C 207/2 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 3.7.98

Mededeling van een registratieaanvraag in de zin van artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongs- benamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

(98/C 207/02)

Naar aanleiding van deze mededeling kan bezwaar worden aangetekend op grond van artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 2081/92. Elk bezwaar tegen deze registratieaanvraag moet via de bevoegde autoriteit van een lidstaat binnen zes maanden na deze mededeling worden inge- diend. De mededeling houdt verband met de hiernavolgende gegevens, met name punt 4.6, die de reden zijn voor de registratieaanvraag in de zin van Verordening (EEG) nr. 2081/92.

VERORDENING (EEG) Nr. 2081/92

REGISTRATIEAANVRAAG: ARTIKEL 5

BOB (x)ÚÚBGA (Ú)

Nationaal nummer van het dossier: 1 EL/97

1. Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam: Ministerie van Landbouw, Directoraat Wetgeving en juridische aangelegenheden Adres:ÙAcharnon 2, GR-10176 Athene Tel.: (0030-1) 524Ø89Ø40 Fax: (0030-1) 524Ø89Ø40

2. Aanvragende groepering:

2.1.ÙName: Verplichte coöperatie van saffraanproducenten van

2.2.ÙAdres: GR-50010 (Kozani)

2.3.ÙSamenstelling:ÙProducenten/verwerkers (x), 1Ø500 { 1Ø600 saffraanproducenten (statu- ten nr. 16346 van 20 mei 1971)

3. Productcategorie: Klasse 1.8 — Andere producten van bijlage II (specerijen enz.)

4. Overzicht van het productdossier

(Samenvatting van de in artikel 4, lid 2, voorgeschreven gegevens)

4.1. Naam: Krokos Kozanis.

4.2. Beschijving: De krokus is een knolgewas van de lissenfamilie (Iridaceae). De bolvor- mige vlezige bloembol heeft een diameter van 2 { 3 cm en grijsbruine vliezige rokken. De bloemen (een tot drie uit elke bol) bloeien van oktober tot november en vormen kleine opstaande kelken, die zich na enkele uren openen en hun oorspronkelijke vorm verliezen.

De kelken bestaan uit:

—Ùzes donkerblauw-paarse kroonbladeren die 4 { 5 cm lang en ongeveer 1 cm breed zijn;

—Ùdrie gele meeldraden;

—Ùde stijl, met drie stempeltakken, 3.7.98 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 207/3

—Ùen een klein, driehokkig vruchtbeginsel dat vele bruine ronde zaadjes bevat.

De stempeltakken, die ook het geneeskrachtige bestanddeel van de plant vormen, heb- ben een glinsterende oranje tot rode kleur en zijn, samen met het stijlgedeelte, 40 { 50 mm lang; bovenaan zijn ze getand en door hun gewicht buigen ze omlaag, vaak buiten de bloemkelk. De krokus wordt vooral geteeld voor de oranjerode stempels van de bloem (de drie stijlen van de stamper) en in de tweede plaats voor de drie gele meeldra- den. De hieruit geproduceerde saffraan heeft vele uiteenlopende gebuiksmogelijkehe- den: in de farmaceutica, de banketbakkerij en de keuken, voor het bereiden van kaas, deegwaren en drank, en zelfs in de schilderkunst.

4.3. Geografisch gebied: De enige streek in Griekenland waar krokussen worden geteeld, is nomos Kozani, en meer bepaald de volgende gemeenten: Agia Paraskevi, , Amig- dalia, Ano Komi, , Vathilakos, Imera, Kaisaria, Kapnochori, Kariditsa, Kato Komi, Kerassia, Kipos, Kozani, Kila, Kilada, Kodovouni, Krokos, , Lefkovrisi, Lefkopigi, Mavrodendri, Mesiani, Milia, Mikrovalto, Ksirolimni, , , Protochori, Ptelea, Pirgos, , Rimnio, Sparto, Stavroti, Trigoniko en Chromio. Vandaag worden krokussen geteeld op een oppervlakte van 1Ø000 ha, d.i. 1Ø% van het hele landbouwareaal van de nomos. De krokus wordt er sinds vele jaren systematisch verbouwd.

