CHEMICAL EFFECTS of the RADIOACTIVE DECAY 76>77Kr

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

CHEMICAL EFFECTS of the RADIOACTIVE DECAY 76>77Kr INIS-mf—8579 I I CHEMICAL EFFECTS OF THE RADIOACTIVE DECAY 76> 77Kr-*-76- 77Br REACTIONS OF RECOIL BROMINE IN THE GAS PHASE door Dirk de Jong t CHEMICAL EFFECTS OF THE RADIOACTIVE DECAY 76'77Kr •-»• 76/77Br REACTIONS OF RECOIL BROMINE IN THE GAS PHASE ACADEMISCH PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR IN DE WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN AAN DE UNIVER- SITEIT VAN AMSTERDAM OP GEZAG VAN DE RECTOR MAGNIFICUS DR. D.W. BRESTERS, HOOGLERAAR IN DE FACULTEIT DER WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN, IN HET OPENBAAR TE VERDEDIGEN IN DE AULA DER UNIVERSITEIT (TIJDELIJK IN DE LUTHERSE KERK, INGANG SINGEL 411, HOEK SPUI) OP WOENSDAG 29 SEPTEMBER 1982 DES NAMIDDAGS TE 16.00 UUR DOOR DIRK DE JONG GEBOREN TE GRAFT 1982 Promotor : Professor Dr. D. Apers Co-referent: Professor Dr. N.M.M. Nibbering ISBN 90 6488 006 9 This work is part of the. research program of the National Institute for Nuclear Physics and High Energy Physics (NIKHEF, section K), made possible by financial support from the Founda- tion for Fundamental Research on Matter (FOM) and the Nether- lands Organisation for the Advancement of Pure Research (ZWO). Dankzij de medewerking van erg veel mensen is dit boekje met de daarin beschreven experimenten, gereed gekomen. Ik wil op deze plaats iedereen bedanken voor zijn enthousiasme, zijn inzet en zijn gastvrijheid gedurende de jaren, waarin dit onderzoek is verricht. CONTENTS CHAPTER I INTRODUCTION . 1 1.1 General introduction; Chemical effects of nuclear transformations 1 1.1.1 Chemical effects of radioactive decay 2 1.1.2 Generation of energetic bromine species . 3 1.2 Reactions of energetic species 7 1.3 Charge and kinetic energy of recoil ' Br species generated by decay of • ' Kr 9 1.4 Ion-molecule reactions in the gas phase, introduction 17 1.4.1 Charge exchange reactions 20 1.4.2 Clustering or solvation reactions 23 1.4.3 Proton transfer reactions 26 1.4.4 Nucleophilic substitution reactions 26 1.5 Purpose of the present investigation 27 CHAPTER II PRODUCTION OF RADIOISOTOPES AND EXPERIMENTAL PROCEDURES 29 2.1 Production of radioisotopes 29 2.1.1 Production of 76'77Kr 30 2.1.2 Preparation of CF3 Br of high specific activity 44 2.1.3 Production of krypton and bromine isotopes with the MEA linear accelerator 52 2.2 Preparation of the gas-mixtures and analysis 56 CHAPTER III THE- DECAY OF 76Kr AND 77Kr IN GASEOUS HALO- METHANES I; THE FORMATION OF CH3Br* Bf REACTION 76 77 OF Br AND Br WITH CH3Br AND CH3I 69 3.1 Introduction 69 3.2 Pure gaseous methyl bromide 69 ii 3.2.1 Results 69 3.2.2 Discussion 73 3.2.3 Additional evidence for the SN9 mechanism 77 3.3 Influence of n-donor bases on the CH^Br yields 80 3.3.1 H2S 80 3.3.1.1 Results 80 3.3.1.2 Discussion 83 3.3.2 CH3SH 89 3.3.3 CH3SCH3 91 3.3.4 H2Se 93 3.3.5 CH3OH 96 3.3.6 CH3OCH3 97 3.3.7 Influence of the glass wall on the exchange reaction with CH3Br 99 3.4 Influence of ir electron donor bases on the CH3Br* yield 100 3.4.1 Results 100 3.4.2 Discussion 107 3.4.3 Isotopic ratio in CH3Br* 113 3.5 Pure gaseous methyl iodide 114 76 77 3.5.1 The CH3 ' Br yield in pure gaseous methyl iodide 114 ?6 77 3.5.2 Effect of H2S on the CH3 ' Br yield in methyl iodide 117 123 3.6 Decay of Xe in gaseous methyl bromide and methyl iodide 118 CHAPTER IV THE DECAY OF 76Kr AND 77Kr IN GASEOUS HALOMETHANES 121 4.1 Introduction 121 82 80 4.2 Reactions of ' Br with halomethanes, a literature survey 121 76 77 4.3 Reactions of ' Br with fluoromethanes (CH3F, CH2F2, CHF3, CF4) 127 4.3.1 Results 127 4.3.2 Discussion 127 iii 76 77 4.4 Reactions of ' Br with CH3F: effects of scavengers and