2008-2009 BlauWe Zaal akademie fÜr alte muSik Berlin Symfonieorkest van & collegium vocale de Munt gent olv. marcuS creed olv. Mark Wigglesworth do 28 feBruari 2008 wo 24 sep 2008

le poÈme harmoniQue olv. vincent dumeStre pergoleSi Wo 5 maart 2008 2008-2009 / Symfonisch

wo 24 sep 2008 Symfonieorkest van de Munt olv. Mark Wigglesworth do 4 dec 2008 Rotterdams Philharmonisch Orkest olv. James Conlon za 10 jan 2009 Nationaal Orkest van België olv. Nikolaj Alexejev za 2 mei 2009 Budapest Festival Orchestra olv. Iván Fischer

inleiding door Gert Haelterman, 19.15 uur, foyer de kunsthaven begin 20.00 uur einde omstreeks 21.15 uur er is geen pauze teksten programmaboekje Gert Haelterman coördinatie programmaboekje deSingel Symfonieorkest van de Munt Mark Wigglesworth muzikale leiding

Gustav Mahler (1860-1911) Symfonie nr 9 in D 75’ • Andante comodo • Im Tempo eines gemächlichen Ländlers. Etwas täppisch und sehr derb • Rondo - Burleske. Allegro assai. Sehr trotzig • Adagio (sehr langsam)

gelieve uw GSM uit te schakelen

De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze.

Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … reageer betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. & win Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen.

Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be

foyer de kunsthaven enkel open bij avondvoorstellingen in rode en/of blauwe zaal open vanaf 18.40 uur kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen en tijdens pauzes

Hotel Ramada Plaza Antwerp (Desguinlei 94, achterzijde torengebouw ING) Restaurant HUGO’s at Ramada Plaza Antwerp open van 18.30 tot 22.30 uur gozo-bar open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur deSingelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw toegangsticket “Das Beste in der Musik steht nicht in den Noten“ (G. Mahler)

