VERBINDING DUINKERKE – VLAANDEREN AANLEG VAN EEN AARDGASLEIDING - MET AFTAKKING NAAR LANGEMARK- POELKAPELLE Definitief project-MER – Niet Technische Samenvatting

COLOFON Opdracht: Opmaak van een milieueffectrapport voor de aanleg van een aardgasleiding tussen Alveringem-Maldegem met aftakking naar Langemark-Poelkapelle Kennisgeving / Ontwerp Project-MER

Opdrachtgever: Fluxys NV Kunstlaan 31 1040 Brussel

Opdrachthouder: Antea Belgium nv Rooderveldlaan 1 2600 Antwerpen

T : +32(0)3 221 55 00 F : +32 (0)3 221 55 01 www.anteagroup.be BTW: BE 414.321.939 RPR Antwerpen 0414.321.939 IBAN: BE81 4062 0904 6124 BIC: KREDBEBB

Antea Group is gecertificeerd volgens ISO9001

Identificatienummer: 2226093037/scl

Datum: status / revisie: augustus 2013 KG/ Ontwerp-project MER November 2013 Definitief MER

Vrijgave: Gert Pauwels / Account Manager

Controle: Gert Pauwels, senior adviseur

Projectmedewerkers: Sofie Claerbout / Adviseur Gert Pauwels / Mer-deskundige

Paul Arts / Mer-deskundige

Cedric Vervaet / Mer-deskundige

Kristof Goemaere / Mer-deskundige

 Antea Belgium nv 2014 .

INHOUD

DEEL 1 RAPPORT...... 5 1 NIET -TECHNISCHE SAMENVATTING ...... 6 1.1 INLEIDING EN VERANTWOORDING ...... 6 1.2 TEAM VAN MER-DESKUNDIGEN ...... 7 1.3 SITUERING VAN HET PROJECT BINNEN DE BELANGRIJKSTE JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN ...... 8 1.4 BESCHRIJVING VAN DE PROJECTWERKEN ...... 11 1.5 AFBAKENING VAN DE REFERENTIESITUATIE EN ONTWIKKELINGSSCENARIO ’S...... 21 1.6 BESCHRIJVING EN BEOORDELING VAN DE MILIEUEFFECTEN ...... 24 1.7 LEEMTEN IN DE KENNIS ...... 36 1.8 EINDCONCLUSIE ...... 36 2 VERKLARENDE WOORDENLIJST EN AFKORTINGEN ...... 38 3 BRONNEN ...... 42

DEEL 2 BIJLAGEN...... 44

TABELLEN Tabel 12-1: onderverdeling van het tracé Alveringem-Maldegem van de aardgasleiding 13 Tabel 12-2: onderverdeling van het tracé – Langemark-Poelkapelle van de aardgasleiding 14 Tabel 12-3: onderverdeling van de strengzones met aanduiding van hun gewestplanbestemmingen 15

FIGUREN Figuur 12-1: Schematische weergave werkstroken. 12 Figuur 12-2:persing 18 Figuur 12-3: Voorbeeldtekening gestuurde boring 19 Figuur 12-4: Het overlayprincipe ter bepaling en kwantificering van de relevante milieueffecten 25

BIJLAGEN Bijlage 1 Principiële beslissing van de Vlaamse Regering Bijlage 2 Nota inzake de milieu-impact van aardgas Bijlage 3 Nota beleid inzake veiligheid Fluxys Belgium Bijlage 4 Veiligheidsfiches Aardgas Bijlage 5 Samenvatting van het vooronderzoek betrokken instanties tijdens de plan-MER Bijlage 6 Voorschriften en grafische plannen doorkruiste RUP’s

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 3

Bijlage 7 Kwalitatieve risico-analyse voor ondergrondse hogedruk aardgastransportleidingen + bijlagen Bijlage 8 Brochure: werken in de nabijheid van Fluxys-leidingen Bijlage 9 Inventarisatietabel aandachtzones veiligheid Bijlage 10 Lijst met toegelaten beplanting in de voorbehouden zone Bijlage 11 Communicatieplan Bijlage 12 Kaartenbundel

KAARTEN Kaart 1a: Situering van het projectgebied op topografische kaart Kaart 1b Situering projectgebied Kaart 2: Uittreksel uit het gewestplan Kaart 3 : Bodem Kaart 4: Water Kaart 5: Fauna en Flora Kaart 6: Landschap, Bouwkundig erfgoed en Archeologie Kaart 7: Mens Kaart 8: Aandachtszones veiligheid Kaart 9: Effecten Kaart 10: Maatregelen

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 4

DEEL 1 RAPPORT

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 5

1 Niet-technische samenvatting

Dit is de niet-technische samenvatting van een milieueffectrapport, m.a.w. een beknopte samenvatting van het eigenlijke milieueffectrapport bestemd voor publiek en belanghebbenden. Een milieueffectrapport is een openbaar document waarin de milieueffecten van een planproces of project en de eventuele alternatieven voor dat planproces of project, worden onderzocht. Het milieueffectrapport beslist niet of het project een vergunning krijgt, dit wordt beslist door de vergunningverlener die hierbij rekening houdt met milieueffectrapport. De niet-technische samenvatting heeft als doel om aan publiek en belanghebbenden de relevante informatie uit het milieueffectrapport van het project of plan te communiceren en hiermee de publieke participatie in het vergunningsproces te bevorderen. Voor de uitgebreide technische informatie moet u het eigenlijke milieueffectrapport raadplegen. Voor het lezen van de niet-technische samenvatting, zijn volgende kaarten, uit de aparte kaartenbundel bij het MER, relevant:

Kaart 1: Situeringsplannen Kaart 2: Uittreksel uit het gewestplan Kaart 3: Bodem Kaart 4: Water Kaart 5: Fauna en flora Kaart 6: Landschap, Bouwkundig erfgoed en Archeologie Kaart 7: Mens Kaart 8: Aandachtszones Veiligheid Kaart 9: Effectenkaart Kaart 10: Maatregelen

1.1 Inleiding en verantwoording EDF (FR) heeft beslist een LNG-terminal te bouwen in Duinkerke. Zij wenst deze terminal niet enkel met het Franse aardgasvervoersnet te verbinden maar ook met het Belgische net teneinde hun eigen centrales in België te bevoorraden en toegang te verkrijgen tot meerdere Europese markten (Duitsland, Nederland, Verenigd Koninkrijk) via het bestaande Fluxys -net. Naar aanleiding hiervan wenst Fluxys Belgium NV 1 een nieuwe verbindingsleiding DN900 te voorzien tussen Alveringem en Maldegem, vertrekkende vanuit een nieuwe grenspost te Alveringem. Eveneens is een aftakking Houthulst – Langemark-Poelkapelle in DN500 voorzien ter bevoorrading van de regio Ieper. Het bestaande station te wordt uitgebreid met bijkomende installaties. Het voorgestelde tracé tussen Alveringem en Maldegem is 73,9 km lang en heeft een nominale diameter van 900 mm. Het voorgestelde tracé tussen Houthulst en Langemark-Poelkapelle is 6,9 km lang en heeft een nominale diameter van 500 mm. De start van de werken is voorzien in 2015. Volgende installaties worden voorzien:

1 Fluxys Belgium NV, hierna afgekort als Fluxys

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 6

• Te Alveringem: bouwen van een station uitgerust met een sectieafsluiter (grensafsluiter), en installaties voor debietsregulatie; • Te Houthulst: bouwen van een sectieafsluiter op de hoofdleiding. Vanuit dit punt is een aftakking voorzien naar Langemark-Poelkapelle voor de bevoorrading van de regio Ieper. In dit station wordt eveneens het driehoeksknooppunt en het vertrekschraapkolfstation voor deze leiding gebouwd; • Te Lichtervelde: uitbreiding van het bestaande station: bouwen van een sectieafsluiter op de hoofdleiding. Er worden drukreduceerinstallaties gebouwd met verwarming teneinde het bestaande op 66,2 bar net te kunnen ondersteunen;

• Te Maldegem: bouwen van een eindschraapkolf, samen met een knooppuntsysteem voor injectie in de bestaande leidingen. Er worden ook installaties voor druk- en debietsregeling gebouwd; • Te Langemark-Poelkapelle: bouwen van een nieuw aansluitingspunt op de plaatselijke Intercommunale bestaande uit een eindafsluiter en een eindschraapkolf, evenals drukreduceerinstallaties met verwarming en facturatietelling. Tussen deze stations worden 3 sectionele afsluiters voorzien maximaal om de 15 km. Deze worden voorzien op locaties gelegen op grondgebied: • ; • ; • .

1.2 Team van MER-deskundigen Het MER wordt opgesteld onder de verantwoordelijkheid en op kosten van de initiatiefnemer. De initiatiefnemer moet hiervoor een beroep doen op een MER-coördinator. De MER-coördinator waakt erover dat de samenstelling van het team van medewerkers het mogelijk maakt om het MER op te stellen in overeenstemming met de richtlijnen van de Dienst Mer. Het team van MER deskundigen is als volgt samengesteld:

• Gert Pauwels , erkend deskundige inzake Bodem (erkenningsdossier EDA- 650-V1 – einddatum 11 septebmer 2015) en Water (erkenningsdossier MB/MER/EDA-650-B – erkenning van onbepaalde duur ), tevens coördinator van het MER

 Paul Arts , erkend deskundige inzake ‘mens-sociaal organisatorische aspecten’ (erkenningsdossier EDA/664 – erkenning van onbepaalde duur),

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 7

• Cedric Vervaet , erkend deskundige inzake ‘Monumenten en Landschappen en materiële goederen in het algemeen’ (erkenningsdossier EDA/649 – erkenning van onbepaalde duur)

 Kristof Goemare , erkend deskundige inzake Fauna en Flora (erkenningsdossier EDA – 736 – einddatum 30 januari 2016).

De deskundigen worden bijgestaan door Sofie Claerbout.

Interne deskundigen De interne deskundigen zijn betrokken bij de algemene uitwerking en uitvoering van het hier besproken plan/project en bij de nodige administratieve procedures voor dit project. Specifiek bij dit MER stonden zij in voor de aanlevering van de projectgegevens. Vervolgens werd een controlelezing uitgevoerd van het rapport.

De belangrijkste interne deskundigen voor Fluxys zijn: o Vincent Verlaeken;

o Xavier Laurent. o

1.3 Situering van het project binnen de belangrijkste juridische en beleidsmatige randvoorwaarden Als inleiding op een meer gedetailleerde bespreking van het project, wordt het project eerst in een ruimer kader geplaatst. Dat gebeurt door de administratieve, juridische en beleidsmatige achtergrond te schetsen waarbinnen het project wordt uitgevoerd. De relevante aspecten van de

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 8

juridische en beleidsmatige randvoorwaarden omkaderen het projectgebied en leggen beperkingen op aan uitgevoerde werken. 1.3.1 Juridisch kader

1.3.1.1 Ruimtelijke ordening De aardgasleiding doorkruist de volgende gewestplanbestemmingen: agrarisch gebied, autosnelweg, bestaande waterwegen, landschappelijk waardevol agrarisch gebied, militair gebied, natuurgebied en uitbreidingsgebied voor bos, grondkleur agrarisch gebied (kaart 2). Tussen deeltracé 28 en 33 is reeds een bestaande leiding aanwezig Op het grondgebied van kruist de aardgasleiding twee gemeentelijke RUP’s, namelijk het RUP “Open zone Houthulst bos” (definitief goedgekeurd op 05/03/2009) en het RUP “Heuvelrug” (definitief goedgekeurd op 09/02/2006) (zie bijlage 6). Binnen het RUP “Open zone Houthulst bos” kruist de aardgasleiding volgende zones: agrarisch gebied met landschappelijke waarde en een zone voor recreatieve lijnelementen (langs de oude spoorwegbedding en de toegangsweg naar het militair domein).. Binnen het RUP “Heuvelrug” kruist de aardgasleiding een zone bestemd als “agrarisch gebied met landschappelijke waarde”. Momenteel is de procedure voor de afbakening van het kleinstedelijk gebied lopende. De aardgasleiding Alveringem-Maldegem zoals momenteel afgebakend zal het provinciaal RUP net niet doorkruisen. Indien nodig zal er binnen het RUP een kleine zone moeten gevrijwaard worden in functie van een ‘veiligheidsafstand’ t.o.v. de leiding (de zogenaamde voorbehouden zone) waar bvb. geen bebouwing kan komen en maar beperkte verharding, ook in functie van latere onderhoudswerken aan de aangelegde leidingen. Op grondgebied van Ieper doorkruist de aardgasleiding het goedgekeurd gewestlijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Wegverbinding Ieper-”. De aardgasleiding doorkruist hierbij een deel van het plangebied waar artikel 6 “op te heffen reservatiestrook” van toepassing is. Het tracé Houthulst – Langemark-Poelkapelle is op ca. 135 m ten oosten van het voorlopig vastgestelde GRUP “Klei van Ieper en Maldegemklei” gelegen. Het betreffende deelplan wordt hierbij aangeduid als agrarisch gebied. De aanleg van de gasleiding is gelegen binnen het GRUP “leidingstraat Alveringem – Maldegem ”, voorlopig vastgesteld door de Vlaamse regering op 4 oktober 2013 De geplande aardgasleiding is volledig gelegen binnen de voorschriften van dit GRUP. De geplande stations zijn voorzien binnen de afgebakende zones voor gemeenschapsvoorziening en openbaar nut.

1.3.1.2 Milieuhygiënerecht Volgens de “digitale versie van de verspreiding van bodemonderzoeken in Vlaanderen, OVAM, Afdeling Bodemsanering en Attestering, toestand 20/03/2013” bevinden er zich op korte afstand (< 200 m) van het tracé Alveringem-Maldegem 16 percelen met een oriënterend bodemonderzoek. Van deze 16 onderzoeken zijn er 4 overgegaan tot een beschrijvend bodemonderzoek en is er 1 overgegaan tot een bodemsaneringsproject waarvan reeds een eindevaluatiedossier werd opgemaakt. Ter hoogte van het tracé van de aftakking naar de regio Ieper zijn 3 oriënterende bodemonderzoeken gekend. Bij hergebruik van uitgegraven bodem, moet rekening gehouden worden met de kwaliteitsnormen zoals die zijn vastgelegd in de VLAREBO- en VLAREMA-reglementering. Voor de bemalingsactiviteiten in natuur- en bosgebieden tijdens de uitvoering van het project dient, gezien het verwachte opgepompte debiet en de situering van het gebied, een vergunning aan het college van burgemeester en schepenen te worden aangevraagd. Voor de bemaling in de overige zones volstaat een melding. De aardgasleiding is niet gelegen in een beschermingszone voor grondwaterwinning.

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 9

Het decreet integraal waterbeheer en het uitvoeringsbesluit van de watertoets zijn van belang, gezien het MER de elementen moet aanreiken om de watertoets uit te voeren. Ten gevolge van de werken worden er verschillende kruisingen uitgevoerd met waterlopen. Hiervoor geldt respectievelijk de wetgeving inzake de onbevaarbare waterlopen. Ook de IJzer, het kanaal Gent-Oostende en het kanaal Ieper – Ijzer worden gekruist, waarvoor de wetgeving op de bevaarbare waterlopen geldt.

1.3.1.3 Milieubeheersrecht In het kader van het hier voorliggend project zijn een aantal artikels uit het natuurdecreet van cruciaal belang. Het betreft de principes van “stand-still” (vrijwaren van de huidige milieukwaliteit), “zorgplicht” (schade aan de natuur voorkomen), en “compensatie” (schade aan de natuur compenseren) en voorschriften en geboden in VEN en opmaak van een passende beoordeling i.k.v. de aanwezigheid van een speciale beschermingszone. De aardgasleiding doorkruist geen Natura-200 gebied of VEN-gebied. De aardgasleiding doorkruist het beschermde landschap “loop (bedding en oevers) Rivierbeek – Waardammebeek en Ringbeek”. Verder bevindt de aardgasleiding zich in de nabijheid van volgende beschermde monumenten: “voormalige tramstelplaats met klein station” (op ca. 120 m); “Ruisseau Farm Cemetry” (op ca. 100 m) en “Cement House Cemetry” (op ca. 220 m). De aardgasleiding bevindt zich binnen volgende ankerplaatsen “IJzer tussen de Frans-Belgische grens en Elzendamme, Poperingse Vaart”, “ Munkebossen”, “Bergskes-Assebroekse Meersengebied- Beverhoutsveld” en “Kastelen Gruuthuyse – Cellen – Erkegem en Kampveld”, waarvan deze laatste reeds als definitief aangeduide ankerplaats werd aangeduid. Hierdoor dient er een zorgplichtnota opgemaakt te worden. Het geplande tracé kruist heel beperkt enkele bosstroken. Echter, deze bosstroken worden gekruist via een HGB of persing, waardoor ze niet dienen gerooid te worden. Het bosdecreet is hierdoor niet van toepassing. Er zullen bij het aanleggen van de werkzone wel enkele bomen(rijen) gerooid moeten worden. Hiervoor is een vergunning vereist. 1.3.2 Beleidskader Het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) is een samenhangend geheel van gebieden van de open ruimte waarin een specifiek beleid wordt gevoerd inzake het natuurbehoud, gebaseerd op de kenmerken en elementen van het natuurlijk milieu, de onderlinge samenhang tussen de gebieden van de open ruimte en de aanwezige en potentiële natuurwaarden. Op 19 juli 2002 is door de Vlaamse Regering een eerste selectie van gebieden van het VEN vastgesteld. De aardagsleiding bevindt zich niet in VEN-gebied. De waterlopen van het studiegebied bevinden zich in het bekken het bekken van de IJzer, de Leie en de Brugse Polders. In het Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen wordt de bundeling van ondergrondse lijninfrastructuren, zoals deze leiding, met bestaande lijninfrastructuren, zoals bestaande leidingen of hoogspanningsleidingen, als een beleidsoptie vermeld. Verder worden volgende gemeenten geselecteerd:

o Oostkamp: regionaal stedelijk gebied;

o , Torhout en Maldegem: kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau;

o Ieper: structuurondersteunend kleinstedelijk gebied;

o Maldegem: economisch knooppunt;

o Staden, Hooglede en : specifiek economisch knooppunt.

o De gemeenten Alveringem, Vleteren, Lo-Reninge, Langemark-Poelkapelle, Houthulst, Lichtervelde, en behoren tot het buitengebied.

