Hoofdstuk 8 | Noordelijk buitengebied | Inleiding | 11

Het Noordelijk buitengebied bestaat basis verdeeld in onregelmatige voornamelijk uit open veenweide- stroken, van elkaar gescheiden door landschap met gevarieerde bebou- (afwaterings)sloten, met de boerde- wing, geclusterd in linten. Een groot rij op de kop van de kavel. Als gevolg deel van het gebied heeft een agra- van de inklinking van het veen en rische functie. De bebouwing bestaat daarmee verband houdende water- 11 voor het overgrote deel uit boerderij- overlast verplaatsten de bewonings- en, woningen en bedrijfsgebouwen. linten zich enkele malen. Gaandeweg Noordelijk Enkele linten zijn verdicht tot kleine ontstonden de huidige bewonings- buitengebied kernen, zoals en Rans- kernen, die oorspronkelijke uit series dorp. In deze kernen komt ook afwij- boerderijen bestonden. Later vond kende bebouwing zoals kerken voor. verdichting plaats met woonhuizen Het ruimtelijk systeem bevat het en andere gebouwen. open, agrarisch gebied met daarin enkele lintdorpen en maakt deel uit van stadsdeel Noord.

Kenmerken In het open landschap van het Noor- delijk buitengebied komen in dicht- Geschiedenis heid variërende linten voor met Het Noordelijk buitengebied is het afwisselende bebouwing. grootste aaneengesloten groen- gebied binnen de - Stedenbouwkundige structuur se gemeentegrenzen waar het De dorpen in Waterland zijn compac- oorspronkelijke landschap nog gro- te linten in een open gebied met een tendeels bewaard is gebleven. Het agrarisch karakter. Het silhouet van grootste deel van het gebied bestaat het dorp, met als letterlijk hoogte- uit veenontginningen die vanaf de punt de kerktoren tekent zich af te- tiende eeuw zijn ontgonnen en be- gen de horizon. De overgang tussen woond geraakt. Een deel van het ge- kern en omringend gebied is abrupt. bied bestaat uit zeventiende eeuwse Nog steeds zijn er weinig elementen droogmakerijen. Bij de ontginningen die het beeld verstoren. werd de grond vanaf de ontginnings- De structuur van de linten en kernen

DE SCHOONHEID VAN AMSTERDAM 2016 PAGINA 215 Hoofdstuk 8 | Noordelijk buitengebied | Inleiding | 11

Architectonische uitwerking De detaillering is zorgvuldig en geva- rieerd, van eenvoudig tot rijk. Gevels van woningen zijn voorzien van ele- menten als siermetselwerk, gevel- lijsten, windveren en dergelijke. Moderne (agrarische) bedrijfsgebou- wen hebben een eenduidige opbouw en zijn eenvoudiger gedetailleerd dan de woningen.

Materiaal en kleur De gevels van woningen zijn van baksteen of vergelijkbaar steenach- tig materiaal en soms gepleisterd. De daken van de woningen zijn ge- dekt met pannen of riet.

wordt sterk bepaald door de kenmer- Bouwvolume ken van de landschappelijke onder- Het buitengebied heeft een over- grond. Meestal heeft de bebouwing wegend open en agrarisch karakter een lineair karakter door de ligging met verspreid gelegen (stolp)boer- aan een polderdijk of -weg. Dit geldt derijen, relatief kleine woonhuizen zowel voor dichtbebouwde dorpslin- (deels van houtbouw), gebouwen ten als voor linten die nog steeds be- voor de waterhuishouding (gema- staan uit vrijstaande boerderijen en len) en recreatiewoningen. De linten De traditionele houten huizen komen kleinere huizen in een open gebied. zijn veelal pand voor pand gebouwd. nog veel voor. De bijbehorende ka- De huizen verschillen in vorm, mas- rakteristieke kleurtoepassing is die sa en stijl. De bebouwing bestaat uit van het ‘Waterlands palet’. Dit palet boerderijen, arbeiders- of midden- bestaat uit de kleuren cremewit, standswoningen, winkels en kleine bentheimer en diverse tinten groen, bedrijfjes. Functiemenging is ken- geel, grijs, blauw en roodbruin. merkend. Daarnaast komt op kleine schaal seriematige bebouwing voor, vooral uit eind negentiende en be- gin twintigste eeuw. De meeste be- bouwing binnen de dorpslinten is Aaneengesloten kernen met klein- bescheiden van omvang en zelden schalige bebouwing zoals Ransdorp meer dan één of twee lagen met kap. en Zunderdorp zijn ontstaan op een In de polder komt ook grootschalige- kruispunt van wegen. re (agrarische) bebouwing voor.

