganisatie van de ijk samenvielen met de admini­ stratieve (bestuurlijke) en gerechtelijke arrondissementen. Sinds kort zijn wij in het bezit van gedetailleerde documentatie betreffende de indeling van de Zuid­ Nederlandse bestuurlijke / gerechtelijke arrondissementen, periode 1795-1830 [o.a. 2, 3,4] en hun relatie tot de ijkarrondissementen [o.a. 5]. Om het verzamelde feitenmateriaal inzichtelijk te maken, blijkt het noodzakelijk dat er een splitsing wordt gemaakt in de Zuidelijke Nederlanden (afb. 1) tussen: ~ het westelijke deel: de departementen van de Leie, Schelde, Beide-Nethen, Dijle en Jemappes (afb. 1) ~ en het oostelijke deel: de departementen van de , Samber & Maas, Wouden en Nedermaas.

Het westelijke deel van de Zuidelijke Nederlanden Indien we de gegevens vergelijken betreffende de bestuurlijke / gerechtelijke indeling van het westelijke deel van de Zuidelijke Nederlanden over de periodes 1795-1800 en 1801-augustus 1815 (tabel 1, kolom-

Afb. I De Zuid-Nederlandse bestuurlijke arrondissementen, periode ca. 1800 - augustus 1815 (januari 1814 voor het ooste­ lijke deel van de Zuidelijke Nederlanden). Bron: prof. Eric Vanhaute, Torsten Wiedemann, vakgroep Nieuwste Geschiedenis, Universiteit Gent, Belgisch HISGIS: wwwflwi.ugent.be/hisgis/nl/start_nl.htm, met enige aanpassingen gebaseerd op [2, 18J. Departementen: Leie / (I), Escault / Schelde (11), Beide Nethen / Deu.x Nethes (lil), (IV), Jemappes (V) , Nedermaas / Meuse Inferieure (lil), Ourthe (VII) , Samber & Maas / Sambre et Meuse (VIII), Wouden / Fórets (IX) .

3308 Meten & Wegen I september 2007 I No. 139

ÎJk-Arr-2c

Afb. 2 De oudste vormen - voor zover bekend - van de Zuid-Nederlandse ijkarrondissementen in de metrieke tijd. 1- Leie / Lys: 1801-1806 nog geen eenduidige gegevens gevonden; in 1807 opgesplitst in Brugge (la), Kortrijk (lb) en leper / Veurne (Ic). Il- Schelde / : van 1801-1806 twee ijkarrondissementen: Gent-Eekloo (Ila) en Oudenaarde-Dendermonde (Ilb). III - Beide Nethen / Deux Nethes: van 1802-1806 één ijkarrondissement ter grootte van het gehele departement. IV - Dyle: van 15 maart 1802 - ca. 1809 één ijkarrondissement ter grootte van het gehele departement. V - Jemappes: van ca. 1802-1808 vermoedelijk één ijkarrondissement ter grootte van het gehele departement. VI - Nedermaas / Meuse Inferieure: van ca. 1802-ca. 1807 één ijkarrondissement ter grootte van het gehele departement. VII - Ourthe: van 20 november 1801 tot 3 april 1802 één ijkarrondissement ter grootte van het gehele departement. VIII - Samber & Maas / Sambre et Meuse: van 20 juni 1802 tot aan onbekende datum één ijkarrondissement ter grootte van het gehele departement. IX - Wouden / Forets: van 1801 - he/ist 1819 één ijkarrondissement ter grootte van het gehele departement. men 1 en 2; [2,3]) met die over de periode augustus 1815-1830 (tabel 1, kolommen 4 en 5; [3]) en de gegevens over de Zuid-Nederlandse ijkalTondissementen, periode 1820-1830 (tabel 1, kolom 6; [1 (afb. 16), 6, 7]), dan zien we dat: I> er in de periode 1795-1800 in het westelijke deel van de Zuidelijke Nederlanden diverse kleinere gerechtelijke alTondissementen zijn geweest (o.a. Borgworm en St.-Truiden; [2]), die circa 1800 zijn opge­ heven door samenvoeging met andere gerechtelijke alTondissementen. Deze zijn - omdat ze maar even hebben bestaan en omdat ze waarschijnlijk nooit een ijkarrondissement zijn geweest - niet opgenomen in tabel 1 (zie hierna). I> er in de periode 1801-augustus 1815 in dit deel van de Zuidelijke Nederlanden slechts twee belang­ rijke bestuurlijke / gerechtelijke herindelingen hebben plaatsgevonden, en wel in het departement van de Schelde de volgende arrondissementen: • Gent werd opgedeeld in de alTondissementen Gent en Eekloo; • Sas van Gent werd in 1803 opgeheven en bij Eekloo gevoegd [2]; tabel 1, kolom 2. Ook deze veranderingen hebben waarschijnlijk weinig tot geen invloed gehad op de ontwikkeling van de ijkalTondissementen, omdat de meeste pas in of na 1801 zijn opgericht [1]. Hiernaast dient echter nog wel opgemerkt te worden dat - in de periode 1811-1815 - het ijkarrondissement Breda tot de Zuidelijke Nederlanden (departement van de twee Nethen) heeft behoord [5, 8], maar omdat dit ijkalTondissement

3309 Meten & Wegen I september 2007 I No. 139

voor het vervolg van dit artikel niet van belang is, wordt hierop verder niet ingegaan. Het Koninkrijk der Nederlanden I> er volgens [3] in de periode vanaf 8 december 1820 1815-1830 in dit deel van de Zuidelijke Nederlanden diverse ._ . _.'.~ Landsgrens bestuurlijke herindelingen hebben Provinciegrens plaatsgevonden; I> er ondanks deze bestuurlijke ...... Arrondissementsgrens herindelingen een perfecte correlatie bestaat tussen de bestuurlijke arrondissementen zoals die bekend zijn vanaf ca. 1801-1805 en de ijkar­ rondissementen uit de periode 1820-1830. Dit suggereert dat - in deze provincies - de Franse be­ stuurlijke departementale indeling in arrondissementen, zoals we die ken­ nen vanaf minimaal 1800-1805, inderdaad als basis heeft gediend voor de indeling in ijkarrondisse­ menten. Het bestuurlijke arrondisse­ ment werd ijkarrondissement op het moment dat er een ijkkantoor werd geopend, zie afb. 1 en 2.

