PROGRAMMABEGROTING 2020 Maasgouw leeft!

Programmabegroting 2020

“Maasgouw leeft"

Maasgouw, 24 september 2019

1

Inhoudsopgave Pag.

1. Inleiding 3

2. Planning behandeling Programmabegroting 2020 en kerngegevens 5

3 Programma's 9 3.1 Opbouw programma's 9 3.2 Sociale kracht en cohesie 11 3.3 Woon- en leefklimaat 23 3.4 Economie, arbeid en inkomen 35 3.5 Gemeentebestuur en organisatie 53

4 Financiële overzichten 63 4.1 Algemene dekkingsmiddelen 63 4.2 Overhead 64 4.3 Vennootschapsbelasting 65 4.4 Onvoorzien 66

5 Paragrafen inzake de financiële positie 67 5.1 Inleiding 67 5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 67 5.3 Onderhoud kapitaalgoederen 79 5.4 Financiering 87 5.5 Bedrijfsvoering 93 5.6 Verbonden partijen 103 5.7 Grondbeleid 127 5.8 Lokale heffingen 137

6 Financiële (meerjaren) planning 149 6.1 Programmaplan: baten en lasten per programma 149 6.2 Overzicht incidentele baten en lasten 152 6.3 Financiële foto 2020-2023 155

Bijlagen

B1 Jaarlijks investeringsprogramma (JIP) 2020 en MIP 2021-2023 159 B2 Meerjarig verloop van reserves en voorzieningen 169

2

1. Inleiding

Van Kadernota naar Programmabegroting

Deze Programmabegroting 2020 neemt de door de gemeenteraad vastgestelde Kadernota 2020 als vertrekpunt. In de Kadernota zijn kaders op hoofdlijnen geformuleerd die richtinggevend zijn voor de Programmabegroting. Daarbij zijn de financiële vertrekpunten en algemene richtlijnen voor het begrotingsjaar 2020 beschreven en de doelen en acties voor 2020 binnen het sociaal domein, het fysiek domein, het economisch domein en het organisatorisch domein.

Vanuit de vertrekpunten in de Kadernota is toegewerkt naar een concrete en complete financiële raming voor het jaar 2020 die in deze Programmabegroting is weergegeven. Bij het opstellen van deze Programmabegroting zijn ook de algemene richtlijnen toegepast die in de Kadernota zijn beschreven. De beleidsmatige doelen en acties die binnen de verschillende domeinen voor 2020 worden gepland worden beschreven in hoofdstuk 3 (Programma's).

Ambities, doelen en acties in 2020

Door de gemeente Maasgouw wordt in 2020 doorgewerkt aan de uitvoering van visies en plannen die in de afgelopen jaren zijn vastgesteld. Deze uitvoeringacties leggen een substantieel beslag op de middelen (in financiële en personele zin) die binnen de gemeente beschikbaar zijn, maar worden in de Programmabegroting niet meer expliciet beschreven. Deze Programmabegroting beschrijft alleen de nieuwe doelen en acties voor 2020 en de kosten die daarmee gepaard gaan.

Als per domein wordt ingezoomd op de doelen en acties voor 2020 dan ontstaat een beeld van een gemeente die onverminderd ambitieus is.

Binnen het Sociaal Domein wordt het functioneren van het Sociaal Wijkteam op het werkveld "Zorg en ondersteuning" verder verbeterd. Daarnaast wordt onder meer verder gewerkt aan speerpunten op het terrein van gezondheid, eenzaamheid , armoede, jeugdzorg en scholing. Bovendien is binnen het Sociaal Domein nieuw beleid in ontwikkeling voor sport (incl. sportaccommodaties) en loopt binnen dit domein één majeur project (Verenigingsaccommodatie ) dat in 2020 in een cruciale fase gaat belanden.

Binnen het Fysiek Domein wordt ingezet op het behouden en aantrekken van bewoners voor de dorpen en wordt de regionale structuurvisie Wonen vertaald en uitgevoerd op gemeentelijk niveau. Daarnaast is aandacht voor ontwikkelingen met een grote impact op de fysieke leefomgeving (hoogwatermaatregelen in Wessem en Thorn) en worden voorbereidingen getroffen voor het opstellen van een nieuwe, gemeentebrede omgevingsvisie. Door de gemeente wordt ook intensief meegewerkt aan het opstellen van de Regionale Energie Strategie.

Binnen het Economisch Domein is een maatregelenpakket in voorbereiding dat zowel de regionale als de lokale economie moet versterken. Daarbij wordt regionaal beleid voor werklocaties opgesteld en wordt op lokaal niveau verder gewerkt aan de ontwikkeling van de Nautische Boulevard Wessem. Daarnaast stimuleren we op regionaal niveau innovatie en ondernemerschap (via Keyport 2020) en gaan we ook starten met een lokaal ondernemerschapsprogramma. Op het gebied van Toerisme en Recreatie gaat de gemeente - binnen de kaders van een nieuw regionale visie- verder werken aan de aanpak van vakantieparken en gebiedsmarketing en wordt capaciteit vrijgemaakt om samen met ondernemers nieuwe projecten te ontwikkelen.

3

Binnen het organisatorisch domein loopt de bestuurlijke vernieuwing die in 2018 is ingezet ook in het komende jaar door. Daarnaast geven we invulling aan de gemeentelijk taken op het gebied van openbare orde en veiligheid aan de hand van het Integraal Veiligheidsplan. Op veel beleidsterreinen blijven we in 2020 samenwerken binnen verbonden partijen. Binnen de "moeder"-organisatie werken we door aan het verder verbeteren van de dienstverlening (met bijzondere aandacht voor de website). Daarnaast wordt het traject van organisatieontwikkeling voortgezet en zijn processen gestart die verband houden met het "zaakgericht werken" en "gegevensbescherming (AVG)" en " informatiebeveiliging".

Gezond, vitaal en robuust

"In de komende jaren willen we ambitieniveau en belastingdruk in balans houden, zodat we de gezonde financiële positie van de gemeente kunnen behouden."

De bovenstaande passage uit het Coalitieakkoord 2018-2022 heeft aan de basis gelegen van de algemene richtlijnen in de Kadernota 2020. Daarin staat ook een richtlijn voor de bescherming van de reservepositie van de gemeente Maasgouw omdat we als gemeente ook in de volgende bestuursperioden in staat willen zijn om opgaven aan te pakken die zich gaan aandienen.

In deze Programmabegroting 2020 zijn we er in geslaagd om een goede balans te vinden tussen ambitieniveau en financiële positie. We werken in 2020 binnen alle domeinen aan ambitieuze programma's en om die te kunnen realiseren is slechts een minimale belastingverhoging nodig en kunnen we de gemeentelijke reserves ontzien. Daarbij wordt krachtig ingezet op de opgaven die zich in 2020 aandienen, maar behouden we ook de reserves die nodig zijn om opgaven in de komende jaren aan te pakken.

De Programmabegroting 2020 laat een beeld zien van een gemeente die mensen aanspoort en ondersteunt bij het benutten van hun eigen kracht, die werkt aan de vitaliteit van dorpen, die de kwaliteit van de woon- en leefomgeving waarborgt, die zich inzet voor een sterke economie en die zich richt op het optimaliseren van de gemeentelijke dienstverlening. Tegelijkertijd zien we ook een gemeente die oog houdt voor opgaven die zich op de lange termijn (kunnen) gaan aandienen en die een robuuste financiële positie wil behouden om ook die opgaven krachtig te kunnen aanpakken. Kortom, Maasgouw is én blijft een gemeente met veel levenskracht: Maasgouw leeft!

Indeling van de Programmabegroting

In hoofdstuk 2 wordt de behandelingsprocedure van de Programmabegroting beschreven. Daarnaast is een overzicht van de kerngegevens opgenomen.

In hoofdstuk 3 komt de algemene, beleidsmatige planning (doelen en acties) en de financiële planning (kosten, lasten en baten) voor het begrotingsjaar 2020 per programma samen bij de beantwoording van de volgende vragen: . Wat willen we bereiken? . Wat gaan we daarvoor doen? . Wat gaat dat kosten?

De hoofdstuk 4 t/m 8 (en de bijlagen) zijn voornamelijk van financiële aard. Daarin komen de financiële overzichten, de paragrafen inzake de financiële positie en de financiële meerjarenplanning aan de orde.

4

2. Planning

Planning programmabegroting 2020 Gemeente Maasgouw

Vrijdag 27 september 2019 Aanbieding bij raads- en commissieleden.

Donderdag 10 oktober 2019 (vóór 17.00 uur) De fracties dienen (schriftelijk) hun technische vragen in bij de griffie. Griffie draagt zorg voor verspreiding vragen naar college en overige fracties (via iBabs).

Vrijdag 18 oktober 2019 (vóór 17.00 uur) Beantwoording van de technische vragen via de griffie. De beantwoording wordt in iBabs geplaatst.

Dinsdag 22 oktober 2019 Commissievergadering begroting In deze vergadering is het mogelijk om aanvullende vragen te stellen over de beantwoording van de technische vragen. Het algemeen uitgangspunt is dat ambtenaren de technische vragen beantwoorden. Het college geeft enkel antwoord op politieke vragen.

Dinsdag 29 oktober 2019 (19.30 uur) Informeel Fractie Overleg (IFO) Afvaardiging per fractie: LVM 2, PWM 2, NLM 2, LB, CDA en VVD 3 per fractie. Doel: Aankondigen van mogelijke moties en amendementen op inhoud. Griffie is aanwezig.

Vanaf woensdag 30 oktober Fractie-overleggen (is aan de fracties zelf om dit wel of niet te doen)

Maandag 4 november 2019 (vóór 13.00 uur) Verzenden van de definitieve Algemene Beschouwing, Moties en Amendementen naar de griffie. De griffie zorgt ervoor dat zowel de AB’s, als de M+A klaar staan om deze tijdens de begrotingsvergadering, op het scherm te projecteren en in iBabs te publiceren. Ook wordt er een papieren versie, met schema M+A uitgedraaid om tijdens de vergadering te gebruiken.

Dinsdag 5 november 2019 Begrotingsvergadering

9.00 uur – 9.05 uur Opening en bepaling stemcijfer.

9.05 uur – 12.00 uur De griffie heeft de Algemene Beschouwingen vooraf digitaal ontvangen zodat deze na afloop van het indienen meteen op iBabs geplaatst kunnen worden.

De fracties dienen afzonderlijk hun Algemene Beschouwingen in en geven een toelichting over hun in te dienen moties en amendementen. Iedere fractie krijgt hiervoor maximaal 15 minuten. De spreker wordt niet geïnterrumpeerd. De grootte van de fractie bepaalt de volgorde. Hierna worden de fracties in de gelegenheid gesteld om te reageren op en debatteren over de Algemene Beschouwingen, Moties en Amendementen van de desbetreffende fractie. Ook hier wordt een tijdslimiet aan gekoppeld van max. 15 minuten.

12.00 uur – 13.00 uur Reactie college op Algemene Beschouwingen, Moties en Amendementen

5

13.00 uur 15.30 uur: PAUZE

13.00 uur – 14.30 uur: Intern Fractieoverleg: de fracties trekken zich terug op hun gereserveerde kamer om de reacties van het college en overige fracties op de moties en amendementen te bespreken. Doel: standpuntbepaling over handhaven, intrekken of aanpassen van ingediende moties of amendementen. 14.30 uur – 15.30 uur: Fractievoorzittersoverleg op de griffiekamer. Griffie is aanwezig. Hier schuiven alleen de fractievoorzitters aan. Doel van deze bijeenkomst is de afstemming van de standpunten van de afzonderlijke fracties. Duidelijk moet dan worden of de afzonderlijke fracties de moties handhaven (blijven steunen), intrekken of aan willen passen 15.30 uur – 16.00 uur: Terugkoppeling fractievoorzitters aan de fracties.

HEROPENING VERGADERING

16.00 uur – 17.15 uur Debat tussen de fracties naar aanleiding van de reacties van het college en de andere fracties. Debat over de ingediende moties en amendementen aan de hand van volgorde schema griffie.

Besluitvorming Eerst amendementen (in volgorde van meest financiële impact voor de programmabegroting, dan het raadsvoorstel en vervolgens de moties.

6

Kerngegevens

A. SOCIALE STRUCTUUR 2018 2019 Aantal inwoners per 1 januari 23.697 23.713

van 0 – 4 jaar 885 885

van 5 – 9 jaar 862 903

van 10 - 14 jaar 1.081 1.007

van 15 – 19 jaar 1.348 1.299

van 20 – 64 jaar 13.508 13.472

van 65 – 74 jaar 3.494 3.546

van 75 – 84 jaar 1.878 1.949

85 jaar en ouder 641 652

Aantal inwoners per kern:

Beegden 1.748 1.748

Heel & Panheel 4.451 4.450

Linne 3.602 3.604

Maasbracht & Brachterbeek 6.954 6.930

Ohé & Laak 801 838

Stevensweert 1.669 1.668

Thorn 2.410 2.421

Wessem 2.062 2.054

Aantal uitkeringsgerechtigden per 1 september ingevolge:

- Participatiewet 260 230

- IOAW 20 17

- IOAZ 6 7

- Bijstandsbesluit Zelfstandigen (BBZ ) 4 1

B. FYSIEKE STRUCTUUR Oppervlakte gemeente, waarvan: 5.812 ha Binnenwater 1.245 ha Land 4.567 ha Wegoppervlakte 2,64 km2 Groenoppervlakte (incl. heide en bossen) 3,55 km2

C. FINANCIËLE STRUCTUUR 2019 2020 2019 2020 Totaal (€) Totaal (€) Per inwoner (€) Per inwoner (€)

Uitgaven gewone dienst 56.781.200 56.456.200 2.396 2.381 Opbrengst belastingen en leges 9.683.200 10.408.200 409 439 Algemene uitkering uit gemeentefonds 29.806.000 31.546.700 1.258 1.330 Uitkering deelfonds sociaal domein 3.198.400 3.395.400 135 143 Boekwaarde geactiveerde 110.455.300 106.255.400 4.661 4.481 kapitaalsuitgaven(investeringen) per 1-1 Langlopende leningen per 1-1 28.596.600 32.403.700 1.207 1.366 Reserves en voorzieningen per 1-1 56.692.100 58.351.600 2.392 2.460

7

8

3. Programma’s

3.1 Opbouw van programma’s

De opbouw van deze Programmabegroting wordt bepaald door de opbouw van het Coalitieakkoord 2018-2022. Dat leidt tot een indeling in vier hoofdstukken (hoofdprogramma's):

1 Sociale cohesie (sociaal domein) 2 Woon- en leefklimaat (fysiek domein) 3 Economie, arbeid en inkomen (economisch domein) 4 Gemeentebestuur en organisatie (organisatorisch domein)

Zoals al vermeld in de inleiding staan bij ieder programma drie vragen centraal: . Wat willen we bereiken? . Wat gaan we daarvoor doen? . Wat gaat dat kosten?

Wat willen we bereiken? Bij het beantwoorden van deze vraag wordt per onderwerp beschreven welke maatschappelijke effecten we als gemeente willen bereiken. Uit de beschrijving moet blijken welke voordelen we voor burgers, bedrijven of instanties willen bereiken. Dat wil zeggen dat we niet beschrijven welke "output" (diensten, producten of documenten) we opleveren, maar welke "outcome" (maatschappelijke effecten) we als gemeente willen bereiken.

Omdat de activiteiten die de gemeente binnen het sociaal, fysiek, economisch en organisatorisch domein ontplooit een groot aantal maatschappelijke effecten tot gevolg hebben, voert het te ver om binnen een kaderstellend document als de Programmabegroting de beoogde effecten tot in detail te beschrijven. Daarom worden de beoogde effecten in de Programmabegroting in (relatief) abstracte bewoordingen beschreven.

Als voor de definitieve besluitvorming over substantiële uitgaven (zoals projecten) een gedetailleerde analyse van maatschappelijke kosten en baten nodig word geacht dan wordt in de Programma- begroting voor het betreffende onderwerp een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) voorgesteld. Dat wil zeggen dat door een daarin gespecialiseerd bureau een analyserapport wordt opgesteld waarin de maatschappelijke effecten gedetailleerd worden beschreven, cijfermatig in beeld worden gebracht en worden vertaald in een financieel-economische waarde.

Wat gaan we daarvoor doen? Bij het beantwoorden van deze vraag wordt beschreven welke gemeentelijke activiteiten in 2020 worden gepland om de beoogde maatschappelijke effecten te kunnen bereiken. Daarbij kan worden gedacht aan verbetering of vernieuwing van diensten of producten die voor burgers, bedrijven of instanties bedoeld zijn. Ook kan gedacht worden aan het uitvoeren van onderzoeken of het opstellen en uitvoeren van plannen die leiden tot meer effectiviteit bij het bereiken van maatschappelijke effecten of meer efficiëntie in het functioneren van de organisatie.

Om te komen tot een afgewogen inzet van ambtelijke capaciteit (zoals bedoeld in de Kadernota 2020) is het ook nodig om bij het beantwoorden van deze vraag mee te wegen welke extra capaciteit wordt gevraagd om de geplande gemeentelijke activiteit te kunnen uitvoeren.

9

Wat gaat dat kosten? Bij het beantwoorden van deze vraag wordt beschreven met welke structurele of incidentele kosten de geplande activiteit gepaard gaat. Daarbij wordt ook meegewogen welke kosten gepaard gaan met de extra ambtelijke capaciteit die gevraagd is.

In het verlengde van de Kadernota 2020 wordt in de Programmabegroting terughoudend omgegaan met budgetten of fondsen voor algemene doelen (zoals bijvoorbeeld algemene stimuleringsfondsen). Dit omdat vooraf niet concreet bepaald kan worden welk maatschappelijk rendement toekomstige bestedingen uit een algemeen budget of fonds zullen hebben en of deze gebaseerd zullen zijn op een evenwichtige verdeling van verantwoordelijkheden tussen gemeente en andere partijen. Dat brengt met zich mee dat niet vooraf kan worden onderbouwd hoe groot een dergelijk budget of fonds zal moeten zijn.

Aan het eind van ieder programmahoofdstuk wordt een overzicht van lasten en baten gegeven.

Beleidsindicatoren Bij ieder programma is een overzicht toegevoegd van enkele "beleidsindicatoren" die op grond van de BBV-voorschriften verplicht zijn gesteld. Deze indicatoren zijn nog niet goed bruikbaar als hulpmiddel omdat ze slechts betrekking hebben op een klein deel van de maatschappelijke effecten van de gemeentelijke activiteiten. Bovendien is het nog onduidelijk door welke factoren de hoogte van deze indicatoren beïnvloed wordt en daardoor kan ook niet goed worden bepaald op welke manier de gemeente de hoogte van een indicator kan beïnvloeden.

10

3.2 Sociale kracht en cohesie

Strategische Visie 2025

In de Strategische Visie wordt de ambitie uitgesproken om te komen tot een sterke sociale structuur die is gebaseerd op de eigen kracht van inwoners en op sociale netwerken. Daarnaast biedt de gemeente samen met professionele aanbieders algemene voorzieningen en maatwerkoplossingen voor zorg, begeleiding en hulp aan iedereen in de gemeente die dat nodig heeft.

De gemeente levert steun aan verenigingen omdat die een wezenlijke bijdrage leveren aan de sociale samenhang in de dorpskernen. Vanuit die gedachte bestaat ook de ambitie om in iedere dorpskern een accommodatie op maat te hebben voor culturele activiteiten en verenigingen. Daarnaast zorgt de gemeente voor een netwerk aan sportaccommodaties.

Coalitieakkoord 2018-2022

Hoofdstukken/-doelen Coalitieakkoord Onderwerp in programmabegroting Pg.

Zorg voor elkaar Paragraaf 3.2.1 . Intensiveren van het beleid dat is gericht op . Positieve gezondheid 12 gezondheid in het algemeen en "gezond oud . Aanpak van eenzaamheid 12 worden" in het bijzonder. . Ketenaanpak voor personen met 13 . Aanpak van eenzaamheid (verder) gestalte geven verward gedrag die is gericht op vroegtijdige opsporing, versterken . Sociaal wijkteam 14 van sociale verbanden en intensiveren van . Wet verplichte GGZ en Wet Zorg & 15 contacten. Dwang . Aanpak van armoede (verder) gestalte geven die is gericht op ondersteuning en begeleiding van mensen om uit de armoede te komen.

Jeugd, gezin en onderwijs Paragraaf 3.2.2 . Verkennen in hoeverre voor basisscholen een . Jeugdzorg 16 kwaliteitslabel en stimuleringspakket kan worden . Ambulante taalscholing NT2 16 toegepast voor bv. gezond eten en voldoende . Gezonde school 17 bewegen.

Sport, activiteiten en accommodaties Paragraaf 3.2.3 . Sportbeleid (incl. sportaccommodaties) tegen het . Sportbeleid 18 licht houden en uiterlijk in 2019 herzien rekening . Combinatiefunctionarissen 19 houdende met actuele omstandigheden en in . Vervanging verlichting 19 overleg met sportverenigingen. buitensportaccommodaties

Cultuur, activiteiten en accommodaties Paragraaf 3.2.4 . Verkennen hoe we verenigingen beter kunnen . Project huisvesting verenigingen 20 helpen bij het werven en behouden van Wessem vrijwilligers. . Gesprek met jongeren aangaan met de vraag of er voldoende te beleven is in de gemeente en wat ze zelf kunnen betekenen om daar verandering in te brengen.

11

3.2.1 Zorg voor elkaar

Positieve gezondheid; aanpak concretisering gezondheidsnota

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Inwoners vergroten hun Inwoners, maatschappelijk middenveld en gemeenten Op dit moment kan vermogen om zich aan te werken samen aan positief gezonde dorpen, dat wil zeggen: nog niet ingeschat passen en de eigen regie te dorpen die inwoners kansen bieden zich te ontwikkelen op de worden of de voeren in het licht van de pijlers van positieve gezondheid. activiteiten binnen de lichamelijk, emotionele en Ambtenaren en leden van het sociaal wijkteam gaan daartoe bestaande begroting sociale uitdagingen van het in gesprek met sleutelfiguren, inwoners, maatschappelijke en ambtelijke leven. organisaties en professionals in de kernen. Daarbij komt ook capaciteit kunnen per kern de stand van zaken op het gebied van positieve worden uitgevoerd. gezondheid aan de orde, zoals die naar voren komt uit statistieken en rapportages. Zo niet, dan komt hier Het gaat om een doorlopend gesprek tussen inwoners en een separaat professionals. Geïnventariseerd worden kansen, raadsvoorstel voor, mogelijkheden en urgenties. Ingezet wordt op snelle dan wel wordt dit resultaten en concrete acties waarbij inwoners en gemeente verwerkt in een samenwerken. Prorap.

Vooraf krijgen de betrokken medewerkers een workshop gespreksvoering, gebaseerd op de methodiek van “waarderend onderzoeken”.

De gemeente zorgt voor een coördinator. Deze bewaakt de voortgang en zorgt ook voor de terugkoppeling naar college, raad, inwoners, maatschappelijke organisaties en professionals.

Aanpak van eenzaamheid

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

De trend van eenzaamheid Eenzaamheid is een groot probleem in onze samenleving en € 25.000 (incidenteel in onder met name ouderen in zo ook in Maasgouw, helaas. Het komt in alle 2020) en € 10.000 Maasgouw doorbreken. leeftijdscategorieën voor, maar vooral onze ouderen en structureel vanaf 2021 mensen met een beperking zijn een kwetsbare groep. De zorg en aandacht voor eenzame mensen is een verantwoordelijkheid van ons allemaal, van familie, buren, kennissen en verenigingen. Voor de gemeente is daarbij ook een centrale rol weggelegd. Daarom is de aanpak van eenzaamheid als een hoofddoel opgenomen in het Coalitieakkoord 2018-2022.

Om eenzaamheid tegen te gaan, wordt ingezet op het versterken van bestaande sociale verbanden en op het intensiveren van contacten tussen ouderen. Vroegtijdige opsporing van eenzaamheid is een belangrijke taak van eerstelijnszorgverleners en sociale wijkteams. Voor 2020 en 2021 hanteren wij het volgende speerpunt: Het inzetten van gespecialiseerde kennis om professionals (o.a. van SD en SWT) te trainen in het herkennen en bestrijden van eenzaamheid. Daarvoor is in 2020 een bedrag nodig van € 25.000 incidenteel en vanaf 2021 een bedrag van

12

€ 10.000 structureel. Daarnaast is het nodig om de sociale netwerken in Maasgouw "in brede zin versterken" zodat het thema eenzaamheid makkelijker kan worden “weggezet” en blijft voortdurende aandacht voor dit thema in de media ook van belang.

Ketenaanpak voor personen met verward gedrag

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Het leven van personen met Op provinciaal en regionaal niveau werken gemeenten, net € 50.000 incidenteel verward gedrag en hun als in 2019, samen verder aan een sluitende ketenaanpak naasten humaner maken. voor personen die (even) uit balans zijn ofwel verward gedrag vertonen.  Personen met verward Het gaat om mensen, die grip op hun leven (dreigen te) gedrag en/ of hun naasten verliezen, waardoor het risico aanwezig is dat zij een gevaar weten waar ze met vormen voor zichzelf en/of anderen. Dit kan eenmalig of hulpvragen terecht chronisch zijn. Het gaat om mensen met vaak verschillende kunnen. aandoeningen of beperkingen. Denk aan psychosociale en  De hulpverlenende psychiatrische problematiek, dementie of een verstandelijke instanties bieden in beperking. Dit veelal in combinatie met verschillende samenwerking op de juiste levensproblemen, zoals bijvoorbeeld wijze ondersteuning aan verslavingsproblematiek, verzamelwoede, vervuiling of deze doelgroep. schulden. In dit kader zijn zowel de pilot Passend Vervoer (heel ) als de pilot beoordelingslocatie (Midden-Limburg) van start gegaan. Hierbij hebben wij gebruik gemaakt van de (tijdelijk beschikbare) subsidiemogelijkheden van ZonMW . Alle samenwerkende partijen (waaronder zorgverzekeraars, betrokken instellingen en gemeenten) zoeken waar mogelijk naar bestaande structuren om zo de aanpak voor personen met verward gedrag te integreren. Voor meer informatie over deze aanpak zie de raadsinformatiebrief RIB 00709 over de Aanpak Personen met Verward Gedrag in Midden- Limburg. Op diverse onderdelen van deze aanpak wordt nu een passend aanbod ingericht door gemeenten, zorgverzekeraars en ketenpartners. Deze voorzieningen gaan eind 2019 of in 2020 van start of lopen al. Voornamelijk de structurele bekostiging van dergelijke onderdelen is nog steeds een belangrijk vraagstuk. Landelijk kijkt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) met de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), Zorgverzekeraars en andere stakeholders naar de verdeling van verantwoordelijkheid voor de financiering. Dit zal naar verwachting pas in 2020 helder zijn. Provincie Limburg wordt ook om een bijdrage gevraagd, voornamelijk voor de nieuwe projecten.

De gemeente Maasgouw gaat verder met het verbeteren van structuren rondom preventie en vroeg signalering. De inrichting van voorzieningen in de kernen en het voldoende uitrusten van expertise in de kernen en op gemeentelijk niveau blijft van belang om in een vroegtijdig stadium te kunnen anticiperen op ontstane problemen in de levensstructuur van de burger.

13

Er zal op onderdelen een investering in capaciteit en middelen nodig zijn door de gemeenten. Hiervoor wordt in 2020 opnieuw € 50.000 incidenteel geraamd, in afwachting van de invulling van de ketenaanpak en de verdeling van de kosten tussen de diverse partijen. Ondanks dat het nog moeilijk is een inschatting te maken van de benodigde middelen, willen we toch een bedrag reserveren. Wanneer blijkt dat de gemeente een deel van de kosten voor de ketenaanpak moet financieren willen wij niet dat cruciale onderdelen stilvallen omdat de benodigde financiering dan nog geregeld moet worden.

Sociaal wijkteam (SWT)

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

• De toegankelijkheid van Inwoners kunnen met een hulpvraag of een vraag om € 120.000 structureel het SWT vergroten door informatie of advies terecht bij de inloopspreekuren van het nodig waarvan een laagdrempelige SWT. Er zijn 4 inloopspreekuren in SMC De Spil ( maandag € 77.900 al structureel inloop. t/m donderdagochtend) en 1 in gemeenschapshuis ’t Leuke in de begroting is • De integrale in (vrijdagochtend). Om aan de motie van de raad opgenomen: derhalve samenwerking versterken (nr. 5 begroting 2019) uitvoering te geven is een enquête € 42.100 structureel door een verdere gehouden onder het MaasgouwPanel. Uit de beantwoording bijramen. doorontwikkeling van het blijkt dat onder het Maasgouwpanel te weinig mensen SWT bekend zijn met of contact hebben gehad met het SWT De kosten van een • Vroegsignalering van de waardoor deze enquête niet representatief is. In de periode eventuele andere behoeften van inwoners juli tot november 2019 wordt de dienstverlening aan de locatie aan de aan algemene mensen die contact hebben gehad met het SWT onderzocht westkant van de Maas voorzieningen en aan de hand van een vragenlijst. Vragen als in welke kern zijn niet bekend en toeleiding naar algemene een inloopspreekuur gewenst is en welke openingstijden worden indien aan de voorzieningen. passend zijn maken onderdeel uit van de vragenlijst. Tevens orde in de 1e Prorap wordt gemonitord met welke vragen inwoners contact 2020 verwerkt. opnemen met het SWT, welke discipline/professional de vragen oppakt en in welke kern de vragensteller woont. Op basis hiervan volgt begin 2020 een advies aan de gemeenteraad over de inrichting en kosten van een inloop van het SWT aan de westkant van de Maas.

Om de integrale samenwerking te versterken worden casuïstiek, intervisie en themabijeenkomsten georganiseerd. Samen met de professionals wordt de huidige werkwijze geëvalueerd. Waar nodig leidt dit tot een aanpassing van de overlegstructuur, werkwijze of methoden. Training/workshops en/ of coaching van het team maken onderdeel uit van de doorontwikkeling. Dit is een continu proces. De kernpartners in het SWT zijn: Sociaal Domein SC MER, MEE, Algemeen Maatschappelijk Werk, Centrum voor Jeugd en Gezin, Wmo adviseur informele zorg en ondersteuning, Plangroep, wijkverpleging.

De professionals van het SWT bezoeken initiatieven, voorzieningen en activiteiten in de kernen om zo het SWT te promoten maar vooral ook om signalen op te vangen en vroegtijdig te kunnen handelen. Bijvoorbeeld in het herkennen van eenzaamheid. Ook kunnen professionals van het SWT zo de gemeente informatie geven over de behoefte aan algemene voorzieningen.

14

De kosten SWT bestaan uit de kosten voor de deelnemende professionals, huurkosten, vergaderkosten en overige faciliteiten, scholing/training. De aanvullende middelen zijn nodig voor de extra personele inzet van MEE ( € 30.000), veiligheidssysteem (€ 3.780), budget voor scholing/training (€ 7.000) en registratiesysteem (€ 1.000). De ambtelijke ondersteuning bedraagt gemiddeld 9 uur per week.

Wet verplichte GGZ en Wet Zorg & Dwang

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

 We voldoen aan de Per 1 januari 2020 wordt de Wet verplichte geestelijke In de Meicirculaire gemeentelijke gezondheidszorg (Wvggz) ingevoerd. De Wvggz gaat de Wet 2019 is aan de verplichtingen van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz) algemene uitkering verplichte GGZ. vervangen. De nieuwe wet biedt handvatten om meer € 37.000 structureel  Dat patiënten met ambulant en preventief hulp te bieden aan mensen met toegevoegd voor deze geestelijke problemen geestelijke problemen die niet vrijwillig in zorg gaan. De wet taak. Op dit moment is meer inspraak krijgen over heeft beleidsmatig en organisatorisch gevolgen voor nog geen de aan hen opgelegde gemeenten. Om de raad hierover te informeren wordt dit kostenindicatie maatregelen, dat er niet najaar hierover een raadsinformatiebrief verstuurd. beschikbaar. Indien 1 altijd meer automatisch De IBS wordt straks een ‘crisismaatregel’, waar andere regels o.b.v. de werkelijke sprake is van een aan verbonden zijn. Ook komt er een regionaal overleg over kosten in de eerste dwangopname in een de uitvoering van de Wvggz tussen de burgemeester, het OM maanden van 2020 een psychiatrische kliniek, en en GGZ. Gemeenten moeten verkennend onderzoek gaan betrouwbare dat de familie van de doen naar aanleiding van meldingen van familie of kostenindicatie cliënt een stem krijgt. betrokkenen over personen. Gemeenten en ketenpartners voorhanden is, zal deze  Dat ingrijpende (OM, de rechtsspraak en GGZ) moeten veilig informatie worden vertaald in de e gedwongen maatregelen uitwisselen. Het landelijk ketenbureau ontwikkelt een 1 Prorap 2020. voorkomen kunnen systeem waarop gemeenten moeten aansluiten. worden door eerder Per 1 januari 2020 moeten wij daarom de onderstaande preventief met minder taken uitvoeren: ingrijpende gedwongen - Uitvoeren van de meldfunctie maatregelen te werken. - Uitvoeren verkennend onderzoek naar aanleiding van een  Dat personen met melding. geestelijke problemen - Uitvoeren proces bij opleggen van een crisismaatregel: waarbij gedwongen - Uitvoeren hoorplicht (extra inkopen, inhuren) ingrijpen noodzakelijk is - Inrichten mogelijkheden voor en het proces rondom toch kunnen blijven ambulante verplichte zorg deelnemen aan de - Inkopen systeem voor procesbeheer en procesbewaking maatschappij met als (mogelijk geen extra kosten omdat er nu ook al een systeem mogelijk (lange termijn) voor het opleggen van een IBS maatregel is) effect dat hun herstel sneller zal zijn. Wij zijn nu samen met onze samenwerkingspartners deze taken aan het inrichten. Bij het indienen van deze tekst is het nog niet duidelijk welke jaarlijkse kosten hiermee gepaard gaan.

1 Met een ibs kan iemand die acuut gevaar veroorzaakt tegen zijn zin opgenomen worden in een zorginstelling. Het gevaar moet samenhangen met een psychische ziekte, een verstandelijke beperking of een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie).

15

3.2.2 Jeugd, gezin & onderwijs

Jeugdzorg

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

1. Alle jeugdigen van Doorlopende speerpunten: Naast de speerpunten Maasgouw kunnen  Preventie en vroegsignalering heeft bij de 1e Prorap passende hulp en  Goede samenwerking en dialoog met zorgpartners 2019 herschikking van ondersteuning krijgen, budgetten dicht mogelijk bij hun Nieuwe speerpunten: plaatsgevonden. eigen leefwereld en 1. Aanpassing inkoop jeugdzorg 2020 Het overschot is netwerk. 2. Uitvoeren van Pilot ‘met minder kaders naar toegevoegd aan de 2. Soepele overgang naar meerderjarigheid’ . algemene middelen. meerderjarigheid, met 3. Nieuwe vorm van de Sociaal Medische Indicatie voor Per saldo blijkt bij de extra aandacht voor de kinderopvang inzetten. herschikking nog jeugdige met € 15.000 aanvullend meervoudige structureel benodigd. problematieken. 3. De thuissituatie van de jeugdige is in balans ongeacht het inkomen van de ouder

Ambulante Taalscholing NT2

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

1. Kinderen van Binnen de gemeente Maasgouw ervaren de scholen dat de Voor 2020 zijn door de vluchtelingen en nieuw- afgelopen 2 à 3 jaren steeds meer kinderen van vluchtelingen verhoging van de komers maken gebruik en nieuwkomers met een grote taalachterstand bij de doeluitkering Onder- van één laagdrempelige basisscholen aankloppen voor onderwijs. Binnen het wijsachterstanden- onderwijsvoorziening in Samenwerkingsverband Midden-Limburg is de afspraak beleid geen extra de eigen woonkern. gemaakt dat deze kinderen eerst een jaar naar de Taalschool kosten. Voor 2021 is er gaan in Echt of Baexem en vervolgens wordt er gekeken of ze een incidenteel tekort 2. Vluchtelingen integreren het 2e jaar geplaatst kunnen worden op een reguliere berekend van €28.000. en participeren binnen basisschool in de eigen woonkern. In de praktijk blijkt dat Voor 2022 en 2023 is een zo kort mogelijke openbaar vervoer naar de Taalschool vaak niet mogelijk is. het structurele tekort termijn binnen hun Daarnaast is er altijd begeleiding nodig. Deze leerlingen zijn berekend op € 8.000. woonbuurt. dan ook aangewezen op (duurder) taxibusvervoer.

3. Vermindering van Door gemeentelijke bekostiging van de inzet van een vervoerskosten naar de ambulante NT2 specialist(en), met kennis van trauma- Taalscholen in Baexem en behandeling en met gevoel voor andere culturen, kunnen Pey-Echt deze leerlingen in hun eigen woonkern van passend onderwijs worden voorzien. De NT2-specialist bezoekt wekelijks alle scholen om met de kinderen te werken en de leerkrachten te ondersteunen en te voorzien van kennis omtrent de aanpak voor deze specifieke doelgroep. Hierbij dient op iedere school in Maasgouw een basispakket van middelen – methodes en materialen – beschikbaar te zijn. De NT2-specialist stemt af met vaste groepsleerkracht betreffende de ontwikkeling van vluchtelingen en nieuwkomers, het maken van plannen ( OPP’s, behandelplannen enz.) gesprekken met ouders (eventuele huisbezoeken) en voorbereidingen van de lessen.

16

Gezonde school (watertappunten)

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Basisscholen in Maasgouw Uit de ontvangen reacties van de scholen met betrekking tot € 10.000 incidenteel besteden in ruime mate de motie “Gezonde School” (zie ook de Raadsinformatiebrief aandacht aan gezondheid, hieromtrent) bleek dat er bij de scholen al een breed voorlichting en preventieve spectrum van acties en maatregelen voorhanden is op het gezondheidsmaatregelen. gebied van gezondheid en voldoende bewegen. Enkele scholen gaven aan dat een watertappunt op het speelterrein wel wenselijk is. Onderzocht wordt op welke scholen nog geen watertappunt aanwezig is. De gemeente kan hierin ondersteunen door bv. de eigen bijdrage en aanleg-/installatiekosten voor haar rekening te nemen. De kosten van waterverbruik zijn voor de scholen zelf.

17

3.2.3 Sport, activiteiten en accommodaties

Sportbeleid

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

De gemeente Maasgouw wil In samenspraak met de sportaanbieders en een formateur De kosten die haar inwoners blijven een lokaal sportakkoord opstellen dat aansluit bij de voortvloeien uit de stimuleren om een leven vastgestelde sportvisie van de gemeente Maasgouw. sportnota worden, lang met plezier te (kunnen Hierbij wordt ingezet op de volgende onderdelen: afhankelijk van de te blijven) sporten en bewegen - Inclusief sporten en bewegen kiezen door een samenhangend - Duurzame sportinfrastructuur oplossingsrichting, sportaanbod te ontwikkelen - Sporten en bewegen in de openbare ruimte ingeschat op € 50.000 in overleg met de - Vitale aanbieders jaarlijks voor de duur verenigingen en andere - Positieve sportcultuur van 4 jaar vanaf 2021. aanbieders, gericht op - Van jongs af aan vaardig in bewegen De eventueel verschillende leeftijdsfases - Topsport voortvloeiende en fysieke mogelijkheden. financiële Hiervoor zijn kwalitatief In de raadsvergadering van december volgt een separaat consequenties naar goede en gevarieerde raadsvoorstel over sportbeleid. aanleiding van sportvoorzieningen Hierin zal o.a. worden voorgesteld om de subsidies aan de besluitvorming in aanwezig. vereniging aan te passen, nieuwe sportaanbod te december 2019 ontwikkelen en de verenigingen daarbij te ondersteunen. worden vertaald ten laste van de post onvoorzien.

Efficiënt inzetten van de combinatiefunctionaris / buurtsportcoach en JOGG-regisseurs om de verenigingen te ondersteunen bij het ontwikkelen van een divers beweegaanbod gericht op meerdere doelgroepen.

De nadruk zal in 2020 vooral liggen op Inclusief sporten en De structurele bewegen en vitale aanbieders. Met betrekking tot de exploitatielast vanaf duurzame sportinfrastructuur zal de nadruk liggen op 2021 bedraagt herinrichting van het gebied rond en in de Andreashal in indicatief €20.000 Maasbracht. afhankelijk van de besluitvorming in december 2019.

18

Ondersteuning van verenigingen door combinatiefunctionarissen

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Verenigingen hebben een Uit de vele recente overleggen met het verenigingsleven € 25.000 structureel belangrijke sociale functie blijkt dat er ondersteuningsbehoefte is bij het duurzaam binnen de gemeenschap en versterken en innoveren van sport-, beweeg- en maken activiteiten op het cultuuraanbieders/vrijwilligersorganisaties gebied van sport en cultuur (met name de verenigingen) op het gebied van o.a. besturen, mogelijk. vrijwilligers, kader, diversiteit, inclusief en vraaggericht handelen enz.. Door de inzet van combinatie-functionarissen Vanuit het Regeerakkoord zijn aan de gemeenten extra kunnen we het functioneren mogelijkheden geboden om gebruik te maken van een van verenigingen uitbreiding van de Brede Regeling Combinatiefuncties (BRC). ondersteunen en Dit is een rijksregeling die gemeenten in staat stelt verenigingen sterker maken. combinatiefunctionarissen in te zetten voor de stimulering van sport en cultuur in de gemeente. Op grond van de BRC krijgen gemeenten 40% financiering (uitgaande van € 50.000 per fte) van de Rijksoverheid. Het staat vrij om de functionarissen te benoemen zoals dit het beste past in de lokale situatie. Gemeenten krijgen nu (eenmalig) de kans om het aantal fte’s gelimiteerd uit te breiden. Voor Maasgouw betekent dit een uitbreidingsmogelijkheid van 4,25 fte (3,1 + 1,15) naar 5,08 fte. Dit is dus 0,83 fte extra. O.g.v. de co-financieringsregeling is de gemeentelijke bijdrage € 24.900 (€ 50.000 x 0,83 = € 41.500 x 60%).

Vervangen verlichting buitensportaccommodaties

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Vervangen verlichting Om de sportaccommodaties te verduurzamen wordt de € 226.800 excl. btw buitensportaccommodaties vervanging van verlichting op buitensportaccommodaties in (krediet 2020) tijd naar voren gehaald. Kapitaallasten (rente In overleg met de verenigingen is hiertoe een planning en afschrijving) opgesteld. Gekozen is voor Optivision led-armaturen. bedragen € 11.300 per De bespaarde energiekosten komen ten gunste van de jaar vanaf 2021 exploitatie van verenigingen. Dit betekent dat voor 2020 een investeringsbedrag van € 33.800 excl. btw € 226.800 excl. btw en voor 2021 een bedrag van € 33.800 (krediet 2021) excl. btw nodig is. Uitgangspunt is dat de BTW wordt Kapitaallasten (rente gecompenseerd via de rijksregeling Specifieke Uitkering Sport en afschrijving) (SPUK). bedragen € 1.700 per Bij een afschrijvingstermijn van 20 jaar en rente 0% bedragen jaar vanaf 2022. de kapitaallasten € 11.300 vanaf 2021 en € 13.000 (€ 11.300 + € 1.700) vanaf 2022.

19

3.2.4 Cultuur; activiteiten & accommodaties

Project huisvesting verenigingen Wessem

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Bevorderen sociale cohesie, In december 2017 heeft de gemeenteraad een Dekkingsmiddelen lichamelijke en geestelijke voorbereidingskrediet van € 600.000 beschikbaar gesteld om (kapitaallasten) voor gezondheid, versterken een huisvestingoplossing uit te werken voor de verenigingen investering zijn culturele ontwikkeling, in Wessem die nu gebruik maken van de Harmoniezaal, gereserveerd vanaf ontspanning en onthaasting, Wisheim, jeugdhuis de Sprong en sporthal de Tump. 2021 in afwachting van educatie en ontplooiing. raadsvoorstel en De oplossingsrichting bestond in eerste instantie uit een bijbehorende verbouwing van jeugdhuis de Sprong en sporthal de Tump, kredietvotering. in combinatie met een nieuw te bouwen dorpshuis en Ook exploitatielasten tafeltennisaccommodatie aan de Thornerweg. Het bijhorend tot € 70.000 zijn programma van eisen van de verbouwingen en nieuwbouw afgedekt. Daarom zijn was gebaseerd op maximaal draagvlak van betrokken op dit moment geen partijen. De geraamde investering van deze oplossing in 2017 aanvullende middelen bedroeg € 4.623.000, exclusief de kosten van diverse benodigd. projectonzekerheden.

Medio 2019 bleek bij de uitwerking van de projectonzekerheden dat de kosten fors opliepen tot een investeringsbedrag van € 6.248.000. Bij de behandeling van de kadernota in juli 2019 heeft de gemeenteraad aangegeven dat de investeringskosten van het project maximaal € 4.623.000 mogen bedragen. Als gevolg hiervan moet de oorspronkelijke oplossingsrichting met bijhorend programma van eisen fors worden aangepast. Dit betekent dat de wensen van alle betrokken partijen niet ingevuld kunnen worden en concessies nodig zijn op het gebied van draagvlak, integraliteit en duurzaamheid van de oplossing.

In 2017 was het uitgangspunt van dit project tevens dat betrokken partijen onder de huidige exploitatieafspraken “overgaan” naar de verbeterde huisvesting. Overleg met betrokkenen heeft echter uitgewezen dat behoefte maar ook noodzaak bestaat om deze afspraken te gaan wijzigen, waardoor de huidige jaarlijkse exploitatiekosten ad € 70.000 naar verwachting fors zullen stijgen. De raad heeft medio 2019 in een themabijeenkomst aangegeven dat het wenselijk is de verwachte stijging van deze exploitatiekosten te beperken.

Na overleg met partijen moet blijken in hoeverre afwijkende oplossingen binnen de gestelde financiële kaders realiseerbaar en acceptabel zijn.

20

Totaaloverzicht Lasten en Baten Programma Sociale kracht en cohesie

PROGRAMMA - Sociale kracht en cohesie Nr. Omschrijving taakveld Realisatie Raming Raming Raming Raming Raming 2018 2019 2020 2021 2022 2023

Lasten bestaand beleid 4.1 Openbaar basisonderwijs 52.420 59.952 54.903 54.903 54.903 54.903 4.2 Onderwijshuisvesting 911.046 905.791 911.871 909.121 903.661 866.102 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 585.865 764.238 677.118 675.250 675.250 675.250 5.1 Sportbeleid en activering 1.458.681 1.525.105 1.516.889 1.515.658 1.515.658 1.515.658 5.2 Sportaccommodaties 984.130 932.785 932.822 956.828 972.406 971.315 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 452.495 437.010 420.968 419.421 419.089 418.741 5.4 Musea 149.978 165.109 147.833 144.886 144.630 144.630 5.6 Media 307.462 307.816 317.568 317.322 318.575 318.575 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 2.147.447 2.360.789 2.704.422 2.833.567 2.850.794 2.870.729 6.2 Wijkteams 934.987 1.114.130 1.006.130 1.006.130 1.006.130 1.006.130 6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO) 333.610 335.645 428.477 449.514 472.027 483.219 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ 2.878.684 3.343.000 3.421.019 3.419.050 3.419.050 3.419.050 6.72 Maatwerkdienstverlening 18- 3.036.160 3.035.762 3.054.210 3.053.225 3.053.225 3.053.225 6.81 Geëscaleerde zorg 18+ 71.913 127.936 68.752 68.506 68.506 68.506 6.82 Geëscaleerde zorg 18- 413.176 718.214 755.986 753.770 603.770 603.770 7.1 Volksgezondheid 914.136 927.215 871.671 871.671 871.671 871.671

Lasten nieuw beleid

4.2 Onderwijshuisvesting 10.000 0 0 0 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 39.300 86.500 86.300 86.300 5.1 Sportbeleid en activering 25.000 25.000 25.000 25.000 5.2 Sportaccommodaties 0 11.300 13.000 13.000 6.2 Wijkteams 49.500 49.500 49.500 49.500 6.72 Maatwerkdienstverlening 18- 32.800 32.800 32.800 32.800 6.81 Geëscaleerde zorg 18+ 50.000 0 0 0 6.82 Geëscaleerde zorg 18- -25.200 -25.200 -25.200 -25.200 7.1 Volksgezondheid 0 0 0 0

Totaal lasten 15.632.191 17.060.497 17.472.039 17.628.722 17.530.745 17.522.874

Baten Bestaand beleid 4.2 Onderwijshuisvesting 131.615 132.308 133.419 133.419 133.419 133.419 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 54.880 55.970 55.970 55.970 55.970 55.970 5.1 Sportbeleid en activering 529.333 502.500 502.500 502.500 502.500 502.500 5.2 Sportaccommodaties 115.228 74.337 85.537 85.537 85.537 85.537 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 8.059 6.521 6.221 6.221 6.221 6.221 5.4 Musea 9.548 6.229 6.229 6.229 6.229 6.229 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 210.545 172.197 172.197 172.197 172.197 172.197 6.2 Wijkteams 26.067 6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO) 14.846 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ 375.569 325.000 325.000 325.000 325.000 325.000

Baten nieuw beleid

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 39.300 58.500 78.300 78.300

Totaal baten 1.475.690 1.275.062 1.326.373 1.345.573 1.365.373 1.365.373

Totaal saldo van baten en lasten -14.156.500 -15.785.435 -16.145.666 -16.283.149 -16.165.372 -16.157.501

Mutaties reserves Realisatie Raming Raming Raming Raming Raming 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Lasten Baten 912.332 726.423 689.873 683.666 683.666 Saldo 912.332 726.423 689.873 683.666 683.666

Sociale kracht en cohesie -14.156.500 -14.873.103 -15.419.243 -15.593.276 -15.481.706 -15.473.835

21

Beleidsindicatoren Sociale kracht en cohesie

Beleidsindicatoren Sociale kracht en cohesie

Taakveld Naam indicator Eenheid Vorige Waarde Periode Waarde Toelichting periode 4. Onderwijs Absoluut verzuim per 1.000 2017 0 2018 0 Het aantal leerplichtigen dat niet inw. 5-18 jr staat ingeschreven op een school of instelling. De periodeaanduiding "2018" staat voor schooljaar "2017/2018". 4. Onderwijs Relatief verzuim per 1.000 2017 6,25 2018 5,62 Het aantal leerplichtigen dat wel inw. 5-18 jr staat ingeschreven op een school, maar ongeoorloofd afwezig is. De periodeaanduiding "2018" staat voor schooljaar "2017/2018". 4. Onderwijs Vroegtijdige % 2016 1,3 2017 1,8 Het percentage van het totaal schoolverlaters aantal leerlingen (12 - 23 jaar) dat zonder voortijdig, dat wil zeggen zonder startkwalificatie startkwalificatie, het onderwijs (vsv-ers) verlaat.

6. Sociaal domein Jongeren met % van alle 2017 11,0 2018 12,0 Het percentage jongeren tot 18 jeugdhulp jongeren jaar met jeugdhulp ten opzicht van tot 18 jaar alle jongeren tot 18 jaar. 6. Sociaal domein Jongeren met % 2017 0,9 2018 1,0 Jongeren met jeugdbescherming jeugdbescherming betreft jongeren tot 18 jaar die op enig moment in de verslagperiode een maatregel door de rechter dwingend opgelegd hebben gekregen. 6. Sociaal domein Jongeren met % 2016 0,4 2016 0,4 Het percentage jongeren (12-22 jeugdreclassering jaar) met een jeugdreclasseringsmaatregel ten opzichte van alle jongeren (12-22 jaar). 6. Sociaal domein Cliënten met een per 10.000 2017 31 2018 31 Een maatwerkarrangement is een maatwerkarrangeme inwoners vorm van specialistische nt WMO ondersteuning binnen het kader van de Wmo. 5. Sport, cultuur Niet-sporters % 2014 51,3 2016 55 Het percentage niet-wekelijks en recreatie sporters t.o.v. bevolking van 19 jaar en ouder.

Zie toelichting beleidsindicatoren pag. 10

22

3.3 Woon- en leefklimaat

Strategische Visie 2025

In de Strategische Visie is geconstateerd dat veel inwoners het als een essentiële opgave voor de gemeente zien om te werken aan een woon- en leefklimaat van hoge kwaliteit. De leefomgeving in Maasgouw wordt gekenmerkt door weidse uitzichten over de Maasplassen in een landschap met karakteristieke dorpskernen en veel groen. Vooral die combinatie van kwaliteiten maakt Maasgouw tot een aangename gemeente om te wonen en leven. Het behouden en versterken van deze ruimtelijke kwaliteiten vormt daarmee een centrale ambitie voor de gemeente. In dat verband wordt ook (samen met partners zoals woningcorporaties) gestreefd naar een aanbod van woningen dat rekening houdt met de wensen van woningzoekenden en demografische trends.

Coalitieakkoord 2018-2022

Hoofdstukken/-doelen Coalitieakkoord Onderwerp in programmabegroting Pg.

Wonen en migratie Paragraaf 3.3.1 . Opzetten van integraal onderzoek naar redenen van . Behouden en aantrekken van bewoners 24 vestiging en vertrek van inwoners zodat beter gestuurd voor dorpen in Maasgouw kan worden op de (sociale, fysieke en economische) . Gebiedsmarketing gericht op bewoners 25 factoren die de keuze van een woonplaats bepalen. . Realisatie tijdelijke woningen 25 . Heroverwegen van woningbouwbeleid in 2019 rekening houdende met actualisatie van gegevens en regionale bestuurlijke afspraken.

Ontwikkeling fysieke leefomgeving Paragraaf 3.3.2 . Beoordelen of vooruitlopend op de invoering van de . Gemeentelijke omgevingsvisie 27 Omgevingswet de huidige structuurvisie moet worden . Leegstaande gebouwen en monumentaal 27 vervangen door een nieuwe gemeentelijke erfgoed omgevingsvisie. . Meekoppelkansen bij hoogwater- 28 . Zoeken naar mogelijkheden van hergebruik van maatregelen leegstaand monumentaal erfgoed en andere leegstaande gebouwen zoals bedrijfs- en kantoorpanden. Beheer openbare ruimte, natuur en landschap Paragraaf 3.3.3 . Uitrollen van succesvolle voorbeelden van beheer . Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan 29 openbare ruimte, natuur en landschap samen met . Nieuwe onderhoudsplannen Kunstwerken 29 inwoners. en Gebouwen . Onderzoek naar mogelijkheden voor herinrichting bij . Hondenbeleid 30 onveilige verkeerssituaties en naar mogelijkheden om druk van doorgaand verkeer op kernen te verminderen. . Realiseren van meer bloemrijke bermen en akkerranden in overleg met eigenaren en beheerders (zoals agrariërs).