4.4. Bewijs van oorsprong: De naam ,,krokos’’ (krokus, saffraan) komt van het Griekse woord ,,kroki’’ (inslagdraad; de draad die met de weefspoel door de schering wordt geslagen). Het woord ,,krokos’’ komt, als zodanig of in afleidingen (,,krokinos’’: saf- fraan-.Ø.Ø.; ,,krokovaptos’’ en ,,krokoñssa’’: saffraankleurig enz.), al voor in de oudste teksten ter wereld. Zo treffen we ,,krokos’’ als parfum en bloem aan in het boek Spreu- ken en in het Hooglied (het Oude Testament). Verder vinden we het woord ,,krokos’’ in de betekenis van plant of van de daarvan afgeleide kleurstof terug in teksten van Homeros (in hymne 178 aan Demeter spreekt hij over de korkusbloem), Sofokles, Theofrastos, Aristofanes, Hippokrates enz. De krokus als plant was, met zijn eigen- schappen (als kleurstof, geneesmiddel, kruid of specerij) zowel in het oude Griekenland als bij andere oudere volkeren bekend. Volgens sommigen werden in Griekenland reeds krokussen geteeld in de mesominoõsche periode. Dit standpunt wordt gestaafd door een muurschildering van de periode (1600 voor Christus) met als titel ,,de krokusverzame- laar’’, die in het paleis van Knossos op Kreta is gevonden en een jonge mannelijke (volgens anderen vrouwelijke) aap voorstelt die krokusbloemen in een mand verzamelt. Voorts wordt gezegd dat de Grieken zowel in de Macedonische als in de Byzantijnse periode krokussen kweekten en dat deze teelt in het Oosten bekend is geworden door de veldtocht van Alexander de Grote.

De huidige krokusteelt in het genoemde gebied van de nomos Kozani bestaat al sinds de XVIIe eeuw na Christus. De gevolgde teeltmethode, de specifieke bodem en het klimaat van de streek en de gespecialiseerde teeltkennis dragen bij tot de uitstekende kwaliteit en de bijzondere kenmerken van de daar gekweekte krokus.

4.5. Werkwijze voor het verkrijgen van het product

1. Oogst

De bloemen, die half oktober beginnen uit te komen, worden door groepen plukkers, meestal vrouwen, in schorten of manden verzameld. De oogst wordt in grote korven naar de huizen gebracht.

Deze vermoeiende arbeid, waarvoor een zekere vaardigheid nodig is, wordt verricht van zonsopgang tot zonsondergang; de oogstperiode duurt 20 { 25 dagen.

In de huizen spreiden twee andere personen de bloemen in dunne lagen uit op een speciale tafel. Door luchtcirculatie — nu opgewekt met behulp van elektrische ventila- toren — scheiden ze de kroonbladeren van de meeldraden en de stempels. C 207/4 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 3.7.98

2. Drogen — sorteren

Het drogen van de stempels is de belangrijkste en meest delicate werkzaamheid. Het vereist ervaring, grote oplettendheid en know-how. Als ze behoorlijk zijn gedroogd, behouden ze hun typische eigenschappen (kleur en parfum), terwijl de kwaliteit ervan verbetert, zonder dat ze hun kleur of ethersiche olie verliezen.

De verse stempels worden in dunne lagen op een frame met ijzeren of zijden bedrading gelegd. De frames worden in grote, goed geventileerde en verwarmde kamers gelegd om te drogen. Na het drogen worden de rode stempels gescheiden van de gele meel- draden, het stuifmeel en de andere aanwezige deeltjes.

Deze handarbeid neemt 20 tot 60 dagen in beslag.

Ten slotte worden de gedroogde stempels en meeldraden afzonderlijk in recipiñnten geplaatst, klaar voor levering.

3. Inzameling en opslag

De inzameling gebeurt onmiddellijk na het drogen, het sorteren en het schoonmaken en moet overeenkomstig de statuten van de coöperatie eind maart beñindigd zijn.

Bij de levering, in een daartoe bestemde ruimte van de coöperatie, wordt een kwaliteits- controle verricht waarbij het vochtgehalte wordt gemeten; bij een te hoog vochtgehalte kunnen zich immers micro-organismen ontwikkelen (schimmels), waardoor verrotting optreedt. Alleen leveringen met een vochtgehalte tussen 8 en 11,5Ø% worden aanvaard.

