, beginpunt van de Stichtse lustwarande

DE BILT, BEGINPUNT VAN DE STICHTSE LUSTWARANDE. Lies Haan-Beerends

Aan de voet van de heeft iets wat nu allerminst het geval is. Bovendien zich in de negentiende eeuw een lint van was het aan de voet van de heuvelrug mogelijk landgoederen en buitenplaatsen ontwikkeld landschapsparken aan te leggen in de Engelse dat de Stichtse Lustwarande wordt genoemd. landschapsstijl. Die stijl was toen in de mode. Het woord lustwarande duidt aan dat het er In dergelijke parken was de aanleg van een goed toeven was. De buitenplaatsen waren waterpartij een must. Kijkend vanuit het huis lustoorden waar men zich kon verpozen. De diende men de illusie te hebben een kronkelend eigenaren woonden en werkten meestal in de beekje te zien stromen. Ook creëerde men in stad ( of Amsterdam) en verbleven in de de parken zichtassen, die gericht waren op zomermaanden in hun buitenhuis. De Stichtse een kerktoren of een landelijk weids uitzicht Lustwarande bevindt zich ten oosten van de boden. De parken hadden een natuurlijk stad Utrecht langs de oude weg, die vanaf de aanzien. Er werden glooiingen aangebracht. Berenkuil loopt door De Bilt, , Driebergen, Open stukken werden afgewisseld door gesloten , , richting . boomgroepen, die gevarieerde tinten boden. In De buitenplaatsen werden niet alleen opgericht de open stukken plantte men vaak een solitaire door mensen van de Stichtse adel en de boom, waardoor diepte gesuggereerd werd. Utrechtse vroedschap maar in de negentiende Rododendrons en azalea’s werden veelvuldig eeuw ook door de toen nieuwe rijken, aangeplant, maar ook had men belangstelling industriëlen en bankiers die vaak woonden voor exotische gewassen, die meestal niet en werkten in Amsterdam. De aanleg van de winterhard waren. Om die reden werden er spoorlijn Utrecht-Arnhem en het ontwikkelen oranjerieën gebouwd, waarin de kuipplanten ’s van de halteplaats Driebergen-Zeist maakten winters gestald werden. het gebied toegankelijker. De grond was in de Bekende landschapsarchitecten die langs negentiende eeuw bovendien spotgoedkoop, de Stichtse Lustwarande parken ontworpen

44 De Biltse Grift juni 2009

hebben, zijn Jan David Zocher jr., Hendrik van van Hendrik Copijn is verbonden aan het Van Lunteren, Leonard Springer en Hendrik Copijn. Boetzelaerpark dat in 1930 in opdracht van dr. Jan David Zocher wordt genoemd in verband Carel Wessel Theodorus baron van Boetzelaer met Houdringe, waar de tuin aan de achterkant van Dubbeldam werd aangelegd op het terrein, rond 1820 in een Engels landschapspark gelegen tegenover Sandwijck. Het werd een werd omgevormd. Leonard Springer heeft in openbaar park dat door de baron aan de Biltse dat park begin twintigste eeuw aanpassingen bevolking werd geschonken. De officiële aangebracht. Ook betreffende opening vond plaats op 8 juni 1931. wordt Jan David Zocher genoemd. Hendrik van Lunteren heeft kort na 1805 het park van De meeste buitenplaatsen langs de Stichtse Vollenhoven Lustwarande ontworpen en werden in de rond 1833 richtte negentiende Van Lunteren eeuw het park van gerealiseerd. Sandwijck in Veel van de de Engelse toen gebouwde landschapsstijl in. huizen zijn nog Met betrekking terug te vinden, tot de tuinaanleg al hebben van Oostbroek de meeste wordt Isaak H.J. geen woon- van Lunteren bestemming genoemd. Op meer. Na de Ansicht net na de opening van Dr. Carel van Boetzelaerpark. Oostbroek beurskrach Uitg. Nauta en Zoon, Velsen. werd rond van 1929 1887 een park raakten veel in Engelse landschapsstijl aangelegd rondom buitenplaatsen en landgoederen in verval. het toen nieuw opgetrokken huis. De naam De belastingplicht nam na de crisis fors toe