moderators 145 i 4.4.1 Results 145 i i 4.4.2 Discussion 154 76 77 4.5 Reactions of ' Br with CH3C1 165 4.5.1 Results 165 4.5.2 Discussion • 168 77 4.6 Hydrogen substitution by ' Br in CH3Br 173 4.6.1 Results 174 4.6.2 Discussion 174 4.7 Reactions of 76'77Br with the monohalo- methanes; general remarks 178 4.8 Reactions of 6f77Br in trifluoromethanes (CF4, CF3C1, CF3Br) 183 4.9 Influence of the storage temperature on the CH3Br* yield in CH3Br, CH3C1 and CH3F 187 4.10 Inorganic yield in 76'77Kr - 76'77Br decay experiments 189 80m 80 4.11 Decay of Br to Br in CH3F and CH3C1 193 ,: 4.11.1 Introduction 193 4.11.2 Results 194 4.11.3 Discussion 195 : CHAPTER V REACTIONS OF 76f77Br WITH PROPANE AND CYCLOPROPANE 198 5.1 Reactions of 76'77Br with propane 198 5.1.1 Introduction 198 5.1.2 Results 198 5.1.3 Discussion 200 5.2 Reactions of ' Br with cyclopropane 207 5.2.1 Introduction 207 5.2.2 Results 208 : 5.2.3 Discussion 212 iv 7fi 77 ft9 CHAPTER VI REACTIONS OP ENERGETIC /o'"'ö*Br ATOMS, PRODUCED VIA PROTON ACTIVATION OF GASEOUS SELENIUM COMPOUNDS 226 6.1 Introduction 226 6.2 Experimental procedures 228 6.3 Choice of the selenium target compound 231 6.4 76 77 82 Reactions of ' ' Br recoil atoms in halomethanes 235 6.4.1 Results 235 6.4.2 Discussion 241 CHAPTER VII EXCITATION LABELING OF SIMPLE ORGANIC MOLECULES WITH 76Br AND 77Br 245 REFERENCES 250 SUMMARY 265 SAMENVATTING 269 STELLINGEN 1. Het verschil in stabiliteit van de koolstof- halogeen binding in een met jodium of broom ge- merkte verbinding wordt,onder Min vivo" omstandig- heden niet alleen bepaald door het verschil in dissociatie energie. Stöoklin, G., Int. J. Appl. Rad. Isot. 28,131(1977) 2. De bepaling van het doorbraakvolume van adsorptie- buisjes door middel van de experimenteel te bepalen chromatografische parameters retentievolume en piekbreedte, leidt vaak tot een overschatting van dit doorbraakvolume bij luchtbemonstering. Namiesnik, J.t KozZowski, E., Fresenius. Zeitschr. Anal. Chemie 311,581(1982) Bertoni, G., Bruner, F., Libevti, A.t Perrinoa C.9 J. of Chrom. 203,263(1981) 3. Omdat de m-halogeen gesubstitueerde benzoëzuren en de hiervan afgeleide methylesters niet als een homologe reeks beschouwd kunnen worden, is de door Shiue et al. gegeven identifikatie van het m- astato gesubstitueerde benzoëzuur en het hiervan afgeleide methylester aan twijfel onderhevig. Shiue, G.Y., Meyer, G.J., Ruth, T.J., Wolf, A.P., J. of Lab. Comp. 18,1039(1980) 4. Het is onjuist de toepassing van kortlevende radio- nukliden niet te noemen in een leerboek over de toepassingen van kernfysika in de geneeskunde, dat anno 1981 werd gepubliceerd. Dyson, N.A. in "Introduction to nuclear* physios with application in medicine and biology" (1981) 5. De grote verschillen, welke gevonden zijn voor reakties van "thermische" Br ionen, gevormd via verval van mBr of via verval van Kr, met aro- maten in de gas fase, rechtvaardigen een nader onderzoek naar de invloed van CH,Br, dat in de ft Om Br experimenten in hoge percentages aanwezig is in het reaktiemengsel. Knust, E.J., Rep. KFA Jülich (Jül-1168), Ph.D. Thesis, Ch. 3.1 - 3.3 (1975) Coenen, H.H. Rep. KFA-Jülich (Jül-1950), Ph.D. Thesis, Ch. 3.4 (1979) 6. De identifikatie van radiolyse produkten - verkregen via radiolyse van verbindingen als haloalkenen en haloaromaten - welke alleen gebaseerd is op een retentietijd bepaald van een gaschromatografische analyse op een gepakte kolom, is absoluut onvol- doende; kombinatie met massaspektrometrie cjeeft vaak de vereiste aanvullende informatie. Pauwels, E.K.J, Ph.D. Thesis, Ch. 3.4 (1971) Linde, K.D. van der, Spoelstra-van Balen, S., Kaspersen, F.M., Louwrier, P.W.F., Lindner, L., Radioahimiaa Aota 24_,U7(1977) This work, Chapter VI 7. Bij de scheiding van organische arainen met behulp van reversed phase ionenpaar vloeistof chromato- grafie kan de daarbij dikwijls voorkomende aanzien- lijke piekassymetrie sterk gereduceerd worden door toevoeging van een alkylamine of een alkylammonium zout aan de mobiele fase. Op grond van het mechanisme voorgesteld door Sokolowski en Wahlund is echter erg moeilijkste verklaren, dat zowel tertiaire amines als guaternaire ammoniumzouten dit effekt teweeg zouden brengen. Sokolowski, A., Wahlund, K.G., J. Chrom. 