Marker Meer Meer waard Meer Waard

De Vereniging Vrienden van de Markerwaard (opgericht 1985) zet zich in voor een zinvolle afronding van het Zuiderzeeproject. Daarom heeft de vereniging zelfstandig (VVM) en samen met anderen (SAMM) actief deelgenomen in de voorbereiding van het Toekomstbeeld Markermeer en IJmeer, onderdeel van het Programma Randstad Urgent. Het huidige kabinet zet dit programma voort. Met het oog op de kosten heeft het vorige kabinet al besloten dat voor het voorgestelde ‘oermoeras’ nabij en een IJmeerverbinding Amsterdam en Almere nadere optimalisatie plaats moet vinden. Met Markermeer Meer Waard doet de VVM voorstellen daartoe.

De voorstellen tot optimaliseren van de plannen voor Markermeer en IJmeer betreffen vier onderdelen:

INHOUD 1- Het vervangen van het voorgestelde ‘oermoeras’ bij Lelystad door een veel groter ‘wetland’ aan de zuidzijde van de dijk Lelystad-; 1 Markermeer Meer Waard 2- Het vormgeven en inrichten van het IJmeer tot grootstedelijk 2 Inleiding & Context recreatiegebied; 3 Kenmerken van Markermeer Meer Waard 3- Het vervangen van de voorgestelde railverbinding Almere-West- 5 Optimaliseren natuur, varianten A en B IJburg door een regionale weg- en railverbinding met 7 Optimaliseren recreatie Amsterdam Zuidoost en een regionale weg- en busverbinding 8 Optimaliseren verbindingen met Volendam-Alkmaar; 9 Verbindingen in en om het IJmeer 4- Het toevoegen van een goederenhaven voor Almere aan de MarkerMeer 10 Optimaliseren gebruikswaarde hoofdvaarroute Amsterdam-Lemmer, bij het bedrijventerrein De 11 Zon, wind, algen Vaart. 13 Veel voorkomende misverstanden Richtsnoer voor de optimalisering is primair het verhogen van de 14 Inzet van de VVM gebruikswaarde van beide meren. Dat vergt vooral toevoegen van Meer waard 16 Bijlage I begroeide oeverlengte. De eigen aard van onderscheiden deelgebieden 18 Bijlage II in het water komt zo ook beter tot zijn recht. Middel tot dat doel 21 Aanvullende verkennende ramingen is minimaliseren van sectorale ruimteclaims om veelzijdig ruimtegebruik 23 Colofon mogelijk te maken.

1 1. INLEIDING 2. CONTEXT

In het programma Randstad Urgent van het kabinet Balkenende IV zijn Voor de ontwikkelingen in het IJsselmeergebied moet een onderscheid ook projecten in het IJsselmeergebied opgenomen. De drie belangrijkste gemaakt worden tussen die ontwikkelingen in de watergebieden en de daarvan zijn het verhogen van de natuurwaarden van het Markermeer landgebieden. en IJmeer, de verdubbeling van bevolking en arbeidsplaatsen in Voorts moet een onderscheid gemaakt worden tussen Almere en een nieuwe railverbinding Schiphol-Lelystad via IJburg- beleidsdocumenten van de ministeries van I&M en ELI en die van Almere door het IJmeer. In november 2009 heeft het kabinet in regionale bestuurslagen. Gemeentelijke beleidsnota’s blijven hier buiten de zogeheten RAAM-brief (RAAM staat voor Randstadbesluiten beschouwing. Amsterdam-Almere-Markermeer) hierover besluiten genomen, die neerkomen op nader onderzoek naar de IJmeerverbinding en het Voor I&M is het Nationaal Waterplan voorlopig het overkoepelende zogeheten ‘Toekomstbestendig Ecologisch Systeem (TBES). Daarnaast beleidsdocument en op termijn het daarin aangekondigde speelt in dit gebied ook de dijkverbetering in het kader van het Deelprogramma IJsselmeergebied. Dan komt ook de ontwikkeling van Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) voor het traject -Edam buitendijkse gebieden in het IJsselmeergebied aan de orde. Al eerder en de aanwijzing als beschermd natuurgebied van het Markermeer en werd actie ondernomen voor een integrale inrichting van de Veluwe IJmeer ten vervolge op de aanwijzing van dit gebied als ‘natura 2000 randmeren, waarin ook de landzijden van die meren zijn betrokken. gebied’ door de EU. Ook het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) dat voorziet in dijkversterkingen ook in het IJsselmeergebied, moet worden vermeld. Het kabinet Rutte zet het programma Randstad Urgent voort. In het Voor ELI is dit het sinds 2008 lopende proces tot aanwijzing van perspectief van nader onderzoek tot optimaliseren van de voorstellen Markermeer en IJmeer (en een aantal aangrenzende gebieden) als in de RAAM-brief voor het ecologisch systeem en de IJmeerverbinding beschermd natuurgebied als vervolg op de aanwijzing als ‘natura dit kader heeft de Vereniging Vrienden van de Markerwaard (VVM) het 2000 gebied’ door de EU. Als overkoepelende beleidsdocumenten plan Markermeer meer waard ontwikkeld als constructieve bijdrage aan voor de ruimtelijke ordening van het beschouwde gebied gelden de deze optimalisering. De voorstellen zijn weergegeven op acht in dit structuurvisie Randstad 2040 en de RAAM-brief van het vorige kabinet rapport opgenomen kaarten betreffende de volgende onderwerpen: van 6 november 2009.

1-2 optimaliseren natuur, varianten A en B Regionaal is een beleidsvisie voor de grote wateren gegeven in het 3 optimaliseren recreatie Toekomstbeeld Markermeer-IJmeer van de betreffende stuurgroep. 4 optimaliseren verbindingen Daarin is ook door diverse lokale bestuursorganen en particuliere 5-6 optimaliseren verbindingen in en om het IJmeer organisaties op het gebied van natuur en recreatie deelgenomen. 7 optimaliseren gebruikswaarde Regionaal dienen het Omgevingsplan uit 2006 en de in 2010 8 actuele opgaven vastgestelde structuurvisie Noord-Holland 2040 als overkoepelende beleidsnota’s. In deze toelichting wordt achtereenvolgens ingegaan op de context van de ontwikkeling van Markermeer en IJmeer (hoofdstuk 2), de kenmerken Het voorgaande is een sterk ingekorte inventarisatie van van Markermeer meer waard (hoofdstuk 3), de diverse onderdelen beleidsdocumenten. Zo geeft bijvoorbeeld de startnotitie m.e.r. voor van dit plan (hoofdstuk 4 t/m 8) de verschillen met de voorstellen de dijkversterking Hoorn-Edam alleen al 34 titels. In hoeverre al deze van rijk en regio in de RAAM-brief (hoofdstuk 9) en de inzet van beleidsdocumenten met elkaar sporen blijft hier onbesproken. Duidelijk de Vereniging Vrienden van de Markerwaard in het onderzoek naar is in elk geval dat het niet ontbreekt aan grote aantallen uitvoerige mogelijkheden tot optimalisering. (hoofdstuk 10). beleidsintenties en –ambities van alle betrokken bestuursorganen.

02. Satellietfoto IJsselmeergebied 2 3. KENMERKEN VAN MARKERMEER MEER WAARD kan dan voorlopig met de bestemming ‘water’ worden volstaan. Voor waterbeheer is van de 68.000 ha wateroppervlak van beide meren Markermeer meer waard is een bijdrage aan het onderzoek naar samen zeker niet meer dan rond 20 à 30.000 ha nodig. Zoals reeds in optimalisatie van de diverse inrichtingsvoorstellen voor Markermeer en het plan Lely is aangegeven, dient alleen het IJsselmeer van 120.000 IJmeer in de RAAM-brief. Het is ook een nadere uitwerking van het in ha als waterreservoir. Bezuiden de dijk Enkhuizen-Lelystad was destijds 2008 door de VVM gepubliceerde inrichtingsvoorstel Markermeer Plus. een polder Markerwaard van rond 60.000 ha geprojecteerd, zodat Dat voorstel uit 2008 kwam tot stand, omdat de Stuurgroep TMIJ een 8.000 ha wateroppervlak, voornamelijk in Oostvaardersdiep en IJmeer) inventarisatie van in de samenleving levende ideeën met betrekking resteerde. Omdat nu in brede randmeren ten behoeve van de recreatie tot de inrichting van Markermeer en IJmeer liet plaatsvinden. Die wordt voorzien zou nu eerder met een wateroppervlak van 2 à 3 inventarisatie werd op verzoek van de Stuurgroep TMIJ uitgevoerd maal die omvang moeten worden gerekend. In de jaren tachtig van door SAMM (Samenwerking Markermeer van VBIJ, VVM, Genootschap de vorige eeuw is in de planologische procedure over aanleg van de Flevo en de Kamers van Koophandel voor Gooi, Eem- en Flevoland Markerwaard een polder ontworpen van rond 40.000 ha met randmeren en voor Noordwest-Holland). Het plan Markermeer Plus was tamelijk (inclusief IJmeer) van rond 30.000 ha. In het recente Deltarapport van eenzijdig uitsluitend gericht op het verhogen van de natuurwaarden in de Commissie Veerman is bevestigd, dat Markermeer en IJmeer voor het Markermeer. Op grond van de door SAMM geïnventariseerde 24 Nederland geen reservoirfunctie vervullen. (puur uit een oogpunt van voorstellen en het rapport van de Commissie van Deskundigen heeft zoetwatervoorziening verdient land in het Markermeer zelfs de voorkeur de VVM bij de nadere uitwerking ervan tot Markermeer meer waard boven water, omdat nu zelfs in normale zomers rond één miljoen meer aandacht besteed aan onderwerpen als recreatie en verbindingen. kubieke meter waterverdamping in Markermeer en IJmeer moet worden De genoemde commissie vond Markermeer Plus ontoereikend op het gecompenseerd met water uit het IJsselmeer. gebied van recreatie. Ook voorzagen niet minder dan 8 van de 24 voorstellen in een Markermeerverbinding tussen Flevoland en Noord- Voor natuurontwikkeling geeft nevenstaande tabel inzicht in de Holland benoorden het Noordzeekanaal. relatieve betekenis van de verschillende watergebieden voor de Ook kwam er op een laat moment nog een uitgewerkt voorstel voor beschermde vogelsoorten. Vermoedelijk kan met rond 17.000 ha de recreatieve inrichting van beide meren bij SAMM binnen, dat echter voor dit doel worden volstaan, gelet op het feit dat de beschermde niet meer door de Commissie van Deskundigen voor deze inventarisatie vogelsoorten zich overwegend binnen een zone van 2 à 3 km. uit kon worden beoordeeld. de kust ophouden. Zoals blijkt uit vogeltellingen (zie tabel) is het aantal soorten in randmeren en polderplassen van Flevoland, met een Het centrale kenmerk van Markermeer meer waard is ruimte scheppen gezamenlijke oppervlakte van rond 17.000 ha het dubbele van die in voor een multifunctionele inrichting van Markermeer en IJmeer door het Markermeer & IJmeer (4 x 17.000 ha) en vrijwel gelijk aan het minimaliseren van actuele ruimteclaims. aantal soorten in het IJsselmeer (6,7 x 17.000 ha). De vogeldichtheid Dit betreft in eerste instantie ruimteclaims voor waterbeheer, op overige meren en plassen is 7 x zo hoog als op IJsselmeer en natuurontwikkeling en recreatie. Nieuwe verbindingen vormen ook Markermeer en IJmeer. een belangrijk onderdeel van dit voorstel, ook al is de benodigde ruimte voor die verbindingen, zoals gebruikelijk, zeer beperkt (enkele naam oppervl. aantal aantal vogels vogels 2 honderden hectaren, tegenover tienduizenden ha voor waterbeheer, in km soorten 99/00 - 03/04 per km2 natuur en recreatie) IJsselmeer 1.132 40 75.858 67 Ruimteclaims die verder gaan dan hetgeen minimaal noodzakelijk Markermeer & IJmeer 684 19 47.272 69 Randmeren & plassen 169 39 82.106 486 is dienen in Nederland via de wet ruimtelijke ordening te worden afgewogen. Voor het resterende gebied, ná bestemming van de minimaal noodzakelijke gebieden voor waterbeheer, natuur en recreatie