Klimaat, energie en afvalverwerking Paragraaf 3.3.4 . Samen met inwoners en bedrijven werken aan een Plan . Klimaatakkoord en energietransitie 31 van Aanpak over de manier waarop samen kan worden . Verduurzamen gemeentelijk en 32 gewerkt aan klimaatadaptie, energietransitie en circulaire maatschappelijk vastgoed economie. . Afval en riolering kostendekkend 32

23

3.3.1 Wonen & Migratie

Behouden en aantrekken van bewoners voor dorpen in Maasgouw

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Bewoners behouden en Demografische trends als bevolkingsdaling en ontgroening € 20.000 incidenteel (blijven) aantrekken voor kunnen een bedreiging vormen voor het draagvlak van voor- de dorpen in Maasgouw. zieningen, verenigingen en evenementen en voor de vitaliteit (levendigheid) van dorpen in het algemeen. Om als gemeente het Daarom wil de gemeente de bevolkingsdaling en de keuzegedrag van bewoners ontgroening zoveel als mogelijk temperen. doeltreffend te kunnen Om te kunnen bepalen wat hierbij de beïnvloedings- beïnvloeden hebben we mogelijkheden van de gemeente zijn, is het nodig om zicht meer inzicht nodig in de te krijgen op de factoren (motieven) die de keuze van een factoren (motieven) die woonplaats bepalen. Waarom kiezen mensen ervoor om in een rol spelen bij de keuze de Maasgouwse dorpen te blijven of komen wonen terwijl van een woonplaats. andere mensen er juist voor kiezen om te vertrekken?

Zoals vermeld in het "Procesplan Uitvoering Coalitieakkoord" (RIB 738) wordt eind 2019 gestart met een onderzoeksproject dat bestaat uit de volgende stappen: . In de 1e fase wordt informatie verzameld over de redenen van vestiging en vertrek van inwoners (o.a. vragenlijsten) en wordt software aangeschaft om informatie te kunnen genereren over de locaties waar nieuwe inwoners vanaf komen en waar inwoners heen vertrekken. . In de 2e fase wordt een analyse gemaakt van de factoren en omstandigheden die een rol spelen bij de keuze van een woonplaats. . In de 3e fase wordt verkend op welke manier de relevante factoren en omstandigheden kunnen worden beïnvloed en wat daarbij de rol van de gemeente kan zijn. In deze fase wordt ook verkend welke acties mogelijk zijn om specifieke groepen van bewoners te behouden en aan te trekken (zoals bijv. gezinnen met jonge kinderen).

In fase 2 en 3 van het onderzoek wordt de samenwerking gezocht met prof. Hospers van de Radboud Universiteit die begin 2019 over het onderwerp "Dorp van de toekomst" een presentatie voor raads- en collegeleden heeft gehouden. Indien nodig worden ook nog andere onderzoekers hiervoor ingeschakeld.

De verwachting bestaat dat de resultaten van het onderzoek voor het zomerreces van 2020 met de college-, raads- en commissieleden besproken kunnen worden. Daarna wordt een strategisch programma opgesteld voor het versterken van de aantrekkingskracht (en daarmee ook de vitaliteit) van de Maasgouwse dorpen.

24

Gebiedsmarketing gericht op bewoners

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Kwaliteiten van de dorpen De gemeente heeft de ambitie om de kwaliteiten van de € 5.000 incidenteel in Maasgouw onder de Maasgouwse dorpen als woonplaats onder de aandacht te aandacht brengen van de brengen zodat meer mensen de keuze maken om in deze huidige bewoners en dorpen te blijven of komen wonen. eventuele Om die reden is in 2017 de campagne "Wonen in Maasgouw" toekomstige bewoners. gestart. In het evaluatie- en adviesrapport "Gebiedsmarketing " (zie RIB van september 2019) is geconstateerd dat deze campagne niet helemaal naar tevredenheid verloopt en dat er meer informatie nodig is om doelgericht te kunnen sturen op de factoren die de keuze van een woonplaats bepalen.

In het verlengde van het bovenstaande worden de volgende stappen voorgesteld: . De website "Wonen in Maasgouw" blijft - als centraal element van de ingezette campagne - tot eind 2020 in de lucht en wordt actueel gehouden. . Op grond van de resultaten van het eerder aangekondigde onderzoek "Behouden/aantrekken bewoners" wordt in het najaar van 2020 bepaald op welke manier de keuze van bewoners voor een woonplaats beïnvloed kan worden. Op basis daarvan wordt een advies aan de raad uitgebracht over het vervolg van de gebiedsmarketing die is gericht op bewoners.

Realisatie tijdelijke woningen

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Voorzien in voldoende In samenwerking met woningcorporatie Wonen Limburg een € 50.000 incidenteel kwalitatieve woonruimte tiental tijdelijke woningen realiseren aan de Kruisweg 32 te (voorlopige voor groepen inwoners die Maasbracht. In samenspraak met de woningcorporatie wordt inschatting) ten laste niet kunnen terugvallen op bekeken welke doelgroepen in aanmerking kunnen komen van reserve de reguliere voor deze alternatieve huisvestingsvorm. ontwikkelingsbedrijf woningvoorraad. Een eventuele gemeentelijke bijdrage aan dit initiatief betreft onder meer de kosten van bouw- en woonrijp maken, een mogelijke vrijstelling van leges en een bijdrage in het investeringstekort. Navraag in de regio leert dat een exact bedrag afhankelijk is van tal van factoren en de bijdragen van andere partners en daardoor op dit moment nog moeilijk is te becijferen. Een kostenindicatie komt binnenkort ter beschikking.

25

Processen en projecten die doorlopen in 2020

Proces/Project Status/ fase in 2020

Aanpak planvoorraad woningbouw In uitvoering. Doorlopend proces dat is gebaseerd op de nieuwe regionale Structuurvisie Wonen. Uitwerking op gemeentelijk niveau volgt. Bosserhofsveld Maasbracht In uitvoering. (woningbouw) Europlein Maasbracht In uitvoering. (woningbouw) Sint Anna-terrein Heel In uitvoering. (woningbouw) Linne Zuid-Oost / Linnerpark In uitvoering. (woningbouw) Vml. schoollocatie Ohé en Laak In voorbereiding. (woningbouw) Op de Konie Stevensweert In uitvoering. (woningbouw) Krijtenberg Beegden In uitvoering, plandeel Huis ter Beegden nog in (woningbouw) voorbereiding (BP is nog niet onherroepelijk; loopt nog een beroep bij Raad van State). Parrenhof Thorn In uitvoering.

26

3.3.2 Ontwikkeling fysieke leefomgeving

Gemeentelijke omgevingsvisie

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

In 2020 wordt gewerkt aan Het opstellen van een Omgevingsvisie is een verplichting op De kosten van het opstellen van een grond van de Omgevingswet. Het opstellen van een € 100.000 incidenteel Omgevingsvisie. Deze omgevingsvisie doet de gemeente samen met burgers, kunnen worden moet aan burgers, bedrijven bedrijven en andere belanghebbenden in de samenleving. afgedekt uit de reserve en andere incidenteel. Binnen belanghebbenden duidelijk In een themabijeenkomst op 7 mei 2019 voor raads- en deze reserve is uit maken welke commissieleden is ingegaan op de kaders waaraan de eerdere jaren nog een langetermijnvisie de Omgevingsvisie dient te voldoen. Hieruit is gebleken dat restantbedrag voor gemeente op de fysieke deze visie globaal dient te zijn, maar ook duidelijk is qua digitalisering van leefomgeving heeft. ontwikkelingskader. Ze komt participatief tot stand. bestemmingsplannen beschikbaar, wat In het 4e kwartaal van 2019 ontvangen we offertes voor het alternatief kan worden opstellen van de omgevingsvisie. Bij de offerte-uitvraag is aangewend voor de uitdrukkelijk verzocht om een plan van aanpak te overleggen omgevingsvisie. waaruit blijkt welke stappen doorlopen worden om te komen tot de omgevingsvisie.

De kosten worden ingeschat op € 100.000.

Leegstaande gebouwen en monumentaal erfgoed

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

We willen bereiken dat er We gaan de omvang van de problematiek van leegstaande € 30.000 incidenteel een prettige leefomgeving gebouwen en monumentaal erfgoed onderzoeken. Op basis voor bedrijven en burgers hiervan willen we kaders stellen voor mogelijke oplossingen wordt behouden/gecreëerd. voor de problematiek. Deze lijkt zich vooral toe te spitsen op Daarom willen we inzicht solitaire bedrijfspanden en monumenten in het buitengebied. hebben in de omvang van Leegstand tast de leefbaarheid van de leefomgeving aan en de problematiek van werkt verloedering in de hand. Door in een zo vroeg mogelijk leegstaande gebouwen en stadium inzicht te krijgen in de problematiek zal tijdig actie zoeken naar oplossingen kunnen worden ondernomen om de verloedering en daarvoor. aantasting van de leefbaarheid tegen te gaan.

De geraamde kosten hebben betrekking op de inhuur van externe expertise.

27

Meekoppelkansen bij hoogwatermaatregelen

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Door het Rijk en het Afhankelijk van de verdere besluitvorming door andere € 30.000 Incidenteel Waterschap worden in het overheden (Waterschap en Rijksoverheid) over het treffen gebied tussen Thorn en van hoogwatermaatregelen is te bezien of we als gemeente Wessem en aan de een bijdrage willen leveren aan aanvullingen op deze Maasboulevard in Wessem maatregelen. maatregelen voorbereid die Hierbij liggen mogelijk kansen in de gebiedsverbeteringen moeten leiden tot een tussen Thorn en Wessem en aanvullende maatregelen op de duurzame hoogwater- werkzaamheden van het waterschap aan de Maasboulevard veiligheid. in Wessem. Deze kansen worden verkend in een op te stellen gebiedsvisie. Uit deze visie zal moeten blijken welke De beoogde maatregelen verbeteringen en maatregelen wenselijk en haalbaar zijn bieden ook "meekoppel- en met welke kosten deze gepaard gaan. kansen" voor fysieke kwaliteitsverbeteringen Vooruitlopend op gemeentelijke besluitvorming over een in beide bovengenoemde mogelijke bijdrage aan "gebiedsverbeteringen en gebieden. aanvullende maatregelen" willen we een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) laten uitvoeren zoals bedoeld in par. 3.1 van deze Programmabegroting.

Voor het opstellen van een MKBA wordt een bedrag van € 30.000 geraamd.

Processen en projecten die doorlopen in 2020

Proces/Project Status/ fase in 2020

Chateau Heel In uitvoering. (ontwikkeling) Voormalig gemeentehuis Heel In voorbereiding. (herbestemming) Gebiedsontwikkeling Linne Vooral afhankelijk van de keuzes van de Jan Linders- (incl. herontwikkeling locatie supermarkt) supermarkt blijft het proces in 2020 in uitvoering. Gebiedsontwikkeling Wessem Het proces rond het terrein van de Mutsaersstichting blijft vooralsnog in voorbereiding. In relatie tot de ontwikkelingen in Heel wordt hier mogelijk de locatie van Wonen-Zuid en Proteion aan de Kloosterlaan aan toegevoegd. Centrum Maasbracht In voorbereiding. (aanpak parkeerproblematiek) Begeleiding Deltaplan Maasvallei Het Deltaprogramma Maasvallei blijft in 2020 in voorbereiding. Hoogwaterbescherming Wessem-Thorn Besluitvorming over participatie van de gemeente Maasgouw wordt in de loop van 2020 beoogd. Terreinen Daelzicht en Koraal Groep In voorbereiding. Met stichting Daelzicht en Koraal (ontwikkeling) Groep loopt overleg over verdere ontwikkeling van hun terreinen.

28

3.3.3 Beheer van openbare ruimte, natuur & landschap

Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan (update)

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Inzicht verkrijgen in de In het coalitieakkoord 2018-2022 wordt gevraagd om een De kosten van verkeersonveiligheid in de onderzoek naar de mogelijkheden voor herinrichting bij € 10.000 incidenteel gemeente en verkeersdruk onveilige verkeerssituaties en naar mogelijkheden om de kunnen worden van het doorgaande verkeer druk van doorgaand verkeer op dorpskernen te verminderen. afgedekt uit de reserve door de kernen. Hierbij In feite worden hier twee onderzoeken gevraagd: incidenteel. Binnen worden ook de 1 Waar bestaan onveilige situaties en welke mogelijkheden deze reserve is uit mogelijkheden tot bestaan er om tot een herinrichting van de betreffende eerdere jaren nog een verbeteringen aangegeven. situaties te komen? restantbedrag voor het 2 Wat zijn de doorgaande wegen met de meeste verkeers- GVVP beschikbaar. druk in de dorpskernen en welke mogelijkheden zijn er om deze verkeersdruk te verminderen?

De resultaten van de bovengenoemde onderzoeken worden meegenomen bij de actualisatie van het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) 2020-2025. Hierin is naast de objectieve verkeersonveiligheid en verkeersdruk ook aandacht voor de mening van de inwoners hierover (subjectieve verkeersonveiligheid/verkeersdruk).

Nieuwe onderhoudsplannen Kunstwerken en Gebouwen

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Opstellen nieuwe Opstellen nieuw MeerjarenOnderhoudsPlan Bruggen en € 25.000 incidenteel onderhoudsplanning Civiele viaducten 2021 - 2024 Kunstwerken Het huidige plan heeft een looptijd tot 2021. Dit betekent dat er in 2020 een nieuw plan (mede op basis van inspectie) moet worden opgesteld. Dit specialistische werk wordt door een extern adviseur uitgevoerd.

Opstellen nieuwe Opstellen nieuw MeerjarenOnderhoudsPlan Gebouwen 2021 € 25.000 incidenteel onderhoudsplanning - 2024 Gemeentelijke Gebouwen Het huidige plan heeft een looptijd tot 2021. Dit betekent dat er in 2020 een nieuw plan (mede op basis van inspectie) moet worden opgesteld. Dit specialistische werk wordt door een extern adviseur uitgevoerd.

29

Hondenbeleid

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Verbetering voorzieningen  Pilot aanleg hondenspeelplek kern Maasbracht (2019) € 5.000 incidenteel  Aanleg loslooproute nabij sportveld op de Beegderheide (2020) en € 23.500 (2019) structureel  Inventarisatie (her)plaatsing afvalbakken, meer afvalbakken plaatsen langs drukkere looproutes en groenvoorzieningen, afvalbakken voor hondenpoep herkenbaar maken  Intensiever onderhoud voorzieningen  Inventarisatie en evaluatie geschikte uitlaat- en losloopgebieden

Verbeteren communicatie  Opstellen van actieplan voor informeren van € 15.000 incidenteel hondenbezitters en inwoners over regelgeving en (2020) en €7.000 indienen klachten m.b.t. overlast structureel  Duidelijk overzicht met wijkkaarten/digitale kaart met voorzieningen

Meer en gerichtere  Intensiever handhaven op hotspotlocaties tijdens handhaving piektijden (6:30-8:00 en 17:00-19:00) € 7.500 structureel  Aanvullend controleren op het hebben van een opruimmiddel

Besluitvorming tarieven In de paragraaf lokale heffingen worden een viertal scenario’s hondenbelasting weergegeven over de tariefstelling hondenbelasting. Daarbij

stelt het college aan de raad voor om de hondenbelasting op het huidige tarief te handhaven. Finale besluitvorming over de tariefstelling vindt plaats in de raadsvergadering van december 2019 bij de vaststelling van de belasting- verordeningen.

30

3.3.4 Klimaat, energie & afvalverwerking

Klimaatakkoord en Energietransitie (Regionale Energie Strategie)

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Een bijdrage leveren aan de In de raadsinformatiebrief van juli 2019 (nr. 761) is € 0 Regionale Energie Strategie aangegeven dat de gemeente een bijdrage levert aan de die wordt opgesteld om te Regionale Energie Strategie Noord- en Midden-Limburg (RES) komen tot C02-reductie. die ter uitvoering van het Klimaatakkoord wordt opgesteld. Doel van de RES is om een bijdrage te leveren aan de nationale doelstellingen voor CO2-reductie door in te zetten op duurzame opwek van energie (wind en zon), warmtetransitie in de bebouwde omgeving (vervanging van gas door alternatieve bronnen) en energiebesparing. Naar verwachting wordt in de 1e helft van 2020 een concept RES opgeleverd en kan eind 2020 een definitieve RES worden opgeleverd die door de gemeenteraden moet worden vastgesteld.

Voor het opstellen van de RES krijgt iedere regio een substantiële bijdrage vanuit het Nationaal Programma RES en is ook een financiële bijdrage van de Provincie toegezegd. De verwachting is dat daarmee kan worden volstaan en dat geen afzonderlijke financiële bijdragen van gemeenten nodig zijn. Van de gemeenten wordt wel een ambtelijke bijdrage verwacht aan de totstandkoming van de RES.

Door de gemeente Maasgouw worden ambtelijk analyses uitgevoerd voor de mogelijkheden van windturbines en zonneparken in Maasgouw en de resultaten daarvan worden aangeleverd voor de RES. Daarnaast worden vanuit de gemeente Maasgouw (binnen bestaande capaciteit) 2 ambtenaren beschikbaar gesteld voor de deelname aan RES- werkgroepen en is ambtelijke capaciteit gereserveerd voor de uitvoering van operationele maatregelen op lokaal niveau op het gebied van energietransitie die vooruitlopen op de RES. Daarnaast vindt ook in 2020 externe inhuur plaats voor ondersteuning op het gebied van klimaat en energie.

In 2019/2020 werken zes personen in de ambtelijke organisatie aan opgaven die betrekking hebben op Klimaat en Energie in het algemeen en de RES in het bijzonder. Daarvoor zijn uren gereserveerd binnen de bestaande capaciteit en daarom is in 2020 geen aanvulling van capaciteit of budgetten noodzakelijk. Als eind 2020 de definitieve RES bekend is, kan een inschatting worden gemaakt van de ambtelijke capaciteit die in 2021 en volgende jaren nodig is om uitvoering te geven aan de RES.

31

Verduurzamen gemeentelijk en maatschappelijk vastgoed

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Een bijdrage leveren aan de Om tegemoet te komen aan het Klimaatakkoord, de € 50.000 incidenteel klimaatdoelen door het Klimaatwet en om uiteindelijk dus ‘Paris-proof’ te worden, verduurzamen van het staan er voor gemeenten de komende jaren een aantal gemeentelijk en belangrijke veranderingen op de agenda. Voor het maatschappelijk vastgoed. gemeentelijk en maatschappelijk vastgoed moet rekening gehouden worden met de volgende eisen: • Nieuwbouw in opdracht van gemeenten is vanaf 2020 minimaal bijna energieneutraal (BENG). . Nieuwbouw in opdracht van gemeenten is vanaf 2020 waar mogelijk gasloos of klaar om gasloos te worden. • Streven naar energieneutraliteit in 2040.

Om deze opgave inzichtelijk te maken is het gemeentelijk en maatschappelijk vastgoed van onze gemeente in kaart gebracht en uitgewerkt in een verduurzamingsplan (Routekaart gemeentelijk vastgoed). Het gaat hierbij vooral om het vastleggen van de huidige staat, kansen tot verduurzaming en verankering van bovenstaande doelen in het (gemeentelijk) beleid. Voor grote aanpassingen volgend uit het verduurzamingsplan zullen afzonderlijke kredieten worden gevraagd.

Enkele gemeentelijke gebouwen (Sporthal Andreashal, Sporthal Reutsdael en gemeentehuis) vallen onder de verplichting van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Deze verplicht bedrijven en instellingen die meer dan 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m³ aardgas per jaar verbruiken om alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder te treffen. Voor deze energiebesparende maatregelen en de kleine maatregelen volgend uit het verduurzamingsplan vragen we een werkbudget van € 50.000.

Afval en riolering kostendekkend

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Kostendekkend tarief Bij de vaststelling van de tarieven afval en riolering worden Voordeel: afvalstoffenheffing en de kosten voor 100% doorberekend. Wijziging van de interne 2020 € 21.800 rioolheffing kostentoerekening betekent dat meer of minder doorbelast 2021 € 51.500 gaat worden. 2022 € 86.600 Voor de komende jaren resulteert dit in een positief 2023 € 117.300 budgettair effect dat met name veroorzaakt wordt door een hogere rentetoerekening (3%) aan riolering als gevolg van het terugdraaien van de 25% korting op de investeringen zoals opgenomen in het GRP.

32

Totaaloverzicht Lasten en Baten Programma Woon- en leefklimaat

PROGRAMMA - Woon- & Leefklimaat Nr. Omschrijving taakveld Realisatie Raming Raming Raming Raming Raming 2018 2019 2020 2021 2022 2023

Lasten bestaand beleid 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden 264.355 285.457 228.392 225.276 227.049 225.276 2.1 Verkeer, wegen en water 3.003.388 2.889.570 3.290.549 3.345.106 3.451.672 3.490.164 2.2 Parkeren 9.573 6.979 14.347 14.139 14.139 14.139 2.4 Economische Havens en waterwegen 12.604 53.508 51.494 50.869 50.869 50.650 5.5 Cultureel erfgoed 169.677 439.937 171.454 169.340 169.340 169.340 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 1.330.658 1.444.527 1.416.138 1.373.104 1.373.104 1.373.104 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 28.179 31.800 0 0 0 0 6.2 Wijkteams 31.286 39.132 68.267 66.544 66.544 66.544 7.2 Riolering 1.504.455 1.935.007 1.895.571 1.941.536 1.856.812 1.883.882 7.3 Afval 1.714.833 1.759.736 1.791.682 1.787.040 1.787.040 1.787.040 7.4 Milieubeheer 176.138 375.112 169.755 167.113 167.113 167.113 8.1 Ruimtelijke Ordening 647.417 791.440 861.643 844.200 844.200 844.200 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen) 282.717 257.222 62.824 61.239 61.239 61.239 8.3 Wonen en bouwen 2.932.905 3.172.950 2.627.127 2.599.017 2.604.117 2.608.816

Lasten nieuw beleid

0.3 Beheer overige gebouwen en gronden 25.000 0 0 0 2.1 Verkeer, wegen en water -12.510 -47.510 -47.510 -47.510 5.5 Cultureel erfgoed 30.000 0 0 0 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 28.500 23.500 23.500 23.500 7.2 Riolering -44.842 -44.842 -44.842 -44.842 7.3 Afval 159.448 159.448 159.448 159.448 7.4 Milieubeheer 50.000 0 0 0 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen) 56.600 -43.400 -43.400 -43.400 8.3 Wonen en bouwen 112.500 7.500 7.500 7.500

Totaal lasten 12.108.184 13.482.377 13.053.939 12.699.219 12.727.934 12.796.203

Baten Bestaand beleid 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden 284.069 63.320 63.320 63.320 63.320 63.320 0.63 Parkeerbelasting 76.804 74.931 74.931 74.931 74.931 74.931 2.1 Verkeer, wegen en water 145.661 47.500 47.500 47.500 47.500 47.500 2.4 Economische Havens en waterwegen 32.003 35.087 36.887 38.687 38.687 38.687 5.5 Cultureel erfgoed 1.715 5 5 5 5 5 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 3.947 7.2 Riolering 3.227.247 4.027.501 4.102.278 4.199.283 4.131.067 4.158.137 7.3 Afval 1.937.299 2.138.546 2.150.456 2.150.456 2.150.456 2.150.456 7.4 Milieubeheer 56.302 586 586 586 586 586 8.1 Ruimtelijke Ordening 124.257 8.652 8.652 8.652 8.652 8.652 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen) 782.388 93.600 8.3 Wonen en bouwen 749.037 636.453 335.093 335.093 335.093 335.093

Baten nieuw beleid

7.2 Riolering -83.538 -53.748 -18.670 12.055 7.3 Afval 247.344 247.344 247.344 247.344

Totaal baten 7.420.729 7.126.181 6.983.514 7.112.109 7.078.971 7.136.766

Totaal saldo van baten en lasten -4.687.455 -6.356.196 -6.070.425 -5.587.110 -5.648.963 -5.659.437

Mutaties reserves Realisatie Raming Raming Raming Raming Raming 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Lasten Baten 783.161 316.691 91.197 68.434 67.801 Saldo 783.161 316.691 91.197 68.434 67.801

Woon- & Leefklimaat -4.687.455 -5.573.035 -5.753.734 -5.495.913 -5.580.529 -5.591.636

33

Beleidsindicatoren Woon- en leefklimaat

Beleidsindicatoren Woon- en leefklimaat

Taakveld Naam indicator Eenheid Vorige Waarde Periode Waarde Toelichting periode 8. Vhrosv Gemiddelde WOZ- X € 1.000 2017 201 2018 207 De gemiddelde WOZ waarde van waarde woningen woningen. 8. Vhrosv Nieuw gebouwde aantal per 2014 3,6 2016 3,3 Het aantal nieuwbouwwoningen. woningen 1.000 woningen 8. Vhrosv Demografische druk % 2018 75,4 2019 76,0 De som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar. 8. Vhrosv Gemeentelijke euro 2018 580 2019 613 Het gemiddelde totaalbedrag in woonlasten euro's per jaar dat een eenpersoonshuis- éénpersoonshuisouden betaalt aan houden woonlasten. 8. Vhrosv Gemeentelijke euro 2018 623 2019 643 Het gemiddelde totaalbedrag in woonlasten euro's per jaar dat een meerpersoonshuis- meerpersoonshuisouden betaalt houden aan woonlasten. 7. Omvang kg per 2015 139 2016 139 Niet gescheiden ingezameld Volksgezondheid huishoudelijk inwoner huishoudelijk afval. en Milieu restafval 7. Hernieuwbare % 2016 28,1 2017 27,5 Hernieuwbare elektriciteit is Volksgezondheid elektriciteit elektriciteit die is opgewekt uit en Milieu wind, waterkracht, zon of biomassa.

Zie toelichting beleidsindicatoren pag. 10

34

3.4 Economie, arbeid en inkomen

Strategische Visie 2025

Omdat ondernemers, werkgevers en werknemers grensoverschrijdend denken en handelen is binnen het economisch domein regionale samenwerking een vereiste. De gemeente kan samen met andere overheden een bijdrage leveren aan bepaalde ruimtelijk-fysieke omstandigheden die bedrijven nodig hebben om te kunnen functioneren. Ook kunnen organisatorische maatregelen worden genomen die zich richten op het versterken van ondernemerschap of optimalisatie van de arbeidsmarkt.

Een centrale ambitie in de Strategische Visie vormt eveneens de verdere ontwikkeling als dynamisch vrijetijdsgebied. Dit is vanuit economisch perspectief een versterking van een specifiek economisch cluster: de vrijetijdseconomie. Door samen met ondernemers en andere organisaties te zorgen voor unieke en onderscheidende vrijetijdsbelevenissen, wordt het gebied aantrekkelijker voor bezoekers van binnen en buiten de gemeente.

Coalitieakkoord 2018-2022

Hoofdstukken/-doelen Coalitieakkoord Onderwerp in programmabegroting Pg.

Algemene doelen economisch domein Paragraaf 3.4.0 . Visie- en planvorming economisch domein 36

Vestigingsklimaat en werklocaties Paragraaf 3.4.1 . Verbeteren van regionaal vestigingsklimaat . Uitwerking Regionaal Beleidskader Werklocaties 38 voor bedrijven met herstructurering van . Lopende processen/projecten werklocaties 38 bedrijventerreinen als centrale opgave die . Ontwikkeling havengebied Maasbracht 39 regionaal moet worden opgepakt. . Extra capaciteit voor bijdrage aan 39 vestigingsklimaat en werklocaties

Ondernemerschap en -initiatieven Paragraaf 3.4.2 . Verkennen hoe we de acquisitie van . Uitvoering van lokaal ondernemerschaps- 41 ondernemers en de begeleiding van programma ondernemersinitiatieven kunnen verbeteren. . Duurzaam inregelen van ondernemersdatabase 41 . Extra capaciteit voor bijdrage aan 42 ondernemerschap en - initiatieven

Toerisme en recreatie Paragraaf 3.4.3 . Extra impuls geven aan toerisme en . Vakantieparken: kansen en bedreigingen 43 recreatie aan de hand van vijf speerpunten . Belevenissen en infrastructuur 43 (marketing, belevenissen, infrastructuur, . Gebiedsmarketing gericht op bezoekers 44 verblijfsrecreatie-gebieden, samenwerking). . Lopende processen/projecten T&R 44 . Parkeerplaats Fun Beach Panheel 45 . Extra capaciteit voor bijdrage aan T&R 46

Optimalisatie arbeidsmarkt Paragraaf 3.4.4 . In regionaal verband, samen met andere . Regionaal arbeidsmarktbeleid 47 partijen, bijdragen aan het optimaal functioneren van de arbeidsmarkt.

Arbeidsparticipatie en inkomen Paragraaf 3.4.5 . Uitvoering van taken op het gebied van . Aanpak van armoede 48 arbeidsparticipatie op een verantwoorde . Arbeidsparticipatie 48 manier organiseren, samen met andere . Westrom 49 gemeenten en met bijzondere aandacht voor Westrom.

35

3.4.0 Algemene doelen

Visie en planvorming binnen economisch domein

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Een vitale regionale en Binnen drie actielijnen wordt gewerkt aan het versterken van € 0 lokale economie die zorgt de regionale en lokale economie: voor welvaart en - actielijn vestigingsklimaat en werklocaties; werkgelegenheid voor de - actielijn ondernemerschap; inwoners van Maasgouw. - actielijn toerisme en recreatie. De actielijnen ‘vestigingsklimaat en werklocaties’ en ‘ondernemerschap’ zijn gericht op het faciliteren van economische ontwikkeling in algemene zin en daarmee sector-overstijgend. Aanvullend hierop wordt via de actielijn ‘toerisme en recreatie’ gericht ingezet op de versterking van de sector ‘vrijetijdseconomie’.

Elk van deze actielijnen wordt langs twee complementaire

sporen uitgevoerd: een regionaal en een lokaal spoor.

In lijn met de Strategische Visie vormt de regionale economie

het vertrekpunt voor pendelgemeente Maasgouw. Via SML werken we samen aan regionaal economisch beleid. Via OML voorzien we in de ruimte-behoefte van ondernemers en via Keyport voeren we projecten uit die bijdragen aan de versterking van innovatiekracht, ondernemerschap en aan arbeidsmarktoptimalisatie. Het lokale spoor is het complementaire sluitstuk van de inzet op economische ontwikkeling. De economische zaken die specifiek voor Maasgouw van belang zijn, worden lokaal opgepakt. Met deze specifieke impulsen versterken we onze lokale economie en daarmee ook de regionale economie als geheel.

Plan- en visievorming vindt binnen de 3 actielijnen plaats. - ‘vestigingsklimaat en werklocaties’: het Regionaal Beleidskader Werklocaties en het Ondernemingsplan OML 2018-2022 worden uitgevoerd. Een regionaal handelingsperspectief voor supermarkten is in ontwikkeling en in 2020 wordt een regionale visie op nautische bedrijvigheid opgeleverd. Maasgouw voert aanvullend hierop het projectplan Nautische Boulevard uit. Bovendien is er in 2020 speciale aandacht voor de ontwikkeling van Havengebied Maasbracht. - ‘ondernemerschap’: het Koersplan 2016-2020 van Keyport wordt uitgevoerd. Aanvullend hierop werkt Maasgouw momenteel een lokaal ondernemerschaps- programma uit dat vanaf 2020 wordt uitgevoerd. De realisatie van een gemeentelijke ondernemersdatabase in 2020 versterkt de basis voor accountmanagement. - ‘toerisme en recreatie’: een toeristische visie voor Midden-Limburg is in ontwikkeling. Maasgouw voert daarnaast in 2020 het programma TR2020 uit, waaronder de ontwikkeling van een R&T-kansenkaart, de aanpak van vakantieparken en gebiedsmarketing.

36

De activiteiten die in 2020 binnen de drie actielijnen ‘vestigingsklimaat en werklocaties’, ‘ondernemerschap’ en ‘toerisme en recreatie’ worden uitgevoerd, worden in de volgende paragrafen beschreven. Per actielijn / paragraaf wordt ook de behoefte aan extra capaciteit onderbouwd. In totaal wordt voor 2020 € 75.000 / 1 fte extra capaciteit gevraagd. Gezien de doorlooptijd van de activiteiten wordt voor 2021 een zelfde capaciteitsbehoefte voorzien.

In de loop van 2020 kan pas worden beoordeeld welke aanvullende plan- en visievorming op regionaal en lokaal niveau nodig is, om de economie te kunnen blijven versterken. Hierbij kan worden gedacht aan een integraal economisch profiel van Maasgouw (als verbijzondering van het ‘Economisch Profiel Midden-Limburg’ uit 2016), waardoor lokale economische kansen en knelpunten inzichtelijk worden gemaakt waar gemeente, ondernemers en instellingen samen op kunnen gaan inzetten.

37

3.4.1 Vestigingsklimaat & werklocaties

Uitwerking Regionaal Beleidskader Werklocaties (o.a. Regionale Visie Nautische Bedrijvigheid)

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Versterking van de regionale We zetten via SML, OML en Keyport in op regionale € 15.000 economie, behoud van samenwerking met als doel optimale vestigingsvoorwaarden Incidenteel regionale werkgelegenheid te creëren voor ondernemers en andere werkgevers. voor pendel-gemeente Maasgouw en Via SML geven we uitvoering aan het Regionaal Beleidskader instandhouding van het Werklocaties dat in 2019 is vastgesteld. Hierbij gaat het om lokale en regionale versterking van de regionale ruimtelijke hoofdstructuur voor voorzieningenniveau, door bedrijventerreinen, winkels en kantoren. Binnen dat kader als Midden-Limburg staat voor 2020 ook de oplevering van een ‘Regionale Visie ondernemingen en Nautische Bedrijvigheid’ op de planning. Maasgouw is trekker instellingen te behouden en van deze regionale opgave. aan te trekken. Deze visie is bedoeld om het economische cluster rondom beroeps- en pleziervaart inzichtelijk te maken en om ontwikkelkansen voor het cluster in kaart te brengen. Naar verwachting biedt de visie voor Maasgouw handvatten voor de ontwikkeling van de werklocaties aan het water. Voor het Maasgouwse aandeel in de uitwerking van de afspraken uit het regionaal beleidskader wordt in 2020 een werkbudget van € 15.000 gevraagd.

Processen en projecten die doorlopen in 2020

Proces/Project Status/ fase in 2020

Nautische Boulevard Wessem In uitvoering. (ontwikkeling) De gemeenteraad van Maasgouw heeft ingestemd met de interne grondexploitatie en deze vormt de basis van de uitvoering. Er lopen gesprekken met betrokken ondernemers en in 2020 wordt het ruimtelijk ordenings- traject verder uitgevoerd. Havengebied Maasbracht Op basis van evaluatie in voorbereiding. (herstructurering) Zie onderstaande, separate toelichting. Clauscentrale Maasbracht In voorbereiding. (ontsluiting) Over voortgang wordt overleg gevoerd met projectpartners. Zie risicoparagraaf. Terreinen Daelzicht en Koraal Groep In voorbereiding. (ontwikkeling) Met Stichting Daelzicht en Koraal Groep loopt overleg over verdere ontwikkeling van hun terreinen. Terrein Edelchemie Panheel De herontwikkeling blijft in 2020 In voorbereiding. (herontwikkeling na sanering)

38

Ontwikkeling van werklocatie ‘Havengebied Maasbracht’

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Met name het scheppen van Havengebied Maasbracht omvat de volgende deelgebieden: ruimtelijke omstandigheden bedrijventerreinen Koeweide, Bunkerhaven en Oude Maas. (fysieke condities) die het Momenteel is de "Evaluatie herstructureringsvisie natte bedrijfsleven in staat stellen bedrijventerreinen 2013-2018" in concept afgerond. Acties goed te kunnen die uit de evaluatie volgen zijn: functioneren. - Bij Koeweide zouden, op gelijke wijze als in het verleden bij de Nautische Boulevard is gedaan, alle rechten en € 0 plichten ten aanzien van water en kades (beide eigendom gemeente Maasgouw) in beeld gebracht moeten worden. Deze actie is opgepakt. - Bij het terrein van Bunkerhaven is het water van € 10.000 incidenteel Rijkswaterstaat maar zijn de kades van het Rijksvastgoedbedrijf (voorheen Domeinen). De rechten van ondernemers zijn erfpachtrechten. Ondernemers hebben aangegeven dat de onduidelijke rechtszekerheid ten aanzien van bijvoorbeeld looptijden en pachtverhogingen verlammend werken ten aanzien van investeringen van ondernemers in dit gebied. Dit komt de ontwikkeling en de uitstraling van het gebied niet ten goede. Actie: Inventarisatie Bunkerhaven en overleg Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en RWS. - Oude Maas omvat onder andere Kruchterplas, Edelzand € 10.000 incidenteel en de scheepswerf en machinefabriek Maasbracht NV. Dit gebied is in beweging: de Kruchterplas en de scheepswerf staan te koop en Edelzand komt mogelijk in de nabije toekomst opnieuw in de verkoop. Actie: Uitvoeren Quick Scan naar de kansen en bedreigingen van Oude Maas.

Extra capaciteit voor bijdrage vestigingsklimaat en werklocaties

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

1. Gunstig vestigingsklimaat In het Coalitieakkoord is de ambitie uitgesproken dat de € 15.000 voor bedrijven (die zorgen gemeente wil bijdragen aan een sterk regionaal economisch Incidenteel per jaar voor werk en welvaart) in vestigingsklimaat en aan de ontwikkeling van werklocaties in voor 2020 en 2021 de regio Midden-Limburg. de gemeente Maasgouw. Via de actielijn ‘vestigingsklimaat en werklocaties’ wordt daaraan in 2020 een impuls gegeven, 2. Werklocaties die door de volgende activiteiten op regionaal en lokaal niveau. functioneren als economische motor en We werken in regionaal verband mee aan maatregelen die zorgen voor werk en het regionaal vestigingsklimaat moeten versterken door: welvaart in de gemeente deelname aan OML, het SML-werkveld Economie en het ‘Blue Maasgouw Ports binnenhaven overleg in Limburg’. Via SML werken we aan de uitvoering van het Regionaal beleidskader werklocaties, onder andere door de uitwerking van een Regionale Visie Nautische bedrijvigheid.

Op lokaal niveau richten we onze inspanningen vooral op het faciliteren en stimuleren van ontwikkelingen op de werklocaties (zie het proces/project-overzicht hierboven), met bijzondere aandacht voor de ‘Nautische Boulevard’ en

39

het ‘Havengebied Maasbracht’, zoals hierboven beschreven.

Om aan de bovengenoemde werkzaamheden in 2020 en 2021 invulling te kunnen geven achten wij een tijdelijke uitbreiding van de bestaande ambtelijke capaciteit nodig. In de loop van 2021 wordt beoordeeld in hoeverre een structurele uitbreiding nodig is.

40

3.4.2 Ondernemerschap & ondernemersinitiatieven

Uitvoering van lokaal ondernemerschapsprogramma

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Economische groei, behoud Vanaf 2020 wordt een lokaal ondernemerschapsprogramma € 0 van voorzieningen en uitgevoerd. Dit programma wordt gebaseerd op de behoefte werkgelegenheid, door het van ondernemers en gaat uit van gezamenlijke realiseren van een verantwoordelijkheid van gemeente en ondernemers. Per uitstekend lokaal speerpunt in dit ondernemerschapsprogramma wordt ondernemersklimaat. aangegeven welke rol de gemeente heeft en welke verantwoordelijkheid bij de ondernemers ligt. Mogelijke speerpunten zijn:  Regelgeving (bijvoorbeeld door het proces van vergunningaanvragen te vergemakkelijken)  Informatievoorziening (bijvoorbeeld ondernemers actiever te informeren m.b.t. subsidies en duurzaamheid  Arbeidsmarktoptimalisatie en digitalisering In de loop van 2020 kan pas worden beoordeeld of budget nodig is voor de uitvoering van het ondernemerschapsprogramma.

Duurzaam inregelen van een lokale ondernemersdatabase

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Het versterken van het Relatiebeheer speelt een steeds grotere rol binnen onze € 15.000 incidenteel lokaal ondernemersklimaat gemeente. De informatiepositie van de gemeente is en daarmee de lokale essentieel om Maasgouwse ondernemers goed te kunnen economie, door een bedienen. Denk hierbij aan: in kaart hebben wie onze basissysteem voor het ondernemers zijn, wat ze doen, hoe ze bereikbaar zijn, waar bedrijven hun aandachtspunten liggen en welke vragen ze eerder accountmanagement gesteld hebben.

Hiervoor wordt in 2020 een ondernemersdatabase ingericht. We gaan met (vrijwel) alle ondernemers een gesprek aan. Door middel van een vragenlijst gaan we gestructureerd data verzamelen. De opgehaalde gegevens leggen we vast in een nader te bepalen systeem. We gaan in 2020 verkennen welk systeem geschikt is om de data op toegankelijke en overzichtelijke wijze vast te leggen én actueel te houden. We kijken hierbij naar kwaliteit, efficiëntie en (beheer)kosten. Voor de inrichting van deze ondernemersdatabase wordt een incidenteel budget gevraagd.

41

Extra capaciteit voor bijdrage aan ondernemerschap en - ondernemersinitiatieven

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Economische groei, behoud Ook binnen het spoor ‘ondernemerschap’ zetten we in op € 30.000 Incidenteel van voorzieningen en een regionale en lokale lijn. per jaar voor 2020 en behoud van 2021 werkgelegenheid, door Via Keyport brengen we op projectbasis ondernemers, ondernemers en andere onderwijs en overheid samen op de thema’s werkgevers te faciliteren op ‘arbeidsmarktoptimalisatie’, ‘innovatie’ en gebied van ‘ondernemerschap’. Keyport legt in 2020 het koersplan voor ondernemerschap, de komende jaren (inclusief financiële claim vanaf 2021) innovatiekracht en voor aan de gemeenteraden. arbeidsmarkt. In 2019 wordt een lokaal ondernemerschapsprogramma uitgewerkt op basis van ondernemersbehoeften die zijn afgezet tegen de bestaande gemeentelijke dienstverlening. Per speerpunt in dit ondernemerschapsprogramma wordt aangegeven welke rol de gemeente heeft en welke verantwoordelijkheid bij de ondernemers ligt. Zoals hierboven beschreven, wordt dit lokale ondernemerschapsprogramma vanaf 2020 uitgevoerd. Verder pakt de gemeente - naast het reguliere bedrijvenaccountmanagement – in de lokale lijn de volgende taken op: - het opzetten en duurzaam inregelen van een lokale ondernemersdatabase, zoals hierboven beschreven; - het gericht faciliteren van startende ondernemers; - gemeentelijke procesrol in de versterking van de kernwinkelgebieden; - het introduceren van provinciale en regionale stimuleringsinitiatieven ( zoals fondsen en coaching trajecten) bij Maasgouwse ondernemers.

Om aan de bovengenoemde werkzaamheden in 2020 en 2021 invulling te kunnen geven achten wij een tijdelijke uitbreiding van de bestaande ambtelijke capaciteit nodig. In de loop van 2021 wordt beoordeeld in hoeverre een structurele uitbreiding nodig is.

42

3.4.3 Toerisme en recreatie

Vakantieparken: kansen en bedreigingen

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Vitale vakantieparken die In 2020 zetten we in op het vitaler maken van de Voor de inzet van de veel bezoekers naar de vakantieparken Heelderpeel, Boschmolenplas en Porta Isola. vitaliteitsmanager kan gemeente trekken, veel Dit doen we samen met betrokken partijen op de gebruik worden bestedingen genereren en verschillende parken. Op basis van een situatie-, kansen- en gemaakt van het voor werkgelegenheid risicoanalyse, bepalen we per vakantiepark een visie en werkbudget RT zorgen. maatwerkaanpak. 2020 dat nog beschikbaar is In 2018 is in het kader van een provinciale pilot een stakeholdersanalyse uitgevoerd met betrekking tot de revitalisering van het vakantiepark Boschmolenplas. Door extra projectcapaciteit en inzet van de provinciale vitaliteitsmanager kan een follow-up worden gegeven aan deze pilot en kan de aanpak bovendien in 2019/2020 worden verbreed naar de andere vakantieparken.

Het is niet uitgesloten dat er in 2020 een gemeentelijke stimuleringsbijdrage nodig is om de vitaliseringsslag op één of meerdere parken mogelijk te maken of te versnellen.

Belevenissen en infrastructuur voor bezoekers

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Economische groei, door Een uitwerking van kansen op het gebied van recreatie en Voor het opstellen en toename van bezoekers toerisme voor zowel ondernemers / investeerders, alsook uitvoeren van de (aantal toeristen en voor de gemeente. Daarmee wordt ook een basis gelegd voor kansenkaart recreanten) en verhoging het nieuwe programma economie, recreatie en toerisme kan gebruik worden van hun bestedingen. 2020 e.v. gemaakt van het Wij proberen als gemeente ondernemerschap en werkbudget RT investeringsbereidheid in de toeristische sector te vergroten. 2020 dat nog De "kansenkaart' laat aan ondernemers en investeerders beschikbaar is zien welke bijzondere kansen in het gebied liggen. Aan de hand daarvan proberen we partijen te vinden met goede investeringsplannen voor de verdere ontwikkeling van toerisme en recreatie in de gemeente. Als die plannen kansrijk zijn, maar desondanks te maken hebben met een "onrendabele top", dan zijn wij als gemeente bereid om mee te denken over (co)financiering, mits deze plannen ook een duidelijk maatschappelijk rendement laten zien (meer bezoekers, meer bestedingen). In de loop van 2020 kan pas worden bepaald welke gemeentelijke investeringen nodig zijn voor de kansen op het gebied van recreatie en toerisme.

43

Gebiedsmarketing voor bezoekers (vrijetijdsgebieden)

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Meer bezoekers voor vrije- De gemeente wil samen met andere partijen de waarde en Voor het opstellen en tijdsgebieden en -locaties in kwaliteiten van de vrijetijdsbestemmingen in Maasgouw uitvoeren van het de gemeente Maasgouw, onder de aandacht brengen van (potentiële) bezoekers. nieuwe marketing- meer bestedingen en meer Daarbij kan gedacht worden aan de kwaliteiten van de plan VTTR kan gebruik werkgelegenheid in de Maasplassen en van de karakteristieke dorpen in onze worden gemaakt van vrijetijdssector. gemeente en aan het netwerk van fiets- en wandelroutes. het werkbudget RT 2020 dat nog De marketing die is gericht op bezoekers (toeristen en beschikbaar is recreanten) wordt op dit moment gestalte gegeven samen met ondernemers en andere gemeenten waarbij de VVV Midden-Limburg (heet nu Limburg Marketing) wordt ingezet als centrale marketing-organisatie.

In het evaluatie- en adviesrapport Gebiedsmarketing (zie RIB september 2019) zijn aanbevelingen opgenomen over het verbeteren van de lopende marketingactiviteiten. Aan die verbeterpunten wordt vanaf het najaar 2019 uitvoering gegeven in samenwerking met VVV Midden-Limburg ("Limburg Marketing) als centrale organisatie voor de uitvoering van de gebiedsmarketing.

Processen en projecten die doorlopen in 2020

Proces/Project Status/ fase in 2020

Fun Beach Panheel Zie aparte (onderstaande) toelichting. (aanpak parkeerproblematiek) Maasresidence Thorn In voorbereiding. (begeleiding realisatie) Gemeente is met projectontwikkelaar en eigenaar als partners in overleg over het actualiseren van het project. Voortgang is mede afhankelijk van de voortvarendheid van de private partners. Tijdspad gemeentelijke ondersteuning: voorbereiding in 2019, besluitvorming rondom toepassing instrumenten (bestemmingsplan; exploitatieplan; beeldkwaliteitsplan; exploitatieovereenkomst) in 2019 en 2020. Kasteeldomein Walburg Stevensweert In uitvoering Q1 en in afronding Q2 t/m Q4 2020 (ontwikkeling)

44

Parkeerplaats Fun Beach Panheel

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Sterk verminderen van de Voor het oplossen van de parkeerproblematiek rondom € 5.000 parkeeroverlast vanuit de Funbeach in Panheel (door het aanleggen van een parkeer- Structureel bezoekers van Fun Beach op plaats) is in de begroting al eerder geld gereserveerd: in kapitaallasten de omgeving totaal is er rekening gehouden met een investering van reserveren. € 450.000. De afschrijvingslasten ad € 15.000, afschrijving in 30 jaar, zijn destijds structureel in de begroting opgenomen. (Aanvullend naast De eerdere reservering is gemaakt op basis van een interne de al eerder geraamde grove schets van het in te richten terrein. Inmiddels is er een € 15.000 structureel) concreet schetsplan opgesteld voor de aanleg van het parkeerterrein met bijbehorende infrastructuur, in twee Een raadsvoorstel incl. varianten. De kostenramingen behorende bij beide schetsen bijbehorende geven aan dat de gereserveerde € 450.000 zeer waarschijnlijk kredietvotering zal niet toereikend zullen zijn en dat de totale kosten eerder separaat ter richting de zes ton zullen gaan. Daarom is het nodig om in de besluitvorming worden Programmabegroting 2020 uit te gaan van totaalbedrag van voorgelegd. € 600.000 in plaats van de eerder geraamde € 450.000. De afschrijvingslasten nemen dan toe tot € 20.000. Daarom is het nodig om in deze Programmabegroting de extra structurele afschrijvingslasten met € 5.000 bij te ramen. Zodra het plan gereed is, zal aan de gemeenteraad een voorstel worden gedaan het benodigde krediet concreet te voteren.

45

Extra capaciteit voor bijdrage aan toerisme en recreatie

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

1. Vitale vakantieparken die Binnen het Coalitieakkoord is gevraagd om een impuls te € 30.000 goed gewaardeerd en geven aan de ontwikkeling van toerisme en recreatie in de Incidenteel per jaar bezocht worden door gemeente Maasgouw. Om die reden zijn middelen voor 2020 en 2021 te toeristen en zorgen voor beschikbaar gesteld voor een tijdelijke uitbreiding van dekken via een werkgelegenheid en ambtelijke capaciteit (voor 2019 en 2020) op het gebied van structurele verhoging bestedingen in de toerisme en recreatie. Met die middelen wordt de inzet van van toeristenbelasting gemeente. een projectleider Vakantieparken bekostigd. en forensenbelasting Deze projectleider is medio 2019 gestart met zijn (zie paragraaf 5.8) 2. Vrijetijdsgebied waarin werkzaamheden. Daarmee wordt invulling gegeven aan voor bezoekers van het speerpunt "vitalisering vakantieparken" zoals in het binnen en buiten Coalitieakkoord werd bedoeld. gemeente veel te beleven is en dat beschikt Andere speerpunten in het Coalitieakkoord hebben over een hoogwaardige betrekking op: recreatieve infrastructuur. - Intensivering van gebiedsmarketing (zie apart voorstel in deze Programmabegroting) 3. Vrijetijdsgebied dat goed - Realiseren van meer aansprekende belevenissen op het netvlies staat en (activiteiten en evenementen) gewaardeerd wordt door - Opwaarderen van recreatieve infrastructuur -met name bezoekers van binnen en fietsroutenetwerk. buiten de gemeente - Versterken van samenwerking met toeristische ondernemers en andere overheden.

Daarnaast is in een raadsmotie (van november 2018) opgeroepen om in te spelen op kansen die zich op het terrein van toerisme en recreatie voordoen en is in dit verband een "kansenkaart" in voorbereiding.

De bovenstaande punten en het accent op vakantieparken leiden tot extra werkzaamheden, naast de reguliere werkzaamheden op het taakveld toerisme en recreatie. Die extra werkzaamheden komen voor een belangrijk deel voor rekening voor de projectleider "Vakantieparken" maar daarnaast is in 2020-2021 ook nog extra ambtelijke capaciteit nodig om invulling te kunnen geven aan de bovengenoemde speerpunten.

46

3.4.4 Optimalisatie arbeidsmarkt

Regionaal arbeidsmarktbeleid

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Regionaal vraag en aanbod De gemeente Maasgouw investeert, samen met de overige Nihil (vanuit gelden afstemmen tussen bedrijven gemeenten in de arbeidsmarktregio Midden-Limburg, in een overheid) en inwoners. Met specifieke gezamenlijke en uniforme aanpak voor werkgevers en aandacht voor doelgroepen werkzoekenden. Wij maken actief de verbinding en stemmen en aansluiting op de lokale het beleid af met de partners in het brede sociale domein, Maasgouwse arbeidsmarkt. het onderwijsveld en het bedrijfsleven. We brengen de arbeidsmarktregio in verbinding met andere structuren actief op arbeidsmarktbeleid. Hierbij kan gedacht worden aan het Regionaal Werkbedrijf en Keyport 2020.

We versterken onze positie als partner van werkgevers. Vanuit deze relatie buigen we de huidige personeelsvraag van de werkgever om naar een vraag die we, waar mogelijk, met onze doelgroepen kunnen beantwoorden.

Wij ondersteunen iedereen die kan werken. Specifieke aandacht is er voor: • Werkzoekenden die tot het doelgroepenregister behoren; dit zijn bijvoorbeeld schoolverlaters van het voortgezet speciaal onderwijs en het praktijkonderwijs, mensen met een WSW-indicatie en mensen die onder de Participatiewet vallen met beperkte verdiencapaciteit. • Werkzoekenden met een taalachterstand, waaronder statushouders • Werkzoekenden 40+ • Werkzoekenden zonder startkwalificatie • Werkzoekenden met psychische kwetsbaarheid en/of een licht verstandelijke beperking Arbeidstoeleiding vindt bij voorkeur plaats bij reguliere werkgevers. Dit geldt ook voor het inzetten van het instrument Beschut Werk.

We ontwikkelen een uniforme aanpak voor het in beeld brengen van werkzoekenden uit de doelgroep op basis van competenties. We kiezen hierbij voor een integrale maatwerkaanpak voor werkzoekenden waarbij de focus ligt op talentontwikkeling.

47

3.4.5 Arbeidsparticipatie & inkomen

Aanpak van armoede

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Preventie van schulden en  Inwoners die dat nodig hebben, krijgen hulp bij het op orde In de raadsvergadering het versterken van de krijgen van hun administratie en bij het voorkomen van van december volgt positie van mensen met een schulden. Daarnaast biedt de gemeente schuldhulp- een separaat laag inkomen in Maasgouw. verlening. raadsvoorstel over  De gemeente Maasgouw stimuleert een gezonde leefstijl aanpak van armoede. van alle inwoners. Hierbij wordt stress door langdurige De daaruit armoede gesignaleerd en zetten we in op het wegnemen voortvloeiende van deze stress. financiële  Kinderen in gezinnen met kans op armoede ondersteunen consequenties we, zodat alle kinderen in Maasgouw zich optimaal kunnen bedragen € 40.000 ontwikkelen. structureel (en zijn al in  Bij kritieke levensfases (verval van werk, dreiging de begroting 2020 armoedeval, scheiding of overlijden partner, overgang van opgenomen). 18- naar 18+) is er aandacht voor de financiële positie van de inwoners in kwestie. Waar nodig bieden we passende ondersteuning.  Hulp en ondersteuning aan inwoners in een financieel kwetsbare positie wordt laagdrempelig aangeboden.

