Patronen Van Communicatie En Hun Organisatorisch Verband Bij De Landbouwvoorlichting in Suriname Verslagenvan Landbouwkundige Onderzoekingen 864 G
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Patronen van communicatie en hun organisatorisch verband bij de landbouwvoorlichting in Suriname Verslagenvan Landbouwkundige Onderzoekingen 864 G. Kalshoven VakgroepAgrarische sociologievan de niet-westerse gebieden, Landbouw hogeschool, Wageningen Patronen van communicatie en hun organisatorisch verband bij de landbouwvoorlichting in Suriname with summary: Agricultural extension in Surinam: communication patterns and their organizational structure Centrumvoor landbouwpublikaties en landbouwdocumentatie Wageningen — 1977 -zo£> te\\Z / i^r i ••/;< ISBN 90 220 0 625 5 De auteur promoveerde op 4 maart 1977 aan de Landbouwhogeschool te Wageningen op een gelijkluidend proefschrift tot doctor in de landbouwwetenschappen. © Centrum voor landbouwpublikaties en landbouwdocumentatie, Wageningen, 1977. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced or published in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publishers. Abstract Kalshoven,G . (1977) Agricultural extension in Surinam: communication'patterns and their organiza tional structure. Agric. Res.Rep .(Versl .landbouwk . Onderz.) 864, ISBN 90 220 062 5 5, (x)+ 181p . 24 tables, 6figs. 2 maps , 165refs , Eng.summary . Also: Doctoral thesis,Wageningen . This empirical research in Surinam was designed to study socio-economic variables that influence communication and change resulting from extension work in two rural areas.-The study focusses on environmental factors that may accelerate or retard the adoption of innovations by small rice farmers. It was found that farmers operating within an irrigated area were more inclined to employ new practices for rice cultivation than those within anare a lacking such facilities. Farmers of different ethnic origin contrasted sharply in communication behaviour with extension workers.Th e hypothesis that farmers with large holdings (8-20 ha) make more use of information sources than smallholders (1-2 ha) could be extended to a hypothesis on socio-economic status. A separate study of internal communication within the extension service showed that little useful knowledge reached the fieldworker isolated on the periphery of hisorganization . Agoa l displacement had taken place, whereby the collection of agricultural data predominated over advisory work with farmers. The communication network with the agricultural station did not function because of perceived differences in educational level,tas k componentsan d work conditions. Theautho r specified a number of recommendations on organizational change within the agency concerned. Woord vooraf Na voltooiing van deze publikatie zou ik graag mijn bijzondere erkentelijkheid willen uiten jegens de volgende personen en instellingen, die ieder op eigen wijze een bijdrage hebben geleverd bij deto t stand koming er van: — prof. dr. R.A .J .va nLier , diemi ji n degelegenhei d heeft gesteld het onderzoek naard e landbouwvoorlichting in Suriname te ondernemen. Zijn voorstel het onderzoek te richten op de omstandigheden waaronder delandbouwer s hunbedrij f uitoefenen eno pd e roldi e de voorlichters vervullen bij de beoogde landbouwontwikkeling is zeer