03. Integrale visie IJsselmeergebied 3 Bij vergelijking tussen Markermeer en IJmeer en overige meren 5%, maar het Nederlandse aandeel van de broedvogels in dat type en plassen komen 18 van de 19 soorten van Markermeer en IJmeer gebieden is bijna 20%. Het rapport lijkt een blinde vlek te hebben ook voor in overige meren en plassen en voor 16 van deze 18 voor het Markermeer en de kansen die zich daar voordoen voor juist soorten ook in grotere aantallen (de uitzonderingen zijn smient en dit type ecosysteem. kuifeend, die voor beide soorten in beide gebieden echter meer dan 10.000 exemplaren tellen). De enige soort, die wél in het Markermeer Voor moeras ecosystemen is ook een belangrijk onderscheid het wordt waargenomen, maar níet in randmeren en polderplassen is de verschil tussen seizoengebonden en seizoenvolgend peil. toppereend. Daarvan worden geregeld rond 70 exemplaren geteld in Seizoengebonden zijn de vigerende streefpeilen: 0,40 m – NAP in de het Markermeer, tegenover 15.800 in het IJsselmeer. De betreffende winter (voor de opvang van extra neerslag) en 0,20 m - NAP in de vogelsoorten in Markermeer en IJmeer (met uitzondering van de zomer (voor zoetwatervoorziening van landbouw en industrie). Dit is toppereend) prefereren blijkbaar, wellicht uit een oogpunt van voedsel het tegenovergestelde van seizoenvolgend peil, dat de natuur volgt en en luwte kleinere wateroppervlakken boven groot open water. dus relatief hoog is in de winter en relatief laag in de zomer. De aanwijzing van het gehele Markermeer en IJmeer als beschermd natuurgebied berust volgens de VVM dan ook op twee wetenschappelijke fouten: (1) een claim op het totale gebied, terwijl met een zone van 2 à 3 km uit de kust kan worden volstaan en (2) geen rekening houden met de positieve effecten van compartimentering op natuurwaarden van het gebied. In Markermeer en IJmeer ontbreekt het niet aan wateroppervlak, maar aan milieuvriendelijke oevers en randstructuren, ‘zachte’ overgangen tussen water en land. De hier aangegeven oppervlakken voor water en voor natuurontwikkeling zullen elkaar in de praktijk in belangrijke mate overlappen. Ook bij de natuurontwikkeling gaat het immers grotendeels om wateroppervlak.

Bij deze beschouwing over beschermde vogelsoorten en aantallen exemplaren per soort moet overigens worden opgemerkt, dat in kringen van natuurbescherming diepgaande discussie gaande is of, gegeven de klimaatverandering, het beschermen van soorten als basis van natuurbescherming, nog wel zinvol is. De gemiddeld hogere temperaturen brengen immers mee dat koudeminnende soorten planten en dieren noordwaarts trekken en warmteminnende soorten uit het zuiden binnen komen. Deze migratieprocessen zijn nu al volop gaande. Zo wordt in het rapport ‘Adaptatiestrategie voor een klimaatbestendige Spreiding en dichtheid boten IJsselmeer- Spreiding en dichtheid vogelsoorten IJs- natuur (PLO / WUR, 2010) opgemerkt dat ‘de focus van het beleid gebied selmeergebied van soorten naar adaptief vermogen van ecosystemen verschuift’. Gelet op de ligging van Nederland in Europa bepleit dit rapport ook een speciale verantwoordelijkheid van ons land voor het beschermen van de ecosystemen van kust, duin en moeras. Het aandeel van Nederland in de Europese grasland / moeras natura 2000 gebieden is nog geen

04. Velikayadelta, Pskov, Rusland - foto Menno-Bart van Eerden 4 Voor recreatie doet zich met de zeilers een vergelijkbare situatie voor de in de tabel vermelde cijfers wordt hier aangenomen dat het voor als met de vogels. Zie deze tabel: het waterbeheer benodigde wateroppervlak van rond 30.000 ha tevens ruimschoots voldoende is voor de watersport in Markermeer en IJmeer. gebied, situatie 2009 boten opp. ha per Voor het verhogen van de recreatieve waarden moet de aandacht niet in ha boot worden gericht op behoud van het bestaande wateroppervlak, maar op IJsselmeer 10.324 113.200 11 het toevoegen van begroeide en plaatselijk betreedbare oeverlengte en Markermeer+Gouwzee 4.338 60.000 14 IJmeer 3.379* 8.000 2,4 van meer vaardoelen. Randmeren+Ketelmeer 11.843 14.000 1,1 Via deze drie onderwerpen speelt Markermeer meer waard ook in op totaal 29.884 195.200 = 6,5 ha per boot de meergenoemde RAAM-brief. De daarin aangekondigde voortgezette studies over natuurontwikkeling in Markermeer en IJmeer en over * inclusief boten, in het IJ achter de Oranjesluizen de IJmeerverbinding worden gemotiveerd door de hoge kosten van de voorgestelde ingrepen: bijna 1 mld. voor de milieumaatregelen, Ook de zeilers houden zich overwegend op in een zone van 2 à 3 waarvan 470 mln. voor een ‘oermoeras’ en rond 5 mld. voor een km. uit de kust. En ook voor de zeilers geldt dat de botendichtheid verbinding Schiphol-Lelystad, waarvan 1 à 2 mld. voor het traject op het IJmeer en op de randmeren 6 à 10 keer zo hoog is als op door het IJmeer, afhankelijk van de keuze voor een brug of een Markermeer en IJsselmeer. Blijkbaar trekken niet alle zeilers naar het tunnel. Het Toekomstbeeld Markermeer en IJmeer is ambitieus in zijn grote open water. Bovendien verblijft, zoals bekend, het merendeel van recreatievisie en optimistisch over de financiering van de beoogde de recreanten (waaronder kampeerders en dagjesmensen als wandelaars, recreatievoorzieningen. Tegenover 150 mln. aan publieke investeringen fietsers, zwemmers, zonnebaders en sportvissers) op het land, opde zouden private investeringen van 930 mln. staan. Daarin is wel een oevers en aan de waterkant en genieten daar van het uitzicht over het bedrag opgenomen van 750 mln. voor de bouw van een kleine 15.000 water. Zoals periodieke tellingen uitwijzen blijven ook de watersporters hotelkamers. De in dit toekomstbeeld opgenomen programma van (niet alleen zeilers, maar ook surfers, roeiers, etc.) in het algemeen in 15.000 extra ligplaatsen (2 x zoveel als er nu aanwezig zijn) lijkt ook de buurt van de kust. Alleen tussen aantrekkelijke vaardoelen ontstaan nogal ambitieus. Zonder aanzienlijke uitbreiding van de hoeveelheid ook midden op de meren veelgebruikte vaarzones. Midden op het betreedbare oevers en andere vaardoelen zal dit zeker niet gaan Markermeer wordt weinig gevaren en bij het Enkhuizerzand evenmin, gebeuren. omdat het daar te ondiep is. Tegen deze achtergronden voor wat betreft waterbeheer, natuur Meer in het algemeen is een ontwikkeling gaande waarin het aantal en recreatie omvat Markermeer meer waard voorstellen voor de zeilboten jaarlijks nog toeneemt en de boten gemiddeld ook groter eerdergenoemde optimaliseringen. worden, maar het aantal vaarbewegingen gelijk blijft. Veel zeilboten worden een groot deel van het seizoen blijkbaar gebruikt als drijvende 4. OPTIMALISEREN NATUUR, VARIANTEN A EN B caravan. Gegeven de ontoegankelijkheid van de kust van Flevoland en van vaardoelen midden in het Markermeer, zou uitbreiding van Het door rijk en regio voorgestelde ‘oermoeras’ met seizoengebonden vaardoelen aan de overzijde van de Hollandse kust hoogstwaarschijnlijk peil van rond 6.000 ha nabij Lelystad (waar het water het diepste is) bijdragen aan een grotere attractie van deze grote meren als wordt in Markermeer meer waard vervangen door een ‘wetland’ met watersportgebied. Het is niet eenvoudig om voor de watersport seizoenvolgend peil van rond 17.000 ha, waarin het moerasgedeelte uitspraken te doen over een minimale ruimteclaim. Wel kan worden zich nabij Enkhuizen bevindt (waar het water het meest ondiep is). vastgesteld dat de totale wateroppervlakte van de Hollandse Plassen Desgewenst kan dit wetland worden verdubbeld. met 7.400 ha kleiner is dan die van het IJmeer. Mede op grond van

05. Markermeer Meer Waard - Toekomstvisie natuur, variant A 5 De optimalisatie betreft drie verbeteringen voor de natuur: zou de natuurbescherming van IJmeer en randmeren wellicht kunnen worden opgeheven. De vogelpopulatie op de westelijke randmeren kan - meer glooiende en begroeide oeverlengte dankzij de kaden zelfs nog toenemen, gelet op de ervaringen met de randmeren van rond het wetland Flevoland. Dit zou de extra impuls van Markermeer meer waard voor - instellen van seizoenvolgend peil in het wetland, opdat grotere de natuurwaarde onderstrepen en tegelijkertijd de regelmatige conflicten verschillen tussen winter- en zomerpeil ontstaan dan elders bij tussen belangen van natuur en van recreatie kunnen voorkomen het seizoengebonden peil. Het proefproject wetland / oermoeras bij Almere kan dienen om - meer differentiatie in aard en omvang van verschillende delen ervaring op te doen met overeenkomsten en verschillen tussen een van het meer. buitendijks oermoeras met seizoengebonden peil aan de noordzijde van het proefproject en een binnendijks wetland met seizoenvolgend peil Ook voor de recreatie biedt onderscheiden van op natuurwaarden binnen kaden aan de zuidzijde. gericht ‘wetland’ en op recreatieve waarden gerichte randmeren voordelen. Het kan veel langdurig en kostbaar biologisch boekhouden Een wetland van 17.000 ha, komt in beeld als de Raad van State het voorkomen. beroep van de VVM honoreert. Dit opent ook de mogelijkheid om eventueel de over een grote breedte te openen (groot Toelichting om de stroomsnelheid laag te houden), indien de oppervlakte aan Rijk en regio stellen een oermoeras van 6.000 ha voor met zoet water in het IJsselmeer door de plannen voor de Afsluitdijk veel seizoengebonden peil aan de Houtribdijk nabij Lelystad. De VVM stelt minder zou worden dan de door Lely berekende minimale oppervlakte een wetland van 40.000 ha (variant A) dan wel 17.000 ha (variant B) van 120.000 ha. Het seizoenvolgend peil zou dan wel weer wordt voor met seizoenvolgend peil door aanleg van een waterscheidende vervangen door een seizoengebonden peil. Ook de lage kaden van het kade tussen het water met seizoengebonden peil (randmeren en wetland moeten dan vervangen worden door hoge dijken. Voor- en IJmeer, voorlopig gelijk aan IJsselmeerpeil) en seizoenvolgend peil nadelen van beide varianten zullen in dit geval tegen elkaar moeten (wetland). Door lage waterscheidende kades (geen polderdijken) kan worden afgewogen. Eventueel kan uiteraard in deze variant ook het bij bepaalde windrichting en windsterkte het water ’s winters wel eens zuidelijker deel van het middenmeer worden gerealiseerd, aanvankelijk van het wetland overslaan naar de randmeren, in de zomer ook van als (onbeschermd) natuurgebied, maar later naar dan vigerende de randmeren naar het wetland. Het waterpeil in de zomer kan door inzichten omtrent gebruikswaarde ook voor andere bestemmingen. deze omkading dankzij een seizoenvolgend peil in normale zomers rond 50 cm dieper wegzakken dan onder de actuele randvoorwaarden van het Markermeer. Onderzoek moet uitwijzen of een verdere peilverlaging mogelijk is, waardoor ook zonder ophoging delen van het Enkhuizerzand ’s zomers kunnen droogvallen. De VVM vermoedt, dat dit wetland met omkading, dankzij de grotere omvang en het kunnen instellen van seizoenvolgend peil, veel effectiever is dan het voorgestelde oermoeras als samenstel van eilanden met harde oevers om erosie te voorkomen. Een wetland als hier voorgesteld zou volgens de in bijlage 2 opgenomen berekening bij een drie keer zo groot oppervlak ongeveer hetzelfde kosten als het voorgestelde oermoeras. Bovendien kan de kade rond het wetland wellicht de nu noodzakelijke versterking van de Markermeerdijken van de Noord-Hollandse kust deels onnodig maken. Voldoet het wetland aan de verwachtingen dan