45 De Bilt, beginpunt van de Stichtse lustwarande

waardoor veel landgoedeigenaren niet meer 1815 moesten alle Utrechtse gemeenten op in staat waren hun eigendommen in een verzoek van de commissaris-generaal voor het goede staat van onderhoud te houden. De Departement van Oorlog ad interim (Goltz) huizen werden afgebroken of kregen een een vragenlijst invullen. Op vraag drie, die andere bestemming. De landgoederen werden onder andere ging over in de gemeente gelegen verkaveld, waarna er meestal woningbouw buitenplaatsen, werd geantwoord dat De gerealiseerd werd. In De Bilt is dat ook het Bilt twaalf buitenplaatsen telde, ’zoo groote geval geweest met de buitenplaats Arenberg, als kleine optrekken; doch geene bijzondere die langs de Utrechtseweg te vinden was. De gestichten, kasteelen, kloosters en dergelijken.’ straatnaam Park Arenberg verwijst nog naar die Twaalf buitenplaatsen telde De Bilt dus buitenplaats. begin negentiende eeuw. Grotere en kleinere De Biltse landgoederen hebben een eigen landhuizen waar omheen een park, sommige ontstaansgeschiedenis. Ze zijn veelal ontstaan toen nog in de Franse formele stijl. Zo’n formele uit boerderijen die tot de bezittingen van het tuin toonde strakke lijnen en geschoren haagjes, klooster Oostbroek of het Vrouwenklooster vergelijkbaar met de tuinen van Paleis ’t Loo. behoord hebben. Ten gevolge van de reformatie Eind achttiende / begin negentiende eeuw werden de bezittingen van de kloosters na 1580 kwam de Engelse landschapsstijl in de mode. onteigend. De kloosters werden afgebroken. De nieuw aangelegde parken werden in die stijl De Staten van Utrecht beheerden nadien ontworpen en de al bestaande parken werden de voormalige kloosterbezittingen. In de langzaam maar zeker gemoderniseerd. Dat is zeventiende eeuw werden er door de Staten ook met de Biltse landschapsparken het geval grote stukken land, al of niet met bebouwing, geweest. verkocht aan vermogende particulieren. Dat waren mensen behorend tot de Stichtse adel Dat er in De Bilt langs de Utrechtseweg al of leden van de Utrechtse vroedschap. Die zo vroeg landhuizen gebouwd werden heeft lieten soms de bestaande boerderij uitbreiden niet alleen te maken met de ligging vlak bij met een herenkamer. Maar meestal werd Utrecht, maar ook met het feit dat de weg al de oude bebouwing gesloopt en werd op in 1290 was verhard en dus goed berijdbaar de landerijen een buitenhuis gebouwd. In was. J.B. Christemeijer schreef in zijn in 1837

46 De Biltse Grift juni 2009

uitgekomen boek uit Utrecht, aan Het Lustoord de noordkant van tusschen Amstel de doorgaande en Grebbe en weg ten westen elders in het Sticht van het dorp van Utrecht: Vrijheidslust „Wij nemen dan en Arenberg nu de reis aan, en ten oosten ons begevende Houdringe, langs den weg, Beerschoten, die een gedeelte Klein uitmaakt van Vollenhoven en den grooten weg Berkenhoven. of heerbaan van Men moet Huize Arenberg, begin 1900. de stad Utrecht Uitg. E. Lamaire, De Bilt. daarbij bedenken op Arnhem. Die dat de huidige weg gaat door eene landstreek vol bekoorlijke Utrechtseweg pas na 1930 rondom het afwisseling van uitzigten.” dorp werd gelegd. De Dorpsstraat vanouds J.Craandijk schreef over de Utrechtseweg in Steenstraat en de huidige Holle Bilt maakten zijn in 1883 verschenen boek Wandelingen vóór die tijd deel uit van de doorgaande weg door Nederland: „Linden en iepen, deels door richting Arnhem. Aan de zuidkant van de ouderdom reeds eerwaardig, deels ook nog weg lagen op Bilts grondgebied Sluishoef, in hun groei, vormen een schaduwrijke laan, Sandwijck, Het Klooster, Tameroord en terwijl naast den rijweg, langs de Biltsche Vaart, Vollenhoven. Iets meer zuidelijk van de weg een voetpad is gelegd. Enkele buitenplaatsen en lag (en ligt nog) Oostbroek, een landgoed een paar uitspanningen vertoonen zich als de dat tegenwoordig ten zuiden van de snelweg voorposten van het groote leger.” A28 ligt in het meest zuidelijke puntje van De Bilt. Ik zal de genoemde landgoederen en Op Bilts grondgebied lagen rond 1850, komend buitenplaatsen nader belichten. We maken