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 10

In het provinciaal ruimtelijk structuurplan van West-Vlaanderen worden een aantal natuurverbindingsgebieden aangeduid in de omgeving van de aardgasleiding. De gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen van de doorkruiste gemeenten situeren het project in verschillende deelruimten, met verschillende aandachtspunten. Voor de meeste gemeenten was geen Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan beschikbaar. De richtlijnen uit het Gewestelijk milieubeleidsplan Vlaanderen, de provinciale milieubeleidsplannen en de gemeentelijke milieubeleidsplannen moeten nageleefd worden. De aardgasleiding doorkruist het regionaal landschap “West-Vlaamse heuvels” (Ieper, Poperinge, Vleteren en Zonnebeke), “Houtland” (Oostkamp, Beernem en Torhout), “IJzer en Polder” (Alveringem, Lo-Reninge, Houthulst en Kortemark) en het regionaal landschap “Meetjesland” (Maldegem).

1.4 Beschrijving van de projectwerken

1.4.1 Tracé De aardgasleiding heeft een lengte van 80.759 m en volgt een tracé tussen Alveringem en Maldegem (73.888 m) met te Houthulst een aftakking naar Langemark-Poelkapelle (6.871 m). De bovengrondse installaties ter hoogte van het geplande tracé Alveringem – Maldegem en Houthulst - Langemark-Poelkapelle zijn: • Te Alveringem: bouwen van een station uitgerust met een sectieafsluiter DN900 (grensafsluiter) en installaties voor debietsregulatie; nodige oppervlakte in voorstudie oppervlakte 3.500m². • Te Vleteren: bouwen van een gemotoriseerde ondergrondse afsluiter DN900 van op afstand bedienbaar (sectieafsluiter); nodige oppervlakte in voorstudie 540m². • Te Houthulst: bouwen van een sectieafsluiter DN900 op de hoofdleiding. Vanuit dit punt is een aftakking in DN500 voorzien naar Langemark-Poelkapelle voor de bevoorrading van de regio Ieper. In dit station wordt eveneens het driehoeksknooppunt DN900/DN500 en het vertrekschraapkolfstation DN500 voor deze leiding gebouwd; nodige oppervlakte in voorstudie 1.800m². • Te Hooglede: bouwen van een gemotoriseerde ondergrondse afsluiter DN900 van op afstand bedienbaar (sectieafsluiter); nodige oppervlakte in voorstudie 525m². • Te Lichtervelde: uitbreiding van het bestaande station: bouwen van een sectieafsluiter DN900 op de hoofdleiding. Er worden drukreduceerinstallaties gebouwd met verwarming teneinde het bestaande net te kunnen versterken; oppervlakte bestaand station: 3.860m²; nodige oppervlakte in voorstudie van de uitbreiding: 5.000m². • Te Oostkamp: bouwen van een gemotoriseerde ondergrondse afsluiter DN900 van op afstand bedienbaar (sectieafsluiter); nodige oppervlakte in voorstudie 520m². • Te Maldegem: bouwen van een eindafsluiter DN900, en eindschraapkolf DN900, samen met een knooppuntsysteem voor injectie in de bestaande leidingen (DN1200 en DN900). Er worden ook installaties voor beperkte druk- en debietsregeling gebouwd. nodige oppervlakte in voorstudie 10.100m². • Te Langemark-Poelkapelle: bouwen van een nieuw aansluitingspunt op de plaatselijke Intercommunale bestaande uit een eindafsluiter DN500 en een eindschraapkolf DN500, evenals drukreduceerinstallaties met verwarming en facturatietelling voor injectie in het net van de openbare distributie; nodige oppervlakte in voorstudie 2.800m².

De leiding wordt maximaal aangelegd in open sleuf. Belangrijke wegen en waterlopen worden gekruist d.m.v. een persing met betonnen mantelbuis, waar nadien de productvoerende leiding

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 11

wordt doorgevoerd. De kruising van de Ijzer, het Kanaal Ieper-IJzer en de Ieperlee, de Hertsbergebeek en de spoorverbinding Gent-Brugge en het kanaal Gent-Oostende gebeurt door middel van een horizontaal gestuurde boring. De wettelijke gronddekking van de aardgasvervoerleiding bedraagt 80 cm. Fluxys N.V. opteert minimum voor 110 cm. De werkstrookbreedte voor de aanleg van een leiding met voornoemde nominale diameters bedraagt gemiddeld minimaal 32 m voor het tracé Alveringem-Maldegem en 24 m voor het tracé Houthulst – Langemark-Poekapelle. Tijdens de exploitatie- en onderhoudsfase wordt 10 m (5 m aan beide kanten van de leiding) vrijgehouden van diepwortelende vegetatie.

Voor DN 500 mm geldt: A = 24 m, B = 10 m, C = 14 m

Voor DN 900 mm geldt: A = 32 m, B = 20 m, C = 12 m Figuur 1-1: Schematische weergave werkstroken.

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 12

Het eerste deel van de leiding vertrekt vanuit een nieuw te bouwen station “4.48560 Alveringem” te Alveringem en eindigt in het nieuw te bouwen station “4.04230 Maldegem” te Maldegem. Er worden in dit deel ook enkele tussenstations voorzien, namelijk “4.48556” te Vleteren, “4.48550” te Houthulst, “4.48522” te Hooglede, “4.41220 (Vrijgeweedstraat)” te Lichtervelde en “4.48462” te Oostkamp. Tussen Hooglede en Lichtervelde loopt de leiding parallel met bestaande leidingen. Het tweede deel van de leiding omvat een leiding vanaf het station te Houthulst tot aan een nieuw te bouwen aansluitingspunt op de plaatselijke Intercommunale “4.48580” te Langemark-Poelkapelle. Ter hoogte van het beginstation in Alveringem wordt een verbinding voorzien met het Franse netwerk, meer bepaald de LNG-terminal in Duinkerke. Vanaf Duinkerke wordt een verbinding gerealiseerd tot in Alveringem via Pitgam. In het eindstation te Maldegem wordt een verbinding voorzien met het bestaande VTN-netwerk, tussen Dudzele en Zomergem. Het tracé tussen Alveringem en Maldegem bevindt zich voor het overgrote deel in agrarisch gebied (> 98%) en volgt ter hoogte van Hooglede, Kortemark, Torhout en Lichtervelde reeds bestaande leidingen. Het tracé tussen Houthulst en Langemark-Poelkapelle bevindt zich volledig in agrarisch gebied. In onderstaande tabellen wordt de aardgasleiding overlopen, enerzijds van Alveringem tot Maldegem en anderzijds van Houthulst tot Langemark-Poelkapelle en opgedeeld in deeltracés naargelang de gewestplanbestemming. Deze onderverdeling

Tabel 1-1: onderverdeling van het tracé Alveringem-Maldegem van de aardgasleiding

Deeltracé Lengte van tracé (m) Gewestplanbestemming

Station Alveringem 1 1.359 Agrarisch gebied 2 30 Bestaande waterweg 3 6.999 Landschappelijk waardevol agrarisch gebied Station Vleteren 4 1.181 Landschappelijk waardevol agrarisch gebied 5 6.376 Agrarisch gebied 6 295 Landschappelijk waardevol agrarisch gebied 7 512 Agrarisch gebied 8 305 Landschappelijk waardevol agrarisch gebied 9 50 Natuurgebied 10 30 Bestaande waterweg 11 11 Natuurgebied 12 303 Landschappelijk waardevol agrarisch gebied 13 2.416 Agrarisch gebied 14 344 Landschappelijk waardevol agrarisch gebied 15 96 Agrarisch gebied 16 381 Landschappelijk waardevol agrarisch gebied 17 899 Agrarisch gebied Station Houthulst 18 5.754 Agrarisch gebied 19 14 Uitbreidingsgebied voor bos, grondkleur agrarisch gebied 20 24 Militair gebied 21 82 Agrarisch gebied 22 44 Militair gebied 23 196 Agrarisch gebied

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 13

Deeltracé Lengte van tracé (m) Gewestplanbestemming

24 176 Militair gebied 25 795 Agrarisch gebied 26 2.247 Landschappelijk waardevol agrarisch gebied 27 3.022 Agrarisch gebied Station Hooglede 28 5.150 Agrarisch gebied 29 5.042 Agrarisch gebied 30 237 Landschappelijk waardevol agrarisch gebied 31 4.716 Agrarisch gebied 32 31 Autosnelweg 33 119 Agrarisch gebied Station Lichtervelde 34 4.900 Agrarisch gebied 35 53 Natuurgebied 36 1.985 Agrarisch gebied 37 306 Landschappelijk waardevol agrarisch gebied 38 64 Natuurgebied 39 2 Landschappelijk waardevol agrarisch gebied 40 251 Natuurgebied 41 116 Landschappelijk waardevol agrarisch gebied 42 1.924 Agrarisch gebied 43 577 Landschappelijk waardevol agrarisch gebied 44 2.618 Agrarisch gebied Station Oostkamp 45 120 Agrarisch gebied 46 26 Autosnelweg 47 1.549 Agrarisch gebied 48 25 Bestaande waterweg 49 989 Agrarisch gebied 50 1.989 Landschappelijk waardevol agrarisch gebied 51 1.048 Agrarisch gebied 52 2.128 Landschappelijk waardevol agrarisch gebied 53 2.529 Agrarisch gebied 54 161 Landschappelijk waardevol agrarisch gebied 55 1.292 Agrarisch gebied Station Maldegem

Ter hoogte van de Abeelstraat te Alveringem (deeltracé AM 3) is een klein locatiealternatief gelegen, zie verder. Dit alternatief (189 m) is volledig gelegen binnen landschap-pelijk waardevol agrarisch gebied.

Tabel 1-2: onderverdeling van het tracé Houthulst – Langemark-Poelkapelle van de aardgasleiding

Deeltracé Lengte van tracé (m) Gewestplanbestemming

1 952 Agrarisch gebied 2 91 Landschappelijk waardevol agrarisch gebied

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 14

Deeltracé Lengte van tracé (m) Gewestplanbestemming

3 1.014 Agrarisch gebied 4 479 Landschappelijk waardevol agrarisch gebied 5 4.335 Agrarisch gebied

Ter hoogte van de Ieperstraat te Langemark-Poelkapelle is een klein locatiealternatief gelegen, zie verder. Dit alternatief (269 m) is volledig gelegen binnen agrarisch gebied. Langs tracé Alveringem - Maldegem en Houthulst – Langemark-Poelkapelle worden een aantal installaties voorzien. Deze zijn gelegen ter hoogte van volgende bestemmingen volgens het gewestplan:  Sectieafsluiter en debietsregulatie te Alveringem: landschappelijk waardevol agrarisch gebied;  Sectieafsluiter te Vleteren: landschappelijk waardevol agrarisch gebied;  Sectieafsluiter te Houthulst: agrarisch gebied;  Sectieafsluiter te Hooglede: agrarisch gebied;  Uitbreiding van het station te Lichtervelde: agrarisch gebied;  Sectieafsluiter te Oostkamp: agrarisch gebied;  Eindschraapkolf, knooppunt, druk- en debietsregeling te Maldegem: agrarisch gebied;  Nieuw aansluitingspunt te Langemark-Poelkapelle: agrarisch gebied. Ook de strengzones worden genummerd om de effectbeschrijving efficiënter te laten verlopen. Voor de volledigheid worden de gewestplanbestemmingen van de strengzones in onderstaande tabel weergegeven. Tabel 1-3: onderverdeling van de strengzones met aanduiding van hun gewestplanbestemmingen

Strengzone Lengte (m) Gewestplanbestemming

A 400 Landschappelijk waardevol agrarisch gebied

B 438 Agrarisch gebied – 343 m Landschappelijk waardevol agrarisch gebied -95m

C 735 Agrarisch gebied

D 930 Agrarisch gebied – 512 m Landschappelijk waardevol agrarisch gebied -418m

De strengzones zijn allen gelegen binnen agrarisch gebied of landschappelijk waardevol agrarisch gebied. 1.4.2 Geplande werken Dergelijk project bestaat uit een opeenvolging van verschillende deelingrepen. Deze deelingrepen worden in onderstaande opsomming opgelijst. Deelingrepen "aanleg leiding" in open sleuf (standaardmethode) • A. voorbereiding van de werkstrook • A1 afbakening van de werkstrook • A2 overbruggen van waterlopen en grachten

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 15

• A3 aanbrengen van signalisatieborden • A4 verwijdering van opgaande vegetatie

• B. maatregelen om machines toegang te verschaffen tot het tracé

• C. verwijdering van de teelaarde van de rijstrook en de bouwsleuf • C1 afgraven • C2 stockeren aan de zijkant van de werkstrook

• D. installeren bemalingspompen en bemalen • D1 installatie • D2 bemalen • D3 lozen bemalingswater

• E. uitgraven sleuf en werkputten • E1 uitgraven met kraan • E2 stockeren van de grond naast de sleuf/werkputten, gescheiden volgens grondsoort

• F. aanleg aardgasvervoerleiding • F1 aanvoer van buiselementen • F2 uitleggen buiselementen naast de sleuf • F3 montage van de buis (lassen) • F4 neerlaten buizen met kraan in de sleuf

• G. afwerking bouwsleuf • G1 aanvulling met geschikte aarde • G2 terugplaatsen van teelaarde

• H. ontruiming van de werkstrook • H1 ontruiming van materieel, materiaal, en afval • H2 grondbewerking en herstel bodemstructuur

• I. herstel van het terrein in zijn oorspronkelijke staat • I1 terugplaatsing van de afsluitingen • I2 verwijdering van de tijdelijke afsluitingen • I3 herstel van waterlopen, grachten en wegenis • I4 herstel van drinkwatervoorziening voor het vee • I5 herinzaaien en heraanplanten

• J. aanbrengen van bebakening

• K. bouw van een onstpanningsstation

Deelingrepen "ondergrondse kruising" Ter hoogte van belangrijke wegkruisingen en belangrijke waterlopen wordt de leiding aangebracht via een persmethode. Persingen vereisen twee werkputten, één aan elke zijde van de te kruisen hindernis. De afmetingen hiervan zijn bij benadering: • Persput (L x B x D) = 10 m x 5 m x minimum 3 m • Ontvangstput (L x B x D) = 5 m x 3 m x minimum 3 m Indien de milieueffecten bij een dergelijke kruising onaanvaardbaar zou zijn, kan de methode van horizontaal gestuurde boring overwogen worden (zeer dure aanlegmethode). Bij deze techniek is het

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 16

noodzakelijk dat de streng, nodig voor de horizontaal gestuurde boring, op voorhand wordt voorbereid. Deze moet zo worden aangelegd dat hij over de volledige lengte van de horizontaal gestuurde boring klaar ligt voor het boorgat waardoor hij zal worden getrokken. Deze leiding moet klaarliggen in de richting van de uit te voeren boring. Bijgevolg kan deze zone buiten de normale werkzone van het tracé komen te liggen.

De initiatiefnemer van de leiding voorziet voorlopig persingen ter hoogte van: • N364 (deeltracé 1, 27 m); • Krombekestraat (deeltracé 3, 24 m); • N321 (deeltracé 4, 33 m); • N8 (deeltracé 5, 30 m); • Zuidschotestraat (deeltracé 5, 24 m); • N369 (deeltracé 13, 33 m); • N301 (deeltracé 18, 24 m); • Ieperstraat (deeltracé 26, 33 m); • N36 (deeltracé 27, 30 m); • Kortemarkstraat (deeltracé 28, 21 m); • N35/spoorweg (deeltracé 29, 40 m); • N32 (deeltracé 31, 36 m); • Spoorweg (deeltracé 31, 24 m); • E403 (deeltracé 31-33, 78 m); • Westkantstraat (deeltracé 34, 24 m); • N50 (deeltracé 36, 27 m); • N368 (deeltracé 42, 30 m); • N50g (deeltracé 44, 27 m); • E40 (deeltracé 45-47, 60 m); • Beekstraat (deeltracé 50, 27 m); • N370 (deeltracé 50, 48 m); • N337 (deeltracé 51, 21 m); • Sijselestraat (deeltracé 52, 24 m).