De invoering van het metrieke stelsel en het ontstaan en de ontwikkeling van het stelsel van ijkarrondissementen De eerste Franse wetgeving aan­ gaande de invoering van het I metrieke stelsel stamt uit 1795 [o.a. / 1, 5]. In diverse brieven afkomstig

afb.-J-b van de gouvemeurs van de departe­ menten van de Nedermaas, Leie en de Dyle [6] wordt echter gesteld dat Afb.3 De Zuid-Nederlandse ijkarrondissementen vanaf 8 december 1820 [11j. men in de bovengenoemde departe­ Let op: de nummers van de ijkarrondissementen zijn - ter verduidelijking van menten op Frans bevel - op papier - niets te maken met de officiële - door de Belgische regering - in 1832 uit­ gegeven ijkkantoornummers. (4 november 1800) is begonnen met 1 == Luxemburg, 2 == Florenville, 3 = Bastogne, 4 = Dinant, 5 = Philippeville, de invoering van het metrieke stelsel, 6 = Namen, 7 = Charleroi, 8 = Hoei, 9 = Luik, 10 = Verviers, 11 = Bergen, terwijl in een brief van de gou­ 12 = Nijvel, 13 = Doornik, 14 = leper, 15 = Kortrijk, 16 = Oudenaarde, vemeur van de provincie Luik aan de 17 = Brussel, 18 = Leuven, 19 == Hasselt, 20 == Maastricht, 21 = Brugge, minister van Binnenlandse Zaken, 22 = Gent, 23 = Dendermonde, 24 = Mechelen, 25 = Antwerpen, 26 = Turnhout, 27 = Roermond. gedateerd 29 december 1817, staat vermeld dat het metrieke stelsel in de departementen van de Nedermaas, Ourthe, Wouden en Samber & Maas geïntroduceerd is op 22 april 1802, dit als uitvloeisel van de wet van 1 Vendemiaire An X (23 september 1801; [6]). Andere bronnen hanteren weer andere data. Deze ver­ schillen in interpretatie van de datum van invoering van het metrieke stelsel (op papier) zijn waarschijn­ lijk ontstaan omdat: I> er in de loop der jaren allerhande wetten, decreten etc. aangaande het metrieke stelsel werden uitge­ vaardigd; I> ieder van deze wetten en decreten een eigen datum had waarop hij werd uitgevaardigd in Frankrijk; I> deze wetten en decreten, alvorens ze ten uitvoer konden worden gebracht, eerst verdisconteerd moes­ ten worden op departementaal nivo (Memorealen, Recueils des Arrêtés, Décisions, Lettres et Autres Actes, etc.). Uit een vergelijking van de memorealen van verschillende departementen blijkt dat ieder departe­ ment een uit Frankrijk afkomstige wettekst of decreet op zijn eigen manier interpreteerde en eigen data aanhield waarop deze wetten en decreten werden verdisconteerd in de departementale wetgeving en ten uitvoer werden gebracht op departementaal nivo, waardoor je dus - als je verschillende bronnen over één

3310 Meten & Wegen I september 2007 I No. 139 onderwerp leest - een wlrwar aan data vindt. Door de hiervoor beschreven IJkreis 1816 van wirwar aan data, wetten en decreten J.B. Servais Bestuurlijke en het ontbreken van een nauwkeu­ (Luxemburg) arrondissementen rige definitie wat nu precies moet worden gezien als het begin van de • Marche invoering van het metrieke stelsel in de Zuidelijke Nederlanden, staat (stond) het een ieder dus vrij om zelf uit te maken welke data / wetteksten / decreten als wettelijke basis voor de invoering van het metrieke stelsel hebben gediend, met als gevolg de hierboven beschreven interpretatie­ verschillen. Circa 1801 is men ook begonnen met het opzetteI). van het stelsel van ijkarrondissementen [1]. In de praktijk blijkt echter dat het in een aantal Zuid-Nederlandse departe­ menten (zie hierna) om uiteen­ lopende redenen (geen ijkstempels of geen ijkstandaarden of geen mo­ dellen aanwezig, geen goede behui­ zing voor de ijkkantoren voorhanden, Afb.4 Herijkreis van de Luxemburgse ijker Servais in 1816. geen conversietabellen van voorme­ trieke naar metrieke maat en gewicht voorhanden, etc.) in ieder geval tot circa 1807 heeft geduurd voordat er van de invoering van het metrieke stelsel en het opzetten van een stelsel van ijkarrondissementen serieus werk werd gemaakt. Aan de basis van het stelsel van ijkarrondissementen stonden de stedelijke ijkkantoren uit de voormetrieke tijd [1] en­ zoals hiervoor is aangetoond - het door de Fransen opgelegde stelsel van departementen en bestuurlijke arrondissementen. Uit de gegevens die wij tot op heden hebben gevonden, weten we ondertussen ook dat de vorming van de ijkarrondissementen een complex proces is geweest, dat vele jaren in beslag heeft genomen.

Aangaande de vorming van de ijkarrondissementen hebben wij - voor het westelijke deel van de Zuidelijke Nederlanden - tot nu toe de volgende gegevens gevonden (afb. 2): [> het departement van de Beide Nethen / de provincie Antwerpen: . . ondis- sementen: Antwerpen, Mechelen en Turnhout, afb. 1 en tabel 1, maar er was voor de periode 1802-1806 slechts één ijkmeester voor het gehele departement (afb. 2): dhr. Valmont, wonende te Antwerpen [8]. In 1807 werd het departement opgesplitst in drie ijkarrondissementen: Antwerpen, Turnhout en Mechelen. Deze drie ijkarrondissementen zijn - voor zover wij tot nu toe hebben kunnen vaststellen - tot zeker 1830 in vrijwel ongewijzigde vorm gehandhaafd. [> het departement van de Schelde / de provincie Oost-Vlaanderen: In de periode vanaf ca. 1801 bestond het departement van de Schelde uit drie bestuurlijke arrondisse­ menten: Gent, Oudenaarde en Dendermonde, afb. 1 en tabel 1. In 1803 kwam hier nog het bestuurlijke arrondissement Eekloo bij. In november 1814 werd het noordelijke deel van het bestuurlijke arrondisse­ ment Eekloo (het huidige Nederlandse Zeeuws-Vlaanderen) afgestaan aan de Nederlandse provincie Zeeland, waardoor Eekloo te klein werd en daarom werd opgeheven en bij dat van Gent gevoegd [2, 6]. Op 27 juni 1801 werden er twee ijkkantoren geopend [6]: Gent, voor de bestuurlijke arrondissementen Gent en Eekloo (vanaf 1803; afb. 2) en Dendermonde, voor de bestuurlijke arrondissementen Dender­ monde en Oudenaarde. In 1809 werd het ijkarrondissement Gent opgesplitst in Gent en Eekloo en werd het ijkarrondissement Dendermonde opgesplitst in Dendermonde en. Oudenaarde. Hiermee was dus ieder bestuurlijk arrondissement Vanaf 1809 ook een ijkarrondissement. In januari 1815 werd als gevolg van het samenvoegen van het bestuurlijk arrondissement Eekloo met dat van Gent ook het ijkanondissement Eekloo opgeheven en bij dat van Gent gevoegd [6, 9]. De drie overgebleven ijkarrondissementen (Gent, Dendermonde en Oudenaarde) zijn - voor zover wij weten - tot na 1830 niet wezenlijk meer van vorm veranderd.

