Genealogie van het geslacht Röhling – Roeling

8.1 Markus Röhling (der Ältere) , Herr von Bärenstein, geboren in circa 1450 te Freiberg, overleden in 1515 te Altenberg of in 1527 te . Zoon van Erasmus Ruling (vom Walde) (zie: 7.1). Gehuwd (1) in 1475 te Zwickau met Anna Selbdritt / Jkfr. Anna von Römer , dochter van Jkr. Niklas von Römer en Catharina Wermann . Mogelijk gehuwd (2) met een Junkfrau von Schönberg .

Markus Röhling is de eerste zekere stamvader van het in dit boek beschreven geslacht Röhling – Roeling. In 1501 werd Markus in het Türkensteuerregister (Turkenbelastingregister) van Geyer vermeld. Na de val van Constantinopel in 1453 werd de Turkse overheersing een steeds groter gevaar voor de Europese vorstendommen en het Heilige Roomse Rijk. Gedurende de 16 de en 17 de eeuw was deze bedreiging continu aanwezig. Met de Turkenbelasting kon de keizer legers betalen en het “Turkengevaar” bestrijden. Ook werd Markus vermeld in het testament van zijn kleinzoon Markus (zie: 10.1), waaruit blijkt dat hij in het bezit was van een grote tinnen kan: “Die Große zienerne Kanne, so von meinem geliebten Großvatter Marx Rohlingk, herkommt.” Aangezien zijn kinderen en kleinkinderen de hoogste posities binnen de mijnbouwindustrie van het Erzgebirge hadden verworven, moet Markus in zijn tijd reeds een man van aanzien zijn geweest. Vele genealogen stellen dat Markus Röhling en de eveneens bekende Matthes Roling dezelfde persoon was. Matthes was een vermogend man en bezat onder andere een deel van het leengoed Bärenstein en aandelen in mijnen van Schneeberg. Het feit dat de zoon van Markus beleend werd met het leengoed Bärenstein is een aanwijzing dat Markus en Matthes inderdaad beschouwd moeten worden als dezelfde persoon en dat Erasmus inderdaad de vader was van deze Markus. De eerste echtgenote van Markus was Anna von Römer, ook wel omschreven als Anna Selbdritt. Anna Selbdritt, in het Nederlands Anna te Drieën, werd in de 15 de eeuw een van de geliefste heiligen. Als grootmoeder van Jezus dacht men haar bijzondere macht toe als hemelse voorspreekster bij haar kleinzoon. Haar verering nam grootse vormen aan in het Rijnland en de Nederlanden. In vele steden werden Anna-Broederschappen opgericht, die zich inspanden in kerken een eigen kapel te stichten, waar de leden wekelijks bijeenkwamen om hun heilige te eren. Op afbeeldingen stond de heilige Anna met haar kind Maria en haar kleinkind Jezus. Men noemt deze voorstelling: Anna te Drieën. De vrome Anna von Römer was de dochter van Niklas von Römer, geboren omstreeks 1435 te Chemnitz, overleden op 07-11-1493 te Zwickau. Niklas was Kaufmann, Bergwerkbesitzer en Ratsherr te Zwickau. Nikel was de zoon van Hans Römer (circa 1400 – 1481) en Catharina. Hans was kauf- mann en vanaf 1446 Gewerke (aandeelhouder in een mijn) te Chemnitz. De grootvader van Niklas, Paul (Pawil) Romer, Ratsherr te Chemnitz, werd in 1401 voor het eerst werd vermeld. Hiermee begint tevens de genealogie van het adellijk geslacht von Römer die tot kort ná de Tweede Wereldoorlog betrokken zou blijven bij de mijnbouw in Saksen. Op 05-02-1470 ontvingen Niklas en zijn broer Martin een Keizerlijke wapenbrief. Op 06-02-1476 werden zij samen beleend met de leengoederen Steinpleis (tegenwoordig Ortsteil van Werdau) en Niederalbertsdorf (tegenwoordig Ortsteil van Langenbernsdorf). Niklas was enig erfgenaam van zijn op 05-04-1483 kinderloos overleden broer Martin. Niklas von Römer huwde vóór 1460 met Catharina Wermann (geboren omstreeks 1437 te Zwickau, overleden op 09-11-1506 te Zwickau), dochter van Kaufmann en Zwickauer Ratsherr Nicol Wermann. Samen kregen zij vier kinderen: Anna, Wolf (stichter van de Neumark-Rauensteiner linie), Martin (stichter van de jongere Steinpleiser linie) en Nicolaus. Niklas en Martin staan vooral bekend om hun aandeel in de ontdekking van de Schneeberger zilverader welke de regio grote voorspoed bracht. Het ligt voor de hand dat Markus als mijnbouwdeskundige naar Schneeberg trok in verband met de ontdekking van deze zilverader en zo in contact kwam met zijn toekomstige schoonfamilie. Anna von Römer, overleed reeds in 1485. Kort na het overlijden van Anna huwde Markus een tweede maal. De naam van deze vrouw is tot op heden onbekend gebleven, maar sommigen geloven dat zij een dochter was van Jkr. Caspar von Schönberg. De familie von Schönberg was een van de invloedrijkste families in de regio en bezat veel grond ten zuiden van Freiberg. Onder Caspar kreeg het slot Sachsenburg zijn huidige vorm dankzij bouwmeester Hans Reynhart. Het huis van Markus te Freiberg heeft veel overeenkomsten met de bouwstijl van Reynhart. Reeds lange tijd wordt verteld dat Caspar zijn bouwmeester opdracht had gegeven een huis voor zijn dochter en schoonzoon te bouwen

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info naar aanleiding van de geboorte van zijn eerste kleinzoon, Hans Röhling. Het laat gotische huis wordt vandaag de dag het Röhling-Haus genoemd en bevindt zich aan de Enge Gasse 1 te Freiberg. De gevel wordt gesierd door een kopie van een Anna Selbdritt sculptuur van (vermoedelijk) Philipp Koch. Het originele sculptuur bevindt zich thans in de Annenkapelle van de Freiberger Dom. Markus wordt wel omschreven als eerste Baumeister (stadsarchitect) van Annaberg. Onder zijn lei- ding zou in 1499 de bouw van de St. Annenkirche zijn aangevangen. Later zou de kerk worden afgebouwd door de Baumeisters Conrad Pflüger, Peter Ulrich en Jacob Haylmann. Het interieur werd verzorgd door beeldhouwer Adolf (Hans) Daucher. Markus wordt vermeld als Ratsherr te Geyer en Freiberg. Ook is het waarschijnlijk dat Markus beleend was met het leengoed Bärenstein, omdat zowel zijn vader als zoon met dit leengoed beleend waren. Het feit dat zijn zoon Hans in 1527 werd beleend met het leengoed Bärenstein kan een aanwijzing zijn dat Markus in dat jaar is overleden.

Mogelijk uit het tweede huwelijk:

1. Jkr. Johann (Hans) Röhling (zie: 9.1); 2. Jkr. Lorenz Röhling (zie: 9.2); 3. Jkr. Oswald Röhling (zie: 9.3); 4. Georg Röhling (zie: 9.4).

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 9.1 Jkr. Johann (Hans) Röhling (der Ältere) , Herr von Bärenstein und Conradsdorf, geboren ná 1485, overleden op 09-06-1564 te Freiberg, Evangelisch-Luthers begraven in de Dom te Freiberg. Zoon van Markus Röhling (zie: 8.1). Gehuwd tussen 1508 en 1514 met Anna Patzschke (ook wel Ratzschke Paschkaw of Patzscha), geboren in circa 1495 te Geyer, overleden op 04-09-1553 te Geyer, Evan- gelisch-Luthers begraven in de Dom te Freiberg. Dochter van Michael Patzschke , Ratsherr te Geyer, en een zekere Barbara uit Geyer (de broer van Anna was pastoor te Geyer en Großrückerswalde).

Hans werd in 1518 voor het eerst vermeld in de Silberzehntrechnung van Geyer, als eigenaar van de Trimann-Stolln. Sinds het blootleggen van de mijnschacht in 1518 tot Pasen 1519 werd 18 Mark 3 Loth aan zilver gewonnen. In 1518 werd hij in de kerkboeken van Geyer vermeld als Bergmeister (in officiële oorkonden echter vanaf 1523). Een Bergmeister was werkzaam als een voorzitter/ bestuurder van een mijnmaatschappij. In het kerkboek werd tevens vermeld dat hij eigenaar was van de Zwitter- stockwerk. Zwitter is een woord dat in de 15 de eeuw is ontstaan in het Erzgebirge en een granieten rotsformatie betekent en lijkt op Greisen. Greisen is eveneens een woord uit de Saksische mijnbouw wat staat voor korrelig, meestal grijze rotsen, die voornamelijk uit kwarts bestaan. Op 23-11-1518 werd Hans beleend met een Erbstolln am Türkner te Joachimsthal. In de Silberzehntrechnung van 1519 werd te Geyer de “Hans Röhlings Hütte” vermeld. In 1521 werd Hans aangesteld als Bergmeister te Annaberg. Als Rooms-Katholiek was Hans een felle tegenstander van de Reformatie. Het is niet onwaarschijnlijk dat de katholieke Hans hierdoor in positieve zin opviel bij hertog Georg van Saksen (der Bärtige) en zijn succesvolle carrière hier mede aan te danken had. Georg was reeds sinds 1488, nog tijdens de regeerperiode van zijn vader hertog Albrecht van Saksen (der Beherzte), persoonlijk betrokken bij de ontwikkeling van de mijnbouw in Saksen. Daarnaast voerde Georg een felle strijd tegen de leer van Martin Luther en Jan Hus. In februari 1525 was Hans als “Geschickter von Rath, Gemeinde und Knappschaft auf Sanct Anna- berg” aanwezig als bemiddelaar in de opstand van mijnwerkers in Joachimsthal tegen Steffan Schlick. In de Pinksterweek van 1525 schreef Hans een brief aan hertog Georg waarin hij verslag deed van de groeiende weerstand tegen het katholicisme: “Weil ich nun große Murmelung der Knappschaft gehört, hab ich die Steiger alle auf Sonnabend nach Ascensionis, 27. Mai, in die Münze zusammen- kommen lassen.” De mijnwerkers waren hier niet van gecharmeerd en bekritiseerden Hans publieke- lijk in een pamflet dat in 1525 werd aangebracht op het Brunnenhaus: “Der tewffel hat unns ein abtgot peschert, er Hanns Rwlicke, den perkmeister an pilatus statt, den müssen wir auch feyern. der hat geurteilt, das unsser prediger [waarschijnlijk de protestantse Bachmann] hin wegk muss, solt in vil geltz kosten. Wirt das gescheen, so wollen wir die hurn pfaffen auch sterben. Was forder mer ge- schehen wirdt, steckt noch in der feder. Ir obristen pedencktz eben. Her o e s ” Hans stuurde hierop een brief aan hertog Georg waarin hij de gevaarlijke situatie beschrijft waarin hij zich bevond: “Uns wird öffentlich gedroht, man will uns erschlagen und ermorden.” en vroeg de hertog om bescherming. Uit het Häuserlehnbuch blijkt dat Hans in 1525 voor 400 Gulden een huis kocht van Jacob Heyl- mann, bouwmeester van de St. Annenkirche welke in 1525 werd voltooid. Ook bezat Hans een huis te Geyer. In 1530 kocht Hans voor 1000 Gulden een nieuw huis te Annaberg van Ilgen Badner. Op 10-11-1527 werd Hans door de Abt van Grünhain met een grondgebied in Bärenstein beleend waarop hij een Vorwerk oprichtte welke in de loop der jaren werd verheven tot Mannlehngut. Op 23- 10-1530 werd Hans opnieuw beleend met een grondgebied in Bärenstein (tussen weg en beek) waar- door hij de eigenlijke grondlegger van het dorp Bärenstein werd. Op de derde zondag na Laetare in het jaar 1546 werden de privileges, vrijheden en rechten van het leengoed Bärenstein vastgelegd mid- dels een leenbrief van keurvorst Johan Frederik I van Saksen (de Grootmoedige). Op 24-08-1548 werd de belening van Bärenstein nogmaals vastgelegd in een leenbrief van keurvorst Maurits van Saksen, evenals het land dat Hans van Balthasar Frenzel en Thomas Rebentisch gekocht had. De reden dat de rechten van het leengoed in een leenbrief van keurvorst Maurits uiteen werden gezet moet gezocht worden in het feit dat Johan Frederik (Albertijnse linie van het Huis Wettin) Maarten Luther steunde en na de capitulatie van Wittenberg in 1547 door de keizerlijke troepen ge- vangen werd genomen. Het oorspronkelijke doodsvonnis werd teruggedraaid tot levenslange gevangenschap, maar hij verloor de keurvorstelijke waardigheid en grote delen van zijn gebieden aan de eveneens Lutherse hertog Maurits van Saksen (Ernestijnse linie van het Huis Wettin). Maurits zou de rechten van de leengoederen opnieuw laten vastleggen in door hem verstrekte leenbrieven.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Van 1531 tot 1533 was Hans Zehnter te Geyer en Annaberg, zijn opvolger voor deze functie was de bekende Adam Ries. Een Zehnter was een tiendesteker. Een tiende (tiendenrecht) was een vorm van winstbelasting, waarbij men een tiende deel van de opbrengst diende te betalen. De tiende was be- doeld ter financiering van de armenzorg, het levensonderhoud van de parochiepriesters en de instand- houding van kergebouwen. De inning gebeurde aanvankelijk in natura, waarbij men een tiende deel van de oogst op de velden ging ophalen. De tienden werden opgeslagen in een tiendschuur. Later werd de tiende dikwijls verpacht aan een tiendesteker. Met de tijd werd de tiende ook voldaan in klinkende munt. Van 1534 tot 1539 was Hans Bürgermeister van Annaberg. Hans en zijn broers kochten vele rechten in de mijnindustrie op. Zo werden Hans en Lorenz met een pochwerk beleend (werkplaats waar metalen uit ertsen gehaald werden). Beiden kochten in 1530 voor 30 Gulden drieachtste deel van een groeve van de gemeente Geyer. De broers Hans, Lorenz en Oswald kochten in 1531 voor 80 Gulden de Saigerhütte te Geyer van Oswalt Klinger. In 1532 kopen Hans en Lorenz een groeve in Geyer voor 50 Gulden. In 1533 kopen beide broers voor 16 Gulden een achtste deel van een groeve en een smederij van de erfgenamen van Hans Friedrich, alsook voor 30 Gulden een achtste deel van de rijke mijn in de Geyersberg. Ook bezat Hans twee Kuxe (aandelen) van de zilvermijn Himmlich Heer, die mede was ontdekt door zijn zoon Markus. In 1538 nam Hans voor 300 Gulden de mijnaandelen van zijn schoonvader over. Ook kocht Hans samen met zijn zwager Thomas Müller voor 500 Gulden de overige goederen van zijn overleden schoonvader. Samen met zijn broers behoorde Hans tot de rijkste grond- en huiseigenaren in Geyer, Annaberg en Freiberg. Toen Hendrik V de Vrome in 1539 zijn broer Georg opvolgde als hertog van Saksen voerde hij het protestantisme met harde hand in als staatsgodsdienst. Onderdanen die zich niet wensten te bekeren liet hij verbannen of gevangenzetten. Als trouwe dienaar van de hertog, maar waarschijnlijk vooral om zijn financiële belangen te beschermen, sloot Hans zich in dit jaar aan bij de Evangelisch Lutherse Kerk. Later zou blijken dat dit een gunstig effect zou hebben op zijn verdere loopbaan. In 1540 werd Hans, na het overlijden van Urban Ossan, als Bergamtsverwalter naar Freiberg ge- haald. Een Amtsverwalter was de plaatsvervanger voor een ambtelijke functie indien deze functie vacant was. In 1542 werd hij benoemd tot Oberbergmeister en in 1546 tot eerste Amtsverwalter voor het gehele Erzgebirge (de bergketen over een lengte van 150 kilometer de grens tussen het tegen- woordige Duitsland en Tsjechië). Uit het Theatrum Freibergense Chronicum van Andreas Mollerus blijkt dat hertog Maurits van Saksen (vader van Anna van Saksen, tweede echtgenote van Willem van Oranje) in 1545 Simon Bogner als eerste Bergvogt en in 1546 Hans Röhling als eerste Bergamtsverwalter van Freiberg aanstelde: “Der erste Berg Ambtsverwalter zu Freyberg ist gewesen Hans Röhling, Bürgermeister Sigmund Rölings Vater, welcher zu diesem Ambte bestellt worden Anno 1542. Ist zuvorhin Berg- meister uffn Geyer, hernach zu. St. Annabergk, auch Bürgermeister allda gewesen, wie Jenisius in Historia Urbis Annaberga schreibet. In den zusammen gedruckten Außbeutzetteln wird er erstlich Amptsverweser, darnach Ao 1545, als Simon Bogner, Bergvoigt worden, zum erstenmahl Ampts- verwalter beniemet. Er hat gelebet biß Anno 1564, welches Jahres er den 11. Junii in Gott verstorben und in die Thumer Kirche ist begraben worden.“ In 1549 schreef Hans samen met zijn zonen en enkele andere familieleden een brief aan de inmid- dels keurvorst geworden Maurits om te protesteren tegen zijn voornemen een extra ‘tiende’ te innen van de mijnbouw door de ‘vrije’ mijnen middels contracten te verdelen (zie: inleiding). Hans en zijn familieleden gebruikten hun invloed en ambtelijke functies om andere vroeg kapitalistische onderne- mers ervan te overtuigen dat deze tin-monopolie schadelijk zou zijn voor de mijnbouw. Uiteindelijk ziet Maurits van Saksen af van zijn voornemens. In 1546 werd Hans als Erf- en Leenheer beleend met het dorp en Vorwerk Kunersdorf (Conrads- dorf) bij Freiberg, welke hij in 1544 van Sebastian, Valten, Georg en Wolf Hausmann (de erfgenamen van Berg- en Münzmeister Hans Hausmann) had gekocht. Op 08-08-1563 werd de neef van Hans, Valentin (zie: 10.6), door keizer Ferdinand I van het Heilige Roomse Rijk in de H.R. Rijksadelstand verheven. Naast Valentin, werden ook Hans, zijn broers Lorenz en Oswald en al hun wettige nakomelingen in de H.R. Rijksadelstand verheven. Hans overleed op 09-06-1564 te Freiberg en is samen met zijn echtgenote in de Dom van Freiberg begraven. Het epitaaf is echter in de loop der jaren verwijderd. Uit het feit dat hij begraven ligt in de Freiberger Dom blijkt zijn grote welvaart. Op zijn epitaaf stond een vader met zeven zonen welke

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info geknield achter hem zaten, daarop stond ook een moeder afgebeeld met twee dochters. Onder stonden twee ouderwets gekleedde mijnwerkers. Elk hield met één hand een wapen vast met het volgende opschrift: “Anno dni 1564 den 9. Junii ist der erbar und veste Hans Roligk der churf. Sech. Ertz- gebirg. Berg-Amts-Vorwalter seligklich in Christo entschlaffen.” “Anno 1553 den 4. Septemb. Ist die erbare und thugentsame Fraw Anna Roligkin seine eheliche Havswirtin in Christo entschlaffen. Der Herr Christus vorleihe inen beiden eine froliche Auferstehung.” 1564 als het juiste overlijdensjaar van Hans werd door sommigen echter bestreden omdat zijn zoon Markus pas in 1575 werd beleend met Bärenstein. Wat men echter niet wist was dat op 29-06-1565 een andere zoon van Hans, Asmus (zie:10.2), beleend werd met Bärenstein en deze zou nalaten aan zijn broers Markus en Siegmund.

Uit dit huwelijk:

1. Onbekende dochter , overleden vóór de vader. Gehuwd met Bastian Rau ; 2. Jkr. Balthasar Röhling , Gewerke te Geyer, leefde op enig moment te Freiberg, overleden in 1568 te Freiberg (?); 3. Jkr. Paul Röhling , de familie Rüling meent af te stammen van deze Paul, die volgens Jenisius in circa 1557 door de hertog van Braunschweig werd aangesteld om de mijnbouw in de Harz te reorganiseren. Met hem zou de splitsing zijn begonnen tussen de familie Rö(h)ling uit het Erzgebirge en de familie Rü(h)ling uit de Harz (zie: Hoofdstuk 4); 4. Onbekende zoon , alleen bekend door het epitaaf van Hans; 5. Jkr. Markus Röhling (zie: 10.1); 6. Jkr. Asmus Röhling (zie: 10.2); 7. Jkr. Hans Röhling (zie: 10.3); 8. Jkr. Siegmund Röhling (zie: 10.4); 9. Jkfr. Apollonia Röhling (zie: 10.5).

9.2 Jkr. Lorenz Röhling , geboren ná 1485 te Geyer, overleden in circa 1551 te Geyer. Zoon van Markus Röhling (zie: 8.1). Gehuwd in 1520 met Ursula Kestel , dochter van Laurenz Kestel , Gewerke en Gerichtsschöppen (Schepen) te Geyer (zoon van Andreas Kestel , Bergmeister te Geyer).

Lorenz werd mogelijk vernoemd naar St. Laurentius, die in Geyer als patroonheilige diende voor de mijnwerkers. In de Nicolai-Kirche, die in 1491 door brand verloren is gegaan, bevond zich een kapel voor mijnwerkers die aan deze heilige gewijd was. Waarschijnlijk had Lorenz zich net als zijn broer Hans in 1539 aangesloten bij de Evangelisch-Lutherse kerk. Van 1524 tot 1528 was Lorenz Bergmeister en van 1530 tot 1543 Stadtrichter te Geyer, van 1539 tot 1546 Flo βmeister en Zehnter. Een richter kan niet vergeleken worden met de huidige rechter. De richter was wel de door de heer benoemde voorzitter van het gericht, maar vonnissen deed hij niet. Die taak liet hij over aan bijzitters, die keurgenoten, maalmannen, schrerer (rekken) of hofgenoten werden genoemd. De twee of meer keurgenoten moesten een “oordeel vinden”, de richter maakte het bekend en droeg zorg voor de uitvoering. Vóór 1795 betekende richten: orde handhaven en zo nodig scheppen en was dus een omvangrijke taak. Flo βmeister was de hoogste positie binnen het gilde van de vlotters, die via de rivieren boomstammen transporteerden van en naar de grote steden. De vlotten werden ook gebruikt voor transport van andere goederen, wat een extra bron van inkomsten beteken- de. De eerste vlottersgilden ontstonden in de 15 de eeuw. Lorenz was de bezitter van een Schäfferhofes (Freihof), welke hij in 1532 voor 290 Gulden van zijn Schoonvader Laurenz Kestel kocht. Laurenz Kestel was Gerichtsschöppe (schepen, oftewel wethou- der) te Geyer. Lorenz Röhling bezat in Geyer omvangrijke bezittingen waaronder een huis, tuin, wei- den en wateren. Op de maandag na Conversionis Pauli 1551 verklaren de weduwe van Lorenz, samen met haar zonen Sebald, Valten en George, alsook haar schoonzoon Christoff Claus het volgende: “Die Witwe erhält 1/5 an allen Gütern. Die Erben verkaufen Haus, Hof, 3 tische, 1 Siedel, 3 Spanbett, das Braugerät, Heergerät soviel vorhanden, den Garten am Haus, außer den halben Baumgarten, die den Mutter behält, Stallungen, Scheune, drei Wiesen, 2 Teiche, Äcker an den Sohn Georg für 800 Gulden, Georg gibt 300 fl bar als Angeld, alle Jahre dann 50 fl.”

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Op 08-08-1563 werd de oudste zoon van Lorenz, Valentin (zie: 10.6), door keizer Ferdinand I van het Heilige Roomse Rijk in de H.R. Rijksadelstand verheven. Naast Valentin, werden ook Lorenz (postuum), zijn broers en al hun wettige nakomelingen in de H.R. Rijksadelstand verheven.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Valentin Röhling (zie: 10.6); 2. Jkr. Sebald Röhling (zie: 10.7); 3. Jkfr. Katharina Röhling (zie: 10.8); 4. Jkr. Georg Röhling (zie: 10.9).

9.3 Jkr. Oswald Röhling , geboren ná 1485, overleden vóór 15-05-1548 te Annaberg. Zoon van Markus Röhling (zie: 8.1). Gehuwd in 1523 (zonder vermelding van exacte datum) te Annaberg met Sybilla Koch , dochter van Klaus Koch uit Annaberg.

Oswald was in 1525 Amtsverweser te Annaberg. Een Amtsverweser was de plaatsvervanger voor een Burgemeester indien deze functie vacant was. In 1531 was hij Ratsherr en in 1533 Bergmeister te Annaberg alsook Zinnbergwerkbesitzer te Geyer. In 1533 kocht hij voor 300 Gulden een huis met Braugerät (brouwerijgereedschap) en Water te Geyer, een tuin met huis en een groter huis achter de Geyersberg en een weide bij Greifenbach van Joachim Pergenauer, welke het bezit kort daarvoor had verkregen van de erfgenamen van Urban Pfeffer. Niet lang daarna verkocht Oswald dit bezit voor 302 Gulden aan Michael Spitzelt. Oswald was ook de eigenaar van een handelsbedrijf te Geyer. In 1524 kocht Donat Fischer voor 300 Gulden een huis van Cuntzen Gampert. In 1526 getuigde Oswald Rülick voor zijn Schwehers Cuntzen Gampers dat Donat Fischer 40 Gulden betaald had. “Schweher” is een term die eigenlijk gebruikt werd voor schoonvader, maar hier geïnterpreteerd moet worden als een algemeen begrip van verwantschap. In 1533 kocht Oswald een huis van Frau Anna Gerhard Steynin en verkocht deze datzelfde jaar voor 90 Gulden aan Frau Appolonia Gampert. Waar- schijnlijk had Lorenz zich net als zijn broers in 1539 aangesloten bij de Evangelisch-Lutherse kerk. Op 15-05-1548 (de vrijdag ná Exaudi) is Oswald reeds overleden: “Herrn Oswalden Rölingis, Berckmeisters auf Sant Annaberg seligen Witfrauen vnd Erben handlunge, durch Herrn Marcus Rülinge, Berckmeistern alhier, für sich, vnd an stdt seines Vaters, Herrn Hansen Rülingis, Amptver- walters, auch von wegen Lorentzen seines Sohnes Seals Rülingis, Matthes Clugen Esaien vnd Paul Röling Gebrüder.” De erfenis bestond uit: contant geld en juwelen ter waarde van 1052 Gulden, 13 Groten en 7 Pfennig, twee tuinen met een gezamenlijk geschatte waarde van 450 Gulden, aandelen in een tinmijn en zilvermijn te Geyer, huishoudelijke goederen met onder andere 12 vederbedden, veel linnen, tinnen gerei met een totaal gewicht van 3 Zentner en 16 pond. Zentner is een oude term en geeft een meervoud van 100 van een bepaalde maateenheid aan (veelal ponden, later ook kilogram- men). In Duitsland stond een Zentner veelal gelijk aan 50 kilogram. Als erfgenamen werden ge- noemd: de weduwe Sibilla, Esias en Paul Röhling, Dorothea Matthes Klugin, Jungfr. Magdalena, Anna, Sibilla, Margaretha en zijn reeds overleden zoon Oswald. Sybilla werd op Sonnabend nach Bonifacii 1554 beleend met een huis te Annaberg, welke zij voor 205 Gulden had overgenomen van Christoph Senckler. Oswald werd op 08-08-1563 postuum in de H.R. Rijksadelstand verheven middels de adelsbrief van zijn neef Valentin (zie: 10.6).

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Oswald Röhling , in 1537 betaalde “Oswaldus Röling” uit Annaberg 6 groten bij zijn inschrijving aan de universiteit van Leipzig, overleden vóór 1548; 2. Jkr. Esaias Röhling (zie: 10.10); 3. Jkr. Paul Röhling (zie: 10.11); 4. Jkfr. Magdalena Röhling (zie: 10.12); 5. Jkfr. Dorothea Röhling (zie: 10.13); 6. Jkfr. Anna Röhling (zie: 10.14); 7. Jkfr. Sybilla Röhling (zie: 10.15);

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 8. Jkfr. Margarethe Röhling (zie: 10.16).

9.4 Georg Röhling , geboren ná 1485, overleden op 14-11-1530 te Geyer. Zoon van Markus Röhling (zie: 8.1). Gehuwd in circa 1525 te Annaberg met Anna Schenk , dochter van Caspar Schenk . Anna huwde een tweede maal met Hans Müller , Gewerken te Geyer, overleden in circa 1557.

Georg overleed op relatief jonge leeftijd en was zodoende niet in staat geweest om net als zijn broers een aanzienlijke positie te verwerven. Georg heeft zich waarschijnlijk ook nooit aangesloten bij de Evangelisch-Lutherse kerk. De reden dat hij niet in de adelsbrief van zijn neef Valentin (zie: 10.6) werd vermeld heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat hij geen mannelijke nakomelingen had. Op Valentijnsdag 1531 vond een erfdeling plaats die vele bladzijden van het Gerichtsbuch (Erbteil- buch) innam. Hierbij waren aanwezig: zijn broers, Hans, Lorenz en Oswald als vertegenwoordigers voor de jonge dochter Ursula, de getuigen waren Lorenz Kestel en Andreas Schymmel, Caspar Schenk als vader van de weduwe, Wenzel Rudisch, de weduwe Anna Schenk met haar vertegenwoor- diger Jeronimus Maydeburg van St. Annaberg, Urban Pfeffer en Hans Weise, Richter te Geyer. De broers van Georg taxeerden het huis van hun overleden broer op 330 Gulden. Hierbij werd vastgelegd dat de weduwe van dit geld eerst de schulden zou aflossen van haar overleden man (welke waren vastgesteld op 83 Gulden en 19 Groten). Van de overgebleven 246 Gulden en 2 Groten kreeg de weduwe haar Dritteil van 82 Gulden en 8 Pfennig. Ursula kreeg 164 Gulden 1 Groot en 4 Pfennig. De moeder zou de zorg krijgen over haar dochter. De kleding van Georg werd verdeeld onder zijn broers. Kort na het overlijden van Georg, huwde Anna met Hans Müller. Hans stond borg voor het kindsdeel van Ursula. Hans en Lorenz Röhling bleven echter de voogden van Ursula.

De inventaris van Georg’s bezittingen zag er als volgt uit: • huis en tuin in de Ziegengasse, geschat op een waarde van 330 Gulden; • Braugerät (brouwerijgereedschap), hout en overige roerende goederen, geschat op een waarde van 150 Gulden; • een weide in een bos; • een vertrek in Perckseifen, geschat op een waarde van 15 Gulden; • het Bergwerk bij Gößners Hütte inclusief hout, geschat op een waarde van 1000 Gulden; • tingerei met een gewicht van circa 1¼ Zentner, 1 koperen beker, 2 Messing bekers, 4 kroon- luchters groot en klein, 1 vijzel, geschat op een totale waarde van 2 Gulden; • 7 vederbedden van 18 Gulden, 6 hoofdkussens en 2 kussens van 5 Gulden; • 9 vlasdoeken van 4 Gulden, 2 schwäbische doeken van 1 ½ Gulden, 6 vlas en 3 grote lakens van 3 Gulden, 6 grote bedlakens van 1 ½ Gulden, 1 schwäbische kussensloop en 3 schwäbische hoofdkussenslopen van 1 ½ Gulden; • 6 tafellakens van 1 ½ Gulden, 10 handdoeken van 1 ½ Gulden; • 6 ceintuurs en 8 borden met zilver en goud van 5 Gulden; • paard, karren en toebehoren van 16 Gulden; • 9 schepel (circa 10 liter) haver van 4 ½ Gulden; • 2 kisten en 3 kleerkisten van 4 Gulden, 1 kist van 1½ Gulden en 1 zadel van 1 Gulden; • 1¼ aandeel in de St. Jacobsmijn te Geyer, 2 aandelen in Raben te St. Annaberg.

Zijn schulden bestonden uit: • 16 Gulden en 8 Groten bij Gregor Schütz; • 14 Gulden bij Lorenz Kestel voor zijn werk op de werkplaats; • 22 Gulden en 10 Groten bij Lorenz Röhling; • 2 Gulden en 12 Groten bij de doctor en de apotheker; • 38 Gulden in verband met mijnafval.

Uit dit huwelijk:

1. Ursula Röhling (zie: 10.17).

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 10.1 Jkr. Markus Röhling (der Reiche) , Herr von Bärenstein, Rückerswalde und Wolfstein, geboren in circa 1510/15, overleden op 30-05-1581 te Annaberg (volgens de historicus Christian Meltzer over- leed Markus op 01-06-1581), Evangelisch-Luthers begraven in de St. Annenkirche te Annaberg. Zoon van Johann Röhling en Anna Patzschke (zie: 9.1). Gehuwd (1) in 1534 met Margarethe Hacker , geboren in circa 1515 te Joachimsthal (?), overleden in circa 1570 te Annaberg, vermoedelijk een dochter van Steffan Hacker uit Preßnitz (Bürgermeister te Joachimsthal) en een zekere Elisabeth . Evangelisch-Luthers Gehuwd (2) op 21-06-1573 te Annaberg met Jkfr. Appolonia von Alnbeck , dochter van Jkr. Bastian von Alnbeck (von Alnpeck) uit Großhartmannsdorf. Appolonia was we- duwe van Martin Rabe (Hauptmann te Comotau/ Kommotau) en bracht 1000 gulden in met het huwelijk.

In 1536 werd Markus vermeld als ontdekker van de “Himmlich Heer” (Hemelse Heer) bij Annaberg, een zilvermijn die hem grote rijkdom zou brengen. Het erts uit deze mijn bevatte tot wel 40% zilver. In 1537 werd vermeld dat hij één van de 128 aandelen bezat. Zijn vader Hans bezat op dat moment nog twee aandelen. De totale opbrengt van de mijn bedroeg tussen 1536 en 1560 in totaal 320.896 fl. oftewel 2507 fl. per Kux (aandeel). In 1538 leende Markus 100 Gulden uit aan Brosius Wagner uit Annaberg voor de aanschaf van een Huis met tuin aan de Stufenweg. In datzelfde jaar kocht Markus zelf een huis voor 800 Gulden van Christoph Stumpff, gelegen op de hoek onder de St. Anna en naast het huis van Jobst Weinolt. In 1538 kreeg Markus onenigheid met Linhard Buchsteiger, welke zo hoog opliep dat dit ontaardde in een gevecht waarbij beide mannen gewond raakten. Beide mannen moesten voorkomen bij de Rat waar zij hun geschillen bijlegden. In 1539 kocht Markus voor 1500 Gulden in contanten een huis van Alexander Bernhard, welke gelegen was naast de huizen van Jacob Staude en Hans Staffel. In datzelfde jaar verkocht Markus een huis onder de Annenkirche voor 875 Gulden aan Cunrad Tyrolf (mogelijk het huis dat hij een jaar eerder voor 800 Gulden had gekocht). In 1539 kocht Markus eveneens voor 50 Gulden acht aandelen in de Suchstolln van Gregor Kuhn alsook delen van de smederij en werkplaats met voorraad. In 1540, 1542 en 1547 was Markus Zehnter (tiendesteker) te Geyer. Van 1542 tot circa 1553 was hij Bergmeister te Annaberg. In 1545 gaf Markus een huis in de St. VeronikaZeche aan Franz Teicher. In 1548 verkocht Markus een huis voor 100 Gulden aan Hans Roscher en kocht hij er een voor 200 Gulden van Paulus Thieme. In 1549 ondertekende hij samen met zijn vader Hans en enkele andere familieleden een brief aan de keurvorst van Saksen om te protesteren tegen zijn voornemen een extra ‘tiende’ te innen van de mijn- bouw door de ‘vrije’ mijnen middels contracten te verdelen (zie: inleiding). Hans en zijn familieleden gebruikten hun invloed en ambtelijke functies om andere vroeg kapitalistische ondernemers ervan te overtuigen dat deze tin-monopolie schadelijk zou zijn voor de mijnbouw. Uiteindelijk zag Maurits van Saksen af van zijn voornemens. Niet lang daarna werd Markus een goede vriend en vertrouweling van August van Saksen die in 1553 zijn broer Maurits als keurvorst opvolgde. In 1553 nam Markus als Bergmeister te Annaberg samen met zijn neef Sebald Röhling, Bergmeister te Geyer (zie: 10.7) en Hans Roscher, Geschworener te Annaberg, deel aan een overleg na onenigheid over de grenzen van Marienberg- enerzijds en Ehrenfriedsdorf anderzijds. Dat men het probleem niet eenvoudig kon oplossen blijkt uit het feit dat hij in 1554 opnieuw deelnam aan een overleg met als doel een geschil tussen Wolkenstein en Ehrenfriedsdorf bij te leggen. Pas op 10-10- 1555 werd door Oberberghauptmann Heinrich von Gersdorf en Oberbergmeister Marx Röhlingk een overeenkomst getroffen waarbij de grenzen werden vastgesteld. Dit is de eerste vermelding van Markus als Oberbergmeister, een functie die hij zou blijven vervullen tot 1574. Op 23-10-1560 kocht Markus van Wolff Pfauschner voor 15 Gulden een halve mijn met inboedel in de “Hülfe Gottes” gelegen in het bos nabij Geyer. Op dezelfde dag kocht Markus samen met zijn broers Asmus en Hans aandelen in de “Reichen Geschub” te Geyer van Bartel Hackpeil. In 1564 leende Markus 100 Gulden aan de stad Geyer. De Rat, Bergmeister en Gemeinde-ältesten stonden borg voor de lening. De lening werd terugbetaald met hout uit het bos dat aan de stad toebehoorde. In 1565 bericht Markus de Landesherrn, dat de Rat van tot een overeenkomst was gekomen en de gemeente bijeen had geroepen waarbij Valten Feige als nieuwe Bergmeister was benoemd. Op 03-05-1566 werd Markus met een groeve beleend nabij de Suchstollner Pochwerk.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Op 14-06-1567 bekennen de broers Christoff, Lorentz en Hans Beyer uit Annaberg dat zij reeds drie jaar geleden een voorschot van 20 Gulden hadden ontvangen van Oberbergmeister Markus ter bevordering van hun Bergwerk. Zij konden de 20 Gulden nog niet terugbetalen en verzochten uitstel van betaling. Voor het geval zij opnieuw niet konden betalen, schreven zij in hun verklaring: “so wollen wir alle drey oder jeder sonderlich auf unsere eigenen Kosten und leibs gefahr aufn Geyer uns in gehorsam [Gefängnis] einstellen.” Zo ver hoefde het echter niet te komen, want in het Bergbuch van 1568 werd genoteerd dat zij de 20 Gulden hadden terugbetaald. Op 17-10-1568 schreef Markus aan het Oberbergamt Freiberg dat in één maand 800 mensen waren overleden, waaronder de echtgenote van een Geschworenen, en de kinderen van een ander, twee Hüttenschreiber en één Hüttenmeister: “Ist die Ungnad in alle drey Hütten kommen.” Op de eerst- volgende dinsdag zou hij de Hüttenreuter en Bergmeister bij zich hebben geroepen, ware het niet dat de Bergmeister die dag eveneens ziek werd. Hoogstwaarschijnlijk betreft het hier een registratie van de slachtoffers van een pestepidemie. Op 02-04-1571 voorzag Markus de keurvorst van advies betreffende de winstgevendheid van de Salzbrunnen zu Erlbach te Vogtland. In juni 1573 werd Markus door de Richter en Rat middels een schrijven bedankt voor het feit dat hij zich het lot van de armen had aangetrokken. Markus had onlangs namelijk 500 Scheffel aan graan voor de armen beschikbaar gesteld. In datzelfde jaar moesten de Richter en Rat zich verantwoorden voor Oberbergmeister Markus inzake de jachtdienst van mijnwerkers. De Richter en Rat zworen dat zij 30 arme mijnwerkers wel moesten inzetten voor de jachtdienst, omdat zij zonder deze arbeid in het daglicht hun gezin slechts met moeite konden onderhouden. De gevolgen van deze extra dienst was echter dat de mijnwerkers vertrokken en op zoek gingen naar een mijnwerkersstad zonder deze extra jachtdienst. Op 03-03-1574 werd Markus Bergamtsverwalter (mijnfunctionaris) in Annaberg, deze functie zou hij tot zijn overlijden blijven vervullen. In de jaren 1574 en 1575 schreef Markus meerdere brieven aan de Bürgermeister en Rat van Joachimsthal wegens een erfenis van zijn zoon Steffen. Steffen kreeg namelijk nog 250 Gulden van de Joachimsthaler Rat, wat bleek uit het testament van zijn grootmoeder Elisabeth Hacker. Op 06-12-1575 werd hij beleend met het leengoed Bärenstein, welke hij samen met zijn broer Siegmund had geërfd van hun broer Asmus. Op 25-02-1581, verkocht Markus een tuin aan Barthel Ziegler, welke hij zelf had gekocht van Valten Zieglers weduwe en erfgenamen. Kort na deze verkoop zou Markus overlijden. Uit zijn testament blijkt dat hij niet alleen bedreven en succesvol was in het uitoefenen van zijn ambt, Markus was vooral een zorgzame vader en oom die zijn bezittingen zo eerlijk mogelijk probeerde te verdelen. Uit het testament van 21-04-1581 bleek het omvangrijke bezit van Markus. Zo was hij in het bezit van een tinmijn te Geyer alsook pochwerken (werkplaatsen waar metalen uit ertsen gehaald werden), een ijzerertsmijn bij Memler (tegenwoordig ligt in Markersbach nog de Emlerweg), silberkuxe in alle mijnsteden en de bijzonder productvolle groeve Himmlisch Heer (Hemelse Heer) gelegen boven Buchholz, een “Knochen” (botten) tuin en een huis in Geyer, een Vorwerk in (Klein) Rückerswalde met 6 koeien, een Vorwerk in Wolfstein (“Das Guth und Fehrwergk, Neudeck genandt underm Wolff- stein”). Ook was hij eigenaar van een bos (Stockholz bij ), een woonhuis in de Kirchgasse (Kerkstraat) in Annaberg, 11 zilveren bekers en 12 zilveren lepels. Daarnaast ontving Markus nog jaarlijks 333 real en 7 groten (de Groot was een van de standaardmunten in Noordwest-Europa gedurende de 16 de eeuw) voor het in onderleen uitgeven van het leengoed Bärenstein aan Paul Mittel- bach (zie: 11.3). Tevens was Markus Fundgrübner (aandeelhouder in vindplaatsen) van tin-mijnen te Altenberg. Jenisius schreef over Markus: “Markus Rhôling Archimagister metallorum vir prudens et gravis obiit Cal. Junii 1581. Sepultus in Templo, und zwar liegt er begraben vor dem Knappschaftsaltare der St. Annenkirche zu Annaberg, eine Vergünstigung, für die er der Kirche neben sonstigen Legaten 25 rl vermachte.” Het epitaaf van Markus is tot op de dag van vandaag bewaard gebleven. Hierop staat een Midden-Oosters landschap (Jeruzalem) afgebeeld, met daarvóór een kruis en op de voorgrond links daarvan Markus met twee zonen, rechts zijn twee echtgenotes. Helemaal onder zijn twee wapens aangebracht, links het oude familienwappen en rechts een vereenvoudigde uitvoering van het diplom- wappen.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Op een votiefgave in de St. Barbara kerk te Markersbach (in de nabijheid van de oude ijzerertsmijn in Memler) staan onder andere twee vrouwen en twee zonen afgebeeld, dochters ontbreken echter heel duidelijk aan dit tafereel. Men vermoed dat dit votiefgeschenk is geschonken door Markus en dat hij samen met zijn familie wordt afgebeeld. De votiefgave lijkt veel op de votiefgave van Nickel Seidel (ook wel Seydel) en zijn echtgenote Margarethe Röhling in de St. Annenkirche te Annaberg. Om zijn werk in de mijnbouw (en zijn grote invloed op de ontwikkeling van de stad Annaberg) te eren, werd een manege vernoemd naar hem, de Pony-reiterhof Markus Röhling. Ook werd de Markus Röhling Stolln (schacht) bij Frohnau (Annaberg) naar hem vernoemd. Deze bezoekersmijn kan vandaag de dag nog altijd bezocht worden en is in 2020 opgenomen als UNESCO werelderfgoed. De weg nabij de oude schacht is omgedoopt tot Markus Röhling Weg.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkr. Hans Röhling (zie: 11.1); 2. Jkr. Steffen (Stephan) Röhling (zie: 11.2); 3. Jkr. Sigismund Röhling , volgens Prof. Dr. W. Lorenz was dit een zoon van Markus die in 1583 werd vermeld als dooppeter te Geyer. Uitgaande van het bewaard gebleven Votivbild van Markus en zijn familie, alsook zijn epitaaf, lijkt het echter onwaarschijnlijk dat Markus nog een derde zoon had.

10.2 Jkr. Asmus Röhling , Herr von Bärenstein, geboren in circa 1515 te Geyer, overleden op 13-01-1575 te Annaberg. Zoon van Johann Röhling en Anna Patzschke (zie: 9.1). Gehuwd in 1542 (vóór 13-03) te Annaberg met Anna Beyer (Peyer, Baier, maar ook wel Behr), geboren in circa 1522, overleden vóór 11-09-1572 te Annaberg, dochter van Cuntz (Konrad) Beyer en Ottilia Kitschinger . Anna was de weduwe van Hans Schmidt en Jkr. Utz von Sulgau met wie zij op 31-03 / 07-04-1532 was gehuwd.

Asmus was Bergmeister te Preßnitz (“Bergmeister vff der Preßnitz”). In 1546 kocht Asmus voor 525 Gulden een huis te Annaberg van de erfgenamen van Utz von Sulgau. Asmus was toen reeds enkele jaren gehuwd met de weduwe van Utz, Anna Beyer. Utz von Sulgau was Stadt- und Feldhauptmann te Annaberg. Zijn naam wordt vaak vermeld in de literatuur over de Boerenoorlog. De schoonvader van Asmus, Cuntz Beyer, was een rijke loodhandelaar, bezitter van een metaalbewerkingsfabriek en grootgrondbezitter te Geyer en Annaberg met taltijke vermeldingen van de koop en verkoop van huizen. Cuntz nam voor 2000 Gulden deel aan de bouw van de Saigerhütte Grünthal. Anna Beyer ont- ving in 1538 uit de erfenis van haar moeder 1000 Gulden contant. In 1547 kocht Asmus het huis van zijn vader te Annaberg, alsook Gewerke en meerdere Gruben (groeves) te Geyer. Asmus werd in 1551 vermeld als eigenaar van een Silberschmelzhütte (zilverver- werkingsbedrijf) te Annaberg. Deze leverde in Quartal Reminiscere 1551 25 (Gewichts-)Mark Brand- silber op. In Quartal Luciae 1553 was de opbrengst reeds 474 Mark. De productie van de mijnbouw- industrie werd in kwartalen ingedeeld en geregistreerd. Men kende hierbij de volgende kwartalen:

- 1ste kwartaal, Reminiscere, van St. Luciae (de Heilige Lucia van Syracuse) op 13 december tot aan Fastnacht, oftwel vastentijd; - 2de kwartaal, Trinitatis, Aswoensdag (Aschermittwoch) tot Pinksteren (Pfingsten); - 3de kwartaal, Crucis, Pinksteren tot de Heilige Kruisverheffing (Kreuzerhöhung) op 14 september; - 4de kwartaal, Luciae, van de Heilige Kruisverheffing tot St. Luciae.

Op 23-10-1560 kocht Asmus samen met zijn broers Markus en Hans aandelen in de “Reichen Ge- schub” te Geyer van Bartel Hackpeil. Op 29-06-1565, enkele maanden ná het overlijden van zijn vader, werd Asmus beleend met het leengoed Bärenstein. Asmus stond in Annaberg bekend als een grote weldoener. Zo stichtte hij in 1567 de armen Schülern (armenschool) te Annaberg voor 33 Gulden. De echtgenote van Asmus, Anna, was reeds tweemaal weduwe. Uit haar eerste huwelijk met Hans Schmidt had zij reeds vier kinderen. Samen met haar tweede echtgenoot Utz von Sulgau kreeg zij nog eens vier kinderen. Utz was vóór het huwelijk met Anna Beyer reeds weduwnaar. Met zijn eerste

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info echtgenote, Katharina von , dochter van Stadtrichter Johann von Elterlein, had hij twee kin- deren gekregen. Deze kinderen woonden allen in bij Asmus en Anna, evenals de vier kinderen die zij samen kregen. Hierdoor bestond het huishouden in totaal uit zestien personen. In 1572 werd naar aanleiding van het overlijden van Anna Beyer het erfdeel van de kinderen van Utz uit het huwelijk met Anna opnieuw bevestigd, hierbij werd de situatie van de familie beschreven. In het Receßbuch van Annaberg werd het volgende geschreven: “Herrn Asmussen Rhölings und seiner Stiefkinder Vertrag. Der Erbare und Wohlgeachte Paul Rhöling, Bergmeister auf S. Marien- bergk in ehelicher Vormundschaft seiner Frau Ottilien, desgleichen von wegen Jungfrauen Annen, Ursulen, Andreas Scheibin seligen nachgelassen Tochter, ze deren Vormunden er confirmiert, und als ein genugsam Bevollmächtigter seines Schwagers Magnus von Sulgaw, beneben Andreas Kluchzern, als jetztgemelder Ottilia Rhölingin bestätigten kriegischen Vormunden, und Jacob von Sulgaw für sich, und haben bekannt, daß sie sich mit dem Erbarn und Ernvesten Assmussen Rhöling alhierwegen ihrer Forderung, so ihnen nach Absterben Frau Anna, gedachten Herrn Asmus Rhölings Hausfrau seligen, als ihrer freundlichen lieber Schwieger und Mutter zu ihrem Mutterteil gebührent haben möchte, wie folgt vertragen haben: Asmus Rhöling zahlt seinen drei Stiefkindern und Anna Scheibin 900 fl, davon 500 fl bar, den Rest in Tagzeiten.” In de Erbregelung in het 15 Annaberger Häuserlehnbuch werd vermeld: “Herr Bürgermeister Hans Schwartz in ehel. Vormundschaft vnnd von wegen seines Weibes Margarethen, gemelden Herrn Assmussen Rolings selig. gelassenn Tochter von seinen Schwagern, dem Ernvesten, Hochgelahreten vnnd Erbarn Herrn Johann Gobelnn, der Arznei Doctor vnnd Chur. Sächszischenn bestalt. Leibarzt anstat seiner unmündigen zweier Kinder, so er mit seinem Weibe Anna seligen, oberwentes Herrn Aszmussen Rolings Tochter ehelichen erzeugt, an einem, dann Pauli Mittelbachen wegen seines Weibes Marien am anderen, vnnd Hansen Nitzsch, burgerm. vfn Schneeberg in nahmen vnd anstat seines Weibes Elisabeth zum dritten…”

Uit het huwelijk Röhling - Beyer:

1 Jkfr. Maria Röhling/Rohling (zie: 11.3); 2 Jkfr. Anna Röhling (zie: 11.4); 3 Jkfr. Elisabeth Röhling (zie: 11.5); 4 Jkfr. Margarethe Röhling (zie: 11.6).

Uit het huwelijk van Hans Schmidt en Anna Beyer (later gehuwd met Utz von Sulgau):

1. Matthes Schmidt , erfde het vaderlijk huis in de Buchholzer straße te Annaberg; 2. Dorothea Schmidt , gehuwd met Christoph Hirsch , Richter te Frohnau. Samen kregen zij 1 dochter; 3. Catharina Schmidt , gehuwd in 1528 met Erhard Scharf , Bürger te Annaberg en Gewerke in Marienberg. Erhard kocht in 1527 een huis, Brauhaus en Braugeschirr van zijn schoonmoeder; 4. Anna Schmidt , gehuwd (1) in 1531 met Hans Kürschner , overleden in 1545/46. Zoon van Hans Kürschner (ook wel bekend als Fleischmann), rijke Fundgrübner en Ratsherr te Annaberg en Barbara Weiß . Hans was Gewerke en de broer van Bürgermeister Caspar Kürschner. Gehuwd (2) met Georg Paul , Gewerke, Gerichtschöppe, 1566 Ratsperson te Geyer.

Uit het huwelijk van Utz von Sulgau en Anna Beyer:

1. Jkr. Jakob von Sulgau , Steiger (toezichthouder in de mijnbouw) en Stadtfähnrich te Annaberg. Gehuwd op 14-09-1561 te Annaberg met Dorothea Kolreuter, dochter van Christoph Kolreuter , Hüttenraiter en in 1541 Ratsherr, en een zekere Barbara die als een Uthmann werd aangenomen. Samen kregen zij 7 kinderen; 2. Jkr. Magnus von Sulgau , Kurfürstl. Schichtmeister bij de Saigerhütte Grünthal. Gehuwd (1) op 11.p. Trinit. 1567 te Annaberg met Magdalena Beuter , dochter van Georg Beuter uit Römhild, Wardein (controleur van de Münzmeisters). Gehuwd (2) met Rosina Hausmann . Bij beide echtgenotes kreeg Magnus 2 kinderen (zie ook: 11.8);

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 3. Jkfr. Ottilia von Sulgau (zie: 10.11); 4. Jkfr. Ursula von Sulgau , overleden op 09-05-1564 te Lößnitz als Sechswöchnerin (in kraambed overleden). Gehuwd op 27-12-1562 te Annaberg met Andreas Scheib (Scheibe) uit Leipzig, overleden op 08-02-1594 te Lößnitz.

Uit het huwelijk Utz von Sulgau en Katharina von Elterlein:

1. Jkr. Hans von Sulgau , overleden vóór 23-05-1570. Gehuwd (1) vóór 1539 met een onbekende vrouw. Gehuwd (2) op 25-04-1568 te Annaberg met Fides , weduwe van Ulrich Beck uit St. Joachimsthal te Bohemen. Hans was Hüttenschreiber te Annaberg; 2. Jkfr. Anna von Sulgau , gehuwd vóór 1540 met Johannes Koither (Koyter, Coith) uit Merseburg, overleden in 1567. Johannes was Sekretär van hertog Georg, later Austeiler en Ratsherr te Annaberg. Samen kregen zij 1 kind.

10.3 Jkr. Hans Röhling (der Jüngere) , geboren in circa 1517 te Geyer, overleden op 18-06-1585 te Geyer, Evangelisch-Luthers begraven op 20-06-1585 in de kerk te Geyer. Zoon van Johann Röhling en Anna Patzschke (zie: 9.1). Evangelisch-Luthers gehuwd op 06-10-1549 te Leipzig met Veronica Fromia Schweikert , geboren tussen 1525 en 1530 te Nürnberg, waarschijnlijk overleden te Geyer. Dochter van Sebastian Schweikert en zijn eerste echtgenote Elisabeth Cotta uit Eisenach. Sebastian kwam in 1541 naar Leipzig en was Handelsherr in metaal, wol en wijn. Hij bezat filialen in Nürnberg en Eisenach. Tevens was hij Ratsherr te Leipzig.

Hans was Bergmeister, Ratsherr en later ook Bürgermeister te Annaberg. Tevens was Hans Hammer- herr te en Zinnverleger. Een verleger kocht grondstoffen in en verstrekte deze aan de handwerker. Zordra deze van de grondstoffen een product had vervaardigd gaf hij deze weer aan de verleger die de producten vervolgens verkocht. De verleger betaalde de handwerker in grondstoffen of geld. Het voordeel van dit systeem was dat de handwerker in of nabij zijn eigen huis kon werken. Vaak werkten de kinderen mee in het ‘familiebedrijfje’, hier werden zij vaak beter behandeld dan wanneer zij voor een grote producent werkzaam waren. In dit geval was Hans dus een verleger van tin, het is aannemelijk dat hij zijn grondstoffen verkreeg via zijn broer Markus. In 1555 leende de gemeente Geyer in verband met verscheidene bouwprojecten uit hoge nood 300 Gulden tegen 5% rente over een periode van twee jaar van hun inwoner Hans Röling. Op 23-10-1560 kocht Hans samen met zijn broers Markus en Asmus aandelen in de “Reichen Geschub” te Geyer van Bartel Hackpeil. In 1565 bezat Hans een Fundgrube aan de “Müllerin”. In 1568 laat Hans als Bergmeister twee Pochwerke en een Schmelzhütte te Geyer bouwen. Op 15-11-1576 maakt Hans kenbaar aanspraak te willen maken op het erfdeel van zijn schoon- vader. Zijn schoonvader had in zijn testament zijn tweede echtgenote Clara opgenomen en er voor gezorgd dat zij in haar huis kon blijven wonen en de waarde van dat huis (2000 Gulden) niet direct aan de erfgenamen hoefde af te staan, met dien verstande dat wanneer het huis verkocht zou worden, de opbrengst uitgekeerd zou worden aan de erfgenamen. Toen het huis verkocht was, hadden de kinderen uit het eerste huwelijk van Sebastian echter niet hun erfdeel ontvangen. Hans maakte daarop aanspraak op het deel van de erfenis van 2000 Gulden voor zichzelf, zijn onmondige kinderen Moritz en Juliana, en middels een volmacht alsook voor zijn schoonzonen (“Aydmanns”) Christoff Siegel uit (zie: 11.7) en Jonas Öhmichen, Richter te Geyer (zie: 11.8). In 1579 deed Bürgermeister Hieronymus Lotter een beroep op Hans Röling uit Geyer om de door de Raad verschuldigde 210 fl. 4 Groten en 2 Pfg. te kunnen betalen. Hans bezegelde het testament van zijn broer Markus op 21-04-1581. In het Toten-Buch van Geyer uit 1585 stond geschreven: “1585, 20.6. Der Erbare und vheste Johan Röling, ein freundt und theter der Gerechtigkeit und Aufrichtigkeit und freindt aller Unbilligkeit starb den 18. Juny frühmorgen 3 Viertel auf hora [Stunde] 2 und ward den 20. Juny in de Kirchen begraben und mit solchen Geleit, dergleichen noch zur Zeit allhie nicht geschehen. Got geb Im eine fröhliche Aufferstheung – Anno aetatis suae 68 [seine Alters 68 Jahre].”

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Regina Röhling (zie: 11.7); 2. Jkfr. Christiana Röhling (zie: 11.8); 3. Jkfr. Juliane Röhling (zie: 11.9); 4. Jkr. Moritz Röhling (zie: 11.10); 5. Jkfr. Doreothea Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 15-08-1555 te Annaberg; 6. Jkr. Georg Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 27-09-1562 te Annaberg; 7. Jkfr. Anna Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 12-09-1565 te Annaberg.

10.4 Jkr. Siegmund Röhling , Herr von Bärenstein und Conradsdorf, geboren op 07-05-1529 te Annaberg, overleden te Freiberg, Evangelisch-Luthers begraven in de Dom te Freiberg op 22-12-1603. Zoon van Johann Röhling en Anna Patzschke (zie: 9.1). Gehuwd (1) in 1551 te Freiberg met Magdalena Hilli- ger , geboren in 1537, overleden in 1583. Dochter van Wolfgang Hilliger (Glockengießer en Bürger- meister te Freiberg) en Catharine (Katharina) Trainer (uit de bekende zilverbewerkings familie). Gehuwd (2) ná 1588 met Jkfr. Dorothea von Thälen , overleden op 27-02-1601 te Freiberg, begraven in de Dom te Freiberg.

Siegmund Röhling (ook wel Sigismundus Röling) werd in 1541 aan de Universiteit van Leipzig ingeschreven en betaalde daarbij 6,5 Groten. In 1556 werd hij door keizer Ferdinand I van het Heilige Roomse Rijk als Bergbausachverständiger (mijnbouw deskundige) naar Innsbruck gehaald om aldaar de mijnbouwtwisten te verhelpen. In 1557 was Siegmund Gerichtsschöppe (schepen, oftewel wethouder) en vanaf 1566 Ratsherr te Freiberg (gedurende 37 jaar). In 1571 werd hij Holzfloßmeister en in 1575 Hospitalmeister. Een Hospitalmeister verzorgde samen met zijn gezin de hulpbehoevenden, zoals de naam reeds aangeeft (in het Latijn betekent hospes ‘gast’ of ‘vreemdeling’) was het hospital bedoeld voor de niet residentiele mensen (daklozen en mensen op doorreis) die ziek werden. De hulp aan lokale mensen en ouderen was destijds de verantwoording van de familieleden. Om Hospitalmeister te worden moest men kapitaalkrachtig zijn en zelf niet tot de armoede kunnen vervallen. In 1581 was Siegmund Stadrichter en in 1587 werd hij Bürgermeister van Freiberg, een functie die hij 15 jaar zou bekleden. Andreas Mollerus schreef in zijn Theatrum Freibergense Chronicum van 1653 over zijn ambtsperiode: “05-06-1591 sind alle Prediger nach Vertreibung des Superintendenten Kreutvogel nach Dresden citieret und ihnen von Ratswegen beide Bürgermeister Friedrich Löser und Siegmund Röling beigegeben worden.” Uit de leichenpredigt (grafrede) voor Friedrich Röling (zie: 11.14) uit 1629 blijkt dat Siegmund het leengoed Conradsdorf van zijn vader had geërfd (hoogstwaarschijnlijk 1574/75). Siegmund kocht van zijn broer Markus de tinmijn in Geyer. In 1575 werd hij met het leengoed Bärenstein beleend, welke hij samen met zijn broer Markus had geërfd van zijn broer Asmus. Siegmund verkocht zijn deel na het overlijden van zijn broer Markus. Siegmund ligt begraven in het familiegraf van de familie Hilliger in Freiberg. Zijn grafteken is echter verdwenen. In het Wappenbuch Freiberger Familien, een manuscript van Kayserling uit 1723 is een variant van het familiewapen te zien dat op het grafteken stond afgebeeld. Via Magdalena Hilliger stammen alle nakomelingen van Siegmund Röhling af van Karel de Grote en zijn zij tevens verwant aan het Huis Romanov-Holstein-Gottorp (zie: 10.10).

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkfr. Barbara (Anna) Röling (zie: 11.11); 2. Jkr. Siegmundt Röling (zie: 11.12); 3. Jkfr. Magdalena Röling (zie: 11.13); 4. Jkr. Friedrich Röling (zie: 11.14); 5. Jkr. Markus Röling (zie: 11.15); 6. Jkfr. Katharina Röling (zie: 11.16);

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 10.5 Jkfr. Apollonia Röhling , dochter van Johann Röhling en Anna Patzschke (zie: 9.1). Gehuwd in 1535 met Dietrich Kadmann , overleden in maart 1570.

Dietrich was van beroep wijnhandelaar en Gerichtsschöppe te Schneeberg. Hij was eveneens be- trokken bij de mijnbouw.

Uit dit huwelijk:

1. Johann Kadmann , Magister, was een goede vriend van de bekende Prof. Petrus Albinus (eigenlijk: Peter von Weiße ), grondleger van de Saksische geschiedschrijving.

10.6 Jkr. Valentin Röhling KR , geboren in circa 1515, overleden op 27-04-1572 te Schlackenwalde. Zoon van Lorenz Röhling en Ursula Kestel (zie: 9.2). Gehuwd (1) te Annaberg met Anna Hünerarh , dochter van Wilhelm Hünerarh . Gehuwd (2) op 05-11-1571 te Schlackenwalde met de weduwe van Anton Lorenzen uit Karlsbad.

In het Traubuch van St. Annen staat vermeld: “Valten Roeling, Anna, filia des Wilhelm Hühnerarh.” Er werd echter geen datum vermeld van het huwelijk. Valentin volgde in 1543 de Leteinschule te Annaberg, in 1548 werd hij Bergmeister te Preßnitz. Op 09-05-1553 werd Valentin Bergmeister in Joachimsthal en in 1554 eveneens van Abertham. Petrus Albinus schreef in zijn Meißnische Land- und Berg Chronica uit 1589 over Valentin: “Valten Röling von Geyer, der 9. Bergmeister (sc. zu Joachimsthal regieret von Trinitatis [zondag ná Pinksteren] in 1553 bis auf Lucie des. Bey ihm sein 40 Zechen und fünff Gänge fündig worden und ist vermöge der Quartall Summen austheilung gefallen 285219 Thaler [daalders].” Op 27-09-1558 werd Valentin Oberbergmeister (“Oberisten Perckmeister des Königsreichs Behaim vnnd der dazue gehörigen umliegenden Perckwerch”). Hij ontving hiervoor 600 Thaler. Na deze benoeming vestigde Valentin zich met vrouw en kinderen te Praag, maar vinden wij hem korte tijd later weer terug in Joachimsthal, en later in Schlackenwalde. Sinds 09-06-1561 maakte Valentin deel uit van de keizerlijke raad (kaiserlicher Rat) en ontving hij een toelage van 200 Thaler. Tegelijkertijd werd hij benoemd tot Oberbergkhauptmann (Verwalter van een Oberbergkhauptmannschaft) in het koninkrijk Bohemen. Op 08-08-1563 werd Valentin, samen met zijn vader (postuum) en zijn ooms Hans en Oswald (postuum), in de H. R. Rijksadelstand verheven middels een adelsbrief van keizer Ferdinand I van het Heilige Roomse Rijk. In de adelsbrief werd hem en zijn verwanten een nieuw familiewapen verleend, doch zegelde hij voornamelijk met het reeds bestaande familiewapen. In het verleden werd aangenomen dat niet zijn ooms maar zijn neven in de adelsbrief werden vermeld. Hierdoor ontstond een onbekende zoon van Markus Röhling (zie: 8.1) omdat zijn andere zonen geen kinderen hadden gekregen met deze namen. In de adelsbrief werd echter geschreven: “sei- nen vater und vetern mit Namen Hans, Lorentz und Oswalt”. Voordat het woord Onkel en Tante in de 18 de eeuw vanuit het Franstalige spraakgebied werd geïntroduceerd, werd in het Duitstalige spraak- gebied de woorden Vetter en Base gebruikt om de broer en zuster van vader aan te duiden. Hieruit kan geconcludeerd worden dat Hans Röhling (zie: 9.1), Lorenz Röhling (zie: 9.2) en Oswald Röhling (zie: 9.3) worden vermeld in de adelsbrief. Valentin’s oom Georg Röhling (zie: 9.4) werd niet ver- meld omdat hij reeds in 1530 was overleden zonder mannelijke nakomelingen. Over de vader van Valentin bestaat tot op heden onenigheid. In enkele genealogieën wordt deze Valentin beschouwd als zoon van Hans Röhling (zie: 9.1). Hans werd in de adelsbrief namelijk als eerste van de drie broers vermeld, wat zou suggereren dat Hans de vader van Valentin was. Het lijkt immers onlogisch de naam van Valentin’s vader pas als tweede te vermelden. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de naam van Hans vooraan werd geplaatst omdat hij van de drie broers de meest vooraanstaande posities bekleedde, of omdat hij als enige van de drie broers nog in leven was op het moment van de adelsverheffing. De onenigheid over de juiste vader van Valentin Röhling heeft echter weinig gevolgen voor de huidige genealogie, daar de genoemde drie broers gelijktijdig in de adelstand werden verheven en alle bekende familieleden van deze drie broers afstammen.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit het eerste huwelijk:

1. Jkr. Georg Röhling (zie: 11.17); 2. Jkfr. Ursula Röhling (zie: 11.18); 3. Jkfr. Elisabeth Röhling (zie: 11.19); 4. Jkfr. Susanna Röhling (zie: 11.20); 5. Jkfr. Dorothea Röhling (zie: 11.21); 6. Jkr. Christoph Röhling (zie: 11.22).

10.7 Jkr. Sebald Röhling , geboren in circa 1520 te Geyer, overleden op 01-06-1581 te Marienberg. Zoon van Lorenz Röhling en Ursula Kestel (zie: 9.2). Gehuwd in 1541 te Geyer met Ursula Sturtz , geboren in circa 1520, overleden ná 1565. Dochter van Andreas Sturtz (Storz) , Gerichtsschöppe te Geyer en een dochter van Hans Friedrich , Zehntner te Geyer.

In 1538 kocht Sebald een huis met tuin in de Ziegengasse te Geyer, alsook voor 220 Gulden het Heergeräts (Heergewette) van Hans Molner. Een Heergeräts was een erfdeel dat was voorbehouden aan naaste mannelijke erfgenamen tot de zevende graad (Schwertmagen, oftewel zwaardmagen). Sebald betaalde Hans Molner een borg van 50 Gulden, daarna 5 Gulden per kwartaal. In 1539 was Sebald werkzaam als Probierer (Keurder) te Geyer en Marienberg. Een Probierer was een ambtenaar die toezicht hield op de kwaliteit van (edel-) metalen. In 1549 werd Sebald door af- wezigheid van Wolf Friedrich gevraagd voor de functie van Richter. In 1550 werd hij wederom benoemd tot Richter. In 1553 werd Sebald Bergmeister en Bürgermeister (Burgemeester) te Geyer. In datzelfde jaar nam Sebald samen met zijn neef Markus, Bergmeister te Annaberg, en Hans Roscher, Geschworener te Annaberg, deel aan een overleg na onenigheid over de grenzen van Marienberg- Wolkenstein enerzijds en Ehrenfriedsdorf anderzijds (zie: 10.1). Op 03-05-1559 verkocht Sebald voor 40 Gulden een ½ aandeel in de “Lichtloch” mijn te Geyer. In 1566 verkocht Sebald zijn huis aan de Markt te Geyer voor 325 Gulden aan Paul Müller (ook wel Paul Schneider). Uit een erfenis van zijn schoonvader was hij aandeelhouder geworden van een Zinn- bergwerk te Geyer welke hij in 1568 samen met zijn zwager verkocht aan zijn neef Hans Röhling. In 1568 werd Sebald eveneens Bürgermeister (Burgemeester) te Marienberg en van 1568 tot 1579 Ratsherr te Marienberg.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Judith Röhling (zie: 11.23); 2. Jkr. Oswald Röhling (zie: 11.24); 3. Jkr. Lorenz Röhling (zie: 11.25); 4. Jkr. Egedius Röhling , in 1563 als dooppeter te Marienberg vermeld; 5. Jkr. Urban Röhling (zie: 11.26); 6. Jkr. Wolf Röhling (zie: 11.27).

10.8 Jkfr. Katharina Röhling , geboren in circa 1520. Dochter van Lorenz Röhling en Ursula Kestel (zie: 9.2). Gehuwd met Christoph Claus , overleden in 1563. Christoph was in 1545 Stadtschreiber van Geyer. In datzelfde jaar kocht hij voor 118 Gulden een huis te Geyer van de erfgenamen van Jacoff Bach. Hij verkocht dit huis (of een ander huis) één jaar later met alle toebehoren voor 185 Gulden aan Jorge Paul. In 1551 werd Christoph vermeld als kurfürstlicher Sekretär en Austeiler (?) te Freiberg.

10.9 Jkr. Georg Röhling , geboren in circa 1520. Zoon van Lorenz Röhling en Ursula Kestel (zie: 9.2). Gehuwd (1) met een dochter van Nickel Hommel . Gehuwd (2) met Jkfr. Elisabeth von Alnpeck , weduwe van Christoph Pakisch en dochter van Jkr. Andreas von Alnpeck (Münzmeister te Frei- berg, een Münzmeister was verantwoordelijk voor de correcte uitgave van muntgeld) en Anna Toll- hardt .

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Georg was eigenaar ven een huis te Geyer. Van beroep was hij Hüttenreiter, Receß-schreiber (?) en Wardein. Tevens was Georg ZinnFloßmeister te Geyer in 1562 en 1564, Richter te Geyer van 1561 tot 1563 en Amtsverweser en Zehntner (tiendesteker) te Altenberg. Als Floßmeister werd Georg op 10-03-1562 door Kurfürst August benoemd om zijn belangen te Geyer te behartigen. In 1570 kreeg Lorentz Reyer van de rechter te Geyer acht jaar gevangenisstraf opgelegd wegens vijandelijkheden jegens Georg Röling. In de Historischen Nachrichten von Altenberg staat vermeld: “George Röhling von Geyer, ein Bergverständiger Mann, ward Amtsverwalter uffn Altenberg gegen 200 fl Anno 1568 d. 24. Mai, und weil der vorige Amtsverwalter auch das Zehntneramt mit in Versorgung hatte, so hat’s auch dieser mitbekommen. Er erhielt Lebensungeschicklichkeiten wegen 1571 seine Dimension.” Op 25-05-1568 deelde Georg aan zijn vriend Jhering, Geh. Kammersekretär, mede dat hij het Ver- waltungsamt te Altenberg had aangenomen en vroeg hem zijn ambten van Hüttenreiter, Receß- schreiber en Wardein, voor welke hij jaarlijks 50 Gulden ontving, over te dragen aan zijn schoonzoon Hans Uthmann.

Uit een van deze twee huwelijken:

1. Jkfr. Anna Röhling (zie: 11.28).

10.10 Jkr. Esaias Röhling , geboren in circa 1530, overleden in 1595 te Marienberg, Evangelisch-Luthers begraven op 10-08-1595 te Marienberg. Zoon van Oswald Röhling en Sybilla Koch (zie: 9.3). Ge- huwd op 07-02-1557 te Freiberg met Margarethe Hilliger , dochter van Wolfgang Hilliger (Glockengießer en Bürgermeister te Freiberg) en Catharine (Katharina) Trainer (uit de bekende zilverbewerkings familie). Margarethe was een zuster van Magdalena Hilliger (zie: 10.4).

Esaias was in het bezit van bekende handelsfilialen in Marienberg en omstreken. In 1589 werd een grote vondst gedaan in zijn groeve en met het vermogen dat dit opleverde bouwde hij de Palmbaum- Stolln bij Geringswalde. Via Margarethe Hilliger stammen alle nakomelingen van Esaias Röhling af van Karel de Grote. Catharine (de moeder van Magdalena en Margarethe), was de dochter van Paul Trainer (1472 – 1552) Kurfürstlichen Silberbrenner, Hüttenherr, Ratsherr, Stadtrichter en Probst en Magdalena von Alnpeck (1494 – 1532). Deze Magdalena was de dochter van Georg von Alnpeck en Anna von Mannewitz. De volgende stamreeks laat zien dat via dit echtpaar verwantschap bestaat met het Huis Romanov- Holstein-Gottorp: 1. Georg von Alnpeck (1462 – 1523), handels- bergherr, landgoedbezitter en Bür- germeister te Freiberg. Gehuwd met Anna von Mannewitz. Uit dit huwelijk: 2. Wenzel von Alnpeck (ca. 1495 – 1551) Kurf. Zehntner te Freiberg. Gehuwd met Anna Buchführer. Uit dit huwelijk: 3. Eli- sabeth von Alnpeck. Gehuwd met Christoph von Zeutsch (overl. 1601). Uit dit huwelijk: 4. Nicolaus von Zeutsch (overl. 1593), Oberaufseher te Thalmansfeld. Gehuwd met Ursula Clot. Uit dit huwelijk: 5. Christian von Zeutsch (geb. 1585), huisbezitter te Mansfeld. Gehuwd met Lucretia von Spiegel. Uit dit huwelijk: 6. George Vollrath von Zeutsch, kaiserl. Hauptmann. Gehuwd met Christine von Weis- senbach. Uit dit huwelijk: 7. Christiane Eleonore von Zeutsch (1666 – 1699). Gehuwd met Fürst Johann Ludwig von Anhalt-Zerbst (1656 – 1704). Uit dit huwelijk: 8. Fürst Christian August von An- halt-Zerbst. Gehuwd met Prinzessin Johanna Elisabeth von Holstein-Gottorp. Uit dit huwelijk: 9. Prin- zessin Sophie Friederike Auguste von Anhalt-Zerbst, later bekend als Tsarina Catharina II de Grote van Rusland (1729 – 1796). Gehuwd met Karl Peter Ulrich von Holstein-Gottorp (Tsaar Peter III van Rusland) (1728 – 1762).

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Sebastian Röhling (zie: 11.29); 2. Jkr. Zacharias Röhling (zie: 11.30); 3. Jkfr. Magdalena Röhling (zie: 11.31); 4. Jkfr. Catharina Röhling (zie: 11.32); 5. Jkr. Christoph Röhling (zie: 11.33);

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 6. Jkr. Paul Röhling , in 1586 als dooppeter (Pate) vermeld, werd bij de wijziging van het testament van zijn vader in 1596 niet meer vermeld; 7. Jkfr. Dorothea Röhling , geboren op 27-05-1576 te Marienberg, op jonge leeftijd overleden; 8. Jkfr. Helena Röhling , geboren op 25-07-1577 te Marienberg, op jonge leeftijd overleden.

10.11 Jkr. Paul Röhling , geboren in circa 1530, overleden op 10-05-1588 te Marienberg. Zoon van Oswald Röhling en Sybilla Koch (zie: 9.3). Gehuwd op 19-07-1551 te Annaberg met Jkfr. Ottilia von Sul- gau , geboren in circa 1533, overleden op 25-06-1608 te Marienberg. Dochter van Jkr. Utz von Sulgau en Anna Beyer en stiefdochter van Asmus Röhling (zie: 10.2).

In 1546 betaalde Paul (Paulus) 10 Groten aan inschrijfgeld bij de Universiteit van Leipzig. In 1557 verkocht Paul zijn huis in Annaberg voor 700 Gulden aan Michael Wild. Paul was van 1557 tot 1567 Berggeschworener en van 1564 tot 1574 Bergmeister te Marienberg. Paul werd door de keurvorsten als mijnbouwdeskundige (Bergmeister) ingezet te Marienberg. Als echtgenote van Paul wordt ook wel Ottilie Merck genoemd, de dochter van Dr. med. Christophorus Merckens , arts te Marienberg. In het Begräbnisregister van de Kirchenbuchen te Marienberg staat in 1588 vermeld: “Item den 10 May ist der Erbare Herr Baul Rölingk gestorben und mit dem gantzen Chor und mit der grossen glocken zur Erthen bestadt worden und in die Kirch tragen worden der Herr pfarr hat die leig Bretig gedann.” In deze Begräbnisregister vinden wij in 1608 vermeld staan: “Item den 25 Junius ist die alde Frau Baul Rölingkin gestorben und mit den gantzen Chor und miet der großen glocken zur Erden bestadt worden und in die Kirch Begraben worden Der Herr Pfarr hat die Leig Bretig gedhann.”

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Anna Röhling (zie: 11.34); 2. Jkr. Oswald Röhling (zie: 11.35); 3. Jkfr. Maria Röhling (zie: 11.36); 4. Jkr. Ullrich Röhling (zie: 11.37); 5. Jkfr. Regina Röhling (zie: 11.38); 6. Jkr. Erasmus Röhling (zie: 11.39); 7. Jkfr. Maria Röhling , geboren op 04-04-1566 te Marienberg; 8. Jkr. Paul Röhling (zie: 11.40); 9. Jkr. Fredericus Röhling , geboren op 20-03-1570 te Marienberg; 10. Jkfr. Margarethe Röhling , geboren op 08-05-1573 te Marienberg.

10.12 Jkfr. Magdalena Röhling , dochter van Oswald Röhling en Sybilla Koch (zie: 9.3). Gehuwd met Hans Spitzelt te Geyer.

10.13 Jkfr. Dorothea Röhling , dochter van Oswald Röhling en Sybilla Koch (zie: 9.3). Gehuwd met Matthes (Matz) Klug (ook wel Schwander genaamd), overleden vóór 07-08-1583.

Matthes was van 1553 tot 1563 Bergmeister te Annaberg. In 1554 vertegenwoordigde Matthes zijn schoonmoeder Sibylla. Matthes overleed vóór 07-08-1583 omdat op deze datum zijn erfgenamen met zijn huis beleend werden. De erfgenamen waren: Volkmar Klug, Oswald Klug, Esther, Magdalena (gehuwd met Franz Zöllner), Regina (gehuwd met Georg Petzold) en Katharina (gehuwd met de dichter Hans Sachs).

10.14 Jkfr. Anna Röhling , dochter van Oswald Röhling en Sybilla Koch (zie: 9.3). Gehuwd (1) in 1551 met Jobst Pieger . Gehuwd (2) vóór 1573 met Christian Menger .

10.15 Jkfr. Sybilla Röhling , overleden ná 1604. Dochter van Oswald Röhling en Sybilla Koch (zie: 9.3). Gehuwd op 11-07-1557 te Annaberg met de weduwnaar Ambrosius Hassert , overleden vóór 1574.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Ambrosius kocht in 1541 van Georg Müller een huis te Annaberg en ruilde dit huis in 1558 met het huis van Valten Kretzschmar. In 1574 verkochten de erfgenamen van Ambrosius dit huis voor 230 Gulden en zijn weduwe ‘Sebille’ kocht voor 80 Gulden een kleiner huis van Thomas Walttmann. In 1576 kocht Sybilla een huis van de Rat ter waarde van 253 Gulden, daarbij werden vier kinderen uit haar huwelijk vermeld.

Uit dit huwelijk:

1. Thomas Hassert ; 2. Magdalena Hassert ; 3. Margaretha Hassert ; 4. Sebilla Hassert .

10.16 Jkfr. Margarethe Röhling , dochter van Oswald Röhling en Sybilla Koch (zie: 9.3). Gehuwd op 23- 01-1558 te Annaberg met Friedrich Köttwig (Kettwig), Stadtrichter te Dresden. Friedrich was waar- schijnlijk een broer van de uit Dresden afkomstige Annaberger Ratsherr Jobst Kettwig .

Uit dit huwelijk:

1. Margaretha Köttwig , gehuwd in 1589 te Geyer met Georg Schütz .

10.17 Ursula Röhling , dochter van Georg Röhling en Anna Schenk (zie: 9.4). Gehuwd (kort vóór 1547) met Christoph Bauer (Pauer, Paur, Pawer), geboren in circa 1505, overleden vóór 1556. Zoon van Hans Bauer , Kaufmann in Geyer en Leipzig, Gewerke Metallhändler en Ratsherr te Leipzig, en Cäcilie Blasebalg .

Christoph Bauer was Bürger, Gewerke en Freihofbesitzer te Geyer. Hij werd in 1532 voor het eerst in Geyer vermeld. Christoph bezat een smelterij (Schmelzhütte) aan de voet van de Tannenberg, welke hij had verkocht aan Wolf Schütz. In 1538 kocht hij van zijn neef, Gregor Schütz, de zogenaamde Lindacher Hof. De Lindacher Hof, oftewel de Preußerhof, was een van de Freihöfe van Geyer en lag direct tegenover de Schützenhof. De Preußerhof werd in 1510 eigendom van Ulrich Lindachers, waarna het eigendom overging op zijn gelijknamige zoon. In 1530 ging deze zoon failliet en kocht de eigenaar van de Schützenhof het goed voor zijn zoon Wolf. In 1538 kocht Christoph de Lindacher Hof van Gregor Schütz, waarbij in de Sächs. Kirchengalerie over Christoph vermeld werd dat: “der bereits hier ansässing war und ein Oheims des Gregor Schütz, Zehntners zu Annaberg genannt wird.” In het gemeente archief van Geyer wordt vermeld dat Schütz de Lindacher Hof verkocht aan “seinem lieben Ohem und Vetter um eine Summe, ihnen beiden wohl bewußt.” In 1560 verkocht Christoph de Lindacher Hof aan zijn zwager Hieronymus Lotter. Hieronymus was op 17-10-1531 te Leipzig ge- huwd met Katharina Bauer, geboren in circa 1505, overleden op 06-02-1574 te Leipzig. Hieronymus was de beroemde Baumeister van het Leipziger Rathauses, de Alten Waage te Leipzig en Augustus- burg. Hieronymus was eveneens Bürgermeister te Leipzig, Freihofbesitzer, mijnbouwondernemer te Geyer en aandeelhouder in de Leutenberger Saigerhandelsgesellschaft. Hieronymus Lotter overleed op 25-07-1586 te Geyer. In 1545 werd Christoph Pauer als schuldeiser van de overleden Wenzel Rudisch (in 1535 Richter te Geyer) vermeld. Rudisch had van Christoph 20 Gulden geleend voor de aankoop van tin. De “Güter und Bergwerke, Pochwerke und dir Hütte” van Wenzel Rudisch werden voor 1500 Gulden over- genomen door zijn zoon Christoff Rudisch. Daarvan is 70 Gulden bestemd om oude schulden aan Christoff Bauer af te lossen. In 1547 kocht Christoph van deze Christoff Rudisch voor 1450 Gulden een “Haus mit Hof und Baumgarten, 2 Wasser, Scheune, Braugerät, Heergerät, 3 Äcker, Teich u.a., die Reiche- und die Körbel-Zeche samt Pochwerk und Hütte.” Hierbij deed Christoph een aanbetaling van 600 Gulden (volgens Dr. Johannes Falke was dit 400 Gulden, en jaarlijks 25 Gulden totdat de schuld was afbetaald). Het bezit (met uitzondering van de Zechen, Pochwerk en Hütte) werd op naam van zijn echtgenote, Ursula, gezet. Volgens Dr. Johannes Falke was dit huis “die werthvollste von allen

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Besitzungen in Geyer zu damaliger Zeit.” In datzelfde jaar legde Christoph vast dat hij de erfenis van 164 Gulden van zijn zwager Hans Müller voor zijn echtgenote had ontvangen. Deze erfenis werd gebruikt om het genoemde huis te kunnen bekostigen. Op de zondagavond ná Pauli Bekehrung (be- kering van Paulus, 25 januari) van 1553 werd dit huis voor 500 Gulden verkocht aan de “gestrengen und ehrenfesten” Heinrich Krohe. Hiervan kregen zij 300 Gulden als aanbetaling. 35 Gulden was voor de kisten die men gezamenlijk bezat met Christoph Schnee, deze moesten van de resterende schuld van 200 Gulden worden betaald. Christoph overleed vóór 1556, daar in het gemeentearchief op de maandag na de herdenking van de heilige Dorothea in 1556 (6 februari) werd geschreven over “Christoph Bauers sel. Erben”. Op de maandag na Martinstag (Sint-Maarten, 11 november) werd Christoph een laatste maal vermeld in het gemeentearchief: “Christoff Pawers sel. Garten”.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 11.1 Jkr. Hans Röhling , geboren in circa 1535, overleden eind 09-1579, Evangelisch-Luthers begraven op 27-09-1579 in de kerk te Geyer. Zoon van Markus Röhling en Margarethe Hacker (zie: 10.1). Ge- huwd op 16.p.Trinit. [zondag na Pinksteren] 1565 te Annaberg met Catharina Klinger , geboren in circa 1540, Evangelisch-Luthers begraven op 26-03-1607 te Elterlein. Dochter van Nikolaus Klinger , Hammerherrn in Erla, Kugel, Rittersgrün, Förstel, Tännicht en Sachsenfeld (over de familie Klinger sprak Ernst von Schönburg in 1525 tijdens de boerenopstand: “und wenn wir alle rebellisch werden, so bleiben mir doch die Klinger und Hammerherren true, die werden ja den tollen Leuten abwehren.”) en Jkfr. Ottilia von Elterlein , dochter van Jkr. Heinrich von Elterlein en Ottilie Arnold .

