Topsport in Nederland 2008
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Topsport in Nederland Ter gelegenheid van het afscheid van collegelid drs. P. Zevenbergen per 1 oktober 2008 publiceert de Algemene Rekenkamer het rapport Topsport in Nederland. Dit onderzoek naar de kosten en Algemene Rekenkamer de opbrengsten van het Nederlandse topsportbeleid doet zowel recht aan de belangstelling van Pieter Zevenbergen voor internationale ontwikkelingen als aan zijn belangstelling voor de sportwereld, en voor de wielersport in het bijzonder. Aan de orde komen onder meer de organisatie van de sportsector, het topsportklimaat, de topsportambities van Nederland en de prestaties van Nederlandse sporters op de Olympische en Paralympische Spelen vanaf 1988, vergeleken met die van andere landen. Een bijzonder accent in het rapport is de indicatie van de kosten van een olympische en een paralympische medaille op de Spelen in Beijing. Verder staan in het rapport interviews met verschillende topsporters. Onderzoeksteam Algemene Rekenkamer Dhr. drs. W. Verheij RE (projectleider) Lange Voorhout 8 Dhr. drs. C.G. Cornelisse RA Postbus 20015 Mevr. mr. K. de Kruijf 2500 EA Den Haag Dhr. drs. P.E. Lubach RA telefoon (070) 342 43 44 Dhr. drs. G.J. Mol fax (070) 342 41 30 Mevr. drs. M.J.C. van der Werf [email protected] Mevr. drs. E.M.M. van Willegen www.rekenkamer.nl Voorlichting en tekstbegeleiding Afdeling communicatie Den Haag, september 2008 Topsport in Nederland 2008 Ontwerp 2D3D Drukwerk Ando bv, Den Haag Fotografie 2D3D (omslag) Hollandse Hoogte ANP (interviews) Topsport in Nederland 2008 Inhoudsopgave Samenvatting 6 1 Over dit onderzoek 11 1.1 Doel en onderzoeksvragen 12 1.2 Aanpak en uitvoering 13 1.3 Leeswijzer 13 2 Organisatie van topsport 15 2.1 Professionalisering van topsport 20 2.2 De sportsector 21 2.2.1 NOC*NSF en Gehandicaptensport Nederland 22 2.2.2 Stichting de Nationale Sporttotalisator 23 2.2.3 De centrale overheid 23 2.2.4 Provinciale en gemeentelijke ondersteuning 24 2.2.5 Private partners 25 2.2.6 Internationale partners 26 3 Topsport in het beleid 27 3.1 Topsportbeleid 32 3.1.1 Topsport voor 1996 33 3.1.2 Sportnota Wat sport beweegt (1996) 33 3.1.3 Topsportnota Kansen voor topsport (1999) 33 3.1.4 Sportnota Tijd voor sport – Bewegen, Meedoen, Presteren (2005) 34 3.1.5 Programma Samen voor Sport (2006) 34 3.1.6 Beleidsbrief De kracht van sport (2007) 35 3.2 Wet- en regelgeving 36 3.3 Topsportbeleid in internationaal perspectief 38 3.4 Olympisch Plan 2028 41 4 Topsportklimaat 45 4.1 Faciliteiten voor topsporters 50 4.2 Talentherkenning en -ontwikkeling 50 4.2.1 Talentherkenning 51 4.2.2 Talentontwikkeling 51 4.3 Ondersteuning van topsporters 53 4.3.1 Stipendiumregeling en topsportspaarregeling 53 4.3.2 Aanvullende voorzieningen 55 4.4 Internationale competitie 55 4.5 Trainings- en wedstrijdfaciliteiten 56 4.6 Coaches en trainers 56 4.7 Wetenschappelijke ondersteuning 57 4.8 Resultaten van de programma’s 58 Topsport in Nederland 5 De prijs van een medaille, de kosten van topsport 61 5.1 De drie geldstromen naar topsport 64 5.1.1 Publieke middelen 64 5.1.2 De Lottogelden 67 5.1.3 Private middelen 67 5.2 Hoe duur is topsport? De kosten van topsport 68 5.2.1 Kosten van de sport: de sportbonden 68 5.2.2 Kosten van de topsport: het Fonds voor de Topsporter 71 5.2.3 Publieke en semipublieke kosten van een olympische medaille 71 5.3 Gehandicaptensport 72 5.3.1 Publieke en semipublieke kosten van een paralympische medaille 72 6 Prestaties op Olympische en Paralympische Spelen tot en met 2008 75 6.1 Prestaties 82 6.2 Indices 83 7 Conclusies en aanbevelingen 87 7.1 Algemeen beeld 88 7.2 Uitdagingen 88 7.3 Aanbevelingen 89 8 Reacties en nawoord Algemene Rekenkamer 91 8.1 Reactie staatssecretaris van VWS 92 8.2 Reactie voorzitter NOC*NSF 93 8.3 Nawoord Algemene Rekenkamer 94 Bijlage 1 Afkortingen 95 Bijlage 2 Overzicht gesprekspartners 96 Bijlage 3 Overzicht bij NOC*NSF aangesloten sportbonden en hun erkende topsportonderdelen 97 Bijlage 4 Methodologische verantwoording 103 Literatuur 105 Topsport in Nederland Voorwoord Per 1 oktober 2008 neemt drs. P. Zevenbergen afscheid als lid van het college van de Algemene Rekenkamer. Ter gelegenheid van zijn afscheid wordt dit rapport over het topsportbeleid in Nederland aangeboden. Dit rapport brengt de kosten en opbrengsten van het Nederlandse topsportbeleid in beeld en is geïnspireerd op het in 2005 gepubliceerde onderzoek van onze Engelse collega’s, het National Audit Office. Om twee redenen is speciaal voor dit onderzoek gekozen als afscheidscadeau. In de eerste plaats hecht het scheidende collegelid groot belang aan onderzoek dat een internationaal karakter heeft. Pieter Zevenbergen is op internationaal vlak een succesvol ambassadeur van het Rekenkamerwerk geweest. Zo was hij zeer actief binnen de milieu-auditwerkgroepen