'De Kleur Zal De Plastische Waarde Der Vlakken Onderstrepen'
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
doi: 10.2143/GBI.36.0.2131156 ‘DE KLEUR ZAL DE PLASTISCHE WAARDE DER VLAKKEN ONDERSTREPEN’ HET KLEURGEBRUIK IN HET INTERIEUR VAN HUIB HOSTE ANN VERDONCK Huib Hoste Hij wordt beïnvloed door de moderne kleurinterventies van de Stijlbeweging, die de niet-kleuren (zwart, wit en Huib Hoste (Brugge, 1881- Hove, 1957) behoort samen grijstinten) en de primaire kleuren (rood, geel en blauw) met enkele tijdgenoten zoals Eduard Van Steenbergen combineert tot abstracte ruimtelijke composities. Stilaan (1889-1952), Louis Herman De Koninck (1896-1984), wordt kleur ook voor Hoste een wezenlijke architectoni- Léon Stynen (1899-1990) en anderen tot de voorvechters sche component van de moderne ruimtekunst, evenwaardig van het Vlaamse modernisme. Dit artikel belicht het kleur- aan ijzer, glas of gewapend beton. Nog wat onzeker en zoe- gebruik van Huib Hoste. Voor het eerst werd hiervoor kend komt zijn kleurgebruik op gang na de Eerste Wereld- materiaaltechnisch onderzoek in situ uitgevoerd. De resul- oorlog en hij evolueert al vlug naar flamboyante kleurinter- taten van de registratie werden kritisch getoetst aan de venties tijdens de jaren 1920. Hij implementeert hierbij het andere beschikbare bronnen.1 typische neogotische kleurenpalet, gebaseerd op de zuivere pigmentkleuren, in een modern concept. Drie representa- Hoste krijgt een neogotische opleiding bij de Brugse stads- tieve cases illustreren die merkwaardige kleuren(r)evolutie architect Charles De Wulf (1865-1904) en de Gentse van Huib Hoste. professor ingenieur Louis Cloquet (1849-1920).2 Vanaf 1910 onderneemt hij een aantal studiereizen naar Neder- land. De confrontatie met de architectuur van Hendrik Landhuis Vandemeulebroecke-Staelens, Avelgem, 19195 Petrus Berlage (1856-1934) is een eerste kantelpunt in zijn carrière, waarbij Hoste het bouwen in historische stijlen Bij zijn terugkeer uit Nederland na de Eerste Wereldoorlog volledig verlaat. ontwerpt Hoste een woning in Avelgem voor hoofdonder- wijzer-landmeter Octaaf Vandemeulebroecke en zijn echt- Zijn ballingschap in Nederland gedurende de Eerste genote Maria Staelens.6 De landsche7 woning is een alleen- Wereldoorlog is eveneens van substantieel belang voor zijn staand bescheiden landhuis gebaseerd op traditie. In dit loopbaan. Hij maakt er kennis met de architecten en kun- sober baksteenvolume onder een zadeldak past Hoste, zij stenaars van de Stijlbeweging zoals Rob van ’t Hoff (1887- het nog wat aarzelend, enkele principes toe van De Stijlbe- 1979), Theo Van Doesburg (1883-1931), Vilmos Huszár weging. Dat uit zich in enkele geometrische volumeaccen- (1884-1960), Piet Mondriaan (1872-1944), Jacobus Johan- ten in de vorm van plantenbakken en de erker in de voor- nes Pieter Oud (1890-1963), Jan Wils (1891-1972), Gerrit gevel. (afb. 1) Rietveld (1888-1964) enz. In de krant De telegraaf krijgt Hoste in1914 zijn eigen architectuurrubriek3 en in de eerste In 1919 wordt in een eerste fase de gelijkvloerse verdieping jaargang van het maandblad De Stijl schrijft hij een artikel ingericht. (afb. 2) Het plan is symmetrisch en functioneel over het begrip ‘moderne’ bouwkunst: ‘Indien