Archief 2017 Commissie Tot Redactie Van Archief En Werken Prof

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Archief 2017 Commissie Tot Redactie Van Archief En Werken Prof Archief 2017 Commissie tot redactie van Archief en Werken prof. dr. H. (Henk) Nellen, voorzitter dr. F. (Francien) Petiet, secretaris dr. J.P. (Jan Piet) Bekker drs. I.J. (Ivo) van Loo dr. F.F.X. (Frits) Smulders dr. W. (Willem) Peene M.J (Marianne) Vader, MA drs. G. (Gerrie) Wisse Redactieadres Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen Redactie Archief Kousteensedijk 7 4331 JE Middelburg [email protected] ISSN 0116-594X Archief Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 2017 Hugo Schorer Voorwoord 5 Stefan van Belzen Zeeland onder vuur Organisatie van maritime security door de Staten van Zeeland, 1467–1506 9 Huib J. Zuidervaart ‘Scientia’ in Middelburg rond 1600 De wisselwerking tussen academici, kooplieden en handwerkers in het vroeg- moderne Middelburg: essentieel voor de creatie van ’s werelds eerste verrekijker? 43 Elsbeth Blok-den Braber Vensterglazen, toneel en verzenboeken: het spel van de Veerse rederijkerskamer Missus Scholieren (1681–1796) 101 Jan-Willem de Winter Gehavende steden De krimp van middeleeuwse havensteden in Zeeland 123 Jan de Vetten ‘Bisamratten’. De Communistische Partij van Nederland (CPN) en de Watersnoodramp van 1953 147 Jaarverslag 2017 167 Voorwoord Hugo Schorer VOORWOORD 7 Voor u ligt de editie 2017 van Archief, het jaarboek van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, dat voor het eerst in 1856 verscheen. In Archief 2017 vindt u verschillende boeiende artikelen. Ook doen zoals gebruikelijk onze conservatoren verslag van de vermeldenswaardige gebeurtenissen met betrekking tot onze verzamelingen, zoals aanwinsten, schenkingen, onderzoeken, bruiklenen, etc. Voor de jaarverslagen van de secretaris en van onze commissies en werkgroe- pen mogen wij u in het vervolg verwijzen naar onze recent vernieuwde website, www.kzgw.nl. Een bijzondere mijlpaal voor het Genootschap het afgelopen jaar was de aanwijzing op grond van de Erfgoedwet 2016 door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van onze oudste collectie – verzameld tussen 1769 en ca 1804 – en enkele andere topstukken tot beschermd cultuurgoed. Het gaat daarbij om ca 100.000 objecten, die nu zijn opgenomen in het nationaal Register beschermde cultuurgoederen. Met deze erkenning van het nationaal belang van deze onderde- len uit onze collectie werd jarenlange inzet van Katie Heyning en Erik van der Doe en andere conservatoren beloond. Zeer verheugd waren we met een bijdrage van ruim € 71.000 van de Stichting Dioraphte voor het digitaliseren van deze onderde- len van onze collectie en het virtueel presenteren van oude dwarsverbanden. Voor het eerst in lange tijd werd er in de serie Werken weer een boek uitgegeven Het leven van Jezus in Veere en omstreken met tekeningen van Reimond Kimpe, ingeleid en toegelicht door Lo van Driel. De komende jaren kunt u nog meer uitgaven verwachten. Voor het academisch jaar 2017–2018 is de aanstelling van Huib Zuidervaart als Genootschapsfellow aan het University College Roosevelt in Middelburg met een jaar verlengd. Om de betrokkenheid van onze leden bij het Genootschap te vergroten werd in 2017 onder meer een bijeenkomst voor nieuwe leden georganiseerd. Tenslotte wil ik vermelden dat het afgelopen jaar de Genootschapspenning werd uitgereikt aan Hans Joziasse voor zijn grote verdiensten als thesaurier van het Ge- nootschap van 2009 tot 2017. Peter van Druenen, voorzitter van de Werkgroep Cultuurhistorie, is hem opgevolgd. Ik wens u veel leesplezier met het Archief 2017. Hugo Schorer, Voorzitter Zeeuws Genootschap Zeeland onder vuur Organisatie van maritime security door de Staten van Zeeland, 1467–1506 Stefan van Belzen ZEELAND ONDER VUUR 11 Inleiding De terroristische aanslagen van 11 september 2001 hebben de angst voor terroris- me in