waardevol ge bleken; — prof. dr. ir. A.W .va n den Ban,va nwi e vele adviezen werden ontvangen, zowel bijd e opzet vanhet onderzoek alstijden s de fase vanuitwerking . Zijn speciale belangstelling voor decommunicati e van vernieuwingen in delandbou w bleek uit degedetailleerd e notities bij de verschillende versiesva n deze publikatie. — prof. drs. A.A .Kampfraath , die waardevolle opmerkingen heeft gemaakt met betrek king tot deorganisatorisch e aspecten vand e studie; — het Ministerie van Landbouw, Veeteelt enVisseri j te Paramaribo eni nhet bijzonder de medewerkers van de Afdeling Landbouwvoorlichting, voor de verleende medewerking tijdens de veldwerkperiode; — de landbouwers van de districten Nickerie, Suriname enCommewijn e voor hun bereid heid deel te nemen aanhe t onderzoek; — de heer M.Keuls , voor zijn waardevolle hulp bij deverschillend e wiskundig-statistische bewerkingen van het onderzoekmateriaal, speciaal met betrekking tot de clusteranalyse; — de medewerkers van de vakgroep agrarische sociologie vand eniet-westers e gebieden en die van andere vakgroepen vand e Landbouwhogeschool, inhet bijzonder ir.J . T. Sital,ir . J. vanHuis ,dr .ir .N .G . Röling,J . W.t e Kloeze en P.Holleman . Inhoud 1 Inleiding enprobleemstelling 1 1.1 Omvangva n het onderzoek 2 1.1.1 Niveau van analyse 3 1.2 Aanleiding tot het onderzoek in Suriname 4 1.3 Indeling van de publikatie 5 2 Situatieschets vande Surinaamse landbouw 6 2.1 Historische achtergronden 6 2.1.1 Opkomst van de bevolkingslandbouw 6 2.2 Samenstelling van de bevolking 8 2.3 Huidige vormen vanlandbou w 9 2.3.1 Bedrijfsomstandigheden 10 2.3.2 Gewassen 12 2.3.3 Afzet 12 2.3.4 Ontwikkelingsplannen 13 2.4 Overheid en landbouwvoorlichting 15 2.4.1 Organisatievorm van de landbouwvoorlichting 16 2.4.2 Opkomst van de landbouwvoorlichting 19 2.4.3 Verdere ontwikkeling 21 3 Algemene beschouwingen en theoretische oriëntering 23 3.1 Inleiding 23 3.1.1 Hoofdstukindeling 24 3.2 Organisatorische opzet en structurering 25 3.2.1 Taakomgeving 27 3.3 Doel en doelverandering 28 3.3.1 Doelverandering 30 3.3.2 Doelverschuiving 30 3.4 Verhouding tussen instantie en publiek 31 3.4.1 Heterogeen taakdomein en homogene taaksegmenten 32 3.4.2 Spanningsveld tussen organisatie en publiek 34 3.5 Het communicatie- en verspreidingsproces 35 3.5.1 Sociaal en economisch milieu 38 3.5.2 Leiderschap 40 3.5.3 Fysieke omgeving 42 3.6 Positie, taak en rol van de voorlichter 43 3.6.1 Brugfunctie 44 3.6.2 Rolverwachtingen 46 3.6.3 Perifere positie van de voorlichter 47 3.7 Interne communicatie 48 3.7.1 Gedecentraliseerde besluitvorming en werkwijze 51 3.7.2 Belang van opleidingen 51 4 Onderzoeksopzet en methoden 54 4.1 Oriëntering 54 4.2 Hypothesen met betrekking tot het communicatie- en innovatie proces 55 4.2.1 Sociaal-culturele factoren 55 4.2.2 Variabelen van sociaal-economische aard 56 4.2.3 Fysisch-geografische omstandigheden 57 4.3 Veronderstellingen met betrekking tot de communicatie binnen de voorlichtingsdienst 57 4.3.1 Doel en doelverschuiving 58 4.3.2 Communicatie 58 4.4 Gebiedsbepaling en steekproef 60 4.4.1 Gestratificeerde steekproef 61 4.5 De interviews 62 4.5.1 Vragenlijst voor de survey onder de landbouwers 62 4.5.2 Uitvoering van de survey 63 4.5.3 Vragenlijst voor de interviews met de voorlichters 64 4.5.4 Het interviewen van de voorlichters 65 5 Patronenvan