Inderdaad, Mahler is in de eerste plaats de componist van een ‘idee’, zijn boodschap is mystiek, religieus en moraliserend. In zijn muziek is er voortdurend sprake van geboorte, neergang, verval en wedergeboorte. Laten we even kijken wat dat betekent: in de Zesde Symfonie verklankt Mahler, zoals hij het zelf eens schetste, “de ondergang van de held”. Deze composi- tie, die Alban Berg zo roemde en Anton Webern dikwijls uitvoerde, lokte des- tijds echter alleen maar een beleefdheidsapplaus uit terwijl dit aangrijpende werk nu repertoire heeft gemaakt bij alle grote symfonieorkesten. Het is een symfonie die voortstuwt naar triomfen maar eindigt in totale ondergang. De Vijfde en Zevende daarentegen sluiten af met uitbundige finales die een tegengewicht zijn voor de ondergangsatmosfeer van de voorgaande delen. In de kolossale Achtste, de ”symfonie der duizend” combineert Mahler dan weer een geestelijke en een wereldlijke boodschap en is de idee zelfs belangrijker geworden dan de muziek zelf. “Denken Sie sich, dass das Universum zu tönen und zu klingen beginnt. Es sind nicht mehr menschliche Stimmen, sondern Planeten und Sonnen, welche kreisen“ schreef Mahler aan dirigent Willem Mengelberg. Daarna verbaast hij vriend en vijand met een werk dat in geen enkele relatie staat met die monumentale voorganger: de gedempte kleuren van het even- wichtige en gave ‘Das Lied von der Erde’ - een symfonie voor orkest en stem- men, bestaande uit zes liederen gebaseerd op Chinese gedichten waar hij in het laatste aangrijpende ‘Der Abschied’ al duidelijk afscheid neemt van het leven. Maar zijn echte ‘muzikale testament’ wordt dan de Negende die inderdaad van begin tot einde doortrokken is van de gedachte aan de nabijheid van de dood. Bruno Walter, de grote vriend en leerling van Mahler, die zowel de première van ‘Das Lied von der Erde’ als van de Negende dirigeerde, schreef : “Het laatste lied zou de titel kunnen zijn van de Negende. Ze wortelen in eenzelf- de emotionele toestand.” “Ik heb nog eens van begin tot einde de Negende Symfonie van Mahler ge- speeld,” schreef Alban Berg aan zijn vrouw in 1912, “het eerste deel is het prachtigste dat hij ooit schreef. Het is de uitdrukking zonder voorgaande van een liefde voor de aarde, van een verlangen om er in vrede te leven en tot op het einde met volle teugen te genieten van de natuur, voordat de dood komt. (...) Heel dit deel heeft een voorsmaak van de dood. Keer na keer duikt hij terug op (….) tot op dat verschrikkelijk moment waar de dood Mahler tijdens een wandeling in de buurt van zijn zomerverblijf in Toblach, 1909 © Bibliothèque Musicale Gustav Mahler, Parijs zekerheid is en hij aangekondigd wordt ‘met het grootste geweld’ - door de Het is geschreven in de sonatevorm (expositie van thema’s, doorwerking en akelige solo van viool en altviool, de gewapende Dood.” reprise - net als een verhaal met een opening, een uitwerking en een reca- Het leek inderdaad of Mahler zijn afscheid voorvoelde. Het laatste hoofd- pitulerend slot) en Mahler stelt hier twee thema’s in schril contrast tegen- stuk van zijn leven begon al in 1907, een jaar waarin een aantal indringende over elkaar. Het eerste duikt op in maat 6 (in re groot), ingetogen en verstild. feiten voorvielen. In maart diende hij zijn ontslag in als dirigent bij de Weense Celli en hoorns bouwen rustig een diepe structuur op - waarvan de dirigent Hofoper, onder meer als resultaat van antisemitische intriges. Toch deed het Leonard Bernstein suggereerde dat het weifelende ritme de onregelma- adieu aan