3311 Meten & Wegen I september 2007 I No. 139

Afb. 5 De indeling van het oostelijke deel van de Zuidelijke Nederlanden in departementen, periode juni 1814 - mei 1815 [lIJ. 1 = Nedermaas, 11 = Ourthe; 1l/ = Samber & Maas, IV = Maas & Ourthe, V = Wouden . Steden / ijkkantoren: R = Roermond, Ha = Hasselt, M = Maastricht, L = Luik, V = Verviers, Ho = Hoei, Na = Namen, D = Dinant, Ma = Marche, St = St. Hubert, Lu = Luxemburg (stad) .

t> het departement van de Leie / de provincie West­ Vlaanderen: In de periode vanaf ca. 1801 bestond het departement IV van de Leie uit vier bestuurlijke arrondissementen: Brugge, Kortrijk, Veurne en Ieper, zie afb. 1 en tabel .Ma 1. In een brief van de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen aan de minister van Binnenlandse Zaken, gedateerd 24 november 1817 [6] staat vermeld dat het metrieke stelsel in het departement van de Leie - op papier - is ingevoerd op 13 Brumaire An IX (4 november 1800) en dat men in datzelfde jaar is begonnen met het aanschaffen van ijkstandaarden etc. In het jaar XI (23 september 1802 - 22 september 1803) is men begonnen met het uitreiken van deze ijk­ standaarden. Er staat verder vermeld dat - in de peri­ ode 1802.,...1806 - de burgemeesters en de commissarissen van de politie degenen waren die zich bezig hielden met het beheer van deze ijkstandaarden en enige controle uitvoerden op de gebruikte maten en gewichten, maar dat het tot 1807 heeft geduurd voordat er van enige systematische handhaving sprake was. Het ijkwezen zoals dat bestond anno 1817 stamt - volgens de bovengenoemde brief - uit het jaar 1807, hetgeen suggereert dat het departement in 1807 werd opgesplitst in drie ijkarrondissementen Brugge, Kortrijk en IeperNeurne (afb. 2). In [10] staan echter aanwijzingen dat er in het departement van de Leie vóór 1807 wel degelijk een of meerdere ijkers werkzaam waren. Het is echter nog onduidelijk of hiermee bedoeld wordt dat er één departementale ijker werkzaam was (analoog aan onder andere het departement van de Beide Nethen) of dat er bedoeld wordt dat de stadsijkers uit de voormetrieke tijd na 4 november 1800 nog enige jaren in dienst zijn gebleven. Het ijkarrondissement Ieper werd in 1826 verder opgesplitst in de ijkarrondissementen Ieper en Veurne [5, 7]. t> het departement van de Dyle / de provincie Zuid-Brabant: n e peno e vana ca. eston et' epar emen van e y e UI rie es uur ij e Brussel, Leuven en Nijvel, zie afb. 1 en tabel 1. Volgens een brief van de gouverneur van het departement van de Dyle aan de minister van Binnenlandse Zaken, gedateerd 13 januari 1818, is het metrieke stelsel in het departement van de Dyle - op papier - ingevoerd op 4 november 1800, maar heeft men zich in dit departement tot begin 1802 uitsluitend bezig gehouden met het aanschaffen van ijkstandaarden etc. [6]. Op 24 Ventose An X (15 maart 1802) is er één ijker aangesteld - met als standplaats Brussel - die tot 1809 verantwoordelijk was voor de (her)ijk in het gehele departement van de Dyle (afb. 2; [6]). In 1809 werd het departement opgesplitst in drie ijkarrondissementen: Brussel, Leuven en Nijvel [5] die - voor zover wij weten - tot na 1830 niet meer wezenlijk van vorm zijn veranderd. t> het departement Jemappes / de provincie Henegouwen: In de periode vanaf ca. 1801 bestond het departement Jemappes uit drie bestuurlijke arrondissementen: Bergen, Charleroi en Doornik, zie afb. 1 en tabel 1. Uit de gegevens die we tot nu toe hebben gevonden [5] blijkt dat er in 1808 in het departement Jemappes drie ijkers zijn aangesteld, voor elk arrondissement een. Dit suggereert dat het departement in 1808 in drie ijkarrondissementen (Bergen, Charleroi en Door­ nik) is opgesplitst en dat er dus voor de periode ca. 1802-1807 mogelijkerwijs één departementale ijker was met als standplaats Bergen (afb. 2), analoog aan onder andere het departement van de Beide Nethen. Na 1808 zijn de bovengenoemde ijkarrondissementen - voor zover wij weten - tot na 1830 niet wezenlijk meer van vorm veranderd.

3312 Melen & Wegen / september 2007 / No. 139

Omstreeks 1820 was de situatie dus min of meer gestabiliseerd (afb. 3). We zien dat in dat jaar vrijwel elk dan nog bestaand bestuurlijk arrondissement ook een ijkarrondissement was geworden. Ver­ gelijk afb. 3 [ll] met tabel 1, kolommen 4 en 6. De enige uitzondering was Veurne, dat pas in 1826 een zelfstandig ijkarrondissement was geworden, zie hiervoor.