Arbeidsparticipatie

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Een toekomstbestendige De komende periode wordt onderzocht op welke manier een De kosten voor deze uitvoering van de Wsw en toekomstbestendige uitvoering van de Wsw en de projecten zijn al in de de Participatiewet en een Participatiewet vorm kan krijgen hoe we dit als MER en begroting verwerkt duurzame arbeidsdeelname Westrom-gemeenten samen op kunnen pakken, zie RIB 740, van de doelgroepen 30-70% en waar we ‘couleur locale’ toepassen. 2019 en 2020 staan loonwaarde en in het teken van het verder in kaart brengen van de statushouders. mogelijkheden van duurzame arbeidsdeelname om de juiste keuzes te kunnen maken en een passend aanbod te bieden voor onze inwoners. Projecten als ‘Plan van aanpak van de doelgroep met 30-70% loonwaarde’ en het ‘Plan van aanpak statushouders’ willen we voortzetten vanwege de juiste focus en de behaalde positieve resultaten. Uitstroom uit de uitkering is het eerste uitgangspunt. We houden rekening met mensen waarvoor uitstroom naar werk niet haalbaar is. Optimale participatie, zoals bijvoorbeeld vrijwilligerswerk of mantelzorg is dan ons uitgangspunt.

48

Westrom

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Inwoners optimaal De afnemende WSW-doelgroep bij Westrom en de instroom Kosten zijn al vertaald begeleiden en te laten vanuit de Participatiewet, zorgen ervoor dat de gemeenten in begroting. participeren, door middel van de GR Westrom samen met Westrom kijken naar de van werken naar eigen toekomstige rol van Westrom. Er wordt een strategie vermogen. Deze opdracht ontwikkeld voor de korte en langere termijn (3-7-10 jaar). Om kwalitatief goed invullen te komen tot een toekomstbestendige organisatie, heeft het binnen een meer gunstige dagelijks bestuur van Westrom onder andere de opdracht financiële balans. gegeven om een onderzoek te doen naar de ontwikkeling van het bedrijfsresultaat, de ontwikkeling van de loonkosten, resultaten en kansen op verbetering in de werksoorten en de verdiepingsslag naar mogelijke veranderscenario’s. De scenario’s vergen een nadere uitwerking en besluitvorming in relatie met de vormgeving van het Regionaal arbeidsmarktbeleid. Vanaf 2021 en verder zullen de effecten hiervan meetbaar zijn en meegenomen worden in de begroting.

49

Totaaloverzicht Lasten en Baten Programma Economie, arbeid en inkomen

PROGRAMMA - Economie, Arbeid & Inkomen Nr. Omschrijving taakveld Realisatie Raming Raming Raming Raming Raming 2018 2019 2020 2021 2022 2023

Lasten bestaand beleid 2.3 Recreatieve Havens 66.631 74.509 107.647 106.814 106.814 98.264 3.1 Economische ontwikkeling 177.538 236.615 292.806 230.684 226.500 226.017 3.3 Bedrijfsloket en -regelingen 19.714 48.138 43.200 42.672 42.672 42.672 3.4 Economische promotie 595.514 874.482 580.817 572.360 572.360 572.360 5.6 Media 9.083 11.361 0 0 0 0 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 343.213 325.452 318.565 321.508 321.848 304.010 6.3 Inkomensregelingen 6.251.826 6.529.240 6.557.539 6.578.885 6.579.817 6.579.817 6.4 Begeleide participatie 69.198 2.993.206 2.882.720 2.800.083 2.744.418 2.554.262 6.5 Arbeidsparticipatie 3.639.454 828.000 778.000 450.000 450.000 450.000 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ 72.174 78.762 58.200 58.200 58.200 58.200

Lasten nieuw beleid

3.1 Economische ontwikkeling 80.000 45.000 0 0 3.4 Economische promotie 30.000 35.000 5.000 5.000 6.3 Inkomensregelingen 25.000 10.000 10.000 10.000 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ 40.000 40.000 40.000 40.000

Totaal lasten 11.244.345 11.999.765 11.794.494 11.291.206 11.157.629 10.940.602

Baten Bestaand beleid 2.3 Recreatieve Havens 19.532 25.240 25.240 25.240 25.240 25.240 3.1 Economische ontwikkeling 54 54 54 54 54 3.3 Bedrijfsloket en -regelingen 29.503 33.355 33.355 33.355 33.355 33.355 3.4 Economische promotie 50.565 12.734 12.734 12.734 12.734 12.734 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 60.680 63.030 63.030 63.030 63.030 63.030 6.3 Inkomensregelingen 4.453.547 4.225.302 4.225.302 4.225.302 4.225.302 4.225.302 6.5 Arbeidsparticipatie 8.270 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ 3.817

Baten nieuw beleid

Totaal baten 4.625.913 4.359.715 4.359.715 4.359.715 4.359.715 4.359.715

Totaal saldo van baten en lasten -6.618.431 -7.640.050 -7.434.779 -6.931.491 -6.797.914 -6.580.887

Mutaties reserves Realisatie Raming Raming Raming Raming Raming 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Lasten Baten 674.443 312.097 77.097 77.097 76.897 Saldo 674.443 312.097 77.097 77.097 76.897

Economie, Arbeid & Inkomen -6.618.431 -6.965.607 -7.122.682 -6.854.394 -6.720.817 -6.503.990

50

Beleidsindicatoren Economie, arbeid en inkomen

Beleidsindicatoren Economie, arbeid & inkomen

Taakveld Naam indicator Eenheid Vorige Waarde Periode Waarde Toelichting periode 6. Sociaal domein Banen per 1.000 2017 542,3 2018 558,0 Het aantal banen per 1.000 inw.15-65jr inwoners in de leeftijd van 15 tot en met 65 jaar. 6. Sociaal domein Kinderen in % 2015 3,07 2015 3,07 Percentage kinderen tot 18 jaar uitkeringsgezin die in een gezin leven dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen. 6. Sociaal domein Netto % 2017 66,6 2018 65,8 Het percentage van de werkzame arbeidsparticipatie beroepsbevolking ten opzichte van de (potentiële) beroepsbevolking. 6. Sociaal domein Werkloze jongeren % 2015 0,59 2015 0,59 Het percentage werkloze jongeren (16-22 jaar). 6. Sociaal domein Personen met een per 1.000 2017 20,5 2018 19,4 Het aantal personen met een bijstandsuitkering inw 18jr eo uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, t/m 2014) en de Participatiewet (vanaf 2015). 6. Sociaal domein Lopende re- per 1.000 2017 14,0 2018 14,8 Het aantal integratie- inw.15-65jr reintegratievoorzieningen, per voorzieningen 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-65 jaar. 3. Economie Functiemenging % 2017 43,3 2018 43,7 De functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen, en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen. 3. Economie Vestigingen (van per 1.000 2017 152,7 2018 155,5 Het aantal vestigingen van bedrijven) inw.15-65jr bedrijven, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-65 jaar.

Zie toelichting beleidsindicatoren pag. 10

51

52

3.5 Gemeentebestuur en Organisatie

Strategische Visie 2025

Het motto van de Strategische Visie is "Samen maken we Maasgouw!". Daarmee komt tot uiting dat de gemeente maatschappelijke en bestuurlijke opgaven alleen nog maar succesvol kan aanpakken door samen te werken met (groepen van) bewoners, bedrijven en andere organisaties. Daarbij is een optimale interactie tussen lokaal bestuur en bewoners een vereiste. Om nauw betrokken te blijven bij het leven in de dorpskernen is het ook nodig dat het gemeente- bestuur zelfstandig blijft. Dat kan alleen door samen te werken met andere bestuurlijke partners. De beoogde manier van werken stelt ook eisen aan de ambtelijke organisatie. Verwacht wordt dat de organisatie bestaat uit professionals die opereren als daadkrachtige partner voor iedereen die zich inzet voor een sterk, sociaal en vitaal Maasgouw.

Coalitieakkoord 2018-2022

Hoofdstukken/-doelen Coalitieakkoord Onderwerp in programmabegroting Pg.

Bestuurlijke vernieuwing en participatie Paragraaf 3.5.1 . Opstellen van procesplannen (per spoor) voor het . Bestuurlijke vernieuwing 54 realiseren van de actiepunten die zijn opgenomen in het raadsakkoord over bestuurlijke vernieuwing. . Organiseren van "accountmanagement" voor burgerinitiatieven zodat deze initiatieven kunnen rekenen op een goede begeleiding binnen de gemeentelijke organisatie.

Rechtsorde, veiligheid en handhaving Paragraaf 3.5.2 . Bepalen van nieuwe beleidsprioriteiten binnen het . Veiligheidsbeleid 54 op te stellen integraal veiligheidsplan (IVP) voor de . Veiligheidsregio Limburg-Noord (VRLN) 55 periode 2019-2022.

Bestuurlijke samenwerking Paragraaf 3.5.3 . Verkennen hoe de instrumenten voor sturing en . BsGW 56 controle van verbonden partijen beter kunnen . Sturing en controle verbonden partijen 56 worden gebruikt.

Dienstverlening en communicatie Paragraaf 3.5.4 . Constant blijven zoeken naar mogelijkheden om de . Leegstand gebouwen en fraudepreventie 57 dienstverlening te verbeteren, met speciale . Routekaart website 57 aandacht voor de dienstverlening door MER- . Social media en webcare 58 diensten.

Organisatie, personeel en bedrijfsvoering Paragraaf 3.5.5 . Gevolgen van digitalisering, informatiebeveiliging en Zie paragraaf 5.5. Bedrijfsvoering 58 nieuwe privacyregelgeving voor gemeentelijke organisatie in beeld brengen. . Doorontwikkeling van ambtelijke organisatie aan de hand van kernwaarden "Samen Doen met Lef".

Financiële positie en belastingen Paragraaf 3.5.4 Zie paragraaf 5.8 Lokale Heffingen. 58

53

3.5.1 Bestuurlijke vernieuwing & participatie

Het traject "Bestuurlijke vernieuwing”' - zoals in 2018 ingezet op basis van het Vernieuwingsakkoord - loopt door in 2020 onder begeleiding van de werkgroep "Bestuurlijke Vernieuwing" die door de gemeenteraad en college van B&W in 2019 is ingesteld.

3.5.2 Rechtsorde, veiligheid en handhaving

Veiligheidsbeleid

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Door samenwerking tussen In de raadsvergadering van 29 januari 2019 is het Integraal Kosten worden interne en externe actoren Veiligheidsplan 2019-2022 vastgesteld. Het IVP vormt afgedekt uit bestaande de sociale en fysieke hiermee de basis voor het integraal veiligheidsbeleid voor de budgetten veiligheidssituatie (zowel komende vier jaren. Het IVP bevat een uitvoerige beschrijving objectief als subjectief) van van de doelstellingen, een selectie van prioriteiten en overige de inwoners van Maasgouw belangrijke aandachtspunten. De wijze van aanpak staat verbeteren. beschreven in het uitvoeringsplan, het tweede deel van het IVP. Op hooflijnen is in het IVP en het uitvoeringsplan het Prioriteiten: volgende vermeld over de aanpak van prioriteiten: 1. De veiligheid van en rond personen en gezinnen is 1. Overlast, geweld op het snijvlak van Zorg & Veiligheid in alle gevallen op peil Activiteiten in 2020 o.a.: gehouden of wordt zo - Bemoeizorgoverleg snel mogelijk op peil - Crisisinterventie/-opvang gebracht. - Buurtbemiddeling 2. Het speelveld van - Viermaandelijks zorg en veiligheidsoverleg ondermijnende - Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling criminaliteit is verder - Overlast van personen met verward gedrag verkleind. 3. Woninginbraak en andere 2. Georganiseerde ondermijnende criminaliteit vormen van criminaliteit Activiteiten in 2020 o.a.: zijn zoveel mogelijk - Casusbespreking en –aanpak voorkomen en zijn op een - Implementatie Integraal ondermijningsbeeld (IOB). aanvaardbaar niveau - Inzet BIBOB-instrumentarium gehouden. - Drugsaanpak / Damoclesbeleid - Toezicht en handhaving bijzondere wetten - Handhaving seksinrichtingen (mensenhandel) - Awareness-trainingen ambtelijk/bestuurlijk. Periodiek - Reguliere contacten/uitwisseling vanuit OOV met Burgerzaken, Sociaal Domein/Sociale zaken en Omgevingsdienst

3. Woningaanpak en andere vermogenscriminaliteit Activiteiten in 2020 o.a.: - Voorlichting en communicatie - WhatsApp-buurtpreventie - Gerichte controles op strategische locaties - Integrale persoonsgerichte aanpak - Fysieke inrichting, onderhoud en beheer

54

Veiligheidsregio Limburg-Noord (VRLN)

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

De Veiligheidsregio LN heeft Het jaar 2020 is het eerste uitvoeringsjaar van het nieuwe de ambitie om in 2025 de beleidsplan 2020- 2023 van de Veiligheidsregio Limburg-Noord De (hogere) kosten gezondste en veiligste regio (VRLN). Dit plan wordt eind 2019 vastgesteld (in samenspraak vloeien voort uit de van Nederland te zijn door: met de gemeenteraden) en beschrijft de taken en opgaven van begroting VRLN 2020 de Veiligheidsregio. Bij het ontbreken van een vastgesteld e.v. jaren die op 6 juni 1. Het bieden van flexibele beleidskader is de begroting 2020 van de VRLN als 2019 voor zienswijze in gezondheidszorg en het uitgangspunt genomen voor programmabegroting 2020 van de raad is gebracht. inlopen van gezondheids- de gemeente Maasgouw. Daarbij wordt onderscheid gemaakt De bij te ramen kosten achterstanden. in de volgende (hoofd-)taken: m.n. voor verbetering 2. Verbeteren paraatheid paraatheid brandweer van de brandweer. 1. Publieke gezondheid bedragen: € 99.000 3. De ontwikkeling van een Jeugdgezondheidszorg (2020), moderne crisisbeheersing  Alle kinderen (0-18) zijn in beeld € 111.000 (2021), en van een veiligheids- (95.000 kinderen 0-18 jaar; 4.400 geboortes) € 115.000 (2022) en informatiecentrum.  80.000 consulten €124.000 (2023). Van  60.000 vaccinaties (Rijksvaccinatieprogramma, deze €124.000 in 2023 uitbreiding met vaccin rotavirus en kinkhoest) is al €9.000 Gezondheidsbescherming meegenomen in de  15.000 reisvaccinaties primaire raming 2023  2.000 soa consulten als mutatie t.o.v. 2022.  40 inspecties tattoo- en piercingshops Derhalve resteert in de  75 adviezen milieuverontreiniging financiële foto een  650 lijkschouwingen bijstelling van  450 inspecties locaties kinderopvang € 115.000 in 2023.

2. Brandweerzorg (incidentbestrijding en preparatie) Het voorkomen en bestrijden van branden en van ongevallen die gevaar voor mens en dier (kunnen) opleveren (verkeers- ongevallen, bedrijfsongevallen, waterongevallen en ongevallen met gevaarlijke stoffen). In totaal 30 brandweerposten, met 800 vrijwilligers en 60 fte beroepsbrandweer (uitbreiding van 24 fte beroepsbrandweer beoogd).

3. Brandweerzorg (risicobeheersing)  1.860 adviezen aan gemeente over voorkomen en beperken (brand)incidenten/risico's  1.500 controles bij bedrijven en organisaties  300 voorlichtingsactiviteiten Brandveilig Leven bij burgers, organisaties en bedrijven  325 adviezen evenementen  Aanbod van minimaal 2 oefenmomenten per operationeel functionaris Uit de meerjarenbegroting van de VRLN blijkt dat er sprake is van een tekort. Dit leidt tot een structurele bijstelling van de gemeentelijke bijdrage. In onderstaand overzicht is weergegeven welke structurele lasten dit met zich mee brengt.

Bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Brandweerparaatheid aandeel Maas gouw 74 86 96 105

Overige mutaties begroting VRLN 26 19 19 19 Structureel nodig begroting 2020 ev 99 104 115 124

55

3.5.3 Bestuurlijke samenwerking

Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW)

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Een efficiënte en effectieve De kosten van BsGW nemen volgens de begroting 2020 e.v. € 13.600 structureel heffing en inning van jaren toe als gevolg van m.n. loonindexering en toename van gemeentelijke belastingen proceskosten. De begroting 2020 van BsGW is voor zienswijze en woz-waardebepaling voorgelegd in de raadsvergadering van 6 juni 2019. De hogere kosten worden in de Maasgouwse programmabegroting 2020 financieel vertaald. Een gedeelte van de kosten wordt doorbelast in het kostendekkende tarief van afvalstoffenheffing en rioolheffing. Het resterende bedrag van € 13.600 structureel komt ten laste van de exploitatie.

Sturing en controle verbonden partijen Overige bijstellingen van verbonden partijen zijn, indien aan de orde, al meerjarig financieel doorvertaald in de 1e Prorap 2019. Voor een totaaloverzicht van bijdrages aan verbonden partijen wordt verwezen naar de paragraaf 5.6 "Verbonden partijen".

Tevens kan worden vermeld dat in de loop van 2020 een intern onderzoek wordt uitgevoerd naar de mogelijkheden om de sturing en controle van verbonden partijen te verbeteren (zie ook Procesplan Uitvoering Coalitieakkoord, RIB 738-maart 2019).

56

3.5.4. Dienstverlening & communicatie

Leegstand gebouwen en fraudepreventie

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Leegstandsbeheer en In het gemeentehuis van Heel staat ICT infrastructuur van de € 28.500 incidenteel verkoop voormalig gemeente Maasgouw. Dit betreft een back-up ICT gemeentehuis Heel infrastructuur voor de lokale Maasgouwse ICT-omgeving. Deze uitwijk-infrastructuur zal naar de centrale MER ICT voorziening verplaatst worden. Daarnaast zijn er in 2020 doorlopende kosten gerelateerd aan leegstandsbeheer. Hier vallen bv. energiekosten, onderhoudskosten, alarmering en verzekeringen onder. Indien op afzienbare termijn het gemeentehuis in Heel wordt verkocht, dan komt de incidentele opbrengst (verkoopprijs minus kosten en boekwaarde) ten gunste van de exploitatie van Maasgouw.

Verbeteren dienstverlening Er wordt steeds meer fraude gepleegd met identiteits- € 29.000 incidenteel bewijzen die als vermist of gestolen zijn opgegeven, terwijl ze dit niet zijn. Doorontwikkeling op fraudepreventie is daarom een noodzaak. Om de medewerkers in dienstverlening in staat te stellen fraude te herkennen en daarnaar te handelen, is ICT doorontwikkeling benodigd. Het betreft het aanschaffen van documentscanners, paspoortvernietiger en een speciaal ontworpen software pakket op het gebied van documentherkenning, document security, profiling en fraudepreventie die aansluiten op de wettelijke verplichtingen en behoeften binnen de gemeente.

Verbetering gemeentelijke website (routekaart)

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Met de uitvoering van de Inwoners verwachten steeds meer van hun gemeente dat zij € 100.000 incidenteel Routekaart website kunnen online producten en diensten kunnen aanvragen, informatie we onze inwoners online kunnen vinden en online snel en adequaat antwoord krijgen € 5.000 structureel beter van dienst zijn. De op verzoeken. Tegelijkertijd zijn er steeds meer wetten en inwoner kan via de website eisen om aan te voldoen als het gaat om online gemakkelijk informatie dienstverlening, zoals de Wet digitale overheid en het Besluit vinden en zaken online digitale toegankelijkheid overheid. Continue verbetering van regelen met de gemeente. de online dienstverlening is daarom een hoofdzaak. Met De informatie is voor iedere 100.000 bezoekers per jaar is de website de belangrijkste inwoner toegankelijk, factor in de online dienstverlening van de gemeente vindbaar, begrijpelijk en Maasgouw. Om deze reden is de Routekaart website bruikbaar. opgesteld, waarin is opgenomen wat onze ambitie is als het gaat om de gemeentelijke website en welke investering ervoor nodig is om deze te kunnen behalen. De routekaart is een meerjarenprogramma dat zich vertaalt in afzonderlijke projecten. Speerpunten zijn toegankelijkheid, vindbaarheid, begrijpelijkheid en bruikbaarheid. Voor de uitvoering van de projecten uit de routekaart is een investering van € 100.000 incidenteel nodig, en € 5.000 structureel. De gemeenteraad heeft de Routekaart website eind september 2019 ontvangen. In de Routekaart staat het benodigde budget voor de projecten afzonderlijk benoemd.

57

Social media & webcare

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten?

Structurele inzet van social In maart 2018 is de pilot ‘Social media en webcare’ van start € 30.000 structureel media en webcare. gegaan. De pilot is in uitvoering en loopt nog tot maart 2020. De pilot wijst in ieder geval uit dat sociale media een steeds Steeds meer mensen groter deel uitmaken van het medialandschap en dat online gebruiken social media om dienstverlening steeds belangrijker wordt voor gemeenten. nieuws te volgen, Dit heeft de raad ook onderkend door middel van het gesprekken te voeren en indienen van 2 moties bij de begroting 2019. Indien we het vragen te stellen aan beheer van social media adequaat willen voortzetten dan organisaties. Met de inzet moeten we de pilot structureel inbedden in de organisatie, van social media verkleinen hetgeen investeren in uitbreiding ambtelijke capaciteit we de kloof tussen de vereist. Er is een uitbreiding nodig van 0,5 fte. De structurele gemeente en de inwoner. kosten bedragen € 30.000. We bieden hiermee een laagdrempelige manier om Onderdeel van de pilot is een nieuwe werkwijze voor de De kosten van € 5.000 contact te zoeken, organisatie als het gaat om content (alles wat beschikbaar incidenteel zijn informatie te vinden, en de wordt gemaakt via onze online én offline media; tekst, beeld onderdeel van de dialoog aan te gaan met de en geluid). Om deze werkwijze goed in te kunnen bedden, totale bijraming van gemeente. bieden we medewerkers trainingen aan in het maken van het opleidingsbudget content. Hiervoor is een incidenteel budget van € 5.000 (zie paragraaf 5.5 nodig. Bedrijfsvoering pag. 97) Om als organisatie beter zichtbaar te zijn voor onze doelgroepen op social media, zetten we advertenties via social mediakanalen in. Zonder advertenties bereiken we de groep mensen die de gemeente al volgt op social media. Om meer inwoners te kunnen bereiken die de gemeente (nog) niet volgen, is het plaatsen van advertenties noodzakelijk.

3.5.5. Organisatie, personeel & bedrijfsvoering

De tot dit subprogramma behorende aangelegenheden zijn opgenomen in de paragraaf 5.5 Bedrijfsvoering.

3.5.6. Financiële positie en belastingen

De tot dit subprogramma behorende aangelegenheden zijn opgenomen in de paragraaf 5.8 Lokale heffingen.

58

Totaaloverzicht Lasten en Baten Programma Gemeentebestuur & organisatie

PROGRAMMA - Gemeentebestuur & Organisatie Nr. Omschrijving taakveld Realisatie Raming Raming Raming Raming Raming 2018 2019 2020 2021 2022 2023

Lasten bestaand beleid 0.1 Bestuur 1.690.041 1.186.606 1.173.766 1.169.099 1.169.099 1.161.603 0.2 Burgerzaken 665.775 634.605 551.655 575.822 606.822 606.822 1.1 Crisisbeheersing en Brandweer 1.650.616 1.647.041 1.650.984 1.657.609 1.651.833 1.660.833 1.2 Openbare orde en Veiligheid 145.508 185.466 126.321 125.179 125.179 125.179 2.1 Verkeer, wegen en water 20.941 20.413 20.413 20.413 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 174.640 320.662 20.000 20.000 20.000 20.000 7.5 Begraafplaatsen 189.626 179.706 107.460 104.576 104.503 104.415

Lasten nieuw beleid

0.1 Bestuur 22.000 7.000 7.000 7.000 1.1 Crisisbeheersing en Brandweer 99.000 111.000 115.000 115.000

Totaal lasten 4.516.207 4.154.086 3.772.127 3.790.698 3.819.849 3.821.265

Baten Bestaand beleid 0.1 Bestuur 10.181 15.491 0.2 Burgerzaken 459.985 456.723 445.463 433.463 416.963 416.963 1.1 Crisisbeheersing en Brandweer 90.035 95.032 95.032 95.032 95.032 95.032 1.2 Openbare orde en Veiligheid 25.461 20.660 20.660 20.660 20.660 20.660 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 5.000 7.5 Begraafplaatsen 82.066 83.054 83.054 83.054 83.054 83.054

Baten nieuw beleid

Totaal baten 667.728 675.960 644.209 632.209 615.709 615.709

Totaal saldo van baten en lasten -3.848.479 -3.478.126 -3.127.918 -3.158.489 -3.204.140 -3.205.556

Mutaties reserves Realisatie Raming Raming Raming Raming Raming 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Lasten Baten 545.777 26.958 26.958 26.958 26.958 Saldo 545.777 26.958 26.958 26.958 26.958

Gemeentebestuur & Organisatie -3.848.479 -2.932.349 -3.100.960 -3.131.531 -3.177.182 -3.178.598

59

Beleidsindicatoren Gemeentebestuur en organisatie

Taakveld Naam indicator Eenheid Vorige Waarde Periode Waarde Toelichting periode 0. Bestuur en Formatie Fte per 2019 4,6 2020 4,5 De toegestane formatie in fte van ondersteuning 1.000 het ambtelijk apparaat van uw inwoners organisatie voor het begrotingsjaar op peildatum 1 januari. 0. Bestuur en Bezetting Fte per 2019 4,4 2020 4,6 Het werkelijk aantal fte dat per 5 ondersteuning 1.000 september 2019 werkzaam was inwoners voor de gemeente. 0. Bestuur en Apparaatskosten Kosten per 2019 € 436 2020 € 481 Apparaatskosten zijn de ondersteuning inwoner noodzakelijke financiële middelen voor het inzetten van personeel (salarissen), organisatie-, huisvestings-, materieel-, automatiseringskosten e.d. voor de uitvoering van de organisatorische taken. 0. Bestuur en Externe inhuur Kosten als 2019 4,1% 2020 4,4% Hieronder valt niet: -alle vormen ondersteuning % van waarin een product of opdracht totale compleet in de markt wordt gezet; - loonsom + inhuur van deskundigheid voor de totale uitoefening van wettelijke taken kosten zoals bijvoorbeeld tolken. inhuur externen 0. Bestuur en Overhead % van 2019 13% 2020 16% Alle kosten die samenhangen met ondersteuning totale de sturing en ondersteuning van de lasten medewerkers in het primaire proces. 1. Veiligheid Verwijzingen Halt per 10.000 2017 45 2018 75 Het aantal verwijzingen Halt per inwoners 10.000 inwoners van 12 tot 18 jaar. 1. Veiligheid Winkeldiefstallen aantal per 2017 0 2017 0,6 Het aantal winkeldiefstallen per 1.000 1.000 inwoners. inwoners 1. Veiligheid Geweldsmisdrijven aantal per 2017 2,5 2018 3,0 Het aantal geweldsmisdrijven. 1.000 Voorbeelden van geweldsmisdrijven inwoners zijn seksuele misdrijven, levensdelicten zoals moord en doodslag en dood en lichamelijk letsel door schuld (bedreiging, mishandeling, etc.). 1. Veiligheid Diefstallen uit woning aantal per 2017 2,7 2018 3,4 Het aantal diefstallen uit woningen, 1.000 per 1.000 inwoners. inwoners 1. Veiligheid Vernielingen en aantal per 2017 5,3 2018 3,6 Hieronder vallen brandstichting, beschadigingen (in 1.000 alle vormen van vernieling en de openbare ruimte) inwoners misdrijven tegen de openbare orde, per 1.000 inwoners. 6. Sociaal domein Jongeren met een % 2015 0,66 2015 0,66 Het percentage jongeren (12-21 delict voor de jaar) dat met een delict voor de rechter rechter is verschenen. Zie toelichting beleidsindicatoren pag. 10

60

Deel 2

4 Financiële overzichten 63 4.1 Algemene dekkingsmiddelen 63 4.2 Overhead 64 4.3 Vennootschapsbelasting 65 4.4 Onvoorzien 66

5 Paragrafen inzake de financiële positie 67 5.1 Inleiding 67 5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 67 5.3 Onderhoud kapitaalgoederen 79 5.4 Financiering 87 5.5 Bedrijfsvoering 93 5.6 Verbonden partijen 103 5.7 Grondbeleid 127 5.8 Lokale heffingen 137

6 Financiële (meerjaren) planning 149 6.1 Programmaplan: baten en lasten per programma 149 6.2 Overzicht incidentele baten en lasten 152 6.3 Financiële foto 2020-2023 155

Bijlagen

B1 Jaarlijks investeringsprogramma 159 B2 Meerjarig verloop van reserves en voorzieningen 169

61

62

4. Financiële overzichten

4.1 Overzicht Algemene dekkingsmiddelen

Algemene dekkingsmiddelen Nr. Omschrijving taakveld Realisatie Raming Raming Raming Raming Raming 2018 2019 2020 2021 2022 2023

Lasten bestaand beleid 0.5 Treasury 676.771 919.391 947.627 1.009.180 1.053.706 1.070.655 0.61 OZB woningen 147.260 129.997 129.997 129.997 129.997 129.997 0.64 Belastingen Overig 12.345 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000

Lasten nieuw beleid

0.5 Treasury -287.568 32.182 39.499 41.750 0.61 OZB woningen 3.956 3.956 3.956 3.956

Totaal lasten 836.376 1.052.388 797.012 1.178.315 1.230.158 1.249.358

Baten Bestaand beleid 0.5 Treasury 1.972.224 1.869.942 1.503.640 1.457.336 1.416.119 1.414.216 0.61 OZB woningen 2.492.950 2.520.475 2.580.475 2.640.475 2.640.475 2.640.475 0.62 OZB niet-woningen 1.362.477 1.329.525 1.329.525 1.329.525 1.329.525 1.329.525 0.64 Belastingen Overig 149.899 142.424 142.424 142.424 142.424 142.424 0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen Gemeentefonds 31.944.192 33.782.387 34.942.067 35.001.141 34.722.157 34.718.047 3.4 Economische promotie 339.439 340.000 340.000 340.000 340.000 340.000

Baten nieuw beleid

0.5 Treasury 8.500 8.500 8.500 -9.600 0.61 OZB woningen 79.300 79.300 79.300 79.300 3.4 Economische promotie 30.000 30.000 30.000 30.000

Totaal baten 38.261.181 39.984.753 40.955.931 41.028.701 40.708.500 40.684.387

Totaal saldo van baten en lasten 37.424.806 38.932.365 40.158.919 39.850.386 39.478.342 39.435.029

Mutaties reserves Realisatie Raming Raming Raming Raming Raming 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Lasten 2.070.787 Baten 2.070.787 Saldo 0

Algemene dekkingsmiddelen 37.424.806 38.932.365 40.158.919 39.850.386 39.478.342 39.435.029

Voor een inhoudelijke toelichting wordt verwezen naar de paragraaf financiering (5.4) en de paragraaf Lokale heffingen (5.8).

63

4.2 Overzicht Overhead

Overhead Nr. Omschrijving taakveld Realisatie Raming Raming Raming Raming Raming 2018 2019 2020 2021 2022 2023

Lasten bestaand beleid 0.4 Overhead 9.027.785 9.158.094 8.611.845 7.957.733 7.844.503 7.801.216

Lasten nieuw beleid

0.4 Overhead 928.800 874.200 874.200 874.200

Totaal lasten 9.027.785 9.158.094 9.540.645 8.831.933 8.718.703 8.675.416

Baten Bestaand beleid 0.4 Overhead 383.739 263.300 258.300 258.300 258.300 258.300

Baten nieuw beleid

Totaal baten 383.739 263.300 258.300 258.300 258.300 258.300

Totaal saldo van baten en lasten -8.644.047 -8.894.794 -9.282.345 -8.573.633 -8.460.403 -8.417.116

Mutaties reserves Realisatie Raming Raming Raming Raming Raming 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Lasten Baten 698.301 545.967 435.023 409.718 363.216 Saldo 698.301 545.967 435.023 409.718 363.216

Overhead -8.644.047 -8.196.493 -8.736.378 -8.138.610 -8.050.685 -8.053.900

De overheadkosten kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Voor een inhoudelijke toelichting wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering (5.5).

64

4.3 Overzicht Vennootschapsbelasting

Vennootschapsbelasting (VpB) Nr. Omschrijving taakveld Realisatie Raming Raming Raming Raming Raming 2018 2019 2020 2021 2022 2023

Lasten bestaand beleid 0.9 Vennootschapsbelasting

Lasten nieuw beleid

Totaal lasten

Baten nieuw beleid

Totaal saldo van baten en lasten

Mutaties reserves Realisatie Raming Raming Raming Raming Raming 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Lasten Baten Saldo

Vennootschapsbelasting (VpB)

65

4.4 Overzicht onvoorzien

Bedrag voor onvoorzien Nr. Omschrijving taakveld Realisatie Raming Raming Raming Raming Raming 2018 2019 2020 2021 2022 2023

Lasten bestaand beleid 0.11 Resultaat van de rekening van baten en lasten 1.704.251 0.8 Overige baten en lasten 2.698 391.778 1.072.300 1.659.700 1.373.400 1.528.673

Lasten nieuw beleid

0.8 Overige baten en lasten -1.046.378 -1.023.038 -905.977 -895.603

Totaal lasten 1.706.949 391.778 25.922 636.662 467.423 633.070

Baten Bestaand beleid 0.11 Resultaat van de rekening van baten en lasten 0.8 Overige baten en lasten

Baten nieuw beleid

Totaal baten 0 0 0 0 0 0

Totaal saldo van baten en lasten -1.706.949 -391.778 -25.922 -636.662 -467.423 -633.070

Mutaties reserves Realisatie Raming Raming Raming Raming Raming 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Lasten Baten Saldo

Bedrag voor onvoorzien -1.706.949 -391.778 -25.922 -636.662 -467.423 -633.070

66

5 Paragrafen inzake de financiële positie

5.1 Inleiding

In dit hoofdstuk zijn de paragrafen opgenomen waarin de beleidslijnen zijn vastgelegd voor ‘beheersmatige aspecten’. Het doel van deze paragrafen is om onderwerpen die verspreid in de begroting staan, gebundeld weer te geven. Het gaat om de verplichte paragrafen: weerstandsvermogen en risicobeheersing, onderhoud kapitaalgoederen, financiering, bedrijfsvoering, verbonden partijen, grondbeleid en lokale heffingen.

5.2 Weerstandsvermogen & risicobeheersing

5.2.1. Inleiding

In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing stellen we vast of de financiële positie van Maasgouw robuust genoeg is om onvoorziene tegenvallers op te vangen. Om dat te bepalen zijn twee componenten belangrijk: 1. De risico’s die we als gemeente lopen. Een aantal risico’s zijn afgedekt door verzekeringen af te sluiten en door samen te werken met andere partijen (risicodeling). De risico’s die niet te verzekeren zijn of verbonden zijn aan de maatschappelijke doelen die we als Maasgouw willen realiseren, moeten we in kaart brengen, proberen te verkleinen en goed bewaken. 2. De ‘weerstandscapaciteit’ (buffer) die er is om de resterende risico’s op te vangen. De weerstandscapaciteit zijn de middelen en mogelijkheden die de gemeente heeft om deze niet begrote risico’s te ondervangen. Deze twee begrippen geven in essentie het begrip ‘risicomanagement’ weer. Een aantal risico’s dekken we af met beheersmaatregelen. Voor de overblijvende risico’s geven we inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is om de financiële en niet-financiële gevolgen van risico’s op te vangen. Ook geven we inzicht in de financiële buffer die we daarvoor nodig en beschikbaar hebben.

De paragraaf is als volgt opgebouwd: eerst gaan we in op het bestaand beleid rondom weerstands- vermogen; daarna wordt de weerstandscapaciteit geïnventariseerd en dan komen de risico’s aan bod. Op basis hiervan wordt de weerstandsratio bepaald.

5.2.2. Beleid

In april 2016 heeft de raad de beleidsnota Risicomanagement & Weerstandsvermogen 2016-2019 (verder Nota R&W) vastgesteld. In de Nota R&W worden o.a. kaders gesteld met betrekking tot:  te onderkennen risico’s (alleen negatieve, financieel kwantificeerbare risico’s onderkennen)  rapportage van risico’s in de P&C-documenten (alleen risico’s met een score >10 o.b.v. kans x impact). Daarbij richten we ons niet alleen op de risicosignalering van de interne organisatie, maar ook van de risico’s bij onze verbonden partijen.  berekening van de incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Daarbij wordt de incidentele weerstandscapaciteit vanaf nu berekend exclusief stille reserves. Voor de structurele weerstands- capaciteit wordt de onbenutte belastingcapaciteit bepaald op basis van een belastingverhoging van maximaal 16%.  Het onderscheiden van een incidentele en een structurele weerstandsratio. Zowel voor de incidentele als voor de structurele variant wordt een ratio nagestreefd van tenminste 4, waarbij we een signaleringsfunctie inbouwen vanaf 8. In 2020 zal de beleidsnota R&W in overleg met de Auditcommissie worden geëvalueerd en een actuele versie ter besluitvorming aan de raad worden voorgelegd.

67

5.2.3. Een inventarisatie van de weerstandscapaciteit

Het is relevant om onderscheid te maken tussen incidenteel weerstandsvermogen dat beschikbaar is (voor incidentele tegenvallers op te vangen) en weerstandsvermogen met een structureel karakter. Uit de tabellen is te herleiden uit welke componenten dat de incidentele en structurele weerstandscapaciteit zijn opgebouwd.

Onderdelen incidentele Omschrijving € Weerstandscapaciteit Algemene reserve Dit zijn vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan Vrij aanwendbare deel te merken. Algemene reserve per 1-1-2020 vóór inzet middelen benodigd voor nieuw beleid zoals opgenomen in financiële foto € 4.265.500 2020. Bestemmingsreserves Dit zijn reserves waaraan de gemeenteraad een bepaalde Vrij aanwendbare deel bestemming heeft gegeven en waarvan de bestemming nog kan wijzigen. Dit heeft dan wel gevolgen voor het budget en de financiering. Concreet betreft het saldo in hoofdzaak de reserve Essent met een bedrag van € 16.655.200 per 1-1-2020. € 16.947.600

Totaal incidentele weerstandscapaciteit € 21.213.100

Onderdelen structurele Omschrijving € Weerstandscapaciteit Begrotingsruimte Dit is de ruimte die ombuigingen op de korte (en lange) termijn mogelijk maakt (jaarschijf 2022 meerjarenbegroting 2020-2023). € 442.000 In 2020 is het begrotingssaldo nihil, maar dit heeft een incidenteel karakter, waarbij in principe dus ook incidentele inkomsten kunnen worden ingezet ter dekking. Onvoorziene Deze post creëren we om middelen te hebben om nieuwe uitgaven beleidsinitiatieven (incidenteel of structureel) te bekostigen of om onvoorzienbare, onontkoombare, onuitstelbare tegenvallers op te vangen. Voor incidentele uitgaven is € 25.000 beschikbaar. € 25.000

Onbenutte Dit zijn inkomsten die nog niet gemaximeerd of kostendekkend belastingcapaciteit zijn. De tarieven voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing zijn al kostendekkend. Dit betreft alleen de onroerende zaakbelastingen. In de huidige meerjarenramingen is al verwerkt dat de ozb-opbrengst woningen eigenaar jaarlijks met 2,5% wordt verhoogd. O.b.v. het gehanteerde beleidskader in de nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen hanteren we voor berekening van de onbenutte belastingcapaciteit een verdere € 638.000 ozb-belastingverhoging van 16%. De ozb-opbrengst 2020 is geraamd op € 3.989.000.

Totaal structurele weerstandscapaciteit € 1.105.000

68

5.2.4. Inventarisatie risico’s

Een risico is de kans dat een gebeurtenis optreedt, met een (negatief) gevolg voor de betrokkene. We onderscheiden de volgende soorten risico’s:

Risicocategorieën 1. Budgettaire risico’s; dit zijn risico’s die o.a. voortvloeien uit het eigen beleid, uit het beleid van een hogere overheid of uit samenwerking met andere instanties. 2. Risico’s op eigendommen; dit zijn bijvoorbeeld risico’s als ontvreemding, schade door brand, storm en water, maar ook risico’s die voortvloeien uit niet bijgestelde onderhouds- en beheerplannen. 3. Risico’s die samenhangen met de bedrijfsvoering; hiermee bedoelen we de informatie-voorziening, de administratieve organisatie en de interne controle. 4. Overige risico’s; dit zijn risico’s als imago, politiek, strategie, veiligheid, aansprakelijkheidsstelling, milieu en arbo.

In de Nota R&W is als kader gesteld om alleen financiële negatieve risico’s te kwantificeren; het betreft de risico’s uit categorie 1 van bovenstaand overzicht. Kwantificering wordt toegepast door de kans te vermenigvuldigen met de financiële impact.

Enkele uitgangspunten bij de inventarisatie van risico’s

. We pretenderen niet volledig te zijn. Het is van belang om de belangrijke risico’s te signaleren, deze proberen te verminderen en te monitoren. Risico’s kunnen een belangrijk afwegingscriterium zijn om tot een goed besluit te komen. De risico’s leggen we vast in een risicoregister dat periodiek wordt geactualiseerd. . De financiële risico’s zijn geclassificeerd. Daarnaast worden een aantal kansklassen onderscheiden om gradaties aan te brengen in risico’s. In beleidskader 3 van de nota R&W is op basis van kans x risico een risicomatrix opgesteld.

Deze ziet er als volgt uit:

1 2 3 4 5 Risico in € x< € 25.000 € 100.000 € 500.000 x> €25.000 < x > < x > < x > € 1.000.000 Kans €100.000 €500.000 €1.000.000 5 Zeer groot 80–99 % 5 10 15 20 25 4 Groot 60-80 % 4 8 12 16 20 3 50/50 40–60 % 3 6 9 12 15 2 Klein 20–40 % 2 4 6 8 10 1 Zeer klein 1–20 % 1 2 3 4 5 Tabel 2: risicokaart (scores)

Aan de risicomatrix is een rapportagestructuur gekoppeld, waarbij het principe is gehanteerd dat risico’s met een score van 10 en hoger via de P&C-cyclus aan de raad worden gerapporteerd via een toelichting. Voor de risico’s met een lagere score wordt volstaan met benoeming van het risico en het bedrag o.b.v. kans x impact. Een verdere specificatie is op basis van het risicoregister beschikbaar.

69

Risico’s met incidentele financiële impact

Omschrijving Kans- Risico- Risico- Kans x Toelichting klasse klasse score Fin. impact Project A2- 3 5 15 € 1.000.000 In december 2015 hebben gemeente, ontsluiting RWE en provincie een overeenkomst getekend voor de aanleg van een Clauscentrale alternatieve ontsluitingsweg voor de Clauscentrale. Daadwerkelijke aanleg start wanneer RWE overgaat tot bouw van de “Claus D”, het bestemmingsplan is aangepast en gronden zijn verworven. Partijen hebben t.a.v. kostenverdeling in 2015 de afspraak gemaakt : RWE max. € 2 mln en provincie en gemeente max. € 3 mln. De overeenkomst heeft een looptijd tot 1 januari 2025. De berekeningen voor het project zijn samengesteld in 2013. De uitkomst van deze berekeningen is de afgelopen 4 jaar niet geïndexeerd. Gezien de prijsstijging in de markt is het risico aanwezig dat het oorspronkelijke bedrag van €8 mln max uiteindelijk niet voldoende kan zijn. Max. risico aanvullend € 2 mln. Kans 50% Privacywetgeving 2 5 10 € 300.000 In mei 2018 is nieuwe privacy- wetgeving (AVG) vastgesteld ter bescherming van persoonsgegevens. De AVG leidt tot aanscherping in accountability (aantoonbaar in control zijn) en handhaving. Het max. op te leggen boetebedrag bedraagt € 20 mln. De hoogte van een eventuele boete hangt samen met de mate van verwijtbaarheid en daarmee de getroffen beheersmaatregelen. De Autoriteit Persoonsgegevens hanteert een risico-gerichte aanpak bij controles, waarbij de AP extra oog heeft voor mogelijke inbreuken op de bescherming van persoonsgegevens waarbij grote groepen mensen kunnen worden geraakt. Lokale overheden beschikken over een grote hoeveelheid, vaak gevoelige, persoonsgegevens. De AP besteedt extra aandacht aan niet-gemelde datalekken en datalekken die (mede) zijn veroorzaakt door tekortkomingen in de beveiliging. Maasgouw heeft inmiddels een aantal beheersmaatregelen getroffen, maar heeft momenteel de basis

70

beheersprocessen in het kader van de AVG nog onvoldoende aantoonbaar op orde. Daarmee is de gemeente kwetsbaar bij eventuele toezichts- en handhavingsacties van de AP. De AP past daarbij uiteenlopende toezichts- en handhavingsinstrumenten toe. Gezien het feit dat er inmiddels beheersmaatregelen worden getroffen, is het uitgangspunt een max. boete van € 1 mln met risicoklasse 2 (klein; 30% kans). OML borgstelling 2 5 10 € 300.000 Aanvankelijk bedroeg de borgstelling financiering OML € 625.915. In de raadsvergadering van 15-12-2016 is besloten de borgstelling a.g.v. herfinanciering uit te breiden tot € 1.008.378. OML heeft vooralsnog voldoende buffer om eventuele tegenvallers op te vangen. De risicoklasse wordt ingeschat op 2 (klein; 30% kans). Rioolheffing 2 3 6 € 138.000 Bezwaarschrift Woningcorporatie bezwaarschrift tegen kostendekkendheid rioolheffing 2014 – 2018. Max. risico € 460.000. Risicoklasse wordt ingeschat op 2 (klein; 30% kans). Edelchemie 1 5 5 € 100.000 Het max. risico bedraagt € 1 mln kosten handhaving indien de Provincie handhavingskosten alsnog doorbelast aan Maasgouw. Gezien bestuurlijk akkoord wordt kans zeer klein (10%) geacht. Zie jaarrekening 2017 p. 15 voor uitvoerige toelichting. Milieu Service Zuid 1 4 4 € 76.000 Het te vorderen bedrag bij de Kosten handhaving Provincie bedraagt € 757.472. Gezien bestuurlijk akkoord wordt kans zeer klein (10%) geacht dat inning niet plaatsvindt. Zie jaarrekening 2017 p. 16 voor uitvoerige toelichting. Obligatieportefeuille 1 5 5 € 50.000 Waarde obligatieportefeuille eind 2019 € 12 mln. Er bestaat een zeer kleine kans (10%) dat hoofdsom belegde obligaties niet wordt terugontvangen. ASR Vermogensbeheer monitort de ontwikkelingen. Max. risico wordt ingeschat op € 0,5 mln. Programma aanpak 2 3 6 PM De recente uitspraak van de RvS stikstof (PAS) inzake PAS kan leiden tot een vertraging in de ruimtelijke fysieke projecten, met als gevolg extra rentelasten door vertraagde gronduitgifte en mogelijk extra advieskosten. Een uitgebreide toelichting is opgenomen in de

71

paragraaf grondbeleid (5.7.4). Kans en risico zijn niet kwantificeerbaar. Aanbesteding 1 3 3 PM Bestaande contracten met diverse softwarepakketten softwareleveranciers worden vanwege complexe inrichting van ict- infrastructuur verlengd omdat het niet mogelijk is om e.e.a. als vervangbaar systeem te zien. Aanbesteding van deze dienstverlening is uit oogpunt van doelmatigheid en doeltreffendheid niet direct te realiseren omdat continuïteit van geautomatiseerde gegevensverwerking gewaarborgd moet blijven. TOTAAL risico’s incidenteel € 1.964.000

Risico’s met structurele financiële impact

Omschrijving Kans- Risico- Risico- Kans x Toelichting klasse klasse score Fin. impact Uitvoeringskosten 4 3 12 € 140.000 Bij overheveling van uitvoeringstaken bedrijfsvoering op het gebied van sociaal domein, omgevingsdienst en bedrijfsvoering naar SC MER zijn o.b.v. de onderliggende bedrijfsplannen bezuinigingstaakstellingen ingeboekt. Uit voortschrijdend inzicht blijkt dat ontwikkel- en overgangsperiode langer duren en hoger implementatiebudget benodigd is. Momenteel wordt m.n. bij bedrijfsvoering bekeken in hoeverre werkprocessen efficiënter en effectiever kunnen worden ingericht. De kans wordt groot (70%) geacht dat het Maasgouwse aandeel in structurele meerkosten op grofweg € 200.000 structureel uitkomt. Dit zal resulteren in een begrotingswijziging die voor zienswijze zal worden voorgelegd. Algemene uitkering 3 3 9 € 150.000 De algemene uitkering uit Gemeentefonds is de grootste inkomstenbron. De hoogte is gekoppeld aan de rijksuitgaven (‘samen trap op, trap af’). Gezien huidige hoogconjunctuur en collectieve extra declaratie BTW- compensatiefonds kan neerwaartse bijstelling plaatsvinden. De Septembercirculaire zal de meest actuele inzichten bieden. Max risico € 300.000; kans 50%. Open 3 3 9 € 100.000 Max. risico € 200.000; kans 50%; eindregelingen risicoscore < 10

72

sociaal domein Kosten personeel 3 3 9 € 120.000 Max. risico € 240.000; kans 50%; a.g.v. organisatie- risicoscore < 10 ontwikkeling Taakstelling 2 2 4 € 24.000 Taakstelling bedraagt € 80.000; risico realisatie 30%; risicoscore < 10 burgerplein TOTAAL risico’s structureel € 534.000

5.2.5 Weerstandsratio

Op basis van de benodigde- als de beschikbare weerstandscapaciteit kan men het weerstandsvermogen berekenen (beschikbare weerstandscapaciteit ÷ benodigde weerstandscapaciteit). Hierbij wordt het onderscheid doorgetrokken tussen het incidentele weerstandsvermogen en het structurele weerstandsvermogen: 21.213.100 Weerstandsratio incidenteel = 1.964.000 = 10,8

1.105.000 Weerstandsratio structureel = 534.000 = 2,1

In de Nota R&M worden kwalificaties aangeduid voor de hoogte van de weerstandsratio.

Ratio Kwalificatie Weerstandsvermogen A ≥ 2,0 Uitstekend B ≥ 1,4 en < 2,0 Ruim voldoende C ≥ 1,0 en < 1,4 Voldoende D ≥ 0.8 en < 1,0 Matig E ≥ 0.5 en < 0.8 Onvoldoende F < 0.5 Ruim onvoldoende

Het streven is om de robuuste financiële positie van Maasgouw te behouden om daarmee financieel toekomstbestendig te zijn. De normen die we hebben afgesproken voor de ratio zijn een signaleringsfunctie vanaf een ratio van 8 en een ondergrens van 4. Toetsing aan deze norm laat zien dat de incidentele weerstandsratio ruimschoots toereikend is. De structurele weerstandsratio is goed, maar bevindt zich wel onder de gestelde ondergrens van 4 volgens de Nota R&W.

Dit heeft meerdere oorzaken:  bij bepaling van de structurele weerstandscapaciteit hanteren we de structurele begrotingsruimte van 2019 als uitgangspunt. Deze bedraagt € 442.000, maar loopt in de volgende jaren op tot ruim € 600.000 in 2023  we hebben bewust gekozen voor een reële hoogte voor berekening van de onbenutte belastingcapaciteit. Als we de maximum ozb-tarieven zouden hanteren, is de onbenutte belastingcapaciteit € 1,4 miljoen hoger.

73

Daar staat tegenover dat in de begroting tot dusver geen rekening is gehouden met mogelijk verplichte uitgaven die voortvloeien uit het interbestuurlijk programma (IBP). In het IBP wordt gesteld dat er een aantal nationale opgaven (bv. duurzaamheid) voor de overheden gelden, waarbij het Rijk veronderstelt dat ook de gemeenten hieraan een (eventueel verplichte) collectieve bijdrage vanuit de algemene uitkering leveren. Ook zijn de uitkomsten van de 2e Prorap 2019 en de Septembercirculaire 2019 nog niet bekend.

Resumerend kan worden gesteld dat de gemeente Maasgouw beschikt over een robuuste financiële positie. De begroting biedt voldoende flexibiliteit om op toekomstige onvoorziene uitgaven te anticiperen.

5.2.6 Financiële kengetallen

In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de volgende financiële kengetallen:  Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen)  Solvabiliteitsratio  Grondexploitatie  Structurele exploitatieruimte  Belastingcapaciteit

Deze kengetallen moeten het inzicht van de raad in de financiële positie van de gemeente vergroten. Daarnaast bieden deze kengetallen de mogelijkheid om onze gemeente te vergelijken met andere gemeenten of het landelijk gemiddelde.

74

Beoordeling kengetallen Uit de beschrijving van de verschillende kengetallen (zie hierna) blijkt dat een afzonderlijk kengetal nog weinig zegt over hoe de financiële positie moet worden beoordeeld. Zo hoeft een hoge schuld geen nadelig effect te hebben op de financiële positie, maar is dat afhankelijk of en wat er aan eigen vermogen en baten tegenover die schuld staat en hoe groot de kans is dat de schuld weer wordt afgelost. Noch hoeft een tegenvallende ontwikkeling van de grondprijs een negatieve invloed te hebben indien de structurele exploitatieruimte groot is of men over voldoende ruimte in belastingcapaciteit beschikt, omdat er dan ruimte is om tegenvallers op te vangen. Het is dus niet mogelijk om een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen zullen altijd in samenhang moeten worden bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven van de financiële positie van een gemeente.

Voor de beoordeling van de financiële positie is het belangrijk dat zowel naar de balans als naar de exploitatie wordt gekeken. In de kengetallen structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit komt tot uitdrukking of de gemeente over voldoende structurele baten beschikt, en welke mogelijkheid er is om de structurele baten op korte termijn te vergroten. De kengetallen netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, solvabiliteitsratio en grondexploitatie hebben betrekking op de balans.

Onderstaand volgt een nadere uitwerking en toelichting per kengetal.

Netto Schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote. De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Een hoge netto schuldquote hoeft op zichzelf geen probleem te zijn. Of dat het geval is valt niet direct af te leiden uit de netto schuldquote zelf, maar hangt af van meerdere factoren. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die gelden vervolgens worden doorgeleend aan bijvoorbeeld woningbouwcorporaties die op hun beurt weer jaarlijks aflossen. In dat geval hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen).

De netto schuldquote wordt berekend aan de hand van diverse gegevens uit de balans. Samengevat ziet deze berekening er als volgt uit.

(퐴 + 퐵 + 퐶 − 퐷 − 퐸 − 퐹 − 퐺) 푁푒푡푡표 푠푐ℎ푢푙푑푞푢표푡푒 = × 100% 퐻

A. Het totaal van de vaste schulden B. Het totaal saldo van de netto-vlottende schulden C. Het totaal saldo van alle overlopende passiva D. Het totaal saldo van de financiële vaste activa E. Het totaal saldo van alle uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. F. Het totaal saldo van alle liquide middelen G. Het totaal saldo van de overlopende activa H. Het gerealiseerde saldo van de baten

75

Toepassing van de bovenstaande berekening leidt tot de volgende uitkomsten voor de gemeente Maasgouw:

Jaarrekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Netto schuldquote 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Netto schuldquote 31,00% 69,94% 91,65% 101,53% 103,74% 110,33% Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen 24,00% 66,88% 88,72% 98,70% 100,98% 107,66%

In de Kennisbank Openbaar Bestuur van het Ministerie van BZK zijn de financiële kengetallen van alle Nederlandse gemeenten opgenomen. Deze kengetallen zijn gebaseerd op de balanscijfers 2017 en de begrotingscijfers 2018. Hieruit blijkt dat de Nederlandse gemeenten ultimo 2017 gemiddeld genomen een netto schuldquote hadden van 56% en een netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen van 48%. In Maasgouw loopt de schuldquote op begrotingsbasis in de komende jaren op. Dit is te verklaren door een geplande toename in investeringen (o.a. reconstructies en verenigingszaal Wessem) en een afname van de reserves.