Hans kreeg van zijn vader een Hammerwerk (ijzerwarenfabriek) te Oberwiesenthal, de “Roter Ham- mer” of “Rolichs Hammer”. Door slechte bedrijfsvoering verloor hij deze fabriek echter. Na het verlies van de Hammerwerk werd Hans Bergmeister en Bürgermeister (Burgemeester) te Annaberg. Omdat hij in 1579 was overleden werd Hans in het testament van zijn vader overgeslagen en ontvingen zijn vier kinderen ieder 2000 Gulden. Volgens de familiesage (zie inleiding) werd Hans vervloekt door de heks Margarethe waardoor hij en al zijn nakomelingen regelmatig iets in hun ogen krijgen (de vloek van de Roelingen). Catharina werd in Geyer vermeld als peetmoeder (“Hans Rölings des Jungen Haußfrau”), in maart 1580 als zijn weduwe. Catharina was de kleindochter van de beroemde Kaspar Klinger (der Jüngere), Hammerherr te Tännicht. Deze Kaspar onderdrukte in 1525 de Boerenopstand in de Schönburgischen Landen. Volgens een sage liet Kaspar in 1515 de St. Oswalds Kirche bouwen in het huidige Grün- hain-Beierfeld (in de volksmond Dudelskirche genoemd) als boetedoening voor de moord op de Elterleiner Bergherrn Wolf Götterer. Bij de inwijding van de kerk zou deze door een blikseminslag zijn getroffen, waarna alleen de ruïne overbleef die vandaag de dag nog bezocht kan worden.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Heinrich Röhling (zie: 12.1); 2. Jkr. Friedrich Röhling (zie: 12.2); 3. Jkr. Markus Röhling (zie: 12.3); 4. Jkfr. Margarethe Röhling (zie: 12.4).

11.2 Jkr. Steffen (Stephan) Röhling , Herr von Wolfstein, overleden ná 1591. Zoon van Markus Röhling en Margarethe Hacker (zie: 10.1). Gehuwd op 1. p. Trinit. 1574 te Annaberg met Jkfr. Rosina von Alnpeck , geboren op 12-10-1552, overleden in 1632. Dochter van Jkr. Andreas von Alnpeck , Hüt- tenreiter.

Steffen was eigenaar van enkele handelsfilialen te Annaberg en Marienberg en Gewerke von Gruben in de Marienberger Revier. Hij kreeg van zijn vader het riddergoed Wolfstein, maar bleek net als zijn broer Hans een slecht economisch beleid te voeren. Zijn vader schreef in zijn testament: “So hab ich doch alß ein betrubter Vatter mit schmertzen leuder erfahren mussen, daß sie von beiden theilen [Hammer te Oberwiesenthal en Vorwerk Wolfstein] so ubel haußgehalten, daß Hanß sei seinem lebendigen leib von den Hammer getrieben, Steffan aber do ihme zugesehen und nicht mit vorsichtigkeit begegnet, nicht wurde besser haußgehalten haben.” Net als zijn broer Hans, werd Steffen in het testament van zijn vader overgeslagen ten gunste van zijn kinderen, die elk 2000 Gul- den van hun grootvader ontvingen. Steffen bekende op 09-02-1583 100 Güldengroschen geleend te hebben van Christoph Gulden. Als borg voor een betaling van 150 Güldengroschen zette hij zijn aandeel in het ouderlijk huis in. In 1586 had Steffen het volldedige bedrag afgelost. Op 19-02-1590 werd Valentin Hugo beleend met het huis van Rosina Röhling. In 1591 had Rosina, de echtgenote van Steffen, een schuld van 86 Gulden bij Christoph Herberger te Königswalde voor brood, 32 Gulden en 15 Groschen bij Lorentz Morgenstern te Reifland en 4 Gulden en 4 Groschen bij Lorentz Salomon. Voor de Rat kwam men overeen dat Steffen zijn schuldvorderingen op Bürgermeis- ter Siegmund Röling te Freiberg en Lorenz Schreiter afstond.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Markus Röhling , uit het testament van Markus Röhling (zie:10.1) blijkt dat hij in 1581 leefde; 2. Jkr. Andreas Röhling , Evangelisch-Luthers begraven op 28-05-1593 te Annaberg; 3. Jkr. Siegmund Röhling , uit het testament van Markus Röhling (zie: 10.1) blijkt dat hij in 1581 leefde; 4. Jkr. Hans Röhling , uit het testament van Markus Röhling (zie: 10.1) blijkt dat hij in 1581 leefde; 5. Jkr. Martin Röhling , geboren op 03-09-1583 te Annaberg; 6. Jkfr. Rosina Röhling , Evangelisch-Luthers begraven op 15-04-1588 te Annaberg; 7. Jkr. Oswald Röhling , geboren op 15-04-1588 te Annaberg, tweelingbroer van Rosina.

11.3 Jkfr. Maria Röhling/Rohling , geboren in circa 1545 te Geyer, Evangelisch-Luthers begraven op 26- 10-1607 te Annaberg. Dochter van Asmus Röhling en Anna Beyer (zie: 10.2). Gehuwd op 16. p. Tri- nitatis 1569 te Annaberg met Paul Mittelbach , Herr von Bärenstein, geboren in circa 1540 te Elter- lein, begraven op 04-09-1603 te Annaberg. Paul was eerder gehuwd op 2.p. Epiph. 1556 te Annaberg met een zekere Magdalena , overleden vóór de donderdag ná Laetare 1569 (op deze dag kwamen de erfgenamen bijeen), weduwe van Michael Ludwig .

De familienaam van de eerste echtgenote van Paul is vooralsnog onbekend. Het huwelijk tussen haar en Michael Ludwig in 1532 geeft geen aanwijzing over haar familienaam, daar zij werd omschreven als: “Magdalena, Dynerin Anthon Lunzmanns”. Ook de via de erfenis bekende zuster van Magdalena, Margarethe, echtgenote van Mertten Spindler te geeft geen aanwijzing over de familie- naam, daar het trouwboek van Scheibenberg pas in 1612 begint. In 1557 werd Paul beleend met het huis van zijn eerste echtgenote. Michael Ludwig had het huis in 1548 gekocht van Martha Ebhardtin, gelegen in het munterskwartier (het huidige Sperrgasse 7). Bij de afschrijvingen werden de broers van Michael Ludwig vermeld: Simon en Thomas Ludwig te Rein- holtsgrimma, de erfgenamen van Georg Ludwig en Valten Ludwig in de Glashütte. Paul was van beroep Bergmeister in Sangerhausen en later Berggschworener te Annaberg. Kort na het overlijden van zijn eerste echtgenote huwde Paul met Maria. Het Traubuch van St. Annen te Annaberg vermeld: “16 Dom. Trinit: Paul Mittelbach, bergkmeister Zur Sangerhausen Jungfrau Maria, Herrn Aßmus Rolicks tochter”. In 1576 kocht Paul voor 1000 Gulden een groot erfgoed op Bärenstein van de erfgenamen van Mattes Klug. Paul pachtte tevens het leengoed Bärenstein van Markus Röhling (zie: 10.1) voor een jaarlijks bedrag van 333 real en 7 groten (de Groot was een van de standaardmunten in Noordwest- Europa gedurende de 16 de eeuw). Op 16-05-1582 werd het leengoed Bärenstein door keurvorst Au- gust aan Paul Mittelbach beleend. Bij het leengoed hoorden de volgende onderdanen: Ilgen Bachen, Hans Gulden, Matz Steinert, Albrecht Petzold, Matz Danhorn en twee niet bij naam genoemde tuin- mannen. Paul had de rechten voor het leengoed gekocht van de erfgenamen van Markus na diens overlijden in 1581. Het lijkt er echter op dat Maria veel zeggenschap had over de financiën binnen het gezin, want op 06-03-1596 sloot zij bij Frau Ursula, echtgenote van Lorenz Küttner uit Annaberg, een lening van 300 Gulden af met een looptijd van drie jaar. Hierbij gaf zij erfgoed op Bärenstein als onderpand (“fördere Erbgut”). In 1602 verkocht Maria dit erfgoed aan Handelsherr Alexander Mann uit Chemnitz. Mann verkocht het goed in 1610 aan de Rat van Annaberg voor 1800 Gulden. Het erfgoed bestond onder andere uit 24 koeien, kalveren en ossen. Paul overleed in 1603. Vier jaar later overleed ook Maria. Het Sterbebuch van 1607 van St. Annen te Annaberg vermeld: “26. Maria paul Mittelbachs witfrau am Behrenstein”.

Uit dit huwelijk:

1. Johannes Mittelbach , geboren in circa 1570, overleden op 06-04-1632 te Kaaden in Bohemen; 2. Erasmus Mittelbach , Erbherr van Bärenstein, geboren in circa 1570. Verkocht Bärenstein in 1613 aan de Rat der Stadt Annaberg voor 6900 Gulden en verhuisde naar Kaaden, Bohemen,

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info waar hij een huis kocht van Peter Stirba von Stierbiz voor 1400 Schoß meißn. Gehuwd op 09-09- 1600 te Annaberg met Dorothea Weigel ( Weichel ), dochter van Valentin Weigel , Magister, de bekende predikant, mysticus, theoloog en filosoof uit ; 3. Anna Mittelbach , Evangelisch-Luthers gedoopt op 09-07-1575 te Annaberg, overleden 23-12- 1633. Gehuwd op 17-10-1592 te Annaberg met Abraham Ries (Jr.) , Evangelisch-Luthers gedoopt op 08-10-1563 te Annaberg, overleden op 23-12-1630 te Cunersdorf aan de Pest. Zoon van Abraham Ries en Anna Biener . Abraham was grondbezitter in Cunersdorf en was de kleinzoon van de bekende wiskundige Adam Ries . Samen kregen zij 8 kinderen; 4. Paul Mittelbach , geboren in 1577 te Annaberg, waarschijnlijk overleden vóór 1607 daar hij niet bij de erfenis van zijn moeder vermeld werd; 5. Margarethe Mittelbach , Evangelisch-Luthers gedoopt op 12-12-1578 te Annaberg. Gehuwd op 27-11-1598 te Weipert, Bohemen (ondertrouw te Cranzahl) met Jacob Sturm uit Lauenstein, overleden op 11-12-1637 (ook wel vermeld: 12-09-1637) te Annaberg. Jacob was Bergmann te Habichtsberg. Kocht in 1607 te Annaberg een huis van zijn schoonmoeder Maria voor 700 Gulden. In 1607 Ratsherr, pachter van het Rats-Lehngut Bärenstein in 1615, Richter in 1616, Bürgermeister te Annaberg in 1619; 6. Maria Mittelbach (die blöde) , Evangelisch-Luthers gedoopt op 26-10-1580 te Annaberg, leefde in 1595 op het landgoed van Bärenstein.

11.4 Jkfr. Anna Röhling , overleden vóór 1576. Dochter van Asmus Röhling en Anna Beyer (zie: 10.2). Gehuwd (1) op 02-05-1563 te Annaberg met Simon Bräutigam uit Leipzig. Gehuwd (2) op 08-05- 1569 te Annaberg met Dr. med. Johann Göbel (Göbelius) . Johann was sinds 1559 Stadtarzt te Chem- nitz en kwam in 1567 als arts naar Annaberg. Later werd Johann Kurfürstlich Sächsischer lijfarts te Dresden. Hij schreef onder andere over de helende warmwaterbron te Wiesenbad.

11.5 Jkfr. Elisabeth Röhling , overleden vóór 02-09-1582. Dochter van Asmus Röhling en Anna Beyer (zie: 10.2). Gehuwd op 18-09-1575 te Annaberg met Hans Nietzsch . Hans huwde op 02-09-1582 te Annaberg met Anna Schwarz (zie: 11.6), dochter van Hans Schwarz , Bürgermeister te Annaberg.

Dat Elisabeth vóór 02-09-1582 overleden moet zijn blijkt uit het gegeven dat Hans op die datum opnieuw huwde. Hans was een ervaren Bergsteiger te Schneeberg, een toezichthouder in de mijnbouw die de verantwoording droeg over een deel van de mijn en de onder hem werkende mijnwerkers. De Steiger werd in het bekende Steigerlied bezongen (ook wel het Glück Auf, oftewel “succes!“ genoemd). Het Steigerlied is een oude mijnwerkersmars, welke tot het deutsche Volksliedgut ge- rekend wordt. De tekst van het lied werd in het erzgebirgischen Bergliederbüchlein uit 1700 (gedrukt te Freiberg) gepubliceerd onder de titel “Wache auff, der Steyer kömmt“. Tegenwoordig kent men het lied ook onder de titel “Glück auf, der Steiger kommt“. Delen van het lied lijken echter een nog oudere oorsprong te hebben. Zo vinden we het derde en vierde couplet van het Steigerlied terug als elfde en twaalfde couplet van het lied “Es soll ein Meidlein frü auf stan“ welke in 1531 te Zwickau werd gepubliceerd in Bergreihen I. Het lied weerspiegelt de hoop van de mijnwerkers, om na een zware dag van arbeid in de mijnen weer gezond en wel naar vrouw en kind te kunnen terugkeren. Het Glück Auf behoort tegenwoordig ook tot het standaard repertoire van studentenverenigingen. Het Glück Auf is een groet die is ontstaan in het Erzgebirge gedurende de 16 de eeuw. Tussen de 16de en 18 de eeuw kende de mijnbouw veel dodelijke ongevallen, men was daarom van mening dat de mijnwerkers wel wat geluk (Glück) konden gebruiken wanneer zij een mijn in gingen.

11.6 Jkfr. Margarethe Röhling , dochter van Asmus Röhling en Anna Beyer (zie: 10.2). Gehuwd in 1575 te Annaberg met Hans Schwarz , geboren in 1509 te Nürnberg, overleden op 24-03-1584 te Anna- berg. Hans was eerder gehuwd geweest in 1534 met een onbekende Weinbeer (uit de bekende familie van Berg- en Bürgermeisters, ook wel bekend als Weinper ) en in 1558 met Agnes Kottwig .

Hans was van 1535 tot 1541 Konrektor van de Annaberger Lateinschule, van 1544 tot 1584 was hij Bergschreiber en Ratsherr te Annaberg. Tussen 1555 en 1582 werd Hans tien maal gekozen als Bürgermeister van Annaberg. Hij was de eigenaar van de Kugelhammers te Schwarzenberg en twee

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Vorwerke (ook wel Gutshof of Rittergut) bij Schwarzenberg. In 1576 kocht hij van de erfgenamen het huis van zijn schoonvader te Annaberg. De volgende erfgenamen werden daarbij genoemd: “Bürger- meister Hans Schwartz in ehel. Vorm. s. Weibes Margarethe, als Käufer, der Ernveste Hochgelahrte vnnd Erbarn herrn Johann Gobelnn, der Arznei Docter vnnd Churfl. Sächsischenn Bestalt. Leibarzt anstat seinen Unmündigen zweier Kinder, so er mit seinem Weibe Anna seligen…erzeugt, Paul Mittelbachen wegen s. Weibes Marien, Hansen Nitzsch, burgern ufn Schneeberg wegen s. Weibes Elisabeth.“ Op zijn epitaaf staan, naast zijn eigen familiewapen, ook de wapens van zijn drie echtge- notes afgebeeld. Het epitaaf is uit de school van Cranach. Momenteel bevindt het epitaaf zich in het Erzgebirgs-museum Annaberg-Buchholz.

Uit één van deze huwelijken:

1. Anna Schwarz , gehuwd op 02-09-1582 te Annaberg met Hans Nietzsch (zie: 11.5).

11.7 Jkfr. Regina Röhling , geboren in circa 1550/55 te Annaberg, overleden op 22 p. Trinit. 1609 te Eibenstock. Dochter van Hans Röhling en Veronica Schweikert (zie: 10.3). Gehuwd op 19-10-1572 te Geyer met Christoff (Christopf) Siegel , overleden op 05-05-1613 te Eibenstock. Zoon van Mel- chior Siegel , Zehntner te Eibenstock en bezitter van de mittleren end des unteren Freihofes. Christopf huwde na het overlijden van Regina op 23. Trin. 1610 te Eibenstock met Regina Walter , dochter van Wolf Walter . Deze regina huwde later met Illig Böhm .

Christopf was evenals zijn vader Zehntner te Eibenstock en in opvolging van zijn vader bezitter van de mittleren Freihofes. Op 15-11-1576 maakte zijn schoonvader, Hans Röhling, middels een volmacht namens hem aanspraak op het erfdeel van 2000 Gulden van de grootvader van zijn echtgenote Regina, Sebastian Schweikert (zie: 10.3). Na het overlijden van Christopf werd in het Eibenstocker Berghan- delsbüchern met betrekking tot hem en zijn kinderen het volgende opgenomen: 09-10-1615: “Herrn Christopf Siegels Zehntners sel. Erben als Valerius, Melchior, Gabriel und Christof Siegel Gebrüder in Vollmacht ihrer abwesenden Brüder und Salomon Meixners als Vormund der unmündigen Regina haben von Christoff und Georg Schönfelder Gebrüder 61 fl 5 gr 4 pf zu erhalten.” 30-03-1618: “Mel- chior Siegel jr. im Namen von Christoff Siegels sel. Erben vergleichen sich wegen ihrer Stief- schwester [halfzus] mit deren Vormund wegen 166 fl 14 gr 8 pf. Regina ist am 23.11.1622 tot.” 09- 05-1618: “Der Siegelschen Stiefschwester Regina [halfzus], Vormund Salomon Meichsner stehen 37 fl von Thomas Rauen sel. Witwe zu.” 08.06.1629: “Regina, Illing Behms hinterl. Wittib zu Lengen- feld mit ihren Schuldleuten. Bei Christof Siegels sel. Erbenteilung hatte die Tochter Regina anderer Ehe Bergteile erhalten, die nach ihrem Tode ihrer natürlichen Mutter Regina zugefallen sind. Caspar Rauen sel. Wittib Regina schuldet 23 fl Thomas Müller sel. Erben schulden 9 fl 8 gr Hans Süß schul- det 63 fl 6 gr 7 pf”

Uit het huwelijk Siegel – Röhling:

1. Valerius Siegel ; 2. Melchior Siegel ; 3. Gabriel Siegel ; 4. Christof Siegel .

Uit het huwelijk Siegel – Walter:

5. Regina Siegel , overleden vóór 23-11-1622.

11.8 Jkfr. Christiana Röhling , geboren in circa 1550, overleden op 13-04-1617 te , Evange- lisch-Luthers begraven op 17-04-1617 (Gründonnerstag, witte donderdag) te Olbernhau. Dochter van Hans Röhling en Veronica Schweikert (zie: 10.3). Gehuwd vóór 1567 met Jonas Öhmichen , geboren in circa 1545 te Olbernhau, overleden op 13-12-1598 te Olbernhau. Zoon van Christoph Öhmichen , Erblehnrichter en Floßmeister te Olbernhau, en een zekere Christina .

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Jonas was van 1576 tot 1585 Richter te Geyer, vanaf 1585 was hij Floßmeister te Olbernhau en Rübe- nau. Vanaf 1598 alleen nog van Olbernhau. Hij was eigenaar van een molen en een Brauhauses (brou- werij) te Rübenau. Op 15-11-1576 maakte zijn schoonvader, Hans Röhling, middels een volmacht namens hem aan- spraak op het erfdeel van 2000 Gulden van de grootvader van zijn echtgenote Christiana, Sebastian Schweikert (zie: 10.3). Het Toten-Buch van Olbernhau uit 1598 vermeld: “den 13. Decembris Ao 98 se. in Gott verschie- den der Erbare und wolgeachte Jonas Ömichen floßmeister zum Olbernhau D.A.A. Ist ein frommer und ehrlicher Man gewesen, Und sonderlicher liebhaber Gottes Wortes und der h. Sacramenten.” Het Toten-Buch van Olbernhau uit 1617 vermeld: “1617, + den 13. Aprilis Frau Christina, weilands Herrn Jonas Omichens F.m. [Floßmeisters] hinterlassene Wittwe, Und Den 17. hernach, als am grünen Donnerstag ehrlich und christlich zur Erden bestattet worden, ihres alters 66 Jahr.“

Uit dit huwelijk:

1. Johann (Hanß) Öhmichen , Floßmeister te Rübenau, geboren in 1567. Gehuwd in circa 1597 met Rosina von Sulgau , Evangelisch-Luthers gedoopt op 16-04-1581 te Olbernhau, Evangelisch-Luthers begraven op 10-10-1639 te Olbernhau. Dochter van Magnus von Sulgau , Schichtmeister van de Saigerhütte te Grünthal, en Rosina Hausmann . Rosina was een kleindochter van Utz von Sulgau en Anna Beyer (zie: 10.2). Samen kregen zij 16 kinderen; 2. Christoph Öhmichen , geboren in 1570; 3. Jonas Öhmichen , geboren in 1575, In 1594 was Jonas Münzergeselle te Olbernhau, later te Marienberg. Jonas was gehuwd met een zekere Dorothea en kreeg samen met haar 3 kinderen tussen 1607 en 1614. Daarna verliet het gezin Marienberg, waarheen is echter onbekend; 4. Veronica Öhmichen , geboren in 1579. Gehuwd op 29-01-1600 te Olbernhau met Johann Heintz (Heins) uit Olbernhau. Zoon van Johann Heintz (Heins) Sr. ; 5. Regina Öhmichen , geboren in 1581, overleden in 1627 aan de pest. Gehuwd in 1606 te Neukirchen bij Nossen met Andreas Kirchbach , geboren in circa 1580, overleden in 1627 te Rochsburg aan de pest. Andreas was Schönburgischer Amtsschösser te Rochsburg. Nakomelingen werden op 26-07-1663 te Wenen als von Kirchbach in de adelstand verheven (freiherrlichen en gräflichen stand); 6. Gottfried Öhmichen , geboren op 17-12-1585 te Olbernhau, overleden op 10-03-1598 te Olbernhau, Evangelisch-Luthers begraven te Olbernhau; 7. Abraham Öhmichen , geboren in 1598, Evangelisch-Luthers begraven op 28-05-1611 te Olbernhau.

11.9 Jkfr. Juliane Röhling , overleden op 13-12-1609 te Schlettau. Dochter van Hans Röhling en Veronica Schweikert (zie:10.3). Gehuwd op 9.p.Trinit. 1579 te Geyer met Christoph Nietzsche uit Schneeberg.

Op 15-11-1576 maakte de vader van de nog onmondige Juliane namens haar aanspraak op het erfdeel van 2000 Gulden van haar grootvader, Sebastian Schweikert (zie: 10.3). Op 06-12-1585 verkreeg Christoph samen met zijn echtgenote Juliane een Brauhaus met Gerät (gerei) in de Klostergasse te Annaberg (slagerskwartier), gelegen tussen de huizen van Leonard Bade- horns en David Jockens.

11.10 Jkr. Moritz Röhling , zoon van Hans Röhling en Veronica Schweikert (zie: 10.3). Gehuwd op 30-05- 1585 te Annaberg met Anna Kettwig (Köttwig) , overleden in 1579 te Geyer. Dochter van Friedrich Kettwig , apotheker en Ratsherr te Dresden sinds 1570.

Op 15-11-1576 maakte de vader van de nog onmondige Moritz namens hem aanspraak op het erfdeel van 2000 Gulden van zijn grootvader, Sebastian Schweikert (zie: 10.3). In 1577 nam Moritz de Glashütte te Geyer over van zijn vader. Deze verkocht hij in 1604 aan Friedrich Köhler (zie: 11.13). Moritz betaalde 160 Schock aan Landsteuer te Geyer tussen 1583 en

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 1605. In 1596 was hij Stadtschreiber te Geyer. Zijn echtgenote Anna werd tussen 1586 en 1597 ver- meld als peetmoeder. In 1588 verkocht zij haar aandeel in het huis van haar overleden vader.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Hans Röhling , geboren op 02-11-1587 te Geyer.

11.11 Jkfr. Barbara (Anna) Röling , geboren 1556 te Freiberg, overleden op 28-10-1613 te Freiberg. Dochter van Siegmund Röhling, Ratsherr te Freiberg, en Magdalena Hilliger (zie: 10.4). Gehuwd in 1577 te Freiberg met Peter Nitzsche (Nietzsche) , overleden op 29-10-1591 te Freiberg. Zoon van Gregor Nitzsche (Nietzsche) , een vooraanstaand Bürger te Freiberg.

Uit dit huwelijk:

1. Barbara Nitzsche , geboren tussen 18-03-1579 en 14-06-1579 te Freiberg, overleden op 13-02- 1617 te Freiberg. Gehuwd op 23-10-1593 met Nikolaus (Nicolai) Horn , overleden in circa 1615 te Freiberg. Samen kregen zij één dochter.

11.12 Jkr. Dr. iur. utr. Siegmundt Röling , Herr von Hirschfeld und Wildpret, Evangelisch-Luthers ge- doopt op 31-10-1560 in de Dom te Freiberg, Evangelisch-Luthers begraven op 25-05-1617 in de Dom te Freiberg. Zoon van Siegmund Röhling en Magdalena Hilliger (zie: 10.4). Gehuwd (1) op 23-05- 1589 te Freiberg met Katharina Eulenbeck , geboren in circa 1571, overleden op 09-05-1600. Dochter van Wolfgang Eulenbeck , Kurfürstl. sächs. Rat te Dresden. Gehuwd (2) op 24-02-1601 te Dresden met Jkfr. Christiane Pfeiffer , overleden ná 18-09-1650. Dochter van Jkr. Dr. iur. utr. David Pfeiffer , van 1560 Herzoglich-mecklenburgischer Hofrat, van 1565 Kurfürstlich-Sächsischer Hofrat en vanaf 1585 kursächsischer Kanzler, en Barbara Blasius . Op 01-05-1570 te Praag werd Da- vid samen met zijn vijf broers in de H.R.Rijksadelstand verheven door keizer Maximiliaan II, maar schijnt zijn titel nooit gevoerd te hebben. Een reeds oorkondelijke benoeming tot Kaiserlichen Hofrat zou vanwege het overlijden van Maximiliaan II in de praktijk nooit tot uitvoering worden gebracht. David Pfeiffer stond bekend als leider van de Lutherischen Beamtenpartei. Naast het publiceren van politieke werken was hij ook een getalenteerd dichter.

In 1581 studeerde Siegmundt en ontving van zijn oom Markus (zie: 10.1) overeenkomstig zijn testa- ment drie jaar lang 20 rl. aan studiegeld. Na het behalen van zijn doctoraat zou hij 50 rl. ontvangen. Verder erfde hij van Markus zijn “marterne Schaube” (Marderfellmütze). Siegmundt promoveerde in zowel het wereldlijk als kerkelijk recht (Doktor iuris utriusque, oftewel Doktor beider Rechten). Sieg- mundt was Herr von Wildpret (Wildenberg) en (vanaf 1605) ook van Hirschfeld bij Nossen. In 1591 werd hij genoemd als Appellationsrat (Hoge Raad), van 1591 tot 1594 als PrinzenPräceptor (leraar van de Prins) en Hofrat (Hofraad). Van 1605 tot 1611 was hij wederom werkzaam als Appellationsrat.

Uit één van deze huwelijken:

1. Jkr. Siegmund Röling (zie: 12.5); 2. Jkr. Hans David Röling (zie: 12.6);

Uit het tweede huwelijk:

3. Jkfr. Magdalena Röling (zie: 12.7)

11.13 Jkfr. Magdalena Röling , geboren op 11-11-1566, overleden op 23-12-1632 te Freiberg. Dochter van Siegmund Röhling en Magdalena Hilliger (zie: 10.4). Gehuwd te Freiberg met Friedrich Köhler , geboren op 15-02-1550, overleden op 07-05-1611, Evangelisch-Luthers begraven in de St. Peter te Freiberg. Friedrich was van beroep Ratsherr en Bauherr te Freiberg. Een Bauherr was leidinggevende en verantwoordelijke van bouwprojecten.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit dit huwelijk:

1. Barbara Köhler , gehuwd met Gottfried Buchführer , Herr von Halsbach und Naundorf.

11.14 Jkr. Friedrich Röling , Herr von Conradsdorf, geboren op 05-06-1573 te Freiberg, overleden op 18- 10-1628 te Freiberg. Zoon van Siegmund Röhling en Magdalena Hilliger (zie: 10.4). Gehuwd (1) op 08-07-1601 te Freiberg met Anna Horn , overleden in 1608 (na zevenjarig huwelijk). Dochter van Caspar Horn , Bürger en Handelsmann te Freiberg. Gehuwd (2) op 16-02-1613 te Freiberg met Cha- ritas Kra(h)wieder , geboren op 01-03-1586, overleden op 18-06-1632. Dochter van Hieronymus Kra(h)wieder , Kursächsischen Austeiler te Freiberg. Het tweede huwelijk bleef kinderloos.

Friedrich werd in 1604 door de Ratstuhl (Raadstoel) aangetrokken en was sinds dat jaar Ratsherr te Freiberg. In 1606 was hij Verwalter (functionaris) van belastingen, in 1610 was hij Vorsteher (hoofd) over de Geestelijke inkomens, in 1612 was hij Einnehmer (innemer) van de Soldaten belasting (Soldatensteuer), in 1616 Einnehmer van de Landsteuer. In 1617 was hij Stadtrichter, in 1618 Kämmerer (ook wel arcarius, oftewel hoofd van de Schat- kamer). In 1622 was Friedrich Bürgermeister en in 1623 beysitzender Bürgermeister (plaatsver- vangende Burgemeester) te Freiberg. Friedrich was tevens leenheer van het leengoed Conradsdorf. Bij het overlijden van zijn eerste echtgenote werd vermeld dat zij één zoon en twee dochters naliet, waarvan twee op jonge leeftijd waren overleden. Gezien het feit dat haar zoon Friedrich op dat moment nog levende was, moet dat betekenen dat zij een voor ons onbekend dochter op jonge leeftijd was overleden. In de leichenpredigt (preek) voor Friedrich staat geschreven: “Welche jetzt viel erzehlte be- schwerliche Empter / damit er beladen gewessen / ihme sehr mühsam fürgefallen / jedoch hat er sie jederzeit / nach seinem besten Vermögen / trewlichen und mit allen fleiß versorget / das ihn nichts anderes / denn mit lob solches kan nachgesaget werden.” Op zijn grafplaat van Messing in de St. Annenkapelle te Freiberg stond: “In Gott ruhett alhier der ehrenveste achtbare und hochweise Herr Friedrich Röling auf Conradsdorff, gewesener regierender Bürgermeister und Cammerer alhir, welcher in Christo seliglich entschlaffen, den 18. Octob. anno 1628. Seines Alters 55. Jahr 15, Wochen 1. Tag, und erwarttet alhier der fröhlichen Aufferstehung, zum ewig Leben. Amen. Symbolum: Ich habe mich Gott ergeben, den liebsten Vat. Mein, hier ist kein immer Leben, es mus geschieden sein.” Op de Messing grafplaat stonden vier grote familiewapens afgebeeld. Op de grafplaat van Charitas Krahwieder stond geschreven: “Die erbare und viel ehrentugentsame Fraw: Charitas, geborne Krawiederin, des ehrenvesten hochweis. Herren Friedrich Röling auf Conradsdorf, und Burgermeisters alhier ehliche Havsfrau, ist in Gott selig entschlaffen, den 18. Junii an 1632, ihres Alters 46 Jar, 14. Woch. 4. Tage, rugetal hier, und erwartet der fröligen Aufferstehen zum ewigen Lepe.” Deze grafplaat bestond nog in 1732, maar is hedentendage verdwenen.

Uit het eerste huwelijk:

1. Onbekende dochter , op jonge leeftijd overleden; 2. Jkfr. Magdalena Röling (zie: 12.8); 3. Jkr. Friedrich Röling , geboren in circa 1606, overleden op 14-09-1623 te Leichenstein. Op zijn grafplaat stond: “Luctus tristis patris. “Anno Christi 1623 die 14. Septembr. hora I, post meridiem praeclarae indolis summaeq. Spei adolescens Fridericus Rolingk, amplissimi viri. Dn. Friderici Rolinks, haereditarii in Conratsdorf, consulis Fribergensis filius, ut natu minimus, ita unice dilectus, in vera Christi salvatoris sui agnitione atq. ardenti invocatione pie placideq. postquam annum aetatis 17 jam complevisset obdormiens sub hoc tumulo requiescit, cuius memoria sit inter benedictos. Psalm 17. Ergo autem in justicia apparebo consptui tuo, satiabor cum apparuerit, gloria tua.” Hieronder stonden twee familiewapens naast elkaar afgebeeld.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 11.15 Jkr. Markus Röling , geboren in circa 1562, overleden op 04-01-1621 te Dresden. Zoon van Sieg- mund Röhling en Magdalena Hilliger (zie: 10.4). Gehuwd in 1599 te Dresden met Anna Maria Klinger . Dochter van Johann Klinger , Hammerherr te Pöhla, en een zekere Klara .

Markus erfde van zijn oom Markus (zie: 10.1) de grote tinnen kan van zijn overgrootvader Markus (zie: 8.1). Markus was van 1586 tot 1590 Kammerschreiber en in 1597 en van 1601 tot 1611 Kammermeister te Dresden. In 1600 werd hij medeeigenaar van de Pfeilhammer te Pöhla. De Pfeilhammer was een smederij die ontstond in 1525. In 1569 verwierf Hans Klinger uit Elterlein de smederij van Wolf Teubner die sinds 1542 eigenaar was. Vanaf 1562 ontstond rondom de smederij een kleine nederzetting. De Hammerherr bezat twee erfgoederen, het huis van de smid en vijf andere “Kleinhäuslein“ Om deze kleine nederzetting te onderscheiden van de nabijgelegen grotere plaats noemde men deze Kleinpöhla, en de andere plaats Großpöhla. Pas in 1855 gingen beide plaatsen op in de gemeente Pöhla. Nadat de smederij kortstondig in bezit was geweest van Hauptmanns en later ook Oberstleutnants Karl von Goldstein zu Quedlinburg, kwam de smederij in 1600 in bezit van Markus. Tijdens zijn bewind ontstond in 1608 de eerste hoogoven. De erven van Markus verkochten de smederij aan de familie von Elterlein die reeds meerdere smederijen in hun bezit hadden. De smederij zou meer dan 200 jaar in hun bezit blijven. Johann Heinrich von Elterlein liet van 1684 tot 1687 een Herrenhaus bouwen aan de westzijde van het terrein welke vandaag de dag nog bezocht kan worden. In mei 1802 woedde een hevige brand die de gehele fabriek alsook vele huizen in as legde, de wederopbouw begon in 1806. In 1839 verwierf Carl Ludwig von Elterlein een vergunning voor de bouw van een Kupoloven (een verticale, cilindrische oven, die van bovenaf gevoed wordt met een mengsel van ijzer, staal en silicium). In juli 1846 gaat het eigendom over op de Firma Porst und Co, er waren toen 70 werknemers in dienst. Van 1876 tot 1884 was de smederij in bezit van de firma Rohleder & Co. In 1872 doofde de laatste hoogoven en in mei 1884 kocht de firma Nestler & Breitfeld de fabriek, die tevens eigenaar was van de Eisenwerk te Erla (welke eigendom is geweest van Friedrich Röhling, zie: 13.2). In 1968 werd de productie opnieuw gestart. Tegenwoordig voert de fabriek de naam Eisenwerk Pfeilhammer GmbH en wordt er keukengerij geproduceerd. Friedrich Röhling (zie: 12.2) en Andreas Siegel (zie: 12.4) kregen later ook aandelen in de sme- derij. Friedrich was een zoon van Hans Röhling (zie: 11.1) en Andreas was een schoonzoon van Hans. Het is mogelijk dat het aandeel in de smederij het resultaat was van de sterke familieband die Markus met zijn oom Markus (zie: 10.1) had. Dit blijkt onder andere uit het feit dat hij een grote tinnen kan van zijn oom had geërfd. Het is echter ook goed mogelijk dat de smederij voor een tweede keer (deels) in bezit van de familie kwam door het huwelijk tussen Friedrich Röhling en Juliana von Elterlein (zie: 12.2).

11.16 Jkfr. Katharina Röling , dochter van Siegmund Röhling en Magdalena Hilliger (zie:10.4). Gehuwd (1) op 03-05-1570 te Freiberg met Andreas Krage . Gehuwd (2) met Urban Schütze .

Andreas was van beroep Handelsmann te Dresden. Urban was van beroep Münzschreiber.

11.17 Jkr. Georg Röhling , geboren in circa 1530. Zoon van Valentin Röhling en Anna Hünerath (zie: 10.6). Gehuwd met een dochter van Sebastian Dürrbeck . In 1569 was Georg Kaiserlicher böhm. Austeiler te Joachimsthal waar hij eveneens eigenaar was van een huis. In 1577 bekleedde hij dezelf- de functie te Schlackenwald. Georg zegelde eerst met het stamwapen, later met het verleende wapen.

11.18 Jkfr. Ursula Röhling , dochter van Valentin Röhling en Anna Hünerath (zie: 10.6). Evangelisch- Luthers gehuwd op 21 p. Tr. 1568 (07-11-1568) te Joachimsthal met de weduwnaar Jkr. Georg Geitzkoffler von Reiffenegg , geboren op 03-10-1526 te Sterzing, Tirol, overleden op 14-07-1557 te Joachimsthal. Georg was eerder gehuwd geweest met een zekere Junkfrau von Lerchenfeld . Ná Ursula huwde Georg nog met Sybilla Langer , dochter van Jörg Langer .

In het trouwboek van St. Joachimsthal staat: “Georg Geitzhöfler und Ursula filia Herr Valtten Röh- ling”. Georg was keizerlijke ontvanger en muntmeester te Joachimsthal alsook Hüttenherr. Ook was hij eigenaar van een metaalbewerkingsbedrijf in Joachimsthal. Georg werd in de adelstand verheven

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info als Geitzkoffler von Reiffenegg (later ook wel bekend als Geitzkoffler von Geilenbach zu Hannsheim und Most). Georg had een dochter uit zijn eerste huwelijk, Catharina Geitzkoffler, gehuwd in 1570 te Annaberg met Jacob Uthmann, Bergherr te Annaberg. Zoon van Christoph Uthmann en Barbara von Elterlein en dus een schoonzus van Anna Röhling (zie: 11.28 over Anna en de Uthmann familie).

11.19 Jkfr. Elisabeth Röhling , overleden op 08-09-1582 te Geyer. Dochter van Valentin Röhling en Anna Hünerath (zie: 10.6). Gehuwd op 23. p. Trinit. 1580 te Geyer met Christoph Spitzelt .

Elisabeth werd in 1580 vermeld als doopmeter te Geyer. Met betrekking tot het huwelijk is door Dr. Harms zum Spreckel bij de familie v. Röhling te Wenen het volgende afschrift overgenomen welke met de brand van de Geyerschen Kirche verloren is gegaan: “Christoph Spitzeldt vnd Jungfr. Elisabeth des Erbaren Ehrenvesten Herrn Valten Rölings Rö: Kay: Maj. Rath vnd Oberhauptmanns in S. Joachimsthol und Schlackenwald hind’lassne Tochter. Dieser Christoff Spitzeld ist vormals Inn einiger Handlung und Anforderung einer vermeinten Ehe gestandten mit Maria Jeronimus Schafhirdts Pappir machers auf der Zwenitz verlassenen Tochter, hat aber ein offenen besiegelt Urteil fürgeleget und überantwortet, doriner von obgemelter Eheforderung abgewiesen und gentzlich losgesprochen durch den Ehrwürd. Churfürstl. Sächsischen Consitorium zu Leipzig.”

11.20 Jkfr. Susanna Röhling , dochter van Valentin Röhling en Anna Hünerath (zie: 10.6). Gehuwd in 1582 te Annaberg met Nickel Forchheim uit Buchholz.

11.21 Jkfr. Dorothea Röhling , dochter van Valentin Röhling en Anna Hünerath (zie: 10.6). Gehuwd met Tobias Gebhart , muntmeester te Budweis.

11.22 Jkr. Christoph Röhling , zoon van Valentin Röhling en Anna Hünerath (zie: 10.6).

Christoph ontving in 1571 als zoon van de Oberhauptmann van Joachimsthal te Geyer vier kannen gevuld met wijn. In 1573 was hij woonachtig te Schlachenwald.

11.23 Jkfr. Judith Röhling , geboren in circa 1540 te Geyer. Dochter van Sebald Röhling en Ursula Sturtz (zie: 10.7). Evangelisch-Luthers gehuwd op 14-01 -1560 te Geyer met Christoph Krumpholtz , gebo- ren in 1537 te , overleden op 09-03-1579 te St. Joachimsthal. Zoon van Sebastian Krumpholtz .

Christoph was Kaiserlicher Bergmeister, Ratsherr en Bürgermeister te Joachimsthal. In het trouwboek van St. Joachimsthal staat: “Christof Krumpholtz und Judith filia Sebald Rölingk.”

Uit dit huwelijk:

1. Ursula Krumpholtz , geboren op 01-01-1565 te St. Joachimsthal, Evangelisch-Luthers begraven op 13-11-1618. Gehuwd op 04-02-1588 te Joachimsthal met Jkr. Johannes Müller von Ber- neck , geboren op 07-11-1560 te Joachimsthal, overleden op 13-11-1618. Zoon van Jkr. Chris- toph Müller von Berneck , Erzhändler, Stadtrichter en kaiserl. Erzkauf-Buchhalters in Joachims- thal, en Anna Zorn . Johannes was Hammerherr en Bergmeister te Breitenhof bei Breitenbrunn.

11.24 Jkr. Oswald Röhling , overleden vóór 16-08-1610. Zoon van Sebald Röhling en Ursula Sturtz (zie: 10.7). Gehuwd (1) met een zekere Catharina óf op 25-10-1584 te Annaberg met Ursula Kottwig , overleden op 05-11-1589 te Geyer. Gehuwd (2) op 23.p.Tr. 1592 te Geyer met Maria Engler , overleden op 14-06-1614 te Geyer. Dochter van Peter Engler , Bürger und Handelsmann te Leipzig. Maria huwde vóór 1610 met Tobias Fischer , daar zij in 1610 genoemd werd als “Ehefrau Tobias Fischers”. Met haar overlijden werd zij echter als weduwe van Oswald vermeld.

Over de eerste ectgenote van Oswald bestaat enige onduidelijkheid omdat het hier ook over de echtgenote van een andere Oswald zou kunnen gaan (zie: 11.35). Het tweede huwelijk van Oswald

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info werd in het Traubuch als volgt be beschreven: “Dom. 23. Trin. Oswaldt Roling bürg und ratsfreundt allhie und J. Maria des weiland Erbarn Peter Englern handels und bürgers in Leipzig tochter.” Oswald kocht in 1579 een huis te Geyer van Jacob Potzscher. Toen hij niet in staat bleek te zijn de overeengekomen koopsom te betalen, werd zijn vader gevraagd het overige deel te betalen. Later werd hij Ratsherr te Geyer. In 1594, 1600 en 1602 was hij Richter en in 1599 Landsteuereinnehmer te Geyer. Oswald overleed vóór 16-08-1610. Op deze dag kwamen namelijk zijn erfgenamen bijeen. Zijn erfgenamen bestonden uit zijn echtgenote, die toen inmiddels opnieuw gehuwd was met Tobias Fischer, en de kinderen Katharina, Sebald en Gertrud (met hun vertegenwoordigers David Pollon, Abraham Bünau, Wolf Sommer en Georg Claus, alsook hun stiefvader Tobias Fischer. Ieder kind ontving 25 Gulden. Tobias was bereid de jongste dochter gedurende nog één jaar te verzorgen en Sebald het Lehrgeld te geven voor het leren van een Handwerk. Daarnaast hadden de kinderen het alleenrecht op de erfenis uit de Marienberger huizen (het huis van Hans Strunz, het huis op de Markt en Schusters huis). Tevens ontving ieder kind 3½ Pfund aan tinnen voorwerpen. Oswalds weduwe verkocht haar aandeel aan tinnen voorwerpen aan haar nieuwe echtgenoot. Op 16-04-1627 verkochten de erfgenamen een locatie die door brand verwoest werd voor 14 Gulden aan Paul Lehmann, de erfgenamen bestonden uit: Hans Eberlein namens zijn echtgenote Catharina, Friedrich Pfeffer namens zijn echtgenote Gertrud en Sebald Röhling.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkfr. Maria Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op Di.n.11.Tr. 1586 te Marienberg (“Maria filia Oßwald Röling von Geyer hat seine Mutter allhier besucht mit seinem Weib”, overleden op 10-10-1607 te Geyer; 2. Jkfr. Catharina Röhling , geboren op 30-10-1588 te Geyer, overleden op 02-01-1589 te Geyer.

Uit het tweede huwelijk:

3. Jkfr. Catharina Röhling , geboren op 14-04-1594 te Geyer, doopmeter in 1615. Gehuwd op 15. p.Tr. 1615 te Geyer met Hans Eberlein ; 4. Jkr. Volckmar Röhling , geboren op 08-05-1596 te Geyer, overleden op 14-05-1596 te Geyer (vermeld als “Kind des Oswald Röling); 5. Jkr. Sebaldus Röhling , geboren op 01-04-1598 te Geyer; 6. Jkfr. Gertruda Röhling , geboren op 15-03-1603 te Geyer. Gehuwd op 09-02-1623 te Geyer met Friedrich Pfeiffer , Bergmann.

11.25 Jkr. Lorenz Röhling , geboren in circa 1535. Zoon van Sebald Röhling en Ursula Sturtz (zie: 10.7). Gehuwd (1) in 1560 te Marienberg met Magdalena Hösel , dochter van Jörg Hösel . Gehuwd (2) in 1587 te Marienberg met Sibylla Donat , dochter van Wolf Donat .

Magdalena werd tussen 1561 en 1576 vermeld als doopmeter. Lorenz was in 1592 van beroep Steiger te Marienberg. In Marienberg zijn geen h uwelijks- en overlijdensdata teruggevonden van de kinderen.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Barbara Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op Fr. p. Tr. 1561 (20-06) te Marienberg; 2. Jkr. Sebald Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op II.p. Epiphan. 1562 te Marienberg; 3. Jkr. David Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op Sonnabend n. XVIII..p.Tr. 1563 te Marienberg; 4. Jkfr. Ursula Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op Cantate 1566 te Marienberg; 5. Jkfr. Helma Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op Dom.Sexages. 1568 (69?) te Marienberg; 6. Jkfr. Regina Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op Laetare 1571 te Marienberg; 7. Jkr. Valentin Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op Mo.n. Sexages. 1574 te Marienberg; 8. Jkr. Johannes Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op Mo. Joh. Bapt. 1577 te Marienberg.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 11.26 Jkr. Urban Röhling , geboren in circa 1550. Zoon van Sebald Röhling en Ursula Sturtz (zie: 10.7). Gehuwd in 1575 te Freiberg met Barbara Trainer , geboren op 29-05-1552 te Freiberg, overleden op 06-06-1595 te Marienberg. Dochter van Georg Trainer , Silberbrenner en Ratsherr te Freiberg, en Anna Meissner . Urban was Schichtmeister, Rezeßschreiber in 1585 en Ratskämmerer in 1584 te Marienberg.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Anna Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op Fr. Innocent. 1577 te Marienberg; 2. Jkfr. Barbara Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op Mo.n. 24. Tr. 1577 te Marienberg; 3. Jkfr. Helma Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op Sonnab. Jubilate 1580 te Marienberg; 4. Jkfr. Catharina Röhling , vermeld als doopmeter in 1597.

11.27 Jkr. Wolf Röhling , zoon van Sebald Röhling en Ursula Sturtz (zie: 10.7). Gehuwd op Mo. n. Epiph. 1565 te Marienberg met Anna Herting , dochter van Peter Herting , Apotheker, Ratsherr en Gewerke te Marienberg. Wolf werd vermeld als Bürger te Marienberg. In 1564 en 1565 werd hij vermeld als dooppeter.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Judith Röhling , geboren op Mo. 9. p. Tr. 1566 te Marienberg; 2. Jkr. Sebald Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op Fr. n. Cantate 1568 te Marienberg; 3. Jkr. Sigmund Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op Sa. p. Jubilate 1575 te Marienberg; 4. Jkfr. Dorothea Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op Di. p. 3. Epiph. 1577 te Marienberg.

11.28 Jkfr. Anna Röhling , geboren in 1541 te Geyer. Dochter van Georg Röhling (zie: 10.9). Gehuwd in 1563 te Annaberg met Jkr. Hans Uthmann , geboren in 1536 te Annaberg, zoon van Jkr. Christoph Uthmann (zoon van Jkr. Andreas Uthmann von Schmolz uit Silezië) en Jkfr. Barbara von Elterlein .

Hans was van beroep Hüttenreiter, Receßschreiber, Wardein en Bergamtsverwalter te Altenberg. Later werd hij Zehntner (tiendesteker) en op het laatst Kaiserlicher Bergrat te Praag. De moeder van Hans was de bekende Barbara Uthmann. Zij werd geboren in 1514 te Annaberg en was het vierde kind van Heinrich von Elterlein (zoon van Johann von Elterlein) en Ottilie Arnold. Op haar vijftiende huwde Barbara met de zeven jaar oudere uit Löwenberg (Silezië) afkomstige Chris- toph Uthmann. Samen kregen zij twaalf kinderen. Het gezin woonde in een huis aan de Museums- gasse 1, later kochten zij een huis aan de markt (hedendaagse Marktplatz 8). Het familiebezit omvatte grond in Annaberg, ertsgroeven, Pochwerke (werkplaatsen waar metalen uit ertsen gehaald werden) en emaille smelterij (Schmelzhütten). In 1550 verwierven zij de Saigerhütte te Grünthal bij Olbern- hau, waarmee zij het monopolie op Kupferverhüttung (koperverwerking) voor geheel Saksen verkre- gen. In 1553 werd Barbara weduwe en nam zij het bestuur over van de familieondernemingen. Dankzij de mijnbouw beleefde Annaberg een bloeiperiode en ontstond een grote vraag naar luxe textiel. De Bergherren en hun familie vertoonden zich maar al te graag in rijk versierde kledij. Zo ontwikkelde zich een levendige handel in borduurwerk en kant. In de 16 de eeuw ontstond een economische crisis in de mijnbouw van het Erzgebirge, waardoor de productie van borduurwerk en kant voor veel burgers een steeds belangrijkere bron van inkomsten werd. Barbara Uthmann had oog voor deze ontwikkelingen en richtte een onderneming op voor de handel in borduurwerk die in 1550 voor het eerst genoemd werd in een oorkonde. In een oorkonde uit 1561 blijkt dat zij zich ook bezig hield met de handel in kant. Door haar vermogen en handelsconnecties kon het bedrijf groeien en zo circa 900 boorduursters inhuren. Volgens een sage was een Brabantse in Annaberg gaan wonen die Barbara Uthmann leerde hoe zij kant moest maken. Barbara leidde haar bedrijf tot 1571. Haar laatste levensjaren bracht zij door in haar huis aan de Große Kirchgasse 10, waar zij op 14-01-1575 overleed. Zij werd bijgezet in het graf van haar echtge- noot in de St. Trinitatis-Friedhof, aan de tegenwoordige Busbahnhof. Zij wordt vandaag nog herdacht als een van de belangrijkste onderneemsters uit de Saksische geschiedenis. Op veel plaatsen in Anna-

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info berg kan men beelden en afbeeldingen van haar vinden. Zo staat er een standbeeld van haar op het marktplein te Annaberg, bevat de St. Annen Kirche te Annaberg een glas in lood raam met een af- beelding van Barbara, staat er een Grabmal in het stadspark, bestaat er een Uthmann café en is er in het Erzgebirgsmuseum een speciale tentoonstelling aan haar gericht.

11.29 Jkr. Sebastian (Bastian) Röhling , geboren in 1560, overleden op 21-10-1631 te Marienberg, Evan- gelisch-Luthers begraven op 23-10-1631 te Marienberg. Zoon van Esaias Röhling en Margarethe Hilliger (zie: 10.10). Gehuwd (1) in 1588 te Marienberg met Regina Seifert , overleden op 06-06- 1595 te Marienberg. Dochter van Matthes Seifert uit Commotau. Gehuwd (2) op 27-09-1596 te Marienberg met een zekere Frau Maria , overleden op 11-09-1603 te Marienberg, Maria was de weduwe van Wolf(gang) Sychtzen . Gehuwd (3) op 02-10-1608 te Marienberg met Concordia Oswald , dochter van Abraham Oswald uit Chemnitz. Concordia was de weduwe van Ernst Struntz (overleden in 1607 en Bürgermeister te Marienberg).

Sebastian was van 1590 tot 1631 Gegenschreiber te Marienberg alsook Schichtmeister en vanaf 1591 Ratsherr te Marienberg. Hij was Ratskämmerer en vanaf 1607 Bürgermeister van Marienberg. Ook werd Sebastian genoemd als Kirchenvater. Zijn eerste echtgenote was een zuster van Georg Seifert, die gehuwd was met een zus van Sebastian. Sebastian kocht op 02-03-1611 een grastuin van Anna, de weduwe van zijn neef Erasmus Röhling (zie: 11.39): “welcher Grasgarten Hannß Frenzel sehlig mit seinem Weibe von Hans Schumann ererbet, in Lehen und Gebrauch gehabt, und nach seinem Absterben seine Witwe damit befellet, welche dann forder denselben ihrem anderen Ehemann Eras- mus Rhöligen tradiret, zugeeignet vnd eigenthümblichen übergeben.” Op 31-01-1622 kocht Concor- dia vier akkers van Frau Maria Pufendorf en de erfgenamen van Bürgermeister Struntz. In het Totenbuch van 1631 te Marienberg werd over zijn begrafenis vermeld: “in großer Frequenz vnd Volkreicher Versammlung, in der Großen Kirchen bey dem Altar”.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkfr. Margaretha Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op Dom. Vocem Jucund. 1590 te Marienberg, overleden op 08-09-1613; 2. Jkr. Esaias Röhling (zie: 12.9); 3. Jkr. Gottfried Röhling , geboren op Dom. 12.p.Tr. Dienstag 1593 te Marienberg, overleden op 03-04-1595; 4. Jkr. Benjamin Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op Exaudi Montag 1595 te Marienberg, overleden op 04-09-1595;

Uit het tweede huwelijk:

5. Jkfr. Elisabeth Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 15-09-1600 te Marienberg, overleden op 09-07-1603; 6. Jkfr. Rosina Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 24-06-1603 te Marienberg, overleden op 30-01-1604.

11.30 Jkr. Zacharias Röhling , geboren op 30-10-1567 te Marienberg, overleden op 30-09-1604 te Marien- berg. Zoon van Esaias Röhling en Margarethe Hilliger (zie: 10.10). Gehuwd op 16-07-1594 te Ma- rienberg met Dorothea Struntz , dochter van de in 11.29 genoemde Ernst Struntz en zijn eerste echtgenote Dorothea Ulrich , dochter van Thomas Ulrich (Bürgermeister te Marienberg). Dorothea was weduwe van een zekere Schütz .

Zacharias was Hüttenschreiber en Stadtrichter te Marienberg. Op 20-10-1596 verkreeg hij van de erfgenamen van zijn vader Esaias de Pfarrberg in het onbebouwde deel van de Annaberger Straße alsook een grastuin aan de Freiberger Tor te Marienberg voor 750 Gulden. Als mede erfgenamen werden vermeld: Dr. Josua Ihring namens zijn echtgenote, Gregor Rez (Räz, Ötterich, Rätz) als verte- genwoordiger voor Frau Katharina Seifert, Herr Bastian Röhling en Herr Christoph Röhling.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Rosina Röhling , geboren en overleden in 1595 te Marienberg; 2. Jkr. Gottfried Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 18. Sonntag 1596 te Marienberg; 3. Jkr. Ernst Röhling (zie: 12.10); 4. Jkfr. Elisabeth Röhling , geboren op 04-07-1601 te Marienberg.

11.31 Jkfr. Magdalena Röhling , geboren op 2. Advent 1562 te Marienberg. Dochter van Esaias Röhling en Margarethe Hilliger (zie: 10.10). Gehuwd in 1580 te Marienberg met Dr. Josua Ihring (Jering) , Syndicus (raadgever) te Plauen.

11.32 Jkfr. Catharina Röhling , geboren op Montag n. Palmarium 1565 te Marienberg. Dochter van Esaias Röhling en Margarethe Hilliger (zie: 10.10). Gehuwd in 1584 te Marienberg met Georg Seifert , zoon van Matthes Seifert uit Commotau. Georg was een broer van Regina Seifert (zie: 11.29).

11.33 Jkr. Christoph Röhling , geboren op 19-04-1570 te Marienberg, overleden op 08-11-1607 te Marien- berg. Zoon van Esaias Röhling en Margarethe Hilliger (zie: 10.10). Gehuwd op 13-02-1598 te Ma- rienberg met Cordula Seifert (Seyffart) . Dochter van Andreas Seifert (Seyffart) (zijn gelijknamige zoon was Stadtrichter, Hospital- en Zinnhüttenvorsteher te Marienberg).

Christoph liet een huis aan de Markt (Freiberger Str. 1) te Marienberg na welke in 1611 aan Stadt- richter Hans König werd verkocht.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Catharina Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op Sonnabend n. Reminis 1599 te Marienberg; 2. Jkr. Andreas Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op Joh. Bapt. 1600 te Marienberg, overleden op 17-08-1601; 3. Jkr. Sigismundus Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op III. p. Tr. 1602 te Marienberg; 4. Jkr. Sigismundus Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 08-07-1603 te Marienberg; 5. Jkfr. Cordula Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 22-04-1605 te Marienberg; 6. Jkfr. Esther Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 11-10-1606 te Marienberg, overleden op 04-11-1606; 7. Jkr. Christoph Röhling (zie: 12.11).

11.34 Jkfr. Anna Röhling , geboren in circa 1553, overleden op 14-10-1613 te Schönbrunn. Dochter van Paul Röhling en Ottilia von Sulgau (zie: 10.11). Gehuwd op 22. p. Trinit. 1570 te Marienberg met Merten Kohl uit Dresden, overleden op 05-03-1605 te Marienberg.

Anna werd in 1567 en 1569 als peetmoeder te Marienberg vermeld. Volgens Heinz Seidel werd haar huwelijk met Merten Kohl in het Traubuch als volgt omschreven: “Doica 22. Trin. Merten Kol von dresten, Jungkfrau Anna eine tochter des Herrn Berckmeisters Paul Roling.”

Uit dit huwelijk:

1. Martin Kohl , Evangelisch-Luthers gedoopt op Di. N. 18. n. Trin. 1571 te Marienberg, Evangelisch-Luthers begraven op 05-06-1639 te Schönbrunn. Gehuwd op 17-10-1614 te Schönbrunn met Magdalena Melzer , Evangelisch-Luthers gedoopt op 20-02-1591 te Schönbrunn, Evangelisch-Luthers begraven op Pauli Bekehrung 1642 te Schönbrunn.

11.35 Jkr. Oswald Röhling , geboren op 03-04-1557 te Marienberg. Zoon van Paul Röhling en Ottilia von Sulgau (zie: 10.11). In “Die Röhling aus Geyer” van Wolfgang Lorenz wordt ene Oswald opgevoerd als zoon van Paul en Ottilia von Sulgau die getrouwd zou zijn met Maria Engler. Deze bewuste

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Oswald was echter de zoon van Sebald Röhling (zie 11.24) daar zijn vader expliciet genoemd wordt als geldschieter toen Oswald niet in staat bleek te zijn de kosten voor de aankoop van een huis te kunnen betalen. Als aanvullend bewijs kan opgevoerd worden dat hij zijn tweede zoon naar zijn vader Sebald vernoemde. Er zijn geen verdere gegevens bekend over de Oswald die als zoon van Paul en Ottilia wordt genoemd.

11.36 Jkfr. Maria Röhling , geboren op 31-01-1559 te Marienberg. Dochter van Paul Röhling en Ottilia von Sulgau (zie: 10.11). Gehuwd op 27-04-1584 te Marienberg met Pfr. Valentin Metzler , uit Hai- nichen. Valentin was Pfarrer (predikant) te Geyer van 1584 tot 1600. Later werd hij Pfarrer te Schlettau.

11.37 Jkr. Ullrich Röhling , Herr von Brünnlaßberg, Evangelisch-Luthers gedoopt op Mittwoch n. Mise- ricord 1561 te Marienberg, overleden op 22-12-1631 te Schneeberg, Evangelisch-Luthers begraven in de Wolfgangkirche te Schneeberg. Zoon van Paul Röhling en Ottilia von Sulgau (zie: 10.11). Gehuwd (1) op 14-02-1588 te Schneeberg met Christiane Funk (ook wel Funck), geboren in 1564, overleden op 26-05-1623 te Schneeberg, Evangelisch-Luthers begraven op 05-06-1623 in de Wolfgangkirche te Schneeberg. Dochter van Hans Funk (Münzmeister en Zehntner te Schneeberg). Gehuwd (2) in februari 1624 met Catharina , weduwe van Melchior Kühn .

Ullrich werd voor het eerst vermeld in 1585 toen hij een boete van 10 Groten moest betalen in de Schneeberger Kämmerei voor het in het gezicht slaan van Andreas Holzschuher in het bijzijn van Hans Lobwasser. Ullrich was in 1596 Vorsteher en in 1599, 1602, 1605, 1608, 1611, 1614 en 1618 Stadtrichter te Schneeberg. Vanaf 1626 was hij de Kurfürstlicher Sächsischer Zehentner (tiende- steker). Tevens was hij Bergherr en Handelsmann. In 1595 kocht hij van de erfgenamen van zijn schoonvader het leengoed Brünnlaßberg. In 1602 breidde hij zijn oude molenplaats onder de Prunels- berg te Schneeberg/ uit met een nieuwe molen. In het Germanisches National Museum worden twee portretten van Ullrich en Christiane tentoon gesteld uit 1615 door Matthias Krodel d.J. De portretten zijn tevens opgenomen in het modearchief van de Universiteit van Bergamo, Italië. Vanaf 1621 was hij ook in Marienberg actief, waar hij Großverleger werd. Zo sloot hij op 16-02- 1630 een contract samen met zijn zonen Valentin, Christian en Ulrich Jr. om 200 Zentner tin te leveren aan Mathes Gnaspe. Ullrich verkocht enige tijd vóór 1631 zijn Marienberger tinmijn “Freude Gottes” met Pochwerk aan Dr. Helfrich voor 5290 Gulden. In 1630 liet hij een epitaaf maken voor zichzelf en zijn echtgenote. Op het eptiaaf van Christiane in de Wolfgangkirche te Schneeberg staat vermeld: “Deo opt. max. Bonae memoriae et Spei aeternae Honestae juxta ac Piae Matronae Christinae Vdalrici Rölingi Senioris Coniugis desideratismae ex antiqua Funcciorum familia prosatae. Quae ut in matrimonio omni benedictione accumulato uixit annos XXXV castoq. ex toro Deo et Rei publ. prodxit sex Natos et duas Natas atque harum altera superstite Filia Nepotem Neptemq. maternis ulnis libravit, (his ita defuncta impetrato de super commeatus?) se nobis miseris subduxit Sic obiit et abiit cum Christo die XXVI May Anno salutis MDCXXIII Aetat LIX, eo (?) quod erat Mortale proximo hinc tumulo tantisper relicto dum olim redivivum, et immortale Beatae Animae denuo iungatur quousq. in Chrysti pace quiescat. Si in hac solum Vita spem in Christo habemus, miserrimi (omnium?) sumus.”

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkr. Hans Röhling , geboren 10-06-1589 te Schneeberg, overleden op 11-11-1590 te Schneeberg; 2. Jkr. Christian Röhling (zie: 12.12); 3. Jkr. Johann Röhling (zie: 12.13); 4. Jkfr. Barbara Röhling (zie: 12.14); 5. Jkr. Valentin Röhling , geboren 07-09-1599 te Schneeberg, overleden 07-11-1599 te Schneeberg; 6. Jkr. Valentin Röhling (zie: 12.15); 7. Jkfr. Christiane Röhling (zie: 12.16); 8. Jkr. Ulrich Röhling (zie: 12.17).

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 11.38 Jkfr. Regina Röhling , geboren op 03-05-1563 te Marienberg, overleden in 1609. Dochter van Paul Röhling en Ottilia von Sulgau (zie: 10.11). Gehuwd op 16-09-1583 te Marienberg met Christoph Mergk uit Annaberg. Christoph was Zehentner te Eibenstock. Regina werd genoemd: “Wurde wegen ihrer Gutthätigkeit sehr gerühmt eine rechte Mutter der Armen”.

11.39 Jkr. Erasmus Röhling , geboren op 03-10-1565 te Marienberg, overleden op 08-05-1599 te Marien- berg. Zoon van Paul Röhling en Ottilia von Sulgau (zie: 10.11). Gehuwd (1) met een onbekende vrouw, overleden op 16-05-1588 te Marienberg (“Asmus Rölingk sein Weib”). Gehuwd (2) op 11 p. Trinit. 1588 te Marienberg met Dorothea (Anna?) . Dorothea was de weduwe van Hans Frentzel .

Erasmus was Schichtmeister te Marienberg en controleerde de wissel van dienst in de mijnbouw. Vol- gens het Totenbuch Marienberg werd hij begraven “mit dem ganzen Chor und mit der großen Glocken.”

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Severius Röhling , geboren op 20.p.Tr. 1594 te Marienberg; 2. Jkfr. Anna Röhling , geboren op de maandag ná 19.p.Tr. 1596 te Marienberg.

11.40 Jkr. Paul Röhling (der Jüngere) , geboren op 10-04-1568 te Marienberg, overleden op 12-10-1625 te Schneeberg. Zoon van Paul Röhling en Ottilia von Sulgau (zie: 10.11). Gehuwd (1) op 26-02-1593 te Marienberg met Margarethe Weiß (Weise) , geboren op 19-01-1574 te Marienberg, Evangelisch-Lu- thers begraven op 24-04-1617 te Schneeberg. Dochter van Christoph Weiß , Bergmeister te Eiben- stock en voorheen Berggeschworener te Marienberg, en Sibylla Peschel . Gehuwd (2) op 15-06-1618 te Schneeberg met Sibilla Zickel , geboren op 20-04-1599 te Schneeberg, overleden op 14-06-1626 te Schneeberg. Dochter van Caspar Zickel , Gegenschreiber te Schneeberg van 1617 tot 1626, en Anna Sagner . Sibilla huwde na het overlijden van Paul met Michael Röder , overleden op 03-06-1694.

Paul was kurfürstl. Stollenvorsteher te Marienberg, Berggeschworener te Scharfenberg en vanaf 1622 te Schneeberg. Na zijn overlijden huwde Sibilla met Michael Röder. Op 16-07-1629 verkocht Michael een huis te Schneeberg, dat hij had verkregen bij het huwelijk, voor 450 Gulden aan Zacharias Mals (Malz). Hierbij ontving hij 200 Gulden als aanbetaling. Eénderde van het geld kwam toe aan Sibilla.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkfr. Regina Röhling (zie: 12.18); 2. Jkfr. Margarethe Röhling (zie: 12.19); 3. Jkr. Christoph Röhling , geboren in 1602 te Marienberg; 4. Jkr. Christian Röhling (zie: 12.20); 5. Jkr. Paul Röhling (zie: 12.21); 6. Jkr. Gottfried Röhling (zie: 12.22);

Uit het tweede huwelijk:

7. Jkfr. Anna Maria Röhling (zie: 12.23); 8. Jkr. Severinus Röhling , geboren op 20-07-1622 en overleden op 24-11-1626 te Schneeberg.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 12.1 Jkr. Heinrich Röhling , geboren op een onbekende datum, overleden ná 1581. Zoon van Hans Röh- ling en Catharina Klinger (zie: 11.1).

12.2 Jkr. Friedrich Röhling , geboren in circa 1574, Evangelisch-Luthers begraven op 16-07-1645 te El- terlein. Zoon van Hans Röhling en Catharina Klinger (zie: 11.1). Gehuwd op 07-11-1608 te Elterlein met Jkfr. Juliana von Elterlein , geboren op 15-02-1585 te Nürnberg, Evangelisch-Luthers begraven op 31-05-1669 te Elterlein. Dochter van Jkr. Wolf von Elterlein , Hammerherr van Obermittweida, en Jkfr. Ursula Portner von Theuern .

Friedrich was Hammerherr te Kleinpöhla en Ratsherr te Elterlein. Friedrich doneerde in 1625 de nu nog bestaande Abendmahlskelch en “Baden” of Hostienteller (Ciborie) aan de kerk te Elterlein. De kelk bevat een gravure met een interessant Alliancewappen met de familiewapens van de familie Röhling en von Elterlein. Een kroniekschrijver noemde Friedrich een “vermogenden Mann, Hammerherrn und Eisensetzer, einen primarius ex familia der Rölinge”. De positie die Friedrich binnen de gemeenschap van Elter- lein innam blijk ook uit het feit dat de keizerlijke generaal Peter Melander Graf von Holzappel op 08- 10-1647 zijn echtgenote bezocht (Friedrich was inmiddels overleden). Peter Melander Graf von Holz- appel (geboren 08-02-1589, overleden 17-05-1648) was Feldherr tijdens de Dertigjarige Oorlog en de Oberbefehlshaber van de keizerlijke troepen van 1647 tot zijn dood in 1648 (hij is onder andere een voorvader van koning Willem-Alexander der Nederlanden en koning Karel XVI Gustaaf van Zweden). De Dertigjarige Oorlog duurde van 1618 tot 1648 en eindigde met de Vrede van Westfalen, de Vrede van Münster en de Vrede van Osnabrück. De Dertigjarige Oorlog wordt beschouwd als een van de eerste moderne landoorlogen. Zo kwam éénderde van de bevolking van het Heilige Roomse Rijk om het leven en liep het een grote achterstand in zijn ontwikkeling op. De directe aanleiding tot de oorlog was de verkiezing van de katholieke Ferdinand, aartshertog van Stiermarken, als koning van het toen nog grotendeels protestantse Bohemen. De protestantse edellieden waren bezorgd over hun positie en religieuze vrijheid. Zo mochten bijvoorbeeld alleen nog katholieken een ambt vervullen en werden protestantse geschriften gecensureerd. Uiteindelijke ontzegde keizer Matthias de protestanten het recht om samen te komen. Op 23-05-1618 werden twee katholieke adviseurs van keizer Matthias uit de kasteelramen van de Praagse burcht gegooid (Tweede Praagse Defenestratie). Spoedig breidde het conflict zich uit tot groot-Bohemen: Bohemen, Silezië, de Lausitz en Moravië, waarna de Bohe- men keurvorst Frederik V van de Palts als hun vorst kozen. Voor het uitbreiden van de oorlog kunnen verschillende oorzaken gevonden worden. Allereerst was er de religieuze tegenstelling tussen de pro- testanten en de katholieken in Duitsland. Andere oorzaken waren het centralistisch beleid van de Habsburgse keizer tegenover het particularisme van de Duitse vorsten, de angst van Frankrijk dat de Habsburgers een te grote invloed zouden krijgen in Europa, de onverslagen Nederlandse opstande- lingen en Zweden die steun gaven aan de protestanten, waarbij het ook territoriale ambities koesterde. Daarnaast handelden generaals op eigen houtje en trokken ook de Zwitsers met een leger door Duits- land. Algehele chaos was het gevolg. Het is waarschijnkijk dat de Dertigjarige Oorlog een grote (negatieve) invloed heeft gehad op de politieke invloed en het vermogen van de familie Röhling. Investeringen verdienden zich niet meer terug terwijl de familie geen grote landgoederen had om op terug te vallen. Ook kregen familieleden steeds minder invloedrijke ambtelijke functies. Het ligt voor de hand dat dit het directe gevolg was van verliezen tijdens de oorlog. Via Juliana von Elterlein stammen alle nakomelingen van Friedrich af van Karel de Grote.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Wolfgangus Röhling , geboren op 08-08-1610 te Elterlein, overleden op 02-09-1615 te Elterlein; 2. Jkfr. Rosina Röhling (zie: 13.1); 3. Jkr. Friedrich Röhling (zie: 13.2); 4. Jkr. Heinrich Röhling , geboren op 28-02-1617 te Elterlein, overleden op 01-05-1617 te Elterlein;

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 5. Jkfr. Catharina Röhling (zie: 13.3); 6. Jkr. Sigismuntus Röhling (zie: 13.4); 7. Jkfr. Barbara Röhling (zie: 13.5); 8. Jkr. Wolfgang Röhling (zie: 13.6); 9. Jkfr. Juliana Röhling (zie: 13.7);

12.3 Jkr. Markus Röhling , overleden ná 1581, maar vóór 10-10-1592. Zoon van Hans Röhling en Catha- rina Klinger (zie: 11.1). Op 10-10-1592 klagen de erfgenamen van Merx Röhlings en Nickel Klinger vanwege de Waggroschens.

12.4 Jkfr. Margarethe Röhling , geboren op 25-05-1574 te Oberwiesenthal, overleden op 28-06-1637 te GroßPöhla. Dochter van Hans Röhling en Catharina Klinger (zie: 11.1). Gehuwd op 30-06-1595 te Elterlein met Andreas Siegel , geboren op 25-12-1569 te Mittweida. Zoon van Balthasar Siegel , Hammerherr te Mittweida, en een zekere Regina .

Andreas was Hammerherr te Pöckelhammer, Mittweida en GroßPöhla.

Uit dit huwelijk:

1. Heinrich Siegel , geboren op 12-07-1612 te Großpöhla, overleden op 16-07-1669. Gehuwd te Grünstädtel met Catharina Kleinhempel , dochter van Nicol Kleinhempel , Bürgermeister van Preßnitz. Heinrich was Berg- und Hammerherr te Großpöhla, Rittersgrün en Unterblauenthal. Na het overlijden van zijn vader krijg hij diens bezittingen en vergrootte deze. In 1654 verkreeg Heinrich samen met Johann Korb nieuwe privileges voor de Arnoldsche Hammerwerk te Rittersgrün en in 1660 nam hij de Fundgrube Gottes Bescherung bij Lauter over. Gedurende augustus 1661 ontstond door aanhoudende regen veel wateroverlast. Hammerwerk Großpöhla liep daarbij voor 1110 Thaler schade op. 300 Thaler voor de reparatie van de hoogoven die door de vloed onder water stond. 300 Thaler voor zwei Schutzteichen, 100 Thaler aan Floßteich, 150 Thaler voor drie Wehren en drie Wassergefällen die met de stroming waren meegevoerd, 60 Thaler aan kolen en 100 Thaler aan Floßholz dat was weggespoeld. De overige 100 Thaler was nodig voor reparatie van de Hüttengebäuden. Samen met Catharina kreeg hij 9 kinderen. Zijn in 1651 geboren zoon Christian viel op 29-01-1669 tijdens een rit van zijn paard en viel daarbij op zijn hoofd. Na enkele dagen overleed hij aan zijn verwondingen. Zes maanden later overleed Heinrich, gebroken van verdriet, kort na zijn 57 ste verjaardag.

12.5 Jkr. Siegmund Röling , zoon van Siegmundt Röling (zie: 11.12). Werd samen met zijn broer Hans David in de Leichenpredigt voor Friedrich Röling (zie: 11.14) van 1629 vermeld als Herr von Hirsch- feld, Wildpret und Conradsdorf. Blijkbaar hadden zij het leengoed Conradsdorf van hun oom geërfd.

12.6 Jkr. Hans David Röling , zoon van Siegmundt Röling (zie: 11.12). Werd samen met zijn broer Sieg- mund in de Leichenpredigt voor Friedrich Röling (zie: 11.14) van 1629 vermeld als Herr von Hirsch- feld, Wildpret und Conradsdorf. Blijkbaar hadden zij het leengoed Conradsdorf van hun oom geërfd.

12.7 Jkfr. Magdalena Röling , geboren in 1603, overleden op 17-11-1649 te Berbisdorf, Evangelisch- Luthers begraven op 29-11-1649 te Dresden in de Sophienkirche. Dochter van Siegmundt Röling en Christiane Pfeiffer (zie: 11.12). Gehuwd op 24-11-1626 te Berbisdorf met Jkr. Dr. iur. utr. Johann (Hans) Zeidler von Berbisdorf auf Boden und Dittmannsdorf genannt Hofmann , Evangelisch- Luthers gedoopt op 18-01-1578 te Leipzig, overleden op 03-02-1635 te Dresden. Zoon van Peter Zeidler genannt Hofmann en Anna Reiche . Johann was twee maal eerder gehuwd geweest. Eerst op 26-10-1614 te Altranstädt met Elisabeth Gerstenberg , overleden op 13-05-1618 te Wenen. Dochter van Dr. iur. utr. Marcus Gerstenberg , fürstl. sächs. Kanzler te Altenburg, Schwerstedt en Weimar. Zijn tweede huwelijk vond plaats op 22-07-1622 te Berbisdorf met Gertrud Nicolai , Evangelisch- Luthers gedoopt op 21-02-1579 te Leipzig, overleden op 05-08-1625 te Niemes (Mimo ň). Dochter van Matthäus Nicolai , Syndicus voor de stad Leipzig. Gertrud bracht met het huwelijk een huis in de

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Moritzstraße te Dresden in alsook 4500 Gulden in contanten welke in een stichting voor het landgoed Berbisdorf werden ondergebracht. Gertrud was weduwe van Dr. iur. utr. Johann Badehorn , Kurfürstlich-Sächsischer Kanzler en Domherr in Merseburg en Wurzen. Johann was de weduwnaar van Jkfr. Elisabeth Pfeiffer , dochter van Jkr. Dr. iur. utr. David Pfeiffer . Elisabeth was een zuster van Jkfr. Christiane Pfeiffer, de moeder van Magdalena.

De vader van Johann (Hans) werd geboren als Peter Zeidler. Nadat de vader van Peter was overleden huwde zijn moeder in 1530 met de juwelen koopman Jakob Hofmann. Peter (alsook zijn broer Hans) veranderden hun naam daarom in Zeidler genannt Hofmann. Samen met hun halfbroer Jakob Hofmann stichtten zij een handelshuis in goud en edelstenen. Zij leverden onder andere aan de hofhoudingen van Dresden, Berlijn en Sint Petersburg. Daarnaast werd Peter, na het overlijden van zijn jongere broer Hans, benoemd in de Größeren Rat van Nürnberg en in 1560 Bürger van de stad Leipzig. Hans promoveerde aan de universiteit van Leipzig in de beide rechten en werd later kursächsischer Rat en verbleef aan het keizerlijk hof te Wenen en het koninklijk hof te Praag. Op 14-05-1600 kocht Hans samen met zijn drie broers Peter, Joachim en Hennig het Rittergut en slot Berbisdorf, het landgoed Boden en het dorp Dittmannsdorf (10 kilometer ten oosten van Meißen) van Rudolf von Bünau (dem Älteren). Op 05-07-1600 werden zij met dit bezit beleend. Op 15-01-1603 werden de vier broers in de adelstand verheven met het predikaat von Berbisdorf auf Boden und Dittmannsdorf. Hierna noemden zij zich Zeidler von Berbisdorf auf Boden und Dittmannsdorf genannt Hofmann. In 1623 leende Hans 32.650 Rijnlandse guldens uit aan keizer Ferdinand II. Als borg ontving hij voor 18 jaar het leengoed en slot Niemes inclusief een burcht op de Rollberg (Ralsko Berg) alsook het leengoed Dewin met de burcht Dewin. Deze gewilde leengoederen waren afkomstig uit de onteigening van Johann Müllner von Mühlhausen, königlich böhmischer Hofkanzleisekretär, die aan het begin van de Dertig Jarige Oorlog (tijdens de Tweede Praagse Defenestratie) de zijde van de protestanten had gekozen. In 1629 kocht Hans in Saksen de dorpen Würschnitz, Kleinnaundorf (tegenwoordig beide onder- deel van Ortsteile Tauscha) en Neuendorf, welke als Erblehen aan Berbisdorf verbonden werden. Toen Zweedse troepen de leengoederen Niemes en Dewin plunderden liet Hans het overgebleven graan en vee overbrengen naar zijn leengoed Berbisdorf. Voor dit “verraad“ besloot keizer Ferdinand II Niemes en Dewin in beslag te nemen en aan Generalfeldmarschall Albrecht von Wallenstein, Her- zog zu Friedland und Mecklenburg over te dragen. Nadat deze in 1634 te Eger was vermoord kon de inmiddels weduwe geworden Magdalena de leengoederen terugkrijgen op voorwaarde dat zij zich weer tot het katholicisme zou bekeren, hetgeen zij ook deed. Hierna vermeed zij het predikaat van haar echtgenoot (von Berbisdorf) en voerde zij in plaats daarvan haar meisjesnaam Röhling von Hirschfeld. Na haar overlijden werd zij echter wel Evangelisch-Luthers begraven. De lange geslachtsnaam zorgde ervoor dat deze familie in de kerkboeken en andere officiële docu- menten op vele verschillende manieren werd beschreven. Zo kan men de volgende namen terug- vinden: von Zeidler, u Zeidleru, von Zeidlern, von Zeydlern, von Zeidlern genannt Hofmann, Czeid- ler von Czeidlern, Scheidlern von Scheidlern, Zeidler von Berbisdorf en von Berbisdorf. De laatste zorgde voor verwarring met het oude geslacht von Berbisdorf uit Meißen.

Uit het huwelijk Zeidler – Gerstenberg:

1. Jkr. Ferdinand Christopf Zeidler von Zeidlern (Scheidler von Scheidlern), geboren in 1621, overleden op 27-11-1686 te Praag. Gehuwd in 1656 te Praag met Maria Theresia Reichsgräfin Losy von Losinthal , dochter van Jan Anton Reichsgraf Losy von Losinthal (Jan Anton kocht in 1644 het leengoed Tachau an der Mies in west Bohemen, werd in 1647 verheven in de Bo- heemse adelstand met als predikaat von Losinthal en werd in 1655 verheven tot Reichsgraf von Losinthal). Ferdinand Christopf was Herr von Liboch, Ober-Berkowitz, Jeniowes, Weltrus, Su- kohrad (ten noorden van Praag), Kosteletz en Chabrtic (ten oosten van Praag), Landesunterkäm- merer, königlicher Hauptmann der Prager Kleinseite (Malá Strana, de oudste wijken van Praag). Het echtpaar werden kort ná de Dertigjarige Oorlog beschouwd als een van de rijkste landgoedeigenaren van Bohemen en lieten hun zes dochters aanzienlijke vermogens na.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit het huwelijk Zeidler – Nicolai:

2. Jkr. Ferdinand Christoph Zeidler von Zeidlern (von Scheidler, Zeidler u Zeidleru), Professor aan de Praagse Karl-Ferdinands-Universität van de Heiligen Klement, tussen 1680 en 1681 eveneens Rektor. Het is onduidelijk of Ferdinand gehuwd was. Hij had een zoon of neef die Franziskus von Scheidlern (Scheidler von Scheidlern) heette en in 1710 te Praag huwde met Barbara Eusebia Myskowska (Myszkowski) ze Sebusina (Sebuzeyn) uit een Silezisch-Pools adellijk geslacht.

Uit het huwelijk Zeidler – Röhling:

3. Jkr. Johann Sigismund Zeidlern von Berbisdorf , geboren op 31-08-1627 te Schloss Niemes, overleden op 11-07-1696 te Berbisdorf. Gehuwd in 1652 met Jkfr. Anna Margarethe von Starschedel , geboren op 14-02-1636 te Gersdorf bij Rosswein, overleden op 10-12-1675 te Dresden. Siegmund erfde in 1649 samen met zijn zuster de leengoederen Niemes en Dewin en verkochten deze in 1651 aan Johann Putz von Adlerthurn, kaiserlich österreichischer Kommissar für die Konfiskationen. Siegmund was Herr von Berbisdorf, Grubnitz, Ragewitz bei Riesa te Saksen en Boden nabij Radeburg alsook Naundorf, waarmee hij in 1651 beleend werd. In 1666 liet Siegmund Schloss Berbisdorf verbouwen en de kerk te Großdittmannsdorf, waar zich het familiegraf bevond, renoveren. Samen kregen zij 3 kinderen. Hun enige zoon Jkr. Hans Karl Dietrich Zeidler von Berbisdorf overleed in 1719, ongehuwd en zonder kinderen als königlich polnischer und kurfürstlich sächsischer Generalmajor. Berbisdorf, Grubnitz en Ragewitz werden nagelaten aan zijn jongste zuster. De oudste dochter Jkfr. Johanna Elisabeth Zeidler von Berbisdorf was in 1719 reeds overleden en had als bruidsschat reeds Boden en Naundorf meegekregen voor haar huwelijk in het dorp Würschnitz met Hofkammerrat Adam Friedrich Freiherr von Dölau . De jongste dochter Jkfr. Johanna Sophie Zeidler von Berbisdorf was gehuwd met Jkr. Hans Heinrich von Trütschler , vanaf 1699 königlich polnischer Geheimrat en vanaf 1734 kurfürstlich sächsischer Geheimrat. In 1719 kocht Hans Heinrich van zijn echtgenote het leengoed Berbisdorf; 4. Jkfr. Magdalena Zeidlern von Berbisdorf , overleden in 1703.

12.8 Jkfr. Magdalena Röling , geboren in (februari?) 1603, overleden op 20-08-1623 om 19:00 uur te Leichenstein. Dochter van Friedrich Röling en Anna Horn (zie: 11.14).