189,299(1980) 8. Bij de bepaling van deuterium isotoop effekten in pyridines met behulp van pKa metingen houden Balaban et al. onvoldoende rekening met het feit dat de verontreinigingen in gedeutereerde en niet gedeute- reerde verbindingen kunnen verschillen. Balaban, A.T., Bota, A., Onioiu, B.C., Klatte, G., Eoussel, C, Metzger, J., J. Chem. Res. 44 (1982) 9. De formule, welke door Pilling/ Rice en Butler wordt gebruikt ter berekening van de afstand afhankelijkheid van de potentiële energie bij elektrontunneling is onjuist. Pilling, M.J., Rice, S.A., J. Phye. Chem 79,3035(1975) Butler, P.R., Pilling, M.J., Disc. Farad. Soa. 63,38 (1977) D. de JONG 1982 CHAPTER I INTRODUCTION 1.1 General Introduction Chemical effects of nuclear transformations Nuclear transformations as a consequence of particle or photon activation or radioactive decay, generally lead to product nuclei, which possess an excess of kinetic or recoil energy and which may be charged. The chemistry of such recoil species will often be Influenced to a large extent by these charge and energy effects. The recoil energy of the product nuclei arises from the emission of particles or photons from an excited nucleus and Its value Is determined by the laws of conservation of energy and momentum.
Recommended publications
  • Subterranean Production of Neutrons, $^{39} $ Ar and $^{21} $ Ne: Rates
    Subterranean production of neutrons, 39Ar and 21Ne: Rates and uncertainties Ondrejˇ Srˇ amek´ a,∗, Lauren Stevensb, William F. McDonoughb,c,∗∗, Sujoy Mukhopadhyayd, R. J. Petersone aDepartment of Geophysics, Faculty of Mathematics and Physics, Charles University, V Holeˇsoviˇck´ach 2, 18000 Praha 8, Czech Republic bDepartment of Chemistry and Biochemistry, University of Maryland, College Park, MD 20742, United States cDepartment of Geology, University of Maryland, College Park, MD 20742, United States dDepartment of Earth and Planetary Sciences, University of California Davis, Davis, CA 95616, United States eDepartment of Physics, University of Colorado Boulder, Boulder, CO 80309-0390, United States Abstract Accurate understanding of the subsurface production rate of the radionuclide 39Ar is necessary for argon dating tech- niques and noble gas geochemistry of the shallow and the deep Earth, and is also of interest to the WIMP dark matter experimental particle physics community. Our new calculations of subsurface production of neutrons, 21Ne, and 39Ar take advantage of the state-of-the-art reliable tools of nuclear physics to obtain reaction cross sections and spectra (TALYS) and to evaluate neutron propagation in rock (MCNP6). We discuss our method and results in relation to pre- vious studies and show the relative importance of various neutron, 21Ne, and 39Ar nucleogenic production channels. Uncertainty in nuclear reaction cross sections, which is the major contributor to overall calculation uncertainty, is estimated from variability in existing experimental and library data. Depending on selected rock composition, on the order of 107–1010 α particles are produced in one kilogram of rock per year (order of 1–103 kg−1 s−1); the number of produced neutrons is lower by ∼ 6 orders of magnitude, 21Ne production rate drops by an additional factor of 15–20, and another one order of magnitude or more is dropped in production of 39Ar.