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 17

Figuur 1-2:persing De initiatiefnemer voorziet tevens omwille van technische- of operationele redenen momenteel gestuurde boringen ter hoogte van: • HGB A: De Ijzer (deeltracé 1 -3 – 400 m); • HGB B: Het Kanaal Ieper – Ijzer en de Ieperlee (deeltracé 8-12 – 438 m); • HGB C: De Hertsbergebeek (deeltracé 43 – 735 m); • HGB D: De spoorverbinding Gent-Brugge en het kanaal Gent – Oostende (deeltracé 47-49 – 930 m).

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 18

Figuur 1-3: Voorbeeldtekening gestuurde boring

1.4.3 Alternatieven In de plan-MER werden een aantal grote en kleine locatie-alternatieven onderzocht. In kader van dit project wordt de aardgasleiding aangelegd binnen de aangeduide leidingstraat / leidingstrook waardoor er geen alternatieve trajecten voor handen zijn. De locaties voor de bovengrondse installaties werden vastgelegd in het GRUP ”leidingstraat Alveringem – Maldegem” door locaties in te kleuren voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut. Mogelijke alternatieve locaties voor deze zones werden besproken in het plan-MER. Ook voor de bovengrondse installaties zijn bijgevolg geen alternatieve locaties aan de orde. Tijdens de kennisgevingsprocedure zijn twee inspraakreacties binnengekomen van eigenaars van doorkruiste percelen. Naar aanleiding hiervan werden in de fase van de opmaak van het definitief MER twee locatiealternatieven uitgewerkt, met name alternatief A ter hoogte van de Abeelstraat te Alveringem en alternatief B ter hoogte van de Ieperstraat te Langemark-Poelakapelle. Alternatief A is ten noorden van het basistracé (deeltracé AM 3) gelegen en heeft een lengte van 189 m. Alternatief B ligt ten westen van basistracé HLP 5 en heeft een lengte van 269 m.

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 19

Figuur 1-4: aanduiding van alternatief A ten opzichte van het basistracé AM

Figuur 1-5: aanduiding van alternatief B ten opzichte van het basistracé HLP Naar aanleiding van het advies van de VMM is ter hoogte van de Kemmelbeek en de Sint- Jansbeek/Martjevaart een wijziging in de diepte van de ligging aangebracht. Voor beide beken wordt de leiding over een grotere lengte op een diepte van ca. 1,5 m onder het vast bodempeil van de beek voorzien. Specifiek betekent dit • Voor de Kemmelbeek o Het voorzien van het horizontale gedeelte van de kruising over een lengte van 15 m, gecentreerd op de Kemmelbeek; o Het horizontaal deel voorzien op -1,5 m onder het vast bodempeil van de beek met mechanische bescherming; o De overgang naar de normale diepte (-1,10 m onder maaiveld) voorzien met een zachte hoek (zodat aanpassingswerken aan de oevers in de toekomst mogelijk blijven). • Voor de Sint-Jansbeek / Martjevaart o Ter hoogte van de scherpe meander van de beek (perceel 327a/RA8018) is voorzien om de leiding dieper aan te leggen, of zo dicht mogelijk bij de rand van de vallei aan te leggen (overgang grasland – akkerland);

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 20

o Ter hoogte van de kruising van de beek (perceel 340/RA7943) wordt een zone van ca. 75 m ten westen van de beek als gevoelig voor de migratie van meanders beschouwd. De leiding zal op minimum 1,50 m onder het vast bodempeil van de beek worden voorzien.

1.5 Afbakening van de referentiesituatie en ontwikkelingsscenario’s Allereerst wordt de referentiesituatie van het gebied beschreven. Dat is de toestand van het gebied voor de aanvang van de werken. Eens de uitgangspositie bekend is, kunnen de ontwikkelingsscenario’s ingeschat worden: hoe evolueert het gebied zonder de aanleg van de aardgasleiding? De geplande situatie tenslotte is de toestand van het gebied na de uitvoering van het project. De geplande situatie is deze zoals beschreven in § 1.4. 1.5.1 Referentiesituatie De referentiesituatie wordt gedefinieerd als “de toestand van het studiegebied waarnaar gerefereerd wordt in functie van de effectvoorspelling”. In deze studie wordt de huidige toestand van het studiegebied als referentiesituatie weerhouden.

1.5.1.1 Discipline Bodem, geologie en reliëf (Kaart 3) Het studiegebied is gelegen in West-Vlaams agrarisch gebied en is relatief vlak. De ondergrond wordt vooral gevormd door formaties van het Quartair en daaronder het Tertiair. Voor de aardgasleiding wordt het tertiair gevormd door de Formatie van , , Gent, en Maldegem (ca. van west naar oost). Eigenschappen van de bodem bepalen de gevoeligheid voor verdichting en voor profielvernietiging. Verdichting van de bodem door betreding treedt op wanneer de druk van de gebruikte voertuigen groter wordt dan het draagvermogen van de bodem. Gevoeligheid voor verdichting kan afgeleid worden op basis van de bodemserie (bodemkaart) en op basis van de bodemsonderingen (grondonderzoek). De aardgasleiding AM doorkruist voor meer dan de helft zandleemgronden (L en P, ca. 42,9 km). Deze bodems zijn hoofdzakelijk gelegen tussen Alveringem en Kortemark. Verder loopt het tracé over ca. 26,1 km over zandgronden (ca. 35,3%), hoofdzakelijk gelegen tussen Torhout en Maldegem. De aardgasleiding AM doorkruist ook nog antropogene gronden en vochtige klei . Ook het tracé HLP doorkruist hoofdzakelijk zandleembodems (ca. 80,4% of 5,5 km). Verder worden ook nog antropogene bodems, natte klei, natte zware klei en vochtig zand gekruist. Ook het tracé HLP doorkruist hoofdzakelijk zandleembodems (ca. 80% of 5,5 km). Verder worden ook nog antropogene bodems, natte klei, natte zware klei en vochtig zand gekruist. De aardgasleiding loopt voornamelijk over vochtige en natte bodemtypes. Een bodemprofiel is het resultaat van een ontwikkelingsproces, waarbij horizonten worden gevormd in een moedermateriaal. De aan- of afwezigheid van het bodemprofiel en het type kan worden afgeleid uit de bodemkaart. Het grootste deel van de aardgasleiding doorkruist bodems waarin een profiel aanwezig is, met als voornaamste een sterk gevlekte textuur B horizont (profielontwikkeling c) en de aanwezigheid van een verbrokkelde humus en/of ijzer B horizont (profielontwikkeling h). De referentiesituatie ter hoogte van de alternatieven kan als gelijk beschouwd worden als de referentiesituatie van het basistracé op die plaats.

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 21

1.5.1.2 Discipline Water (Kaart 4) De kwetsbaarheid van (de kwaliteit van) het grondwater is voor Vlaanderen weergegeven in kwetsbaarheidskaarten, met een schaal van vijf eenheden (van uiterst tot weinig kwetsbaar). Het projectgebied is zowel gelegen in zeer (Ca1 en Ca1/v), matig (Da1) en weinig (Cc en Dc) kwetsbaar gebied. Volgens de bepaling van de drainageklasse op de bodemkaart komt het grondwater voor op een diepte tussen de 40 en 60 cm onder het maaiveld. De gegevens uit de Databank Ondergrond Vlaanderen wijzen er echter op dat de werkelijke grondwaterstand een stuk lager is (tussen ca. 0,5 m en 1,2 m). Bemaling van de meeste leidingdelen zal dus meer dan waarschijnlijk noodzakelijk zijn. In enkele zones kan kwel vermoed worden, maar zijn er geen tastbare indicaties aanwezig. De aardgasleiding situeert zich in het bekken van de IJzer, de Leie en de Brugse Polders. Er worden verschillende kanalen en onbevaarbare waterlopen gekruist. De Hertsbergebeek (noordelijke kruising), Paleputbeek en Grijspeerdbeek hebben een waardevolle structuur, de structuurkwaliteit van de Jobeek, Ringaartbeek, Martjevaart, Kemmelbeek, Poperingevaart, Bernardsbeek, Haringebeek en IJzer is matig. De overige geïnventariseerde waterlopen worden aangeduid als waterlopen met een zwakke tot zeer zwakke structuurkwaliteit. Dit werd ook zo vastgesteld tijdens het terreinbezoek van Antea Group. Verschillende van de doorkruiste beekvalleien worden aangeduid als natuurlijk overstromingsgebied of recent overstroomd gebied. De referentiesituatie ter hoogte van de alternatieven kan als gelijk beschouwd worden als de referentiesituatie van het basistracé op die plaats.

1.5.1.3 Discipline Fauna en Flora (kaart 5) De vrij gemiddelde diversiteit aan plantensoorten, de beperkte structuurdiversiteit en de beperkte aanwezigheid van enkele zeldzame, vochtige tot natte biotopen leiden tot een relatief beperkte floristische waardering van het studiegebied met uitzondering van de volgende zones: A. De graslanden in de omgeving van de IJzer (AM (delen van) deeltracé 1, 2 en 3); B. De graslanden in de omgeving van de Nattebeek (AM deel van deeltracé 3); C. De graslanden op de grens van Lo-Reninge en Vleteren (AM deel van deeltracé 5); D. De graslanden in de omgeving van Martjevaart (AM (delen van) deeltracé 14 t.e.m. 17); E. Het bosje in de omgeving van de Kortemarkstraat te Hooglede (AM deel van deeltracé 28); F. De graslanden in de omgeving van de Grote Hazewindstraat te Hooglede (AM deel van deeltracé 28); G. De graslanden ter hoogte van de Kwakkelbeek en de Handzamevaart (AM deel van deeltracé 29); H. De bossen ter hoogte van de Hertsbergebeek (AM deel van deeltracé 40); I. De graslanden in de omgeving van de Hertsbergebeek (noordelijke kruising) (AM deeltracé 43); J. De graslanden ter hoogte van de Nieuwstraat te Beernem (AM deel van deeltracé 53).

Het projectgebied en de directe omgeving ervan kennen een beperkt aantal floristisch belangrijke gebieden, maar hun aantal is beperkt aangezien het tracé hoofdzakelijk in agrarisch gebied gelegen is. Er kan aangenomen worden dat in het gebied langsheen het tracé vele algemene diersoorten kunnen aangetroffen worden. Op de BWK versie 2.2. wordt er een faunistisch voornaam gebied aangeduid ter hoogte van de IJzervallei en de Martjevaart. Dit laatste gebied grenst aan de aardgasleiding en overlapt er dus (net) niet mee. Ook ter hoogte van het kanaal van Gent naar Oostende en de verschillende riviervalleien in deze omgeving worden faunistisch voorname

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 22

gebieden afgebakend. Volgens de vogelatlas 2011 is de aardgasleiding gedeeltelijk gelegen binnen akkervogelgebied, bijzonder broedgebied, pleistergebied of weidevogelgebied of de risicozone errond. Ter hoogte van het Kanaal Ieper-Ijzer en de Ieperlee is een slaaptrekroute van groot belang gelegen. Het tracé is niet gelegen binnen Natura 2000 of VEN-gebied. De opmaak van een passende beoordeling en verscherpte natuurtoets is niet vereist, gezien het project op voldoende afstand van de beschermde gebieden gelegen is. De referentiesituatie ter hoogte van de alternatieven kan als gelijk beschouwd worden als de referentiesituatie van het basistracé op die plaats.

1.5.1.4 Discipline Landschap, Bouwkundig erfgoed en Archeologie (kaart 6) Het is belangrijk dat de algemene kenmerken van de traditionele landschappen bewaard blijven binnen een steeds veranderende en evoluerende ruimte. Relicten zijn landschapselementen die nog duidelijk verwijzen naar of getuige zijn van de traditionele kenmerken van het landschap. Deze relicten kunnen zones zijn, maar ook lijnen of punten. Het projectgebied van de aardgasleiding is volledig binnen traditionele landschappen gelegen (10 in totaal). De aardgasleiding doorkruist verscheidene relictzones (11 in totaal), lijnrelicten (10 in totaal) en loopt doorheen 5 ankerplaatsen, waarvan 1 definitief is aangeduid waardoor een zorgplichtnota moet opgemaakt worden. Een beperkt aantal puntrelicten en beschermde monumenten bevindt zich rondom de aardgasleiding. Er zijn wel een groot aantal aanduidingen op de inventaris van het bouwkundig erfgoed binnen een straal van 200 m rondom de aardgasleiding. Verder doorkruist de aardgasleiding 1 beschermd landschap. Alhoewel het gebied archeologisch niet bekend is, kan toch gesteld worden dat het interessant is voor eventuele archeologische sites, omwille van het voorkomen van waardevolle bodemprofielen langsheen een groot deel van de leiding. De CAI maakt eveneens melding van een groot aantal gekende vindplaatsen ter hoogte van en in de omgeving van de aardgasleiding. Verder wordt opgemerkt dat het tracé AM het font van WO.I kruist en dat het tracé HLP volledig binnen dit front gelegen is. Er bestaat bijgevolg een groot risico dat zowel structuren (loopgraven, versterkingen, …), menselijke resten en / of munitie zal worden opgegraven tijdens de werkzaamheden. De referentiesituatie ter hoogte van de alternatieven kan als gelijk beschouwd worden als de referentiesituatie van het basistracé op die plaats.

1.5.1.5 Discipline Mens (Kaart 7 + 8) Het tracé doorkruist geen woonzones volgens het gewestplan. Gezien de lengte van de aardgasleiding kan gesteld worden dat er in de onmiddelijke nabijheid van het projectgebied relatief weinig woningen voorkomen. De aardgasleiding wordt bijna alleen in weilanden en akkers aangelegd. Over een relatief grote afstand wordt Herbevestigd Agrarisch Gebied doorkruist. Er bevinden zich verschillende wandel- en fietsroutes in het studiegebied. Er komen enkele belangrijke verkeersassen voor in het studiegebied. Voorts worden verschillende wegen van lokaal belang en kleinere wegen, veldwegen en grindwegen gekruist. Binnen een straal van 2 km rond de aardgasleiding bevindt zich één laagdrempelig Seveso-bedrijf, met name Joris Ide, ter hoogte van de Kortrijksestraat 505 te Oostkamp, op ca. 390 m van deeltracé 36 van het geplande tracé Alveringem-Maldegem. De referentiesituatie ter hoogte van de alternatieven kan als gelijk beschouwd worden als de referentiesituatie van het basistracé op die plaats.

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 23

1.5.2 Ontwikkelingsscenario’s Ontwikkelingsscenario's beschrijven de evolutie van het studiegebied in de toekomst, rekening houdend met de autonome evolutie van het gebied en met de evolutie onder invloed van plannen en beleidsopties.

1.5.2.1 Autonome ontwikkeling Onder autonome ontwikkeling wordt verstaan: de ontwikkeling die het studiegebied zou doormaken zonder bijkomende gestuurde beïnvloeding van buitenaf en zonder dat het project wordt uitgevoerd. De autonome ontwikkeling van het gebied is weinig realistisch en wordt daarom niet meegenomen in de effectenbeoordeling.

1.5.2.2 Gestuurde ontwikkeling Voor de gestuurde ontwikkeling wordt rekening gehouden met beleidsmatige en juridische randvoorwaarden zoals invulling van het gewestplan, doelstellingen vermeld in het GNOP en structuurplannen en andere geplande ontwikkelingen zoals o.a. de doorkruiste BPA’s en RUP’s.

1.6 Beschrijving en beoordeling van de milieueffecten De geplande werken oefenen geen (gewest)grensoverschrijdende effecten uit. (zie §1.6.7) Bijgevolg wordt de effectbeoordeling beperkt tot het invloedsgebied van de effecten in de verschillende milieudisciplines. 1.6.1 Wijze van ingreep-effectbeoordeling en het overlayprincipe De werkingssfeer van het MER situeert zich op het uitvoeringsniveau. De vergelijking van de effecten van de uit te voeren werken (geplande situatie) met de huidige toestand van het terrein (referentiesituatie) zal per relevante milieudiscipline met welbepaalde beoordelingscriteria gebeuren binnen de zone die door deze ingrepen beïnvloed zal worden (studiegebied). De waardeschaal van de effectbeoordeling is gebaseerd op een combinatie van twee elementen: significantie van de ingreep en omvang van het effect. Een combinatie van beiden levert het waardeoordeel. Om te komen tot een verantwoorde confrontatie tussen de voorgestelde ingrepen enerzijds en de effecten en hun impact anderzijds worden de mogelijke 'knelpuntenzones' tijdens de verschillende fasen van het project per relevante milieudiscipline op kaart weergegeven en beschreven. Deze kaart vormt als het ware een doorsnede van de locatie van de geplande ingrepen en de geïdentificeerde kwetsbare zones of waardevolle gebieden. Op basis van deze informatie kunnen tevens remediërende maatregelen worden voorgesteld. De gevolgde overlayprocedure wordt schematisch als volgt weergegeven (Figuur 1-6).