06. Markermeer Meer Waard - Toekomstvisie natuur, variant B 6 5. OPTIMALISEREN RECREATIE identiteit. Nu is het een incidentele en willekeurig gevormde uitloper van het Markermeer, een zichtbaar half afgemaakt project. De eigen Het IJmeer krijgt in Markermeer meer waard primair een vorm en identiteit, die hier wordt voorgesteld wordt bereikt door in recreatiebestemming, conform de inzet van de structuurvisie de oost-west richting het IJmeer tussen Amsterdam en Almere open IJsselmeergebied van het rijk uit 2002. Het IJmeer is in zijn huidige te houden en het aan de noordzijde ruimtelijk af te ronden. Voor de vorm slecht ontwikkeld als grootstedelijk recreatiegebied. Ook hier beroepsvaart wordt het open gehouden aan de zijde van Flevoland geldt: er is geen gebrek aan wateroppervlak maar aan vaardoelen, en voor de watersport rond Marken, waar het wordt doorverbonden waaronder begroeide en betreedbare oevers. Optimaliseren betekent met de meren langs de Noord-Hollandse kust. Deze vormgeving aan hier het IJmeer een eigen vorm en identiteit te geven. Dit omvat: het IJmeer kan worden bereikt door in het IJmeer de railverbinding tussen Almere West en IJburg (zoals voorgesteld in de RAAM-brief), - De buitendijkse uitbreiding van de Lepelaarsplassen in Almere te vervangen door twee andere verbindingen. De eerste daarvan wordt mede benut voor recreatievoorzieningen zoals vaardoelen. is een meer oostwaarts gelegen IJmeerverbinding voor rail én weg - Het IJmeer wordt noordwaarts afgerond en rond Marken tussen Almere West en Amsterdam Zuidoost, zodat het IJmeer open doorverbonden met de meren langs de Noord-Hollandse kust. blijft. De andere is een Markermeerverbinding tussen Almere West - De IJmeerverbinding via IJburg wordt vervangen door een en Volendam, die het IJmeer aan de noordzijde afrondt en via een IJmeerverbinding via Amsterdam Zuidoost en een combinatie van dam, dijk, brug en tunnel inspeelt op het landschap, Markermeerverbinding via Volendam. doorvaartmogelijkheden voor beroepsvaart en recreatievaart en het overige ruimtegebruik ter plaatse. Een en ander gaat gepaard met: Het IJmeer tussen Amsterdam en Almere blijft open. Oostwaarts is het IJmeer ondieper. Buitendijkse bouwen is daar dan ook eenvoudiger dan Sterk uitbreiden van de hoeveelheid overgangen land-water in de aan de westzijde, vorm van begroeide, deels betreedbare oevers ten behoeve van zowel natuur als recreatie. Toelichting Oude vaardoelen Het IJmeer in het hart van het meest dichtbevolkte deel van de De nieuwe kustlijn van Almere recreatief te ontwikkelen, mede via Nieuwe vaardoelen aangrenzende provincies biedt in zijn huidige vorm en met zijn de buitendijkse aanleg van natuurterrein ten zuiden van de sluis beperkt aantal vaardoelen kennelijk niet voldoende aantrekkingskracht ter hoogte van de Lepelaarplassen. als recreatiegebied. Evenals voor de natuur geldt ook voor de recreatie: er is geen gebrek aan wateroppervlak, maar het water is Het aantal vaardoelen sterk uit te breiden, voor het IJmeer met blijkbaar te grootschalig. Wat ontbreekt zijn voldoende aantrekkelijke name aan de Flevolandse zijde, voor de Randmeren aan de randstructuren in de vorm van zachtglooiende, deels betreedbare buitenzijde van het ‘wetland’. overgangen tussen land en water. Toevoegen daarvan zal ook de natuur ten goede komen. Lintvormige toevoegingen, zoals die van weg- Buitendijkse uitbreiding van Almere, samen met de IJmeer- en railverbindingen, combineren een beperkt ruimtebeslag met relatief verbinding eveneens oostwaarts te verleggen. Een stadsuitleg van grote oeverlengte aan beide zijden van het lint. De natuur blijft in 5.000 à 10.000 woningen met bijbehorende voorzieningen aan het het IJmeer alom aanwezig en zal door spontane ontwikkeling en door water wordt op zichzelf al een aantrekkelijk vaardoel. Omdat het de aanleg van enige werken plaatselijk in waarde kunnen toenemen zand in de bodem daar hoger ligt dan aan de noordwestzijde of afnemen, ook als het niet als beschermd natuurgebied aangewezen (waar nu de stadsuitleg is geprojecteerd) is dit wellicht ook tegen is. De vormgeving van het IJmeer in Markermeer meer waard wordt lagere kosten te realiseren. bepaald door de wens om het IJmeer een eigen op recreatie en landschap afgestemde vorm te geven. Het IJmeer behoeft een eigen

07. Markermeer Meer waard - Toekomstvisie recreatie 7 Door de aanleg van het hiervoor als natuurvariant A beschreven Toelichting ‘wetland’ ontstaan brede randmeren langs de Noord-Hollandse kust. De schaalsprong van Almere is in de plannen van rijk en regio Zoals op de betreffende kaart te zien, vindt de toegang tot deze onderdeel van de metropoolregio Amsterdam. Daaraan zijn in de westelijke randmeren in natuurvariant A (40.000 ha wetland) van het afgelopen jaren vele studies gewijd. Deze hebben voornamelijk tot zuiden uit plaats via de Gouwzee, en via een route benoorden Marken. resultaat, dat uitbreiding van de wegcapaciteit van A1 en A6 en In natuurvariant B (17.000 ha wetland) blijft het Markermeer grotendeels de uitbreiding van de capaciteit van de Flevospoorlijn (inclusief toegankelijk voor de pleziervaart. aanpassing van dienstregelingen) vermoedelijk voldoende zijn om ook Op de kaart (pg. 09) is tevens een suggestie te zien voor een andere de toekomstige verkeersbelasting bij de schaalsprong van Almere te structuur voor de beroepsscheepvaart via het openstellen van de kunnen opvangen. De onderbouwing van de IJmeerverbinding is o.a. Oranjesluizen en een nieuwe verbinding tussen Amsterdam-Rijnkanaal gebaseerd op een beperkte groei van de arbeidsplaatsen in Almere en IJmeer ter hoogte van het PEN-eiland. Dit is een optie, die met 50.000 (met bijkomende grote forenzenstromen naar Amsterdam), tenminste al sinds het verschijnen van het zogeheten WIRAA-rapport in in plaats van de officiële taakstelling van 100.000 arbeidsplaatsen (die 1982 regelmatig aan de orde wordt gesteld. Volledigheidshalve is deze deze forenzenstromen richting Amsterdam zouden doen afnemen). optie daarom in de kaart opgenomen, zonder dat de VVM daarover nu Concretisering van het economische beleid (nu zeer vaag in Almere een uitgesproken standpunt inneemt. 2.0 en in de RAAM-brief) dient dan ook een expliciet onderdeel te vormen van het actuele optimaliseringsonderzoek. Want niet alleen 6. OPTIMALISEREN VERBINDINGEN aantallen forenzen, maar juist ook de aantrekkelijkheid van Almere voor bedrijfsvestigingen is een belangrijk argument voor de IJmeerverbinding. De RAAM-brief biedt perspectief op een railverbinding Schiphol-Lelystad In die zin kan blijken dat juist, als de taakstelling voor 100.000 via IJburg-Almere. Landschappelijk verdient open houden van het IJmeer extra arbeidsplaatsen serieus wordt genomen, de urgentie van een de voorkeur. Een ‘schaalsprong’ in bereikbaarheid (de ambitie van de IJmeerverbinding (inclusief een weg) nog kan toenemen. Er zijn twee RAAM-brief) vergt een breder perspectief. Voor de sociaal-economische feiten, die hier een ander licht op werpen dan in de RAAM-brief (en ontwikkeling van Noord-Holland en Flevoland en een evenwichtige OV-SAAL) gebeurt: IJmeerverbinding stedelijke ontwikkeling in beide provincies zijn drie interregionale Markermeerverbinding verbindingen van betekenis: - alle verkeersstudies zijn gebaseerd op / resulteren in zware verbindingen (A1, A6 en Flevospoorlijn), allemaal gericht op IJsselmeerverbinding - een interregionale IJsselmeerverbinding Alkmaar-Enkhuizen- Amsterdam en Schiphol, en: Lelystad-Zwolle. - verbindingen tussen Almere en Noord-Holland benoorden - een interregionale Markermeerverbinding Alkmaar-Volendam- het Noordzeekanaal worden om politieke redenen buiten Almere-Ede. beschouwing gelaten. - een interregionale IJmeerverbinding Lelystad-Almere- Amsterdam, via Zuidoost. Wat betreft het eerste feit doet de eenzijdige aandacht voor zware verbindingen, eenzijdig gericht op Amsterdam, geen recht aan een Alle drie zijn op het land grotendeels aanwezig, in uitvoering meer zelfstandige ontwikkeling van Almere met een eigen positie in de of in ontwerp. Het gaat om wegverbindingen in combinatie met regio, vergelijkbaar met die van het Gooi ten opzichte van Amsterdam openbaar vervoer. Voor de eerste twee is dat busvervoer, voor de en Utrecht en die van Leiden ten opzichte van Den Haag en Schiphol. IJmeerverbinding komt daar ook een railverbinding bij. In die door Almere moet het aantal arbeidsplaatsen met 100.000 laten groeien (20 Markermeer en IJmeer ontbreken de trajecten over of door het water. jaar elk jaar 5.000 arbeidsplaatsen er bij tegenover jaarlijks 2.500 in In beide gevallen zal het traject bestaan uit een nader te bepalen de afgelopen 20 jaar). Hoewel er geen causale verbanden zijn tussen combinatie van dam, brug en tunnel. groei van bedrijvigheid en bereikbaarheid, is bereikbaarheid wel een