Op de nu verdwenen grafplaat van Magdalena in de St. Annenkapelle te Freiberg stond geschreven: “Anno Domini 1623. Den 20. Augusti Nachmittag umb 7. Uhr ist in Herrn Christo seelig und sanft entschlaffen, die erbare und ehrentugendsame Jungfrau, Magdalena, des ehrenvesten und hochweisen Herrn Friederich Rolings Burgermeisters alhier zu Freibergk vielgeliebte Tochter ihres Alters 20 Jahre 6 Monat. Gott verleyhe ihr eine froliche Auferstehung zum ewigen Leben, Amen.” Aan de tekst was het familiewapen toegevoegd.

12.9 Jkr. Esaias Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op Dom. 23. a. T. Mittwoch 1591 te Marienberg, overleden op 03-04-1627 te Marienberg. Zoon van Sebastian Röhling en Regina Seiffert (zie: 11.29). Gehuwd op 03-03-1617 te Marienberg met Regina Grieffe (Griffke) , overleden in 1658 te Wolken- stein. Dochter van Hannß Grieffe , Bergamtsverwalter te Marienberg.

Esaias was van 1620-1627 Rezeßschreiber te Marienberg en Bergbautreibender van de Palmbaum- Stolln.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Ehrenfried Röhling (zie: 13.8); 2. Jkfr. Elisabeth Röhling , geboren op Mi.p.3.Trinit. 1622 te Marienberg. Gehuwd met Barthol Mösel in Wolkenstein.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 12.10 Jkr. Ernst Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 11-02-1599 te Marienberg, overleden op 05-08- 1652 te Marienberg, Evangelisch-Luthers begraven in de kerk te Marienberg. Zoon van Zacharias Röhling en Dorothea Struntz (zie: 11.30). Gehuwd (1) op 11-11-1621 te Marienberg met Elisabeth Hiller (Hyller) , overleden op 14-06-1639 te Marienberg. Dochter van Gregor Hiller . Gehuwd (2) op 10-05-1641 te Marienberg met Maria Georgi , dochter van Pfr. David Georgi , predikant te Mildenau. Ernst was Hüttenschreiber in de unteren Hütte te Marienberg van 1637 tot 1652. Tevens was hij Rats- herr en Kämmerer te Marienberg. In 1650 werd Ernst als Vorsteher van een Gewerkschaft vermeld.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkfr. Anna Maria Röhling , gehuwd met een zekere Jahn ; 2. Jkfr. Elisabeth Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op So. n. 6. Tr. 1623 te Marienberg. Gehuwd te Marienberg met Gottfried Schreyer , Rektor der Lateinschule te Marienberg; 3. Jkr. Gottfried Röhling (zie: 13.9); 4. Jkfr. Rosina Röhling , geboren op 17-11-1634 te Marienberg. Gehuwd met Caspar Taube , Gastwirt te Zschopau.

12.11 Jkr. Christoph Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 04-10-1607 te Marienberg, Evangelisch- Luthers begraven op 06-04-1669 te Marienberg. Zoon van Christoph Röhling en Cordula Seifert (Seyffart) (zie: 11.33). Gehuwd te Marienberg met Rebecca Zickhahn , overleden op 18-01-1685 te Marienberg. Dochter van Bohuslaw Zickhahn , Exulant (verbannen vanwege geloofsovertuiging).

Christoph legde op 21-06-1662 de Bürgereid af. Christoph was Ratsherr te Marienberg. In 1667/1668 was hij Stadtrichter, in 1668/1669 Baumeister, van 1665 tot 1670 wederom Stadtrichter. Van beroep was Christoph Zinnhüttenverwalter en Hospitalvorsteher (directeur van een ziekenhuis) van Gasthof “Zum güldenen Cranz” aan de Markt te Marienberg. Het Totenbuch van 1669 vermeld: “Mit doppel- tem Chor und volkreicher Versammlung zur Erde bestattet und in den Schibbögen auf dem Gottes- acker beigesetzt”

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Barbara Elisabeth Röhling , geboren op 01-12-1649 te Marienberg. Gehuwd met Samuel Remiger . Samuel verkocht na het overlijden van zijn echtgenote de Gasthof (die eens van zijn schoonvader was) aan Georg Ernst Siegel , echtgenoot van Euphrosina Röhling (zie: 14.15).

12.12 Jkr. Dr. iur. utr. Christian Röhling , geboren in 03-1591 te Schneeberg, overleden op 28-03-1634 te Schneeberg. Zoon van Ullrich Röhling en Christiane Funk (zie: 11.37). Christian studeerde in 1603 rechten te Leipzig en stond bekend als: “Der studiret und gereiset.” Later werd hij jurist te Schneeberg.

12.13 Jkr. Johann Röhling , geboren op 16-06-1593 te Schneeberg, overleden op 04-06-1615 te Parijs. Zoon van Ullrich Röhling en Christiane Funk (zie: 11.37). Johann studeerde in 1603 te Leipzig. Chris- tian Meltzer schreef in de Stadt- und Bergchronica der Stadt Schneeberg van 1716: “Den 4.Juni 1615 ward Ulrich Röhlings Sohne, Johannsen, der in Pariß gestorben, ein pulß gelautet.”

12.14 Jkfr. Barbara Röhling , geboren op 08-12-1598 te Schneeberg, overleden in 1658. Dochter van Ullrich Röhling en Christiane Funk (zie: 11.37). Gehuwd 16-02-1618 te Schneeberg met Dr. jur. Jo- hann Pfreundt , geboren op 10-09-1578 te Wittenberg, overleden op 29-09-1649. Zoon van Bartho- lomaeus Pfreundt , Ratsherr te Wittenberg (zoon van Anna Cranach en kleinzoon van Lucas Cra- nach der Ältere ), en Susanna Meilichius . Johann was Geheimer Rat en Kanzler te Mosel en Thurm.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Friedrich Adolf von Pfreundt , geboren op 22-06-1635 te Dannenberg, overleden op 26-05- 1716 te Michelstadt. Gehuwd op 27-05-1664 te Marburg met Anna Gertrud Breul , dochter van

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Engelhard Breul en Anna Katharina Hartman . Samen kregen zij één dochter, Jkfr. Juliana Eugenia von Pfreundt , welke gehuwd was met Johann Heinrich Steuber , zoon van Oberpfarrer Johann Engelhard Steuber en broer van Elisabeth Catharina , voormoeder van Jkr. Johann Wolfgang von Goethe .

12.15 Jkr. Valentin Röhling , geboren op 29-09-1600 te Schneeberg, overleden op 30-03-1634 te Schnee- berg. Zoon van Ullrich Röhling en Christiane Funk (zie: 11.37). In 1619 schreef en tekende Valentin in het Stammbuch 1617 van Ferdinand Faber. Boven zijn zelfportret schreef hij de tekst: “Deo dante nihil valet invidia. Et non dante nihil prodest labor.” Wat vertaald kan worden in: “God heeft het ge- geven, zinloos is de afgunst. Het is niet gegeven door de baten van onze arbeid.” Zijn rechterhand rust op het familiewapen, met zijn linkerhand houdt hij zijn christelijk hart omhoog.

12.16 Jkfr. Christine Röhling , geboren op 08-02-1603. Dochter van Ullrich Röhling en Christiane Funk (zie: 11.37).

12.17 Jkr. Ulrich Röhling , Herr von Brünnlaßberg, geboren op 16-08-1607 te Schneeberg, overleden op 31-03-1671 te Schneeberg. Zoon van Ullrich Röhling en Christiane Funk (zie: 11.37). Gehuwd op 22- 09-1628 te Schneeberg met Barbara Elisabeth Schröter , geboren in 1612 te Jena, overleden op 29- 11-1645 te Schneeberg. Dochter van Prof. Dr. med. Phillip Jacobi Schröter , hoogleraar genees- kunde Universität Jena (zoon van de rector Prof. Dr. Jacob Schröter ), en Magdalena Seeling .

Ulrich junior was Bürger te Schneeberg en Fundgrübner vanuit de Brünnlaßberg te Schneeberg. In 1627 verkocht Ulrich een huis met watervoorziening te Schneeberg voor 550 Gulden aan beeldhou- wer Johann Böhm. Datzelfde jaar kocht hij voor 100 Gulden een huis van de erfgenamen van Matthes Heydel. In 1634 verkocht hij de Marienberger tinmijn “Freude Gottes” aan Dr. Helfrich. Ulrich was (volgens het Totenbuch) “Ein reicher Fundgrübner und wohlangesehener Bürger” te Schneeberg en Herr von Brünnlaßberg. M. George Körner schreef in zijn Bockauer Chronik van 1763: “Zur besoldung des Pfarrers in der Aue (mit und Lauter) vordessen ein Stück Holz vorhanden gewesen, so ehemahls Ullrich Rohling dem Eltern zum Schneeberg um 450 fl verkauft, und die Zinnßen von solcher kauff-Summa zur Abtragung solcher Besoldung angewendet worden, immittelst aber gedachter Röhling todtes verfahren, und solche Kauff-Summa unabgetragen stehen blieben. Fannenherodessen Sohn Ulrich Röhling der Jüngere als Inhaber des Guths Brünlaßberg uff beschehenes klagen der dreyen Gemeinden solch Stück Holz ihnen anstatt solcher Forderung in solutum cediret und übergeben, so ihnen aber keinesweges acceptirlich seyn wollen … 23-11-1641”.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Margarethe Christiane Röhling (zie: 13.10); 2. Jkr. Ullrich Röhling , geboren 17-06-1633 te Schneeberg, overleden 04-08-1633 te Schneeberg; 3. Jkr. Christian Röhling , geboren op 14-09-16?? Te Schneeberg, overleden op 20-05-1673 te Schneeberg. Christian gaf als docent les aan de Fürstenschule te Meißen en bleef ongehuwd; 4. Jkfr. Susanne Dorothea Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 14-02-1637 te Aue, overleden op 22-10-1637 te Schneeberg; 5. Jkfr. Susanna Regina Röhling (zie: 13.11); 6. Onbekende zoon of dochter , levenloos geboren op 07-07-1641 te Schneeberg; 7. Jkr. Friedrich Ullrich Philipp Röhling (zie: 13.12); 8. Jkfr. Barbara Elisabeth Röhling , geboren op 24-11-1645 te Schneeberg, overleden op 18-12- 1646 te Schneeberg.

12.18 Jkfr. Regina Röhling , geboren op 16-09-1594 te Marienberg, overleden op 25-04-1659 te Schnee- berg. Dochter van Paul Röhling en Margarethe Weiß (Weise) (zie: 11.40). Gehuwd op 01-06-1618 te Schneeberg met Nikolaus Salzberger , geboren op 04-01-1595 te Schneeberg, overleden op 17-11- 1643 te Schneeberg. Zoon van Johann Saltzberger , Knappschaftsvorsteher, Berggeschworener, Vice- Bergmeister te Schneeberg, en Barbara Neumann . Nikolaus was de beroemde Steiger uit Schneeberg.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 12.19 Jkfr. Margarethe Röhling , geboren op 08-09-1598 te Marienberg (volgens haar Leichenpredigt), overleden op 16-02-1666 te Schneeberg. Dochter van Paul Röhling en Margarethe Weiß (Weise) (zie: 11.40). Gehuwd (1) op 05-09-1613 te Schneeberg met Michael Meurer , overleden op 11-03-1641 te Schneeberg. Zoon van Michael Meurer , Amtsrichter te Grünau. Michael was weduwnaar van Margarethe Müller , dochter van Ernst Müller uit Wildenfels. Gehuwd (2) op 27-11-1643 met An- dreas Steinmüller , zoon van Andreas Steinmüller uit Eger. Michael was van beroep Ratsherr en Handelsmann te Schneeberg. Andreas was van beroep Ratskämmerer en Handelsmann te Schneeberg.

Uit het eertse huwelijk:

1. Maria Meurer , geboren op 22-08-1621 te Schneeberg, Evangelisch-Luthers begraven op 10-08- 1671 te Schneeberg. Gehuwd op 06-09-1641 te Schneeberg met Christoph Pierer , Stadtrichter en Bürgermeister te Schneeberg. Zoon van Pfr. Christoph Pierer .

12.20 Jkr. Christian Röhling , geboren op 29-10-1604 te Schneeberg, overleden op 11-10-1649 te Schnee- berg (volgens de historicus Christian Meltzer overleed Christian in 1659). Zoon van Paul Röhling en Margarethe Weiß (Weise) (zie: 11.40). Gehuwd op 06-05-1638 te Schneeberg met Rebekka Scheutz- lich , geboren op 29-10-1592 te Schneeberg, overleden op 30-04-1648 te Schneeberg. Rebekka was de weduwe van Christian Kerl . Christian was van beroep Seifensieder (zeepmaker) te Schneeberg.

12.21 Jkr. Paul Röhling , geboren in circa 1608 te Schneeberg, overleden op 12-04-1657, Evangelisch- Luthers begraven op 14-04-1657. Zoon van Paul Röhling en Margarethe Weiß (Weise) (zie: 11.40). Gehuwd in 1635 met een zekere Margarethe , overleden op 28-12-1676. Margarethe was de weduwe van Christian Köhler . Na het overlijde van Paul huwde zij met Georg Dreyer , Bergmeister te Schneeberg. Paul was van beroep kopersmid en vanaf 1648 Gemeinde-Vorsteher te Schneeberg.

12.22 Jkr. Dr. med. Gottfried Röhling , geboren in circa 1611, overleden op 09-03-1645 te Zwickau. Zoon van Paul Röhling en Margarethe Weiß (Weise) (zie: 11.40). Gehuwd op 26-09-1636 te Zwickau met Christine Vollrath , dochter van Tobias Vollrath , Oberkirchner te Zwickau. Christine huwde na het overlijden van Gottfried op 26-12-1649 met Matthes Schmidt . Gottfried was van beroep Barbier en Chirurg te Wechselburg en later te Zwickau.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Caritas Röhling , overleden op 07-04-1643 te Schneeberg; 2. Jkr. Gottfried Röhling (zie: 13.13); 3. Jkfr. Maria Röhling , gehuwd met Dr. med. Caspar Georgi uit Penig; 4. Jkfr. Regina Röhling (zie: 13.14).

12.23 Jkfr. Anna Maria Röhling , geboren op 14-09-1619 te Schneeberg, overleden op 26-12-1686 te Schneeberg. Dochter van Paul Röhling en Sibilla Zickel (zie: 11.40). Gehuwd op 25-07-1636 te Schneeberg met Johann Zobel . Zoon van Georg Zobel en Sabina Köcher uit Greiz. Johann was van beroep Ratsherr, Gemeindevorsteher en Handelsmann te Schneeberg.

Uit dit huwelijk:

1. Johann Friedrich Zobel , theoloog, geboren in 1637 te Schneeberg, overleden in 1659 te Schneeberg; 2. Rosina Zobel , geboren op 20-11-1638 te Schneeberg, overleden in 1707 te Schneeberg. Gehuwd op 19-05-1656 te Schneeberg met Pfr. Johann M. Fuchs , pastor te Schlema en Clösterlein, Rector te Schneeberg, geboren in 1626 te Schmalkalden, overleden in 1679 te Oberschlema. Zoon van Adam Fuchs en Elisabeth Oberländer . Samen kregen zij 4 kinderen; 3. Johannes Zobel , geboren op 18-04-1641 te Schneeberg, Evangelisch-Luthers begraven op 30- 07-1677 te Schneeberg. Gehuwd op 30-10-1671 te Schneeberg met Euphrosina Coith , geboren

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info op 30-12-1652 te Schneeberg, overleden in 1695 te Schneeberg. Dochter van Andreas Coith en Anna Catherina Groschupff . Euphrosina huwde later met Gottfried Zehmen . Johannes en Euphrosina kregen samen 1 dochter; 4. Sybilla Zobel , geboren op 30-04-1643 te Schneeberg, overleden op 12-04-1722 te Schneeberg. Gehuwd in 1675 te Schneeberg met Christian Schreiber , Stadtrichter, geboren op 30-10-1644 te Schneeberg, overleden op 12-04-1715 te Schneeberg. Zoon van Hannß Schreiber en Regina Coith . Samen kregen zij 5 kinderen; 5. Sabina Zobel , geboren op 03-10-1644 te Schneeberg, overleden op 19-05-1689 te Schneeberg, begraven op 24-05-1689 te Schneeberg. Gehuwd op 01-04-1663 te Schneeberg met Jkr. Heinrich von Ryssel , handelsmann en Bürgermeister te Schneeberg, geboren op 24-02-1619 te Leipzig, Evangelisch-Luthers gedoopt op 26-02-1619 te St.Nicolai, overleden op 07-01-1694 te Schneeberg, Evangelisch-Luthers begraven op 12-01-1694 te Schneeberg. Zoon van Jkr. Jacob von Ryssel en Margarete Knorr . Gehuwd (1) op 09-11-1646 te St.Joachimsthal met Susanne Wittich , geboren op 06-05-1628 te Platten, Evangelisch-Luthers gedoopt op 07-05-1628, overleden op 27-07-1662 te Schneeberg, Evangelisch-Luthers begraven op 30-07-1662 te Schneeberg. Dochter van Caspar Wittich en Magdalena Epperlein . De betovergrootvader van Heinrich, Johann , was afkomstig uit de Nederlanden en werd voor zijn trouwe dienst als Geheimer Rat voor keizer Karel V in de adelstand verheven. Samen met Susanne kreeg Heinrich 10 kinderen. Sabina en Heinrich kregen samen 16 kinderen; 6. Enoch Zobel , student, geboren in 1653 te Schneeberg, overleden op 10-01-1678 te Jena.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 13.1 Jkfr. Rosina Röhling , geboren op 19-03-1612 te Elterlein, overleden op 18-07-1672 te Schwarzen- berg. Dochter van Friedrich Röhling en Juliana von Elterlein (zie: 12.2). Gehuwd (1) in 1636 met Christoph Halboth . Gehuwd (2) op 09-06-1646 te Schwarzenberg met Johann Rudolf Person , geboren op 29-11-1623 te Colditz, overleden op 26-05-1664 te Schwarzenberg. Zoon van Christian Person , Amtsschösser te Schwarzenberg en

Christoph was van beroep Amtsschösser te Crottendorf. Johan Rudolf was van beroep Amtsschösser te Schwarzenberg en Crottendorf.

Uit het eerste huwelijk:

1. Juliane Margarethe Halboth , gehuwd met Veit Dietrich Wagner , overleden in 1671. Veit Dietrich was fürstl. sächs. altenburg. Obrist und Kommandant zu Coburg en Landeshauptmann, gevestigd te Sachsenfeld en Beierfeld; 2. Rosine Salome Halboth , gehuwd op 15-08-1664 te Schwarzenberg met Dr. jur. Johann Jacob Ryßel uit Leipzig.

13.2 Jkr. Friedrich Röhling , geboren op 22-02-1614 te Elterlein, overleden op 16-10-1666. Zoon van Friedrich Röhling en Juliana von Elterlein (zie: 12.2). Gehuwd (1) op 02-08-1640 te Schwarzenberg met Margarethe Georgius , kinderloos overleden op 14-01-1643 te Schwarzenberg. Margartehe was de weduwe van Christoph Georgius , Bürgermeisters van Schwarzenberg. Gehuwd (2) op Montag p. dom.XVII p. Trin. 1644 te Schwarzenberg met Susanne Wagner , overleden op 25-08-1645 te Schwarzenberg. Gehuwd (3) op 13. Trinit. 1646 te Schwarzenberg met Anna Maria Eberwein , ge- boren in circa 1625 te Crottendorf, overleden op 20-04-1716 te Schneeberg, Evangelisch-Luthers begraven op 24-04-1716 te Schneeberg. Dochter van de toen reeds overleden Heinrich Eberwein en Susanna Kaltwasser . Heinrich was Churfürstlich Sächs. Oberförsters te Crottendorf (Hoofd bos- wachter). Anna Maria was de zus van Heinrich Jr. (zie: 13.3).

Friedrich werd bij zijn geboorte vernoemd naar zijn vader. Friedrich was van beroep Stadtrichter (Stadsrechter) te Schwarzenberg en Hammerherr te Erla (tegenwoordig deel van Schwarzenberg). De Eisenwerk Erla is een van de oudste ijzerwarenfabrieken van het Erzgebirge. De ijzermijn ligt in het dal van Schwarzwasser in het Ortsteil Erla van de stad Schwarzenberg, direct naast de in 1883 geopende spoorweg Schwarzenberg – . Het ontstaan van de smederij houdt verband met de ontdekking van Hematiet (Roteisenstein) te Rothenberg. Hematiet is een mineraal dat voor 70% uit ijzer bestaat en daarmee het belangrijkste ijzererts is. De mijn te Rothenberg bleef tot de eerste helft van de 19 de eeuw de belangrijkste ijzerbron van Saksen. De smederij ontstond in de tweede helft van de 13de eeuw en werd aangedreven met het water van Schwarzwasser. Als oudste eigenaren van de smederij kan het adellijk geslacht von Berkas von der Duba vermeld worden. In 1430 was Wilhelm von Boskowitz uit Böhmen (Bohemen) eigenaar van de onderneming. In 1434 verwierf Apel von Tettau uit Schwarzenberg het eigendom. Zijn nakomeling Georg Wilhelm von Tettau verkocht de smederij in 1517 aan de ijzerwarensmid Oswald Flemigk. Verdere eigenaren waren Gregor Arnoldt (1550), Nicolaus Klinger (schoonvader van Hans Röhling, zie: 11.1) en zijn zwager Hans Rüdiger uit Sachsenfeld (1626). Op 07-08-1650 verkocht de weduwe Rosina Rüdiger de verliesleidende smederij aan Friedrich Röhling en haar zoon Hans Rüdiger. Net na de Dertigjarige Oorlog was het een groot risico een dergelijke investering in een smederij te doen. Op 03-08-1661 werd de smederij door een watersnoodramp verwoest. Op 28-06-1667 verkochten de erfgenamen van Friedrich de smederij. Als erfgenamen werden ver- meld: “1. Rosina Person geb. Röhling, Amtschösserin in Schwarzenberg, 2. Friedrich Röhling, verordneter Stadtrichter zu Schwarzenberg, 3. Wolfgang Röhling, Bürger zu Schwarzenberg, 4. Abraham Pollmann (Pollmer), Stadtschreiber in Elterlein in ehel. Vormundschaft seines Weibes Barbara geb. Röhling, als Verkäufer, und Hans Heinrich Eberwein, Rat- und Handelsmann zu Elterlein als Käufer, das halbe Hammerwerk zu Kleinpöhla (Pfeilhammer) mit aller Zugehörung, auch Bergteile, Vorrat an Eisenstein, wie alles die Verkäufer von ihrem lieben Vater und Schwiegervater

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Herrn Friedrich Röhling seel. ererbt.” Ze verkochten de helft van de smederij voor een bedrag van 2825 Gulden. Op 26-07-1689 verkochten de erfgenamen voor 2300 Gulden de andere helft, welke het Röh- lingsche Teil genoemd werd, aan Herr Johan Adam Krauß. Als erfgenamen werden vermeld: “die Witwe Anna Maria, Johann Heinrich, die Schnorrin, die Melberin, die Hämmannin, Johann Friedrich Röhling, Johan Heinrich Röhling, Christian Röhling.” De fabriek zou nog regelmatig van eigenaar veranderen. In 1836 nam Eduard Wilhelm Breitfeld uit Rothenhammer-Unterwiesenthal en zijn schoonzoon Carl Gotthilf Nestler uit Wittigsthal de smederij over en noemden deze “Nestler & Breitfeld“ (in 1884 kocht deze firma tevens de Pfeilhammer te Pöhla, zie: 11.15). In 1994 werd de fabriek overgenomen door “Schubert & Salzer Gruppe“. De onderneming heeft momenteel circa 250 medewerkers en een productie van 21.000 ton ijzer.

Uit het tweede huwelijk:

1. Jkr. Johannes Friedrich Röhling , geboren op 29-07-1645 te Schwarzenberg, overleden op 02- 08-1645 te Schwarzenberg.

Uit het derde huwelijk:

2. Jkfr. Susanne Röhling (zie: 14.1). 3. Jkr. Hans Friedrich Röhling (zie: 14.2); 4. Onbekende zoon of dochter , levenloos geboren, Evangelisch-Luthers begraven op 07-01-1652; 5. Jkfr. Rosina Röhling , geboren 11-02-1653 te Schwarzenberg, Evangelisch-Luthers begraven op 21-03-1653; 6. Jkr. Johannes Heinrich Röhling (zie: 14.3); 7. Jkr. Christianus Röhling (zie: 14.4); 8. Jkfr. Anna Rosina Röhling (zie: 14.5); 9. Onbekende dochter (zie: 14.6).

13.3 Jkfr. Catharina Röhling , geboren op 09-09-1618 te Elterlein. Dochter van Friedrich Röhling en Juliana von Elterlein (zie: 12.2). Gehuwd (1) op 03-05-1636 te Elterlein met Johann Fischer (der Jüngere), geboren op 21-06-1593 te Oberwiesenthal, overleden op 27-12-1646 te Oberwiesenthal. Zoon van Johann Fischer (der Ältere), Stadtvogt aus der Neustadt bei Wiesenthal, en Catharina Riedel . Johann was weduwnaar. In 1615 was hij gehuwd met Magdalena Hoffmann , overleden op 08-03-1633, dochter van Matthes Hoffmann , Rohrschmiedes te Elterlein. Gehuwd (2) met Johann Heinrich Eberwein , geboren in 1625. Zoon van Heinrich Eberwein en Susanna Kaltwasser . Heinricht Sr. was Churfürstlich Sächs. Oberförsters te Crottendorf (Hoofd boswachter). Heinrich Jr. was de broer van Anna Maria Eberwein (zie: 13.2).

Johann Fischer was van beroep Handelsmann. Hans Heinrich was Consortius (zakelijk partner) van de Pfeilhamer te Klein Pöhla, waarvan hij op 28-06-1667 de helft had gekocht van zijn zwagers erf- genamen voor 2825 Gulden, waarvan 475 Gulden als aanbetaling (zie: 13.2). Tevens werd hij vermeld als uitmuntend burger en Handelsmann te Elterlein.

Uit het eerste huwelijk:

1. Juliane Fisher , geboren op 03-11-1637 te Unterwiesenthal, overleden op 29-08-1708 te Schlettau. Gehuwd op 16-11-1656 te Schlettau met Johann Adolph Jungmichel (Jungkmich) , Malzhändler en Bürgermeister te Schlettau, geboren op 12-01-1636 te Schlettau, overleden op 28-01-1689 te Schlettau. Zoon van Johann Jungkmichel en Barbara Kleinhempel . Samen kregen zij ten minste één dochter, Catharina .

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit het tweede huwelijk:

2. Johann Heinrich Eberwein , Pfarrer te Mansfeld; 3. Heinrich Eberwein , geboren in 1642. Heinrich was van beroep Rechtskonsulent en Stadtschreiber te Marienberg.

13.4 Jkr. Sigismuntus Röhling , ook wel Sigismund, geboren op 18-03-1621 te Elterlein. Zoon van Fried- rich Röhling en Juliana von Elterlein (zie: 12.2). Sigismuntus trad gedurende de Dertigjarige Oorlog in Zweedse dienst en sneuvelde in de loop van de oorlog.

13.5 Jkfr. Barbara Röhling , geboren op 29-09-1624 te Elterlein, overleden in circa 1700. Dochter van Friedrich Röhling en Juliana von Elterlein (zie: 12.2). Gehuwd met Abraham Pollmer , geboren op 24-01-1619 te Elterlein, overleden in 1657 te Elterlein.

Abraham was van beroep Organist en Stadtschreiber (stadsgriffier) van Elterlein. De Stadtschreiber stond gedurende de middeleeuwen en vroege moderne tijd aan het hoofd van de stedelijke admini- stratie en was daarmee een van de machtigste mannen van de stad. In documenten wordt de Stadt- schreiber vaak “schreiber”, “scribae” of “notarius civitatis” genoemd. Sinds de 15 de eeuw moest de Stadtschreiber voorafgaand aan zijn indiensttreding een opleiding volgen. Abraham en Barbara kregen samen 7 kinderen.

Uit dit huwelijk onder andere:

1. Concordia Pollmer , geboren op 08-09-1655 te Elterlein, overleden op 15-03-1718 te Markersbach. Gehuwd op 18-05-1688 te Markersbach met Georg Johann Abendroth , geboren op 25-01-1650 te Crottendorf, overleden op 11-07-1728 te Markersbach. Zoon van Peter Johann Abendroth , smid, doeksnijder en voorzitter van het doekwerkers gilde, en Susanna Schreiber . Samen kregen zij 3 kinderen. Georg Johann huwde (1) met Anna Elisabeth Öser en (3) met Anna Rosina Schneider ; 2. Anna Catharina Pollmer , geboren in circa 1667, overleden in 1733; 3. Rudolphus Pollmer ; 4. Georgius Pollmer .

13.6 Jkr. Wolfgang Röhling , geboren op 10-08-1631 te Elterlein, Evangelisch-Luthers begraven op 05- 12-1709 in de kerk te Elterlein. Zoon van Friedrich Röhling en Juliana von Elterlein (zie: 12.2). Ge- huwd op 27-04-1657 met Jkfr. Anna Catharina Moyses von Kyrberg , geboren op 10-01-1636 te Schlackenwerth, overleden op 05-05-1711 te Elterlein. Dochter van Jkr. Nikodemus Moyses von Kyrberg en Susanne Müller . Nikodemus was hochfürstlich Sächs.-Lauenbutgischer Haupt- en Amt- mann zu Schlackenwerth.

Wolfgang was Bürger, Ratsherr en Handelsherr te Elterlein. Hij doneerde aan de kerk een zilveren kelk, in 1712 kreeg de kerk van de nabestaanden van Wolfgang eveneens een vandaag de dag nog aanwezige zilveren wijnkan met de familiewapens van Wolfgang en zijn echtgenote. De ijzeren grafplaat van het echtpaar is bewaard gebleven en bevindt zich thans tegen de muur van de St. Laurenti kerk te Elterlein.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Dorothea Röhling (zie: 14.7); 2. Jkr. Johann Wolfgang Röhling (zie: 14.8); 3. Jkfr. Susanne Catharina Röhling (zie: 14.9); 4. Jkfr. Concordia Röhling (zie: 14.10); 5. Jkfr. Susanne Rosina Röhling (zie: 14.11).

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 13.7 Jkfr. Juliana Röhling , geboren in 1634. Dochter van Friedrich Röhling en Juliana von Elterlein (zie: 12.2). Gehuwd met Johann Rudolf Persohn . Johann Rudolf was Amtsschösser (belastinginner van een ambt) te Schwarzenberg. Mogelijk betreft het hier de onder 13.1 genoemde Rosina Röhling. Gezien de geboorte en overlijdensdata van Rosina en Johann Rudolf lijkt het niet aannemelijk dat Juliana huwde met haar zwager ná het overlijden van haar zuster Rosina.

13.8 Jkr. Ehrenfried Röhling , geboren op 31-08-1618 te Marienberg, overleden op 26-10-1656 te Annaberg. Zoon van Esaias Röhling en Regina Grieffe (zie: 12.9). Gehuwd in 1641 met Walpurga Dorn , geboren in 1619, begraven op 24-07-1695 te Annaberg (76 jaar en bijna 8 weken oud). Wal- purga huwde (na het overlijden van Ehrenfried) in circa 1660 met Joachim Pöschel , Tuchmacher en Viertelsmeister te Annaberg.

Ehrenfried was van beroep Tuchmacher (wever) te Annaberg. Op 17-02-1646 kocht Ehrenfried een huis te Annaberg voor 1200 Gulden van Catharina, weduwe van Ulrich Weinmann en Muhme (tante of nicht) van Walpurga Dorn. In 1658 ging het huis over op de erfgenamen die het huis aan hun moeder ter beschikking stelden. In 1664 ging het huis echter verloren tijdens de grote stadsbrand. Op 16-03-1660 werd de inventaris van Ehrenfrieds erfenis besproken. Hierbij werden de vier kin- deren van Ehrenfried als erfgenamen vermeld. De erfenis bestond onder andere uit aandelen van de Commothauischen Alaunwerk en Palmbaum te Marienberg. Ieder kind kreeg 160 Gulden, de weduwe 314 Thaler.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Regina Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 16-09-1642 te Annaberg. Gehuwd op 13-07-1662 te Annaberg met Laurentius Klemm , Tuchmacher te Annaberg; 2. Jkfr. Catharina Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 27-05-1645 te Annaberg, jong overleden; 3. Jkr. Johann Sebastian Röhling (zie: 14.12); 4. Jkfr. Elisabeth Röhling (zie: 14.13); 5. Jkfr. Susanna Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 21-01-1656 te Annaberg. Gehuwd in 1687 te Annaberg met Andreas Haugh , Gerbermeister (leerlooiersmeester) te Annaberg.

13.9 Jkr. Gottfried Röhling , geboren op 30-03-1628 te Marienberg, overleden op 05-01-1688 te Marien- berg, Evangelisch-Luthers begraven op 12-01-1688 in de kerk te Marienberg (nabij de Taufstein naast Bürgermeister Ernst Struntz (zie: 11.29). Zoon van Ernst Röhling en Elisabeth Hiller (Hyller) (zie: 12.10). Gehuwd op 10-11-1651 te Marienberg met Maria Olbrich , geboren op 10-08-1631 te Ma- rienberg, overleden op 20-01-1695 te Marienberg. Dochter van Christoph Olbrich , Ratsherr en Stadtrichter te Marienberg.

Gottfried legde op 19-07-1652 de Bürgereid af en werd in 1658 Ratsherr. In 1667 werd hij Gegen- schreiber, van 1670/1671 Baumeister, 1671/1672 Stadtrichter, in 1677 Bürgermeister, in 1678/1679 Kämmerer. Tevens was hij Kirchenvorstand. De weduwe van Gottfried, Maria, stond in 1691 borg voor Frau Maria Jahnin voor 100 Gulden zodat zij in staat was voedingsmiddelen te betalen. Frau Jahnin gaf haar tuin nabij de Zschopauer Tor als onderpand.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Elisabeth Röhling , geboren op 07-08-1652 te Marienberg; 2. Jkfr. Martha Röhling (zie: 14.14); 3. Jkfr. Maria Magdalena Röhling , geboren op 20-07-1657 te Marienberg, overleden op 17-01- 1658 te Marienberg; 4. Jkfr. Maria Röhling , geboren op 23-12-1658 te Marienberg; 5. Jkfr. Euphrosina Röhling (zie: 14.15); 6. Jkfr. Sophia Röhling (zie: 14.16);

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 7. Jkfr. Johanna Röhling (zie: 14.17); 8. Jkfr. Rosina Röhling , geboren op 21-07-1670 te Marienberg; 9. Jkfr. Johanna Eleonora Röhling , geboren op 12-05-1675 te Marienberg.

13.10 Jkfr. Margarethe Christiane Röhling , geboren op 12-08-1629 te Schneeberg. Dochter van Ulrich Röhling en Barbara Elisabeth Schröter (zie: 12.17). Gehuwd op 23-05-1653 te Schneeberg met Hans Georg Funkhänel (Junghändel?) uit Schneeberg.

Hans Georg was Schichtmeister in de mijnbouw te Schneeberg.

13.11 Jkfr. Susanna Regina Röhling , geboren op 09-10-1638 te Schneeberg. Dochter van Ulrich Röhling en Barbara Elisabeth Schröter (zie: 12.17). Gehuwd op 13-10-1670 te Schneeberg met Caspar Schenk uit Schneeberg.

13.12 Jkr. Friedrich Ullrich Philipp Röhling , Herr von Brünnlaßberg, geboren op 20-10-1642 te Schnee- berg. Zoon van Ulrich Röhling en Barbara Elisabeth Schröter (zie: 12.17). Gehuwd op 21-01-1666 te Schneeberg met Klara Beck . Dochter van Pfr. Johann Beck (Pistorius) uit Eibenstock.

Friedrich Ullrich Philipp was Bürger te Schneeberg en van beroep bauender Gewerke en Rektor te Schneeberg. Van zijn vader erfde hij het leengoed Brünnlaßberg.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Friedrich Christian Röhling , geboren op 03-10-1666 te Schneeberg; 2. Jkr. Gottfried Röhling , geboren op 18-05-1668 te Schneeberg; 3. Jkr. Ulrich Friedrich Röhling , geboren op 07-10-1670 te Schneeberg, overleden op 21-04-1672 te Schneeberg; 4. Jkr. Ulrich Philipp Röhling , geboren op 22-12-1673 te Schneeberg; 5. Jkfr. Susanna Regine Röhling , geboren op 21-06-1676 te Schneeberg.

13.13 Jkr. Gottfried Röhling , geboren op 18-10-1637 te Zwickau. Zoon van Gottfried Röhling en Chris- tine Vollrath (zie: 12.22). Gehuwd op 01-12-1662 met Katharina Margarethe Kopp , dochter van Pfr. Michael Kopp , Pfarrer te Wiedersberg bij Ölsnitz.

Gottfried was van beroep kopersmid te Hof, later te Zwickau en Plauen.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Paul Röhling (zie: 14.18); 2. Jkfr. Anna Sophia Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 09-12-1672 te Plauen, overleden op 15-11-1677 te Plauen; 3. Jkfr. Anna Rosina Röhling (zie: 14.19); 4. Jkr. Christian Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 13-12-1678 te Plauen, Evangelisch- Luthers begraven op 23-08-1695 te Plauen; 5. Jkfr. Anna Maria Röhling (zie: 14.20); 6. Jkr. Christoph Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 23-01-1686 te Plauen, Evangelisch- Luthers begraven op 09-09-1686 te Plauen.

13.14 Jkfr. Regina Röhling , geboren op 16-09-1639 te Zwickau. Dochter van Gottfried Röhling en Chris- tine Vollrath (zie: 12.22). Gehuwd (1) op 16-05-1665 te Zwickau met Christoph Schuhmann. Ge- huwd (2) op 15-11-1675 te Zwickau met Hans Zillig .

Christoph was van beroep Töpfermeister te Zwickau. De tweede echtgenote van Regina was eveneens Töpfermeister te Zwickau.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 14.1 Jkfr. Susanne Röhling , geboren op 09-09-1647 te Schwarzenberg, overleden op 26-04-1716 te Schneeberg. Dochter van Friedrich Röhling en Anna Maria Eberwein (zie: 13.2). Gehuwd op 25-11- 1666 te Schwarzenberg met Jkr. Veit Hannß Schnorr von Carolsfeld , geboren op 15-03-1644 te Schneeberg, overleden op 26-01-1715 te Schneeberg. Zoon van Veit Hannß Schnorr “der Ältere” (eigenaar van een Hammerwerk te Aue, stichter van de Blaufarbenwerks te Niederpfannenstiel, Han- delsmann en Ratsherr te Schneeberg) en Rosina Hübner .

Hannß was Ratsherr en Stadtrichter te Schneeberg, daarnaast was hij ook Hammerherr (bezitter van een ijzerwarenfabriek), Handelsmann, Großkaufmann en stichtte hij de eisenwerks te Carolsfeld (het huidige Carlsfeld te Saksen), Stützengrün en Brünnlaßberg en zorgde zodoende voor de ontwikkeling van de metaalbewerking aldaar. Hij was tevens eigenaar van Berg- en Hammerwerken te Aue, de Schwefelhütte Neidhardtsthal, Ellefeld, en de Blaufarbenwerks Pfannenstiel. Met zijn Weißerdezeche St. Andreas nabij Aue leverde hij het ruwe materiaal voor het witte porselein uit Meißen. Weißer- dezeche St. Andreas was de eerste vindplaats van geschikte grondstoffen voor porcelein in Europa. In 1677 kocht Hannß de Hof Zschorlau voor 1000 Gulden van Amtsschreiber Joh. Heinrich Heßling uit Wiesenburg. In 1686 kocht hij voor 5000 Thaler de Waffenhammergut Unterstützengrün van Frau Maria Rosina Lichtenhahn, welke zij van haar vader Benjamin Heyden geërfd had. Op 04- 04-1687 werd Hannß te Wenen door keizer Leopold I met het predikaat von Carolsfeld in de Rijks- adelstand verheven. Hannß liet de kerk te Carlsfeld bouwen (de bouw duurde van 1684 tot 1688) en richtte een fonds op met 1200 Reichsthaler. Hiervan kreeg de pastoor jaarlijks 50 Gulden en de schoolmeester 15 Gulden. In de Trinitatiskerk te Carlsfeld hangen portretten van Susanne en Hannß. Op het portret van Susanne staat het diplomwappen van de familie Röhling afgebeeld, op het portret van Hannß kan men nog het bürgerlicheswappen van zijn familie vinden. Zijn begrafenis in 1715 was een gebeurtenis voor het gehele Erzgebirge, 400 mensen uit de mijnbouwindustrie woonden de begrafenis bij.

Uit dit huwelijk:

4 zonen zijn jong overleden, 4 dochter zijn jong overleden.

9. Jkr. Veit Hans Schnorr von Carolsfeld , geboren op 12-02-1671, overleden op 06-06-1738. Gehuwd op 07-05-1695 te Schneeberg met Anna Regina Behm , geboren op 14-01-1677 te Schneeberg, overleden op 14-05-1755 te Schneeberg. Dochter van Benjamin Behm (beeldhouwer) en Rosina Schreiber . Veit Hans was eigenaar van Bergwerkes en Hammerwerkes te Aue. Het gezin kreeg 2 kinderen; 10. Jkfr. Anna Magdalena Schnorr von Carolsfeld , geboren op 24-09-1677 te Schneeberg, overleden op 22-11-1731. Gehuwd op 08-11-1692 met Zacharias Platner , geboren op 13-12- 1658 te Chemnitz, overleden op 29-11-1729 te Chemnitz. Zacharias was Handelsmann, Ratsherr, Stadtrichter en Bürgermeister te Chemnitz; 11. Jkfr. Maria Sophia Schnorr von Carolsfeld , Evangelisch-Luthers gedoopt op 08-06-1683 te Schneeberg, overleden op 16-01-1711 te Schneeberg. Gehuwd op 30-05-1702 te Schneeberg met Christoph Härtel , geboren op 21-06-1670 te Schneeberg, overleden op 27-10-1750 te Schneeberg. Christoph was Stadtrichter en Bürgermeister te Schneeberg; 12. Jkfr. Anna Maria Schnorr von Carolsfeld , Evangelisch-Luthers gedoopt op 25-11-1684 te Schneeberg, overleden op 28-01-1743 te Schneeberg. Gehuwd op 20-10-1705 te Schneeberg met Gabriel Queck , geboren op 29-05-1678 te Schneeberg, overleden op 12-11-1728 te Schneeberg. Gabriel was Kauf- en Handelsherr; 13. Jkr. Johann Enoch Schnorr von Carolsfeld , geboren op 22-08-1686 te Schneeberg, overleden op 29-01-1753 te Schneeberg. Gehuwd op 17-11-1711 te Schlettau met Sophia Concordia Oeser , geboren op 13-02-1693 te Schlettau, overleden op 20-06-1757 te Schneeberg. Dochter van Ambrosius Oeser (Handelsmann, Ratsherr te Schlettau, Erb en Lehnrichters te Dörfel) en Jkfr. Anna Sophia Hänel von Cronenthall . Johann was de eigenaar van een Hammerwerk te Schneeberg, Handelsherr en Kurfürstliche Sächsischen Gegen- und Rezeßschreiber te Schneeberg. Het gezin kreeg 7 kinderen waarvan 4 op jonge leeftijd stierven.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 14.2 Jkr. Hans Friedrich Röhling , geboren op 14-10-1649 te Schwarzberg, overleden op 02-03-1713 te Schwarzberg. Zoon van Friedrich Röhling en Anna Maria Eberwein (zie: 13.2). Gehuwd met Anna Justina Harnich , geboren op 13-07-1640. Hans trad na zijn huwelijk in dienst van het keizerlijke leger.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Johanne Maria Röhling , geboren op 03-06-1680; 2. Jkfr. Johanne Christiane Röhling , geboren op 03-09-1685; 3. Jkr. Abraham Friedrich Röhling , geboren op 10-12-1686.

14.3 Jkr. Johannes Heinrich Röhling , geboren op 02-03-1654 te Schwarzenberg, Evangelisch-Luthers begraven op 14-01-1722 te Neustädtel. Zoon van Friedrich Röhling en Anna Maria Eberwein (zie: 13.2). Gehuwd op 11-11-1684 te Schneeberg met Rosina Richter , geboren op 08-07-1669 te Schnee- berg, overleden op 14-09-1737 te Neustädtel. Dochter van Christian Richter , Bürger, Handelsmann en Fleischers te Schneeberg, en Katharina Pöhner uit Schneeberg.

Johannes werd bij zijn geboorte vernoemd naar zijn overgrootvader van vaders zijde en grootvader van moeders zijde. Vóór 19-09-1694 verhuisden Johannes en zijn echtgenote naar Neustädtel (op deze datum werd hun zoon Johann Heinrich te Neustädtel geboren). Johannes was niet betrokken bij de mijnindustrie. Het is goed mogelijk dat de Dertigjarige Oorlog (van 1618 tot 1648) hier aan ten grond- slag heeft gelegen, dit valt echter niet te achterhalen. Het is wel bekend dat de mijnindustrie na de Dertigjarige Oorlog een moeilijke periode doormaakte. Mogelijk werd de vader van Johannes hier reeds mee geconfronteerd en moest de familie een andere bron van inkomsten zien te vinden. Een andere oorzaak voor deze nieuwe koers zou de komst van een pestepidemie kunnen zijn (in de genea- logie blijkt dat enkele aanverwante takken rond deze tijd zijn overleden aan deze ziekte). In Neustädtel vestigde Johannes zich als Handelsmann (koophandelaar) en Seifensieder. Een Seifensieder was een ambachtsman die zeep produceerde uit vetten, oliën en soda. Zeep werd in Europa geïntroduceerd na de kruistochten en diende als vervanging voor het wasmiddel dat men maakte uit het as van hout. De eerste gilden ontstonden in Centraal Europa rond de 14 de eeuw (Wenen, Augsburg en Ulm). Vlak voor zijn overlijden was Johannes tevens Schießmeister (schiet- meester) en Gerichtsschöppe (schepen, oftewel wethouder) te Neustädtel.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Susanne Maria Röhling (zie: 15.1); 2. Jkfr. Anna Catharina Röhling (zie: 15.2); 3. Jkfr. Rosina Röhling , geboren op 09-01-1689 te Schneeberg, overleden op 03-10-1689 te Schneeberg; 4. Jkr. Johann Christian Röhling , geboren op 30-08-1690 te Schneeberg, overleden op 24-02- 1691 te Schneeberg; 5. Jkr. Markus Röhling (zie: 15.3); 6. Jkr. Johann Heinrich Röhling (zie: 15.4); 7. Jkr. Christian Röhling (zie: 15.5); 8. Jkr. Friedrich Röhling (zie: 15.6); 9. Jkfr. Maria Sophia Röhling (zie: 15.7); 10. Jkr. Johann Georg Röhling (zie: 15.8); 11. Jkr. Georg Heinrich Röhling (zie: 15.9); 12. Jkr. Johann Christoph Röhling , geboren op 03-07-1708 te Neustädtel; 13. Jkfr. Rosina Röhling (zie: 15.10).

14.4 Jkr. Christianus Röhling , geboren op 24-04-1657 te Schwarzenberg, overleden op 21-08-1707 te Eibenstock. Zoon van Friedrich Röhling en Anna Maria Eberwein (zie: 13.2). Gehuwd in 1684 met Juliane Siegel , dochter van Andreas Siegel . Christianus was enige tijd eigenaar van Eisenwerk Erla, welke van zijn vader was geweest.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Johanna Christiana Röhling , geboren op 03-05-1685 te Schwarzenberg. Gehuwd met Nicol Spranger , predikant; 2. Jkr. Abraham Friedrich Röhling , geboren op 10-12-1686, overleden op 07-11-1699; 3. Jkfr. Juliane Röhling , geboren op 06-03-1689, overleden in 1690; 4. Jkr. Christian Rudolph Röhling , geboren en overleden in 1691; 5. Jkfr. Sophia Röhling , geboren op 24-01-1692 te Eibenstock, overleden op 18-03-1722 te Eibenstock; 6. Jkr. Heinrich Röhling , geboren en overleden in 1693; 7. Jkr. Heinrich Röhling , geboren in 1699, overleden in 1700; 8. Jkr. Christian Heinrich Röhling , geboren 12-06-1702. Gehuwd met Catharina Elisabeth Gr…

14.5 Jkfr. Anna Rosina Röhling , geboren op 16-10-1660 te Schwarzenberg. Dochter van Friedrich Röh- ling en Anna Maria Eberwein (zie: 13.2). Gehuwd (1) met Augustin Melber , geboren op 19-03-1646 te Aue. Gehuwd (2) met Samuel Dietrich . Augustin Melber was Churfürstliche Amtsschreiber te Schwarzenberg. Samuel Dietrich was Bürgermeister te Schwarzenberg.

14.6 Onbekende dochter , geboren in 1663. Dochter van Friedrich Röhling en Anna Maria Eberwein (zie: 13.2). Gehuwd met een zekere Schumann nadat deze uit Oostindië was teruggekeerd.

14.7 Jkfr. Dorothea Röhling , geboren op 23-12-1657. Dochter van Wolfgang Röhling en Anna Catharina Moyses von Kyrberg (zie: 13.6). Gehuwd met Johann Conradi , Schul-Rektor te Elterlein.

14.8 Jkr. Johann Wolfgang Röhling , geboren op 15-07-1660 te Elterlein, overleden op 18-12-1725 te Elterlein. Zoon van Wolfgang Röhling en Anna Catharina Moyses von Kyrberg (zie: 13.6). Gehuwd op 17-07-1715 met Maria Dorothea Meyer , overleden in circa 1720 (5 jaar na het huwelijk). Doch- ter van papierproducent Georg Meyer uit Schwarzbach.

Johann werd in 1672 te Leipzig als student theologie ingeschreven. Hoewel hij in latere jaren net als zijn vader geld verdiende in de handel bleef hij zich zijn hele leven bezighouden met de wetenschap. In de Elterleiner Chronik werd hij als “fürnehmen litteratus” beschreven. Johann bouwde rond 1721 een “Patrizierhaus” aan de markt van Elterlein (het huidige Marktplatz 23). Zijn initialen en het Diplomwappen zijn boven de voordeur zichtbaar. Een met het familiewapen versierd beeldsnijwerk aan het kansel (preekstoel) van de St. Laurenti kerk te Elterlein is mogelijk aan hem toe te schrijven.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Friedrich Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 26-04-1716 te Elterlein; 2. Jkfr. Johanna Christiane Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 01-05-1718 te Elterlein; 3. Jkfr. Christiane Concordia Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 02-05-1720 te Elterlein.

14.9 Jkfr. Susanne Catharina Röhling , gebroren in 1663. Dochter van Wolfgang Röhling en Anna Ca- tharina Moyses von Kyrberg (zie: 13.6). Gehuwd met Gottfried (Georg) Wiedemann uit Schwar- zenberg. Georg was Bürger te Schwarzenberg. Later werd hij Amtmann te Grimma.

14.10 Jkfr. Concordia Röhling , geboren op 26-01-1669/70. Dochter van Wolfgang Röhling en Anna Ca- tharina Moyses von Kyrberg (zie: 13.6). Gehuwd met Wolfgang Dieze , omschreven als uitzonderlijke Bürger en Handelsmann te Annaberg.

14.11 Jkfr. Susanne Rosina Röhling , geboren in circa 1675, overleden op 15-06-1714. Dochter van Wolf- gang Röhling en Anna Catharina Moyses von Kyrberg (zie: 13.6). Gehuwd in 1695 te Elterlein met Hans Christian Eberwein , zoon van Johann Wilhelm Eberwein , Erbrichter (Erfrechter) te Neu- dorf en Oberförster te Crottendorf. Hans was Erbrichter te Neudorf en Oberförster te Crottendorf.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 14.12 Jkr. Johann Sebastian Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 22-05-1648 te Annaberg. Zoon van Ehrenfried Röhling en Walpurga Dorn (zie: 13.8). Gehuwd in 1671 te Buchholz met Maria Lorentz , dochter van Martin Lorentz , Stadtrichter te Buchholz. Johann was van beroep Tuchmacher (wever) te Annaberg. In 1685 was hij eigenaar van Schwibbogens nr. 24.

Uit dit huwelijk:

1. Onbekende dochter , Evangelisch-Luthers gedoopt in 1672 bij Siegmund Röhling.

14.13 Jkfr. Elisabeth Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 27-05-1651 te Annaberg, Evangelisch-Lu- thers begraven op 10-12-1728 te Annaberg bij Schwibbogen Nr. 28. Dochter van Ehrenfried Röhling en Walpurga Dorn (zie: 13.8). Gehuwd op 10-10-1669 te Annaberg (ondertrouw op 18.p.Trinit 1669 te Annaberg) met Samuel Meußel , geboren op 15-09-1639 te Annaberg, Evangelisch-Luthers begra- ven op 10-02-1705 te Annaberg. Zoon van Christoph Meußel , van beroep Gerber, en Maria Klemm (weduwe van Ulmann ). Samuel was net als zijn vader Gerbermeister (leerlooier) te Annaberg.

14.14 Jkfr. Martha Röhling , geboren op 10-11-1654 te Marienberg, overleden op 14-03-1729 te Marien- berg. Dochter van Gottfried Röhling en Maria Olbrich (zie: 13.9). Gehuwd op 17-01-1681 met Max Ernst Struntz , weduwnaar, en zoon van Johann Ernst Struntz , Bürgermeister te Marienberg (zie: 11.29, 11.30 en 13.9). Max Ernst was predikant te Mochau bij Oschatz, later te Großrückerswalde.

14.15 Jkfr. Euphrosina Röhling , geboren op 17-03-1661 te Marienberg, overleden op 13-03-1712 te Ma- rienberg. Dochter van Gottfried Röhling en Maria Olbrich (zie: 13.9). Gehuwd op 17-05-1686 te Marienberg met Georg Ernst Siegel , geboren op 04-02-1655 te Marienberg, overleden op 21-09- 1710 te Marienberg. Zoon van Ernst Siegel .

Georg was Gastwirt en kurfürstl. sächs. Straßeninspektor. Hij kocht op 02-02-1682 voor 1200 Gulden de Gasthof “Zum güldenen Cranz” aan de Markt te Marienberg van Herrn Samuel Remiger. Herr Remiger had deze verkregen uit de erfenis van zijn echtgenote, Barbara Elisabeth Röhling (zie: 12.11).

14.16 Jkfr. Sophia Röhling , geboren op 12-06-1664 te Marienberg. Dochter van Gottfried Röhling en Ma- ria Olbrich (zie: 13.9). Gehuwd 27-01-1685 te Marienberg met Pfr. Gottfried Hillner , overleden 1725 te . Zoon van Abel Hillner , Schulmeister en Organist te Niederzwönitz, en Justina Höfer .

14.17 Jkfr. Johanna Röhling , geboren op 09-02-1667 te Marienberg, Evangelisch-Luthers begraven op 04- 06-1725 te Marienberg. Dochter van Gottfried Röhling en Maria Olbrich (zie: 13.9). Gehuwd op 03- 02-1691 te Marienberg met Salomon Hinckel , zoon van Ernst Hinckel , Bergschmiedes te Pobers- hau. Salomon was Kauf- und Handelsmann, Spitzenhändler en Bürgermeister te Marienberg.

14.18 Jkr. Paul Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 21-05-1670 te Plauen, overleden op 04-06-1742 te Plauen. Zoon van Gottfried Röhling en Katharina Margarethe Kopp (zie: 13.13). Gehuwd op 18-06- 1700 te Plauen met Helene Wolfahrt , geboren te Hof op 03-06-1678, overleden op 06-09-1751 te Plauen. Dochter van kopersmid Martin Wohlfarth te Hof. Paul was van beroep kopersmid te Plauen.

14.19 Jkfr. Anna Rosina Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 09-12-1675 te Plauen, overleden op 07-12-1719 te Plauen. Dochter van Gottfried Röhling en Katharina Margarethe Kopp (zie: 13.13). Gehuwd op 04-02-1695 te Plauen met Michael Fritzsche , geboren op 02-08-1673 te Oberlosa, Evan- gelisch-Luthers begraven op 22-11-1720 te Plauen. Michael was Bürger te Plauen. Van beroep was hij Glaser en Vorsteher der Schleierhändler te Plauen.

14.20 Jkfr. Anna Maria Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 18-12-1681 te Plauen. Dochter van Gottfried Röhling en Katharina Margarethe Kopp (zie: 13.13). Gehuwd op 24-03-1700 te Reichen- bach met Augustin Thiele , zoon van Michael Thiele , Bürger en Gastwirt van “Zum Schwan” te Zwickau. Augustin was Bürger te Zwickau en van beroep kopersmid.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 15.1 Jkfr. Susanne Maria Röhling , geboren op 16-03-1686 te Schneeberg. Dochter van Johannes Hein- rich Röhling en Rosina Richter (zie: 14.3). Gehuwd op 15-04-1709 te Neustädtel met Johann Mitlacher .

Johann was Bürger en van beroep Schießmeister (schietmeester) te Schneeberg.

15.2 Jkfr. Anna Catharina Röhling , geboren op 08-05-1687 te Schneeberg. Dochter van Johannes Hein- rich Röhling en Rosina Richter (zie: 14.3). Gehuwd (1) op 14-02-1707 te Neustädtel met Gottfried Schürer . Gehuwd (2) met een zekere Mehlhorn uit Schlema.

Gottfried was van beroep bakker, molenaar en tuinder te Lindenau.

15.3 Jkr. Markus Röhling , geboren op 25-03-1692 te Neustädtel. Zoon van Johannes Heinrich Röhling en Rosina Richter (zie: 14.3).

15.4 Jkr. Johann Heinrich (Henrik) Röhling , geboren op 19-09-1694 te Neustädtel, overleden vóór 31- 12-1741. Zoon van Johannes Heinrich Röhling en Rosina Richter (zie: 14.3). Rooms-Katholiek ge- huwd op 07-10-1714 te Thuine, graafschap Lingen, met Griete Egberts , dochter van Berend (Bernd) Egberts (Egbers) .

Henrik werd bij zijn geboorte vernoemd naar zijn vader. Het kerkboek van Neustädtel uit 1694 ver- meld bij september: “Den 19 dito: Johannes Heinrich ein Sohn H. Hanß Heinrich Röhligs, hiesig. Bürgers v. Seiffensieders. Die Mutter: Fr. Rosina, gebohrne Richterin. Pathen: 1.H. Samuel Grabner, Schulmeister allhier, 2.H. Michael Röder, Bürger v. Seiffensieder, 3.Fr. Barbara, H. Joh. Friedrich Por- tenreiters, Bürgers v. Kirschners, beyde zum Schneeberg.” Henrik huwde Rooms-Katholiek op 07-10-1714 te Thuine, graafschap Lingen, met Griete Egberts. Het graafschap, tot 1702 in bezit van Oranje-Nassau, was Nederlandstalig. Bij de ondertrouw op 17- 09-1714 te Schapen (in het tegenwoordige Samtgemeinde Spelle) werd vermeld: “Henrik Roling j.m. Soon van Jan Henrik Roling en Rosina Richters, uit Neer Thuinen 20 Jaer….”. Het mag aangenomen worden dat het hier de ondertrouw met Griete Egberts betreft. Twintig dagen later lezen wij namelijk in het trouwboek van de St. Georg parochie te Thuine: “Henrik Röling j.m s.v. Jan Röling, uit neder- tuinen en Griete Egberts j.d. van wijle Berend Egberts…”. Omdat zijn jongere broer Friedrich (zie: 15.6) zich had gevestigd in het relatief nabij gelegen Mel- dorf (en later Rendsburg) is het aannemelijk dat de broers samen naar het noordwesten van Duitsland waren gereisd in verband met de verslechterde economische omstandigheden in Saksen. Het is echter onduidelijk of beide broers naar onbekende oorden trokken of dat zij familie na- reisden. Voor het laatst genoemde bestaan wel enkele aanwijzingen. In de kerkboeken van Thuine vinden wij namelijk drie vrouwen met eenzelfde geslachtsnaam die vóór 1714 woonachtig waren te Thuine. Deze drie vrouwen waren: Anna Rolink, Aleyd Rolingk en Grete Roling en zij huwden in 1685, 1686 en 1691 te Thuine. Bij Aleyd werd vermeld dat haar vader, Bernd Roling, woonachtig was te Neer Thuinen. Er woonde dus al geruime tijd een familie Roling te Thuine. Gezien de omvang van de gemeente is het onwaarschijnlijk (maar niet onmogelijk) dat er twee verschillende families met een overeenkomstige geslachtsnaam woonden. Het is dus mogelijk dat de drie vrouwen uit Thuine familie waren en de twee broers Johann Heinrich en Friedrich zich hadden voorgenomen hun nichten (en neven?) met een bezoek te vereren. Het kan echter niet uitgesloten worden dat we met twee families te maken hebben. Dit zou kunnen verklaren waarom de verschil- lende 19 de eeuwse Roling families uit Thuine in geen enkel opzicht met elkaar te verbinden zijn. Ver- der onderzoek naar vorige generaties in de kerkboeken van Thuine is niet mogelijk daar de Heirats- registers pas in 1685 beginnen (Tauf- en Sterbeberegisters beginnen pas in 1738). Over het verdere leven van Henrik is niets bekend. Door zijn huwelijk geldt hij als de stamvader van de Rooms-Katholieke tak van de familie Röhling. Met het huwelijk van zijn zoon op 31-12-1741 werd vermeld dat Henrik was overleden.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Bernardus Albertus (Berend) Röling (zie: 16.1).

15.5 Jkr. Christian Röhling , geboren op 10-10-1696 te Neustädtel. Zoon van Johannes Heinrich Röhling en Rosina Richter (zie: 14.3).

15.6 Jkr. Friedrich Röhling , geboren op 30-12-1698 te Neustädtel, overleden op 02-03-1767 te Rends- burg, Evangelisch-Luthers begraven op 06-03-1867 te Rendsburg. Zoon van Johannes Heinrich Röhling en Rosina Richter (zie: 14.3). Gehuwd (1) op 02-11-1728 te Meldorf met Christina Brandt , Evangelisch-Luthers gedoopt op 16-04-1706 te Meldorf, Evangelisch-Luthers begraven op 25-08- 1733 te Meldorf. Gehuwd (2) op 15-11-1736 met Anna Elisabeth Sudeck , Evangelisch-Luthers ge- doopt op 21-03-1717/18 te Rendsburg, overleden op 01-02-1763 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers begraven op 06-02-1763 te Rendsburg. Dochter van Johann Ludewig Sudeck en Maria Christina Schröder .

Het lijkt er op dat Friedrich samen met zijn oudere broer Heinrich (zie: 15.4) vanuit Saksen naar het noordwesten van Duitsland was gereisd om de slechte economische omstandigheden te ontvluchten. Friedrich vestigde zich eerst te Meldorf en later te Rendsburg. Ten tijde van zijn eerste huwelijk in 1728 was Friedrich ijzerhandelaar te Meldorf. Bij zijn tweede huwelijk in 1736 was hij kruidenier te Meldorf. Op 14-12-1739 had hij zich inmiddels gevestigd te Rendsburg. Bij zijn overlijden was Friedrich slager en kruidenier te Rendsburg.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkfr. Rosina Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 13-08-1729 te Meldorf, overleden vóór 1767; 2. Jkfr. Anna Röhling (zie: 16.2).

Uit het tweede huwelijk:

3. Jkfr. Maria Catharine Röhling (zie: 16.3); 4. Jkr. Jürgen Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 23-04-1747 te Rendsburg, overleden op 18-11-1747 te Rendsburg; 5. Jkr. Johann Peter Ludewig Röhling (zie: 16.4); 6. Jkr. Friederich Röhling , geboren op 18-09-1743; 7. Jkfr. Christiana Röhling , geboren op 03-12-1745, overleden op 31-03-1747; 8. Jkr. Johann Georg Röhling (zie: 16.5); 9. Jkr. Johan Hinrich Röhling (zie: 16.6); 10. Jkr. Jürgen Gotfried Röhling , geboren op 02-02-1757 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 06-02-1757 te Rendsburg, ná 07-06-1779 werd niets meer van hem vernomen. Waarschijnlijk was hij in dienst gegaan bij de Vereenigde Oostindische Compagnie. In de archieven van de Kamer van de V.O.C. van Enkhuizen vinden we een zekere Jurgen Godvrid Roehling afkomstig uit ‘Rinsburgh’ die op 24-08-1779 als soldaat voor de V.O.C. inscheepte en naar de Oost vertrok. Op 06-01-1780 kwam hij met het schip aan op de Kaap om op 17-02-1780 weer te vertrekken. Op 03-05-1780 kwam hij aan in Nederlands Indië. Volgens het archief van de V.O.C. overleed Jurgen op 12-01-1790 in Azië; 11. Jkr. Jürgen Christian Röhling , geboren op 19-02-1760 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 21-02-1760 te Rendsburg.

15.7 Jkfr. Maria Sophia Röhling , geboren op 21-02-1702 te Neustädtel, overleden in 1739 te Neustädtel. Dochter van Johannes Heinrich Röhling en Rosina Richter (zie: 14.3). Gehuwd op 09-09-1723 te Neustädtel met Christian Reuter .

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info In het kerkboek van Neustädtel uit 1702 staat vermeld bij februari: “Den 21 dito Maria Sophia eine Tochter H. Johann Heinrich Röhligs, buergers u. Schichtmeisters allhier. Die Fr. Mutter: Rosina; Pathen: fr. Justina, H. Georg Abraham Siegerts, Organisten u. Gerichtsschreibers Eheliebste allhier. 2...... (?) Dauscher (?), buerger in Schneeberg (?), 3. Fr. Anna barbara, Christoph Schloßers Farb- meisters in Oberschlema Eheweib.” In de trouwboeken van Neustädtel uit 1723 staat vermeld: “Dn. XIII. p. Tr. war der 22. Aug. 1 ma vi: beguetherter Buerger u. Weißbecker allhier, David Reuters hießigen Gerichts-Beysitzers u. Landfuhrmanns ehel. 3ten S. u. Jfr. Maria Sophia Röhligin, H. Joh. Heinr. Röhligs seel. gewesenen SchichtMstr. u. Gerichtsbeysitzers alhier nachgel. ehel. 3te Tochter.” Christian was een welgestelde Bürger en van beroep Weißbäckermeister te Neustädtel. Weiß- bäckermeister was een meester in het bakkersgilde en bakker van witbrood en kleine broodjes (het bakkersgilde was onderverdeeld in Zuckerbäcker, Pfefferkuchenbäcker, Los- of Weißbäcker en Fast- of Schwarzbäcker). In het kerkboek van Neustädtel uit 1739 staat vermeld: “Mstr. Xstian Reuters, Buergers u. Weiß-beckens Weib, Mar. Soph. mit Xstl. LeichPr. at. 38 d. 26ten.”

Uit dit huwelijk:

1. Johann Christian Reuter , geboren op 25-08-1724; 2. Susanne Maria Reuter , geboren op 18-08-1725; 3. Johann David Reuter , geboren op 02-10-1727; 4. Maria Sophia Reuter , geboren op 16-10-1734; 5. Christian Reuter , geboren op 25-02-1737/38.

15.8 Jkr. Johann Georg Röhling , geboren op 26-02-1704 te Neustädtel. Zoon van Johannes Heinrich Röhling en Rosina Richter (zie: 14.3).

15.9 Jkr. Georg Heinrich Röhling , geboren op 13-07-1706 te Neustädtel, overleden op 03-11-1780 te Neustädtel. Zoon van Johannes Heinrich Röhling en Rosina Richter (zie: 14.3). Gehuwd op 24-03- 1730 te Neustädtel met Maria Rosina Gottschaltt (Gottschalk, Gottschalch(-g)) , geboren op 08-04- 1710 te Neustädtel, overleden op 23-12-1758 te Neustädtel. Dochter van Zacharias Gottschaltt , Fleischhauer, en Rosina Graubner (Grabner) .

Georg Heinrich was Bergsteiger (toezichthouder in de mijnbouw) en Obersteiger voor de Namen-Jesu- Stolln. Tevens was hij Hospitalvorsteher (directeur ziekenhuis) en Kirchenvorsteher te Neustädtel.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Rosina Maria Röhling , geboren op 28-03-1730 te Neustädtel. Gehuwd in 1751 te Neustädtel met een zekere Glüer ; 2. Jkfr. Johanna Regina Röhling , geboren op 27-04-1732 te Neustädtel. Gehuwd in 1760 te Neustädtel met Puschmann ; 3. Jkfr. Maria Regina Röhling , geboren op 07-08-1734 te Neustädtel. Gehuwd in 1761 met een zekere Lenck ; 4. Jkr. Johann Heinrich Röhling (zie: 16.7); 5. Jkr. Zacharias Röhling (zie: 16.8); 6. Jkr. Gottfried Röhling , geboren 18-11-1742 te Neustädtel, overleden 23-08-1745 te Neustädtel; 7. Jkr. Christian Heinrich Röhling , geboren op 10-08-1745 te Neustädtel, overleden in 1746; 8. Jkr. Christian Gottfried Röhling (zie: 16.9); 9. Jkr. Hans David Röhling , geboren op 19-07-1753 te Neustädtel.

15.10 Jkfr. Rosina Röhling , geboren op 22-09-1709 te Neustädtel. Dochter van Johannes Heinrich Röhling en Rosina Richter (zie: 14.3). Gehuwd op 19-01-1730 te Neustädtel met Johann Christoph Stark .

Johann was Bürger en van beroep Glasermeister te Neustädtel. Een Glasermeister was meester in het glasgilde en hield zich bezig met de productie van glas.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 16.1 Jkr. Bernardus Albertus (Berend) Rö(h)ling , geboren op 09-06-1719 te Thuine, overleden op 23- 12-1749 te Thuine. Zoon van Johann Heinrich Röhling en Griete Egberts (zie: 15.4). Rooms-Katho- liek gehuwd op 31-12-1741 te Thuine met Gesina Hegemans , geboren in 1721, overleden op 10-06- 1786 te Thuine (aan de gevolgen van tyfeuze koorts). Dochter van Geerd Hegeman en Grete Dyssel .

Berend werd vernoemd naar grootvader van moeders zijde. Hij was bouwman en had een huis op de Hollenhorst. In het trouwboek van Thuine staat: “Berend Roeling j.m. S wijlen Henr. Roeling uit den Hollenhorst, met Gesina Hegemans j.d. van wijlen Geerd Hegeman in ’t Dorp.” Bij de doop van zoon Hendrik werd Gesina als Aleydis omschreven. In het boek “Use Dorp: Festschrift Zum 1150 jahrigen Jubilaum Des Dorfes Thuine Im Jahre 1986” stond: “De weduwe Gesina Roling, geboorene Roling, van wylen Ber. Roling, nieuw. Op de Hollenhorst, 65 jaer, in een heete koorss 10.Juni 1786.”

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Henricus (Hendrik) Röling (zie: 17.1); 2. Jkr. Gerardus (Geert) Röling (zie: 17.2).

16.2 Jkfr. Anna Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 19-09-1731 te Meldorf, overleden ná maart 1767, dochter van Friedrich Röhling en Christina Brandt (zie: 15.6). Gehuwd op 21-05-1751 te Ko- penhagen met Christian August Schumann .

16.3 Jkfr. Maria Catharine Röhling , Evangelisch-Luthers gedoopt op 22-09-1741 te Rendsburg. Dochter van Friedrich Röhling en Anna Elisabeth Sudeck (zie: 15.6). Gehuwd met een zekere Stöhren .

Uit dit huwelijk:

1. Dorothea Elisabeth Stöhren , geboren in circa 1777.

16.4 Jkr. Johann Peter Ludewig Röhling , geboren op 14-12-1739 te Rendsburg, overleden op 19-02- 1813 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers begraven op 23-02-1813 te Rendsburg. Zoon van van Friedrich Röhling en Anna Elisabeth Sudeck (zie: 15.6). Gehuwd op 21-08-1767 te Rendsburg met Anna Brigitta Lorentzen , Evangelisch-Luthers gedoopt op 03-05-1746 te Rendsburg, overleden op 09-07-1799 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers begraven op 12-07-1799 te Rendsburg. Dochter van Johan (Gottfried) Lorentzen en Anna Abel Westphalen .

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Johann Friederich Röhling , geboren op 23-06-1768 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 26-06-1768 te Rendsburg; 2. Jkr. Georg Hinrich Röhling , geboren op 21-10-1769 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 24-10-1769 te Rendsburg, overleden op 18-02-1790 te Rendsburg; 3. Jkr. Christian Dettleff Röhling , geboren op 01-03-1772 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 03-03-1772 te Rendsburg, overleden op 13-05-1772 te Rendsburg; 4. Jkr. Johann Christoffer Ludewig Röhling , geboren op 21-04-1773 te Rendsburg, Evangelisch- Luthers gedoopt op 23-04-1773 te Rendsburg; 5. Jkfr. Anna Catharina Röhling , geboren op 23-06-1775 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 27-06-1775 te Rendsburg, overleden op 20-05-1786 te Rendsburg; 6. Jkr. Nicolaus Heinrich Röhling (zie: 17.3); 7. Jkr. Jobst Gottfried Röhling (zie: 17.4); 8. Jkr. Hans Jürgen Röhling , geboren op 17-03-1781 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 20-03-1781 te Rendsburg, overleden op 10-11-1784 te Rendsburg; 9. Jkr. Hans Christian Röhling , geboren op 18-05-1783 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 21-05-1783 te Rendsburg, overleden ná 1845; 10. Jkr. Detlef Nicolaus Röhling , geboren op 19-06-1786 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 23-06-1786 te Rendsburg.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 16.5 Jkr. Johann Georg Röhling , geboren op 02-09-1748 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 05-09-1748 te St.Marien, Rendsburg (getuigen: Johann Georg Clasen, Mons. Claus Ehlert, Jfr. Anna Elsabe Kühl), overleden op 24-03-1823 te Rendsburg. Zoon van van Friedrich Röhling en Anna Eli- sabeth Sudeck (zie: 15.6). Gehuwd op 05-03-1773 te Rendsburg met Margaretha Elsabe Wohlhat , geboren in circa 1748, overleden op 11-10-1794 te Rendsburg, begraven op 15-10-1794 te Rendsburg.

Johann legde op 02-03-1773 als Bürgersohn de gewöhnlichen Bürgereid van Rendsburg af. In 1780 werd hij vermeld als Gewurzkrämer (specerijenkruidenier). In 1783 richtte hij samen met een zekere Horst een houthandel op die dankzij het Schleswig-Holstein-Kanal erg winstgevend was en aan de basis stond van de huidige omvangrijke Rendsburger Holzhandel. In 1817 deed de Magistraat van Rendsburg een oproep om de gewenste Gelehrtenschule (hogeschool) te financieren daar het Ober- konsistorium dit naliet. Röhling en Horst toonden hun betrokkenheid door 1450 Reichsthaler te do- neren. Op 02-03-1823 schreef Johann een brief aan de Commissie van het Rendsburger Armenwesen, die de oprichting van een spaarbank wenste, waarin hij meedeelde dat hij 500 Reichthaler schonk om deze oprichting mogelijk te maken. Tevens had hij vier personen bereid gevonden het bestuur op zich te nemen. De datum 02-03-1823 als oprichting van de Spar- und Leih-Kasse was geen toeval, daar Johann precies vijftig jaar eerder het burgerschap verkreeg. Kort daarop overleed Johann na een “kur- zem und schmerzlosen Krankenlager”. Hij werd bijgezet in de Marienkirche en later op de Altstädter Friedhof. Zijn graf bestaat niet meer, maar de tekst op zijn steen luidde: “Hier ruht Johann Georg Röhling, fünfzig Jahr ehrenwerter Bürger dieser Stadt, geb. den 2. Sept. 1748, gest. Den 24 März 1823. Stille Thränen der Dankbarkeit weihlen ihm seine Kinder, mit ihnen die Freunde.” In Rends- burg zijn de Röhlingsweg en Röhlingsplatz naar hem vernoemd. Het door de bank gerestaureerde Bürgerhaus uit 1685 te Neuwerk (Prinzessinstra βe 13) staat bekend als Johann-Georg-Röhling-Haus.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Johann Peter Joachim Röhling , geboren op 06-01-1775 te Rendsburg, Evangelisch- Luthers gedoopt op 09-01-1775 te St.Marien (getuigen: Johann Peter Ludewig Röhling, Hans Joachim Luer, Anna Christina Luer, overleden op 20-07-1775 te Rendsburg; 2. Jkr. Georg Niclas Röhling , geboren op 07-12-1775 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 10-12-1775 te St.Marien (getuigen: Joachim Nicolaus Horst, Jürgen Hinrich Horst, Wiebeke Catharina Lürhs), overleden op 08-04-1782 te Rendsburg; 3. Jkfr. Clara Sophia Margaretha Röhling , geboren op 04-05-1777 te Rendsburg, Evangelisch- Luthers gedoopt op 07-05-1777 te St.Marien (getuigen: Clara Dorothea, Sophia Magdalena Cla βen, Monsr. Jürgen Nicolaus Seyer), overleden op 20-08-1778 te Rendsburg; 4. Jkfr. Clara Margaretha Röhling (zie: 17.5); 5. Jkr. Johann Joachim Röhling , geboren op 17-12-1780 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 19-12-1780 te St.Marien (getuigen: Hans Joachim Lues, Catharina Elsabe Ralfs, Monsr. Johann Joachim Horst), overleden op 21-11-1785 te Rendsburg;

16.6 Jkr. Johan Hinrich Röhling , geboren 28-09-1753 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt 29-09- 1753 te Rendsburg, overleden vóór 20-05-1824 te Wendemuth. Zoon van Friedrich Röhling en Anna Elisabeth Sudeck (zie: 15.6). Gehuwd circa 1778 met Catharina Elisabeth Petersen , geboren circa 1755, overleden 22-12-1837 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers begraven 27-12-1837 te Rendsburg.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Anna Elsabe Therese Röhling (zie: 17.6); 2. Jkfr. Johanna Röhling , overleden ná 27-12-1837; 3. Jkfr. Margaretha Dorothea Henriette Röhling (zie: 17.7); 4. Jkfr. Christine Johanne Henriette Röhling (zie: 17.8); 5. Jkr. Johann Jochim Friederich Röhling (zie: 17.9); 6. Jkfr. Anna Carolina Röhling (zie: 17.10);

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 16.7 Jkr. Johann Heinrich Röhling , geboren op 01-10-1736 te Neustädtel, overleden op 20-07-1806 te Neustädtel. Zoon van Georg Heinrich Röhling en Maria Rosina Gottschaltt (zie: 15.9). Gehuwd (1) in op 25-05-1770 te Oberschlema met Rosina Maria Frank , geboren op 02-08-1743 te Neustädtel, overleden op 21-04-1776 te Neustädtel. Dochter van Johann Christopg Frank. Gehuwd (2) in 1778 met Christiane Flemig , overleden in 1795. Gehuwd (3) in 1800 met Johanne Christiane Weiß . Jo- hann Heinrich was Obersteiger (hoofd toezichthouder in de mijnbouw), Knappschaftsältester (oudste van een mijnwerkersvereniging) en Hospitalvorsteher in Neustädtel.

Uit het eerste huwelijk:

1. Onbekende dochter , geboren in 1770 te Neustädtel, overleden in 1770 te Neustädtel; 2. Onbekende dochter , geboren in 1771 te Neustädtel, overleden in 1771 te Neustädtel; 3. Jkr. Christian Heinrich Röhling , geboren op 14-01-1773 te Neustädtel; 4. Jkfr. Christiane Dorothea Röhling (zie: 17.11).

Uit het tweede huwelijk:

5. Vijf onbekende kinderen ; 10. Jkr. Christian Gottfried Röhling , geboren op 07-10-1783 te Neustädtel; 11. Jkfr. Johanna Sophia Röhling , geboren op 07-11-1787 te Neustädtel; 12. Jkr. Karl Heinrich Röhling , geboren in 1788 te Neustädtel, overleden in 1791 te Neustädtel; 13. Jkfr. Sophie Friederike Röhling , geboren in 1792 te Neustädtel, overleden in 1792 te Neustädtel; 14. Jkr. David Heinrich Röhling (zie: 17.12).

16.8 Jkr. Zacharias Röhling , geboren op 21-09-1740 te Schneeberg, overleden op 23-03-1805 te Schnee- berg. Zoon van Georg Heinrich Röhling en Maria Rosina Gottschaltt (zie: 15.9). Gehuwd op 25-07- 1769 te Schneeberg met Maria Sophia Dotzauer , overleden op 13-08-1836 te Schneeberg. Dochter van Joh. Christoph Dotzauer , Bürger en Händler te Schneeberg. Zacharias was van beroep Kaufmann.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Christian Heinrich Röhling (zie: 17.13); 2. Jkfr. Christine Sophie Röhling (zie: 17.14); 3. Jkfr. Sophie Friederike Röhling (zie: 17.15).

16.9 Jkr. Christian Gottfried Röhling , geboren op 22-01-1748 te Neustädtel, overleden op 29-10-1810 te Schneeberg. Zoon van Georg Heinrich Röhling en Maria Rosina Gottschaltt (zie: 15.9). Gehuwd op 24-10-1787 te Schneeberg met Christiane Friederike Richter , geboren op 13-04-1746 te Schnee- berg, overleden op 14-04-1825 te Schneeberg. Dochter van Joh. Zacharias Richter , welvarende Kauf- und Handelsherrn te Schneeberg. Christian was Kauf- und Handelsherr, alsook Senator te Schneeberg.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Johann Gottfried Röhling (zie: 17.16); 2. Jkfr. Johanne Friederike Röhling (zie: 17.17); 3. Jkr. August Heinrich Röhling (zie: 17.18); 4. Jkr. Carl August Röhling (zie: 17.19); 5. Onbekende dochter , geboren in 1800 te Schneeberg, overleden in 1801 te Schneeberg; 6. Jkfr. Sophie Emilie Röhling , geboren op 22-07-1803 te Schneeberg; 7. Onbekende zoon , geboren in 1805 te Schneeberg, overleden in 1805 te Schneeberg; 8. Jkfr. Theresie Röhling , geboren 23-11-1808 te Schneeberg, overleden 11-11-1856 te Annaberg. Gehuwd 10-06-1827 te Schneeberg met Moritz Gustav Wilde , Kaufmann te Schneeberg; 9. Onbekende zoon , geboren in 1811 te Schneeberg, overleden in 1811 te Schneeberg.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 17.1 Jkr. Henricus (Hendrik) Röling , geboren op 28-10-1743 te Thuine, Rooms-Katholiek gedoopt op 03-11-1743 te Thuine, graafschap Lingen (getuigen: Ludovicus Rolinck en Anna Margareta Velbers uit Thuine), overleden op 19-11-1808 te Thuine. Zoon van Bernardus Albertus Röling en Gesina He- gemans (zie: 16.1). Gehuwd op 05-02-1774 te Thuine met Anna Adelheid (Aleid of Aaltje) Wess- man(n) , geboren op 19-07-1751 te Baccum-Kirchspiel, Rooms-Katholiek gedoopt op 20-07-1751 te Baccum (getuigen: Aleida Pipers en Aleida Midden), overleden op 05-06-1821 te Thuine(?) aan de gevolgen van waterzucht. Dochter van Johann Wessmann en Adelheid Aalefs uit den Broekhuy- sen [Brockhausen] .

Hendrik werd bij zijn geboorte vernoemd naar zijn grootvader. Hij had een huis op de Hollenhorst te Thuine en was van beroep bouwman. In het doopboek werd zijn naam geschreven als Rolinck. In het trouwboek te Thuine stond vermeld: “Hendrik Roling j.m. en Zoon van Wylen Berend Roling en Gezina Hegeman Nienro: op de Hollenhorst 30 Jaeren met Anna Aleid Wessmans j.d. van Wijlen Jan Wessman en Anna Aleid Alefs uit Baccum 23 jaeren. Zal Zig vrij koopen.” Anna werd gedoopt als Aleida Henrica. Na het overlijden van haar tweelingzus Anna Francisca in 1752, werd zij Anna Adelheid genoemd. In de overlijdensakte van haar zoon Hendrik werd zij Aaltje Westgeest genoemd. De moeder van Anna werd bij haar huwelijk op 25-01-1731 te Baccum Aleidt Aalefs van den Broek- huysen genoemd. Brockhausen is een wijk in Lingen.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Gerhard Berend Röhling (zie: 18.1); 2. Jkr. Herman Hendrik Rö(h)ling (zie: 18.2); 3. Jkr. Jan Berend Röhling (zie: 18.3); 4. Jkr. Jan Geert Röling (zie: 18.4); 5. Jkr. Dirk Albert Rö(h)ling (zie: 18.5).

17.2 Jkr. Gerardus (Geert, Gerhard) Rohling , geboren op 19-07-1748 te Thuine, Rooms-Katholiek ge- doopt op 21-07-1748 te Thuine, graafschap Lingen (getuige: Albertus Meyners van de Hollenhorst te Thuine). Zoon van Bernhard Röling en Gesina Hegemans (zie:16.1). Gehuwd op 09-01-1773 te Thuine, graafschap Lingen met Gesina Aleid Geerdes , geboren op 02-09-1747 te Hollenhorst. Doch- ter van Dirk Geerdes (Gerdes ), uit Messingen, en Margareta Cotte ( Kotte ).

Gerhard had net als zijn broer Hendrik een huis op de Hollenhorst te Thuine en was van beroep bouwman bij Brand Evers. In het trouwboek te Thuine staat vermeld: “Geert Roling j.m. en Zoon van wylen Berend Roling en Gezina Hegemans lieven op de Hollenhorst oud 25 jaeren met Gezina Aleid Geerdes j.d. van Dirk Geerdes en Marg. Cotte lieven te Messinge Oud 26 jaeren beide vrije.”

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Joannes Bernardus Rohling (zie: 18.6); 2. Jkr. Gerardus Henricus Rohling (zie: 18.7); 3. Jkfr. Gesina Rohling (zie: 18.8); 4. Jkr. Hermann Heinrich Rohling (zie: 18.9); 5. Jkr. Joannes Gerardus (Dirk) Rohling (zie: 18.10); 6. Jkr. Gerhard Hermann Rohling (zie: 18.11); 7. Jkr. Joannes Gerardus Rohling (zie: 18.12).