communicatie en vernieuwingin twee landbouwgebieden 67 5.1 Degebiede n van onderzoek 67 5.1.1 West-Suriname 67 5.1.2 Midden-Suriname 70 5.2 Analyse van onderzochte variabelen 72 5.3 Communicatie en vernieuwingstendenzen in West-Suriname 72 5.3.1 Contactvariabelen en attituden 72 5.3.2 Etnische achtergrond 75 5.3.3 Ontvangen bedrijfsbezoek 76 5.3.4 Bedrijfsfactore n 78 5.3.5 Bezoek aan grote rijstbedrijven 79 5.3.6 Achtergrondsvariabelen 79 5.3.7 Toepassing van een nieuw rijstras 80 5.3.8 Nieuwe plantmethode 82 5.3.9 Andere adoptievariabelen 83 5.3.10 Resterende variabelen 84 5.3.11 Coöperatievorming 85 5.3.12 Waterschappen 86 5.3.13 Kredietvoorziening 87 5.4 Communicatie en het achterblijven van vernieuwingen in Midden- Suriname 88 5.4.1 Invloed van de etnische herkomst 88 5.4.2 Attituden 89 5.4.3 Beeld van het voorlichtingswerk 90 5.4.4 Statusvariabelen en de invloed van de stad 91 5.4.5 Schoolopleiding 93 5.4.6 Het achterblijven van vernieuwingen 93 5.4.7 Vernieuwingsmogelijkheden en irrigatie 96 5.4.8 Onbenutte bedrijfsfactoren 96 5.5 Samenvatting 98 6 Het organisatorisch verbandvan de landbouwvoorlichting 100 6.1 Doel en werkwijzen van de voorlichting 100 6.1.1 Doelstellingen 100 6.1.2 Werk en doelverschuiving 102 6.1.3 Methoden van voorlichting 104 6.1.4 Gebruikte hulpmiddelen 106 6.2 Communicatie binnen de voorlichtingsdienst 107 6.2.1 Neerwaartse communicatie 108 6.2.2 Cursussen 109 6.2.3 Vakliteratuur 109 6.2.4 Lezingen 110 6.2.5 Opwaartse communicatie 111 6.2.6 Rapporten 111 6.2.7 Mondelinge communicatie 113 6.2.8 Werkbezoeken 114 6.2.9 Horizontale communicatie 115 6.3 Betrekkingen met andere instellingen 116 6.3.1 Verschillen tussen onderzoekers en voorlichters 116 6.3.2 Communicatie met het landbouwproefstation 118 6.3.3 Interne berichtgeving 119 6.3.4 Organisatorische structurering 120 6.3.5 Betrekkingen met andere overheidsdiensten 121 6.4 Rol van de voorlichter 123 6.4.1 Werkervaring en ondervonden moeilijkheden 124 6.4.2 Voldoening in het werk 126 6.5 Samenvatting 126 7 Conclusies enaanbevelingen 129 7.1 Landbouwvoorlichting en taakomgeving 129 7.2 Informatie en dienstverlening 131 7.3 Doelverschuiving en heroriëntatie 132 7.4 Interne communicatie 134 7.5 Landbouwkundig onderzoek en voorlichting 137 7.6 Toekomstig onderzoek 138 Summary 140 Bijlagen 143 Literatuurlijst 177 1 Inleiding en probleemstelling Gedurende de periode volgend op de 2ewereldoorlo g zijn in de meeste ontwikkelings landen pogingen ondernomen de agrarische produktie op te voeren en verbetering te brengen in de levensomstandigheden van de landbouwbevolking. Redenen hiertoe waren niet alleen gelegen in het feit dat 60 tot 80% van de bevolking in de agrarische sector werkzaam was; ook de snelle bevolkingsgroei, het voedselprobleem, de geringe opname capaciteit van de industriële sector en de daarmee samenhangende groei van de werkloos heid maakten het noodzakelijk speciale aandacht te besteden aan de rurale ontwikkeling (Hunter, 1969). Bij wijze van zeer algemene maatregel werden hiertoe diensten en instellingen in het leven geroepen, die een min of meergespecialeerd e taak kregen bij het op gangbrenge n vand e beoogde ontwikkeling.1 Werd de noodzaak onderkend tot een versnelde ontwikkeling van de landbouw te komen, de doelstelling, richting en vormgeving van deze ontwikkeling waren verre van duidelijk.