08. Markermeer Meer waard - Regionale verbindingen 8 A7 Afrit 6 Purmerend-Noord voorwaarde voor groei van bedrijvigheid. Daarom is alzijdige goede Wat betreft het tweede feit moet worden opgemerkt dat rond 22% bereikbaarheid, bij een zware taakstelling als 100.000 arbeidsplaatsen van de automobilisten die Flevoland via de Hollandse Brug verlaten, extra, zowel nationaal als regionaal van groot belang. In dat het Noordzeekanaal kruisen (kordontellingen RWS). Niet al deze perspectief moet het tot nadenken stemmen dat steden als Utrecht automobilisten zullen gebruik maken van deze nieuwe noordelijke en Eindhoven grosso modo over 2 x zoveel verbindingen (nationaal, verbinding. Afgeleid uit de prognose (RWS: Planstudie Schiphol- Purmerend Volendam regionaal en interlokaal) beschikken met hun omgeving dan Almere. Amsterdam-Almere 2005) wordt ingeschat, dat rond 13% van het Markermeer De VVM onderstreept daarom, het belang van capaciteitsuitbreiding verkeer op de Hollandse Brug van deze weg Almere-Volendam Afrit 3 van de verbinding met Utrecht en verder zuidwaarts en gebruik zal gaan maken. Dat is goed voor een tweestrooks provinciale Wijdewormer introduceert om dezelfde reden, naast de IJmeerverbinding, ook een wegverbinding, ook bruikbaar voor snelle busverbindingen naar Markermeerverbinding tussen Noord-Holland (benoorden Waterland), Purmerend, Zaanstad, Alkmaar en Amsterdam-Noord (met aansluiting Flevoland en het zuidoosten van het land. In een ruimer regionaal op de metro). Deze nieuwe verbinding trekt vermoedelijk ook verkeer kader bezien, is ook de interregionale wegverbinding Alkmaar-Zwolle aan uit Amersfoort en achterland naar Noord-Holland noord. In een en het noordoosten van het land van belang voor Flevoland, hier verre toekomst zou dit kunnen leiden tot een 2 x 2-strooks autoweg. IJsselmeerverbinding genoemd. De voorbereiding van de uitvoering Een dergelijke weg/busverbinding tussen Almere en de genoemde van deze laatste bevindt zich in vergelijking met IJmeerverbinding en steden verkort niet alleen de reistijd voor de betrokken automobilisten Markermeerverbinding in een vergevorderd stadium. en busreizigers aanzienlijk, maar is ook een ontlasting van ruim 6% van de overbelaste weg- en railinfrastructuur aan de oost- en zuidoostzijde van Amsterdam (het autoverkeer uit Flevoland is rond IJmeer de helft van het verkeer op de A1 tussen Muiderberg en Amsterdam). Behalve reistijdwinst voor de betreffende reizigers en ontlasting van Oriëntatie autoverkeer vanuit Almere/ het wegennet aan de oostzijde van Amsterdam draagt deze nieuwe Flevoland (bron: Rijkswaterstaat Noord- verbinding ook bij aan de robuustheid van het wegennet. Bij beperking Holland) of blokkade van de capaciteit van de A6/A1 door ongevallen of A 10-ring wegwerkzaamheden biedt deze weg een alternatieve route. Voor A6 fietsers ontstaat in de zomer een ‘rondje IJmeer’.

7. VERBINDINGEN IN EN OM HET IJMEER Amsterdam Almere De ruimtelijke ingrepen ten behoeve van nieuwe verbindingen over weg, rail en water concentreren zich in en om het IJmeer. Voorstellen voor denkbare tracés en mogelijke combinaties van dammen, dijken, bruggen en tunnels zijn in de tekeningen aangegeven. Ook is aandacht besteed aan een binnenhaven voor Almere. Havenfaciliteiten voor de binnenvaart zijn een ten onrechte verwaarloosd aspect in de voorstellen voor Markermeer en IJmeer. Goederentransport over water is immers veel milieuvriendelijker dan over de weg. Optimaliseren betekent ook A1 Gooimeer het benutten van kansen om de gebruikswaarde van Markermeer en IJmeer te verhogen. De ligging van Almere aan de hoofdvaarroute Amsterdam-Lemmer is zo’n kans. Een binnenhaven ter hoogte van het bestaande sluizencomplex van de Hoge en Lage Vaart en het

09. Markermeer Meer waard - verbindingen in en om het IJmeer 9 Metroverbindingen • M1 - Ringlijn Amsterdam met aansluiting op Noord-Zuidlijn • M2 - IJmeerlijn Almere C - Amsterdam Centraal via IJburg • M3 - IJmeerlijn Almere Pampus / Poort naar Zuidas via Amsterdam ZO bedrijventerrein de Vaart is voor Almere dan de aangewezen plek. Een binnenhaven in Almere is een ten onrechte verwaarloosd onderwerp in de voorstellen voor Markermeer, IJmeer en Almere. De IJmeer Toelichting Landelijke Capaciteitsanalyse Binnenhavens (maart 2010) toont dat De twee nieuwe verbindingen tussen Flevoland en Noord-Holland Flevoland een terughoudend beleid voert en dat Almere zich tevreden in Markermeer Meer Waard worden mede ingezet voor nadere stelt met een merkwaardige locatie voor een overslagterrein bij het M1 vormgeving aan het IJmeer, in het bijzonder met het oog op het bedrijventerrein De Stichtse Kant aan het Gooimeer. Wel is Lelystad verbeteren van de gebruikswaarde ervan als recreatiegebied. nu aangewezen voor een regionaal multimodaal overslagterrein De IJmeerverbinding biedt voor het wegverkeer een directe verbinding voor containers, mede dankzij de komst van de Flevolijn. De weinig tussen de Hogering in Almere (en daarmee voor de westzijde van ontwikkelingsgerichte aanpak van Flevoland en Almere blijkt ook daaruit Almere) en de Gaasperdammerweg in Amsterdam Zuidoost. De nieuwe dat men het goederentransport over water blijkens het genoemde weg biedt ook ruimte aan nieuwe snelbusverbindingen. Voor het rapport overlaat aan de binnenhavens van Kampen en Harderwijk voor railvervoer gaat het om een verbinding tussen de bestaande metro in aan- en afvoer van goederen naar Flevoland. Ter illustratie hiervan kan Zuidoost of de zuidelijke ringspoorbaan. De gebruikswaarde van deze dienen dat Almere, gelegen aan de hoofdvaarroute Amsterdam-Lemmer, alternatieve IJmeerverbinding neemt door deze combinatie van auto, het transport van vuilnis naar de verbrandingsoven in Alkmaar nu bus en metro of trein vermoedelijk flink toe ten opzichte van het eerst over de weg naar Harderwijk vervoert om het van daar uit naar M2 eenzijdig op railvervoer gerichte voorstel uit de RAAM-brief, al was Noord-Holland te verschepen. Met de gevolgen voor aan- en afvoer het maar omdat zo een grotere flexibiliteit in de verdeling van de van goederen bij de schaalsprong van Almere en de groei daarvan met M2 M3 totale mobiliteit over de verschillende vervoersmodaliteiten mogelijk is 100.000 arbeidsplaatsen lijkt geen rekening te zijn gehouden. Baai van Pampus en voor het openbaar vervoer aanbod op maat geleverd kan worden De VVM is voorstander van een meer ontwikkelingsgericht beleid, juist IJburg II via verschillende routes in Amsterdam en Almere. Met het oog op omdat Almere gelegen is aan de hoofdvaarroute Amsterdam-Lemmer. de situering van de buitendijkse uitbreiding van Almere en het open Een binnenhaven ter hoogte van het sluizencomplex bij het gemaal houden van de havenmond van Muiden is dit deel van het voorstel de Blocq van Kuffeler, en het bedrijventerrein De Vaart is voor Almere nader uitgewerkt. de aangewezen plek. Een binnenhaven aan de noordzijde van dit De Markermeerverbinding zal, zoals eerder toegelicht, rond 13% van sluizencomplex als uitbreiding van dit bedrijventerrein sluit aan op het het autoverkeer uit Flevoland naar Noord-Holland benoorden het proefproject oermoeras aan de zuidzijde, conform het voorstel in de Noordzeekanaal een flinke omweg besparen. Deze nieuwe verbinding RAAM-brief tot uitbreiding van de Lepelaarplassen. maakt het ook eenvoudiger voor verkeer uit Alkmaar, Zaanstad en Pen-eiland Purmerend om Almere en het zuidoosten van het land te bereiken. 8. OPTIMALISEREN GEBRUIKSWAARDE Beide stromen ontlasten het overbelaste wegennet aan de oostzijde Muidermeer van Amsterdam. Een regionale weg- annex busverbinding tussen de De optimaliseringen in Markermeer meer waard leiden in ronde getallen Buitenring in Almere en de N247 van Amsterdam naar Hoorn, die via tot de volgende vormen van ruimtegebruik: ‘wetland’ 20.000 ha, de zuidzijde van Volendam op deze provinciale weg aansluit, volgt dan randmeren 20.000 ha en IJmeer 10.000 ha. Bij een totale oppervlakte M1 van dat punt af het bestaande tracé van de N243 naar Purmerend en van rond 70.000 ha resteert dan 20.000 ha om de gebruikswaarde Alkmaar, waarvan de capaciteitsuitbreiding in het uitvoeringsprogramma verder te verhogen. Stel dat deze zou worden benut voor winning van het RVVP van de stadsregio Amsterdam al is voorzien en die van duurzame energie. Theoretisch zou dan wind jaarlijks 9 mld. KWh westelijk van Purmerend ook aansluit op de A7. Aan de Flevolandse kunnen leveren (8% van het nationale verbruik), zon 16 mld. KWh zijde kan deze Markermeerverbinding worden doorgetrokken naar (15%), terwijl energie uit algen goed zouden kunnen zijn voor binding M3 Nijkerk en dan verder door naar Ede / Wageningen (de oude A30), van 2 mln. ton CO2 en productie van 300 à 400 mln. liter dieselolie die daar aansluit op de A12. Daarmee wordt een verdere alzijdige (5%). Een andere optie is bijvoorbeeld om deze 20.000 ha in te zetten interregionale ontsluiting van Almere bevorderd. als compensatie voor het verlies aan landbouwgrond in het Hollandse

010. Bereikbaarheid OV, Amsterdam-Almere via IJmeertracé plus wegverbinding 10 veenweidegebied. Het Nationaal Waterplan voorziet dat de snelle zo tot een ‘vrije’ ruimte van 20.000 ha, die voor andere vormen bodemdaling daar zal leiden tot vernatten en moerasvorming van van ruimtegebruik kan worden benut dan waterhuishouding, natuur, aanzienlijke oppervlakten in het Groene Hart. recreatie en verbindingen. Het maximaliseren van werk met werk maken leidt zo tot het toevoegen van lintvormige waterscheidende Toelichting werken als kaden, dammen en dijken, die meer differentiatie in het In de brochure Het Markermeer als kans (2006) heeft de VVM als wateroppervlak brengen en zo een veelzijdig ruimtegebruik beter richtsnoer voor het eigen handelen onder meer gesteld dat de mogelijk maken. De tweezijdige oevers van deze linten dienen als beoogde zinvolle afronding van het Zuiderzeeproject mede inhoudt dat gradiënten tussen nat en droog, hard en zacht, hoog en laag en open gestreefd moet worden naar het ontwikkelen van de potenties van en gesloten. Dit zal zowel de natuurwaarden als de recreatiewaarden het gebied, gericht op het verhogen van de waarde ervan, ten verbeteren, terwijl nieuwe verbindingen de economische veerkracht van bate van het gebied zelf, van Flevoland en Noord-Holland en van de steden in Noord-Holland en Flevoland doet toenemen door betere Nederland. Dat is immers ook altijd de grondslag geweest van het onderlinge bereikbaarheid. Het werkt in de economie niet anders Zuiderzeeproject. Nu blijkt het in de praktijk altijd weer moeilijk, zo dan in de ecologie. Zoals de verbindingszones tussen ecologische niet onmogelijk, om de waarden van natuur, recreatie en landschap ‘eilanden’ de veerkracht van het ecologische systeem doen toenemen, Vierkant van 20.000 ha op bevredigende wijze te kwantificeren. Maar dat is geen reden om zo bevorderen onderlinge verbindingen tussen economische ‘eilanden’ die waarden dan maar op nul te stellen of op oneindig groot. Het als steden de veerkracht van het economische systeem. Gegeven de is één van de redenen, waarom de VVM van mening is dat niet vele tientallen kilometers nieuwe oeverzone, die zo ontstaat kunnen de natuurbeschermingswet, maar de wet ruimtelijke ordening de delen daarvan ook te gelde worden gemaakt door daar de bouw van wettelijke basis dient te bieden aan de omvangrijke en ingrijpende recreatiewoningen toe te staan. inrichtingsvoorstellen voor Markermeer en IJmeer, die in de RAAM- brief zijn gepresenteerd. Als de waarden van natuur, recreatie en In het licht van het minimaliseren van ruimteclaims pleit de VVM niet landschap moeilijk economisch zijn vast te stellen, dan biedt een voor het ogenblikkelijk benutten van deze ‘vrije’ ruimte. Maar wel democratische vergelijking van verschillende gebruiksmogelijkheden dient een verkenning plaats te vinden van wat zo’n vrije ruimte van meer perspectief. En dat is precies, waar de wet ruimtelijke ordening 20.000 ha (ruwweg gelijk aan de oppervlakte van Haarlemmermeer en in voorziet. Sectorale wetgeving als de natuurbeschermingswet Wieringermeer) voor Nederland zou kunnen opleveren. berust op doelrationaliteit. De erkenning dat in een samenleving vele en vaak strijdige doelen worden nagestreefd, elk met eigen In het theoretische geval dat deze oppervlakte volledig zou worden ruimtelijke consequenties, is aanleiding tot wetgeving op basis gebruikt voor winning van duurzame energie, dan dienen zich in van waardenpluralisme, waarin deze waarden via democratische de actuele situatie drie vormen daarvan aan: zon, wind en algen besluitvorming onderling worden gewogen. De wet ruimtelijke (biomassa). ordening bevordert beslissen op basis van waardenrationaliteit (zie o.a. ‘waardepluralisme in de praktijk van gebiedsontwikkeling’, W. Buunk, Zon. Duidelijk is dat landbouw veruit de oudste vorm is van winning 2010) van duurzame energiewinning uit zonlicht. Deze inmiddels al 10.000 Los van deze meer principiële overwegingen ligt het bij een onderzoek jaar bedreven vorm van energiewinning heeft als bijkomend voordeel naar optimaliseren van inrichtingsvoorstellen, zoals in de RAAM-brief dat de landbouwproducten ook voor mensen en dieren als voedsel voorzien, voor de hand om zowel te kijken naar verlagen van kosten dienen. De waarde daarvan komt tot uitdrukking in de prijs voor als verhogen van opbrengsten. Vandaar dat in Markermeer meer waard landbouwgrond. Benutting van 20.000 ha voor zonnecellen zou een combinatie wordt ingezet van minimaliseren van ruimteclaims theoretisch 16 mld. KWh per jaar kunnen opleveren, goed voor 15% (verlagen van kosten) en maximaliseren van ‘werk met werk maken’ van het huidige nationale electriciteitsverbruik (verhogen van opbrengsten). Het minimaliseren van ruimteclaims leidt