Het oostelijke deel van de Zuidelijke Nederlanden Ook hier zien we dat de ontwikkeling van de ijkarrondissementen in eerste instantie gebaseerd was op het stelsel van bestuurlijke arrondissementen, maar door de jaren heen zit de ontwikkeling van dit deel van de Zuidelijke Nederlanden veel complexer in elkaar dan van het westelijke deel [12]. We hebben tot nu toe de volgende gegevens gevonden (tabel 2):

Periode ca. 1801 - januari (juni) 1814 I> het departement van de Nedermaas: Rond het jaar 1801 was dit departement opgedeeld in drie bestuurlijke arrondissementen: Roermond, Hasselt en Maastricht, zie afb. 1 en tabel 2. In een brief van de gouverneur van de provincie Luik aan de minister van Binnenlandse Zaken, gedateerd 29 december 1817, staat vermeld dat het metrieke stelsel in de departementen van de Nedermaas, Ourthe, Wouden en Samber & Maas is geïntroduceerd op 22 april 1802, dit als uitvloeisel van de wet van 1 Vendemiaire An X (23 september 1801) [6]. In een brief van de gouverneur van de provincie Limburg aan de minister van Binnenlandse Zaken, gedateerd 1 december 1817 [6] staat echter vermeld dat het metrieke stelsel in het departement van de N edermaas op papier is ingevoerd op 4 november 1800 [6]. De invoering van het metrieke stelsel is volgens bovenstaande brief publiekelijk bekend gemaakt in de maand Vendemiaire An X (23 september - 22 oktober 1801), maar het heeft nog tot de maand Vendemiaire An X (23 september - 22 oktober 1802; [6]) geduurd voor het gebruik van de nieuwe maten en gewichten verplicht werd gesteld. In deze brief staat verder vermeld dat het de handelaren en de winkeliers in het departement van de Nedermaas tot en met 1806 was toegestaan hun oude voormetrieke maten en gewichten - mits aangepast aan de nieuwe metrieke waardes - te blijven gebruiken. Hoe men de oude maten en gewichten moest aanpassen aan de nieuwe metrieke waardes en wie de juistheid van het een en ander moest controleren, wordt niet duidelijk gemaakt. In de praktijk betekende dit dan ook dan men gewoon doorging met het gebruik van de voormetrieke maten en gewich­ ten, waardoor er dus van de invoering van het metrieke stelsel tot en met 1806 niets merkbaar was. Uit gegevens afkomstig uit [13] blijkt dat er in 1803-'04 al een ijker was aangesteld in Maastricht. In bovengenoemde brief van 1 december 1817 [6] staat vermeld dat er in 1807 ijkers waren aangesteld in Maastricht, Hasselt en Roermond. Het bovenstaande suggereert dat er vanaf circa 1802 (?) - circa 1807 waarschijnlijk maar één ijker was (met als standplaats Maastricht) die verantwoordelijk was voor de (her)ijk in het gehele departement van de Nedermaas (afb. 2). In 1807 werden er ook ijkers aangesteld in Hasselt en Roermond, waardoor alle drie de bestuurlijke arrondissementen ook een ijkarrondissement werden [6]. In de bovengenoemde brief van Arrondissementen 1 december 1817 staat verder echter ook dat in Luxemburg vanaf 8 decem er 82 Nedermaas zelfs tot en met 1814 weinig tot Bestuurlijke Arr. Luxembourg niets voorstelde [zie ook 14]. Er waren Neufchäteau weliswaar ijkers, maar die hadden amper iets Diekirch te doen en het gebruik van oude maten en Marche gewichten bleef dan ook nog wijdverbreid. Ijk Arr. Men ging er dan in het departement van de IL =Luxembourg Nedermaas vanuit dat met het vertrek van de f = Florenville Fransen ook het metrieke stelsel wel weer !lil = Bastogne zou verdwijnen. Toen dit niet het geval bleek te zijn, zijn er in 1815-' 16 drie nieuwe (Hollandse) ijkers aangesteld voor de ijk­ arrondissementen Maastricht, Hasselt en Roermond. De ijker Ramaeckers uit Roermond heeft echter tot circa 1818 zijn werk niet naar behoren kunnen verrichten omdat vrijwel de gehele inventaris van het ijkkantoor Roermond door zijn (Franse)

Afb. 6 Bestuurlijke arrondissementen versus ijk­ GL-Afb.6d arrondissementen in de provincie Luxemburg op 8 december 1820.

3313 Meten & Wegen I september 2007 I No. 139

GL·lJ.Jx-1830-d Afb. 7 De verdeling van de provincie Luxemburg in herijkgebieden, 1830. IJkgebieden in 1830