Wenen, waar hij als musicus en dramaturg baanbrekend werk ver- tige hartslag van Mahler zou weerspiegelen… Een twintigtal maten verder richtte, hem pijn. Zijn huwelijk zat in een crisis, zijn oudste dochtertje ‘Putzi’ komt het tweede (in re klein) aan bod: heel nadrukkelijk in felle trompetak- stierf na twee weken strijd tegen roodvonk - ze was nauwelijks vijf - en kort koorden. Die twee thema’s ondergaan door zijn uitzonderlijk improvisatieta- na haar begrafenis werd bij hemzelf een ernstige hartkwaal vastgesteld. lent een heleboel mutaties. Soms schijnen ze elkaar zelfs helemaal weg te Mahler begon dan aan een race tegen de tijd. Zijn laatste jaren bruisten van spelen, maar de spanningen leiden niet tot een bevrijding, tegenstellingen creativiteit. Hij werkte rusteloos, zonder ophouden van de ene schepping blijven bestaan. Dan volgt een plechtige passage met een marskarakter naar de andere. Tijdens de zomer van 1908 componeerde hij ‘Das Lied von waar de trombones het hoogste woord voeren, Mahler schreef erbij: “Wie der Erde’. In de lente 1909 begon hij aan zijn Negende Symfonie en zette ein schwerer Kondukt” (“zoals een begrafenisstoet”). Gans dit deel is in feite het eindpunt ervan op 1 april 1910. Het was de eerste partituur van die om- een beschrijving van een uitputtende catastrofe. Bitterheid van het begin vang die hij in een tijdspanne van één jaar beëindigde. Nauwelijks had hij de tot het einde. Er klinken reminiscenties aan Beethovens ‘Lebewohl’ sonate. laatste noten opgeschreven of hij stortte zich op wat zijn Tiende Symfonie “Schwebend” staat er in de afsluitende coda en dat is precies de uitdaging zou worden, maar dan haalde de dood hem in. Een uitgebreide en voltooide die Mahler onder ogen moet zien: hoe werkt hij zijn compositie verder uit? schets bleef over, waarvan deel 1 en 2 al georkestreerd waren. “Im Tempo eines gemächlichen Ländlers” staat er boven het tweede deel. Mahler, de symfonicus. De componist die zei: “Voor mij betekent de term Hier komen we terug op aarde, met twee Ländler en een wals. Dansbeelden ‘symfonie’: een wereld creëren met al de compositorische en technische uit vroegere symfonieën passeren de revue, geïroniseerd en tot in het gro- middelen die tot mijn beschikking staan.” teske doorgevoerd. Men verweet Mahler vaak zijn voorliefde voor volkse Bruckner en Wagner waren zijn voorbeelden maar hoog boven hen dansen en ritmes. Hier is het één van zijn methodes om spottend clichés, uit torende Beethoven en Mahlers ambitie was een synthese te ma- die in de nieuwe twintigste eeuw totaal zinloos geworden zijn, aan de kaak ken van deze drie en te voleindigen en af te werken waar Beethoven in te stellen. Bij de eerste Ländler noteerde hij “Etwas täppisch un sehr derb” zíjn Negende mee begonnen was, namelijk het principe van organische (“een beetje plomb en grof”). En zo klinkt ook het hoofdthema, bewust zon- groei vervolmaken, een symfonie opbouwen die zich geleidelijk aan ont- der enige charme. Dan volgt iets wat lijkt op een wals en tenslotte verschijnt wikkelt om tenslotte uit te lopen op een apotheose in de finale. Dat ver- terug een vrolijke en wat sentimentele Ländler. Toch blijft, zoals Bruno Walter klaart dan ook de soms buitenmaatse afmetingen van zijn symfonieën. opmerkte, achteraf het gevoel dat “de dans voorbij is”. In het gesloten universum van de symfonie kon Mahler uitdrukken wat hij echt ‘Rondo. Burleske - Allegro Assai’ staat boven het derde deel. Een titanisch bedoelde: zijn tragiek, omdat hij de lage kanten van de materialistische