011. Markermeer Meer waard - vrije ruimte 20.000 hectare 11 Gecombineerde wateropgave Randstad Wind zou bij een gebruik van 20.000 ha in het Markermeer voor de opstelling van windmolens goed kunnen zijn voor 9 mld. KWh per jaar, oftewel 8% van het huidige nationale electriciteitsverbruik. (het totale medio 2008 opgestelde vermogen aan windenergie in Nederland levert 4.5 mld. KWh, gelijk aan 4% van het nationale elektriciteitsverbruik).

Algen behoren voorlopig tot de alleen via proefprojecten onderzochte mogelijkheden van energiewinning. Zo wordt sinds 2008 door AKZO en door Shell geëxperimenteerd met het winnen van energie uit algen. Volgens de website van Wetenschapsforum zijn algen per ha per jaar goed voor het omzetten van 100.ton CO2 in 15 à 20 ton biodiesel. (ter vergelijking: de jaarproductie van olie uit koolzaad is 2 à 3 ton per ha). Voor 20.000 ha zou dit in theorie betekenen omzetten van 2 mln. ton CO2 in 0,3 à 0,4 mln. ton diesel, gelijk aan rond 6% van het nationale verbruik aan dieselolie. Deze methode wordt serieus onderzocht. Zo werd begin december 2010 in Amsterdam een internationaal algencongres gehouden met sprekers uit alle delen van de wereld.

De bovengenoemde getallen zijn niet meer dan een globale indicatie van de potentie van 20.000 ha in het Markermeer voor winning van duurzame energie. Zo is deze oppervlakte bruto gerekend, zonder enige poging de verhouding tussen bruto en netto bij een dergelijke grootschalige toepassing te schatten. Bovendien bevinden onderwerpen als CO2 opslag en winning van duurzame energie zich nog in het begin van hun ontwikkeling. De huidige vormen daarvan kunnen qua prijs geen van alle concurreren met fossiele brandstoffen. Regelmatig worden nieuwe ontdekkingen gedaan. Naarmate deze meer opleveren kunnen de huidige vormen ook weer verdwijnen. Allemaal redenen het kabinet in en om het Groene Hart rekening houdt met geleidelijk om die 20.000 ha eventueel eerder te benutten voor onderzoek en vernatten en moerasvorming in de veenweidegebieden. De Vereniging experiment dan voor grootschalige toepassing van actuele, maar straks Natuurmonumenten pleitte in dat perspectief al enige jaren geleden misschien achterhaalde technieken. voor het inrichten van enkele natuurgebieden van 10 à 15.000 ha Een andere mogelijkheid om de potentiële gebruikswaarde van (2 à 3 x de Oostvaardersplassen) in het Groene Hart. Ook in de deze 20.000 ha in te schatten is om dit gebied in te zetten als droogmakerijen is volgens het Waterplan toevoeging van wateroppervlak compensatiegebied voor het verlies aan landbouwgrond elders in nodig om verzilting tegen te gaan. Voor een deel spelen deze Nederland. Zoals destijds de nieuwe landbouwgrond in Zuidelijk vraagstukken ook voor de droogmakerijen in het IJsselmeer, dus of Flevoland werd benut om door verstedelijking verdreven boeren aan een ‘groen voor blauw’ maatregel een serieuze bijdrage kan leveren een nieuw bedrijf te helpen, zo zou nu nieuw land in het Markermeer aan het oplossen van ruimtelijke problemen in het Groene Hart, staat kunnen worden benut om het onder water zetten van ‘oud land’ te nog te bezien. Maar om enig gevoel te krijgen voor de potentiële compenseren. Zo blijkt uit het Nationaal Waterplan bijvoorbeeld, dat gebruikswaarde van 20.000 ha nieuw land kan dienen dat het totale

012. Kaartbeelden uit het Nationaal Waterplan (bron Ministerie van V & W) 12 bollenareaal van de Zuid-Hollandse bollenstreek niet meer dan 2.500 groot meer van te maken, dan zou het verzet daartegen minstens zo ha omvat. Dit oppervlak zou (bij een heel andere inrichting van het hevig zijn als het nu is tegen voorstellen tot een andere inrichting van Markermeer dan de VVM voorstelt) in zijn geheel op het Enkhuizerzand het IJmeer. Om de kracht van dit verzet in de openbare discussie te kunnen worden geaccommodeerd. Ook de aanleg van het Bentwoud verhogen wordt dit niet zelden gerationaliseerd met argumenten, die bij Zoetermeer zou ongetwijfeld een impuls krijgen als de boeren daar de zaak zelf niet raken. een bedrijf op nieuw land in Flevoland zou kunnen worden geboden. Ter wille van de zuiverheid van de discussie is het dan van belang om Want zoals in het verleden de verstedelijking ten koste ging van achterhaalde veronderstellingen en misverstanden en daarop gebaseerde landbouwgrond, zo zijn dat in deze tijd ruimteclaims voor water en beslissingen uit de weg te ruimen. natuur. De agrarische sector blijft echter een belangrijke pijler van de Nederlandse economie. Door de toenemende belangstelling voor Het wateroppervlak van Markermeer en IJmeer zou, met het oog biomassa als grondstof voor energiewinning ligt voortgaande afname op de te verwachten zeespiegelrijzing, nodig zijn ten behoeve van van het landbouwareaal in Nederland minder voor de hand dan enkele waterberging. Deze destijds al onjuiste veronderstelling is inmiddels jaren geleden nog het geval leek te zijn. ook formeel achterhaald door het rapport van de Deltacommissie II. Het staat vast dat het IJsselmeer deze functie, zoals ook in het plan 9. VEEL VOORKOMENDE MISVERSTANDEN Lely is voorzien, kan vervullen. De beslissing om definitief af te zien van reservering van de Markerwaard is enige jaren geleden mede op In de openbare discussie over Markermeer en IJmeer is regelmatig deze onjuiste veronderstelling gebaseerd. Evenmin bleken er geen sprake van onjuiste veronderstellingen en misverstanden. Optimaliseren steekhoudende argumenten te zijn om het peil van het Markermeer en van de inrichting van deze meren is gediend met het uit de wereld IJmeer op hetzelfde niveau te houden als dat van het IJsselmeer. helpen daarvan. De belangrijkste daarvan zijn: De natuurwaarden van Markermeer en IJmeer zouden een functie 1- Het wateroppervlak van Markermeer en IJmeer zou nodig zijn zijn van hun oppervlakte. Een misverstand. Kleine meren werken als waterberging. beter. Zie de eerder getoonde tabel op pagina 3. Die tabel laat 2- De natuurwaarden van Markermeer en IJmeer zouden een zien dat kleinere meren en plassen in het IJsselmeergebied blijkbaar functie zijn van hun grote oppervlakte. betere verblijfscondities bieden aan de beschermde vogelsoorten dan 3- Het hoge slibgehalte in het Markermeer zou veroorzaakt zijn Markermeer en IJmeer. door aanleg van de Houtribdijk. Door de totale oppervlakte van de meren te claimen als natuurgebied 4- De schaalsprong in bereikbaarheid kan worden beperkt tot een vindt op grond van de natuurbeschermingswet een sterk gemajoreerde railverbinding Schiphol-Lelystad via IJburg-Almere. ruimteclaim plaats: 68.000 ha terwijl 17.000 ha vermoedelijk zou volstaan. In Nederland dienen zulke claims via de wet R.O. tegen Toelichting andere claims te worden afgewogen. Deze zienswijze is naar voren Een probleem bij voorstellen tot verandering is dat velen elke gebracht bij het ontwerp aanwijzingsbesluit van Markermeer en IJmeer verandering als achteruitgang ervaren, omdat een vertrouwd beeld als natura 2000 gebied op grond van de Natuurbeschermingswet. vervangen wordt door iets onbekends. Dat probleem doet zich ook In de beantwoording van de zienswijzen is de minister van het voor bij de voorstellen voor het IJmeer in de RAAM-brief. Voor toenmalige LNV op dit aspect niet ingegaan. Daarom heeft de VVM Markermeer Meer Waard zal het niet anders zijn. Als remedie tegen daartegen beroep aangetekend bij de Raad van State. Als de Raad deze spontane negatieve reactie kan het helpen om je voor te stellen, dit erkent vervalt bij aanleg van het ‘wetland’ van minimaal 17.000 dat het IJmeer in zijn actuele gedaante een merendistrict zou zijn ha ook de noodzaak van compensatie van natuurwaarden in het (what if…?), waar een groot deel van de aanwezige plassen in de regio IJmeer bij buitendijkse stadsuitleg van Almere en Lelystad (en kleinere zouden passen. Als iemand in díe situatie zou voorstellen om daar één plannen daartoe langs de kust van Noord-Holland) en aanleg van