voorganger was ontvreemd c.q. verkocht [15]. Co> het departement van de Ourthe: In de periode vanaf ca. 1801 bestond het departement van de Ourthe uit drie be­ stuurlijke arrondissementen: Luik, Hoei en Malmedy / Verviers, zie afb. 1 en tabel 2 [16]. Volgens een brief van de gouver­ neur van de provincie Luik is het metrieke stelsel in het departement van de Ourthe geïntroduceerd op 21 september 1802 ([6], zie het departement van de __ 1839 bij België Nedermaas). Uit andere bronnen [o.a. 16] gevoegd gebied blijkt echter dat van 20 november 1801 tot 3 april 1802 J.J. Dechamps was M. Michaux, MARCHE M. Oeheek, ARLON M. Servals, Luxemburg aangesteld als ijkmeester voor het hele ( 40 - 44 werkdagen, tussen 1 Mei en 23 Juni 1830 ) departement van de Ourthe (afb. 2), hetgeen suggereert dat het metrieke stelsel al in 1801 is ingevoerd. Op 17 april 1802 werd J.J. Dechamps aangesteld als inspecteur van het ijkwezen. In april en juni 1802 werden respec­ tievelijk de ijkkantoren Luik en Malmedy geopend. Het ijkkantoor Luik besloeg van april 1802 tot 1810 de bestuurlijke arrondissementen Luik en Hoei. In 1810 volgde de afsplitsing van het ijkarrondissement Hoei [5 , 16]. Omdat het gebied rond Malmedy circa 1815 (zie hierna) werd afgestaan aan Pruisen, ver­ huisde het ijkkantoor Malmedy toen naar Verviers [5]. Co> het departement van de Samber & Maas: In de periode vanaf ca. 1801 bestond het departement van de Samber & Maas uit vier bestuurlijke arron­ dissementen: Namen, Dinant, Marche en St. Hubert, zie afb. 1 en tabel 2. Volgens een brief van de gouverneur van de provincie Luik is het metrieke stelsel in het departement van de Samber & Maas geïntroduceerd op 21 september 1802 ([6], zie het departement van de Nedermaas), maar het ijkkantoor Namen (stad) is al geopend op 20 juni 1802 [5, 17], hetgeen suggereert dat het metrieke stelsel ook in dit departement wel eens eerder zou kunnen zijn ingevoerd dan gesteld is door de gouverneur van de provin­ cie Luik. Het ijkkantoor Namen (stad) heeft waarschijnlijk gedurende een aantal jaren als ijkkantoor gediend voor het gehele departement van de Samber & Maas (afb. 2). Helaas hebben we voor de periode tot en met 1809 nog geen verdere gegevens gevonden, waardoor het nog niet duidelijk is in welk jaar de IJ an oren man, arc e en moet zijn geweest [17]. Co> het departement van de Wouden: Het departement van de Wouden (de latere provincie Luxemburg) bestond in de periode 1799 - juni 1814 uit de bestuurlijke arrondissementen Bitburg (vóór 1816 bij Duitsland gevoegd), Diekirch, Luxembourg en Neufcháteu, zie afb. 1 en tabel 2 [18]. Het metrieke stelsel is volgens [19] - op papier - ingevoerd in 1796. Volgens een brief van de gouverneur van de provincie Luik is het metrieke stelsel in het departe­ ment van de Wouden echter pas geïntroduceerd op 21 april 1802 (zie het departement van de Nedermaas). Uit een aantal brieven, afkomstig van de onder-prefect van het arrondissement Diekirch [19] blijkt dat­ in ieder geval in het arrondissement Diekirch - het metrieke stelsel tot en met in ieder geval 1805 in de dagelijkse praktijk nog niet was ingevoerd, dit omdat er anno 1805 nog steeds geen ijkstempels en geen ijkstandaarden voorhanden waren. In een brief, afkomstig uit het Rijksarchief Luxemburg [19] en geda­ teerd 23 april 1804 staat vermeld dat dhr. H. Hagen (aangesteld in 1801; [19]) ijker was voor het gehele departement van de Wouden. Deze aanstellingsdatum suggereert dat het metrieke stelsel ook in het departement van de Wouden al eerder (1801) is geïntroduceerd dan gesteld is door de gouverneur van de provincie Luik. Uit een overzicht van de dienstreis van de ijker uit Luxemburg (stad) uit het jaar 1816 (afb. 4) blijkt, dat deze ijker anno 1816 nog steeds verantwoordelijk was voor de (her)ijk in het gehele departe­ ment van de Wouden. Aangezien we geen enkele aanwijzing hebben gevonden dat er buiten Luxemburg (stad) in de periode april 1804 - juni 1814 in het departement van de Wouden meer dan een ijker werk­ zaam is geweest, gaan we er vanuit dat de situatie aangaande de (her)ijk voor de periode april 1804 - juni 1814 hetzelfde is geweest als in de periode 1801 - april 1804 (afb. 2).

3314 Meten & Wegen I september 2007 I No. 139

Departement Bestuurlijke / Provincie Bestuurlijke Bestuurlijke Ijkarrondisse- gerechtelijke arrondisse- arrondissementen menten periode arrondisse- menten 1799-1805 menten periode aug. periode 1822-1830 periode (Frans / periode 1800- (Frans / 1815-1821 [2,3] 1820-1830 Nederlands) aug. 1815 [2, 3] Nederlands) [2,3] [1,6,9] Bruxelles Bruxelles Bruxelles Bruxelles I Brussel La Dyle I Dijle Louvain Brabant Louvain Louvain Louvain I Leuven Nivelles Nivelles Nivelles Nivelles I Nijvel Audenarde I Audenarde Audenarde Tussen 1822 en 1830 was Oudenaarde Eekloo (vanaf de provincie Oost-Vlaan- 1803-nov. deren volgens [3]* niet F1andre In januari 1815 bij L'Escaut I 1814; in nov. orientale I onderverdeeld in arrondis- Gent gevoegd [6, 9] Schelde 1814 bij Gent Oost sementen, maar in 6 dis- gevoegd) Vlaanderen tricten (Gent, Ouden- Gand Gand aarde, Dendermonde, St. Gand l Gent Niklaas, Aalst, Eeklo). Termonde l Termonde Termonde Dendermonde Charleroi Charleroi Tussen 1822 en 1830 was de provincie Henegouwen Charleroi volgens [3]* niet onder- Hainault I verdeeld in arrondisse- Mons I Bergen Jemappes Mons Mons Henegouwen menten, maar in 6 distric- ten (Bergen, Soignies, Doornik, Ath, Charleroi, Tournai Toumai Toumai I Doornik Thuin). Bruges Bruges In 1822-1823 was de pro- Bruges I Brugge Courtrai Courtrai vincie West Vlaanderen Courtrai I Kortrijk volgens [3]* niet onder- Fumes I Vemue Fumes Fumes F1andre verdeeld in arrondisse- (vanaf 1826) occidentale I menten, maar in 12 dis- La Lys / Leie West tricten en van 1824-1830 Vlaanderen in 8 districten (Brugge, Y pres I Ieper Ypres Ypres Koruijk, Yperen, Veume, Ostende, Tielt, Rousse- laere, Dixmuiden). Anvers Anvers Anvers Anvers I Antwerpen Nethes (Deux) Anvers I Malines Malines Malines Malines I Mechelen I Beide Nethen Antwerpen Turnhout Tmnhout Turnhout Tmnhout * De in [3] aangegeven onderverdeling in districten wordt in [2] vreemd genoeg niet vermeld.

Tabel 1 Bestuurlijke indeling van het westelijke deel van de Zuidelijke Nederlanden, periode 1800-1830, versus ijkarrondis- sementen, periode 1820-1830.