47 De Bilt, beginpunt van de Stichtse lustwarande

een denkbeeldige tocht langs de diverse Ewijck verkocht, die in 1744 ambachtsheer van buitenplaatsen en landgoederen. We beginnen De Bilt werd. Vrijheidslust heeft nadien nog bij Vrijheidslust en begeven ons richting Zeist. diverse eigenaren gekend. Het huis is niet meer Christemeijer zegt in 1837 over Vrijheidslust terug te vinden. Het werd in 1860 afgebroken. en Arenberg het volgende: „Gelijk de Het enige dat nog aan Vrijheidslust herinnert is Oostbroekschelaan zuidwaarts, zoo ligt, ten de vijver in Park Arenberg. noorden van den straatweg, en mede evenwijdig met denzelven, een landweg onder den naam Craandijk schreef in 1883 over het naast van de Blaauwkapelsche steeg bekend, aan Vrijheidslust gelegen Arenberg en het er welken de buitengoederen Vrijheidslust en tegenover liggende Sluishoef het volgende: „De Arenberg, wier voorparken zoo vrolijk aan aanzienlijke buitenplaats Arenberg, met haar den Biltschen straatweg liggen, met derzelver deftig huis, haar sierlijken aanleg, haar fraaije achterplaatsen uitkomen.” Uit die zin blijkt dat waterpartij en haar veelsoortig houtgewas ligt ter de parken zich uitstrekten van de Utrechtseweg linkerhand en daar tegenover een kleiner, maar tot aan de Blauwkapelseweg toe. Beide huizen niettemin bekoorlijke lusthof, wiens heerenhuis zijn helaas niet meer terug te vinden. Die hebben de tand des tijds niet kunnen doorstaan. Wel vinden we nog sporen terug. Vrijheidslust lag ongeveer op de plek waar de straat Park Arenberg op de Utrechtseweg aansluit. De naam Vrijheidslust werd voor het eerst gebruikt in 1731. In dat jaar kwam het huis door vererving in handen van Ambrosius van Roijesteijn. Die verkocht het goed in september van dat jaar aan mr. Arnoldus Sluishoef op Muijskens. Na diens overlijden werd Ansichtkaart DE BILT - Het Sluisje. het buitenplaatsje aan Joan Hendrik van Uitg. Nauta, Velsen.

48 De Biltse Grift juni 2009

zich spiegelt in de heldere vaart en als het toezigt houdt op de sluizen. Aardige kijkjes geeft ons die vaart. Hier welft zich een geestig brugje er over; ginds slaan kloeke boomen er hunne takken beschermend overheen; elders weerkaatst zij het hek of het dak eener hofstee; straks bevochtigt zij de laag afhangende twijgen eener treurwilg, of geeft zij het beeld van bonte runderen weer.” Craandijk tovert ons een idyllisch landschap voor ogen, waaraan in de loop der tijd helaas wel het een en ander veranderd is. Er is veel verloren gegaan, maar gelukkig toch Duiventoren in het Van Boetzelaerpark - Kerklaan. Foto: J.W.H. Meijer ook nog veel terug te vinden. Arenberg, gelegen hebbend aan de vinden is. Na de dood van jhr. D.W.J. Strick noordzijde van de Utrechtseweg, werd in 1928 van Linschoten werd Arenberg openbaar afgebroken. De naam Arenberg werd al vermeld geveild. Het deel van de buitenplaats, gelegen in 1689. Maar al eerder was er sprake van ten oosten van de huidige Kerklaan kwam in een groot huis daar ter plekke. In 1689 werd handen van Elizabeth baronesse van Boetzelaer- Arenberg per testament toegewezen aan Anna Both Hendriksen. Daardoor kwam ook de Helena Gerards, die gehuwd was met Pieter de duiventil in het bezit van die familie, die in die Latour. Het huis heeft nadien diverse eigenaren tijd op Sandwijck woonde. en bewoners gekend. In 1823 kwam het in Sluishoef is een van de laatst gebouwde bezit bij jhr. Diderik Willem Jacob Strick van buitenplaatsen. Eigenlijk is Sluishoef ontstaan Linschoten. Door die familie werd in 1832 uit een bedrijfsgebouw. Er stond ooit bij de de bij Arenberg behoord hebbende duiventil sluis in de Biltse Grift een watermolen. In gebouwd die nog in het Van Boetzelaerpark te 1644 had Johan Schot al gebruik gemaakt van