Solvabiliteitsratio Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Indien er sprake is van een forse schuld én veel eigen vermogen (het totaal van de algemene en de bestemmingsreserves), hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn voor de financiële positie. Daar is bijvoorbeeld sprake van indien een lening is aangegaan omdat het eigen vermogen niet liquide is (omdat het vast zit in bijvoorbeeld een gemeentehuis of dat er andere investeringen mee zijn gefinancierd). Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente.

De mate van weerbaarheid geeft in combinatie met de andere kengetallen een indicatie over de financiële positie van een gemeente. De solvabiliteitsratio drukt het eigen vermogen uit als percentage van het totale vermogen (eigen en vreemd vermogen). Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserve, bestemmingsreserves en het resultaat.

De solvabiliteitratio wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen uitgedrukt in een percentage.

퐸𝑖𝑔푒푛 푣푒푟푚표𝑔푒푛 푆표푙푣푎푏𝑖푙𝑖푡푒𝑖푡푠푟푎푡𝑖표 = 푇표푡푎푙푒 푣푒푟푚표𝑔푒푛

De solvabiliteitsratio laat het volgende beeld zien voor onze gemeente:

Jaarrekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Solvabiliteitsratio 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Solvabiliteitsratio 51,00% 40,67% 35,80% 34,42% 33,94% 32,93%

In de Kennisbank Openbaar Bestuur is vermeld dat de gemiddelde Nederlandse gemeente een solvabiliteitsratio van 33% heeft. De Maasgouwse solvabiliteitsratio is weliswaar gedaald maar nog steeds op vergelijkbaar niveau t.o.v. het gemiddelde van Nederlandse gemeenten. De daling is m.n. verklaarbaar door aanwending van de Essentreserve in de afgelopen jaren, zoals blijkt uit de navolgende grafiek.

76

Kengetal Grondexploitatie De afgelopen jaren is landelijk gebleken dat de grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Indien een gemeente leningen heeft afgesloten om grond te kopen voor een (toekomstige) woningbouwproject heeft zij een schuld. Bij de beoordeling van een dergelijke schuld is het van belang om te weten of deze schuld kan worden afgelost wanneer het project wordt uitgevoerd. Van de opbrengst van de grondexploitatie kan immers de schuld worden afgelost. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (boekwaarde van de grondexploitatie) is ten opzichte van de totale baten exclusief mutaties reserves.

Wanneer de grond tegen de prijs van landbouwgrond is aangekocht, loopt een gemeente relatief gering risico. Het is dus belangrijk om te kunnen beoordelen of er een reële verwachting is of de grondexploitatie kan bijdragen aan de verlaging van de schuld. Staat de grond tegen een te hoge waarde op de balans en moet die worden afgewaardeerd dan leidt dit tot een lager eigen vermogen en dus een lagere solvabiliteitsratio.

Voor het kengetal van de grondexploitatie wordt gebruik gemaakt van de volgende formule.

(퐴 + 퐵) 퐺푟표푛푑푒푥푝푙표𝑖푡푎푡𝑖푒 = 퐶

A= saldo van niet in exploitatie genomen gronden B= saldo van in exploitatie genomen gronden C= saldo van baten

Uit de onderstaande tabel blijkt dat de grondexploitatie een relatief geringe impact heeft op de financiële positie.

Jaarrekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Grondexploitatie 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Grondexploitatie 0,00% -0,99% -0,94% 1,63% 1,06% 3,95%

De gemeente Maasgouw steekt hierbij gunstig af ten opzichte van een gemiddeld percentage van 17% volgens de Kennisbank Openbaar Bestuur.

77

Structurele exploitatieruimte Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt onderscheid gemaakt tussen de structurele en incidentele lasten. Bij incidentele baten en lasten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Voorbeelden van structurele baten zijn de algemene uitkering en de eigen belastinginkomsten. Bij structurele lasten zijn dat bijvoorbeeld de personeelslasten, kapitaallasten en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen.

De relevantie van dit kengetal voor de beoordeling van de financiële positie schuilt erin dat het van belang is om te weten welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is.

De formule voor het berekenen van de structurele exploitatie ruimte is:

(퐵 − 퐴) + (퐷 − 퐶) 푠푡푟푢푐푡푢푟푒푙푒 푒푥푝푙표𝑖푡푎푡𝑖푒푟푢𝑖푚푡푒 = × 100% 퐸

A= structurele lasten B= structurele baten C= structurele toevoegingen aan de reserve D= structurele onttrekkingen aan de reserve E= saldo van de totale baten

Toepassing van de bovenstaande berekening leidt tot de volgende uitkomsten voor de gemeente Maasgouw:

Structurele Jaarrekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting exploitatieruimte 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Structurele exploitatieruimte4,00% 2,25% -0,09% 1,52% 1,17% 1,36%

Belastingcapaciteit De OZB is de belangrijkste eigen belastinginkomsten van een gemeente. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en afvalstoffenheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in de gemeente. De reden dat tevens wordt gekeken naar de riool- en afvalstoffenheffing is dat deze heffing maximaal kostendekkend mag zijn. In het geval dat de heffing lager dan kostendekkend wordt vastgesteld is er sprake van belastingcapaciteit die niet wordt benut.

De belastingcapaciteit van gemeenten wordt berekend door de totale woonlasten van meerpersoons- huishoudens in jaar-t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1.

𝑔푒푚𝑖푑푑푒푙푑푒 푤표표푛푙푎푠푡푒푛 𝑖푛 푀푎푎푠𝑔표푢푤 퐵푒푙푎푠푡𝑖푛𝑔푐푎푝푎푐𝑖푡푒𝑖푡 = × 100% 𝑔푒푚𝑖푑푑푒푙푑푒 푤표표푛푙푎푠푡푒푛 𝑖푛 푁푒푑푒푟푙푎푛푑

Uit de onderstaande tabel blijkt dat de gemiddelde woonlasten in Maasgouw gunstig afsteken ten opzichte van de gemiddelde woonlasten in Nederland.

Gemeentelijke Jaarrekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting belastingcapaciteit 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Gemeentelijke belastingcapaciteit88,00% 87,03% 88,56% 90,17% 91,94% 93,72%

78

5.3 Onderhoud kapitaalgoederen

In deze paragraaf lichten we de belangrijkste investeringen in het beheer van de openbare ruimte van de gemeente toe, gebaseerd op de volgende beheerplannen:  Beleidskaders Wegen en Groen 2019-2022 (13 december 2018)  GRP 2017-2021 (16 februari 2017) en waterketenplan (16 februari 2017)  Beleidsplan civieltechnische kunstwerken 2017-2020 (16 februari 2017)  Beleidsplan Openbare Verlichting 2019-2022 (13 december 2018)  Beleidsplan onderhoud gemeentelijke gebouwen 2017-2020 (16 februari 2017)  Tractieplan voertuigen wijkteam

Geconstateerd kan worden, dat er geen sprake is van achterstallig onderhoud (dit geldt voor alle beheerprogramma’s). Wel dient opgemerkt te worden dat voor wat betreft het gebouwenbeheer een pas op de plaats is gemaakt met renovatie in de gemeenschapsaccommodaties in Wessem. De middelen hiervoor zijn wel gereserveerd. Momenteel vindt er onderzoek plaats naar de realisering van een nieuwe gemeenschapsaccommodatie in Wessem.

Beleidskaders Wegen en Groen Het nieuwe beheerplan is in december 2018 vastgesteld en heeft een looptijd tot en met 2022. In 2018 is er een actualisatie uitgevoerd van het areaal wegen en groen naar aanleiding van projecten, omvorming, gebiedsontwikkeling en overname van andere beheerders. In deze actualisatie is er gekeken naar het beheer van de totale openbare ruimte. Naar aanleiding van deze actualisatie zijn de onderhoudsbudgetten in de P&C cyclus bijgesteld.

Financieel overzicht wegen en groen:

Wegen en trottoirs*

Raming 2019 ná Realisatie 2018 Raming 2020 Raming 2021 Raming 2022 Raming 2023 wijziging Maaien bermen 111.200 107.400 107.400 107.400 107.400 107.400 Onderhoud 1.268.500 1.086.800 1.086.800 1.086.800 1.086.800 1.086.800 Belijningen / wegmarkering 32.100 28.400 28.400 28.400 28.400 28.400 Onkruidbestrijding 163.400 163.700 163.700 163.700 163.700 163.700

Vegen wegen/bladzuigen 45.860 75.044 70.574 70.574 70.574 70.574 Overigen exploitatie 13.100 6.000 6.000 6.000 6.000 6.000 Projecten 19.300 0 20.000 0 40.000 40.000 Kapitaallasten 55.400 242.600 314.500 398.200 458.800 487.800

Overige inkomsten -52.000 -40.500 -40.500 -40.500 -40.500 -40.500

Totaal 1.656.860 1.669.444 1.756.874 1.820.574 1.921.174 1.950.174

* In het overzicht is geen rekening gehouden met de kosten salarissen en overhead

79

Groen en plantsoenen* Raming 2019 ná Realisatie 2018 Raming 2020 Raming 2021 Raming 2022 Raming 2023 wijziging Onderhoud 300.100 255.900 264.400 264.400 264.400 264.400 Projecten 4.055 77.500 91.000 56.000 56.000 56.000 Kapitaallasten 3.000 900 9.200 9.200 9.200 9.200 Directe kosten Werkbedrijf 591.900 548.600 563.600 563.600 563.600 563.600 Totaal 899.055 882.900 928.200 893.200 893.200 893.200

* In het overzicht is geen rekening gehouden met de kosten overhead

GRP 2017-2021 en Waterketenplan 2017-2021

In het Waterketenplan zijn de gezamenlijke ambities voor de toekomst van de waterketen en de route om de ambities te bereiken beschreven. Het plan beschrijft een aantal concrete projecten en aandachtsgebieden voor de planperiode: het actieprogramma. Ten slotte legt het plan vast hoe de samenwerking vorm wordt geven. Het Waterketenplan is de opvolger van het Afvalwaterplan Limburgse Peelen 2012-2016 en heeft als doel kostenbesparing, kwaliteitsverbetering en vermindering van kwetsbaarheid.

Parallel aan het opstellen van het Waterketenplan zijn voor alle gemeenten individuele gemeentelijke rioleringsplannen (GRP’n) opgesteld. Alle gezamenlijke keuzes, beelden en projecten zijn vastgelegd in het Waterketenplan, de lokale uitwerking daarvan staat in het betreffende lokale GRP. Verder beschrijft het plan welke voorzieningen de gemeente bezit, hoe deze functioneren, hoe het beheer wordt uitgevoerd en welke kosten hieraan zijn verbonden. Het GRP geeft inhoud aan de gemeentelijke watertaken voor afvalwater, hemelwater en grondwater. De investeringen uit het GRP zijn opgenomen in het JIP/MIP

Momenteel wordt een nieuw BRP (basisrioleringsplan Maasgouw /hydraulische doorrekening) gemaakt. Aansluitend hierop worden de uitkomsten van het BRP in het nieuwe GRP/Waterketenplan, dat wij in het najaar van 2021 zullen aanbieden aan de gemeenteraad. Dit laatste plan wordt in intergemeentelijk verband voorbereid.

80

Financieel overzicht riolering:

Riolering Raming 2019 ná Realisatie 2018 Raming 2020 Raming 2021 Raming 2022 Raming 2023 wijziging

Exploitatie riolering

Reinigen putten en gemalen 94.600 151.000 151.000 151.000 151.000 151.000 Vegen wegen 45.900 50.400 45.900 45.900 45.900 45.900 Onderhoud 63.000 50.000 50.000 50.000 50.000 50.000 Kolkenzuigen 63.200 53.000 53.000 53.000 53.000 53.000 Huisaansluitingen 13.500 52.000 52.000 52.000 52.000 52.000 Externe ondersteuning 88.300 135.000 135.000 135.000 135.000 135.000 Projecten 93.700 189.900 190.600 180.600 47.500 47.500 Overigen exploitatie 70.200 83.200 83.200 83.200 83.200 83.200 Kapitaallasten (afschrijvingen) 563.100 698.000 737.400 802.600 851.000 878.000 Toerekening rente 3% 833.100 1.018.200 1.071.700 1.175.800 1.236.700 1.260.200 Interne uren 721.900 930.100 808.100 763.500 764.100 764.300 Doorbelasting bijdrage BSGW 74.400 80.900 86.600 86.600 86.600 86.600 Totaal lasten excl btw 2.724.900 3.491.700 3.464.500 3.579.200 3.556.000 3.606.700

Btw 420.800 535.800 554.200 566.300 556.400 563.500

Opbrengsten rioolheffing -2.676.500 -2.786.000 -2.925.000 -3.071.000 -3.225.000 -3.386.000 obv 5% stijging *

Mutatie voorziening -469.200 -1.241.500 -1.093.700 -1.074.500 -887.400 -784.200

Totaal 0 0 0 0 0 0

* Jaarlijkse tariefsstijging rioolheffing is gebaseerd op meerjarige tariefsberekening o.b.v. meerjarige raming van onderliggende investerings- en exploitatiekosten van riolering. O.b.v. feitelijke ontwikkeling t.o.v. planning dient tariefstelling rioolheffing per jaar bezien te worden.

Meerjaren Investerings Plan (MIP) Reconstructieplannen komen voort uit het Meerjarig Investerings Plan (MIP). Aan de hand van jaarlijkse visuele inspecties en datagegevens uit het GRP worden prioriteiten jaarlijks vertaald in een investeringsplan. De Kadernota 2020 en het eerder vastgestelde MIP zijn de basis voor de huidige begroting.

De volgende reconstructieprojecten zijn voor 2020 gepland.

Herinrichting Linne: Beatrixstraat, Julianastraat, Wilhelminastraat en Molenweg In 2020 worden deze wegen heringericht. Dit betekent in grote lijnen vernieuwing van het gemeentelijk rioolstelsel en een algehele renovatie van wegen, loopstroken, parkeerstroken en groenstroken. Ook het afkoppelen van het regenwater wordt een wezenlijk onderdeel van de reconstructie. Hierdoor wordt het riool in het lager gelegen gebied ontzien en kunnen we de te nemen maatregelen aan de overstorten beperken.

81

Ook hier zijn de bewoners, in het kader van de burgerparticipatie, betrokken geweest. Het ontwerp is aan de omwonenden gepresenteerd. Het werk dient nog te worden aanbesteed. Totaalkrediet is € 3.024.000.

Molenweg (Zuidsingel tot Echterstraat) Maasbracht Het riool wordt vervangen in verband met slechte kwaliteit en de openbare ruimte wordt opnieuw ingericht. In het kader van verkeersveiligheid wordt in dit project ook de aansluiting van het fietspad meegenomen. Bij het ontwerp van de nieuwe inrichting wordt gestreefd naar verbetering van het woonklimaat. Een eerste bewonersavond heeft plaatsgevonden. In de begroting voor 2020 is voor het project een bedrag opgenomen van € 87.500 voor wegen en € 172.000 voor rioleringen. Voor verkeersmaatregelen is een krediet van € 35.300 beschikbaar.

Rioolrenovatie en Reconstructie Hoofdstraat e.o. te Maasbracht en aanpassing Battenweg Maasbracht Deze renovatie is als laatste onderdeel van de reconstructie van het centrum Maasbracht aan de orde. De Hoofdstraat, Kromstraat en Kloosterstraat worden gereconstrueerd. Dit betekent in grote lijnen vernieuwing van het gemeentelijk rioolstelsel en een algehele renovatie van wegen, loopstroken, parkeerstroken en groenstroken. Bedoeling is nu om de Hoofdstraat een minder breed profiel te gaan geven. Ook het afkoppelen van het regenwater wordt een wezenlijk onderdeel van de reconstructie. Hierdoor wordt het riool in het lager gelegen gebied ontzien en kunnen we de te nemen maatregelen aan de overstorten beperken. Ook hier worden de bewoners, in het kader van de burgerparticipatie, betrokken bij het maken van de plannen. Er is al een 1e informatieavond geweest. Voor de verkeerscirculatie in dit gedeelte van Maasbracht wordt een hoofdontsluiting vanaf de A2 richting Linne voorgestaan vanaf de Brouwerstraat (nabij Linssen Yachts) via de Battenweg en de Haverkamp richting Kloosterstraat. Hier zal een aangepaste aansluiting met de gereconstrueerde Kloosterstraat als verkeersgeleider in de vorm van een rotonde worden voorzien. Als de nieuwe ontsluiting via de Battenweg is gerealiseerd, zal vervolgens de geplande reconstructie van riolering en verharding in de Hoofdstraat kunnen plaatsvinden. Immers, het verkeer kan dan via de dan gerealiseerde nieuwe hoofdstructuur afgewikkeld worden. Door deze wijziging in de uitvoeringsvolgorde werd het al beschikbare krediet voor de Hoofdstraat/Kromstraat van € 930.000 (wegen + riolering) bij de jaarrekening 2018 afgeraamd tot €100.000 (voorbereidingskrediet). Voor beide projectonderdelen is in het JIP 2020 een nieuw uitvoeringskrediet van € 2.220.000 opgenomen voor het totale project Battenweg, rotonde Kloosterstraat, Hoofdstraat en Kromstraat. Het project zal als totaal worden aanbesteed. De uitvoering geschiedt deels in 2020 (rotonde/Battenweg) en deels in 2021 (overig deel). Eén en ander zoals in de Kadernota 2020 werd aangegeven.

Herstel kredietramingen reconstructies rioleringen Bij de vaststelling van het nieuwe GRP in 2017 zijn de ramingen voor het onderdeel reconstructies rioleringen in het MIP met 25% verlaagd. De rioolreconstructies worden conform plan uitgevoerd, dit om een deugdelijk stedelijk waterbeheer te garanderen. De korting was er op basis van de gunstige lagere aanbestedingsresultaten van de voorgaande jaren. Intussen heeft een herstel van de economie plaatsgevonden en zien we in de praktijk dat de inschrijvingen weer op gelijk zijn met de ramingsbedragen. Dit resulteert in een tekort op de kredieten in de komende jaarschijven. In de begroting 2020 is deze korting weer hersteld (conform de Kadernota 2020) en zijn de rioleringskredieten verhoogd met 25% in het JIP/MIP vanaf 2020. Dit heeft gevolgen voor het dekkingsplan van het gemeentelijk rioleringsplan. Alle wijzigingen worden verwerkt in de volgende actualisatie van het plan.

82

Voorbereidingskredieten projecten In 2020 worden diversen reconstructieprojecten wegen en riolering voorbereid die in 2021 in uitvoering zullen komen:  Casino te Thorn: Voorbereidingskrediet € 65.000 zijnde een herinrichting met rioolvervanging en afkoppelen regenwater.  Van Gelderstraat, Sint Medardusstraat te Wessem. Voorbereidingskrediet bedraagt € 65.000 zijnde een herinrichting met rioolvervanging en afkoppelen regenwater.  Markt, Jan van Steffenswertplein, Maaspoort, Molenstraat Zuid, Rulkenstraat en Singelstraat West te Stevensweert. Voorbereidingskrediet bedraagt € 80.000 zijnde een herinrichting met rioolvervanging en afkoppelen regenwater.  Een drietal wegreconstructies (bovenbouw) zoals Oosterveldstraat te Heel en de Verlengde Maasweg en Oude Maasweg te Maasbracht, waarvoor een totaal voorbereidingskrediet van € 45.000 is opgenomen.

Vervangen rioolgemalen 2020 Maasgouw Voor het instandhouden van het areaal voeren we jaarlijks inspecties en onderhoud uit aan de rioolgemalen. In 2020 bereikt een deel van de drukriolering in het buitengebied het einde van de afschrijvingstermijn. Op basis van inspectieresultaten vervangen we alleen die gemalen en of onderdelen die noodzakelijk zijn. Totaalkrediet € 50.000.

Klimaatrobuuste inrichting In het GRP 2017-2021 is structureel een stelpost opgenomen ter hoogte van € 75.000 voor klimaatrobuuste inrichting. Dit krediet wordt ingezet voor meekoppelkansen van water bij onderhoudswerkzaamheden.

Afkoppelen regenwater wateroverlastgebieden In het GRP is een post opgenomen om regenwater af te koppelen in wateroverlastgebieden. Hiervoor is € 250.000 begroot.

Afkoppelen Ohé In 2019 heeft de raad middelen beschikbaar gesteld (€250.000) voor het aanpakken van de onkruidbestrijding op de grindbermen in Ohé en Laak. Vanuit het GRP bestaat de wens om een deel van de openbare ruimte af te koppelen zodat er minder vervuilende overstorten zijn. Het aanpakken van de bermen en het afkoppelen zullen als een integraal project uitgevoerd worden. In het JIP 2020 is hiervoor € 300.000 extra opgenomen ten laste van het GRP.

Relining o.b.v. rioolinspectie 2019 en 2020 Jaarlijks wordt een deel van het riool geïnspecteerd. Alle geconstateerde gebreken worden dat zelfde jaar hersteld of worden in een project ondergebracht. Enkele rioolstrengen dienen gerenoveerd te worden middels een kous, het zogenaamde relinen. Hierna zijn deze rioolbuizen weer als nieuw. In het JIP 2020 is hiervoor € 150.000 opgenomen ten laste van het GRP.

Meerjarenonderhoudsplan civieltechnische kunstwerken Het huidige meerjarenonderhoudsplan (MOP) voor bruggen en viaducten heeft een looptijd tot en met 2020. In programma 3.3 Woon- en leefklimaat (paragraaf 3.3.2 Fysieke leefomgeving) is een incidenteel bedrag van € 25.000 opgenomen voor het opstellen van een nieuw MOP bruggen en viaducten vanaf 2021.

Fietsbrug Stuw Linne In 2019 is een groot aantal kapotte planken op de fietsbrug Linne-Osen conform het investeringsplan vervangen door nieuwe duurzame composiet brugdelen. Tijdens deze werkzaamheden is gebleken dat ook de resterende planken aan vervanging toe zijn.

83

Deze vervangingsinvestering was niet in het MIP opgenomen. Voor 2020 wordt een krediet van € 60.000 hiervoor in de begroting opgenomen.

Financieel overzicht:

Bruggen en civiele kunstwerken* Raming 2019 ná Realisatie 2018 Raming 2020 Raming 2021 Raming 2022 Raming 2023 wijziging Exploitatie 0 2.400 2.400 2.400 2.400 2.400 Storting voorziening 51.200 51.200 51.200 51.200 51.200 51.200 Kapitaallasten** 12.500 13.900 16.700 19.700 20.900 22.100 Totaal 63.700 67.500 70.300 73.300 74.500 75.700

* In het overzicht is geen rekening gehouden met de kosten overhead

Voorziening groot onderhoud Werkelijk 1-1- Raming 1-1-2020 civiele kunstwerken 2019

Stand beschikbare voorziening 16.400 47.600

Meerjarenonderhoudsplan gebouwen Het huidige meerjarenonderhoudsplan (MOP) voor gebouwen heeft een looptijd tot en met 2020. In het programma 3.3 Woon- en leefklimaat (paragraaf 3.3.2 Fysieke leefomgeving) is een incidenteel bedrag van € 25.000 opgenomen voor het opstellen van een nieuw MOP gebouwen vanaf 2021.

Financieel overzicht:

Gebouwen

Raming 201 ná Realisatie 2018 Raming 2020 Raming 2021 Raming 2022 Raming 2023 wijziging

Storting voorziening 303.400 288.500 288.500 288.500 288.500 288.500 Totaal 303.400 288.500 288.500 288.500 288.500 288.500

Voorziening groot onderhoud Werkelijk 1-1-2019 Raming 1-1-2020 gemeentelijke gebouwen

Stand beschikbare voorziening 278.300 165.700

Schoolgebouwen Realisatie Raming 2019 Raming Raming Raming Raming 2021 2018 ná wijziging 2020 2022 2023 Storting voorziening 19.900 19.900 19.900 19.900 19.900 19.900 Totaal 19.900 19.900 19.900 19.900 19.900 19.900

Voorziening groot onderhoud Werkelijk 1-1-2019 Raming 1-1-2020 schoolgebouwen Stand beschikbare voorziening 55.700 62.000

84

Beleidskader Openbare Verlichting De uitgangspunten in het nieuwe beleidskader zijn gericht op het blijven inzetten op een doelmatige en duurzame verlichting en invulling geven aan het Energieakkoord. De ontwikkelingen in de verlichtingstechniek gaan snel. Slimme verlichting doet zijn intrede waarbij de verlichting op maat en op afstand kan worden bediend. Lichtmasten met daarvoor geschikte armaturen kunnen daarbij bij uitstek een extra rol gaan vervullen binnen de wereld van Internet of Things (IoT). Het verzamelen van data van energieverbruik, voertuigbewegingen, temperatuur, luchtkwaliteit enz. behoort tot de mogelijkheden. Voor 2020 staat volgens het Beleidsplan 2019-2023 de vervanging van ca 450 stuks armaturen door LED-armaturen in diverse kernen op het programma.

Financieel overzicht:

Openbare Verlichting* Raming 2019 ná Realisatie 2018 Raming 2020 Raming 2021 Raming 2022 Raming 2023 wijziging Energie 86.700 114.700 115.800 114.800 113.400 113.400 Onderhoud 276.000 193.000 194.800 193.100 191.000 191.000 Projecten 2.600 0 0 0 0 0 Kapitaallasten 19.300 31.000 42.000 50.300 58.500 66.800 Totaal 384.600 338.700 352.600 358.200 362.900 371.200

* In het overzicht is geen rekening gehouden met de kosten overhead

Vervangen tractie wijkteam De volgende vervangingsinvesteringen zijn, conform de meerjarenbegroting, voor de jaarschijf 2020 opgenomen: Fietspadstrooier trekker gladheidsbestrijding € 30.000 2 Transporters € 82.500 Aanhangwagen € 8.000 Totaal €120.500

Vervangen speeltoestellen In de raadsvergadering van juli 2016 is de speeltuinnota vastgesteld. Op basis van deze nota is voor de jaren tot en met 2020 een bedrag van € 60.000 gereserveerd voor het vervangen van speeltoestellen. Na een evaluatie van de nota in 2020 zullen wij bekijken of dit bedrag gehandhaafd moet worden of dat er volstaan kan worden met een lagere jaarlijkse investering. In de Kadernota 2021 zal dit worden opgenomen.

Groot onderhoud gebouwen Conform het vastgestelde beheerplan zullen de onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd. Voor een specificatie wordt verwezen naar het JIP 2020.

85

86

5.4 Financiering

De financieringsparagraaf geeft op basis van het BBV inzicht in:  de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille;  de rentelasten;  de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend;  de financieringsbehoefte;  de ontwikkeling van het EMU-saldo.

In het kader van de Wet Fido (Financiering decentrale overheden) wordt in deze paragraaf ook inzicht verschaft in de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille Het Treasurystatuut is in december 2007 vastgesteld door de raad en bevat de “beleidsmatige infrastructuur” van de treasuryfunctie vastgelegd in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. Het Treasurystatuut wordt in 2020 geactualiseerd in verband met een aantal ontwikkelingen (zoals de Wet HOF en schatkistbankieren). Deze actualisatie zal afgestemd worden met de gemeenten en Echt-Susteren in het kader van de samenwerking MER-Financiën.

Voor wat betreft het risicobeheer van de financieringsportefeuille wordt onderscheid gemaakt in:  renterisico  valutarisico  kredietrisico  liquiditeitsrisico  koersrisico Onderstaand wordt toegelicht op welke wijze de gemeente Maasgouw deze risico’s beheerst.

Renterisicobeheer Renterisicobeheer omvat het beperken van de invloed van (externe) rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente. Zoals vermeld in het Treasurystatuut wordt het renterisico onder meer beheerst door het tussentijds monitoren van de renterisiconorm en de kasgeldlimiet.

Renterisiconorm Een belangrijk uitgangspunt van de Wet Fido is het beheersen van de renterisico’s op de vaste schuld (schuld met een rentetypische looptijd van minimaal één jaar). Het renterisico met betrekking tot de renterisiconorm gaat over de contractuele renteherzieningen en de aflossingen op de vaste schuld. Het renterisico wordt verkleind door aflossingen in de tijd te spreiden. Het renterisico wordt in een jaar getoetst aan de renterisiconorm. Deze wordt berekend door een vastgesteld percentage (20% voor gemeenten) te vermenigvuldigen met het begrotingstotaal. Het renterisico wordt gestuurd door bij het aantrekken van nieuwe langlopende financieringen rekening te houden met de vervaldata en renteherzieningen van de bestaande schuld.

87

Renterisiconorm 2020 2021 2022 2023 1 Renteherziening leningen o/g € - € - € - € - Renteherziening leningen u/g € - € - € - € - Saldo € - € - € - € -

2 Aflossing leningen o/g € 1.360.300 € 1.361.000 € 1.361.700 € 1.362.400 Aflossing leningen u/g € - € 1.774.600 € 399.700 € 1.220.000 Saldo € 1.360.300 € -413.600 € 962.000 € 142.400

3 Renterisico (saldo 1+2) € 1.360.300 € -413.600 € 962.000 € 142.400

4 Renterisiconorm € 11.291.240 € 11.211.360 € 11.130.480 € 11.127.760

(5a) = (4>3 ) Ruimte onder renterisiconorm € 9.930.940 € 11.624.960 € 10.168.480 € 10.985.360 (5b) = (3>4) Overschrijding renterisiconorm € - € - € - € - Berekening renterisiconorm: (4a) Begrotingstotaal € 56.456.200 € 56.056.800 € 55.652.400 € 55.638.800 (4b) Percentage regeling 20% 20% 20% 20% (4) = (4a x 4b) Renterisiconorm € 11.291.240 € 11.211.360 € 11.130.480 € 11.127.760

Kasgeldlimiet Het ‘rood’ staan is voor gemeenten aan regels en richtlijnen gebonden. Hiermee beoogt de wetgever te voorkomen dat lagere overheden uitsluitend kortlopende leningen afsluiten. Het aantrekken van leningen met een kortlopende rentevaste periode is aantrekkelijk, wanneer de rente hierop erg laag of zelfs negatief is. Maar het renterisico (van een stijgende rente in het geval van herfinanciering) is daarmee in verhouding hoog. Om dit risico te beperken, mogen gemeenten maximaal 8,5% van het jaarlijkse begrotingstotaal gebruiken voor kortlopende leningen.

De kwartaalrapportages zijn van belang voor het signaleren van mogelijke overschrijdingen. Wanneer dit in drie achtereenvolgende rapportages wordt geconstateerd, wordt de provincie hierover geïnformeerd. Onderstaand is de kasgeldlimiet over het 2e halfjaar 2018 en het 1e halfjaar 2019 toegelicht. Voor het 3e kwartaal 2019 zijn inmiddels maatregelen genomen om de overschrijding om te zetten in een ruimte middels het afsluiten van een langlopende financiering ad. € 5 mln.

Kasgeldlimiet 3e kw 2018 4e kw 2018 1e kw 2019 2e kw 2019 1 Vlottende schuld € 3.644.800 € 5.839.200 € 10.965.400 € 12.622.100 2 Vlottende middelen € 417.600 € 538.900 € 566.200 € 395.800 3 Netto vlottende schuld (1-2) € 3.227.200 € 5.300.300 € 10.399.200 € 12.226.300

4 Kasgeldlimiet € 4.666.600 € 4.666.600 € 4.826.400 € 4.826.400

(5a) = (4>3 ) Ruimte onder kasgeldlimiet € 1.439.400 (5b) = (3>4) Overschrijding kasgeldlimiet € -633.700 € -5.572.800 € -7.399.900

Berekening kasgeldlimiet: (4a) Begrotingstotaal € 54.901.600 € 54.901.600 € 56.781.200 € 56.781.200 (4b) Percentage regeling 8,5% 8,5% 8,5% 8,5% (4) = (4a x 4b) Kasgeldlimiet € 4.666.600 € 4.666.600 € 4.826.400 € 4.826.400

Valutarisicobeheer Valutarisico is het risico dat de waarde van een positie wordt beïnvloed door veranderingen in valutakoersen. De gemeente Maasgouw verricht geen transacties met ‘niet-Eurolanden’. Daarom is het valutarisico niet aan de orde.

88

Kredietrisicobeheer Kredietrisico is het risico dat de tegenpartij van een positie niet aan haar verplichtingen kan voldoen waardoor de gemeente verlies lijdt. In het Treasury statuut is opgenomen onder welke voorwaarden de gemeente middelen mag uitzetten en garanties mag verstrekken.

Bij de verkoop van de aandelen Essent aan RWE in 2009 werden (naast een contante betaling van het leeuwendeel van het verkoopbedrag) ook 4 brugleningen aan Enexis verstrekt. Hiervan loopt nog 1 lening voor een bedrag van € 2.071.000. Het van toepassing zijnde rentepercentage bedraagt 7,2% en de lening wordt per 30 september 2019 afgelost. Het debiteurenrisico op deze (verstrekte) lening is nihil.

De uitzettingen uit hoofde van de publieke taak van de gemeente Maasgouw zijn vastgelegd in de staat van gewaarborgde geldleningen. Voor 2019 voorzien we geen veranderingen in het aantal uitzettingen. Het debiteurenrisico valt ook onder het kredietrisicobeheer. Hierover voeren we elk jaar een beoordeling van de openstaande posten uit.

Liquiditeitsrisicobeheer Het liquiditeitsrisico is het risico van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjarig investeringsprogramma (MIP) waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen. De gemeente is voldoende liquide. Rente- en aflossingsverplichtingen van lopende geldleningen kunnen worden betaald zonder herfinanciering. Verder is van belang om binnen de exploitatie te zorgen voor een zo goed mogelijke afstemming van de inkomstenstromen met de uitgaven. Voor de voortgang van kredieten wordt op basis van de te verwachten uitgaven op kwartaalbasis een liquiditeitsprognose gemaakt.

Koersrisicobeheer Het koersrisico is het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.

Onze vermogensbeheerder ASR (voorheen BNG Vermogensbeheer) houdt de samenstelling van de obligatieportefeuille en de daarbij behorende risico’s constant in de gaten. Hij rapporteert dit iedere maand en bespreekt ook de status van de voortgang. Als het nodig is, doet de vermogensbeheerder een transactievoorstel en heeft hij tussentijds overleg. Enkele malen heeft dit geleid tot vroegtijdige aflossingen door aanbiedingen te gebruiken en om risico in onze obligatieportefeuille te verlagen. Periodiek is er afstemming met de auditcommissie. De aankoopwaarde van de obligatieportefeuille in 2009 bedroeg € 37,6 mln. Sindsdien zijn een aantal obligaties terugbetaald. Van de nu nog lopende obligaties bedroeg de initiële aankoopprijs per 1 januari 2019 € 17,8 mln. Door afschrijvingen en een aflossing in 2019 is de boekwaarde ultimo 2019 € 11,5 mln.

De verwachte ontwikkeling van de obligatieportefeuille is in het volgende overzicht weergegeven.

89

Obligatieportefeuille, waardering per 2019 2020 2021 2022 2023

Nominale waarde per 1 januari € 16.190.000 € 11.040.000 € 11.040.000 € 9.240.000 € 8.840.000 1 Aflossingen in boekjaar € 5.150.000 € - € 1.800.000 € 400.000 € 1.220.000 2 Nominale waarde per 31 december € 11.040.000 € 11.040.000 € 9.240.000 € 8.840.000 € 7.620.000 3 = 1 - 2

Aankoopwaarde per 1 januari € 17.880.832 € 12.478.408 € 12.478.408 € 10.653.642 € 10.247.677 4

Aankoopwaarde per 31 december € 12.478.408 € 12.478.408 € 10.653.642 € 10.247.677 € 8.448.421 5

Afschrijvingen m.b.t. lopende obligaties cumulatief afschrijving tot boekjaar € 860.885 € 984.590 € 1.032.833 € 1.124.973 € 639.988 6 Afschrijving in boekjaar (op nog lopende obligaties) € 123.705 € 98.459 € 98.455 € 94.271 € 93.794 7 Cumulatieve afschrijving tot en met boekjaar € 984.590 € 1.083.049 € 1.131.288 € 1.219.244 € 733.782 8 = 6 + 7

Boekwaarde 31 december € 11.493.818 € 11.395.359 € 9.522.354 € 9.028.433 € 7.714.639 = 5 - 8

Obligatieportefeuille, rente over 2019 2020 2021 2022 2023

Aan het jaar toegerekende rente € 823.784 € 620.363 € 575.773 € 523.133 € 500.251 10 Gerealiseerd koersresultaat 11 Afschrijving in boekjaar -€ 123.705 -€ 98.459 -€ 98.455 -€ 94.271 -€ 93.794 12 Beheersprovisie -€ 34.291 -€ 28.135 -€ 26.079 -€ 23.567 -€ 21.116 13 14 = 10 + 11 Netto rendement over boekjaar € 665.788 € 493.769 € 451.240 € 405.295 € 385.341 + 12 + 13

Jaarrendement op de obligatieportefeuille 4,53% 4,14% 4,10% 4,12% 4,29%

Het bovenstaande percentuele rendement van de obligatieportefeuille is uitgedrukt als het "Netto rendement over boekjaar" gedeeld door de "gemiddelde aankoopwaardewaarde" van de portefeuille van het betreffende boekjaar (na afschrijving)

Financieringspositie De meerjarige geprognosticeerde financieringspositie geeft het volgende beeld:

Financieringspositie R2018 B2019 B2020 B2021 B2022 B2023 Vaste activa 99.997.300 107.355.400 115.394.900 115.226.100 113.658.700 112.252.600 Grondexploitatie 203.800 -529.200 -510.600 894.900 575.200 2.149.700 Totaal vaste activa 100.201.100 106.826.200 114.884.300 116.121.000 114.233.900 114.402.300

Eigen vermogen 57.196.900 48.514.500 45.590.600 44.261.900 42.996.000 41.777.500 Voorzieningen 10.706.300 9.837.100 8.393.200 7.134.300 6.064.700 5.049.500 Vreemd vermogen 28.599.500 46.403.700 59.043.400 62.682.400 63.320.700 65.958.300 Totaal Vermogen 96.502.700 104.755.300 113.027.200 114.078.600 112.381.400 112.785.300

Financieringstekort 3.698.400 2.070.900 1.857.100 2.042.400 1.852.500 1.617.000

In de uitvoering van de treasuryfunctie streven wij ernaar om vaste activa langlopend te financieren en vlottende activa met kortlopende middelen te financieren.

Schatkistbankieren Per 1 januari 2014 is het verplicht Schatkistbankieren ingevoerd. Hierdoor zijn alle decentrale overheden verplicht om hun (tijdelijk) overtollige liquide middelen aan te houden in de rijksschatkist. Hierdoor hoeft het Rijk minder geld te lenen op de financiële markten en daalt de staatsschuld. Een ander gevolg van schatkistbankieren is een vermindering van de beleggingsrisico’s waaraan decentrale overheden kunnen worden blootgesteld.

Contracten en beleggingen die zijn aangegaan vóór 4 juni 2012 vallen nog onder de oude regels. Deze bepaling is van toepassing op onze obligatieportefeuille die is opgebouwd op basis van de ontvangen Essentgelden. Wanneer de obligaties expireren dan zullen de hieruit vrijkomende middelen wel weer onder het regime van het verplicht Schatkistbankieren vallen.

90

Het is toegestaan om een relatief klein bedrag aan overtollige middelen buiten de schatkist te houden. De hoogte van het drempelbedrag is gelijk aan 0,75% van de jaarlijkse begrotingsomvang. Opgemerkt wordt dat de gemeente de mogelijkheid behoudt om leningen te verstrekken en uitzettingen te verrichten uit hoofde van de publieke taak. Daarnaast blijft de mogelijkheid bestaan om overtollige middelen uit te lenen aan andere decentrale overheden.

Ontwikkeling EMU-saldo Sinds 1999 bestaat de Economische en Monetaire Unie (EMU). Formeel zijn alle 28 lidstaten van de EU ook lid van de EMU. Zij voeren een gemeenschappelijk monetair beleid. Ter beheersing van het financieringstekort hebben de landen in de Eurozone afgesproken dat dit tekort niet meer mag bedragen dan 3% van het Bruto Binnenlands Product. Het tekort wordt per land bepaald aan de hand van het zogenaamde EMU-saldo.

Het EMU-saldo bij het Rijk is een saldo op kasbasis. Dit wil zeggen dat het saldo wordt bepaald aan de hand van de werkelijke inkomsten en uitgaven. Ter bepaling van het landelijke EMU-saldo wordt van alle overheidsinstellingen het EMU-saldo bepaald. Ook van de gemeenten wordt verwacht dat zij hun bijdrage leveren in de beheersing van het saldo. Omdat gemeenten geen kasstelsel hanteren maar het stelsel van baten en lasten dient het EMU-saldo berekend te worden. Het exploitatiesaldo dient gecorrigeerd te worden voor de baten en lasten die geen invloed hebben op de kasstromen (zoals bijvoorbeeld de afschrijvingen en de toevoegingen aan voorzieningen). Met het oog op een betere raming en beheersing van het EMU-saldo is in het nieuwe BBV voorgeschreven om ook een geprognosticeerde balans op te nemen in de voorliggende begroting.

Verkorte balans ultimo jaar Activa R2017 R2018 B2019 B2020 B2021 B2022 B2023 Vaste activa Immateriële vaste activa 1.317.500 1.167.900 1.173.600 1.045.000 916.300 791.900 667.900 Materiële vaste activa 66.879.200 76.089.800 90.452.400 98.666.100 100.446.900 99.450.800 99.436.700 Financiële vaste activa 27.379.200 22.739.600 15.729.400 15.683.800 13.862.900 13.416.000 12.148.000 Totaal vaste activa 95.575.900 99.997.300 107.355.400 115.394.900 115.226.100 113.658.700 112.252.600

Vlottende activa Voorraden 1.346.400 203.800 -529.200 -510.600 894.900 575.200 2.149.700 Uitzettingen < 1 jaar 7.200.600 7.670.000 7.609.200 7.609.200 7.609.200 7.609.200 7.609.200 Liquide middelen 56.500 47.700 52.100 52.100 52.100 52.100 52.100 Overlopende activa 5.304.400 3.308.600 4.796.300 4.796.300 4.796.300 4.796.300 4.796.300 Totaal vlottende activa 13.907.900 11.230.100 11.928.400 11.947.000 13.352.500 13.032.800 14.607.300

Totaal activa 109.483.800 111.227.400 119.283.800 127.341.900 128.578.600 126.691.500 126.859.900

Verkorte balans ultimo jaar Passiva R 2017 R2018 B2019 B2020 B2021 B2022 B2023 Vaste passiva Eigen vermogen 57.730.000 57.196.900 48.514.500 45.590.600 44.261.900 42.996.000 41.777.500 Voorzieningen 10.842.900 10.706.300 9.837.100 8.393.200 7.134.300 6.064.700 5.049.500 Vaste schulden > 1 jaar 20.491.700 28.599.500 46.403.700 59.043.400 62.682.400 63.320.700 65.958.300 Totaal vaste passiva 89.064.600 96.502.700 104.755.300 113.027.200 114.078.600 112.381.400 112.785.300

Vlottende passiva Vlottende schulden < 1 jaar 17.587.400 12.868.300 10.563.900 10.563.900 10.593.600 10.563.900 10.563.900 Overlopende passiva 2.831.800 1.856.400 3.964.600 3.750.800 3.906.400 3.746.200 3.510.700 Totaal vlottende passiva 20.419.200 14.724.700 14.528.500 14.314.700 14.500.000 14.310.100 14.074.600

Totaal passiva 109.483.800 111.227.400 119.283.800 127.341.900 128.578.600 126.691.500 126.859.900

Financieringstekort 7.857.700 3.698.400 2.070.900 1.857.100 2.042.400 1.852.500 1.617.000

91

Onderstaand is het geraamde EMU-saldo voor de periode 2019-2023 opgenomen:

EMU saldo 2019 2020 2021 2022 2023 1. Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking 3.614.014 1.928.136 1.320.148 1.265.873 1.218.538 uit reserves (zie BBV, artikel 17c) 2. Mutatie (im)materiële vaste activa 14.368.300 8.085.100 1.652.100 -1.120.500 -138.100 3. Mutatie voorzieningen -869.200 -1.443.900 -1.258.900 -1.069.600 -1.015.200 4. Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) -733.000 18.600 1.405.500 -319.700 1.574.500 5. Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en 0 0 0 0 0 verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa Berekend EMU-saldo -10.890.486 -7.619.464 -2.996.352 1.636.473 -1.233.062

Er is (nog) geen sprake van een individuele EMU-referentiewaarde per gemeente. De bovenstaande berekeningen geven enkel een indicatie van het aandeel dat onze gemeente heeft in de gezamenlijke tekortnorm (3% van het Bruto Binnenlands Product op landelijk niveau).

Rentetoerekening Vanwege de behoefte aan inzicht in de kosten op de taakvelden en de behoefte om de wijze van verantwoorden van rente in de begroting en jaarstukken te harmoniseren, is het verplicht om vanaf de begroting 2017 de rentekosten aan de desbetreffende taakvelden toe te rekenen met behulp van een (rente-)omslag. Door het eenduidig toerekenen van rente aan taakvelden kunnen gemeenten ook beter onderling worden vergeleken. Om te voldoen aan het voorschrift om inzicht te geven in de rentelasten, het renteresultaat en de wijze waarop rente wordt toegerekend aan investeringen, grondexploitaties en projecten volgt onderstaand het renteschema.

Renteschema 2020 1 De externe rentelasten over de korte en lange financiering € 788.762 2 De externe rentebaten over de korte en lange financiering € 678.585 3 Saldo rentelasten en rentebaten (saldo 1-2) € 110.177 4 De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend € 8.500 De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet 5 worden toegerekend € - De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke € 49.722 6 lening voor is aangetrokken (= projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend 7 Aan taakvelden toe te rekenen externe rente (saldo 3-4-5-6) € 51.954 8 Rente over eigen vermogen € - 9 Rente over voorzieningen € - 10 Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente (saldo 7+8+9) € 51.954 11 De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) € - 12 Renteresultaat op het taakveld Treasury (saldo 10-11) € 51.954 Omslagpercentage 0,049%

Het bij de begroting (voor)gecalculeerde omslagrentepercentage (0,049% volgens bovenstaande opstelling) mag binnen een marge van 0,5% worden afgerond (Commissie BBV). Mede in overleg met de toezichthouder (Provincie) wordt in 2020 een renteomslagpercentage van 0% gehanteerd. Bij riolering wordt een rentepercentage van 3% aangehouden.

92

5.5 Bedrijfsvoering

Organisatieontwikkeling- algemeen In de Kadernota 2020 is aangegeven wat de grondslag, de historie en de context is van de huidige organisatie-ontwikkeling. In januari 2019 is de ambtelijke organisatie in de nieuwe organisatiestructuur van start gegaan. Dit was een belangrijke stap in de ontwikkeling van de gemeentelijke organisatie, maar feitelijk een tussenstap. Vanaf dat moment wordt verder geïnvesteerd in de zaken die in de strategische visie zijn aangehaald: verdere verbetering van de dienstverlening en van onze ondersteuning van het politiek-bestuurlijk besluitvormingsproces, en daarnaast participatie als vanzelfsprekend onderdeel van onze werkwijze. Dit raakt aspecten als leiderschap, teamontwikkeling en procesmatig denken en werken: een proces van meerdere jaren dat in 2019 in gang is gezet en ook in 2020 en volgende jaren door zal lopen.

Voor het coachend leiderschap en de vanzelfsprekende samenwerking met burgers is een Management Development-traject opgestart. De gewenste lijnen voor gezamenlijke teamontwikkeling worden door het management uitgezet en samen met de teamleden (medewerkers) verder uitgewerkt. Ook krijgt de individuele ontwikkeling van medewerkers alle aandacht. In 2020 krijgt dit traject – ontwikkeling van het MT, de teams en de individuele medewerkers – een vervolg. Het traject wordt begeleid door een externe adviseur en kent ook aspecten als extra opleiding/coaching (buiten de reguliere opleidingen om) en gezamenlijke bijeenkomsten en workshops. De kosten voor de organisatieontwikkeling worden gedekt uit het opleidingsbudget.

Een andere belangrijke ontwikkeling is de versterking van het procesmatig denken en werken. De herijking en inrichting van processen komt voort vanuit onze intrinsieke motivatie om te streven naar verdere professionalisering van onze dienstverlening: we willen de dienstverlening daarmee naar een hoger niveau tillen. Daarnaast zijn er ook externe ontwikkelingen die ons hiertoe brengen. Denk daarbij aan de vereisten in het kader van informatiebeveiliging en privacy, maar ook de invoering van zaakgericht werken. Om zaken rondom procesmatig werken integraal op te pakken, wordt voor een projectmatige aanpak gekozen. In het programma Zaakgericht Werken Plus (ZGW+) worden alle projecten ondergebracht die hier een relatie mee hebben.

Project Grondslag Zaakgericht werken (ZGW) Organisatie ontwikkeling Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) Wettelijk - Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) Proces optimalisatie Organisatie ontwikkeling Informatie beveiliging (IB) Normen - NEN/ISO 27000 en Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) Grondslag projecten 2019 gemeente Maasgouw

Bij deze procesmatige aanpak wordt niet alleen gekeken naar de wettelijke vereisten en normen maar ook naar gebruikersgemak, verspilling (LEAN) en afstemming binnen de keten. De doelstelling is om hiermee minder soepel lopende processen of processen waarbij rollen, verantwoordelijkheden en resultaten niet duidelijk zijn, door procesbeschrijvingen en werkinstructies helder en afgestemd te krijgen. Dit zal tevens een grote factor zijn in de acceptatie bij de medewerkers om van activiteitgericht werken naar zaakgericht werken te gaan werken: ieders toegevoegde waarde in de werkprocessen wordt veel helderder.

In het programma ZGW+ zal projectbeheersing, planning en communicatie grote aandacht krijgen. Het programma ZGW+ als zodanig vraagt wel capaciteit, maar geen ‘out-of-pocket’-kosten. De deelprojecten vragen wel budget, maar die worden gedekt vanuit deze deelprojecten zélf. Deze budgetten zijn al beschikbaar.

93

Om al deze ontwikkelingen in samenhang met elkaar uit te voeren én om de resultaten er van meetbaar te maken, werken we met het Overheids Ontwikkel Model (OOM). Dit is het kwaliteitsmodel van INK (Instituut Nederlandse Kwaliteit), maar dan toegesneden op de lokale overheid. Nadat we in de 2e helft van 2019 een zogenaamde 0-meting hebben gedaan, gebruiken we dit model in 2020 en volgende jaren om onze vooruitgang in kwaliteit zichtbaar te maken. De begeleiding van dit OOM is in handen van een extern bureau. De kosten 2020 van het OOM worden gedekt uit beschikbaar organisatieontwikkelingsbudget.

Personeel & Organisatie

 CAO 2019-2020 Er is tussen het College voor Arbeidszaken (CvA) namens de gemeenten en de vertegenwoordigers van de bonden van overheidspersoneel een akkoord bereikt over een nieuwe Cao gemeenten over de periode 1 januari 2019 - 1 januari 2021. Het principeakkoord bevat op hoofdlijnen afspraken over: - De salarisontwikkeling: 3,25% in 2019 en 3% in 2020 - Een eenmalige uitkering van €750 in 2019 - De ontwikkeling van sectorale normen voor verlof en vitaliteit - Voorkomen van stapeling van de transitievergoeding op bestaande cao-afspraken - Een werkgeversbijdrage voor de vakbonden - Een onderzoek naar de effecten van de in de cao opgenomen payroll-toeslag - Procesafspraken bij de inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) en de Cao Gemeenten op 1 januari 2020

Salarisontwikkeling De salarisontwikkeling ziet er als volgt uit: Datum Salarisontwikkeling 1 oktober 2019 Stijging 3,25% 1 januari 2020 Stijging 1% 1 juli 2020 Stijging 1% 1 oktober 2020 Stijging 1%

Onderstaand overzicht geeft inzicht in de financiële consequenties van het akkoord: Bedragen x € 1.000 2020 2021 e.v. Maasgouw 468 576

De financiële gevolgen van de CAO zijn vertaald in deze begroting 2020 en de meerjarenraming 2021-2023. De cao-aanpassing leidt ook mogelijk tot een hogere bijdrage aan verbonden partijen waarvoor de cao-gemeenten van toepassing is. Deze zullen via dan via een begrotingswijziging en het reguliere zienswijzetraject aan de raad worden voorgelegd.

 Tijdelijk personeel In de Programmabegroting 2019 is de post tijdelijk personeel structureel gekoppeld aan de loonsom op basis van landelijke kengetallen van de Personeelsmonitor gemeenten (van het A+O- fonds Gemeenten). Er is een verhouding van 5% overeengekomen om knelpunten en pieken te ondervangen en in vervangingscapaciteit bij (langdurige) ziekte te voorzien. Door toename van de loonsom ingevolge de CAO groeit het budget tijdelijk personeel in relatieve verhouding met 5% mee. Voor 2020 resulteert dit in een verhoging van € 23.400 en vanaf 2021 € 28.800.

94

 Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) in werking vanaf 2020 Vanaf 2020 treedt de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) in werking. De wet regelt dat voor de meeste ambtenaren vanaf 2020 het private arbeidsrecht geldt. Dat betekent dat de huidige eenzijdige aanstelling verdwijnt. Daar komt een arbeidsovereenkomst voor in de plaats, net als werknemers in het bedrijfsleven die hebben.

De veranderingen op een rij: - De eenzijdige aanstelling wordt een arbeidsovereenkomst - het Burgerlijk Wetboek en de Wet op de cao gaan gelden - cao’s komen in plaats van rechtspositieregelingen - de rechtsbescherming blijft ook, maar is anders geregeld - de Ambtenarenwet en de ambtelijke status blijven, het integriteitsbeleid blijft ook

Medewerkers hebben en houden gewoon rechtsbescherming, alleen zal die straks anders zijn geregeld. Loopt het in het werk bijvoorbeeld niet goed en komen werkgever en werknemer er samen niet uit, dan kan er om een onafhankelijk oordeel worden gevraagd bij de kantonrechter. Ontslaan is alleen mogelijk als daar een redelijke grond voor is én meestal alleen via het UWV of de kantonrechter. Die moet vooraf toestemming geven, dat is nieuw. De gronden voor ontslag blijven nagenoeg hetzelfde.

De manier waarop collectieve arbeidsvoorwaarden tot stand komen, wijzigt. De Wet op de cao wordt van toepassing en de cao gaat meteen gelden. De huidige rechtspositieregeling wordt in 2020 ‘omgezet’ in een collectieve arbeidsovereenkomst (cao). De VNG heeft inmiddels een principeakkoord met partijen over de cao Gemeenten. Uitgangspunt is dat de rechtspositie inhoudelijk dezelfde blijft als nu het geval is.

Het salaris, de vakantie-uren en de andere arbeidsvoorwaarden veranderen ook niet door de nieuwe wet. Deze kunnen wel veranderen door cao-afspraken tussen werkgevers en vakbonden. Dit is nu ook al zo.