17.3 Jkr. Nicolaus Heinrich Röhling , geboren op 11-12-1776 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers ge- doopt op 15-12-1776 te Rendsburg, overleden op 09-11-1839 te Nordborg, Denemarken. Zoon van Johann Peter Ludewig Röhling en Anna Brigitta Lorentzen (zie: 16.4). Gehuwd met Anna Charlotte Amalie Dohmeier , overleden vóór 1839.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Clara Charlotte Frederikke Röhling (zie: 18.13); 2. Jkr. Carl Röhling ; 3. Jkfr. Mathilde Henriette Röhling (zie: 18.14).

17.4 Jkr. Jobst Gottfried Röhling , geboren op 04-06-1779 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 07-06-1779 te Rendsburg, overleden op 11-03-1845 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 19-03-1845 te Svendborg, Denemarken. Zoon van Johann Peter Ludewig Röhling en Anna Brigitta Lorentzen (zie: 16.4). Gehuwd op 12-01-1809 te Svendborg met Else Catharina von der Lühe Pe- tersen , geboren op 03-04-1781 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 06-04-1781 te Svend- borg, overleden op 22-03-1849 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 30-03-1849 te Svend- borg. Dochter van Andreas August von der Lühe Petersen en Egidia Pedersdatter Schade .

Jobst is de stamvader van de Deense tak van de familie Röhling. Hij verhuisde van Rendsburg naar het nabijgelegen Svendborg. In het trouwboek stond vermeld: “Anno 1809 d. 4de Januarii meldte sig Ungkarl og Bagermester her i Byen Jobst Gottfried Röhling at vilde ægtevies til Pigen Else Catharine Peters. For Hjemmevielse fremlagtes Vielsesbrev af dato 30te Nov. 1808. At i øvrigt intet I nogen Henseende Slægtskab eller Svogerskab betreffende eller andre Ting stridende mod de Kongl. Love og Anordninger kan forhindre dette Ægteskab, derfore indestaae Undertegnede Forlovere. Johan Andreas Petersen, P.A.Pedersen. Vielsen blev fuldbyrdet d. 12. Januarii 1809.” Op 19-09-1812 kocht Jobst in Svendborg onroerend goed uit een faillissement van een bakker en startte een succesvol bakkersbedrijf. Nakomelingen zijn hier nog altijd gevestigd en actief als bakkers. Op de grafsteen van Jobst staat vermeld: “Tro du har virket for Dine, og gavnet, Dem alle med elskende Sind, Begrædt og smertelig savnet Gik du til det Evige ind. Men hvad end Døden har Skildt for en Tid, Forener den atter engang saa blid!”

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Anna Birgithe Rehling , geboren op 30-07-1809 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 04-08-1809 te Svendborg, overleden op 14-03-1865 te Svendborg, Evangelisch- Luthers begraven op 28-03-1865 te Svendborg; 2. Jkr. Andreas August von der Lyhe Rehling (zie: 18.15); 3. Jkr. Johan Peter Ludvig Rehling (zie: 18.16); 4. Jkr. Johan Georg Röhling (zie: 18.17); 5. Jkr. Jobst Gottfred Rehling , geboren op 23-12-1816 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 01-01-1817 te Svendborg, overleden op 29-12-1817 te Svendborg, Evangelisch- Luthers begraven op 02-01-1818 te Svendborg; 6. Jkr. Jobst Gottfried Röhling (zie: 18.18); 7. Jkr. Edigens Carl Frederik Röhling , geboren op 03-12-1821 te Svendborg, Evangelisch- Luthers gedoopt op 09-12-1821 te Svendborg, overleden op 16-05-1910 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 19-05-1910 te Svendborg.

17.5 Jkfr. Clara Margaretha Röhling , geboren op 06-04-1779 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers ge- doopt op 09-04-1779 te St.Marien (getuigen: Clara Catharina Horst, Monsr. Jürgen Gottfried Röhling, Engborg Jensen), overleden op 10-05-1827 te Rendsburg, begraven op het kerkhof ten noorden van de Marienkirche. Dochter van Johann Georg Röhling en Margaretha Elsabe Wohlhat (zie: 16.5). Gehuwd op 20-05-1815 te Rendsburg met Rtm. Christian Ludwig von Späth , commandant van een regiment huzaren, geboren op 03-05-1775 te Kopenhagen, Evangelisch-Luthers gedoopt op 06-05-1775 te Al- tona (getuige: koning Christian VII van Denemarken), overleden op 18-12-1853 te Ottensen. Zoon van Oberst. Johan Jacob von Späth en Sophie Mariane von Brocker . Het huwelijk bleef kinderloos.

Christian werd op 04-06-1783 benoemd tot Kornet in het 1 e Huzarenregiment. Prm Lt. Op 21-05- 1790, Rittmeister op 31-05-1797, Obristleutnant en commandant van het regiment huzaren te Kopen-

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info hagen op 01-02-1816 en Oberst vanaf 25-03-1826. Christian nam deel aan de Slag bij Sehested op 10- 12-1813 tussen Denemarken en Zweden en werd aansluitend in Rendsburg gestationeerd waar hij Clara ontmoette. Voor zijn inzet werd hij onderscheiden als Ridder in de orde van de Dannebrog.

17.6 Jkfr. Anna Elsabe Therese Röhling , overleden ná 27-12-1837. Dochter van Johan Hinrich Röhling en Catharina Elisabeth Petersen (zie: 16.6).Gehuwd met Joseph Anselm Ludwig Pallicia .

17.7 Jkfr. Margaretha Dorothea Henriette Röhling , geboren in circa 1785, overleden ná 27-12-1837. Dochter van Johan Hinrich Röhling en Catharina Elisabeth Petersen (zie: 16.6). Gehuwd op 29-05- 1824 te Rendsburg met Carl Adolph Christian Petersen , geboren in circa 1794 te Kiel. Zoon van Friederich Wilhelm Petersen en Margaretha Elisabeth Wiese .

Uit dit huwelijk:

1. Clara Elisabeth Caroline Petersen , geboren op 23-06-1825 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 24-07-1825 te Rendsburg, St. Marien (getuigen: Clara Margaretha von Späth, Catharina Elisabeth Röhling og Joachim Christoph Horst).

17.8 Jkfr. Christine Johanne Henriette Röhling , geboren op 03-01-1791 te Wandsbek, Wendemuth, overleden ná 27-12-1837. Dochter van Johan Hinrich Röhling en Catharina Elisabeth Petersen (zie: 16.6). Gehuwd met een zekere Kohfahl , overleden vóór 27-12-1837.

17.9 Jkr. Johann Jochim Friederich Röhling , geboren in circa 1795, overleden ná 27-12-1837. Zoon van Johan Hinrich Röhling en Catharina Elisabeth Petersen (zie: 16.6).

17.10 Jkfr. Anna Carolina Röhling , geboren op 24-04-1797 te Wandsbek, Wendemuth, Evangelisch- Luthers gedoopt op 30-04-1797 te Wandsbek, Wendemuth, overleden op 21-09-1838 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers begraven op 25-09-1838 te Rendsburg. Dochter van Johan Hinrich Röhling en Catharina Elisabeth Petersen (zie: 16.6). Gehuwd in circa 1826 met Johann Georg Hinrich Reiff , geboren in circa 1803, overleden op 25-09-1838.

Uit dit huwelijk:

1. Clara Margrethe Reiff , geboren 01-05-1827 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt 20-05- 1827 te St. Marien (getuigen: Oberst. Christian Ludwig von Späth, Joachim Christopher Horst); 2. Julia Franziska Josephina Theresia Reiff , geboren op 25-07-1828 te Rendsburg, Evangelisch- Luthers gedoopt op 03-08-1828 te Rendsburg, St. Marien (getuigen: Joseph Anselm Ludwig Pellivia, Anna Elisabeth Therese Pellivia, Julie Fried. Ernest. Pellivia allen uit Berlijn); 3. Carl Marcus Georg Reiff , geboren 29-07-1830 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt 29- 08-1830 te St. Marien (getuigen: Margaretha Dorothea Petersen, Carl Adolp Christian Petersen); 4. Elise Johanne Mathilde Reiff , geboren op 18-06-1832 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 22-07-1832 te Rendsburg, St. Marien (getuigen: Købmand Johann Friedrich Seyer, Catharina Elisabeth Röhling, Mathilde Henriette Röhling uit Norburg); 5. Maria Friedericia Jacobine Reiff , geboren op 08-07-1835 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 16-08-1838 te Rendsburg, St. Marien (getuigen: Maria Magdalena Johanna Rohwer, Dorothea Maria Friederica Schulze, Detlev Jacob Heinrich Perath); 6. Bertha Johanna Dorothea Reiff , geboren 14-03-1837 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers ge- doopt 16-04-1837 te St. Marien (get: Margaretha Dorothea Petersen, Johann Gottfried Petersen).

17.11 Jkfr. Christiane Dorothea Röhling , geboren op 21-01-1775 te Neustädtel, overleden op 20-04-1830 te Oberschlema. Dochter van Johann Heinrich Röhling en Rosina Maria Frank (zie: 16.7). Gehuwd op 06-07-1800 te Neustädtel met Christian Friedrich Herchel, Obersteiger te Oberschlema, geboren op 13-04-1774 te Oberschlema, overleden op 09-04-1813 te Oberschlema. Zoon van Christoph Fried- rich Herchel , molenaar te Oberschlema.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 17.12 Jkr. David Heinrich Röhling , geboren op 24-10-1794 te Neustädtel, overleden op 14-11-1843 te Neustädtel. Zoon van Johann Heinrich Röhling en Christian Flemig (zie: 16.7). Gehuwd op 01-08- 1819 te Neustädtel met Christiane Sophie Pechstein , geboren op 12-07-1802 te Albernau, dochter van Johann Joseph Pechstein , Obersteiger te Neustädtel. David was Bürger en Bergsteiger te Neustädtel.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Christine Frederike Röhling , geboren in 1820. Gehuwd met David Heinrich Krauß ; 2. Jkfr. Christine Sophie Röhling , geboren in 1821; 3. Jkr. David Heinrich Röhling , geboren in 1823; 4. Jkr. August Wilhelm Röhling , geboren in 1824; 5. Jkr. Johann Heinrich Röhling , geboren in 1826; 6. Jkfr. Marie Therese Röhling , geboren in 1827; 7. Jkfr. Sophie Emilie Röhling , geboren in 1829; 8. Jkfr. Ernestine Sophie Röhling , geboren in 1830; 9. Jkfr. Caroline Ernestine Röhling , geboren in 1836; 10. Jkr. Karl Hermann Röhling , geboren in 1837; 11. Jkr. Julius Hermann Röhling (zie: 18.19).

17.13 Jkr. Christian Heinrich Röhling , geboren op 20-03-1771 te Schneeberg, overleden op 06-04-1847 te Schneeberg. Zoon van Zacharias Röhling en Maria Sophia Dotzauer (zie: 16.8). Gehuwd (1) op 01- 06-1802 te Schneeberg met Christiane Sophie Gamnitz , overleden op 23-12-1821 te Schneeberg. Weduwe van Christian Friedrich Rehm , docent Duits te Schneeberg. Gehuwd (2) op 18-10-1825 te Schneeberg met Wilhelmine Tischer , overleden op 12-04-1882 te Schneeberg. Dochter van Chris- tian Gottlob Tischer , mijnwerker te Schneeberg. Christian Heinrich was Stadtrichter en advocatus immatriculatus te Schneeberg.

Uit het eerste huwelijk:

1. Onbekende zoon of dochter , levenloos geboren in 1802 te Schneeberg; 2. Jkr. Heinrich Eduard Röhling (zie: 18.20); 3. Onbekende zoon of dochter , geboren in 1805 te Schneeberg.

Uit het tweede huwelijk:

4. Jkr. Heinrich Röhling , geboren in 1824 te Schneeberg, overleden in 1839; 5. Jkfr. Wilhelmine Röhling , geboren op 11-01-1826 te Schneeberg, overleden in 1848 te Schneeberg. Gehuwd te Schneeberg met Lehrer Kempf ; 6. Jkfr. Pauline Röhling , geboren 05-10-1829 Schneeberg. Geh. Dr. Tröger , arts te Bärenwalde; 7. Jkr. Gustav Röhling , geboren op 22-01-1834 te Schneeberg. Van Gustav werd aangenomen dat hij samen met zijn broer Richard in de Verenigde Staten verbleef; 8. Jkr. Richard Röhling , geboren op 12-07-1836 te Schneeberg Van Richard werd aangenomen dat hij samen met zijn broer Gustav in de Verenigde Staten verbleef.

17.14 Jkfr. Christine Sophie Röhling , geboren op 26-06-1774 te Schneeberg. Dochter van Zacharias Röhling en Maria Sophia Dotzauer (zie: 16.8). Gehuwd in 1799 te Schneeberg met Friedrich Wil- helm Legat , Knopfmachermeister te Schneeberg (Meester in het Knoopmakersgilde).

17.15 Jkfr. Sophie Friederike Röhling , geboren 02-03-1787 te Schneeberg. Dochter van Zacharias Röhling en Maria Sophia Dotzauer (zie:16.8). Gehuwd(1) met Dörfelt . Gehuwd(2) Neustädtel met Richtsteiger .

17.16 Jkr. Johann Gottfried Röhling , geboren op 09-07-1789 te Schneeberg, overleden op 12-09-1856 te Lauter, Evangelisch-Luthers begraven te Schneeberg in het familiegraf van zijn schoonouders. Zoon van Christian Gottfried Röhling en Christiane Friederike Richter (zie: 16.9). Gehuwd op 19-02-1821

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info te Schneeberg met Jkfr. Sophie Emilie Hänel von Cronenthall , geboren op 28-05-1803 te Schnee- berg, overleden op 01-01-1873 te Leipzig. Johann was Kauf- und Handelsherr te Schneeberg en vanaf 1855 eigenaar van een spinnerij te Lauter.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Friederike Emilie Röhling , geboren op 04-03-1822 te Schneeberg, overleden 08-11-1822; 2. Jkfr. Auguste Louise Röhling (zie: 18.21); 3. Jkfr. Ferdinande Louise Röhling (zie: 18.22); 4. Jkr. Johann Gottfried Oskar Röhling , geboren 06-05-1827 te Schneeberg, overl. 26-10-1834; 5. Jkfr. Emilie Therese Röhling , geboren op 06-05-1829 te Schneeberg, overleden op 06-01-1832; 6. Jkr. Gottfried Bernhard Röhling , geboren 09-12-1830, overleden 25-02-1832 te Schneeberg; 7. Jkfr. Maria Anna Röhling (zie: 18.23).

17.17 Jkfr. Johanne Friederike Röhling , geboren op 18-02-1791 te Schneeberg. Dochter van Christian Gottfried Röhling en Christiane Friederike Richter (zie: 16.9). Gehuwd in 1814 te Schwarzenberg met Heinrich Adolf Gottschald , van beroep Oberförster. Zoon van Joh. Friedrich Leopold Gott- schald , Amtsmann te Augustusburg.

17.18 Jkr. August Heinrich Röhling , geboren op 02-07-1794 te Schneeberg, overleden op 13-11-1862 te Annaberg. Zoon van Christian Gottfried Röhling en Christiane Friederike Richter (zie: 16.9). Gehuwd op 26-10-1830 te Schneeberg met Jkfr. Ferdinande Hänel von Cronenthall , geboren op 08-08-1810 te Schneeberg, overleden op 29-03-1855 te Annaberg aan Frieselfieber (koorts met uitslag).

August was sinds 1827 Seidenfabrikherr te Annaberg (Firma Thielo und Röhling) en bouwde in 1836 een nieuwe fabriek te Annaberg en was aan het begin van de 19 de eeuw een van de grootste werkge- vers van Annaberg. In 1839 en 1844 zat August in het Stadgericht van Annaberg als Gerichtsassessor.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Gottfried Heinrich Röhling (zie: 18.24); 2. Jkr. Kurt Markus Röhling (zie: 18.25); 3. Jkr. Bernhard Röhling , apotheker te Dresden, geboren op 22-08-1838 te Annaberg, overleden op 05-05-1892 te Dresden. Hij bleef ongehuwd; 4. Jkr. Albert Georg Röhling (zie: 18.26).

17.19 Jkr. Carl August Röhling , geboren op 06-05-1796 te Schneeberg, overleden op 05-04-1852 te Anna- berg aan Schlagfluß (hersenbloeding). Zoon van Christian Gottfried Röhling en Christiane Friederike Richter (zie: 16.9). Gehuwd op Dom. XXII p. trin. 1819 (22-11-1819) te Annaberg met Christiane Wilhelmine Freytag uit de Hüttenmühle bij Annaberg, geboren op 06-05-1801 te Frohnau, overleden op 16-08-1866 te Annaberg. Dochter van Christian Friedrich Freytag , Bäckermeister en pachter van de kurfürstl. Mühle en de Ratsmühle, en Johanna Konkordia Fischer . Christiane was geschei- den van Kaufherrn Carl Gottlob Thierfelder .

Carl was Kaufmann en Kramermeister (winkeliersgildemeester) te Annaberg. Christiane kocht op 02- 03-1829 het goed Frohnau Nr. 30 voor 2000 rl., wat zij op 20-04-1851 verkocht voor 3200 rl. Carl kocht in 1845 van Johann Zimmermann een huis te Olbernau, met watervoorziening, schuur, vijver en tuin en verkocht dit in 1847 voor 1025 Thaler aan Frau Amalie Louise Kaufmann (geb. Kranfeld).

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Friedrich Markus Röhling (zie: 18.27); 2. Jkfr. Anne Rosalie Röhling (zie: 18.28); 3. Jkr. Carl Otto Röhling (zie: 18.29).

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 18.1 Jkr. Gerhard Berend Roling , Rooms-Katholiek gedoopt op 18-10-1775 te Thuine, graafschap Lingen (getuige: Gerardus Rolink). In het doopboek werd hij omschreven als Gerardus Bernardus Rolink. Zoon van Henricus Röling en Anna Adelheid Wessman(n) (zie: 17.1). Gehuwd op 17-03- 1801 te Thuine, Graafschap Lingen met Euphemia Maria Klasemans .

18.2 Jkr. Herman Hendrik (Hendrik) Rö(h)ling , Rooms-Katholiek gedoopt op 15-08-1777 te Thuine, graafschap Lingen (getuige: Hermannus Henricus Wess[mann], zijn oom van moederszijde), over- leden op 09-04-1855 te Kethel en Spaland. Zoon van Henricus Röling en Anna Adelheid Wessman(n) (zie: 17.1). Gehuwd op 27-05-1810 te Kethel en Spaland met Jacoba Schenkeveld , geboren op 09- 03-1777 te Hof van Delft, Rooms-Katholiek gedoopt op 10-03-1777 te Hof van Delft, overleden op 24-12-1850 te Kethel en Spaland. Dochter van Adrianus Schenkeveld en Jannetje van Duikeren . Jacoba was eerder gehuwd op 14-06-1801 te Schipluiden (ondertrouw op 30-05-1801 te Kethel en Spaland) met Arent Thomas de Vette , Rooms-Katholiek gedoopt op 29-11-1758 te Kethel en Spa- land, overleden op 20-09-1808 te Kethel en Spaland. Arent was op 27-04-1783 gehuwd met Crijntje Cornelisse Ham , afkomstig van de Babberspolder, geboren op 16-07-1752 te Overschie, Rooms- Katholiek gedoopt op 16-07-1752 te Kethel en Spaland, overleden op 18-11-1799 te Kethel en Spa- land. Dochter van Cornelis Ham en Neeltje van Rijt . Uit alle drie de huwelijken vijf kinderen.

Hendrik werd gedoopt als Johannes Henricus Rolink en vernoemd naar zijn vader en grootvader van moederszijde. Begin 19 de eeuw kwam Hendrik samen met zijn broer Dirk naar het Koninkrijk Hol- land. Hendrik werd hiermee de stamvader van de Hollandse of Kethelse tak van de familie Röhling. Het is aannemelijk dat zij samen als Hollandgangers naar het “steinreicke” Holland gingen en zich hier uiteindelijk permanent gevestigd hebben. Duitse seizoensarbeiders (voornamelijk uit Westfalen en het Graafschap Lingen in de 17 de tot en met de 19 de eeuw) gingen in de zomer te voet naar Holland om op het land te werken. Velen kwamen hier als hannekemaaiers. Deze term (van Hanneke, Johan- nes) is ontleend aan het feit dat de maaier op St. Johannesdag (24 juni) aan het begin van de hooitijd in dienst kwam om gras te maaien. De bijnaam van de marskramers was “teuten”. Er waren nog vele andere bijnamen voor Hollandgangers, zoals: spekvreters, knoeten, potschijters, grashannesen, gras- poepen, kiepkerels, mieren, pikmaaiers, bovenlanders en mof. De bijnaam “poepen” was afgeleid van “papen”, vele Hollandgangers kwamen namelijk uit het katholieke deel van Duitsland. De slechte economische omstandigheden in het thuisland waren de directe aanleiding voor de lange tocht. Het is bekend dat Hendrik van beroep bouwman (landbouwer), bouwmeester en betaalmeester was. Het is dus mogelijk dat hij in verband met een van deze beroepen naar Holland kwam in de hoop een beter bestaan op te bouwen. In Thuine waren er immers geen gunstige vooruitzichten. Op 27-05-1810 huwde Hendrik met Jacoba Schenkeveld, weduwe van Arent Thomas de Vette, wel- ke reeds vijf kinderen uit haar huwelijk met Arent had, alsook vijf kinderen uit een eerder huwelijk van Arent. In het trouwboek werd zijn naam vermeld als Henricus Rooling. Het is goed mogelijk dat Jacoba met Hendrik huwde naar aanleiding van het overlijden van haar eerste echtgenoot. Dit was in die tijd niet vreemd. Een vrouw kon een boerenbedrijf niet alleen draaiende houden en dus was een man nodig die de belangrijkste taken op zich kon nemen. De kinderen van Arent de Vette en Crijntje Ham waren merendeel reeds volwassen en waarschijnlijk niet langer woonachtig op de boerderij. Kort na het huwelijk met Jacoba diende Hendrik een Akte van Indemniteit in bij de Rooms- Katholieke kerk te Kethel. In deze tijd leefde een niet gering deel van de bevolking permanent of tijdelijk in armoede. Zo waren er veel seizoenarbeiders, die in de zomer genoeg verdienden maar in de winter nauwelijks konden rondkomen. Ook bejaarden hadden het moeilijk. Vele instellingen zoals de diaconieën of armenkamers van de verschillende kerkelijke gemeenten en parochies, aalmoezeniers- kamers, gasthuizen en fondsen zorgden goed voor de inwoners van eigen stad of dorp. Voor personen die van elders afkomstig waren bleven de beurzen meestal gesloten. Men wilde voorkomen dat vreem- delingen ooit een beroep op steunverlening zouden doen. Daarom moesten deze in vele gevallen een bewijs overleggen van de diaconie of het gerecht van de plaats van herkomst dat deze de kosten van eventuele steunverlening zou betalen, meestal voor een bepaalde periode. Zo’n bewijs heet een akte van indemniteit. In de akte van Hendrik was het volgende opgenomen: “Op verzoek van Herman Hendrik Roling, geboren in Thüinen, om in het Koninkrijk Holland en wel onder de Ketel van Delfs- land te gaan wonen, zo word hem hiermede geattesteerd en gepermiteerd dat wanneer hij voornoemde

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Herman Hendrik Roling onverhoopt in armoeden mogt vervallen altoos vrij sta om in zijn vaderland terug te keren en na Rato van de hier voor handene armmiddelen zal bedeelt worden. Gegeven in de Mark Thüine en Lengerich de 10 e juny 1810.” De akte was getekend door Carel Brands (Maire Adju- net), Dokke Meyer (Municipaal) en Volbert Vye. De twee broers hadden zich nog geen half jaar in Nederland gevestigd of een tragisch ongeval voltrok zich. In één van Kethels oude archiefstukken valt te lezen: “Aangeving gedaan van het lijk van Dirk Roling, oud 22 jaaren, ongehuwd, overleeden 17 e dito door het vallen in het water in de Delfsche Schie langs de Jurisdictien van Kethel vloeiende, en vandaar gebracht ten huijze van desselfs broeder Hendrik Roling, woonende binnen den Ambachten Kethel vanwaar hij is begraaven ge- worden. ..17/18-9-1810.” Vanaf nu stond Hendrik er dus alleen voor. Het bouwland van Hendrik was gelegen aan de Harreweg. De kerk was destijds nog eigenaar van veel onroerend goed in Kethel, waarschijnlijk had ook Hendrik zijn land gepacht van de Rooms-Ka- tholieke kerk, aangezien zijn land bekend stond als de “Kerkwei van Roeling”. In het artikel “Uit de school geklapt” uit 1988 door Jaap de Raat blijkt het volgende: “In 1826 blijkt onze school aan een nodige reparatie toe te zijn. […] De schoolopziener is niet tevreden met de gang van zaken en klaagt dat het gebouw in slechte staat is, ongeschikt en te klein. Reparatie èn uitbreiding zou echter ƒ 3000,- belopen. Dat kan ons kerkelijk grauwtje niet trekken. Dus geven zij te kennen niet ongenegen te zijn de school tegen een recognitie van ƒ 50,- ‘sjaars over te dragen aan de gemeente Kethel en Spaland. Het is belend: ten noorden aan de sloot met de ‘kerkwei’ van Roeling, zuid de tuin, oost het erf van de schoenmaker Jan Kuyvenhoven en west het woonhuis van de meester. Bij nader overleg verkoopt men niet alleen de school, maar ook het woonhuis, bekend onder wijk A., no. 20, tegen een jaarlijkse vergoeding van 70 gulden, ingaand 1 januari 1828. Bij de rooms katholieken wroet dan oud zeer los. Zij zijn hun aanspraak in de Franse tijd nog niet vergeten. In navolging van het raadslid Corn. Lansbergen tekenen enkele katholieken onder reserve ‘dat vooraf moet blijken dat het complex eigendom van de Hervormde kerk is’. Om de school te kunnen vergroten koopt de gemeente 75 ellen grond gelegen tussen de school en Barend Rekman (nu kosterswoning) van Alof Wisselink (v.h. Kuyvenhoven). Daarop verrijst dan de nieuwe school tegen de oude.”

Uit het huwelijk Rö(h)ling / Schenkeveld:

1. Jkfr. Joanna Röling (zie; 19.1); 2. Jkr. Hendrik Röling (zie: 19.2); 3. Jkr. Adrianus (Ary) Röling / Rooling (zie: 19.3); 4. Jkfr. Alida Rö(h)ling , geboren op 27-11-1816 om 08.00 uur te Kethel en Spaland, overleden op 06-08-1817 om 07.30 uur te Kethel en Spaland. In de overlijdensakte werd haar naam, samen met die van haar vader, geschreven als Röhling; 5. Jkr. Theodorus (Dirk) Röling (zie: 19.4).

Uit het huwelijk de Vette / Schenkeveld:

1. Adrianus de Vette , Rooms-Katholiek gedoopt op 11-07-1802 te Kethel en Spaland, overleden op 03-03-1873 te ’s Hertogenbosch; 2. Quirinus de Vette , Rooms-Katholiek gedoopt op 07-03-1804 te Kethel en Spaland, overleden op 25-05-1866 te Mathenesse; 3. Arnoldus Arendse de Vette , Rooms-Katholiek gedoopt op 09-10-1805 te Kethel en Spaland, overleden op 29-09-1859 te Hof van Delft; 4. Johanna de Vette , Rooms-Katholiek gedoopt op 31-12-1807 te Kethel en Spaland, overleden op 26-10-1810 te Kethel en Spaland; 5. Arnolda de Vette , Rooms-Katholiek gedoopt op 08-03-1809 te Kethel en Spaland, overleden op 12-08-1859 te Oud-Mathenesse .

Uit het huwelijk de Vette / Ham:

1. Thomas de Vette , geboren in 1784 te Kethel en Spaland;

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 2. Cornelia de Vette , geboren in 1786 te Kethel en Spaland; 3. Cornelis de Vette , geboren in 1788 te Kethel en Spaland; 4. Adrianus de Vette , geboren in 1790 te Kethel en Spaland. Gehuwd met M. Arkestein ; 5. Johannes de Vette , Rooms-Katholiek gedoopt op 28-04-1796 te Kethel en Spaland.

18.3 Jkr. Joannes Bernardus (Jan Berend) Roling , Rooms-Katholiek gedoopt op 24-09-1779 te Thuine, graafschap Lingen (getuige: Bernardus Bruneman). Zoon van Henricus Röling en Anna Adelheid Wessman(n) (zie: 17.1).

18.4 Jkr. Jan Geert Röling , geboren op 16-09-1784 te Thuine, Rooms-Katholiek gedoopt op 17-09-1784 te Thuine, graafschap Lingen (getuige: Gerardus Rolink). Zoon van Henricus Röling en Anna Adel- heid Wessman(n) (zie: 17.1). Jan werd gedoopt als Joannes Gerardus Rolink.

18.5 Jkr. Dirk Albert (Dirk) Rö(h)ling , Rooms-Katholiek gedoopt op 18-11-1787 te Thuine, graafschap Lingen (getuige: Theodorus Frans), overleden op 17-09-1810 te Kethel en Spaland. Zoon van Hen- ricus Röling en Anna Adelheid Wessman(n) (zie: 17.1). Dirk werd gedoopt als Gerardus Albert.

Dirk was samen met zijn oudere broer Herman Hendrik (zie: 18.1) naar het Koninkrijk Holland ge- trokken. De twee broers hadden zich nog geen half jaar in Nederland gevestigd of Dirk kwam door verdrinking om het leven in de Delftse Schie. In één van Kethels oude archiefstukken valt te lezen: “Aangeving gedaan van het lijk van Dirk Roling, oud 22 jaaren, ongehuwd, overleeden 17e dito door het vallen in het water in de Delfsche Schie langs de Jurisdictien van Kethel vloeiende, en vandaar gebracht ten huijze van desselfs broeder Hendrik Roling, woonende binnen den Ambachten Kethel vanwaar hij is begraavén geworden. ..17/18-9-1810”.

18.6 Jkr. Joannes Bernardus Rohling , Rooms-Katholiek gedoopt op 01-05-1774 te Thuine, graafschap Lingen (getuigen: Joes Rolink en Anna Catharina Geerdes), overleden op 03-08-1838 te Hollenhorst, Thuine, begraven op 06-08-1838 te Thuine. Zoon van Gerardus Rohling en Gesina Aleid Geerdes (zie: 17.2). Rooms-Katholiek gehuwd op 23-12-1800 te Thuine (getuigen: Joannes Bern Evers en Joannes Kuhl) met Susanna Catharina Kuhl , geboren in circa 1780 te Mundersum, Lingen.

Joannes was bouwman op de Hollenhorst.

18.7 Jkr. Gerardus Henricus (Gerd Henrich) Ro(h)ling , Rooms-Katholiek gedoopt op 19-10-1775 te Thuine, graafschap Lingen (getuige: Henricus Rolink), overleden op 07-03-1835 te Baccum (aan de gevolgen van pleuritis. Zoon van Gerardus Rohling en Gesina Aleid Geerdes (zie: 17.2). Gehuwd in 1805 te Baccum met Euphemia Maria Kahle (Koole, Kaale) , geboren in 1767, overleden op 22-07- 1839 te Baccum. Gerardus was Heuermann te Münnigbüren bij Baccum.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Gerhard Bernhard Rohling (zie: 19.5); 2. Jkr. Johann Wilhelm Rohling (zie: 19.6); 3. Jkr. Johannes Hermann Roling (zie: 19.7); 4. Jkfr. Maria Adelheid Rohling (zie: 19.8).

18.8 Jkfr. Gesina Rohling , Rooms-Katholiek gedoopt op 12-10-1777 te Thuine, graafschap Lingen. Dochter van Gerardus Rohling en Gesina Aleid Geerdes (zie: 17.2).

18.9 Jkr. Hermann Heinrich Rohling (Rolink) , geboren op 27-07-1780 te Thuine, graafschap Lingen (getuige: Hermann Gerdes), overleden op 15-08-1851 te Haar-Pool, Rooms-Katholiek begraven op 18-08-1851 te Wesuwe. Zoon van Gerardus Rohling en Gesina Aleid Geerdes (zie: 17.2). Gehuwd (1) op 14-04-1807 te Bokeloh (getuigen: Gerhard Rolink en Bernhard Niemann/Bierman) met Anna Maria Robben , geboren te Helte, overleden op 21-06-1814 te Helte. Gehuwd (2) op 21-07-1814 te

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Bokeloh met Maria Angela Gesina Middendorf , geboren op 02-08-1778 te Lehrte, Rooms-Katho- liek gedoopt op 02-08-1778 te Bokeloh (getuigen: Gerard Schulte, Nicolas Möllering en Henricus Grote), overleden op 16-05-1815 te Helte (overleden in het kraambed), Rooms-Katholiek begraven te Bokeloh. Dochter van Bernard Middendorf en Angela Tonnies . Gehuwd (3) op 06-06-1815 te Bo- keloh (getuigen: Bernard Robben en Anna Catharina Schlömer) met Anna Margaretha Schlömer , geboren op 23-06-1785 te Meppen, overleden op 22-07-1872 te Haar-Pool, Rooms-Katholiek begra- ven op 25-07-1872 te Wesuwe. Dochter van Johann Bernhard Schlömer en Maria Thecla Wolters .

Bij het eerste huwelijk werd vermeld dat Hermaan afkomstig was van “Ex Bakemunde” oftewel Mep- pen. Hermann was van beroep eerst Ackersmann, later Heuermann zu Helte en uiteindelijk land- eigenaar te Haar. Het gezin verhuisde vóór 1828 met acht van hun kinderen voor vijf jaar van Helte naar Haar-Pool. Pool ligt tussen Haar en de Moorkolonie Altenberge, welke vroeger bekend stond als Neudankern. Hier werd Hermann eigenaar van een hof. Het hof lag aan de weg tussen Dankern, Plün- hock en Altenberge. Vandaag de dag wordt deze weg nog altijd de “Rohlingsweg” genoemd.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkfr. Anna Adelheid Rohling , geboren op 18-02-1808 te Helte, Rooms-Katholiek gedoopt op 18-02-1808 te Bokeloh (getuigen: Maria Robben, Bernd Robben en Helena Timmer), overleden op 20-03-1808 te Helte; 2. Jkr. Gerhard Henric Rohling (zie: 19.9); 3. Jkfr. Anna Helena Rohling (zie: 19.10);

Uit het tweede huwelijk:

4. Jkfr. Maria Anna Angela Rohling (zie: 19.11).

Uit het derde huwelijk:

5. Jkr. Johann Bernhard Rohling (zie: 19.12); 6. Jkr. Johann Hermann Rohling (zie: 19.13); 7. Onbekende zoon of dochter , geboren op 01-11-1819 te Helte, overleden op 01-11-1819 te Helte, begraven op 04-11-1819 te Bokeloh; 8. Jkr. Johann Gerhard Rohling (zie: 19.14); 9. Jkr. Bernhard Heinrich Rohling (zie: 19.15); 10. Jkr. Hermann Eilard Rohling (zie: 19.16).

18.10 Jkr. Joannes Gerardus (Dirk) Rohling , geboren op 19-06-1783 te Thuine, Rooms-Katholiek gedoopt op 20-06-1783 te Thuine, graafschap Lingen (getuige: Joannes Theodorus Geerdes). Zoon van Gerardus Rohling en Gesina Aleid Geerdes (zie: 17.2).

18.11 Jkr. Gerhard Hermann (Gerardus Hermannus) Rohling , geboren op 27-08-1785, Rooms-Katho- liek gedoopt op 28-08-1785 te Thuine, graafschap Lingen (getuige: Hermanni Evers). Zoon van Ge- rardus Rohling en Gesina Aleid Geerdes (zie: 17.2). Gehuwd in circa 1810 te Thuine met Anna Angela Frenser .

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Hermann Bernhard Rohling , (zie: 19.17).

18.12 Jkr. Joannes Gerardus Rohling , geboren op 22-06-1788 te Thuine, Rooms-Katholiek gedoopt op 25- 06-1788 te Thuine, graafschap Lingen (getuige: Joannes Gerardus Gerdes). Zoon van Gerardus Roh- ling en Gesina Aleid Geerdes (zie: 17.2).

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 18.13 Jkfr. Clara Charlotte Frederikke Röhling , overleden ná 1874. Dochter van Nicolaus Heinrich Röh- ling en Anna Charlotte Amalie Dohmeier (zie: 17.3). Gehuwd op 27-04-1841 te Ullerup met Johan Heinrich Jürgensen , geboren op 09-04-1813, overleden in 1893.

Uit dit huwelijk:

1. Johan Heinrich Jürgensen , geboren op 21-01-1842 te Sindal, Evangelisch-Luthers gedoopt op 22-03-1842 te Sindal, overleden op 03-10-1919. Gehuwd met Dorthea Mathilde Krause . Samen kregen zij zeven kinderen. Hun zes nog in leven zijnde kinderen veranderden op 05-02-1906 bij Koninklijk Besluit hun naam in Røhling; 2. Karl Bendix Jürgensen , geboren op 01-01-1846 te Karup, Evangelisch-Luthers gedoopt op 22- 03-1846 te Karup. Gehuwd met Christine Caroline Christensen ; 3. Clara Marie Mathilde Jürgensen , geboren op 12-06-1848 te Karup, Evangelisch-Luthers gedoopt op 15-08-1848 te Karup.

18.14 Jkfr. Mathilde Henriette Röhling , geboren in circa 1805 te Nordborg, overleden op 14-11-1874 te Menhave. Dochter van Nicolaus Heinrich Röhling en Anna Charlotte Amalie Dohmeier (zie: 17.3). Gehuwd in circa 1835 te Plön met Johann Friedrich Koops , geboren in circa 1811 te Plön.

Uit dit huwelijk:

1. Heinrich Koops , geboren in circa 1836 te Plön; 2. Eduard Koops , geboren in circa 1837 te Plön; 3. Carl Koops , geboren in circa 1841 te Plön; 4. Caroline Mathilde Johanne Dorthea Koops , geboren in circa 1844 te Plön. Gehuwd op 20-03- 1868 te Volstrup met Oscar Nyholm , begraven op 10-02-1902; 5. Helene Koops , geboren in circa 1848 te Plön.

18.15 Jkr. Andreas August von der Lyhe Rehling , geboren op 30-08-1811 te Svendborg, Evangelisch- Luthers gedoopt op 01-09-1811 te Svendborg, belijdenis op 04-03-1827 te Svendborg, overleden op 20-12-1854 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 28-12-1854 te Svendborg. Zoon van Jobst Gottfried Röhling en Else Catharina von der Lühe Petersen (zie: 17.4). Gehuwd op 30-01-1934 te Svendborg met Birte Marie Mortensen (Martensen) , geboren op 19-03-1802 te Svendborg, over- leden op 15-08-1876 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 18-08-1876 te Svendborg. Dochter van Ernst Wilhelm Mortensen en Sidsel Marie Pedersdatter

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Cecilia Marie Röhling (zie: 19.18); 2. Jkfr. Else Cathrine Röhling (zie: 19.19); 3. Jkfr. Vilhermine Christiane Röhling , geboren op 03-09-1838 te Svendborg, Evangelisch- Luthers gedoopt op 07-10-1838 te Svendborg, overleden op 01-03-1839 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 11-03-1839 te Svendborg; 4. Jkfr. Anna Christine Röhling (zie: 19.20); 5. Jkr. Ernst Vilhelm Röhling , geboren op 07-10-1839 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 27-10-1839 te Svendborg, overleden op 01-02-1840 te Svendborg, Evangelisch- Luthers begraven op 08-02-1840 te Svendborg; 6. Jkr. Jobst Gottfried Röhling , geboren op 16-06-1841 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 11-07-1841 te Svendborg, overleden op 20-04-1860 te Svendborg, Evangelisch- Luthers begraven op 27-04-1860 te Svendborg; 7. Jkfr. Andrea Birgitte Röhling , geboren op 03-07-1845 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 05-07-1845 te Svendborg, overleden op 05-07-1845 te Svendborg, Evangelisch- Luthers begraven op 09-07-1845 te Svendborg.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 18.16 Jkr. Johan Peter Ludvig Rehling , geboren op 18-03-1813 te Svendborg, Evangelisch-Luthers ge- doopt op 21-03-1813 te Svendborg, belijdenis op 01-03-1829 te Svendborg, overleden op 26-11-1891 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 30-11-1891 te Svendborg. Zoon van Jobst Gottfried Röhling en Else Catharina von der Lühe Petersen (zie: 17.4). Gehuwd 06-10-1843 te Svendborg met Cecilie Marie Thomsen , geboren op 20-09-1819 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 26- 09-1819 te Svendborg, overleden op 31-01-1909 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 05- 02-1909 te Svendborg. Dochter van Jens Lauritzen Thomsen en Anne Margrethe Schröder .

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Anne Margrethe Röhling (zie: 19.21); 2. Jkr. Jobst Gotfred Röhling , geboren op 27-05-1845 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 08-06-1845 te Svendborg, overleden op 22-05-1846 te Svendborg, Evangelisch- Luthers begraven op 28-05-1846 te Svendborg; 3. Jkfr. Else Kathrine Röhling , geboren op 01-01-1847 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 10-01-1847 te Svendborg, overleden op 05-05-1847 te Svendborg, Evangelisch- Luthers begraven op 11-05-1847 te Svendborg; 4. Jkr. Jens Lauritzen Röhling (zie: 19.22); 5. Jkfr. Else Kathrine Röhling (zie: 19.23); 6. Jkr. Jobst Gotfred Röhling (zie: 19.24); 7. Jkfr. Johanne Cecilie Röhling (zie: 19.25); 8. Jkfr. Anna Birgitha Röhling (zie: 19.26); 9. Onbekende zoon of dochter , geboren op 14-02-1856 te Svendborg, overleden op 01-04-1856 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 08-04-1856 te Svendborg; 10. Jkr. Andreas August von der Lühe Röhling , geboren op 24-01-1857 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 29-03-1857 te Svendborg, overleden op 22-05-1857 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 27-05-1857 te Svendborg.

18.17 Jkr. Johan Georg Röhling , geboren op 06-05-1815 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 15-05-1815 te Svendborg, belijdenis op 07-05-1830 te Svendborg, overleden ná 1874 te Cincinnati, Ohio, Verenigde Staten. Zoon van Jobst Gottfried Röhling en Else Catharina von der Lühe Petersen (zie: 17.4). Gehuwd (1) met een onbekende vrouw. Gehuwd (2) met een onbekende vrouw.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkr. Gotfred Röhling ; 2. Jkfr. Kathrine Röhling .

Uit het tweede huwelijk:

3. Jkr. Carl Röhling .

18.18 Jkr. Jobst Gottfried Röhling , geboren op 13-04-1820 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 16-04-1820 te Svendborg (getuigen: Anne Marie Harding, Christine Petersen, Peter Bang, Christi- ane Hansen Møller en Michel Hai), belijdenis op 08-02-1835, overleden op 09-07-1901 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 14-07-1901 te Svendborg. Zoon van Jobst Gottfried Röhling en Else Catharina von der Lühe Petersen (zie: 17.4). Gehuwd op 29-05-1850 te Svendborg met Gjertrud Marie Brandt , geboren op 13-04-1817 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 15-04-1817 te Svendborg, overleden op 20-10-1885 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 26-10-1885 te Svendborg. Dochter van Laurits Jensen Mogensen Brandt en Anna Nicoline Kampmann Jørgensen .

Jobst was evenals zijn vader bakker te Svendborg.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Jobst Gotfred Röhling , geboren op 30-03-1851 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 12-05-1851 te Svendborg, overleden op 02-06-1860 te Svendborg, Evangelisch- Luthers begraven op 06-06-1860 te Svendborg; 2. Jkfr. Else Cathrine Röhling (zie: 19.27); 3. Jkr. Laurits Brandt Röhling (zie: 19.28); 4. Jkfr. Nicoline Henriette Kampmann Röhling , geboren op 06-12-1854 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 07-01-1855 te Svendborg, overleden op 18-04-1943 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 23-04-1943 te Svendborg; 5. Jkr. Andreas August Röhling (zie: 19.29).

18.19 Jkr. Julius Hermann Röhling , geboren in 1839 te Neustädtel bij Schneeberg. Zoon van David Heinrich Röhling en Christiane Sophie Pechstein (zie: 17.12). Gehuwd met Wilhelmine Frederike Lange . Julius Hermann was van beroep Bergzimmerling. Een Bergzimmerling voerde het nodige werk uit om een mijnschacht in goede staat te houden.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Julius Max Röhling (zie: 19.30); 2. Jkr. Ernst Hermann Röhling ; 3. Jkr. Paul Arno Röhling ; 4. Jkfr. Erna Ella Röhling , geboren 30-07-????; 5. Jkr. Otto Emil Röhling (zie: 19.31); 6. Jkr. Richard Kurt Röhling , geboren 01-01-????.

18.20 Jkr. Heinrich Eduard Röhling , geboren op 15-12-1803 te Schneeberg, overleden op 16-02-1861 te Neustädtel. Zoon van Christian Heinrich Röhling en Christiane Sophie Gamnitz (zie: 17.13). Gehuwd (1) op 20-04-1831 te Freiberg met Christiane Dorothea Hammer . Gehuwd (2) op 03-04-1836 met Friederike Louise Weihgang , geboren op 13-04-1810 te Meißen, overleden op 03-10-1883 te Neu- städtel. Dochter van Josef Friedrich Weihgang . Josef Friedrich was kleinuhrmacher (horlogemaker).

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkfr. Anna Aurelie Röhling (zie: 19.32); 2. Jkr. Eduard Oswald Röhling (zie: 19.33).

Uit het tweede huwelijk:

3. Jkr. Hermann Eduard Röhling (zie: 19.34); 4. Jkfr. Antonie Louise Röhling (zie: 19.35); 5. Jkfr. Auguste Henriette Röhling (zie: 19.36); 6. Jkfr. Klara Amalie Röhling (zie: 19.37); 7. Jkr. Paul Röhling (zie: 19.38); 8. Jkfr. Anna nathalie Röhling (zie: 19.39); 9. Jkr. Otto Markus Röhling (zie: 19.40); 10. Jkr. Carl Richard Röhling , jong overleden; 11. Jkfr. Rosalie Wilhelmine Röhling , jong overleden.

18.21 Jkfr. Auguste Louise Röhling , geboren op 12-05-1824 te Schneeberg. Dochter van Johann Gottfried Röhling en Sophie Emilie Hänel von Cronenthall (zie: 17.16). Gehuwd op 11-08-1846 te Schneeberg met Camillo Otto Gottschald , geboren op 24-07-1818 te Lauter, overleden op 16-09-1871 te Golzern. Camillo Otto was Kaufmann te Leipzig en eigenaar van een Golzermühle te Grimma, een fabriek- complex, ontstaan uit een Wassermühle (watermolen) waar onder andere papier werd geproduceerd.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 18.22 Jkfr. Ferdinande Louise Röhling , geboren op 02-10-1825 te Schneeberg, overleden op 05-05-1908 te Leipzig. Dochter van Johann Gottfried Röhling en Sophie Emilie Hänel von Cronenthall (zie: 17.16). Gehuwd op 18-11-1850 te Schneeberg met Gottlieb Adolf Schroeder , Kaufmann te Leipzig, geboren op 05-03-1818, overleden op 06-11-1876. Zoon van Christoph Martin Schroeder en Jo- hanne Christiane Sophie Koch .

Uit dit huwelijk:

1. Max Adolf Schroeder , geboren op 14-06-1853 te Leipzig (zie ook: 19.47); 2. Martin Schroeder , geboren op 14-04-1855; 3. Johannes Schroeder , geboren op 26-10-1869 te Leipzig.

18.23 Jkfr. Maria Anna Röhling , geboren op 24-08-1834 te Schneeberg, overleden op 06-04-1912 te Eise- nach. Dochter van Johann Gottfried Röhling en Sophie Emilie Hänel von Cronenthall (zie: 17.16). Gehuwd op 24-05-1857 met Jkr. Dipl.-Ing. Adolf Gottfried Christian von Rappard , civielingeni- eur te Erla, geboren op 30-07-1826 te Königsborn, overleden op 29-10-1889 te Aplerbeck (Dortmund). Zoon van Hptm. Jkr. Friedrich Wilhelm Franz von Rappard , beheerder zoutmijnen te Königsborn zoals overeengekomen toen zijn vader deze aan de staat verkocht, en Charlotte Caroline Werneburg .

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Kurt Friedrich Adolf von Rappard , apotheker en Königliche Sächsische Hofrat, geboren op 07-09-1858, overleden op 02-12-1942 te Leipzig (auto-ongeluk). Gehuwd op 29-11-1916 met Anna Finsterwalder , geboren op 02-09-1866, overleden op 26-01-1944 (bombardement). Het gezin had 1 geadopteerde dochter (een nichtje); 2. Jkfr. Elsa Anna von Rappard , geboren op 01-03-1860, overleden in 1936; 3. Jkfr. Klara Charlotte von Rappard , geboren op 15-01-1862, overleden op 07-1952 te Leipzig. Gehuwd op 11-07-1889 met Martin Bernhard Schroeder , overleden op 06-11-1936 te Eisenach; 4. Jkr. Otto Theodor Gustav von Rappard , directeur ijzergieterij in Dalmine, Italië, geboren op 26-11-1863 te Aplerbeck (Dortmund), Evangelisch-Luthers gedoopt op 12-01-1864 te Aplerbeck, overleden 07-01-1952 te Glan-Münchweiler, Pfalz. Gehuwd op 07-09-1897 te Oberhausen met Martha Schilling , geboren op 08-08-1876 te Oberhausen, overleden op 08-02-1951 te Glan- Münchweiler. Dochter van Alfred Schilling (Hüttendirecteur) en Hermine Seekopf . Het gezin kreeg 3 zonen en 1 dochter; 5. Maj. Jkr. Emil Adolf Friedrich von Rappard , geboren op 26-11-1863 te Aplerbeck, sneuvelde op 25-09-1914 te Sandfontein, Namibië, als majoor wachttroepen in Duits Zuidwest Afrika; 6. Jkr. Dipl.-Ing. Georg Maria von Rappard , geboren op 29-08-1867 te Dortmund, overleden op 16-12-1942 te Saarbrücken. Gehuwd op 07-09-1904 met Marie Schweckendieck , geboren op 18-01-1882 te Hannover, overleden op 16-08-1931; 7. Jkr. Paul Louis von Rappard , geboren 03-02-1869 Dortmund, overleden 13-06-1874 Dortmund; 8. Jkfr. Helene Emma von Rappard , geboren op 03-02-1871 te Dortmund, overleden op 12-1946. Gehuwd op 11-08-1894 met Jkr. Ernst Emil von Bauer .

18.24 Jkr. Gottfried Heinrich Röhling , geboren op 29-08-1831 te Annaberg, overleden op 10-10-1892 te Dresden. Zoon van August Heinrich Röhling en Ferdinande Hänel von Cronenthall (zie: 17.18). Gehuwd op 02-09-1862 te Chemnitz met Wilhelmine Johanne Lachmann , geboren op 24-09-1842 te Chemnitz, overleden op 20-08-1913 te Emden. Gottfried nam met zijn neef Rudolf Hänel von Cronenthall de Seidenwarenfabrikgeschäft van zijn vader over en veranderde de naam in Röhling, Hänel & Co. In 1870 vond een reorganisatie plaats. In 1878 werd het bedrijf opgeheven.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Johanne Gabriele Röhling (zie: 19.41); 2. Jkr. Gottfried Carl Heinrich Röhling (zie: 19.42).

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 18.25 Jkr. Dr. med. Kurt Markus Röhling , geboren op 02-07-1836 te Annaberg. Overleden op 13-01- 1875. Zoon van August Heinrich Röhling en Ferdinande Hänel von Cronenthall (zie: 17.18). Kurt was arts te Oberwiesenthal. Hij bleef ongehuwd en vergiftigde zichzelf op 60 jarige leeftijd.

18.26 Uffz. Jkr. Albert Georg Röhling , geboren op 10-10-1846 te Annaberg, overleden op 29-09-1899 in een sanatorium nabij Milwaukee in de V.S. Zoon van August Heinrich Röhling en Ferdinande Hänel von Cronenthall (zie: 17.18). Gehuwd (1) in 1878 te Chicago met Alma Ewers , overleden na één jaar huwelijk. Gehuwd (2) op 29-05-1886 met Julia Toser , geboren op 03-09-1864 te Milwaukee.

Albert was leerling koopman te Dresden. In 1867 ging hij in militaire dienst als Einjährig-Freiwilliger en werd tegen het einde bevorderd tot Unteroffizier (Uffz.). In Pruisen was dit mogelijk sinds 1813 in plaats van de gebruikelijke twee of drie jaar. In 1868 vertrok Albert naar de Verenigde Staten en vestigde zich te Bristol, New York, Philadelphia en Chicago. In Chicago werkte hij in een speel- warenwinkel, later in een sigaren- en tabakswinkel en groothandel waar hij aandeelhouder van werd.

Uit het tweede huwelijk:

1. Jkr. Hermann Röhling (zie: 19.43); 2. Jkr. Otto Carl Röhling (zie: 19.44).

18.27 Jkr. Friedrich Markus Röhling , geboren op 02-09-1820 te Annaberg. Zoon van Carl August Röh- ling en Christiane Wilhelmine Freytag (zie: 17.19). Friedrich was reeds 2¾ jaar leerling bij bankier Thieme te Leipzig toen hij plots dienst nam in de Leib-Infanterie-Regt. te Dresden. Van 06-09-1842 tot 20-07-1843 was hij geïnterneerd als Imbeciller in de degenerativer basis. Van 18-01-1846 tot 24- 02-1847 was hij opgenomen in Schloss Sonnenstein bij Pirna, een inrichting voor krankzinnigen (een term voor onder andere psychiatrische ziektebeelden). Friedrich ging op 01-11-1848 zes jaar bij het Hollandse Koloniale leger en werd voor het laatst gezien op 25-01-1851 te Lesperance bij Paramaribo.

18.28 Jkfr. Anne Rosalie Röhling , geboren op 14-12-1822 te Annaberg. Dochter van Carl August Röhling en Christiane Wilhelmine Freytag (zie: 17.19). Gehuwd op 15-08-1841 te Annaberg met Carl Friedrich Alexander Föhr , Kaufmann te Annaberg.

18.29 Jkr. Carl Otto Röhling , geboren op 23-05-1827 te Annaberg, overleden op 20-12-1901 te Leipzig. Zoon van Carl August Röhling en Christiane Wilhelmine Freytag (zie: 17.19). Gehuwd (1) op 28-06- 1854 met Franziska Angelika Dürr , geboren op 21-10-1833 te Leipzig, overleden op 09-04-1913 te Dresden. Dochter van Friedrich Dürr (huisbezitter te Leipzig). Gescheiden vóór 30-01-1865 (op deze datum huwde Franziska Angelika met Hermann Schäck, Kaiserliches und Königlich Major te Graz). Gehuwd (2) op 06-03-1864 te Leipzig met Caroline Auguste Johanna Heubel , geboren op 09-04-1844 te Schwarzenburg, overleden op 10-02-1908 te Leipzig. Dochter van boekhandelaar Ludwig Carl Heubel en Adelaide Elisabeth Matthaei . Carl ging in de leer bij Joh. George Schmidt te Leipzig. Vestigde aldaar op 01-01-1851 de Spitzen- und Weißwarenfirma Werner & Roehling. Op 15-11-1878 trok hij zich terug vanwege zijn gezondheid.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkr. Otto Alfred Röhling (zie: 19.45); 2. Jkfr. Therese Angelika Johanna Röhling (zie: 19.46); 3. Jkfr. Marie Wilhelmine Helene Röhling (zie: 19.47).

Uit het tweede huwelijk:

4. Jkfr. Adele Julie Elisabeth Röhling (zie: 19.48); 5. Jkr. Karl Heinrich Röhling (zie: 19.49); 6. Jkr. Ernst Alexander Röhling (zie: 19.50).

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 19.1 Jkfr. Joanna Röling / Rooling , Rooms-Katholiek gedoopt op 09-12-1811 te Kethel en Spaland (getuigen: Leonardus Schenkeveld en Catharina Verheul). Dochter van Herman Hendrik Röling en Jacoba Schenkeveld (zie: 18.2). Gehuwd (1) op 22-04-1842 te Kethel en Spaland met Leonardus Overgaag , geboren op 26-11-1811 te Delfshaven, overleden op 02-06-1842 te Rotterdam. Zoon van Joannes (Jan) Overgaag , bouwman, en Cornelia (Keetje) Romeijn (Romijn). Gehuwd (2) op 27- 07-1844 te Overschie met Arnoldus van Nierop , geboren in circa 1803 te Delfshaven. Zoon van Johannes van Nierop en Cornelia Kramer . Arnoldus was weduwnaar van Maria de Hoog .

Leonardus was van beroep bouwman te Delfshaven. Hij was echter woonachtig te Kethel. Joanna werd gedoopt als Rooling. Hierbij werd haar vader’s naam vermeld als Henrick Rooling.

Uit dit huwelijk:

1. Cornelis Overgaag , geboren op 11-02-1843 te Rotterdam, overleden op 26-04-1843 te Rotterdam.

19.2 Jkr. Hendrik Röling , geboren op 08-06-1813 om 13.00 uur te Kethel en Spaland, overleden op 01- 10-1863 te Schipluiden. Zoon van Herman Hendrik Röling en Jacoba Schenkeveld (zie: 18.2). Gehuwd (1) op 28-04-1843 te Kethel en Spaland met Johanna Catharina van Duikeren , geboren op 27-10-1818 te Kethel en Spaland, overleden op 28-04-1847 te Kethel en Spaland. Dochter van Leen- dert van Duikeren en Adriana Lansbergen . Gehuwd (2) op 14-09-1848 te Hof van Delft met Cor- nelia Langelaan , geboren op 23-05-1824 te Abtsrecht, overleden op 27-03-1875 te Hof van Delft. Dochter van Leendert Langelaan en Adriana Alsemgeest . Hendrik was van beroep veehouder.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkfr. Adriana Röling / Roeling (zie: 20.1); 2. Jkfr. Jacoba Röling / Roeling (zie: 20.2); 3. Jkr. Leonardus Röling / Roeling (zie: 20.3);

Uit het tweede huwelijk:

4. Jkfr. Johanna Röling / Roeling (zie: 20.4); 5. Jkr. Leonardus (Leendert) Röling / Roeling (zie: 20.5); 6. Jkr. Hendrik Röling , geboren op 26-06-1851 te Hof van Delft, overleden op 11-07-1851 te Hof van Delft; 7. Jkr. Adrianus Röling , geboren op 15-07-1852 te hof van Delft, overleden op 04-08-1852 te Hof van Delft; 8. Jkr. Henricus Röling , geboren op 30-01-1855 te Hof van Delft, overleden op 15-01-1857 te Hof van Delft; 9. Jkr. Adrianus Röling , geboren op 21-07-1856 te Hof van Delft, overleden op 01-10-1856 te Hof van Delft; 10. Jkfr. Mathilda Röling , geboren op 01-11-1858 te Hof van Delft, overleden op 23-02-1859; 11. Jkfr. Maria Röling , geboren op 18-08-1960 te Hof van Delft, overleden op 30-10-1860 te Hof van Delft; 12. Jkr. Hendrik Röling , geboren 11-10-1861 te Vrijenban, overleden op 20-12-1861 te Vrijenban; 13. Jkr. Hendrik Röling , geboren op 23-11-1862 te Vrijenban.

19.3 Jkr. Adrianus (Arie) Röling / Rooling , geboren op 27-05-1815 om 04.00 uur te Kethel en Spaland, overleden op 14-09-1900 te Overschie. Zoon van Herman Hendrik Röling en Jacoba Schenkeveld (zie: 18.2). Gehuwd op 27-07-1844 te Overschie met Geertruida (Geertje) Suijker , geboren 23-09- 1818 te Vrijenban, overleden op 04-03-1886 te Overschie. Dochter van Leendert Suijker en Maria Ham .

Adrianus was van beroep bouwman te Overschie en woonachtig in Wijk Zes nummer 2A.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Op 31-01-1883 was Arie samen met zijn vrouw getuige bij de Rooms-Katholieke doop te Zoetermeer van Leonardus Adrianus van den Berg, zoon van Jacobus van den Berg en Petronella Brouwer.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Hendrik Rooling (zie: 20.6); 2. Jkfr. Maria Rooling (zie: 20.7); 3. Jkfr. Jacoba Rooling (zie: 20.8); 4. Jkr. Leonardus Rooling (zie: 20.9); 5. Jkr. Johannes Rooling (zie: 20.10); 6. Jkfr. Geertruijda Rooling (zie: 20.11); 7. Jkfr. Adriana Johanna Rooling , geboren op 22-12-1856 te Overschie, overleden op 12-12-1860 te Overschie; 8. Jkfr. Magdalena Maria (Lena) Rooling (zie: 20.12).

19.4 Jkr. Theodorus (Dirk) Röling / Roeling , geboren op 03-11-1818 om 21.00 uur te Kethel en Spaland, overleden op 28-12-1894 om 08.00 uur te Kethel en Spaland (wijk A nummer 8). Zoon van Herman Hendrik Röling en Jacoba Schenkeveld (zie: 18.2). Gehuwd op 30-04-1847 te Zouteveen met Cor- nelia Stolk , geboren op 03-09-1814 te Zouteveen, overleden op 16-04-1886 om 20.00 uur te Kethel en Spaland. Dochter van Martinus Cornelis (Maarten) Stolk en Maria (Marijtje) van Haastrecht .

Dirk werd vernoemd naar zijn verdronken oom Dirk Albert (zie: 18.5) en was net als zijn vader vee- houder te Kethel. Tijdens de geboorte van Martinus woonde het gezin in Wijk A op nummer 5. Bij de geboorte van Martinus tekende Dirk als Roeling. Slechts één jaar later tekende hij als Röling.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Maria Roeling (zie: 20.13); 2. Jkr. Hendrik Roeling (zie: 20.14); 3. Jkr. Martinus (Maarten) Roeling (zie: 20.15); 4. Jkfr. Jacoba Maria Röling , geboren op 25-03-1851 om 18.00 uur te Kethel en Spaland, overleden op 12-08-1851 om 15.00 uur te Kethel en Spaland; 5. Onbekende dochter , levenloos geboren op 27-01-1852 om 21.30 uur te Kethel en Spaland, overleden op 27-01-1852 om 21.30 uur te Kethel en Spaland; 6. Jkfr. Jacoba Röling (zie: 20.16); 7. Jkr. Leonardus Röling , geboren op 04-04-1854 om 07.30 uur te Kethel en Spaland, overleden op 07-08-1854 om 12.00 uur te Kethel en Spaland; 8. Jkr. Theodorus Röling , geboren op 28-02-1856 om 17.00 uur te Kethel en Spaland, overleden op 27-06-1856 om 13.00 uur te Kethel en Spaland; 9. Jkr. Theodorus Röling , geboren op 17-08-1857 om 21.00 uur te Kethel en Spaland, overleden op 12-09-1857 om 22.00 uur te Kethel en Spaland; 10. Jkr. Arnoldus (Arend) Röling (zie: 20.17); 11. Jkr. Theodorus Roeling , geboren op 09-05-1861 om 20.00 uur te Kethel en Spaland, overleden op 31-01-1862 om 23.00 uur te Kethel en Spaland.

19.5 Jkr. Gerhard Bernhard Rohling , geboren op 27-10-1805 te Baccum, overleden op 18-09-1862 (aan de gevolgen van waterzucht). Zoon van Gerardus Henricus Rohling en Euphemia Maria Kahle (zie: 18.7). Gehuwd op 12-04-1836 te Baccum met Margaretha Adelheid Brinker , geboren op 22-04- 1808, overleden op 25-04-1875.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Margaretha Adelheid Rohling (zie: 20.18); 2. Jkr. Gerhard Heinrich Rohling (zie: 20.19);

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 3. Jkr. Bernhard Heinrich Roling (zie: 20.20); 4. Jkfr. Maria Christina Roling (zie: 20.21); 5. Jkr. Johann Clemens Roling (zie: 20.22); 6. Jkr. Bernhard August Rohling , geboren op 03-12-1847 te Baccum; 7. Jkr. Franz Heinrich Rohling , geboren op 06-02-1852 te Baccum.

19.6 Jkr. Johann Wilhelm Ro(h)ling , geboren vóór 1808. Zoon van Gerardus Henricus Rohling en Eu- phemia Maria Kahle (zie: 18.7). Gehuwd (1) met Anna Margaretha Langen , geboren te Thuine, overleden in circa 1828. Gehuwd (2) op 29-04-1828 te Thuine met Anna Catharina Krämer , ge- boren op 15-04-1804 te Baccum, overleden ná 1859. In 1857 werd Johann vermeld als timmerman.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkr. Johann Gerhard Roling (zie: 20.23);

Uit het tweede huwelijk:

2. Jkfr. Maria Agnes Roling , geboren in 1829 te Thuine.

19.7 Jkr. Johannes Hermann Roling , geboren op 22-12-1808 te Münnigbüren, Baccum. Zoon van Gerardus Henricus Rohling en Euphemia Maria Kahle (zie: 18.7). Gehuwd op 16-12-1836 te Oud en Nieuw Mathenesse met Cornelia Franse (Franssen) , geboren op 22-09-1814 te Schiedam, overleden op 13-09-1862 te Kethel. Dochter van Hendrik Franse en Lena de Haas . Johannes was van beroep arbeider en melkschipper.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Gerardus Roling (zie: 20.24); 2. Jkfr. Cornelia Roling (zie: 20.25); 3. Jkfr. Margaretha Roling (zie: 20.26); 4. Jkr. Hendrik Roling , geboren op 04-02-1844 te Kethel, overleden op 31-01-1848 te Kethel; 5. Jkr. Johannes C. Roling , geboren op 24-05-1846 te Kethel, overleden op 07-06-1846 te Kethel; 6. Jkr. Hendrik Roling , geboren op 11-06-1848 te Kethel, overleden op 15-02-1869 te Kethel; 7. Jkfr. Cornelia Roling (zie: 20.27).

19.8 Jkfr. Maria Adelheid Rohling , geboren op 24-07-1811 te Baccum, overleden ná 1865. Dochter van Gerardus Henricus Rohling en Euphemia Maria Kahle (zie: 18.7). Gehuwd op 15-05-1832 met Jo- hann Bernhard Krieger , geboren op 19-12-1802 te Baccum, overleden op 21-11-1871.

Uit dit huwelijk:

1. Bernhard Heinrich Krieger , geboren op 30-03-1833 te Baccum, overleden op 27-09-1874. Gehuwd in 1868 met Anna Karoline Klinker . Na het overlijden van Bernhard, huwde zij op 16- 11-1875 met Johann Josef Roling (zie: 21.30); 2. Margaretha Adelheid Krieger , geboren in 1836, overleden vóór 1880; 3. Maria Anna Krieger , geboren in 1839; 4. Gerhard Bernhard Krieger , geboren op 21-01-1842. Arriveerde samen met zijn neef en nicht op 17-05-1866 in New York; 5. Gerhard Heinrich Krieger , geboren in 1846; 6. Bernhard Clemens Krieger , geboren in 1850, overleden in 1852.

19.9 Jkr. Gerhard Henric Rohling (Rolinck) , geboren op 15-02-1809 te Helte, Rooms-Katholiek gedoopt op 16-02-1809 te Bokeloh (getuigen: Adam Robben, Margret Bruns en Bernhard Stook), overleden op 22-02-1855 te Helte. Zoon van Hermann Heinrich Rohling en Anna Maria Robben (zie: 18.9).

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Gehuwd (1) op 24-11-1846 te Bokeloh met Maria Gertrud Robben , geboren op 23-03-1818 te Helte, overleden op 13-09-1851 te Helte (waarschijnlijk overleden in het kraambed). Gehuwd (2) op 27-04-1852 te Bokeloh (getuigen: Johann Bernhard Roling uit Meppen en Maria Catharina Wulf uit Schlagbrüggen) met Maria Adelheid Wulf , geboren op 19-01-1823 te Schlagbrüggen, overleden op 24-08-1853 te Helte (overleden in het kraambed). Dochter van Johann Bernard Wulf , Kötter te Schlagbrüggen, en Angela Stark (Stock) . Gehuwd (3) op 21-11-1854 te Bokeloh met Euphemia Helena Block , geboren op 19-05-1818 te Fullen. Dochter van Bernard Henric Block , Heuermann te Fullen, en Maria Anna Siegbers . Na het overlijden van Gerhard huwde Euphemia op 31-07-1855 met Johann Hermann Voss , eboren op 04-11-1828.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkr. Bernard Heinrich (Bernard) Rohling , geboren op 17-10-1847 te Helte, Rooms-Katholiek gedoopt op 18-10-1847 te Bokeloh (getuigen: Joh. Bernard Schepers, Beerbter zu Helte, Angela Brinker, Brinksitzerin an der Nöke, Meppen), overleden op 31-10-1847 te Helte; 2. Jkr. Herman Henric Rohling (zie: 20.28); 3. Jkr. Johann Bernard Heinrich Rohling (zie: 20.29);

Uit het tweede huwelijk:

4. Jkr. Bernard Hermann Rohling (zie: 20.30).

19.10 Jkfr. Anna Helena Rohling , geboren op 17-07-1811 te Helte, Rooms-Katholiek gedoopt op 17-07- 1811 te Bokeloh (getuigen: Elisabeth en Hermann Robben), overleden op 04-09-1868 te Altharen (aan de gevolgen van een ziekte aan de luchtwegen). Dochter van Hermann Heinrich Rohling en Anna Maria Robben (zie: 18.9). Gehuwd op 05-02-1839 te Wesuwe (getuigen: Albert Pötker en Joh. Bernard Brink zu Dankern) met Joseph Pötker , geboren in 1808 te Dankern, Hebel. Zoon van Ber- nard Heinrich Pötker , Ackersmann te Hebel, en Margaretha Möhlmann .

Joseph was van beroep Ackersmann te Hebel. Bij het huwelijk was Anna Ackermädchen te Haar.

19.11 Jkfr. Maria Anna Angela Rohling , geboren op 14-05-1815 te Helte, Rooms-Katholiek gedoopt op 14-05-1815 te Bokeloh (getuigen: Margaretha Robben, Eilart Robben en Gesina Stock), overleden op 14-04-1857 te Meppen – Nödike (aan de gevolgen van Pleuritis). Dochter van Hermann Heinrich Rohling en Maria Angela Gesina Middendorf (zie: 18.9). Gehuwd op 02-07-1844 te Meppen (getui- gen: Joannes Bernardus Möller, Neuwohner auf der Stadtmark b. Haselünne en Anna Margaretha Herbers uit Teglingen, dient auf dem Kollhofe) met Johann Bernhard (Franziskus) Brinker , ge- boren op 23-07-1815 te Meppen – Nödike, Rooms-Katholiek gedoopt op 24-07-1815 te Meppen (ge- tuigen: Joan Herm Temmen, Ackersmann zu Nödeke, Anna Margaretha Moss, geb. Abeln, Ackers- frau zu Bakemude). Zoon van Joannes Henricus Brinker , Ackermann zu Nödike, en Maria Elisabeth Backs .

Uit dit huwelijk:

1. Bernhard Henricus Brinker , geboren op 04-05-1846 te Meppen. Gehuwd op 27-05-1873 te Meppen met Anna Maria Lammers , geboren op 05-12-1850 te Haar; 2. Johann Bernhard Brinker , geboren op 02-09-1856 te Meppen. Gehuwd op 29-05-1882 te Meppen met Maria Helena Baans , geboren op 07-03-1858 te Wesuwe. Samen kregen zij 5 kinderen.

19.12 Jkr. Johann Bernhard (Bernhard) Rohling , geboren op 28-04-1816 te Helte, Rooms-Katholiek ge- doopt te Bokeloh (getuigen: Herm Schlömer, Maria Catharina Robben en Joh. Bernd Lampen). Zoon van Hermann Heinrich Rohling en Anna Margaretha Schlömer (zie: 18.9). Gehuwd (1) op 04-02-1845 te Meppen (getuigen: Hermann Heinrich Roling en Henrica Lünsmann) met Wilhelmine Lünsmann ,

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info geboren in september 1818 te Meppen, mogelijk overleden in 1852. Dochter van Lucas Lünsmann , Bürger en Schneider te Meppen, en Catharina Kessens . Gehuwd (2) op 23-11-1852 met Catharina Strüggemann , geboren in circa 1819, overleden in circa 1899.

Bernhard was van beroep Schneidermeister (kleermaker) te Meppen. Bernhard werd de eerste kleer- maker in Meppen die beschikte over een naaimachine. Op 14-05-1860 meldde die Zeitung: “Rohling hat eine Nähmaschine in Betrieb genommen. Dieselbe ist sehr praktisch und handlich eingerichtet... und kostete 130 Rtl franco Dortmund.” Van 1856 tot 1899 had hij zijn werkplaats direct aan de Marktplatz van Meppen in een vakwerkershuis met huisnummer 25 I (de tegenwoordige parfumerie Terbrack). Bernhard kocht tevens huisnummer 26 en vestigde zich hier met zijn gezin. De waarde van de huizen werden in 1862 bepaald op 600 en 700 Reichstaler. In juli 1864 werden beide vakwerkers- huizen gesloopt en liet Bernhard een nieuw huis bouwen met een waarde van 1400 Reichstaler. Dank- zij de naaimachine kon Bernhard veel produceren. In december 1864 nam hij dan ook een medewer- ker en drie leerlingen in dienst. De tweede echtgenote van Bernhard was van beroep Näherin.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkr. Herman Henricus Rohling (zie: 20.31).

19.13 Jkr. Johann Hermann Rohling , geboren op 21-12-1817 te Helte, Waldbröl, Rooms-Katholiek ge- doopt op 22-12-1817 te Bokeloh (getuigen: Johann Herm Robben en Catharina Schlömer), overleden op 17-12-1897 te Rich Valley Township, McLeod County, Minnesota. Zoon van Hermann Heinrich Rohling en Anna Margaretha Schlömer (zie: 18.9). Gehuwd op 30-05-1843 te Wesuwe (getuigen: Gerhard Heinrich Rohling uit Helte en B.H. Küster uit Wesuwe) met Anna Margaretha Wolbers , geboren op 02-12-1819 te Emmeln, overleden tussen 1882 en 1886 te Duitsland (volgens de bron van Henk Gebben: 16-11-1882). Dochter van Hermann Nicolaus Gerardus Wolbers , Ackersmann, en Susanna Kuper .

Johann was van beroep Ackersmann. Volgens de overleveringen van de familie Gebben vertrok Johann samen met het gezin van zijn oudste zoon in 1886 naar de Verenigde Staten en zou de bruidschat van zijn dochter Anna Helena hebben meegenomen. Als het hen goed zou gaan in Amerika, zouden zij de bruidschat terugsturen naar hun dochter. De Deutschen Auswanderer Datenbank maakt inderdaad melding van een Joh. Rohling, 68 jaar oud, Arbeiter aus Haaren, die met het schip “Ems” (kapitein Willigerod) op 22-03-1886 in New York was aangekomen.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Hermann Heinrich Rohling (zie: 20.32); 2. Jkfr. Anna Margaretha Rohling (zie: 20.33); 3. Jkr. Johann Hermann Rohling (zie: 20.34); 4. Jkfr. Susanna Maria Rohling (zie: 20.35); 5. Jkfr. Anna Gesina Rohling (zie: 20.36); 6. Jkfr. Anna Helena Rohling , geboren op 29-04-1854 te Haar, Rooms-Katholiek gedoopt op 01- 05-1854 te Wesuwe (getuigen: Johann Gerhard Rohling uit Haar en Maria Helena Wolbers uit Emmeln), overleden op 30-05-1854 te Haar, Rooms-Katholiek begraven op 02-06-1854; 7. Jkr. Johann Bernhard Rohling (zie: 20.37); 8. Jkfr. Anna Helena Rohling (zie: 20.38); 9. Jkfr. Maria Elisabeth Rohling (zie: 20.39); 10. Onbekende zoon of dochter , geboren op 05-09-1863 te Haar, overleden op 05-09-1863 te Haar.

19.14 Jkr. Johann Gerhard (Gerd) Rohling , geboren op 06-05-1821 te Helte, Rooms-Katholiek gedoopt op 08-05-1821 te Bokeloh (getuigen: Johann Heinrich Herbers, Heuermann aus Kreyenborg en Gesi- na Adelheid Schlömer uit Schlagbrüggen), overleden op 08-09-1903 te Bokeloh. Zoon van Hermann

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Heinrich Rohling en Anna Margaretha Schlömer (zie: 18.9). Gehuwd op 29-02-1848 te Haren (getui- gen: Herm Aladus Roling, Ackersmann von der Haar en Anna Kerkhoff, Kaufmannstochter zu Haren) met Anna Angela Voss , geboren op 05-08-1820 te Haren, overleden op 09-09-1900. Dochter van Ja- cobus Voss , Faßbinder (kuiper), en Anna Walburgis Lüsing .

Gerd werd bij zijn huwelijk vermeld als Ackermannssohn von der Haar. Anna Angela werd vermeld als Dienstmagd zu Haren. Van beroep was hij houthandelaar, timmerman en kuiper. Een kuiper maakt vaten, kuipen, emmers en tonnen. In 1872 was het gezin woonachtig op perceel 4/133 te Haren/Ems, de tegenwoordige Kirchstraße 24. Op 01-03-1898 vierde het echtpaar hun gouden huwelijksfeest.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Jacobus Hermann Rohling (zie: 20.40); 2. Jkr. Hermann Heinrich Rohling , geboren op 02-12-1848 te Haren, Rooms-Katholiek gedoopt op 02-12-1848 (getuigen: Joan Hermann Roling, Ackersmann auf der Haar en Martha Gerdelmann, Tagelöhnersfrau zu Haren), overleden op 18-12-1848 te Haren. Tweelingbroer van Jacobus; 3. Jkfr. Anna Margaretha Rohling (zie: 20.41); 4. Jkr. Hermann Heinrich Rohling (zie: 20.42); 5. Jkr. Johann Bernard Rohling , geboren in 1858 te Haren, overleden op 12-05-1862; 6. Jkr. Bernhard Rohling , geboren op 04-01-1864 te Haren, Rooms-Katholiek gedoopt te Haren, overleden op 10-01-1864 te Haren (aan de gevolgen van spasmen), Rooms-Katholiek begraven op 13-01-1864.

19.15 Jkr. Bernhard Heinrich Rohling (Prince) , geboren op 10-04-1823 te Helte, Rooms-Katholiek ge- doopt op 11-04-1823 te Bokeloh (getuigen: Bernhard Meyer, Huermann te Helte en Elisabeth Schlö- mer uit Schlagbrüggen). Zoon van Hermann Heinrich Rohling en Anna Margaretha Schlömer (zie: 18.9).

Bernard werd op twaalf jarige leeftijd als kind aangenomen door Johann Hermann Prins, geboren op 12-11-1793, en Anna Catharina Schlömer, geboren op 12-11-1803, de zuster van zijn moeder. Op 03- 08-1838 vertrokken zij met het schip “Globe” vanuit Bremen naar de Verenigde Staten. Op 03-11-1838 arriveerden zij in Baltimore onder de familienaam Prince, als doel werd Cincinnati aangegeven.

19.16 Jkr. Hermann Eilard Rohling , geboren op 14-09-1825 te Helte, Rooms-Katholiek gedoopt op 15- 09-1825 te Bokeloh (getuigen: Johann Herm Priens, Heuermann aus Helte en Anna Maria Brümmer, Heuermannsfrau aus Helte), overleden op 12-03-1900 (aan de gevolgen van maagkanker, na een ziektebed van zes maanden). Zoon van Hermann Heinrich Rohling en Anna Margaretha Schlömer (zie: 18.9). Gehuwd op 08-05-1860 te Haren (getuigen: Rudolph Töller, Tagelöhner te Haren, en Anna Margaretha Rohling, Ackerstochter zum Pool) met Maria Elisabeth Töller , Rooms-Katholiek gedoopt op 20-04-1835 te Haren. Dochter van Johann Heinrich Töller , houthandelaarm, en een zekere Anna Adelheid .

Hermann was van beroep timmerman en metselaar te Altharen. Maria was vóór haar huwelijk van be- roep dienstmeisje te Haren. In 1880 vertrok Hermann met zijn gezin naar de Verenigde Staten en werd hiermee de stamvader van de Iowa tak van de familie Röhling.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Hermann Heinrich Rohling , geboren op 01-10-1862 te Altharen, Rooms-Katholiek gedoopt op 03-10-1862 te Wesuwe (getuigen: Johan Herman Rohling, Ackersmann zur Haar, en Margaretha Fehrmann, Ehefrau des Schneiders Bernhard Töller zu Haren), overleden op 30-07- 1871 om 12:00 uur te Altharen, Rooms-Katholiek begraven op 02-08-1871 te Wesuwe; 2. Jkfr. Margaretha Adelheid Rohling (zie: 20.43);

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 3. Jkfr. Maria Margaretha Rohling , geboren op 25-12-1870 te Altharen, Rooms-Katholiek gedoopt op 25-12-1870 te Wesuwe (getuigen: Gerhard Rohling, Eigner zu Altharen, en Margaretha Büter, geb. Watermann, Ehefrau des Hollaufsehers zu Altharen), overleden op 08-09- 1872 te Altharen (aan de gevolgen van pleuritis), Rooms-Katholiek begraven op 11-09-1871; 4. Jkr. Joseph Franz Hermann Rohling (zie: 20.44); 5. Jkr. Henry Franz Rohling (zie: 20.45).

19.17 Jkr. Hermann Bernhard Rohling , geboren op 07-09-1811. Zoon van Gerhard Hermann Rohling en Anna Angela Frenser (zie: 18.11). Mogelijk gehuwd met Anna Maria Pengemann , geboren op 18- 03-1813 te Baccum, overleden tussen 1900 en 1909 te Cincinnati, V.S.

Hermann werd vermeld als Ackersknecht. Volgens verhalen in de familie vertrok hij ná 1842 naar de Verenigde Staten. Voor de overtocht zou hij 111 Reichstaler hebben betaald. Echter, op 28-01-1839 arriveerde een zekere Herm Rohling met het schip Julian uit Bremen in New Orleans, Louisiana. Zijn geboortedatum werd op 1807 geschat, laatste woonplaats was “Trine”. Aan zijn zijde bevond zich Mary Pengemann uit “Bakum”. Mogelijk betreft het hier deze Hermann. Hoewel dat op dit moment nog niet met zekerheid is te stellen word hij wel op deze plaats in de genealogie opgenomen. Het feit dat de eerste zoon van het echtpaar ook Bernhard heette mag beschouwd worden als aanwijzing.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Bernhard Rohling (zie: 20.46); 2. Jkr. John Joseph Rohling , geboren in 1851.

19.18 Jkfr. Cecilia Marie Röhling , geboren op 21-08-1834 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 06-09-1834 te Svendborg, overleden op 21-08-1895 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 24-08-1895 te Svendborg. Dochter van Andreas August von der Lyhe Rehling en Birte Marie Mortensen (zie: 18.15). Gehuwd op 26-11-1857 te Svendborg met Lars Albertsen Lauritzen , geboren op 05-10-1819 te Olde, Rise, Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 10-10-1819 te Rise, overleden op 09-04-1880 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 15-04-1880 te Svend- borg. Zoon van Lars Larsen Lauritzen en Karen Larsdatter .

Uit dit huwelijk:

1. Laurine Caroline Larsen , geboren op 20-11-1858 te Svendborg, Evangelisch-Luthersgedoopt op 12-12-1858 te Svendborg (getuigen: Karen Larsen, P.E. Martensen, H. Larsen uit Dunkjær, V. Martensen, A.L. Albertsen).

19.19 Jkfr. Else Cathrine Röhling , geboren op 12-01-1836 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 21-01-1836 te Svendborg, overleden op 14-08-1900 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 21-08-1900 te Svendborg. Dochter van Andreas August von der Lyhe Rehling en Birte Marie Mortensen (zie: 18.15). Gehuwd (1) op 09-10-1857 te Rendsborg met Lauritz Lauritzen Kock , geboren op 05-01-1835 te Skovby, Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 11-01-1835 te Bregninge, Svendborg, overleden op 21-03-1868 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 28- 03-1868 te Svendborg. Zoon van Lauritz Pedersen Kock en Egidia Errboe . Gehuwd (2) op 09-07- 1869 te Svendborg met Iver Petersen Lund , geboren op 09-10-1841 te Svendborg, Evangelisch- Luthers gedoopt op 14-10-1841 te Svendborg, overleden op 14-11-1884 te Svendborg, Evangelisch- Luthers begraven op 18-11-1884 te Svendborg. Zoon van Jørgen Hansen Lund en Cathrine Bang .

Uit het eerste huwelijk:

1. Andrea Augusta Frederikke Kock , geboren op 13-11-1858 te Svendborg. Gehuwd op 27-11- 1877 in de Ærøskøbing kirke te Svendborg met Ulrich Nielsen , geboren op 13-10-1851 te Zwitserland. Samen kregen zij 2 kinderen;

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 2. Anne Egidie Kock , geboren op 22-11-1862 te Svendborg, overleden op 30-11-1862 te Svendborg.

Uit het tweede huwelijk:

3. Gotfred Jørgen Hansen Lund , geboren op 03-01-1874 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 25-03-1874 te Svendborg (getuigen: Margrethe Vilhelmine Dreiøe, Laurine Caroline Larsen, Mogens Jensen Lund, Laurits Hendrik Bastholm, Erik Halmø Dreiøe); 4. Birtha Lund , geboren in circa 1872 te Svendborg, emigreerde naar de Verenigde Staten; 5. Holger Valdemar Lund , geboren op 27-12-1876 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 20-06-1877 te Svendborg, overleden op 21-06-1877 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 25-06-1877 te Svendborg; 6. Holger Valdemar Lund , geboren op 21-02-1881 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 20-03-1881 te Svendborg. Gehuwd op 30-06-1901 te Rise met Ellen Kathrine Kristensen .