49 De Bilt, beginpunt van de Stichtse lustwarande

het verval van het water van 1,5 meter. Schot Het Klooster het volgende: „Regts van den weg stichtte een vingerhoedmolen die tot kort voor vertoont zich een uitnemend schoone plaats. 1800 in gebruik is geweest. In 1808 werd de Het groote huis is blijkbaar nieuw, van rooden installatie gesloopt, het molenrad verwijderd baksteen, met zand- en hardsteen afgewisseld, en de ‘moole’ ingericht als woonhuis. In 1823 en van heldere spiegelruiten voorzien. Maar werden grond, huis en bijgebouwen eigendom het zware hout er om heen getuigt dat dit reeds van Hendrikus de Heus. Die liet het woonhuis voor jaren werd geplant. Forsche kastanjes, verbouwen tot een representatief buitenhuis. krachtige linden, kloeke beuken en eiken Hij gebruikte de bijgebouwen als stanserij en vormen er heerlijke groepen; groote grasperken pletterij voor koperen schijfjes. Wellicht werden en rijke bloembedden spreken van smaak en daar knopen van gemaakt, maar het kan ook weelde en de brug, waarover de trotsche linden zijn dat de schijfjes aan de Utrechtse Munt zich welven, vormt, met het heldere water en werden geleverd. De fabricage van de schijfjes het digte hout- en struikgewas er om heen, maakte nog al wat lawaai, iets wat de buurman, een vrolijk en vriendelijk echt Hollandsch wonende op Sandwijck, stoorde. In 1848 kwam landschapje. Zandwijk grenst onmiddellijk Sluishoef in bezit van D.J. Martens, die het aan het Klooster. Beide bezittingen behooren huis liet verbouwen. In 1858 verdween aan het aan eene familie – de Van Boetselaars. De huis de laatste herinnering aan de watermolen. schilderachtige brug, die tot het Klooster Opmerkelijk aan Sluishoef is de achter aan het toegang geeft, voegt bij dat oude landgoed huis vast gebouwde oranjerie. In 1859 werd uitstekend. Wel is het groote, grijze, vierkante de buitenplaats verkocht aan de toenmalige huis, in zijn lijst van hoog en donker hout, met eigenaar van Sandwijck, C.W.J. baron van de frissche weide, door fraaije boomgroepen Boetzelaer, die gehuwd was met Elisabeth en een smaakvolle waterpartij versierd, op den Both Hendriksen. Sluishoef werd enkele jaren voorgrond, geenszins antiek.” geleden gerestaureerd en wordt weer particulier bewoond. Sandwijck is ontstaan uit een boerderij die tot de bezittingen van het klooster Oostbroek Craandijk schreef in 1883 betreffende behoorde. In 1770 werd de boerderij afgebroken Sandwijck en het er naast gelegen landgoed en werd er in opdracht van de familie Voet

50 De Biltse Grift juni 2009

van Winssen een landhuis jaren terug gerestaureerd. gebouwd, dat toen de naam Het park van Sluishoef is een Sandwijck kreeg. In 1797 onderdeel geworden van het werd Sandwijck verkocht aan fraaie landschapspark van Franc van der Goes, oud- Sandwijck, dat bij het schepen en raad van de stad Landschap in beheer is en o.a. Amsterdam die gehuwd was door de Werkgroep Sandwijck met Johanna de Smeth. Via wordt onderhouden. Het is vererving kwam Sandwijck in grotendeels vrij toegankelijk. 1817 in bezit van mr. Willem Soms zijn er begeleide Jan Both Hendriksen. Via een wandelingen, waarbij veel van zijn dochters, Elisabeth over de fraaie natuur en het Charlotta Petronella, kwamen natuurbeheer wordt verteld. Een de Van Boetzelaers in het aanrader! bezit van het landgoed. In 1963 verkocht de familie Van Het huis Het Klooster werd Boetzelaer het landgoed aan gebouwd daar waar vóór de de Rijksuniversiteit Utrecht Sandwijck. reformatie het Vrouwenklooster die overwoog om een deel Foto Hans Haan mei 1997. had gestaan. Omstreeks 1650 van de grond van het buiten kocht A.C. Parmentier 34 als Hortus Botanicus te gaan inrichten. Na morgen land. Hij verzocht kort daarna de jaren van leegstand werd het huis gekraakt. rechten, verbonden aan zijn dichtbij gelegen In 1990 werd Sandwijck gerestaureerd en gerecht Coelenberg, over te dragen op zijn verdeeld in twintig wooneenheden. Het huis nieuwe bezitting, iets wat werd gehonoreerd. wordt nu legaal bewoond. Op het landgoed Parmentier liet het huis verbouwen. Via treft men een folly. Men denkt met een kerkje vererving kwam het goed in handen van Reinier te doen te hebben, maar het is een theekoepel van Utenhove. In 1866 kwam ook Het Klooster die uitkijkt over de landerijen en die ook in bezit bij C.W.J. baron van Boetzelaer. In onderdak biedt aan duiven. De folly is enkele 1893 werd door G.H.L. baron van Boetzelaer,