De periode (januari) juni 1814 - augustus 1815 Na de ineenstorting van het Franse rijk werd in januari 1814 besloten om de Zuidelijke Nederlanden onder te verdelen in drie bestuurlijke eenheden: het Algemeen Belgisch bestuur, het algemeen bestuur van de Bas-Rhin en het algemeen bestuur van de Rhin-Moyen [12]. In juni 1814 werd dit teruggebracht tot twee bestuurlijke eenheden: het algemeen Belgisch bestuur en het bestuur van de Bas-Rhin en de Rhin-Moyen. Als grens van deze twee bestuurlijke eenheden werd aangehouden de rivier de Maas. Als gevolg van deze bestuurlijke herindeling werd de vorm van de departementen in het oostelijke deel van de Zuidelijke Nederlanden sterk gewijzigd en zien we de volgende departementen ontstaan (afb. 5; [o.a. 5, 12, 20]): I> onder algemeen Belgisch bestuur: • Nedermaas (deel ten westen van de Maas; I), met daarin de ijkkantoren Maastricht en Hasselt; • Ourthe (deel ten westen van de Maas, I1), met daarin geen ijkkantoor; • Samber & Maas (deel ten westen van de Maas, lIl) met daarin het ijkkantoor Namen. I> onder bestuur van het gouvernement van de Bas-Rhin en de Rhin-Moyen: • Maas en Ourthe met daarin de ijkkantoren Roermond, Verviers, Hoei, Luik, Marche, St. Hubert en Dinant (IV); • Wouden met daarin het ijkkantoor Luxemburg (stad) (V). Het departement van de Wouden werd echter wel in grootte gereduceerd tot het gebied ten westen van de rivier de Moezel, terwijl het deel ten

3315 Meten & Wegen / september 2007 / No. 139

Periode ca. 1801-juni 1814 Departement Bestuurlijke arrondissementen IJkarrondissementen Nedermaas t Maastricht (vanaf 1802?), Roelmond Roelmond, Hasselt, Maastricht Meuse Inferieure (vanaf 1807), Hasselt (vanaf 1807) Luik (vanaf 1802), MalmedytVerviers Ourthe Luik, Malmedy, Hoei (vanaf 1802), Hoei (vanaf 1810) Namen (vanaf 1802), Dinant (in of voor Samber & Maas t Namen, Dinant, Marche, St. Hubert 1810), Marche (in of voor 1810), St. Sambre et Meuse Hubert (in of voor 1810) Wouden t Forets Luxemburg, Diekirch, Bitburg, Neufchäteau Luxemburg (stad) (vanaf 1801) Periode juni 1814 - augustus 1815 Departement Bestuurlijke arrondissementen IJkkantoren Gereduceerd tot het deel van het arrondissement Nedermaas t van de Nedermaas ten westen van de Maas + de Hasselt, Maastricht Meuse Inferieure stad Maastricht Bestaat uit de delen van de oude departementen Maas & Ourthe t Roermond, Luik, Verviers, Hoei, Dinant, van de Ourthe, Nedermaas en de Samber & Maas Meuse et Ourthe Marche, St. Hubert ten oosten van de Maas Gereduceerd tot het deel van het arrondissement Samber & Maas I van de Samber & Maas ten (noord)westen van de Namen Sambre et Meuse Maas Gereduceerd tot het deel van het arrondissement Ourthe (geen) van de Ourthe ten westen van de Maas Gereduceerd tot het deel van het arrondissement Wouden I Forets Luxemburg (stad) van de Wouden ten westen van de Moezel Periode augustus 1815 - herfst 1819 Provincie Bestuurlijke arrondissementen IJkarrondissementen Limburg Roermond, Hasselt, Maastricht Roermond, Hasselt, Maastricht Luik Luik, Verviers, Hoei, Marche Luik, Verviers, Hoei, Marche, St. Hubert Namen, Dinant, Philippeville (vanaf Namen Namen, Dinant, Philippeville (vanaf 1816) 1816) Luxemburg, Diekireh, Bitburg (tot 1816), Luxemburg Luxemburg (stad) Neufchäteau Periode herfst 1819 - 1830: de provincies Limburg, Luik en Namen Provincie Bestuurlijke arrondissementen IJkarrondissementen Limburg Roermond, Hasselt, Maastricht Roermond, Hasselt, Maasuicht Luik Luik, Verviers, Hoei Luik, Verviers, Hoei Namen, Dinant, Philippeville (tot en met Namen Namen, Dinant, Philippeville 1828) Periode herfst 1819 - 8 december 1820: de provincie Luxemburg Provincie Bestuurlijke arrondissementen IJkarrondissementen A T f. Luxemburg LJ;, LJJ.'-'J.\..U'-'.l.l, Marche Marche, St. Hubert Periode 8 december 1820 - 1830: de provincie Luxembm"g Provincie Bestuurlijke arrondissementen IJkarrondissementen Bastogne - in 1824 verhuisd naar St. Hubert - St. Hubert in 1828 verhuisd naar Marche Luxemburg Luxemburg, Diekirch, Marche, Neufchäteau Florenville - in 1824 verhuisd naar Arlon Luxemburg stad

Tabel 2 Bestuurlijke arrondissementen versus ijkarrondissementen (ijkkantoren) in het oostelijke deel van de Zuidelijke Nederlanden.

oosten van de Moezel werd afgestaan aan het departement van de Rijn & Moezel [12]. Hiemaast vielen ook nog onder het bestuur van de Bas-Rhin en de Rhin-Moyen: • het departement van de met daarin de ijkkantoren Aix-Ia-Chapelle (Keulen), Krefeld en Kleef; • het departement van de Rijn & Moezel met daarin de ijkkantoren Koblenz en Bonn. Als we afb. 5 vergelijken met afb. 2 is het tevens duidelijk dat met deze herindeling van de departemen- ten ook de onderliggende bestuurlijke arrondissementen en waarschijnlijk ook een groot aantal ijkarron- dissementen een totaal andere vorm moeten hebben gekregen. Hoe deze vorm er precies uitzag, weten we echter nog niet.