en gold hij als aanjager en stimulator van ons Afrikaproject, waarbij 23 Engelssprekende Afrikaanse landen betrokken zijn. In de tweede plaats heeft de sportwereld, in het bijzonder de wielersport, een speciale plaats in zijn hart. Zijn vele nevenactiviteiten binnen de wielersport getuigen hiervan. Pieter Zevenbergen is van 1989 tot 1994 voor- zitter geweest van de Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie (KNWU) en daarna tot 29 mei 2006 vicevoorzitter. Daarnaast is hij bestuurslid geweest van de Union Cycliste International (UCI), de internationale wielerunie. Op dit moment is hij nog steeds voorzitter van de ethische commissie van de UCI, een commissie die op zijn initiatief is opgericht. Topsport speelt zich af in een internationale omgeving. Met dit rapport hebben we geprobeerd zowel recht te doen aan de internationale belangstelling van Pieter Zevenbergen als aan zijn sportbelangstelling, met nadruk op het laatste. Saskia J. Stuiveling President Algemene Rekenkamer Samenvatting Ter gelegenheid van het afscheid, per 1 oktober 2008, sport. Verder kenmerkt de sportsector zich door eigen van drs. P. Zevenbergen als lid van het college van de regelgeving (zoals de sportspelregels en eigen tucht- Algemene Rekenkamer, hebben we onderzoek gedaan recht). We hebben in Nederland geen nationale sportwet. naar de kosten en baten van het Nederlandse topsport- beleid. Onze Engelse collega’s van het National Audit De verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van de Office hebben in 2005 een vergelijkbaar onderzoek topsport en het daarbij horende sportinhoudelijke beleid gepubliceerd. Dat onderzoek is in hoge mate onze ligt bij NOC*NSF en de sportbonden. NOC*NSF is inspiratiebron is geweest. daarbij als vereniging van sportbonden primair verant- woordelijk voor de georganiseerde sport. Op topsport- Topsport heeft een zelfstandige dynamiek en staat onder gebied draagt NOC*NSF de verantwoordelijkheid voor druk van de toenemende commercialisering en interna- de uitzending van het Nederlands olympisch en para- tionale ontwikkelingen, in het bijzonder de zogenoemde lympisch team naar de Zomer- en Winterspelen. Maar global sporting arms race. In Nederland heeft topsport we hebben meer actoren die een rol spelen binnen de sinds de jaren tachtig een stormachtige ontwikkeling topsport in beeld gebracht. doorgemaakt, net als in veel andere landen, zoals het Naast de nationale sportkoepel, NOC*NSF, opereert Verenigd Koninkrijk en Australië. Gingen de Nederlandse Gehandicaptensport Nederland, de sportbond voor topsporters vóór die tijd doorgaans op amateuristische mindervalide sporters. Door de succesvolle organisa- basis door het leven, tegenwoordig is er sprake van een torische integratie van de gehandicaptensport in de professioneel uitgevoerd topsportbeleid, zowel voor reguliere sport (naar verwachting zijn er eind 2008 valide als mindervalide topsporters. van de 44 gehandicaptensporten 33 ondergebracht Factoren die als dé pijlers van een succesvol topsport- bij de reguliere sportbonden) kan Gehandicaptensport klimaat worden gezien zijn onder meer talentont- Nederland zich steeds meer concentreren op expertise- wikkeling, financiële ondersteuning, begeleiding opbouw, advisering en de ontwikkeling van stimulerings- en trainingsondersteuning voor topsporters. Uit ons methoden om gehandicapten actiever bij sport onderzoek komt naar voren dat aan het topsportklimaat te betrekken. in Nederland weinig ontbreekt. Alleen het systeem van Ook provincies en gemeenten ondersteunen topsport, talentherkenning is in Nederland nog relatief onder- zij het relatief beperkt. De inzet van financiële middelen ontwikkeld. Het initiatief om hierin te investeren ligt uit deze hoek groeit wel. vooral bij de sportsector. Uit de metingen naar het Verder zijn er de internationale partners, zoals de sport- topsportklimaat die prof. dr. M. van Bottenburg sinds federaties, die binnen de topsport een rol van betekenis 1998 uitvoert, blijkt dat topsporters zelf ook tevreden spelen. Zij zien er vooral op toe dat er sprake is van een zijn. De meeste topsporters (zowel valide als minder- eerlijke internationale beoefening van topsport. valide) geven bij elke volgende meting aan dat zij het topsportklimaat verbeterd vinden ten opzichte van de Een belangrijke financier van de sport is de Stichting vorige meting (de metingen hebben plaatsgevonden de Nationale Sporttotalisator, ook wel De Lotto genaamd. in 1998, 2002 en 2008). Sinds eind jaren zestig ontvangt NOC*NSF jaarlijks ongeveer 70% van het nettorendement van de Lotto- Sport is in Nederland primair een privaat initiatief. Ook opbrengsten, die vervolgens verdeeld worden onder op topsportgebied is de georganiseerde sport zelf aan de sportbonden en NOC*NSF. We hebben vastgesteld zet. De sportsector kent een groot aantal aanbieders en