51 De Bilt, beginpunt van de Stichtse lustwarande

die toen op Houdringe ging wonen, het landgoed te koop aangeboden. Het Rijk kocht het aan ten behoeve van het Meteorologisch Instituut, dat van een deel van het landgoed gebruik maakte en aan het rond 1867 verbouwde huis aanpassingen liet aanbrengen. Het restant van het park werd verkaveld en daar ontwikkelde zich het eerste villapark van De Bilt, het Kloosterpark.

Christemeijer nodigde in zijn in 1837 Ansichtkaart Huize Houdringe. verschenen boek de reiziger uit de tocht Uitg. Nauta, Velsen. te vervolgen, het liefst in de namiddag. 1630 was de toenmalige hofstede in handen De tocht ging verder naar Houdringe. van Marc Mamuchet. De familie Mamuchet Christemeijer schreef: „Als gij dan tegen dien breidde het goed nadien aanzienlijk uit. In tijd van den dag uw togtje aanvaart, en het 1722 had de familie Mamuchet circa 111 geluk hebt, dat eene heldere najaarszon uw morgen in bezit. Het middengedeelte van pad bestraalt, zult gij mij, naar ik vertrouw, het huidige huis werd in 1779 in opdracht niet beschuldigen, dat ik van dit gedeelte van van de toenmalige eigenaar van het landgoed, onzen weg te loffelijk gesproken heb. Reeds Jan Jacob van Westreenen heer van Themaat, de ligging van het landgoed Houderinge welks gebouwd. Al vóór 1824 werd door J.D. Zocher heerenhuis gij, op eenigen afstand, eerst over aan de achterkant een Engels landschapspark het frischgroen eener bloeijende grasbeemd en aangelegd. De formele aanleg aan de voorzijde vervolgens ook door de breede boschlaan die tot bleef gehandhaafd. In 1858 werd in opdracht hetzelve geleidt, ziet te voorschijn komen, zal van jhr. Fabricius van Leijenburg, die het goed zich dan het bevalligst aan u vertoonen.” sinds 1842 in bezit had, een speelhuis op het Houdringe is ontstaan uit een boerderij die landgoed gebouwd. Dat speelhuis is nog steeds, behoord heeft bij het klooster Oostbroek. Rond zij het op een andere plek, bij Houdringe

52 De Biltse Grift juni 2009

terug te vinden. Het moest in 2003 verplaatst als volgt, daarbij bedenkend dat toen De worden in verband met uitbreiding van het Holle Bilt de doorgaande route was: „Maar naast gelegen kantoorgebouw. Aangezien het vooral zal de weg, die, den eersten tolboom een rijksmonument is mocht het niet worden door, tusschen de landgoederen Beerschoten afgebroken. Op maandag 30 juni 2003 werd en Vollenhoven heengaat, op dezen tijd, van het 45.000 kilo wegende huisje 1.80 meter den dag het schoonst door u gezien worden. opgevijzeld en, kijkend naar het huis, schuin Zodra men de tolboom door is (bij de Biltsche rechts voor het huis geplaatst. Hoek), laat men ter regterhand de groote laan Via vererving kwam ook Houdringe in handen liggen (= Jacobssteeg, gelegen ten zuiden van de van de familie Van Boetzelaer. Een dochter Utrechtseweg), die van hier op de buitenplaats van Fabricius, Constantia Wilhelmina, huwde Oostbroek gaat; terwijl links een weg ter zijde met Godfried H.L. van Boetzelaer, die op Het (=Visserssteeg) langs Houderinge, en achter de Klooster woonachtig was en nadien Houdringe voorplaats van dit schoone landgoed om, naar betrok. In 1954 werd het landhuis met oprijlaan de Prinsenlaan (= Soestdijkseweg) geleidt;” en omringende bossen door de familie Van Boetzelaer verkocht aan de Stichting het Utrechts Landschap. De ernaast gelegen boerderij met weilanden werd gekocht door het Rijk ten behoeve van het Centraal Diergeneeskundig Instituut. Het Utrechts Landschap verkocht in 1956 het landhuis met directe omgeving aan de N.V. Grontmij, die er nog steeds kantoor houdt. Het bij het Utrechts Landschap in beheer zijnde bosgebied, dat grenst aan dat, behorend bij Beerschoten, is publiek toegankelijk. Landgoed Beerschoten te De Bilt. Christemeijer vervolgde in 1837zijn verhaal Uitgave Stichting Het Utrechts Landschap.