DE SCHOONHEID VAN AMSTERDAM 2016 PAGINA 216 Hoofdstuk 8 | Noordelijk buitengebied | Inleiding | 11

Waardering Uitgangspunten op hoofdlijnen De waarde ligt vooral in de combi- Het beleid is gericht op het behoud natie van de oorspronkelijke struc- van de oorspronkelijke structuurele- tuurelementen zoals dijken en menten, de cultuurhistorische be- polderwegen met de afwisselende bouwing en het karakteristieke lintbebouwing. Daarnaast heeft het SUR¿HOYDQGHOLQWZHJHQ gebied een hoge recreatieve waarde Bij de advisering over woongebou- voor de stad. wen en bedrijfsgebouwen wordt on- In het gebied komen diverse cultuur- der meer aandacht geschonken aan historisch waardevolle gebouwen de mate van afwisseling en individu- als boerderijen voor. Een deel hier- aliteit in de massa in combinatie met van is monument. Enkele gebieden een terughoudende vormgeving en zijn aangewezen als beschermd ge- traditioneel gebruik van materialen zicht en sinds 2004 maakt dit gebied en kleuren. deel uit van het Nationaal Landschap Laag Holland, vanwege de grote landschappelijke en cultuurhistori- sche waarden.

DE SCHOONHEID VAN AMSTERDAM 2016 PAGINA 217 Hoofdstuk 8 | Noordelijk buitengebied | Land en lint | 11

Uitgangspunten Beoordeling Het Noordelijk buitengebied bestaat Het beleid is gericht op het behoud voornamelijk uit veenweidegebied van de oorspronkelijke structuurele- met gevarieerde bebouwing, geclus- menten, de cultuurhistorische be- terd in linten en enkele kernen. bouwing en het karakteristieke De bebouwing varieert van boerderij SUR¿HOYDQGHOLQWZHJHQ tot woonhuis en van historisch ob- In de dorpslinten staat het kleinscha- ject tot recent gebouw. Uitgangspunt lige en gegroeide karakter centraal, is behoud van variatie zonder dat dit zonder wijzigingen en nieuwbouw 1101 Waterland tot verrommeling leidt. onmogelijk te maken. Ieder individu- Bijzondere elementen zijn de gebou- eel pand heeft zijn eigen typologie, wen met afwijkende functies, zoals welke afwijkt van de buurpanden. scholen en kerken. De afwijkende Bij de advisering over woongebou- bebouwing staat vrij op de kavel. wen en bedrijfsgebouwen zal onder De massa en uitwerking variëren per meer aandacht geschonken worden gebouw, waarbij kerken van oudsher aan de mate van afwisseling en indi- een accent vormen en bijdragen aan vidualiteit in de massa in combinatie het silhouet van de dorpen. met een terughoudende vormgeving en traditioneel gebruik van materia- Waardering len en kleuren. Historiserende (hout) De waarde ligt vooral in het open bouw behoort tot de mogelijkheden. 1102 groene karakter van het gebied, waarin de verspreid gelegen bebou- Criteria wing in beginsel een ondergeschikte Plannen worden om te beginnen be- rol speelt. In de kernen is de waar- oordeeld aan de hand van de criteria de gelegen in het afwisselende beeld voor veel voorkomende kleine bouw- van de gegroeide structuur met va- plannen in hoofdstuk 6. Als deze riërende bebouwing aan overwegend geen uitsluitsel geven, wordt bij de groene straten. De architectuur van beoordeling in samenhang met de de houten huizen is kenmerkend beschrijving en uitgangspunten ge- voor deze streek. Diverse panden toetst aan de hand van de volgende zijn door hun vorm en positie cul- FULWHULD tuurhistorisch waardevol. Ook het 1103 Zunderdorp grondlichaam en buitendijks talud Plaatsing van de Waterlandse Zeedijk is een ŀ hoofdgebouw aan de straatzijde, bij- provinciaal monument. gebouwen in ondergeschikte positie Daarnaast zijn Durgerdam, Rans- ŀ dijklinten hebben een asymmetrisch dorp en door het Rijk aan- SUR¿HOPHWLQEHJLQVHODDQppQNDQW gewezen als beschermd gezicht. bebouwing, hoofdgebouwen staan op kruinhoogte Aanvullend beleid ŀ rooilijnen van hoofdmassa’s volgen Voor de Waterlandse Zeedijk is in de weg of sloot, rooilijnen van grote 2005 de visie ‘De tien geboden voor volumes staan haaks op weg of sloot de Waterlandse Zeedijk’ opgesteld. ŀ rooilijnen verspringen ten opzichte Doel is te komen tot herstel van de van elkaar en zijn bij rijen recht of in 1104 Holysloot FRQWLQXwWHLW HQ GH KHUNHQEDDUKHLG samenhang van de Waterlandse Zeedijk. ŀ de bebouwing met de voorgevel op de weg richten en concentreren in de ontginningslinten, met behoud van doorzichten naar het landschap ŀ grootschalige bebouwing als (agrari- sche) bedrijfsgebouwen liggen ach- ter woongebouw en bijgebouwen ŀ gebouwen liggen op enige afstand van de perceelsgrens of de slootkant ŀ opslag bij voorkeur uit het zicht ŀ bijzondere gebouwen als scholen en 1105 Ransdorp kerken kunnen vrij op de kavel staan