19.20 Jkfr. Anna Christine Röhling , geboren op 07-10-1839 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 27-10-1839 te Svendborg (getuigen: Anna Röhling, Elisabeth Thomsen, Niels Michelsen Schytt, Peder Jepsen Mortensen, Johan Ahrend Rasmussen), overleden op 05-05-1906 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 10-05-1906 te Svendborg. Dochter van Andreas August von der Lyhe Rehling en Birte Marie Mortensen (zie: 18.15). Gehuwd met Karl Frederik Martensen , geboren op 18-11-1839 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 24-11-1839 te Svendborg. Zoon van Karl Frederik Martensen en Birgitte Ernestine Jensen .

Uit dit huwelijk:

1. Birthe Marie Martensen , geboren op 16-03-1866 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 25-05-1866 te Svendborg. Gehuwd op 06-05-1892 in de Vor Frue kirke te Kopenhagen met Gerner Reinhardt Johannes Frederik Andersen , geboren op 10-01-1863 te Kopenhagen; 2. Carl Frederik Martensen , geboren op 05-09-1868 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 11-10-1868 te Svendborg (getuigen: B.M. Röhling, E.C. Röhling, L.A. Larsen, N. Pedersen, N.H. Goldmann); 3. Andreas August Martensen , geboren op 05-10-1874 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 23-10-1874 te Svendborg (getuigen: Cicilie Marie Larsen, Andrea Frederikke Augusta Kock, Niels Hansen Brandt, Christian Frantzen, Julius Clausen), overleden op 07-03- 1880 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 11-03-1880 te Svendborg; 4. Ernestine Birgitte Martensen , geboren op 14-10-1876 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 24-11-1876 te Svendborg. Gehuwd met Hans Jørgen Jørgensen; 5. Johanne Marie Vilhelmine Martensen , geboren op 06-01-1879 te Svendborg, Evangelisch- Luthers gedoopt op 06-07-1879 te Svendborg, overleden in 1962 te Svendborg. Gehuwd op 26- 03-1910 in de Zions kirke te Kopenhagen met Hans Rixen , geboren op 14-05-1881 te Svendborg, overleden in 1959 te Svendborg. Samen kregen zij 4 kinderen.

19.21 Jkfr. Anne Margrethe Röhling , geboren op 24-11-1843 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 03-12-1843 te Svendborg, overleden op 20-10-1933 te Svendborg. Dochter van Johan Peter Ludvig Rehling en Cecilie Marie Thomsen (zie: 18.16). Gehuwd 02-07-1867 te Svendborg met Lo- rens Christian Frantsen , geboren op 06-04-1843 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 30- 04-1843 te Svendborg, overleden 06-01-1913 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 10-01- 1913 te Svendborg. Zoon van Lorentz Peder Frantsen en Margrethe Dorthea Mikkelsen .

19.22 Jkr. Jens Lauritzen Röhling , geboren op 13-06-1848 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 25-06-1848 te Svendborg, overleden op 11-10-1928 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 15-10-1928 te Svendborg. Dochter van Johan Peter Ludvig Rehling en Cecilie Marie Thomsen (zie: 18.16). Gehuwd 16-05-1879 in de Ærøskøbing kirke te Svendborg met Mette Kathrine Hansen , ge- boren op 24-06-1855 in het Løgumkloster te Tønder, Evangelisch-Luthers gedoopt 29-07-1855 te

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Svendborg, overleden op 03-12-1923 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 09-12-1923 te Svendborg. Dochter van Hans Christian Hansen en Mette Johanne .

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Cecile Johanne Röhling (zie: 20.47); 2. Jkr. Hans Christian Röhling (zie: 20.48); 3. Jkr. Johan Peter Ludvig Röhling , geboren op 02-02-1883 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 11-03-1883 te Svendborg (getuigen: Anna Frantzen, Elise Poulsen, August Rixen, Madsen Wulff), overleden op 30-03-1888 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 06-04- 1888 te Svendborg; 4. Jkr. Egidus Carl Frederik Röhling (zie: 20.49); 5. Jkr. Gotfred Röhling (zie: 20.50); 6. Jkr. Johan Peter Ludvig Röhling (zie: 20.51); 7. Jkr. Jens Lauritzen Röhling (zie: 20.52).

19.23 Jkfr. Else Kathrine Röhling , geboren op 10-08-1849 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 26-08-1849 te Kirkebog, Svendborg (getuigen: Anne Birgitte Röhling, Christiane Caroline Møller, Johan Albert Rasmussen, Hans Halberg, Cornelius Clausen Nissen), overleden op 14-11-1938 te Svendborg. Dochter van Johan Peter Ludvig Rehling en Cecilie Marie Thomsen (zie: 18.16). Gehuwd met Mikael Frederik Poulsen , geboren op 08-01-1849 te Kopenhagen, overleden op 01-04-1909 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 05-04-1909 te Svendborg. Zoon van Michael Poulsen en Cathrine Marie Frederikke Kunde .

Uit dit huwelijk:

1. Aagarth Poulsen , geboren in 1880 te Svendborg, overleden in 1963 te Valby, Kopenhagen; 2. Johan Poulsen , geboren op 24-02-1881 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 15-05- 1881 te Kirkebog, Svendborg (getuigen: Cecilie Röhling, Bertha Steenhusen, Jobst Röhling, kapt. Paulsen).

19.24 Jkr. Jobst Gotfred Röhling , geboren op 20-09-1850 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 06-10-1850 te Svendborg, overleden op 03-08-1931 te Svendborg. Zoon van Johan Peter Ludvig Rehling en Cecilie Marie Thomsen (zie: 18.16).

19.25 Jkfr. Johanne Cecilie Röhling , geboren op 29-11-1851 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 04-01-1852 te Svendborg, overleden op 04-07-1914 te Sendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 08-07-1914 te Svendborg. Dochter van Johan Peter Ludvig Rehling en Cecilie Marie Thomsen (zie: 18.16).

19.26 Jkfr. Anna Birgitha Röhling , geboren op 17-02-1854 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 26-03-1854 te Kirkebog, Svendborg (getuigen: A.B. Röhling, Chr. J. Schröder, L.P. Hansen, N. Petersen, N. Harding), overleden op 23-10-1939 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 28- 10-1939 te Svendborg. Dochter van Johan Peter Ludvig Rehling en Cecilie Marie Thomsen (zie: 18.16). Gehuwd op 16-06-1875 te Kopenhagen met Christian Hedo Samuel Drejø , geboren op 21- 10-1852 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 14-11-1852 te Svendborg, overleden op 17- 05-1931 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 21-05-1931 te Svendborg. Zoon van Hans Nielsen Drejø en Anna Halmø .

Uit dit huwelijk:

1. Anne Drejø , geboren op 19-09-1875 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 21-10-1875 te Svendborg. Gehuwd (1) op 05-02-1899 te Svendborg met Jens Sophus Lunge . Gehuwd (2) op 12-04-1913 te Kopenhagen met Vilhelm Sylvest Hinriksen , geboren op 26-06-1882 te Karlobo;

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 2. Hans Nielsen Drejø , geboren op 05-10-1877 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 07- 12-1877 te Kirkebog, Svendborg (getuigen: Meta Christine Drejö, Ane Marie Drejö, Niels Hansen Drejö, Carl Egidius Frederik Röhling, August Christian Rixen), overleden op 23-10-1906 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 28-10-1906 te Svendborg; 3. Cecile Drejø , geboren op 18-09-1879 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 08-10-1879 te Svendborg. Gehuwd op 30-04-1904 in de Sct. Jacobs kirke te Kopenhagen met Lars Hansen Møller , geboren op 24-10-1878 te Svendborg. Samen kregen zij 2 kinderen die de geslachtsnaam Drejø aannamen; 4. Johanne Drejø , geboren op 01-07-1882 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 30-07- 1882 te Svendborg. Gehuwd (1) op 07-02-1909 in de Ærøskøbing kirke te Svendborg met Christian Pedersen , geboren op 22-09-1882 te Varde. Samen kregen zij 2 kinderen. Gehuwd (2) met Kristian Jørgen Christensen ; 5. Onbekende zoon of dochter , geboren op 27-07-1884 te Svendborg, overleden op 27-07-1884 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 30-07-1884 te Svendborg; 6. Margrethe Drejø , geboren op 10-09-1885 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 15-11- 1885 te Svendborg. Gehuwd (1) op 24-04-1913 te Kopenhagen met Karl Lauritze Jensen , geboren op 14-03-1883 te Præstø. Samen kregen zij 1 kind. Gehuwd (2) op 26-05-1919 te Svendborg met Aage Bekker Hansen ; 7. Christian Drejø , geboren op 10-03-1887 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 30-05- 1887 te Svendborg. Gehuwd met Hilda Christence Hansen .

19.27 Jkfr. Else Cathrine Röhling , geboren op 29-10-1852 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 12-12-1852 te Svendborg, belijdenis op 30-09-1866 te Svendborg, overleden op 15-03-1913 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 21-03-1913 te Svendborg. Dochter van Jobst Gottfried Röhling en Gjertrud Marie Brandt (zie: 18.18). Gehuwd op 07-08-1881 in de Skt. Stephans te Kopenhagen met Johan Vallentin Hansen , geboren op 20-07-1855 te Præstø, Evangelisch-Luthers gedoopt op 09-09-1855 te Præstø, overleden op 26-11-1896 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 03-12-1896 te Svendborg. Zoon van Hans Hansen en Ane Kirstine Christiansen .

Uit dit huwelijk:

1. Gotfred Johan Hansen , geboren op 23-06-1881 te Kopenhagen, Evangelisch-Luthers gedoopt op 07-08-1881 te Kopenhagen, belijdenis op 01-05-1896, overleden op 30-05-1945 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 05-06-1945 te Ærøskøbing kirkegård te Svendborg. Gehuwd 18-10-1907 te Svendborg met Laura Christine Hansen , geboren op 21-05-1882 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 18-06-1882 te Svendborg, overleden op 28-02-1960 te Svend- borg, Evangelisch-Luthers begraven 05-03-1960 te Svendborg. Gotfred was van beroep bakker en kolenhandelaar. In het Soldaterbog 1902 (vergelijkbaar met een militair stamboek) worden de volgde uiterlijke kenmerken vermeld: 163 cm lang, blond haar, gemiddelde groei en grijze ogen. Samen kregen zij 4 kinderen waaronder Doris Wallentin Hansen (zie geraadpleegde bronnen); 2. Hans Valentin Hansen , geboren op 09-08-1883 te Holbæk, Evangelisch-Luthers gedoopt op 21- 10-1883 te Holbæk, overleden op 19-12-1883 te Holbæk, Evangelisch-Luthers begraven op 23- 12-1883 te Holbæk; 3. Ella Nikoline Hansen , geboren op 03-03-1885 te Holbæk, Evangelisch-Luthers gedoopt op 12- 05-1885 te Holbæk, overleden op 15-06-1894 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 17-06-1894 te Svendborg; 4. Gertrud Marie Hansen , geboren op 28-03-1891 te Frederiksborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 19-07-1891 te Frederiksborg, belijdenis op 05-03-1905 te Svendborg, overleden op 21-01-1941 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 26-01-1941 te Svendborg. Gehuwd op 18-12- 1910 in de Ærøskøbing kirke te Svendborg met Bernhard Hansen , geboren op 23-04-1885 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 19-07-1885 te Svendborg, overleden op 31-03-1943 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 04-04-1943 te Svendborg Samen kregen zij 6 kinderen;

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 5. Astrid Ella Nikoline Hansen , geboren op 21-05-1894 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt 17-06-1894 te Svendborg, belijdenis op 04-10-1908 te Svendborg, overleden op 16-09- 1915 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 21-09-1915 te Svendborg.

19.28 Jkr. Laurits Brandt Röhling , geboren op 16-01-1854 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 13-04-1854 te Svendborg, belijdenis op 04-10-1868 te Svendborg, overleden op 14-10-1918 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 21-10-1918 te Svendborg. Zoon van Jobst Gottfried Röhling en Gjertrud Marie Brandt (zie: 18.18). Gehuwd op 20-04-1880 in de Rudkøbing kirke te Svendborg met Johanne Frederikke Severine Lange , geboren op 04-07-1857 te Svendborg, Evan- gelisch-Luthers gedoopt op 18-10-1857 te Svendborg, overleden op 20-01-1937 te Svendborg, Evan- gelisch-Luthers begraven op 25-01-1937 te Svendborg. Dochter van Mads Lange en Oline Elisabeth Bekker .

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Gertrud Marie Röhling (zie: 20.53); 2. Jkfr. Bertha Laura Röhling , geboren op 19-12-1883 te Svendborg, overleden op 26-10-1890 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 30-10-1890 te Svendborg; 3. Jkr. Valdemar Frederik Röhling (zie: 20.54); 4. Jkfr. Nicoline Henriette Röhling (zie: 20.55).

19.29 Jkr. Andreas August Röhling , geboren op 15-11-1855 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 13-04-1856 te Svendborg (getuigen: Jomfru Röhling, jomfru Eilertzen, maler Schnohr, I. Bøt- tcher), belijdenis op 30-09-1869 te Svendborg, overleden op 11-04-1906 te Svendborg, Evangelisch- Luthers begraven op 17-04-1906 te Svendborg. Zoon van Jobst Gottfried Röhling en Gjertrud Marie Brandt (zie: 18.18). Gehuwd op 01-06-1881 in de Rudkøbing kirke te Svendborg met Anna Dorothea Lange , geboren op 13-04-1862 te Svendborg, overleden op 03-10-1943 te Svendborg, Evangelisch- Luthers begraven op 08-10-1943 te Svendborg. Dochter van Mads Lange en Oline Elisabeth Bek- ker . Andreas was van beroep fotograaf.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Gertrud Marie Röhling , geboren op 18-03-1882, overleden te Holbæk; 2. Jkfr. Elisabeth Oline Röhling (zie: 20.56); 3. Jkr. Gotfred Johan Röhling (zie: 20.57); 4. Jkr. Oluf August Röhling (zie: 20.58); 5. Jkr. Mads Lange Röhling (zie: 20.59); 6. Jkr. Aksel Röhling (zie: 20.60); 7. Jkr. Svend Andreas Röhling (zie: 20.61); 8. Jkr. Poul Röhling , geboren op 28-02-1899 te Svendborg, overleden in Canada; 9. Jkr. Anker Rohling (zie: 20.62); 10. Jkr. Andreas August Röhling (zie: 20.63).

19.30 Jkr. Julius Max Röhling , geboren in 1869. Zoon van Julius Hermann Röhling en Wilhelmine Fre- derike Lange (zie: 18.19). Gehuwd met Klara Hedwig Nötzold . Julius Max was van beroep Steiger (toezichthouder in de mijnbouw) voor de Steink. Akt. Verein.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Max Georg Röhling (zie: 20.64); 2. Jkr. Paul Rudolf Röhling (zie: 20.65); 3. Jkfr. Elise Marie Röhling , geboren op 08-11-1901 te Zwickau; 4. Jkr. Edwin Curt Röhling (zie: 20.66); 5. Jkr. Bruno Alfred Röhling (zie: 20.67);

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 6. Jkfr. Alice Dora Röhling , geboren op 11-08-1907; 7. Jkr. Johannes Hermann Röhling (zie: 20.68); 8. Jkr. Walter Helmuth Röhling (zie: 20.69).

19.31 Jkr. Otto Emil Röhling , gesneuveld tijdens de Eerste Wereldoorlog. Zoon van Julius Hermann Röh- ling en Wilhelmine Frederike Lange (zie: 18.19).

19.32 Jkfr. Anna Aurelie Röhling , geboren op 10-12-1827 (vroegtijdig). Dochter van Heinrich Eduard Röhling en Christiane Dorothea Hammer (zie: 18.20). Gehuwd met Pastor Carl Heinrich Wilhelm Mühlmann uit Zethau.

19.33 Jkr. Eduard Oswald Röhling , geboren op 26-08-1833 te Schneeberg, overleden op 10-09-1856 te Ho- henstein-Ernstthal. Zoon van Heinrich Eduard Röhling en Christiane Dorothea Hammer (zie: 18.20). Eduard was Architect en opzichter bij de Sächsischen Staatsbahn (Saksische Staatstreinsporen).

19.34 Jkr. Hermann Eduard Röhling , geboren op 14-08-1836 te Neustädtel, overleden op 15-10-1894 te Zwickau. Zoon van Heinrich Eduard Röhling en Friederike Louise Weihgang (zie: 18.20). Gehuwd op 16-11-1861 te Schneeberg met Anna Kunz , geboren op 06-02-1838 te Schneeberg, overleden op 24-07-1901 te Zwickau. Hermann Eduard was van beroep Boekbindmeester te Zwickau.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Martha Röhling (zie: 20.70); 2. Jkfr. Anna Röhling (zie: 20.71); 3. Jkfr. Johanna Röhling , geboren op 21-01-1869; 4. Jkr. Max Röhling (zie: 20.72); 5. Jkr. Hermann Guido Röhling (zie: 20.73); 6. Jkfr. Thekla Röhling (zie: 20.74).

19.35 Jkfr. Antonie Louise Röhling , geboren op 04-06-1838 te Neustädtel, overleden op 11-06-1887 te Chemnitz. Dochter van Heinrich Eduard Röhling en Friederike Louise Weihgang (zie: 18.20). Ge- huwd op 20-05-1860 te Neustädtel met Karl Otto Weigeldt uit Chemnitz, geboren op 24-04-1834 te Rüsseina, overleden op 09-01-1891 te Chemnitz. Karl Otto was van beroep Oberlehrer (Hoofdleraar).

19.36 Jkfr. Auguste Henriette Röhling , geboren op 12-04-1840. Dochter van Heinrich Eduard Röhling en Friederike Louise Weihgang (zie: 18.20). Gehuwd met Edmund Ebert uit , Erzgebirge, over- leden in 1912 te Wiesbaden. Edmund Ebert was van beroep Seilermeister (meester touwmaker).

19.37 Jkfr. Klara Amalie Röhling , geboren op 07-09-1842 te Neustädtel. Dochter van Heinrich Eduard Röhling en Friederike Louise Weihgang (zie: 18.20). Gehuwd op 25-04-1865 te Schneeberg met een zekere Götz uit Zwickau, geboren op 29-11-1835 te Schönberg, overleden op 17-08-1897 te Dresden. Götz was van beroep Oberschaffner (hoofdconducteur).

19.38 Jkr. Paul Röhling , geboren op 11-10-1844 te Neustädtel, overleden op 04-07-1885. Zoon van Hein- rich Eduard Röhling en Friederike Louise Weihgang (zie: 18.20). Gehuwd op 01-05-1870 te Dresden met Helene Laura Heyne , geboren op 03-11-1846 te Dresden. Dochter van Joh. Gottlob Heyne, beheerder op een postkantoor te Dresden. Paul was van beroep Obersteiger (hoofd toezichthouder in de mijnbouw) te Neustädtel.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Louise Röhling , geboren op 21-03-1871 te Neustädtel, in 1913 nog ongehuwd; 2. Jkfr. Anna Auguste Charlotte Röhling (zie: 20.75); 3. Jkfr. Helene Röhling , geboren op 11-02-1883 te Neustädtel, in 1913 nog ongehuwd;

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 4. Jkr. Paul Gustav Röhling (zie: 20.76).

19.39 Jkfr. Anna Nathalie Röhling , geboren op 13-02-1848 te Neustädtel. Dochter van Heinrich Eduard Röhling en Friederike Louise Weihgang (zie: 18.20). Gehuwd op 11-11-1875 te Neustädtel met Mo- ritz Thümmler , geboren op 23-05-1848 te Zwickau. Moritz was Lokomotivführer (treinmachinist).

19.40 Jkr. Otto Markus Röhling , geboren op 31-03-1850 te Neustädtel. Zoon van Heinrich Eduard Röh- ling en Friederike Louise Weihgang (zie: 18.20). Gehuwd op 25-04-1878 te Schneeberg met Auguste Emiie Junghänel , geboren op 04-01-1851 te Schneeberg. Otto Markus was van beroep Tischlermeis- ter (meester-stoffeerder) te Plauen.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Otto Karl Röhling (zie: 20.77); 2. Jkfr. Johanne Röhling (zie: 20.78).

19.41 Jkfr. Johanne Gabriele Röhling , geboren op 05-11-1863 te Annaberg. Dochter van Gottfried Hein- rich Röhling en Wilhelmine Johanne Lachmann (zie: 18.24). Gehuwd op 27-06-1896 te Dresden- Blasewitz met de weduwnaar Carl Friedrich Johann Elias Grüneberg , geboren op 14-11-1848 te Klein Schöppenstedt bij Braunschweig. Carl was eigenaar van een Lithographenenstalts te Annaberg.

19.42 Jkr. Gottfried Carl Heinrich Röhling , geboren op 09-07-1867 te Annaberg. Zoon van Gottfried Heinrich Röhling en Wilhelmine Johanne Lachmann (zie: 18.24). Gehuwd op 24-02-1906 te Dresden- Blasewitz met Toni Clara Grohmann , geboren op 14-11-1872 te Reichenbach. Gottfried was van beroep kapitein van een koopvaardijschip, gevestigd te Emden (Ostfriesland).

19.43 Jkr. Hermann Röhling , geboren op 05-09-1888 te Chicago, V.S. Zoon van Albert Georg Röhling en Julia Toser (zie: 18.26). Hermann studeerde in 1911/12 Chemie te München, daarna te Berlijn.

19.44 Jkr. Otto Carl Röhling , geboren op 18-01-1890 te Chicago, V.S. Zoon van Albert Georg Röhling en Julia Toser (zie: 18.26). Otto Carl studeerde Chemie aan de University of Wisconsin te Madison, Wisconsin, USA, vanaf 1912 Muziek te Frankfurt am Main.

19.45 Hptm. Jkr. Otto Alfred Röhling , geboren op 18-06-1855 te Leipzig, schoot zichzelf dood op 29-01- 1908 te Zwickau (het is onduidelijk of het zelfmoord betrof of dat het om een tragisch ongeluk ging). Zoon van Carl Otto Röhling en Franziska Angelika Dürr (zie: 18.29). Gehuwd op 30-09-1886 te Zwi- ckau met Pauline Jenny Thost , dochter van Albin Thost (koopman) en Pauline Ehrler . Otto was koopman en partner van de firma Grimm & Roehling. In het leger diende hij als Hauptmann (kapitein).

Uit dit huwelijk:

1. Onbekende zoon , geboren op 05-07-1887 te Zwickau, overleden op 05-07-1887 te Zwickau; 2. Jkfr. Pauline Johanne Katharina Röhling , geboren op 21-12-1889 te Zwickau.

19.46 Jkfr. Therese Angelika Johanna Röhling , geboren op 24-02-1858 te Leipzig, overleden op 02-09- 1932. Dochter van Carl Otto Röhling en Franziska Angelika Dürr (zie: 18.29). Gehuwd op 12-01- 1881 te Leipzig in de St. Nicolei met Adolf Hermann Walther Rost , geboren op 05-05-1854, over- leden op 17-11-1938. Adolf Hermann Walther was predikant te Schweikershain.

Uit dit huwelijk:

1. Walter Rost , predikant, geboren op 16-04-1881, overleden op 07-01-1947. Gehuwd met Marianne Gärtner , geboren op 24-01-1897. Samen kregen zij 2 kinderen; 2. Hans Rost , marienepredikant, geboren op 22-05-1882, overleden op 08-12-1914;

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 3. Lena Rost , geboren op 23-02-1884. Gehuwd met Erich Knabe , geboren op 21-05-1882, overleden op 24-04-1940. Samen kregen zij 9 kinderen; 4. Maria Rost , geboren op 09-08-1885, overleden op 11-08-1922. Gehuwd met Robert Kühn , geboren op 09-07-1880, overleden op 10-09-1955. Samen kregen zij 3 kinderen; 5. Gerhard Rost , geboren op 21-08-1887, overleden op 02-9-1914.

19.47 Jkfr. Marie Wilhelmine Helene Röhling , geboren op 20-03-1860 te Leipzig, overleden op 24-12- 1881 te Leipzig. Dochter van Carl Otto Röhling en Franziska Angelika Dürr (zie: 18.29). Gehuwd op 22-05-1879 te Leipzig met Max Adolf Schroeder KR , geboren op 05-03-1818 te Leipzig, overleden op 23-05-1901 te Grimma. Zoon van Gottlieb Adolf Schroeder en Ferdinande Louise Röhling (zie: 18.22). Max huwde (2) met Marie Josephine Pauline Luthard , geboren op 30-06-1860 te Leipzig, overleden op 04-01-1948 te Grimma. Dochter van Ernst Christoph Luthard en Marie Dreger .

Max Adolf was Kaufmann te Grimma en papierfabrikant te Golzern. Hij werd benoemd tot Kommer- zienrat, een persoonlijke eretitel die tot 1919 werd gegeven aan mensen uit het bedrijfsleven die voor economische raad geraadpleegd konden worden.

Uit het huwelijk Schroeder – Röhling:

1. Fritz Schroeder , geboren op 21-02-1880, overleden op 21-12-1929. Gehuwd op 12-06-1907 met Maria Dettweiler , geboren op 20-01-1884 te Giessen; 2. Helene Elfriede Schroeder , geboren op 05-12-1881 te Leipzig, overleden op 17-06-1956 te Osnabrück. Gehuwd op 20-06-1903 te Grimma met Carl Adolf Wilhelm Philipson , geboren op 30-06-1870 te Osnabrück, overleden op 08-01-1955 te Osnabrück. Carl had een groothandel in textiel. Samen kregen zij 6 kinderen.

Uit het huwelijk Schroeder – Luthard:

3. Willy Schroeder , geboren op 26-08-1885, overleden op 11-07-1961. Gehuwd op 09-09-1919 met Charlotte Beyer , geboren op 07-05-1895, overleden op 10-08-1947. Samen kregen zij 4 kinderen; 4. Elisabeth Schroeder , geboren op 14-02-1888, overleden op 07-07-1944. Gehuwd op 03-10- 1910 met Rudolf Junghanns , geboren op 18-12-1883, overleden op 26-10-1948. Samen kregen zij 2 kinderen; 5. Johannes (Hänschen) Schroeder , geboren op 23-12-1890, overleden op 23-10-1914 te Langemarck; 6. Johanna Schroeder , geboren op 15-03-1895, overleden op 19-07-1976. Gehuwd op 06-06-1914 met Dipl. jur. Friedrich (Fritz) Hänichen , geboren op 16-12-1883, overleden op 31-05-1962. Friedrich was van beroep jurist. Samen kregen zij 4 kinderen.

19.48 Jkfr. Adele Julie Elisabeth (Lis) Röhling , geboren op 08-01-1868 te Leipzig, overleden op 28-08- 1949. Dochter van Carl Otto Röhling en Caroline Auguste Johanna Heubel (zie: 18.29). Gehuwd op 25-03-1897 te Leipzig St. Thomas met Rtm. Paul Friedrich Schröder , geboren op 19-02-1854 te Leipzig, overleden op 14-09-1920. Paul Friedrich was Handelsrechter, Bestuurdlid van de aandelen- beurs, koopman en ritmeester (Kapitein der cavalerie) te Leipzig.

Uit dit huwelijk:

1. Dorothea Schröder , geboren op 02-03-1898; 2. Elisabeth Schröder , geboren op 04-03-1904.

19.49 Jkr. Pfr. Karl Heinrich Röhling , geboren op 28-12-1870 te Leipzig, overleden in 1950. Zoon van Carl Otto Röhling en Caroline Auguste Johanna Heubel (zie: 18.29). Gehuwd op 22-04-1903 te Leipzig met Magdalene Rietschel , geboren op 31-08-1879 te Wittenberg. Dochter van Prof. D. Georg Rietschel , Geheimen Rates Universitätsprofessor, en Caroline Müllensiefen.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Karl ging na het Nikolai Gymnasium te Leipzig theologie studeren in Leipzig, Lausanne en Berlijn. Van 1896 tot 1898 studeerde Karl aan het predikers college Stl. Pauli te Leipzig. Sinds 1899 was hij daadwerkelijk predikant. Van 01-05-1909 tot 1918 was Karl Pfarrer van de Stadtkirche te Wenen.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Irmgard Röhling (zie: 20.79).

19.50 Oblt. Jkr. Ernst Alexander Röhling , geboren op 09-04-1872 te Leipzig. Zoon van Carl Otto Röh- ling en Caroline Auguste Johanna Heubel (zie: 18.29). Gehuwd op 18-04-1899 te Leipzig St. Thomas met Susanne Amalie Günther , geboren op 28-09-1874, overleden op 10-03-1961. Dochter van Dr. jur. Carl Günther , advocaat te Leipzig, en Doris Heine .

Na het eerste jaar van de bovenbouw van de Nikolai Real Gymnasium te Leipzig volgde Ernst een koopmansopleiding bij J.G. Wappler-Leipzig. Hij w erkte voor de Zschucke bank te Leipzig, The Lon- don and Hanseatic Bank te Londen en de Leipziger Bank te Leipzig. Vanaf 1899 was Ernst manager van de Sächsische Emaillir- und Stanzwerke vorm. Gebrüder Gnüchter A.-G. te Lauter en tevens lid van het dagelijks bestuur van de School en Kerk te Lauter, lid van de handelskamer te Plauen, Patronat van de Frauen- und Haushaltungsschule te Schwarzenberg en toezichthouder van de Leipziger West- end-Baugesellschaft. In het leger diende hij als Oberleutnant. Ernst gaf Dr. Harms zum Spreckel uit Annaberg opdracht de “Beiträge zur Geschichte der Familie Roehling” uit 1913 te publiceren.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Johanne Melitta Röhling (zie: 20.80); 2. Jkr. Hellmut Carl Otto Röhling (zie: 20.81); 3. Jkr. Günther Alexander Röhling (zie: 20.82); 4. Jkfr. Doris Johanna Röhling (zie: 20.83); 5. Jkfr. Erika Amalie Doris Röhling (zie: 20.84).

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 20.1 Jkfr. Adriana Röling / Roeling , geboren op 14-03-1844 te Kethel, overleden op 07-06-1890 om 10:00 uur te Hof van Delft. Dochter van Hendrik Röling en Johanna Catharina van Duikeren (zie: 19.2). Gehuwd (1) op 18-09-1872 te Hof van Delft met bouwmansknecht Cornelis Olsthoorn , ge- boren op 20-04-1812 te Zouteveen, overleden op 15-07-1880 te Hof van Delft. Zoon van Frans Oltshoorn en Jannetje van Leeuwen . Cornelis was eerder gehuwd op 18-04-1845 te Zouteveen met Clara Verdel , geboren op 30-12-1810 te Oegstgeest, dochter van Arij Verdel en Anna Els(t)geest . Gehuwd (2) op 19-04-1882 te Hof van Delft met Johannes Mostert , geboren in circa 1838 te Voor- burg, overleden op 17-01-1920 te Delft. Zoon van Andries Mostert en Margaretha Starrenburg .

Uit het eerste huwelijk:

1. Hendricus Jacobus Olsthoorn , geboren op 25-07-1873 te Hof van Delft, overleden op 04-06- 1881 te Hof van Delft; 2. Nicolaas Olsthoorn , geboren op 17-03-1875 te Hof van Delft, overleden op 15-11-1894 te Monster (overlijden aangegeven te Delft); 3. Cornelis Johannes Olsthoorn , geboren op 22-04-1877 te Hof van Delft.

Uit het tweede huwelijk:

4. Margaretha Cornelia Maria Mostert , geboren op 10-09-1888 te Hof van Delft, overleden op 02-12-1888 te Hof van Delft.

20.2 Jkfr. Jacoba Röling / Roeling , geboren op 23-08-1845 te Hof van Delft, overleden op 06-10-1912 te Delft. Dochter van Hendrik Röling en Johanna Catharina van Duikeren (zie: 19.2). Gehuwd op 30-08- 1882 te Delft met Johannes Petrus Link , geboren op 01-02-1848 te Delft, overleden op 17-08-1901 te Delft. Zoon van Pieter Link en Ida Paap .

Uit dit huwelijk:

1. Petrus Antonius Link , geboren op 27-03-1884 te Delft, overleden op 25-07-1884 te Delft; 2. Hendricus Pieter Johannes Link , geboren op 29-07-1885 te Delft, overleden op 08-02-1903 te Delft; 3. Johannes Theodorus Franciscus Link , geboren op 02-02-1887 te Delft, overleden op 30-08- 1887 te Delft.

20.3 Jkr. Leonardus Röling / Roeling , geboren op 06-10-1846 te Hof van Delft, overleden op 24-06- 1895 te Delft. Zoon van Hendrik Röling en Johanna Catharina van Duikeren (zie: 19.2). Gehuwd op 17-05-1876 te Delft met Catharina Kerkhof , geboren op 16-02-1851 te Delft. Dochter van Maarten Kerkhof en Maria Koppert . Het huwelijk bleef kinderloos. Na het overlijden van Leonardus huwde Catharina op 12-08-1896 te Delft met Johannes Matthias Gordijn , geboren in circa 1845 te Rijs- wijk. Zoon van Leonardus Gordijn en Maria van Zijl .

Uit de geboorteaangifte van zijn nicht Cornelia (zie:21.1) blijkt mogelijk dat hij winkelier te Delft was.

20.4 Jkfr. Johanna Röling / Roeling , geboren op 20-07-1849 te Hof van Delft, overleden op 20-05-1910 te Delft. Dochter van Hendrik Röling en Cornelia Langelaan (zie: 19.2). Gehuwd op 30-06-1880 te Delft met Johannes Wessel van Kan , geboren op 17-01-1856 te Delft, overleden op 12-01-1932 te Delft. Zoon van Dirk van Kan en Johanna Catharina Burg-hout .

Uit dit huwelijk:

1. Theodorus Hendricus van Kan , geboren op 14-07-1881 te Delft, overleden op 12-05-1882 te Delft; 2. Cornelia Johanna Maria van Kan , geboren op 09-08-1882 te Delft;

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 3. Theodorus Hendricus Wessel van Kan , geboren op 26-11-1884 te Delft; 4. Hendricus Johannes van Kan , geboren op 10-04-1886 te Delft. Gehuwd op 23-09-1914 te Delft met Johanna van Buitenen , geboren in circa 1889 te Delft. Dochter van Andries van Buitenen en Gerdina Dessens ; 5. Johanna Arnolda van Kan , geboren op 06-04-1888 te Delft, overleden op 23-04-1889 te Delft; 6. Johannes Leonardus van Kan , geboren op 21-12-1889 te Delft, overleden op 08-03-1891 te Delft; 7. Johannes Theodorus Leonardus van Kan , geboren op 02-07-1893 te Delft, overleden op 08- 08-1920 te Delft.

20.5 Jkr. Leonardus (Leendert) Röling / Roeling , geboren op 21-07-1850 te Hof van Delft, overleden op 29-11-1933 te Rotterdam. Zoon van Hendrik Röling en Cornelia Langelaan (zie: 19.2). Gehuwd op 17-05-1877 te Nootdorp met Maria van der Helm , geboren op 22-05-1858 te Pijnacker, overleden op 26-12-1931 te Rotterdam. Dochter van Jacobus van der Helm en Maria de Vreede .

Bij de geboorteaangifte van zijn eerste dochter Cornelia was Leonardus van beroep melkverkooper en woonachtig te Delft (Achterom, wijk 1, nr. 141). Later was hij van beroep landbouwer en vrachtrijder. Op 16-03-1931 vestigde het echtpaar zich te Rotterdam (Wiekstraat 22 a), op 22-06-1931 verhuisden zij naar het Rooms-Katholieke Arm- en Weeshuis Simeon en Anna aan de West Kruiskade 12. Dit was waarschijnlijk in verband met de gezondheidstoestand van Maria, want kort na het overlijden van Maria vertrok Leendert alweer en vestigde zich op 12-01-1932 in de Van Reijnstraat 40 a. Op 14-04- 1932 verhuisde hij naar het St. Antoniusgesticht aan de Nieuwe Binnenweg 33. Opname in Antonius was een schrikbeeld voor oudere Rotterdammers: het betekende een ongeneeslijke ziekte en mannen en vrouwen (ook echtparen) werden strikt gescheiden.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Cornelia Philomina Maria Röling / Roeling (zie: 21.1); 2. Jkfr. Maria Jacoba Röling / Roeling (zie: 21.2); 3. Jkr. Hendrik Jacobus Adrianus Röling / Roeling , geboren op 01-05-1881 te Stompwijk, overleden op 26-01-1882 te Stompwijk; 4. Jkfr. Jacoba Hendrika Trijntje Rohling (zie: 21.3); 5. Jkfr. Barbara Matheus Röling / Roeling (zie: 21.4); 6. Jkfr. Cornelia Maria Röling / Roeling / Roelings , geboren op 07-10-1887 te Stompwijk, overleden op 08-12-1887 te Hof van Delft; 7. Jkfr. Johanna Cornelia Röling / Roeling (zie: 21.5); 8. Jkr. Johannes Wilhelmus Röling / Roeling (zie: 21.6); 9. Jkr. Leonardus Adrianus Röling / Roeling (zie: 21.7); 10. Jkr. Matthëus Theodorus Röling / Roeling (zie: 21.8); 11. Jkfr. Mina Johanna Röling / Roeling , geboren op 01-11-1893 te Hof van Delft, overleden op 25-09-1894 te Hof van Delft; 12. Jkfr. Wilhelmina Adriana Röling / Roeling , geboren op 24-05-1895 te Hof van Delft, overleden op 06-01-1896 te Hof van Delft; 13. Jkfr. Hendrika Cornelia Röling / Roeling (zie: 21.9).

20.6 Jkr. Hendrik Rooling , geboren op 17-06-1845 te Overschie, overleden op 20-01-1922 te Overschie. Zoon van Adrianus Rooling en Geertruida Suijker (zie: 19.3). Gehuwd op 18-04-1874 te Overschie met Maria Snijders , geboren op 24-03-1849 te Overschie, overleden op 24-09-1924 te Overschie. Dochter van Leonardus Snijders en Gerritje van Vliet .

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Geertruida Hendrika Rooling , geboren op 19-08-1876 te Overschie, overleden op 08-10- 1876 te Overschie;

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 2. Jkfr. Gerarda Maria Rooling , geboren op 16-10-1877 te Overschie, overleden op 21-01-1878 te Overschie; 3. Jkr. Adrianus Rooling , warmoeziersknecht, geboren op 01-06-1879 te Overschie. Gehuwd op 28-04-1926 te Schiedam met Magdalena Maria Schlüter , geboren op 31-08-1891 te Schiedam. Dochter van Casparus Henricus Johannes Schlüter , fabrieksarbeider, en Magdalena van den Berg ; 4. Jkr. Leonardus Johannes Rooling , geboren op 02-06-1881 te Overschie, overleden op 12-11- 1884 te Overschie; 5. Jkr. Gerardus Johannes Rooling , fabrieksarbeider, geboren 29-03-1884 te Overschie. Gehuwd op 13-10-1926 te Schiedam met Maria Liduina Wuisman , geboren op 11-04-1891 te Schiedam. Dochter van Wouterus Johannes Wuisman en Maria van Vliet , steenkolenhandelaarster; 6. Jkfr. Geertruda Helena Maria Rooling (zie: 21.10).

20.7 Jkfr. Maria Rooling , geboren op 19-11-1846 te Overschie. Dochter van Adrianus Rooling en Geer- truida Suijker (zie: 19.3). Gehuwd op 26-04-1873 te Overschie met Hendricus Overgaag , geboren in circa 1846 te Kralingen. Zoon van Cornelis Overgaag en Joanna van der Drift .

Uit dit huwelijk:

1. Adrianus Overgaag , geboren in circa 1875 te Kralingen. Gehuwd op 07-11-1912 te Rotterdam met Cornelia Maria Zuring , geboren in circa 1878 te Hillegersberg. Dochter van Adrianus Zuring en Adriana Cornelia Vermeulen ; 2. Johanna Catharina Overgaag , geboren in circa 1877 te Kralingen. Gehuwd op 06-05-1908 te Rotterdam met Leendert Pieter van den Enden , geboren in circa 1874 te Maasland. Zoon van Leonardus van den Enden en Helena Hofstede ; 3. Cornelia Overgaag , geboren in circa 1884 te Kralingen. Gehuwd op 18-09-1912 te Rotterdam met Petrus Cornelis van der Zanden , geboren in circa 1878 te Monster. Zoon van Hendrikus van der Zanden en Margaretha de Koning ; 4. Maria Magdalena Overgaag , geboren in circa 1887 te Kralingen. Gehuwd op 24-09-1919 te Rotterdam met Leonardus Arnoldus van Zijl , geboren in circa 1891 te Monster. Zoon van Wilhelmus Arnoldus van Zijl en Adriana Everdina Post .

20.8 Jkfr. Jacoba Rooling , geboren op 20-02-1849 te Overschie, overleden op 28-09-1900 te Overschie. Dochter van Adrianus Rooling en Geertruida Suijker (zie: 19.3).

20.9 Jkr. Leonardus Rooling , geboren op 28-10-1850 te Overschie, Rooms-Katholiek gedoopt op 30-10- 1850 te Overschie, overleden op 18-03-1938 te Overschie. Zoon van Adrianus Rooling en Geertruida Suijker (zie: 19.3). Gehuwd (1) op 27-04-1877 te Zegwaart met Anna Wilhelmina Langelaan , geboren op 12-04-1852 te Nootdorp, overleden op 30-05-1913 te Overschie. Dochter van Jacobus Langelaan en Catharina (Trijntje) de Wit . Gehuwd (2) op 02-06-1925 te Overschie met Wilhel- mina Maria Vermeulen , geboren in circa 1878 te Hazerswoude, dochter van Franciscus Vermeulen en Anna van der Poel .

Leonardus was van beroep veehouder. Op het bidprentje van Leonardus stond zijn naam geschreven als Röhling, wat aangeeft dat de geslachtsnaam tenminste tot de 20 ste generatie door de familie op deze wijze geschreven werd. In het adresboek van Overschie uit 1931 stond vermeld dat de gepen- sioneerde Leonardus woonachtig was op de Zestienhovensekade 65. Hij was erg gesteld op zijn kleinkinderen. Toen zijn kleinzoon Leen van Koppen (zie: 21.13) op 16-jarige leeftijd tyfus kreeg bleef hij hem bezoeken, ondanks het besmettingsgevaar. Na het overlijden van Leonardus bleef Wilhelmina op de Zestienhovensekade wonen, zoals blijkt uit het adresboek van Overschie uit 1938.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkfr. Geertruida Maria Rooling (zie: 21.11);

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 2. Jkfr. Catharina Wilhelmina Rooling (zie: 21.12); 3. Jkr. Adrianus Rooling , geboren op 03-07-1880 te Hillegersberg, overleden op 01-04-1889 te Hillegersberg; 4. Jkr. Jacobus Rooling , geboren op 29-12-1881 te Hillegersberg, overleden op 14-06-1884 te Hillegersberg; 5. Jkr. Hendrikus Rooling , geboren op 13-03-1884 te Hillegersberg, overleden op 30-03-1884 te Hillegersberg (in de akte stond vermeld: “dochter van…”; 6. Jkfr. Anna Wilhelmina Rooling (zie: 21.13); 7. Jkr. Jacobus Hendricus Rooling , geboren op 14-08-1887 te Hillegersberg, overleden op 14-12-1887 te Hillegersberg; 8. Jkfr. Maria Jacoba Rooling (zie: 21.14); 9. Jkr. Adrianus Jacobus Rooling , geboren op 16-07-1890 te Hillegersberg, overleden op 19-07- 1890 te Hillegersberg; 10. Jkr. Adrianus Jacobus Rooling , geboren op 04-10-1893 te Hillegersberg, overleden op 13-01- 1895 te Hillegersberg.

20.10 Jkr. Johannes Rooling , geboren op 27-10-1852 om 21:30 uur te Overschie, overleden op 02-12-1873 te Overschie. Zoon van Adrianus Rooling en Geertruida Suijker (zie: 19.3).

20.11 Jkfr. Geertruijda Rooling , geboren op 13-12-1854 te Overschie. Dochter van Adrianus Rooling en Geertruida Suijker (zie: 19.3). Gehuwd op 21-01-1888 te Overschie met Adrianus Brouwer , geboren in circa 1850 te Zoetermeer. Zoon van Jacobus Brouwer en Anna Boonekamp .

Uit dit huwelijk:

1. Jacobus Adrianus Brouwer , geboren in circa 1890, overleden op 17-04-1893 te Overschie.

20.12 Jkfr. Magdalena Maria (Lena) Rooling , geboren op 18-04-1862 om 23:00 uur te Overschie, over- leden op 28-12-1923 om 11:00 uur te Kethel en Spaland. Dochter van Adrianus Rooling en Geertrui- da Suijker (zie: 19.3). Gehuwd op 20-10-1883 te Overschie (getuigen: Leendert Pieter Lansbergen, Hermanus Hafschenscheid, Martinus Bernardus van Kleef, Cornelis Lansbergen) met Thomas Lans- bergen , geboren op 21-03-1858 om 20:00 uur te Kethel en Spaland, overleden op 12-02-1942 om 12:15 uur te Schiedam. Zoon van Leendert Lansbergen en Cornelia de Vette . Thomas was van be- roep veehouder.

Uit dit huwelijk:

1. Adrianus Henricus Lansbergen , geboren op 02-09-1887 te Kethel en Spaland; 2. Leonardus Joseph Lansbergen , geboren op 19-03-1892 te Kethel en Spaland; 3. Geertruida Maria Lansbergen , geboren op 26-10-1893 te Kethel en Spaland; 4. Cornelis Joseph Lansbergen , geboren op 02-10-1895 te Kethel en Spaland; 5. Cornelia Maria Lansbergen , geboren op 06-01-1900 te Kethel en Spaland.

20.13 Jkfr. Maria Roeling , geboren op 22-02-1848 om 04.30 uur te Kethel en Spaland, overleden op 11- 03-1934 om 10:00 uur te Hillegersberg. Dochter van Theodorus Roeling en Cornelia Stolk (zie: 19.4). Gehuwd op 26-07-1869 te Kethel en Spaland met Thomas Heydra , geboren op 16-10-1844 te Kethel en Spaland, Rooms-Katholiek gedoopt op 17-10-1844 te Kethel en Spaland, overleden op 17-03-1900 te Hillegersberg. Zoon van Johannes (Joannes) Heydra en Quirina de Vette . Thomas was van be- roep veehouder en melkverkoper. Het gezin woonde op de Nieuw Terbregscheweg 195.

Uit dit huwelijk:

1. Quirina Cornelia Heydra , geboren op 06-05-1870 te Overschie, overleden op 07-09-1953 te Schiedam. Gehuwd op 07-09-1910 te Kethel en Spaland met Wilhelmina Gerardus Terhorst ,

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info veehouder, geboren op 09-08-1864 te Kethel, overleden op 07-09-1936 te Kethel; 2. Cornelia Jacoba Heydra , geboren op 01-05-1871 te Overschie, overleden op 25-11-1956 te Nootdorp. Gehuwd op 28-12-1921 te Hillegersberg met Antonius Bernardus van Rijn , geboren op 29-10-1871 te Overschie, overleden op 27-06-1944 te Leidschendam. Zoon van Abraham van Rijn en Maria Christina Schmits ; 3. Johannes Heydra , geboren op 22-03-1872 te Overschie, overleden op 21-10-1946 te Rotterdam; 4. Theodorus Heydra , geboren op 29-03-1874 te Overschie, overleden op 10-03-1936 te Hillegersberg. Gehuwd op 07-07-1904 te Overschie met Johanna Margaretha van Rijn, geboren op 07-08-1874 te Overschie. Zuster van Antonius Bernardus van Rijn en dochter van Abraham van Rijn en Maria Christina Schmits ; 5. Clazina Maria Heydra , geboren op 04-05-1875 te Overschie, overleden op 27-07-1875 te Overschie; 6. Leonardus Johannes Heydra , melkverkoper, geboren op 20-12-1876 te Overschie, overleden op 26- 05-1956 te Rotterdam. Gehuwd (1) op 29-07-1908 te Rotterdam met Magdalena Cornelia van Dijk , geboren op 24-11-1880 te Schiebroek, overleden op 15-03-1929 te Hillegersberg. Dochter van Adrianus Theodorus van Dijk en Anna Wilhelmina Ham . Gehuwd (2) op 21-01-1932 te Stompwijk met Sophia Kamps ; 7. Arnoldus Jacobus Heydra , geboren op 05-03-1878 te Overschie, overleden op 27-08-1880 te Overschie; 8. Gerardus Heydra , geboren op 15-02-1879 te Overschie. Gehuwd op 18-11-1903 te Rotterdam met Elisabeth Petronella Plasmans , geboren in circa 1884 te Bergen op Zoom. Dochter van Jan Plasmans en Cornelia Hendrica Elzakkers ; 9. Jacoba Maria Heydra , geboren op 06-07-1880 te Overschie, overleden op 30-08-1908 te Rotterdam; 10. Maria Heydra , geboren op 22-10-1881 te Overschie, overleden op 29-02-1892 te Hillegersberg; 11. Clazina Heydra , geboren op 17-10-1882 te Overschie; 12. Adriana Heydra , geboren op 11-02-1884 te Overschie; 13. Arnoldus Henricus Heydra , geboren op 07-07-1885 te Overschie, overleden op 07-03-1886 te Overschie; 14. Arnolda Hendrika Heydra , geboren op 03-11-1886 te Overschie, gehuwd op 01-07-1914 te Rotterdam met Cornelis Damianus van Lochem , geboren op 19-03-1888 te Bergschenhoek. Zoon van Johannes van Lochem en Petronella IJsselstein ; 15. Gijsberta Hendrika Heydra , geboren op 17-02-1888 te Overschie, overleden op 25-06-1888 te Hillegersberg;

20.14 Jkr. Hendrik (Hein) Roeling , geboren op 03-03-1849 om 21.00 uur te Kethel en Spaland, overleden op 28-04-1936 om 23.30 uur te Schiedam. Zoon van Theodorus Röling/ Roeling en Cornelia Stolk (zie: 19.4). Gehuwd op 22-04-1887 te Maasland met Gijsberta Ruigrok , geboren op 27-04-1856 te Maasland, overleden op 17-02-1927 te Delft. Dochter van Michael Ruigrok en Maria Ham .

De familie Ruigrok vestigde zich in 1872 te Vlaardinger-Ambacht. Hein was van beroep veehouder en pachtte van het bisdom Haarlem de St. Jacobushoeve aan de Kerkweg te Kethel. Deze hoeve werd ná de Tweede Wereldoorlog afgebroken door gebrek aan land. Vanaf 1890 was Hein tevens Kerk- meester bij de parochiekerk St. Jacobus de Meerdere te Kethel en vierde op 08-11-1930 zijn 40 jarig jubileum. In deze functie was Hein betrokken bij de bouw van de nieuwe kerk aan de Kerkweg die de oude schuilkerk aan de andere zijde van de weg moest vervangen. Hij was verantwoordelijk voor het onderhoud van het kerkgebouw, voerde controles en inspecties uit en, rekening houdende met de begroting, liet hij dingen vernieuwen of repareren.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Cornelia Maria Roeling (zie: 21.15); 2. Jkr. Machiel Cornelis Roeling , geboren op 07-08-1889 om 18.00 uur te Kethel en Spaland, overleden op 26-11-1889 te Kethel en Spaland; 3. Jkr. Theodorus Martinus Roeling , geboren op 04-12-1890 om 22.30 uur te Kethel en Spaland, overleden op 10-06-1891 te Kethel en Spaland;

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 4. Jkfr. Maria Johanna Roeling (zie: 21.16); 5. Jkr. Theodorus Wilhelmus Roeling (zie: 21.17); 6. Jkr. Machiel Wilhelmus Roeling , geboren op 10-05-1896 om 19.30 uur te Kethel en Spaland, overleden op 24-05-1896 te Kethel en Spaland; 7. Jkfr. Maria Arnolda Roeling (zie: 21.18).

20.15 Jkr. Martinus (Maarten) Roeling , geboren op 11-03-1850 om 04.00 uur te Kethel en Spaland (Wijk A nummer 5), overleden op 26-08-1934 om 09:00 uur te Overschie. Zoon van Theodorus Röling / Roeling en Cornelia Stolk (zie: 19.4). Gehuwd (1) op 03-11-1877 te Overschie (getuigen: Dingeman Grootenboer, Nellem Nicolai, Meyander Bolk en Floris Johannes Parie) met Maria van der Moor , geboren op 18-11-1850 te Bergschenhoek, overleden op 29-05-1919 om 17:00 uur te Overschie (wijk B, nummer 60). Dochter van Petrus van der Moor en Petronella den Hollander . Gehuwd (2) op 03- 11-1920 te Overschie met Johanna Kouwenhoven , geboren op 10-03-1870 te Zoetermeer, Rooms- Katholiek gedoopt op 11-03-1870 te Zoetermeer (getuigen: Franciscus Kouwenhoven en Joanna Kouwenhoven uit Zoetermeer), overleden op 20-10-1962 te Made. Dochter van Johannes Kouwen- hoven , arbeider, en Johanna Kramer . Johanna had een tweelingzus die Cornelia heette.

Martinus werd vernoemd naar zijn grootvader Martinus Stolk. Op 03-11-1877 huwde hij met Maria van der Moor met wie hij zes kinderen kreeg. Zij waren woonachtig aan de Oudendijk wijk B nummer 1 te Schiedam. De Oudendijk vormde de scheiding tussen de Oost- en Westabtspolder. Op 04-05-1892 verhuisden zij naar Overschie en vestigden zich in het katholieke deel van het dorp. Daar kochten zij een boerderij uit circa 1750 en bouwden een succesvolle vee- en melkboerderij op. Martinus noemde de boerderij de Mariahoeve, naar zijn echtgenote. Uit deze tijd is nog het nodige gereedschap bewaard gebleven, evenals zijn genees- en verloskundig handboek van het Vee uit 1853 met daarin genoteerd zijn eigen middeltjes tegen zwerende poten en ‘wateren’. In Overschie kende men de boerderij voornamelijk als “de boerderij van Roeling”. Samen met de tas (een grote houten schuur) en de stallen was deze gevestigd aan de Zestienhovensekade 139, 141 en 143, in de volksmond ook wel de “Ka” genoemd, vlak bij de sluis die de Vaart en de Schie destijds met elkaar verbond. De landerijen bevonden zich in de Zestienhovensche Polder, het huidige Park Zestienhoven. Uit archieven van museum Oud Overschie kan geconcludeerd worden dat het totale oppervlakte van de landerijen op zijn hoogtepunt circa 25 hectare bedroeg. Hoewel het land wel bereikbaar was via het zwartepad (kolenpad), gelegen langs de boerderij van Van Koppen, gebruikte Martinus veelal de schuit om via de Vaart naar zijn land te varen. Hoewel een boer aan het begin van de 20 ste eeuw gemiddeld vijf koeien bezat, hadden sommige boeren in Overschie en omstreken wel tot honderd koeien op hun land rondlopen, een voor die tijd bijna onwaarschijnlijke hoeveelheid. Dit was mogelijk doordat zij hun koeien voerden met spoeling, een afvalproduct van de jeneverbranderijen in Schiedam. Vroeger stond deze regio dan ook bekend als het spoelingdistrict, wekelijks kwam in Overschie de spoelingschuit langs. Het gezegde “Vele varkens maken de spoeling dun” is afkomstig uit deze tijd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de boeren in deze regio welgesteld waren en tijd over hadden voor maatschappelijke nevenfuncties. In 1898 werd Martinus dan ook lid van het Overschiese feestcomité dat werd gevormd ter gelegen- heid van de kroningsfeesten voor de inhuldiging van koningin Wilhelmina op 06-09-1898. Tevens werd hij benoemd tot bestuurder van de Nederlandsche Boerenbond van de “afdeeling Schiedam en Omstreken”. In 1905 had hij zijn termijn vervuld en trad hij af. Martinus was ook op politiek vlak actief. In de Pius-almanak van 1903 werd hij vermeld als secretaris van de Overschiese afdeling van de Algemeene Bond van R.K. Kiesvereeniging. Martinus kende echter ook zakelijke tegenslagen. In de ochtend van 20-01-1904 werd namelijk een derde geval binnen drie dagen van miltvuur bij een koe geconstateerd. Het Rotterdamsch Nieuwsblad meldde dat deze dezelfde dag nog door de politie werd verbrand. Wellicht dat Martinus zich naar aanleiding hiervan ging verdiepen in een verzekering tegen toekomstige tegenslagen. Samen met enkele andere vooraanstaande leden van de Overschiese samenleving werd besloten een brandverzekeringsmaatschappij op te richten. Op 02-08-1904 vond de oprichtingsvergadering van de “Coöperatieve Brandwaarborg Maatschappij Overschie en Omstreken” plaats, waarbij R.A. de Kroes als voorzitter werd gekozen, L. Hoogerbrugge tot vice-voorzitter en P. Hack tot secretaris/ penning-

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info meester. De bestuursleden waren A. van der Eijk, P. Langeveld, A.W.F. Jonkergouw, G. Heinsbroek, B. de Kroes en M. Roeling. Na de eerste vergadering gingen zij trots op de foto voor het nageslacht. De stichtingskosten bedroegen fl. 248,50. Er was echter nog geen geld in kas. De voorzitter en vice- voorzitter besloten tijdens de vergadering ieder een renteloos voorschot te verstrekken van fl. 125,00, terug te betalen zodra er voldoende geld in kas zou zijn. Ze kregen er een spontaan applaus voor. Een paar maanden later kreeg ieder alvast fl. 70,00 terug en weer later ook de resterende fl. 55,00. In de eerste maanden zorgde het bestuur voor de inschrijvingen van verzekeringen en het binnenhalen van nieuwe leden wat zich ontwikkelde tot een kleine wedstrijd tot op 29-12-1904 Martinus “de vlag kreeg en de held van dien avond was.” Uit het boekje 25 jaar Onderlinge Brandverzekering lezen wij onder andere: “Deze heer leverde dien avond 17 nieuwe verzekeringen in met een verzekerd bedrag van fl. 39.825,- en mocht het bedrag al eens meer voor of na dien tijd zijn benaderd of overschreden, het aantal polissen is door een bestuurslid nimmer meer bereikt.” Reeds bij de tweede vergadering nam G. Heinsbroek ontslag en werd Martinus in zijn plaats benoemd tot taxateur. Tijdens het 25 jarig bestaan van de maatschappij werden de bestuursleden gehuldigd met een feestlied en een diner in restaurant Riche, waarvan de menukaart nog bewaard is gebleven. Op 17-01-1905 werd tijdens een vergadering van de Nederlandschen Boerenbond, afdeling “Schie- dam en omstreken” aangekondigd dat runderen die geacht werden aan tuberculose te lijden tegen schadeloosstelling door het Rijk zouden worden overgenomen. Martinus werd benoemd tot deskun- dige schatter (taxateur) van de geleden schade in Overschie (op 22-01-1909 volgde voor deze functie een herbenoeming). Tijdens dezelfde vergadering in 1905 stelde Martinus met mede bestuurslid Hoogerbrugge voor een onderling veefonds te stichten alsmede een Boerenleenbank voor Overschie op te richten. Na enige discussie werd besloten dat het bestuur de nodige stappen zou doen tot op- richting van beide. Hiermee werd Martinus een van de oprichters van de Boerenleenbank Overschie. Martinus was ook lid van het comité ter gelegenheid van de onafhankelijkheidsfeesten. Het hoogte- punt van deze functie was wel de organisatie van de optocht ter ere van het eeuwfeest van de Neder- landse onafhankelijkheid op 28-08-1913, waarbij de geschiedenis nauwkeurig werd nagespeeld. Naast zijn nevenactiviteiten voor de brandwaarborgmaatschappij en de Oranjevereniging was Mart- inus (tot op hoge leeftijd) actief binnen de kerk, zo werd hij in het Overschies adresboek van 1931 vermeld als voorzitter van het armbestuur van de Rooms-Katholieke kerk St. Petrus’ Banden (in de Pius-almanak van 1913 stond hij reeds vermeld als secretaris). Martinus was ook bedreven in genealogisch onderzoek en had hiervoor ongetwijfeld contact met verwanten uit Duitsland. Uitgaande van de door hem opgestelde stamboom zal Martinus contact hebben gehad met ten minste één van de kinderen van Johann Hermann Rohling (zie: 19.13). Op 29- 05-1919 overleed Maria. Na iets meer dan een jaar huwde de zeventig jarige Martinus met de twintig jaar jongere Johanna Kouwenhoven. Zijn laatste jaren bracht Martinus door als rentenier. Zijn zoon Martinus Arnoldus nam het bedrijf aan de Zestienhovensekade 141 over. Na het over- lijden van Martinus betrok zijn weduwe het huis op nummer 139. In 1946 had zij nog 1 stem in de waarborgmaatschappij, wat betekende dat zij voor het laagst mogelijk bedrag verzekerd was. Een hoge verzekering was ook niet langer nodig, de boerderij was immers eigendom geworden van haar stiefzoon Martinus Arnoldus. Op 07-08-1952 werd Johanna ingeschreven in de Kerkstraat 10 te Made, waar zij haar laatste levensjaren doorbracht in het klooster (Liefdegesticht) als Zuster van Liefde. De familie bracht echter nog regelmatig een bezoek aan haar.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkfr. Cornelia Petronella (Cor) Roeling (zie: 21.19); 2. Jkr. Petrus Johannes Theodorus (Piet) Roeling (zie: 21.20); 3. Jkr. Theodorus Wilhelmus Roeling , geboren op 22-07-1881 om 21:00 uur te Schiedam, overleden op 17-07-1885 te Schiedam; 4. Jkr. Johannes Antonius (Jan) Roeling (zie: 21.21); 5. Jkr. Martinus Arnoldus (Tinus) Roeling (zie: 21.22); 6. Jkr. Theodorus Hendrikus Roeling , geboren op 22-08-1886 te Schiedam, overleden op 23-02- 1895 om 20:00 uur te Overschie.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 20.16 Jkfr. Jacoba Roeling , geboren op 05-03-1853 om 21.00 uur te Kethel en Spaland, overleden op 28- 08-1937 te Overschie. Dochter van Theodorus Röling / Roeling en Cornelia Stolk (zie: 19.4). Gehuwd op 27-04-1880 te Kethel en Spaland met Wilhelmus (Willem) Olsthoorn , geboren op 27-10-1854 te Kethel en Spaland, Rooms-Katholiek gedoopt op 28-10-1854 te Kethel en Spaland, overleden op 12- 03-1928 te Kethel en Spaland, Rooms-Katholiek begraven op 16-03-1928 te Kethel en Spaland. Zoon van Adrianus Olsthoorn en Gerritje van Vliet . Willem was van beroep bouwknecht.

Uit dit huwelijk:

1. Adrianus Theodorus Olsthoorn , geboren op 24-03-1881 te Hof van Delft, overleden op 29-10- 1962 te Pijnacker; 2. Cornelia Maria Olsthoorn , geboren op 10-04-1882 te Hof van Delft; 3. Theodorus Hendricus Olsthoorn , geboren op 28-04-1883 te Hof van Delft; 4. Gerarda Maria Olsthoorn , geboren op 17-06-1884 te Delft, overleden op 17-02-1968 te Hof van Delft; 5. Maria Johanna Olsthoorn , geboren op 24-02-1886 te Hof van Delft, overleden op 09-11-1886 te Hof van Delft; 6. Hendrik Wilhelmus Olsthoorn , geboren op 08-07-1888 te Hof van Delft, overleden op 25-08- 1888 te Hof van Delft; 7. Arnoldus Adrianus Olthoorn , geboren op 15-01-1890 te Hof van Delft, overleden op 13-07- 1972 te Schiedam-Kethel. Gehuwd op 09-07-1924 te Rotterdam met Anna Elisabeth Klara Bussing , geboren in circa 1886 te ’s Gravenhage. Dochter van Gerardus Bussing en Maria Catharina van der Wijngaard ; 8. Adrianus Wilhelmus Olsthoorn , geboren op 18-04-1891 te Hof van Delft, overleden op 03-03- 1892 te Hof van Delft; 9. Gijsberta Jacoba Olsthoorn , geboren op 02-12-1892 te Hof van Delft, overleden op 09-02-1893 te Hof van Delft; 10. Wilhelmus Hendrikus Jozef Olsthoorn , geboren in 03-1895 te Hof van Delft, overleden op 16- 12-1895 te Hof van Delft; 11. Margaretha Jacoba Ludewina Olsthoorn , geboren op 25-04-1897 te Hof van Delft, overleden op 13-04-1985 te Naaldwijk. Gehuwd op 06-05-1925 te Hillegersberg met Wilhelmus Albertus Heppe .

20.17 Jkr. Arnoldus (Arend) Ro(e)ling , geboren op 26-02-1860 om 22.00 uur te Kethel en Spaland, over- leden op 18-11-1943 te Venray, Rooms-Katholiek begraven op 22-11-1943 te Schipluiden. Zoon van Theodorus Röling / Roeling en Cornelia Stolk (zie: 19.4). Gehuwd op 26-04-1882 te Kethel en Spa- land met Maria de Vette , geboren op 20-12-1859 te Kethel en Spaland, overleden op 28-10-1935 te Schipluiden, begraven te Schipluiden. Dochter van Arnoldus de Vette en Maria Droog .

Arend was veehouder en pachtte vanaf 04-05-1882 de boerderij aan Kerkpolderkade 60, de huidige Tramkade 14, te Schipluiden die door de burgemeester van Hodenpijl, Dirk Ammerlaan, in 1870 was gebouwd. Kort voordat Arend de boerderij met 24 hectare land betrok kwam het in bezit van het geslacht Van Brienen. In 1908 ging het over op de Radboutstichting. De rentmeester kwam jaarlijks langs om de financiën en de staat van het eigendom door te nemen. De stichting investeerde alleen het hoogst noodzakelijke in de bedrijven of de wegen er naar toe. Arend was ook politiek actief en werd in de Pius-almanak van 1913 vermeld als peningmeester van de afdeling Schipluiden “recht en plicht” van de R.K. Kiesvereeniging. In 1928 stopte Arend met boeren en ging het bedrijf over op zijn kinderen. Arend was 44 jaar Armmeester van de parochie van de Heilige Jacobus den Meerdere en sinds de oprichting bestuurslid van de Coöperatieve Brandwaarborgmaatschappij “De Eendracht”.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Cornelia Maria Roeling , geboren op 11-02-1883 te Schipluiden, overleden op 06-01-1884 te Schipluiden;

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 2. Jkfr. Maria Johanna (Mie) Roeling (zie: 21.23); 3. Jkr. Theodorus Arnoldus Roeling , geboren op 24-04-1886 te Schipluiden, overleden op 10-07- 1889 te Schipluiden; 4. Jkfr. Cornelia Maria Roeling , geboren op 31-10-1887 te Schipluiden, overleden op 24-01-1888 te Schipluiden; 5. Jkr. Arnoldus Gerardus (Arend) Roeling (zie: 21.24); 6. Jkfr. Cornelia Gijsberta Maria (Kee) Roeling (zie: 21.25); 7. Jkr. Theodorus Josephus Roeling , geboren op 19-03-1891 te Schipluiden, overleden op 18-04- 1891 te Schipluiden; 8. Jkr. Theodorus Martinus (Dorus) Roeling (zie: 21.26); 9. Jkfr. Agatha Maria (Agaath) Roeling (zie: 21.27); 10. Jkr. Hendricus Antonius (Henkie) Roeling , geboren op 08-08-1897 te Schipluiden, overleden op 10-05-1905 te Schipluiden. Henkie klom samen met een vriendje op het dak van het ouderlijk huis. Toen hij op een zeker moment zag dat zijn vader er aan kwam, schrok hij zo, dat hij van het dak viel. Hij overleefde de val niet; 11. Jkr. Thomas Antonius (Thomas) Roeling (zie: 21.28); 12. Onbekende dochter , levenloos geboren op 29-11-1903 te Schipluiden.

20.18 Jkfr. Margaretha Adelheid Rohling , geboren op 25-02-1837 te Baccum. Dochter van Gerhard Bernhard Rohling en Margaretha Adelheid Brinker (zie: 19.5). Gehuwd op 24-07-1865 te Baccum met Johann Heinrich Stümpel , geboren op 07-01-1835 te Beesten.

Uit dit huwelijk:

1. Maria Agnes Stümpel , geboren in 1866, overleden in 1870; 2. Anna Carolina Stümpel , geboren in 1868, overleden in 1884; 3. Maria Agnes Stümpel , geboren in 1871; 4. Maria Christina Stümpel , geboren in 1873.

20.19 Jkr. Gerhard Heinrich Rohling , geboren op 02-01-1839 te Baccum. Zoon van Gerhard Bernhard Rohling en Margaretha Adelheid Brinker (zie: 19.5). Gehuwd op 25-02-1873 te Baccum met Maria Christina Theresia Jansen , geboren op 22-12-1846. Gerhard was pachter te Münnigbüren.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Margaretha Agnes Roling , geboren in 1873, overleden op 21-04-1884; 2. Jkfr. Anna Christina Roling , geboren in 1875.

20.20 Jkr. Bernhard Heinrich Roling , geboren op 03-02-1843 te Baccum. Zoon van Gerhard Bernhard Rohling en Margaretha Adelheid Brinker (zie: 19.5). Op 17-05-1866 arriveerde Bernhard in New York, samen met zijn zuster Christina (zie: 20.21) en neef Gerhard Bernhard Krieger (zie: 19.8).

20.21 Jkfr. Maria Christina (Christina) Roling , geboren op 11-02-1843 te Baccum. Dochter van Gerhard Bernhard Rohling en Margaretha Adelheid Brinker (zie: 19.5). Op 17-05-1866 arriveerde Christina in New York, samen met haar broer Bernhard (zie: 20.20) en neef Gerhard Bernhard Krieger (zie: 19.8). De naam van het schip waar zij mee reisden was “Edward”.

20.22 Jkr. Johann Clemens Roling , geboren op 25-07-1845 te Baccum, overleden op 08-08-1926 te Cin- cinnati, 6247 Cary Ave., Hamilton, Ohio, V.S. (aan de gevolgen van meningitis, oftewel hersenvlies- ontsteking), begraven op 11-08-1926 te St. Jos Old. Zoon van Gerhard Bernhard Rohling en Marga- retha Adelheid Brinker (zie: 19.5). Gehuwd met Magdalena (Lena) Bowman (Bauman) , geboren op 27-03-1856 te Oldenburg, Indiana, overleden op 19-09-1927, begraven op 21-09-1927 te St. Jos. New. Dochter van Chris Bowman . Johann vertrok omstreeks 1870 naar de V.S. en vestigde zich te Cincinnati. In 1910 woonde hij in Cincinnatti Ward 13, Hamilton, Ohio, en was van beroep melkman.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Bernard Clemens Roling , geboren op 04-07-1880, overleden op 06-10-1912, begraven op 09-10-1912 te St. Jos New. Bernard was van beroep melkman en overleed ongehuwd; 2. Jkfr. Bernardina Roling (zie: 21.29); 3. Jkfr. Catherine (Katie) Roling , geboren in november 1883; 4. Jkr. Henry Roling , geboren op 08-11-1884, overleden op 23-02-1940 te Cincinnati, Hamilton, Ohio. Henry was ongehuwd. In 1930 woonde hij in bij zijn zuster Bernardina.

20.23 Jkr. Johann Gerhard Roling , zoon van Johann Wilhelm Ro(h)ling en Anna Margaretha Langen (zie: 19.6). Gehuwd op 13-02-1838 te Thuine met Gesina Adelheid Mensen , geboren in 1814 te Thuine.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Bernhard Heinrich Roling , geboren op 20-08-1844 te Thuine; 2. Jkr. Johann Josef (Johann Joseph) Roling (zie: 21.30); 3. Jkfr. Maria Elisabeth Roling , geboren op 29-08-1851 te Thuine.

20.24 Jkr. Gerardus Roling , geboren op 02-02-1837 te Kethel, overleden op 15-01-1908 te Delft. Zoon van Johannes Hermann Roling en Cornelia Franse (Franssen) (zie: 19.7). Gehuwd op 22-05-1867 te Kethel met Johanna Kloppers , geboren op 20-06-1842 te Maasland, overleden op 27-10-1923 te Delft. Dochter van Pieter Kloppers en Alida Kooimans .

Gerardus was van beroep bierbrouwersknecht.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Cornelia Roling , geboren op 26-10-1868, overleden op 28-10-1875 te Delft; 2. Jkr. Petrus Roling (zie: 21.31); 3. Jkr. Johannes Wilhelmus Roling , geboren op 19-12-1873 te Overschie; 4. Jkfr. Alida Helena Roling , geboren op 07-07-1875 te Delft, overleden op 05-09-1909 te Delft; 5. Jkr. Johannes Cornelis Roling , geboren op 04-04-1878 te Delft, overleden op 13-05-1878 te Delft; 6. Jkr. Johannes Roling , geboren op 01-09-1879 te Delft, overleden op 29-09-1879 te Delft; 7. Jkfr. Maria Cornelia Roling , geboren 21-10-1882 te Delft, overleden op 21-05-1883 te Delft.

20.25 Jkfr. Cornelia Roling , geboren op 08-07-1839 te Kethel. Dochter van Johannes Hermann Roling en Cornelia Franse (Franssen) (zie: 19.7). Gehuwd (1) op 07-04-1869 te Kethel met de schipper Wilhel- mus Cornelis Fredericus Weyers , geboren op 30-01-1836 te Nijmegen. Zoon van Cornelis Weyers en Anna Catharina van den Eynden . Gehuwd (2) op 01-05-1875 te Overschie met Adrianus (Arie) van den Ende , geboren op 23-04-1821 te Wateringen, overleden op 06-02-1879 te Pijnacker (Arie was eerder gehuwd op 01-05-1846 te Pijnacker met Theodora van Velzen), zoon van Arie van den Ende en Elisabeth van der Kleij . Gehuwd (3) op 23-01-1889 te Delft met Hendericus Rodenrijs , geboren in circa 1848 te Zouteveen. Zoon van Melis Rodenrijs en Maria Stolk .

Uit het tweede huwelijk:

1. Theodora Maria van den Ende , geboren op 30-03-1876 te Pijnacker; 2. Cornelia Catharina van den Ende , geboren op 07-05-1878 te Pijnacker.

20.26 Jkfr. Margaretha Roling , geboren op 23-01-1841 te Kethel, overleden op 23-01-1913 te Delft. Dochter van Johannes Hermann Roling en Cornelia Franse (Franssen) (zie: 19.7). Gehuwd op 25-05- 1864 te Kethel met de watermolenaar Johannes Vlugman , geboren op 19-11-1830 te Kethel, over- leden op 15-06-1893 te Kethel. Zoon van Jacob Vlugman en Anna Kortekaas .

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit dit huwelijk:

1. Jacobus Vlugman , watermolenaar, geboren op 08-04-1865 te Kethel en Spaland. Gehuwd op 25-08-1895 te Vlaardinger-Ambacht met Cornelia Agatha Rijgersbergen , geboren op 21-03- 1864 te Kethel en Spaland. Dochter van Leonardus Rijgersbergen en Geertruida van der Lelie .

20.27 Jkfr. Cornelia Roling , geboren op 30-03-1852 te Kethel, overleden op 26-02-1880 te Kethel. Dochter van Johannes Hermann Roling en Cornelia Franse (Franssen) (zie: 19.7). Gehuwd op 29-05- 1877 te Kethel met Gijsbertus Voskuijl , geboren op 04-03-1847 te Hof van Delft, overleden op 04- 03-1905 te Kethel. Zoon van Adrianus Voskuijl en Johanna Kerklaan .

Cornelia was van beroep dienstbode, Gijsbertus was van beroep arbeider. Op de trouwakte schreef Cornelia haar naam als Röhling.

20.28 Jkr. Herman Henric Rohling (Rolinck) , geboren op 18-03-1850 te Helte, Rooms-Katholiek gedoopt op 19-03-1850 te Bokeloh (getuigen: Johann Bernard Robben, Kötter zu Helte, Catharina Adelheid Blanke, Magd zu Helte), overleden op 03-01-1923 te Cincinnati, Hamilton, Ohio, 4650 Barrow Ave., Rooms-Katholiek begraven op 06-01-1923 te St. Johns Cemetery. Zoon van Gerhard Henric Rohling en Maria Gertrud Robben (zie: 19.9). Gehuwd met Kate Braun (Kate Stierle ), geboren op 25-01- 1856 te Pennsylvania, overleden op 28-09-1925, begraven op 01-10-1925 te Vine Street Hill Ceme- tery. Dochter van Jacob Stierle en Walburga Gammar (Sommers) uit Duitsland. Kate was de weduwe van een zekere Braun , afkomstig uit Württemberg,

Op 16-01-1866 vertrok Herman naar de Verenigde Staten. Op 10-05-1866 arriveerde hij te Baltimore met het schip “Anna” (kapitein Meiners). Bij de volkstelling van 1920 bleek dat ook zijn stiefdochter Louise Braun, woonachtig was bij Herman.

Uit het huwelijk Braun – Stierle:

1. Louise Braun , geboren in 1883 te Ohio, overleden op 30-03-1958. Louise was van beroep verpleegkundige.

20.29 Jkr. Johann Bernard Heinrich (John Benjamin) Rohling , geboren op 06-09-1851 te Helte, Rooms-Katholiek gedoopt op 07-09-1851 te Bokeloh (getuigen: Johann Bernhard Rohling, Bürger zu Meppen en Maria Anna Robben, Magd zu Dörgen), overleden op 10-04-1920 te Hamilton Twp., Warren, Ohio, begraven op 13-04-1920 te Hopkinsville, Ohio. Zoon van Gerhard Henric Rohling en Marie Gertrud Robben (zie: 19.9).

Op 16-01-1866 vertrok Johann naar de Verenigde Staten. Van beroep was hij koopman. Johann woonde in 1900 in Mainville&Deerfield villages, Warren, Ohio, samen met Robert Cook, geboren in oktober 1834, overleden op 25-11-1910. Bij de volkstelling van 1910 bleek dat Johann nog altijd samen woonde met Robert. Over de relatie van Johann en Robert zijn geen verdere gegevens bekend.

20.30 Jkr. Bernard Hermann Rohling (Rolinck) , genaamd Wulf , geboren op 21-08-1853 te Helte, Rooms-Katholiek gedoopt op 22-08-1853 te Bokeloh (getuigen: Johann Bernard Wulf uit Schlag- brüggen en Anna Maria Robben uit Helte), overleden op 20-05-1933 te Emmeln. Zoon van Gerhard Henric Rohling en Maria Adelheid Wulf (zie: 19.9). Gehuwd (1) op 12-04-1880 te Stavern met Anna Maria Katharina Robben , geboren op 11-03-1852 te Spiek Apeldorn, overleden vóór 1895 te Schlagbrücken. Gehuwd (2) op 18-11-1895 te Meppen met Maria Lüken , geboren op 23-05-1872 te Haverbeck bei Haselüne, overleden op 19-09-1945.

Bernard was in 1880 van beroep dienstknecht, later kolonist en uiteindelijk landeigenaar.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit het eerste huwelijk:

1. Jkfr. Maria Angela Rohling , geboren op 18-08-1881 te Schlagbrücken. Zij had een relatie met Johann Stahl ; 2. Jkfr. Anna Margaretha Adelheid Rohling , geboren op 10-05-1885 te Schlagbrücken. Zij had een relatie met een onbekende Bahnarbeiter uit Rheine; 3. Jkfr. Anna Antonia Rohling , geboren op 24-10-1887 te Schlagbrücken. Zij had een relatie met een zekere Bruns uit Meppen; 4. Jkfr. Maria Frederika Theresia Rohling , genaamd Wulf , geboren op 07-09-1890 te Schlagbrücken. Gehuwd in 1914 te Meppen met Hermann Bernhard Hake , geboren op 16-08- 1884 te Hemsen; 5. Jkr. Bernhard Hermann Heinrich Rohling , geboren op 22-01-1893 te Schlagbrücken. Huzaar in de Eerste Wereldoorlog. Liep tijdens de oorlog een middenoorontsteking op en overleed in het Meppener Krankenhaus.

Uit het tweede huwelijk:

6. Jkr. Gerhard Heinrich Rohling , geboren op 16-11-1896 te Schlagbrücken, overleden op 26-06- 1917 te Arras, Frankrijk. Gerhard sneuvelde tijdens de Eerste Wereldoorlog; 7. Jkr. Hermann Heinrich Rohling (zie: 21.32); 8. Jkr. Gerhard Heinrich Rohling , geboren op 12-11-1902 te Schlagbrücken, overleden op 28-12- 1990. Gehuwd met Grete Schmitz , geboren op 24-03-1903 te Oberlangen. Gerhard was van beroep arbeider in een zagerij en Straßenwärter te Lathen (controleur van de wegen); 9. Jkfr. Helene Josephine Rohling , geboren op 26-01-1906 te Schlagbrücken, overleden op 27-08- 1969 te Lathen. Relatie met Bernhard Hagemann , schoenmaker te Niederlangen.

20.31 Jkr. Herman Henricus Rohling , geboren op 13-08-1845 te Meppen, Rooms-Katholiek gedoopt op 15-08-1845 te Meppen (getuigen: Lucas Lünsmann, Schneider zu Meppen, Anna Margaretha Roling, geb. Schlömer, Eignersfrau zu Pool, en Anna Margaretha Roling, geb. Wolbers uit Pool). Zoon van Johann Bernhard Rohling en Wilhelmine Lünsmann (zie: 19.12).

20.32 Jkr. Hermann Heinrich Rohling , geboren op 23-08-1844 te Haar, Rooms-Katholiek gedoopt op 25- 08-1844 te Wesuwe (getuigen: Gerhard Heinrich Rohling uit Helte en Catharina Elisabeth Wolbers uit Emmeln), overleden tussen 1895 en 1900 in de V.S. Zoon van Johann Hermann Rohling en Anna Margaretha Wolbers (zie: 19.13). Gehuwd op 17-09-1872 te Wesuwe (getuigen: Johann Hermann uit Osteresch en Elisabeth Beckel uit Klein Hesepe) met Anna Maria Gertrud Beckel , geboren op 22- 10-1839 te Groß Fullen, waarschijnlijk overleden op 06-08-1909 te Meeker, Minnesota. Dochter van Gerhard Hermann Beckel en Anna Maria Borde .

Hermann was landbouwer en in het bezit van zijn eigen landerijen. Anna was voor haar huwelijk dienstmeisje te Haar. In 1885 begon Hermann zijn vertrek naar Amerika voor te bereiden door zijn bezittingen te verkopen. In de “Katholischen Volksboten” van 13-12-1885 lezen wij: “Der Eigener H. H. Rohling aus Pool bei Dankern beabsichtigt wegen Auswanderung nach Amerika, am Dienstag, den 22. Dezember d. J. morgens 10 Uhr, 6 Kühe, 4 Rinder, 24 Stück Schafe, 1 Webstuhl, 4 Eichen, 2 Elsen, 1 Birke, 1000 Pfund Stroh, mehrere Ackergeräthe u.s.w., öffentlich im Meistgebote verkaufen zu lassen, wozu Kaufgeneigte hiermit eingeladen werden. Altharen, am 10. December 1885. Julius Münch” . Het gezin vertrok (samen met de vader van Hermann) in 1886 naar de Verenigde Staten. Op 22-03-1886 kwamen zij met het schip “Ems” (kapitein Willigerod) aan in New York. Hiermee werd Hermann de stamvader van de Minnesota tak van de familie Röhling. In 1900 was het gezin woonachtig in Rich Valley Township, McLeod, Minnesota. Datzelfde jaar werd Anna Maria Gertrud vermeld als weduwe. Bij een volkstelling op 08-06-1905 woonde zij in bij het gezin van haar dochter in Eden Lake, Stearms, Minnesota. Het contact met familie in Duitsland bleef tot in de 20 ste eeuw goed. Na beide wereldoorlogen werden vanuit de V.S. hulppakketten ver- stuurd aan Duitse familieleden.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Johann Hermann Rohling (zie: 21.33); 2. Jkr. Gerhard Heinrich Rohling (zie: 21.34); 3. Jkfr. Margaretha Rohling (zie: 21.35).

20.33 Jkfr. Anna Margaretha Rohling , geboren op 26-04-1846 te Haar, Rooms-Katholiek gedoopt op 28- 04-1846 te Wesuwe (getuigen: Gerhard Heinrich Wolbers uit Emmeln en Anna Margaretha Rohling uit Haar), overleden vóór 1873 te Sandberg. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Marga- retha Wolbers (zie: 19.13). Ondertrouw te Wesuwe. Gehuwd op 20-04-1869 te Wesuwe (getuigen: Hermann Rohling en Anna Margaretha Wolbers uit Haar) met Bernhard Heinrich (Heinrich) Koop , geboren op 22-08-1839 te Haar. Zoon van Rudolph Koop en Helena Otten uit Haar. Bernhard was ten tijde van zijn huwelijk landbouwknecht te Haar.

20.34 Jkr. Johann Hermann (Hermann) Rohling , geboren op 12-08-1848 te Haar, Rooms-Katholiek ge- doopt op 13-08-1848 te Wesuwe (getuigen: Johann Hermann Wolbers uit Emmeln en Anna Angela Rohling, geb. Voss uit Haren), overleden op 01-03-1925. Zoon van Johann Hermann Rohling en Anna Margaretha Wolbers (zie: 19.13). Gehuwd op 11-02-1873 te Wesuwe (getuigen: Johann Hermann Rohling uit Altharen en Anna Helena Bramsmann uit Düne) met Martha Thekla (Thekla) Bramsmann , geboren op 25-08-1853 te Altharen, Rooms-Katholiek gedoopt op 26-08-1853 te Wesu- we (getuigen: Bernhard Wilhelm Achter uit Landegge en Martha Bramsmann uit Altharen), overleden op 08-02-1896 (in het kraambed). Dochter van Johann Heinrich Bramsmann en Anna Katharina Pöttker .