53 De Bilt, beginpunt van de Stichtse lustwarande

in particulier bezit. Toen werd het landgoed verkocht aan het Utrechts Landschap. Het huis met naaste omgeving, werd net als Houdringe, eigendom van de Grontmij. Eind 2002 werd het huis Beerschoten door de Grontmy te koop aangeboden. Het werd door een particulier gekocht en wordt weer bewoond. Het park van Beerschoten is vrij toegankelijk. Bijzonder fraai is de in 1999 achter het voormalig koetshuis aangelegde beeldentuin, waarin kunstwerken van Jits Bakker te bewonderen Bosgebouw Beerschoten - Holle Bilt. zijn. Het koetshuis doet tegenwoordig dienst als Foto Hans Haan dec. 1995. informatiecentrum van het Utrechts Landschap, gericht op de Stichtse Lustwarande. Beerschoten is ontstaan uit een boerderij die in het bezit is geweest bij het Vrouwenklooster. In Nogmaals een citaat uit Craandijks boek, 1680 komt de ‘Vrijdthoff van Beerschoten’ in verschenen in 1883: „De breede straatweg het bezit van mr. Jacob Martens, schepen en loopt eenigen tijd langs de bouwvelden van raad in de vroedschap van Utrecht. In 1765 het goed (= Houdringe), door dennenbosschen werd Theodorus de Smeth eigenaar van het omzoomd, en langs de groote weiden, die in landgoed, een rijke Amsterdamse koopman de rigting van Oostbroek uitstrekken. Als wij en bankier. Zijn zoon, mr. Pieter de Smeth, bij den hard roodbruin gekleurden tolboom erfde het landgoed. Zelf had Pieter rond 1800 zijn gekomen, zien wij op eenigen afstand het het landgoed Vollenhoven gekocht, waar hij witte huis, met de vier schoorsteenen op het een Engels landschapspark liet aanleggen. dak, van hoog hout omringd. ’t Ligt wat van Het huis Beerschoten brandde in 1889 af. den weg, om het te bezoeken. Ook heeft het in In opdracht van de toenmalige eigenaar, jhr. de vorige eeuw (= achttiende eeuw) gebouwde J.Steengracht van Oostcapelle, werd het huidige huis op zich zelf niet genoeg merkwaardigs, huis gebouwd. Tot 1966 bleef Beerschoten om dat tijdverlies te regtvaardigen, al zouden

54 De Biltse Grift juni 2009

wij er enkele voorwerpen vinden, uit het een idee krijgt hoe men zich vroeger door terrein van de voormalige abdij te voorschijn moerasgebieden kon verplaatsen. Men heeft op gekomen.” Het huidige huis Oostbroek is vanaf Oostbroek ook weer een boomgaard aangelegd de Utrechtseweg, even voorbij de Jacobssteeg, en men kan in de voormalige oranjerie achter de snelweg A28 waar te nemen. Al onbespoten fruit en snuisterijen kopen. Het vóór 1122 werd daar een klooster gesticht. koetshuis heeft een kantoorbestemming De monniken gingen zich bezig houden met gekregen. ontginningen. De bezittingen van het klooster breidden zich aanzienlijk uit. Ten gevolge Tegenover het huis Beerschoten, even ten van de reformatie werden die echter na 1580 oosten van de Jacobssteeg ligt een boerderij onteigend en kwamen onder het beheer van die de naam Tameroord draagt. In de eerste de Staten van Utrecht. Pieter Ruysch werd in helft van de zeventiende eeuw verkochten de 1676 de eerste particuliere eigenaar van een Staten van Utrecht een hofstede met ongeveer toen oud en vervallen huis. Waarschijnlijk acht morgen grond aan Johan Huydecoper heeft Ruijsch dat huis laten verbouwen tot van Maarsseveen. Het goed werd uitgebreid, er een gerieflijker en statiger huis. Het huidige werd een huis gebouwd en een klein landgoed huis werd in 1887/1888 gebouwd in opdracht aangelegd, dat op de kadastrale kaart van 1832 van mr. Willem Jan Royaards van der Ham, te herkennen is. Perceel sectie C, nummer 384 wethouder van Utrecht. Dat huis heeft de heer a werd omschreven als ’terrein van vermaak’ en Craandijk niet kunnen zien. Het oude huis de nummers 385 en 385* als ’huis en erf’. Die vond hij het omlopen niet waard. Wellicht dat percelen waren in 1832 in bezit van Nicolaas hij voor het in 1888 gereed gekomen huis wel Steengragt van Oosterland. Nazaten van een omweg had willen maken. In 1978 werd Nicolaas braken in 1865 het huis Tameroord af. het landgoed Oostbroek door de erven Van Sectie C nummer 389 staat omschreven als Reek verkocht aan het Utrechts Landschap, ’huis en erf’. Dat perceel was in 1832 in bezit die er het hoofdkantoor gevestigd heeft. Het bij Johan Steengragt van Oostcapelle, toenmalig park, aangelegd in Engelse landschapsstijl, eigenaar van Beerschoten. Dat nummer had is opengesteld. Men kan op het landgoed betrekking op de huidige boerderij die de over een knuppelbrug lopen, waardoor men naam Tameroord draagt. Dat is nog steeds

