Gevoeligheid Van Uitstaande Melde (Atriplex Patula L.) Ten Aanzien Van Suikerbiet-Herbiciden
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Academiejaar 2015 – 2016 Gevoeligheid van uitstaande melde (Atriplex patula L.) ten aanzien van suikerbiet-herbiciden Anneleen Cardinael Promotor: Prof. dr. ir. Benny De Cauwer Tutor: ir. Sofie Claerhout Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van Master in de bio-ingenieurswetenschappen: Landbouwkunde Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Academiejaar 2015 – 2016 Gevoeligheid van uitstaande melde (Atriplex patula L.) ten aanzien van suikerbiet-herbiciden Anneleen Cardinael Promotor: Prof. dr. ir. Benny De Cauwer Tutor: ir. Sofie Claerhout Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van Master in de bio-ingenieurswetenschappen: Landbouwkunde De auteur en de promotor geven de toelating deze scriptie voor consultatie beschikbaar te stellen en delen ervan te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit deze scriptie. The author and the promotor give the permission to use this thesis for consultation and to copy parts of it for personal use. Any other use is subject to the copyright laws, more specifically the source must be extensively quoted when citing results from this thesis. Datum: Prof. dr. ir. Benny De Cauwer ir. Sofie Claerhout Anneleen Cardinael WOORD VOORAF Een eindwerk maken vormt de grote finale van mijn jarenlange opleiding tot bio-ingenieur landbouwkunde aan de Universiteit Gent. Het is een unieke kans om na vijf jaar studeren jouw verworven kennis en vaardigheden om te kunnen zetten in een eigen onderzoek. Deze masterproef zou niet mogelijk geweest zijn zonder de steun en hulp van een aantal mensen die ik graag zou willen bedanken. In de eerste plaats wil ik mijn promotor prof. dr. ir. Benny De Cauwer en mijn tutor ir. Sofie Claerhout uitgebreid bedanken. Hun grenzeloos enthousiasme en intensieve begeleiding tijdens het uitvoeren van het praktische luik was van onschatbare waarde. Door hun geduld en kritische geest tijdens het bespreken en nalezen heb ik deze masterproef kunnen kneden tot wat het nu is. Daarnaast wil ik ook de medewerkers op de Proefhoeve, Chris Bekaert, Nathalie Cornelis en Nina Biesemans, bedanken voor hun helpende hand om het praktisch werk tot een goed eind te brengen. Hun gezelschap tijdens het uitvoeren van de proeven maakten de zomermaanden op de Proehoeve een aangename periode voor mij. Een speciaal dankwoord gaat uit naar mijn zus Joselien voor haar aanmoedigingen en oneindig geloof in mijn kunnen. Ten slotte wil ik mijn ouders bedanken. Zij hebben mij gedurende zes jaar door dik en dun gesteund, zowel financieel als moreel, en alle kansen gegeven die ik volgens hen verdiende. Anneleen Cardinael, Gent, 30 mei 2016 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE ..................................................................................................................................... I LIJST VAN AFKORTINGEN ........................................................................................................................ III SAMENVATTING ..................................................................................................................................... IV 1. INLEIDING ............................................................................................................................................ 1 2. LITERATUURSTUDIE ............................................................................................................................. 3 2.1 Atriplex patula L. ........................................................................................................................... 3 2.1.1 Systematiek ............................................................................................................................ 3 2.1.2 Wereldwijd belang en verspreiding ....................................................................................... 6 2.1.3 Biologie ................................................................................................................................... 8 2.1.4 Ecologie ............................................................................................................................... 13 2.1.5 Morfologisch onderscheid met C. album en A. prostrata .................................................... 15 2.2 Atriplex patula in suikerbiet .................................................................................................. 17 2.2.1 Belang van A. patula in suikerbiet ................................................................................. 17 2.2.2 Competitiviteit van A. patula in suikerbiet ................................................................... 18 2.2.3 Geïntegreerde bestrijding van A. patula in suikerbiet .................................................. 19 2.2.4 Resistentieproblematiek in suikerbietpercelen ............................................................ 24 3. MATERIAAL EN METHODEN .............................................................................................................. 30 3.1 Materiaal ..................................................................................................................................... 30 3.1.1 Gebruikt substraat ................................................................................................................ 30 3.1.2 Gebruikte populaties ........................................................................................................... 30 3.2 Experimenten .............................................................................................................................. 31 3.2.1 Experiment 1 en 2: Herbicidengevoeligheid van A. patula en diens stadium-afhankelijkheid ....................................................................................................................................................... 31 3.2.2 Experiment 3: Gevoeligheid van A. patula voor verschillende FAR-schema’s .................... 37 4. RESULTATEN EN DISCUSSIE ............................................................................................................... 42 4.1 Resultaten.................................................................................................................................... 42 4.1.1 Experiment 1: Herbicidengevoeligheid van A. patula .......................................................... 42 4.1.2 Experiment 2: Stadiumafhankelijkheid van herbicidengevoeligheid ................................... 64 4.1.3 Experiment 3: Gevoeligheid van A. patula voor verschillende FAR-schema’s .................... 72 4.2 Discussie ...................................................................................................................................... 77 4.2.1 Experiment 1: Herbicidengevoeligheid van A. patula ......................................................... 77 4.2.2 Experiment 2: Stadiumafhankelijkheid van herbicidengevoeligheid .................................. 80 I 4.2.3 Experiment 3: Gevoeligheid van A. patula voor verschillende FAR-schema’s ..................... 82 5. BESLUIT .............................................................................................................................................. 84 6. REFERENTIES ...................................................................................................................................... 86 7. BIJLAGEN ........................................................................................................................................... 92 EXPERIMENT 1.1 ................................................................................................................................ 92 EXPERIMENT 1.2 ................................................................................................................................ 95 EXPERIMENT 2.1 ................................................................................................................................ 96 EXPERIMENT 2.2 ................................................................................................................................ 98 II LIJST VAN AFKORTINGEN ACCase acetyl-coenzyme A carboxylase ALS acetolactaatsynthase ANOVA analysis of variance (variantieanalyse) ATXPA Atriplex patula L. (EPPO code) a.s. actieve stof BBCH Biologische Bundesanstalt, Bundessortenamt und Chemische Industrie (BBCH-schaal) CHEAL Chenopodium album L. (EPPO code) ED50 effect dosage 50% (herbicidendosis vereist om de biomassa met 50% te reduceren) ED90 effect dosage 90% (herbicidendosis vereist om de biomassa met 90% te reduceren) EC emulgeerbaar concentraat HRAC Herbicide Resistance Action Committee POST post-emergence (na-opkomstbehandeling) PPI pre-plant incorporated (behandeling voor het zaaien) PRE pre-emergence (voor-opkomstbehandeling) PS II photosystem II (fotosysteem II) RV relatieve vochtigheid SC suspensieconcentraat SE suspo-emulsie SE standard error (standaardfout) SI selectiviteitsindex (ratio tussen EDx-dosissen van twee dosis-responscurves) sp. species (soort) subsp. subspecties (ondersoort) T temperatuur WSSA Weed Science Society of America III SAMENVATTING Belgische en Nederlandse suikerbietakkers worden de laatste jaren veelvuldig geconfronteerd met uitstaande melde (Atriplex patula L.), een uiterst competitief en thermofiel onkruid. Steeds vaker zijn er meldingen van onvolledig bestreden A. patula populaties. Hun uitbreiding in het veld wordt vaak