de Westerse samenleving aanzienlijk doen toenemen. Overheden voerden als reactie op verschillende wijzen beschermingsmechanismen door. Maritime se- curity is hierin een belangrijk aspect. Als term heeft maritime security een grote aantrekkingskracht, die op dit moment een aanzienlijke rol speelt in internationale verdragen. Hoewel in onze nabije omgeving van maritiem terrorisme weinig sprake lijkt te zijn, werd het onderwerp tussen 2008 en 2011 erg actueel door de groei van piraterij voor de Somalische kust. Zelfs Hollywood profiteerde van deze situatie en bracht met de filmCaptain Philips (2013) deze problematiek dichter bij de wes- terse samenleving.1 Van een nieuw probleem is echter geenszins sprake. Maritieme veiligheid was ook in de late middeleeuwen al een veelbesproken onderwerp tijdens vergaderingen van gezaghebbende instanties in de kustgewesten van de Lage Lan- den, waaronder de Staten van Zeeland. De volksvertegenwoordiging in deze periode werd gevormd door een wisselende samenstelling van de geestelijkheid, het ridderschap en de steden onder de noemer Staten. Naar de Staten van Vlaanderen en Staten van Holland in de late middeleeuwen is al veel onderzoek verricht.2 Actueel onderzoek naar de Staten van Zeeland is echter vrijwel niet aanwezig. De laatste uitvoerige bestudering dateert uit 1951. Historicus Frits Lemmink publiceerde in dat jaar een proefschrift over het ontstaan van de Staten van Zeeland en de geschiedenis hiervan tot 1555.3 Zeeland nam zowel eco- nomisch als politiek een sleutelpositie in. Met Holland in het noorden, Brabant in het Oosten, Vlaanderen in het zuiden en de Noordzee in het westen functioneerde Zeeland als een belangrijk transitogebied voor maritieme handelsactiviteiten. De Scheldedelta was het centrum van het West-Europese handelssysteem zoals dit in de late middeleeuwen was ontstaan en stond in verbinding met het Vlaamse Brugge en de Brabantse steden Bergen op Zoom en Antwerpen.4 Onderzoek naar het func- tioneren van de Staten van Zeeland in de late middeleeuwen is nodig om vanuit de context van regionale geschiedenis nieuwe inzichten te leveren in het grotere debat omtrent grensoverschrijdende vraagstukken.5 De Staten van Zeeland kwamen bijeen in zogenaamde dagvaarten. Deze werden op convocatie van de vorst georganiseerd, die in zijn plaats vaak ambtenaren zond. De samenstelling en omvang van de afvaardigingen, als ook de plaats en tijd, wisselden enorm. Het ontbreekt dan ook aan enige vorm van regelmaat in de gehouden dag- vaarten.6 De Staten van Zeeland kwamen ook niet altijd als één geheel bijeen. De Staten waren intern verdeeld in de Staten van Bewesterschelde en Staten van Be- oosterschelde. Vóór 1323 behoorde Zeeland Bewesterschelde toe aan de graaf van Vlaanderen en Zeeland Beoosterschelde aan de graaf van Holland. In 1323 kwam aan die tweedeling een eind en werd er één Zeeuws gewest gevormd onder de graaf van Holland. Hiermee verkreeg het gewest een duidelijke geografische omlijning zoals in figuur 1 zichtbaar is.7 Deze interne verdeling werkte nog verder door bin- nen de Staten van Bewesterschelde, waar de Staten van Walcheren, Zuid-Beveland en Noord-Beveland vorm kregen.8 12 ZEELAND ONDER VUUR Duidelijk is dat de maritieme bescherming van de kustgewesten en de kustverdedi- ging binnen de Statenvergaderingen vaak werd bediscussieerd. Zo blijkt uit kwan- titatieve analyse van Dagvaarten Zeeland – een in 2011 uitgegeven samenstelling van niet eerder gepubliceerde dagvaarten van de Staten van Zeeland – dat in de periode 1467 tot 1492 in totaal 215 dagvaarten uit 417 dagvaarten (52%) betrek- king hadden op de hiervoor genoemde en hieraan gerelateerde onderwerpen.9 Dit in tegenstelling tot de 52 dagvaarten op 567 dagvaarten (9%) die in de aanzienlijk langere periode 1400 tot 1467 deze onderwerpen op de agenda hadden staan. In de 271 dagvaarten die uit de periode 1318 tot 1400 zijn opgenomen werd er geen aandacht geschonken