Hermann was van beroep landbouwer.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Johann Heinrich Rohling (zie: 21.36); 2. Jkfr. Anna Margaretha Rohling (zie: 21.37); 3. Jkr. Johann Hermann Rohling (zie: 21.38); 4. Jkfr. Catharina Helena Rohling (zie: 21.39); 5. Jkfr. Anna Maria Rohling , geboren op 30-09-1885, overleden op 17-11-1897 te Dünenburg (aan de gevolgen van een hartafwijking), Rooms-Katholiek begraven op 20-11-1897; 6. Jkr. Johann Bernhard Rohling, geboren op 04-05-1888, hoogstwaarschijnlijk jong overleden; 7. Jkr. Johann Bernhard Rohling (zie: 21.40); 8. Jkfr. Maria Anna Rohling (zie: 21.41); 9. Jkfr. Anna Margaretha Maria Rohling (zie: 21.42).

20.35 Jkfr. Susanna Maria Rohling , geboren op 20-04-1850 te Haar, Rooms-Katholiek gedoopt op 21-04- 1850 te Wesuwe (getuigen: Bernhard Rohling uit Meppen en Susanna Wolbers uit Niederlangen), overleden op 11-04-1927 te Braamberge. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Margaretha Wolbers (zie: 19.13). Gehuwd op 13-01-1877 te Onstwedde met Johann Hermann Albers , geboren op 07-11-1829 te Rütenbrock, Altenberg, Rooms-Katholiek gedoopt op 09-11-1829 te Wesuwe, over- leden op 02-08-1910 te Braamberg, Rooms-Katholiek begraven te Sandberg. Zoon van Johannes Bernardus Josephus Albers en Anna Helena Tiben (ook wel Bruns ). Johann Hermann was we- duwnaar van Maria Helena Robben , geboren op 06-09-1833 te Altenberge, Rütenbrock (in over- lijdensakte wordt vermeld Haren), overleden op 12-04-1876 te Ontswedde Braamberg (in het kraam- bed overleden bij de geboorte van zoon Herman). Dochter van Johann Heinrich Robben en Anna Maria Adelheid Hoge .

Johann Hermann was Kolonist te Schalberg langs de grens, tussen Rütenbrock Ter Apel en Sellingen (Nederlands) maar behoorde tot de parochie van Rütenbrock. Hij was landbouwer op Braamberg.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit het eerste huwelijk van Johann Hermann:

1. Berend Hendrik Albers , geboren 1860 te Onstwedde, overleden op 02-06-1903 te Onstwedde; 2. Herman Hendrik Albers (Hendrik Herman), geboren op 25-01-1865 om 06.00 uur te Onstwedde, overleden op 02-09-1938. Gehuwd (1) op 29-08-1891 te Vlagtwedde met Maria Helena Heijne , geboren op 04-02-1864, overleden 1893. Gehuwd (2) op 22-04-1893 te Vlagtwedde met Margaretha Jansen , geboren op 27-04-1862 te Odoorn Exloërveen, overleden op 10-04-1925 te Odoorn Zandberg. Uit beide huwelijken 1 kind. Herman was landbouwer; 3. Herman Albers , geboren op 11-04-1876 te Onstwedde Braamberg, overleden op 11-08-1935 te Onstwedde Braamberg, begraven op 14-08-1935 te Zandberg, ongehuwd.

Uit het huwelijk van Johann en Susanna:

4. Geerhard Herman Albers , geboren op 23-10-1877 te Onstwedde Braamberg, overleden op 22- 11-1946 te Onstwedde Braamberg, begraven op 26-11-1946 te Zandberg. Gehuwd op 05-07-1913 te Onstwedde Braamberg met Maria Adelheid Thole , geboren op 11-06-1889 te Rütenbrock, overleden op 12-11-1964 te Onstwedde Braamberg, begraven op 16-11-1964 te Zandberg; 5. Margaretha (Grietje) Albers , geboren op 25-07-1879 te Onstwedde Braamberg, overleden op 17-02-1941 te Onstwedde Braamberg, begraven op 21-02-1941 te Zandberg. Gehuwd op 04-07- 1908 te Onstwedde met Rudolph Rolfes (Roelfes) , geboren op 18-08-1877 te Onstwedde Mussel A-kanaal, overleden op 21-10-1959 te Onstwedde, begraven op 26-10-1959 te Zandberg. Rudolph was van beroep landbouwer. Samen kregen zij 1 kind; 6. Gezina Albers , geboren op 12-03-1883 te Onstwedde Braamberg, overleden op 23-02-1953 te Vlagtwedde Ter Apel, begraven op 26-02-1953 te Emmen Munsterscheveld. Gehuwd op 09-04- 1904 te Onstwedde met Johannes Theodorus (Theo) Scheepers (Schepers) , geboren op 21-07- 1872 te Onstwedde Oomsberg, overleden op 01-12-1942 te Apeldoorn, begraven op 05-12-1942 te Emmen Munsterscheveld. Samen kregen zij 10 kinderen; 7. Elisabeth (Elisa) Albers , geboren op 17-02-1886 te Onstwedde Braamberg, overleden op 05-07- 1967 te Onstwedde, begraven op 10-07-1967 te Mussel-kanaal. Gehuwd op 03-05-1913 te Onstwedde Musselkanaal met Geert Hendrik Buurman , geboren op 20-09-1886 te Onstwedde, overleden op 03-01-1958 te Onstwedde Musselkanaal, begraven op 08-01-1958 te Musselkanaal.

20.36 Jkfr. Anna Gesina Rohling , geboren op 13-05-1852 te Haar, Rooms-Katholiek gedoopt op 15-05- 1852 te Wesuwe (getuigen: Hermann Eilard Rohling uit Haren en Anna Gesina Wolbers uit Emmeln), overleden op 27-06-1902 te Lindloh. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Margaretha Wolbers (zie: 19.13). Gehuwd (1) op 16-04-1872 te Wesuwe (getuigen: Hermann Rohling uit Oster- esche en Susanna Kathmann uit Altenberge) met Hermann Heinrich Kathmann , geboren op 12-12- 1843 te Altenberge, Rooms-Katholiek gedoopt op 14-12-1843 te Wesuwe (getuigen: een zekere Ber- nard uit Osteresche en Gesina Bürmann uit Altenberge), overleden op 04-07-1896 te Altenberge. Zoon van Johann Bernhard Kathmann en Maria Helena (Maria) Schulte . Gehuwd (2) op 01-06- 1897 te Rütenbrock met Johann Heinrich Gerdes , geboren op 21-11-1852 te Lindloh, overleden op 15-12-1934 te Lindloh. Zoon van Johann Hermann Gerdes en Maria Gesina Geertz .

Uit het eerste huwelijk:

1. Johann Bernhard Kathmann , geboren op 24-09-1873 te Hebelermeer, Rooms-Katholiek gedoopt op 25-09-1873 te Wesuwe; 2. Anna Gesina Kathmann , geboren op 23-10-1874 te Kamern. Gehuwd op 01-06-1897 te Rütenbrock met Johann Heinrich Gerdes , landbouwer Op Plaatze 89 aan De Oude Sloot (Hüttenende), geboren te Lindloh. Samen kregen zij 1 dochter, Anna Maria Gerdes , geboren op 01-05-1898 te Lindloh, overleden op 29-02-1940 te Lindloh. De relatie tussen haar echtgenoot en haar gelijknamige stiefvader is vooralsnog onduidelijk; 3. Johann Hermann Kathmann , geboren op 14-10-1875 te Hebelermeer, Rooms-Katholiek gedoopt op 15-10-1875 te Wesuwe;

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 4. Johann Heinrich Kathmann , geboren 16-05-1885 Altenberge, overleden 13-06-1910 Emmen; 5. Helene Kathmann , geboren op 27-12-1887 te Altenberge, overleden op 31-01-1977 te Groß Hesepe. Gehuwd met Theodor Fischer , geboren op 16-07-1883 te Altharen-Düne, overleden op 17-12-1964 te Groß Hesepe; 6. Adelheid Kathmann , geboren op 07-04-1890 te Altenberge, overleden op 13-03-1948 te Meppen; 7. Maria Katharina Kathmann , geboren op 04-01-1893 te Altenberge, overleden op 14-02-1922 te Haren-Pool. Gehuwd op 06-05-1919 te Altharen met Johann Heinrich Korte , geboren op 16- 01-1886 te Altenberge, overleden op 30-09-1960; 8. Maria Kathmann .

20.37 Jkr. Johann Bernhard Rohling , geboren op 27-11-1855 te Haar, Rooms-Katholiek gedoopt op 28- 11-1855 te Wesuwe (getuigen: Joseph Pötker uit Hebel en Maria Helena Wolbers uit Emmeln), overleden op 11-04-1908 te Altharen. Zoon van Johann Hermann Rohling en Anna Margaretha Wolbers (zie: 19.13). Gehuwd (1) op 20-09-1887 met Christina Mecklenburg , overleden vóór 1891. Gehuwd (2) op 28-04-1891 met Maria Drees .

Johann Bernhard was Posthalter te Haren, een zelfstandige postbode met eigen postkoets en paarden.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkfr. Margaretha Rohling (zie: 21.43);

Uit het tweede huwelijk:

2. Jkfr. Maria Gesina Rohling (zie: 21.44); 3. Jkfr. Maria Helena Rohling (zie: 21.45); 4. Jkr. Hermann Rohling (zie: 21.46); 5. Jkfr. Maria Rohling (zie: 21.47); 6. Jkfr. Adelheid Rohling (zie: 21.48).

20.38 Jkfr. Anna Helena Rohling , geboren op 22-03-1858 te Haar, Rooms-Katholiek gedoopt op 23-03- 1858 te Wesuwe (getuigen: Maria Helena Wolbers uit Emmelen en Heinrich Robben uit Altenberge), overleden op 06-03-1949 te Barger-Compascuum, Rooms-Katholiek begraven op 10-03-1949 te Bar- ger-Compascuum. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Margaretha Wolbers (zie: 19.13). Gehuwd op 08-05-1883 te Bersede / Wesuwe met Hermann Heinrich (Minne) Gebben , geboren op 13-10-1854 te Wesuwe-Bersede, Rooms-Katholiek gedoopt op 14-10-1854 te Wesuwe (getuigen: Hermann Heinrich Gebben, Ackermann zu Krüssel, en Maria Gesina Tengen, Ackersfrau zu Ber- sede), overleden op 14-12-1939 te Barger-Compascuum, Rooms-Katholiek begraven op 18-12-1939 te Barger-Compascuum. Zoon van Johann Heinrich Gebben , Ackersmann en Maria Katharina Voss , Ackersfrau.

Minne was van beroep landbouwer en turfsteker. De vader van Anna Helena emigreerde samen met het gezin van zijn oudste zoon naar Amerika met medeneming van de bruidschat van Anna Helena. Als het hen goed zou gaan in Amerika, zouden zij de bruidschat terugsturen naar hun dochter.

Uit dit huwelijk:

1. Bernhard Heinrich Gebben , geboren op 12-02-1884 te Wesuwe, overleden op 28-09-1959 te Meppen. Gehuwd met Anna Krüssel , geboren op 25-07-1887, overleden op 02-08-1964; 2. Johann Hermann Gebben , geboren op 02-03-1885 te Wesuwe, overleden op 04-11-1921 te Rütenbrock. Gehuwd met Anna Tieben , geboren op 09-12-1879 te Altenberge, overleden op 05- 09-1942 te Haren-Emst; 3. Hermann Heinrich Gebben , geboren op 14-04-1887 te Wesuwe;

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 4. Johann Bernhard Gebben , geboren op 28-11-1888 te Swartenberg/Rütenbrock, overleden op 21-01-1974 te Wesuwemoor. Gehuwd op 22-04-1920 te Fehndorf met Maria Anna Suelmann , geboren op 20-03-1898 te Barger-Compascuum, overleden op 11-10-1959 te Haren; 5. Gerhard (Geert) Gebben , geboren op 01-01-1891 te Barger-Compascuum, overleden op 23-02- 1957 te Wesuwemoor. Gehuwd op 20-10-1919 te Rutenbrock met Maria Helena Horstmann , geboren op 19-08-1896 te Lindloh, overleden op 20-10-1964 te Wesuwemoor; 6. Theodoor Gebben , geboren op 01-05-1893 te Barger-Compascuum, overleden op 06-01-1894 te Barger-Compascuum; 7. Maria Catharina (Katrien) Gebben , geboren op 07/11-11-1894 te Barger-Compascuum, overleden op 22-01-1973 te Hebelermeer. Gehuwd (1) op 07-02-1920 te Emmen met Hermann Heinrich Neehüs , geboren op 21-10-1866 te Lindloh, overleden op 01-07-1936 te Wesuwemoor. Gehuwd (2) met Johann Ficker , geboren op 24-09-1912 te Wietmarschen, overleden op 07-08- 1941 te Rusland. Gehuwd (3) met Bernhard Stroot , geboren op 05-02-1879 te Gersten, overleden op 01-10-1964 te Wesuwemoor; 8. Theodoor Gebben , geboren op 02-02-1897 te Barger-Compascuum, overleden op 10/30-09- 1971 te Wesuwemoor. Gehuwd op 22/25-11-1919 te Hebelermeer met Maria Gesina Horstmann , geboren op 28-05-1899 te Lindloh, overleden op 18-02-1980 te Wesuwemoor; 9. Gerard Heinrich Gebben , geboren op 05-01-1898 te Barger-Compascuum, overleden op 29-09- 1979 te Merkelbeek, begraven op 03-10-1979 te Schinveld. Gehuwd op 17-04-1920 te Emmen met Dina Christina Winters , geboren op 30-11-1896 te Emmer Compascuum, overleden op 23- 06-1977 te Schinveld, begraven op 27-06-1977 te Schinveld. Samen kregen zij 12 kinderen; 10. Wilhelm Gebben , geboren op 12-08-1900 te Barger-Compascuum, overleden op 08-10-1963 te Haren/Ems aan een herseninfarct. Gehuwd (1) met Margaretha Elisabeth Suelmann , geboren op 09-05-1892 te Lindloh, overleden op 10-07-1935 te Lindloh. Gehuwd (2) met Maria Christina Rothlübbers , geboren op 22-11-1897 te Gross-Hesepe, overleden op 16-03-1938 te Lindloh. Gehuwd (3) met Maria Bentken (Beenken) , geboren op 30-11-1905 te Segberg, overleden op 17-05-1978 te Lindloh; 11. Anna Margaretha (Grietje) Gebben , geboren op 28-03-1902 te Barger-Compascuum, overleden op 03-12-1989 te Barger-Compascuum. Gehuwd op 26-04-1926 te Emmen met Henrik Antoon Kuhl , geboren op 10-04-1903 te Barger Compascuum, overleden op 06-01-1967 te Barger-Compascuum, begraven op 11-01-1967 te Barger-Compascuum.

20.39 Jkfr. Maria Elisabeth Rohling , geboren op 15-08-1861 te Haar, Rooms-Katholiek gedoopt op 16- 08-1861 te Wesuwe (getuigen: Susanna Wolbers, geb. Pinkernell, en Bernhard Heinrich Hartmann uit Rütenbrock), overleden op 22-11-1902 te Windthorst, Joegoslavië (door complicaties tijdens de be- valling). Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Margaretha Wolbers (zie: 19.13). Gehuwd (1) op 02-03-1886 met Bernhard Heinrich Bentlage , geboren op 07-08-1857 te Lindloh, overleden op 03-05-1896 te Windthorst, Joegoslavië. Zoon van Johann Bernhard Bentlage en Maria Thekla Sturre . Gehuwd (2) op 02-05-1899 te Windthorst met Wilhelm Spitzley , geboren op 13-09-1862 te Engeln Kempenich, overleden op 23-04-1941. Zoon van Peter Spitzley en Catharina Seiffart .

In de herfst van 1883 vertrokken Bernhard en Maria als kolonisten naar Bosnië. Wilhelm Spitzley vertrok in augustus 1881 samen met zijn ouders als kolonist naar Bosnië.

Uit het eerste huwelijk:

1. Maria Thekla Bentlage , geboren op 02-01-1887 te Windthorst, overleden op 03-07-1959 te München. Gehuwd op 26-11-1908 met Johann Joseph Zimmermann , geboren op 14-03-1884 te Windthorst, overleden op 21-01-1943 te Windthorst; 2. Johann Hermann Bentlage , geboren op 12-11-1888 te Windthorst. Gehuwd in 1910 met Maria Gesina Bußmann , geboren op 23-03-1893 te Rudolstal; 3. Anna Margaretha Bentlage , geboren op 13-02-1890 te Windthorst, overleden op 24-10-1966 te Turnau. Gehuwd op 22-10-1919 met Karl Anton Gabriel , geboren op 11-05-1890, overleden op 23-08-1951 te Graz;

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 4. Johann Bernhard Bentlage , geboren op 14-06-1891 te Windthorst, overleden op 20-10-1972 te Erlbach. Gehuwd op 31-10-1920 te Windthorst met Theresia te Best , geboren op 27-12-1904 te Windthorst, overleden op 20-02-1985 te Erlbach. Op 21-04-1945 verhuisden Johann en Theresia met hun 8 overlevende kinderen naar Erlbach. Theresia was op dat moment hoogzwanger; 5. Johann Heinrich Bentlage , geboren op 20-09-1892 te Windthorst, overleden op 21-08-1967 te München. Gehuwd op 17-04-1921 met Katharina Maria Thönessen , geboren op 29-11-1900 te Windthorst, overleden op 24-10-1983 te München. Zij was een nicht van Wilhelm Spitzley; 6. Anna Maria Bentlage , geboren op 17-03-1894 te Windthorst, overleden op 29-08-1895 te Windthorst; 7. Maria Elisabeth Bentlage , geboren op 03-09-1895 te Windthorst, overleden op 20-01-1978 te Rüstdorf. Gehuwd op 09-01-1920 met Wilhelm Fuchs , geboren op 04-03-1893 te Windthorst, overleden op 19-01-1973 te Rüstdorf.

Uit het tweede huwelijk:

8. Johannes Spitzley , geboren op 10-07-1901, overleden op 04-01-1903; 9. Petrus Spitzley , geboren op 22-11-1902, overleden op 20-03-1903.

20.40 Jkr. Jacobus Hermann Rohling , geboren op 01-12-1848 te Haren, Rooms-Katholiek gedoopt op 02- 12-1848 te Haren (getuigen: Herman Alardus Roling, Ackermannssohn von der Haar en Maria Rolfes, Zimmermannsfrau zu Haren). Zoon van Johann Gerhard Rohling en Angela Voss (zie: 19.14). Ge- huwd (1) op 24-11-1884 te Haren (getuigen: Bernd Wessels, Schiffer in Haren en Anna Margaretha Borghorst, geb.Rohling uit Haren) met Anna Angela Esders , geboren op 30-04-1856 te Haren , Rooms- Katholiek gedoopt op 01-05-1856 te Haren, overleden in circa 1890 te Haren. Dochter van Joan Bernd Esders , Holzdrechsler (houtdraaier) zu Haren, en Thekla Nie . Gehuwd (2) op 29-09-1890 te Haren met Maria Margaretha Wessels , geboren op 22-04-1860 te Haren, Rooms-Katholiek gedoopt op 23-04-1860. Dochter van Joan Stephan Wessels , stoffeerder te Haren, en Margaretha Sibum . De tweelingbroer van Jacobus overleed na zestien dagen. Jacobus was van beroep stoffeerder te Haren.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkfr. Anna Angela Rohling (zie: 21.49); 2. Jkfr. Margaretha Brigitta Rohling (zie: 21.50);

Uit het tweede huwelijk:

3. Jkfr. Margaretha Rohling , geboren op 07-11-1891 te Haren; 4. Jkr. Gerhard Joseph Rohling , geboren op 27-08-1894 te Haren; 5. Jkfr. Margaretha Brigitta Rohling , geboren op 03-02-1897 te Haren; 6. Jkr. Stephan Heinrich Rohling , geboren op 10-10-1898 te Haren.

20.41 Jkfr. Anna Margaretha Rohling , geboren op 25-09-1851 te Haren. Dochter van Johann Gerhard Rohling en Angela Voss (zie: 19.14). Gehuwd op 11-02-1873 te Haren met Johann Hermann Borghorst , geboren op 19-02-1839 te Haren.

20.42 Jkr. Hermann Heinrich Rohling , geboren op 05-02-1855 te Haren, overleden op 28-12-1926 te Lastrup. Zoon van Johann Gerhard Rohling en Angela Voss (zie: 19.14). Gehuwd op 11-02-1884 met Anna Hessling , geboren op 10-12-1861 te Wahn, overleden op 11-10-1936 te Lastrup. Dochter van Hermann Hessling en Thekla Goltermann . Hermann was in 1884 Baumeister en timmerman te Haren en vanaf 1914 aannemer te Lastrup.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Johann Gerhard Rohling (zie: 21.51);

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 2. Jkr. Johann Hermann Rohling (zie: 21.52); 3. Jkfr. Maria Angela Johanna Rohling (zie: 21.53); 4. Jkfr. Thekla Maria Rohling (zie: 21.54); 5. Jkfr. Anna Margareta Rohling (zie: 21.55); 6. Jkr. Heinrich Rohling (zie: 21.56); 7. Jkfr. Anna Angela Walburga Rohling (zie: 21.57); 8. Jkr. Johann Bernhard Rohling (zie: 21.58); 9. Jkfr. Maria Angela Gerharda Rohling (zie: 21.59).

20.43 Jkfr. Margaretha Adelheid Rohling (sister Aloysia), geboren op 07-11-1867 te Altharen, Rooms- Katholiek gedoopt op 08-11-1867 te Wesuwe (getuigen: Anna Margaretha Rohling, Ackersfrau zur Haar en Hermann Meiring, Schifferssohn zu Haren), overleden op 14-07-1951 om 02:15 uur te St. Elizabeth Hospital, Lafayette, Indiana, V.S. Dochter van Hermann Eilard Rohling en Maria Elisabeth Töller (zie: 19.16). Margaretha trad toe in het Franciscaner klooster op 19-03-1886 te Omaha, Nebras- ka, en stond bekend als sister Aloysia. Op 30-10-1886 vestigde zij zich in het St. Francis Convent te Lafayette, Indiana, waar zij op 09-02-1889 de eerste geloften deed en op 26-07-1894 haar eeuwige geloften. In mei 1895 vertrok zij naar het St. Alexis Hospital in Cleveland, Ohio, om in november terug te keren naat het St. Francis. Op 30-10-1946 vierde zij haar diamanten jubileum. De brief waarin haar overlijden bekend werd gemaakt is bewaard gebleven en geeft een uniek beeld van haar leven als non.

20.44 Jkr. Joseph Franz Hermann Rohling , geboren op 19-11-1873 om 17:00 uur te Altharen, Rooms- Katholiek gedoopt op 20-11-1873 te Wesuwe (getuigen: Joh. Hermann Rohling, Colonist zur Haar, Margaretha Töller, geb. Fehrmann, witwe zu Haren), overleden op 27-09-1934 te Chicago, Illinois. Zoon van Hermann Eilard Rohling en Maria Elisabeth Töller (zie: 19.16). Gehuwd (1) in circa 1900 met Augusta (Gussie M) Kinney , geboren in augustus 1876 te Iowa, overleden op 24-06-1930. Dochter van Simon Kinney en Harriet A. Kinney . Gehuwd (2) in circa 1930 met een zekere (Nellie) Marriam , geboren in 1877 te Iowa. Sinds 1910 was zij bij het gezin bekend als schoonzus (?).

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkfr. Elizabeth K. Rohling , geboren in 1901, overleden op 18-04-1960 te Arlington Heights. Gehuwd met Newell B. Parsons ; 2. Jkfr. Margarett Rohling , geboren in 1904; 3. Jkr. Herman G. (George H.) Rohling , geboren op 29-03-1905, overleden in oktober 1980 te Pompano Beach, Broward, Florida. Vóór 1951 woonachtig te Michigan. Gehuwd in 1928 te Chi- cago, Illinois met Almerda E. , geboren op 10-12-1901 te Texas, overleden in april 1993. Reisden op 26-01-1937 per schip van Vera Cruz, Mexico, naar New Oleans. Op 20-10-1954 reisde Almerda per schip van New York naar Plymouth, Engeland. Van 19 tot 24-11-1954 reisde zij met de Queen Elizabeth van Cherbourg, Frankrijk naar New York. Het echtpaar woonde destijds te 9542 Greenwood Drive, Des Plaines, Illinois. George vloog op 10-04-1956 van Mexico naar Brownsville, Texas. Op 15-06-1956 boekte Almerda een vlucht van Kindley Field, Hamilton, Bermuda naar New York. Beiden vlogen op 11-09-1956 van Mexico naar Brownsville, Texas.

20.45 Jkr. Henry Franz Rohling , geboren op 02-04-1876 te Haren, overleden op 28-07-1955 te Pottawat- tamie, Council Bluffs, Iowa. Zoon van Hermann Eilard Rohling en Maria Elisabeth Töller (zie: 19.16). Gehuwd met Loretta Mulick , geboren op 17-09-1885, overleden in juli 1977 te Iowa. Dochter van Edward Mulick , afkomstig uit Kentucky, en Ellen Obrien , afkomstig uit Canada.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Henry Franz II Rohling (zie: 21.60); 2. Jkfr. Ellen Beth Rohling (zie: 21.61); 3. Jkr. Robert A. Rohling , geboren op 14-02-1929, overleden op 15-10-1987.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 20.46 Jkr. Bernhard Rohling , geboren in 1849. Zoon van Hermann Bernhard Rohling en Anna Maria Pengemann (zie: 19.17). Gehuwd met een zekere Rosa , geboren 1849. Haar vader kwam uit Beieren.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Herman Rohling , geboren in 1873 te Cincinnati, Hamilton, Ohio; 2. Jkfr. Kate Rohling , geboren in 1879 te Cincinnati, Hamilton, Ohio.

20.47 Jkfr. Cecile Johanne Röhling , geboren op 13-04-1880 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 17-05-1880 te Svendborg (getuigen: Cicilie Johanne Röhling, Anne Margrethe Frandsen, Christian Hedo Drejø, Mikael Poulsen, Egidius Carl Frederik Röhling), overleden in januari 1962 te Kopen- hagen. Dochter van Jens Lauritzen Röhling en Mette Kathrine Hansen (zie: 19.22). Gehuwd op 20-04- 1902 in de Ærøskøbing kirke te Svendborg met Niels Marius Jørgensen , geboren op 22-09-1872 te Ore, overleden in september 1937. Zoon van Anders Jørgensen en Karen Margrethe Jørgensen .

Uit dit huwelijk:

1. Margrethe Jørgensen Röhlings , overleden in 1989. Gehuwd met Gustav Burmann ; 2. Jens Christian Jørgensen Röhlings ; 3. Alfred Johan Jørgensen Röhlings , geboren op 29-10-1907, overleden op 22-06-1997 te Stenløse. Gehuwd met een zekere Nina , overleden op 08-11-1996 te Stenløse. Samen kregen zij 3 kinderen die de geslachtsnaam Röhlings aannamen; 4. Sofie Jørgensen Röhlings . Gehuwd met Egon Transø .

20.48 Jkr. Hans Christian Röhling , geboren op 03-08-1881 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 18-09-1881 te Svendborg, overleden op 07-02-1939 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 12-02-1939 te Svendborg. Zoon van Jens Lauritzen Röhling en Mette Kathrine Hansen (zie: 19.22). Gehuwd op 30-11-1911 in de Ærøskøbing kirke te Svendborg met Anna Cathrine Espersen, geboren op 27-12-1890 te Svendborg, overleden op 12-05-1941 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 16-05-1941 te Svendborg. Dochter van Hans Espensen en Mine Kirstine Skamby .

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Jens Christian Espersen Röhling , geboren op 24-04-1912 te Svendborg, Evangelisch- Luthers gedoopt op 16-06-1912 te Svendborg, overleden in 1952 te Kopenhagen; 2. Jkfr. Minna Christine Espensen Röhling , geboren op 20-02-1916 te Svendborg, Evangelisch- Luthers gedoopt op 15-04-1916 te Svendborg, overleden in circa 1988. Gehuwd in april 1944 met Aage Christensen , overleden in 2002.

20.49 Jkr. Egidus Carl Frederik Röhling , geboren op 15-02-1885 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 29-03-1885 te Svendborg, overleden op 13-11-1958 te Svendborg. Zoon van Jens Lauritzen Röhling en Mette Kathrine Hansen (zie: 19.22). Gehuwd op 26-01-1909 in de Knabstrup kirke te Holbæk met Marie Sofie Frederikke Christensen , geboren op 22-08-1885 te Knabstrup, overleden op 16-07-1962 te Sorring, dallerup, Skanderborg. Dochter van Lars Christensen .

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Johanne Kirstine Christensen Röhling . Gehuwd met Christian Schjødt , geboren op 26- 03-1906 te Frederiksborg, overleden op 17-09-1966. Samen kregen zij een dochter: Hanne Marie Schjødt Rasmussen ; 2. Jkr. Jens Lars Röhling , geboren op 05-07-1913 te Sorring, Skanderborg, overleden in 1973 te Ikast, Ringkøbing; 3. Jkr. Helmer Röhling , gehuwd met Laura Johanne Petersen .

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 20.50 Jkr. Gotfred Röhling , geboren op 19-01-1887 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 27-02- 1887 te Svendborg (getuigen: Cecilie Röhling, Kirstine Lauridsen, Rasmus Drejø, Gotfred Röhling, Søren Hansen), overleden op 02-05-1964 te Kopenhagen. Zoon van Jens Lauritzen Röhling en Mette Kathrine Hansen (zie: 19.22). Gehuwd op 15-12-1920 te Kopenhagen met Elsa Adolphine Wil- helmine Emma Schulz , geboren op 17-03-1887 te Mecklenburg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 10-04-1887 te Mecklenburg, overleden in februari 1967 te Kopenhagen.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Inge Röhling . Gehuwd met Hans Erling Andersen . Samen kregen zij één zoon: Svend Röhling Andersen .

20.51 Jkr. Johan Peter Ludvig Röhling , geboren op 02-03-1889 te Svendborg, Evangelisch-Luthers ge- doopt op 14-04-1889 te Svendborg (getuigen: Ane Frantzen, Ane Petersen, Nikolaj Jensen, Gotfred Röhling, Rasmus Lauridsen), overleden op 25-10-1962 te Svendborg. Zoon van Jens Lauritzen Röhling en Mette Kathrine Hansen (zie: 19.22). Gehuwd op 01-04-1929 te Svendborg met Nielsine Marie Nielsen , geboren op 26-10-1900 te Svendborg, overleden op 23-04-1992. Dochter van Laurits Nielsen en Marie Cathrine Clausen . Johan nam de familiebakkerij te Brogade over en veranderde de naam in J.L. Röhling.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Jens Laurits Röhling (zie: 21.62).

20.52 Jkr. Jens Lauritzen Röhling , geboren op 13-06-1891 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 12-07-1891 te Svendborg (getuigen: Anna Elise Hansen, Marie Petersen, Frederik Theodor Schøsler, Laurits Ross.Hansen), overleden op 17-11-1922 te Kopenhagen. Zoon van Jens Lauritzen Röhling en Mette Kathrine Hansen (zie: 19.22). Gehuwd in augustus 1922 met Kaja Ross .

Jens was van beroep electriciën. Drie maanden na zijn huwelijk met een meisje uit Jutland werd hij geraakt door een hoogspanningskabel en overleed een paar dagen later aan de gevolgens daarvan.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Jens Christian Ross Röhling , geboren op 03-08-1923, overleden op 29-12-1960 te Kopen- hagen, begraven op 02-01-1961 te Frederiksberg, Kopenhagen. Gehuwd met een zekere Lis .

20.53 Jkfr. Gertrud Marie Röhling , geboren op 14-03-1881 te Svendborg, overleden op 30-12-1961 te Ka- lundborg. Dochter van Laurits Brandt Röhling en Johanne Frederikke Severine Lange (zie: 19.23). Gehuwd op 10-09-1904 te Svendborg met Carl Hans Gotlieb Clorius , geboren op 15-03-1870 te Kalundborg, Holbæk, Evangelisch-Luthers gedoopt op 04-05-1870 te Kalundborg, Holbæk, overleden op 30-08-1956 te Kalundborg, Holbæk, Evangelisch-Luthers begraven op 02-09-1956 te Kalundborg, Holbæk. Zoon van Fritz Carl Christian Clorius en Anna Elisabeth Hansine Scharling .

Uit dit huwelijk:

1. Anna Elisabeth Röhling Clorius , geboren op 18-01-1904 te Kalundborg, Holbæk, overleden op 05-05-1997 te Frederikssund, Frederiksborg. Gehuwd op 23-06-1928 te Kalundborg, Holbæk met Axel Nielsen , geboren op 03-01-1905 te Bredsten, Vejle, overleden op 10-06-1967. Zoon van Hans Bertel Nielsen en Inger Kirstin Pedersen . Samen kregen zij 2 kinderen; 2. Valborg Röhling Clorius , geboren op 05-09-1906 te Kalundborg, Holbæk, overleden op 20-07- 1960 te Kalundborg, Holbæk. Gehuwd op 28-08-1932 te Kalundborg, Holbæk met Leo Eigil

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Børge Jensen , geboren op 11-07-1908 te Kalundborg, overleden op 08-06-1960. Zoon van Johannes Jensen en Kristine Hansen . Samen kregen zijn 1 kind; 3. Fritz Carl Röhling Clorius , geboren op 15-04-1908 te Kalundborg, Holbæk, overleden op 02- 02-1991 te Holbæk, begraven te Kalundborg, Holbæk. Gehuwd op 14-08-1934 te Tømmerup, Holbæk met Tove Olivia Høyer , geboren op 29-04-1910 te Holbæk, overleden op 19-02-1994. Dochter van Adolf Valdemar Høyer en Anna Kathrine Andersen . Samen kregen zij 2 kinderen; 4. Johanne Röhling Clorius , geboren op 11-07-1910 te Kalundborg, Holbæk, overleden te Kopenhagen. Gehuwd op 11-01-1935 in de Vor Frue kirke te Kalundborg, Holbæk met Evald Raahauge , geboren op 28-02-1905 te Kalundborg, Holbæk, overleden te Kopenhagen. Zoon van Rasmus Rasmussen en Nielssigne Marie Mortensen . Samen kregen zij 2 kinderen.

20.54 Jkr. Valdemar Frederik Röhling , geboren op 26-03-1885 te Svendborg, Evangelisch-Luthers ge- doopt op 25-05-1885 te Svendborg, overleden op 05-09-1966 te Holbæk, Evangelisch-Luthers begra- ven op 08-09-1866 te Holbæk. Zoon van Laurits Brandt Röhling en Johanne Frederikke Severine Lange (zie:19.23). Gehuwd op 03-05-1908 te Uglerup, Holbæk met Anna Marie Kristine Hansen , geboren op 10-11-1887 te Uglerup, Holbæk, Evangelisch-Luthers gedoopt op 28-12-1887 te Uglerup, Holbæk, overleden op 09-10-1970 te Holbæk, begraven op 11-10-1970 te Holbæk. Dochter van Jens Peter Hansen en Ane Kirstine Nielsen .

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Aksel Rikard Röhling (zie: 21.63); 2. Jkfr. Inge Röhling (zie: 21.64); 3. Jkr. Laurits Brandt Röhling , geboren op 03-01-1926 te Sct. Nicolai, Holbæk, overleden op 23- 01-1926 te Sct. Nicolai, Holbæk, begraven op 28-01-1926 te Sct. Nicolai, Holbæk ; 4. Jkfr. Birthe Brandt Röhling , geboren op 03-01-1926 te Sct. Nicolai, Holbæk, overleden op 26- 01-1926 te Sct. Nicolai, Holbæk, begraven op 28-01-1926 te Sct. Nicolai, Holbæk.

20.55 Jkfr. Nicoline Henriette Röhling , geboren op 23-06-1887 te Svendborg, Evangelisch-Luthers ge- doopt op 14-08-1887 te Rudkøbing, Svendborg (getuigen: Oline Lange, Anna Röhling, M. Lange, Andreas Röhling), overleden op 17-10-1971 te Holbæk. Dochter van Laurits Brandt Röhling en Johanne Frederikke Severine Lange (zie: 19.23). Gehuwd op 27-12-1919 te Rudkøbing, Svendborg met Vilhelm Frederik Petersen, geboren op 31-10-1879 te Hillerød, Fredensborg, Evangelisch- Luthers gedoopt op 04-01-1880 te Hillerød, Frederiksborg, overleden op 31-12-1967 te Holbæk. Zoon van Jens Petersen en Mette Kirstine Caroline Jensen .

20.56 Jkfr. Elisabeth Oline Röhling , geboren op 03-10-1883 te Rudkøbing, Svendborg, Evangelisch-Lu- thers gedoopt op 25-12-1883 te Rudkøbing, Svendborg (getuigen: Elisabeth Lange, Johanne Röhling, L.B. Röhling). Dochter van Andreas August Röhling en Anna Dorothea Lange (zie: 19.29). Gehuwd met P.V. Petersen , geboren te Svendborg. Het echtpaar emigreerde op 08-10-1906 naar Racine, Wis- consin, Verenigde Staten.

20.57 Jkr. Gotfred Johan Röhling , geboren op 30-06-1886 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 22-08-1886 te Svendborg (getuigen: Johanne Röhling, L.B. Röhling), Evangelisch-Luthers begraven op 16-11-1944 te Kerteminde, Odense. Zoon van Andreas August Röhling en Anna Dorothea Lange (zie: 19.29). Gehuwd op 17-08-1908 te Svendborg met Valborg Elisabeth Krøyer , geboren op 30- 03-1889 te Humble, Kongbølle, Evangelisch-Luthers gedoopt op 07-07-1889 te Humble, Kongbølle, overleden op 09-08-1946. Dochter van Christen Madsen Krøyer en Johanne Christine Elenora Knudsen .

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Leo Krøyer Röhling (zie: 21.65).

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 20.58 Jkr. Oluf August Röhling , geboren op 18-04-1888 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 28-06-1888 te Svendborg, overleden op 20-01-1954 te Roskilde. Zoon van Andreas August Röhling en Anna Dorothea Lange (zie: 19.29). Gehuwd op 01-06-1918 in de Glumsø kirke te Præstø met Karen Christine Andersen , geboren op 21-06-1881 te Præstø, Evangelisch-Luthers gedoopt op 07- 08-1881 te Næsby, Præstø, overleden op 20-03-1947 te Kildebrønde, Roskilde. Dochter van Lars Andersen en Maria Pedersen .

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Meta Marie Röhling (zie: 21.66); 2. Jkr. Lars Andreas August Röhling , geboren op 22-09-1914 te Præstø, Evangelisch-Luthers gedoopt op 22-11-1914 te Præstø, overleden op 08-05-1988 te Kopenhagen. Gehuwd in 1941 met Petra Nielsen , overleden in 1988; 3. Jkfr. Karen Nikoline Röhling (zie: 21.67); 4. Jkr. Anna Sofie Röhling (zie: 21.68); 5. Jkfr. Elisabeth Dorthea Röhling (zie: 21.69).

20.59 Jkr. Mads Lange Röhling , geboren op 21-09-1890 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 17-10-1890 te Svendborg, overleden ná 1940 te V.S. Zoon van Andreas August Röhling en Anna Dorothea Lange (zie: 19.29). Gehuwd te V.S. met Anna Katrine Madsen Egemose , geboren op 06- 04-1889 te Magleby, Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 12-05-1889 te Magleby, Svend- borg. Dochter van Mads Hansen Madsen Egmose en Inger Petrine Hansen . Mads vertrok met de SS United States van Scandinavian American Line vanuit Kopenhagen en Arriveerde op 24-06-1913 te Ellis Island, New York. Hij had opgegeven naar een oom in Kenosha te gaan.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Ingvar Röhling ; 2. Jkr. Henry Röhling ; 3. Jkr. Vernon Röhling .

20.60 Jkr. Aksel Röhling , geboren op 30-10-1892 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 11-12- 1892 te Rudkøbing, Svendborg, overleden ná 1940 te V.S. Zoon van Andreas August Röhling en Anna Dorothea Lange (zie: 19.29). Gehuwd met een zekere Inger .

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Erik Röhling ; 2. Jkfr. Karen Röhling ; 3. Jkr. Chester Röhling ; 4. Jkfr. Margrethe Röhling .

20.61 Jkr. Svend Andreas Röhling , geboren op 30-06-1896 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 23-08-1896 te Rudkøbing, Svendborg, overleden op 03-07-1965 te Svendborg, Evangelisch- Luthers begraven op 08-07-1965 te Rudkøbing, Svendborg. Zoon van Andreas August Röhling en Anna Dorothea Lange (zie: 19.29). Gehuwd op 28-09-1918 in de Skrøbelev kirke te Svendborg met Effy Martha Hansine Rasmussen , geboren op 05-01-1893 te Skrøbelev, Svendborg, overleden op 25-12-1965 te Rudkøbing, Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 29-12-1965 te Rudkøbing, Svendborg. Dochter van Lars Peter Carl Rasmussen en Andrea Kirstine Sofie Rasmussen .

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Ellen Margrethe Röhling . Gehuwd met Jesper Arne Frederiksen . Samen kregen zij 2 kinderen Arne Hougaard Frederiksen en Leo Hougaard Frederiksen ;

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 2. Jkr. Viggo Andreas Röhling , geboren op 14-03-1919 te Rudkøbing, Svendborg, Evangelisch- Luthers gedoopt op 25-05-1919 te Rudkøbing, Svendborg, overleden in februari 2003 te Rudkøbing, Svendborg; 3. Jkfr. Anna Marie Röhling . Gehuwd met een zekere Husted . Samen kregen zij 1 kind.

20.62 Jkr. Anker Rohling, geboren op 30-04-1902 te Rudkøbing, Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 15-06-1903 te Rudkøbing, Svendborg, overleden op 09-09-1964 te Brandon, Florida, V.S. Zoon van Andreas August Röhling en Anna Dorothea Lange (zie: 19.29). Gehuwd met Ethel Rasmussen , geboren op 25-12-1904 te Racine, Wisconsin, V.S., overleden in circa 1960 te Kenosha, Wisconsin, V.S. Dochter van Chris Rasmussen en Sena Nelsen .

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Dale Chris Röhling , geboren op 10-04-1927, overleden op 28-01-2003 te Kenosha; 2. Jkfr. Joyce Elenora Röhling (zie: 21.70).

20.63 Jkr. Andreas August Röhling , geboren op 28-02-1906 te Rudkøbing, Svendborg, Evangelisch- Luthers gedoopt op 17-04-1906 te Rudkøbing, Svendborg, overleden vóór 16-03-1987 te Aalborg. Zoon van Andreas August Röhling en Anna Dorothea Lange (zie: 19.29). Gehuwd op 26-12-1931 met Edna Christensen , geboren op 13-02-1909 te Lemvig, Rudkøbing, overleden op 16-03-1987 te Aalborg, Ribe. Dochter van Jens Christian Christensen en Sidsel Marie Gregersen .

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Kirsten Röhling .

20.64 Jkr. Dipl.-Ing. Max Georg Röhling , geboren op 09-09-1897 te Zwickau, omgekomen in 1947 in een Russisch concentatiekamp te Neubrandenburg/Fünfeichen. Zoon van Julius Max Röhling en Klara Hedwig Nötzold (zie: 19.30). Gehuwd met Emma Adele Schotter . Max was ingenieur te Bautzen.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Helmfried Joachim Röhling (zie: 21.71); 2. Jkr. Adolf Georg Wolfgang Röhling (zie: 21.72); 3. Jkfr. Armgard Regina Röhling (zie: 21.73); 4. Jkfr. Adele Maria Christine Röhling (zie: 21.74); 5. Jkfr. Klara Felicitas Mechtild Röhling (zie: 21.75).

20.65 Jkr. Dipl. jur. Paul Rudolf Röhling , geboren op 01-05-1900 te Zwickau. Zoon van Julius Max Röhling en Klara Hedwig Nötzold (zie: 19.30). Paul Rudolf was van beroep jurist bij een bank.

20.66 Jkr. Dipl.-Ing. Edwin Curt Röhling , geboren op 21-12-1902 te Zwickau. Zoon van Julius Max Röhling en Klara Hedwig Nötzold (zie: 19.30). Edwin Curt was van beroep ingenieur.

20.67 Jkr. Bruno Alfred Röhling , geboren op 03-08-1905 te Zwickau. Zoon van Julius Max Röhling en Klara Hedwig Nötzold (zie: 19.30). Bruno Alfred was van beroep bakker.

20.68 Jkr. Johannes Hermann Röhling , geboren op 02-11-1910 te Zwickau. Zoon van Julius Max Röh- ling en Klara Hedwig Nötzold (zie: 19.30). Johannes Hermann was van beroep Schneider (snijder), een handwerker in textiel. Sinds de 19 de eeuw werkten zij voornamelijk met de naaimachine.

20.69 Jkr. Walter Helmuth Röhling , geboren op 20-10-1915 te Zwickau. Zoon van Julius Max Röhling en Klara Hedwig Nötzold (zie: 19.30). Walter was van beroep Werkzeugmacher. Een Werkzeugmacher maakt gietvormen van metaal om werktuigen te maken van bijvoorbeeld keramiek.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 20.70 Jkfr. Martha Röhling , geboren op 06-06-1865. Dochter van Hermann Eduard Röhling en Anna Kunz (zie: 19.34). Gehuwd met een zekere Schumann uit Zwickau.

20.71 Jkfr. Anna Röhling , geboren op 16-11-1867. Dochter van Hermann Eduard Röhling en Anna Kunz (zie: 19.34). Gehuwd te Zwickau met Lößer uit Chemnitz.

20.72 Jkr. Max Röhling , geboren op 29-05-1872 te Zwickau. Zoon van Hermann Eduard Röhling en Anna Kunz (zie: 19.34). Gehuwd op 23-02-1907 met Bertha Sammer . Max was eigenaar van een drukkerij.

20.73 Jkr. Hermann Guido Röhling , geboren op 05-01-1874 te Zwickau. Zoon van Hermann Eduard Röhling en Anna Kunz (zie: 19.34). Gehuwd op 13-05-1905 te Niederplanitz met Minna Ida Hölig , geboren op 10-07-1882 te Niederplanitz, overleden op 19-12-1945 te Zwickau. Dochter van Ernst Julius Hölig , hoedenmaker.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Hans Erich Röhling (zie: 21.76); 2. Jkr. Frido Helmut Röhling (zie: 21.77).

20.74 Jkfr. Thekla Röhling , geboren op 05-08-1881. Dochter van Hermann Eduard Röhling en Anna Kunz (zie: 19.34). Thekla bleef ongehuwd, maar had wel een zoon bij een onbekende man.

Kind van Thekla Röhling:

1. Sigmund (Sigismund) Röhling , kreeg de geslachtsnaam Röhling, maar behoorde niet tot de adel.

20.75 Jkfr. Anna Auguste Charlotte Röhling , geboren op 09-07-1874 te Neustädtel, overleden op 10-03- 1900 te Aue. Dochter van Paul Röhling en Helene Laura Heyne (zie: 19.38). Gehuwd op 20-06-1897 te Neustädtel met Paul Beuthner uit Aue. Paul was eigenaar van een drukkerij.

20.76 Jkr. Paul Gustav Röhling , geboren op 05-12-1872 te Neustädtel. Zoon van Paul Röhling en Helene Laura Heyne (zie: 19.38). Gehuwd op 21-07-1910 te Mylau met Alma Camilla Sommer , geboren op 30-05-1880 te Zwickau. Dochter van Johann Sommer (Straßen- und Wassermeister te Mylau). Paul Gustav was van beroep leraar te Schlettau.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Erna Kätchen Röhling , geboren op 25-08-1912 te Schlettau.

20.77 Jkr. Otto Karl Röhling , geboren op 18-01-1880 te Plauen. Zoon van Otto Markus Röhling en Au- guste Emiie Junghänel (zie: 19.40). Gehuwd op 09-09-1905 te Teichwolframsdorf met Anna Selma Hupfer , geboren op 27-09-1878 te Teichwolframsdorf. Otto was van beroep stoffeerder te Plauen.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Karl Herbert Röhling , geboren op 11-06-1906 te Plauen.

20.78 Jkfr. Johanne Röhling , geboren op 29-07-1883 te Plauen. Dochter van Otto Markus Röhling en Au- guste Emiie Junghänel (zie: 19.40). Gehuwd op 26-01-1905 te Plauen met Rudolf Hegert uit Plauen, geboren op 20-08-1881 te Plauen. Rudolf was van beroep controleur bij de Sparkassen (spaarbank).

20.79 Jkfr. Irmgard Röhling , geboren op 21-01-1904 te Graz. Dochter van Karl Heinrich Röhling en Mag- dalene Rietschel (zie: 19.49). Verbonden (gehuwd?) met Kammervirtuose Franz Genzel , geboren op 13-06-1901. Franz was Kammervirtuose van Graz, een eretitel voor een verdienstelijk muzikant.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit deze relatie:

1. Heidi Genzel , geboren op 27-05-1932. Gehuwd met Dieter Krickenberg , geboren op 14-07- 1932. Samen kregen zij 2 kinderen; 2. Joachim Genzel , geboren op 24-09-1935, overleden op 21-08-1936.

20.80 Jkfr. Johanne Melitta Röhling , geboren op 16-02-1900 te Schwarzenberg. Dochter van Ernst Alex- ander Röhling en Susanne Amalie Günther (zie: 19.50). Relatie (gehuwd?) met Hans Graf , geboren op 09-04-1898. Hans was eigenaar van een zagerij.

Uit deze relatie:

1. Brigitte Graf , geboren op 07-05-1923. Gehuwd met Tränkner . Samen kregen zij 4 kinderen; 2. Jutta Graf , geboren op 11-03-1926. Gehuwd (1) met Klaus Lattke , geboren op 25-06-1921. Ge- huwd (2) met Eduard Wawersig , geboren op 05-05-1919. Met Eduard kreeg zij 2 kinderen; 3. Hans Graf , geboren op 06-03-1929. Gehuwd met Gertrud Steminger , geboren op 05-03-1931. Samen kregen zij 2 kinderen.

20.81 Jkr. Hellmut Carl Otto Röhling , geboren op 05-11-1902 te Lauter, overleden in 1942. Zoon van Ernst Alexander Röhling en Susanne Amalie Günther (zie: 19.50). Gehuwd met Charlotte Becker , geboren op 18-11-1900.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Erhardt Röhling , geboren op 06-04-1940, overleden op 21-06-1955.

20.82 Jkr. Günther Alexander Röhling , geboren op 31-08-1905 te Lauter, overleden in 1943. Zoon van Ernst Alexander Röhling en Susanne Amalie Günther (zie: 19.50). Gehuwd met Anneliese Trau , geboren op 14-08-1912.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Ingrid Röhling , geboren op 09-12-1938. Relatie met Walter Spiegel , geboren 28-07-1938.

20.83 Jkfr. Doris Johanna Röhling , geboren op 07-04-1909 te Lauter, overleden op 06-05-1935. Dochter van Ernst Alexander Röhling en Susanne Amalie Günther (zie: 19.50). Gehuwd met Fritz Windisch , geboren op 13-08-1898.

Uit dit huwelijk:

1. Christian Windisch , geboren op 01-05-1933. Gehuwd met Ursula Weigel , geboren op 05-11- 1935. Samen kregen zij 1 zoon; 2. Annerose Windisch , geboren op 20-06-1934.

20.84 Jkfr. Erika Amalie Doris Röhling , geboren op 14-07-1912 te Lauter. Dochter van Ernst Alexander Röhling en Susanne Amalie Günther (zie: 19.50). Gehuwd met Rudolf Ahner , geboren op 22-06-1898. Rudolf was van beroep katoenspinner.

Uit dit huwelijk:

1. Gisela Ahner , geboren op 04-09-1939. Gehuwd met Suprat Chatterjee , geboren op 26-12-1931; 2. Karin Ahner , geboren op 19-08-1941. Gehuwd met Gunnar Süss . Samen kregen zij 1 kind.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 21.1 Jkfr. Cornelia Philomina Maria Röling / Roeling , geboren op 24-03-1878 om 17:00 uur te Delft. Dochter van Leonardus Röling / Roeling en Maria van der Helm (zie: 20.5). Gehuwd op 08-06-1898 te Hof van Delft met Joseph Gouweleeuw , geboren op 08-06-1866 te Delft. Zoon van Cornelis Gouweleeuw en Josina van Haaren.

Toen Leonardus aangifte deed van de geboorte van Cornelia was de 31 jarige Leonardus Hendrikus Röling, winkelier te Delft, aanwezig als getuige. Het is niet duidelijk wat de relatie is, mogelijk betreft het hier de halfbroer van Leonardus met vermelding van zijn patroniem (Hendrikszoon) (zie: 20.3).

Uit dit huwelijk:

1. Josina Gouweleeuw , geboren op 20-06-1899 te Delft.

21.2 Jkfr. Maria Jacoba Röling / Roeling , geboren op 06-04-1879 te Delft. Dochter van Leonardus Röling/ Roeling en Maria van der Helm (zie: 20.5). Gehuwd op 19-11-1902 te Rotterdam met Berend Venema , geboren in circa 1880 te Windeweer. Zoon van Kornelis Venema en Jeichien Klok .

21.3 Jkfr. Jacoba Hendrika Trijntje Rohling , geboren in circa 1883 te Stompwijk. Dochter van Leonar- dus Röling/ Roeling en Maria van der Helm (zie: 20.5). Gehuwd op 31-07-1901 te Rotterdam met Jan Vosselman , geboren in circa 1877 te Terwolde. Zoon van Derk Jan Vosselman en Johanna Beumer .

Uit dit huwelijk:

1. Dirk Johannes Vosselman , geboren op 05-12-1902 te Rotterdam.

21.4 Jkfr. Barbara Matheus Röling / Roeling , geboren op 26-02-1885 te Stompwijk, overleden op 03- 06-1964 te Rotterdam. Dochter van Leonardus Röling / Roeling en Maria van der Helm (zie: 20.5). Gehuwd op 18-08-1915 te Rotterdam met Wilhelmus Petrus Johannes Volleman , geboren op 08- 03-1885 te Amsterdam, overleden op 24-12-1943 te Rotterdam. Zoon van Anthonius Petrus Volle- man en Pitronella de Witte .

21.5 Jkfr. Johanna Cornelia Röling / Roeling , geboren op 28-03-1886 te Stompwijk, overleden op 08- 01-1955 te Rotterdam. Dochter van Leonardus Röling / Roeling en Maria van der Helm (zie: 20.5). Gehuwd op 15-09-1909 te Rotterdam met brig. Okko Kuiters , geboren op 23-07-1887 te Tjamsweer (Appingedam). Zoon van Jochum Kuiters en Heike van der Laan . Okko was Brigadier van Politie.

21.6 Jkr. Johannes Wilhelmus Röling / Roeling , geboren op 01-12-1888 te Hof van Delft. Zoon van Leonardus Röling / Roeling en Maria van der Helm (zie: 20.5). Gehuwd op 15-10-1919 te Rotterdam met Adriana Maria Gabrieël , geboren op 25-01-1895 te Rotterdam. Dochter van Maria Laurina Gabrieël .

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Petrus Johannes Röling , geboren 02-02-1930 Rotterdam, overleden 05-10-1941 Rotterdam; 2. Jkr. Hendrikus Anthonius G. Röling (zie: 22.1).

21.7 Jkr. Leonardus Adrianus Röling / Roeling , geboren op 31-03-1890 te Hof van Delft, overleden op 16-07-1956 te Rotterdam. Zoon van Leonardus Röling / Roeling en Maria van der Helm (zie: 20.5). Gehuwd op 27-09-1911 te Rotterdam met Wilhelmina Pietermans , geboren op 12-10-1891 te Kralingen. Dochter van Louwrens Pieterman en Johanna van der Laan .

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Leendert Röling / Roeling (zie: 22.2).

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 21.8 Jkr. Matthëus Theodorus Röling / Roeling , geboren op 16-06-1892 te Hof van Delft, overleden op 23-03-1954 te Rotterdam. Zoon van Leonardus Röling / Roeling en Maria van der Helm (zie: 20.5). Gehuwd op 16-06-1920 te Rotterdam met Anna Elisabeth van Lankeren , geboren op 13-08-1898 te Rotterdam, overleden op 23-03-1954 te Rotterdam. Dochter van Johannes Jacobus van Lankeren en Antonetta Petronella Lodders .

Matthëus was van beroep sleeper en vrachtrijder en sinds 29-10-1929 woonachtig aan de Schutters- weg 109a te Rotterdam.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Johannes Jacobus Röling (zie: 22.3); 2. Jkfr. Maria Helena Röling (zie: 22.4); 3. Jkr. Mattheus Theodorus Röling (zie: 22.5); 4. Jkr. Leonardus Alphonsus Röling , geboren op 28-10-1930 te Rotterdam; 5. Jkr. Petrus Hendrikus Alphonsus Röling , geboren op 06-10-1932 te Rotterdam; 6. Jkr. Hendrikus Anthonius Gerardus Röling , geboren op 19-05-1934 te Rotterdam; 7. Jkfr. Antonetta Petronella Röling , geboren op 11-01-1936 te Rotterdam;

21.9 Jkfr. Hendrika Cornelia Röling / Roeling , geboren op 29-11-1896 te Hof van Delft, overleden op 15-01-1963 te Rotterdam. Dochter van Leonardus Röling / Roeling en Maria van der Helm (zie: 20.5). Gehuwd op 03-08-1921 te Rotterdam met Willem Alphonsus Theodorus van Veen , geboren op 15-06-1895 te Rotterdam. Zoon van Cornelis van Veen en Adriana Polak .

21.10 Jkfr. Geertruda Helena Maria Rooling , geboren op 16-06-1889 te Overschie, overleden op 28-06- 1950 te Putte. Dochter van Hendik Rooling en Maria Snijders (zie: 20.6). Gehuwd (1) op 05-08-1925 te Overschie met Isaac Johannes van Gelderen , koopman, geboren op 29-11-1890 te Schiedam, overleden op 05-08-1977 te Schiedam. Het huwelijk werd bij vonnis van de Arrondissementsrecht- bank Rotterdam op 10-10-1927 ontbonden. Dit werd ingeschreven te Overschie op 09-03-1928. Gehuwd (2) op 06-11-1929 te Rotterdam met Hetto de Wijn , geboren op 23-06-1876 te Alkmaar.

21.11 Jkfr. Geertruida Maria Rooling , geboren 01-02-1878 te Hillegersberg, overleden 25-05-1958 te Ze- venbergen. Dochter van Leonardus Rooling en Anna Wilhelmina Langelaan (zie: 20.9). Gehuwd op 06-05-1908 te Overschie met Arnoldus Joseph Stolk , geboren op 30-04-1880 te Kethel en Spaland, overleden op 08-06-1943 te Rotterdam. Zoon van Gerardus Arnoldus Stolk en Cornelia de Vette .

Voor het huwelijk woonde Geertruida te Overschie. Op 19-05-1908 vestigde het echtpaar Stolk- Roeling zich aan de Schieweg 4 te Kethel en Spaland. Op 01-08-1942 werd de wijk rond de Schieweg door Rotterdam geannexeerd en werd het adres van het echtpaar op 01-11-1942 omgedoopt in Kethelscheweg 41. Op 20-01-1943 vestigde het echtpaar zich aan de Zestienhovensekade 65 te Rot- terdam. Kort daarop overleed Arnoldus. Op 05-06-1956 vestigde Geertruida zich aan de Polderweg 23 C te Schiedam. Op 18-11-1957 vestigde zij zich aan de Zouteveenseweg 31 A te Schipluiden.

Uit dit huwelijk:

1. Gerardus Josephus Stolk , geboren op 24-05-1909 te Kethel; 2. Anna Wilhelmina Stolk , geboren op 13-09-1917 te Kethel. Gehuwd op 17-04-1944 te Rotterdam met N.J. v.d. Voort .

21.12 Jkfr. Catharina Wilhelmina Rooling , geboren op 22-03-1879 te Hillegersberg, overleden op 28-06- 1936 te Bleiswijk. Dochter van Leonardus Rooling en Anna Wilhelmina Langelaan (zie: 20.9). Gehuwd op 28-04-1904 te Overschie met Anthonius Hieronimus van den Berg , geboren in circa 1878 te Bleiswijk. Zoon van Anthonius Hendricus van den Berg en Helena Johanna Hooijmans .

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit dit huwelijk:

1. Helena Johanna van den Berg , geboren in crica 1905 te Bleiswijk. Gehuwd op 05-10-1927 te Bleiswijk met Adrianus Johannes Spruit , geboren in crica 1898 te Zoetermeer. Zoon van Petrus Jasper Spruit en Johanna Kneppers .

21.13 Jkfr. Anna Wilhelmina Rooling , geboren op 17-07-1885 te Hillegersberg, overleden op 23-03-1932 te Overschie. Dochter van Leonardus Rooling en Anna Wilhelmina Langelaan (zie: 20.9). Rooms- Katholiek gehuwd op 28-04-1915 in de St. Petrus’ Banden te Overschie met Jacobus Petrus (Jaap) van Koppen , geboren op 04-12-1881 te Pijnacker, overleden op 26-03-1966 te Rotterdam. Zoon van Hubertus van Koppen en Apolonia Ruigrok .

Jaap was van beroep veehouder. De boerderij lag aan de Vaart te Overschie (tegenover de boerderij van Roeling (zie: 21.22). Jaap kreeg de bijnaam “pet in de nek” of “pettenek” omdat hij zijn pet zo schuin droeg dat deze tot in zijn nek kwam. De moeder van Jaap van Koppen stamde via ridder Flores van Doortoge (1259-1322) en de graven van Holland af van Karel de Grote. Anna was een lieve maar strenge moeder. In de vastenmaand kregen de kinderen een “vastentrom- meltje”. Alles wat zij aan snoep en koekjes kregen in deze periode moest in het trommeltje. Toen Leen aan het einde van de vastenperiode aan zijn moeder liet zien hoeveel koekjes hij had gekregen, pakte ze het trommeltje en keerde hem om in de grote koektrommel waardoor hij niets meer had. Op de boerderij was geen plaats voor opscheppers. Wanneer het onweerde, ging Anna altijd met een palmtakje en wijwater de boerderij rond zodat de bliksem niet zou inslaan. Ook wanneer de koeien na de winter weer het land ingingen werden zij met wijwater gezegend. De kinderen herinneren zich dat het haar van Anna tot aan haar knieën reikte wanneer zij het aan het wassen was. Kort na de Eerste Wereldoorlog verbleef een zekere Eduard, een jongen uit Duitsland, enkele jaren op de boerderij. Anna overleed op jonge leeftijd en liet Jaap met acht kinderen achter. De vele huishoudsters pro- beerden voornamelijk de nieuwe vrouw van Jaap te worden. Zodra Jaap dit doorkreeg ontsloeg hij ze en zocht hij een andere huishoudster. De kleinkinderen van Jaap herinneren zich dat hij streng was wanneer ze een streek uithaalden met bijvoorbeeld de kat op het erf. Zo werd een van hen eens opgesloten in een kast, terwijl Jaap lachend wegliep. Maar hij was vooral ook een lieve grootvader. De kleinkinderen mochten bij hem in zijn bedstee slapen tussen de vele heiligenbeeldjes. Ook liet hij ze vaak paardje rijden op zijn knie (die na een dag op het land onder de koeienstront zat).

Uit dit huwelijk:

1. Hubertus Leopardus (Bertus) van Koppen , garagehouder en autoverhuurbedrijf, geboren op 02-12-1916 te Overschie. Gehuwd op 06-02-1947 met Riet Kevenaar , geboren op 31-07-1915. Samen kregen zij 5 kinderen; 2. Anna Wilhelmina (Annie) van Koppen , geboren op 31-03-1918 te Overschie, overleden op 29- 10-2014, gecremeerd op 04-11-2014, zorgde voor het huishouden en de kinderen na het overlij- den van haar moeder. Annie gaf aan dat de naam van haar moeder werd geschreven als Röhling; 3. Apolonia Cornelia (Ploon) van Koppen , geboren op 02-05-1920 te Overschie. Gehuwd op 06- 01-1943 met Corstiaan (Cors) Klapwijk , geboren op 10-10-1912, overleden op 10-10-1993; 4. Leonardus Antonius (Leen) van Koppen , veehouder, vernoemd naar zijn grootvader Leonardus Rooling, geboren op 02-05-1920 te Overschie. Gehuwd op 31-03-1948 met G.H.C. Vollering , geboren op 26-04-1920. Samen kregen zij 9 kinderen; 5. Gerarda Petronella (Gerda) van Koppen , geboren op 20-10-1921 te Overschie, overleden op 23-04-1997 te Arkel. Gehuwd op 02-02-1954 met Antonius Jozephus Gerardus (Ton) van Vliet , veehouder. Samen kregen zij 5 kinderen; 6. Jacobus Wilhelmus (Jack) van Koppen , veehouder, geboren op 11-05-1924 te Overschie. Gehuwd op 08-05-1951 te Rotterdam met Maria (Rie) Broomans , geboren op 26-03-1923 te Rotterdam, overleden op 25-03-1998 te Schipluiden, gecremeerd op 30-03-1998 te Rotterdam. Dochter van Jan Broomans en Catharina Wilhelmina (To) van Woerkens . Samen krijgen zij 9 kinderen;

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 7. Franciscus Wilhelmus (Frans) van Koppen , veehouder, geboren op 12-04-1926 te Overschie. Gehuwd met Adriana Maria Arnolda (Sjaan) Roeling (zie:22.43). Samen kregen zij 3 kinderen; 8. Wilhelmus Johannes (Wim) van Koppen , timmerman, geboren op 28-08-1928 te Overschie. Gehuwd op 16-12-1967 met Johanna Barbara Maria (Joke) Clavaux , geboren op 16-07-1940. Samen kregen zij 3 kinderen.

21.14 Jkfr. Maria Jacoba Rooling , geboren op 08-01-1889 te Hillegersberg, overleden op 23-03-1948. Dochter van Leonardus Rooling en Anna Wilhelmina Langelaan (zie: 20.9). Gehuwd op 08-05-1913 te Overschie met Leonardus Lansbergen , geboren op 21-11-1882 te Kethel en Spaland. Zoon van Cornelis Lansbergen en Catharina van der Harg .

Uit dit huwelijk:

1. Leonardus Cornelis Lansbergen , geboren te Kethel en Spaland. Gehuwd te Schipluiden met Catharina Adriana Maria Kleijweg . Samen kregen zij 3 kinderen; 2. Cornelis Nicolaas Lansbergen , geboren te Kethel en Spaland. Gehuwd te Schipluiden met Mathilda Caharina Lidewina Kester , geboren te Vlaardinger-Ambacht. Samen kregen zij 4 kinderen.

21.15 Jkfr. Cornelia Maria Roeling , geboren op 05-06-1888 om 09.00 uur te Kethel en Spaland, overleden op 01-12-1970 te Berkel. Dochter van Hendrik Roeling en Gijsberta Ruigrok (zie: 20.14). Gehuwd op 27-04-1921 te Kethel en Spaland (getuigen: Cornelis Gerardus van der Drift en Theodorus Wilhelmus Roeling) met Wilhelmus Quirinus van der Drift , geboren op 10-03-1883, overleden op 19-09-1955 te Schipluiden. Zoon van Adrianus van der Drift en Maria Geertruida van Schie . Wilhelmus was van beroep bouwman.

Uit dit huwelijk:

1. Adrianus Hendrik Johannes van der Drift , geboren op 17-01-1923 te Schipluiden; 2. Hendrik Adrianus Jacobus van der Drift , geboren op 04-12-1924 te Schipluiden; 3. Gerardus Cornelis van der Drift , geboren op 24-01-1928 te Schipluiden; 4. Gijsbertus Theodorus van der Drift , geboren op 24-01-1928 te Schipluiden; 5. Johanna Maria Theresia van der Drift , geboren op 17-08-1931 te Schipluiden.

21.16 Jkfr. Maria Johanna Roeling , geboren op 14-07-1892 om 15.30 uur te Kethel en Spaland, overleden op 09-03-1977 te Schiedam. Dochter van Hendrik Roeling en Gijsbertha Ruigrok (zie: 20.14). Gehuwd op 04-06-1919 te Kethel en Spaland (getuigen: Thomas Gerardus de Vette, Theodorus Wilhelmus Roeling) met Jacobus de Vette , geboren op 09-02-1890 te Kethel en Spaland, overleden op 23-06-1968 te Schiedam.

Jacobus van van beroep tuinder en gemeente arbeider en woonachtig aan de Kerkweg 26 te Kethel, dat op 01-08-1941 werd geannexeeerd door de gemeente Schiedam. Kort na het overlijden van haar echtgenoot werd Maria op 12-09-1968 ingeschreven op de St. Liduinastraat 10.

Uit dit huwelijk:

1. Thomas Hendrik de Vette , geboren op 12-07-1920 te Kethel en Spaland. Gehuwd op 21-04- 1949 te Schiedam met Hendrika Cornelia Ham , geboren te Kethel en Spaland. Dochter van Petrus Johannes Ham en Maria Margaretha Liduina van der Schot ; 2. Hendrik Wilhelmus de Vette , geboren 10-08-1921 Kethel . Ingeschreven Schipluiden 13 -05 -1935 ; 3. Johanna Margaretha de Vette , geboren op 31-01-1923 te Kethel en Spaland. Gehuwd op 07- 08-1952 met M.J. Kerklaan ; 4. Gijsbertha Adriana Maria de Vette , geboren op 02-03-1924 te Kethel en Spaland. Gehuwd op 17-07-1952 met J.A.C. Keijzer ;

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 5. Simon Johannes de Vette , geboren op 17-05-1925 te Kethel en Spaland; 6. Theodorus Cornelis de Vette , geboren op 02-09-1926 te Kethel en Spaland. Gehuwd op 07-05- 1953 met J.E. Keijzer ; 7. Margaretha Johanna Maria de Vette , geboren 15-08-1927 te Kethel, overleden op 15-10-1930; 8. Jacobus Cornelis de Vette , geboren op 03-03-1929 te Kethel en Spaland. Gehuwd op 10-11- 1954 te Delft met P.L.E. Bierhuis ; 9. Cornelia Agatha de Vette , geboren op 21-07-1930 te Kethel en Spaland. Ingeschreven te ’s Hertogenbosch op 16-01-1952; 10. Arnoldus Gerardus de Vette , geboren op 25-10-1931 te Kethel en Spaland. Ingeschreven te Gronsveld op 06-09-1956; 11. Cornelis Joseph de Vette , geboren op 24-03-1934 te Kethel en Spaland. Ingeschreven te Westervoort op 01-02-1960; 12. Johannes Maria de Vette , geboren op 05-05-1936 te Kethel en Spaland. Gehuwd op 08-08-1961 te Schipluiden met H.M.E. van Marrewijk .

21.17 Jkr. Theodorus Wilhelmus Roeling , geboren op 10-04-1894 om 01.30 uur te Kethel en Spaland (in het huis in het Dorp wijk A nr.8), Rooms-Katholiek, overleden op 24-11-1972 te Schiedam. Zoon van Hendrik Roeling en Gijsbertha Ruigrok (zie: 20.14). Gehuwd op 25-04-1923 te Vlaardinger-Ambacht met Adriana Apolonia Langelaan , geboren op 22-02-1894 te Kethel en Spaland, overleden op 03- 07-1976 te Schiedam. Dochter van Gerardus Langelaan , veehouder, en Wilhelmina de Vreede .

Theo was veehouder. Op 21-05-1940 werd het dorp ‘overvallen’ door 109 Duitse militairen met 94 paarden onder bevel van Hptm Günther die hier de nacht wilden doorbrengen. Naast de Hervormde pastorie, café De Bruin en de St. Jacobuskerk moest ook Theo onderdak verlenen aan Duitse soldaten.

Uit dit Huwelijk:

1. Jkr. Hendrikus Gerardus Wilhelmus (Henk) Roeling (zie: 22.6); 2. Jkfr. Wilhelmina Gijsberta Johanna Roeling (zie: 22.7); 3. Jkr. Gijsbertus Jacobus Josephus Roeling (zie: 22.8); 4. Jkr. Gerardus Leonardus Maria Roeling (zie: 22.9); 5. Jkr. Theodorus Cornelis Paulus Roeling (zie: 22.10); 6. Jkr. Leonardus Gerardus Antonius Roeling (zie: 22.11); 7. Jkr. Wilhelmus Cornelis (Willem) Roeling , geboren op 16-07-1935 te Kethel en Spaland, overleden op 02-01-1948 te Kethel en Spaland.

21.18 Jkfr. Maria Arnolda Roeling , geboren op 07-02-1898 om 01.00 uur te Kethel, overleden op 06-05- 1985 te Vlaardingen. Dochter van Hendrik Roeling en Gijsberta Ruigrok (zie: 20.14). Gehuwd 16-05- 1923 te Kethel (getuigen: Johannes Cornelis Franciscus Olsthoorn en Theodorus Wilhelmus Roeling) met Cornelis Adrianus Ludovicus Olsthoorn , geboren 03-02-1894 te Kethel, overleden op 14-12- 1956 te Kethel. Cornelis was veehouder. Het echtpaar woonde aan de Schiedamscheweg te Kethel.

Uit dit huwelijk:

1. Johannes Hendricus Olsthoorn , geboren op 13-07-1924 te Kethel. Gehuwd op 25-01-1951 met A.G. Lansbergen ; 2. Hendricus Wilhelmus Olsthoorn, geboren op 29-11-1925 te Kethel. Gehuwd op 21-09-1950 met A.P.M. Ruijs ; 3. Cornelis Johannes Olsthoorn , geboren op 12-12-1926 te Kethel. Gehuwd op 08-07-1953 te Schipluiden met W.M. van Mil ; 4. Gijsbertus Jacobus Olsthoorn , geboren op 05-12-1927 te Kethel. Gehuwd op 11-07-1956 met H.A. Olsthoorn ; 5. Johannes Cornelis Olsthoorn , geboren op 10-12-1928 te Kethel. Gehuwd op 24-03-1955 met H.W. Lansbergen ;

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 6. Cornelia Adriana Theresia Olsthoorn , geboren op 18-01-1930 te Kethel, overleden op 27-09- 1930 te Kethel; 7. Johanna Francisca Theresia Olsthoorn , geboren op 01-04-1931 te Kethel. Gehuwd op 22-02- 1955 met A.J. van Vliet ; 8. Gijsbertha Adriana Theresia Olsthoorn , geboren op 16-11-1932 te Kethel. Gehuwd op 25-03- 1959 met P. Over de Vest ; 9. Franciscus Johannes Olsthoorn , geboren op 22-08-1934 te Kethel. Gehuwd op 06-10-1966 met J.M. van Kleef ; 10. Maria Cornelia Olsthoorn , geboren op 19-09-1935 te Kethel. Gehuwd op 23-05-1957 met M.P. van Veen ; 11. Adrianus Cornelis Olsthoorn , geboren op 01-12-1936 te Kethel. Gehuwd op 28-12-1966 te Rotterdam met J.L. Derksen ; 12. Wilhelmus Jacobus Olsthoorn , geboren op 23-12-1937 te Kethel. Gehuwd op 20-08-1969 met M.J. van Mil .

21.19 Jkfr. Cornelia Petronella (Cor) Roeling , geboren op 01-04-1879 om 10:30 uur te Schiedam, over- leden op 19-11-1931 om 17:00 uur te Overschie. Dochter van Martinus Roeling en Maria van der Moor (zie: 20.15). Gehuwd (1) op 08-05-1901 te Overschie met Martinus Marie (Tinus) van der Beek , vleeshouwer, geboren op 31-12-1877 te Naaldwijk, overleden vóór 1904 te ‘s Gravenhage. Zoon van Willem van der Beek en Adriana Maria Reineke (Reincke) . Gehuwd (2) op 18-05-1904 te Overschie met Karel Anthonius (Karel) Venselaar , geboren op 30-04-1881 te Overschie, overle- den op 16-11-1960 te Overschie. Zoon van Hendrik Willem (Hendrik) Venselaar, koperslager, en Anna Maria (Anna) Jung . Nadat Cornelia was overleden huwde Karel met Geertruida Maria Snijders , geboren 08-07-1878 te Overschie, overleden op 19-09-1964 te Overschie. Dochter van Jo- hannes Snijders (Leonardusz.) en Maria den Hollander .

Karel was van beroep koperslager met een eigen winkel aan het Voorom. Karel maakte onder andere koperen melkbussen voor de boeren. Boven de winkel en werkplaats was het woonhuis. Onder het dak sliepen de kinderen. ‘s Zomers kropen de kinderen uit de dakkapel en gingen in de dakgoot zitten. De overbuurvrouw, mevrouw Van Dalen, kwam dan hun ouders waarschuwen, dit werd door de kin- deren niet in dank afgenomen. Aan het Voorom, was een oostelijke aftakking van de Schie, die aansluit op de Rotterdamsche Schie. Regelmatig kwamen schepen langs, die spullen kwamen halen en brengen, zoals de melkbussen gemaakt door Karel, en vervoerde deze naar de boeren. In de winkel werden ijzerwaren en kooktoestellen verkocht. Met de komst van het drinkwater in 1903, legde Karel in huizen een waterleiding aan. Kort daarop werd hij voor de gemeente Overschie de opzichter bij de aanleg en onderhoud van de gemeentelijke waterleiding. Na de introductie van elektriciteit in 1912 installeerde hij huisinstallaties, dit was een nieuwe bron van inkomsten. Met de komst van het gas in 1927 werden gaskomforen in het programma opgenomen en aangesloten. Het bezit van een eigen bedrijf, stond het functioneren binnen de gemeente als opzichter echter in de weg. Hij werd gevraagd te kiezen voor het een of het ander. Karel koos toen voor het vaste salaris van een ambtenaar. Nadat Karel zijn winkel had afgestoten liet hij een huis bouwen aan de Burgemeester Bosstraat 22 en is daar met zijn gezin gaan wonen. In en na de oorlog heeft Karel zijn creativiteit bot gevierd op de gebruikte hulzen van kanonen. Hij sloeg deze in vele soorten vormen. Binnen de familie zijn talrijke van deze koperen voorwerpen bewaard gebleven. Het werk verrichte hij vooral ‘s morgens vroeg, als anderen nog in bed lagen. Zijn slagen met de hamer op het koper bleven echter niet onopgemerkt. In de Sint Petrus Banden Kerk is het beslag van de tabernakeldeur op het altaar gemaakt door Karel. Bij zijn 25 jarig dienstverband kreeg Karel een koperen gemeentewapen van Overschie van zijn collega’s met de tekst: 1903 – 1928 AAN VENSELAAR VAN COLLEGA’S. Dit koperen gemeentewapen is via Jan Broomans (de oud- oom van Monique Bergman) in bezit gekomen van Bas Roeling (zie: 22.24), een nakomeling van Martinus Arnoldus Roeling, de broer van Cornelia.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit het tweede huwelijk:

1. Henricus Martinus Antonius (Hendrik) Venselaar , geboren op 05-09-1907 te Overschie, overleden op 03-02-1908 te Overschie; 2. Maria Johanna Cornelia (Marie) Venselaar , geboren op 14-09-1908 te Overschie, overleden op 12-12-1992 te Schiedam(?). Gehuwd op 29-04-1931 met Johannes Cornelis Martinus (Jo) Engelman , geboren op 31-05-1904 te Schiedam(?). Samen kregen zij 6 kinderen; 3. onbekende Venselaar , overleden op 14-12-1909 te Overschie; 4. Pfr. Hendricus Martinus (Harry) Venselaar , geboren op 29-11-1910 te Overschie, overleden op 27-11-1984 te Asten. Van 1923 tot 1930 studeerde Hij aan het Juvenaat in Bergen op Zoom. Daarna volgde het noviciaat te Asten. Hij studeerde filosofie en de lerarenopleiding theologie en muziek. Op 17-07-1938 kreeg hij de priesterwijding uit handen van Mgr. Buxkx. Een grote ver- dienste van Harry was zijn onderzoek naar oude muziek (in Utrecht) en de oprichting van het koor van het Juvenaat te Bergen op Zoom. Harry werd op 24-10-1965 pastoor (Pfarrer) te Hulch- rath en bleef dat tot 01-01-1980. De kerk werd verfraaid, het parochiehuis vernieuwd en het orgel gerestaureerd. In deze jaren hielp Maria Wichmann hem in alle opzichten. In 1980 is Harry met zijn ‘Hausdame’ naar Waldbröl verhuisd en genoot daar, tot zijn ziekte van zijn pensioen; 5. Martinus Johannes (Martien) Venselaar , filiaalhouder schoenenzaak, journalist Brabants Nieuwsblad, geboren te op 10-08-1912 te Overschie, overleden op 07-07-1997 te Bergen op Zoom. Gehuwd op 29-11-1939 met Cornelia Elisabeth (Coletta) van Houten , geboren op 26- 02-1913 te Rotterdam, overleden op 24-07-1980 te Tulln, Oostenrijk. Dochter van Jacobus Everhardus van Houten en Dorothea Johanna Rust . Samen kregen zij 7 kinderen; 6. Anna Maria (Ans) Venselaar , geboren op 04-09-1913 te Overschie, overleden op 06-06-1995 te Rotterdam. Gehuwd op 13-05-1936 te Overschie met Petrus Martinus Antonius (Piet) Lans- bergen , geboren op 25-11-1910 te Overschie, overleden op 10-01-2002 te Rotterdam. Zoon van Petrus Josephus Lansbergen en Elisabeth Maria Heinsbroek . Samen kregen zij 5 kinderen; 7. Cornelia Carolina (Cor) Venselaar , geboren op 10-12-1917 te Overschie. Gehuwd op 01-11- 1939 te Overschie met Martinus (Martien) Möls , geboren op 26-01-1905 te Rotterdam(?). Samen kregen zij 2 kinderen; 8. Petronella Cornelia (Nel) Venselaar , geboren op 20-04-1919 te Overschie. Gehuwd op 29-05- 1940 te Overschie met Carolus (Karel) Harrewijn , geboren op 15-10-1917 te Rotterdam. Samen kregen zij 5 kinderen; 9. Onbekende Venselaar , overleden op 25-10-1921 te Overschie; 10. Aurelia (Reel) Richtsfeld , geboren op 31-01-1912 te Wenen. Zij kwam samen met andere ondervoede kinderen in de jaren ‘20 naar Nederland om op krachten te komen. De familie Venselaar bekommerde zich om haar. Na een paar maanden ging ze terug naar Oostenrijk, maar de familie kon haar niet missen en Karel ging haar in Wenen ophalen. Zij is niet meer terug gegaan naar haar ouders. Gehuwd in 1936 met Charles van de Broek . Samen kregen zij 4 kinderen.

21.20 Jkr. Petrus Johannes Theodorus (Piet) Roeling , geboren op 10-05-1880 te Schiedam, overleden op 08-12-1962 te Vlaardingen, begraven op het R.K. kerkhof te Vlaardingen. Zoon van Martinus Roeling en Maria van der Moor (20.15). Gehuwd op 10-04-1907 te Vlaardinger-Ambacht met Cornelia Ma- ria (Cor) van Koppen , geboren op 27-02-1878 te Overschie, overleden op 02-04-1968 te Renkum. Dochter van Adrianus van Koppen en Maria van Heiningen .

Uit de militie registers blijkt dat Piet in 1899 werd opgeroepen voor de lichting van 1900 en dat hij op 28-12-1899 werd goedgekeurd voor militaire dienst. Hij was 1,64 meter lang. De volgende lichaams- kenmerken werden vermeld: een ovaal aangezicht, gewoon voorhoofd, blauwe ogen, spitse neus, gewone mond, ronde kin en blond haar. Na het huwelijk vestigde Piet zich in 1907 als veehouder te Overschie, nabij ’t Sluisje. Piet hield daar 37 koeien. Na 13 jaar kocht Piet een boerderij aan de Broekweg te Vlaardingen, naast de boerderij van zijn schoonvader. De zuivelcrisis aan het begin van de jaren ‘30 had ook voor de boeren in deze regio grote gevolgen en op 03-10-1932 werd Piet failliet verklaard. Op 13-11-1933 verscheen in de krant het bericht van curator Mr. J.H. Welcker dat het faillissement was beëindigd. Na het faillissement besloten alle kinderen om hun vader aan een nieuwe

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info boerderij te helpen. Ze zochten allemaal een betrekking, stelden hun huwelijk uit en droegen het verdiende geld aan hun ouders af. Hun dochter Maria Cornelia vertelde haar kinderen maar al (te) vaak dat ze daarom 10 jaar verkering heeft gehad voordat ze kon trouwen. Uiteindelijk kochten de kinderen boerderij Nieuwland aan de Broekweg 42 te Vlaardingen waar Piet nog tot 1953 boerde, waarbij zoon Maarten de laatste twee jaar de bedrijfsvoering voerde. In 1953 moest de boerderij wijken voor de bouw van het Groen van Prinstererlyceum. Zoon Maarten ging op zoek naar een boerderij in Apeldoorn en stalde zolang zijn koeien in het Kooihuis van Maarten Hoogendam aan de broekweg. Piet en Cornelia betrokken een kleine woning aan de Jonker Fransstraat 14 en genoten daar van hun welverdiende rust. De laatste jaren maakte Piet dagelijks een wandeling van 8 km om de koeien van Maarten te bezoeken. Daarnaast speelden ze samen graag kaartspelletjes. Op 10-04-1957 vierde het echtpaar hun gouden huwelijk. Ter gelegenheid daarvan werd op 04-04-1957 een artikel over hun leven in de krant gepubliceerd.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Martinus Adrianus Anthonius Maria Roeling (zie: 22.12); 2. Jkfr. Maria Adriana Maria Roeling (zie: 22.13); 3. Jkr. Adrianus Martinus Petrus Roeling (zie: 22.14); 4. Jkfr. Maria Cornelia Roeling (zie: 22.15); 5. Jkr. Petrus Wilhelmus Roeling (zie: 22.16); 6. Jkfr. Wilhelmina Esther Roeling (zie: 22.17); 7. Jkfr. Cornelia Petronella Roeling , geboren op 06-03-1916 te Overschie, overleden op 08-02- 1919 om 06:30 uur te Overschie (wijk B, nummer 181); 8. Jkfr. Cornelia Maria Roeling , geb. 20-07-1918 te Overschie, overleden 22-12-1945 Rotterdam; 9. Jkr. Johannes Martinus Maria (Jan) Roeling (zie: 22.18).