3316 Meten & Wegen / september 2007 / No. 139

Jaar Marche st. Hubert Bastogne Florenville Arlon Luxemburg (stad) 1811 ? 1812 1813 ? 1814 1815 1816 P.E.J. 1817 Michaux J.B. Servais 1818 P.J. Suleau 1819 07-12-1820 08-12-1820 1821 P.J. Suleau P.E.J. 1822 Michaux 1823 P.J. Sul eau / J.B. Deheck 1824 1825 P.E.J. 1826 Michaux M. Servais J.B . 1827 Deheck 1828 , P.E.J. 1829 Michaux 1830

Tabel 3 Overzicht van de vestigingsplaatsen van de Luxemburgse (Naamse, Luikse) ijkkantoren met de naam van de ijker die daar werkzaam was, periode 1811-1830.

De periode augustus 1815 - herfst 1819 In augustus 1815 verviel het stelsel van departementen en werd overgegaan op een stelsel van provincies (tabel 2; [1 (afb. 2), 2]). Met de overgang op dit stelsel van provincies werd de situatie als volgt [o.a. 1,5, 19]: • provincie Limburg: drie bestuurlijke arrondissementen die tevens ijkarrondissementen waren: Roermond, Hasselt en Maastricht; • provincie Luik: vier bestuurlijke arrondissementen: Luik, Verviers, Hoei en Marche, maar vijf ijk­ arrondissementen: Luik, Verviers, Hoei, Marche en St. Hubert. We zien hier dus dat het gebied rond Marche en St. H11hert n11 i~ toep-ewezen aan de orovincie Luik en we zien dat het bestuurlijke arrondis- sement St. Hubert niet meer bestaat; dat is velmoedelijk al in 1814 opgesplitst tussen de omringende bestuurlijke arrondissementen Dinant en Marche [5]; • provincie Namen: had nog maar twee bestuurlijke arrondissementen die tevens ijkarrondissement waren: Namen en Dinant. Circa 1816 kwam hier nog het bestuurlijke arrondissement / ijkarrondissement Philippeville bij (afb. 3; [5, 6]); • provincie Luxemburg: tot 1816 vier bestuurlijke arrondissementen: Diekirch, Luxemburg, Bitburg en Neufchäteau; daarna teruggebracht tot drie: Bitburg werd aan Pruisen toegewezen; maar slechts één ijk­ arrondissement dat de gehele provincie besloeg (afb. 2 en 4). In feite was dit dus weer de situatie van vóór 1814, met als enige verschillen dat: • het gebied rond Marche en St. Hubert nu bij de provincie Luik behoorde; • er een klein gebied ten noorden van Roermond was toebedeeld aan de provincie Limburg; • het gebied rond Philippeville was toebedeeld aan de provincie Namen; • het oostelijke deel van het departement van de Meuse & Ourthe (rond Malmedy) nu was afgestaan aan Pruisen (vergelijk [1, afb. 1] met [1 , afb. 2]). Hiemaast werden ook de departementen van de Roer en de Rijn & Moezel toegewezen aan Pruisen.

Helfst 1819 In de herfst van 1819 werd het gebied rond Marche en St. Hubert van de provincie Luik toegewezen aan de provincie Luxemburg (tabellen 2 en 3; [18]), met als gevolg dat ook de ijkkantoren Marche en St. Hubert vanaf dat moment bij de provincie Luxemburg gingen behoren. Verder veranderde er tot 1830 buiten de provincie Luxemburg niet veel meer. Ieder nog bestaand bestuurlijk arrondissement was

3317 Meten & Wegen I september 2007 I No. 139

Ijkarrondissement Tabel4 Indeling van de Luxemburgse ijkarrondissementen in kan­ Luxemburg Bastogne Florenville tons, 8 december 1820. Luxemburg (stad) Bastogne Florenville Eisch Wiltz Virton Mersch Hosingen Etalle ca. 1820 tevens een ijkarrondissement geworden (afb. 3). Diekirch Houffalize Neufchäteau Alleen werd in 1828 het ijkarrondissement Philippeville Echtemach Laroche Bouillon bij dat van Dinant gevoegd [7]. Grevenmacher Bertrix Rernich Marche De provincie Luxemburg na de herfst van 1819 Hesperange St. Hubert 8 december 1820 Esch-sur-l' Alzette In een brief van het Luxemburgse gouvernement aan de Messancy minister van Binnenlandse zaken [6] staat vermeld dat op Arlon 8 december 1820 de ijkkantoren Marche en St. Hubert Ospem moesten verhuizen naar respectievelijk Bastogne en Florenville (afb. 3 en 6; tabellen 2 en 3; [6]). Naast deze verhuizing werd een deel van het grondgebied van het ijkarrondissement Luxemburg (stad) toegewezen aan de ijkarrondissementen Bastogne en Florenville (vergelijk afb. 2 en 4 met afb. 6). In afb. 6 wordt de verhouding tussen de bestuurlijke arrondissementen Diekirch, Luxembourg, Neufchäteau en Marche en de ijkarrondissementen Luxemburg (stad) (nu Luxemburg), Bastogne (nu België) en Florenville (nu Frankrijk) op 8 december 1820 gegeven. Uit afb. 6 blijkt duidelijk dat de Luxemburgse ijkers zich bij het vaststellen van de grenzen van de ijkarrondissementen op 8 december 1820 niets hebben aantrokken van de grenzen van de bestuurlijke arrondissementen. Uit een vergelijking tussen afb. 3 en 6 blijkt verder dat de grenzen van de bovengenoemde ijkarrondissementen zoals gegeven in afb. 3 [11] anders zijn dan in afb. 6. Omdat de grenzen van de ijkarrondissementen (afb. 6) gebaseerd zijn op gedetailleerde gegevens afkomstig uit [18] gaan we er dan ook vanuit dat dit de juiste grenzen van de ijkarrondissementen zijn.