aan maritime security. In de periode 1492 tot 1506 werden de onderwerpen bescherming ter zee en kustverdediging niet meer besproken op dagvaarten. Wel zijn er 46 uit 121 dagvaarten (38%) die aan maritime security gerelateerd kunnen worden. Hierbij moet echter nog wel worden opgemerkt dat de auteurs van Dagvaarten Zeeland bewust gekozen hebben het overschot aan dag- vaarten met betrekking tot dijkage buiten beschouwing te laten. De genoemde aantallen zijn dan ook relatief. Wel kan hieruit geconcludeerd worden dat maritie- me problematiek en diplomatiek tot de voornaamste bezigheden van de Staten van Zeeland behoorden. Wat is de aanleiding voor de toegenomen aandacht aan deze onderwerpen in de periode 1467–1492? Door de onderzoeksperiode te verbreden tot 1506 wordt er een mogelijkheid geboden om te onderzoeken waarom er een plotse afname plaats- vond in het aantal dagvaarten gerelateerd aan maritime security. Het leidt mij ertoe de volgende vraag centraal te stellen in dit onderzoek: ‘Welke rol speelden de Sta- ten van Zeeland in de kustverdediging van de Zeeuwse eilanden en de maritieme ZEELAND ONDER VUUR 13 bescherming van handel en visserij in de periode 1467 tot 1506?’. Deze vraag- stelling zal in het kader van het begrip maritime security worden onderzocht. Drie onderwerpen die aan deze term gerelateerd kunnen worden komen in Dagvaarten Zee land veelvuldig voor. Ten eerste conflictpreventie: het voorkomen van een con- flict of het afsluiten van een bestand kon veiligheid op zee garanderen. Ten tweede bescherming ter zee: door het uitrusten van oorlogsschepen of verstrekken van vrij- geleiden konden activiteiten ter zee beschermd worden. Ten derde kustverdediging: invallen en plunderingen vonden in Zeeland namelijk veelal plaats vanuit zee. Ma- ritime security is dan ook drieledig en zal de rode draad vormen in dit onderzoek. De te onderzoeken periode staat
Recommended publications
  • The 'True Inventor'
    The ‘true inventor’ of the telescope. A survey of 400 years of debate Huib J. Zuidervaart There is no nation which has not claimed for itself the remarkable invention of the telescope: indeed, the French, Spanish, English, Italians, and Hollanders have all maintained that they did this. Pierre Borel, De vero telescopii inventore (1656) I. introduction Cultural Nationalism and Historical Constructs Who invented the telescope? From the very moment the telescope emerged as a useful tool for extending man’s vision, this seemingly simple question led to a bewildering array of answers. The epigram above, written in the mid- seventeenth century, clearly illustrates this point. Indeed, over the years the ‘invention’ of the telescope has been attributed to at least a dozen ‘inventors,’ from various countries1. And the priority question has remained problematic for four centuries. Even in September 2008, the month in which the 400th anniversary of the ‘invention’ was celebrated in The Netherlands, a new claim was put forward, when the popular monthly History Today published a rather speculative article, in which the author, Nick Pelling, suggested that the hon- our of the invention should nòt go to the Netherlands, but rather to Catalonia on the Iberian Peninsula.2 Pelling’s claim was picked up by the Manchester 1 Over the years the following candidates have been proposed as the ‘inventor of the telescope’: (1) from the Netherlands: Hans Lipperhey, Jacob Adriaensz Metius, Zacharias Jansen and Cornelis Drebbel, to which in this paper – just for the sake of argument – I will add the name ‘Lowys Lowyssen, geseyt Henricxen brilmakers’; (2) from Italy: Girolamo Fracastoro, Raffael Gualterotti, Giovanni Baptista Della Porta and Galileo Galilei; from (3) England: Roger Bacon, Leonard Digges and William Bourne (4) from Germany Jacobus Velser and Simon Marius; (5) from Spain: Juan Roget, and (6) from the Arabian world: Abul Hasan, also known as Abu Ali al-Hasan ibn al-Haith- am.