013. Bloembollenkweekgebieden What if this were the existing landscape? 13 IJmeerverbindingen. Overigens doen randstructuren (gradiënten tussen verbreed tot ‘zinvolle afronding van het Zuiderzeeproject in de geest nat en droog) natuurwaarden eerder toenemen dan afnemen. van de maker’. Daarmee is een nieuwe dynamiek ontstaan, mede omdat zo ruimte ontstond tot samenwerking met anderen. Deze Het hoge slibgehalte in het Markermeer, de daardoor veroorzaakte koerswijziging viel, niet toevallig, samen met de voorbereiding van vertroebeling van het water en de negatieve gevolgen daarvan op een Omgevingsplan van Flevoland, dat perspectief bood op een meer de voedselvoorziening van de watervogels zou zijn veroorzaakt door integrale benadering van de opgaven in deze provincie, met name de aanleg van de Houtribdijk. Dit is een misverstand. De kom van de wisselwerking van natuurontwikkeling en stadsontwikkeling. is sinds de Middeleeuwen geleidelijk dichtgeslibd met zeeklei. Zo ontstond een ondiep brakwatergebied dat, gelet op de Toelichting verhouding tussen groot oppervlak en geringe diepte in ons winderige In 2005 heeft de VVM, met het oog op de actuele discussie, het klimaat, altijd al voor troebel water zorgde. Deze zeekleibodem in doel van de Vereniging statutair gewijzigd van ‘uitvoering van de ondiepe kom van de Zuiderzee was juist de reden om daar de de Markerwaard, conform het plan Lely’ in ‘Afronding van het grote landaanwinningen in het plan Lely te projecteren. Het is niet Zuiderzeeproject in de geest van de maker’. Daarmee wordt door de aanleg van de Houtribdijk die voor slibproblemen zorgt, maar de de VVM niet langer een plan uit 1918, maar de actuele situatie als natuurlijke gesteldheid van de waterbodem en de beslissing om de vertrekpunt genomen en kon een open discussie worden gevoerd met Markerwaard niet aan te leggen (en zo de strijklengte van de wind anderen over wat als zinvolle afronding’ kan worden beschouwd. Dan lang te laten) gaat de VVM ook een samenwerkingsverband (SAMM) aan met de stichting Verantwoord Beheer IJsselmeer (VBIJ), het Genootschap Flevo De schaalsprong in bereikbaarheid kan worden beperkt tot een en de Kamer van Koophandel van (toen nog) Flevoland, inmiddels railverbinding Schiphol-Lelystad via IJburg-Almere. Dit is een onjuiste de KvK Eem, Gooi en Flevoland, in 2008 uitgebreid met de KvK veronderstelling. Evenwichtige stedelijke ontwikkeling in Noord- Noordwest-Holland. SAMM organiseert in 2005 en 2006 goed bezochte Holland en Flevoland is gediend met meer en betere interregionale themabijeenkomsten over plannen voor het Markermeer en over verbindingen tussen deze provincies en het oosten van het land. Ook waterhuishouding. de positieve milieueffecten van goederenvervoer over water verdienen meer aandacht. De schaalsprong van Almere is in de plannen van rijk In 2006 publiceert de VVM de brochure ‘Het Markermeer als kans’. en regio onderdeel van de metropoolregio Amsterdam. De plannen De centrale boodschap daarvan is dat minimaliseren van ruimteclaims voor Almere zijn daarom ook eenzijdig op Amsterdam gericht. Dat lijkt in Markermeer en IJmeer een positieve bijdrage levert aan zowel het een onjuiste veronderstelling. De oriëntatie van Almere op Utrecht, als verruimen van de mogelijkheden voor verschillende inrichtingsplannen ‘draaischijf’ van Nederland’ komt er in de RAAM-brief bekaaid van af. als het open houden van ontwikkelingen in de toekomst. Daarin is ook opgenomen het richtsnoer voor het handelen van de VVM, dat de Op de onjuistheid van deze eenzijdig op Amsterdam georiënteerde leden bij de statutenwijziging hebben vastgesteld. Dit richtsnoer omvat positionering van Almere is in hoofdstuk 6, onder het kopje zeven punten, als volgt: ‘optimaliseren verbindingen’ al eerder ingegaan.

10. INZET VAN DE VVM 1- De actuele situatie van het Markermeer, en niet een plan uit 1918, dient als vertrekpunt voor inrichtingsplannen; Sinds zijn oprichting in 1985 heeft de Vereniging Vrienden van de 2- Het ontwikkelen van de potenties van het gebied is gericht Markerwaard zich 20 jaar ingezet voor complete uitvoering van het op het verhogen van de waarde ervan, ten bate van het plan Lely, inclusief de Markerwaard. In 2005 heeft de vereniging gebied zelf, de provincies Flevoland en Noord-Holland en van besloten tot een koerswijziging en de doelstelling van de VVM Nederland;

014. Peipsimeer, wetland in Estland 14 3- Het belang van de wateren in het IJsselmeergebied voor op het in september 2009 door de Stuurgroep TMIJ gepubliceerde waterbeheer en milieubeheer staan centraal; Toekomstbeeld Markermeer en IJmeer, maar ook op de lessen, die uit 4- Ontwikkeling van natuurwaarden wordt bevorderd, zowel als de SAMM-inventarisatie van alle plannen zijn getrokken, met name op doel op zichzelf, als met het oog op de door Flevoland het gebied van verbindingen en recreatie. voorgestelde ‘saldobenadering’ (een term om de veerkracht van het ecosysteem aan te duiden); De opdracht tot optimalisatie van de voorstellen in de RAAM-brief 5- Landaanwinning en ontgrondingen worden bevorderd, zowel spitsen zich toe op de ecologische maatregelen (in het bijzonder als vorm van inrichting als met het oog op de financiële het oermoeras) en op de IJmeerverbinding. De VVM voegt daar opbrengsten ervan; uitdrukkelijk die voor de recreatiemogelijkheden aan toe. Dit geldt in 6- De recreatieve potenties van Markermeer en IJmeer zijn het bijzonder voor het IJmeer, dat voor de 1 à 1,5 miljoen inwoners onderontwikkeld; ontwikkeling daarvan wordt bevorderd; van de omliggende regio dient als centraal gelegen ‘waterpark’. Die 7- Een creatieve verkenning van de potenties van het Markermeer ontwikkeling is ook voorzien in de structuurvisie van het rijk uit 2002. vergt een meer kansgerichte benadering dan alleen oplossen Zoals eerder vermeld, richten de optimaliseringsvoorstellen in van actuele problemen. Markermeer meer waard zich in de eerste plaats op het verbeteren van de gebruikswaarde, waarbij meervoudig ruimtegebruik voorop staat. In In 2008 neemt de VVM actief deel in de inventarisatie door SAMM financiële termen vergt optimalisering verlagen van inrichtingkosten en van inrichtingsvoorstellen voor Markermeer en IJmeer, die op verzoek verhogen van opbrengsten. Ook fasering speelt dan een rol, waaronder van de Stuurgroep TMIJ plaatsvindt. In dat kader publiceert de VVM selectie van actuele opgaven. zelf het plan Markermeer Plus. Tevens dient de VVM een zienswijze in op het ontwerp Voor de ecologische optimalisering richt Markermeer meer waard aanwijzingsbesluit van Markermeer en IJmeer (68.000 ha) als beschermd zich met name op een andere oplossing van het in de RAAM-brief natuurgebied. De strekking daarvan is dat op grond van vogeltellingen voorgestelde oermoeras. De VVM heeft dit eigen voorstel laten toetsen in randmeren en polderplassen van Flevoland met 17.000 ha kan door zijn Wetenschappelijke Commissie (bijlage 1). Bovendien is voor worden volstaan. Verdergaande ruimteclaims voor natuurontwikkeling dit onderdeel een raming gemaakt van de benodigde investeringen dienen via de wet ruimtelijke ordening te worden behandeld. (bijlage 2). Voor de combinatie van een verbeterde gebruikswaarde SAMM organiseert dat jaar een themabijeenkomst over op het gebied van recreatie en bereikbaarheid is volstaan met een Klimaatverandering en Landbouw. toelichting op deze verbeteringen. Voor een serieuze kostenraming zijn de voorstellen te globaal. Voor wat betreft de voorgestelde In 2009 neemt de VVM actief deel in de presentatie van de 24 verbindingen wordt slechts opgemerkt dat reeds een blik op de kaart inrichtingsvoorstellen, die de inventarisatie heeft opgeleverd. Na een rapport duidelijk maakt dat deze beide zijn gesitueerd in aanzienlijk minder van een Commissie van Deskundigen vindt dit plaats via exposities van de intensief gebruikte gebieden dan het voorstel uit de RAAM-brief. Of plannen in Lelystad en Monnickendam en een vierde themabijeenkomst in het effect daarvan zal leiden tot ‘twee voor de prijs van één’ staat Lelystad bij de opening van de expositie over de ingediende plannen. Zie nog te bezien. Daartoe zal ook de hogere recreatiewaarde van deze pg. 0.15 verbindingen en de betere grondslag voor een buitendijkse uitbreiding van Almere in beschouwing moeten worden genomen. In 2010 dient de VVM een beroepschrift in tegen de afwijzing van de Meer in het algemeen is de vraag aan wie kosten en opbrengsten zienswijze uit 2008 door de minister van LNV. Ook wordt Markermeer van de inrichtingsvoorstellen voor Markermeer en IJmeer worden Plus doorontwikkeld tot Markermeer meer waard, als bijdrage aan toegerekend. De VVM beschouwt ze als werken ter afronding van het de optimalisering van dit toekomstbeeld, die in de RAAM-brief is Zuiderzeeproject. Het rijk is sinds 1918 verantwoordelijk voor dit grote aangekondigd. Markermeer meer waard berust daartoe niet alleen project. De voorstellen in de RAAM-brief zijn grotendeels veroorzaakt

015. 24 inrichtingsvoorstellen Markermeer-IJmeer (bron SAMM-rapport, februari 2009) 15 door de beslissing van het rijk om van aanleg van de Markerwaard af BIJLAGE 1. WETENSCHAPPELIJKE COMMISSIE VVM te zien (dijkversterkingen, milieumaatregelen, recreatievoorzieningen, Advies betreffende het ontwerp Markermeer Meer Waard verbindingen). Maar niet alleen historisch, maar ook actueel is het rijk als grondeigenaar en waterbeheerder als eerste verantwoordelijk voor 1- VVM-adviesvraag. een verantwoorde afronding en oplevering van het Zuiderzeeproject. Het concept voor een seizoenvolgend peil als gepresenteerd in de Indien het rijk, gegeven de bestuurlijke normalisering door instellen van VVM brochure “Markermeer Plus” (2008) en de toelichting “Markermeer gemeenten en een provincie, deze primaire verantwoordelijkheid niet Plus, verhelderd”(2009) is doorontwikkeld naar een inrichtingsontwerp langer zou erkennen dan zou ook de grondeigendom aan provincie en/ Markermeer meer waard. Door een lage delingsdam wordt het of gemeenten moeten worden overgedragen met een afkoopsom voor Markermeer ingedeeld in een westelijke Randmeer/IJmeer compartiment toekomstige beheerslasten. en een centraal/oostelijk Markermeercompartiment (‘wetland’). In beginsel wordt op het westelijke compartiment het huidige Lelystad, maart 2011 peilbeheer gecontinueerd ( -20/-40 cm NAP) Het peilverloop op het Markermeercompartiment wordt bepaald door neerslag en verdamping a Bestuur Vereniging Vrienden van de Markerwaard: waarbij in droge jaren het waterpeil kan uitzakken tot ver beneden het D.H.Frieling, voorzitter, Amsterdam huidige zomerpeil. J. Paulus, secretaris, Zeewolde J. Bosma, penningmeester, Lemmer Omdat de delingsdam in het ‘wetland’ aan de Markermeerzijde voorzien N.C. van de Giesen, Delft zal worden van ondiepe oevers zullen hier naarmate het waterpeil B. Gijsberts, Almere uitzakt grotere oeverzones tijdelijk droogvallen. In de winter en het M. Horselenberg, Lelystad vroege voorjaar hebben beide compartimenten eenzelfde streefpeil W.P. Keur, Nagele en kunnen de beide compartimenten desgewenst met elkaar in open M.J.H.P. Pinkers, Bennekom verbinding staan. Er is dan geen sprake van compartimentering. M.C.J. Zandwijk, Noordwijk c a. Kustbescherming Noordhollandse kust R.J. Zee, Den Dolder 6 VRAGEN: b. IJmeerverbinding c. Proefproject wetland / oermoeras 1 waterhuishouding. Welke zijn de effecten van de compartimentering voor het waterhuishoudkundig systeem? Op welke wijze worden de waterafvoer, b waterdoorvoer, waterberging, watervoorraadvorming en watervoorziening van en naar aangrenzende gebieden beïnvloed? Zijn deze positief of negatief ten opzichte van de huidige situatie? Welke verbeteringen op het ontwerp zijn hier wenselijk?.

2 wind en slib dynamiek Welke zijn de effecten van de delingsdam op de golfdynamiek. Hoe beoordeelt u de effecten op de slibopwerveling?.

3 waterkwaliteit Hoe beoordeelt u de effecten op de waterkwaliteit van elk van de compartimenten?.