    [Show full text]
  • Monitored Natural Attenuation of Inorganic Contaminants in Ground
    Monitored Natural Attenuation of Inorganic Contaminants in Ground Water Volume 3 Assessment for Radionuclides Including Tritium, Radon, Strontium, Technetium, Uranium, Iodine, Radium, Thorium, Cesium, and Plutonium-Americium EPA/600/R-10/093 September 2010 Monitored Natural Attenuation of Inorganic Contaminants in Ground Water Volume 3 Assessment for Radionuclides Including Tritium, Radon, Strontium, Technetium, Uranium, Iodine, Radium, Thorium, Cesium, and Plutonium-Americium Edited by Robert G. Ford Land Remediation and Pollution Control Division Cincinnati, Ohio 45268 and Richard T. Wilkin Ground Water and Ecosystems Restoration Division Ada, Oklahoma 74820 Project Officer Robert G. Ford Land Remediation and Pollution Control Division Cincinnati, Ohio 45268 National Risk Management Research Laboratory Office of Research and Development U.S. Environmental Protection Agency Cincinnati, Ohio 45268 Notice The U.S. Environmental Protection Agency through its Office of Research and Development managed portions of the technical work described here under EPA Contract No. 68-C-02-092 to Dynamac Corporation, Ada, Oklahoma (David Burden, Project Officer) through funds provided by the U.S. Environmental Protection Agency’s Office of Air and Radiation and Office of Solid Waste and Emergency Response. It has been subjected to the Agency’s peer and administrative review and has been approved for publication as an EPA document. Mention of trade names or commercial products does not constitute endorsement or recommendation for use. All research projects making conclusions or recommendations based on environmental data and funded by the U.S. Environmental Protection Agency are required to participate in the Agency Quality Assurance Program. This project did not involve the collection or use of environmental data and, as such, did not require a Quality Assurance Plan.
    [Show full text]
  • Tracer Applications of Noble Gas Radionuclides in the Geosciences
    To be published in Earth-Science Reviews Tracer Applications of Noble Gas Radionuclides in the Geosciences (August 20, 2013) Z.-T. Lua,b, P. Schlosserc,d, W.M. Smethie Jr.c, N.C. Sturchioe, T.P. Fischerf, B.M. Kennedyg, R. Purtscherth, J.P. Severinghausi, D.K. Solomonj, T. Tanhuak, R. Yokochie,l a Physics Division, Argonne National Laboratory, Argonne, Illinois, USA b Department of Physics and Enrico Fermi Institute, University of Chicago, Chicago, USA c Lamont-Doherty Earth Observatory, Columbia University, Palisades, New York, USA d Department of Earth and Environmental Sciences and Department of Earth and Environmental Engineering, Columbia University, New York, USA e Department of Earth and Environmental Sciences, University of Illinois at Chicago, Chicago, IL, USA f Department of Earth and Planetary Sciences, University of New Mexico, Albuquerque, USA g Center for Isotope Geochemistry, Lawrence Berkeley National Laboratory, Berkeley, USA h Climate and Environmental Physics, Physics Institute, University of Bern, Bern, Switzerland i Scripps Institution of Oceanography, University of California, San Diego, USA j Department of Geology and Geophysics, University of Utah, Salt Lake City, USA k GEOMAR Helmholtz Center for Ocean Research Kiel, Marine Biogeochemistry, Kiel, Germany l Department of Geophysical Sciences, University of Chicago, Chicago, USA Abstract 81 85 39 Noble gas radionuclides, including Kr (t1/2 = 229,000 yr), Kr (t1/2 = 10.8 yr), and Ar (t1/2 = 269 yr), possess nearly ideal chemical and physical properties for studies of earth and environmental processes. Recent advances in Atom Trap Trace Analysis (ATTA), a laser-based atom counting method, have enabled routine measurements of the radiokrypton isotopes, as well as the demonstration of the ability to measure 39Ar in environmental samples.