Wat niet verandert is de bijzondere status: medewerkers bij de gemeente zijn en blijven ambtenaar en werken voor het publieke belang. Het Burgerlijk Wetboek gaat gelden, maar de Ambtenarenwet blijft en het integriteitsbeleid geldt straks nog steeds. Medewerkers mogen bijvoorbeeld ook nog steeds niet zomaar geschenken aannemen. Door de nieuwe wet komen er ook ambtenaren bij. Dit komt door de definitie van ‘overheidswerkgever en ‘ambtenaar’ in de nieuwe Ambtenarenwet.

De implementatie van de Wnra gebeurt samen met de 3 andere MER-organisaties in projectverband.

 ARBO/Veilige Publieke taak Op 1 juli 2017 is de nieuwe ARBO-wet van kracht geworden. Deze wet is een ‘kaderwet’. Dat betekent dat er geen concrete regels in staan. Die zijn verder uitgewerkt in het Arbobesluit en de Arboregeling. Kort samengevat moet de werkgever zorgen voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. Enkele concrete vereisten zijn: verantwoorde werkplekken, het hebben van een bedrijfsarts, het instellen van de functie Preventiemedewerker, het hebben van een BHV- organisatie en het periodiek (laten) uitvoeren van een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E). Een dergelijke RI&E is uitgevoerd bij de ingebruikname van het verbouwde gemeentehuis in Maasbracht. Daarbij zijn enkele aandachtspunten aan het licht gekomen, die volgens een plan van aanpak worden opgepakt. Soms brengt het oplossen van een knelpunt kosten met zich mee. De kosten die eventuele oplossingen in 2020 met zich meebrengen, zullen worden verantwoord in de Prorap.

95

De ARBO-wet geeft ook aan dat er een ARBO-beleidsplan moet zijn. Hier wordt in samenwerking met de andere MER-organisaties aan gewerkt. De verwachting is dat in de eerste helft van 2020 dit nieuwe ARBO-beleidsplan de besluitvorming kan doorlopen. De ARBO-beleidsplan op zichzelf brengt geen kosten met zich mee. Eventuele uitvoeringsconsequenties mogelijk wel, maar dat is nu nog onduidelijk. Wat betreft het aspect Veilige Publieke Taak is er aandacht voor veilige werkomstandigheden voor medewerkers (zie ook het IVP). Voor Maasgouw wordt daar aandacht aan besteed d.m.v. training aan frontoffice-medewerkers, het trainen en paraat hebben van een interventieteam en zorgen voor extra beveiliging in de zogenaamde ‘randuren’. De kosten voor de trainingen komen uit het reguliere opleidingsbudget. De kosten voor de beveiliging bedragen structureel € 20.000 op jaarbasis.

 Evaluatie harmonisatie arbeidsvoorwaarden In de MER-samenwerking zijn de arbeidsvoorwaarden voor medewerkers geharmoniseerd. Vanwege het feit dat zittende medewerkers hun bestaande rechten behouden, lopen in de praktijk de arbeidsvoorwaarden nog uiteen. De geharmoniseerde arbeidsvoorwaarden gelden vooral voor nieuwe medewerkers. Voor zittende medewerkers zijn enkele aspecten ervan pas na een aantal jaren écht geharmoniseerd, bijvoorbeeld door een aantal jaren overgangsrecht. Met de medezeggenschap is afgesproken om de harmonisatie te evalueren. Dit gebeurt in de 2e helft van 2019. Het is afhankelijk van de uitkomst van de evaluatie harmonisatie arbeidsvoorwaarden of eventuele bijstelling nog kosten voor 2020 e.v. met zich meebrengt.

 Duurzame inzetbaarheid van medewerkers In samenwerking met alle MER-organisaties is door het team HR van het SC-MER geïnventariseerd welke instrumenten er beschikbaar zijn voor duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Het gaat dan om instrumenten voor álle medewerkers in álle leeftijdscategorieën en in verschillende stadia van hun loopbaan. Denk daarbij aan loopbaanontwikkeling (binnen of buiten de eigen functie), fysieke of psychische gezondheid en arbeidsvoorwaarden (plaats- en tijdonafhankelijk werken, maar ook vormen van verlof). Voor de medewerkers die 60 jaar en ouder zijn, heeft de gemeente Maasgouw geen generieke regeling (ook wel bekend onder de term ‘Generatiepact’), maar er zijn wel maatwerkafspraken mogelijk. Binnen dat kader kunnen medewerkers met hun leidinggevende de mogelijkheden bespreken om minder te gaan werken (d.m.v. onbetaald verlof) of om eerder stoppen met werken. In 2019 zijn meerdere maatwerkafspraken gemaakt. Deze zijn ook in 2020 en volgende jaren te verwachten, gezien de leeftijdsopbouw van het ambtelijk apparaat. Hiervoor zijn middelen beschikbaar in de Reserve Voormalig Personeel. Op dit moment bevat de Reserve voormalig personeel – naar verwachting – nog voldoende middelen om maatwerkafspraken in 2020 te kunnen honoreren.

 Evaluatie functieboek/formatieplan – strategische personeelsplanning Op 1 januari 2019 is de reorganisatie geëffectueerd: daarvoor is een nieuw functieboek opgesteld met een bijbehorend formatieplan. Een deel van de medewerkers is opnieuw ‘geplaatst’, soms op nieuwe, soms op gewijzigde functies. Een ander deel van de medewerkers heeft een ongewijzigde functie en is volgens het principe ‘mens volg werk’ geplaatst. Na 1 januari 2019 zijn diverse vacante functies opgevuld met nieuwe medewerkers. Bij de reorganisatie is afgesproken, om het nieuwe functieboek en formatieplan in 2020 te evalueren. Er wordt dan gekeken of datgene wat op ‘de tekentafel’ is bedacht, ook in de praktijk zo uitwerkt. Als dat niet zo is, vinden er aanpassingen plaats. Structurele aanpassingen kunnen ook het gevolg zijn van extra taken of ambities die pas in de loop van 2019 en 2020 duidelijk zijn geworden. Daarnaast wordt in 2020 een aanzet gezet om te komen tot een strategische personeelsplanning. Deze is er met name op gericht om scherp in beeld te

96

hebben hoe we de uitstroom van collega’s die met pensioen gaan – naar verwachting ruim 20 in de komende 4 jaar – het beste kunnen opvangen. Ook zal de strategische personeelsplanning en het aangepaste functieboek/formatieplan in relatie gebracht worden met de restant taakstelling in 2021. Op basis van alle voortschrijdende inzichten wordt – ook in een formeel traject met de medezeggenschap – het functieboek en formatieplan aangepast. Het laat zich nu nog niet voorspellen of dit ook financiële effecten gaat hebben. Mochten er financiële effecten uit evaluatie van het functieboek/formatieplan voortvloeien, dan zullen die in een van de Proraps gemeld worden. In ieder geval wordt geprobeerd om de evaluatie zodanig tijdig af te ronden, dat de structurele effecten vanaf 2021 meegenomen kunnen worden in de Programmabegroting van 2021 e.v..

 Herverdeling salariskosten over taakvelden In de begroting is een verdeling van de salariskosten over de taakvelden opgenomen. Per 1 januari 2019 is er een nieuwe organisatiestructuur ingevoerd. Als gevolg hiervan heeft er een actualisatie van de toerekening van de salariskosten aan de taakvelden plaatsgevonden. Hierdoor ontstaan (onderlinge) verschillen op de diverse taakvelden tussen de raming 2019 en 2020.

 Structurele keuze systematiek salarisbegroting In de Kadernota is aangegeven dat de mogelijkheid onderzocht wordt, of de systematiek van de personele (salaris-)begroting aanpassing behoeft. Op dit moment worden de salariskosten begroot o.b.v. de werkelijke inschalingen van medewerkers. Er zijn ook gemeenten die als systematiek gebruiken: formatie maal het maximum van de functieschaal. Voordeel van deze laatste systematiek is dat deze eenvoudiger is en ook kaderstellend gebruikt kan worden. Nadeel is, dat er grote verschillen kunnen ontstaan tussen de werkelijke kosten en begrote kosten, vooral vanwege salarisrechten uit het verleden. Deze verschillen zijn voor het management niet beïnvloedbaar. Als we daarbij ook meewegen dat we in 2020 en 2021 nog een taakstelling op personeel moeten realiseren en dat de krapte op de arbeidsmarkt het niet altijd mogelijk maakt om scherpe salarisonderhandelingen te voeren, wordt duidelijk dat het overstappen van de ene systematiek naar de andere geen eenvoudige operatie is. Het vraagt meer tijd om de structurele effecten goed in beeld te brengen. Daarvoor is – in samenhang met de evaluatie van het functieboek en formatieplan (zie hiervóór) – het opstellen van een strategische personeelsplanning van belang. Dit staat voor 2020 op de rol. Het is dus nog te vroeg om al een definitieve keuze in systematiek te maken. De personeelskostenbegroting 2020 is nog op de huidige systematiek (werkelijke inschaling) gebaseerd.

 Opleidingsbudget In de personeelsbegroting tot nu toe bedraagt het onderdeel opleidingsbudget krap € 89.000. Dit is ongeveer 1,1% van de loonsom in Maasgouw. De meest recente Personeelsmonitor (2018) van het A&O Fonds Gemeenten geeft aan, dat het gemiddelde percentage dat gemeenten uitgeven aan opleidingen 1,8% van de loonsom is. Het opleidingsbudget van Maasgouw zit dus fors onder het landelijk gemiddelde. Daar komt bij, dat wij een eigen buitendienst hebben waarin een groot aantal gedetacheerden werken. Hun salaris zit niet begrepen in onze ‘loonsom’, maar ook voor deze groep medewerkers verzorgt de gemeente Maasgouw soms (groeps-)opleidingen. Al betreft het hier vaak kleinere bedragen dan voor eigen medewerkers, omdat de eigen werkgever van de gedetacheerden in eerste instantie verantwoordelijk is voor de opleidingen. Om deze reden wordt voorgesteld om het opleidingsbudget in totaal te normeren op het landelijk gemiddelde, dus 1,8% van de loonsom. Voor 2020 betekent dit: 1,8% van de loonsom 2020 ambtelijk apparaat excl. college en raad (ruim € 7,8 mln) is € 140.700. Een ophoging van het opleidingsbudget van € 51.800 structureel.

97

Op deze manier wordt het opleidingsbudget jaarlijks automatisch gerelateerd aan de loonsom en is er ook voldoende ruimte en flexibiliteit voor extra opleiding of ontwikkeling, bijvoorbeeld in het kader van de organisatieontwikkeling en voor beperkte uitgaven voor (groeps-)opleidingen van gedetacheerden. Voor deze aspecten is dan geen aparte budgetaanvraag meer nodig. Alleen voor heel specifieke projecten (bijvoorbeeld op het gebied van ICT of Privacy) kan mogelijk extra opleidingsbudget aan de orde zijn.

 Personele taakstelling In de programmabegroting 2018 is opgenomen dat het ambtelijk apparaat van Maasgouw op onderdelen opnieuw moest worden ingericht. Het betrof destijds functies die tijdelijk waren ingevuld voor de lokale aansturing/monitoring van de 3 decentralisaties, die structureel geformaliseerd moesten worden. De kosten voor de hiervoor benodigde formatie-uitbreiding bedroegen € 543.000. Omdat er gelijktijdig sprake was van overgang van personeel in het kader van overheveling van uitvoerende taken (naar SC-MER), is aangegeven dat de kleinere ‘moederorganisatie’ haar taken zodanig kon herschikken en efficiënter maken, dat er op termijn formatie vrijgespeeld kon worden, die inzetbaar zou zijn voor de nieuwe functies. De besparing die hieruit zou voortvloeien, was taakstellend becijferd op € 443.000. De resterende financiële claim van per saldo € 100.000 structureel is – conform raadsbesluit bij de begroting 2018 – gedekt uit het structurele overschot van het programma sociaal domein.

De onderstaande tabel komt uit de begroting 2018: Bedragen x €1.000 2018 2019 2020 2021 Nodig structureel (uitbreiding formatie) 543 543 543 543 Nodig incidenteel (begeleiding 100 100 organisatieontwikkeling) Dekking structureel (besparing -70 -70 -270 -443 formatie/taakstelling) Dekking uit SD -100 -100 -100 -100 Totale claim 473 473 173 0

Noot: Deze claim was destijds exclusief inhoudelijke formatie-uitbreiding op andere gebieden, zoals: - Ondersteuning bestuur - Privacy en Informatiebeveiliging (uit het programma Bestuur, samenwerking en dienstverlening): - CAO, Beheer openbare Ruimte en Basisregistratie Grootschalige Topografie, Beheer openbare ruimte inzet GBI- online. Deze zijn destijds in de begroting apart opgenomen en bij raadsbesluit ook gehonoreerd.

Het gaat in deze begroting 2020 om de realisatie van de taakstelling uit de jaren 2020 e.v. Deze taakstellings-bedragen zijn in de voorliggende personeelsbegroting verdisconteerd. Wel kan het zo zijn, dat uit de evaluatie van het functieboek/formatieplan en de bijbehorende strategische personeelsplanning ook een voorstel voortvloeit m.b.t. de uiteindelijke personele taakstelling.

Resumé personeel vanuit de inhoud In diverse programma’s wordt extra personele capaciteit gevraagd voor bestuurlijke speerpunten. De onderbouwing daarvan staat bij het betreffende programmaonderdeel. Voor de overzichtelijkheid is hieronder een tabel opgenomen waarin deze personele capaciteit is samengevat. 3.4.1 Extra capaciteit bijdrage vestigingsklimaat en € 15.000 in 2020 en 2021 werklocaties 3.4.2 Extra capaciteit ondernemerschap en initiatieven € 30.000 in 2020 en 2021 3.4.3 Extra capaciteit voor bijdrage aan toerisme en recreatie € 30.000 in 2020 en 2021 3.5.4 Social media en webcare (0,5 fte) € 30.000 structureel Daarnaast wordt ook nog capaciteit ingekocht voor bv. aanpak van armoede, sociaal wijkteam, combinatiefunctionaris.

98

Gegevensveiligheid

Gegevensveiligheid is de verzamelnaam van informatiebeveiliging en privacy (AVG). Beide terreinen hebben de nodige raakvlakken, zelfs overlap. Maar er zijn ook gebieden die tot één van de twee werkvelden behoren. Onderstaande figuur geeft dat grafisch weer.

Informatiemanagement

Gegevensveiligheid

Informatiebeveiliging

Begin 2017 is door de drie colleges van de MER-gemeenten en het Dagelijks Bestuur SC MER opdracht gegeven om een nieuw gezamenlijk informatiebeveiligingsbeleid te ontwikkelen. Daarbij zijn twee randvoorwaarden meegegeven: zorg voor ruimte voor eigen identiteit en hanteer de Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (BIG) als normenkader. Voor de uitvoering van de opdracht is een projectgroep opgericht bestaande uit de CISO’s (Chief Information Security Officer) van de vier MER-organisaties. In gezamenlijkheid is het informatiebeveiligingsbeleid opgesteld dat de afgelopen tweeënhalf jaar ( Q1 2017 – Q3 2019) is ingezet binnen de vier organisaties.

In de afgelopen periode is intern veel gebeurd. Als successen noemen we: - dat we alle externe controlemomenten - op het gebied van informatiebeveiliging - vanuit de wettelijke grondslag hebben behaald - dat medewerkers steeds beter in hun rol zijn gegroeid - dat de noemenswaardige incidenten – hoewel ad-hoc - op een adequate manier zijn opgepakt. Wel is geconstateerd dat er vanuit een taakgerichte, ad-hoc benadering gehandeld wordt. Proactief risicomanagement wordt nog onvoldoende toegepast; dit bemoeilijkt het ‘wapenen’ tegen eventuele incidenten. Daarbij is, door onder andere de IT auditor, geconstateerd dat we de PDCA cyclus

99

(kwaliteitscirkel van Deming ) niet altijd volledig doorlopen. Dit is wel noodzakelijk willen we een ‘in control’ zijnde systeemgerichte organisatie zijn. Met het opnemen van informatiebeveiliging in de Planning & Control cyclus is een grote stap gemaakt op weg naar een ‘in control’ zijnde informatiebeveiligingsorganisatie. Uit de voorbije periode blijkt dat het tijd vergt om (door) te ontwikkelen tot een systeemgerichte ‘in control’ zijnde informatiebeveiligingsorganisatie. Maar de ingezette koers, de bewustzijn-vergroting van medewerkers en de aandacht voor het onderwerp dragen bij aan de volwassenheidsgroei op het gebied van gegevensveiligheid (informatiebeveiliging en privacy / AVG). De in 2020 van kracht gaande Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO), de opvolger van de BIG, helpt ons bij de doorontwikkeling en professionalisering van de informatiebeveiliging. Het grote verschil tussen beide is dat de BIO (nog) meer de nadruk legt op risicomanagement en het proactief handelen op basis van de risico’s. Met de aanstaande komst van de BIO heeft 2019 dan ook in het teken gestaan van het opstellen van het nieuw strategisch informatiebeveiligingsbeleid (2019-2023). Op basis van dit strategisch beleid zal in 2020 nader invulling worden gegeven aan het tactisch en operationeel beleid. Daarbij zal 2020 in het teken staan van de verdere ontwikkeling van het collectieve bewustzijn Informatiebeveiliging, het uitvoeren van een nulmeting, het uitvoeren van de BIO risicoanalyse, het versterken van het netwerk (verbinding) en het ENSIA verantwoordingstraject.

Privacy Doel van de werkzaamheden op privacy-gebied is, om te voldoen aan de VNG kwaliteitscyclus voor processen gegevensbescherming en privacy. De 7 onderdelen daarvan dekken in gezamenlijkheid alle aspecten van gegevensbescherming.

Bij de uitwerking gaan we concrete handvatten bieden om een goede omgang met persoonsgegevens in de gehele organisatie te waarborgen. De 7 onderdelen hebben onderlinge samenhang, er is geen volgorde. De samenhang tussen de criteria is dat het ene criterium niet geborgd kan worden als een criterium van een ander onderwerp niet waargemaakt is. Alle criteria samen beschrijven de ‘geborgde situatie’. Kosten ter verbetering van reguliere werkprocessen en proces ondersteunende (ICT-) systemen (privacyproof maken) dragen de proceseigenaren zelf. Deze kosten worden dan ook niet gedekt vanuit het privacy-budget, maar worden via de teambudgetten gefinancierd. De 7 onderdelen betreffen: 1. Beleid: een kader met hoe we met persoonsgegevens omgaan, welke maatregelen we treffen om te voldoen aan de wet- en regelgeving. 2. Processen: Een verwerkingsregister met (gezamenlijke) verantwoordelijkheid. Deze voldoet aan de AVG beginselen: behoorlijkheid, transparantie, doelbinding, dataminimalisatie, opslagbeperking, juistheid, integriteit en vertrouwelijkheid. Processen om aan de verplichtingen en rechten uit de AVG te voldoen zoals privacy-risico’s en gegevensbeschermingseffect-beoordeling (DPIA) uit te voeren. 3. Organisatorische inbedding: eenieder is op de hoogte van de beginselen van de AVG en het belang van privacy. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn toegewezen. 4. Rechten van betrokkenen: actief als passief informeren over verwerkingen. Betrokkenen zijn in staat om controle te hebben over hun persoonsgegevens. 5. Samenwerking: op meerdere beleidsterreinen met (mede) overheden en private organisaties Partijen zijn afspraken gemaakt over: ontvangen, verzenden, opslaan en inzien van persoonsgegevens. 6. Beveiliging: n.a.v. het algemene behoorlijkheidsbeginsel, het integriteitsbeginsel en het vertrouwelijkheidsbeginsel zijn door de verwerkingsverantwoordelijke en verwerker passende technische en organisatorische maatregelen genomen ter beveiliging van persoonsgegevens. Incidenten, onder omstandigheden, melden we aan de AP en/of de betrokkene(n). 7. Verantwoording: we kunnen aantonen dat de verwerkingen voldoen aan de beginselen van de AVG (zie nr. 2).

100

Er is een plan van aanpak opgesteld waarin deze 7 punten zijn doorvertaald naar actiepunten voor Maasgouw. Een aantal van de acties op gebied van privacy vragen om middelen. Bij de begroting van 2019 heeft de raad € 75.000 incidenteel budget ter beschikking gesteld voor privacy. De acties die in 2019 in gang zijn gezet, lopen in 2020 nog door. Daarvoor is in het destijds toegekende budget nog voldoende ruimte en is geen aanvullend budget nodig.

Informatisering en automatisering (ICT) In de RIB 0725 zijn de structurele lokale ICT kosten voor de gemeente Maasgouw toegelicht. In de 1e ProRap 2019 zijn de financiële – structurele – effecten daarvan opgenomen. Deze hebben hun doorwerking in de begroting 2020 e.v. en zijn daar ook in opgenomen. Verdere uitbreiding van deze ICT-posten in 2020 zijn bij het opstellen van deze begroting niet bekend. Wel is het duidelijk, dat ICT- leveranciers jaarlijks hun producten indexeren. Deze indexering (op software) bedraagt 3%. Het oorspronkelijke ICT-budget van € 369.250 wordt met 3% opgehoogd tot € 380.500; een structurele kostenverhoging van € 11.250

Verzekeringen Alle gebouwen in Maasgouw zijn opnieuw getaxeerd, dit heeft tot gevolg dat de totale verzekerde sommen (o.b.v. herbouwwaarde) omhoog zijn gegaan, waardoor de premie stijgt. De totale meerkosten voor verzekeringen bedragen € 15.300 structureel

Rentekosten / opbrengsten structureel De samenstelling van de productenraming 2020-2023 betekent ook een volledige actualisatie van de investeringsstaat voor de berekening van de kapitaallasten en de toerekening daarvan aan de producten. Daarbij wordt ook jaarlijks de verwachte rentekosten en rentebaten geactualiseerd. Er is een berekening van de renteomslag gemaakt. Dit op basis van de te verwachten netto- rentebetalingen. Doordat de gemeente Maasgouw een redelijk lage schuldquote heeft en relatief hoge renteopbrengsten uit de obligatieportefeuille, komt de rente-omslagberekening uit op 0,049 % positief. Volgens de voorschriften kan dit percentage worden afgerond op 0,5 procentpunt. Voor de berekening van het rentepercentage voor 2020 is uitgegaan van 0%. De berekening van de rente- omslag 2020 is in de paragraaf Financiering (5.4) opgenomen.

De verwachting is dat de rentekosten vanaf het jaar 2021 gaan stijgen. Er is in 2019 een nieuwe langlopende geldlening aangetrokken ter financiering van activiteiten. Dit omdat we drie kwartalen achter elkaar onder de kasgeldlimiet zaten en dan verplicht zijn een langlopende lening aan te trekken.

De bijstellingen per jaar zijn in onderstaande tabel opgenomen.

Bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Actualisatie activagegevens en MIP 2022 46 4 2 -15 Rente taakveld Treasury 112 -36 -41 -27 Renteopbrengst obligatieportefeuille - - - -18 Totaal 158 -32 -39 -60

Onderuitputting kapitaallasten De verwachting is dat een aantal van de lopende projecten 2019 dit jaar niet (volledig) gerealiseerd worden. Een aantal projecten zullen eerst in 2020 afgerond worden.

Er is sprake van een incidenteel voordeel op kapitaallasten van € 128.700.

101

102

5.6 Verbonden partijen

5.6.1. Inleiding

De definitie van verbonden partijen is volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV): “Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft.” De gemeente Maasgouw heeft bestuurlijke en financiële belangen (zoals gemeen schappelijke regelingen en vennootschappen) in verschillende verbonden partijen.

 Bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht.  Financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

Deze verbonden partijen voeren beleid uit voor de gemeente. Maasgouw blijft beleidsmatige- en financiële verantwoordelijkheden houden voor deze partijen. Welke verantwoordelijkheden, voor welke partijen, geven we straks in een overzicht aan. Hierin zijn ook de budgetten te zien.

Het Coalitieakkoord bevat over bestuurlijke samenwerking onder meer de volgende passage: "Deze verbonden partijen fungeren als "verlengd lokaal bestuur" op grond van de Wet gemeen- schappelijke regelingen en voeren een aanzienlijk aantal gemeentelijke taken uit. De directe financiële bijdragen aan deze partijen omvat ongeveer 25 % van de uitgaven in de begroting van de gemeente Maasgouw. Daarom is het voor het gemeentebestuur van wezenlijk belang om grip te houden op de sturing en controle van deze verbonden partijen."

Als wordt gekeken naar de bijdrage van de gemeente aan verbonden partijen dan zijn het Service- centrum MER (Omgevingsdienst, Sociale Domein, Bedrijfsvoering), Westrom en de Veiligheidsregio de verbonden partijen die de grootste financiële bijdrage van de gemeente Maasgouw ontvangen. Daarna volgen Reinigingsdienst Maasland, Omnibuzz (doelgroepenvervoer) en BsGW (belastingen).

De verbonden partijen worden aangestuurd door een Algemeen en Dagelijks Bestuur waarin de gemeente Maasgouw wordt vertegenwoordigd door de leden van het college van B&W. Daarmee bevinden de collegeleden zich in een centrale positie om de verbonden partijen aan te sturen. Daarbij is de directe invloed het grootste in verbonden partijen die gevormd worden met een relatief klein aantal gemeenten (zoals Servicecentrum MER, Westrom en Reinigingsdienst Maasland) en is de invloed minder in verbonden partijen die gevormd worden door een groot aantal gemeenten (zoals Veiligheidsregio, Omnibuzz en BsGW).

Vooral bij de verbonden partijen met de grootste financiële bijdrage is het voor het college van B&W en de gemeenteraad nodig om met vaste regelmaat de kostenontwikkeling te monitoren en om bij te sturen op momenten dat dit kan.

Bij de sturing van verbonden partijen hebben het college van B&W en de gemeenteraad de volgende mogelijkheden (instrumenten):  gemeentelijke vertegenwoordiging in bestuur van verbonden partijen (i.c. collegeleden);  aanspreken van gemeentelijke vertegenwoordigers in besturen verbonden partijen (o.b.v. overleg in college- of commissievergaderingen);  vaststellen van beleidsplannen en uitvoeringsprogramma's van verbonden partijen;  indienen van zienswijze op (ontwerp) begrotingen van verbonden partijen.

103

Om deze mogelijkheden te kunnen benutten, blijft het nodig dat college van B&W en gemeenteraad optimaal worden geïnformeerd vanuit de verbonden partijen en blijft het nodig om de inzet van het bovengenoemde instrumentarium procesmatig te organiseren.

Daarnaast zijn er ook verschillende samenwerkingen op contractbasis met de omringende gemeenten. Deze zijn niet opgenomen in dit overzicht. In het overzicht zijn wel ‘deelnemingen’ opgenomen. In deelnemingen is het bestuurlijk belang beperkt tot het stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA). Het financieel belang is beperkt tot de aanschafprijs van de aandelen. De gemeente is bij deelnemingen aandeelhouder. In het kader van de uitoefening van de publieke taak is Maasgouw aandeelhouder in een aantal privaatrechtelijke ondernemingen. Deze ondernemingen worden gedreven in de vorm van een NV of BV. Een deelneming als belegging, is volgens de Wet FIDO niet toegestaan. Maar door aandelen te verkopen, hoger dan de boekwaarde (incidentele opbrengst) of jaarlijkse dividendinkomsten (structurele inkomsten), kan dit wel leiden tot inkomsten.

Als de gemeente verbindingen aangaat met andere rechtspersonen, komt dat altijd voort uit het publiek belang. Er zijn veel verbonden partijen met een eigen financiële en bestuurlijke betekenis. Als de raad hier inzicht in wil krijgen, moeten we de relatie tussen de verbonden partijen en het publiek belang in hoofdlijnen aangeven. Dat wordt in deze paragraaf beschreven.

Samenwerking met andere rechtspersonen kan op het gebied van gezamenlijke beleidsontwikkeling, als overlegplatform of voor uitvoerende taken. Voor de uitvoerende taken kunnen de andere rechtspersonen op hun beurt ook kiezen voor andere uitvoeringsorganisaties dan de verbonden partij. Voordat we een samenwerking aangaan of de samenwerking continueren met verbonden partijen, is het belangrijk om ons af te vragen of:  de taken door de verbonden partij doelmatig(er) uitgevoerd kunnen worden;  de verbonden partij bij de taakuitvoering dezelfde resultaten voor ogen heeft als de gemeente;  we inhoudelijk en financieel genoeg inzicht hebben in de taakuitvoering.

Volgens het BBV dienen de verbonden partijen onderverdeeld te worden in: a. gemeenschappelijke regelingen; b. vennootschappen en coöperaties; c. stichtingen en verenigingen; d. overige verbonden partijen.

Deze onderverdeling is in onderstaande tabel weergegeven. A. Gemeenschappelijke regelingen Servicecentrum Maasgouw / Echt-Susteren/Roerdalen (SC MER) Westrom Veiligheidsregio Limburg Noord (VRLN) Reinigingsdienst Maasland (RD Maasland) Omnibuzz Belasting samenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) Regionale Uitvoeringsdienst Limburg Noord (RUD LN) Maas-Schwalm-Nette B. VENNOOTSCHAPPEN EN COÖPERATIES Ontwikkelingsmaatschappij Midden Limburg (OML) NV Bank Nederlandse Gemeenten Enexis Holding NV (algemeen) CBL Vennootschap BV

104

Vordering op Enexis BV Verkoop Vennootschap BV CSV Amsterdam BV (voorheen: Claim Staat vennootschap BV) Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV WML NV C. STICHTINGEN EN VERENIGINGEN Stichting Ons Waardevol Cultuurlandschap Midden Limburg (Ons WCL) D. OVERIGE VERBONDEN PARTIJEN Samenwerking Midden Limburg (SML ) Keyport 2020 Euregio Rijn-Maas-Noord

5.6.2. Overzicht verbonden partijen

De verbonden partijen worden onderstaand individueel toegelicht.

A. GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN

Mogelijkheid geüniformeerde indexeringen In theorie zou uniformering kunnen als alle deelnemende gemeenten aan alle GR-en hiertoe bereid zouden zijn en dit mee zouden geven aan het DB van de GR als financieel beleidsuitgangspunt bij de op te stellen begroting. Het hanteren van een uniforme index is echter geen doel op zich en zal daarom op voorhand ook niet bepleit worden. Argumenten hiervoor:  De deelnemende gemeenten aan een GR hebben steeds een wisselende samenstelling. Daarom is het een moeilijke opgave om voor alle gemeenten waarmee wij in een GR participeren eenduidige afspraken te maken over een geüniformeerde index.  Bij iedere GR zijn de uitgangspunten anders: bij de ene GR wordt een minimale of zelfs geen index gehanteerd en vormt dit uitgangspunt een impliciete taakstelling, die realistisch wordt geacht door bv. schaalvergroting. Bij de GR MER wordt de salarisstijging 1:1 doorvertaald, maar is een separate taakstelling opgevoerd. Bij de GR Maasland wordt een beperkte index gehanteerd omdat er sprake is van een kapitaalintensieve onderneming; eventuele CAO-verhogingen hebben maar een beperkte invloed op een kostenstijging voor deelnemende gemeenten, terwijl contractuele prijsstijgingen van leveranciers een groter effect hebben. Daarom wordt elke ingediende begroting van een GR kritisch integraal beoordeeld op gehanteerde uitgangspunten, kosten en weerstandsvermogen om eventuele onvoorziene kosten op te vangen. Hierover vindt ook ambtelijk vooroverleg plaats waarbij zowel de vakinhoudelijke (beleids-) medewerker als de financiële adviseurs van deelnemende gemeenten in de gelegenheid worden gesteld om de medewerkers van de GR te bevragen over de samengestelde begroting. Een resultante van deze totale beoordeling is het begeleidend schrijven van het College bij het aanbieden van de zienswijze aan de raad.

Toetsing Raadsvoorstellen aan gemeenschappelijke regelingen Raadsvoorstellen worden getoetst aan de betreffende gemeenschappelijke regelingen.

Proces begroting(-swijziging) GR-en bevoegdheden raad Proces begroting(-swijzigingen) GR: a) GR maakt concept-begrotingswijziging en (meerjaren-)begroting en stelt deze vast in het DB. b) GR stuurt deze naar de deelnemende gemeenten ter verkrijging van een eventuele zienswijze c) Gemeente reageert door het al dan niet uitbrengen van een zienswijze. Het College kán in het raadsvoorstel een advies aan de raad opnemen. Dit is hét moment waarop een deelnemende

105

gemeente nog sturing kan geven op (financiële) voornemens van een GR. Dergelijke sturing geldt naast de invloed van een gemeentelijke vertegenwoordiging in een DB en/of AB van een GR. d) Het Algemeen Bestuur (AB) van de GR stelt de begroting(-swijziging) definitief vast al dan niet met inachtneming van eventueel ontvangen zienswijzen. e) Deelnemende gemeenten worden van de besluiten van het AB van de GR in kennis gesteld waarmee ze verzocht worden het gemeentelijk aandeel in de GR beschikbaar te stellen. De hoogte van de bijdrage heeft op grond van deze besluitvorming door het AB van de GR nu een verplichtend karakter. De deelnemende gemeenten kunnen de hoogte van de individuele bijdrage niet meer ter discussie stellen. f) De deelnemende gemeente neemt de betreffende gemeentelijke bijdrage op in de eigen gemeentebegroting o.b.v. het budgetrecht van de raad. De wijze van dekking is gemeentelijk financieel beleid. g) Door vaststelling van de gemeentebegroting (2020) worden de bijdrages aan de GR inclusief de bijbehorende dekking formeel geautoriseerd door de raad.

Geconcludeerd kan worden dat de raad door toetreding tot een GR een aantal (beslissings-) bevoegdheden overdraagt aan het AB van een GR. Beïnvloeding kan plaatsvinden door het kenbaar maken van een zienswijze of het indienen van een motie (die dan door de GR ook wordt behandeld als een ingediende zienswijze). Amendering van voorstellen vanuit de GR zijn niet mogelijk. Verder kan de raad de bestuurlijke vertegenwoordiging namens de gemeente in de GR (in DB / AB) ‘aansturen’. Tenslotte kan de raad het budgetrecht aanwenden door bij de vaststelling van de eigen begroting te bepalen waar de gemeentelijke bijdrage uit bekostigd wordt.

106

Naam SC MER Gevestigd in Statutair in Echt, fysieke huisvesting Omgevingsdienst in Maasgouw, Sociaal Domein in Echt-Susteren en Bedrijfsvoering in St. Odiliënberg Openbaar belang De Gemeenschappelijke Regeling MER is opgericht en per 15 oktober 2012 in werking getreden. De gemeenschappelijke regeling MER vervult taken op het gebied van de back office dienstverlening en bedrijfsvoering onder de naam Servicecentrum MER. De eerste afdeling die in het Servicecentrum is ondergebracht is de afdeling Omgevingsdienst. Per 1 september 2013 is deze operationeel. De afdeling is van af 1 september 2018 gehuisvest in het gemeentehuis van Maasgouw. Vanaf 1 januari 2016 is het Sociaal Domein ondergebracht bij het Servicecentrum en gehuisvest in het gemeentehuis van Echt-Susteren. Vanaf 1 juli 2017 is bedrijfsvoering ondergebracht bij het Servicecentrum en gehuisvest in het gemeentehuis van Roerdalen. Participanten De gemeenten Maasgouw, Echt-Susteren en Roerdalen. Bestuursstructuur Gemeenschappelijke regeling. Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling MER wordt gevormd door de 3 colleges van Burgemeester en Wethouders. Het Dagelijks Bestuur wordt gevormd door 3 vertegenwoordigers van de colleges van de participerende gemeenten. Financiën (Geprognotiseerd) eigen vermogen 1-1-2020: € 208.075 (Geprognotiseerd) eigen vermogen 31-12-2020: € 169.375 (Geprognotiseerd) vreemd vermogen 1-1-2020: € 2.699.567 (Geprognotiseerd) vreemd vermogen 31-12-2020: € 2.729.129 Netto geprognotiseerd resultaat 2020: € 0 Bijdrage/Belang Programma 2020 2021 2022 2023 Omgevingsdienst 1.893.292 1.893.292 1.893.292 1.893.292 UP 2019 51.800 51.800 51.800 51.800 VVGB 101.490 101.490 101.490 101.490 Sociaal domein 1.465.483 1.470.410 1.471.755 1.471.386 Bedrijfsvoering 2.889.967 2.572.090 2.596.077 2.607.820 Bestuur/organisatie 383.096 305.227 305.227 305.227 Bijdrage totaal 6.785.128 6.394.309 6.419.641 6.431.015

De totale bijdrage van de drie gemeenten voor het jaar 2020 bedraagt € 20.980.516. Risico De GR MER vormt, vanwege de recente oprichting een specifiek aandachtspunt in het kader van risicomanagement. De organisatie-in-wording kan te maken krijgen met onvoorziene aanloopkosten, omdat de begroting van de GR MER nog niet is uitgekristalliseerd. Ook de administratieve organisatie moet nog verder ontwikkeld worden: er wordt gewerkt op basis van een bedrijfsplan. Afbakening en vastlegging van afspraken in de vorm van een uitvoeringsovereenkomst voor Bedrijfsvoering moet nog plaatsvinden. Werkprocessen, genereren van stuurinformatie, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden moeten nog verder gefinetuned worden. De GR SC MER heeft zelf een algemene reserve van beperkte omvang (€ 130.000), terwijl de risico’s door SC MER zijn becijferd op ruim € 2 mln. De weerstandscapaciteit bedraagt 0,13 en is daarmee ruimschoots onder de ondergrens van 1,0. Eventuele financiële tegenvallers zullen noodzakelijkerwijs naar rato worden afgewenteld op de deelnemende gemeenten. In de risicoparagraaf van de Maasgouwse begroting is de SC MER als een risico geïdentificeerd.

107

Naam: Westrom Gevestigd in (hoofdkantoor) Openbaar belang Westrom voert de Wet sociale werkvoorziening en de Participatiewet uit voor vijf Midden-Limburgse gemeenten. Westrom laat mensen participeren en integreren en brengt zoveel mogelijk mensen naar (regulier) werk of andere vormen van participatie in de samenleving. Ruim 1.500 medewerkers hebben passend werk bij of via Westrom. Daarmee vervult de organisatie een belangrijke maatschappelijke functie en is één van de grotere werkgevers in de regio. Westrom is een erkend leerwerkbedrijf en is meervoudig gecertificeerd. Participanten Aantal inwoners: bijna 170.000. Deelnemende gemeenten: Echt-Susteren, , Maasgouw, Roerdalen en Roermond. Bestuursstructuur Gemeenschappelijke regeling Financiën Geprognotiseerd Eigen vermogen 1-1-2020: € 2.749.000 Geprognotiseerd Eigen vermogen 31-12-2020: € 2.796.000 Geprognotiseerd Vreemd vermogen 1-1-2020: € 4.592.000 Geprognotiseerd Vreemd vermogen 31-12-2020: € 3.547.000 Netto geprognotiseerd resultaat 2020 vóór bestemming: € 47.000 Bijdrage/Belang De kosten worden gedragen door de deelnemende gemeenten alsmede doorbetaling van de rijksbijdrage. Bijdrage 2020: € 592.429 op begrotingsbasis Bijdrage 2021: € 559.988 op begrotingsbasis Bijdrage 2022: € 549.273 op begrotingsbasis Bijdrage 2023: € 453.520 op begrotingsbasis Doorbetaling van de rijksbijdrage 2020 € 2.145.014. Bijdrage 2020 door alle gemeenten: - Doorbetaling van de rijksbijdrage € 21.443.059 - Gemeentelijke bijdrage € 5.702.000 Risico De weerstandscapaciteit van Westrom is in 2020 nog voldoende om de geïnventariseerde risico’s op te vangen. De deelnemende gemeenten verbinden zich jaarlijks eventuele nadelige exploitatiesaldi van Westrom te betalen. In haar begroting van 2020 onderkent Westrom de volgende risico’s :  Bedrijfsvoering  Deelnemingen  Vastgoed  Werk en zekerheid  Belastingen  Loonprijsindexering  Aanbesteding collectief vervoer 2020

108

Naam: Veiligheidsregio Limburg-Noord (VRLN) Gevestigd in Openbaar belang De Veiligheidsregio Limburg-Noord geeft vorm en inhoud aan samenwerking tussen gemeenten in Noord- en Midden-Limburg en heeft tot doel: I. Het behartigen van de belangen van de gemeenten en hun inwoners op het gebied van: a) brandweerzorg b) geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen c) rampenbestrijding en crisisbeheersing d) bevordering van multidisciplinaire uitvoering van rampenbestrijding, crisisbeheersing en bestrijding van zware ongevallen e) bevordering van samenhangend integraal veiligheidsbeleid in de regio. II. Het behartigen van die taken die door de wet- en regelgeving aan gemeenten zijn toegekend op het gebied van collectieve preventie volksgezondheid en maatschappelijke zorg. Hiervoor moeten gemeenten uit de regio samenwerken. Dat is efficiënter en effectiever. Participanten Aantal inwoners: ruim 518.722 per 1-1-2019 Deelnemende gemeenten: , Bergen, Echt-Susteren, , , Leudal, Maasgouw, , , , Roerdalen, Roermond, Venlo, , . Bestuursstructuur Openbaar lichaam, ingesteld bij gemeenschappelijke regeling. Het algemeen bestuur zijn de burgemeesters van de gemeenten die aan de gemeenschappelijke regeling deelnemen. Financiën Eigen vermogen begin begrotingsjaar 2020 (prognose): € 2.965.000 Eigen vermogen einde begrotingsjaar 2020 (prognose): € 2.770.000 Vreemd vermogen begin begrotingsjaar 2020 (prognose): € 53.634.000 Vreemd vermogen einde begrotingsjaar 2020 (prognose): € 57.042.000 Exploitatie 2020: € 66.544.000 Netto geprognotiseerd resultaat 2020 vóór bestemming:-/- € 0. Bijdrage/Belang De kosten worden gedragen door de deelnemende gemeenten. De bijdragen van de deelnemende gemeenten staan in verhouding tot het aantal inwoners. Bijdrage 2020: € 2.421.000 op begrotingsbasis Bijdrage 2021: € 2.433.000 op begrotingsbasis Bijdrage 2022: € 2.437.000 op begrotingsbasis Bijdrage 2023: € 2.446.000 op begrotingsbasis. Risico Vanuit de risico inventarisatie is een benodigd weerstandsvermogen becijferd van € 1,25 mln. De beschikbare vrije reserve bedroeg op 31 december 2018 € 1.044.000. De verwachte stand van de vrije reserve per 1 januari 2020 is € 1.141.000. Om het tekort op het weerstandsvermogen weg te werken heeft het Algemeen Bestuur in juli 2017 besloten om de gemeentelijke bijdrage ingaande 2018 gedurende 4 jaar op te hogen met € 152.500 per jaar, (gemiddeld € 0,30 per inwoner per jaar). In de begroting 2019 is deze storting vervallen, gelet op het resultaat van de jaarverantwoording 2017. In de begroting 2020 is de storting wel opgenomen. Eventuele positieve resultaten die in deze periode worden behaald, worden in mindering gebracht op de bijdrage van het daaropvolgende jaar.

109

Naam RD Maasland Gevestigd in Haelen Openbaar belang Het vervullen van de zorgplicht van de lokale overheid ten aanzien van de inzameling van huishoudelijk afval en het vegen van straten en pleinen tegen de laagst mogelijke kosten met de meest optimale service. Daarnaast het exploiteren van milieuparken in het kader van flankerend beleid op het gebied van huisvuilinzameling als gevolg van de gekozen methodiek volume/frequentie. Participanten Deelnemende gemeenten: Leudal, Maasgouw, Roerdalen, en Echt-Susteren. Totaal aantal geraamde aansluitingen bedraagt 43.770 waarvan Maasgouw 10.480. De gemeente Roerdalen neemt alleen deel voor wat betreft inzameling huisvuil h-a-h. De gemeente Echt-Susteren neemt alleen deel voor wat betreft milieuparken Echt-Susteren Noord. Bestuursstructuur Gemeenschappelijke regeling Financiën Geprognotiseerd Eigen vermogen 1-1-2020: € 1.649.000 Geprognotiseerd Eigen vermogen 31-12-2020: € 1.221.000 Geprognotiseerd Vreemd vermogen 1-1-2020: € 6.250.000 Geprognotiseerd Vreemd vermogen 31-12-2020: € 6.606.000 Netto geprognotiseerd resultaat 2020 (na bijdrage gemeenten): € 0 Bijdrage/Belang Geraamde gemeentelijke bijdrage inzameling huishoudelijk afval naar rato van aantal aansluitingen en straatvegen op basis van daadwerkelijke veeguren en werkelijk geledigde kolken. Bijdrage gemeente Maasgouw:

x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Inzameling huishoudelijk afval 988 1.011 1.035 1.140 Vegen wegen / kolken zuigen 161 162 163 165

Bijdrage alle deelnemende gemeenten 2020: € 3.302.058 (Programma 1 inzameling huishoudelijk afval) € 372.186 (Programma 2 vegen en kolken zuigen)

Risico RD Maasland is een gemeenschappelijke regeling die de zorgplicht van de individuele gemeenten uitvoert op het gebied van het verwijderen en inzamelen van huishoudelijk afval. Geïdentificeerde risico’s: - afrekening Nedvang 2015 e.v. jaren - papieren en digitale archief - wegvallen bijdrage Peel en Maas na afloop desintegratieperiode (t/m 2022) - hogere afvalverwerkingstarieven en afvalstoffenbelasting. De kosten van de Reinigingsdienst (lees: de bijdragen van de deelnemende gemeenten) worden versleuteld in de afvalstoffenheffing en rioolheffing. Samenvattend is de conclusie dat het risico van deelname aan RD Maasland als klein kan worden ingeschat. Wel kan dit leiden tot hogere tarieven afvalstoffenheffing en rioolheffing.

110

Naam Omnibuzz Gevestigd in Geleen Openbaar belang Omnibuzz is ingesteld in het belang van een kwalitatief hoogwaardige en een zo doelmatig mogelijke gezamenlijke regie op en uitvoering van het aan de gemeenten opgedragen doelgroepenvervoer.

Ter bevordering van het te behartigen belang dragen de colleges van de deelnemende gemeenten, voor zover nog niet geschied, daartoe de regie over en de uitvoering van het doelgroepenvervoer op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Wet op het primair Onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra met ingang van 11 december 2016 op aan Omnibuzz. Gelet op de ambitie van de samenwerking zullen de colleges in beginsel ook toekomstige opdrachten met betrekking tot doelgroepenvervoer die voortkomen uit wet- en regelgeving opdragen aan Omnibuzz.

Omnibuzz voert de regie over en voert uit het doelgroepenvervoer voor de gemeenten en eventueel voor derden. Omnibuzz voert overleggen met stakeholders, in het bijzonder met de provincie Limburg, om te komen tot een zo optimaal mogelijk doelgroepenvervoer in de provincie Limburg. Participanten De gemeenten , , Beesel, Bergen, , Echt-Susteren, Eijsden-Margraten, Gennep, Gulpen-Wittem, , Horst aan de Maas, , , Leudal, Maasgouw, , , Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, , Sittard-Geleen, Stein, , en , Venlo, Venray, en Weert. Bestuursstructuur Gemeenschappelijke regeling. Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Omnibuzz wordt gevormd door collegeleden van de 30 deelnemende gemeenten. Het Dagelijks Bestuur wordt gevormd door 7 wethouders. Financiën Geprognotiseerd Eigen vermogen 1-1-2020: € 1.304.120 Geprognotiseerd Eigen vermogen 31-12-2020: € 1.304.120 Geprognotiseerd Vreemd vermogen 1-1-2020: € 1.566.800 Geprognotiseerd Vreemd vermogen 31-12-2020: € 1.418.967 Netto geprognotiseerd resultaat 2019: € 0 Bijdrage/Belang De kosten voor de financiering van Omnibuzz worden voor Maasgouw begroot op: Jaar 2020 € 509.564 Jaar 2021 € 518.274 Jaar 2022 € 528.464 Jaar 2023 € 539.807 De totale bijdrage van alle deelnemende gemeenten is begroot op € 23.361.227 voor 2020 Risico De vervoerskosten zijn afhankelijk van het daadwerkelijke vervoersvolume dat wordt afgenomen door de klanten uit de gemeente Maasgouw. Het betreft een open-eind regeling.

111

Naam BsGW (Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen) Gevestigd in Roermond Openbaar belang BsGW is een zelfstandig samenwerkingsverband voor de heffing en inning van gemeentelijke belastingen en waterschapbelastingen en voor uitvoering van de wet WOZ. De verzelfstandiging beoogt een zo groot mogelijk maatschappelijk rendement te halen uit samenwerking tussen lokale overheden op het gebied van belastingheffing en – inning.

De Gemeenschappelijke Regeling is er om een wettelijke bepaling of beleidsregel - als het gaat om heffing en invordering - zo goed mogelijk uit te voeren. Het gaat hierbij om: a. Gemeentelijke belastingen, inclusief activiteiten in het kader van de Wet waardering onroerende zaken. Dit is door de deelnemende gemeenten en het algemeen bestuur bepaald. b. Waterschapbelastingen en de werkzaamheden van de administratie van gegevens ten behoeve van bestuursverkiezingen in het beheersgebied van de deelnemers. Participanten Waterschap Limburg, gemeenten Venlo, Bergen, Nederweert, Beek, Beekdaelen, Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Maastricht, Sittard-Geleen, Heerlen, Brunssum, Landgraaf, Simpelveld, Voerendaal, Stein, Beesel, Gennep, Gulpen-Wittem, Eijsden-Margraten, Weert, Valkenburg aan de Geul, Kerkrade, Vaals en Meerssen. Bestuursstructuur Openbaar lichaam, ingesteld bij gemeenschappelijke regeling (opgericht per 1-4- 2011). Financiën Geprognotiseerd Eigen vermogen 1-1-2020: € 593.000 Geprognotiseerd Eigen vermogen 31-12-2020 € 1.190.000 Geprognotiseerd Vreemd vermogen 1-1-2020: € 4.977.000 Geprognotiseerd Vreemd vermogen 31-12-2019: € 4.707.000 Netto geprognotiseerd resultaat 2020 (na bijdrage gemeenten): € 0

Bijdrage/Belang De netto exploitatiekosten worden gedragen door de deelnemers. BsGW gebruikt een methodiek waarbij de kosten worden toegerekend aan de producten van dienstverlening. Zo worden de kosten verdeeld over de deelnemers. De verdeelsleutels voor de kosten zijn gebaseerd op de productieomvang van de deelnemers. Reguliere bijdrage gemeente Maasgouw: Jaar 2020 € 302.000 Jaar 2021 € 311.000 Jaar 2022 € 321.000 Jaar 2023 € 331.000

De totale reguliere bijdragen van alle deelnemende gemeenten en het waterschap bedraagt € 18.889.000. De bijdrage van de gemeente Maasgouw hierin bedraagt € 302.000 (= 1,6%). Risico Begin 2019 is een risicoanalyse uitgevoerd, waarbij de volgende (bedrijfsvoerings-)risico’s zijn onderkend: datalek / ict-storingen, uitbesteding niet-kernactiviteiten, vervuiling van en/of incomplete gegevensbestanden, ambitieuze raming opbrengst vervolgkosten, personele risico’s, overschrijding exploitatiebegroting BsGW en fraude. De benodigde weerstandscapaciteit is berekend op € 1,19 mln. Aangezien het weerstandsvermogen met € 593.000 ontoereikend is, vindt in 2019 aanvulling plaats. Voor de gemeente Maasgouw zijn de risico’s dat de gemeentelijke bijdrage aan BsGW en de (belasting- )inkomsten wijzigen.

112

Naam: Regionale Uitvoeringsdienst Limburg Noord Gevestigd in: Roermond Openbaar belang: RUD Limburg-Noord is per 1 januari 2013 opgericht ter verbetering van:  de dienstverlening bij de uitvoering van de vergunningverlening-, toezicht- en handhavingstaken (VTH-taken);  de kwaliteit, veiligheid en gezondheid van de leefomgeving. De regionale uitvoeringsdienst Limburg Noord is per 1 januari 2018 voortgezet op basis van een gemeenschappelijke regeling. Participanten: De gemeenten: Beesel, Bergen, Echt-Susteren, Gennep, Horst aan de Maas, Leudal, Maasgouw, Mook en Middelaar, Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Venlo, Venray, Weert alsmede de provincie Limburg. Bestuursstructuur: Er is een Algemeen en Dagelijks Bestuur. Samenstelling Algemeen Bestuur : De colleges van burgemeester en wethouders en GS wijzen ieder uit hun midden een lid van het Algemeen Bestuur aan. Samenstelling Dagelijks Bestuur: Het Dagelijks Bestuur bestaat uit de voorzitter en 2 andere leden, door en uit het Algemeen Bestuur aangewezen. Financiën: Geprognotiseerd Eigen vermogen 1-1-2020: € 125.000 Geprognotiseerd Eigen vermogen 31-12-2020: € 102.000 (in 2020 wordt € 23.000 onttrokken aan de reserve voor structurele kosten voor hosting en licenties t.b.v. taakveld milieubeheer) Geprognotiseerd Vreemd vermogen 1-1-2020: € 0 Geprognotiseerd Vreemd vermogen 31-12-2020: € 0 Netto geprognotiseerd resultaat 2020 (na bijdrage gemeenten): € 0 Bijdrage/Belang: De kosten worden gedragen door de deelnemende gemeenten en de provincie Limburg. De bijdragen van de deelnemende gemeenten staan in verhouding tot het aantal inwoners alsmede werkelijke afname van taken. Bijdrage 2020: € 137.208 op begrotingsbasis Bijdrage 2021: € 141.510 op begrotingsbasis Bijdrage 2022: € 145.953 op begrotingsbasis Bijdrage 2023: € 150.561 op begrotingsbasis Risico: Uit een uitgebreide risico inventarisatie door de RUD en de bijbehorende beheersmaatregelen blijkt dat het vooralsnog niet nodig is om een risicoreserve te vormen. Het rekeningresultaat ( positief of negatief ) wordt jaarlijks verrekend met de deelnemers.

113

Naam Grenspark Maas-Schwalm-Nette Gevestigd in Roermond (secretariaat) Openbaar belang Het Openbaar Lichaam Duits-Nederlands Grenspark Maas-Schwalm-Nette is opgericht met het doel de grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren. Het uiteindelijke doel is het realiseren van een regionale grensoverschrijdende identiteit, die gebaseerd is op de verscheidenheid van de natuur- en cultuurlandschappen binnen het Grenspark en het karakter van de mensen die hier leven. Eén van de belangrijkste doelen van de grensoverschrijdende samenwerking is het behoud en de ontwikkeling van de karakteristieke natuur en cultuurlandschappen. Door de samenwerking over de grens heen kan de regio zich beter en breder presenteren. Het presenteren en het verder verbeteren van de mogelijkheden tot recreatief gebruik van de gebieden aan weerszijde van de grens is een verder doel van de samenwerking. De basis voor het wekken van interesse voor dit waardevol grensgebied ligt in een afgestemde en uitgebreide promotie, marketing en communicatie. Het Grenspark voert daartoe projecten uit (veelal met EU subsidies). Participanten De gemeenten Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Roerdalen, Roermond, Venlo en het Duitse Naturpark Schwalm-Nette. Bestuursstructuur Openbaar Lichaam naar Nederlands recht (gebaseerd op de Wet Gemeenschappelijke Regelingen). Het lichaam heeft een Algemeen en Dagelijks Bestuur. Financiën Jaarlijkse bijdrage vanuit Duitse ministerie (NRW) en Provincie. Daarnaast een bijdrage vanuit participerende gemeenten. Bijdrage/Belang Voor 2020 en volgende jaren is een bijdrage groot € 2.386 aan lidmaatschapsbijdrage verschuldigd. Per 1-jan-18 31-dec-18 Eigen vermogen € 54.257 € 47.975 Vreemd vermogen € 244.536 € 211.423 Resultaat 2018: - € 6.282

Risico Beperkt tot de jaarlijkse bijdrage van € 2.386. Voor bijdrages aan eventuele projecten worden afzonderlijke voorstellen gedaan.