wij ons afvra- opgevat: centraal bevindt zich een ruime hal met aan weers- gen wat de bouwkunst nu besterven moet, dan is o.i. het zijden een voor- en een achterkamer. De keuken situeert antwoord gemakkelijk te geven. De bouwstoffen die werke- zich achter de hal, tussen de achterkamers. De hal fungeert lijk eigen zijn aan onzen tijd, te weten het ijzer en gewapend als centrale circulatieruimte voor de dagvertrekken (op de beton, geven ons de prachtigste hulpmiddelen waarover gelijkvloerse verdieping) en de nachtvertrekken (op de men tot dusver beschikte voor het overspannen van ruim- eerste verdieping) waardoor het gebruik van gangen over- ten. Het ligt bijgevolg voor de hand dat onze architectuur bodig is. Een tiental jaar later volgt de tweede fase waarbij door en door een echte ruimtekunst moet worden.’4 Hoste een erker en staand venster in het steile dak toevoegt 94370_Gentse_Bijdr_36_04.indd 69 20/12/11 09:41 70 ANN VERDONCK verbindingen’ in Nederland, waar Gerrit Rietveld dit prin- cipe rond 1917 voor het eerst toepast in een prototype van de rood-blauwe stoel.9 Het gebruik van die verbindingswijze in een trapconstructie is uniek in het oeuvre van Hoste. BIJGEBOUW N Afb. 1. Woning Vandemeulebroecke-Staelens, Avelgem 0 1 234 5m z.d. Postkaart Photo-Comptoir Gyselynck Courtrai. – Heemkundige kring Avelgem. KEUKEN om een aantal kamers te kunnen organiseren op de verdie- ping. (afb 3) ACHTERKAMER ACHTERKAMER De meest opvallende ruimte in de woning is ongetwijfeld de centrale hal die werd ontworpen als een volwaardige woonruimte. Het portiek tussen de hal en de linkse voorka- mers is oorspronkelijk voorzien van een gordijn, wat de continuïteit tussen beide ruimtes versterkt en de functie HAL van de hal als woonruimte bevestigt.8 Hoste had een gelijk- aardige grote woonhal reeds in 1912 ontworpen voor het VOORKAMER VOORKAMER landhuis Kerveyn de Marcke Ten Driessche in Assebroek. Een intelligente plancompositie illustreert de gevoeligheid voor het ruimtelijk-functioneel organiseren van beide inte- rieurs, een aanpak die zelfs in zijn latere werk nog herken- baar is (bv. de woning Heeremans-Moens, Liedekerke, 1938-1940). Hoste is hier duidelijk beïnvloed door Hen- drik Petrus Berlage, die een grote aversie had van gevelar- VOORGEVEL AAN DE OUDENAARDSESTEENWEG chitectuur. De gevels moeten immers het resultaat zijn van de consequente compositie van de interne ruimten. Onder meer Villa Henny van Berlage in Den Haag uit 1898 illus- treert die nieuwe vorm van ruimtelijk organiseren. In het plan van de villa schikt Berlage alle kamers rond de centrale hal, zonder het gebruik van gangen. Rond die interne orga- nisatie wordt als het ware een huid gespannen waardoor de gevel vorm krijgt. Villa Henny illustreert dat dit niet steeds resulteert in een elegante vormgeving. In de woonhal in Avelgem bevindt zich een eiken steektrap. Die trap is op een moderne manier geconstrueerd met door- lopend regelwerk en speels gekleurde vlakjes en lijnen in rood-, oker- en groentinten. Samen met een spiegel en kap- stok ontstaat een opmerkelijk ensemble. De abstracte patro- nen op de veeleer ‘stevig’ gedimensioneerde eiken onderde- len van dit ensemble geven het geheel een verfijnd karakter. Afb. 2. Woning Vandemeulebroecke-Staelens, plan en (afb. 4) Hoste leert de bescheiden toepassing van ‘zwevende voorgevel fase 1 (Ann Verdonck). 