wereld stuk. De traditionele term Scherzo was hier inderdaad niet meer van toepas- niet kon verzoenen met zijn idealistische aspiraties, maar ook zijn kinderlijke be- sing. “Sehr trotzig” (“weerbarstig”) staat er als aantekening en Mahler geeft wondering voor ongelooflijke schoonheid, vooral deze die hij vond in de natuur. hier een ongelooflijk staaltje van zijn kennis en beheersing van het contra- De Negende heeft vier delen, waarvan het eerste en het laatste monumenta- punt. De opdracht luidt “An meine Brüder in Apoll” en daarmee steekt hij de le dimensies hebben en ongeveer een half uur duren. Ook de bezetting is erg draak met componerende tijdgenoten die het fugato weliswaar technisch in uitgebreid: vier fluiten, een piccolo, drie hobo’s, een Engelse hoorn, drie Bes- praktijk brachten maar muzikaal niks te zeggen hadden en hém verweten er klarinetten, een Es- en een basklarinet, vier fagotten, een contrafagot, vier weinig van terecht te brengen. Bij Mahler wordt het een bijtend spel van mo- hoorns, drie trompetten, drie trombones, een tuba, pauken, xylofoon, cimba- tieven, beklemmend en meesterlijk genoteerd. Tot volkomen nieuwe klan- len, basdrum, sidedrum, triangel, tamboerijn, drie bellen, twee harpen en de ken komt Mahler in het middendeel dat als trio fungeert “etwas gehalten” hele strijkersfamilie (eerste en tweede violen, altviolen, celli en contrabassen). met kervende trompetsoli en fantastische blazersmixturen. Trompetten en hoorns laten een scherp motief horen waaruit het hoofdthema in de violen Het eerste deel kreeg de titel ‘Andante Comodo - Allegro risolu- opgebouwd wordt. De passages waarin dit aan de beurt is, worden twee- to - Tempo I’. Ongetwijfeld Mahlers grootste wapenfeit, een hoogte- maal onderbroken door tussenstukken die op zichzelf staan: het ene klinkt punt in de subtiele kunst van organische groei en onafgebroken variatie. archaïsch en humoristisch, het andere lyrisch. Midden in die ironie verschijnt dan een koraal. Voordat het rondo wordt afgesloten duikt nog een kalme en expressieve melodie op die vooruitloopt op het vierde deel. De symfonie sluit af - en dat is ongewoon - met een Adagio, doordrenkt van doodsverlangen, pijn en berusting. Het is én de tegenhanger van het eerste deel én het besluit ervan en citeert het laatste (derde) deel van Bruckners Negende, in de aanhef en de grote sprong van eerste en tweede violen. Hier horen we geen superlatieven meer in orkestratie en volume maar een bijna devoot afscheid van een grote klankschoonheid. De strijkers spelen het hoofdthema ‘molto espressivo’. Spookachtige, holle passages duiken op, heel hoog en heel laag en de afgrond ertussen is ontzettend. Er klinken echo’s van ‘Das Lied von der Erde’ en van de Burleske. De intensiteit wordt ten top gedreven tot de desintegratie begint: alle instrumenten zwijgen be- halve de strijkers, dan vallen ook de violen stil en zijn alleen de celli nog te horen - nog zachter dan pianissimo - en in een langzaam diminuendo - mo- rendo sterven ook zij weg. In de originele partituur heeft Mahler bij de laat- ste maten dramatische afscheidswoorden gezet: “Vaarwel! Wrede wereld! Liefste Almschi! Vaarwel! Vaarwel!” Het was inderdaad zijn zwanenzang. Hij stierf op 18 mei 1911. Mahler heeft zijn Negende nooit door een orkest horen uitvoeren: de wereld- première had plaats op 26 juni 1912 in Wenen door de Wiener Philharmoniker, onder leiding van zijn grote vriend Bruno Walter. Tussen de toehoorders bevonden zich Arnold Schönberg en Alban Berg. De fakkel werd doorge- geven.