114

B. VENNOOTSCHAPPEN EN COÖPERATIES

Naam Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg (OML) Gevestigd in Roermond Openbaar belang OML draagt bij aan economische ontwikkeling van Midden-Limburg en streeft daarbij naar een verbetering van de leefbaarheid. De toegevoegde waarde van OML zit in het creëren van een goed huisvestingsklimaat voor bedrijven en hun omgeving. Participanten Gemeenten Roermond, Leudal, Echt-Susteren, Maasgouw en Roerdalen. Bestuursstructuur BV met de gemeenten als aandeelhouders en een Raad van Commissarissen. Financiën Per 1-jan-18 31-dec-18 Eigen vermogen € 16.691.479 € 16.951.610 Vreemd vermogen € 12.152.798 € 11.993.164 Gerealiseerd resultaat 2018: € 260.288

Bijdrage/Belang De gemeente neemt deel in de vorm van aandelenkapitaal. Dit staat in verhouding tot het aantal inwoners. De deelname van Maasgouw is 533 aandelen tegen een aankoopwaarde van € 3.722 (= intrinsieke waarde ultimo 2008). Dit vertegenwoordigt een belang van ca. 14,4 %. De resterende aandeelhouders betreffen Echt-Susteren (725 aandelen), Leudal (799 aandelen), Roerdalen (463 aandelen), Roermond (1.180 aandelen). De intrinsieke waarde per aandeel per 31-12-2018 = € 4.581. Risico Per 30 december 2016 heeft de herfinancieringsfaciliteit van OML bij de BNG plaatsgevonden. Het totaal risico bedrag bedraagt € 11.422.080, bestaande uit verwervingsbedrag € 8.422.080, Garantstelling provincie € 1.000.000 en borgtocht BNG € 2 mln. Het Maasgouwse aandeel in het risicobedrag bedraagt € 2.415.898, bestaande uit verwervingsbedrag aandelen ad € 1.983.735, garantstelling richting Provincie Limburg ad € 144.054 en borgstelling richting BNG ad € 288.108.

Naam N.V. Bank Nederlandse Gemeenten Gevestigd in Den Haag Openbaar belang De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Volgens de statuten is de BNG ‘bankier ten dienste van overheden’, zoals gemeenten, provincies, gemeenschappelijke regelingen, politieregio’s en met overheden verbonden instellingen en bedrijven op het terrein van volkshuisvesting, openbaar nut, onderwijs en gezondheidszorg. Door middel van zo goedkoop mogelijke financiële dienstverlening biedt de bank toegevoegde waarde aan haar aandeelhouders en de Nederlandse publiek sector. Participanten De Nederlandse Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. Bestuursstructuur Naamloze vennootschap met een Raad van Bestuur en een Raad van Commissarissen. Financiën Eigen vermogen 1-1-2018: € 4.687.000.000 Eigen vermogen 31-12-2018: € 4.991.000.000 Vreemd vermogen 1-1-2018: € 135.185.000.000 Vreemd vermogen 31-12-2018: € 132.518.000.000 Ieder jaar wordt door de bank dividend uitgekeerd. In 2019 is over het jaar 2018 een bedrag ad € 205.627 aan dividend uitgekeerd. Bijdrage/Belang De gemeente Maasgouw bezit in totaal 72.150 aandelen met een balanswaarde van € 172.201 hetgeen neerkomt op een zeer beperkt belang. Risico Het bedrag dat de bank jaarlijks aan dividend uitkeert, is afhankelijk van de winst die de bank in enig jaar behaald. Bij een lage of geen winst, wordt ook geen dividend uitgekeerd. In de gemeentebegroting van Maasgouw is structureel € 182.531 als dividend ingeraamd. Verder is er geen financieel risico behoudens de balanswaarde van de aandelen (€ 172.201) indien de BNG liquideert.

115

Naam Enexis Holding N.V. Gevestigd in Den Bosch Openbaar belang Altijd en overal in het voorzieningengebied van Enexis kunnen beschikken over energie, tegen aanvaardbare aansluit- en transporttarieven. Enexis beheert (via haar dochtervennootschap Enexis Netbeheer BV) het energienetwerk in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland voor de aansluiting van ongeveer 2,7 miljoen huishoudens, bedrijven en overheden. De netbeheerderstaak is een publiek belang, wettelijk geregeld met o.a. toezicht vanuit de Autoriteit Consument en Markt. De vennootschap heeft ten doel het realiseren van een duurzame energievoorziening door state of the art dienstverlening en netwerken en door regie te nemen in innovatieve oplossingen. Dit om de energietransitie te versnellen én excellent netbeheer uit te voeren. Participanten Provincies en gemeenten. Bestuursstructuur Naamloze vennootschap met een Raad van Bestuur en een Raad van Commissarissen. Financiën Eigen vermogen 1-1-2018: € 3.808.000.000 Eigen vermogen 31-12-2018: € 4.024.000.000 Vreemd vermogen 1-1-2018: € 3.860.000.000 Vreemd vermogen 31-12-2018: € 3.691.000.000 Ieder jaar wordt door de bank dividend uitgekeerd. In 2019 is over het jaar 2018 een bedrag ad € 722.074 aan dividend uitgekeerd. Bijdrage/Belang De gemeente Maasgouw bezit in totaal 0,59% van het aandelenkapitaal met een balanswaarde van € 854.526 hetgeen neerkomt op een zeer beperkt belang. Risico Het bedrag dat Enexis jaarlijks aan dividend uitkeert, is afhankelijk van de winst die Enexis in enig jaar behaald. Bij een lage of geen winst, wordt ook geen dividend uitgekeerd. In de gemeentebegroting van Maasgouw is structureel € 593.350 als dividend ingeraamd (excl. inconveniëntentoelage van € 57.674). Het risico voor de aandeelhouders is gering omdat Enexis opereert in een gereguleerde (energie)markt, onder toezicht van de Energiekamer. Daarnaast is het risico gering in relatie tot de (intrinsieke) waarde van Enexis Holding N.V. Wettelijk is minimaal 40% eigen vermogen vereist, Enexis heeft op dit moment meer dan 50% eigen vermogen. Gecombineerd met de achtergestelde status van de ‘Vordering op Enexis vennootschap’ die loopt tot september 2019, levert dit een laag risico op voor de aandeelhouders van Enexis Holding N.V.

Een aanvullend risico is het achterblijven van de geraamde dividendinkomsten. Het risico is echter gemitigeerd middels een overeengekomen streefwaarde voor het jaarlijkse dividend.

Toelichting Essent deelnemingen In 2009 heeft de gemeente Maasgouw besloten de aandelen in het productie- en leveringsbedrijf van Essent te verkopen aan energiebedrijf RWE. In 2014 heeft de gemeente Maasgouw besloten de aandelen in hat afvalverwerkingsbedrijf van Attero te verkopen aan private equity organisatie Waterland. Uit deze verkoop vloeiden de volgende tijdelijke deelnemingen voort:  CBL Vennootschap BV  Vordering op Enexis BV  Verkoop Vennootschap BV  CSV Amsterdam BV  Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV

Onze gemeente is aandeelhouder in deze (tijdelijke)deelnemingen voor 0,59%. Vandaar hierna een beperkte toelichting per deelneming.

116

CBL Vennootschap BV

Rechtspersoon: Besloten Vennootschap Vestigingsplaats: Den Bosch Publiek belang: Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit de verkoop van Essent. (namens de verkopende aandeelhouders van Essent)

CBL Vennootschap BV 31-dec.-2018 31-dec.2019* 31-dec.2020* Eigen Vermogen € 137.536 € 90.000 € 0 -> Waarvan reserves € 117.536 € 70.000 € 0 Vreemd Vermogen € 21.460 € 0 € 0 -> Waarvan voorzieningen € 0 € 0 € 0 Resultaat na belasting € -25.000 € 0 Dividend (incl. 15% belasting) € 90.000 € 0 * Verwachting

Doelstelling: De functie van deze vennootschap was de verkopende aandeelhouders van energiebedrijf Essent te vertegenwoordigen als medebeheerder (naast RWE, Essent en Enexis) van het CBL Escrow Fonds en te fungeren als "doorgeefluik" voor betalingen in en uit het CBL Escrow Fonds.

Voor zover na beëindiging van alle CBL’s (CBL: Cross Border Leases) en de betaling uit het CBL Escrow Fonds van de daarmee corresponderende voortijdige beëindigingvergoedingen nog geld was overgebleven in het CBL Escrow Fonds, is het resterende bedrag in de verhouding 50%-50% verdeeld tussen RWE en verkopende aandeelhouders.

Beleidsvoornemens: Het initieel vermogen in het CBL Escrow Fonds was bij de oprichting van het fonds in 2009, $ 275 mln.

Eind juni 2016 is het CBL Escrow Fonds geliquideerd. Het restantbedrag is volledig uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang in de vennootschap.

Ondanks dat het CBL Escrow fonds in juni 2016 is geliquideerd, dient de vennootschap als gevolg van contractuele verplichtingen nog in stand gehouden te worden. Het bestuur van de vennootschap is in overleg met de andere contractuele partijen om na te gaan wanneer de contractuele verplichtingen voortijdig kunnen worden beëindigd en de vennootschap vervolgens kan worden geliquideerd en de vennootschap vervolgens kan worden ontbonden. De verwachting is dat de vennootschap in 2019 of begin 2020 zal kunnen worden ontbonden en/of zal kunnen fuseren met één van de andere vennootschappen die bij de verkoop van Essent zijn opgericht.

Financiële risico’s: Met de liquidatie van het CBL Escrow Fonds is alleen nog sprake van een risico en daarmee aansprakelijkheid voor de verkopende aandeelhouders ter hoogte van het bedrag dat als werkkapitaal wordt aangehouden in de vennootschap. Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de verkopende aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag € 20.000), art 2.81 BW.

117

Vordering op Enexis BV

Rechtspersoon: Besloten Vennootschap Vestigingsplaats: Den Bosch Publiek belang: Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit de verkoop van Essent. (namens de verkopende aandeelhouders van Essent)

Vordering op Enexis BV 31-dec.-2018 31-dec.2019* 31-dec.2020* Eigen Vermogen € -2.034 € 0 € 0 -> Waarvan reserves € -102.034 € 0 € 0 Vreemd Vermogen € 356.324.180 € 0 € 0 -> Waarvan voorzieningen € 0 € 0 € 0

Resultaat na belasting € -15.000 € 0 Dividend (incl. 15% belasting) € 0 € 0 * Verwachting

Doelstelling: Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland werd Essent per 30 juni 2009 gesplitst in een netwerkbedrijf (later Enexis) en een productie- en leveringsbedrijf (het deel dat verkocht is aan RWE). Essent heeft eind 2007 een herstructurering doorgevoerd waarbij de economische eigendom van de gas- en elektriciteitsnetten binnen de Essent-groep zijn verkocht en overgedragen aan Enexis. Omdat Enexis destijds over onvoldoende middelen beschikte om de koopprijs te betalen is deze omgezet in een lening van Essent. In de WON was opgenomen dat er na splitsing geen financiële kruisverbanden mochten bestaan tussen het productie- en leveringsbedrijf (Essent) en het netwerkbedrijf (Enexis). Omdat het op dat moment niet mogelijk was om de lening extern te financieren, is besloten de lening over te dragen aan de verkopende aandeelhouders van Essent. Op het moment van overdracht in 2009 bedroeg de lening € 1,8 miljard. Deze lening is vastgelegd in een leningovereenkomst bestaande uit 4 tranches. De eerste 3 tranches zijn inmiddels vervroegd afgelost in januari 2012, oktober 2013 en april 2016. Er resteert nog een 4e Tranche:  Totaalbedrag lening € 350 mln.  Looptijd 10 jaar (tot 30 september 2019)  Rente 7,2% Op 30 september wordt de jaarlijkse rente over deze tranche uitgekeerd aan de aandeelhouders.

Beleidsvoornemens: Op dit moment resteert alleen nog de lening van de 4e tranche. Afhankelijk van het resultaat van een aantal financiële ratio’s zou de 4e tranche eventueel geconverteerd kunnen worden in eigen vermogen.

De vennootschap zal eind 2019/begin 2020 kunnen worden ontbonden na aflossing van de 4e tranche op 30 september 2019. De vennootschap zal bij ontbinding een negatief Eigen Vermogen hebben. In de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 5 april 2018 is besloten een eventueel tekort in het Eigen Vermogen tijdelijk middels een rekening-courant aan te vullen vanuit de andere vennootschappen en dit te verrekenen met een winstuitkering uit deze betreffende vennootschap(pen).

Financiële risico’s: De aandeelhouders lopen zeer beheerst geachte risico’s op Enexis voor de niet -tijdige betaling van rente en/of aflossing en, in het ergste geval, faillissement van Enexis en voor het bedrag dat als werkkapitaal wordt aangehouden in de vennootschap. Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag € 20.000), art 2.:81 BW.

118

Verkoop Vennootschap BV

Rechtspersoon: Besloten Vennootschap Vestigingsplaats: Den Bosch Publiek belang: Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit de verkoop van Essent. (namens de verkopende aandeelhouders Essent)

Verkoop Vennootschap BV 31-dec.-2018 31-dec.2019* 31-dec.2020* Eigen Vermogen € 112.694 € 5.000 € 0 -> Waarvan reserves € 12.694 € -95.000 € 0 Vreemd Vermogen € 56.904 € 0 € 0 -> Waarvan voorzieningen € 0 € 0 € 0

Resultaat na belasting € -50.000 € 0 Dividend (incl. 15% belasting) € 5.000 € 0 * Verwachting

Doelstelling: In het kader van de verkoop in 2009 van Essent aan RWE hebben de verkopende aandeelhouders een aantal garanties en vrijwaringen gegeven aan RWE. Het merendeel van deze garanties en vrijwaringen is door de verkopende aandeelhouders overgedragen aan Verkoop Vennootschap. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst door de verkopende aandeelhouders gedurende een bepaalde tijd in het General Escrow Fonds werd aangehouden.

Daarmee was de functie van Verkoop Vennootschap B.V. dus tweeërlei:  namens de verkopende aandeelhouders eventuele garantieclaim procedures voeren tegen RWE;  het geven van instructies aan de escrow agent (JP Morgan) wat betreft het beheer van het bedrag dat in het General Escrow Fonds is gestort. Het General Escrow Fonds wordt belegd conform de FIDO/RUDDO-regels, die gelden voor decentrale overheden.

Het vermogen in het General Escrow Fonds was bij de oprichting van het fonds in 2009, € 800 mln. Voor zover na beëindiging van alle claims van RWE en de betaling uit het General Escrow Fonds nog geld was overgebleven in het General Escrow Fonds, is het resterende bedrag uitgekeerd aan de verkopende aandeelhouders.

Beleidsvoornemens: Het initieel vermogen in het General Escrow Fonds was bij de oprichting van het fonds in 2009, € 800 mln. Eind juni 2016 is het General Escrow Fonds geliquideerd. Het restantbedrag is volledig uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang in de vennootschap.

Ondanks dat het General Escrow fonds in juni 2016 is geliquideerd, dient de vennootschap als gevolg van contractuele verplichtingen nog in stand gehouden te worden. Het bestuur van de vennootschap is in overleg met de andere contractuele partijen om na te gaan wanneer de contractuele verplichtingen voortijdig kunnen worden beëindigd en de vennootschap vervolgens kan worden geliquideerd.

Financiële risico’s: Met de liquidatie van het General Escrow Fonds is alleen nog sprake van een risico en daarmee aansprakelijkheid voor de verkopende aandeelhouders ter hoogte van het bedrag dat als werkkapitaal wordt aangehouden in de vennootschap. Het financiële risico is na de liquidatie van het General Escrow Fonds relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag € 20.000), art 2.:81 BW.

119

CSV Amsterdam BV

Rechtspersoon: Besloten Vennootschap Vestigingsplaats: Den Bosch Publiek belang: Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit de verkoop van Essent en Attero. (namens de verkopende aandeelhouders van Essent en Attero)

CSV Amsterdam BV 31-dec.-2018 31-dec.2019* 31-dec.2020* Eigen Vermogen € 748.894 € 530.000 € 0 -> Waarvan reserves € 648.894 € 430.000 € 0 Vreemd Vermogen € 68.083 € 0 € 0 -> Waarvan voorzieningen € 0 € 0 € 0

Resultaat na belasting € -150.000 € 0 Agio / Dividend (incl. 15% belasting) € 530.000 € 0 Escrow uitkering € 8.035.000 € 0 * Verwachting

Doelstelling: Op 9 mei 2014 is de naam van Claim Staat Vennootschap B.V. gewijzigd in CSV Amsterdam B.V. De statuten zijn gewijzigd zodat de nieuwe organisatie nu 3 doelstellingen vervult: a. namens de verkopende aandeelhouders van Essent een eventuele schadeclaimprocedure voeren tegen de Staat als gevolg van de WON; b. namens de verkopende aandeelhouders van Attero eventuele garantieclaim procedures voeren tegen RECYCLECO BV (hierna Waterland); c. het geven van instructies aan de escrow-agent wat betreft het beheer van het bedrag dat op de escrow-rekening n.a.v. de verkoop van Attero is gestort.

(ad. a) In februari 2008 is Essent, met toestemming van de publieke aandeelhouders, een procedure begonnen tegen de Staat der Nederlanden waarin zij een verklaring voor recht vragen dat bepaalde bepalingen van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) onverbindend zijn. Als gevolg van de WON hebben haar aandeelhouders schade geleden. Vanwege praktische moeilijkheden om de juridische procedure aan de verkopende aandeelhouders van Essent over te dragen, hebben de verkopende aandeelhouders en RWE afgesproken dat de onderliggende procedure over de vraag of de WON onverbindend zijn door Essent zal worden gevoerd. De verkopende aandeelhouders en RWE zijn verder overeengekomen dat de eventuele schadevergoedingsvordering van Essent op de Staat der Nederlanden die zou kunnen ontstaan als de rechter inderdaad van oordeel is dat (delen van) de WON onverbindend is, wordt gecedeerd aan de verkopende aandeelhouders, die deze vordering gebundeld zullen gaan houden via de deelneming (de Claim Staat Vennootschap B.V.).

De WON leidde er toe dat het productie- en leveringsbedrijf enerzijds en het netwerkbedrijf anderzijds gesplitst moesten worden. De Rechtbank heeft de vordering van Essent in eerste instantie afgewezen. Essent is tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan. In juni 2010 heeft het Gerechtshof in Den Haag de WON onverbindend verklaard. De Staat is tegen de uitspraak in cassatie gegaan bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft op 26 juni 2015 besloten dat de Splitsingswet niet in strijd is met het recht van de Europese Unie. Met deze uitspraak van de Hoge Raad zijn de vorderingen van Essent op de Staat definitief afgewezen. Voor de vennootschap is de procedure daarmee geëindigd.

120

(ad. b) In het kader van de verkoop van Attero aan Waterland hebben de verkopende aandeelhouders van Attero een aantal garanties en vrijwaringen gegeven aan Waterland. Het merendeel van deze garanties en vrijwaringen is door de verkopende aandeelhouders overgedragen aan CSV Amsterdam B.V. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft Waterland bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst, zijnde € 13,5 miljoen, door de verkopende aandeelhouders gedurende een bepaalde tijd op een escrow-rekening wordt aangehouden. Buiten het bedrag dat op deze rekening zal worden gehouden, zijn de verkopende aandeelhouders niet aansprakelijk voor inbreuken op garanties en vrijwaringen.

Waterland heeft op 22 mei 2015 een claim van ten minste € 9,5 miljoen ingediend bij de CSV Amsterdam B.V. Vanwege die claim, diende - conform de afspraken vastgelegd in de koopovereenkomst - het gehele in escrow geplaatste bedrag ter beschikking te blijven ter afwikkeling van deze claim. De contractuele beoogde verlaging per 27 mei 2015 van het escrow bedrag (lees: betaling door de notaris van € 9,5 miljoen aan de CSV Amsterdam B.V. en daarmee aan de verkopende aandeelhouders) heeft daarom niet plaatsgevonden.

In juni 2016 is een compromis bereikt tussen Waterland en de vennootschap voor een bedrag van € 5.464.217 over de belastingclaims tot en met de periode waarin Attero integraal onderdeel, als Essent Milieu, uitmaakte van de Essent-organisatie. Het bedrag is betaald uit het escrow fonds van € 13,5 miljoen. Daarnaast is door Attero een bedrag betaald aan de vennootschap van € 3.406.063 voor de (eventuele) belastingteruggaven over deze periode. Het bedrag is toegevoegd aan de overige reserves van de vennootschap en in 2016 voor een groot deel uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang.

(ad. c) Het resterend vermogen op de escrow-rekening is € 8.035.783. De escrow-rekening wordt aangehouden bij de notaris. De verkopende aandeelhouders en Waterland zijn niet zonder meer gerechtigd tot het voornoemde bij een notaris in escrow gestorte bedrag. De verkopende aandeelhouders en Waterland hebben enkel een voorwaardelijke aanspraak op dat bedrag. Zodra aan de in de escrow overeenkomst opgenomen voorwaarden is voldaan, zal de notaris het desbetreffende bedrag betalen aan hetzij de CSV Amsterdam B.V. (ten gunste van de verkopende aandeelhouders van Attero), hetzij aan Waterland. Het in escrow gestorte bedrag maakt geen onderdeel van de balans van CSV Amsterdam B.V.

Beleidsvoornemens: De looptijd van deze vennootschap is afhankelijk van de periode dat claims worden afgewikkeld. Eventuele claims kunnen door Waterland tot 5 jaar na completion (mei 2019) worden ingediend. Na afwikkeling van deze eventuele claims van Waterland zal de escrow-rekening kunnen worden opgeheven en het restant op deze rekening kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang.

Naar verwachting zal de vennootschap eind 2019/begin 2020 kunnen worden ontbonden.

Financiële risico’s: Het financiële risico is beperkt tot eventuele claims van Waterland als gevolg van garanties en vrijwaringen die door de verkopende aandeelhouders zijn afgegeven tot het bedrag van € 8.035.783 die nog resteert op de escrow-rekening en voor het bedrag dat als werkkapitaal wordt aangehouden in de vennootschap. Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag € 20.000), art 2.:81 BW.

121

Publiek Belang Elektriciteitproductie BV

Rechtspersoon: Besloten Vennootschap Vestigingsplaats: Den Bosch Publiek belang: Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit de verkoop van Essent. (namens de verkopende aandeelhouders Essent)

Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV 31-dec.-2018 31-dec.2019* 31-dec.2020* Eigen Vermogen € 1.605.524 € 1.595.000 € 0 -> Waarvan reserves € 108.702 € 55.000 € 0 Vreemd Vermogen € 22.928 € 0 € 0 -> Waarvan voorzieningen € 0 € 0 € 0

Resultaat na belasting € -30.000 € 0 Agio / Dividend (incl. 15% belasting) € 1.650.000 € 0 * Verwachting

Doelstelling: Onderdeel van Essent in 2009 bij de verkoop aan RWE, was het 50% aandeel in N.V. EPZ. Het bedrijf Delta NV (destijds 50% aandeelhouder, nu 70% aandeelhouder) heeft de verkoop van dit bedrijfsonderdeel van Essent aan RWE in 2009 bij de rechter aangevochten. Als consequentie op deze gerechtelijke procedure is in 2009 het 50% belang van Essent in EPZ tijdelijk ondergebracht bij Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. (PBE). In 2010 is op gezamenlijk initiatief van de aandeelhouders van PBE en de provincie Zeeland als belangrijkste aandeelhouder van Delta NV een bemiddelingstraject gestart om het geschil tussen partijen op te lossen. In 2011 is dit bemiddelingstraject succesvol afgerond. Op 30 september 2011 is, 2 jaar na de verkoop van de aandelen Essent, het 50% belang in EPZ alsnog geleverd aan RWE.

PBE is blijven bestaan met een beperkt takenpakket. PBE wikkelt de zaken af die uit de verkoop zijn voortgekomen. Daarnaast is PBE verplichtingen aangegaan in het kader van het Convenant Borging Publiek Belang Kerncentrale Borssele uit 2009. Hiermee is een termijn van 8 jaar na verkoop gemoeid. Na een statutenwijziging in de AvA op 14 december 2011 is de inrichting van PBE aangepast naar de status van een SPV, vergelijkbaar met o.a. Verkoop Vennootschap BV. Conform de koopovereenkomst kon RWE tot uiterlijk 30 september 2015 potentiële claims indienen ten laste van het General Escrow Fonds (zie Verkoop Vennootschap B.V.). RWE had op 30 september 2015 geen potentiële claims ingediend m.b.t. verkoop van het 50% belang in EPZ. Het General Escrow Fonds is in juli 2016 geliquideerd en uitgekeerd aan de aandeelhouders.

Beleidsvoornemens: Ondanks dat het General Escrow fonds in juni 2016 is geliquideerd, dient de vennootschap als gevolg van contractuele verplichtingen nog in stand gehouden te worden. Het bestuur van de vennootschap is in overleg met de andere contractuele partijen om na te gaan wanneer de contractuele verplichtingen voortijdig kunnen worden beëindigd en de vennootschap vervolgens kan worden geliquideerd. De verwachting is dat de vennootschap in 2019 of begin 2020 zal kunnen worden ontbonden en/of zal kunnen fuseren met één van de andere vennootschappen die bij de verkoop van Essent zijn opgericht.

Financiële risico’s: Met de liquidatie van het General Escrow Fonds is alleen nog sprake van een risico en daarmee aansprakelijkheid voor de verkopende aandeelhouders ter hoogte van het bedrag dat als werkkapitaal wordt aangehouden in de vennootschap. Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag € 1.496.822) (art 2.:81 BW).

122

Naam WML NV Gevestigd in Maastricht Openbaar belang WML moet in alle omstandigheden zorgen voor drinkwater van goede kwaliteit, in voldoende hoeveelheid onder voldoende druk. WML is niet alleen drinkwaterleverancier voor ruim 500.000 Limburgse huishoudens en 14.000 bedrijven, maar is ook verantwoordelijk voor het veiligstellen van de openbaren watervoorziening. Participanten Aandeelhouders van WML zijn de Provincie Limburg en de 33 Limburgse gemeenten. Bestuursstructuur Naamloze vennootschap met één statutair bestuurder en een Raad van Commissarissen. Financiën Eigen vermogen 1-1-2018: € 203.151.000 Eigen vermogen 31-12-2018: € 209.386.000 Vreemd vermogen 1-1-2018: € 377.182.000 Vreemd vermogen 31-12-2018: € 384.978.000 Het positief resultaat wordt jaarlijks toegevoegd aan het eigen vermogen. Over het jaar 2018 is een batig resultaat van € 6.235.000 gerealiseerd. Bijdrage/Belang De gemeente Maasgouw bezit 8 (van de 500) geplaatste aandelen met een balanswaarde van € 40.885. Dit betekent een zeer beperkt belang. Risico Het risico is nihil. Er is sprake van een robuust eigen vermogen. Er is geen jaarlijkse dividendinkomst geraamd. Verder is er geen financieel risico behoudens de balanswaarde van de aandelen (€ 40.885) indien WML liquideert.

C. STICHTINGEN EN VERENIGINGEN

Naam: Ons WcL Gevestigd in: Roermond Openbaar belang: De Stichting Ons Waardevol Cultuurlandschap Midden-Limburg (Ons WCL) is opgericht d.d. 28 november 1994. Het werkgebied van de Stichting Ons WCL bestaat uit 5 gemeenten. Door Ons WCL worden projecten gefinancierd en uitgevoerd die een bijdrage leveren aan de vergroting van de kwaliteit van de Midden- Limburgse natuur. De Stichting Ons WCL (Ons Waardevol Cultuur Landschap Midden-Limburg) heeft als doel: . het adviseren, ondersteunen en aanjagen van projecten in het kader van inrichting en beheer van het werkgebied. Zowel aan subsidiegevers als aan de indieners van deze te subsidiëren projecten . het zelfstandig uitvoeren van projecten, maar ook het afmaken van lopende WCL-projecten . het in stand houden van een netwerk van organisaties, overheden en instellingen die werkzaam zijn in of belang hebben bij de inrichting en het beheer van het landelijk gebied. Participanten: Deelnemende gemeenten: Beesel, Echt-Susteren, Maasgouw, Roerdalen en Roermond. Bestuursstructuur: Stichting Financiën: Eigen vermogen 1-1-2018: € 446.225 Eigen vermogen 31-12-2018: € 424.319 Vreemd vermogen 1-1-2018: € 144.672 Vreemd vermogen 31-12-2018: € 38.847 Netto geprognotiseerd resultaat 2019: € 0 Bijdrage/Belang: € 39.500 Jaarlijks Totale bijdragen deelnemende gemeenten € 197.500 Taakstelling: N.v.t. Risico: Financieel risico is beperkt tot de jaarlijkse bijdrage van € 39.500.

123

D. OVERIGE VERBONDEN PARTIJEN

Naam: Samenwerking Midden-Limburg (SML) Gevestigd in: N.v.t. Openbaar belang: Sinds 1 januari 2015 functioneert het netwerk Samenwerking Midden- Limburg (SML). Binnen deze structuur werken de 7 Midden-Limburgse gemeenten samen op de werkvelden Economie en Energie, Wonen en Zorg, Recreatie en Toerisme, Landbouw en Natuur, Infra en Mobiliteit en Euregionale aangelegenheden. De ambities voor de regionale samenwerking worden beschreven in een Agenda van Midden-Limburg die tevens actie- plannen per werkveld bevat. In 2019 is een evaluatierapport verschenen over het functioneren van SML. Daarin wordt geconstateerd dat de samen- werking niet naar tevredenheid van de deelnemers verloopt en te weinig resultaten oplevert. In het najaar van 2019 volgt besluitvorming over de wijze waarop verbeteringen in de samenwerking worden doorgevoerd. Participanten: Zeven gemeenten Midden-Limburg (Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Roerdalen, Roermond, Nederweert, Weert). Aantal inwoners: ca. 235.000. Bestuursstructuur: Netwerkberaad SML (i.c. burgemeesters van de deelnemende gemeenten) en bestuurlijke overleggen per SML-werkveld (portefeuillehouders van deelnemende gemeenten). Financiën: Er is geen sprake van een aparte organisatie of rechtsvorm. De samenwerking is gebaseerd op een bestuursovereenkomst. De financiën worden beheerd door de gemeente Roermond. Vertrekpunt voor de inrichting van de SML-structuur is dat de Midden-Limburgse gemeenten € 0,60 per inwoner ter beschikking stellen voor de proces- en organisatie- kosten (m.n. SML-bureau van 1,2 fte). Bijdrage/Belang: Jaarlijkse gemeentelijke bijdrage € 14.400 (proces- en organisatiekosten). Risico: Financieel risico is beperkt tot de jaarlijkse bijdrage aan proces- en organisatiekosten.

Naam: Keyport 2020 Gevestigd in: N.v.t. Openbaar belang: Binnen deze structuur werken 6 Midden-Limburgse gemeenten en de Brabantse gemeente Cranendonck samen met ondernemers en onderwijs- partijen. Deze triple helix samenwerking is gefocust op 2 van de 6 regionale opgaven in het regionaal economisch profiel van Midden-Limburg: "optimalisatie arbeidsmarkt" en "innovatie en ondernemerschap". In het Routeplan 2016-2020 van Keyport staat beschreven welke activiteiten de Keyport-organisatie ontplooit (en verder wil gaan ontplooien) om invulling te geven aan de bovengenoemde opgaven. Participanten: 6 Midden-Limburg ( Leudal, Maasgouw, Roerdalen, Roermond, Nederweert, Weert) en de Brabantse gemeente Cranendonck. Regionale ondernemers en onderwijspartijen. Aantal inwoners: 225.000 Bestuursstructuur: Algemeen Bestuur, bestaande uit vertegenwoordigers van (1) deelnemende gemeenten, (2) het regionale onderwijs en (3) het regionale ondernemersveld. Een delegatie van het AB vormt het DB. Financiën: Keyport heeft voor de jaren 2018-2020 een meerjarenbegroting gekoppeld aan de uitvoering van het Routeplan 2016-2020. De begroting bestaat uit proceskosten (o.a. organisatie, communicatie) en uitvoeringskosten (projecten). De totale proceskosten worden gedekt door de bijdrage van de deelnemende gemeenten. Keyport-projecten worden mogelijk gemaakt door bijdragen van onderwijs, ondernemers en overheid. Bijdrage/Belang: € 58.840 voor de jaren 2018, 2019 en 2020 Risico: Financieel risico is beperkt tot de jaarlijkse bijdrage .

124

Naam: Euregio Rijn-Maas-Noord Gevestigd in: Mönchengladbach Openbaar belang: De Euregio Rijn-Maas-Noord zet zich sinds 1978 in voor de Europese integratie voor ongeveer 2 miljoen burgers in dit gebied. Ze wil het wederzijds begrip van de Nederlandse en Duitse inwoners van de Euregio versterken, de contacten verdiepen en samenwerking stimuleren. De Europese Unie, de deelstaat Nordrhein-Westfalen en de Nederlandse regering ondersteunen dit plan. Dit doen zij door verschillende subsidieregelingen. Euregio Rijn-Maas-Noord coördineert de toekenning van Interreg-middelen in de betreffende grensregio en beschikt daardoor over middelen voor de subsidiëring van Duits-Nederlandse projecten. In de Euregiovisie 2014-2020+ ‘Euregio maakt het verschil’ zijn 5 speerpunten benoemd die grotendeels overeen komen met die van Keyport, SML en onze gemeente. Vanuit de kracht en behoeften van Maasgouw de samenwerking aangaan met partners binnen en buiten de gemeentegrenzen, is een belangrijke sleutel tot een sterker Maasgouw. Het grensoverschrijdende aspect van deze ontwikkelstrategie is een kansrijke en uitdagende opgave. Participanten: Nederlandse participanten: Beesel, Bergen, Echt-Susteren, Gennep, Horst aan de Maas, Leudal, Nederweert, Maasgouw, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Venlo, Venray en MKB Limburg. Duitse participanten: Landeshauptstadt Düsseldorf, Mönchengladbach, Krefeld, het zuidelijk deel van de Kreis Kleve, de gemeenten Brüggen, Niederkrüchten, Straelen, Geldern, Nettetal, Wassenberg, Selfkant en Wegberg, de Kreis Viersen, de Rhein-Kreis Neuss, de Industrie- und Handelskammer Mittlerer Niederrhein Krefeld-Mönchengladbach-Neuss en de Niederrheinische Industrie- und Handelskammer in Duisburg. Bestuursstructuur: De Euregio Rijn-Maas-Noord is een publiekrechtelijk openbaar lichaam naar Duits recht met bestuur en ledenvergadering. Financiën: Per 1-jan-18 31-dec-18 Eigen vermogen € 372.798 € 380.910 Vreemd vermogen € 445.018 € 570.090 Resultaat 2018: € 8.111

Bijdrage/Belang: € 6.880 voor het jaar 2020 (€ 3.440 per stem). Risico: Financieel risico is beperkt tot de jaarlijkse bijdrage .

125

126

5.7 Grondbeleid

In deze paragraaf worden de volgende aspecten van het grondbeleid nader beschouwd: 1. Visie op grondbeleid 2. Ontwikkelingen 3. Bouwgronden in exploitatie 4. Risico’s plannen en reservepositie

5.7.1 Visie grondbeleid

A. Nota grondbeleid De nota grondbeleid voor de periode 2016-2020 is op 13 oktober 2016 door de raad vastgesteld. In de nota zijn de doelstellingen aangegeven. Op basis van de evaluatie van het gevoerde beleid in voorgaande periode zijn uitgangspunten geformuleerd. Tevens zijn de financiële kaders en beheersmaatregelen bij deze uitgangspunten benoemd. De Nota Grondbeleid wordt minimaal vierjaarlijks geactualiseerd op basis van een evaluatie van het gevoerde grondbeleid. Doelstellingen Nota Grondbeleid 2016-2020 De doelstellingen van de Nota Grondbeleid zijn:  Het bevorderen van maatschappelijk gewenst ruimtegebruik.  Het bevorderen van een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten over gebruikers, exploitanten, eigenaren en de gemeente Maasgouw.  Het verhogen van de kwaliteit van het ruimtegebruik binnen de gemeente, de zeggenschap voor de burger en de marktwerking op de grondmarkt.  Inzicht geven van de gevolgen van (wijzigingen) in relevante wet- en regelgeving voor het grondbeleid. Uitgangspunten van de Nota Grondbeleid 2016-2020 In de nota zijn de uitgangspunten voor het beleid, de procedures, de uitvoering en de beheersing van de grondexploitatie opgenomen.

De (voor de begroting) relevante uitgangspunten zijn:  Faciliterende rol De gemeente heeft gekozen voor een overwegend faciliterend grondbeleid. De mogelijkheid bestaat om situationeel een actief grondbeleid te voeren, mits het financiële risico aanvaardbaar is. In geval van publiek-private samenwerking zal per plan worden beoordeeld welke vorm van samenwerking wordt aangegaan. Bij deze beoordeling spelen de volgende aspecten een belangrijke rol: - de grondpositie die de gemeente heeft; - de risico’s die de gemeente mogelijk loopt; - de complexiteit van het plan.  Geen relatie meer tussen grondexploitatie en ontwikkeling maatschappelijke voorzieningen Uit oogpunt van een solide financieel beleid wordt geen directe relatie meer gelegd tussen de opbrengsten die voortvloeien uit de bouwgrondexploitatie en het realiseren van maatschappelijke voorzieningen.  Voldoende invloed op gewenste ruimtelijke ontwikkelingen In de nota grondbeleid komen alle facetten van de grondexploitatie aan de orde. Door deze nota heeft de gemeente voldoende invloed op de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen.

127

Afwaardering te hoge boekwaarde Op basis van de feitelijke situatie en de geactualiseerde exploitatieopzetten wordt jaarlijks de mogelijke benodigde afwaarderingen doorgevoerd om risico’s te reduceren en te hoge financieringslasten te voorkomen.

B. Financiële Kaders en beheersingsmaatregelen Afhankelijk van de situatie dan wel eigen of geen grondposities, middelen, risico’s, gewenste lokale ontwikkelingen kan het ontwikkelingsbedrijf per complex inspelen op de gewenste positie. De in de nota grondbeleid opgenomen uitgangspunten zijn daarbij de basis. Hierna volgen de kaders en beheersmaatregelen van planning & control en risicomanagement.

Ontwikkelingsbedrijf en de clustering van grondexploitaties Het ontwikkelingsbedrijf is ingebed in de bestaande organisatie van deze gemeente. Dit geldt zowel voor de fysieke organisatie als de financiële administratie. De grondexploitaties zijn verweven met elkaar en zijn in het ontwikkelingsbedrijf geclusterd. Voor zover er na toetsing aan de uitgangpunten nog eigen plannen ontwikkeld (kunnen) worden, dienen die aan volgende planning & controlkaders te voldoen.

Planning & control Ontwikkelingsbedrijf De volgende uitgangspunten worden gehanteerd in het kader van planning & control.

Grondnota is uitgangspunt De voornoemde visie en beleidsvoornemens zijn de uitgangspunten voor de beheersing van de grondexploitatie.

Grondexploitatieopzet vastgesteld door de gemeenteraad bij ontwikkeling eigen plannen De eigen gemeentelijke plannen doorlopen een aantal fasen. Nadat een plan de initiatieffase en vervolgens de definitiefase doorlopen heeft, wordt de exploitatieopzet voorgelegd aan de raad ter vaststelling. De vastgestelde exploitatieopzet is het kader voor de uitvoering en realisatie van het bestemmingsplan. Voor inzicht in de plannen worden extracomptabel exploitatieoverzichten per plan bijgehouden. De verwachte resultaten zijn hierin zichtbaar. Deze exploitatieoverzichten en de exploitatieopzetten worden elk jaar geactualiseerd bij het opstellen van de jaarrekening en de begroting. De jaarrekening geeft op basis van dit overzicht een totaaloverzicht van de boekwaarden, de verwachte resultaten en risico’s. De begroting geeft de verwachting weer.

Kadernota In de kadernota staan in grote lijnen de consequenties van de voorgenomen keuzes, die mede als uitgangspunt dienen voor de begroting.

Programmabegroting In de programmabegroting worden de visie, beleidsvoornemens en de plannen voor het komende jaar toegelicht.

Tussentijdse rapportage/verantwoording/bijsturing door Proraps In de Proraps worden eventuele voorgedane afwijkingen gemeld.

Actualisatie grondexploitaties De realisatie en de geactualiseerde exploitatieoverzichten samen geven inzicht in de looptijden, de verwachte resultaten, de risicoanalyse, de te vormen buffers van de onderhanden zijnde complexen.

De grondexploitaties worden 2x per jaar geactualiseerd. Actualisatie vindt plaats bij de begroting en de jaarrekening. De uitkomsten van deze actualisatie worden op basis van de nominale waarde verwerkt in de begroting en de jaarrekening.

128

Jaarrekening: risicoanalyse versus weerstandsvermogen De realisatie en de geactualiseerde exploitatieoverzichten tezamen geven inzicht in de looptijden, de verwachte resultaten, de risicoanalyse, de te vormen buffers van de onderhanden zijnde complexen. Voorzieningen worden getroffen als dat nodig is. De omvang van de reserve ‘ontwikkelingsbedrijf’ wordt afgezet tegen de risico’s c.q. te vormen buffers om te kunnen beoordelen of de aanwezige weerstandsbuffer voldoende van omvang is om niet voorziene tegenvallers op te vangen.

Risicomanagement In april 2016 is de Beleidsnota Risicomanagement en weerstandsvermogen 2016-2019 vastgesteld. De grondexploitaties zijn onderdeel van het risicomanagement, zowel de eigen grondexploitaties als de exploitatieovereenkomsten.

Risicomanagement is het proces van identificeren en beheersen van risico’s. De risico’s bij grondexploitaties kunnen over het algemeen groot van omvang en onzekerheden zijn, onder meer door:  de omvangrijke (voor-)investeringen;  de (lange) looptijd van projecten;  de afhankelijkheid van marktomstandigheden en de algemene economische situatie.

In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat sprake is van een gering risicoprofiel, mede vanwege het overwegend passieve grondbeleid van de gemeente.

Faciliterend grondbeleid en financiële risico’s Bij faciliterend grondbeleid wordt de ontwikkeling aan de markt overgelaten, maar door samenwerkings-overeenkomsten met marktpartijen probeert de gemeente sturing te geven. Is er sprake van samenwerkingsovereenkomsten, dan liggen de (financiële) risico’s in de meeste gevallen bij de marktpartijen. Het risico dat de gemeente wel loopt is dat geplande woningbouwprogramma’s, geplande maatschappelijke voorzieningen en eigen projecten stagneren. Dit kan in het geval van tegenvallende economische ontwikkelingen nadelige financiële consequenties hebben voor de gemeente. Daarnaast kan een projectontwikkelaar failliet gaan waarna afwikkeling en nieuwe partijen gezocht dienen te worden waardoor de ontwikkeling stagneert.

In het kader van actief risicomanagement worden gelijktijdig met het actualiseren van de grondexploitatieberekeningen (2x per jaar) de risico’s geïnventariseerd, geclassificeerd en gekwantificeerd. Waar nodig worden beheersingsmaatregelen getroffen en wordt nagegaan in hoeverre de beschikbare weerstandscapaciteit (= de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) voldoende is om de resterende risico’s af te dekken.

Als laatste onderdeel van het risicomanagement wordt de omvang van de reserve ‘ontwikkelingsbedrijf’ afgezet tegen de risico’s c.q. te vormen buffers om te kunnen beoordelen of de aanwezige weerstandsbuffer voldoende van omvang is om niet voorziene tegenvallers op te vangen.

Weerstandsvermogen Ontwikkelingsbedrijf In principe vormt de Reserve Ontwikkelingsbedrijf het weerstandsvermogen voor algemene financiële risico’s en onverwachte tegenvallers binnen de grondexploitaties.

Reserve Ontwikkelingsbedrijf Deze bestemmingsreserve is bestemd voor de opvang van onverwachte tegenvallers bij de uitvoering van bouwgrondexploitaties op basis van exploitatieberekeningen en wordt gevoed door voordelen op bouwgrondexploitaties.

129

Onverwachte tegenvallers die niet opgevangen kunnen worden door deze bestemmingsreserve worden afgedekt uit de Algemene Reserve.

C. Wet- en regelgeving Ten aanzien van de verslaggeving van de grondexploitaties geeft het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) voorschriften. De implicaties hiervan zullen onderstaand worden toegelicht.

Voorzieningen en verwachte tekorten Voor tegenvallers die kunnen worden gekwantificeerd dienen in het bestemmingsplan voorzieningen te worden gevormd.

Voorzieningen worden onder meer gevormd wegens: a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten; b. op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten.

Voorzieningen ter dekking van de (verwachte) tekorten in grondexploitaties worden gepresenteerd als een waardecorrectie op de post bouwgrond in exploitatie.

Rentetoerekening De wijze waarop rente toegerekend dient te worden aan de grondexploitaties is nog niet zo heel lang geleden gewijzigd. Volgens de gewijzigde verslaggevingsvoorschriften dienen de rentekosten toegerekend te worden op basis van de verhouding vreemd vermogen ten opzichte van het totaal vermogen. Het rentepercentage voor de grondexploitaties bedroeg bij de jaarrekening 2018 0,63%.

Vennootschapsbelasting (Vpb)-plicht De EU heeft de Nederlandse overheid opgelegd dat onder meer gemeenten per 1 januari 2016 Vpb- plichtig worden voor een aantal taken. Dit betreft taken van de gemeente waarvoor zij een materiële onderneming zijn en er geen objectieve vrijstelling van toepassing is. Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn:  De plannen zijn getoetst aan de regels die gelden voor de Vpb. Ondernemingstoets: voldoet door deelname van kapitaal en arbeid, doch de exploitaties zijn op basis van de huidige fiscale inzichten (fiscaal) niet-winstgevend.  Om één aangifte te kunnen doen voor de gehele grondexploitatie is er een clustertoets. De grondexploitatie is één cluster als gevolg van de verwevenheid van de grondexploitaties. Het is belangrijk om als één ontwikkelingsbedrijf naar buiten te treden om zodoende niet per plan per jaar aangifte te hoeven doen. De gemeente treedt ook als één bedrijf naar buiten via de website www.woneninmaasgouw.nl.

Op 18 april 2018 is de aangifte vennootschapsbelasting 2016 ingezonden. Hieruit blijken geen vpb- lasten voor het jaar 2016. De uitkomsten voor 2017 en 2018 jaren zijn nog onzeker. De voorbereidingen voor beide aangiften zijn in gang gezet. De belastingdienst heeft uitstel verleend voor het indienen van beide aangiften tot 1 november 2019.

130

5.7.2 Ontwikkelingen

Bijstelling te bouwen woningarsenaal/planvoorraad Met de vaststelling van de structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving Midden-Limburg (de visie) op 18 december 2014 heeft de raad het college opgedragen de planvoorraad zowel kwantitatief als kwalitatief in overeenstemming te brengen met de in de visie geformuleerde uitgangspunten. Dit heeft het college doorvertaald in een lokale uitwerking, waarvan de uitvoering begin 2016 is gestart. Het bestemmingsplan dat de planafbouw planologisch reguleert is op 19 maart 2019 vastgesteld en inmiddels onherroepelijk geworden.

De huidige demografische ontwikkelingen met een veranderende kwalitatieve woningbehoefte vragen om zowel een transformatie als een nog slechts beperkte uitbreiding van de bestaande woningvoorraad. Met de aanpak van de overtollige plancapaciteit en de bestaande mismatch tussen vraag en aanbod op de lokale woningmarkt wordt in combinatie met het realiseren van voldoende kwalitatieve nieuwbouwwoningen, op een verantwoorde wijze sturing gegeven en regie gevoerd. De planvoorraad zal in de tijd gecontroleerd worden afgebouwd waarnaast tot en met 2023 430 woningen gebouwd kunnen worden.

In het document “Beleid 2018-2019 Uitvoering Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving Midden-Limburg 2014-2024” is niet alleen de stand van zaken en besluitvorming ten aanzien van alle woningbouwplannen opgenomen, maar wordt tevens een -weliswaar- beperkte ruimte voor nieuwe initiatieven gecreëerd voor in totaal 42 woningtoevoegingen. Hiermee wordt de overtollige plancapaciteit terug gebracht binnen de in de structuurvisie opgenomen kaders en voor individuele woningplannen de ruimte geschapen om alsnog tot realisatie over te gaan.

Het bovenstaande beleid is in beginsel gecontinueerd door vaststelling van de Structuurvisie Wonen Midden-Limburg 2018 tot en met 2021 op 2 juli 2019. Samengevat is het belangrijk te onderkennen dat de regionale samenwerking op het terrein van wonen van belang is voor de ontwikkelmogelijkheden voor het merendeel van de Midden-Limburgse gemeenten. Door verdeling van het regionale groeicijfer (4,2%) over alle gemeenten krijgt namelijk elke gemeente extra ruimte dan waarop volgens de prognoses aanspraak kan worden gemaakt. Daarmee wordt ook de mogelijkheid geboden om te bouwen in elke kern. Deze lokale uitwerking van laatstgenoemde structuurvisie behoort nog plaats te vinden. Dit is voorzien voor eind 2019.

131

5.7.3 Bouwgronden in exploitatie

Totaaloverzicht grondexploitatie In het overzicht op de volgende pagina zijn de plannen met financiële gegevens opgenomen met de daarbij behorende raming van de looptijd. De verwachting is dat de boekwaarden en de nog te maken kosten in totaliteit kunnen worden gedekt door de opbrengst van grondverkopen en bijdragen van de gemeente.

Boekwaarde Looptijd Totaal geraamde Totaal geraamde Totaal geraamde Tussentijdse Nog te realiseren 1-1-2019 opbrengsten kosten winstneming winstneming tm 2018 winstneming Bosserhofsveld € 122.115 2023 € 3.695.300 € 2.769.200 € 926.100 € 389.600 € 536.500 Linne Zuidoost € 81.644 € 3.656.600 € 3.656.600 € - € - € - Schoollocatie Ohé en Laak € - 2020 € 139.800 € 364.900 € -225.100 € -225.100 € - Op de Konie € - 2025 € 1.049.600 € 1.150.900 € -101.300 € - € -101.300 Nautische Boulevard € - 2027 € 4.573.300 € 4.567.100 € - € - € - Totaal € 203.759 € 13.114.600 € 12.508.700 € 599.700 € 164.500 € 435.200

Totaal geraamde Gerealiseerde Nog te realiseren opbrengsten opbrengsten tot 1-1-2019 opbrengsten 2019 e.v. Bosserhofsveld € 3.695.300 € 2.211.900 € 1.483.400 Linne Zuidoost € 3.656.600 € 3.288.400 € 368.200 Schoollocatie Ohé en Laak € 139.800 € - € 139.800 Op de Konie € 1.049.600 € - € 1.049.600 Nautische Boulevard € 4.573.300 € - € 4.573.300 Totaal € 13.114.600 € 5.500.300 € 7.614.300

Totaal geraamde Gerealiseerde Nog te realiseren kosten kosten tot 1-1-2019 kosten 2019 e.v. Bosserhofsveld € 2.769.200 € 1.944.300 € 824.900 Linne Zuidoost € 3.656.600 € 3.370.000 € 286.600 Schoollocatie Ohé en Laak € 364.900 € 104.000 € 260.900 Op de Konie € 1.150.900 € - € 1.150.900 Nautische Boulevard € 4.567.100 € - € 4.567.100 Totaal € 12.508.700 € 5.418.300 € 7.090.400

De volgende bouwgronden (bestemmingsplannen) zijn in exploitatie. Per project worden deze kort toegelicht.

Bosserhofsveld Maasbracht Vanaf 2019 zijn alleen nog de door de gemeente uit te geven kavels te koop: de woningen van de projectontwikkelaar zijn inmiddels allemaal verkocht en medio 2019 opgeleverd. Van de 22 gemeentelijke kavels zijn per september 2019 in totaal 16 kavels verkocht en is er op 1 kavel een optie gevestigd. Van de in totaal 48 te verkopen kavels/woningen zijn er nog 6 kavels beschikbaar voor de verkoop vanaf 2020. De geraamde kosten voor woonrijp maken zijn grotendeels gerealiseerd in 2019. Het verder woonrijp maken vindt plaats naargelang de voortgang van de kavelverkopen en het tijdstip van bewoning van de nieuwgebouwde woningen.

Brede School Thorn Dit project is inmiddels afgerond, maar daar komt nog een extra uitgave bij. Afgesproken is namelijk dat meer of minder geleverde grond bij definitieve inmeting wordt verrekend. Inmiddels is duidelijk dat aan Wonen Limburg minder grond geleverd is dan in de akte was benoemd, dit betekent een verrekening van € 83.000. Dit bedrag komt ten laste van de reserve Ontwikkelingsbedrijf.

Linne Zuidoost De locatie Linne Zuidoost is, voor wat betreft het nog niet gerealiseerde deel, gelegen binnen het bestemmingsplan Linne Zuidoost. Het bestemmingsplan Linne Zuidoost voorzag aanvankelijk in de realisatie van een woonwijk van maximaal 238 woningen, een sportvoorziening, dit alles met bijbehorende openbare ruimte. Inmiddels zijn 14 woningen alsmede de sportvoorziening en een gedeelte van de openbare ruimte gerealiseerd. Deze gerealiseerde onderdelen maken onderdeel uit

132

van het nadien vastgestelde bestemmingsplan Linne. De locatie Linne Zuidoost is voorts gelegen binnen het exploitatieplan Linne Zuidoost. Het exploitatieplan Linne Zuidoost heeft, naast de functie van kostenverhaal bij particuliere exploitatie, ook tot doel regels te stellen bij de uitvoering van het bestemmingsplan. In de raadsvergadering van 18 februari 2016 is de eerste herziening van het exploitatieplan Linne Zuidoost inclusief de bijbehorende interne grondexploitatie door de gemeenteraad vastgesteld. Bij uitspraak van de Raad van State van 5 oktober 2016 zijn de beroepen, gericht tegen het raadsbesluit van 18 februari 2016, deels niet ontvankelijk en voor het overige ongegrond verklaard. Dit betekent dat het vaststellingsbesluit van de eerste herziening van het exploitatieplan Linne Zuidoost op die datum geheel onherroepelijk is geworden.