    [Show full text]
  • Cornelis Drebbel (1572-1633)
    CORNELIS DREBBEL (1572-1633) PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD VAN DOCTOR IN DE WIS - E N N A T U U R - KUNDE AAN DE RIJKSUNIVERSITEIT TE LEIDEN , OP GEZAG VAN DEN RECTOR - MAGNIFICUS, Dr J.J. BLANKSMA, HOOGLEERAAR IN DE FACUL - TEIT DER WIS - EN NATUURKUNDE, V O O R D E FACULTEIT DER WIS - EN NATUURKUNDE TE VERDEDIGEN OP VRIJDAG 10 JUNI 1932, DES NAMIDDAGS TE 3 UUR, DOOR GERRIT TIERIE GEBOREN TE AMSTERDAM H. J. P A R I S AMSTERDAM MCMXXXII Gedigitaliseerd door Francis Franck 1 INTRODUCTION Cornelis Jacobszoon Drebbel (1572 - 1633) was undoubtedly the best known of the numerous inventors we find in Europe at the beginning of the 17th century and his fame, which spread over the whole of the civilized world of that day, remained undimmed for many years after his death. It seemed to us that it might be of interest, therefore, to publish a short account of the life and work of this remarkable man, a great part of whose life was spent in the service of English Kings James I (1603-1625) and Charles I (1625-1649) — and whose inventions were worked out later by others, especially after the foundation of the Royal Society of London. Fig. 2 - From 'The Elements' (Ed. 1621). 2 CHAPTER I CORNELIS DREBBEL : THE STORY OF HIS LIFE § 1 - Drebbel in Holland (1572-1605) Cornelis Drebbel was born at Alkmaar in 1572 as the son of Jacob. The chronicler of the city of Alkmaar, Cornelis van der Woude, tells us in 1645 that Drebbel 'is descended from an honourable and well born family, who have occupied the ruler's chair.' 1 De Peiresc (1580-1634), a French savant, to whom, as we shall see in chapter III, we are indebted for many details concerning Drebbel, informs us, that the Drebbels were land-owners.
    [Show full text]
  • This Document Has Been Prepared to Commemorate the Researchers Who Have Made Great Efforts in Plankton and Related Studies
    1 This document has been prepared to commemorate the researchers who have made great efforts in plankton and related studies. Alain Sournia passed away on May 28th, 2018 at 77. After his degree in Biological Oceanography from the Faculty of Science of the Paris University (France) in 1962, he obtained a position in 1965 as research assistant at the Overseas Fisheries Laboratory of the French National Museum of Natural History (MNHN, Paris, France). He then completed a PhD thesis on planktonic diatoms from the Mozambique Channel and Mauritius (Fig. 1), which he defended in 1968. He was a laureate of the "Foundation for the Vocation" in 1969. In the late 70’s-early 80's, Alain Sournia worked at the MNHN antenna on Moorea Island and at Takapoto (French Polynesia). He became Assistant Professor in Zoology at the MNHN Alain Sournia (1981) where he worked in the General and Applied Ichthyology (1940-2018) Laboratory. In 1983, he joined the Centre National de la Recherche Scientifique (CNRS) as "Directeur de Recherche". He spent several years at the Roscoff Marine Station (1984-1987) and then at the Geology Laboratory of MNHN (1987-1995). The last ten years of his career in Paris were devoted to the research management, acting as "chargé de mission" (policy officer) first at the CNRS "National Institute of Sciences of the Universe" (INSU), from 1994 to 1999, then at the Living Resources Department of the French “National Research Institute for Sustainable Development” (IRD) from 2000 to 2005, notably as a member of the “National Fleet Commission”. Alain Sournia was awarded the French Academic Palms in 1982 and the Medal of the French Society of Oceanography in 1983.