Mahler en Alma tijdens een wandeling in de buurt van hun zomerverblijf in Toblach, 1909 © Kaplan Foundation New York Symfonieorkest van de Munt fonieën afwerkt. In de opera dirigeerde hij onder meer ‘Yan Tan Tethera’ Naast zijn activiteiten als operaorkest stelt het Symfonieorkest van de Munt van Birtwistle, de trilogie Mozart/Da Ponte voor Opera Factory, ‘The Rake’s elk seizoen een symfonische cyclus voor. Grondig gereorganiseerd door Progress’ van Stravinsky, ‘Elektra’ van Strauss en ‘Tristan und Isolde’ van Gerard Mortier in 1981 heeft het orkest van de Munt sindsdien de kans ge- Wagner in de , ‘Die Meistersinger von Nürnberg’ van had zijn polyvalentie te bewijzen, zowel op het podium als in de orkestbak. Wagner in Covent Garden, ‘Peter Grimes’ van Britten,’ La Bohème’ van Puccini Onder de leiding van Sir John Pritchard en van Sylvain Cambreling heeft het en ‘Le Nozze di Figaro’ van Mozart voor de Glyndebourne Festival Opera, orkest zich gespecialiseerd in een repertoire dat voor de grote uitstraling ‘Lady Macbeth van Mtsensk’ van Sjostakovitsj, ‘Falstaff’ van Verdi en ‘Così van de Munt heeft gezorgd: werken van Mozart, Verdi, Janácek, Wagner fan tutte’ van Mozart in de , ‘Peter Grimes’ van Britten en van hedendaagse componisten als Hans Zender, Philippe Boesmans in De Nederlandse Opera in Amsterdam, ‘Le Nozze di Figaro’ van Mozart in en Pierre Bartholomée. Op symfonisch vlak hebben vooral de muziek van de New Yorkse Metropolitan Opera. Hij trad ook op tijdens de Salzburger Mozart, Haydn, Bruckner, Mahler, Bartók en Debussy bijzondere belang- Festspiele, het Mahler Festival in Amsterdam, de BBC Proms en tijdens het stelling genoten, alsook het hedendaagse repertoire. Het orkest ontwikkel- slotconcert van het Sydney 2000 Olympic Arts Festival met de Sydney de zich onder de opeenvolgende muzikale directies van Antonio Pappano Symphony. In de Munt dirigeerde Mark Wigglesworth de ‘Gurrelieder’ van (1992-2002) en Kazushi Ono (2002-2008) verder in een gevarieerd repertoi- Schönberg, ‘Mitridate’ en het ‘Requiem’ van Mozart, Brittens ‘Sinfonia da re gaande van ‘Peter Grimes’ en ‘The Turn of the Screw’ van Britten, ‘Lady Requiem’, ‘Le Grand Macabre’ van Ligeti en Bergs ‘Wozzeck’. Dit seizoen Macbeth van Mtsensk’ van Sjostakovitsj, ‘Boris Godoenov’ van Moesorgski, vinden we hem aan het hoofd van het Symfonieorkest van de Munt voor ‘Die Meistersinger von Nürnberg’, ‘Der fliegende Holländer’ en ‘Tristan und Mahlers Negende Symfonie, Verdi’s ‘Messa da Requiem’ en Mozarts ‘Le Isolde’ van Wagner, ‘Otello’, ‘Aida’ en ‘La forza del Destino’ van Verdi, ‘Ariadne Nozze di Figaro’. auf Naxos’, ‘Der Rosenkavalier’ en ‘Die Frau ohne Schatten’ van Strauss tot de wereldcreaties van ‘Luci mie traditrici’ van Salvatore Sciarrino of ‘Wintermärchen’ en ‘Julie’ van Philippe Boesmans. Op het concertreper- toire stonden in afgelopen seizoenen vooral componisten als Prokofjev en Stravinsky centraal. Ook met het werk van Gustav Mahler werd opnieuw kennisgemaakt, een ontwikkeling die zich in komende seizoenen zal door- zetten. Sinds het seizoen 2007-2008 wordt jaarlijks een Requiem gepro- grammeerd en in komende seizoenen zullen, naast Mahler en twintigste- eeuwse composities, ook de integrale symfonieën van Nielsen worden uitgevoerd.