Het college heeft, als uitwerking van het ‘Beleid 2018-2019 Uitvoering Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving Midden-Limburg 2014-2024’ (vastgesteld bij raadsbesluit van 18 januari 2018), in zijn vergadering van 26 juni 2018 het Beleid ‘Planafbouw Linne Zuidoost’ vastgesteld. De wijziging van het uitvoeringsbeleid voorziet erin dat, indien in de komende periode niet tijdig de fasegewijze ontwikkeling tot stand zal komen, op dat moment de mogelijkheid bestaat het bestemmingsplan fasegewijs te wijzigen waarbij dan woningbouwtitels in nader aangegeven deelgebieden komen te vervallen. De uitwerking geschiedt in de vorm van een bestemmingsplanherziening en, daaraan verbonden, een herziening van het geldende exploitatieplan.

Inmiddels heeft een marktpartij (Linnerpark BV) de gronden verworven en heeft aangegeven tot ontwikkeling te willen over gaan. Dit betekent dat het bestaande bestemmingsplan en de bijbehorende grondexploitatie herzien worden, om daarmee een adequaat kostenverhaal mogelijk te maken.

Schoollocatie Ohé en Laak Bij Schoollocatie Ohé en Laak zijn de onderhandelingen vergevorderd. Na een besluit en bestemmings- planwijziging is de verwachting dat de bouwlocatie in 2020 geleverd wordt. Bij daadwerkelijke realisatie zal de geraamde verkoopopbrengst van € 139.800 waarschijnlijk lager uitvallen.

Op de Konie Stevensweert Voor het project Op de Konie heeft de gemeenteraad op 29 januari 2019 een bestemmingsplan, exploitatieplan en interne grondexploitatie vastgesteld. Binnen het plangebied is hiermee de bouw van maximaal 29 woningen mogelijk gemaakt. De gemeente betaalt het bouw- en woonrijp maken van het plan. De kosten hiervoor worden op de eigenaren verhaald via een te betalen exploitatiebijdrage. De reeds gemaakte voorbereidingskosten zijn in de grondexploitatie meegenomen.

Nautische Boulevard Op 6 juni 2019 heeft de raad ingestemd met de exploitatieopzet Nautische Boulevard. De Nautische Boulevard is de doorontwikkeling van de Prins Mauritshaven in Wessem. Momenteel zijn op de Nautische Boulevard zowel nautische als niet-nautische bedrijven gevestigd. Het doel is om de Nautische Boulevard zoveel mogelijk te laten ‘verkleuren’ naar nautisch zodat de Nautische Boulevard een ‘one-stop shop’ wordt voor de recreatievaart.

De gebiedsontwikkeling is in samenwerking met OML uitgewerkt in een businesscase en een grondexploitatie. De grondexploitatie kent een onrendabele top van € 1,1 miljoen. Deze onrendabele top wordt voor 50% gesubsidieerd door de Provincie Limburg, onder de voorwaarde dat het plangebied nautisch verkleurd. Het resterende deel van de onrendabele top komt voor rekening van de gemeente Maasgouw en wordt gedekt door inzet van de reserve ‘Kansenkaart Herstructurering’.

In juli 2018 heeft de gemeente Maasgouw de locatie Maasdijk 3 op het voorterrein verworven met als doel om deze nautisch te laten verkleuren. Voor deze locatie lopen momenteel onderhandelingen met gegadigden die uitstekend passen binnen de ‘one-stop shop’ ontwikkeling op de Nautische Boulevard.

133

5.7.4 Risico’s plannen en reservepositie

Risico’s Het volgende risico wordt bij de grondexploitatie onderkend:

- Afbouw planvoorraad In het kader van de structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving Midden-Limburg wordt de omvang van de planvoorraad gecontroleerd afgebouwd. Mogelijk kan dit tot kosten leiden. Kosten/bouwclaims zijn nog onbekend en onzeker.

- Programma Aanpak Stikstof Op 29 mei 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een uitspraak gedaan in het kader van het door overheden als toetsingskader voor omgevingsvergunningen gehanteerde Programma Aanpak Stikstof (hierna: PAS). De uitspraak behelst - kort gezegd - dat het PAS niet meer gebruikt mag worden als basis om omgevingsvergunningen en planologische besluiten te verlenen voor activiteiten die leiden tot een stikstoftoename ter plaatse van kwetsbare natuurgebieden (Natura 2000-gebieden). Voor een goed begrip: het betreft dus niet alleen activiteiten die binnen Natura 2000- gebieden zijn gelegen, maar ook activiteiten die daarbuiten plaatsvinden maar op de Natura 2000- gebieden effect hebben.

Deze uitspraak heeft consequenties voor ruimtelijke ontwikkelingen zoals woningbouw, de aanleg van infrastructuur (o.a. vaar-, spoor-, en autowegen), de bouw van nieuwe bedrijven en agrarische activiteiten die kunnen leiden tot een toename van de stikstofdepositie op stikstofgevoelige habitattypen in Natura 2000-gebieden. Deze toename van de stikstofdepositie kan het gevolg zijn van bouwwerkzaamheden in de aanlegfase (bijvoorbeeld als gevolg van de aanvoer van bouwmaterialen naar en grondverzet op de bouwplaats). Het gebruik van de woningen (de gebruiksfase) kan ook leiden tot een toename van de stikstofdepositie. Deze toename kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van het gebruik van gas en het autoverkeer van bewoners en bezoekers van de woningen. Er is op dit moment geen manier om de effecten van een (bouwplan) op een natura 2000-gebied te bepalen.

De vraag die nu bij alle decentrale overheden in Nederland op tafel ligt, is hoe om te gaan met de ingediende aanvragen omgevingsvergunningen voor bouw- en milieuactiviteiten en afwijken bestemmingsplan, inclusief de aanvragen die de komende tijd nog zullen worden ingediend. Vanuit de hogere overheden (Rijk en Provincie) is hierover nog niet gecommuniceerd. Wel is bekend dat op Rijksniveau een adviescollege is ingesteld. Naar verwachting zullen zij dit najaar een advies uitbrengen. Tot die tijd heerst er onduidelijkheid.

Formeel geldt voor elke aanvraag omgevingsvergunning nu de situatie dat er geen toetsingskader voor de stikstof-beoordeling beschikbaar is en de procedure ‘on hold’ moet worden gezet. Weliswaar is er is sprake van een door ministerie/VNG/IPO te ontwikkelen beleidskader ter opvulling van het juridische gat dat door de Afdeling uitspraak is ontstaan, maar dit beleidskader wordt pas verwacht in het najaar 2019.

De stikstofproblematiek kan leiden tot een vertraging in de ruimtelijke fysieke projecten, met als gevolg extra rentelasten door vertraagde gronduitgifte en mogelijk extra advieskosten.

134

Reserve ontwikkelingsbedrijf In navolging van voorgaande jaren worden de resultaten van de diverse grondexploitaties verwerkt in de reserve Ontwikkelingsbedrijf. In het verleden is uit deze reserve geld gebruikt voor de ontwikkeling van maatschappelijke projecten. De economische ontwikkeling en de daaruit voortvloeiende herijking van projecten hebben geleid tot lager bijgestelde verwachte resultaten en uitputting van de reserve.

De reserve ontwikkelingsbedrijf was nihil ultimo 2016. De reserve is voorheen ingezet om de tekorten of lagere opbrengsten van de bijgestelde plannen financieel af te dekken. Zoals opgenomen in de huidige grondnota komen onverwachte tegenvallers ten laste van de Algemene Reserve als die niet opgevangen kunnen worden door de reserve ontwikkelingsbedrijf.

Het verwachte verloop van de reserve ontwikkelingsbedrijf is als volgt:

2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Beginsaldo 0 269.400 1.432.900 1.481.300 1.638.200 1.845.100 1.845.100 Bij 428.000 1.204.600 232.700 206.900 206.900 - - Af 158.600 41.100 184.300 50.000 - - - Eindsaldo 269.400 1.432.900 1.481.300 1.638.200 1.845.100 1.845.100 1.845.100

Toevoeging 2019 Tussentijdse winstneming Bosserhofsveld Maasbracht € 122.700 Verkoop kavel 4 project Reutsdael € 110.000 Totaal € 232.700

De geprognosticeerde tussentijdse winstneming Bosserhofsveld is berekend op basis van de verslaggevingsvoorschriften en de herziening van de grondexploitatie.

Omdat het project Reutsdael bij de jaarrekening 2018 administratief is afgesloten, vloeit de verkoopopbrengst van kavel 4 rechtstreeks naar de reserve ontwikkelingsbedrijf. De koopovereenkomst voor deze kavel is in 2018 afgesloten. De levering heeft in 2019 plaatsgevonden.

Uitname 2019 Verrekening gronduitgifte Brede School Thorn met Wonen Limburg € 83.000 Bijdrage in onrendabele top project Op de Konie € 101.300 Totaal € 184.300

Voor een toelichting bij de gronduitgifte Brede School Thorn met Wonen Limburg wordt verwezen naar de eerdere toelichting bij dit project. Uit de grondexploitatie van het project Op de Konie blijkt een onrendabele top van € 101.300. De raad heeft in januari 2019 ingestemd met het dekken van dit tekort middels een aanwending uit de reserve ontwikkelingsbedrijf.

Toevoeging 2020 Tussentijdse winstneming Bosserhofsveld Maasbracht € 206.900

De geprognosticeerde tussentijdse winstneming Bosserhofsveld is berekend op basis van de verslaggevingsvoorschriften en de herziening van de grondexploitatie.

Uitname 2020 Realisatie tijdelijke woningen € 50.000

135

De gemeente heeft als doel te voorzien in voldoende kwalitatieve woonruimte voor groepen inwoners die niet kunnen terugvallen op de reguliere woonvoorraad. In samenwerking met woningcorporatie Wonen Limburg worden een tiental tijdelijke woningen gerealiseerd aan de Kruisweg 32 te Maasbracht. Een eventuele gemeentelijke bijdrage aan dit initiatief betreft onder meer de kosten van bouw- en woonrijp maken, een mogelijke vrijstelling van leges en een bijdrage in het investeringstekort. Hoewel de omvang van de gemeentelijke bijdrage nog niet exact te becijferen is, wordt voorgesteld om incidenteel een bedrag van € 50.000 aan te wenden uit de reserve ontwikkelingsbedrijf.

Toevoeging 2021 Tussentijdse winstneming Bosserhofsveld Maasbracht € 206.900

De geprognosticeerde tussentijdse winstneming Bosserhofsveld is berekend op basis van de verslaggevingsvoorschriften en de herziening van de grondexploitatie.

De risico’s van het Ontwikkelingsbedrijf zijn daar waar relevant en afhankelijk van de omvang eveneens opgenomen in de risicoparagraaf.

Weerstandsvermogen/capaciteit

De risico’s van de grondexploitatie worden behoudens voornoemd saldo en indien nodig afgedekt door de weerstandscapaciteit van de gemeente. Mogelijke onvoorzienbare tegenvallers komen ten laste van de Algemene Reserve.

Conclusie Geconcludeerd kan worden dat de financiële positie van de grondexploitatie in relatie tot de risico’s als ruim voldoende kan worden aangemerkt. Voorwaarde hierbij is wel dat de bouwclaims gecontroleerd kunnen worden afgebouwd en dat de toekomstige verkopen in de huidige exploitatie zijnde bestemmingsplannen gerealiseerd gaan worden. Dit laatste behoort tot de mogelijkheden vanwege de aantrekkende economie en koopkracht in het algemeen maar ook het toenemende aantal grondverkopen in de gemeente zelf.

136

5.8 Lokale heffingen

De paragraaf lokale heffingen geeft op basis van het BBV inzicht in:  de geraamde inkomsten  het beleid ten aanzien van de lokale heffingen  een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, waarin inzichtelijk wordt gemaakt hoe bij de berekening van tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden, wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd  een aanduiding van de lokale lastendruk  een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid

Woonlasten Eigenwoningbezitters, maar ook huurders zijn een gedeelte van hun besteedbare inkomen kwijt aan woonlasten. Ongeveer de helft van de woonlasten bestaat uit hypotheeklasten. Daarnaast zijn er meer bijkomende woonlasten, zoals energie, water, de opstalverzekering en andere woonlasten, zoals belastingen. De belangrijkste woonbelastingen worden door het Rijk opgelegd, zoals belastingen op energie en water, het eigenwoningforfait en de overdrachtsbelasting. Daarnaast zijn er nog waterschapslasten en de gemeentelijke belastingen. Over deze gemeentelijke belastingen gaat de paragraaf Lokale heffingen.

Lastendruk Hieronder staat een overzicht van de tariefontwikkeling en de lastendruk van vier jaren.

Ontwikkeling belastingtarieven Maasgouw 2017-2020

2017 2018 2019 2020

OZB Maasgouw percentage percentage percentage percentage tarief eigenaar woning 0,1116 0,1112 0,1072 n.n.b. tarief eigenaar niet-woning 0,1974 0,2058 0,1943 n.n.b. tarief gebruiker niet-woning 0,1758 0,1866 0,1713 n.n.b.

OZB € 197,24 € 200,94 € 204,50 n.n.b.

Afvalstoffenheffing € 175,56 € 181,68 € 204,48 n.n.b.

Rioolheffing eigendom € 102,30 € 107,42 € 112,79 n.n.b. gebruik € 113,67 € 119,35 € 125,32 n.n.b.

Huishouden met eigen woning € 588,77 € 609,39 € 647,09 n.n.b.

WOZ-waarde* € 176.742 € 180.701 € 190.766 n.n.b.

Huishouden met huurwoning € 289,23 € 301,03 € 329,80 n.n.b.

gemiddelde waardemutatie 2016-2017: 1,69% gemiddelde waardemutatie 2017-2018: 2,24% gemiddelde waardemutatie 2018-2019: 5,57%

137

De kolomgegevens 2020 kunnen nog niet worden ingevuld omdat de WOZ waardeontwikkeling per 1 januari 2019 nog niet beschikbaar is. Eveneens dient voor de afvalstoffenheffing en de rioolrechten nog een kostendekkende exploitatie voor 2020 te worden berekend.

Uitgangspunten tarievenbeleid Het belastingbeleid van Maasgouw was in de afgelopen jaren gericht op het zo laag mogelijk houden van de lokale lasten en in ieder geval te zorgen voor een consistente tariefontwikkeling. In het belastingoverzicht 2019 van de Provincie Limburg staat Maasgouw in de top 3 van de Limburgse gemeenten met de laagste lokale lasten. De mate waarin we deze positie kunnen handhaven is mede afhankelijk van de ambities en financiële vertaling daarvan. Deze positie is derhalve geen doel op zich.

Volgens het beleidskader mogen de tarieven voor de afvalstoffen- en rioolheffing niet hoger zijn dan 100% kostendekkend. Het tarief voor de rioolheffing wordt gebaseerd op het vGRP Maasgouw 2017- 2021. Het tarief afvalstoffenheffing wordt berekend op basis van een actuele berekening van de totale verwerkingskosten.

Voor de forensenbelasting, leges, lijkbezorgingsrechten en marktgelden gaan we voor het jaar 2020 uit van een verhoging met het inflatiepercentage van 1,4% zoals opgenomen in de Meicirculaire. Het voorstel is om de tarieven voor de parkeerbelastingen en de hondenbelasting te handhaven op het niveau van 2019. Voor de forensenbelasting en (water-)toeristenbelasting wordt voorgesteld om beide tarieven in 2020 te laten stijgen met 8,8%.

In de raadsvergadering van 17 december 2019 is de definitieve vaststelling van deze tarieven aan de orde. De uitkomsten van de begrotingsdiscussie zullen worden verwerkt in het raadsvoorstel dat wordt voorgelegd ter besluitvorming.

Onbenutte belastingcapaciteit De heffing van gemeentelijke belastingen is een belangrijk dekkingsmiddel voor gemeenten. Heffingen kunnen daarom ook in beeld komen als tekorten moeten worden gesaneerd. In een situatie dat een gemeente er niet meer in slaagt om zelf de tekorten te saneren, kan zij een beroep doen op artikel 12 van de Financiële verhoudingswet (Fvw). Om voor artikel 12 van de Fvw-steun in aanmerking te kunnen komen moet een gemeente aan strenge eisen voldoen. De Fvw bepaalt dat de eigen inkomsten van een gemeente een redelijk peil moeten hebben, wil zij in aanmerking komen voor een aanvullende uitkering op basis van artikel 12. Om te beoordelen wat een redelijk peil is, worden de inkomsten uit onroerende-zaakbelastingen, rioolheffingen, afvalstoffenheffingen en reinigingsrechten beoordeeld. In de Meicirculaire 2019 is bepaald dat het percentage van de WOZ waarde voor toelating tot artikel 12 voor het jaar 2020 is vastgesteld op 0,1853. Wanneer dit percentage wordt toegepast op de totale WOZ waarden van woningen en niet-woningen leidt dit tot een maximale belastingcapaciteit van € 5.849.000. Gelet op de verwachte belastingopbrengsten van € 3.989.000 bedraagt de onbenutte belastingcapaciteit € 1.938.900. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing hanteren we overigens een lagere (meer reële) onbenutte belastingcapaciteit namelijk van 16% (€ 638.000).

Onroerende-zaakbelastingen (OZB) Er is een relatie tussen de OZB en de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. De algemene uitkering wordt over de gemeenten verdeeld met behulp van verdeelmaatstaven. Deze weerspiegelen onder andere verschillen in belastingcapaciteit. Deze capaciteit is afgeleid van de waarde van onroerende zaken. Gemeenten met een hoge WOZ-capaciteit binnen hun grenzen, krijgen een lagere uitkering dan soortgelijke gemeenten met minder waardevol onroerend goed. Hierbij speelt het ‘rekentarief’ een belangrijke rol. Dit rekentarief is globaal afgeleid van het gemiddelde OZB-tarief. Hieronder is te zien hoe de OZB-tarieven in onze gemeente zich verhouden tot de door het Rijk vastgestelde rekentarieven. Dit is uitgedrukt in procenten.

138

OZB Rekentarief 2019 Rekentarief 2020 OZB-tarief 2019 OZB-tarief 2020 Woningen eigenaar 0,1000 0,0939 0,1072 n.n.b. Niet-woningen eigenaar 0,1569 0,1576 0,1943 n.n.b. Niet-woningen gebruiker 0,1265 0,1270 0,1713 n.n.b.

Bij de tariefbepaling is het belangrijk dat ieder jaar opnieuw wordt gewaardeerd in het kader van de Wet WOZ. Hierbij moet dus uitgegaan worden van nieuwe waarden (naar waarde-peildatum 1 januari 2019) voor woningen en niet-woningen. De regionale waardeontwikkeling 2020 is ten tijde van het opstellen van de begroting nog niet bekend. Deze gegevens worden als uitgangspunt bij de berekening van de nieuwe tarieven genomen. In de raadsvergadering van december 2019 worden de tarieven 2020 ter besluitvorming voorgelegd. De OZB is één van de weinige ‘knoppen waaraan gedraaid’ kan worden en die substantiële meeropbrengst kan genereren. Door toename van het aantal woningen is de ozb-capaciteit toegenomen. Deze zogenaamde areaaluitbreiding leidt tot een meeropbrengst van € 40.000 structureel. In de begroting 2018 is de opbrengst ozb jaarlijks tot en met 2021 structureel opgehoogd met € 60.000 per jaar. Daarnaast is in de financiële foto rekening gehouden met 1,5% extra stijging voor de ozb woningen eigenaren, resulterend in een meeropbrengst van € 39.300.

Hierna worden een aantal belangrijke ontwikkelingen toegelicht die van belang zijn voor het toekomstige belastingbeleid.

Benchmark woonlasten Het Rijk heeft met de VNG afgesproken dat vanaf 2020 een benchmark woonlasten wordt ingevoerd om jaarlijks de ontwikkeling van de lokale lasten inzichtelijker te maken. Met de invoering van de benchmark wordt afgestapt van de afspraak dat de ontwikkeling van de lokale lasten wordt gemonitord met de macronorm onroerende zaakbelasting. In de benchmark zal naast de ozb ook de riool- en afvalstoffenheffing worden vergeleken. In de benchmark wordt een vergelijking van de gemeentelijke woonlasten en de gemeentelijke tariefontwikkeling per provincie gegeven, net als de landelijke en provinciale gemiddelden. Middels deze (grafische) vergelijking worden de onderlinge verschillen tussen gemeenten inzichtelijker gemaakt. Het overzicht vergelijkt binnen de provincie de tariefswijzigingen per gemeente en het cumulatief bedrag van de drie heffingen per gemeente.

Wijziging waarderingsgrondslag OZB BsGW waardeert woningen op dit moment op basis van inhoud (m3). Op 8 september 2016 heeft de Waarderingskamer besloten dat het taxeren van woningen op gebruiksoppervlakte (m2) verplicht wordt. Om te zorgen voor een soepele overgang is daarbij wel besloten om een overgangsperiode van vijf jaar te hanteren. Dit betekent dat het vanaf 1 januari 2022 verplicht is dat de WOZ-taxaties van woningen zijn gebaseerd op de gebruiksoppervlakte. BsGW is gestart met het project Waarderen op gebruiksoppervlakte met als doel om tijdig te voldoen aan de wettelijke voorschriften. Over dit project is uw raad geïnformeerd middels de raadsinformatiebrief van 7 juni jl.

Zonnepanelen en duurzaamheid bevorderende maatregelen Gemeenten hebben aan BsGW de vraag voorgelegd welke invloed de waarde van zonnepanelen (en andere maatregelen die duurzaamheid bevorderen) heeft op de waardebepaling van een object, in het kader van de wet WOZ. Volgens de Waarderingskamer is het niet mogelijk om zonnepanelen buiten de WOZ-waarde te laten, echter kunnen gemeenten wel zonnepanelen vrijstellen van de OZB. BsGW heeft de deelnemende gemeenten laten weten dat zonnepanelen of andere maatregelen die duurzaamheid bevorderen niet als apart onderdeel in de WOZ administratie worden geregistreerd, waardoor een (gedeeltelijke) vrijstelling ook niet mogelijk is. BsGW neemt wel, indien bekend, het totaal aan energie besparende maatregelen mee bij het vaststellen van de WOZ-waarde. Momenteel worden landelijk stimuleringsmaatregelen onderzocht voor duurzaamheidsinvesteringen. BsGW heeft

139

aangegeven deze ontwikkelingen scherp in de gaten te houden en doet de aanbeveling om in de verordeningen nog niets vast te leggen met betrekking tot het waarderen van maatregelen die de duurzaamheid bevorderen. Dit vanwege het feit dat er nog te veel onduidelijkheid heerst.

Amendement Omtzigt: verruimde tariefdifferentiatie OZB Door een aangenomen amendement van Omtzigt op het Belastingplan 2019 hebben gemeenten de vrijheid gekregen om voor sportaccommodaties, dorpshuizen en andere ‘instellingen van sociaal belang’ het woningtarief voor de OZB te rekenen in plaats van het vaak hogere tarief voor niet- woningen. Mogelijk moet hiervoor nog een wetwijziging worden doorgevoerd. Dit traject heeft een doorlooptijd van ongeveer 2 jaar. De risico’s van het toepassen van de mogelijkheid van tariefdifferentiatie van de voorgestelde wettekst zijn niet goed te overzien. De VNG adviseert te wachten met de invoering van het amendement tot de gewenste duidelijkheid er is. Volgens BsGW blijft, zolang de betreffende wetgeving aan de voorzijde niet wordt afgedicht, het risico op een substantieel aantal gerechtelijke procedures en proceskostenvergoedingen hoog.

OZB tarieven niet-woningen en woningen naar elkaar laten groeien Bij de behandeling van de belastingvoorstellen 2019 (raad 13 december 2018) is een amendement ingediend met als strekking om de OZB tarieven voor niet-woningen en woningen meer naar elkaar toe te laten groeien. Dit amendement is destijds aangehouden voor behandeling in de Kadernota 2020. Zoals aangegeven in de Kadernota 2020 is dit amendement uitvoerbaar maar leidt dit tot een financieel nadeel van € 32.000. Het vergelijken van tarieven voor niet-woningen en woningen is het vergelijken van “appels en peren”. De tarieven voorschillen ook door de waarde-ontwikkelingen van betreffend onroerend goed in de loop van de jaren. Daarnaast zijn de tarieven van niet-woningen in Maasgouw in verhouding tot andere Limburgse gemeenten relatief lager geworden door het reeds jaren aanhouden van de nullijn. Op basis van bovenstaande argumentatie wordt een verdere toegroei van ozb-tarieven woningen en niet-woningen ontraden.

Tarieven onroerende zaakbelasting (OZB)

Bij de OZB is de tariefstelling een resultante van de gewenste OZB-opbrengst en de WOZ-waarde- ontwikkeling. De WOZ-waardes die als basis gelden voor de aanslagoplegging 2020 (waardepeildatum 1-1-2019) zijn medio oktober 2019 beschikbaar, waarna de ozb-tarieven bepaald kunnen worden. Bij de OZB worden derhalve uitgangspunten geformuleerd voor de OZB-opbrengst. - Voor OZB-opbrengst woningen eigenaar geldt als uitgangspunt de opbrengst 2019 + € 60.000 (structurele jaarlijkse toename begroting 2018) + € 39.300 (extra structurele ozb-stijging voor sluitende begroting 2020). Deze opbrengst is exclusief € 40.000 meeropbrengst als gevolg van areaaluitbreiding. - Voor OZB-opbrengst niet-woningen (eigenaar en gebruiker)geldt als uitgangspunt de opbrengst 2019. In de raadsvergadering van 17 december 2019 worden de tarieven 2020 via een voorstel tot vaststelling van de belastingverordeningen 2020 voorgelegd.

Afvalstoffenheffing De verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen wordt in onze gemeente uitgevoerd door Reinigingsdienst Maasland en eigen medewerkers. Het tarief voor de afvalstoffenheffing is afhankelijk van de volumes van de huisvuilcontainers. Iedere belastingplichtige betaalt een basistarief per perceel, verhoogd met een opslag voor het containervolume per soort afval (gft/rest). Ook is er voor extra ledigingen een bedrag verschuldigd (indien het aantal standaardledigingen van 14x (voor restafval) wordt overschreden.

140

Tarieven afvalstoffenheffing

Uitgangspunt is dat het tarief voor afvalstoffenheffing maximaal kostendekkend is, waarbij jaarlijks een geactualiseerd overzicht van kosten wordt opgesteld. In het verleden is het Afvalfonds (bestemmingsreserve) ingezet om de tariefstijging voor de afvalstoffenheffing te dempen. In 2020 kan voor het laatst een onttrekking van € 50.000 worden gedaan uit dit fonds. Dit conform het raadsbesluit van 13 december 2018. In de raadsvergadering van 17 december 2019 leggen we de tarieven 2020 voor via een voorstel tot vaststelling van de belastingverordeningen 2020.

Rioolheffing Bij riolering is sprake van een financieel ‘gesloten systeem’. We willen de kosten voor riolering terugbrengen. Daarom is met diverse partners een vGRP en Waterketenplan opgesteld, waarin een aantal taken zijn verdeeld onder de deelnemende gemeenten. In februari 2017 heeft de raad het volledig geactualiseerde vGRP 2017-2021 vastgesteld. Omdat het tarief voor de rioolheffing niet kostendekkend is, heeft de raad ingestemd met een geleidelijke stijging van het onderhavige tarief zonder vooraf een percentage te noemen. De afgelopen jaren zijn de tarieven verhoogd met 5%. Bij de behandeling van de belastingverordeningen 2020 zal een voorstel worden gedaan voor het percentage. Bij het uitwerken van dit voorstel zal rekening worden gehouden met de omvang van de voorziening riolering.

Tarieven rioolheffing

In februari 2017 heeft de raad het vGRP 2017-2021 vastgesteld. Op basis dit vGRP zullen ook de nieuwe tarieven voor 2020 worden bepaald. Uitgangspunt is dat het tarief voor rioolheffing maximaal kostendekkend is. Omdat het tarief in het recente verleden niet kostendekkend was, heeft de raad in februari 2017 besloten tot een geleidelijke stijging van het tarief rioolheffing zonder vooraf een percentage te noemen. Bij de behandeling van de belastingverordeningen 2020 zal een voorstel worden gedaan voor het percentage, rekening houdend met de omvang van de voorziening riolering.

Hondenbelasting In februari 2019 is het hondenbeleid behandeld in een themabijeenkomst. Hierbij zijn een aantal scenario’s aan de orde geweest.

Scenario 1: Handhaven huidige tarieven Hondenbelasting als algemeen heffingsmiddel zonder directe relatie met de te maken kosten. Dit draagt bij aan het voorkomen van overlast door hondenpoep door een ontmoedigingsbeleid t.a.v. het houden van teveel honden. De benodigde middelen voor het schoonhouden van de openbare ruimte a.g.v. hondenpoep en aanleg/onderhoud van voorzieningen zijn hiermee zonder meer gewaarborgd voor de langere termijn. Uitgaand van hetzelfde aantal honden in de gemeente als op peildatum 1 januari 2018 en bij een gelijk belastingtarief, bedragen de opbrengsten hondenbelasting ca. € 140.000. In de (meerjaren) begroting is rekening gehouden met een opbrengst van € 139.400 per jaar.

Scenario 2: Kostendekkend Tarief Een directe relatie tussen het hondenbelastingtarief en de uitgaven ter voorkoming van overlast. Dit scenario is niet wenselijk aangezien het hondenbelastingtarief per jaar (aanzienlijk) kan fluctueren als gevolg van jaarlijks wisselende (incidentele) uitgaven. Dit betekent ook een grote administratieve belasting voor gemeente, MER BV en BSGW (bezwaar en beroep).

141

In 2020 bedragen de uitgaven dan ca. € 108.000 (ca. € 50.000 (reeds geraamd) + € 58.000 (begroting 2020)). De raming opbrengsten hondenbelasting bedraagt € 139.400 per jaar. In 2020 is dan sprake van een inkomstenderving van € 31.400 (€ 139.400 - € 108.000) ten laste van de post Onvoorzien.

Scenario 3: Afschaffen belasting t.l.v. OZB Inkomstenderving hondenbelasting ad. € 139.400 structureel ten laste te brengen van de OZB. Dit zou een verhoging van ca. 5,5 % aan OZB (eigenaar woning) betekenen.

Scenario 4: Afschaffen hondenbelasting t.l.v. post Onvoorzien structureel Inkomstenderving hondenbelasting ad. € 139.400 structureel ten laste te brengen van de post ‘Onvoorzien structureel’.

In onderstaande tabel zijn de financiële gevolgen per scenario weergegeven. Scenario 2020 v.a. 2021

1. Handhaven hondenbelasting € 0 € 0

2. Kostendekkend tarief -€ 31.400 p.m.* (t.l.v. post onvoorzien) (t.l.v. post onvoorzien)

3. Afschaffen hondenbelasting t.l.v. OZB (eigenaar € 0 € 0 woning) (€ 139.400 t.l.v. (€ 139.400 t.l.v. eigenaren woningen) eigenaren woningen)

4. Afschaffen hondenbelasting t.l.v. post -€ 139.400 -€ 139.400 Onvoorzien structureel (t.l.v. post onvoorzien) (t.l.v. post onvoorzien) *jaarlijks te bepalen

De raad zal in de vergadering van 17 december 2019 gevraagd worden een keuze te maken uit de scenario’s ten aanzien van de hondenbelasting.

De hondenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel en geen doelheffing. Kostendekkende tarieven zijn niet vereist en het hanteren van dergelijke tarieven betekent een grote administratieve belasting. Afschaffen van de hondenbelasting leidt tot een budgettair tekort of verhoging van lokale lasten bij woning eigenaren. In de themabijeenkomst heeft de raad als oplossingsrichting meegegeven: ‘Een toegroei van kosten naar opbrengsten’. Door de voorgestelde maatregelen wordt deze toegroei bereikt.

De voorkeur van het college is het behouden van de hondenbelasting (scenario 1) in de huidige vorm. Dit scenario is financieel opgenomen in de programmabegroting 2020.

Tarieven hondenbelasting

Voor 2020 stellen we voor om de tarieven te handhaven op het niveau van 2019. - eerste hond € 50,00 - tweede hond € 75,00 - e.v. hond boven twee € 100,00 - kennel € 250,00

142

(Water-)toeristenbelasting

Wij stellen voor het tarief het 8,8% te laten stijgen tot € 1,09 te handhaven voor het jaar 2020. De extra opbrengst bedraagt € 17.800.

Tarief (water-)toeristenbelasting

We stellen voor om het tarief in 2019 te verhogen naar € 1,09.

Forensenbelasting

In lijn met voorgaande jaren stellen wij voor om het tarief 2020 in te indexeren met 1,4% conform de meicirculaire en dit aanvullend te verhogen naar 8,8%. De extra opbrengst bedraagt € 12.200.

Tarieven forensenbelasting

We stellen voor om de tarieven van 2020 met 8,8% te verhogen ten opzichte van 2019. De belasting wordt dan € 164,00 per woning. (2019: € 151,00) Heeft de woning een waarde in het economische verkeer van meer dan € 50.000, dan wordt de belasting in het eerste lid verhoogd met € 295,00 (2019: € 271,00).

Leges

Op 17 december 2017 heeft de raad bij amendement besloten om voor nieuwbouwwoningen, ter stimulering van de woningbouw, 25% korting te verlenen op de bouwleges. Dit onder voorwaarde dat start- en gereedmeldingen van de bouw tijdig worden gedaan. Deze tijdelijke promotionele maatregel werd voor 2018 en 2019 van toepassing verklaard. Voorgesteld wordt om deze korting niet meer toe te passen vanaf 2020. De argumenten hiervoor zijn: 1. Het aantal nieuwbouwwoningen neemt toe op basis van sterke economische ontwikkelingen. 2. Stijgende bouwprijzen zijn ook geen belemmering om te bouwen. 3. De WABO leges zijn niet kostendekkend.

Voor de leges is het voorstel om de tarieven te verhogen met het inflatiepercentage van 1,4%.

Tarieven Leges

We stellen voor de leges, met uitzondering van de wettelijke maximumtarieven en eventuele andere wijzigingen voor 2020, met 1,4% te verhogen ten opzichte van 2019.

Lijkbezorgingsrechten

Voorgesteld wordt deze rechten voor 2020 te verhogen met het inflatiepercentage van 1,4%.

Tarieven lijkbezorgingsrechten

Voorgesteld wordt voor 2020 de tarieven lijkbezorgingsrechten ten opzichte van 2019 met 1,4% te verhogen.

143

Marktgelden

Voorgesteld wordt de marktgelden te verhogen met het inflatiepercentage van 1,4%.

Tarieven marktgelden

Voor 2020 stellen we voor om de marktgelden ten opzichte van 2019 met 1,4% te verhogen.

Parkeerbelastingen

Alleen in de kern Thorn worden parkeerbelastingen geheven. Vanaf 1 juni 2009 geldt voor het parkeren op beide parkeerplaatsen in Thorn een dagtarief van € 2,50. We adviseren dit tarief te handhaven.

Tarief parkeerbelastingen We stellen voor het parkeertarief voor 2020 te handhaven op het niveau van 2019. Het dagtarief bedraagt € 2,50

Kwijtscheldingsbeleid

De gemeente is deels autonoom op het gebied van kwijtschelding gemeentelijke belastingen, d.w.z. dat de gemeente binnen het wettelijk kader (bestaande uit de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Leidraad invordering) zelf kan bepalen of kwijtschelding aan haar burgers wordt verleend, in welke mate of in het geheel niet. Dit komt erop neer dat met name burgers met inkomsten uit een uitkering of AOW (bijstandsnorm en een beperkt vermogen) in aanmerking komen voor kwijtschelding. Daarbij worden de bestaanskosten voor 100% meegenomen. Daardoor resteert een beperkte betalingscapaciteit en komen de inwoners zodoende (eerder) in aanmerking voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.

Voorgesteld wordt om het huidige kwijtscheldingsbeleid te handhaven.

Bij de invordering van de volgende belastingen wordt geen kwijtschelding verleend:  Onroerende-zaakbelastingen  Rioolheffing (eigenarendeel)  Toeristenbelasting  Watertoeristenbelasting  Forensenbelasting  Lijkbezorgingsrechten  Leges  Marktgelden  Parkeergelden

In de volgende gevallen is sprake van beperkte kwijtschelding:  Bij de invordering van de rioolheffing - gebruik wordt geen kwijtschelding verleend voor het waterverbruik boven 400 m3.  Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt geen kwijtschelding verleend voor de extra ledigingen afvalstoffenheffing.  Bij de invordering van de hondenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend voor de tweede hond en iedere hond boven het aantal van twee.

144

De kosten van kwijtschelding worden, op basis van een eerder amendement, niet doorbelast in de tarieven afvalstoffenheffing en rioolheffing.

Kostendekkendheid De gemeente heeft in MER verband een licentie aangeschaft voor de tool Kostendekkendheid.nl. Met behulp van deze tool kan op een efficiënte wijze de kostendekkendheid van de leges, de begraafrechten, de afvalstoffenheffing en de rioolrechten inzichtelijk worden gemaakt.

Medio 2019 heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kostendekkendheid van de bovenstaande leges en heffingen. Het onderzoek naar de kostendekkendheid van de leges en de begraafrechten heeft plaatsgevonden op basis van de jaarrekening 2018. Het onderzoek naar de afvalstoffenheffing en de rioolrechten heeft plaatsgevonden op basis van cijfers zoals deze zijn opgenomen in de voorliggende begroting 2020. In MER verband worden afspraken gemaakt om de kostendekkendheid 2-jaarlijks inzichtelijk te maken. De uitkomsten hiervan worden opgenomen in de begroting en de jaarrekening. Onderstaand zijn de uitkomsten van het onderzoek opgenomen.

Uitkomsten onderzoek kostendekkendheid leges

Onderstaand zijn de uitkomsten van het onderzoek naar de kostendekkendheid van de leges gespecificeerd naar de diverse titels.

Titel 1 Algemene dienstverlening Bedrag Totaal kosten € 681.783 Totaal baten € 478.030 Kostendekkendheidspercentage 70%

Uit de bovenstaande tabel blijkt dat de kostendekkendheid van Titel 1 Algemene dienstverlening 70% bedraagt. Omdat de belangrijkste opbrengsten, i.c. reisdocumenten en rijbewijzen, uit wettelijk vastgestelde maximumtarieven bestaan, kan de kostendekkendheid slechts in beperkte mate worden verhoogd.

Titel 2 Fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning Bedrag Totaal kosten € 718.775 Totaal baten € 654.812 Kostendekkendheidspercentage 91%

De kostendekkendheid van Titel 2 Fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning bedraagt 91% en past binnen de wettelijk vastgestelde normen.

Titel 3 Europese dienstenrichtlijn Bedrag Totaal kosten € 20.308 Totaal baten € 8.361 Kostendekkendheidspercentage 41%

Het relatief lage kostendekkendheidspercentage voor Titel 3 Europese dienstenrichtlijn van 41% wordt onder meer veroorzaakt doordat de raad in het verleden heeft besloten om geen leges meer te heffen voor evenementen.

145

Uitkomsten onderzoek kostendekkendheid begraafrechten

Totaaloverzicht begraafrechten Bedrag Totaal kosten € 189.604 Totaal baten € 82.065 Kostendekkendheidspercentage 43%

De kostendekkendheid van de begraafrechten staat, net zoals bij veel andere gemeenten, onder druk vanwege het feit dat steeds meer crematies plaatsvinden in plaats van begravingen. Hierdoor worden minder baten gerealiseerd terwijl de kosten van het onderhoud van de begraafplaatsen (op A-niveau) vrijwel constant blijven en elke kern een eigen begraafplaats heeft.

Uitkomsten onderzoek kostendekkendheid rioolheffing

Kosten Bedrag 0.9 BTW / BCF € 554.159 7.2 Riolering € 2.656.465 Reserves en voorzieningen € -1.093.740

Personeelskosten € 362.363

Overhead € 496.253

Correctie interne uren tlv. kredieten riolering € -50.500 Totaal Kosten € 2.925.000

Opbrengsten Bedrag 1.1 Rioolheffing (o.b.v. 5% stijging (bestaand beleid)) € 2.925.000 Totaal Opbrengsten € 2.925.000

Totaaloverzicht Bedrag Totaal kosten € 2.925.000 Totaal baten € 2.925.000 Kostendekkendheidspercentage 100%

De kosten van de rioolheffing worden volledig doorbelast in het tarief. Dit leidt tot een maximale kostendekkendheid van 100%.

Uitkomsten onderzoek kostendekkendheid afvalstoffenheffing

Kosten Bedrag 0 Uitname voorziening afvalfonds € -50.000 0.9 BTW/BCF € 330.955 7.3 Afval € 1.644.565 Personeelskosten € 134.210

Overhead € 183.799

Totaal Kosten € 2.243.529

Opbrengsten Bedrag 1.1 Afvalstoffenheffing € 2.243.529 Totaal Opbrengsten € 2.243.529

146

Totaaloverzicht Bedrag Totaal kosten € 2.243.529 Totaal baten € 2.243.529 Kostendekkendheidspercentage 100%

De kosten van de afvalstoffenheffing worden eveneens volledig doorbelast in het tarief. Dit leidt tot een maximale kostendekkendheid van 100%.

Specificatie raming belastingopbrengsten 2020

Onderstaand is de raming aan van de belastingopbrengsten 2020 in vergelijking tot de raming 2019 opgenomen:

Raming Mutatie Raming Belastingsoort opbrengst 2019 Financiële foto opbrengst 2020 OZB eigenaar woning € 2.580.475 € 79.300 € 2.659.775 OZB eigenaar niet - woning € 783.700 € 783.800 OZB gebruiker niet - woning € 545.800 € 545.800 Rioolheffing € 2.786.000 € 2.925.000 Afvalstoffenheffing € 1.996.200 € 2.243.500 Hondenbelasting € 139.400 € 139.400 (Water)toeristenbelasting € 202.000 € 17.800 € 219.800 Forensenbelasting € 138.000 € 12.200 € 150.200 Leges overig € 296.300 € 318.500

In de kolom “mutatie financiële foto” zijn enkel de mutaties opgenomen die van invloed zijn op de post onvoorzien.

147

148

6. Financiële (meerjaren-)planningen

6.1 Programmaplan: baten en lasten per programma

PROGRAMMAPLAN Taakveld Realisatie Raming Raming Raming Raming Raming 2018 2019 2020 2021 2022 2023 01 Sociale Cohesie Lasten 4.1 - Openbaar basisonderwijs 52.420 59.952 54.903 54.903 54.903 54.903 4.2 - Onderwijshuisvesting 911.046 905.791 921.871 909.121 903.661 866.102 4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 585.865 764.238 716.418 761.750 761.550 761.550 5.1 - Sportbeleid en activering 1.458.681 1.525.105 1.541.889 1.540.658 1.540.658 1.540.658 5.2 - Sportaccommodaties 984.130 932.785 932.822 968.128 985.406 984.315 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 452.495 437.010 420.968 419.421 419.089 418.741 5.4 - Musea 149.978 165.109 147.833 144.886 144.630 144.630 5.6 - Media 307.462 307.816 317.568 317.322 318.575 318.575 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie 2.147.447 2.360.789 2.704.422 2.833.567 2.850.794 2.870.729 6.2 - Wijkteams 934.987 1.114.130 1.055.630 1.055.630 1.055.630 1.055.630 6.6 - Maatwerkvoorzieningen (WMO) 333.610 335.645 428.477 449.514 472.027 483.219 6.71 - Maatwerkdienstverlening 18+ 2.878.684 3.343.000 3.421.019 3.419.050 3.419.050 3.419.050 6.72 - Maatwerkdienstverlening 18- 3.036.160 3.035.762 3.087.010 3.086.025 3.086.025 3.086.025 6.81 - Geëscaleerde zorg 18+ 71.913 127.936 118.752 68.506 68.506 68.506 6.82 - Geëscaleerde zorg 18- 413.176 718.214 730.786 728.570 578.570 578.570 7.1 - Volksgezondheid 914.136 927.215 871.671 871.671 871.671 871.671 Totaal Lasten 15.632.191 17.060.497 17.472.039 17.628.722 17.530.745 17.522.874 Baten 4.2 - Onderwijshuisvesting 131.615 132.308 133.419 133.419 133.419 133.419 4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 54.880 55.970 95.270 114.470 134.270 134.270 5.1 - Sportbeleid en activering 529.333 502.500 502.500 502.500 502.500 502.500 5.2 - Sportaccommodaties 115.228 74.337 85.537 85.537 85.537 85.537 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 8.059 6.521 6.221 6.221 6.221 6.221 5.4 - Musea 9.548 6.229 6.229 6.229 6.229 6.229 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie 210.545 172.197 172.197 172.197 172.197 172.197 6.2 - Wijkteams 26.067 6.6 - Maatwerkvoorzieningen (WMO) 14.846 6.71 - Maatwerkdienstverlening 18+ 375.569 325.000 325.000 325.000 325.000 325.000 Totaal Baten 1.475.690 1.275.062 1.326.373 1.345.573 1.365.373 1.365.373 Saldo -14.156.500 -15.785.435 -16.145.666 -16.283.149 -16.165.372 -16.157.501 02 Woon- & Leefklimaat Lasten 0.3 - Beheer overige gebouwen en gronden 264.355 285.457 253.392 225.276 227.049 225.276 2.1 - Verkeer, wegen en water 3.003.388 2.889.570 3.278.039 3.297.596 3.404.162 3.442.654 2.2 - Parkeren 9.573 6.979 14.347 14.139 14.139 14.139 2.4 - Economische Havens en waterwegen 12.604 53.508 51.494 50.869 50.869 50.650 5.5 - Cultureel erfgoed 169.677 439.937 201.454 169.340 169.340 169.340 5.7 - Openbaar groen en (openlucht) recreatie 1.330.658 1.444.527 1.444.638 1.396.604 1.396.604 1.396.604 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie 28.179 31.800 0 0 0 0 6.2 - Wijkteams 31.286 39.132 68.267 66.544 66.544 66.544 7.2 - Riolering 1.504.455 1.935.007 1.850.729 1.896.694 1.811.970 1.839.040 7.3 - Afval 1.714.833 1.759.736 1.951.130 1.946.488 1.946.488 1.946.488 7.4 - Milieubeheer 176.138 375.112 219.755 167.113 167.113 167.113 8.1 - Ruimtelijke Ordening 647.417 791.440 861.643 844.200 844.200 844.200 8.2 - Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen) 282.717 257.222 119.424 17.839 17.839 17.839 8.3 - Wonen en bouwen 2.932.905 3.172.950 2.739.627 2.606.517 2.611.617 2.616.316 Totaal Lasten 12.108.184 13.482.377 13.053.939 12.699.219 12.727.934 12.796.203 Baten 0.3 - Beheer overige gebouwen en gronden 284.069 63.320 63.320 63.320 63.320 63.320 0.63 - Parkeerbelasting 76.804 74.931 74.931 74.931 74.931 74.931 2.1 - Verkeer, wegen en water 145.661 47.500 47.500 47.500 47.500 47.500 2.4 - Economische Havens en waterwegen 32.003 35.087 36.887 38.687 38.687 38.687 5.5 - Cultureel erfgoed 1.715 5 5 5 5 5 5.7 - Openbaar groen en (openlucht) recreatie 3.947 7.2 - Riolering 3.227.247 4.027.501 4.018.740 4.145.535 4.112.397 4.170.192 7.3 - Afval 1.937.299 2.138.546 2.397.800 2.397.800 2.397.800 2.397.800 7.4 - Milieubeheer 56.302 586 586 586 586 586 8.1 - Ruimtelijke Ordening 124.257 8.652 8.652 8.652 8.652 8.652 8.2 - Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen) 782.388 93.600 8.3 - Wonen en bouwen 749.037 636.453 335.093 335.093 335.093 335.093 Totaal Baten 7.420.729 7.126.181 6.983.514 7.112.109 7.078.971 7.136.766 Saldo -4.687.455 -6.356.196 -6.070.425 -5.587.110 -5.648.963 -5.659.437

149

Taakveld Realisatie Raming Raming Raming Raming Raming 2018 2019 2020 2021 2022 2023 03 Economie, Arbeid & Inkomen Lasten 2.3 - Recreatieve Havens 66.631 74.509 107.647 106.814 106.814 98.264 3.1 - Economische ontwikkeling 177.538 236.615 372.806 275.684 226.500 226.017 3.3 - Bedrijfsloket en -regelingen 19.714 48.138 43.200 42.672 42.672 42.672 3.4 - Economische promotie 595.514 874.482 610.817 607.360 577.360 577.360 5.6 - Media 9.083 11.361 0 0 0 0 5.7 - Openbaar groen en (openlucht) recreatie 343.213 325.452 318.565 321.508 321.848 304.010 6.3 - Inkomensregelingen 6.251.826 6.529.240 6.582.539 6.588.885 6.589.817 6.589.817 6.4 - Begeleide participatie 69.198 2.993.206 2.882.720 2.800.083 2.744.418 2.554.262 6.5 - Arbeidsparticipatie 3.639.454 828.000 778.000 450.000 450.000 450.000 6.71 - Maatwerkdienstverlening 18+ 72.174 78.762 98.200 98.200 98.200 98.200 Totaal Lasten 11.244.345 11.999.765 11.794.494 11.291.206 11.157.629 10.940.602 Baten 2.3 - Recreatieve Havens 19.532 25.240 25.240 25.240 25.240 25.240 3.1 - Economische ontwikkeling 54 54 54 54 54 3.3 - Bedrijfsloket en -regelingen 29.503 33.355 33.355 33.355 33.355 33.355 3.4 - Economische promotie 50.565 12.734 12.734 12.734 12.734 12.734 5.7 - Openbaar groen en (openlucht) recreatie 60.680 63.030 63.030 63.030 63.030 63.030 6.3 - Inkomensregelingen 4.453.547 4.225.302 4.225.302 4.225.302 4.225.302 4.225.302 6.5 - Arbeidsparticipatie 8.270 6.71 - Maatwerkdienstverlening 18+ 3.817 Totaal Baten 4.625.913 4.359.715 4.359.715 4.359.715 4.359.715 4.359.715 Saldo -6.618.431 -7.640.050 -7.434.779 -6.931.491 -6.797.914 -6.580.887 04 Gemeentebestuur & Organisatie Lasten 0.1 - Bestuur 1.690.041 1.186.606 1.195.766 1.176.099 1.176.099 1.168.603 0.2 - Burgerzaken 665.775 634.605 551.655 575.822 606.822 606.822 1.1 - Crisisbeheersing en Brandweer 1.650.616 1.647.041 1.749.984 1.768.609 1.766.833 1.775.833 1.2 - Openbare orde en Veiligheid 145.508 185.466 126.321 125.179 125.179 125.179 2.1 - Verkeer, wegen en water 20.941 20.413 20.413 20.413 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie 174.640 320.662 20.000 20.000 20.000 20.000 7.5 - Begraafplaatsen 189.626 179.706 107.460 104.576 104.503 104.415 Totaal Lasten 4.516.207 4.154.086 3.772.127 3.790.698 3.819.849 3.821.265 Baten 0.1 - Bestuur 10.181 15.491 0.2 - Burgerzaken 459.985 456.723 445.463 433.463 416.963 416.963 1.1 - Crisisbeheersing en Brandweer 90.035 95.032 95.032 95.032 95.032 95.032 1.2 - Openbare orde en Veiligheid 25.461 20.660 20.660 20.660 20.660 20.660 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie 5.000 7.5 - Begraafplaatsen 82.066 83.054 83.054 83.054 83.054 83.054 Totaal Baten 667.728 675.960 644.209 632.209 615.709 615.709 Saldo -3.848.479 -3.478.126 -3.127.918 -3.158.489 -3.204.140 -3.205.556 Totaal te realiseren raadprogramma's -29.310.865 -33.259.807 -32.778.788 -31.960.239 -31.816.389 -31.603.381 05 Algemene dekkingsmiddelen Lasten 0.5 - Treasury 676.771 919.391 660.059 1.041.362 1.093.205 1.112.405 0.61 - OZB woningen 147.260 129.997 133.953 133.953 133.953 133.953 0.64 - Belastingen Overig 12.345 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000 Totaal Lasten 836.376 1.052.388 797.012 1.178.315 1.230.158 1.249.358 Baten 0.5 - Treasury 1.972.224 1.869.942 1.512.140 1.465.836 1.424.619 1.404.616 0.61 - OZB woningen 2.492.950 2.520.475 2.659.775 2.719.775 2.719.775 2.719.775 0.62 - OZB niet-woningen 1.362.477 1.329.525 1.329.525 1.329.525 1.329.525 1.329.525 0.64 - Belastingen Overig 149.899 142.424 142.424 142.424 142.424 142.424 0.7 - Algemene uitkering en overige uitkeringen Gemeentefonds 31.944.192 33.782.387 34.942.067 35.001.141 34.722.157 34.718.047 3.4 - Economische promotie 339.439 340.000 370.000 370.000 370.000 370.000 Totaal Baten 38.261.181 39.984.753 40.955.931 41.028.701 40.708.500 40.684.387 Saldo 37.424.806 38.932.365 40.158.919 39.850.386 39.478.342 39.435.029 06 Overhead Lasten 0.4 - Overhead 9.027.785 9.158.094 9.540.645 8.831.933 8.718.703 8.675.416 Totaal Lasten 9.027.785 9.158.094 9.540.645 8.831.933 8.718.703 8.675.416 Baten 0.4 - Overhead 383.739 263.300 258.300 258.300 258.300 258.300 Totaal Baten 383.739 263.300 258.300 258.300 258.300 258.300 Saldo -8.644.047 -8.894.794 -9.282.345 -8.573.633 -8.460.403 -8.417.116

150

Taakveld Realisatie Raming Raming Raming Raming Raming 2018 2019 2020 2021 2022 2023 07 Vennootschapsbelasting (VpB) Lasten 0.9 - Vennootschapsbelasting Totaal Lasten Saldo 08 Bedrag voor onvoorzien Lasten 0.11 - Resultaat van de rekening van baten en lasten 1.704.251 0.8 - Overige baten en lasten 3.008 391.778 25.000 25.000 25.000 25.000 Totaal Lasten 1.707.259 391.778 25.000 25.000 25.000 25.000 Baten 0.11 - Resultaat van de rekening van baten en lasten 0 0.8 - Overige baten en lasten 0 Totaal Baten 0 0 Saldo -1.707.259 -391.778 -25.000 -25.000 -25.000 -25.000 Totaal BBV programma's 27.073.500 29.645.793 30.851.574 31.251.753 30.992.939 30.992.913 Totaal saldo baten en lasten programmma's -2.237.365 -3.614.014 -1.927.214 -708.486 -823.450 -610.468

Mutaties reserves 01 Sociale Cohesie Lasten Baten 912.332 726.423 689.873 683.666 683.666 Saldo 912.332 726.423 689.873 683.666 683.666 02 Woon- & Leefklimaat Lasten Baten 783.161 316.691 91.197 68.434 67.801 Saldo 783.161 316.691 91.197 68.434 67.801 03 Economie, Arbeid & Inkomen Lasten Baten 674.443 312.097 77.097 77.097 76.897 Saldo 674.443 312.097 77.097 77.097 76.897 04 Gemeentebestuur & Organisatie Lasten Baten 545.777 26.958 26.958 26.958 26.958 Saldo 545.777 26.958 26.958 26.958 26.958 05 Algemene dekkingsmiddelen Lasten 2.070.787 Baten 2.070.787 Saldo 0 06 Overhead Lasten Baten 698.301 545.967 435.023 409.718 363.216 Saldo 698.301 545.967 435.023 409.718 363.216 07 Vennootschapsbelasting (VpB) Lasten Baten Saldo 08 Bedrag voor onvoorzien Lasten Baten Saldo 09 Oude Mutaties Reserves Lasten 7.592.377 Baten 9.829.742 Saldo 2.237.365 Saldo reserves 2.237.365 3.614.014 1.928.136 1.320.148 1.265.873 1.218.538