94370_Gentse_Bijdr_36_04.indd 70 20/12/11 09:41 ‘DE KLEUR ZAL DE PLASTISCHE WAARDE DER VLAKKEN ONDERSTREPEN’ 71 N 0 1 234 5m ANNEX KEUKEN ACHTERKAMER ACHTERKAMER HAL VOORKAMER VOORKAMER VOORGEVEL AAN DE OUDENAARDSESTEENWEG STAAND VENSTER ERKER Afb. 3. Woning Vandemeulebroecke-Staelens, plan en voorgevel fase 2 (Ann Verdonck). 94370_Gentse_Bijdr_36_04.indd 71 20/12/11 09:41 72 ANN VERDONCK In de woonhal schept Hoste verder een bijzondere atmo- sfeer door de combinatie van een geschilderde en een con- structieve polychromie.10 De geschilderde polychromie op de wanden en plafonds is uitgevoerd in een kalkcaseïne11, wat het geheel een mat aspect geeft. Het plafond is oorspronkelijk wit: ‘Men is het er over eens dat het plafond altijd licht moet gehouden worden; dit verhoogt ten andere de reflextiemogelijkheden van het licht.’12 De wanden zijn op dat moment licht aqua- marijn13 met een rode fries als scheiding tussen de wanden en het plafond. Deze rode bies ondersteunt de compositie van kapstok, spiegel en trap. Indien we de fries wegnemen uit de opstelling verdwijnt de interactie en staan deze elementen onbestemd naast elkaar. De geschilderde polychromie van het schrijnwerk is aan de binnenzijde oorspronkelijk volledig in harmonie met de wanden: de luiken, deur- en raamlijsten zijn donker aquamarijn14, de deurpanelen en de ramen zijn in een grijs- blauwe tint geschilderd. De gebruikte verf op de houten onderdelen is een artisanale olieverf in aquamarijn en blauwgrijs, nauw aansluitend bij de kleur van de wanden.15 De identificatie van de kleuren op het binnenschrijnwerk is bevestigd aan de hand van twee ramen in de linker voor- kamer. (afb. 7) Deze ramen, die reeds in de jaren 1930 Afb. 4. Woning Vandemeulebroecke-Staelens, trap in de hal werden verborgen achter houten panelen en diverse lagen (Ann Verdonck). Afb. 5. Woning Vandemeulebroecke-Staelens, visualisatie van de hal (Ann Verdonck). 94370_Gentse_Bijdr_36_04.indd 72 20/12/11 09:41 ‘DE KLEUR ZAL DE PLASTISCHE WAARDE DER VLAKKEN ONDERSTREPEN’ 73 Afb. 6a. Woning Vandemeulebroecke-Staelens, keuken bestaande toestand (Ann Verdonck). Afb. 6b. Woning Vandemeulebroecke-Staelens, visualisatie van de oorspronkelijke kleuren, keuken (Ann Verdonck). 94370_Gentse_Bijdr_36_04.indd 73 20/12/11 09:41 74 ANN VERDONCK papier, werden tijdens het onderzoek opnieuw vrijgemaakt. zijn. Gebruiken wij hoofdzakelijk de afgeleide kleuren, Hoewel de kleuren zijn verpoederd en door de zon ver- groen en purper: dan is het rood krachtig.’ kleurd, is op het schrijnwerk het oorspronkelijke kleuren- palet van blauwgrijs en aquamarijn duidelijk zichtbaar. Op Die aandacht voor kleuren en hun verhoudingen vinden de dagkanten van de ramen is een groene afwerking terug- we niet alleen terug in de vele teksten, schetsen en kleurstu- gevonden; de slag van de ramen is rood geschilderd. dies van Cuypers en zijn zoon, ook tal van realisaties illus- treren hun aandacht voor kleur.18 Kleuronderzoek van de De constructieve polychromie van de ceramische vloer, in Ursulinenkapel in Hamont Achel toont een interessante een abstract patroon van tegels