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 24

Knelpuntenkaarten

OVERLAY

Bodem en water

Ingrepenkaart 1 Fauna en flora Monumenten, Ingrepenkaart 2 landschappen en Kwantificering materiële goederen

Remediërende Referentiekader: maatregelen Kaarten met kwetsbare en waardevolle gebieden

Figuur 1-6: Het overlayprincipe ter bepaling en kwantificering van de relevante milieueffecten Waar mogelijk worden de effecten besproken per deeltraject, zoals aangeduid op bijgevoegde kaarten. 1.6.2 Discipline Bodem Door het gebruik van zware voertuigen en machines tijdens de werken, en de opslag van uitgegraven grond, kan er verdichting van de bodem optreden. De aardgasleiding doorkruist een aantal voor verdichting gevoelig tot zeer gevoelige bodems. Het betreft natte zandbodems, vochtige en natte zandleembodems, vochtige en natte kleibodems, kreekruggronden, poelgronden en pleistocene gronden ter hoogte van (delen van) deeltracés AM 1, 2, 3 t.e.m. 9, 12 t.e.m. 18, 26 t.e.m. 31, 34, 36, 41 t.e.m. 44, 47, 50 t.e.m. 53 + (delen van) alle deeltracés HLP. Op basis van de aanwezige vegetatietypes worden ook nog een beperkt aantal bodems ter hoogte van deeltracé AM 53 als gevoelig aangeduid, ter hoogte van de biologisch waardevolle weilanden. De omgeving van de IJzer, ter hoogte van de poelgronden, wordt door middel van een horizontaal gestuurde boring gekruist, zodat hier geen verdichting optreedt. Gezien de preventieve maatregelen in de andere kwetsbare zones tijdens de aanlegfase (o.a. aanleg van een zandbaan), wordt het risico op verdichting uiteindelijk als beperkt negatief beoordeeld. De overige poelgronden worden wel gekruist in open sleuf. Gezien hun beperkte lengte, wordt het effect ook als beperkt negatief beoordeeld. Bij het afgraven van de teelaarde (bovenste laag van de bodem) en het uitgraven van de sleuf wordt de oorspronkelijke opeenvolging van de verschillende bodemlagen verstoord. Alhoewel deze lagen afzonderlijk uitgegraven, gestockeerd en teruggeplaatst worden, is de samenhang tussen deze lagen vernietigd. Aangezien de aardgasleiding over een grote lengte doorheen belangrijke bodemprofielen gaat, wordt deze mogelijke verstoring als significant negatief beoordeeld. Ter hoogte van de de zeer tot uiterst profielverstoringsgevoelige zones ((delen van) deeltracé AM 1, 3, 4, 6, 14, 16, 18 t.e.m. 21, 28 t.e.m.31, 33 t.e.m. 41, 44, 45, 47, 49 t.e.m. 55 en (delen van) deeltracé HLP 1 en 2) kunnen bijgevolg mogelijks permanente negatieve effecten optreden. Het is aan te raden om in (delen van) deeltracés met zeer gevoelige bodems voor profielvernietiging, de scheiding van de uitgegraven bodemlagen verder door te voeren, dan enkel het onderscheid tussen teelaarde en rest van de grond te maken. Na de leidingaanleg in open sleuf zal de zandbaan terug ingewerkt worden. Dit betekent bijkomend een wijziging van het oorspronkelijke bodemprofiel wat als negatief beschouwd wordt. De stations zijn hoofdzakelijk gelegen in bodems die matig gevoelig zijn voor profielverstoring. De effecten van profielvernietiging worden als matig negatief beoordeeld. Wanneer de gebruikte machines olie verliezen, bestaat er kans op bodemverontreiniging . Dit risico wordt echter beperkt omwille van de gevolgde voorschriften en werkwijze.

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 25

Het bodemgebruik (voornamelijk landbouw) wordt tijdens de werken verstoord. Na de werken zijn er geen beperkingen naar het bodemgebruik toe, met uitzondering van het oprichten van constructies en het planten van diepwortelende bomen in de voorbehouden zone boven de leiding. De bodem wordt niet afgedekt, bijgevolg zijn er geen wijzigingen inzake de infiltratiecapaciteit te verwachten. Na de werken wordt de oorspronkelijke toestand terug hersteld. Het bodemgebruik ter hoogte van de geplande stations zal definitief wijzigen. Alle locaties van de geplande stations zijn gelegen binnen HAG. Volgens de bodemgeschiktheidskaart zijn de locaties te Alveringem, Vleteren en Hooglede zeer geschikt voor akkerbouw. Ter hoogte van deze locaties wordt het effect dan ook matig tot sterk negatief beoordeeld. De horizontaal gestuurde boringen zullen door de tertiaire geologische lagen gaan. Gezien de gebruikte materialen en werkwijze worden er geen significante wijzigingen in de diepere ondergrond verwacht. De verschillen tussen de alternatieven en het basistracé zijn zodanig klein dat ze gelijkwaardig beoordeeld worden voor de discipline Bodem. 1.6.3 Discipline Water Om de leiding in open sleuf droog te kunnen aanleggen zal er bemaald moeten worden. Hierbij wordt water uit de bodem onttrokken en geloosd op de nabije waterlopen. Door de onttrekking van het grondwater daalt de grondwaterstand in de onmiddellijke nabijheid van de pomp. De aardgasleiding doorkruist een aantal verdrogingsgevoelige zones, met name ter hoogte van de soortenrijke weilanden ter hoogte van deeltracé AM 5, 28 en 53, de poelgronden welke veenbodems in de ondergrond bevatten ter hoogte van (delen van) deeltracé AM 1, 3, 4, 6, 12, 14 en 16, ter hoogte van verdrogingsgevoelige zones zoals afgebakend op de ecosysteemkwetsbaarheidskaart, met name pleksgewijs ter hoogte van een aantal beekvalleien en ter hoogte van mogelijke kwelgebieden (enkele zones in (delen van) deeltracé AM 1, 2, 3, 8, 9). De geplande stations zullen voorzien zijn van een permeabele grindlaag. Hierdoor zijn er geen significante effecten te verwachten naar wijziging van de infiltratie van regenwater naar de bodem. Volgens de gemaakte berekeningen blijft de tijdelijke daling van het grondwater binnen de perken en is er in worst-case scenario geen invloed merkbaar buiten de werkstrook (of de bemalingsstraal reikt tot net buiten de werkstrook), wat betreft de aanleg in open sleuf. Er dient rekening gehouden te worden met een grotere werkstrookbreedte ter hoogte van de persputten, met name 50 m. De bemalingstraal zal de werkstrookbreedte ter hoogte van de persputten niet overschrijden. De (grond)waterkwaliteit kan aangetast worden door eventuele lekken van de gebruikte machines. De lozing van het bemalingswater zal de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater weinig tot niet beïnvloeden aangezien er geen knelpunten zijn met betrekking tot de grondwaterkwaliteit. De aardgasleiding doorkruist verschillende waterlopen. Voor de waterlopen die zullen gekruist worden in open sleuf, zal de betrokken waterloop tijdelijk omgeleid worden, waardoor de oorspronkelijke structuur wordt aangetast. Er worden 3 waterlopen met een waardevolle structuurkwaliteit gekruist. De Hertsbergebeek (noordelijke kruising) wordt gekruist via een HGB. De overige twee waterlopen worden via open sleuf gekruist. De effecten worden matig negatief beoordeeld. Er dient voldoende aandacht te zijn voor een goede uitvoering en perfect terreinherstel Ter hoogte van de kruising van de waterlopen met een beperkte structuurkwaliteit worden er weinig negatieve effecten verwacht. Indien lozing op kleine droogvallende grachtjes tot een minimum beperkt wordt, kunnen de tijdelijke effecten, gezien de aanwezige waterlopen in het studiegebied, als beperkt negatief beoordeeld worden. De aanwezigheid van de leiding in de bodem kan de grondwaterhuishouding verstoren. Dit wordt beperkt negatief beoordeeld. De lozingsdebieten ter hoogte van (delen van) deeltracés AM 31 t.e.m. 40, 42, 44 t.e.m. 47, 49 t.e.m. 55 (vet gemarkeerd in bovenstaande tabel) zijn redelijk hoog. Als milderende maatregel wordt hier voorgesteld om een oordeelkundige bemaling en plaatsing van lozingspunten na te streven. Indien

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 26

er ter hoogte van deze tracés in droogvallende of kleine grachtjes geloosd wordt, is het aan te raden om de lengte en de diepte van de bemaling aan te passen zodat het lozingsdebiet ingeperkt wordt en sterk negatieve effecten uitgesloten worden. In de situaties waar ijzerrijk water wordt bemaald, kan dit bij lozing in het oppervlaktewater oorzaak zijn van effecten op de zuurstofhuishouding en de troebelheid van het water en de slibkwaliteit. Er wordt aangeraden in deze gevallen een ontijzering toe te passen (bezinkingscontainer voor afscheiding van geoxideerd ijzer) vooraleer het bemalingswater wordt geloosd om de mogelijke effecten zoveel mogelijk te beperken. De verschillen tussen de alternatieven en het basistracé zijn zodanig klein dat ze gelijkwaardig beoordeeld worden voor de discipline Water.

1.6.3.1 Elementen ten behoeve van de watertoets Met de “watertoets” dient te worden geëvalueerd of een ingreep schade kan veroorzaken aan het watersysteem. Het watersysteem is het geheel van alle oppervlaktewater (gaande van water dat een helling afstroomt tot de rivieren), het grondwater en de natuur die daarbij hoort. Sinds 24/11/2004 is – met het nieuwe decreet Integraal Waterbeleid – de watertoets in Vlaanderen in voege getreden. Bij elke beslissing over een plan, programma of vergunning moet de bevoegde overheid nagaan of er schade kan ontstaan aan het watersysteem. Zij mogen ingrepen met een schadelijk effect niet langer toestaan. Als de schade kan beperkt worden, moeten ze compenserende maatregelen opleggen. Alle elementen die voor de vergunningsverlenende overheid van nut kunnen zijn om deze ‘watertoets’ op te maken, worden in het MER aangereikt, meer bepaald onder volgende hoofdstukken: • 6.2 (grondwater), • 6.3 (oppervlaktewater), • 7.3 (effecten op discipline Water), • 7.4 (effecten Fauna en Flora).

In het kader van dit MER wordt in de volgende paragrafen een korte synthese gegeven van deze hoofdstukken, zodat dit een apart leesbaar deel vormt. Het project betreft enerzijds de aanleg van een aardgasleiding tussen Alveringem en Maldegem met een diameter van 900 mm over een afstand van 73.888 m en anderzijds de aanleg van een aardgasleiding tussen Houthulst en Langemark-Poelkapelle met een diameter van 500 mm over een afstand van 6.871 m. Verder houdt het project ook de aanleg van 8 stations in. Hergebruik van regenwater ter hoogte van de stations is niet mogelijk, gezien het onbemande stations betreft. Ter hoogte van de kruisingen van de meeste wegen en enkele waterlopen wordt gekozen voor een persing of horizontaal gestuurde boring, de meeste waterlopen zullen doorkruist worden in open sleuf. De leiding wordt aangelegd met een dekking van 110 cm. De werkstrookbreedte bedraagt 32 m voor het tracé Alveringem – Maldegem en 24 m voor het tracé Houthulst – Langemark- Poelkapelle. Tijdens de exploitatie wordt een voorbehouden zone vrijgehouden van diepwortelende begroeiing en bewoning, zoals wettelijk voorgeschreven is. Volgende deelingrepen hebben een potentiële invloed op het watersysteem: • verwijderen bestaande vegetatie; • bemalen van werkstrook, sleuf en persputten; • lozen van bemalingswater; • uitgraven van de sleuf met een kraan ter hoogte van de waterlopen (kruising waterloop in open sleuf); • aanvulling sleuf met aarde; • herstel van de waterlopen; • realisatie van de persingen/HGB.

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 27

Effectgroep Milieueffect van het project Maatregelen Ingreepgroep “aanleggen van gebouwen, wegen of constructies (verhardingen en ondergrondse constructies)” Gewijzigd De leiding doorkruist op een aantal plaatsen overstromingsregime valleigebieden. Er heeft geen ophoging van het terrein plaats. Het oorspronkelijke maaiveld en

bodemgebruik ter hoogte van de leidingsleuf wordt na aanleg hersteld zodat er geen beïnvloeding is van het overstromingspotentieel van de waterlopen. De valleien van de IJzer, Ieperlee en Hertsbergebeek (noordelijke kruisting) worden De nieuwe stations zullen gekruist door middel van een horizontaal voorzien zijn van een gestuurde boring, op zodanige wijze dat de vallei permeabele grindlaag. niet verstoord wordt. Hierdoor zijn er geen De bouw van de nieuwe stations gebeurt buiten significante effecten te overstromingsgevoelige zones. verwachten naar wijziging van Bij overpompen van de waterlopen wordt er de infiltratie van regenwater gegarandeerd dat de pompen het normale debiet naar de bodem. van de waterlopen aankunnen, zodat ook hier Indien de waterloop het geen significant verhoogd overstromingsrisico tijdelijk verhoogd debiet niet wordt veroorzaakt. aankan, dient de bemaling tijdelijk stopgezet te worden of dient het bemalingswater elders opgevangen te worden of afgevoerd te worden. Gewijzigde infiltratie naar In het project wordt de bouw van 8 stations Deze oppervlakte wordt grondwater en afstroming voorzien, met een totale oppervlakte van ca. 2,5 voorzien van een permeabele ha. Dit kan een gewijzigde infiltratie veroorzaken. grindlaag, zodat de afvoer en infiltratie van hemelwater geen significante wijzigingen

ondergaat.

Waar op deze stations Daar waar de bodem verdicht wordt, kan er een gebouwen voorzien worden, wijziging in infiltratie optreden. wordt het hemelwater afkomstig van de daken opgevangen in een hemelwaterput, voorzien van pomp en overloop.

Na de werken zal er een bodembewerking gebeuren zodat eventuele verdichting ongedaan gemaakt wordt. Verdichting kan ook vermeden worden door het uitvoeren van een horizontaal gestuurde boring Gewijzigde De aanleg en exploitatie van de aardgasleiding en Geen bijkomende maatregelen grondwaterkwaliteit de aanleg van de stations gebeurt volgens de noodzakelijk veiligheidsvoorschriften zodat de kans op voorkomen van calamiteiten beperkt wordt ingeschat. Gewijzigd De aanleg van de ondergrondse leidingen gebeurt Geen bijkomende maatregelen grondwaterstromingspatroon met een dekking van 110 cm. In natte gedeelten noodzakelijk van het geplande tracé is eventueel een bemaling noodzakelijk. De bemalingsstraal wordt geschat

op een maximum van ca. 14,5 meter voor de

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 28

Effectgroep Milieueffect van het project Maatregelen delen in open sleuf. Ter hoogte van de persputten heeft de bemalingsstraal een maximale omvang van 20 m. De bemalingsstraal reikt niet of

hoogstens een klein beetje tot buiten de werkstrook (de werkstrook ter hoogte van de persputten is 50 m breed). Door de beperkte duur en reikwijdte (bemalingskegel in de meeste gevallen binnen werkstrook) zijn er geen significante effecten te verwachten op landbouw- of natuurvegetatie. Het bodemmateriaal zal op De aanwezigheid van de leiding in de bodem kan identieke wijze teruggeplaatst de grondwaterhuishouding verstoren. worden.

Ingreepgroep “Wijziging Bodemgebruik” Vegetatiewijziging De wijziging van het bodemgebruik en de Geen bijkomende maatregelen vegetatie heeft in hoofdzaak betrekking op de noodzakelijk tijdelijke uitgebruikname van weiland en akkers ter hoogte van de werkstrook en het verwijderen van opgaande vegetatie in natuurzones. Gezien de terreineigenschappen (overwegend vlak) worden er overwegend geen erosie-risico’s verwacht. Er worden echter ook een aantal erosiegevoelige percelen doorkruist. Het realiseren van erosiebestrijdende maatregelen blijft mogelijk, enkel uitgravingen en diepwortelende bomen boven de aangelegde leiding kunnen niet gerealiseerd worden. Ingreepgroep “Reliëfwijziging” Wijziging afvoer door Er wordt geen reliëfwijziging voorzien. Geen bijkomende maatregelen wijziging van het reliëf noodzakelijk Wijzigingen van het aantal In natte gedeelten van het geplande tracé is De lozing van het punt- en/of diffuse bronnen eventueel een bemaling noodzakelijk. Dit bemalingswater zal steeds op bemalingswater zal geloosd worden op de een oordeelkundige manier aanwezige oppervlaktewateren (beken en gebeuren, waarbij het lozen op grachten). kleine, droogvallende grachtjes beperkt wordt. Ingreepgroep “Aanpassing aan bedding en structuur van de waterloop” Toename/bestendiging van Er worden geen vismigratieknelpunten gecreëerd Geen bijkomende maatregelen vismigratieknelpunten in de noodzakelijk waterloop Wijziging van de Bij kruising van de waterlopen in open sleuf wordt Geen bijkomende maatregelen structuurkwaliteit van de de oorspronkelijke structuur gewijzigd. De noodzakelijk waterloop met verlies van doorkruiste waterlopen vertonen meestal een Er dient voldoende aandacht habitatdiversiteit. zwakke tot matige structuur. De Ijzer, Ieperlee en voor herstel te zijn. Hertsbergebeek (noordelijke kruising) worden Inkokeren met voldoende gepasseerd door middel van een horizontaal grote buis gestuurde boring. Na uitvoering van de werken wordt de structuur hersteld. Deze wijziging wordt als beperkt negatief beschouwd. De effecten ter hoogte van de waterlopen met een waardevolle structuur die in open sleuf gekruist worden, worden matig negatief beoordeeld.