Resultaat 0 0 922 611.662 442.423 608.070

151

6.2 Overzicht incidentele baten en lasten

Om voor repressief financieel toezicht in aanmerking te komen, dienen we te beschikken over een structureel sluitende begroting. Om dit gewenste inzicht te bieden, moeten we de meerjarenraming ‘zuiveren’ van incidentele componenten (conform artikel 19 lid c BBV). Overzicht incidentele baten en lasten (Conform artikel 19 lid c BBV) Bedragen x € 1.000 INCIDENTELE LASTEN: 2020 2021 2022 2023 Programma 1 Sociale kracht & cohesie Ketenaanpak voor personen met verward gedrag 50 - - - HKP- Maasbracht opvang dementie (fin foto 2019 / reserve) 30 - - - Gezonde school 10 - - - Programma 2 Woon- en leefklimaat Verduurzamen gemeentelijk en maatschappelijk vastgoed 50 - - - Leefbare kernen (fin foto 2018 / reserve) 30 - - - Behouden en aantrekken bewoners voor dorpen MG 20 - - - Visie op gebiedsmarkeing (gericht op bewoners) 5 - - - Realisatie tijdelijke woningen (reserve) 50 - - - Gemeentelijke omgevingsvisie (reserve) 100 - - - Leegstaande gebouwen en monumentaal erfgoed 30 - - - Hoogwaterbeschermingsplannen meekoppelkansen 30 - - - Actualiseren GVVP 2020-2025 (reserve) 10 - - - Beheerplannen: opstellen MOP bruggen/viaducten en gebouwen 50 - - - Hondenbeleid onderhoud voorzieningen 5 - - - Hondenbeleid verbeteren communicatie 15 - - - Programma 3 Economie, arbeid & inkomen Beleid toerisme & recreatie (fin foto 2019 / reserve) 75 - - - Trajecten statushouders (fin foto 2018 / reserve) 100 - - - Regionale ontwikkeling (fin foto 2018 / reserve) 60 - - - Ondernemingsprijs - 8 - 8 Impuls voor vestigingsklimaat en werklocaties 15 15 - - Uitwerking regionaal beleidskader werklocaties 15 - - - Ontwikkeling van werklocatie havengebied Maasbracht 20 - - - Impuls toerisme en receatie 30 30 - - Impuls ondernemerschap en initiatieven 30 30 - - Inregelen lokale ondernemersdatabase 15 - - - Programma 4 Gemeentebestuur & organisatie Accountant management Burgerinitiatieven (fin foto 2019 / reserve) 75 - - - Verkiezingen - 35 70 - Diverse facilitaire items 58 - - - Verbetering gemeentelijke website 100 - - - Programma 6 Overhead Begeleidingstrajecten (reserve) 8 - - - Inhuur personeel 100 100 100 100 Programma 8 Onvoorzien Lasten onvoorzien incidenteel 25 25 25 25 Totaal raming incidentele lasten 1.211 243 195 133

152

INCIDENTELE BATEN 2020 2021 2022 2022 Programma 1 Sociale kracht & cohesie HKP- Maasbracht opvang dementie (fin foto 2019 / alg res) 30 - - -

Programma 2 Woon- en leefklimaat Leefbare kernen (fin foto 2018 / alg res) 30 - - - Realisatie tijdelijke woningen (res. ontwikkelingsbedrijf) 50 - - - Omgevingsvisie (res. Incidenteel 2009) 100 - - - GVVP (res. Incidenteel 2009) 10 - - -

Programma 3 Economie, arbeid & inkomen Beleid toerisme & recreatie (fin foto 2019 / alg res) 75 - - - Trajecten statushouders (fin foto 2018 / alg res) 100 - - - Regionale ontwikkeling (fin foto 2018 / alg res) 60 - - -

Programma 5 Algemene Dekkingsmiddelen Onderuitputting kapitaallasten 129 - - -

Programma 6 Overhead Accountant management Burgerinitiatieven (fin foto 2019 / alg res) 75 - - - Begeleidingstrajecten (IZA reserve) 8 - - -

Totaal raming incidentele baten 667 0 0 0

153

Recapitulatie begrotingsevenwicht Begroting 2020 Begroting 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Totaal waarvan: Totaal waarvan: Totaal waarvan: Totaal waarvan: incidenteel structureel incidentee structureel incidenteel structureel incidenteel structureel Lasten programma 1. ( Sociale Cohesie ) 17.472.039 90.000 17.382.039 17.628.722 - 17.628.722 17.530.745 - 17.530.745 17.522.874 - 17.522.874 Lasten programma 2. ( Woon & Leefklimaat 13.053.939 395.000 12.658.939 12.699.219 - 12.699.219 12.727.934 - 12.727.934 12.796.203 - 12.796.203 Lasten) programma 3. ( Economie, arbeid & inkomen ) 11.794.494 360.000 11.434.494 11.291.206 83.000 11.208.206 11.157.629 - 11.157.629 10.940.602 8.000 10.932.602 Lasten programma 4. ( Gemeentebestuur & Organisatie ) 3.772.127 233.000 3.539.127 3.790.698 35.000 3.755.698 3.819.849 70.000 3.749.849 3.821.265 - 3.821.265 Totaal lasten programma's 46.092.599 1.078.000 45.014.599 45.409.845 118.000 45.291.845 45.236.157 70.000 45.166.157 45.080.944 8.000 45.072.944 Baten programma 1. ( Sociale cohesie ) 1.326.373 - 1.326.373 1.345.573 - 1.345.573 1.365.373 - 1.365.373 1.365.373 - 1.365.373 Baten programma 2. ( Woon & Leefklimaat 6.983.514 - 6.983.514 7.112.109 - 7.112.109 7.078.971 - 7.078.971 7.136.766 - 7.136.766 Baten programma 3. ( Economie, arbeid & Inkomen ) 4.359.715 - 4.359.715 4.359.715 - 4.359.715 4.359.715 - 4.359.715 4.359.715 - 4.359.715 Baten programma 4. ( Gemeentebestuur & Organisatie ) 644.209 - 644.209 632.209 - 632.209 615.709 - 615.709 615.709 - 615.709 Totaal baten programma's 13.313.811 - 13.313.811 13.449.606 - 13.449.606 13.419.768 - 13.419.768 13.477.563 - 13.477.563

Saldo van baten en lasten programma's -32.778.788 -1.078.000 -31.700.788 -31.960.239 -118.000 -31.842.239 -31.816.389 -70.000 -31.746.389 -31.603.381 -8.000 -31.595.381 Lasten algemene dekkingsmiddelen 797.012 797.012 1.178.315 - 1.178.315 1.230.158 - 1.230.158 1.249.358 - 1.249.358 Lasten overhead 9.540.645 108.000 9.432.645 8.831.933 100.000 8.731.933 8.718.703 100.000 8.618.703 8.675.416 100.000 8.575.416 Lasten vennootschapsbelasting ------Lasten onvoorzien 25.000 25.000 - 25.000 25.000 - 25.000 25.000 - 25.000 25.000 - Totale lasten diverse 10.362.657 133.000 10.229.657 10.035.248 125.000 9.910.248 9.973.861 125.000 9.848.861 9.949.774 125.000 9.824.774 Baten algemene dekkingsmiddelen 40.955.931 129.000 40.826.931 41.028.701 - 41.028.701 40.708.500 - 40.708.500 40.684.387 - 40.684.387 Baten overhead 258.300 - 258.300 258.300 - 258.300 258.300 - 258.300 258.300 - 258.300 Baten vennootschapsbelasting ------Baten onvoorzien ------Totale baten diverse 41.214.231 129.000 41.085.231 41.287.001 - 41.287.001 40.966.800 - 40.966.800 40.942.687 - 40.942.687

Saldo van diverse 30.851.574 -4.000 30.855.574 31.251.753 -125.000 31.376.753 30.992.939 -125.000 31.117.939 30.992.913 -125.000 31.117.913

Totale saldo van baten en lasten van de programma's en diverse -1.927.214 -1.082.000 -845.214 -708.486 -243.000 -465.486 -823.450 -195.000 -628.450 -610.468 -133.000 -477.468 Stortingen in reserves ------Onttrekking aan reserves 1.928.136 538.000 1.390.136 1.320.148 - 1.320.148 1.265.873 - 1.265.873 1.218.538 - 1.218.538 Geraamd resultaat 1.928.136 538.000 1.390.136 1.320.148 - 1.320.148 1.265.873 - 1.265.873 1.218.538 - 1.218.538 Totaal structurele lasten 56.455.256 1.211.000 55.244.256 55.445.093 243.000 55.202.093 55.210.018 195.000 55.015.018 55.030.718 133.000 54.897.718 Totaal structurele baten 56.456.178 667.000 55.789.178 56.056.755 - 56.056.755 55.652.441 - 55.652.441 55.638.788 - 55.638.788 Structurele baten en structurele lasten 922 -544.000 544.922 611.662 -243.000 854.662 442.423 -195.000 637.423 608.070 -133.000 741.070

154

6.3 Financiële foto 2020-2023

‘In de cijfers komt alles samen’ De voorstellen die in deze programmabegroting opgenomen zijn, hebben (in de meeste gevallen) financiële consequenties. Die laten we via deze ‘financiële foto’ in totaaloverzicht gebundeld zien. Voor de inhoudelijke beleidstoelichting verwijzen we naar de programma’s en paragrafen.

Financiële foto 2020-2023 investering 2020 2021 2022 2023 pag.

Onvoorzien structureel raad 20-8-2019 1.289.400 1.939.100 1.652.800 1.808.100 mutaties raad 15 oktober 2019 Begrotingswijziging 2019-5 (2020-2) SC MER -242.100 -304.400 -304.400 -304.400 BP Burg Minkenberglaan 18a Ohé & Laak - - - - BP De Bilt 1 Stevensweert - - - - BP Hoogspanningsverbinding Maasgouw - - - - Verlenen van definitieve verklaring van geen bedenkingen Dijktracé Heel - - - - Verordening startersleningen - - - - Communicatievisie 'Kompas voor de toekomst' - - - - Bestaand beleid na raad 15 oktober 2019 1.047.300 1.634.700 1.348.400 1.503.700

3.2.1 Sociale kracht en cohesie (sociaal domein) 11 3.2.1 Zorg voor elkaar Positieve gezondheid - - - - 12 Aanpak van eenzaamheid -25.000 -10.000 -10.000 -10.000 12 Ketenaanpak voor personen met verward gedrag -50.000 - - - 13 Sociaal wijkteam -42.100 -42.100 -42.100 -42.100 14 Wet verplichte GGZ en Wet Zorg en Dwang - - - - 15 3.2.2 Jeugd, gezin en onderwijs Jeugdzorg -15.000 -15.000 -15.000 -15.000 16 Ambulante taalscholing NT2 - -28.000 -8.000 -8.000 16 Gezonde school -10.000 - - - 17 3.2.3 Sport, activiteiten en accommodaties Sportbeleid - - - - 18 Ondersteuning verenigingen door combinatiefunctionaris -25.000 -25.000 -25.000 -25.000 19 Verlichting buitensportaccommodaties 2020 226.800 - -11.300 -11.300 -11.300 19 2021 33.800 - - -1.700 -1.700 19 3.2.4 Cultuur, activiteiten en accommodaties Project huisvesting verenigingen Wessem - - - - 20 3.3 Woon- en leefklimaat (fysiek domein) 23 3.3.1 Wonen en migratie Behouden en aantrekken bewoners voor dorpen Maasgouw -20.000 - - - 24 Gebiedsmarketing (gericht op bewoners) -5.000 - - - 25 Realisatie tijdelijke woningen -50.000 - - - 25 3.3.2 Ontwikkeling fysieke leefomgeving Gemeentelijke omgevingsvisie -100.000 - - - 27 Leegstaande gebouwen en monumentaal erfgoed -30.000 - - - 27 Meekoppelkansen bij hoogwatermaatregelen -30.000 - - - 28 3.3.3 Beheer openbare ruimte, natuur en landschap Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan 2020-2025 -10.000 29 Nieuwe onderhoudsplannen kunstwerken en gebouwen -50.000 - - - 29 Hondenbeleid onderhoud voorzieningen -5.000 - - - 30 -23.500 -23.500 -23.500 -23.500 30 verbeteren communicatie -15.000 - - - 30 -7.000 -7.000 -7.000 -7.000 30 meer en gerichtere handhaving -7.500 -7.500 -7.500 -7.500 30 3.3.4 Klimaat, energie en afvalverwerking Klimaatakkoord en energietransitie (Regionale Energie Strategie) - - - - 31 Verduurzamen gemeentelijk en maatschappelijk vastgoed -50.000 - - - 32 Afval en riolering bijstellingen kosten rente, btw, overhead e.d. 21.800 51.500 86.600 117.300 32

155

Financiële foto 2020-2023 investering 2020 2021 2022 2023 pag. 3.4 Economie, arbeid en inkomen (economisch domein) 35 3.4.0 Algemene doelen Visie en planvorming binnen economisch domein - - - - 36 3.4.1 Vestigingsklimaat en werklocaties Uitwerking regionaal beleidskader werklocaties -15.000 - - - 38 Ontwikkeling van werklocatie havengebied Maasbracht -20.000 - - - 39 Extra capaciteit vestigingsklimaat en werklocaties fte -15.000 -15.000 - - 39 3.4.2 Ondernemerschap en -initiatieven Uitvoering van lokaal ondernemerschapsprogramma - - - - 41 Duurzaam inregelen lokale ondernemersdatabase -15.000 - - - 41 Extra capaciteit ondernemerschap en initiatieven fte -30.000 -30.000 - - 42 3.4.3 Toerisme en recreatie Vakantieparken: kansen en bedreigingen - - - - 43 Belevenissen en infrastructuur voor bezoekers - - - - 43 Gebiedsmarketing (voor bezoekers) - - - - 44 Parkeerplaats Fun Beach 150.000 - -5.000 -5.000 -5.000 45 Extra capaciteit toerisme en recreatie fte -30.000 -30.000 - - 46 3.4.4 Optimalisatie arbeidsmarkt Regionaal arbeidsmarktbeleid - - - - 47 3.4.5 Arbeidsparticipatie en inkomen Aanpak van armoede -40.000 -40.000 -40.000 -40.000 48 Arbeidsparticipatie - - - - 48 Westrom - - - - 49 3.5 Gemeentebestuur en organisatie (organisatorisch domein) 53 3.5.1 Bestuurlijke vernieuwing en participatie Bestuurlijke vernieuwing - - - - 54 3.5.2 Rechtsorde, veiligheid en handhaving Veiligheidsbeleid - - - - 54 Veiligheidsregio Limburg Noord -99.000 -111.000 -115.000 -115.000 55 3.5.3 Bestuurlijke samenwerking BsGW (begr 2020) -13.600 -13.600 -13.600 -13.600 56 3.5.4 Dienstverlening en communicatie (overhead) Leegstand gebouwen en fraudepreventie -57.500 - - - 57 Verbetering gemeentelijke website -100.000 -5.000 -5.000 -5.000 57 Social media en webcare capaciteit fte -30.000 -30.000 -30.000 -30.000 58 3.5.5 Organisatie, personeel en bedrijfsvoering (overhead) CAO eigen organisatie -468.000 -575.500 -575.500 -575.500 94 Tijdelijk personeel -23.400 -28.800 -28.800 -28.800 94 Beveiliging -20.000 -20.000 -20.000 -20.000 96 Opleidingen -51.800 -51.800 -51.800 -51.800 97 Indexering ict-budgetten (onderhoud software) -11.300 -11.300 -11.300 -11.300 101 Bijraming verzekeringspremie -15.300 -15.300 -15.300 -15.300 101 4.6 Financiële positie en belastingen (algemene dekkingsmiddelen) Realisatie tijdelijke woningen uit reserve ontwikkelingsbedrijf 50.000 - - - 25 Omgevingsvisie uit bestaande bestemmingsreserve (voorheen inhaalslag bp) 100.000 - - - 27 GVVP uit bestaande bestemmingsreserve 10.000 - - - 29 OZB-woningen areaaluitbreiding 40.000 40.000 40.000 40.000 139 OZB-woningen verhoging 39.300 39.300 39.300 39.300 139 OZB vrijstellen woz-waarde zonnepanelen - - - - 139 Toepassen OZB woningtarief ipv niet-woningen (Omtzigt) - - - - 140 OZB-tarieven woningen en niet-woningen toegroei - - - - 140 Inzet voordeel uit actualisatie kdh riolering voor lager tarief - - - - Tariefsaanpassing grootverbruik in rioolheffing - - - - Verhoging toeristen-/forensenbelasting (tbv capaciteit recreatie en toerisme) 30.000 30.000 30.000 30.000 46 en 143 Scenario's tarieven hondenbelasting (voorkeursscenario 1) - - - - 141 en 142 Rentekosten /-opbrengsten en MIP 2022 158.800 -32.200 -39.500 -59.800 101 Onderuitputting kapitaallasten 128.700 - - - 101 claims -1.046.400 -1.023.100 -906.000 -895.600

Post onvoorzien structureel 2020-2023 900 611.600 442.400 608.100

156

Toelichting financiële foto Er is sprake van een meerjarig sluitende begroting.

2020 De begroting 2020 is in evenwicht. Het lagere begrotingssaldo wordt m.n. veroorzaakt door een lagere algemene uitkering in 2020 ten opzichte van de daaropvolgende jaren. Dit resulteert in een lagere beginstand. Vervolgens zijn er in 2020 als gevolg van ruimtevragende ambities extra, veelal eenmalige middelen nodig. Deze worden afgedekt door: - herschikking van claims uit bestaande bestemmingsreserves (€ 160.000) - structurele verhoging van OZB-opbrengst woningen eigenaar belastingen (€ 60.000 jaarlijkse structurele verhoging vanuit meerjarenbegroting 2017 plus € 39.300 extra structurele verhoging begroting 2020 plus € 40.000 verhoging door areaaluitbreiding) - Structurele verhoging van toeristenbelasting (€ 17.800) en forensenbelasting (€ 12.200) - gunstige ontwikkeling van rentekosten/-opbrengsten in 2020 t.o.v. de prognose bij de begroting 2019 (€ 159.000) - Onderuitputting van kapitaallasten resulterend in een eenmalig voordeel van € 129.000 doordat niet alle geplande investeringen van 2019 volledig zijn afgerond.

Meerjarenraming 2021-2023 Voor 2021 en volgende jaren is sprake van een structureel begrotingsoverschot oplopend naar ruim € 600.000.

Ontwikkelingen De financiële foto is opgesteld in september 2019. De ontwikkelingen staan echter niet stil, waardoor de begroting aan verandering onderhevig is. Potentiële claims Er liggen mogelijk nog enkele claims in het verschiet. Niet limitatief worden er enkele genoemd: - Wet verplichte GGZ en Wet Zorg en Dwang (programma 3.2.1) Er is nog geen (structurele) kostenindicatie beschikbaar - Sportbeleid (programma 3.2.3) Voor uitvoering van sportbeleid en een duurzame sportinfrastructuur zijn extra middelen benodigd vanaf 2021. De omvang is afhankelijk van de gekozen oplossingsrichting in de raad van december 2019. Indicatief bedrag is € 70.000 structureel vanaf 2021. - Exploitatielasten verenigingen Wessem (programma 3.2.4) Waarschijnlijk zijn de huidige exploitatielasten die vertaald zijn in de begroting (€ 70.000) ontoereikend en is een structurele aanvulling nodig - Op de beleidsvelden economie, toerisme en recreatie is sprake van ambitie, die vertaald is tijdelijke uitbreiding van capaciteit (€ 75.000/jaar; programma 3.4.1, 3.4.2 en 3.4.3). Indien dit ambitieniveau ook na 2021 wordt gehandhaafd, dan zal de capaciteitsuitbreiding structureel geborgd moeten worden. Verder worden in de risicoparagraaf nog enkele risico’s beschreven die mogelijk tot extra incidentele of structurele kosten kunnen leiden. Kortheidshalve wordt verwezen naar paragraaf 5.2.4 voor de geïnventariseerde risico’s.

Septembercirculaire 2019 Op dit moment is nog geen zicht op de financiële uitkomst van de Septembercirculaire 2019. Omdat de

157

gemeente qua financiering grotendeels afhankelijk is van de ontwikkeling van algemene uitkering, kan dit resulteren in forse neer- of opwaartse bijstellingen. De huidige financiële positie van Maasgouw is echter robuust genoeg om deze in enige mate op te kunnen vangen danwel te anticiperen indien er sprake is van negatieve bijstellingen.

Kredieten Op basis van de financiële verordening ex. artikel 212 Gemeentewet is de beschikbaarstelling van kredieten nader bepaald. Betreffende kredieten zijn expliciet in het besluit bij vaststelling van de programmabegroting 2020 opgenomen, met daarbij met name een verwijzing naar het in de bijlage van deze begroting opgenomen JIP 2020.

158

Bijlagen

JIP(Jaarlijks Investerings Programma) 2020 Investeringen

Investeringen vervullen in de gemeentelijke begroting een bijzondere rol. Investeringen zijn grote uitgaven. Ze zijn nodig om activa die een meerjarig nut hebben (vaste activa), aan te schaffen of voort te brengen. Hierbij maken we het volgende onderscheid: • De immateriële vaste activa • De materiële vaste activa • De financiële vaste activa

Investeringsprojecten worden geactiveerd. Er wordt vervolgens op afgeschreven. Hierdoor worden de kosten verdeeld over meerdere jaren. De afschrijvingstermijn hangt samen met de te verwachten economische levensduur. In het BBV zijn strikte voorwaarden opgenomen over de verwerking van materiële vaste activa in de gemeentelijke begroting. Deze investeringen worden ingedeeld op basis van economisch- of maatschappelijk nut. Volgens de voorschriften activeren we investeringen met economisch nut. Vanaf 2017 dienen ook investeringen met maatschappelijk nut te worden geactiveerd.

We hebben energie gestoken in het systematisch opstellen van de beheerplannen. Een voordeel hiervan is dat er een gestructureerd inzicht is ontstaan in het grootste deel van onze toekomstige investeringen.

Uw raad stelt het investeringsplan voor het komende jaar (2020) vast en neemt kennis van de meerjarige investeringsopgave. Deze splitsing vertaalden wij in een JIP (Jaar InvesteringsProgramma) en een MIP (Meerjaren Investerings Programma).

Voor ‘vervangingsinvesteringen aan gebouwen’ wordt in het JIP 2020 geld beschikbaar gesteld. Soms zijn er ‘onvoorziene omstandigheden’ waardoor een vervangingsinvestering eerder nodig is. In dat geval kan het college deze vervanging uitvoeren. Maar alleen als deze investering (en de kapitaallasten) in de lopende meerjarenbegroting (t/m 2023) is opgenomen.

159

Overzicht investeringen jaar 2020 JIP 2020 Rente percentage : 0%

Vervangingsinvesteringen wegen (zo mogelijk in Plaats Krediet Kapitaallasten samenhang met het GRP) Voorbereidingskosten Casino (MIP 2021) Thorn € 25.000 € 833 Voorbereidingskosten Van Gelderstraat, Sint Wessem € 25.000 € 833 Medardusstraat (MIP 2021) Voorbereidingskosten Oude kern Stevensweert, Markt, Jan van Stefferswertplein, Maaspoort, Molenstraat Zuid, Stevensweert € 30.000 € 1.000 Rulkenstraat en Singelstraat West (MIP 2021) Voorbereidingskosten Reutsdael en Oosterveldstraat (MIP Heel € 25.000 € 833 2021) Voorbereidingskosten Verlengde Maasweg (MIP 2021) Maasbracht € 10.000 € 333 Voorbereidingskosten Oude Maasweg (MIP 2021) Maasbracht € 10.000 € 333 Beatrixstraat, Julianastraat, Wilhelminastraat en Linne € 1.054.000 € 35.133 Molenweg Molenweg (Zuidsingel tot Echterstraat) Maasbracht € 87.500 € 2.917 Hoofdstraat - Kromstraat - Kloosterstraat (Kadernota Maasbracht € 1.110.000 € 37.000 2020) Totaal € 2.376.500 € 79.217

Kapitaallasten Vervangingsinvesteringen riolering (GRP) Plaats Nieuw Krediet incl. 3 % rente

Voorbereidingskosten Casino (MIP 2021) Thorn € 40.000 € 1.867 Voorbereidingskosten Van Gelderstraat, Sint Wessem € 40.000 € 1.867 Medardusstraat (MIP 2021) Voorbereidingskosten Oude kern Stevensweert, Markt, Jan van Stefferswertplein, Maaspoort, Molenstraat Zuid, Stevensweert € 50.000 € 2.333 Rulkenstraat en Singelstraat West (MIP 2021) Beatrixstraat, Julianastraat, Wilhelminastraat en Linne € 1.970.000 € 91.933 Molenweg Molenweg (Zuidsingel tot Echterstraat) Maasbracht € 172.000 € 8.027 Afkoppelen regenwater wateroverlast gebieden Maasgouw € 250.000 € 11.667 Vervangen rioolgemalen 2020 Maasgouw € 50.000 € 4.833 Klimaatrobuuste inrichting Maagouw € 75.000 € 3.500 Afkoppelen Ohé € 300.000 € 14.000 Relining o.b.v. rioolinspectie 2019 en 2020 Maasgouw € 150.000 € 7.000 Hoofdstraat - Kromstraat - Kloosterstraat (Kadernota Maasbracht € 1.110.000 € 18.500 2020) Totaal (incl. rente) € 4.207.000 € 165.527

Vervangingsinvesteringen openbare verlichting Plaats Krediet Kapitaallasten

OV plan vervangen lichtmasten 2020 Maasgouw € 5.300 € 133 OV plan vervangen armaturen 2020 Maasgouw € 162.800 € 8.140 Totaal € 168.100 € 8.273

Vervangingsinvesteringen kunstwerken (bruggen, Plaats Krediet Kapitaallasten duikers) Fietsbrug Linne: vervangen gedeelte dekdelen Linne € 60.000 € 3.000 Totaal € 60.000 € 3.000

160

Vervangingsinvesteringen gebouwen Plaats Krediet Kapitaallasten

Eurobad; vervangen dakbedekking hoofdgebouw Maasbracht € 87.000 € 3.480 Eurobad; vervangen gesloten zandfilter Maasbracht € 104.000 € 4.160 Eurobad; vervangen kathodische beschermfilter Maasbracht € 12.000 € 800 Eurobad; vervangen regelkast zwemwaterzuivering Maasbracht € 44.500 € 2.967 Eurobad; vervangen zwemwaterpomp Maasbracht € 10.000 € 667 Eurobad; vervangen terreinleiding zwemwater Maasbracht € 33.500 € 1.340 Eurobad; vervangen buitenkozijnen + ramen Maasbracht € 13.000 € 520 badmeesterpost Tennisclub Heel; CV ketel vervangen Heel € 10.000 € 667 Stichting Sportzaal Linne; vervangen buitenkozijnen + Linne € 103.500 € 4.140 ramen+buitendeuren Gemeentelijke Gymzaal; vervangen regelkast CV installatie Maasbracht € 29.000 € 1.933 incl. CV ketel Gemeentelijke Gymzaal; vervangen douchecombinaties Maasbracht € 6.200 € 413 Sporthal Reutsdael; CV ketel vervangen Heel € 57.000 € 3.800 Sportzaal de Tump Wessem - div vervangingsinvesteringen Wessem € 148.600 € 8.877 (reserveren kapitaallasten) Sporthal Andreashal; vervangen regelkast cv-ruimte Maasbracht € 14.500 € 967 Sporthal Andreashal; vervangen kolomradiators Maasbracht € 9.000 € 360 Sporthal Andreashal; vervangen stralingspanelen Maasbracht € 76.500 € 3.060 Sporthal Andreashal; vervangen gasboiler Maasbracht € 44.000 € 2.933 SCC De Spil; vervangen CV ketel Maasbracht € 13.300 € 887 SCC De Spil; vervangen splitunit airco Maasbracht € 19.400 € 1.940 Voormalige kantine Brachterbeek - vervangen gasketel Maasbracht € 6.700 € 447 Brandweerkazerne Thorn - vervangen vloerafwerking Thorn € 11.500 € 767 Renovatie woonwagens Maasgouw € 65.000 € 3.250 Renoveren kleedlokalen MBC 13 Maasbracht € 55.000 € 3.667 Totaal € 973.200 € 52.040

Vervangingsinvesteringen tractieplan Plaats Krediet Kapitaallasten

Fietspadstrooier Wijkteam € 30.000 € 3.000 Volkswagen Transporter 5-VGS-72 Wijkteam € 40.000 € 4.000 Volkswagen Transporter 83-VVS-6 Wijkteam € 42.500 € 4.250 Aanhangwagen Raema Evenementen Wijkteam € 8.000 € 800 Totaal € 120.500 € 12.050

Overige vervangingsinvesteringen Plaats Krediet Kapitaallasten

Vervangen speeltoestellen 2020 Maasgouw € 60.000 € 4.000 WMO middelen (nieuw) 2020 Maasgouw € 157.600 € 22.514 Totaal € 217.600 € 26.514

Totaal investeringen 2020 € 8.122.900 € 346.620

161

Overzicht investeringen jaar 2021 MIP 2021 Rente percentage : 0%

Vervangingsinvesteringen wegen (zo mogelijk in Plaats Krediet Kapitaallasten samenhang met het GRP) Voorbereidingskosten diverse wegen (MIP 2022) Maasgouw € 90.000 € 3.000 Casino Thorn € 168.000 € 5.600 Van Gelderstraat, Sint Medardusstraat Wessem € 186.000 € 6.200 Oude kern Stevensweert, Markt, Jan van Stefferswertplein, Maaspoort, Molenstraat Zuid, Stevensweert € 544.000 € 18.133 Rulkenstraat en Singelstraat West Reutsdael en Oosterveldstraat Heel € 425.000 € 14.167 Verlengde Maasweg Ohé en Laak € 140.000 € 4.667 Oude Maasweg Maasbracht € 265.000 € 8.833 Totaal € 1.818.000 € 60.600

Kapitaallasten Vervangingsinvesteringen riolering (GRP) Plaats Krediet incl. 3 % rente Voorbereidingskosten diverse rioleringswerken (MIP 2022) Maasgouw € 165.000 € 7.700 Casino Thorn € 490.000 € 22.867 Van Gelderstraat, Sint Medardusstraat Wessem € 530.000 € 24.733 Oude kern Stevensweert, Markt, Jan van Stefferswertplein, Maaspoort, Molenstraat Zuid, Stevensweert € 1.540.000 € 71.867 Rulkenstraat en Singelstraat West Vervangen rioolgemalen 2021 Maasgouw € 33.000 € 3.190 Klimaatrobuuste inrichting Maagouw € 75.000 € 3.500 Totaal (incl. rente) € 2.833.000 € 133.857

Vervangingsinvesteringen openbare verlichting Plaats Krediet Kapitaallasten

OV plan vervangen lichtmasten 2021 Maasgouw € 5.300 € 133 OV plan vervangen armaturen 2021 Maasgouw € 162.800 € 8.140 Totaal € 168.100 € 8.273

Vervangingsinvesteringen kunstwerken (bruggen, Plaats Krediet Kapitaallasten duikers) Sluis Panheel RWS07- conserveren leuning staal Panheel € 17.900 € 1.193 Totaal € 17.900 € 1.193

162

Vervangingsinvesteringen gebouwen Plaats Krediet Kapitaallasten

Bredeschool Thorn - interieur deuren Thorn € 12.100 € 807 Bredeschool Thorn - vervangen luchtbehandeling Thorn € 9.200 € 613 Opslag voetbal Beegden - vervangen platdak Beegden € 14.600 € 584 Harmoniezaal Wessem - div vervangingsinvesteringen Wessem € 30.300 € 1.860 (reserveren kapitaallasten) Sportzaal De Werken - vervangen sportvloer Stevensweert € 44.000 € 1.760 Gemeentelijke gymzaal - vervangen loodaansluitingen Maasbracht € 16.200 € 648 Gemeentelijke gymzaal - vervangen systeemplafonds Maasbracht € 17.000 € 680 Gemeentelijke gymzaal - vervangen binnendeuren Maasbracht € 13.000 € 520 Gemeentelijke gymzaal - vervangen opbouw TL-armaturen Maasbracht € 6.000 € 400 balvast Gemeentelijke gymzaal - overlagen sportvloer Maasbracht € 9.000 € 600 Kinderboerderij Meersekamp - vervangen gevelbekleding Stevensweert € 8.500 € 340 hout Gemeenteloods Panheel- vervangen inbraakbeveiliging Heel € 11.500 € 767 Gemeenteloods Panheel- vervangen luchtverhitter Heel € 16.000 € 1.067 Brandweerkazerne Stevensweert - vervangen dakbedekking Stevensweert € 30.600 € 1.224 De Spil - vervangen brandmeldinstallatie Maasbracht € 100.000 € 6.667 Bibliotheek Maasbracht - vervangen radiatoren Maasbracht € 18.800 € 1.253 Voetbal Stevensweert - vervangen boiler Stevensweert € 6.500 € 433 Voetbal Stevensweert - vervangen CV-ketel Stevensweert € 5.800 € 387 Renovatie woonwagens Maasgouw € 22.000 € 1.100 Muur Kloosterberg - restaureren voegwerk en mergel Thorn € 60.000 € 2.400 Totaal € 451.100 € 24.109

Vervangingsinvesteringen tractieplan Plaats Krediet Kapitaallasten

DAF CF 75 Wijkteam € 165.000 € 16.500 Volkswagen Caddy 7-VPK-53 € 30.000 € 3.000 Totaal € 195.000 € 19.500

Overige vervangingsinvesteringen Plaats Krediet Kapitaallasten

Vervangen kunstgras tennisbanen TV Wessem 1 t/m 3 Wessem € 76.900 € 7.690 (Kadernota 2018) Vervangen kunstgras tennisbanen Park E9 baan 1 t/m 4 Maasbracht € 76.900 € 7.690 (Kadernota 2018) WMO middelen (nieuw) 2021 Maasgouw € 157.600 € 22.514 Totaal € 311.400 € 37.894

Totaal investeringen 2021 € 5.794.500 € 285.426

163

Overzicht investeringen jaar 2022 MIP 2022 Rente percentage : 0%

Vervangingsinvesteringen wegen (zo mogelijk in Plaats Krediet Kapitaallasten samenhang met het GRP) Voorbereidingskosten diverse wegen (MIP 2023) Maasgouw € 70.000 € 2.333

Uitvoering voorbereidingskredieten 2021 Maasgouw € 800.000 € 26.667

Totaal € 870.000 € 29.000

Kapitaallasten Vervangingsinvesteringen riolering (GRP) Plaats Krediet incl. 3 % rente Voorbereidingskosten diverse rioleringswerken (MIP 2023) Maasgouw € 130.000 € 6.067

Uitvoering voorbereidingskredieten 2021 Maasgouw € 1.505.000 € 70.233

Totaal (incl. rente) € 1.635.000 € 76.300

Vervangingsinvesteringen openbare verlichting Plaats Krediet Kapitaallasten

OV plan vervangen lichtmasten 2022 Maasgouw € 5.300 € 133 OV plan vervangen armaturen 2022 Maasgouw € 162.800 € 8.140 Totaal € 168.100 € 8.273

Vervangingsinvesteringen kunstwerken (bruggen, Plaats Krediet Kapitaallasten duikers) Brug Maasbrachterweg / vervangen metselwerk Maasgouw € 18.300 € 1.220 Totaal € 18.300 € 1.220

Vervangingsinvesteringen gebouwen Plaats Krediet Kapitaallasten

Sporthal Andreashal - onderhoud ophaalbare Maasbracht € 39.800 € 1.592 scheidingswand Harmoniezaal Wessem - div vervangingsinvesteringen Wessem € 102.300 € 5.442 (reserveren kapitaallasten) SCC De Spil - regelkast ventilatie vervangen Maasbracht € 8.500 € 567 SCC De Spil - stucwerk plafond vervangen - ruimte Maasbracht € 7.300 € 292 Krea-aktief SCC De Spil - wandtegels vervangen sanitair 1ste verd. Maasbracht € 23.600 € 944 Kloosterhof Linne loodaansluitingen en platdakbedekking Linne € 28.900 € 1.445 en voegwerk gevels vervangen Gemeenteloods Maasbracht - vervangen CV-ketel Maasbracht € 5.800 € 387 MFC Ohe en Laak - vervangen dakbedekking lage deel Ohe en Laak € 14.900 € 745 Gymzaal a.d. Leukenstraat - vervangen sportvloer Beegden € 27.300 € 1.092 Eurobad - schuifafsluiters en vlinderkleppen vervangen Maasbracht € 20.500 € 1.367 Totaal € 278.900 € 13.872

164

Vervangingsinvesteringen tractieplan Plaats Krediet Kapitaallasten

Volkswagen crafter Wijkteam € 46.000 € 4.600 Totaal € 46.000 € 4.600

Overige vervangingsinvesteringen Plaats Krediet Kapitaallasten

WMO middelen (nieuw) 2022 Maasgouw € 157.600 € 22.514 Totaal € 157.600 € 22.514

Totaal investeringen 2022 € 3.173.900 € 155.779

165

Overzicht investeringen jaar 2023 MIP 2023 Rente percentage : 0%

Vervangingsinvesteringen wegen (zo mogelijk in Plaats Krediet Kapitaallasten samenhang met het GRP) Voorbereidingskosten diverse wegen (MIP 2024) Maasgouw € 50.000 € 1.667

Uitvoering voorbereidingskredieten 2022 Maasgouw € 750.000 € 25.000

Totaal € 800.000 € 26.667

Kapitaallasten Vervangingsinvesteringen riolering (GRP) Plaats Krediet incl. 3 % rente Voorbereidingskosten diverse rioleringswerken (MIP 2024) Maasgouw € 95.000 € 4.433

Uitvoering voorbereidingskredieten 2022 Maasgouw € 1.435.000 € 66.967

Totaal (incl. rente) € 1.530.000 € 71.400

Vervangingsinvesteringen openbare verlichting Plaats Krediet Kapitaallasten

OV plan vervangen lichtmasten 2023 Maasgouw € 5.300 € 133 OV plan vervangen armaturen 2023 Maasgouw € 162.800 € 8.140 Totaal € 168.100 € 8.273

Vervangingsinvesteringen kunstwerken (bruggen, Plaats Krediet Kapitaallasten duikers) Brug Leerke Ven / vervangen houten brug Panheel € 49.600 € 3.307 Totaal € 49.600 € 3.307

166

Vervangingsinvesteringen gebouwen Plaats Krediet Kapitaallasten

Begraafplaats Beegden - vervangen dakbedekking Beegden € 15.000 € 600 Bibliotheek Maasbracht - voegwerk buitenwanden Maasbracht € 11.400 € 456 Brandweerkazerne Stevensweert - vervangen Stevensweert € 18.300 € 1.220 segmentdeuren 2 st. Eurobad - Vervangen kool op zandfilter Maasbracht € 6.700 € 447 Eurobad - Vervangen rvs haarvanger < 150 m3/h Maasbracht € 13.300 € 665 Eurobad - Vervangen zwemwaterpomp 75 m3/h Maasbracht € 7.200 € 480 Eurobad - Vervangen springplank Maasbracht € 10.000 € 667 Harmoniezaal Wessem - div vervangingsinvesteringen Wessem € 17.300 € 1.153 (reserveren kapitaallasten) MFC Stevensweert - Vervangen gasketel Stevensweert € 15.000 € 1.000 ZC De Spil - Vervangen loodaansluitingen dakconstructies Maasbracht € 53.500 € 2.140 ZC De Spil - Vervangen dakrandkappen incl. randstrook Maasbracht € 54.600 € 2.184 ZC De Spil - Overlagen dakafwerking EPDM Maasbracht € 122.000 € 4.880 ZC De Spil - Overlagen dakafwerking bitumineus Maasbracht € 75.800 € 3.032 Sporthal Andreashal - Vervangen dakafvoerventilator Maasbracht € 7.600 € 507 Sporthal Andreashal - Vervangen voegwerk Maasbracht € 32.200 € 1.288 Sporthal Andreashal - Vervangen TL-armaturen balvast Maasbracht € 40.500 € 2.700 Totaal € 500.400 € 23.418

Vervangingsinvesteringen tractieplan Plaats Krediet Kapitaallasten

Volkswagen transporter 2-VZK-41 Wijkteam € 43.500 € 4.350 Volkswagen transporter 2-VZK-40 Wijkteam € 43.500 € 4.350 Natzoutstrooier vrachtwagen Maasbracht Wijkteam € 65.000 € 6.500 Natzoutstrooier pick-up Maasbracht Wijkteam € 50.000 € 5.000 Totaal € 202.000 € 20.200

Overige vervangingsinvesteringen Plaats Krediet Kapitaallasten

WMO middelen (nieuw) 2023 Maasgouw € 157.600 € 22.514 Vervangen kunstgras Voetbal Linne (Kadernota 2018) Linne € 719.000 € 71.900 Totaal € 876.600 € 94.414

Totaal investeringen 2023 € 4.126.700 € 247.678

167

168

Bijlage : Staat van reserves en voorzieningen 2020

Nummer Omschrijving Reserve: Saldo 1-1-2020 Toevoeging Onttrekking Saldo 1-1-2021

Reserve 0 Alg. res. Maasgouw: weerstandsvermogen € 4.265.463 € - € 370.000 € 3.895.463 12 Bestemmingsreserve incidenteel 2009 € 223.959 € - € - € 223.959 15 Incidenteel 2006 Heel € 130.509 € - € - € 130.509 23 Incidentele middelen 2006 Maasbracht € 41.436 € - € - € 41.436 29 Ontwikkelingsbedrijf € 2.050.813 € - € - € 2.050.813 34 Bovenwijkse voorzieningen Maasgouw € 155.949 € - € - € 155.949 35 Stevolgelden € 112.955 € - € - € 112.955 40 Bestemmingsreserve Essent € 16.655.219 € - € 1.149.297 € 15.505.922 41 Bestemmingsreserve IZA € 23.518 € - € 15.000 € 8.518 42 Bestemmingsreserve Bruglening Enexis € - € - € - € - 44 Bestemmingsreserve incidenteel 2010 € 28.507 € - € - € 28.507 45 Reserves dekking kapitaallasten (gedeeltelijke dekking) € 9.146.472 € - € 414.120 € 8.732.352 500 t/m 703 Reserves dekking kapitaallasten € 15.127.739 € - € 918.507 € 14.209.232 63 Reserve Wachtgelden Wethouders € 0 € - € - € 0 64 Reserve uitkeringen voormalige personeel € 369.199 € - € - € 369.199 67 Reserve Overname Rijksweg N271 € - € - € - € - 69 Reserve Parkeerfonds € - € - € - € - 70 Reserve Toeristische Infrastructuur € 10.385 € - € - € 10.385 71 Reserve Kwaliteitsfonds RO € 90.375 € - € - € 90.375 77 Reserve bijdrage RD Maasland kap lasten wijkcontainers € 81.998 € - € 56.991 € 25.007 Totaal: € 48.514.496 € - € 2.923.916 € 45.590.580

Nummer Omschrijving Voorziening Saldo 1-1-2020 Toevoeging Onttrekking Saldo 1-1-2021

Voorziening 46 Voorziening schoollocatie Ohé en Laak € 225.102 € - € - € 225.102 48 Voorziening dubieuze debiteuren € 24.045 € - € - € 24.045 49 Voorziening dubieuze debiteuren Soza Maasgouw € 352.534 € - € - € 352.534 51 Voorziening pensioen wethouders € 2.446.908 € 92.000 € 2.354.908 57 Voorziening riolering(vervanging en egalisatie) € 6.090.688 € - € 1.177.278 € 4.913.410 64 Egalisatiefonds afval € 50.000 € - € 50.000 € -0 58 Voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen € 165.742 € 288.457 € 341.200 € 112.999 59 Groot onderhoud kunstwerken(bruggen, duikers, e.d.) € 47.644 € 51.200 € 51.600 € 47.244 60 Voorziening wachtgeldverplichting wethouders € 257.825 € 83.750 € 174.075 68 Voorziening onderhoud schoolgebouwen € 62.037 € 19.858 € 7.600 € 74.295 63 Voorziening Attero € 79.930 € - € - € 79.930 82 Voorziening afwikkeling grondexploitaties € 34.670 € 34.670 Totaal: € 9.837.125 € 359.515 € 1.803.428 € 8.393.212

In de Programmabegroting 2020 wordt voorgesteld om 2 bestemmingsreserves (reserve incidenteel en reserve ontwikkelingsbedrijf) in te zetten ter dekking van kosten (omgevingsvisie (€ 100.000), GVVP (€ 10.000) en realisatie tijdelijke woningen (€ 50.000)). Deze mutaties zijn nog niet als onttrekking 2020 verwerkt in bovenstaand overzicht.

169

Bijlage : Staat van reserves en voorzieningen 2021

Nummer Omschrijving Reserve: Saldo 1-1-2021 Toevoeging Onttrekking Saldo 1-1-2022

Reserve 0 Alg. res. Maasgouw: weerstandsvermogen € 3.895.463 € - € - € 3.895.463 12 Bestemmingsreserve incidenteel 2009 € 223.959 € - € - € 223.959 15 Incidenteel 2006 Heel € 130.509 € - € - € 130.509 23 Incidentele middelen 2006 Maasbracht € 41.436 € - € - € 41.436 29 Ontwikkelingsbedrijf € 2.050.813 € - € - € 2.050.813 34 Bovenwijkse voorzieningen Maasgouw € 155.949 € - € - € 155.949 35 Stevolgelden € 112.955 € - € - € 112.955 40 Bestemmingsreserve Essent € 15.505.922 € - € - € 15.505.922 41 Bestemmingsreserve IZA € 8.518 € - € 8.518 € - 42 Bestemmingsreserve Bruglening Enexis € - € - € - € - 44 Bestemmingsreserve incidenteel 2010 € 28.507 € - € - € 28.507 45 Reserves dekking kapitaallasten (gedeeltelijke dekking) € 8.732.352 € - € 407.570 € 8.324.782 500 t/m 703 Reserves dekking kapitaallasten € 14.209.232 € - € 890.454 € 13.318.778 63 Reserve Wachtgelden Wethouders € 0 € - € - € 0 64 Reserve uitkeringen voormalige personeel € 369.199 € - € - € 369.199 67 Reserve Overname Rijksweg N271 € - € - € - € - 69 Reserve Parkeerfonds € - € - € - € - 70 Reserve Toeristische Infrastructuur € 10.385 € - € - € 10.385 71 Reserve Kwaliteitsfonds RO € 90.375 € - € - € 90.375 77 Reserve bijdrage RD Maasland kap lasten wijkcontainers € 25.007 € - € 22.131 € 2.876 Totaal: € 45.590.580 € - € 1.328.673 € 44.261.908

Nummer Omschrijving Voorziening Saldo 1-1-2021 Toevoeging Onttrekking Saldo 1-1-2022

Voorziening 46 Voorziening schoollocatie Ohé en Laak € 225.102 € - € - € 225.102 48 Voorziening dubieuze debiteuren € 24.045 € - € - € 24.045 49 Voorziening dubieuze debiteuren Soza Maasgouw € 352.534 € - € - € 352.534 51 Voorziening pensioen wethouders € 2.354.908 € 92.000 € 2.262.908 57 Voorziening riolering(vervanging en egalisatie) € 4.913.410 € - € 1.128.283 € 3.785.127 64 Egalisatiefonds afval € -0 € - € - € -0 58 Voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen € 112.999 € 288.457 € 209.200 € 192.256 59 Groot onderhoud kunstwerken(bruggen, duikers, e.d.) € 47.244 € 51.200 € 80.900 € 17.544 60 Voorziening wachtgeldverplichting wethouders € 174.075 € 75.900 € 98.175 68 Voorziening onderhoud schoolgebouwen € 74.295 € 19.858 € 32.100 € 62.053 63 Voorziening Attero € 79.930 € - € - € 79.930 82 Voorziening afwikkeling grondexploitaties € 34.670 € 34.670 Totaal: € 8.393.212 € 359.515 € 1.618.383 € 7.134.344

170

Bijlage : Staat van reserves en voorzieningen 2022

Nummer Omschrijving Reserve: Saldo 1-1-2022 Toevoeging Onttrekking Saldo 1-1-2023

Reserve 0 Alg. res. Maasgouw: weerstandsvermogen € 3.895.463 € - € - € 3.895.463 12 Bestemmingsreserve incidenteel 2009 € 223.959 € - € - € 223.959 15 Incidenteel 2006 Heel € 130.509 € - € - € 130.509 23 Incidentele middelen 2006 Maasbracht € 41.436 € - € - € 41.436 29 Ontwikkelingsbedrijf € 2.050.813 € - € - € 2.050.813 34 Bovenwijkse voorzieningen Maasgouw € 155.949 € - € - € 155.949 35 Stevolgelden € 112.955 € - € - € 112.955 40 Bestemmingsreserve Essent € 15.505.922 € - € - € 15.505.922 41 Bestemmingsreserve IZA € - € - € - € - 42 Bestemmingsreserve Bruglening Enexis € - € - € - € - 44 Bestemmingsreserve incidenteel 2010 € 28.507 € - € - € 28.507 45 Reserves dekking kapitaallasten (gedeeltelijke dekking) € 8.324.782 € - € 407.570 € 7.917.211 500 t/m 703 Reserves dekking kapitaallasten € 13.318.778 € - € 858.303 € 12.460.475 63 Reserve Wachtgelden Wethouders € 0 € - € - € 0 64 Reserve uitkeringen voormalige personeel € 369.199 € - € - € 369.199 67 Reserve Overname Rijksweg N271 € - € - € - € - 69 Reserve Parkeerfonds € - € - € - € - 70 Reserve Toeristische Infrastructuur € 10.385 € - € - € 10.385 71 Reserve Kwaliteitsfonds RO € 90.375 € - € - € 90.375 77 Reserve bijdrage RD Maasland kap lasten wijkcontainers € 2.876 € - € 2.876 Totaal: € 44.261.908 € - € 1.265.873 € 42.996.034

Nummer Omschrijving Voorziening Saldo 1-1-2022 Toevoeging Onttrekking Saldo 1-1-2023

Voorziening 46 Voorziening schoollocatie Ohé en Laak € 225.102 € - € - € 225.102 48 Voorziening dubieuze debiteuren € 24.045 € - € - € 24.045 49 Voorziening dubieuze debiteuren Soza Maasgouw € 352.534 € - € - € 352.534 51 Voorziening pensioen wethouders € 2.262.908 € 92.000 € 2.170.908 57 Voorziening riolering(vervanging en egalisatie) € 3.785.127 € - € 906.067 € 2.879.060 64 Egalisatiefonds afval € -0 € - € - € -0 58 Voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen € 192.256 € 288.457 € 287.800 € 192.913 59 Groot onderhoud kunstwerken(bruggen, duikers, e.d.) € 17.544 € 51.200 € 48.600 € 20.144 60 Voorziening wachtgeldverplichting wethouders € 98.175 € 65.000 € 33.175 68 Voorziening onderhoud schoolgebouwen € 62.053 € 19.858 € 29.700 € 52.211 63 Voorziening Attero € 79.930 € - € - € 79.930 82 Voorziening afwikkeling grondexploitaties € 34.670 € 34.670 Totaal: € 7.134.344 € 359.515 € 1.429.167 € 6.064.692

171

Bijlage : Staat van reserves en voorzieningen 2023

Nummer Omschrijving Reserve: Saldo 1-1-2023 Toevoeging Onttrekking Saldo 1-1-2024

Reserve 0 Alg. res. Maasgouw: weerstandsvermogen € 3.895.463 € - € - € 3.895.463 12 Bestemmingsreserve incidenteel 2009 € 223.959 € - € - € 223.959 15 Incidenteel 2006 Heel € 130.509 € - € - € 130.509 23 Incidentele middelen 2006 Maasbracht € 41.436 € - € - € 41.436 29 Ontwikkelingsbedrijf € 2.050.813 € - € - € 2.050.813 34 Bovenwijkse voorzieningen Maasgouw € 155.949 € - € - € 155.949 35 Stevolgelden € 112.955 € - € - € 112.955 40 Bestemmingsreserve Essent € 15.505.922 € - € - € 15.505.922 41 Bestemmingsreserve IZA € - € - € - € - 42 Bestemmingsreserve Bruglening Enexis € - € - € - € - 44 Bestemmingsreserve incidenteel 2010 € 28.507 € - € - € 28.507 45 Reserves dekking kapitaallasten (gedeeltelijke dekking) € 7.917.211 € - € 407.370 € 7.509.842 500 t/m 703 Reserves dekking kapitaallasten € 12.460.475 € - € 811.169 € 11.649.306 63 Reserve Wachtgelden Wethouders € 0 € - € - € 0 64 Reserve uitkeringen voormalige personeel € 369.199 € - € - € 369.199 67 Reserve Overname Rijksweg N271 € - € - € - € - 69 Reserve Parkeerfonds € - € - € - € - 70 Reserve Toeristische Infrastructuur € 10.385 € - € - € 10.385 71 Reserve Kwaliteitsfonds RO € 90.375 € - € - € 90.375 77 Reserve bijdrage RD Maasland kap lasten wijkcontainers € 2.876 € - € 2.876 Totaal: € 42.996.034 € - € 1.218.539 € 41.777.496

Nummer Omschrijving Voorziening Saldo 1-1-2023 Toevoeging Onttrekking Saldo 1-1-2023

Voorziening 46 Voorziening schoollocatie Ohé en Laak € 225.102 € - € - € 225.102 48 Voorziening dubieuze debiteuren € 24.045 € - € - € 24.045 49 Voorziening dubieuze debiteuren Soza Maasgouw € 352.534 € - € - € 352.534 51 Voorziening pensioen wethouders € 2.170.908 € 92.000 € 2.078.908 57 Voorziening riolering(vervanging en egalisatie) € 2.879.060 € - € 772.137 € 2.106.923 64 Egalisatiefonds afval € -0 € - € - € -0 58 Voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen € 192.913 € 288.457 € 440.300 € 41.070 59 Groot onderhoud kunstwerken(bruggen, duikers, e.d.) € 20.144 € 51.200 € 6.600 € 64.744 60 Voorziening wachtgeldverplichting wethouders € 33.175 € 33.175 € - 68 Voorziening onderhoud schoolgebouwen € 52.211 € 19.858 € 30.500 € 41.569 63 Voorziening Attero € 79.930 € - € - € 79.930 82 Voorziening afwikkeling grondexploitaties € 34.670 € 34.670 Totaal: € 6.064.692 € 359.515 € 1.374.712 € 5.049.495

172

Gemeente Maasgouw Markt 36, 6051 DZ Maasbracht Postbus 7000, 6050 AA Maasbracht

[email protected] www.gemeentemaasgouw.nl