55 De Bilt, beginpunt van de Stichtse lustwarande

een in bedrijf zijnde boerderij die door Henk stalling uitkomt, sluit haar van drie zijden in, Wismeijer op moderne wijze wordt gerund. behalve een enkel punt, waar een opening in het Wat zag Craandijk anno 1883 even voorbij hout een doorzigt geeft op de vruchtbare velden Tameroord: „Maar het schoonste gedeelte achter het park.” van het beroemde landgoed (= Vollenhoven) Vollenhoven is ontstaan uit een boerderij die bij vertoont zich het klooster aan gene Oostbroek zijde van den behoorde. hoek, dien de De eerste straatweg maakt, particuliere waar de zijweg eigenaar was op Godert van zich afwendt Reede van langs den zoom Nederhorst, van het bosch die het goed van Beerschoten, al vóór 1640 met zijn wilde, in bezit kreeg. steile kanten, Het landgoed vol donzig mos heeft nadien en glinsterende Ansichtkaart Huize Vollenhoven, De Bilt. diverse bladeren en welig Uitg.Van der Meulen, Sneek. eigenaren opschietend gekend en struikgewas. Bijna regt tegenover die statige werd enorm uitgebreid. Rond 1800 kwam het laan van beuken en sparren ligt het groote huis, in handen van mr. Pieter de Smeth, die het huis aan de overzijde van een uitgestrekt grasperk. zijn huidige aanzien gaf. Ook liet Pieter het Een smaakvol waterwerk en prachtige groepen park rondom het huis in Engelse landschapsstijl kastanjes en populieren versieren de groene, met aanleggen door Hendrik van Lunteren. Huis bonte runderen gestoffeerde weide, en hoog en park bieden nog steeds een fraai aanzien. en digt geboomte, waartusschen het huis en de Het landgoed kwam in 1922 in bezit van de

56 De Biltse Grift juni 2009

familieVan Marwijk Kooy, die er nog steeds Lustwarande. woont, niet alleen in het grote huis maar ook in Ook nog op Bilts grondgebied, ten oosten van diverse bijgebouwen. de Amersfoortseweg aan de noordkant van de De familie getroost zich veel moeite om het Utrechtseweg, lagen ooit Villa Den Eyck en familiebezit in goede staat te houden. Klein Vollenhoven (dat later Berkenhoven werd De door Craandijk genoemde stalling (= genoemd). Christemeijer schreef in 1837 in zijn het koetshuis) heeft nog steeds zijn originele boek: ‘Nabij het, op een terrasvormigen grond aanzien. Een in het koetshuis ingemetselde fraai aangelegde, park en heerenhuis van Klein steen heeft de inscriptie: T.P. de Smeth, 21 Vollenhoven, krijgen wij, rechts van ons in de Aug.1801. De zoon van Piet de Smeth mocht verte nog eens het gezigt op het landhuis van de eerste steen leggen. Het koetshuis met Oostbroek en de bosschen van dat buitengoed;’ de paardenstallen bood later onderdak aan Klein Vollenhoven was in 1835 op een heuveltje de beroemde stoeterij van G.A.G.Ph. baron gebouwd door de toenmalige eigenaar van van der Capellen van Berkenwoude. In die Vollenhoven, baron Van der Capellen. Na stoeterij waren de edelste paardenrassen de dood van Van der Capellen werd dat huis vertegenwoordigd. Op het landgoed is in 1848 verkocht aan Johannes Kooy, oud- ook nog een oranjerie te vinden, die in de directeur van de Handelsmaatschappij te wintermaanden nog steeds wordt gebruikt. Amsterdam. Ook heeft men een moestuin en oude kassen Craandijk verhaalde in 1883: „Klein die nog als zodanig gebruikt worden. Met heel Vollenhoven met zijn grijsgeel huis en zijn veel liefde en zorg wordt een en ander beheerd. vijver ligt op een zeer fraai punt, tegenover Ook wil de familie met enthousiasme vertellen zijn grooten naamgenoot, en aan denzelfden over hun landgoed. Het park van Vollenhoven kant van den weg zien wij het nieuwe huis van is op sommige dagen opengesteld. Het is aan Berkenhoven, met zijn koepelvormig uitbouwsel te raden het mooie Engelse landschapspark te aan het front, omringd van een uitgestrekten gaan bekijken, bijvoorbeeld op de dagen waarop aanleg, eigenaardig door de groote grasvlakten, de tuinen zijn opengesteld. Ook kan men met boomen beplant.” Craandijk moet zich deelnemen aan een door het Utrechts landschap betreffende Klein Vollenhoven hebben vergist. georganiseerde publieksrit langs de Stichtse Hij zal, naar alle waarschijnlijkheid, Villa Den