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 29

Bij een eventuele bemaling van de sleuf zal er zich een beperkte grondwaterstandsdaling voordoen. Wat betreft de aanleg in open sleuf blijft de bemalingsstraal binnen de werkstrook, of reikt er in een beperkt aantal gevallen tot net erbuiten. Bemalingsstralen ter hoogte van persputten en in- en uittredepunten van horizontale boringen werden nog niet berekend, gezien hun exacte ligging nog niet bekend is. Bij de aanleg van de leiding worden verscheidene waterlopen met een slechte tot matige structuurkwaliteit gekruist, die nadien terug hersteld zullen worden. Dit kan worden beschouwd als een lokaal en beperkt negatief effect. De Paleputbeek en Grijspeerdbeek hebben een waardevolle structuurkwaliteit. Kruising van deze waterlopen in open sleuf wordt matig negatief beoordeeld. Echter bij voldoende aandacht aan een goede uitvoering en perfect terreinherstel na de aanleg, kunnen de effecten beperkt worden. De Hertsbergebeek (noordelijke kruising) wordt gekruist via een HGB waardoor geen negatieve effecten verwacht worden. De aanleg, werking en aanwezigheid van de leiding en de geplande stations veroorzaakt geen significante bijkomende risico’s voor overstroming.

1.6.4 Discipline Fauna en Flora Ter hoogte van volgende deeltracés zijn waardevole ecotopen gesitueerd: o De graslanden in de omgeving van de IJzer (AM (delen van) deeltracé 1, 2 en 3); o De graslanden in de omgeving van de Nattebeek (AM deel van deeltracé 3); o De graslanden op de grens van Lo-Reninge en Vleteren (AM deel van deeltracé 5); o De graslanden in de omgeving van Martjevaart (AM (delen van) deeltracé 14 t.e.m. 17); o Het bosje in de omgeving van de Kortemarkstraat te Hooglede (AM deel van deeltracé 28); o De graslanden in de omgeving van de Grote Hazewindstraat te Hooglede (AM deel van deeltracé 28); o De graslanden ter hoogte van de Kwakkelbeek en de Handzamevaart (AM deel van deeltracé 29); o De bossen ter hoogte van de Hertsbergebeek (AM deel van deeltracé 40); o De graslanden in de omgeving van de Hertsbergebeek (noordelijke kruising) (AM deeltracé 43); o De graslanden ter hoogte van de Nieuwstraat te Beernem (AM deel van deeltracé 53).

De biologisch waardevolle weilanden ter hoogte van de IJzer ((delen van) deeltracé AM 1, 2 en 3) en de omgeving van noordelijke kruising van de Hertsbergbeek (deeltracé AM 43) zullen gekruist worden via een HGB. De bossen ter hoogte van deeltracé 28 en 40 vallen niet binnen de werkstrook, waardoor ze eveneens gespaard blijven. Het microreliëf van de graslanden in de omgeving van de Martjevaart en de twee graslanden ten noorden van deeltracé 43 zal na de aanleg hersteld worden. Er worden voor deze waardevolle zones dan ook geen negatieve effecten verwacht inzake biotoopverlies. De overige deeltracés worden gekruist in open sleuf. Hier dient de werkstrook tot een minimum beperkt te worden. Naast de rechtstreekse vernietiging van de aanwezige vegetatie zijn er nog andere effecten die kunnen voorkomen. Er kan een tijdelijke rustverstoring plaatsvinden door de geplande werken. Om mogelijke verstoring tijdens de broedperiode te vermijden is het aan te raden de opgaande vegetaties reeds te verwijderen voor de broedperiode in de zones die reeds op planniveau bestempeld werden als zijnde het meest kwetsbaar. De werken zullen geen bijkomende barrièrewerking of versnippering met zich meebrengen, aangezien er geen extra wegen worden aangelegd en het studiegebied momenteel reeds doorkruist wordt door weginfrastructuur. De hoogste potenties voor het voorkomen van trek- en voortplantingsplaatsen voor amfibiën zijn aanwezig ter hoogte van de deeltracés met poelen in hun nabije omgeving ((delen van) deeltracé AM 5, 18, 27, 29, 34 en 53 en (delen van) deeltracé HLP 5). Tijdens de werken is barrièrewerking mogelijk indien er sleuven worden aangelegd tijdens de amfibiëntrek in de buurt van poelen. De nodige milderende maatregelen dienen voorzien te worden.

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 30

Ter hoogte van bosrijke gebieden of bij het doorsnijden van houtkanten, kan er een beperkt effect van versnippering of barrièrewerking optreden. Ook hier dient de werkstrook tot een minium beperkt te worden. De bemaling en daling van de grondwaterstand, kan een effect hebben op grondwaterminnende vegetatie. Verstoringsgevoelige zones zijn zones met (grond)waterafhankelijke vegetatietypes en locaties waar er waterlopen gekruist zullen worden. Om mogelijke negatieve effecten zoveel mogelijk te beperken is het aan te raden de werken ter hoogte van deze deeltracés bij voorkeur in de droogste periode in te plannen en de uitvoeringsperiode zoveel mogelijk in tijd te beperken. Daarnaast kan ook het toepassen van retourbevloeiing het negatieve effect sterk beperken. De weilanden ter hoogte van (delen van) deeltracé AM 1, 2, 3, 5, 14 t.e.m. 17, 28, 29, 43 en 53 en de bosstroken ter hoogte van deeltracés AM 47 en 50 kunnen als meest gevoelige zones aanschouwd worden wat betreft bodemverstoring. Tijdens de exploitatiefase wordt de oorspronkelijke toestand terug hersteld. Naar Fauna en Flora worden hier geen effecten meer verwacht, met uitzondering van de geldende beperkingen inzake het voorkomen van diepwortelende bomen in de voorbehouden zone boven de gasleiding. Eventueel kan er in de exploitatiefase nog rustverstoring optreden tijdens onderhoudswerken in de reservatiezone. Dit wordt beperkt negatief beoordeeld. Voor de effecten ter hoogte van de kruising van waterlopen met een waardevolle structuurkwaliteit wordt verwezen naar de discipline Water. De geplande stations bevinden zich algemeen in een vrij open agrarisch gebied en zijn niet gelegen ter hoogte van biologisch waardevolle percelen. Er worden geen significant negatieve effecten verwacht inzake barrièrewerking en biotoopverlies. Het station te Langemark-Poelkapelle kan mogelijks enige geluidshinder veroorzaken. Dit station is gelegen in een open aaneengesloten landbouwgebied met weinig faunistische waarde. Er worden geen significante effecten inzake rustverstoring verwacht. De verschillen tussen de alternatieven en het basistracé zijn zodanig klein dat ze gelijkwaardig beoordeeld worden voor de discipline Fauna en Flora. Gezien de ligging ten opzichte van Natura-2000 gebied wordt er door uitvoering van het project geen significant effect verwacht op één van deze gebieden. Hierdoor is de opmaak van een Passende Beoordeling niet vereist.

1.6.5 Discipline Landschap, Bouwkundig erfgoed en Archeologie Tijdens de werken wordt over de breedte van de werkstrook de vegetatie gerooid en de teelaarde uitgegraven. Cultuurhistorisch heeft dit een tweevoudig effect. Enerzijds wordt het landschap, dat op zich ook een cultuurhistorische waarde heeft als getuige van de occupatiegeschiedenis, beschadigd. Anderzijds kunnen archeologische resten bij de graafwerken gevonden worden, beschadigd worden of verloren gaan. Daarnaast verloopt het tracé AM gedeeltelijk en het tracé HLP volledig door het front van WO.I. De beoordeling van de eventuele verstoring van de cultuurhistorie wordt initieel matig tot sterk negatief beoordeeld. Echter, door het nemen van passende maatregelen wordt dit effect gemilderd tot een beperkt negatief effect, aangezien Fluxys een archeologisch vooronderzoek uitvoert en een overeenkomst zal afsluiten inzake de archeologische begeleiding van de werken. Verder zullen alle bevoegde diensten gecontacteerd worden bij het vinden van stoffelijke resten of oorlogswapens en/of –munitie. Beschadiging aan het bouwkundig erfgoed, puntrelicten en beschermde monumenten wordt niet verwacht, gezien ze niet binnen de werkstrook gelegen zijn. Gezien de aardgasleiding ter hoogte van Oostkamp de definitief aangeduide ankerplaats ‘kastelen Gruuthuyse – De Cellen – Erkegem en Kampveld’ doorkruist, werd een zorgplichtnota opgemaakt. Volgende milderende maatregelen worden voorgesteld om de effecten op de definitief aangeduide ankerplaats zo veel als mogelijk te beperken:

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 31

o de bemaling laten plaatsvinden tijdens de droogste periode van het jaar, de uitvoeringsperiode in tijd beperken en het toepassen van retourbevloeiing; o voorzien van archeologische prospectie ter hoogte van het tracé; o alle terreinen gebruikt voor de aanleg van de leiding binnen de kortst mogelijke termijn in hun oorspronkelijke staat herstellen. Er werd geconcludeerd dat het uitvoeren van de schadebeperkende, herstel- en compenserende maatregelen de garantie geeft dat de integriteit van de waardebepalende kenmerken en landschapskenmerken die ten grondslag liggen aan de aanduiding van het gebied als definitief aangeduide ankerplaats, niet in het gedrang komen. Bij het afbakenen van de werkzone en het plaatsen van de signalisatie wordt het landschapsbeeld (tijdelijk en herstelbaar) geschaad. Ook de stockage van teelaarde en de hele werf op zich zal het landschapsbeeld (tijdelijk en herstelbaar) schaden. Het rooien van de vegetatie in de werkstrook heeft negatieve effecten voor het landschapsbeeld. De werkstrook doorkruist verscheidene bomenrijen. Het verwijderen van opgaande vegetatie uit deze langwerpige landschapselementen heeft negatieve effecten op het landschapsbeeld. Een aantal van de opgaande groenelementen zullen gekruist worden via een HGB of een persing, waardoor ze kunnen gespaard blijven. Het is aangeraden om de werkstrook, voor deeltracés waar het doorkruisen van bomenrijen of opgaande vegetatie in open sleuf wordt aangelegd en als matig tot sterk negatief beoordeeld wordt ((delen van) deeltracés AM 3, 5, 13, 26, 28, 29, 30, 31, 34, 36, 41, 42, 45, 47, 49, 50, 51, 52 en 55), zo smal mogelijk te maken. Na de aanleg worden de gerooide zones herplant waar natuurlijk herstel onmogelijk is en ter hoogte van lijnelementen, rekening houdend met de restricties die gelden in de voorbehouden zone. Bij het herstel van het terrein in zijn oorspronkelijke staat, worden het landschapsbeeld, de landschapsbeleving en de cultuurhistorie in positieve zin beïnvloed: de sleuven worden opnieuw gevuld en de gestockeerde aarde wordt gebruikt of afgevoerd. Ten opzichte van de referentiesituatie is dit effect echter neutraal. In de voorbehouden zone boven de leiding (2 x 5 m) worden er echter wel beperkingen opgelegd wat het bodemgebruik betreft, wat het landschap uiteraard wel beïnvloedt. De opgaande begroeiing (= diepwortelende bomen) zal ter hoogte van deze zone niet meer hersteld worden, waardoor het landschapsbeeld blijvend gewijzigd wordt. De stations zijn niet gelegen binnen een relictzone of een ankerplaats en zijn evenmin gelegen op korte afstand (< 250 m) van een puntrelict, beschermd monument of bouwkundig erfgoed. Er worden bijgevolg geen significant negatieve effecten verwacht wat betreft cultuurhistorie. Op een afstand van > 250 m van de stations zijn in sommige gevallen gebouwen of elementen met een mogelijke erfgoedwaarde gelegen. De stations zullen echter niet rechtstreeks zichtbaar zijn vanaf deze gebouwen of elementen, waardoor er geen significant effect wordt verwacht. De verschillen tussen de alternatieven en het basistracé zijn zodanig klein dat ze gelijkwaardig beoordeeld worden voor de discipline Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie.

1.6.6 Discipline Mens De aanleg van de leiding heeft een tijdelijke negatieve invloed op de recreatieve waarde van het gebied. De aanwezigheid van de werf zal de landschapsbeleving voor wandelaars, fietsers en recreanten tijdelijk verminderen. Indien fietsroutes onderbroken worden tijdens de werken, dient omleiding voorzien te worden. Na de werken is er echter geen invloed meer van de aanwezigheid van de leiding op de recreatieve waarde van het gebied. Naar de omliggende woningen toe, kunnen de werken een tijdelijke geluidshinder veroorzaken. In de nabije omgeving bevinden zich echter slechts een beperkt aantal woningen, zodat deze hinder tot een minimum beperkt wordt. Na de werken zal de aanwezigheid van de leiding geen geluidshinder veroorzaken.

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 32

Bij omwonenden kan het onveiligheidsgevoel toenemen. Door correcte informatieverlening inzake de genomen veiligheidsmaatregelen kan deze indruk worden weggenomen. Er bevinden zich geen Seveso-bedrijven binnen een straal van 250 m rondom de aardgasleiding. Het verkeer kan tijdelijke hinder ondervinden door enerzijds de toename aan zwaar verkeer over kleine wegen en anderzijds de onderbreking van enkele wegen. De belangrijkste verkeersassen worden echter gekruist via aangepaste technieken, zodat de hinder tot een minimum beperkt wordt. Bij de aanleg van de leiding worden de landbouwactiviteiten tijdelijk verstoord. Na de werken wordt de bodemstructuur terug hersteld. De verschillen tussen de alternatieven en het basistracé zijn zodanig klein dat ze gelijkwaardig beoordeeld worden voor de discipline Mens.

1.6.7 (Gewest)grensoverschreidende effecten De aardgasleiding is tot op ca. 50 m van de Franse grens gelegen en het station te Alvergingem is gelegen tot tegen de Franse grens. Er is echter geen rechtstreekse oppervlakte-inname op Frans grondgebied. Alhoewel de werf- en/of stockagezone van het station te Alveringem niet gelegen is op Frans grondgebied, valt het niet uit te sluiten dat machines tijdens de werken op Frans grondgebied zullen rijden. Beperkte tijdelijke impact op Frans grondgebied is mogelijk op het moment dat de Belgische en Franse leiding aan elkaar worden verbonden. Er worden geen significante rechtstreekse effecten verwacht inzake de discipline Bodem en Water op Frans grondgebied. In de omgeving van de Franse grens worden enkel landbouwpercelen gekruist. Er dient geen opgaande vegetatie blijvend verwijderd te worden. Op Frans grondgebied komt aansluitend aan het station te Alveringem ook een station horende bij een aardgasleiding. Beide stations zullen landschappelijk ingepast worden in de omgeving door middel van een groenscherm. Er worden bijgevolg geen blijvende effecten verwacht voor Fauna en Flora en Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie. Binnen een straal van 250 m rond de aardgasleiding en het gepland station te Alveringem bevindt zich slechts 1 woning op Frans grondgebied. Inzake geluid zullen de voorwaarden van Vlarem II gerespecteerd worden. Er worden bijgevolg ook de discipline Mens en Geluid geen significante effecten verwacht. Er kan geconcludeerd worden dat het projectgebied zich wel in de nabijheid van de Franse grens bevindt, maar dat er geen significante effecten verwacht worden op Frans grondgebied.

1.6.8 Remediërende maatregelen Bij aanleg van de leiding wordt er in zekere mate reeds rekening gehouden met maatregelen die de impact van de werken op het leefmilieu dienen te beperken. Belangrijk hier is het feit dat de vallei van de IJzer en de Hertsbergebeek en omgeving, gekruist zal worden door middel van een horizontaal gestuurde boring. De effecten die hier bij aanleg in open sleuf zouden optreden (o.a. verdichting, ontwatering onderliggend veenpakket, aantasting structuurkwaliteit, vegetatiewijziging, …) worden op deze wijze vermeden, wat vanuit milieu-oogpunt positief beoordeeld wordt. Er worden verscheidene andere remediërende maatregelen voorgesteld om de effecten tot een minimum te beperken: • herleiden van de werkstrook tot een minimum daar waar mogelijk. • Er wordt aangeraden het lozen van bemalingswater in risicozones (zones binnen een natuurlijk of recent overstromingsgebied) zo veel mogelijk te beperken.