    [Show full text]
  • Radiogenic Isotope Geochemistry
    W. M. White Geochemistry Chapter 8: Radiogenic Isotope Geochemistry CHAPTER 8: RADIOGENIC ISOTOPE GEOCHEMISTRY 8.1 INTRODUCTION adiogenic isotope geochemistry had an enormous influence on geologic thinking in the twentieth century. The story begins, however, in the late nineteenth century. At that time Lord Kelvin (born William Thomson, and who profoundly influenced the development of physics and ther- R th modynamics in the 19 century), estimated the age of the solar system to be about 100 million years, based on the assumption that the Sun’s energy was derived from gravitational collapse. In 1897 he re- vised this estimate downward to the range of 20 to 40 million years. A year earlier, another Eng- lishman, John Jolly, estimated the age of the Earth to be about 100 million years based on the assump- tion that salts in the ocean had built up through geologic time at a rate proportional their delivery by rivers. Geologists were particularly skeptical of Kelvin’s revised estimate, feeling the Earth must be older than this, but had no quantitative means of supporting their arguments. They did not realize it, but the key to the ultimate solution of the dilemma, radioactivity, had been discovered about the same time (1896) by Frenchman Henri Becquerel. Only eleven years elapsed before Bertram Boltwood, an American chemist, published the first ‘radiometric age’. He determined the lead concentrations in three samples of pitchblende, a uranium ore, and concluded they ranged in age from 410 to 535 million years. In the meantime, Jolly also had been busy exploring the uses of radioactivity in geology and published what we might call the first book on isotope geochemistry in 1908.
    [Show full text]
  • Nucleosynthesis
    Nucleosynthesis Nucleosynthesis is the process that creates new atomic nuclei from pre-existing nucleons, primarily protons and neutrons. The first nuclei were formed about three minutes after the Big Bang, through the process called Big Bang nucleosynthesis. Seventeen minutes later the universe had cooled to a point at which these processes ended, so only the fastest and simplest reactions occurred, leaving our universe containing about 75% hydrogen, 24% helium, and traces of other elements such aslithium and the hydrogen isotope deuterium. The universe still has approximately the same composition today. Heavier nuclei were created from these, by several processes. Stars formed, and began to fuse light elements to heavier ones in their cores, giving off energy in the process, known as stellar nucleosynthesis. Fusion processes create many of the lighter elements up to and including iron and nickel, and these elements are ejected into space (the interstellar medium) when smaller stars shed their outer envelopes and become smaller stars known as white dwarfs. The remains of their ejected mass form theplanetary nebulae observable throughout our galaxy. Supernova nucleosynthesis within exploding stars by fusing carbon and oxygen is responsible for the abundances of elements between magnesium (atomic number 12) and nickel (atomic number 28).[1] Supernova nucleosynthesis is also thought to be responsible for the creation of rarer elements heavier than iron and nickel, in the last few seconds of a type II supernova event. The synthesis of these heavier elements absorbs energy (endothermic process) as they are created, from the energy produced during the supernova explosion. Some of those elements are created from the absorption of multiple neutrons (the r-process) in the period of a few seconds during the explosion.
    [Show full text]
  • Lecture 12: Cosmogenic Isotopes In
    Geol. 655 Isotope Geochemistry Lecture 12 Spring 2007 GEOCHRONOLOGY VIII: COSMOGENIC NUCLIDES INTRODUCTION As the name implies, cosmogenic nuclides are produced by cosmic rays, specifically by collisions with atoms in the atmosphere (and to a much lesser extent, the surface of the solid Earth). Nuclides so created may be stable or radioactive. Radioactive cosmogenic nuclides, like the U decay series nuclides, have half-lives sufficiently short that they would not exist in the Earth if they were not continually pro- duced. Assuming that the production rate is constant through time, then the abundance of a cos- mogenic nuclide in a reservoir isolated from cosmic ray production is simply given by: !"t N = N0e 12.1 Hence if we know N0 and measure N, we can calculate t. Table 12.1 lists the radioactive cosmogenic nuclides of principal interest. As we shall see in the next lecture, cosmic ray interactions can also produce TABLE 12.1. COSMOGENIC NUCLIDES OF GEOLOGICAL INTEREST rare stable nuclides, and their abun- Nuclide Half-life, years Decay constant, y-1 dance can also be used to measure 14C 5730 1.209x 10-3 geologic time. 3H 12.33 5.62 x 10-2 Cosmogenic nuclides are created 10Be 1.500 × 106 4.62 x 10-5 by a number of nuclear reactions 26Al 7.16 × 105 9.68x 10-5 with cosmic rays and by-products of 36Cl 3.08 × 105 2.25x 10-6 cosmic rays. “Cosmic rays” are high 32Si 276 2.51x 10-2 energy (several GeV up to 1019 eV!!) charged particles, mainly protons, or H nuclei (since, after all, H constitutes most of the matter in the universe), but nuclei of all the elements have been recognized.