016. Actuele opgave 16 4 ruimtelijke kwaliteit de huidige situatie immers vrijwel alle de waterkwaliteitsbepalende IJsselmeer en de Oosterschelde blijven beide compartimenten elke begrazingsbeheer noodzakelijk zijn. Hoe beoordeelt u de effecten op de ruimtelijke kwaliteiten van het condities blijven ongewijzigd. afzonderlijk van een schaal die nergens elders in Nederland voorkomt. Een natuurvolgend peil biedt grotere zekerheid op een ecologische gebied? De gemiddelde verblijfstijd, over de zomerperiode gemeten, zal iets En zeker niet als ‘wetland’. Het IJsselmeergebied kent geen meren schaalsprong. afnemen. met een natuurlijk peilverloop. De op natuurlijke wijze droogvallende 5 ruimtelijke ontwikkeling oevers van het ‘wetland’ (zowel variant A als B) voegen aan het Lelystad, maart 2011 Worden de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden ingeperkt of Op de uitlopers naar Hoorn / Enhkuizen slibopwerveling afnemen, IJsselmeergebied een uniek milieutype toe. verruimd? Hoe beoordeelt u deze? het doorzicht toenemen. De waterkwaliteit zal mogelijk tenderen naar WETENSCHAPPELIJKE COMMISSIE VVM die van het Gooimeer. Dat geldt ook voor de uitloper naar Lelystad. 5 Ruimtelijke ontwikkeling Prof. dr. J de Jong, (voorzitter) 6 ecologische kwaliteit. Zij het dat het Gooimeer ondieper is. Het areaal onderwatervegaties Alle denkbare lokale ruimtelijke ontwikkelingen blijven mogelijk en Prof. dr. W. P. Cofino Hoe beoordeelt u de effecten van de inrichtingsmaatregelen op de kan toenemen in de ondiepe oeverzones tussen Edam en Hoorn, worden niet ingeperkt. Hoewel Markermeer meer waard voorstelt Prof. ir. A. Geuze ecologische kwaliteit van het gebied? elders blijft het te diep tenzij nieuwe ondiepe oevers worden om een onderscheid te maken tussen het ‘wetland’ als beschermd Prof. dr. ir. N. C. van de Giesen aangelegd. Verwacht mag worden dat het westelijke randmeer (incl. natuurgebied en IJmeer + randmeren als recreatiegebied, is het Ir. M. Pinkers (secretaris) IJmeer, Gooimeer, etc) helder en plantenrijk (veel laagblijvende desgewenst mogelijk beide compartimenten beschikbaar te houden als 6 ADVIEZEN: kranswieren) zal worden met een gevarieerde visstand. Incidentele grootschalig vaargebied. (dit vergt dan wel een of meer sluizen omdat blauwalgenoverlast is niet helemaal te voorkomen, maar in het in de zomer de waterpeilen in ‘wetland’ en randmeren verschillen). 1 waterhuishouding algemeen zal de waterkwaliteit goed zijn. Voorwaarden zijn: laag De delingskade biedt ruimte voor recreatieve steunpunten / vaardoelen. De afvoer van water, de doorvoer van water en de mogelijkheden voor houden fosfaatbelasting en aanvullende beheersvisserijen op brasem. Landaanwinningen (van op te spuiten moeras tot stedelijk gebied) de watervoorziening naar Noord en Midden Holland blijven ongewijzigd. Het grote 'wetland’ (variant A) heeft grote potenties voor waterkwaliteit blijven in beide compartimenten mogelijk, indien gewenst. Ook de mogelijkheden tot berging van water blijven ongewijzigd. In en ecologie. na en voorjaar kunnen beide compartimenten gebruikt worden voor 6 Ecologische kwaliteit waterberging zoals dat ook in de huidige situatie het geval is. Voor de In het winterseizoen, als beide meren een geheel vormen zal de De huidige milieu kwaliteiten van het gebied worden niet aangetast. In watervoorraadvorming is het Markermeer niet nodig. Voorraadvorming waterkwaliteit minstens die van het westelijke compartiment zijn. In het het westelijk compartiment treedt lokaal enige (IJmeer) tot aanzienlijke vindt plaats op het IJsselmeer. Voorraadvorming op het westelijke zomerseizoen zal de water- en ecologische kwaliteit van het oostelijke verbetering op door minder slibwerveling, meer doorzicht en uitbreiding Randmeer / IJmeer compartiment blijft mogelijk. Het centrale/oostelijke compartiment zich nog gunstiger ontwikkelen. Dit compartiment zal van onderwatervegetaties. Markermeercompartiment heeft geen noodzakelijke functie voor de dan vrij zijn van gebiedsvreemd water, en ook hier zal de helderheid waterafvoer, doorvoer of voorraadvorming te vervullen. sterk toenemen door aanzienlijke vermindering van de slibopwerveling. Aan deze bestaande milieutypes wordt een in het IJsselmeergebied niet Omdat in het ontwerp grote oppervlakten ondiepe oevers zijn voorzien voorkomend mileutype toegevoegd. Dat van laaglandmeren met een 2 wind en slibdynamiek die droogvallen bij het uitzakken van het peil door verdamping wordt natuurlijk peilverloop waarin de winterse overspoelingszone in voorjaar Door de aanleg van de delingskade wordt de wind-strijklengte die een ecologisch rijk milieu verwacht dat elders in het IJsselmeergebied en zomer droogvallen. De ecologische kwaliteiten van dit laaglandmeer bepalend is voor de golfopwekking en slibopwerveling aanzienlijke niet op deze schaal voorkomt, behoudens de Oostvaardersplassen. De ( 40.000 ha, respectievelijk 17.000 ha) worden vrijwel volledig bepaald beperkt. In het IJmeer blijft de golfdynamiek (vrijwel) ongewijzigd. ecologische verrijking van het gebied mag op zijn minst gelijk worden door natuurlijke ecologische processen van zelfsturing: het is een De ‘uitlopers’ van het westelijke compartiment langs Hoorn tot gesteld aan die van de Oostvaardersplassen in jong successiestadium. zelfregulerend systeem. Enkhuizen worden onder alle omstandigheden rustiger (vaar) water. Omdat voor de aanleg van de kade traditionele technieken worden De slibopwerveling zal (aanzienlijk) afnemen en het doorzicht van het toegepast is deze verwachting vrij van ecologische risico’s. De effecten van de maatregelen op de ecologische kwaliteit van water zal toenemen. In het ‘wetland’ (het Markermeercompartiment) het gebied zijn groter naarmate er grotere oppervlakten aan oevers waar vanwege de dieper gelegen bodem de golf- en slibopwerveling al 4 Ruimtelijke kwaliteit droogvallen. Bij gelijke oppervlakten moet aan het droogvallen van geringer is zal dit nog verder afnemen. De lage delingskade ligt ver uit het zicht vanaf de oever. Plaatselijk oeverarealen als gevolg van natuurlijke peilvariaties groter waarden zal op deze kade begroeiing ontstaan, met name aan de zijde van worden toegekend. (zelfsturend systeem). Het instandhouden 3 waterkwaliteit het ‘wetland’. Landschappelijk en ruimtelijk zal zo meer differentiatie van pioniermilieus kan bij een natuurvolgend peil van nature De waterkwaliteit van het IJmeer zal niet wezenlijke verschillen van en herkenbaarheid van de verschillende meerdelen ontstaan. Na het plaatsvinden, bij een stagnant of seizoensgebonden peil zal aanvullend

017. 17 BIJLAGE 2. VERKENNENDE RAMING KOSTEN KADEN EN oever tegen de kade na inklinking op 0,00 m+NAP komt te liggen en de beneden kant op 1,50 m-NAP. Bij dat niveau wordt OPHOGINGEN IN HET MARKERMEER de flauwe oever opgesloten door een zandkade (Figuur 5). Talud van de flauwe oever 1:30; Op verzoek van de Vereniging Vrienden van de Markerwaard zijn verkennende ramingen gemaakt voor de kosten van kaden en • voor Profiel III bij de ophoging in het Noordoosten is rekening ophogingen in het Markermeer. Er is uitgegaan van ‘wetlands’ met gehouden met 0,75 m inklinking en een bodemdiepte van het oppervlakten van respectievelijk 17.000 en 40.000 ha, zoals weergegeven Markermeer ter plaatse van 2,00 m-NAP. Deze bodemdiepte is ter in de Figuren 1 en 2. Tevens is gekeken naar het proefproject plaatse ook aangehouden voor de kade. Ophoging aanbrengen natuurontwikkeling in het Markermeer ter hoogte van het gemaal op 0,75 m+NAP, zodat hij na inklinking ongeveer eindigt op NAP de Blocq van Kuffeler in Almere bestaande uit twee gebiedjes, en er geulen in kunnen ontstaan; zoals aangegeven in Figuur 3. Het zuidelijke gebiedje betreft een • uitgraven cunet en deponeren grond in de omgeving € 4 per poldertje voor natte natuur (bak met water met seizoenvolgend peil m3; en flauwe taluds) en het noordelijke gebiedje betreft een buitendijkse • aanbrengen oeververdediging van 3 m-NAP tot 1.5 m+NAP, zandopspuiting voor een oermoeras op ongeveer NAP. Deze laagdikte 0,60 m, alsmede op de kruin € 50 per m2; zandopspuiting kan, indien gewenst, te zijner tijd worden omgezet • aanbrengen van zand uit de omgeving € 3 per m3; in industrieterrein. Tussen beide gebiedjes door is uitgegaan van een • verwerken klei vanuit cunet en verspuiten in de ophoging kanaal vanuit de schutsluis naast gemaal de Blocq van Kuffeler. gemiddeld € 5 per m3. • voor de kade rond het zuidelijke gebied proefproject natuur Uitgangspunten is rekening gehouden met een weg erover, waardoor voor de kruinbreedte is uitgegaan van 10 m (twee rijstroken van 3 m en Bij het opstellen van de verkennende ramingen zijn drie standaard aan weerszijden 2 m berm). Voor de kruinhoogte is uitgegaan profielen gehanteerd. Voor de te nemen maatregelen zijn bij alle van 1.0 m+NAP. Voor het noordelijke gebied is uitgegaan van profielen de volgende uitgangspunten en eenheidsprijzen gehanteerd: een oermoeras aan open water Hierbij is uitgegaan van een • bij de profielen I (Figuur 4) en II (Figuur 5) ligt de kruin zandopspuiting die uiteindelijk gemiddeld moet komen te liggen van de kade na inklinking op 1,00 m+NAP en is deze 1,00 op circa NAP. In verband hiermee wordt uitgegaan van een m breed. Talud van de kade aan weerskanten 1:3. De kade aanleghoogte van 1,50 m+NAP. Indien gewenst kan een toplaag Figuur 1. Wetland Markermeer met Figuur 2. Wetland Markermeer met een Figuur 3. Proefproject natuurontwikkeling in bestaat uit een zandlichaam op een ontgraven cunet. Op het van klei worden aangebracht. Qua prijs zal dit niet leiden tot een oppervlakte van 17.000 ha oppervlakte van 40.000 ha het Markermeer ter hoogte van het gemaal zandlichaam is over een zekere breedte een oeververdediging. significante verschillen. Aan de kant van het kanaal tussen het de Blocq van Kuffeler in Almere Er is rekening gehouden met inklinking van de kade van 0,50 zuidelijke en noordelijke deel wordt de opspuiting opgesloten m. Dit betekent dat de kruin bij aanbrengen komt te liggen op door een kade, zoals weergegeven in Figuur 2. 1,50 m+NAP. In geval van flauwe oevers, of ophoging aan de binnenkant van de kade is er alleen een oeververdediging aan de buitenkant (randmeren en Oostvaardersdiep) van de kade. Bij Profiel III (Figuur 6) is ervan uitgegaan dat voor de kade geen grondverbetering hoeft te worden aangebracht; • bij de flauwe oevers, of de ophoging is er geen grondverbetering (cunet) buiten het profiel van de kade; • voor de flauwe oevers is rekening gehouden met 1,00 m inklinking op zodanige wijze dat de bovenkant van de flauwe