Vervolgens wordt een tweede kwaliteits- en sanitaire controle verricht op vreemde ma- terialen (kleuren, steentjes, andere kruiden, bladeren, vezels enz.). Als die worden aan- getroffen, worden ze verwijderd. Als de saffraan een aanzienlijke hoeveelheid stuifmeel bevat, wordt hij gezeefd. Na het zeven wordt hij naar herkomst gewogen waarop de productieleider een ontvangstbewijs met kwaliteitsaanduiding afgeeft.

Ook bij de standaardisatie wordt de saffraan op vreemde stoffen gecontroleerd. Het personeel voert telkens een nauwgezette visuele controle uit op de zeer kleine hoeveel- heden die het verpakt.

4. Verpakking

De saffraan wordt in metalen recipiñnten van 3 kg of in plastic vaten van 12 kg ver- pakt, die nadien in een koelkamer worden geplaatst waar ze bij een temperatuur van 5&C worden bewaard.

Voorts worden kleine hoeveelheden in verpakkingen van 1, 2, 4 en 28 g verhandeld. Deze saffraan wordt als specerij voor verschillende voedselbereidingen gebruikt.

Daarnaast worden nog veel kleinere hoeveelheden in poedervorm op de markt ge- bracht. Nadat in een droogtoestel het nodige vocht is onttrokken, worden de saffraan- draden in een molen geplet.

Het poeder wordt nadien met behulp van een speciale verpakkingsmachine in zakjes van 0,25 tot 1 g verpakt.

4.6. Verband: Het product dankt zijn eigenschappen aan de specifieke bodem en het speci- fieke klimaat van de streek (de bodem heeft een middelmatige vruchtbaarheid, wordt goed bewerkt, is licht en gedraineerd; het klimaat is gematigd warm) en aan de teelt- technieken en traditionele methoden die de producenten van deze streek toepassen. De krokusteelt is een van de belangrijkste productietakken van de streek en speelt een belangrijke rol in de economie van het productiegebied en van de wijdere omgeving (nomos Kozani). 3.7.98 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 207/5

Verder is deze traditionele teeltmethode zo essentieel voor de bodembewerking en de instandhouding van het natuurlijke milieu, dat ze door de eeuwen heen een onafschei- delijk onderdeel van het dagelijkse leven van de bewoners van het gebied is geworden.

4.7. Controlestructuur

Naam: Bestuur van de nomos Kozani, Directoraat Landbouw Adres:ÙAdministratief gebouw, GR-50100 Kozani.

4.8. Etikettering: Op de verpakking moet de vermelding ,,Krokos Kozanis, BOB’’ worden aangebracht, alsook de in artikel 4, lid 7, van presidentieel besluit nr. 81/93 bedoelde vermeldingen.

4.9. Nationale eisen: De algemene bepalingen van presidentieel besluit nr. 81/93 betreffende de productiemethode van producten met een BOB of een BGA zijn van toepassing.

EG-nummer: GR/00048/97.07.09. Datum van ontvangst van het volledige aanvraagdossier: 25.2.1998.

Mededeling van een registratieaanvraag in de zin van artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongs- benamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

(98/C 207/03)

Naar aanleiding van deze mededeling kan bezwaar worden aangetekend op grond van artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 2081/92. Elk bezwaar tegen deze registratieaanvraag moet via de bevoegde autoriteit van een lidstaat binnen zes maanden na deze mededeling worden inge- diend. De mededeling houdt verband met de hiernavolgende gegevens, met name punt 4.6, die de reden zijn voor de registratieaanvraag in de zin van Verordening (EEG) nr. 2081/92.

VERORDENING (EEG) Nr. 2081/92

REGISTRATIEAANVRAAG: ARTIKEL 5

BOB (x)ÚÚBGA (Ú)

Nationaal nummer van het aanvraagdossier: —

1. Bevoegde dienst van de lidstaat Naam: Subdirecciön General de Denominaciones de Calidad, Direcciön General de Polòtica Alimentaria e Industrias Agrarias y Alimentarias, Secretaròa General de Agricultura y Alimentaciön del Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentaciön, Espaýa Adres:ÙPaseo de la Infanta Isabel, 1, E-28071 Madrid Tel.: (0034) 913Ø47Ø53Ø97 Fax: (0034) 913Ø47Ø54Ø10