    [Show full text]
  • Cosmogenic and Nucleogenic 21Ne in Quartz in a 28-Meter Sandstone Core from the Mcmurdo Dry Valleys, Antarctica
    Cosmogenic and nucleogenic 21Ne in quartz in a 28-meter sandstone core from the McMurdo Dry Valleys, Antarctica Greg Balco∗,a, Pierre-Henri Blardb, David L. Shusterd,a, John O.H. Stonec, Laurent Zimmermannb a Berkeley Geochronology Center, 2455 Ridge Road, Berkeley CA 94709 USA b CRPG, CNRS-Universit´ede Lorraine, UMR 7358, 15 rue Notre Dame des Pauvres, 54501 Vandoeuvre-l`es-Nancy, France c Earth and Space Sciences, University of Washington, Seattle WA USA d Department of Earth and Planetary Science, 479 McCone Hall, University of California, Berkeley CA 94720, USA Abstract We measured concentrations of Ne isotopes in quartz in a 27.6-meter sandstone core from a low-erosion-rate site at 2183 m elevation at Beacon Heights in the Antarc- tic Dry Valleys. Surface concentrations of cosmogenic 21Ne indicate a surface exposure age of at least 4.1 Ma and an erosion rate no higher than ca. 14 cm Myr−1. 21Ne con- centrations in the upper few centimeters of the core show evidence for secondary spal- logenic neutron escape effects at the rock surface, which is predicted by first-principles models of cosmogenic-nuclide production but is not commonly observed in natural examples. We used a model for 21Ne production by various mechanisms fit to the ob- servations to distinguish cosmic-ray-produced 21Ne from nucleogenic 21Ne produced by decay of trace U and Th present in quartz, and also constrain rates of subsurface 21Ne production by cosmic-ray muons. Core samples have a quartz (U-Th)/Ne closure age, reflecting cooling below approximately 95°C, near 160 Ma, which is consistent with existing apatite fission-track data and the 183 Ma emplacement of nearby Ferrar dolerite intrusions.
    [Show full text]
  • Mass Fractionation Laws, Mass-Independent Effects, and Isotopic Anomalies Nicolas Dauphas and Edwin A
    EA44CH26-Dauphas ARI 10 June 2016 9:41 ANNUAL REVIEWS Further Click here to view this article's online features: • Download figures as PPT slides • Navigate linked references • Download citations Mass Fractionation Laws, • Explore related articles • Search keywords Mass-Independent Effects, and Isotopic Anomalies Nicolas Dauphas1,∗ and Edwin A. Schauble2 1Origins Laboratory, Department of the Geophysical Sciences and Enrico Fermi Institute, The University of Chicago, Chicago, Illinois 60637; email: [email protected] 2Department of Earth and Space Sciences, University of California, Los Angeles, California 90095 Annu. Rev. Earth Planet. Sci. 2016. 44:709–83 Keywords First published online as a Review in Advance on isotopes, fractionation, laws, NFS, nuclear, anomalies, nucleosynthesis, May 18, 2016 meteorites, planets The Annual Review of Earth and Planetary Sciences is online at earth.annualreviews.org Abstract This article’s doi: Isotopic variations usually follow mass-dependent fractionation, meaning 10.1146/annurev-earth-060115-012157 that the relative variations in isotopic ratios scale with the difference in Copyright c 2016 by Annual Reviews. mass of the isotopes involved (e.g., δ17O ≈ 0.5 × δ18O). In detail, how- All rights reserved ever, the mass dependence of isotopic variations is not always the same, ∗ Corresponding author and different natural processes can define distinct slopes in three-isotope diagrams. These variations are subtle, but improvements in analytical capa- Access provided by University of Chicago Libraries on 07/19/16. For personal use only. Annu. Rev. Earth Planet. Sci. 2016.44:709-783. Downloaded from www.annualreviews.org bilities now allow precise measurement of these effects and make it possi- ble to draw inferences about the natural processes that caused them (e.g., reaction kinetics versus equilibrium isotope exchange).