    [Show full text]
  • Capitalism and Accounting in the Dutch East-India
    University of Wollongong Research Online University of Wollongong Thesis Collection University of Wollongong Thesis Collections 2011 Capitalism and accounting in the Dutch East-India Company 1602-1623: an historical study of determining influences and practices Jeffrey Stephen Robertson University of Wollongong Recommended Citation Robertson, Jeffrey Stephen, Capitalism and accounting in the Dutch East-India Company 1602-1623: an historical study of determining influences and practices, Doctor of Philosophy thesis, School of Accounting and Finance, University of Wollongong, 2011. http://ro.uow.edu.au/theses/3329 Research Online is the open access institutional repository for the University of Wollongong. For further information contact Manager Repository Services: [email protected]. CAPITALISM AND ACCOUNTING IN THE DUTCH EAST-INDIA COMPANY 1602-1623: AN HISTORICAL STUDY OF DETERMINING INFLUENCES AND PRACTICES VOLUME I PARTS I & II A thesis submitted in fulfilment of the requirements for the award of the degree Doctor of Philosophy from University of Wollongong by Jeffrey Stephen Robertson B.Com(Hons) (UNISA), MBS (Massey University) Faculty of Commerce School of Accounting and Finance 2011 CERTIFICATION I, Jeffrey Stephen Robertson, declare that this thesis, submitted in fulfilment of the requirements for the award of Doctor of Philosophy, in the School of Accounting and Finance, University of Wollongong, is wholly my own work unless otherwise referenced or acknowledged. The document has not been submitted for qualifications at any other
    [Show full text]
  • A Survey of the Networks Bringing a Knowledge of Optical Glass-Working to the London Trade, 1500-1800
    A SURVEY OF THE NETWORKS BRINGING A KNOWLEDGE OF OPTICAL GLASS-WORKING TO THE LONDON TRADE, 1500-1800 Anita McConnell Edited by Jenny Bulstrode Figure 1: 'Venetia', by the Italian designer, engraver and dealer in books and prints Giacomo Franco, 1597. The hand-coloured engraving shows Venice with the island of Murano top centre right. Murano hosted the origin of European glass-working in an attempt to sequester and monopolise the valuable skills of the Levant glass-makers implanted there. The engraving highlights the containment of the islands state. Nonetheless, it was from here that skilled knowledge of glass-working moved with people through Europe and to the London trade. Giacomo Franco, Venetia, 1597, Peacay, bibliodyssey.blogspot.co.uk, CC BY 2.0. Ó Anita McConnell 2016 Ó Jenny Bulstrode 2016 Ó Liba Taub 2016 Published by the Whipple Museum of the History of Science, 2016 ISBN-13: 978-0-906271-28-5 ISBN-10: 0-906271-28-2 The Whipple Museum of the History of Science has used its best endeavours to secure the permissions necessary to reproduce the illustrations in this work. If any omissions are brought to our notice, we will be happy to include appropriate acknowledgments in any reissue of the book. i Contents Foreword — iii Preface and acknowledgements — v Figures and tables — vii Abbreviations — x A vocabulary of glass and glass-working materials — xiii Editor’s introduction — 1 Chapter One: The implantation and transmission of European glass- working knowledge — 5 Venetian manufacture of cristallo glass — 5 Migration from Venice
    [Show full text]