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 33

• Daar waar gebouwen in de onmiddellijke omgeving van de aardgasleiding gelegen zijn, dient de werkstrookbreedte aangepast te worden. • Het lozen van bemalingswater op kleine, droogvallende grachtjes dient zoveel mogelijk beperkt worden. • optimaal benutten van de ruimte in de werfzones bij de persingen en horizontaal gestuurde boringen. • Er wordt aangeraden bij het herstellen van de structuurkwaliteit de principes van NTMB (natuurtechnische milieubouw) voor wat de technische aspecten betreft te volgen. • in deeltracés met profiel “g” en “h”, de scheiding van de uitgegraven bodemlagen verder doorvoeren, dan enkel het onderscheid tussen teelaarde en rest van de grond te maken. • nemen van preventieve maatregelen om verdichting tegen te gaan in de gevoelige zones, zoals gebruik van rijplaten, maximaal gebruik van bestaande toegangswegen, rupsvoertuigen, zandbed. • Sleuf in lagen uitgraven, bodemlagen gescheiden stockeren en in juiste volgorde terugplaatsen. • In en- uittredepunten van horizontaal gestuurde boringen worden bij voorkeur buiten verdichtingsgevoelige zones geplaatst. • Naleven van de veiligheidsvoorschriften m.b.t. bodem- en grondwaterverontreiniging. • Om de invloed van de inkokering op de structuurkwaliteit van de waterlopen te minimaliseren, zullen deze na afloop van de werken geherprofileerd worden. Ook moet er bij het inkokeren gezorgd worden dat de gebruikte buis een voldoende grote diameter heeft, zodanig dat het water in de beek niet kan opstuwen voor de buis. Er wordt aangeraden bij het herstellen van de structuurkwaliteit de principes van NTMB (natuurtechnische milieubouw) te volgen. • De lozingsdebieten ter hoogte van (delen van) deeltracés AM 31 t.e.m. 40, 42, 44 t.e.m. 47, 49 t.e.m. 55 zijn redelijk hoog. Als milderende maatregel wordt voorgesteld om een oordeelkundige bemaling en plaatsing van lozingspunten na te streven. Indien er ter hoogte van deze tracés in droogvallende of kleine grachtjes geloosd wordt, is het aan te raden om de lengte en de diepte van de bemaling aan te passen zodat het lozingsdebiet ingeperkt wordt en sterk negatieve effecten uitgesloten worden. • In de situaties waar ijzerrijk water wordt bemaald, kan dit bij lozing in het oppervlaktewater oorzaak zijn van effecten op de zuurstofhuishouding en de troebelheid van het water en de slibkwaliteit. Er wordt aangeraden in deze gevallen een ontijzering toe te passen (bezinkingscontainer voor afscheiding van geoxideerd ijzer) vooraleer het bemalingswater wordt geloosd om de mogelijke effecten zoveel mogelijk te beperken. • Indien er werken plaatsvinden tijdens de broedperiode (half april tot half juli) dient de aanwezige opgaande vegetatie van te voren verwijderd te worden. • Daar waar een mogelijk effect te verwachten is op verdrogingsgevoelige vegetatie, kunnen werken dan ook best plaatsvinden tijdens de droogste periode van het jaar om de noodzakelijke bemaling tot een minimum te beperken. Retourbevloeiing dient toegepast te worden om de effecten te

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 34

milderen langsheen de zones in open sleuf ter hoogte van de verdrogingsgevoelige vegetatie. • Ter hoogte van de deeltracés met poelen in hun nabije omgeving ((delen van) deeltracé AM 5, 18, 27, 29, 34 en 53 en (delen van) deeltracé HLP 5) dienen milderende maatregelen genomen te worden om barrièrewerking ter hoogte van de sleuven voor amfibiën tegen te gaan. Dit kan door het spannen van netten en dagelijks overzetten van amfibiën. Het spannen van netten en de amfibiën geleiden naar een zone waar de werken reeds voltooid zijn of nog niet begonnen zijn, zodat ze veilig de leiding kunnen kruisen is een andere mogelijkheid, indien deze niet verstoorde zones zich niet te ver van de poel bevinden. Indien het niet mogelijk is één van deze milderende maatregelen te nemen wordt aangeraden geen sleuven te graven voor of tijdens de trek van amfibiën (begin februari tot eind maart). • Ter hoogte van de poelen in deeltracé 18 en 34 kan de bemaling in tijd beperkt worden of dient men aangepaste uitvoeringstechnieken te gebruiken gezien de bemalingstraal in de omgeving van de poelen komt te liggen. Het bemalingswater kan eventueel in de poel worden geloosd. • Het gebruik van lichtbronnen dient zo veel als mogelijk beperkt te worden. Verder dient men de lichtbronnen neerwaarts te richten en eventueel te doven tijdens de nachtperiode, indien mogelijk. • Na kruising in open sleuf van waterlopen dient de structuur zo goed mogelijk hersteld te worden. • Herstel van het microreliëf na de aanleg van de aardgasleiding ter hoogte van de Nattebeek, een grasland thv deeltracé AM 5, Sint-Jansbeek / Martjevaart, de Grote Hazewindstraat, Handzamevaart en de Nieuwstraat te Beernem. • Om de geluidshinder voor de omwonenden tot een minimum te beperken moet er zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van geluidsarme machines en voertuigen. Indien er bemaald moet worden is het aangewezen om geluidsgedempte bemalingspompen (elektrische) te gebruiken in de nabijheid van bewoning en de pompen eventueel af te schermen door middel van geluidsdempend materiaal. • De aanvoer van materiaal gebeurt bij voorkeur langs één of enkele welbepaalde, vastgelegde routes, zodat de overige zones niet worden beschadigd. Deze aanvoerroutes dienen op voorhand te worden vastgelegd. • Het sparen van de omliggende vegetatie is belangrijk omdat deze een permanente zadenbron is (en geen eenmalige) voor de afgewerkte zones. • Er dient in het geval van aanplantingen te worden gewerkt met inheems, zelfs plaatselijk voorkomende, standplaatsgebonden plantensoorten, zodat geen ‘verstoring’ van de reeds aanwezige populaties wordt gecreëerd. • Opvolgen en naleven van de overeenkomst inzake archeologie. • Bestaande landschapsstructuur zo goed mogelijk in oorspronkelijke staat herstellen, oa. door heraanplant waar mogelijk. • Vermijden om bomenrijen en langwerpige landschapselementen middenin te doorkruisen. • Oordeelkundige bemaling daar waar persputten in de nabije omgeving van gebouwen zouden gelegen zijn.

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 35

1.7 Leemten in de kennis Er zijn een aantal elementen (‘onbekenden’) die het onmogelijk maken om alle effecten van de werken exact te begroten of te beoordelen (bvb.: exacte gegevens over de grondwaterstand, het studiegebied is archeologisch onbekend, enz.). Bovendien zijn er ook niet altijd objectieve criteria voor handen voor het beoordelen van effecten (bv. landschapsbeleving is subjectief).

1.8 Eindconclusie Dit project bestaat uit de aanleg van een aardgasleiding tussen Alveringem en Maldegem, met een aftakking naar Langemark-Poelkapelle. In samenspraak met verschillende bevoegde diensten werd tijdens het plan-MER een tracé vastgelegd, waarbij het kruisen van bewoonde gebieden zoveel mogelijk vermeden wordt en waarbij de belangrijkste natuurwaarden (de zone rondom de IJzer en Hertsbergebeek), gekruist worden door middel van een gestuurde boring. In dit MER worden de milieueffecten in de relevante milieudisciplines ten gevolge van de aanleg en werking van de aardgasleiding besproken. Voor een uitgebreide bespreking van de mogelijke milieueffecten wordt verwezen naar hoofdstuk 7. In onderstaande opsomming worden de belangrijkste effecten in de verschillende milieudisciplines kort aangehaald. • Bodem: De aanleg van de leiding in open sleuf zal tot gevolg hebben dat over een groot gedeelte van de leiding de aanwezige waardevolle bodemprofielen (profielontwikkeling ‘g’ of ‘h’) verstoord worden. Lokaal kan ook verdichting van de bodem verwacht worden. Door de wijze waarop de werken worden uitgevoerd, met inachtname van de voorgestelde milderende maatregelen, worden deze effecten beperkt negatief beoordeeld. Ook ter hoogte van een aantal van de geplande stations kan profielverstoring en/of verdichting verwacht worden. • Water: Bij aanleg van de leiding in open sleuf zal er bemaald dienen te worden. De wijziging van de grondwatertafel zal hierbij niet of hoogstens een klein beetje buiten de voorziene werkstrook reiken. De belangrijkste waterlopen worden gekruist door middel van aangepaste technieken, waardoor de aantasting van de structuurkwaliteit beperkt blijft. Daar waar waterlopen met een waardevolle structuurkwaliteit gekruist worden in open sleuf, worden matig negatieve effecten verwacht. Deze kunnen gemilderd worden door het nastreven van perfect terreinherstel na de werken. Rondom de persputten en/of de in- en uittredepunten van de HGB dienen maatregelen genomen te worden om de invloed van de bemaling in de kwetsbare kwelgebieden te beperken. • Fauna en Flora: Omwille van de aanleg van de leiding zal een werkstrook worden vrijgemaakt van vegetatie. Hierbij worden lokaal waardevolle vegetaties aangetast. Ter hoogte van een aantal van de meest waardevolle zones wordt gewerkt met een horizontaal gestuurde boring, waardoor de vegetatie niet aangetast zal worden. Tijdens de werken treedt een tijdelijke rustverstoring en barrièrewerking op. Daar waar bomenrijen om veiligheidsredenen niet terug kunnen aangeplant worden, kan de barrièrewerking ook permanent zijn, en wordt daardoor ook negatief beschouwd. • Landschap, Bouwkundig erfgoed en Archeologie:

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 36

Tijdens de werken zal de aanwezigheid van de werf en het verwijderen van de vegetatie het landschapsbeeld wijzigen. Het verwijderen van opgaande elementen wordt plaatselijk matig tot sterk negatief beoordeeld. De werkstrook dient hier zo beperkt mogelijk gehouden te worden en na aanleg dient heraanplant (buiten de voorbehouden zone) te gebeuren. Aangezien na de werken beperkingen gelden inzake de aanwezigheid van diepwortelende vegetatie in de voorbehouden zone, is de verstoring van het landschapsbeeld door de aantasting van lijnelementen en bosjes hier permanent. De geplande stations zullen op een kwalitatieve manier in het landschap ingepast worden. Om het risico op de verstoring van de cultuurhistorische en archeologische resten te beperken, wordt een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd en zal door Fluxys nv een overeenkomst afgesloten worden met de administratie bevoegd voor archeologisch erfgoed waar er bepaalde afspraken gemaakt worden om zo omzichtig mogelijk om te springen met deze resten. Alle bevoegde diensten zullen eveneens geraadpleegd worden bij het vinden van relicten uit WO.I. Niet alle lijnrelicten worden gekruist door een sleufloze techniek, er wordt aangeraden de werkstrook hier zoveel mogelijk te beperken. • Mens: De werken kunnen een tijdelijke geluidshinder veroorzaken voor de bewoning in de omgeving van het project. Ook de landbouwactiviteiten in de werkzone worden tijdelijk opgeschort. Inzake verkeer, kan de aanvoer van materiaal tijdelijk voor overlast zorgen op de kleinere wegen. Het fietsroutenetwerk zal op bepaalde plaatsen ook tijdelijk onderbroken worden. Tijdens de werken blijft de toegang tot de woningen en bedrijven verzekerd, wat de hinder zal beperken. De communicatie- en veiligheidsstrategie bij aanleg en exploitatie van aardgasleidingen zal door Fluxys opgevolgd worden. Na de werken zijn er geen effecten te verwachten ten gevolge van de aanwezigheid van de leiding naar de discipline mens toe. Tussen alternatief A en B en het basistracé werden geen significante verschillen vastgesteld voor alle disciplines. De alternatieven zijn namelijk maar respectievelijk 189 m en 269 m lang en is op het maximale punt minder dan 30 m van het basistracé gelegen. Als er al verschillen zijn, zijn deze zodanig klein, dat de mogelijke verschillende effecten te verwaarlozen zijn. Verder wordt opgemerkt dat er geen (significant) andere effecten te verwachten zijn indien het basistracé nog met enkele meters zou verlegd worden, binnen de grenzen van het GRUP.

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 37

2 Verklarende woordenlijst en afkortingen

Alternatief Een andere keuzemogelijkheid, beantwoordend aan de doelstelling van het plan, omvattende: realisatie-, locatie- en uitvoeringsalternatief

ANB Agentschap voor Natuur en Bos

Bemaling Afpomping van water om het grondwaterniveau plaatselijk te verlagen zodat werken in droge grond kunnen uitgevoerd worden

Bodemprofiel Verticale bodemdoorsnede waarin de opbouw en de ontwikkeling van de bodem waarneembaar is

Bodemserie De basiseenheid van de Belgische classificatie-hiërarchie. De bodemserie wordt bepaald door de grondsoort, de natuurlijke drainering en de horizontenopvolging. Een bodemserie wordt verder ingedeeld in bodemtypen

Bodemverdichting Samenpersen en dichter maken van de bodem

BS Belgisch Staatsblad

BWK Biologische waarderingskaart. De voorkomende vegetatie wordt, aan de hand van een uniforme lijst van karteringseenheden, geïnventariseerd en in kaart gebracht. Aan iedere ecotoop wordt een waarde toegekend

CREG Commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas

Discipline Milieu-aspect dat in het kader van milieu-effectrapportage onderzocht wordt, door de regelgeving vastgelegd als de disciplines 'mens', 'Fauna en Flora', 'bodem', 'water', 'lucht', 'licht, warmte en straling', 'geluid en trillingen', 'klimaat', landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie en materiële goederen'

Eutrofiëring Een uitzonderlijke hoge algenactiviteit als gevolg van een verhoogde beschikbaarheid van nutriënten (vnl. stikstof en fosfor) door menselijk handelen

Eutroof Voedselrijk

Faunistisch Met betrekking tot de dierenwereld

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 38

Floristisch Met betrekking tot de plantenwereld

Geplande situatie Toestand van het studiegebied tijdens en na de uitvoering van het plan

GNOP Gemeentelijk NatuurOntwikkelingsPlan

Grondwater- De grondwaterkwetsbaarheid van een gebied is een code die het kwetsbaarheid risico op verontreiniging van het grondwater in de bovenste watervoerende laag aangeeft (bron: dov)

GRS Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan

HAG Herbevestigd Agrarisch Gebied

HGB Horizontaal Gestuurde Boring

Ingreep-effectenschema Schema of netwerk dat de relatie tussen de ingrepen van de voorgenomen activiteit en de mogelijke milieueffecten weergeeft

Integraal waterbeleid Het beleid gericht op het gecoördineerd en geïntegreerd ontwikkelen, beheren en herstellen van watersystemen met het oog op het bereiken van de randvoorwaarden die nodig zijn voor het behoud van dit watersysteem als zodanig, en met het oog op het multifunctionele gebruik, waarbij de behoeften van de huidige en komende generaties in rekening wordt gebracht

Kwel Kwelgebieden zijn plaatsen waar grondwater voortdurend aan de oppervlakte komt (opwaartse grondwaterstroming i.p.v. infiltratie)

MB Ministerieel besluit

MER Milieueffectrapport (het rapport): milieueffectrapport over een plan of programma : een openbaar document waarin, van een voorgenomen plan of programma en van de redelijkerwijze in beschouwing te nemen alternatieven, de te verwachten gevolgen voor mens en milieu in hun onderlinge samenhang op een systematische en wetenschappelijk verantwoorde wijze worden geanalyseerd en gee¨valueerd, en aangegeven wordt op welke wijze de aanzienlijke milieueffecten vermeden, beperkt, verholpen of gecompenseerd kunnen worden (bron: nieuwe mer-decreet van 18/12/2002)

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 39

m.e.r. Milieueffectrapportage (het proces): de procedure die al dan niet leidt tot het opstellen en goedkeuren van een milieueffectrapport over een voorgenomen actie en in voorkomend geval tot het gebruik ervan als hulpmiddel bij de besluitvorming omtrent deze actie (bron: nieuwe mer-decreet van 18/12/2002)

MER-deskundige Natuurlijke of rechtspersonen door de Vlaamse minister bevoegd voor het leefmilieu als deskundige voor het opstellen van een milieu- effectrapport in een of meerdere disciplines 'mens', 'Fauna en Flora', 'bodem', 'water', 'lucht', 'licht, warmte en straling', 'geluid en trillingen', 'klimaat' en 'monumenten en landschappen en materiële goederen in het algemeen'

Ontwikkelingsscenario Beschrijft de evolutie van het studiegebied in de toekomst, rekening houdend met de autonome evolutie van het gebied en met de evolutie onder invloed van plannen en beleidsopties

Projectgebied Het gebied waarin een voorgenomen activiteit gepland is.