    [Show full text]
  • Matchan, EL, Honda, M., Barrows, TT, Phillips, D
    Matchan, E. L., Honda, M., Barrows, T. T., Phillips, D., Chivas, A. R., Fifield, L. K. and Fabel, D. (2018) Production of 21 Ne in depth- profiled olivine from a 54 Ma basalt sequence, Eastern Highlands (37° S), Australia. Geochimica et Cosmochimica Acta, 220, pp. 276-290. (doi:10.1016/j.gca.2017.09.035) This is the author’s final accepted version. There may be differences between this version and the published version. You are advised to consult the publisher’s version if you wish to cite from it. http://eprints.gla.ac.uk/151811/ Deposited on: 17 November 2017 Enlighten – Research publications by members of the University of Glasgow http://eprints.gla.ac.uk *Manuscript 1 Production of 21Ne in depth-profiled olivine from a 54 Ma basalt 2 sequence, Eastern Highlands (37° S), Australia 3 Erin L. Matchana, Masahiko Hondab, Timothy T. Barrowsc, David Phillipsa, Allan R. 4 Chivasd, L. Keith Fifielde, Derek Fabelb, 1 5 aSchool of Earth Sciences, The University of Melbourne, Parkville, VIC 3010, Australia.. 6 bResearch School of Earth Sciences, The Australian National University, Canberra, ACT 0200, 7 Australia. 8 cGeography, College of Life and Environmental Sciences, University of Exeter, Exeter, Devon, EX4 9 4RJ, UK. 10 dGeoQuEST Research Centre, School of Earth and Environmental Sciences, University of Wollongong, 11 NSW 2522, Australia. 12 eDepartment of Nuclear Physics, Research School of Physics and Engineering, The Australian 13 National University, Canberra, ACT 0200 Australia. 14 1 Now at: Scottish Universities Environmental Research Centre, East Kilbride G75 0QF, UK. 1 15 Abstract 16 In this study we investigate the cosmogenic neon component in olivine samples from 17 a vertical profile in order to quantify muogenic 21Ne production in this mineral.
    [Show full text]
  • The Tantalum Isotope Inventory of Terrestrial and Early Solar System Materials
    The Tantalum isotope inventory of terrestrial and early solar system materials Inaugural-Dissertation zur Erlangung des Doktorgrades der Mathematisch-Naturwissenschaftlichen Fakultät der Universität zu Köln vorgelegt von Markus Pfeifer aus Koblenz Köln, 2017 Berichterstatter Prof. Dr. Carsten Münker (Gutachter) PD Dr. Dominik Hezel Tag der mündlichen Prüfung 18.01.2017 Abstract Tantalum is the rarest stable element in the solar system and consists of two stable isotopes with a huge difference in abundances (180Ta = ~0.012% and 181Ta = ~99.988%), making 180Ta the rarest stable nuclide in the solar system. Tantalum isotopes are produced together with other heavy isotopes during stellar nucleosynthesis in stars at the end of their life, in red giants as well as in supernova explosions. While 181Ta has been produced by the rapid and slow neutron capture processes (r- and s-process), the rare isotope 180Ta is bred by the branched s- process and by the special neutrino-process, which is only significant for one further heavy nuclide, 138La. Tantalum-180 is the only observationally stable nuclide in an excited nuclear state. Because of this property, nuclear astrophysics has long searched for viable production mechanism to explain the abundance of 180Ta in the solar system. As the earliest materials of the solar system are known to carry nucleosynthetic anomalies as fingerprints of their stellar origin, astrophysical models of Ta nucleosynthesis might be tested in meteorites. The low abundance of 180Ta relative to isotopes of similar mass including 181Ta make Ta isotope compositions to a sensitive tracer of ingrowth from nuclear reactions in neighboring elements like Hf in the early solar system.