018. 18 Profiel 1 • bodem Markermeer 2.00 m-NAP; Een kade op een grondverbetering van zand. Het hierbij gehanteerde • inklinking kade 0,50 m; profiel is weergegeven in Figuur 4a enb. • lichaam kade van zand; • oeververdediging aan de buitenkant en op de kruin (1,00 m); Bij Profiel I horen de volgende waarden: • onder de ophoging geen grondverbetering. Ophoging 3 * 6 km2, • bodem Markermeer 4.00 m-NAP; of wel 1.800 ha; • dikte Holocene kleilaag 6.00 m; • ophoging loopt uit in flauwe oever zonder opsluiting door • ontgraving tot 1.5 m boven de onderkant van de kleilaag (8,5 een zandkade. N.B. Hier is vermoedelijk in de beginfase een m-NAP); probleem, omdat deze ophoging aan de lage wal ligt. Dit • lichaam kade van zand; kan betekenen dat hier ook een oeververdediging mot worde • oeververdediging aan weerskanten. aangebracht. Deze is nu niet meegenomen in de raming. Figuur 4 - profiel I Voor de zandophoging van het noordelijke gebiedje bij de Blocq van Figuur 4b. Profiel I - kade op grondverbetering (niet op schaal) Kuffeler zijn bij Profiel III, gerekend vanaf het kanaal de volgende andere waarden gehanteerd: • bodem Markermeer 4.00 m-NAP; Profiel II • kade langs het kanaal conform Profiel II, maar met een 10 m brede kruin; Een kade op een grondverbetering van zand met aan de binnenkant een flauwe oever. Het hierbij gehanteerde profiel is weergegeven in Figuur 6. Profiel III - kade op grondverbetering met aan de binnenkant Figuur 5a en 5b. en langs dijk Enkhuizen - Lelystad ophoging (niet op schaal)

Bij Profiel II horen de volgende waarden: Verkennende ramingen • bodem Markermeer 4.00 m-NAP; Voor de verkennende ramingen is een spreadsheet opgesteld die is Figuur 5 - profiel II • dikte Holocene kleilaag 6.00 m; • ontgraving ter plaatse van de kade tot 1.5 m boven de gebaseerd op de aangegeven standaardprofielen en eenheidsprijzen. onderkant van de kleilaag (8,5 m-NAP); Deze kan eenvoudig worden aangepast als andere uitgangspunten en • lichaam kade van zand; eenheidsprijzen zouden moeten worden doorgerekend. Van belang is • oeververdediging aan de buitenkant en op de kruin (1,00 m); hierbij om te vermelden dat Domeinrechten niet in de verkennende • onder de flauwe over geen grondverbetering; ramingen zijn meegenomen. Als deze inderdaad door het Rijk zouden • flauwe oever op 1,50 m-NAP opgesloten door een zandkade die worden geclaimd hebben zij een betekenende invloed op de totale rust op de Holocene klei. kosten.

Profiel III De resultaten van de berekening zijn samengevat in Tabel 1 (pg 20)

Een kade op een grondverbetering van zand met aan de binnenkant een flauwe oever. Het hierbij gehanteerde profiel is weergegeven in Figuur 6. Figuur 6 - profiel III Bij Profiel III horen voor de wetlands de volgende waarden:

019. 19 Tabel 1 (getallen in de kolommen zijn in miljoenen euro’s) Tabel 1. Verkennende raming kosten in miljoen € op basis van de (Figuren 1, 2 en 3 op panina 019)

Kosten per km Aantal km Totaal *) kruinbreedte 10 m. Wetland Markermeer met oppervlakte 17.000 ha (Figuur 1) Uit Tabel 1 kan worden afgeleid dat de totale kosten van respectievelijk € 284 miljoen voor het wetland van 17.000 ha en € 321 Profiel I 1,51 13 20 miljoen voor het wetland van 40.000 ha vooral worden bepaald door 2 1 oeververdediging Profiel II 1,11 13 14 de ophoging in het Noordoosten. Dit wordt veroorzaakt door het grote 1 2 zand Profiel III 83,00 3 250 2 3 1 3 Holoceen klei aantal m klei dat hiermee gemoeid is en de eenheidsprijs van € 5 per 4 Pleistoceen zand m3. Ik ben daarbij voor de ophoging op het Enkhuizerzand uitgegaan Sub-totaal 284 van 1,800 ha met daaromheen flauwe oevers. Voor het proefproject natuurontwikkeling worden de totale kosten ad. € 68 miljoen vooral Wetland Markermeer met oppervlakte 40.000 ha (Figuur 2) 3 bepaald door de zandopspuiting van het noordelijke gebiedje, waarvoor 3 de kosten ruwweg kunnen worden geraamd op € 53 miljoen. Profiel I 1,51 27 41 Profiel II 1,11 27 30 Bij al deze getallen moet worden opgemerkt dat het verkennende Profiel III 83,00 3 250 4 4 ramingen zijn die de orde van grootte goed weergeven, maar zeker niet exact zijn. Hierbij zijn vooral de oppervlakte en locatie van de Sub-totaal 321 ophogingen van invloed, omdat deze de kosten domineren.

Proefproject natuur zuidelijk deel natte natuur (Figuur 3)

Profiel I *) 2,38 2 5 Profiel II *) 1,81 5,4 10

Figuur 4a. Doorsnede dijkprofiel I Sub-totaal 15

Proefproject natuur noordelijk deel oermoeras (Figuur 3)

Profiel I *) 2,38 3 7 Zandopspuiting 16.5 (per m2) 280 ha 46

Sub-totaal 53

Figuur 5a. Kade op grondverbetering met Totalen aan de binnenkant flauwe oever conform Profiel II (niet op schaal) Totaal 17.000 ha 352 Totaal 40.000 ha 389

020. 20 AANVULLENDE VERKENNENDE RAMINGEN peilverloop; • invloed van een strekdam op opwaaiing bij Hoorn. Tevens zijn enkele aanvullende verkennende ramingen gemaakt. Het betreft: Neerslag, verdamping en het resterende peilverloop • fase 1a, de dam voor de kust van Noord-Holland. Uitgaande van een lengte van 15 km, voor de helft als kade (profiel I) en Figuur 7 geeft de gemiddelde maandelijkse neerslag, verdamping van voor de helft met voorland (Profiel II) kunnen de kosten worden open water en de referentie verdamping van een begroeid oppervlak geraamd op € 30 miljoen (zie ook Figuur 1). Indien de kade met een referentie gewas. volledig conform Profiel II zou worden uitgevoerd, dan kunnen de kosten worde geraamd op € 25 miljoen. Hierbij is uitgegaan 140 120 van plaatselijk ook enkele verbredingen en de flauwe taluds aan 100 de oostkant; 80 • als de oorspronkelijke twee alternatieven (17.000 en 40.000 ha), 60 maar nu met een peilverlaging van bijvoorbeeld twee meter mm/maand . 40 binnen de kaden. Omdat de kruin van de kade nog steeds op 20 1.50 m+NAP moet worden aangelegd vanwege het peil in de 0 randmeren zal een dergelijke peilverlaging niet zoveel uitmaken. Jan Feb Mrt Apr May Jun Jul Aug Sep Oct Nov Dec De kade moet wellicht zelfs sterker worden uitgevoerd omdat Maand aan weerskanten een peilverschil van zo’n 2.00 m ontstaat; • als oorspronkelijke plan, maar nu met een aaneengesloten Neerslag Open water verdamping Referentie gewas verdamping plasdrasgebied van respectievelijk 3.000 en 6.000 ha (uitgebreid Figuur 7. Neerslag en verdamping profiel III). In de oorspronkelijke varianten zit een ophoging van 1.800 ha vooral op het Enkhuizerzand. Het resterende deel Bij het Markermeer betreft het verdamping van open water. Wanneer van de grotere ophogingen (respectievelijk 1.200 en 4.200 ha) wordt uitgegaan van een peil van 0,40 m-NAP per 1 april, dan is het zullen in dieper water komen te liggen. Gaan we uit van een gemiddeld te verwachten ‘natuurlijk’ peilverloop weergegeven in Figuur gemiddelde diepte van de waterbodem van 3,5 m-NAP en 1,5 m 8. Eind maart in het volgende jaar zou het peil dan uitkomen op 0,31 zetting van de op te brengen klei, dan kunnen de meerkosten m-NAP. Men moet dus – ik neem aan in de winterperiode - water worden geraamd op respectievelijk € 300 miljoen en € 1,050 gaan aflaten. In totaal gemiddeld 0,09 m. Over het hele oppervlak miljoen; van zeg 60,000 ha komt dit neer op 54 miljoen m3. Zeg dat men • als oorspronkelijke plan, maar nu met respectievelijk 3.000 hiervoor drie maanden de tijd neemt. Het komt er dan op neer dat en 6.000 ha plasdrasgebied (50% volgens profiel II en voor gemiddeld per dag 600.000 m3 moet worden afgelaten, ofwel circa 7 50% volgens profiel III). Op overeenkomstige wijze als bij het m3/s. Ervan uitgaande dat het peil aan de buitenkant op m-NAP wordt voorgaande punt kunnen de meerkosten dan worden geraamd op gehandhaafd moet gebruik maken van verschil in opwaaiing, maar ook respectievelijk € 300 miljoen en € 540 miljoen. uitgaan van een lage stroomsnelheid door het aflaat/inlaat werk, zeg 0,25 m/s. Dan dient de grootte van de kokers in totaal 28 m2 te zijn. Antwoord op enkele andere vragen

Naar aanleiding van enkele andere vragen zijn twee zaken nagegaan. Het betreft: • neerslag en verdamping op het Markermeer en het resulterende

021. Geulenstelsel bodem IJsselmeergebied en Waddenzee 21 Peil in m+NAP

0.00 -0.10 -0.20 -0.30 -0.40 m+NAP -0.50 -0.60 -0.70 Apr May Jun Jul Aug Sep Oct Nov Dec Jan Feb Mrt Maand

Figuur 8. Gemiddeld op het Markermeer te verwachten ‘natuurlijk’ peilverloop als wordt uitgegaan van een peil van 0,40 m-NAP per 1 april

Om het aflaten van water in de winter te vergemakkelijken is het beter om op 1 april uit te gaan van een peil van niet lager dan 0.20 m-NAP.

Invloed strekdam op opwaaiing bij Hoornse Hop

Een andere vraag betreft het effect van een strekdam voor het Hoornse Hop. Bij aanleg van een dergelijke strekdam, wordt de strijklengte gereduceerd van circa 12.5 km naar circa 2.5 km. Voor de maximale golfhoogte betekent dit dat deze wordt teruggebracht van circa 2.0 m naar circa 1.0 m. Dit komt dus neer op ongeveer een halvering en dat lijkt me zeer betekenend.

Prof. Bart Schultz

022. Gooimeer nabij Stichtsebrug (A27) 22 Bestuur Vereniging Vrienden van de Markerwaard: U kunt lid worden van de VVM via de website: D.H. Frieling voorzitter Amsterdam www.vriendenvandemarkerwaard.nl J. Paulus, secretaris Zeewolde J. Bosma, penningmeester Lemmer B. Gijsberts Almere M. Horselenberg Lelystad W.P. Keur Nagele M.J.H.P. Pinkers Bennekom M.C.J. Zandwijk Noordwijk R.J. Zee Den Dolder

Colofon Auteur: Dirk Frieling Werkgroep Markermeer Meer Waard bestaande uit: J. Adema, architect Ir. J.W. Bruggenkamp, landschapsarchitect Prof. ir. D.H. Frieling Ir. H. de Heij, verkeerskundige Ing. J. Paulus, projectmanager Grontmij Ir. M.J.H.P Pinkers, planoloog Prof. dr. ir. B. Schultz, waterbouwkundige

Redactie: Dirk Frieling en Jerome Adema Opmaak en pre-press: Frank Greiner, Almere Illustraties, kaarten en impressies: Jerome Adema, Jerome Adema Architects Foto omslag: Jaap Paulus, Grontmij Foto pg. 022 en achterzijde: Frits Barendsen / fotoboot.nl Drukwerk: GraphX, Almere Citeren toegestaan, mits met bronvermelding!