Referentiesituatie De toestand van het studiegebied, waarnaar gerefereerd wordt in functie van de effectvoorspelling, omvattende : de huidige, gewijzigde en de wenselijke situatie

Relict Een relict is een overblijfsel uit vroegere tijd dat nog getuigt van de toestand die toenmaals was. Met betrekking tot landschappen kunnen relicten zeer divers in aard zijn en getuigen in vele gevallen van een wordingsgeschiedenis. In wezen zijn dit punt-, lijn- en vlakvormige relicten

Remediërende maatregel Maatregelen die voorgesteld worden om nadelige milieueffecten van het plan te vermijden, te beperken en zoveel mogelijk te verhelpen

Rooien Het verwijderen van bomen en houtachtige gewassen met inbegrip van hun wortelstelsel

RSV Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen

RUP Ruimtelijk Uitvoeringsplan

RWO Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 40

SBZ Speciale Beschermingszone (V: in kader van de Vogelrichtlijn; H: in kader van de Habitatrichtlijn)

Sondering Een sondering is een proef waarbij een reeks sondeerbuizen, onderaan voorzien van een sondeerpunt, langzaam en gelijkmatig in de grond wordt gedrukt en waarbij met bepaalde diepte- of tijds- intervallen, de conusweerstand, de plaatselijke wrijvingsweerstand en/of de totale indringingsweerstand worden gemeten. Met de elektrische conus kan ook de waterspanning in de grond rond de conus worden vastgesteld. De statische discontinue sondering wordt uitgevoerd met de mechanische conus (CPT-M) en de statische continue sondering wordt uitgevoerd met de elektrische conus (CPT- E of piëzoconus (CPT-U) (bron: dov)

Studiegebied Het gebied dat bestudeerd wordt in functie van het vaststellen van de milieueffecten en afhankelijk is van de invloedssfeer van de milieueffecten

TAW Tweede Algemene Waterpassing (referentieniveau voor de hoogtebepaling)

Watertoets Met de “watertoets” wordt nagegaan of een ingreep schade kan veroorzaken aan het watersysteem. Het watersysteem is het geheel van alle oppervlaktewater (gaande van water dat een helling afstroomt tot de rivieren), het grondwater en de natuur die daarbij hoort

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 41

3 Bronnen

Literatuur • Aminal, Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid. Richtlijnenboeken voor het opstellen en beoordelen van milieueffectrapporten. September 1997. • ANB, 2202, Brochure Regelgeving bij het ontbossen. • Wauwens, D., Claus, K. (1996). Verspreiding van amfibiën en reptielen in Vlaanderen. De Wielewaal Natuurvereniging: Turnhout: Belgium. 192pp. • Bervoets, L., Schneiders. A. & Wils, C. (1996), Onderzoek naar de verspreiding en de typologie van ecologisch waardevolle waterlopen in Vlaanderen. • Decleer, K., 2007. Europeese beschermde natuur in Vlaanderen en het Belgisch deel van de Noordzee. Habitattypen / Dier- en Plantensoorten. Meldingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INB.M.2007.01, Brussel, 584pp. • LNE, Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid. Geactualiseerde richtlijnenboeken voor het opstellen en beoordelen van milieueffectrapporten. 2004. • Antrop, M., Het landschap meervoudig bekeken, Monografieën Stichting Leefmilieu, nr. 30, Kapellen, 1989. • AROHM, 2001. Afdeling Monumenten en Landschappen, Vlaamse landschapsatlas • Bodemkaart van België en verklarende teksten, OC-GIS Vlaanderen • Deblust, G.; Froment, A.; Kuyken, E.; Nef, L.; Verheyen, R.; 1985. Algemene verklarende tekst Biologische Waarderingskaart van België. Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin. Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie. Coördinatiecentrum van de Biologische Waarderingskaart. • De Pue E., Laurysen L. & Stryckers P. - Milieuzakboekje. Kluwer Rechtswetenschappen België, 2003. • Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, integrale versie, 594 p. • UIA (s.d.), Basisrichtlijnen per activiteitengroep: activiteitengroep ‘aanleg van transportleidingen’, UIA departement biologie, onderzoeksgroep natuurbeheer en ethologie, 45 p. • Van Ranst, E & Sys, C., Eenduidige legende voor de digitale bodemkaart van Vlaanderen, Universiteit Gent, laboratorium voor bodemkunde, 2000 • Van Vessem J. & Kuijken E., 1995. Overzicht van de voorgestelde speciale beschermingszones in Vlaanderen voor het behoud van de vogelstand (EG-richtlijn 79/409/EEG van 2 april 1979). Rapport Instituut voor Natuurbehoud, Hasselt. • Vectoriële versie van de BWK, versie 2, Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (INBO), AGIV, 2010. • Vinçotte Environment, 2008, 60224726-002. Geluidsstudie met betrekking tot de geluidsvermogenniveaus van de verschillende werffases bij aanleg leidingen, 2 de tussentijdsverslag. • Vinçotte Environment, 2009, 60224726-003. Geluidsstudie met betrekking tot de geluidsvermogenniveaus van de verschillende werffases bij aanleg leidingen, definitief verslag.

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 42

• Onderzoek naar gevaarlijke oorlogsresten in het kader van de aanleg van aardgasvervoerleidingen Alveringem-Maldegem en Houthulst-Langemark-Poelkapelle (Bom.be, conceptversie, 2012) • Documentatie In Flanders Field Museum, o.a. educatief pakket (Kenniscentrum In Flanders Fields Museum) • Toeristische valorisatie van erfgoed uit de eerste wereldoorlog in de westhoek, met het oog op 100 jaar Groote oorlog (2014-2018), Toerisme Vlaanderen, 2008 • Inventaris Wereldoorlogerfgoed (Agentschap Onroerend Erfgoed) • Vademecum omgaan met bodemvondsten - Opgravingen WOI (Provincie West-Vlaanderen) • Samenvatting Archeologische waarden en verwachting Fluxys-tracé Alveringem-Maldegem • Omgaan met oorlogserfgoed, VIOE-Handleidingen 02, Een uitgave van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed. Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Overheid, Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed

Internet Vlaamse Milieuadministratie www.mina.be (departement LNE) www.milieubeleidsplan.be www.lne.be Dienst Mer www.mervlaanderen.be Databank Ondergrond Vlaanderen http:\\dov.vlaanderen.be Administratie Ruimtelijke Ordening www.Ruimtelijkeordening.be Instituut voor natuur en bosonderzoek www.Inbo.be Vlaamse Milieumaatschappij www.vmm.be Agentschap geografische informatie www.agiv.be Vlaanderen De inventaris van het bouwkundig http://www.inventaris.vioe.be/dibe erfgoed www.wo1.be

Verder werden ook de websites van de doorkruiste steden, gemeenten en provincies geraadpleegd.

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 43

DEEL 2 BIJLAGEN

BIJLAGE 1 VOORLOPIGE VASTSTELLING VAN DE VLAAMSE REGERING

BIJLAGE 2 NOTA INZAKE DE MILIEU-IMPACT VAN AARDGAS

BIJLAGE 3 NOTA BELEID INZAKE VEILIGHEID FLUXYS BELGIUM

BIJLAGE 4 VEILIGHEIDSFICHES AARDGAS

BIJLAGE 5 KWALITATIEVE RISICO-ANALYSE VOOR ONDERGRONDSE HOGEDRUK AARDGASTRANSPORTLEIDINGEN + BIJLAGEN

BIJLAGE 6 BROCHURE: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN FLUXYS-LEIDINGEN

BIJLAGE 7 INVENTARISATIETABEL AANDACHTZONES VEILIGHEID

BIJLAGE 8 LIJST MET TOEGELATEN BEPLANTING IN DE VOORBEHOUDEN ZONE

BIJLAGE 9 COMMUNICATIEPLAN

BIJLAGE 10 KAARTENBUNDEL

2226093037 - Definitief pr-MER - NTS aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle pg. 44

Bijlage 1 Voorlopige vaststelling van de Vlaamse Regering

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Leidingstraat Alveringem – Maldegem”.

2226093028 - Kennisgeving/ Ontw pr-MER aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle Bijlage 1

Bijlage 2 Nota inzake de milieu-impact van aardgas

Van alle fossiele brandstoffen heeft aardgas de laagste impact op het milieu. Ook het vervoer ervan per pijpleiding heeft een zeer lage maatschappelijke kost in vergelijking met bijvoorbeeld het wegvervoer.

Schone brandstof In de optiek om de uitstoot van broeikasgassen tegen een aanvaardbare prijs terug te dringen, zal aardgas dankzij zijn milieutroeven ook in de toekomst een centrale factor in de energiemix blijven. Zo is aardgas de fossiele brandstof met de laagste uitstoot van broeikasgassen en aardgastechnologie heeft belangrijke voordelen qua energie-efficiëntie. Bovendien heeft aardgas bijzondere troeven voor huishoudelijke verwarming, als brandstof voor voertuigen en als energiebron voor elektriciteitsproductie die als back-up moet dienen voor stroomopwekking met hernieuwbare energiebronnen zoals wind of zon, die niet constant beschikbaar zijn.

Aardgasvraag in België volgens verbruikersgroep

Elektriciteits- centrales 35% Residentiële 45% eindverbruikers en KMO's

20%

Industriële eindverbruikers Bron: CREG 05-2010 – aardgasverbruik België 2009

Het belangrijkste bestanddeel van aardgas is methaan (CH 4), een molecule die bestaat uit één koolstofatoom en vier waterstofatomen. Dankzij die eenvoudige moleculaire structuur heeft aardgas bij volledige verbranding een veel lagere milieu-impact dan andere fossiele brandstoffen. Bij volledige

verbranding van methaan komen alleen koolstofdioxide (CO 2) en waterdamp (H 2O) vrij. Andere fossiele brandstoffen hebben een lagere waterstof/koolstofverhouding dan aardgas en doen bij verbranding niet alleen meer zwavel- en stikstofverbindingen maar ook onverbrande stofdeeltjes in de atmosfeer terechtkomen. Daardoor heeft aardgas een veel kleinere invloed op het broeikaseffect, zure regen en troposferische ozon.

2226093028 - Kennisgeving/ Ontw pr-MER aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle Bijlage 2

Luchtemissies fossiele brandstoffen 800 50 100 50 50 50 700 90 40 80 91 600 640 70 78 73 500 30 35 60 500 400 50 56 g/GJ g/GJ kg/GJ 300 20 40 30 200 10 20 100 10 94 0 0 0 SO 2 NO X CO 2

Minder zure regen Minder opwarming van de aarde

Steenkool Zware stookolie Stookolie Aardgas Bron: Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC)

Het broeikaseffect wordt veroorzaakt doordat bepaalde reststoffen van verbranding in de atmosfeer een ‘serre-effect’ creëren. De zonnewarmte die de aarde normaal naar de ruimte terugkaatst, wordt door die stoffen opgenomen. Daardoor warmt de aarde op, wat hoogstwaarschijnlijk ingrijpende klimatologische veranderingen tot gevolg zal hebben.

Het belangrijkste broeikasgas is koolstofdioxide (CO 2). Bij de verbranding van aardgas komt in vergelijking met andere fossiele brandstoffen tot 45% minder koolstofdioxide vrij. In vergelijking met andere fossiele brandstoffen draagt aardgas dus veel minder bij tot het broeikaseffect.

Zure regen wordt veroorzaakt door de uitstoot van stikstofoxides (NO x) en zwaveldioxide (SO 2) en zorgt er onder meer voor dat de kalksteen van (historische) gebouwen wordt aangetast. Zure regen beïnvloedt ook de plantengroei: aanhoudende zure regen kan hele bossen vernietigen.

De verbranding van aardgas levert geen zwaveldioxide (SO 2) op en in vergelijking met andere fossiele brandstoffen ook heel weinig stikstofoxides (NO x). Daardoor draagt de verbranding van aardgas maar in zeer beperkte mate bij tot het ontstaan van zure regen.

Troposferische ozonvorming, ten slotte, komt tot uiting in de ‘ozonpieken’ in stedelijk gebied. Vooral bij warm weer loopt het ozongehalte in de lagere luchtlagen van de atmosfeer ongezond hoog op. Kinderen, senioren en personen met ademhalings- of hart- en vaatziekten blijven dan beter binnen.

Troposferische ozon wordt vooral veroorzaakt door stikstofoxides (NO x) en vluchtige organische stoffen. De verbranding van aardgas levert veel minder van die stoffen op dan de verbranding van aardolie.

2226093028 - Kennisgeving/ Ontw pr-MER aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle Bijlage 2

Ruime reserves Eind 2009 bedroegen de bewezen wereldaardgasreserves 187.000 miljard kubieke meter, wat volstaat voor 63 jaar verbruik aan het huidige productiepeil. De bewezen reserves nemen bovendien nog toe, onder meer door de technologische vooruitgang bij de exploitatie van de velden en de ontginning van niet-conventionele aardgasbronnen zoals extractie van aardgas uit leisteenlagen.

Aardgasreserves langer beschikbaar dan oliereserves

miljard m 3 jaar 200000 75 70 180000 65 160000 60 55 140000 50 120000 45 40 100000 35 80000 30 25 60000 20 40000 15 Oliereserves: beschikbaarheid circa 40 jaar 10 20000 5 0 0 1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2009 BP Statistical Review of World Energy Bewezen aardgasreserves Ratio aardgasreserves/productie Full Report 2010

Pijpleiding veruit de meest duurzame vervoersmodus

2226093028 - Kennisgeving/ Ontw pr-MER aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle Bijlage 2

Mobiliteitsvoordeel pijpleidingvervoer

1518 STEENKOOL wagons +/- 3 treinen/u (69 treinen)

1465 STOOKOLIE tank- +/- 60 tankwagens/u vrachtwagens

AARDGAS 1 ondergrondse pijpleiding

Vergelijking op basis van het vervoer van 2,3 miljoen GJ energie per dag

Aardgas wordt tot bij de afnemers gebracht via ondergrondse pijpleidingen. Ook dat is over de hele lijn een milieuverantwoorde keuze, zo blijkt uit de studie De strategische positionering van pijp- en buisleidingtransport in het vervoerbeleid van België *. Traditionele transportmodi zoals het wegvervoer, de scheepvaart of het spoor moeten het op alle vlakken afleggen tegenover ondergronds pijpleidingenvervoer. Van alle vervoermodi brengen pijpleidingen de kleinste werkelijke kost voor de samenleving mee. Ook in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt gesteld dat pijpleidingvervoer tot de meest duurzame vervoerswijzen behoort en dus moet worden gestimuleerd in het kader van de huidige mobiliteitsproblemen.

Mobiliteit. Mobiliteit, of beter het gebrek aan mobiliteit, wordt een steeds groter probleem. Hoewel België het meest uitgebreide autowegennet van de wereld heeft, komt het verzadigingspunt snel dichterbij. Zo slibben de belangrijkste verkeersknooppunten en –aders alsmaar vroeger dicht en lossen de files alsmaar later op. Bovendien neemt het verkeer nog toe, onder meer door het succes van onze havens en omdat België in de Europese context een typisch transitland is.

Pijpleidingen leveren een belangrijke bijdrage tegen het verkeersinfarct op onze wegen. Eén ondergrondse aardgaspijpleiding vervoert per uur evenveel energie als 60 tankwagens met stookolie of 3 kolentreinen in dezelfde tijdsspanne. Bovendien is de vervoerscapaciteit van pijpleidingen vele malen groter dan die van wegtransport. In Nederland wordt nu al meer dan de helft van alle goederen en grondstoffen door pijpleidingen vervoerd (rioolwater niet meegerekend).

Daarnaast vergt pijpleidingtransport ook veel minder kosten aan de maatschappij. Ongevallen veroorzaakt door pijpleidingvervoer zijn uiterst zeldzaam en de maatschappelijke kost ervan is op lange termijn zeer laag. De maatschappelijke kost van ongevallen veroorzaakt door trucks wordt geschat op meer dan 20 miljard euro per jaar.

Luchtvervuiling. Pijpleidingvervoer veroorzaakt zo goed als geen luchtvervuiling: een studie van de Europese Commissie** schat de maatschappelijke kost ervan op nul, terwijl wegvervoer de

2226093028 - Kennisgeving/ Ontw pr-MER aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle Bijlage 2

maatschappij jaarlijks meer dan 22 miljoen euro kost aan luchtvervuiling alleen. Ook de binnenscheepvaart en de trein hebben een belangrijk (zij het lager) aandeel in de luchtvervuiling.