    [Show full text]
  • Atomic Weights of the Elements 2011 (IUPAC Technical Report)*
    Pure Appl. Chem., Vol. 85, No. 5, pp. 1047–1078, 2013. http://dx.doi.org/10.1351/PAC-REP-13-03-02 © 2013 IUPAC, Publication date (Web): 29 April 2013 Atomic weights of the elements 2011 (IUPAC Technical Report)* Michael E. Wieser1,‡, Norman Holden2, Tyler B. Coplen3, John K. Böhlke3, Michael Berglund4, Willi A. Brand5, Paul De Bièvre6, Manfred Gröning7, Robert D. Loss8, Juris Meija9, Takafumi Hirata10, Thomas Prohaska11, Ronny Schoenberg12, Glenda O’Connor13, Thomas Walczyk14, Shige Yoneda15, and Xiang-Kun Zhu16 1Department of Physics and Astronomy, University of Calgary, Calgary, Canada; 2Brookhaven National Laboratory, Upton, NY, USA; 3U.S. Geological Survey, Reston, VA, USA; 4Institute for Reference Materials and Measurements, Geel, Belgium; 5Max Planck Institute for Biogeochemistry, Jena, Germany; 6Independent Consultant on MiC, Belgium; 7International Atomic Energy Agency, Seibersdorf, Austria; 8Department of Applied Physics, Curtin University of Technology, Perth, Australia; 9National Research Council of Canada, Ottawa, Canada; 10Kyoto University, Kyoto, Japan; 11Department of Chemistry, University of Natural Resources and Applied Life Sciences, Vienna, Austria; 12Institute for Geosciences, University of Tübingen, Tübingen, Germany; 13New Brunswick Laboratory, Argonne, IL, USA; 14Department of Chemistry (Science) and Department of Biochemistry (Medicine), National University of Singapore (NUS), Singapore; 15National Museum of Nature and Science, Tokyo, Japan; 16Chinese Academy of Geological Sciences, Beijing, China Abstract: The biennial review of atomic-weight determinations and other cognate data has resulted in changes for the standard atomic weights of five elements. The atomic weight of bromine has changed from 79.904(1) to the interval [79.901, 79.907], germanium from 72.63(1) to 72.630(8), indium from 114.818(3) to 114.818(1), magnesium from 24.3050(6) to the interval [24.304, 24.307], and mercury from 200.59(2) to 200.592(3).
    [Show full text]
  • Chlorine-36/Beryllium-10 Burial Dating of Alluvial Fan Sediments Associated with the Mission Creek Strand of the San Andreas Fault System, California, USA
    Geochronology, 1, 1–16, 2019 https://doi.org/10.5194/gchron-1-1-2019 © Author(s) 2019. This work is distributed under the Creative Commons Attribution 4.0 License. Chlorine-36=beryllium-10 burial dating of alluvial fan sediments associated with the Mission Creek strand of the San Andreas Fault system, California, USA Greg Balco1, Kimberly Blisniuk2, and Alan Hidy3 1Berkeley Geochronology Center, 2455 Ridge Road, Berkeley, CA 94550, USA 2Department of Geology, San Jose State University, San Jose, CA, USA 3Center for Accelerator Mass Spectrometry, Lawrence Livermore National Laboratory, Livermore, CA, USA Correspondence: Greg Balco ([email protected]) Received: 23 April 2019 – Discussion started: 30 April 2019 Revised: 3 July 2019 – Accepted: 5 July 2019 – Published: 18 July 2019 Abstract. We apply cosmogenic-nuclide burial dating using with stratigraphic age constraints as well as independent es- the 36Cl-in-K-feldspar=10Be-in-quartz pair in fluvially trans- timates of long-term fault slip rates, and it highlights the po- ported granitoid clasts to determine the age of alluvial sedi- tential usefulness of the 36Cl=10Be pair for dating Upper and ment displaced by the Mission Creek strand of the San An- Middle Pleistocene clastic sediments. dreas Fault in southern California. Because the half-lives of 36Cl and 10Be are more different than those of the commonly used 26Al=10Be pair, 36Cl=10Be burial dating should be ap- 36 10 plicable to sediments in the range ca. 0.2–0.5 Ma, which is 1 Introduction: Cl= Be burial dating too young to be accurately dated with the 26Al=10Be pair, and should be more precise for Middle and Late Pleistocene sed- In this paper we apply the method of cosmogenic-nuclide 36 iments in general.
    [Show full text]