Mark Wigglesworth Mark Wigglesworth werd geboren in Sussex en studeerde orkestdirectie aan de Londense Royal Academy of Music. In 1989 won hij het Kondrashin Dirigentenconcours in Amsterdam. Sedertdien was hij als dirigent verbon- den aan het BBC Symphony Orchestra, muziekdirecteur van Opera Factory, The Premiere Ensemble en het BBC National Orchestra of Wales en ook eerste gastdirigent van het Zweeds Symfonisch Radio-orkest. Hij leidde tal- rijke orkesten, waaronder de filharmonische orkesten van New York en Los Angeles, Berlijn, Londen en Israël; de symfonische orkesten van Chicago, San Francisco, Minnesota, Detroit, Montreal en Londen; het Philadelphia Orchestra, het Cleveland Orchestra, het Concertgebouworkest, het Deutsches Symphonie-Orchester Berlin, het Bayerisches Staatsorchester, het Orchestra Santa Cecilia van Rome en het orkest van de Scala in Milaan. Hij heeft een hechte band met het Nederlands Radio Philharmonisch Orkest, waarmee hij momenteel een opname van een cyclus van Sjostakovitsj’ sym- Symfonieorkest van de Munt muzikale leiding Mark Wigglesworth

1ste viool altviool fluit trombone Eric Robberecht Tony Nys Carlos Bruneel Christian Fleuré Ritsu Kotake Jean Schlesser Bart Cromheeke Koen Severens Nonna Knuuttila Jeanine Lantremange Marc Schouppe Geert De Vos Yolanda Beato Léon Naczyk Frank Hendrickx Robert Yeo Geneviève Boulet Tille Van Gastel tuba Daniel Nazarian Robert Gravy Stephan Vanaenrode Edwige Arcan Irmgard Lange hobo Pierre Bonesire Alan Woo Luk Nielandt pauken / slagwerk Yuri Higashida Dominique Lardin Ivan Dudal Luk Artois Aram Gevorkian Marc Van Craesbeeck Dorien Schrooten Marcel Vander Borght Patrick Merry Iris Roggeman Sara Kemps Gabriel Laufer Frédéric Preusser Korneel Taeckens Eleonore Cavaliere Fasli Kamberi klarinet Nico Schoeters Evis Velia cello Raymond Dils Céline Di Fabio Sébastien Walnier Jan Van den Ecker harp Claire Lechien Assen Antonov Lydia Rossignol Annemie Neuhard Koen Lievens Nadine vandingenen Cécile Marichal 2de viool Thomas Kanter Jeroen Van Ginneken Femke Sonnen André Gryson Jean-Marc Chérelle Albert Brunello fagot Michiko Hashimoto Janik Martens Dirk Noyen Stephen Meyer Mario Villuendas Gilles Cabodi Steinar Fjösne Harm Garreyn Karen Gevorkian Martine Sanglier Alexandre Beauvoir Filip Neyens Rieko Kasamatsu Lubka Lingorska contrabas hoorn Haruko Tanabe Korneel Le Compte Jean-Noël Melleret Pascale Ramanantsitohaina Hugo Van Mol Mario Maes Murielle Buis Dirk van Gorp Bert Vanderhoeft Roman Kowalko Janos Csikos Rogier Steel Valerie Rolin Patrick De Neef Oksana Ryzhenko Patrick Smets trompet Tino Ladika Florent Di Fabio Odile Simon Rosario Macaluso Steven Devolder Mahler met zijn dochter Anna in Toblach, 1909 © Bild-Archiv der Österreichischen Nationalbibliothek, Wenen binnenkort in desingel LEZING STRAVINSKY Dit seizoen staat het rijke symfonische werk van Igor Stravinsky extra in de kijker in deSingel. Als introductie op de reeks Stravinsky Symfonisch geeft musicoloog Stephan Weytjens op dinsdag 7 oktober een lezing over de baanbrekende werken van de componist en zijn invloed op de generaties na hem. di 7 okt 2008 / 20 uur / kleine zaal ism. matrix €5 / gratis voor tickethouders deFilharmonie in reeks Stravinsky Symfonisch en abonnees deFilharmonie in Koningin Elisabethzaal

1ste CONCERT IN DE REEKS STRAVINSKY SYMFONISCH deFilharmonie olv. Edo de Waart I Stravinsky Symphony in Three Movements J Adams Harmonielehre

vr 10 okt 2008 / blauwe zaal / 20 uur inleiding Stephan Weytjens / 19.15 uur / foyer de kunsthaven € 30, 25, 20 (basis) € 25, 20, 15 (-25/65+) / € 8 (-19 jaar)

De kunstcampus groeit + 12.000 m2 Een bouwproject van de Vlaamse Gemeenschap en de Artesis Hogeschool Antwerpen voor deSingel internationale kunstcampus en het Conservatorium van de Hogeschool Antwerpen.

Permanente toelichting vestiaire deSingel wo>zo/14>18 uur & aansluitend bij voorstellingen/concerten 2008-2009 architectuur theater dans muziek

deSingel Desguinlei 25 / B-2018 Antwerpen ma vr 10 19 uur / za 16 19 uur www.desingel.be [email protected] T +32 (0)3 248 28 28 F +32 (0)3 248 28 00

deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van

hoofdsponsor mediasponsors