Maatschappelijke kost luchtvervuiling per vervoersmodus

€1000 25.000 22.862

20.000

15.000

10.000

5.000 3.295

664 448 0 0 Vrachtwagen Luchtvaart Trein Binnenvaart Pijpleiding

Geluidshinder. Een aantal installaties voor pijpleidingvervoer produceren geluid maar er worden systematisch inspanningen gedaan om via geluidsbeperkende maatregelen aan de bron het geluidsniveau van die installaties tot een minimum te beperken. Dat heeft als resultaat dat de geluidsproductie van pijpleidingvervoer geen maatschappelijke kost meebrengt, terwijl de maatschappelijke kost van geluidshinder door het wegvervoer wordt geschat op meer dan 12 miljoen euro**.

2226093028 - Kennisgeving/ Ontw pr-MER aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle Bijlage 2

Maatschappelijke kost geluidhinder per vervoersmodus

€1000 14.000

12.205 12.000

10.000

8.000

6.000

4.000

2.000 1.168 710 0 0 0 Vrachtwagen Luchtvaart Trein Binnenvaart Pijpleiding

Visuele hinder. Pijpleidingen liggen ondergronds. De enige bovengrondse installaties zijn enkele drukstations, die zich dan nog dikwijls in industriezones bevinden. Voorts zitten alleen de paaltjes en ‘luchtmarkeerders’ die helikopters volgen om de pijpleiding te inspecteren, bovengronds. Pijpleidingtransport veroorzaakt dus nagenoeg geen visuele vervuiling. Andere transportmodi hebben een veel grotere impact. Wegen en treinsporen versnipperen het landschap. In die optiek stelt ook het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen dat pijpleidingvervoer niet als structuurbepalend wordt beschouwd maar alleen een meekoppelende functie heeft van zowel het stedelijk gebied als de open ruimte.

* Prof. dr. W. Winckelmans, De strategische positionering van pijp- en buisleidingtransport in het vervoerbeleid van België (2000, universiteit Antwerpen). ** Europese Commissie, Green paper towards Fair and Efficiënt Pricing in Transport , INFRAS (1996) en Rothengarten (1996).

2226093028 - Kennisgeving/ Ontw pr-MER aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle Bijlage 2

Bijlage 3 Nota beleid inzake veiligheid Fluxys Belgium

ALGEMEEN VEILIGHEIDSBELEID VAN FLUXYS VOOR DE AARDGASLEIDINGEN

Fluxys geeft absolute voorrang aan de veiligheid, de betrouwbaarheid en de integriteit van zijn installaties. Het veiligheidsbeleid hangt nauw samen met de voorrang aan de bevoorradingscontinuïteit van de klanten op het net en evolueert in de loop der jaren volgens de opgedane ervaring.

In deze context voert Fluxys een beleid dat kadert in een veiligheidsaanpak (Pipeline Integrity Management) die verder gaat dan de strikte wettelijke vereisten. Deze veiligheidsaanpak is opgebouwd rond verscheidene hefbomen zoals het ontwerp en de bouw, het toezicht op de installaties in dienst , de sensibilisering en de opvolging van derden die actief zijn in de nabijheid van Fluxys-leidingen. Indien zich ondanks de verscheidene bestaande maatregelen (vangnet) een afwijking voordoet, kan Fluxys terugvallen op een organisatie die 24u/24u en 7 dagen op 7 kan ingrijpen voor de opvolging zowel vanop afstand (centrale dispatching) als ter plaatse (sectoren per provincie) en op een wacht "constructie" voor dringende interventies. Deze volledige structuur wordt bijgestaan en geleid door een crisiscel die op ieder moment kan

worden opgeroepen. Hieronder overlopen wij de belangrijkste aspecten van de verschillende hefbomen voor leidingen.

ONTWERP - BOUW VAN NIEUWE AARDGASLEIDINGEN • Bij de keuze van een tracé, overlegt Fluxys met de gemeentelijke, provinciale, regionale en federale overheden om de vereisten op het vlak van veiligheid, respect voor het leefmilieu zo goed mogelijk te integreren in de activiteiten die eigen zijn aan de doorkruiste terreinen. In dit verband wordt o.a. rekening gehouden met de bewoonde of industriële gebieden van de lopende of geplande projecten, met de bescherming van zowel fauna en flora als archeologische sporen, met het respect voor landbouwgronden. Deze aspecten zijn eveneens opgenomen in de milieueffectenrapporten in geval een dergelijke studie wordt uitgevoerd.

Voor elke ondergrondse leiding wordt een bouw- en gasvervoervergunning aangevraagd . In dit kader ontvangen alle overheden (met inbegrip van de gemeentelijke) de plans van het bouwwerk in kwestie, om hierover hun advies en opmerkingen te geven.

• De aanwezigheid van de leiding in de ondergrond wordt op verschillende manieren

aangegeven (waarschuwingslinten en -netten). Wanneer bijzondere risico 's worden vastgesteld, worden - al naargelang het geval - betondallen op de leiding geplaatst of wordt d e leiding in een mantelbuis aangelegd. In uitzonderlijke gevallen wordt een ander tracé gezocht of een boring

uitgevoerd.

• Leidingen in landbouwgronden liggen ook dieper dan het wettelijke minimum van 80 cm. Een juist evenwicht tussen enerzijds een diepte die volstaat voor de bescherming tegen zware landbouwwerken (drainage, verbetering van de ondergrond) en anderzijds de beperking van structuurschade door de noodzaak van bronbemaling en de wens van de overheden en de exploitanten van de landbouwgronden om de breedte van de piste bij de aanleg te beperken , hebben ertoe geleid dat in onze technische bestekken een minimumdiepte van 110 cm wordt vereist.

• In overleg met alle transporteurs per pijpleiding in België, gaat Fluxys zo vaak mogelijk in op aanbevelingen voor een grotere afstand tussen de leidingen dan de wettelijke tussenafstand van 40 cm bij parallelle ligging.

2226093028 - Kennisgeving/ Ontw pr-MER aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle Bijlage 3

• In overleg met alle transporteurs per pijpleiding in België (“Fetrapi”), gaat Fluxys zo vaak mogelijk in op aanbevelingen voor een grotere afstand tussen de leid ingen dan de wettelijke tussenafstand van 40 cm bij parallelle ligging.

• Het gebruikte materiaal beantwoordt aan de geldende Europese en internationale normen ( EN 10208-2, API5L, EN1594, ... ) en wordt aan een reeks laboratoriumtests onderworpen om de weers tand tegen inkervingen en de materiaaleigenschappen bij bedrijfsdruk te bepalen (België beschikt op dit vlak over een internationaal erkende knowhow).

• Het door goedgekeurde en erkende leveranciers geleverde materiaal is voor de kleinere diameters dikker d an het wettelijke minimum. De ontvangst van dit materiaal gebeurt door een onafhankelijk erkend controleorganisme. De registratie van iedere buis gebeurt zodanig dat de naspeurbaarheid mogelijk blijft.

• Elke las wordt uitgevoerd door gekwalificeerde lassers volgens goedgekeurde werkmethodes. Elke las wordt ook onderworpen aan een radiografisch onderzoek en bepaalde lassen aan een ultrasoononderzoek. De goedkeuringen en proeven worden gecontroleerd door een onafhankelijk erkend controleorganisme. Bovendien worden lassen steekproefsgewijs onderworpen aan een destructieve labotest . Vóór de indienststelling wordt de leiding onderworpen aan een hydraulische weerstandsproef waarbij de druk 40% hoger ligt dan de ontwerpdruk. Daarnaast wordt een gasdichtheidstest uitgevoerd.

• De andere uitvoeringsfases gebeuren eveneens onder toezicht en zijn onderworpen aan de nodige testen, bijvoorbeeld controle van de kwaliteit van de bekleding met een elektrisch afvonkapparaat vóór de neerlating in de sleuf. Deze fases worden uit gevoerd door ondernemingen met veiligheidslabel en door personeel dat is opgeleid voor de aanvul- en bekledingstaken.

• Een eindattest met vermelding van alle controles overeenkomstig het K.B. van 11/03/66 wordt door een onafhankelijk erkend controleorganisme opgesteld.

• Bij de leiding horen ook waarschuwingsvoorzieningen (lint of net ) en een gegevenstransmissiekabel. Hierdoor kunnen bepaalde onregelmatigheden of alarmsignalen op het net worden gesignaleerd. In voorkomend geval kunnen hierdoor ook instructie s worden doorgegeven o.a. voor de sluiting van bepaalde blokafsluiters.

• De leidingen zijn uitgerust met blokafsluiters waarvan de tussenafstand altijd kleiner is dan het wettelijke maximum, maar waarvan de plaats afhangt van de terreinmogelijkheden. Op de grote assen zijn deze afsluiters gewoonlijk uitgerust om van op afstand te worden gesloten.

• Fluxys beschikt over digitale "as built"-plans op een schaal van onder andere 1/10 000 en 1/500 in zijn centrale alfanumerieke database, deze kan snel (intern) wo rden geraadpleegd bij externe aanvragen voor inlichtingen.

• Ten slotte worden de leidingen tegen corrosie beschermd aan de hand van een beschermende bekleding aangevuld met kathodische bescherming, die zorgt voor een juiste potentiaal zodat de leiding niet wordt aangetast. Deze maatregel versterkt het beschermende effect van de bekleding.

2226093028 - Kennisgeving/ Ontw pr-MER aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle Bijlage 3

2. TOEZICHT EN ONDERHOUD VAN DE INSTALLATIES

Het toezicht over de installaties bestaat uit een periodieke observatie om de omgeving en de dichtheid te controleren e n activiteiten te detecteren in de omgeving van de leidingen die de integriteit ervan kunnen beschadigen.

3 soorten patrouilles: - patrouille te voet, - patrouille per voertuig, - patrouille per helikopter.

De patrouille te voet wordt één keer per jaar uitgevoerd.

De patrouille per voertuig wordt minimaal éénmaal per veertien dagen uitgevoerd, afhankelijk van de druk en de plaats van de leiding (stedelijke omgeving, havengebied, ...).

De patrouille per helikopter wordt minimaal éénmaal per veertien d agen uitgevoerd ter controle van de hogedrukleidingen (wekelijks voor de grote assen).

Dankzij de patrouilles te voet kunnen de veranderingen op het terrein optimaal worden gedetecteerd (plantengroei, verzakkingen, ...). Het tijdstip van deze controles wo rdt bij voorkeur bepaald afhankelijk van de observatievoorwaarden en -mogelijkheden zoals na de oogst of aan het eind van de winter wanneer de bodem nog onbegroeid is.

De bovengrondse doorgangen van de leidingen ondergaan een specifieke controle om mogeli jk beginnende corrosie te detecteren. Ook worden kleine onderhoudswerken uitgevoerd (onkruid bestrijden, merkpalen schilderen, ...)

Naast de meer visuele patrouilles, momenteel opgevolgd via GPS , zijn er geregeld metingen ter plaatse (bij bepaalde merkpal en) om de potentiaal van de leiding op te volgen en zo de goede werking van de kathodische bescherming na te gaan.

Het geheel van deze opvolgings- en toezichtactiviteiten wordt uitgevoerd door professioneel en getraind personeel.

Dit personeel meldt de a ctiviteiten rondom en in de omgeving van de leidingen en grijpt onmiddellijk in wanneer werken worden uitgevoerd zonder voorafgaande melding.

De frequenties van de patrouilles en de door Fluxys uitgevoerde controles zijn veel strenger dan de wettelijke vereisten.

Ook de toestand van het leidingennet wordt opgevolgd d.m.v. een inspectie met een geïnstrumenteerde schraper in het kader van een langetermijnvisie en voor zover dit technisch mogelijk is.

2226093028 - Kennisgeving/ Ontw pr-MER aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle Bijlage 3

3. INFORMATIEPLICHT

Naast de nodige contacten voor het verkrijgen van de verscheidene vergunningen bij het ontwerp en de realisatie, waakt Fluxys er maximaal over dat alle betrokken partijen worden gesensibiliseerd in verband met de aanwezigheid van leidingen en de te nemen maatregelen om beschadiging te voorkomen.

3.1. Ten opzichte van de Bevolking

• De plaats waar de leiding loopt wordt aangegeven d.m.v. bakens voor luchttoezicht of betonnen merkpalen op de belangrijkste punten (wegkruising, richtingsverandering, grachten, enz.), of op een andere manier volgens de plaatselijke mogelijkheden.

• Bovendien geeft een ondergronds waarschuwingslint en/of -net de aanwezigheid van het bouwwerk aan.

• Om de zichtbaarheid te verbeteren worden bomen verwijderd in de nabijheid van leidingen.

3.2. Ten opzichte van Steden en Gemeenten

Op regelmatige tijdstippen wordt een bezoek gebracht aan de gemeenten om de plaatselijke overheden in te lichten over de te nemen maatregelen en hen aan te sporen contact op te nemen met Fluxys in geval van een project in de nabijheid van een leiding. Wij raden aan dat de gemeentelijke overheden de brandweerkorpsen uitnodigen bij dit bezoek. Tijdens deze bezoeken wordt de laatste versie van de plans op schaal 1/10.000 overhandigd aan de gemeenten.

3.3. Ten opzichte van eigenaars en exploitanten

De eigenaars en de exploitanten krijgen een brief toegestuurd waarin zowel wordt gewezen op de aanwezigheid van een leiding in elk betrokken kadastraal perceel als op de wettelijke implicaties van de erfdienstbaarheden en de beperkingen van het gebruik van de voorbehouden zones.

Ook de naam van de contactpersoon en de referenties mee te delen bij werken in de beschermde zone (cf. K.B. 201/09/88), worden hen aangegeven.

3.4. Ten opzichte van de studiebureaus, de architecten en de aannemers

• In het kader van de informatieplicht dienen de architecten, de bouwheren en de aannemers contact op te nemen met Fluxys om na te gaan of er al dan niet een leiding ligt op het terrein waar zij werken uitvoeren (beschermde zone van 15m aan weerszijden van de leiding).

• Per jaar antwoordt Fluxys op meer dan 40.000 brieven met informatieaanvragen.

2226093028 - Kennisgeving/ Ontw pr-MER aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle Bijlage 3

• Voor de werken in de buurt worden ondermeer de indicatieve plans en de veiligheidsvereisten doorgegeven en is Fluxys aanwezig op belangrijke werfvergaderingen wa ar de beste technische oplossing wordt besproken met de te nemen veiligheidsmaatregelen.

• Bij de aankondiging van de werken geeft Fluxys de ligging van de leiding aan d.m.v. piketten of paaltjes (bebakening), na een plaatsbepaling ter plaatse. De aannemer controleert de ligging en de diepte van de leiding d.m.v. proefsleuven.

• Bovendien is Fluxys op aanvraag beschikbaar bij interventies in de onmiddellijke nabijheid van de leidingen.

• Elke brief of tegensprekelijke vaststelling vermeldt een contactpersoon v an Fluxys bij wie de architect of de aannemer terecht kan voor informatie.

4. OPVOLGING VANOP AFSTAND

Fluxys controleert en beheert het net d.m.v. een centrale dispatching die permanent is bemand. Bovendien is personeel lokaal aanwezig en in een wachtrol georganiseerd. Op elke merkpaal en elk baken staat het gratis telefoonnummer: 0800/ 90102 waarop onze dispatching te bereiken is in geval van nood.

De dispatching volgt de ontwikkelingen op het net via een telesignalisatie van druk en alarmmeldingen, en f ungeert ook als draaischijf voor de verschillende wachtrollen in geval van incident (lokaal, rol interventie/constructie en crisiscentrum).

5. CRISISPLAN

Naast het interne noodplan waarin de wachtrollen, de externe communicatie en de procedures in geval van een ongeluk worden vastgelegd, neemt Fluxys actief deel aan de externe noodplannen, zowel voor de Seveso-sites als voor de noodplannen "leidingen".

2226093028 - Kennisgeving/ Ontw pr-MER aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle Bijlage 3

Bijlage 4 Veiligheidsfiches Aardgas

2226093028 - Kennisgeving/ Ontw pr-MER aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle Bijlage 4

2226093028 - Kennisgeving/ Ontw pr-MER aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle Bijlage 4

Bijlage 5 Kwalitatieve risico-analyse voor ondergrondse hogedruk aardgastransportleidingen + bijlagen

2226093028 - Kennisgeving/ Ontw pr-MER aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle Bijlage 5

Bijlage 6 Brochure: werken in de nabijheid van Fluxys-leidingen

2226093028 - Kennisgeving/ Ontw pr-MER aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle Bijlage 6

Bijlage 7 Inventarisatietabel aandachtzones veiligheid

2226093028 - Kennisgeving/ Ontw pr-MER aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle Bijlage 7

Bijlage 8 Lijst met toegelaten beplanting in de voorbehouden zone

2226093028 - Kennisgeving/ Ontw pr-MER aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle Bijlage 8

Bijlage 9 Communicatieplan

2226093028 - Kennisgeving/ Ontw pr-MER aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle Bijlage 9

Bijlage 10 Kaartenbundel

2226093028 - Kennisgeving/ Ontw pr-MER aardgasleiding Alveringem – Maldegem/Houthulst – Langemark-Poelkapelle Bijlage 10