Periode tot 1830 In de periode tot 1830 vonden er nog diverse verhuizingen plaats [1, 18]: I> ijkkantoor Luxemburg (stad) bleef gewoon een ijkkantoor tot na 1830 (tabel 2 en 3), maar de grootte van het ijkarrondissement Luxemburg is in de loop der jaren nog verder veranderd (zie hierna, bij Florenville). I> ijkkantoor Bastogne, in 1824 verhuisd naar St. Hubert. In 1828 werd ijkkantoor St. Hubert op ver­ zoek van de ijker verhuisd naar Marche (tabel 2 en 3). Zowel St. Hubert als Marche liggen in het ijk­ arrondissement Bastogne, zoals we dat kennen vanaf 8 december 1820 (tabel 4, kolom 2). In [7] wordt echter voor de periode 1825-1828 niet het ijkarrondissement Bastogne, maar wel het ijkarrondissement St. Hubert genoemd. Deze gegevens kunnen op twee manieren worden uitgelegd: • het ijkarrondissement Bastogne is vanaf 8 december 1820 niet zozeer van grootte veranderd, maar alleen de vestigingsplaats van het ijkkantoor is om de paar jaar gewijzigd en het ijkarrondissement werd • .. • .. r"71 • . rmrl",,. rl", nl.,.,tco u , .,.,,. h",t ÖÖ],..],...,,,tr.r.,. iarl u. Uv aUUlUu~LL~LL~ ,~u "~L 'J'" ~L~U l J b r -J 0 - 0 was; • het ijkarrondissement Bastogne is met de verhuizing naar St. Hubert toch van grootte veranderd en heeft daarom een andere naam gekregen. De eerste oplossing lijkt ons de meest logische, maar of dit ook de juiste oplossing is, kunnen wij bij gebrek aan eenduidige gegevens helaas nog niet vaststellen. I> ijkkantoor Florenville is in 1824 verhuisd naar Arlon (tabel 2 en 3). In 1820 behoorde Arlon echter nog tot het ijkarrondissement Luxemburg (tabel 4, kolom 1), hetgeen betekent dat er tussen 1820 en 1824 een herindeling van de ijkarrondissementen Luxemburg en Florenville moet zijn geweest.

1830 In afb. 7 is een overzicht gegeven van de herijkgebieden in het jaar 1830, waarvan de grenzen zo te zien door het trekken van een aantal vrij willekeurige lijnen zijn vastgelegd. Een vergelijking tussen afb. 6 en 7 laat verder duidelijk zien dat de herijkgebieden anno 1830 totaal verschillend zijn van die van anno 1820. In zijn totaliteit lijkt het er dan ook op dat de metrologische indeling van het departement van de Wouden / de provincie Luxemburg en de omliggende delen van de provincies Luik en Namen - tot 1830 - werd bepaald door: • het feit dat er maar één ijkkantoor was: Luxemburg (stad), 1800-1819; • de departementale / provinciale herindelingen van juni 1814, augustus 1815 en de herfst van 1819; • hier bovenop komen nog de persoonlijke voorkeuren van de Luxemburgse ijkers (8 december 1820 tot na 1830) die duidelijk geen rekening wilden houden met enige bestuurlijke indeling van het departe­ ment / de provincie. , 3318 Meten & Wegen I september 2007 I No. 139

Bronnen: [1] A.H. Damman, G. Linkenheil. lH. Tieleman, G. De Vleeschouwer, M. Tiroul (2005). Grensverschuivingen tussen België, Nederland, Luxemburg en Frankrijk, periode 1792 - ca. 1840 en hun metrologische conse­ quenties. [2] S. Vrielinck (2000). De ten'itoriale indeling van België (1793-1963): bestuursgeografisch en statistisch repertorium van de gemeenten en de supracommunale eenheden (administratief en gerechtelijk) met de officiële uitslagen van de volkstellingen. Volume 1-3. Leuven, Universitaire Pers Leuven. [3] Anoniem (1815-1830). Staatsalmanak van het Koninkrijk der Nederlanden. Den Haag en Amsterdam, Gebroeders Van Cleef. [4] Anoniem (1800-1814). Bulletin des lois de la République Française. Paris, l'Imprimerie de la République. [5] T.J. Dangis (2006). Met gewicht en met maat. Het decimaal stelsel in de Zuidelijke Nederlanden. [6] Anoniem (1816-1823). Stukken betreffende organisatie en personeel van de dienst maten en gewichten in de verschillende provinciën. Inventaris van het archief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken; Maten en gewichten, 1805-1862. Algemeen Rijks Archief, Den Haag, inv.nr. 2.04.53.17/23-31. [7] IJkwezen Nederland (1825-1864). Staten van het aantal arrondissements- en adjunct-ijkers, met vermelding van het bedrag van de door hen ontvangen ijklonen en de uitgaven. Algemeen Rijks Archief, Den Haag, inv.nr. 2.06.080/274. [8] Anoniem (1800-1830). Maten en gewichten. Archief van het departement van de Twee Neten en van de provincie Antwerpen. Rijksarchief Antwerpen, blok J, inv.nr. 357-359 en 366. [9] GJ.c. Nipper (2004). 18 Eeuwen meten en wegen in de Lage Landen. Walburg Pers, Zutphen. [10] Anoniem (1808). Recueil des Arrêtés, Décisions, Lettres et Autres Actes de la préfecture du Département de la Lys, Tome V. Brugge, G. De Busscher-Marlier. [11] G.J.c. Nipper (1995). Meten & wegen; een omwenteling. 1820: de invoering van het metriek stelsel in Nederland. NMi Museum IJkwezen, Delft. [12] Anoniem. Les Pays-Bas Méridionaux. Website www.histoire-empire.org/departements. [13] Anoniem (1796-1813). Ingekomen brieven, stukleen en minuten van uitgaande brieven betreffende 'poids et mesures' in het departement van de Nedermaas. Rijksarchief Limburg, Frans archief, inv.nr. 2486-2487. [14] J.M.A. Maenen (2002). De invoering van het metrieke stelsel in Nederland tussen 1793 en 1880. [15] Anoniem (1817-1818). Organisatie van de maten en gewichten te Roermond. Inventaris van het archief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken; Maten en gewichten, 1805-1862. Algemeen Rijks Archief, Den Haag, inv.nr. 2.04.53.17/35. [16] L. Radoux (2004). Introduction au Système métrique dans Ie département de l'Ourthe (1795-1814). Editions CEFAL, Liège. [17] Anoniem (1810-1813). Memoreal administratif du département de Sambre et Meuse. [18] Anoniem (1800-2000). Memorial (Luxemburg). Imprimerie de la Cour, Victor Buck, Luxembourg. [19] Anoniem (1800-1815). Poids et mesures. Rijksarchief Luxemburg, administration et comptabilité commu­ nale, inv.nr. B-53 en B-54. [20] A.H. Damman, G. Linkenheil en G. De Vleeschouwer (in voorbereiding, voor 'METEN & WEGEN'). Zuid- "T . .J . .J . • rI . D.

3319