21.21 Jkr. Johannes Antonius (Jan) Roeling , geboren op 08-11-1882 te Schiedam, overleden op 08-12- 1962 te Schiedam. Zoon van Martinus Roeling en Maria van der Moor (zie: 20.15). Gehuwd op 22- 02-1911 te Overschie met Hester Overgaag , geboren op 13-03-1885 te Overschie, overleden op 15- 04-1971 te Schiedam. Dochter van Adrianus Theodorus Overgaag , veehouder aan de Bovendijk te Overschie, en Cornelia Magdalena Ham .

Uit de militie registers blijkt dat Jan in 1901 werd opgeroepen voor lichting 1902 en dat hij op 30-12- 1901 was goedgekeurd voor militaire dienst. Hieruit blijkt dat hij 1,64 meter lang was, een ovaal aan- gezicht had met hoog voorhoofd, blauwe ogen, lange neus, gewone mond, ronde kin en donker blond haar. Jan was veehandelaar en veehouder. In het verslag van 1946 van de Coöperatieve Brandwaar- borg Maatschappij Overschie en Omstreken (opgericht door zijn vader) werd Jan nog slechts vermeld met 1 stem. Jan was toen reeds 64 jaar en zijn kinderen hadden het bedrijf inmiddels overgenomen.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Martinus Cornelis Roeling (zie: 22.19); 2. Jkr. Adrianus Cornelis Leonardus Roeling (zie: 22.20); 3. Jkfr. Maria Cornelia Roeling (zie: 22.21); 4. Jkr. Cornelis Adrianus Roeling (zie: 22.22); 5. Jkfr. Cornelia Johanna Roeling (zie: 22.23); 6. Jkfr. Rudempta Johanna Clasina Roeling , geboren op 17-09-1918 te Schiedam, overleden op 01-10-1919 te Schiedam.

21.22 Jkr. Martinus Arnoldus (Tinus) Roeling , geboren op 25-01-1884 te Schiedam om 01:00 uur, over- leden op 10-10-1949 om 18:00 uur te Overschie, begraven op 13-10-1949 op het R.K. kerkhof te Overschie. Zoon van Martinus Roeling en Maria van der Moor (zie: 20.15). Gehuwd op 03-05-1916 te Overschie (getuigen bruid: Jacobus van Kouteren en Anthonia van der Made, getuigen bruidegom: Petrus Johannes Theodorus Roeling en Karel Anthonius Venselaar) met Johanna Cornelia van Kou-

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info teren , geboren op 12-04-1891 te Achthuizen (Ooltgensplaat), overleden op 20-11-1958 te Overschie, begraven op 25-11-1958 op het R.K. kerkhof te Overschie. Dochter van Jacobus van Kouteren en Anthonia van der Made. Jacobus was van beroep landbouwer.

Tinus werd vernoemd naar zijn eigen vader en overgrootvader. Uit de militie registers blijkt dat Tinus in 1903 werd opgeroepen voor lichting 1904, maar op 06-01-1904 werd afgekeurd wegens een “Sle- pende zuchtige zwelling in belangrijken graad van een of ander lichaamsdeel”, oftewel een oedeem. Oorzaken voor een oedeem kunnen zijn: ontsteking, allergische reactie en lokaal verhoogde veneuze druk (zoals spataderen of trombosebeen). Uit deze gegevens blijkt verder dat Tinus 1,69 meter lang was. Er stonden geen overige lichaamskenmerken vermeld zoals bij zijn twee oudere broers. Na het overlijden van zijn vader, zette Tinus de melkboerderij aan de Zestienhovensekade 141 voort. Samen met zijn echtgenote Johanna zorgden ze er voor dat het familiebedrijf een waar begrip werd in de gemeente Overschie. Anno 2006 spreken de oudere Overschieënaren nog steeds over “De Boerderij van Roeling”. Met hard werken vergaarden zij een aanzienlijk vermogen. De toekomst zag er dan ook rooskleurig uit aan het begin van de jaren twintig van de 20 ste eeuw. De heer Brandhorst, vrijwilliger bij Museum Oud Overschie en familie van varkenshouder Cor Sneijder, kan zich Tinus nog goed herinneren. Toen hij een kleine jongen was en vriendjes van hem kattekwaad wilden uithalen op het land van de boerderijen waarschuwde hij hen altijd voor heer Roeling. Want als heer Roeling er achter zou komen dat ze op zijn land iets hadden uitgehaald zouden ze een flinke draai om hun oren krijgen wanneer ze met hun moeder op de boerderij melk gingen kopen. Het land van Roeling werd daarom altijd vermeden door de kwajongens. Halverwege de jaren ’20 floreerde het boerenbedrijf. De kinderen werkten mee in het bedrijf en kregen op jonge leeftijd (vanaf circa vijf jaar) een eigen wijk waar zij melk, boter en eieren bezorgden met een hondenkar. Zodra de zonen sterk genoeg waren kregen zij een grotere wijk en bezorgden zij de waren met behulp van een driewielige trapfiets (in de volksmond een “kerrie” genoemd). Na de beurscrach van oktober 1929, brak een economische wereldcrisis uit. Ook Nederland kreeg hiermee te maken. Het kabinet Ruijs de Beerenbrouck III (1929-1933) zag zich genoodzaakt een krachtig bezuinigingsbeleid te voeren en een groot aantal crisismaatregelen te nemen (Crisis-Tarwe- wet, Crisis-Zuivelwet, Crisis-Pachtwet, verhoging van invoertarieven, contingentering van buiten- landse producten). De crisismaatregelen waren erop gericht de boeren te steunen en de Nederlandse markt te beschermen tegen de import van goedkopere buitenlandse producten. De crisis vertaalde zich in onrust in de samenleving en de opkomst van extremistische partijen. Tot overmaat van ramp kreeg de veestapel begin jaren ’30 een ziekte (moglijk mond- en klauwzeer) waardoor het vee afgemaakt moesten worden. Met het familiekapitaal kon men gelukkig een nieuwe veestapel kopen. Tegen het eind van de jaren dertig zag het ernaar uit dat de familie een moeilijke periode achter zich kon laten. Nederland raakte echter betrokken bij de tweede wereldoorlog. Hoewel de luchtgevechten boven Overschie in volle gang waren, ging Tinus, tot verbazing van vele Overschieënaren, om half vijf ge- woon naar het land om de koeien te melken (ondank het feit dat op 10 mei op de hoek van de nabij de landerijen gelegen Molensingel een Nederlandse soldaat was doodgeschoten door de Duitsers). De oorlogsjaren verliepen voor de familie relatief rustig, hoewel er wel zekere beperkingen werden opge- legd. Boter, melk en eieren mochten niet worden verkocht zonder voedselbonnen. Anton, de jongste zoon van Tinus en Johanna verdiende echter wat bij als handelaar door de producten op de zwarte markt te verkopen. De oudste zoon, Koos, had in de Peel als korporaal gevochten tegen de Duitsers en was fel tegen de zwarthandel. Hij was van mening dat men voedsel op een eerlijke wijze moest ver- delen om de oorlog goed door te kunnen komen. Ten tijde van de oorlog werd een gedeelte van het erf verhuurd aan de houthandel en kistenfabriek De Jong. Ook werd een huis met tuin en stallen verhuurd aan Cor Sneijder, een keuterboer die een paar varkens hield. Uit de bevolkingsregistratie van 15-06-1944 bleek dat Jacobus, de vader van Johanna, op de Maria- hoeve woonde. Mogelijk was hij ná het overlijden van zijn echtgenote op 20-11-1940 vanuit Achthui- zen naar Overschie verhuisd, een jaar later overleed Jacobus op 24-06-1945. Na de oorlog kregen de zonen van Tinus hun aandeel in het bedrijf en met hard werken maakten zij van de boerderij weer een bloeiende onderneming. Uit het 43 ste jaarverslag uit 1946 van de brand- waarborgmaatschappij (welke was opgericht door zijn vader) blijkt dat Tinus het maximale aantal van 10 stemmen had, wat betekende dat hij voor het hoogst mogelijke bedrag verzekerd was.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Na het overlijden van Tinus bleef Johanna op de Mariahoeve wonen. De vrome Johanna was een zuinige en gereserveerde vrouw, “Werk en bid” was haar levensprogram. Zij ging jaarlijks op bede- vaart naar de Troosteres der Bedroefden (Consolatrix Afflictorum) te Kevelaer in Duitsland. Haar kleinzoon, Koos Roeling Jr. herinnerde zich dat hij als kind tijdens bezoekjes met zijn armen over elkaar op de stoof moest blijven zitten, héél soms kreeg hij een snoepje. Een leuke wetenswaardigheid is dat de familie destijds een bijnaam kreeg: “Roetoet gauw gauw in de hooibouw” (kort: “Roetoet”), een verwijzing naar een nog altijd sterk vertegenwoordigde karaktereigenschap.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Maria Anthonia Roeling , geboren op 15-02-1917 te Overschie, R.K. gedoopt op 15-02- 1917 te Overschie, overleden op 14-01-1919 om 05:30 uur te Overschie (wijk B, nummer 180); 2. Jkr. Jacobus Martinus (Koos) Roeling (zie: 22.24); 3. Jkfr. Maria Antonia (Marie) Roeling (zie: 22.25) 4. Jkr. Johannes Martinus (Jan) Roeling (zie: 22.26); 5. Jkr. Martinus Jacobus (Tinus) Roeling (zie: 22.27); 6. Jkr. Antonius Adrianus (Anton) Roeling (zie: 22.28).

21.23 Jkfr. Maria Johanna (Mie) Roeling , geboren op 06-09-1884 te Schipluiden, Rooms-Katholiek ge- doopt op 07-09-1884 te Schipluiden (getuigen: Johannes Overgaag en Thomas de Vette), overleden op 30-09-1966 te Delft, Rooms-Katholiek begraven op 05-10-1966 te Delft. Dochter van Arnoldus Roeling en Maria de Vette (zie: 20.17). Gehuwd op 26-04-1911 te Schipluiden met Hendrikus Ga- briel van Adrichem , geboren op 06-11-1883 te Hof van Delft, Rooms-Katholiek gedoopt op 06-11- 1883 te Schipluiden (getuigen: Apolonia Catharina van Adrichem en Henricus Jacobus van Adri- chem), overleden op 20-02-1973 te Delft. Zoon van Cornelis van Adrichem , bouwman en rentenier, en Anna Maria Arkesteijn . Hendrikus was van beroep veehouder en melkhandelaar. Via het geslacht Van Brederode stamde hij af van Karel de Grote.

Uit dit huwelijk:

1. Maria Cornelia Arnolda van Adrichem , geboren in circa 1913 te Kethel en Spaland, overleden op 30-08-1925 te Delft; 2. Clasina Maria van Adrichem , geboren in 12-1917, overleden op 16-02-1918 te Vrijenban; 3. Onbekende zoon of dochter , levenloos geboren op 26-04-1922 te Delft.

21.24 Jkr. Arnoldus Gerardus (Arend) Roeling , geboren op 13-01-1889 te Schipluiden, overleden op 18- 04-1952 te Voorburg, Rooms-Katholiek begraven op 22-04-1952 te Nootdorp. Zoon van Arnoldus Roeling en Maria de Vette (zie: 20.17). Gehuwd (1) op 30-10-1918 met Adriana Maria van der Sande , geboren op 06-05-1890 te Stompwijk, overleden op 07-11-1935 te Nootdorp. Dochter van Theodorus Jacobus van der Sande en Adriana van Haaster . Gehuwd (2) op 29-05-1941 met Maria Anna van der Meer , geboren op 08-04-1915 te Pijnacker. Maria Anna huwde na het overlijden van Arnoldus op 09-09-1953 te Nootdorp met H. de Bruin .

Arend was van beroep veehouder met een boerderij aan de Veenweg (thans nr. 196) in de Tedinger- broekpolder te Leidschenveen en van 1931 tot 1949 gecommitteerd ingeland van het Hoogheemraad- schap van Delfland. Hij kwam op 63-jarige leeftijd om het leven ten gevolge van een ongeval waarbij het paard op hol geslagen was. Na het ongeluk heeft hij nog enkele dagen geleefd.

Uit het huwelijk Roeling – Van der Sande:

1. Jkfr. Maria Arnolda Hendrika Roeling , geboren op 13-04-1924 te Stompwijk, overleden op 02-10-1935 te Stompwijk; 2. Jkfr. Adriana Maria Cornelia (Sjaan) Roeling (zie: 22.29); 3. Jkr. Arnoldus Theodorus (Aad) Roeling (zie: 22.30);

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 4. Jkr. Theodorus Maria Cornelis , geboren op 16-07-1930 te Stompwijk, overleden op 21-07- 1930 te Stompwijk;

Uit het huwelijk Roeling – Van der Meer:

5. Jkfr. Maria Anna Wilhelmina Roeling , geboren op 31-03-1944 te Leidschendam, overleden op 22-11-1944 te Leidschendam (Veenweg 13); 6. Jkr. Cornelis Adrianus Maria Roeling (zie: 22.31); 7. Jkfr. Maria Catharina Anna Roeling , geboren op 22-06-1947 te Nootdorp.

Uit het huwelijk De Bruin – Van der Meer:

8. Arnold de Bruin , geboren op 27-07-1954 te Nootdorp, woonde anno 2010 nog op de boerderij.

21.25 Jkfr. Cornelia Gijsberta Maria (Kee) Roeling , geboren op 24-03-1890 te Schipluiden, overleden op 29-11-1981 te Delft. Dochter van Arnoldus Roeling en Maria de Vette (zie: 20.17). Gehuwd op 08- 05-1917 te Schipluiden met Theodorus Johannes (Dirk) van der Sande , geboren op 22-10-1888 te Stompwijk, overleden op 05-07-1972 te Nootdorp. Zoon van Theodorus Jacobus van der Sande en Adriana van Haaster . Dirk was de broer van Maria v.d. Sande (zie: 21.24). Het paar vestigde zich aan de Veenweg 80 te Stompwijk. Na het overlijden van Dirk vestigde Kee zich aan de Dorpsstraat 65.

Kee leerde Dirk kennen op een bruiloft, het was liefde op het eerste gezicht. In hun verkeringstijd ging Dirk meestal lopend of op de fiets van Stompwijk naar Schipluiden. Dirk had een groot bedrijf aan de Veenweg en molk 40 koeien. Van deze melk werd boter, gewone kaas en komijnekaas ge- maakt. Dirk bracht de kaas met de brik of paard en wagen naar de markt in Leiden waar de kaas handjeklap verkocht werd. Bij kasteel Duivenvoorde haalde hij met paard en wagen takkenbossen voor het stoken van de oven waarmee men voor het gezin brood bakte. Na 21 jaar ging het bedrijf in 1938 failliet. Het gezin verhuisde naar de wagenschuur, een aantal kinderen werden tijdelijk onderge- bracht bij de buren. Korte tijd later konden zij een klein huisje aan de Veenweg huren. Om in hun levensonderhoud te voorzien ging Dirk in het losse werk. Hij begon met kanten maaien langs de Rijksweg A12. In de oorlogsjaren dichtte hij voor Rijkswaterstaat bomkraters in de A12.

Uit dit huwelijk:

1. Petrus Jacobus van der Sande , overleden op 03-07-1927 te Stompwijk; 2. Sjaan van der Sande ; 3. Corrie van der Sande ; 4. Mies van der Sande ; 5. Henk van der Sande ; 6. Annie van der Sande ; 7. Nol van der Sande ; 8. Agaath van der Sande ; 9. Theo van der Sande ; 10. Jopie van der Sande ; 11. Gerda van der Sande .

21.26 Jkr. Theodorus Martinus (Dorus) Roeling , geboren op 30-03-1892 te Schipluiden, overleden op 27-01-1967 te Delft, begraven op de Rooms-Katholieke begraafplaats te Schipluiden. Zoon van Ar- noldus Roeling en Maria de Vette (zie: 20.17). Gehuwd op 21-08-1923 te Wateringen met Anna Aplonia Helderman , geboren op 09-06-1896 te Wateringen, overleden op 10-04-1990, begraven op de Rooms-Katholieke begraafplaats te Schipluiden. Dochter van Leonardus Helderman en Catha- rina Johanna Adriana Bol .

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Dorus was van beroep veehouder en bouwde naast zijn ouderlijk huis een nieuwe boerderij en stal en nam 13 hectare van zijn vaders land over. De Heilige Mis ter gelegenheid van hun zilveren bruiloft werd opgedragen op 24-08-1948 in de Heilige Jacobus te Schipluiden.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Maria Roeling (zie: 22.32); 2. Jkfr. Catharina Leonarda Maria Roeling (zie: 22.33); 3. Jkfr. Adriana Arnolda Maria Roeling (zie: 22.34); 4. Jkfr. Johanna Maria Gerarda Roeling , geboren op 03-07-1928 te Schipluiden, overleden op 10-08-1929 te Schipluiden; 5. Jkfr. Johanna Cornelia Theodora Roeling (zie: 22.35); 6. Jkfr. Petronella Engelberta Johanna Roeling (zie: 22.36); 7. Jkfr. Theresia Agatha Johanna Roeling , geboren op 26-08-1932 te Schipluiden, overleden op 14-12-1937 te Schipluiden; 8. Jkr. Leonardus Gerardus Adrianus Roeling (zie: 22.37); 9. Jkfr. Geertruida Catharina Roeling (zie: 22.38); 10. Jkfr. Theresia Clasina Adriana Maria Roeling (zie: 22.39); 11. Jkr. Arnoldus Gerardus Maria (Arnold) Roeling , geboren op 30-08-1939 te Schipluiden, overleden op 07-01-2012, begraven te Schipluiden; 12. Jkr. Nicolaas Adrianus Theodorus Roeling (zie: 22.40).

21.27 Jkfr. Agatha Maria (Agaath) Roeling , geboren op 23-12-1894 te Schipluiden, overleden op 02-06- 1966 te Kethel en Spaland. Rooms-Katholiek begraven op 06-06-1966 te Kethel. Dochter van Arnol- dus Roeling en Maria de Vette (zie: 20.17). Gehuwd op 08-05-1922 te Schipluiden met Johannes Cornelis de Jong , geboren op 02-11-1894 om 01:00 uur te Kethel en Spaland, overleden op 14-02- 1987. Rooms-Katholiek begraven te Kethel. Zoon van Johannes de Jong en Hendrica Pieterse .

Uit dit huwelijk:

1. Johannes Theodorus de Jong , geboren op 06-04-1923 te Kethel en Spaland; 2. Maria H. de Jong , geboren op 09-04-1924 te Kethel en Spaland; 3. Hendrika M. de Jong , geboren op 19-04-1925 te Kethel en Spaland; 4. Arnolda M. de Jong , geboren op 25-07-1926 te Kethel en Spaland; 5. Adriana H. de Jong , geboren op 02-08-1927 te Kethel en Spaland; 6. Arnoldus Theodorus de Jong , geboren op 25-08-1928 te Kethel en Spaland, overleden op 22- 06-1929 te Kethel en Spaland; 7. Arnoldus Theodorus de Jong , geboren op 28-11-1929 te Kethel en Spaland 8. Cornelis J.M. de Jong , geboren op 08-05-1931 te Kethel en Spaland 9. Johanna Theodorus de Jong , geboren op 14-02-1933 te Kethel en Spaland 10. Agatha C. de Jong , geboren op geboren op 07-11-1935 te Kethel en Spaland 11. Adrianus J. de Jong , geboren op 30-03-1937 te Kethel en Spaland

21.28 Jkr. Thomas Antonius (Thomas) Roeling , geboren op 16-12-1899 te Schipluiden, overleden op 20- 05-1963 te Delft, Rooms-Katholiek begraven op 22-05-1963 te Schipluiden. Zoon van Arnoldus Roe- ling en Maria de Vette (zie: 20.17). Gehuwd op 08-05-1928 te Delft met Catharina Geertruida (Gertruda, Ka) Ammerlaan , geboren op 21-07-1899 te Hof van Delft, overleden op 12-11-2000 te Delft, Rooms-Katholiek begraven te Schipluiden. Dochter van Cornelis Nicolaas Ammerlaan en Pe- tronella Maria Langelaan .

Thomas was van beroep veehouder en nam in 1928 de ouderlijke boerderij met 14 hectare land over. Uit de Tweede Wereldoorlog dateert het verhaal dat de machinisten wel eens briketten kolen “verlo- ren” en daarvoor “beloond” werden met een kannetje melk. Maar er moesten ook Duitsers worden in- gekwartierd in de grote wagenschuur. Grote verbetering was de aanleg van een waterleiding in 1962.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Maria Theresia (Miep) Roeling (zie: 22.41); 2. Jkfr. Petronella Anna Maria (Nel) Roeling (zie: 22.42); 3. Jkfr. Adriana Maria Arnolda (Sjaan) Roeling (zie: 22.43); 4. Jkr. Cornelis Petrus Adrianus (Cor) Roeling (zie: 22.44); 5. Jkfr. Gijsbertha Cornelia Theodora (Bep) Roeling (zie: 22.45); 6. Jkr. Arnoldus Theodorus Joannes (Aad) Roeling (zie: 22.46); 7. Jkr. Petrus Cornelis (Piet) Roeling (zie: 22.47); 8. Jkr. Johannes Jozef (Jan) Roeling (zie: 22.48); 9. Jkfr. Anna Wilhelmina Maria (Mia) Roeling (zie: 22.49); 10. Jkr. Gerardus Arnoldus (Geer) Roeling (zie: 22.50); 11. Jkr. Cornelis Adrianus (Kees) Roeling (zie: 22.51).

21.29 Jkfr. Bernardina (Dena of Lena) Roling , geboren in april 1882, overleden op 20-03-1962 te Cinci- natti, Hamilton, Ohio. Dochter van Johann Clemens Roling en Magdalena (Lena) Bowman (Bauman) (zie: 20.22). Gehuwd vóór 1910 met Edward Cahill , geboren in 1882, overleden vóór 20-03-1962.

Uit dit huwelijk:

1. Kathryn Cahill , geboren op 04-01-1914, overleden op 09-09-1990. Kathryn was ongehuwd.

21.30 Jkr. Johann Josef (Johann Joseph) Roling , geboren op 19-12-1847 te Thuine. Zoon van Johann Gerhard Roling en Gesina Adelheid Mensen (zie: 20.23). Gehuwd op 16-11-1875 te Baccum met Anna Karoline Klinker , geboren op 02-04-1842 te Rentrup. Anna was weduwe van Bernhard Heinrich Krieger (zie: 19.8).

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Clemens Roling , was als soldaat in dienst bij de Landwehr Infanterie Reginment 37, Kompanie 7. Hij overleed op 14-02-1918 in een veldhospitaal te Strausberg; 2. Jkr. August Roling (zie: 22.52); 3. Jkr. Johannes Bernhard Roling (zie: 22.53).

21.31 Jkr. Petrus Roling , geboren op 05-05-1870 te Overschie, overleden op 03-04-1952 te ’s Gravenhage. Zoon van Gerardus Roling en Johanna Kloppers (zie: 20.24). Gehuwd op 01-02-1899 te ’s Gravenhage met Helena Wilhelmina de Weert , geboren op 13-05-1874 te ’s Gravenhage. Petrus was arbeider.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Gerardus Johannes Roling (zie: 22.54); 2. Jkr. Antonius Johannes Casper Roling (zie: 22.55); 3. Jkr. Johannes Marinus Roling (zie: 22.56); 4. Jkfr. Alida Hendrika Anthonia Roling (zie: 22.57); 5. Jkfr. Maria Helena Roling (zie: 22.58); 6. Jkfr. Sophia Carolina Roling (zie: 22.59); 7. Jkr. Leonardus Josephus Roling (zie: 22.60).

21.32 Jkr. Hermann Heinrich Rohling , geboren op 30-01-1899 te Schlagbrücken, overleden op 04-07- 1990 te Rastdorf. Zoon van Bernard Hermann Rohling en Maria Lüken (zie: 20.30). Gehuwd in 1930 te Stavern met Thekla Buss , geboren in 1904 te Heede, overleden in 1985 te Sögel. Hermann was van beroep landbouwer. Vanwege uitbreiding van de Meppener Schießplatzes moest het gezin op 09-11- 1932 verhuizen naar Emmeln. In november 1939 moest het gezin wederom verhuizen wegens uit- breiding van een Schießplatzes. Uiteindelijk vestigden zij zich te Rastdorf.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Hermann Rohling (zie: 22.61); 2. Jkr. Heinrich Rohling (zie: 22.62); 3. Jkfr. Maria Anna Rohling (zie: 22.63); 4. Jkr . Gerhard Bernhard Rohling (zie: 22.64); 5. Jkfr. Angela Rohling (zie: 22.65).

21.33 Jkr. Johann Hermann Rohling , geboren op 13-03-1873 te Haar, Rooms-Katholiek gedoopt op 15- 03-1873 te Wesuwe (getuigen: Johann Hermann Rohling uit Dünenburg en Adelheid Hüsers, geb. Bekel, Eignersfrau zu Haar), overleden op 05-01-1947 te Meeker, Minnesota, V.S. Zoon van Her- mann Heinrich Rohling en Anna Maria Gertrud Beckel (zie: 20.32). Gehuwd (1) op 24-11-1896 te Silver Lake, Minnesota, met Anna Matousek , geboren op 12-07-1875 te Mlade Vozice, Bohemen, overleden op 15-08-1985 te New Brighten, Minnesota. Dochter van Martin Matousek en Victoria Posusta uit Hongarije, beiden overleden te Minnesota. Gescheiden op een onbekende datum. Gehuwd (2) vóór 1920 te Forrest Prairie, Meeker, Minnesota, met Annie Boub , geboren in 1874 te Hongarije.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkfr. Anna Gertrude Rohling (zie: 22.66); 2. Jkfr. Anna Maria Rohling (zie: 22.67); 3. Jkr. Herman Rohling (zie: 22.68); 4. Jkr. Martin Rohling (zie: 22.69); 5. Jkr. Gerhard Henry Rohling , geboren 17-08-1904 Watkins, Minnesota, overleden 05-03-1905; 6. Jkfr. Victoria Margaret Rohling (zie: 22.70); 7. Jkr. Theodore Thomas Rohling (zie: 22.71); 8. Jkfr. Margaret Adelaide Rohling (zie: 22.72); 9. Jkfr. Mathilda Anna Rohling (zie: 22.73); 10. Jkr. Henry Rohling (zie: 22.74);

Uit het tweede huwelijk:

11. Jkfr. Mary Rohling , geboren op 24-01-1921, overleden op 05-04-1985 te Hennepin, Minnesota; 12. Jkr. Joseph Rohling , geboren in 1922; 13. Jkr. Frank Rohling , geboren in 1924.

21.34 Jkr. Gerhard Heinrich (Henry) Rohling , geboren op 05-09-1875 te Haar, Rooms-Katholiek ge- doopt op 07-09-1875 te Wesuwe (getuigen: Margaretha Koop, geb. Schultalbers uit Bawinkel en Johann Heinrich Beckel uit Hesepe), overleden op 17-06-1916 te Ancker Hospital, begraven te Cal- vary Cemetery, Minnesota, V.S. Zoon van Hermann Heinrich Rohling en Anna Maria Gertrud Beckel (zie: 20.32). Gehuwd op 21-06-1906 met Gertrude Mueller , geboren op 01-02-1882 te Plymouth Township, Minnesota, overleden op 12-07-1941. Gerhard was arbeider bij de aanleg van spoorwegen, later timmerman te St. Paul. Vanaf 1900 woonde het gezin te Gaylord village, Sibley, en vanaf 1908 te St. Paul Ward 9, Ramsey, Minnesota.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Ethel Gertrude Rohling (zie: 22.75); 2. Jkfr. Hellen Claire Rohling (zie: 22.76); 3. Jkr. Gilbert Lawrence Rohling (zie: 22.77).

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 21.35 Jkfr. Margaretha Rohling , geboren op 09-04-1882 te Haar, overleden op 15-04-1911 te V.S. Doch- ter van Hermann Heinrich Rohling en Anna Maria Gertrud Beckel (zie: 20.32). Gehuwd in circa 1903 met Michael (Matt) Hennen , geboren in 1875. Margaretha woonde in 1900 in bij haar broer Johann Herman in Rich Valley, Minnesota.

Uit dit huwelijk:

1. Gertrude (Mary) Hennen , geboren in 1904, trad toe tot het Benedictijnen klooster te Mound Angel, Oregon; 2. Lena Hennen , geboren op 18-04-1905, overleden op 22-03-1968 te Minnesota. Na het overlijden van haar moeder werd samen met Sylvester en Rudolf opgenomen in een pleeggezin; 3. Sylvester Hennen , geboren in 1907; 4. Rudolf Hennen , geboren op 01-08-1908, overleden op 16-11-1980; 5. Lorada Hennen , geboren in 1910, werd geadopteerd door familie van haar vader.

21.36 Jkr. Johann Heinrich (Heinrich) Rohling , geboren op 01-02-1874 te Dünenburg, Rooms-Katholiek gedoopt op 02-02-1874 te Wesuwe (getuigen: Johann Heinrich Bramsmann uit Dünenburg en Anna Margaretha Rohling, geb. Wolbers uit Haar) Zoon van Johann Hermann Rohling en Martha Thekla Bramsmann (zie: 20.34). Vertrok naar Hamburg en huwde met een onbekende vrouw.

Uit dit huwelijk:

1. Onbekende zoon , samen met een onbekende vrouw kreeg Heinrich tenminste één zoon.

21.37 Jkfr. Anna Margaretha (Margaretha) Rohling , geboren op 28-08-1877 te Altharen, overleden op 28-03-1946. Dochter van Johann Hermann Rohling en Martha Thekla Bramsmann (zie: 20.34). Gehuwd op 22-07-1902 met Johann Heinrich Wermes , Heuermann von Reinking en van beroep landbouwer, geboren op 26-09-1878 te Wieresch, Kirchspiel Wesuwe, overleden op 24-05-1932 te Düne, Altharen, begraven te Wesuwe. Zoon van Hermann Heinrich Wermes , Eigner zu Wieresch, en Anna-Helena Brink .

Uit dit huwelijk:

1. Johann Hermann Wermes , geboren op 25-12-1902, gesneuveld op 17-04-1945. Johann was van beroep oorspronkelijk landarbeider. Gehuwd op 17-07-1930 met Maria Catharina Klas , geboren op 01-02-1904 te Segberg, overleden op 27-04-1995 te Meppen; 2. Maria Thekla Wermes , geboren op 15-02-1904 te Altharen, overleden op 31-01-1973 te Ludmillenstift, Meppen. Gehuwd met Alexander Runde , geboren op 03-05-1901 te Emmeln, overleden op 04-08-1979 te Emmeln; 3. Hermann Heinrich Wermes , geboren op 25-01-1906 te Altharen, gesneuveld op 22-03-1945 te Buisdorf. Gehuwd met Helene Röper , geboren op 23-12-1903 te Altenberge, overleden op 04- 04-1979 te Ludmillenstift Meppen; 4. Anna Helene Wermes , geboren op 13-10-1907 te Altharen, overleden op 29-03-1986 te Ludmillenstift Meppen. Gehuwd met Anton Gertzen , geboren op 19-11-1911 te Dankern, overleden op 02-01-1973 te Emmeln; 5. Franz Wermes , Geboren op 29-12-1909 te Altharen, overleden op 30-06-1926 te Bockholt; 6. Johann Gerhard Wermes , geboren op 03-04-1913 te Altharen. Gehuwd met Anna Margaretha Lammers , geboren op 28-10-1920; 7. Clemens Wermes , geboren op 13-12-1914 te Altharen, overleden op 15-04-1988 te Meppen. Gehuwd op 11-12-1943 met Christina Margaretha Neehoff , geboren op 23-12-1921. Clemens was van beroep vleeskeurder; 8. Anna Margaretha Wermes , geboren op 03-08-1917 te Altharen.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 21.38 Jkr. Johann Hermann (Hermann) Rohling , geboren op 31-12-1879 te Altharen, Rooms-Katholiek gedoopt op 01-01-1880 te Wesuwe (getuigen: Wilhelm Ahlers uit Altharen en Gertrud Rohling, geb. Be… uit Haar), overleden op 18-10-1961. Zoon van Johann Hermann Rohling en Martha Thekla Bramsmann (zie: 20.34). Gehuwd (1) op 08-10-1906 te Altharen met Maria Catharina Kremer , geboren op 25-03-1880 te Altharen, overleden in circa 1915. Dochter van Johann Gerhardt Kremer en Maria Ludowika Woltering . Gehuwd (2) op 30-05-1916 te Altharen met Anna Gertrud Kre- mer , geboren op 30-08-1889 te Oberlangen, Rooms-Katholiek gedoopt op 31-08-1889, overleden op 18-11-1975 te Haren. Zuster van de eerste echtgenote.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkfr. Maria Thekla Rohling (zie: 22.78); 2. Jkr. Gerhard Hermann Rohling (zie: 22.79); 3. Jkr. Johann Hermann Rudolf Rohling (zie: 22.80); 4. Jkfr. Anna Maria Rohling (zie: 22.81).

Uit het tweede huwelijk:

5. Jkr. Heinrich Johann Rohling (zie: 22.82); 6. Jkfr. Maria Margaretha Rohling (zie: 22.83); 7. Jkfr. Anna Bernh. Hermine Rohling (zie: 22.84); 8. Jkr. Wilhelm Rohling (zie: 22.85); 9. Jkr. Rudolf Rohling , geboren in 1926, overleden in 1950; 10. Jkr. Clemens Rohling (zie: 22.86); 11. Jkr. Bernhard Rohling (zie: 22.87).

21.39 Jkfr. Catharina Helena (Catharina) Rohling , geboren op 03-10-1882 te Altharen, overleden op 05- 11-1948. Dochter van Johann Hermann Rohling en Martha Thekla Bramsmann (zie: 20.34). Gehuwd op 06-06-1906 met Johann Schepers , geboren op 27-08-1876, overleden op 28-11-1954.

Uit dit huwelijk:

1. Helena Schepers , geboren op 31-10-1906 te Haren, overleden op 19-03-1998; 2. Maria Thekla Schepers ; 3. Timotheus Schepers , geboren in 1910; 4. Timotheus Hermann Schepers , geboren op 27-06-1913, overleden op 18-11-1973; 5. Hermann Heinrich Schepers , geboren op 08-05-1916, overleden op 22-09-1987; 6. Maria Schepers , geboren in 1917, overleden in 1950; 7. Lübbert Schepers , geboren op 21-09-1919, overleden op 02-07-1980; 8. Gerhard Schepers ; 9. Johann Schepers , geboren op 24-03-1926.

21.40 Jkr. Johann Bernhard Rohling , geboren op 23-02-1891 te Altharen. Zoon van Johann Hermann Rohling en Martha Thekla Bramsmann (zie: 20.34).

21.41 Jkfr. Maria Anna (Anna) Rohling , geboren op 04-05-1892 te Altharen, Rooms-Katholiek gedoopt te Wesuwe, overleden op 23-05-1923 te Dankern. Dochter van Johann Hermann Rohling en Martha Thekla Bramsmann (zie: 20.34). Gehuwd in 1920 met Hermann Fehrmann , geboren op 23-12-1892 te Dankern, overleden op 30-10-1970 te Ludmillenstift, Meppen. Zoon van Gerhard Hermann Fehr- mann en Maria Helena Lübbers . Na het overlijden van Anna huwde Hermann met haar zuster.

Uit dit huwelijk:

1. Gerhard Fehrmann , geboren op 18-05-1921, overleden in 1946;

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 2. Helena Fehrmann , geboren op 19-04-1923 te Haren, overleden op 18-11-2006 te Sögel.

21.42 Jkfr. Anna Margaretha Maria (Maria) Rohling , geboren op 31-12-1895 te Altharen, overleden op 19-08-1960 te Dankern. Dochter van Johann Hermann Rohling en Martha Thekla Bramsmann (zie: 20.34). Gehuwd op 23-05-1928 te Wesuwe met Hermann Fehrmann , geboren op 23-12-1892 te Dankern, overleden op 30-10-1970 te Ludmillenstift, Meppen. Zoon van Gerhard Hermann Fehr- mann en Maria Helena Lübbers .

Anna was voor haar huwelijk dienstmeisje op landgoed Düneburg. Zij werkte daar van 01-05-1915 tot 31-08-1921 tegen een jaarlijkse vergoeding van 140 Mark. Vervolgens werkte zij in het huishouden van de familie Brüning. Hermann was de weduwnaar van Maria’s oudere zuster Anna (zie: 21.41).

Uit dit huwelijk:

1. Anni Fehrmann , geboren op 23-05-1929. Gehuwd op 29-08-1953 met Hermann Kramer , geboren op 19-01-1924. Samen kregen zij 4 kinderen; 2. Thekla Fehrmann , geboren op 09-10-1931. Gehuwd op 28-08-1956 met Rudolf Gerhard (Rudolf) Meyering , geboren op 02-03-1928. Samen kregen zij 3 kinderen; 3. Josefine Fehrmann , geboren op 31-03-1933. Gehuwd met Heinrich (Heinz) Müller , geboren op 23-03-1931. Samen kregen zij 5 kinderen; 4. Gerhard Hermann Fehrmann , geboren op 29-08-1936, overleden in 1953; 5. Maria Anna Fehrmann , geboren op 11-12-1942. Gehuwd met Franz Hermann (Franz) Deymann , geboren op 25-05-1941. Samen kregen zij 4 kinderen;

21.43 Jkfr. Margaretha Rohling , geboren te Altharen, overleden te Emsdetten. Dochter van Johann Bern- hard Rohling en Christina Mecklenburg (zie: 20.37). Gehuwd met Hubert Vietmeyer .

Uit dit huwelijk:

1. Margret Vietmeyer , geboren te Emsdetten; 2. Christel Vietmeyer , geboren Emsdetten. Gehuwd met Bäumker . Samen kregen zij 2 kinderen; 3. Hedwig Vietmeyer , geb. Emsdetten, overleden Löningen. Had met echtgenoot café te Löningen; 4. Marianne Vietmeyer , geboren te Emsdetten. Gehuwd met een zekere Geisemann , Spätheim- kehrer (krijgsgevangene die pas ná 31-12-1946 werd vrijgelaten en kon terugkeren naar Duitsland; 5. Annette Vietmeyer , geboren Emsdetten. Gehuwd met een tuinier. Samen kregen zij 2 kinderen; 6. Heinz Vietmeyer , geboren te Emsdetten.

21.44 Jkfr. Maria Gesina Rohling , geboren op 16-07-1897 te Altharen, Rooms-Katholiek gedoopt op 17- 07-1897 te Wesuwe (getuigen: Anna Gesina Gerdes, geb. Rohling, Kolonistenvrouw te Altenberge en Menke Lübber uit Haren), overleden op 03-12-1970 te Haren. Dochter van Johann Bernhard Rohling en Maria Drees (zie: 20.37).

21.45 Jkfr. Maria Helena Rohling , geboren op 22-12-1901 te Altharen, Rooms-Katholiek gedoopt op 23- 12-1901 te Wesuwe (getuigen: Maria Albers, geb. Rohling, Kolonistenvrouw te Sandberg en Her- mann Bohse, bakkersmeester te Wesuwe). Dochter van Johann Bernhard Rohling en Maria Drees (zie: 20.37). Gehuwd op 08-04-1942 te Wesuwe met Heinrich Meyering , geboren op 12-09-1906 te Altharen, overleden op 05-09-1975 te Haren. Zoon van Hermann Meyering , timmerman en metse- laar, en Maria Thekla Sibum .

21.46 Jkr. Hermann Rohling , geboren op 14-03-1907 te Altharen, overleden op 10-09-1957 te Altharen (aan de gevolgen van een vuurwerk ongeval), begraven te Haren. Zoon van Johann Bernhard Rohling en Maria Drees (zie: 20.37). Gehuwd in 1942 te Wesuwe met Anna Anneken , geboren op 09-08- 1910 te Aschendorf, overleden op 09-09-1960 te Haren. Hermann was van beroep landbouwer, koet- sier bij de posterijen en begrafenisondernemer.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Bernhard Rohling (zie: 22.88); 2. Jkr. Hans Rohling (zie: 22.89); 3. Jkr. Hermann Rohling (zie: 22.90).

21.47 Jkfr. Maria Rohling , dochter van Johann Bernhard Rohling en Maria Drees (zie: 20.37). Gehuwd te Kettenkamp.

21.48 Jkfr. Adelheid Rohling , geboren te Altharen, overleden te Altharen. Dochter van Johann Bernhard Rohling en Maria Drees (zie: 20.37). Gehuwd in 1924 met Hermann Cloppenborg , geboren op 05- 09-1887 te Altharen, overleden op 19-02-1964 te Haren-Altharen. Hermann was van beroep metselaar.

21.49 Jkfr. Anna Angela Rohling , geboren op 06-09-1885 om 03:00 uur te Haren, overleden op 22-08- 1966. Dochter van Jacobus Hermann Rohling en Anna Angela Esders (zie: 20.40). Gehuwd (1) op 16- 01-1912 met Rudolf Wittmann , overleden vóór 1919. Gehuwd (2) op 23-07-1919 te Haren met Gerhard Wittmann , geboren op 14-11-1873. Zoon van Hermann Wittmann en Anna Angela Robben . Rudolf was van beroep metselaar te Altharen. Gerhard was van beroep metselaar te Düneburg.

21.50 Jkfr. Margaretha Brigitta Rohling , geboren op 05-10-1887 te Haren. Dochter van Jacobus Her- mann Rohling en Anna Angela Esders (zie: 20.40).

21.51 Jkr. Dipl. Arch. Johann Gerhard Rohling , geboren op 04-04-1886 te Haren, overleden op 25-10- 1973 te Lastrup. Zoon van Hermann Heinrich Rohling en Anna Hessling (zie: 20.42). Gehuwd op 15- 01-1920 te Lastrup met Engeline Lina Hagen , geboren op 25-03-1882 te Matrum, overleden op 29- 09-1955 te Lastrup. Johann was van beroep architect en aannemer.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Heinz Rohling (zie: 22.91); 2. Jkr. Robert Rohling , geboren op 15-02-1923 te Lastrup, overleden op 21-02-1924 te Lastrup; 3. Jkr. Gerhard Johann Rohling (zie: 22.92); 4. Jkr. Eugen Rohling (zie: 22.93).

21.52 Jkr. Johann Hermann Rohling , geboren op 24-08-1888 te Haren, overleden op 03-08-1915 te Anto- niówka, Polen. Zoon van Hermann Heinrich Rohling en Anna Hessling (zie: 20.42). Gehuwd in op 04-08-1914 te Haren met Maria Mecklenborg , geboren op 12-07-1890 te Haren, overleden op 22- 09-1926. Johann was van beroep metselaar. Maria was in 1914 van beroep dienstmeisje.

21.53 Jkfr. Maria Angela Johanna Rohling , geboren op 26-05-1891 te Haren, overleden op 18-05-1954 te Haren (begraven). Dochter van Hermann Heinrich Rohling en Anna Hessling (zie: 20.42). Gehuwd op 19-06-1911 te Haren met Johann Friedrich Wilhelm Hebbelmann , geboren op 06-02-1880 te Nie- derlangen, overleden op 18-12-1954 te Haren.

21.54 Jkfr. Thekla Maria Rohling , geboren op 31-01-1894 te Haren, overleden op 22-04-1968 te Münster. Dochter van Hermann Heinrich Rohling en Anna Hessling (zie: 20.42). Maria was Ordenschwester en stond bekend onder de naam Fortuna.

21.55 Jkfr. Anna Margareta Rohling , geboren op 04-09-1896 te Haren, overleden op 01-04-1961 te Lastrup. Dochter van Hermann Heinrich Rohling en Anna Hessling (zie: 20.42). Gehuwd op 05-11- 1930 te Lastrup met Josef Figlewski , geboren op 12-02-1892 te Slopanowo (Polen), overleden op 16- 11-1966 te Lastrup.

Anna was van beroep kleermaakster.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 21.56 Jkr. Heinrich Rohling , geboren op 01-01-1899 te Lastrup, overleden op 13-03-1968 te Lastrup. Zoon van Hermann Heinrich Rohling en Anna Hessling (zie: 20.42). Gehuwd op 18-10-1927 te Lastrup met Angela Flerlage , geboren op 14-02-1904, overleden op 25-06-1972 te Lastrup.

Uit dit huwelijk:

1. Onbekende zoon of dochter , levenloos geboren in 1927; 2. Jkr. Heinz Rohling (zie: 22.94); 3. Jkr. Walter Rohling (zie: 22.95).

21.57 Jkfr. Anna Angela Walburga Rohling , geboren op 15-10-1901 te Haren, overleden op 16-04-1978 te Löningen. Dochter van Hermann Heinrich Rohling en Anna Hessling (zie: 20.42). Gehuwd op 14- 01-1926 te Lastrup met Ernst Flerlage , geboren op 22-08-1895 te Löningen, overleden op 07-12- 1934 te Löningen.

21.58 Jkr. Johann Bernhard Rohling , geboren op 31-10-1904 te Haren. Zoon van Hermann Heinrich Rohling en Anna Hessling (zie: 20.42).

21.59 Jkfr. Maria Angela Gerharda Rohling , geboren op 27-12-1906 te Haren, overleden op 07-02-1979 te Lathen. Dochter van Hermann Heinrich Rohling en Anna Hessling (zie: 20.42). Gehuwd op 25-09- 1935 met Johann Jönen , geboren op 31-03-1909 te Alt-Wahn, overleden op 01-12-1975 te Lathen.

21.60 Jkr. Henry Franz II Rohling , geboren op 19-04-1921 te Council Bluffs, Iowa, overleden op 07-02- 1968. Zoon van Henry Franz Rohling en Loretta Mulick (zie: 20.45). Gehuwd met Sylvia Marie Bennewitz , geboren in 1923 te Omaha, Nebraska.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Henry Franz III (Hank) Rohling , geboren op 20-01-1959. Gehuwd met Laura J. ; 2. Jkfr. Mary Loretta Rohling ; 3. Jkr. John Anthony Rohling , geboren in 1963; 4. Jkfr. Elizabeth Theresa Rohling ; 5. Jkfr. Anne Marie Rohling ; 6. Jkfr. Louise Sylvia Rohling , geboren op 19-06-1966 ; 7. Jkr. Karl Lunston Rohling , geboren in december 1967.

21.61 Jkfr. Ellen Beth Rohling , geboren in 1923. Dochter van Henry Franz Rohling en Loretta Mulick (zie: 20.45). Gehuwd op 26-12-1949 met Arthur C. Brown , geboren in 1920.

21.62 Jkr. Jens Laurits Röhling . Zoon van Johan Peter Ludvig Röhling en Nielsine Marie Nielsen (zie: 20.50) Gehuwd met Sine Hansen . Dochter van Jens Marius Hansen en Ane Katrine Thomsen .

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Dorthe Cathrine Röhling (zie: 22.96); 2. Jkr. Johan Röhling (zie: 22.97); 3. Jkfr. Vibeke Marie Röhling (zie: 22.98).

21.63 Jkr. Aksel Rikard Röhling . Zoon van Valdemar Frederik Röhling en Anna Marie Kristine Hansen (zie: 20.54). Gehuwd (1) met Mildred Gladys Bøe , geboren 14-09-1909 te Norbo, Canada, Evange- lisch-Luthers gedoopt 03-10-1909 te Norbo, overleden 31-05-1986 te Frederikssund, Denemarken, be- graven 04-06-1986 te Holbæk. Dochter van Harald Bøe en Ingrid Josepha Poulsen . Gehuwd (2) met Dyveke Marie Kirstine Nielsen . Dochter van Carl Christian Nielsen en Anna Jensine Pedersen .

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit het eerste huwelijk:

1. Jkr. Max Röhling (zie: 22.99); 2. Jkr. Jan Röhling (zie: 22.100).

21.64 Jkfr. Inge Röhling . Dochter van Valdemar Frederik Röhling en Anna Marie Kristine Hansen (zie: 20.54). Gehuwd met Frits Thorvald Bernhard Christensen , geboren op 25-09-1910 te Holbæk, Evangelisch-Luthers gedoopt 05-10-1924 te Holbæk, overleden 25-04-1986 te Holbæk, begraven op 02-05-1986 te Holbæk, Sct. Nicolai. Zoon van Niels Dines Kristensen en Albine Karoline Larsen .

Uit dit huwelijk:

1. Bente Röhling . Gehuwd (1) met Jørgen Vesti Nielsen . Gehuwd (2) met Leif Leick . Zoon van Friedrich Wilhelm Leick en Ellen Kirstina Rosenkrands . Samen kregen zij 2 kinderen.

21.65 Jkr. Leo Krøyer Röhling , geboren op 03-11-1908 te Kerteminde. Zoon van Gotfred Johan Röhling en Valborg Elisabeth Krøyer (zie: 20.57). Gehuwd (1) met Ellen Jørgensen . Gehuwd (2) 22-09-1942 te Kerteminde met Ida Knackstredt , geboren 07-06-1902 te Nyborg, overleden 02-09-2005 te Odense.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkfr. Jytte Krøyer Röhling ; 2. Jkfr. Bente Krøyer Röhling .

21.66 Jkfr. Meta Marie Röhling , geboren op 21-07-1913 te Præstø, Evangelisch-Luthers gedoopt op 12-1- 1913 te Præstø, overleden op 08-07-1990 te Kopenhagen. Dochter van Oluf August Röhling en Karen Christine Andersen (zie: 20.58) Gehuwd met Anton Sørensen , geboren op 22-05-1913 te Ishøj, Kopenhagen, overleden op 08-06-1990 te Ishøj, Kopenhagen.

Uit dit huwelijk:

1. Lis Sørensen . Gehuwd met Kjeld Pihl Olsen . Samen kregen zij 3 kinderen. 2. John Sørensen . Gehuwd met Ida Marianne Østergaard .

21.67 Jkfr. Karen Nikoline Röhling . Dochter van Oluf August Röhling en Karen Christine Andersen (zie: 20.58). Gehuwd met Oluf Petersen .

Uit dit huwelijk:

1. Jane Petersen ; 2. Lene Petersen , geboren op 31-07-1948, overleden in 1948.

21.68 Jkfr. Anna Sofie Röhling . Dochter van Oluf August Röhling en Karen Christine Andersen (zie: 20.58) Gehuwd (1) met Poul Jensen . Gehuwd (2) met Egon Werner Rambech Andersen , geboren op 11-03-1920, overleden op 05-06-1989 te Kopenhagen. Gehuwd (3) met Eli Cecilius Løndahl An- dresen , geboren op 01-05-1923 te Horsens, Evangelisch-Luthers gedoopt op 05-05-1923 te Horsens, overleden op 09-05-2000 te Alsted, begraven op 13-05-2000 te Alsted. Zoon van Jens Christian Løndahl en Sara Nissen .

Uit het eerste huwelijk:

1. Jan Röhling , geboren op 22-11-1941 te Kopenhagen, overleden in 2002. Gehuwd (1) met Gunna Olsen . Samen kregen zij 2 kinderen. Gehuwd (2) met Annette Guld .

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Uit het tweede huwelijk:

2. Elisabeth Kirstine Rambech Röhling . Gehuwd (1) met Henning Nielsen . Samenm kregen zij 2 kinderen. Gehuwd (2) met Arne Spindler . Samen kregen zij 1 kind. Gehuwd (3) met Rene Hasselstrøm . Samen kregen zij 1 kind; 3. Kai Rambech Röhling . Gehuwd (1) met Anne-Lise Betzer Madsen . Gehuwd (2) met Gitte Carina Jensen . Gehuwd (3) met Rikke Jeanne Mørch Wilche .

21.69 Jkfr. Elisabeth Dorthea Röhling , geboren op 29-09-1924 te Roskilde, overleden op 20-01-1970 te Kopenhagen, Evangelisch-Luthers begraven in januari 1970 te Roskilde. Dochter van Oluf August Röhling en Karen Christine Andersen (zie: 20.58). Gehuwd met Børge Jørgensen .

Uit dit huwelijk:

1. Palle Röhling , gehuwd met Else-Marie . Samen kregen zij dochter, Elisabeth Kirstine Röhling .

21.70 Jkfr. Joyce Elenora Röhling . Dochter van Anker Rohling en Ethel Rasmussen (zie: 20.62). Gehuwd met Robert Victor Preston . Zoon van Victor Preston en Edith West .

Uit dit huwelijk:

1. Vicki Marie Preston . Gehuwd (1) met Ernest Seaman III Cooper , geboren op 07-04-1947, overleden op 03-12-1977. Samen kregen zij 1 kind. Gehuwd (2) met Gene Davis Noel . Zoon van Elva Noel en Mary Isham . Samen kregen zij 2 kinderen; 2. Sharon Kay Preston ; 3. William Robert Preston . Gehuwd met een onbekende vrouw. Samen kregen zij 2 kinderen; 4. Thomas Dale Preston .

21.71 Jkr. Helmfried Joachim Röhling , geboren op 14-08-1926 te Zwickau, overleden op 23-02-1990. Zoon van Max Georg Röhling en Emma Adele Schotter (zie: 20.64). Gehuwd met Käthe Phillip .

Helmfried was van beroep industrieel koopman te Kreuztal.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Thomas Röhling , geboren op 01-06-1954, van beroep technisch tekenaar in de bouw; 2. Jkfr. Reinhild Röhling , geboren op 18-11-1955, van beroep lerares theologie; 3. Jkr. Dipl.-Ing. Markus Röhling , geboren op 13-07-1964; 4. Jkfr. Katrin Röhling , geboren op 04-04-1969, van beroep verzekeringsverkoopster.

21.72 Jkr. Dr. med. dent. Adolf Georg Wolfgang Röhling , geboren op 25-05-1928 te Bautzen. Zoon van Max Georg Röhling en Emma Adele Schotter (zie: 20.64). Gehuwd met Agnes Elfriede Bohlen .

Wolfgang was van beroep tandarts te Iserlohn. Samen met Dieter Röhling (zie: 22.106) schreef hij in 1994 een aangevulde heruitgave van “Beiträge zur Geschichte der Familie Roehling” onder de titel: ”Chronik der Familie Röhling”. Anno 2008 was hij nog altijd woonachtig te Schwerte.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Focke Jörg Röhling (zie: 22.101); 2. Jkr. Wolf Eberhard Röhling (zie: 22.102).

21.73 Jkfr. Armgard Regina Röhling , geboren op 31-07-1932 te Bautzen. Dochter van Max Georg Röh- ling en Emma Adele Schotter (zie: 20.64).

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info

Armgard was ongehuwd maar had wel een buitenechtelijke zoon van een onbekende man. Armgard was van beroep Hebamme (vroedvrouw).

Kind van Armgard:

1. Alexander Röhling , kreeg wel de geslachtsnaam Röhling, maar behoort niet tot de adelstand.

21.74 Jkfr. Adele Maria Christine Röhling , geboren op 22-09-1933 te Bautzen, overleden in 1987. Doch- ter van Max Georg Röhling en Emma Adele Schotter (zie: 20.64).

Adele was van beroep tandtech-nicus (vervaardigen van tandheelkundige voorzieningen).

21.75 Jkfr. Klara Felicitas Mechtild Röhling , geboren op 09-02-1936 te Bautzen. Dochter van Max Georg Röhling en Emma Adele Schotter (zie: 20.64).

Klara Felicitas Mechtild was van beroep Kauffrau (koopvrouw).

21.76 Jkr. Hans Erich Röhling , geboren op 07-05-1906 te Zwickau, overleden op 18-12-1954 te Köln (Keulen). Zoon van Hermann Guido Röhling en Minna Ida Hölig (zie: 20.73). Gehuwd met Elfriede Pfaff , geboren op 15-01-1915 te Chemnitz, overleden op 06-11-1987 te Dormagen bij Köln. Dochter van Rudolf Max Pfaff (Hoofd van de Kriminalpolizei, oftewel recherche), overleden op 18-01-1935, en Martha Knorr , overleden op 20-12-1951.

Hans Erich was beroepsbrandweerman te Zwickau en daarna stadssecretaris. Als stadssecretaris stond hij aan het hoofd van de stedelijke organisatie. Hij was verantwoordelijk voor de voorbereiding, uit- voering en evaluatie van het beleid. Hans Erich was als stadssecretaris het hoofd van het gemeentelijk personeel. Hij woonde vergaderingen van de gemeenteraad en het college van burgemeester en sche- penen bij, stelde hierbij notulen op en was mede-ondertekenaar (samen met de burgemeester) van de reglementen en verordeningen van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen. Hans Erich werd na de Tweede Wereldoorlog in een Russisch gevangenkamp te Lager Bauzen ge- vangen gezet, daarna in Keulen waar hij uiteindelijk overleed.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Gert Joachim Röhling (zie: 22.103); 2. Jkfr. Isolde Gerhilde Röhling (zie: 22.104); 3. Jkr. Klaus Erich Röhling (zie: 22.105); 4. Jkr. Dieter Röhling (zie: 22.106).

21.77 Jkr. Frido Helmut Röhling , geboren op 09-12-1909 te Zwickau. Zoon van Hermann Guido Röhling en Minna Ida Hölig (zie: 20.73). Frido sneuvelde tijdens W.O. II in 1944 aan het front te Rusland.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 22.1 Jkr. Hendrikus Anthonius G. Röling / Roeling , geboren op 19-05-1934 te Rotterdam. Zoon van Jo- hannes Wilhelmus Röling / Roeling en Adriana M. Gabrieel (zie: 21.6). Gehuwd met Theodora Johanna van Tiel , geboren op 04-06-1936 te Rotterdam.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Silvia Elisabeth Röling / Roeling , geboren op 23-09-1965 te Rotterdam, overleden op 06- 06-1970 te Rotterdam.

22.2 Jkr. Leendert Röling / Roeling , geboren op 03-10-1911 te Rotterdam, overleden op 24-12-1977 te Rotterdam. Zoon van Leonardus Adrianus Röling / Roeling en Wilhelmina Pietermans (zie: 21.7). Gehuwd op 16-01-1935 te Rotterdam met Alida Spruijt , geboren op 01-12-1908 te Rotterdam. Dochter van Anthonie Spruijt .

Leendert was van beroep Eerste Bureau-ambtenaar sociale zaken (typograaf volgens zijn gezinskaart). Het gezin stond vanaf 16-01-1935 ingeschreven op de Boezemlaan 27 C, vanaf 19-08-1937 op de Boezemlaan 70 B en vanaf 10-05-1938 op de Rusthoflaan 28 B.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Wilhelmina Johanna Maria Röling / Roeling ; 2. Jkr. Leonardus Adrianus Anthonie Röling / Roeling ; 3. Jkfr. Alida Maria Catharina Röling / Roeling , geboren op 21-10-1940 te Rotterdam. Mogelijk overleden op 24-02-1992 te Tilburg; 4. Jkfr. Helena Christina M. Röling / Roeling ; 5. Jkfr. Theodora Johanna M. Röling / Roeling ; 6. Jkfr. Catharina Geertruida Maria Röling / Roeling ; 7. Jkfr. Marie-Anne Johanna Röling / Roeling .

22.3 Jkr. Johannes Jacobus Röling , geboren op 23-02-1924 te Rotterdam, overleden op 12-04-2003 te Gouda. Zoon van Mattheus Theodorus Röling / Roeling en Anna Elisabeth van Lankeren (zie: 21.8). Gehuwd op 25-02-1948 te Rotterdam met Johanna Koevoets , geboren op 24-07-1926 te Rotterdam.

Het echtpaar Röling – Koevoets vestigde zich op 09-09-1982 te Nieuwerkerk aan den IJssel.

Uit dit huwelijk:

1. Mattheus Theodorus Roling .

22.4 Jkfr. Maria Helena Röling , geboren op 29-09-1926 te Rotterdam, overleden op 21-12-1999 te Bloe- mendaal. Dochter van Mattheus Theodorus Röling / Roeling en Anna Elisabeth van Lankeren (zie: 21.8). Gehuwd op 20-08-1947 te Rotterdam met Antonius Fr. Vercruysse , geboren op 15-03-1922 te Rotterdam, overleden op 21-11-1991 te Capelle aan den IJssel.

22.5 Jkr. Mattheus Theodorus Röling , zoon van Mattheus Theodorus Röling/ Roeling en Anna Elisabeth van Lankeren (zie: 21.8). Gehuwd op 19-11-1952 te Hof van Delft met J.M. Langeveld .

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Anna Elisabeth Röling ; 2. Jkr. Adrianus Jacobus Röling ; 3. Jkfr. Maria Jacoba Röling .

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 22.6 Jkr. Hendrikus Gerardus Wilhelmus (Henk) Roeling , geboren op 29-02-1924 te Kethel en Spa- land, overleden op 07-07-1993, Rooms-Katholiek begraven te Kethel. Zoon van Theodorus Wilhel- mus Roeling en Adriana Apolonia Langelaan (zie: 21.17). Gehuwd op 18-08-1953 te Maasland met Maria Cornelia Paalvast , geboren op 09-02-1924 te Maasland.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Theodorus Johannes Thomas Roeling ; 2. Jkr. Johannes Wilhelmus Christianus Roeling ; 3. Jkr. Wilhelmus Gijsbertus Maria (Wim) Roeling ; 4. Jkfr. Henrica Cornelia Maria Roeling ; 5. Jkfr. Adriana Maria Elisabeth Roeling ; 6. Jkfr. Mirjam Liduina Monica Roeling ; 7. Jkr. Henricus Hyacintus Jozef Roeling .

22.7 Jkfr. Wilhelmina Gijsberta Johanna (Mien) Roeling , geboren op 31-05-1925 te Kethel en Spaland, overleden op 17-01-2003, Rooms-Katholiek begraven te Kethel. Dochter van Theodorus Wilhelmus Roeling en Adriana Apolonia Langelaan (zie: 21.17). Gehuwd op 08-07-1953 te Kethel en Spaland met Thomas Sebastianus (Thom) de Vette , geboren op 10-08-1919 te Kethel en Spaland.

Uit dit huwelijk:

1. Cornelia Maria Everardus de Vette ; 2. Theodorus Leonardus Maria de Vette ; 3. Johannes Thomas Josephus de Vette ; 4. Henricus Quirinus Maria de Vette .

22.8 Jkr. Gijsbertus Jacobus Josephus (Bert) Roeling , geboren op 19-03-1927 om 18.00 uur te Kethel en Spaland, overleden op 21-10-1994 om 15.00 uur te Vlaardingen. Zoon van Theodorus Wilhelmus Roeling en Adriana Apolonia Langelaan (zie: 21.17). Gehuwd op 25-06-1953 te Kethel en Spaland met Adriana Joanna Maria (Sjaan) de Vette , geboren op 05-05-1932 te Kethel en Spaland. Dochter van Thomas de Vette en Johanna Petronella Janssen .

Bert was van beroep melkrijder, werkzaam bij de gemeente reiniging Vlaardingen, vrachtwagen- chauffeur bij Lensveld en werkzaam als maaier bij de gemeente Vlaardingen.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Adriana Joanna Maria (Sjaan) Roeling ; 2. Jkr. Thomas Adrianus Gijsbertus (Tom) Roeling ; 3. Jkr. Theodorus Wilhelmus (Theo) Roeling ; 4. Jkfr. Johanna Wilhelmina (Anneke) Roeling ; 5. Jkr. Gijsbertus Gerardus Cornelis (Bert) Roeling.

22.9 Jkr. Gerardus Leonardus Maria (Gerard) Roeling , geboren op 26-03-1928 te Kethel en Spaland, overleden op 01-04-2003, Rooms-Katholiek begraven te Kethel. Zoon van Theodorus Wilhelmus Roeling en Adriana Apolonia Langelaan (zie: 21.17). Gehuwd op 19-01 of 18-02-1958 te Kethel en Spaland met Joanna Neeltje Cornelia (Corrie) van de Knoop , geboren op 12-10-1931 Overschie.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Adriana Maria Cornelia Roeling ; 2. Jkfr. Anita Alida Jacoba Roeling ; 3. Jkfr. Monique Wilhelmina Theodora Roeling .

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 22.10 Jkr. Theodorus Cornelis Paulus (Theo) Roeling , geboren op 30-06-1930 te Kethel en Spaland, overleden op 08-08-2004 te Schiedam. Rooms-Katholiek begraven te Kethel. Zoon van Theodorus Wilhelmus Roeling en Adriana Apolonia Langelaan (zie: 21.17). Gehuwd op 13-01-1960 te Pijnacker met Wilhelmina Gerarda Margareta (Mien) van der Meer , geboren op 23-05-1933 te Pijnacker.

Theodorus was van beroep vrachtrijder.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Martha Petronella Maria Roeling ; 2. Jkfr. Adriana Maria Hendrika Roeling ; 3. Jkr. Quirinus Antonius Jozef (Rinus) Roeling , geboren op 04-03-1963 te Schiedam, overleden op 24-12-2011; 4. Jkr. Petrus Theodorus Roeling ; 5. Jkr. Paulus Leonardus Roeling .

22.11 Jkr. Leonardus Gerardus Antonius (Leo) Roeling , geboren op 27-09-1933 te Kethel en Spaland. Zoon van Theodorus Wilhelmus Roeling en Adriana Apolonia Langelaan (zie: 21.17). Gehuwd op 06- 12-1968 te Kethel en Spaland met Wilhelmina Anna (Miep) Meijer , geboren op 21-08-1938 te Schiedam. Leo was van beroep gemeente arbeider.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Miranda Apolonia Maria Roeling ; 2. Jkfr. Geraldine Wilhelmina Maria Roeling .

22.12 Jkr. Martinus Adrianus Anthonius Maria (Maarten) Roeling , geboren op 20-01-1908 te Over- schie, overleden op 06-02-1978, begraven begraafplaats Beekbergerweg te Apeldoorn. Zoon van Petrus Johannes Theodorus Roeling en Cornelia Maria van Koppen (zie: 21.20). Gehuwd op 06-06- 1946 te Wateringen met Maria Wilhelmina Cornelia Wenneker , geboren op 15-08-1909, overleden op 15-09-2009 te Apeldoorn (woonzorgcentrum Sainte Marie).

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Martinus Petrus Johannes Maria (Martien) Roeling .

22.13 Jkfr. Maria Adriana Maria Roeling , geboren op 22-02-1909 Overschie, overleden op 20-08-1997 te Vlaardingen. Dochter van Petrus Johannes Theodorus Roeling en Cornelia Maria van Koppen (zie: 21.20). Gehuwd op 29-06-1938 te Vlaardingen met Johannes Adrianus Franciscus Kerklaan , ge- boren op 22-12-1912 te Wateringen, overleden op 26-02-1993 te Vlaardingen.

Maria was van beroep filiaal-houdster van een winkelketen.

Uit dit huwelijk:

1. Theodorus Johannes Petrus Kerklaan ; 2. Cornelia Petronella Maria Kerklaan ; 3. Petrus Johannes Martinus Kerklaan ; 4. Cornelis Johannes Antonius Kerklaan ; 5. Johannes Adrianus Franciscus Kerklaan ; 6. Jacobus Johannes Maria Kerklaan ; 7. Paulus Johannes Adrianus Kerklaan ; 8. Liduina Theresia Maria Kerklaan ; 9. Anthonius Johannes Nicolaas Maria Kerklaan .

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 22.14 Jkr. Adrianus Martinus Petrus Roeling , geboren op 03-05-1910 te Overschie, overleden op 31-01- 1995 te Delft. Zoon van Petrus Johannes Theodorus Roeling en Cornelia Maria van Koppen (zie: 21.20). Gehuwd op 23-07-1942 te Naaldwijk met Wilhelmina Cornelia Vogels , geboren op 15-02- 1915 te Naaldwijk, overleden op 13-01-1978 te Delft. Zij schreven zich op 08-03-1948 in te De Lier.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. P. Roeling ; 2. Jkr. W. Roeling ; 3. Jkr. A. Roeling ; 4. Jkr. A. J. (Aad) Roeling ; 5. Jkfr. C. Roeling ; 6. Jkr. G. Roeling .

22.15 Jkfr. Maria Cornelia Roeling , geboren op 20-02-1912 te Overschie, overleden op 12-10-2003 te Ede, begraven te Wageningen. Dochter van Petrus Johannes Theodorus Roeling en Cornelia Maria van Koppen (zie: 21.20). Gehuwd op 06-05-1942 te Vlaardingen met Adrianus Wilhelmus Nicolaas Dobbe , geboren op 27-08-1910 te Voorschoten, overleden op 24-03-1994 te Wageningen, begraven te Wageningen.

Het echtpaar huurde op 02-01-1942 een groente- en fruitkwekerij aan de Ooststeeg te Wageningen van tuinder Cornelis de Kroes uit Overschie. De Kroes had de kwekerij oorspronkelijk aangeschaft voor zijn zoon. Die had echter weinig interesse in een toekomst als tuinder. De huurprijs voor zes jaar werd door De Kroes bepaald op 1350 gulden per jaar. Na bezwaar van de pachter tegen deze te hoge huurprijs werd door de Grondkamer te Arnhem op 11-06-1942 de pachtprijs vastgesteld op 950 gulden per jaar. Een paar jaar later konden zij de kwekerij kopen en bouwden ze eind jaren ’50 een ruim huis. Jaarlijks werd het druivenkrenten verricht door jonge dames uit Kethel of familie uit het Westland. De vader van Adrianus had een kwekerij in het Westland en het was daar waar hij ook het vak geleerd had. In de jaren ’60 werden ze echter gedwongen alle grond plus nieuwbouwhuis te ver- kopen aan de gemeente Wageningen vanwege het uitbreidingsplan Tarthorst. Samen met collega tuin- der G.W. Borsboom maakte Adrianus bezwaar in de gemeenteraad. Aanvankelijk werd gesteld dat het algemeen belang nu eenmaal moest prevaleren boven particulier belang. Door steun van de PvdA en KVP ontstond er een compromis waarbij minder dan de helft kon blijven bestaan. Adrianus vroeg hierop toestemming om twee kassen te mogen bouwen op de resterende grond. In 1964 werd voor 10 jaar toestemming verleend. Hij kweekte echter geen planten meer, maar richtte zijn twee kassen in om 40 auto’s te stallen om met dit veel geringere stuk grond toch nog een boterham te kunnen verdienen. Hij had echter geen rekening gehouden met de regelgeving hiervoor en het werd hem in 1967 dan ook verboden wegens “ongeoorloofd gebruik van kassen”. De verharding werd weer uit de kassen gehaald en Adrianus begon met het kweken van kamerplanten en veranderde ook de naam in Bloemisterij Dobbe. Mede dankzij de inzet van Maria Cornelia groeide het bedrijf uit tot een succesvol tuincen- trum. Hun zoon Ad nam het bedrijf in 1975 samen met zijn vrouw over en begon met de verhuur van grote bloemstukken, planten en palmbomen aan grote evenementen in het hele land. Zij veranderden de naam in Dobbe de groene versierder.

Uit dit huwelijk:

1. Adrianus Petrus Maria (Ad) Dobbe ; 2. ir. Petrus Adrianus Jacobus (Peter) Dobbe ; 3. Johannes Aloysius Ignatius Maria (Hans) Dobbe L.O.N. ; 4. Aplonia Cornelia Cecilia Marie (Paula) Dobbe ; 5. Franciscus Adrianus Maria (Frank) Dobbe , geboren op 01-07-1951 te Wageningen, overleden op 22-07-2001 te Utrecht.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 22.16 Jkr. Petrus Wilhelmus (Peter) Roeling , geboren op 07-04-1913 te Overschie, overleden op 12-06- 2001 te Waalwijk. Zoon van Petrus Johannes Theodorus Roeling en Cornelia Maria van Koppen (zie: 21.20). Gehuwd (1) op 13-03-1946 te Vlaardingen met Maria Petronella Roelofs , geboren op 02-03- 1914 te Duisburg, Duitsland, overleden op 16-11-1968 te ‘s Hertogenbosch. Gehuwd (2) op 17-06- 1970 met Eugenie van Meerdonk .

Peter was eerst werkzaam voor de KLM. Op 29-04-1965 verhuisden zij naar Drunen waar hij werk- zaam was voor Lips. Na zijn pensioen ging Peter graag naar zijn volkstuin en zette hij zich bestuurlijk in voor ouderen. Op 15-03-2001 verhuisde hij naar verzorgingstehuis Eikendonk te Waalwijk.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkr. Marcel Cornelis Roeling .

22.17 Jkfr. Wilhelmina Esther Roeling , geboren op 20-07-1914 te Overschie, overleden op 03-09-2004 te Alblasserdam. Dochter van Petrus Johannes Theodorus Roeling en Cornelia Maria van Koppen (zie: 21.20). Gehuwd op 18-09-1945 te Overschie (volgens haar persoonskaart Vlaardingen) met Johannes Henri Maria Tiebout , geboren op 04-01-1920 te Rotterdam, overleden op 01-12-1996 te Alblasserdam . Het echtpaar Tiebout – Roeling schreef zich op 17-12-1947 in te Alblasserdam.

Uit dit huwelijk:

1. Wilhelmina Leonarda Maria Tiebout ; 2. Cornelia Maria Tiebout ; 3. Johannes Adrianus Maria Tiebout ; 4. Petrus Johannes Maria Tiebout .

22.18 Jkr. Johannes Martinus Maria (Jan) Roeling , geboren op 20-11-1919 te Overschie, overleden op 09-06-2012, Rooms-Katholiek begraven op 16-06-2012 te Ammerzoden. Zoon van Petrus Johannes Theodorus Roeling en Cornelia Maria van Koppen (zie: 21.20). Gehuwd op 12-07-1945 met Gerarda Wilhelmina (Gerda) Janssen .

In 1972 kocht het gezin een huis te Ridderkerk. Jan was oprichter van het bedrijf Pomona Aroma BV, producent en leverancier in kleurstoffen en aroma’s. Het bedrijf werd overgenomen door zijn zonen Peter en Gerard en zijn schoonzoon Charles Stello waarna het bedrijf van naam veranderde in Pomona Essences BV. Onder hun leiding werden producten voor ijsbereiding ontwikkeld die nog altijd door ambachtelijke ijsbereiders en fabrieken gebruikt worden. In de annonce van zijn overlijden stond zijn lijfspreuk: “Kome al wat komen wil, de ruwste dag verloopt, geen uur staat stil.”

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Petronella Mathilda Gerarda Maria (Petra) Roeling ; 2. Jkr. Petrus Martinus Maria (Peter) Roeling ; 3. Jkr. Gerardus Rudolf Jozef Maria (Gerard) Roeling ; 4. Jkfr. Cornelia Johanna Maria (Conny) Roeling ; 5. Jkfr. Maria Anna Wilhelmina (Maria) Roeling ; 6. Jkr. Johannes Leonardus Petrus Maria (Hans) Roeling ; 7. Jkr. Ewald Izak Jozef Maria (Ewald) Roeling ; 8. Jkr. Phillipus Wilhelmus Johannes Maria (Philip) Roeling .

22.19 Jkr. Martinus Cornelis Roeling , geboren op 01-01-1912 te Schiedam, overleden op 18-05-1998 te Rotterdam. Zoon van Johannes Antonius Roeling en Hester Overgaag (zie: 21.21). Gehuwd op 11-03- 1942 te Rotterdam met Catharina Elisabeth Maria (To) Ruigrok , geboren op 01-11-1915 te Rotter- dam, overleden op 28-04-2012 te Barendrecht.

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Op 13-03-1942 vestigden zij zich te Barendrecht. Martinus had sinds 1939 een tuinderij aan de 1 e Ba- rendrechtseweg en was betrokken bij de oprichting van de parochie St.Augustinus. Als tuinder ver- zorgde hij lange tijd de bloemen in de kerk. In 1999 werd het bedrijf verkocht aan de Nationale Spoorwegen vanwege de aanleg van de Betuweroute.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Johanes Adrianus Roeling ; 2. Jkfr. Cornelia Johanna Maria Roeling ; 3. Jkfr. Hester Maria Roeling ; 4. Jkr. Jacobus Petrus Roeling ; 5. Jkr. Martinus Cornelis Roeling ; 6. Jkfr. Maria Elisabeth Roeling ; 7. Jkfr. Catharina Maria Cornelia Roeling ; 8. Jkfr. Adriana Martha Maria Roeling .

22.20 Jkr. Adrianus Cornelis Leonardus Roeling , geboren op 31-01-1913 te Schiedam, overleden op 15- 04-1999 te Schiedam. Zoon van Johannes Antonius Roeling en Hester Overgaag (zie: 21.21). Gehuwd op 05-06-1940 te Kethel en Spaland met Adriana Johanna Heydra , geboren op 10-11-1915 te Kethel en Spaland, overleden op 15-10-2001 te Schiedam. Op 05-06-1965 vierden zij hun 25-jarig huwelijk in zaal Beatrix. De Heilige Mis werd opgedragen in de O.L.V. Visitatie kerk te Schiedam.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Johannes Martinus Roeling ; 2. Jkfr. Margaretha Adriana Roeling ; 3. Jkr. Adrianus Theodorus Jozef Roeling ; 4. Jkfr. Hester Maria Roeling ; 5. Jkfr. Adriana Elisabeth Catharina Roeling .

22.21 Jkfr. Maria Cornelia Roeling , geboren op 11-05-1914 te Schiedam. Dochter van Johannes Antonius Roeling en Hester Overgaag (zie: 21.21). Gehuwd op 16-07-1942 met Theodorus Jacobus Daal- meijer , geboren op 01-06-1912 te Schiedam.

Uit dit huwelijk:

1. Cornelia Cecilia Maria Daalmeijer ; 2. Johannes Antonius Daalmeijer ; 3. Johannes Antonius Carolus Borromeus Daalmeijer ; 4. Martinus Theodorus Daalmeijer .

22.22 Jkr. Cornelis Adrianus Roeling , geboren op 24-11-1915 te Schiedam, overleden op 06-03-1993 te Den Haag. Zoon van Johannes Antonius Roeling en Hester Overgaag (zie: 21.21). Gehuwd op 30-04- 1942 met Maria Elisabeth Scholte , geboren op 02-04-1919 te Schiedam.

Cornelis was van beroep bezorger en later broodbakker. Het gezin was woonachtig aan de Parallelweg 240a te Schiedam. Laatst vestigden zij zich op 26-11-1986 aan de Mgr Nolenslaan 508 te Schiedam.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Johannes Antonius Roeling ; 2. Jkr. Bernardus Johannes (Ben) Roeling ; 3. Jkfr. Hester Catharina Roeling .

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info 22.23 Jkfr. Cornelia Johanna Roeling , geboren op 25-02-1917 te Schiedam, overleden op 23-07-2003 te Schiedam. Dochter van Johannes Antonius Roeling en Hester Overgaag (zie: 21.21). Gehuwd op 20- 02-1946 te Schiedam met Leonardus Thomas Lansbergen , geboren op 23-07-1912 te Kethel en Spaland, overleden op 25-04-1986 te Schiedam.

Uit dit huwelijk:

1. Adrianus Bernulphus Joseph Lansbergen ; 2. Johannes Antonius Hyacinthus Lansbergen ; 3. Gijsbertus Leonardus Hendrikus Lansbergen ; 4. Hester Maria Chatarina Lansbergen ; 5. Leonardus Cornelis Thomas Lansbergen ; 6. Paulus Petrus Adrianus Lansbergen; 7. Raymundus Dominicus Jacobus Lansbergen ; 8. Guido Theodorus Josef Lansbergen ; 9. Carolus Borromeus Wilhelmus Lansbergen ; 10. Maria Anna Elisabeth Lansbergen .

22.24 Kpl. Jkr. Jacobus Martinus (Koos) Roeling MO , geboren op 10-09-1918 te Overschie, overleden op 01-03-1991 te Rotterdam-Overschie, H. Uitvaartmis op 06-03-1991 om 10:30 uur te St. Petrus’ Banden te Rotterdam-Overschie (door pastoor de Bot), Rooms-Katholiek begraven op 06-03-1991 om 11:45 uur te begraafplaats Hofwijk te Rotterdam, doodsoorzaak was een hersenbloeding. Zoon van Martinus Arnoldus Roeling en Johanna Cornelia van Kouteren (zie: 21.22). Gehuwd op 27-09-1945 te Rotterdam-Overschie met Germaine Henriette (Germaine) Steffens , geboren op 30-01-1920 te Kralingen (Jericholaan 19), overleden op 05-05-1974 te Rotterdam-Overschie, doodsoorzaak was een hartinfarct. Rooms-Katholiek begraven op 08-05-1974 om 10:45 uur te begraafplaats Hofwijk te Rot- terdam. Dochter van Henri Joseph Steffens en Dina Spoorendonk . Na het overlijden van Germaine ging Koos samenwonen met Mariette Mina (Nettie) de Jong , geboren op 12-03-1927 te Antwerpen, België, overleden op 28-04-2004 te Rotterdam-Overschie, H. Uitvaartmis op 05-05-2004 om 11:00 uur te St. Petrus’ Banden te Rotterdam-Overschie (door pastoor C.J. Harder), gecremeerd op 05-05- 2004 om 12:30 uur te crematorium Hofwijk. Nettie was de weduwe van zijn broer Jan (zie: 22.26).

Koos, werd als eerste zoon van het gezin vernoemd naar zijn beide grootvaders. Hij bracht zijn jonge jaren door op de boerderij aan de Zestienhovensekade 141 en droeg al snel een steentje bij in het familiebedrijf door op circa vijf jarige leeftijd met de hondenkar melk, boter en eieren in een kleine wijk te bezorgen. Zodra hij sterk genoeg was kreeg hij een grotere wijk en bezorgde hij de waren met behulp van een driewielige trapfiets (de “kerrie”). Na de Katholieke parochieschool volgde Koos een opleiding aan de ambachtsschool van de Katholieke Gezellen Vereeniging, dat was immers wel zo praktisch voor een boerenzoon. Daarnaast leerde hij van zijn vader op de boerderij alles over de opslag en verwerking van melk, hetgeen hem goed van pas zou komen bij zijn latere carrière. De familie ging iedere zondag naar de St. Petrus’ Banden kerk aan de Delftweg 15 te Overschie. De vrome Koos was onder andere lid van de Aartsbroederschap der H. Mis van Eerherstel en van het Genootschap der Paaschcommunie van Eerherstel. In de kerk leerde Koos zijn toekomstige echtge- note kennen, Germaine Henriette Steffens (binnen de familie werd zij Zus genoemd). Na afloop van de zondagsdienst verlieten Koos en Germaine ongeveer gelijktijdig de kerk. Net buitengekomen viel Germaine flauw en het was Koos die haar nog net kon opvangen. Hij bracht haar naar het grasveldje tegenover de kerk (naast het katholieke kerkhofje), legde haar in het gras en bleef bij haar tot zij weer was bijgekomen. Binnen de familie moesten zij nog jarenlang aanhoren dat Germaine zich met opzet in de armen van Koos had laten vallen omdat hij te verlegen was de eerste stap te zetten. Germaine was de dochter van de Belgische Henri Joseph Steffens, chef chocolade werken van de bekende fabriek van C. Jamin te Crooswijk en was als zodanig verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de unieke smaak van Jamin chocolade. Germaine deed haar eerste heilige communie op 18-04- 1928 in de St. Lambertuskerk te Kralingen en ontving op 21-07-1932 het sacrement van het vormsel in dezelfde kerk. De vrome Germaine was gedurende haar jeugd lid van “de Graal”, een vereniging

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info voor katholieke jonge vrouwen en de Vrouwelijke Jeugdbeweging voor Katholieke Actie. Via deze verenigingen nam ze deel aan veel wandeltochten getuige de bewaard gebleven medailles. Gedurende vele jaren had zij een abonnement op het blad de Katholieke Illustratie. Dankzij haar bewaard geble- ven diploma’s, rapporten en lesboekjes weten wij dat zij op school les kreeg in plantkunde, mensch- en dierkunde, rekenen, geschiedenis en verkeersregels. Ook sprak zij vloeiend Duits en Frans. Ger- maine blonk uit in tekenen (wat wel blijkt uit haar bewaarde tekenschriften. Nadat zij op 28/29-05- 1935 haar Diploma A aan de Rooms-Katholieke M.U.L.O. had behaald, volgde de modevakschool van Amijde-Pors aan de Straatweg 127 te Hillegersberg. Op 13/14-12-1937 behaalde zij haar diploma voor costumière en op 21/22-12-1938 haar diploma voor coupeuse. Nadat zij haar eerste jaren had doorgebracht aan de Jericholaan 19 te Kralingen verhuisde het gezin naar de Zestienhovensekade 300 te Overschie. Daar vestigde Germaine zich als zelfstandig Costu- mière. Twee van haar Practische Handleidingen voor het maken van kleding zijn nog bewaard ge- bleven. Vanwege haar Belgische vader behaalde zij op 06-03-1940 cum laude haar diploma Frans aan de Arnhemse school voor schriftelijk onderwijs. Op 22-07-1944 behaalde Germaine haar diploma stenografie in de Nederlandse taal in het systeem Groote bij de Federatie van Internationale Steno- grafie-Leeraren te Den Haag en in november 1945 haar diploma Algemene Handelskennis bij de Stichting Handelsonderwijs voor Detailhandel en Ambacht, na les bij het R.K. Handels-Instituut waar zij vakken kreeg als rekenen, boekhouden, rechts- en wetkennis, handelscorrespondentie en warenken- nis. Nog altijd is de invloed van Germaine’s vader, die de bijnaam ‘de Generaal’ kreeg, op Koos en zijn nakomelingen merkbaar. Zo was Henri amateur fotograaf, Grieks-Romeins worstelaar, ge- wichtheffer, zeiler, sigaren liefhebber, las hij boeken over geschiedenis, natuur- en volkenkunde en hechtte hij veel waarde aan een goede opleiding voor zijn kinderen. Op 10-10-1938 werd Koos voor de militaire dienstplicht ingelijfd bij het 6 de Regiment veldartillerie 8ste Schoolbatterij, welke gestationeerd was in de Oude Alexander kazerne te Den Haag (militair registratie-nummer: 6RVA-1938-3-98). Koos was lid van de R.K. Militaire Vereniging en ging in 1938 met de andere leden van de vereniging op de foto. Op deze foto staat tevens Piet Fredriks, groot- vader van Monique Bergman (echtgenote van Bas Roeling, een kleinzoon van Koos). In zijn vrije tijd volgde Koos danslessen bij dansinstituut De Horn in de Laan van Meerdervoort te Den Haag. Aan het einde van zijn dienstplicht werd hij bevorderd tot Korporaal. Toen het duidelijk werd dat de Duitsers een aanval op Nederland aan het voorbereiden waren, werd de 21-jarige Koos in april 1940 gemobili- seerd bij de Peel Divisie (Vak Schaijk, III de Bataljon, 20 ste Regiment Artillerie), zijn bataljonscom- mandant was majoor A. Netze. Koos wist toen nog niets van de heldenstrijd die hij zou leveren.