DE SCHOONHEID VAN AMSTERDAM 2016 PAGINA 218 Hoofdstuk 8 | Noordelijk buitengebied | Land en lint | 11

Massa ŀ ramen zijn bij voorkeur staand of ŀ de bouwmassa is evenwichtig, in verticaal onderverdeeld harmonie met het gebiedskarak- ŀ wijzigingen en toevoegingen in stijl ter en afgestemd op oorspronkelijke en afwerking afstemmen op hoofd- bebouwingstypologie van het pand volume (hoofdvorm en dakhelling) ŀ bruggen in het openbare landelijke GH QRNULFKWLQJ LV VSHFL¿HN YRRU KHW 11 ŀ JHELHG ]LMQ WUDGLWLRQHHO RSKDDO RI deelgebied boogbruggen met wit houten leunin- CRITERIA ŀ gebouwen zijn individueel en afwis- gen selend ŀ toegangsbruggen naar huizen en ŀ de individuele woning binnen een rij boerderijen zijn smal en plat voor- of complex is deel van het geheel zien van een houten of ijzeren hek ŀ woongebouwen bestaan uit één tot ŀ traditionele schuren en bedrijfsge- anderhalve laag met kap bouwen zijn uitgevoerd in hout met ŀ bebouwing in Waterland is tradi- een duidelijk onderscheid tussen tiegetrouw voorzien van topgevels dak, windveren en zijgevels (zonder wolfseinde) ŀ de dakhelling van een agrarische wo- Materiaal en kleur ning is minstens 30 graden, van een ŀ materialen zijn bij voorkeur traditio- bedrijfsgebouw minstens 15 graden neel en verouderen mooi ŀ bedrijfsgebouwen bestaan uit een ŀ gevels van woningen zijn bij voor- onderbouw van één laag met bij keur van hout, baksteen of een ver- voorkeur een kap en hebben een gelijkbaar steenachtig materiaal eenvoudige hoofdvorm met onge- ŀ houtwerk is geverfd, gepleisterde deelde hoofdmassa (bak)stenen gevels zijn karakteris- ŀ uitbreidingen waaronder op- en aan- tiek bouwen zoals dakkapellen vormge- ŀ hellende daken van woningen dek- ven als toegevoegd ondergeschikt ken met pannen of riet element of opnemen in hoofdmassa ŀ grote vlakken bestaan uit kleine ele- ŀ dakkapellen raken de gootlijn als dit menten of hebben een duidelijke bijdraagt aan de architectuur van de textuur gevel en de straatwand ŀ kleuren zijn traditioneel, terughou- ŀ bijgebouwen zijn ondergeschikt aan dend, afgestemd op de omringen- hoofdmassa en eenvoudig van vorm de bebouwing en sluiten aan op het ŀ gebouwen met bijzondere functies ‘Waterlands palet’ (dat bestaat uit kunnen afhankelijk van hun ligging cremewit, Bentheimer en diverse afwijken van de gebruikelijke massa, tinten groen, geel, grijs, blauw en opbouw en vorm roodbruin), waarbij de kleurschake- ringen uit dit palet per deelgebied Architectonische uitwerking verschillen ŀ de architectonische uitwerking en ŀ schuren in het landelijk gebied uit- detaillering zijn zorgvuldig, even- voeren in donkergroen of donker- wichtig en afwisselend bruin hout ŀ historiserende bouw houdt zich aan ŀ bedrijfsgebouwen in terughouden- de traditionele typologie de kleuren uitvoeren (wanden bij ŀ de architectuur volgt het beeld van voorkeur in groentinten en daken bij kleinschalige bebouwing met nadruk voorkeur donkergrijs) op de kap, en de eigen karakteris- ŀ aanbouwen en bijgebouwen afstem- tiek, grotere massa’s onderverdelen men op de hoofdmassa en traditio- ŀ bedrijfsgebouwen eenvoudig en neel uitvoeren zorgvuldig detailleren ŀ elementen in de gevel zoals deuren Categorieën en ramen in een logische verhou- Voor kaakbergen en boerderijen zijn ding tot elkaar en de gevel als ge- VSHFL¿HNH FULWHULD RSJHQRPHQ LQ heel plaatsen hoofdstuk 7. ŀ zijgevels van vrijstaande woningen hebben vensters ŀ kozijnen, dakgoten en dergelijke zorgvuldig detailleren passend bij de karakteristiek van het pand

DE SCHOONHEID VAN AMSTERDAM 2016 PAGINA 219