57 De Bilt, beginpunt van de Stichtse lustwarande

Eyck bedoeld hebben, een villa die ten oosten gemaakt door de tuinen van Vollenhoven. U van de Amersfoortseweg bij boerderij Den Eyck kunt op de website van Het Utrechts Landschap (Utrechtseweg 18) gelegen heeft (zie betreffende www. utrechtslandschap.nl bekijken wanneer deze villa De Biltse Grift van maart 2009, blz. een dergelijke tocht kan worden gemaakt en 22-23). Het door Christemeijer beschreven hoe men kan reserveren. Ook op de website van huis Klein Vollenhoven kreeg halverwege de de Historische Kring D’ Oude School is veel negentiende eeuw de naam Berkenhoven. Zowel wetenswaardigs over de Biltse landgoederen, Villa Den Eyck als Berkenhoven werd gesloopt. gelegen langs de Lustwarande, te lezen. www. Die huizen en parken zijn dus niet meer terug historischekringdebilt.nl. te vinden. Maar u zult het met me eens zijn dat, ondanks het feit dat sommige buitenplaatsen de Bronnen: tand des tijds niet hebben kunnen doorstaan, - Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, uitgegeven onder auspiciën van de Stichting Utrechtse Kastelen, De Bilt nog steeds een waardig beginpunt is van tweede druk, 1995. de Stichtse Lustwarande. Het is mijns inziens - Sleeuwenhoek, Hans en Arend van Dam, De Stichtse opmerkelijk, dat veel van de omschrijvingen Lustwarande herontdekt. Een prachtvol Lustoord. van Christemeijer en Craandijk nog steeds Uitgegeven door Uniepers Abcoude, 1998. herkenbaar zijn. - Christemeijer, J.B., Het Lustoord tusschen Amstel en Grebbe en elders in het Sticht van Utrecht. Tweede deel. oorspronkelijk uitgegeven door S.E.van Nooten in De Stichtse Lustwarande staat weer in de 1837, opnieuw uitgegeven door Repro Holland B.V., belangstelling. Het Utrechts Landschap Alphen aan den Rijn, 1986. biedt mensen de gelegenheid een bustocht - Craandijk, J., Wandelingen door Nederland. uitgegeven te maken langs de Stichtse Lustwarande. door H.D.Tjeenk Willink-Haarlem, 1883. - Broekhoven, Sabine en Sonja Barends, De Bilt Die tocht, de Heuvelrugexpres genaamd, geschiedenis en architectuur, Uitgeverij Kerckebosch start bij paviljoen Beerschoten (Holle Bilt 6) BV, Zeist, 1995. en gaat via Zeist, Driebergen, Doorn naar - Meijer, J.W.H., Kleine Historie van De Bilt. Uitgeverij Leersum. Op de terugweg rijdt de bus door Reinders, 1995. het Langbroekerweteringgebied, een gebied - Heijkoop, Frieda,: Timmeren aan de weg; de timmerman van Vollenhoven in de negentiende eeuw waarover ook heel veel te vertellen is. Aan het Deel 2. Van timmerman naar Aannemer, in De Biltse eind van de rit wordt een begeleide wandeling Grift, 18e jaargang, nr. 1.

58