Strijd bij de Peel-Raamstelling De Peel Divisie was geen normale divisie, maar gevormd om de rivier de Maas en de Peel-Raam stel- ling te verdedigen. Dit had gevolgen voor de organisatie van de divisie: er bestond een organisatie in infanterie regimenten, maar de divisie was opgesplitst in vijf vakken, die elk een apart gedeelte van de Peel-Raam stelling moesten verdedigen. Elk vak had een aantal infanterie- en grensbataljons en onder- steunende elementen. Het artillerieregiment was verdeeld tussen de vakken. Het regiment 20 RA be- stond uit voormalig personeel van de kustbatterijen en erg oude kanonnen (de 8-Staal kanonnen), die van 1880 tot 1905 in gebruik waren, maar die door de mobilisatie weer in gebruik werden genomen. Met de aanleg van de Peel-Raamstelling werd in 1936 begonnen. De stelling bevond zich direct achter de Maaslinie, variërend van 9 km tot 21 km van elkaar. De stelling begon aan de Maas, ter hoogte van Grave om via Mill, door de Peel en langs de Zuid-Willemsvaart aan de Belgische grens te eindigen. De 125 kazematten (bunkers) en 245 ‘stekelvarkens’ vormden de voornaamste verdediging. De stelling had langs het zuidelijke deel een natuurlijke verdediging. Dit bestond uit drassig land en moerassen. Langs het noordelijk deel had men een kunstmatige verdediging aangebracht in de vorm van het Defensiekanaal. Onder andere kazematten, landmijnen en prikkeldraadversperringen waren onderdeel van de verdediging. Deze kazematten stonden op zo'n 200 tot 400 meter van elkaar, maar er waren nauwelijks verbindingen tussen de kazematten onderling. Toch zouden ze een invasie kunnen vertragen en dat maakte dat de Peel-Raamstelling iets waarmee een vijand rekening moest houden. De bezetting bestond uit één van de twee divisies van het derde legerkorps. De linie was ruim opgezet, de mannen van deze divisie meenden dat de lege loopgraven achter hen in tijd van oorlog zouden worden opgevuld. De Nederlanders waren erop gericht een aansluiting te creëren tussen de Peel-Raamstelling

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info en de linie langs het Albertkanaal, maar de Belgen pleitten voor een nieuwe linie; vanaf het Albert- kanaal naar het noorden langs de lijn Tilburg-Waalwijk en de Bergse Maas. Deze Oranjelinie bestond in mei 1940 aan de Nederlandse kant echter alleen maar op papier. Doordat de Belgen hadden geweigerd de linie zuidelijk te laten aansluiten op de Belgische defensie langs het Albertkanaal, besloot Winkelman in het geheim dat het 3 de Legerkorps en de Lichte Divisie op de tweede oorlogsdag zou worden geëvacueerd. Hij vond een hardnekkige verdediging met een volledig legerkorps te riskant. Uiteindelijk zou de Peel-Raamstelling zelfs op de eerste oorlogsdag al geëvacueerd worden. De stelling werd onhoudbaar doordat er geen overeenstemming werd gevonden tussen Nederland en België en Frankrijk. De Peel-Raamstelling was tevens bedoeld om (Franse) hulp- troepen bewegingsvrijheid te bieden bij het binnentrekken van Nederland, maar de Fransen lieten weten niet verder dan Breda te willen oprukken. Daarnaast sloten de Belgische stellingen niet op de Nederlandse aan, zodat de linie dus omtrokken kon worden via België. Daarbij was ook de verwachting dat de tegenstander vliegtuigen zou inzetten, iets waar het Neder- landse leger nagenoeg onbekend mee was. Vernietiging dreigde, vond Winkelman, omdat de tegen- stander in de lucht zou heersen, hetgeen van een terugtocht in oorlogsdagen een hachelijke onderne- ming zou maken. Om die reden kleedde generaal Winkelman de bezetting van de stelling uit. Het res- tant van de verdedigers diende ondanks alles ‘tot de laatste kogel’ stand te houden en dat nagenoeg zonder artillerieondersteuning. Als enige bescherming dienden de kazematten, te weten; 46 ‘Flanke- rende Betonkazematten’ (type B), 245 ‘Stekelvarkens’ (S) en 79 Gietstalen kazematten (G). Ze ston- den op zo’n 200 tot 400 meter van elkaar. Er waren nauwelijks verbindingen, zodat ordonnansen voor de berichtgeving zouden moeten zorgen. Deze ‘eilandjes’ moesten de gemechaniseerde legermacht van Duitsland stoppen en minimaal de opmars enige tijd vertragen. De Peeldivisie bestond uit 13 infanteriebataljons, 1 grensbataljon en enkele andere eenheden. De commandant van de divisie, kolonel L.J. Schmidt, stond hierdoor voor een haast onmogelijke taak. Hij had nauwelijks zware wapens voor de verdediging. Op 06-04-1940 besloot Winkelman zelfs dat het III de Legerkorps en de Lichte Divisie achter de Peel-Raamstellling alleen de schijn van een ver- dediging mochten ophouden. Bij een aanval moesten zij direct naar de Vesting Holland terugkeren. De gelegerde soldaten waren bij de uitbraak van de oorlog in de veronderstelling dat de lege loop- graven achter hen, snel in bezit werden genomen door soldaten ‘op oefening’ bij Den Bosch. Echter, deze gingen volgens opdracht van Winkelman de andere kant op, richting de Waal-Lingestelling. De meeste Duitse overvalploegen konden de Maasbruggen nauwelijks innemen op de vroege och- tend van 10-05-1940. De brug bij Gennep speelde echter een cruciale rol. De vertragende rol van de Maaslinie verviel tot niets, omdat een pantsertrein ongestoord over die brug verder kon rijden tot door de Peel-Raamstelling. De aspergeversperring op het spoor was nog niet gesloten. Een kapitein die de trein door de linie zag rijden (04.30 uur) vroeg: “Hebben wij ook van die dingen?” Toen men er achter was dat Nederland die dingen niet had, waren de Duitse soldaten al achter de linie uitgeladen. Onder leiding van luitenant Van Eekelen en reserve-eersteluitenant M. van Velden werden de ver- sterkingen op de spoorbaan alsnog aangebracht. Drie Nederlandse pioniers groeven enkele landmijnen op en legden ze onder de rails. Bovendien werd de aspergeversperring alsnog gesloten. Drie kwartier later kwam de pantsertrein terug, vermoedelijk om versterkingen op te halen. Toen deze terugreed, ontploften de mijnen, zodat de trein ontspoorde, wagons van de spoordijk tuimelden en de voorste wagon het kanaal in stortte. Met de Duitsers uit de trein ontstond vervolgens een vuurgevecht. Onder- tussen was het al veilig uitgeladen Duitse bataljon opgerukt naar de Nederlandse stellingen. Deze stuitten echter al snel op een kort tevoren bij Mill gearriveerde afdeling artillerie: III-20 RA waar ook Koos Roeling deel van uitmaakte. Dit onderdeel was bewapend met 12 kanonnen model 8- staal (stalen kanonnen met een kaliber van 8 cm.) uit 1880 die daar op 7 mei juist geplaatst waren. Zij hadden echter geen infanteriebeveiliging. Onvervaard draaiden de artilleristen hun kanonnen in de richting van het gevaar en schoten over open vizier en over elkaar heen op de aanstormende Duit- sers. Tot verbazing van de Nederlanders lukte het de aanval van het Duitse bataljon af te slaan. Een andere groep Duitsers had de stelling wel ongezien kunnen naderen door de verschillende, verlaten loopgraven van de hoofdstelling. Ze werden verdreven door een kleine groep Nederlanders, waaron- der bewapend keukenpersoneel. Een derde Duitse aanval lukte wel. Een aantal kazematten werd van achteren aangevallen en veroverd. Rond 07:30 uur dreigde een gat te ontstaan in de linie, waar nieuwe troepen doorheen zouden kunnen trekken. Een eskadron Nederlandse huzarenmotorrijders heroverde

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info echter een aantal kazematten. Dit maakte dat een Duitse verkenningsafdeling het gat in de verde- diging op dat moment niet ontdekte. Gedurende de hele morgen golfde de strijd bij Mill heen en weer. Rond 12:00 uur arriveerden de eerste Duitse troepen over de Maas de Peellinie bij Mill, maar de zwakke aanvallen over het kanaal konden worden afgeslagen.’s Avonds na 18.00 uur volgde een grote “Stuka-aanval” (Junkers Ju 88 bommenwerpers), die vooral een klap was voor het moreel van de Nederlandse soldaten. De inmiddels gearriveerde Duitse artillerie startte de massale aanval. Twee Duitse Divisies stormden naar voren. Ze gebruikten planken en balken om over het Defensie-kanaal te komen of bereikten gewoonweg wadend de overkant. Ondanks zware verliezen aan Duitse zijde brak men om 20.40 uur door de stelling. Een uur later kon ook de pantsertrein worden ontzet. Die zelfde nacht besloot kolonel Schmidt zijn troepen toch terug te nemen op de Zuid-Willems- vaart. Het definitieve vallen van de stelling kon namelijk niet lang meer uitblijven. Terwijl sommige onderdelen die nacht vochten in hun kazematjes, marcheerde een ander deel naar Den Bosch. Deson- danks boden verschillende kazematten op 11 mei nog steeds hevig verzet. De Duitsers dachten het III de legerkorps verslagen te hebben met daarbij ook onderdelen van de Lichte Divisie, maar dat korps was inmiddels in de Waal-Lingestelling gearriveerd. Ook die linie werd echter doorbroken en de Duitse tanks, die tot dan toe niet aan het gevecht hadden deelgenomen, konden doorrijden naar de Moerdijkbrug, die op 12 mei om vijf uur ‘s middags door de eerste verkenningseenheden werd be- reikt. Rond 04:00 uur ‘s nachts (13 mei) arriveerden de eerste tanks op het Eiland van Dordrecht. Op de 13 de zouden sommigen nog aannemen dat het Franse tanks waren, hoewel het Nederlandse opperbevel al wist dat de Duitse tanks in aantocht waren en bevel gaf een panster afweerfront rond Den Haag in te richten. De communicatie tussen troepen en het opperbevel was mogelijk niet opti- maal. Nog op 14 mei meldde Het Vaderland: “is een gemotoriseerd deel van het Duitsche invalsleger in België Noordelijk gezwenkt naar Noord-Brabant en zouden het deze troepen zijn, die eensklaps aan de Langstraat verschenen zijn en kort daarop de Moerdijkbrug zijn overgetrokken. Door deze bewe- ging is de Peellinie, die tegen een frontlinie kon standhouden, omgetrokken.” Het doel van de Peel-Raamstelling was om een invasie aanzienlijk te vertragen (en nooit om een in- vasie tegen te houden) en dus had de stelling voldaan, maar de menselijke en materiële schade was groot. 30 Nederlandse militairen waren gesneuveld, maar liefst 47 boerderijen, 5 dubbelstallen, 17 enkelstallen, 31 huizen en 10 bedrijfsgebouwen werden verwoest, waardoor zo’n 400 daklozen in noodhuizen dienden te worden ondergebracht. De Duitse verliezen waren echter veel groter. Beide re- gimenten die in de voorste linies vochten, verloren 500 man aan doden en gewonden. Op 16-01-2008 werd aan Koos postuum het Mobilisatie Oorlogskruis verleend “als blijk van respect en waardering voor zijn inzet onder buitengewoon moeilijke omstandigheden” tijdens de strijd bij de Peel.

Na de strijd bij de Peel Op 24-05-1940 te Den Haag werd aan Koos groot verlof verleend door majoor C.F.H. Putman- Cramer en keerde hij via treinstation Den Haag terug naar de boerderij en zijn geliefde Germaine. Op de boerderij werkte Koos hard om het familiebedrijf draaiende te houden tijdens de oorlogsjaren. Koos was er fel op tegen dat zijn jongste broer, Anton, zich bezig hield met de zwarte handel in melk, boter en eieren. Niet veel later kreeg Koos de oproep van de burgemeester van Overschie om zijn “militaire kleeding en uitrustingstukken” op woensdag 14-08-1940 in te leveren bij het voormalig St. Joris Gasthuis aan de Hoogstraat 112 te Schiedam. Hoewel hij een bewijs van inlevering van rijks- goederen heeft ontvangen zijn er nog verscheidene stukken in familiebezit, waaronder zijn korpo- raalshoed, zijn distinctieven voor op de mouw en zijn verrekijker. Dat de familie Roeling fel tegen de Duitse bezetting was blijkt wel uit de vele anti-Hitler versjes die het familiearchief rijk is, zoals:

Hitler, huichelaar, Anders niet! Pief paf poef, Ingemene moordenaar, Holder de bolder, Hitler is een boef, Toppunt van brutaliteit, Hitler hangt op zolder, Hitler is een zwijn, Lasteraar, die ’t volk misleidt, Touw om z’n nek, Wat zal Mussolini zijn? Ellendeling die bloed vergiet, Tong uit z’n bek, ’n Rasploert ben je, Daar hangt die ouwe gek!

© 2020 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | www.sroeling.info Tijdens de oorlogsjaren bracht Koos veel tijd door met Germaine. Ook bleef hij werken op de boer- derij. Hij behaalde op 10-03-1943 zijn diploma Vakbekwaamheid Melkverkooper van de Algemeene Vereeniging voor Melkvoorziening. Germaine was in die tijd actief lid van de katholieke jongeren- beweging “De Graal” (zo ging zij per trein naar Ulvenhout voor een kort verblijf in augustus 1942). Het is opvallend dat Germaine rond deze tijd als lid stond ingeschreven bij de Nederlandsche Unie. Deze politieke partij was op 24 juli 1940 opgericht met als doel, onder erkenning van de gewijzigde politieke verhoudingen in Nederland en Europa, en in samenwerking met de Duitse en Nederlandse autoriteiten, een maatschappij op te bouwen op basis van een brede nationale samenwerking, een har- monische structuur en sociale rechtvaardigheid. Juist het aanvaarden van de als gevolg van de Duitse inval ontstane situatie, was tijdens de bezetting, maar ook daarna, aanleiding voor felle kritiek. De historicus Prof. Dr. Lou de Jong had in zijn magnum opus “Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog” geen goed woord over voor het driemanschap die de Nederlandsche Unie hadden opgericht en beschuldigde hen van collaboratie. Later is men hier genuanceerder over gaan denken. De Nederlandsche Unie heeft waarschijnlijk de groei van de NSB afgeremd, waardoor deze nimmer tot een massabeweging kon uitgroeien en door de Duitse bezetter niet serieus werd genomen. Het is de vraag hoe wij het lidmaatschap van Germaine moeten beoordelen. Uit een door Koos Roeling geschreven brief blijkt dat hij er in ieder geval van overtuigd was dat de Duitse bezetting tot een einde zou komen. Wellicht hoopte Germaine dat de Nederlandsche Unie tot die tijd een positieve bijdrage kon leveren. Ondanks de bezetting bleef Koos vertrouwen in een goede afloop van de oorlog. Hij rekende vooral op een overwinning van het Rode Leger. Dit blijkt onder andere uit de open brief die hij schreef gedurende de bezetting met als titel: “Aan de soldaten v de Duitse Weermacht”:

“Geen Duitsche soldaat kan zeggen, dat hij voor een goede zaak strijdt. Hij moet zien, dat men hem dwingt, oorlog te voeren om andere volkeren uit te roeien en te onderdrukken. De sterkte v h rode leger ligt vooral in het feit, dat ze geen rassenhaat tegen andere volkeren, ook niet tegen het Duitsche volk, kent. Het rode leger is in de geest van gelijkberechtiging van alle volkeren en rassen opgetrokken en door de achting voor het recht groot geworden. Menigmaal kletst de buitenlandse pers ervan dat het sovjet volk de Duitsers als Duitsers haten, dat het rode leger daarom Duitsche soldaten doodt, omdat zij Duitsers zijn, uit haat tegen het hele duitse volk en dat daarom het rode leger geen gevangenen maakt. Dat is een domme leugen en een boosaardige laster van het rode leger. De rol van het rode leger is de verdrijving v d duitse facistische indringer uit ons land. Het is daarom waarschijnlijk dat de bevrijdingsoorlog v d sovjet Unie of tot vernietiging of tot verdrijving v d Hitlerkliek voert.”

Koos en Germaine verloofden zich in het voorjaar van 1944. Op 27-08-1945 gingen Koos en Germaine in ondertrouw te Overschie. Hierbij kregen zij het Nederlandsch Gezinsboek overhandigd als voorbereiding op de gezinstaak. Precies één maand later huwden zij op 27-09-1945 te Overschie. De receptie werd gehouden in de pastorie van de kerk. Hierbij werden, volgens een bewaarde gasten- lijst, zo’n 85 mensen uitgenodigd. Het echtpaar vestigde zich niet op de boerderij, maar huurden van de zussen Van der Wielen de voorkamer en de voorste kamer op de eerste verdieping van het huis aan de Zestienhovensekade 268. Op 09-09-1946 kregen zij een dochter, Germy. Kort daarop overleed Henri Steffens, de vader van Germaine. Rond deze tijd kreeg Koos een functie bij de Vereeniging voor Melkcontrole Zuid-Holland aan de Heemraadsingel 275 te Rotterdam. Op 10-04-1947 kregen Koos en Germaine de apostolische Zegen (Benedictio Apostolica seu Pa- palis). Deze zegen kon tot drie maal per jaar door de paus of (sinds 1917) door de bisschop op hoge feestdagen gegeven worden. Aan deze zegen was een volle aflaat verbonden. De verklaring die bij deze zegen behoorde werd door het roomse echtpaar gekoesterd. Destijds behoorde Rotterdam nog tot het Bisdom Haarlem en dus was het een bijzondere gebeurtenis de persoonlijke zegen te ontvangen. Pas sinds 1967 kan men de zegen urbi et orbi (‘aan de stad Rome en aan de wereld’) via de radio ’ont- vangen’ en sinds 1985 ook via televisie. Tot die tijd was de Pauselijke Zegen een unieke gebeurtenis. Op 15-10-1947 kreeg Koos bericht van de firma IJ. Verhoeve te ’s Gravenhage dat hij percelen kon kopen van 5,50 m breed en 30 m diep voor huizen ‘aan bloc’ aan de Lijsterlaan te Hillegersberg voor 12,25 per m². Op 10-03-1948 werd Koos Jr. geboren. Kort na de geboorte van hun jongste kind over-

150 leed plots ook de moeder van Germaine en erfden zij het huis aan de Zestienhovensekade 300. Ves- tiging te Hillegersberg was hierdoor niet meer aan de orde. Op 13-07-1948 behaalde Koos te Alkmaar zijn diploma van Melkcontroleur van de Algemeene Nederlandsche Zuivelbond. Een telegram naar huis was kort maar duidelijk: “Geslaagd. Koos.” Zijn leerboek zuivelbereiding en controleurs van fok- en controlevereenigingen zijn nog bewaard geble- ven. Later zou Koos doorgroeien tot hoofd van het laboratorium van de Melkunie (Campina). Leuk detail is dat hij zijn hele werkzame leven op klompen zou blijven lopen. Het gezin stond er financieel goed voor; Koos had een goede functie en het gezin had onlangs meerdere aanzienlijke erfenissen ontvangen. Op 16-12-1960 werden de landerijen van de boerderij verkocht aan de gemeente Rotterdam. Wel bleef Koos samen met zijn zus Marie en zijn broers Jan en Tinus eigenaar van de panden en het erf van de voormalige boerderij. Ook toen de panden en het erf van de voormalige boerderij in 1969 voor fl. 84.000,= werd verkocht aan de gemeente Rotterdam kreeg Koos zijn deel. Desondanks leefde het gezin zuinig. Zo mocht Koos Jr. wel op voetballen maar kreeg hij geen geld voor een shirt (waardoor hij van de vereniging niet langer mocht voetballen), ook mocht hij niet bij de padvinderij (hij kon ook zelf door de bossen wandelen). Germaine hield met vele lijstjes nauwgezet bij wat de uitgaven van het gezin waren. Sommige lijstjes zijn in het familiearchief bewaard gebleven en geven een goed beeld van de prijzen halverwege de twintigste eeuw. Het gezin bracht vakanties vaak door op de hoge veluwe. De tent en alle overige spullen werden met vervoersbedrijf Van Gend en Loos naar de camping (veelal Veluws Hof) verstuurd, terwijl het gezin met de bromfiets naar de veluwe reed. Later ging men ook op vakantie naar Duitsland, Luxem- burg, Oostenrijk en Zwitserland. De broer van Germaine, Edouard Henri Steffens, werd regelmatig bezocht in Brussel. Edouard nam deel aan de achttiendaagse veldtocht, maakte tijdens de bezetting deel uit van de Inlichtings- en Actiedienst en werd tot twee maal toe gevangen genomen als politiek gevangene, was na de oorlog werkzaam bij de Rijkswacht en Inspecteur Staatsveiligheid. Volgens overleveringen was hij lijfwacht en vriend van koning Leopold III van België en koningin Astrid. Tegenover de Zestienhovensekade 300 woonde Piet Cottaar Jr. (1908 – 1984), met hem had Koos een hechte vriendschap. Piet was sinds 1935 werkzaam als schilder bij Heineken en schilderde in zijn vrije tijd boerentaferelen en stillevens. Voor Koos schildere hij een boerentafereel wat nog altijd tot de collectie van de familie behoort. Nadat Germy het huis uit was gegaan bestond het gezin nog uit Koos Sr., Germaine, Koos Jr. en Chou de poes. Gracia, de vriendin van Koos, kwam vaak langs en kreeg een hechte band met Ger- maine. Op 04-05-1974 ging de familie Roeling op visite bij Anton en Agnes te Berkel en Rodenrijs, naast dodenherdenking was het ook de verjaardag van Agnes. Tijdens de visite werd Germaine onwel en werd na enig aarzelen de dokter gebeld (het zou ongehoord zijn de dokter voor niets te bellen). De dokter liet Germaine direct naar het ziekenhuis overbrengen, daar werd geconstateerd dat ze een hart- infarct had gekregen. In de nacht van 05-05-1974 overleed Germaine op 54-jarige leeftijd. Gracia trok bij het gezin in en zorgde naast haar werk voor het huishouden. Echter, kort na het overlijden van Germaine ging Koos Sr. vóór december 1976 samenwonen met Nettie de Jong, wedu- we van zijn broer Jan, in het huis aan De Lugt 14 en 16 te Overschie welke Koos zelf had laten bouwen. De pastoor keurde de relatie tussen Koos en Nettie af en had te kennen gegeven dat zij, zolang zij ongehuwd samen woonden, niet langer welkom waren in de kerk aan de Delftweg. Koos Jr. kocht samen met Gracia het huis aan de Zestienhovensekade 300. Koos Sr. toonde evenals zijn grootvader interesse voor genealogie en hield zorgvuldig zijn exem- plaar van het familieregister bij. Begin jaren ’80 van de 20 ste eeuw ging Koos met pensioen. Wel ging hij nog jaarlijks mee met het bedrijfsuitje van de Melkunie. Samen met Nettie bracht hij veel tijd door op zijn vakantieverblijf in het bos bij Apeldoorn. Halverwege de jaren ’80 kreeg hij een hersenbloe- ding waarna hij moeite had met het behouden van zijn evenwicht. Hij verplaatste zich vanaf toen op een driewieler. Op 01-03-1991 kreeg hij op 72-jarige leeftijd een tweede hersenbloeding waaraan hij zou overlijden in het St. Fransiscus te Rotterdam. Pastoor de Bot verzorgde de uitvaartdienst in de kerk aan de Delftweg, de kerk waar Koos al die jaren niet welkom was geweest.

Onderscheidingen: • Mobilisatie Oorlogskruis, postuum verleend op 16-01-2008.

151 Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Germaine Victoire Jacoba (Germy) Roeling , vernoemd naar haar (peet)moeder en haar grootmoeder. De vreugde binnen het gezin zo kort na het einde van de Duitse bezetting resul- teerde in haar tweede naam Victoire, geboren op 09-09-1946 te Rotterdam-Overschie, Rooms- Katholiek gedoopt (getuige: Germaine Saintenoy, echtgenote van Edouard Henri Steffens), over- leden op 29-06-2009 te ’s Gravenhage, gecremeerd op 03-07-2009 om 11:30 uur te crematorium Hofwijk aan de Delftweg te Rotterdam-Overschie. Begin jaren negentig kreeg Germy, net als haar vader vóór haar, een hersenbloeding. Onderzoek na een tweede hersenbloeding wees uit dat een erfelijke aandoening de oorzaak hiervan was. Laatst woonde zij in een verzorgingstehuis te Kijkduin. Gehuwd. Samen kregen zij twee kinderen; 2. Jkr. Jacobus Martinus Fernandus (Koos) Roeling , vernoemd naar zijn vader en Fernand Steffens, zijn oom van moeders zijde, geboren op 10-03-1948 te Rotterdam-Overschie. Gehuwd op 20-12-1978 te Rotterdam-Overschie met Gracia Patricia (Gracia) Alders , geboren op 09-09- 1956 te Rotterdam-Overschie, dochter van Philippus Johannes (Flip) Alders (arbeider en wed- strijdbokser) en Johanna (Jo) Kuiper (arbeidster en eigenaar schoonmaakbedrijf). Gescheiden op 11-11-1993 te Rotterdam. Na de scheiding kreeg Koos een relatie met Graciette Maria (Jet) dos Reis , geboren op 21-01-1950 te São Vicente (Kaapverdië, Portugese nationaliteit), Rooms- Katholiek gedoopt op 15-07-1953 (in de Nossa Senhora da Luz parochie door Padre Fernando de Sousa). Graciette kwam op 30-04-1971 naar Nederland en kreeg in 1980 de Nederlandse nationa- liteit. Verloofd op 13-05-2012 te Lunteren. Gehuwd op 12-12-2012 om 13:00 uur in het stadhuis te Gouda (getuigen: Gerard (Gé) Krempel, Maria Johanna Theodora (Marcia) Heemskerk, Mari- nus (Ron) de Bruin en Maria (Marian) Hoogbruin, bruidsmeisje en bruidsjonker waren zijn klein- kinderen Emma en Valentijn Roeling). Na de scheiding kreeg Gracia een relatie met Hendricus Leonardus (Henk) van Esch , oprichter en directeur van IBS (Inter Business Systems) een soft- warebedrijf voor boekhoud-, verzekerings- en hypotheekkantoren, geboren op 28-07-1943 te Rotterdam. Zoon van Adrianus Gerardus (Aad) van Esch en Aleida Antonia Elisabeth (Ada) van Houten . Verloofd op 21-07-2001 in het Olympic Restaurant van de MS Millennium (Egeïsche zee), gehuwd op 25-05-2002 in Diergaarde Blijdorp te Rotterdam-Blijdorp (getuigen bruidegom: Bas Roeling, Leo van Esch, getuigen bruid: Monique Bergman en Monique van Esch). In 1965 begon Koos zijn carrière als automonteur bij de firma Kreisel Automobielbedrij- ven te Schiemond. Na zijn examen automonteur moest Koos in militaire dienst. Hier was hij kanonnier, en later kanonnier 1 ste klasse en reed in een Franse AMX tank. Na zijn opleiding was Koos gestationeerd in de Du Moulin kazerne te Soesterberg. Hij sloot zijn dienstplicht af in de Johannes Post kazerne te Havelte. Na zijn dienstplicht werkte Koos nog kort bij Kreisel en het Haags Motor Centrum. Van 1970 tot eind 1973 werkte Koos voor havenbedrijf Müller-progress. Op 01-01-1974 kreeg Koos een aanstelling bij de douane, eerst in de Waalhaven, na slechts een half jaar in de Merwehaven, en werd binnen korte tijd assistent A. Koos bleef tot januari 1981 werkzaam bij de douane. Van 1981 tot 2002 was Koos ambtenaar bij de belastingdienst (laatst in de functie van hoofdcommies). Van 1969 tot 1978 was Koos tevens motorcoureur en reed hij Grands Prix in de 50cc, 125cc en 250cc klasse. In september 1969 reed hij zijn eerste wedstrijd te Echt, Limburg. In 1971 behaalde Koos met de 2 de plaats tijdens de 250cc race van St.Maarten zijn beste resultaat. Gemiddeld reed Koos 12 races per jaar. Zijn laatste race was in 1978 te Hil- varenbeek. Samen met vriend Piet Hartog richtte hij begin jaren ’90 PiKo Adventure op, gespe- cialiseerd in speleologie, bergsport en kayaken. Zij kenden elkaar van Scouting de Starrenburg waar Koos bestuurslid en vaandrig was. Op 01-04-1995 kocht Koos een café met personeel aan de Pretorialaan 35 te Rotterdam en noemde deze “de Vrijstaat”, een knipoog naar zijn werk bij de belastingdienst, maar moest het café op aandringen van zijn werkgever op 01-05-1996 verkopen. In 1995 richtte Koos “Roeling Vastgoed” op. Hij kocht vastgoed, met name appartementen, voor de verhuur van kamers. Rond deze tijd begon Koos ook met het verzamelen van kunst van onder andere Piet Cottaar Sr., Martinus Bosselaar en Luuk Hollander. Op 01-09-2008 richtte Koos tevens “Roeling Vastgoed Onderhoud” op, waarmee hij zich bezig hield met bouwprojecten in binnen- en buitenland. Op 01-12-2014 kochten Koos en Graciette een vrijstaand huis met 770m² eigen grond te Posterholt, Limburg, waar zij zijn gaan wonen na zijn pensionering in 2016.

152 Daarnaast huren zij een appartement te Capelle a/d IJssel voor wanneer zij in Zuid-Holland ver- blijven. Uit het huwelijk Roeling – Alders werd één zoon geboren, Jkr. Dr. Sebastiaan Eduard Markus (Bas) Roeling , cultureel antropoloog, inspecteur milieu (DCMR, Gemeente Delft en Omgevingsdienst Haaglanden) en Coördinator Crisisorganisatie, geboren op 14-08-1980 te Rot- terdam (St. Franciscus Gasthuis), verloofd op 21-08-2006 te Château Lexhy (België), gehuwd op 24-08-2007 te Livorno, Italië (getuigen bruidegom: G.P. Alders en H.L. van Esch, getuigen bruid: C.J. Bergman en J.C.F. Fredriks) met bc. Monique Margaretha Corine (Monique) Bergman , verpleegkundige, coördinator flexbureau, adviseur arbopreventie SFG Vlietland Groep, geboren op 10-05-1980 te Rotterdam (St. Franciscus Gasthuis), R.K. gedoopt op 08-11-1980 te St. Petrus’ Banden te Rotterdam-Overschie (pastoor Gerardus Adrianus de Bot, getuigen: Jan Broomans en Maria (Riet) Willems). Dochter van Cornelis Johannes (John) Bergman , bankwerker technische dienst Europlast Vlaardingen BV en Johanna Carolina Francisca (Joke) Fredriks , kapster, medewerkster modewinkel. Uit het huwelijk Roeling – Bergman drie kinderen: Jkfr. Emma Isabella Sophie (Emma) Roeling , geboren op 10-05-2008 te Rotterdam (St. Franciscus Gast- huis), Jkr. Valentijn Thomas Julian (Tijn) Roeling, geboren op 20-03-2010 te Rotterdam (St. Franciscus Gasthuis) en Jkfr. Victoria Catharina Margaretha (Vic) Roeling , geboren op 19-05-2014 te Rotterdam (St. Franciscus Gasthuis).

22.25 Jkfr. Maria Antonia (Marie) Roeling , geboren op 12-11-1920 te Overschie, overleden op 02-02- 1998 te Capelle aan den IJssel. Dochter van Martinus Arnoldus Roeling en Johanna Cornelia van Kouteren (zie: 21.22). Gehuwd op 19-06-1947 te Rotterdam met Antonie (Anton) Boon , geboren op 27-03-1919 te Rotterdam, overleden op 31-10-1980 te Rotterdam. Zoon van Fredrik Boon en Kathalina Janna van Strien . Antonie was eerder gehuwd op 24-12-1942 te Rotterdam met Catha- rina Geziena Gerits , geboren op 18-03-1920 te Rotterdam, overleden op 21-07-1946 te Rotterdam.

Marie huwde met de jonge alleenstaande vader en weduwnaar Anton Boon. Anton was mede-eigenaar van autohandelbedrijf Ameco, gevestigd aan de Goudse Singel te Rotterdam. Het echtpaar woonde eerst aan de Aelbrechtskade 107 B, op 09-02-1951 Bentincklaan 59 D, op 04-01-1962 ’s Graven- wetering 46. Op 21-11-1977 verhuisden zij naar de Curieplaats 153 te Rotterdam.

Uit het huwelijk Boon - Gerits:

1. Hermina Kathalina (Miep) Boon .

Uit het huwelijk Boon - Roeling:

2. Johanna Chathalina (Hanneke) Boon .

22.26 Jkr. Johannes Martinus (Jan) Roeling , geboren op 26-11-1922 te Overschie, R.K. gedoopt op 26- 11-1922 te Overschie, overleden (aan de gevolgen van leverkanker) op 12-12-1974 te Overschie, H. Uitvaartmis op 17-12-1974 om 09:45 uur te St. Petrus’ Banden te Overschie, gecremeerd op 17-12- 1974 om 11:15 uur te Crematorium Rotterdam-Zuid. Zoon van Martinus Arnoldus Roeling en Jo- hanna Cornelia van Kouteren (zie: 21.22). Gehuwd op 20-08-1952 te Scheveningen met Mariette Mina (Nettie) de Jong , geboren op 12-03-1927 te Antwerpen, België, overleden op 28-04-2004 te Overschie, H. Uitvaartmis op 05-05-2004 om 11:00 uur te St. Petrus’ Banden te Overschie (door pastoor C.J. Harder), gecremeerd op 05-05-2004 om 12:30 uur te crematorium Hofwijk. Dochter van Hendrik Johannes de Jong , van oorsprong een Scheveningse familie, en Johanna Cornelia de Wit .

Jan was van beroep melkboer en veehouder. Op 25-08-1943 werd door de kantonrechter handlichting verleend (zodat een minderjarige zelfstandig zakelijke beslissingen kon nemen) voor het uitoefenen van het bedrijf. Jan hield na de verkoop van de boerderij een melkwijk aan, daarnaast verdiende hij wat bij als fietsenmaker. Het echtpaar bracht hun vakanties door in Duitsland, Luxemburg, Zwitser- land en Italië. Het huwelijk bleef kinderloos.

153 22.27 Jkr. Martinus Jacobus (Tinus, Martien) Roeling , geboren op 23-06-1924 te Overschie, overleden op 30-04-2012 te Rotterdam-Overschie (verpleeghuis Stadzicht), gecremeerd op 03-05-2012 te cre- matorium Hofwijk. Zoon van Martinus Arnoldus Roeling en Johanna Cornelia van Kouteren (zie: 21.22). Gehuwd op 02-09-1953 te Rotterdam met Agnes Arnolda (Agnes) Steenbergen , geboren op 27-05-1927 te Rotterdam, overleden op 11-09-2009 te Rotterdam, gecremeerd op 15-09-2009 te crematorium Hofwijk. Het huwelijk bleef kinderloos.

Nadat de landerijen van de boerderij waren verkocht hield Martien nog enige tijd zijn melkwijk welke voornamelijk bestond uit Laag Zestienhoven. Op de “ijzeren hond” bezorgde hij de melkflessen aan huis. Hij riep dan altijd “Zoete pap en karnemelk!”, maar omdat Martien wat binnensmonds praatte klonk het als “Joetepap en kaaie mel!”. Kinderen uit de buurt mochten op zaterdag mee om wat bij te verdienen, zo vertelde Rob Rensen dat hij na een dag hard werken met fooi erbij soms wel 10 gulden had verdiend. Later gaf Martien zijn melkwijk op en startte hij een kruidenierswinkel aan de Zestien- hovensekade 223. Martien stond erom bekend dat hij alles “op de pof” verkocht. Het schijnt dat hij jaren na de sluiting van zijn winkel nog op zijn fiets bij de mensen langs ging om geld op te halen. Een leuke wetenswaardigheid is dat Johanna Alders-Kuiper vaste klant was van de winkel van Martien en Agnes. Het gezin Alders-Kuiper was tijdens het bombardement van Rotterdam hun huis verloren en had zich moeten vestigen in het nooddorp te Overschie. De echtgenoot van Johanna had, mede door de erbarmelijke omstandigheden van een Duits werkkamp, een slechte gezondheid en was grotendeels arbeidsongeschikt. Johanna moest haar gezin van acht kinderen in die tijd zien te voeden met het geld dat zij verdiende als schoonmaakster. Uiteraard werden alle boodschappen zoveel mogelijk op de pof gekocht. Johanna herinnerde zich later dat alle op de pof gekochte producten met potlood werden bijgeschreven op een lijst die in de winkel hing. Wanneer het moment was gekomen om te betalen kocht zij enkele producten die “achter” lagen. Zodra Agnes deze producten ging halen gumde Johanna een deel van de nog openstaande rekening weg. Eenmaal terug in de winkel herin- nerde Agnes zich de lijst en vroeg Johanna naar de betaling. Als “goede” klant wilde Johanna dan wel het nog openstaande bedrag betalen. Agnes uitte zich regelmatig verrast over het opvallend lage bedrag, zij kon zich immers herinneren dat dit bedrag hoger was. Johanna vertelde dan altijd dat zij een deel van het openstaande bedrag reeds aan Martien had betaald. De dochter van Johanna, Gracia Patricia Alders, zou later trouwen met Koos Roeling Jr., de neef van Martien en Agnes. Na het sluiten van de winkel kreeg Martien een functie bij VEN Groothandelcentrum in de Spaanse Polder (tegenwoordig Sligro Food Group). De vakanties werden doorgebracht in onder andere Duits- land en Zwitserland. Omstreeks 2002 woonden zij nog op de Zestienhovensekade 219. In september 2008 woonde Martien in Stadzicht, een wooncentrum voor ouderen met dementie te Overschie.

22.28 Jkr. Antonius Adrianus (Anton) Roeling , geboren op 12-02-1929 te Overschie, overleden op 30- 06-2011 omstreeks 03:30 uur te Rotterdam-Overschie (verpleeghuis Stadzicht) aan de gevolgen van hartfalen, gecremeerd op 04-07-2011 om 11:30 uur te crematorium Hofwijk. Zoon van Martinus Arnoldus Roeling en Johanna Cornelia van Kouteren (zie: 21.22). Gehuwd op 22-04-1953 te Rhoon met Agnes Heezen , geboren op 04-05-1932 te Rhoon. Het huwelijk bleef kinderloos.

In Overschie kende men Anton onder zijn bijnaam Joetebal. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ver- diende hij, als tiener, een extra zakcentje in de zwarte handel door voedsel te verkopen buiten de voedselbonnen om. Zo bracht in juni 1943 één ei fl.1,15 op, 1 liter volle melk fl.1,35 en een pond boter maar liefst fl.31,= (terwijl een gewone arbeider destijds circa fl.20,= per week verdiende). Zijn oudere broer Koos was hier fel op tegen. Ondanks de zwarte handel bleek Anton ook nog steeds kwa- jongensstreken uit te halen. Zo herinnerde Flip Alders zich later dat Anton regelmatig een streek met hem uithaalde tijdens en vlak ná de oorlog. Het gebeurde wel eens dat klanten tijdens hun bezoek aan de boerderij gebruik wilden maken van het toilet. Op de boerderij kende men echter nog geen toilet, inplaats daarvan werd een plankje boven de gierput gebruikt. Anton verzamelde dan snel wat stenen en gooide deze vanaf de overkant tot vlak onder het plankje, met een grote plons tot gevolg. Flip Alders was de echtgenoot van Johanna Kuiper (zie ook: 22:27). Na de oorlog woonden Anton en Agnes op het erf in één van de stallen die was omgebouwd tot woonhuis. Nadat de landerijen waren verkocht behield Anton zijn melkwijk en bezorgde hij melk met

154 zijn twee Goliath’s (driewielige vrachtautotjes). Later vestigden zij zich in Berkel en Rodenrijs (Vo- gelaarstraat 38) en startte Anton op 01-07-1963 het “Roeling’s Mobiel Gritstraalbedrijf” een gritstraal, kunststofverwerking en chemisch reinigingsbedrijf voor gebouwen. Anton was tevens eigenaar van een salvagebedrijf (reiniging na brandschade). De grote schuur naast het huis diende als bedrijfspand. Lange tijd namen Anton en Agnes de taak van grootouders op zich voor Bas Roeling, de zoon van Koos Jr. Het ‘mosselavondje’ was een jaarlijks terugkerend hoogtepunt. Ieder jaar werd in september of oktober (wanneer de r in de maand was), een avond georganiseerd waarbij mosselen en stokbrood werd gegeten. Zaterdagmiddag werd een bezoek gebracht aan de Rotterdamse markt aan de Binnen- rotte waar zo’n 15 tot 20 kilo ‘jumbo’ mosselen werd gekocht om deze vervolgens met behulp van een speciaal daarvoor aangeschaft karretje naar de auto te brengen. Anton en Agnes waren lid van een bridgeclub en leerden kaarspelletjes aan hun neefjes en nichtjes. Agnes trakteerde dan op door haar moeder gebakken roomboterkoekjes. Ook hielden ze erg veel van fietsen en wandelen. Evenals zijn broers brachten Anton en Agnes veel vakanties door in landen als Duitsland en Oostenrijk. De laatste jaren kampte Anton met veel lichamelijke kwalen. Omdat hij veel viel en Agnes hem niet meer kon optillen werd hij enige nachten ondergebracht in verpleeghuis Stadzicht. Anton had aangegeven niet gereanimeerd te willen worden. Op 29 juni kreeg hij nog bezoek van Agnes en zijn nicht Hanneke Boon. Die nacht kreeg hij last van zijn hart. Hij herhaalde tegenover de arts dat hij niet gereanimeerd wilde worden: “Beloofd is beloofd!”. Zijn laatste woorden waren: “Vrede, vrede, vrede.”

22.29 Jkfr. Adriana Maria Cornelia (Sjaan) Roeling , geboren op 24-05-1925 te Stompwijk. Dochter van Arnoldus Gerardus Roeling en Adriana Maria van der Sande (zie: 21.24). Gehuwd op 11-01-1952 te Stompwijk met G.J. de Munnik .

22.30 Jkr. Arnoldus Theodorus (Aad) Roeling LON , geboren op 16-06-1927 te Stompwijk. Zoon van Arnoldus Gerardus Roeling en Adriana Maria van der Sande (zie: 21.24). Gehuwd op 22-06-1953 met C.G. Olsthoorn , geboren op 19-08-1934 te Stompwijk.

Aad was van 1972 tot 1978 scheidsrechter bij voetbalwedstrijden. In 1980 werd hij penningmeester van de klaverjasvereniging. Tevens was Aad chauffeur voor tafeltje dekje, die bejaarden en gehandi- capten een maaltijd aan huis bezorgen. Op 21-06-2010 werd hij Lid in de Orde van Oranje-Nassau.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Arno Roeling ; 2. Jkr. Hans Roeling ; 3. Jkfr. Marja Roeling ; 4. Jkr. Nico Roeling ; 5. Jkr. Cees Roeling ; 6. Jkfr. Lidy Roeling ; 7. Jkr. Freddie Roeling ; 8. Jkr. John Roeling .

22.31 Jkr. Cornelis Adrianus Maria (Kees) Roeling , geboren op 25-12-1945 te Nootdorp. Zoon van Arnoldus Gerardus Roeling en Maria Anna van der Meer (zie: 21.24). Gehuwd op 05-11-1975 met Catharina van Schie , geboren op 28-07-1950.

Kees werkte tot zijn 20 ste op de ouderlijke boerderij en begon toen bij een naburig loonbedrijf. In 1971 begon hij een eigen bedrijf. Sinds 12-05-1982 is hij eigenaar van Loon- en verhuurbedrijf C. Roeling en C. Roeling Materieel te Leidschendam met (anno 2017) in totaal 27 medewerkers.

22.32 Jkfr. Maria (Rie) Roeling , geboren op 20-09-1924 te Schipluiden. Dochter van Theodorus Martinus Roeling en Anna Aplonia Helderman (zie:21.26). Gehuwd op 17-08-1948 te Schipluiden met Theo- dorus A.M. Hoek . Rie woonde te Maasland en vierde in 2014 haar 90 ste verjaardag in de Onze Lieve Vrouw van Sion.

155 22.33 Jkfr. Catharina Leonarda Maria Roeling , geboren op 10-04-1926 te Schipluiden. Dochter van Theodorus Martinus Roeling en Anna Aplonia Helderman (zie: 21.26). Gehuwd op 09-09-1949 (voor de kerk op 13-09-1949) met Ant. R. van Winden .

22.34 Jkfr. Adriana Arnolda Maria Roeling , geboren op 14-06-1927 te Schipluiden. Dochter van Theo- dorus Martinus Roeling en Anna Aplonia Helderman (zie: 21.26). Gehuwd op 23-06-1950 (voor de kerk op 27-06-1950) met Hendricus Leonardus Roderijs .

22.35 Jkfr. Johanna Cornelia Theodora Roeling , geboren op 23-08-1929 te Schipluiden. Dochter van Theodorus Martinus Roeling en Anna Aplonia Helderman (zie: 21.26). Gehuwd op 14-12-1954 te Schipluiden met Arnold J. van der Meys .

22.36 Jkfr. Petronella Engelberta Johanna (Nel) Roeling , geboren op 24-01-1931 te Schipluiden, overleden op 15-03-2005 te Schipluiden, Rooms-Katholiek begraven te Schipluiden. Dochter van Theodorus Mar- tinus Roeling en Anna Aplonia Helderman (zie: 21.26). Gehuwd op 13-07-1956 (voor de kerk op 18- 07-1956) te Schipluiden met Leonardus Johannes (Leo) Kester , geboren op 19-11-1928, overleden op 15-06-2002 te Schipluiden.

22.37 Jkr. Leonardus Gerardus Adrianus (Leo) Roeling , geboren op 10-12-1933 te Schipluiden, over- leden op 21-02-2003, Rooms-Katholiek begraven te Schipluiden. Zoon van Theodorus Martinus Roe- ling en Anna Aplonia Helderman (zie: 21.26). Gehuwd op 20-09-1962 met Maria Wilhelmina Gielesen , geboren op 24-03-1935 te Schipluiden.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Elisabeth Roeling ; 2. Jkr. Theodorus Nicolaas Maria Roeling ; 3. Jkfr. Maria Petronella Roeling ; 4. Jkr. Mark Anthonius Maria Roeling .

22.38 Jkfr. Geertruida Catharina Roeling , geboren op 07-08-1935 te Schipluiden. Dochter van Theodo- rus Martinus Roeling en Anna Aplonia Helderman (zie: 21.26). Gehuwd op 22-09-1960 met Petrus Adrianus Ammerlaan , geboren op 02-10-1934 te Schipluiden. Zoon van Arnoldus Georgius Am- merlaan en Johanna Elsiabeth van der Helm .

Uit dit huwelijk:

1. Robertus Georgius Arnoldus Ammerlaan ; 2. Paulus Theodorus Johannes Maria Ammerlaan ; 3. Paulus Leonardus Maria Ammerlaan ; 4. Marielle Maria Theresia Ammerlaan .

22.39 Jkfr. Theresia Clasina Adriana Maria Roeling , geboren op 27-06-1938 te Schipluiden. Dochter van Theodorus Martinus Roeling en Anna Aplonia Helderman (zie: 21.26). Gehuwd op 29-11-1961 (voor de kerk op 21-02-1962) met Lambertus W.P. van der Knaap .

22.40 Jkr. Nicolaas Adrianus Theodorus Roeling , geboren op 09-01-1944 te Schipluiden. Zoon van Theodorus Martinus Roeling en Anna Aplonia Helderman (zie: 21.26). Gehuwd met Margaretha Alida Maria Kleyweg .

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Maria Anna Helena Roeling ; 2. Jkfr. Wendela Bernadette Margaretha Roeling .

156 22.41 Jkfr. Maria Theresia (Miep) Roeling , geboren op 20-02-1929 te Schipluiden, overleden op 26-04- 1998 te Den Hoorn. Dochter van Thomas Antonius Roeling en Catharina Geertruida Ammerlaan (zie: 21.28). Gehuwd op 18-10-1952 te Schipluiden met Hendrikus P. (Henk) van Marwijk (van Marre- wijk) , geboren op 08-01-1927 te Schipluiden, overleden. Henk was van beroep tuinder in gerbera’s te Den Hoorn.

Uit dit huwelijk:

1. Anneke (Anna) van Marrewijk ; 2. Ton van Marrewijk ; 3. Catrina Geertruida Maria (Carla) van Marrewijk ; 4. Hendricus Abraham Maria (Henrie) van Marrewijk ; 5. Jacobus Gijsbertus Maria (Charles) van Marrewijk; 6. Maria Francisca (Mirjam) van Marrewijk ; 7. Rudolfus Cornelius Maria (Ruud, Rudi) van Marrewijk ; 8. Nelleke van Marrewijk ; 9. Yvonne Johanna Maria (Yvonne) van Marrewijk .

22.42 Jkfr. Petronella Anna Maria (Nel) Roeling , geboren op 13-07-1930 te Schipluiden. Dochter van Thomas Antonius Roeling en Catharina Geertruida Ammerlaan (zie: 21.28). Gehuwd op 02-03-1954 te Schipluiden met Arend A. A. de Vette , overleden in 2013 te Canada.

Het gezin emigreerde naar Boucherville, Quebec, Canada. Daar kocht Arend een boerderij en ver- bouwde maïs en bonen. In de winter was hij in dienst bij de gemeente als sneeuwruimer.

Uit dit Huwelijk:

1. Arend (Aad) DeVette ; 2. Thomas (Tom) DeVette ; 3. René DeVette ; 4. Carole DeVette ; 5. Frank (Francois) DeVette ; 6. Suzanne (Susan) DeVette ; 7. Luc DeVette ; 8. Mark DeVette .

22.43 Jkfr. Adriana Maria Arnolda (Sjaan) Roeling , geboren op 21-07-1931 te Schipluiden. Dochter van Thomas Antonius Roeling en Catharina Geertruida Ammerlaan (zie: 21.28). Gehuwd op 10-10-1957 te Schipluiden met Franciscus Wilhelmus (Frans) van Koppen , geboren op 12-04-1926 te Overschie. Frans was van beroep veehouder (zie: 21.13).

Uit dit huwelijk:

1. Annemiek van Koppen ; 2. Tom van Koppen ; 3. Franciscus Wilhelmus Maria (Frans) van Koppen .

22.44 Jkr. Cornelis Petrus Adrianus (Cor) Roeling , geboren op 08-08-1932 te Schipluiden, overleden in 1995. Zoon van Thomas Antonius Roeling en Catharina Geertruida Ammerlaan (zie: 21.28). Gehuwd op 15-12-1959 te Schipluiden (voor de kerk op 13-01-1960 te Maasland) met Magdalena Catharina (Magda) de Vette , geboren op 09-02-1936 te Maasland, overleden in circa 2005.

Cor was van beroep tuinder en later paardrij-instructeur.

157 Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Trudy Roeling ; 2. Jkr. Dr. T.A.P. (Tom) Roeling ; 3. Jkr. Fred (Freddie) Roeling ; 4. Jkfr. Margret Roeling ; 5. Jkfr. Marian Roeling .

22.45 Jkfr. Gijsbertha Cornelia Theodora (Bep) Roeling , geboren op 04-12-1933 te Schipluiden. Doch- ter van Thomas Antonius Roeling en Catharina Geertruida Ammerlaan (zie: 21.28). Gehuwd op 21- 12-1957 te Schipluiden (voor de kerk op 20-05-1958) met Jacobus Cornelis (Koos) van Zeijl , geboren op 24-05-1933, overleden op 14-05-1997. Koos was tuinder in komkommers te Den Hoorn.

Uit dit huwelijk:

1. Maria Theresia Cornelia (Marga) van Zeijl ; 2. Ineke van Zeijl . 3. Jos van Zeijl ; 4. Robert van Zeijl ; 5. Astrid van Zeijl , geboren op 10-06-1967, overleden op 28-03-1986 te Rotterdam. Leerling zieken- verzorgster. Astrid ging naar de discotheek Bluetiek In aan de Karel Doormanstraat. Bij de garde- robe werd zij dodelijk geraakt door één van de kogels die de 23-jarige Antilliaan Maximiliano T. uit Hoogvliet had gelost door de geopende deur nadat hij eerder onenigheid had gekregen met de portier. Na zijn arrestatie kwam hij wegens een procedurefout van het gerechtshof in Den Haag tot de uitspraak op vrije voeten. Later werd hij tot acht jaar cel veroordeeld. Boven de annonce van haar overlijden stond: Midden in de nacht, haar licht moest doven. Geheel onverwacht, wij hebben moeite dit te geloven.

22.46 Jkr. Arnoldus Theodorus Joannes (Aad) Roeling , geboren op 22-09-1935 te Schipluiden. Zoon van Thomas Antonius Roeling en Catharina Geertruida Ammerlaan (zie: 21.28). Gehuwd in 1976 met Ina Fase .

Aad kocht in 1976 de boerderij van de Radboutstichting, maar wist al dat hij hier niet lang meer kon boeren. Hij raakte land kwijt door uitbreiding van Delft en de latere Rijksweg A4. Ze verkochten de boerderij in 1979 en vertrokken naar Garnweerd, Groningen, met 45 stuks vee, 28 melkkoeien en 17 jongvee.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Sabrine Roeling ; 2. Jkfr. Ilona Roeling .

22.47 Jkr. Petrus Cornelis (Piet) Roeling , geboren op 01-10-1936 te Schipluiden, overleden op 19-12- 2008 te Stompwijk, Rooms-Katholiek begraven op het Laurentiuskerkhof te Stompwijk (vermeld in het Leidsch Dagblad op 22-12-2012). Zoon van Thomas Antonius Roeling en Catharina Geertruida Ammerlaan (zie: 21.28). Gehuwd op 18-10-1961 te Wateringen met Engeline Maria (Lien) van Zeijl , geboren op 17-11-1937 te Wateringen.

Piet was van beroep tuinder te Stompwijk.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Kitty Roeling ; 2. Jkr. Tom Roeling ;

158 3. Jkr. Peter Roeling ; 4. Jkfr. Mariska Roeling ; 5. Jkfr. Sonja Roeling .

22.48 Jkr. Johannes Jozef (Jan) Roeling , geboren op 06-03-1938 te Schipluiden. Zoon van Thomas Anto- nius Roeling en Catharina Geertruida Ammerlaan (zie: 21.28). Rooms-Katholiek gehuwd op 21-10- 1965 met Anja van de Horst .

Jan was eerst tuinder, later werkzaam op sportvelden van gemeente Delft.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Sandra Roeling .

22.49 Jkfr. Anna Wilhelmina Maria (Mia) Roeling , geboren op 25-04-1940 te Schipluiden. Dochter van Thomas Antonius Roeling en Catharina Geertruida Ammerlaan (zie: 21.28). Gehuwd op 16-11-1962 te Schipluiden (voor de kerk op 04-02-1964) met Cornelis Petrus Maria (Kees) van der Knaap , geboren op 02-02-1939 te Bleiswijk.

Kees was tuinder in bloemen aan de Zwethkade te Den Hoorn, later in zijn geboortedorp Bleiswijk.

Uit dit huwelijk:

1. Johannes Cornelis Thomas (John) van der Knaap ; 2. Maurice Henricus Cornelis (Maurice) van der Knaap ; 3. Catharina Maria Wilhelmina (Caroline) van der Knaap .

22.50 Jkr. Gerardus Arnoldus (Geer) Roeling , geboren op 30-09-1941 te Schipluiden, overleden op 29- 10-1980 te Pijnacker. Zoon van Thomas Antonius Roeling en Catharina Geertruida Ammerlaan (zie: 21.28). Gehuwd op 27-08-1964 met Annie van Leeuwen .

Gerard was Rozenkweker aan de Polderweg te Pijnacker. Op 29-10-1980 omstreeks 00:30 uur werd bij hen aangebeld door de 32-jarige Marokkaanse oud medewerker Ali A. Deze beweerde dat zijn 27- jarige landgenoot, die als medewerker van Gerard achter in het ketelhuis verbleef, ziek was geworden. Gerard kleedde zich aan en ging kijken. Kort daarop werd Gerard door Ali A. vermoord. Zijn schedel werd ingeslagen met een spijkertrekker en hij werd in zijn hals gestoken met een snoeischaar. Twintig minuten later belde Ali A. opnieuw aan en vertelde Annie, zogenaamd op gezag van haar man, dat ook zij moest komen. Even later stond zij in een doodstille stikdonkere kas. Toen zij Gerard vroeg licht te maken hoorde zij een vreemde stem. Annie schrok, rende weg en haalde haar hond. Kort daarop troffen gealarmeerde buren het stoffelijk overschot van Gerard. De 27-jarige medewerker veinsde te slapen. Bij zijn arrestatie werd op hem het adres van Ali A. bij zijn nieuwe werkgever in Bergschenhoek aangetroffen waar hij gearresteerd kon worden. Ali A. bekende maar gaf geen motief.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Ingrid Roeling ; 2. Jkr. Eddie Roeling ; 3. Jkfr. Angela Roeling .

22.51 Jkr. Cornelis Adrianus (Kees) Roeling , geboren op 30-01-1943 te Schipluiden, overleden op 26-06- 1998 te Delft. Zoon van Thomas Antonius Roeling en Catharina Geertruida Ammerlaan (zie: 21.28). Gehuwd op 13-10-1966 met Truus Reygersberg .

159 Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Bianca Roeling ; 2. Jkfr. Chantal Roeling .

22.52 Jkr. August Roling , geboren op 19-12-1876 te Münnigbüren, overleden op 11-05-1943. Zoon van Johann Josef Roling en Anna Karoline Klinker (zie: 21.30). Gehuwd met Anna Albers , geboren op 27-12-1886, overleden op 25-02-1963.

22.53 Jkr. Johannes Bernhard Roling , geboren op 21-03-1882 te Münnigbüren, overleden op 08-12-1969 te Baccum. Zoon van Johann Josef Roling en Anna Karoline Klinker (zie: 21.30). Gehuwd op 12-02- 1912 te Baccum met Maria Agnes Albers , geboren op 18-03-1889, overleden op 08-12-1960.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Agnes Sophia Roling .

22.54 Jkr. Gerardus Johannes Roling , geboren op 20-12-1899 te Rijswijk, overleden op 14-02-1949 te ’s Gravenhage. Zoon van Petrus Roling en Helena Wilhelmina de Weert (zie: 21.31). Gehuwd in 1925 met Jacoba Meerman , geboren op 24-01-1895. Gerardus was van beroep broodbakker.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Petrus Aloysius Roling , emigreerde naar Benneydale, Mangapeehi, New Zealand; 2. Jkfr. Olga Louisa Roling .

22.55 Jkr. Antonius Johannes Casper Roling , geboren op 06-06-1902 te Rijswijk, overleden op 08-12- 1959 te ‘s Gravenhage. Zoon van Petrus Roling en Helena Wilhelmina de Weert (zie: 21.31). Gehuwd (1) op 23-09-1931 te Zaandam met Klasina Maria de Jong , geboren op 29-09-1903 te Zaandam, overleden op 06-01-1946 te Wassenaar. Gehuwd (2) 25-06-1947 te ’s Gravenhage met Johanna Cla- sina Bergmans , geboren op 06-11-1912 te ‘s Gravenhage. Antonius was van beroep postbode.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkr. Helena Wilhelmina Maria Roling ; 2. Jkr. Antonius Johannes Casper Roling , geboren op 01-05-1934 te ’s Gravenhage, overleden op 07-05-1934 te ’s Gravenhage; 3. Jkfr. Cornelia Maria Clasina Roling ; 4. Jkfr. Alida Hendrika Antonia Roling , geboren op 13-08-1937 te ’s Gravenhage, overleden op 16-03-1985 te ’s Gravenhage; 5. Jkfr. Adriana Theodora Roling , geboren op 25-08-1938 te ’s Gravenhage, overleden op 19-07- 1988 te ’s Gravenhage; 6. Jkr. Antonius Johannes Casper Roling ; 7. Jkr. Hendrikus Gerardus Roling ;

Uit het tweede huwelijk:

8. Jkr. Hendrikus Johannes Roling .

22.56 Jkr. Johannes Marinus Roling , geboren op 18-11-1906 te Rijswijk, overleden op 29-04-1977 te Adelaide, Australië. Zoon van Petrus Roling en Helena Wilhelmina de Weert (zie: 21.31). Gehuwd op 12-10-1932 te ’s Gravenhage met Petronella Hendrika Johanna van Noort, geboren op 18-03-1909 te ’s Gravenhage, overleden op 17-10-1992 te Adelaide, Australië.

160 Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Petrus Wilhelmus Roling ; 2. Jkr. Hendrikus Johannes Roling ; 3. Jkr. Antonius Gerardus Roling ; 4. Jkr. Otto Johannes Roling ; 5. Jkr. Johannes Marinus Roling .

22.57 Jkfr. Alida Hendrika Anthonia Roling , geboren op 15-01-1909 te Ubbergen, overleden op 16-10- 1990. Dochter van Petrus Roling en Helena Wilhelmina de Weert (zie: 21.31). Gehuwd op 25-10- 1939 te ’s Gravenhage met Jan Dijkman , geboren op 26-02-1908 te ’s Gravenhage, overleden op 06- 12-1980 te Leidschendam.

22.58 Jkfr. Maria Helena Roling , geboren op 05-09-1911 te ’s Gravenhage, overleden op 23-11-1972 te ’s Gravenhage. Dochter van Petrus Roling en Helena Wilhelmina de Weert (zie: 21.31). Gehuwd op 08- 04-1942 met Johannes Jacobus Blijie , geboren op 21-12-1913 te ’s Gravenhage.

22.59 Jkfr. Sophia Carolina Roling , geboren op 28-06-1913 te ’s Gravenhage. Dochter van Petrus Roling en Helena Wilhelmina de Weert (zie: 21.31). Gehuwd op 20-07-1938 te ’s Gravenhage met Marinus Leonardus Strunk , geboren op 24-08-1912.

22.60 Jkr. Leonardus Josephus Roling , geboren op 06-02-1916 te ’s Gravenhage, overleden op 20-07- 1999 te Rijswijk. Zoon van Petrus Roling en Helena Wilhelmina de Weert (zie: 21.31). Gehuwd op 19-12-1945 te ’s Gravenhage met Wilhelmina Johanna van der Heijden , geboren op 10-11-1918 te ’s Gravenhage, overleden op 23-09-1985 te ’s Gravenhage.

Leonardus was van beroep broodbakker.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Antonius Johannes Roling .

22.61 Jkr. Hermann Rohling , geboren op 09-01-1931 te Schlagbrücken. Zoon van Hermann Heinrich Rohling en Thekla Buss (zie: 21.32). Gehuwd met Maria Helena Ettmann , geboren op 19-05-1933. Het echtpaar was woonachtig te Meppen, Rastdorf.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Magdalena Rohling , tweelingzuster van Thekla; 2. Jkfr. Thekla Rohling , tweelingzuster van Magdalena; 3. Jkr. Manfred Rohling .

22.62 Jkr. Heinrich Rohling , geboren op 05-03-1932 te Schlagbrücken, overleden in 1980. Zoon van Her- mann Heinrich Rohling en Thekla Buss (zie: 21.32). Gehuwd met Maria Wilkens , geboren op 10-07- 1930, overleden op 10-04-2008.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Ursula Rohling , geboren in 1957, overleden in 1957; 2. Jkfr. Mechtild Rohling ; 3. Jkr. Werner Rohling ; 4. Jkfr. Andrea Rohling .

161 22.63 Jkfr. Maria Anna Rohling , geboren in 1934 te Emmeln. Dochter van Hermann Heinrich Rohling en Thekla Buss (zie: 21.32). Gehuwd met Wilhelm Grönheim , geboren in 1932.

Uit dit huwelijk:

1. Anni Grönheim ; 2. Thekla Grönheim ; 3. Wilhelm Grönheim ; 4. Maria Grönheim ; 5. Doris Grönheim ; 6. Norbert Grönheim ; 7. Stefan Grönheim .

22.64 Jkr . Gerhard Bernhard Rohling , geboren in 1937 te Emmeln, overleden in 1973 te Meppen. Zoon van Hermann Heinrich Rohling en Thekla Buss (zie: 21.32). Gehuwd met Regina Wotte .

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Thomas Rohling ; 2. Jkr. Ludger Rohling ; 3. Jkfr. Heike Rohling .

22.65 Jkfr. Angela Rohling , geboren in 1945. Dochter van Hermann Heinrich Rohling en Thekla Buss (zie: 21.32). Gehuwd met Horst Schütte .

Uit dit huwelijk:

1. Torsten Schütte ; 2. Ralf Schütte .

22.66 Jkfr. Anna Gertrude (Gurthy) Rohling , geboren op 15-05-1897 te Glencoe, Minnesota, overleden op 26-01-1998 te Ramsey. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Matousek (zie: 21.33). Gehuwd met Louis Beauregard , geboren op 01-01-1900, overleden op 29-09-1959 te Minneapolis.

22.67 Jkfr. Anna Maria (Mamey) Rohling , geboren op 08-09-1898 te Glencoe, Minnesota, overleden op 05-02-1994. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Matousek (zie: 21.33). Gehuwd op 19-10- 1921 met Richard Gotfred Neuman , geboren op 15-12-1895, overleden op 14-08-1958 te Hennepin.

Uit dit huwelijk:

1. Richard R. Neuman .

22.68 Jkr. Herman (Henry) Rohling , geboren op 31-08-1900 te Mc Leod, Minnesota, overleden op 03-08- 1988 te Hennepin, Minnesota. Zoon van Johann Hermann Rohling en Anna Matousek (zie: 21.33). Gehuwd in 1925 met Therese Elisabeth Hoffman , geboren op 12-02-1906 te Wright, Minnesota, overleden op 27-03-1999.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Eileen M. Rohling .

22.69 Jkr. Martin Rohling , geboren op 26-10-1902 te Watkins, overleden op 29-07-1994 te Hennepin, Minnesota. Zoon van Johann Hermann Rohling en Anna Matousek (zie: 21.33). Gehuwd met Mabel (Mary) Zuberman , geboren op 08-09-1909 te Belle River, Minnesota, overleden in februari 1987.

162 Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Eugene Rohling , geboren op 09-10-1928, overleden op 01-03-2009. Eugene was woonachtig te El Paso, Texas.

22.70 Jkfr. Victoria Margaret Rohling , geboren op 20-01-1907, overleden op 18-05-2005 te Texarkana, Bowie, Texas. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Matousek (zie: 21.33). Gehuwd (1) met Tom Karney . Gehuwd (2) met Howard Young .

Uit het tweede huwelijk:

1. Charles (Charlie) Young ; 2. Carmen Young .

22.71 Jkr. Theodore Thomas Rohling , geboren op 23-12-1909, overleden op 24-07-1983 te Tacoma, Pierce, Washington. Zoon van Johann Hermann Rohling en Anna Matousek (zie: 21.33). Gehuwd (1) met Margaret Elizabeth Foley . Gehuwd (2) met June Nan . Gehuwd (3) met Mary Winter .

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkfr. Marilyn Margaret Rohling , geboren op 12-06-1937 te Hennepin, Minnesota, overleden in 2007. Gehuwd 08-07-1961 met Roger W. Nietzer , geboren 04-09-1925, overleden 07-04-2003; 2. Jkr. Theodore James Rohling ; 3. Jkr. Thomas Martin (Tom) Rohling .

22.72 Jkfr. Margaret Adelaide Rohling , geboren op 24-07-1911 te Watkins, Minnesota, overleden op 26- 10-1989. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Matousek (zie: 21.33). Gehuwd op 13-05- 1939 met Russell Leonard Olson , geboren op 11-07-1914, overleden op 31-05-1980.

Uit dit huwelijk:

1. Marlys Helen Olson ; 2. Onbekende dochter , geboren op 04-12-1946 te Hennepin, Minnesota; 3. Robert Richard Olson .

22.73 Jkfr. Mathilda Anna (Tillie) Rohling , geboren op 07-11-1914 te Minnesota, overleden op 29-03- 2006 te New Brighton, Ramsey, Minnesota. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Matou- sek (zie: 21.33). Gehuwd met Lawrence Ambrose Ryback , geboren op 01-12-1914 te Mounds View, Ramsey, Minnesota, overleden op 19-10-1988.

Uit dit huwelijk:

1. Reneè Marie Ryback , geboren op 15-02-1939 te Ramsey, Minnesota, overleden op 05-10-2005; 2. Daniel Roger Ryback ; 3. Denise Annette Ryback ; 4. Kathleen Anne Ryback .

22.74 Jkr. Henry Rohling , geboren op 09-09-1917 te Minneapolis, Minnesota, overleden ná 2009. Zoon van Johann Hermann Rohling en Anna Matousek (zie: 21.33). Gehuwd met Dorothy Elizabeth Halverson , geboren op 30-11-1917, overleden op 12-07-1996. Gescheiden op 09-11-1979.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Shari Lynn Rohling .

163 22.75 Jkfr. Ethel Gertrude Rohling , geboren op 29-08-1907 te Robinsdale, Minnesota, overleden op 16- 02-1999. Dochter van Gerhard Heinrich Rohling en Gertrude Mueller (zie: 21.34). Gehuwd in circa 1928 met Ralph Peter Seidenkranz , geboren op 27-08-1900 te Roseville, Minnesota, overleden op 06-06-1988. Zoon van Wilhelm Seidenkranz , geboren in 1870 te Spitzenberg, Duitsland, en Anna Hahn . De ouders van Ralph kwamen op 20-04-1874 aan te Baltimore.

Uit dit huwelijk:

1. Ralph William Seidenkranz ; 2. Alice Joyce Seidenkranz ; 3. Laverne Claire Seidenkranz ; 4. Ronald Phillip Seidenkranz ; 5. Rosanne Irene Seidenkranz ; 6. Bernice Ethel Seidenkranz , geboren op 05-02-1944 te Ramsey, MN, overleden op 18-08-1959.

22.76 Jkfr. Hellen Claire Rohling , geboren op 17-04-1910 te St. Paul, Minnesota, overleden op 07-03- 1971. Dochter van Gerhard Heinrich Rohling en Gertrude Mueller (zie: 21.34). Op 01-09-1923 trad zij in het Benedictijnen klooster en werd docente op het College of St. Benedict (St. Joseph, Min- nesota). Sister Hellen gaf les in Secondary Education (Middelbare School) en Latijn.

22.77 Sgt. Jkr. Gilbert Lawrence Rohling , geboren op 29-08-1912, overleden op 04-03-1944 te Sicilië, Italië, tijdens WOII als Sergeant van de 7 th Infantry 3 rd Division US Army. Zoon van Gerhard Hein- rich Rohling en Gertrude Mueller (zie: 21.34). Gehuwd met Virginia John , geboren in 1922. Virginia huwde na het overlijden van Gilbert met Vernon Nelson .

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Renee Rohling / Nelson , werd geadopteerd door haar stiefvader waarna zij de achternaam Nelson kreeg.

22.78 Jkfr. Maria Thekla (Maria) Rohling , geboren op 16-08-1907, overleden op 24-01-1991. Dochter van Johann Hermann Rohling en Maria Catharina Kremer (zie: 21.38). Gehuwd op 09-05-1932 met Bernhard Josef (Josef) Santen , landarbeider, geboren op 06-12-1904, overleden op 18-10-1982.

Uit dit huwelijk:

1. Maria Hermine Santen , geboren op 05-03-1933, overleden in 1998; 2. Bernhard Hermann Santen ; 3. Anna Agnes Santen , gehuwd met Alfons Nolte , geboren in 1938, overleden in 1980; 4. Bernhardine Santen ; 5. Margaretha Henrietta Santen ; 6. Thekla Katharina Santen ; 7. Katharina Santen ; 8. Hermann Santen .

22.79 Jkr. Gerhard Hermann (Gerhard) Rohling , geboren op 27-01-1910, overleden op 31-10-1988. Zoon van Johann Hermann Rohling en Maria Catharina Kremer (zie: 21.38). Gehuwd in 1938 met Adelheid Schmitz , geboren op 14-03-1912, overleden in 2001.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Hermann Rohling , geboren in 1939, overleden in 1939; 2. Jkfr. Maria Rohling ; 3. Jkr. Heinrich Bernhard Rohling ;

164 4. Jkfr. Thekla Angela Rohling ; 5. Jkr. Hermann Rohling ; 6. Jkr. Willi Josef (Josef) Rohling ; 7. Jkfr. Anna Hermine Rohling ; 8. Jkfr. Margarethe Rohling ; 9. Jkr. Clemens Aloisius (Aloisius) Rohling .

22.80 Jkr. Johann Hermann Rudolf (Hermann) Rohling , geboren op 15-10-1912 te Altharen, overleden op 15-05-1990 te Landegge. Zoon van Johann Hermann Rohling en Maria Catharina Kremer (zie: 21.38). Gehuwd op 08-05-1950 met Maria Adelheid (Adelheid) Horstmann , geboren op 13-09- 1912 te Landegge, overleden op 19-10-1973 te Martinusstift Haren. Dochter van Josef Horstmann en Adelheid Pohlmann .

Johann was pachter van een voormalige pastorie te Landegge.

22.81 Jkfr. Anna Maria (Maria) Rohling , geboren op 17-01-1915 te Altharen, overleden op 23-03-2006. Dochter van Johann Hermann Rohling en Maria Catharina Kremer (zie: 21.38).

Anna was van beroep kleermaakster. Tevens was zij als kosterin te Altharen belast met de dagelijkse zorg voor het kerkgebouw en het klaarzetten van de liturgische voorwerpen voor de eredienst.

22.82 Jkr. Heinrich Johann (Heinrich) Rohling , geboren op 26-03-1917, overleden op 09-09-1970. Zoon van Johann Hermann Rohling en Anna Gertrud Kremer (zie: 21.38). Gehuwd met Theresia Hanses , geboren op 13-01-1922.

Heinrich was van beroep slotenmaker en bankwerker.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Franz Rohling ; 2. Jkr. Hermann Rohling ; 3. Jkr. Meinolf Rohling ; 4. Jkr. Rolf Rohling .

22.83 Jkfr. Maria Margaretha (Grete, Margaretha) Rohling , geboren op 07-04-1919 te Altharen, overle- den op 24-10-1963 te Lippstadt. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Gertrud Kremer (zie: 21.38). Gehuwd op 02-09-1943 met Hermann Mörker , geboren op 18-10-1913, overleden in 2002.

Grete was van beroep kantoormedewerkster.

Uit dit huwelijk:

1. Heinrich Mörker , geboren op 19-02-1945, overleden op 05-12-1987; 2. Hermann Mörker , geboren op 30-06-1946, overleden op 10-06-2015, uitvaartmis op 15-06- 2015 om 14:30 uur in de Friedhofskapelle te Altharen; 3. Bernhard Gerhard (Bernhard) Mörker ; 4. Rudolf Mörker , geboren op 21-09-1954, overleden op 01-08-1963; 5. Klaus Mörker .

22.84 Jkfr. Anna Bernh. Hermine (Anni) Rohling , geboren op 20-11-1921, overleden 21-07-2015 te Haren, begraven op 25-07-2015 om 11:00 uur te Friedhof te Haren met een Rooms-Katholieke dienst in de St. Martinuskirche. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Gertrud Kremer (zie: 21.38).

165 22.85 Jkr. Wilhelm Rohling , geboren op 10-04-1924 te Altharen, overleden op 25-05-1986 te Martinusstift Haren. Zoon van Johann Hermann Rohling en Anna Gertrud Kremer (zie: 21.38). Gehuwd op 30-11- 1953 met Elisabeth Maria Held , geboren op 15-12-1925, overleden op 24-11-2004 te Haren.

Wilhelm was van beroep schipper.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Anna Elisabeth Maria Rohling ; 2. Jkfr. Katharina Rohling ; 3. Jkfr. Irmgard Thekla Rohling ; 4. Jkfr. Ulrike Anna Rohling .

22.86 Jkr. Clemens Rohling , geboren op 12-06-1929, overleden op 08-04-2001, begraven te Haren. Zoon van Johann Hermann Rohling en Anna Gertrud Kremer (zie: 21.38). Gehuwd in 1957 met Gertrud Dünhöft , geboren op 02-10-1932.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Anita Gertrud Rohling ; 2. Jkr. Hans Hermann Rohling ; 3. Jkr. Uwe Rohling , geboren in 1966, overleden in 1966; 4. Jkr. Udo Clemens Rohling .

22.87 Jkr. Bernhard Rohling , geboren op 09-03-1932, overleden op 18-12-1988. Zoon van Johann Her- mann Rohling en Anna Gertrud Kremer (zie: 21.38). Gehuwd op 28-08-1959 met Maria Luise (Maria) Klöcker , geboren op 24-01-1937.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Rolf Hermann (Rolf) Rohling ; 2. Jkfr. Martina Rohling .

22.88 Jkr. Bernhard Rohling , geboren op 06-11-1942 te Altharen, overleden op 01-11-2004 te Haren. Zoon van Hermann Rohling en Anna Anneken (zie: 21.46). Gehuwd met Anna Albers .

Bernhard en Anna waren van beroep begrafenisondernemers.

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Bernhard Rohling ; 2. Jkr. Dietmar Rohling ; 3. JKfr. Simone Rohling .

22.89 Jkr. Hans Rohling , geboren op 09-12-1948 te Altharen, overleden op 01-01-1996 te Quakenbrück. Zoon van Hermann Rohling en Anna Anneken (zie: 21.46). Gehuwd met Ida Focken , geboren te Dersum. Hans was van beroep bedrijfsleider van een melkfabriek.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Daniela Rohling ; 2. Jkr . Michael Rohling ; 3. Jkfr. Kristina Rohling .

166 22.90 Jkr. Hermann Rohling , geboren te Altharen. Zoon van Hermann Rohling en Anna Anneken (zie: 21.46). Gehuwd te Altharen met een zekere Pricker , geboren te Landegge.

22.91 Jkr. Heinz Rohling , geboren in 1921. Zoon van Johann Gerhard Rohling en Engeline Lina Hagen (zie: 21.51). Gehuwd met Agnes Casselius .

Uit dit huwelijk:

1. Christoph Rohling , geadopteerd en kreeg de naam Rohling, maar behoort niet tot de adelstand; 2. Anke Rohling , geadopteerd en kreeg de naam Rohling, maar behoort niet tot de adelstand.

22.92 Jkr. Gerhard Johann Rohling , geboren in 1924 te Cloppenburg. Zoon van Johann Gerhard Rohling en Engeline Lina Hagen (zie: 21.51). Gehuwd met een zekere Edith .

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Roman Rohling ; 2. Jkfr. Sabine Rohling ; 3. Jkfr. Alexa Rohling ;

22.93 Jkr. Eugen Rohling , geboren in 1927. Zoon van Johann Gerhard Rohling en Engeline Lina Hagen (zie: 21.51). Gehuwd met Hannelore Bauer .

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Hans Eugen Rohling .

22.94 Jkr. Heinz Rohling , geboren op 18-10-1929 te Lastrup, overleden op 05-09-2006 te Lastrup, begra- ven op 09-09-2006 om 10:00 uur te Lastrup. Zoon van Heinrich Rohling en Angela Flerlage (zie: 21.56). Gehuwd in 1956 te Lastrup met Inge Goers , geboren op 21-06-1931.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Ina Rohling ; 2. Jkr. Stefan Rohling .

22.95 Jkr. Walter Rohling , geboren op 05-11-1931 te Lastrup. Zoon van Heinrich Rohling en Angela Fler- lage (zie: 21.56). Gehuwd in 1956 te Lastrup met Christel Thied , geboren op 03-11-1933, overleden op 07-06-1979 te Hannover. Dochter van Bruno Thied en Hildegard Krämer . Na het overlijden van Christel kreeg Walter een relatie met Gitta Kramer , geboren in 1933.

Walter was van beroep exporteur van stoffen.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkfr. Brigitte Rohling ; 2. Jkfr. Ute Rohling ; 3. Jkr. Klaus Rohling .

22.96 Jkfr. Dorthe Cathrine Röhling . Dochter van Jens Laurits Röhling en Sine Hansen (zie: 21.62). Gehuwd met Peder Krabbe Korgaard .

22.97 Jkr. Johan Röhling . Zoon van Jens Laurits Röhling en Sine Hansen (zie: 21.62). Gehuwd met Lisanne Friis .

167 22.98 Jkfr. Vibeke Marie Röhling . Dochter van Jens Laurits Röhling en Sine Hansen (zie: 21.62). Ge- huwd met Bille Olsson .

22.99 Jkr. Max Röhling . Zoon van Aksel Rikard Röhling en Mildred Gladys Bøe (zie: 22.63). Gehuwd (1) met Betty Valencia Quinones . Gehuwd (2) met Lis Flindt Pedersen .

22.100 Jkr. Jan Röhling . Zoon van Aksel Rikard Röhling en Mildred Gladys Bøe (zie: 22.63). Gehuwd met Katriina V M Sandberg . Relatie met een zekere Pouline .

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Ester Therese Kristin Röhling .

22.101 Jkr. Focke Jörg Röhling , geboren op 06-10-1954. Zoon van Adolf Georg Wolfgang Röhling en Ag- nes Elfriede Bohlen (zie: 21.72). Gehuwd met Esther Krohn .

22.102 Jkr. Wolf Eberhard Röhling , geboren op 23-08-1956. Zoon van Adolf Georg Wolfgang Röhling en Agnes Elfriede Bohlen (zie: 21.72). Gehuwd met Doris Steschulat .

Wolf Eberhard was in 1994 van beroep Bankfachwirt (werknemer bij een bank).

Uit dit huwelijk:

1. Jkr. Sven Timo Röhling ; 2. Jkr. Jan Oliver Röhling ; 3. Jkr. Lars Florian Röhling .

22.103 Jkr. Gert Joachim Röhling , geboren op 19-12-1935 te Zwickau. Zoon van Hans Erich Röhling en Elfriede Pfaff (zie: 21.76). Gehuwd in 1964 met Brigitte Renate Rosenberger , geboren op 17-01- 1941 te Kieferstöckel.

Gert woonde sinds 1948 te Keulen en was technicus in telecommunicatie en Steuerung (controlling).

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Dr. med. Dagmar Röhling .

22.104 Jkfr. Isolde Gerhilde Röhling , geboren op 27-08-1937 te Zwickau. Dochter van Hans Erich Röhling en Elfriede Pfaff (zie: 21.76). Gehuwd op 06-06-1957 met Hans Ditrich Brandt , geboren op 06-01- 1930 te Bevensen, overleden op 26-10-1984 te bad Kreuznach.

Isolde woonde sinds 1949 te Keulen en sinds 1962 te Kreis Bad Kreuznach. Hans Ditrich was van beroep Landw. Verwalter (manager).

Uit dit huwelijk:

1. Marianne Elfriede Brandt ; 2. Klaus Dieter Brandt ; 3. Christine Helga Brandt .

22.105 Jkr. Klaus Erich Röhling , geboren op 27-12-1938 te Zwickau. Zoon van Hans Erich Röhling en El- friede Pfaff (zie: 21.76). Gehuwd met Hannelore Therese Schmitt , geboren op 26-11-1939 te Men- dig. Dochter van Johann Schmitt (steenhouwer) en een zekere Appolonia .

168 Klaus Erich woonde vanaf 1949 te Keulen en vanaf 1973 te Dormagen aan de Claudiusstrasse nr. 45. Na militaire dienst ging hij bij de brandweer van de firma Bayer AG en was in 1994 Brandinspecteur.

Uit dit huwelijk:

1. Jkfr. Bianca Isolde Röhling .

22.106 Jkr. Dieter Röhling , geboren op 28-12-1944 te Zwickau. Zoon van Hans Erich Röhling en Elfriede Pfaff (zie: 21.76). Gehuwd (1) op 26-08-1969 met Gerda Bartke , geboren op 07-06-1941 te Preußen Stargard, gescheiden in 1990. Gehuwd (2) op 18-05-1990 met Marilyn McCoy , geboren op 19-05- 1950 te Tucson, Arizona, gescheiden in 1993.

Dieter woonde sinds 1949 te Keulen. Volgde een opleiding tot radio en telecommunicatie technicus. Na militaire dienst volgde hij een opleiding tot electrotechnicus. Hij werkte als technische en leiding- gevende medewerker bij IBM (International Business Machines Corporation) op verschillende loca- ties in de Verenigde Staten en woonde van 1986 tot 1988 en van 1989 tot 1992 in Tucson, Arizona. Sinds 1993 was hij Commercial manager bij een Engelse software service onderneming te Frankfurt am Main en in 1994 eveneens woonachtig aldaar. Dieter heeft zich uitvoerig beziggehouden met de genealogie van de familie Röhling en publiceerde samen met Dr. Wolfgang Röhling (zie: 21.72) in 1994 een aangevulde heruitgave van “Beiträge zur Geschichte der Familie Roehling” onder de titel: “Chronik der Familie Röhling” (zie: bronvermelding).

Uit het eerste huwelijk:

1. Jkr. Markus Röhling .

169