50 Koud bloed nr. 25 Verzamelaar van de maffia door Marnix Brendel Met foto’s van Fjodor Buis Op het Achtuurjournaal van 16 december 1985, ik was toen 15 jaar oud, zag ik het levenloze lichaam van Paul Castellano, de baas der bazen, op de stoep liggen voor zijn favoriete restaurant, Sparks Steak House, in . Voordat hij zich te goed had kunnen doen aan zijn favoriete steak waren vier identiek geklede mannen uit alle vier de windrichtingen op hem toegelopen en hadden hun wapens op hem geleegd. Big Paul had geen schijn van kans gehad. Twintig jaar later wist ik de hand te leggen op de originele Amerikaanse kranten die op de voorpagina verslag deden van deze machtswisseling binnen het criminele milieu. De gangster had (misdaad)geschiedenis geschreven. Hij was de nieuwe baas van de Gambino-familie, een van New Yorks vijf grootste maffiafamilies. Mijn fascinatie is zodoende al van jongs af aan aanwezig en zou worden aangewakkerd bij de aanschaf van mijn eerste verzamelstuk: het Amerikaanse staatsburgerschap van de beruchte maffiabaas Giuseppe ‘Joe Bananas’ Bonanno. Zo’n tien jaar geleden zag ik het document op een veiling voorbijkomen en de link met de film The Godfather was snel gemaakt. Ik bracht een bod uit, om vervolgens tot mijn verbazing te zien dat ik dit absolute topstuk gewonnen had. Een hobby was geboren en is inmiddels uitgegroeid tot een van de grootste particuliere verzamelingen ter wereld over de georganiseerde misdaad en de maffia in het bijzonder. Het merendeel van mijn verzamelstukken heb ik gevonden op veilingen, via collega-verzamelaars of omdat ik door Foto links: Marnix Brendel aanbieders van bijzondere objecten benaderd werd. In de Foto volgende pagina’s: maffia- afgelopen tien jaar heb ik zo een heel netwerk opgebouwd. baas Paul Castellano en body- Mijn verzameling bestaat onder andere uit honderden guard Thomas Bilotti zijn originele foto’s, kledingstukken, opsporingsposters, politie- neergeschoten voor de deur van identificatieboeken, gevangeniscorrespondentie, documenten en Sparks Steak House, 1985 zelfs bidprentjes van gangsters. Een groot deel van deze stukken Inzetje pagina 52: Paul zijn terug te vinden op mijn website: www.headsofthefamily.com Castellano Voor Koud bloed licht ik exclusief de vijf topstukken uit mijn privécollectie toe. 51 Koud bloed nr. 25

Het staatsburgerschap van Joseph Bonanno Wat maakt het Amerikaanse staatsburgerschap van Joseph Bonanno zo bijzonder? Bonanno was niet alleen een echte godfather, maar hij had ook nog aan het hoofd gestaan van een van dé vijf New Yorkse maffiafamilies: de Bonanno-familie. Hij stond model voor het personage van Don Corleone in The Godfather, geweld(ad)ig gespeeld door Marlon Brando.

Geboren als Giuseppe Bonanno op 18 januari 1905 in Castellammare del Golfo, Sicilië, emigreerde hij met zijn familie in 1908 naar Amerika om tien jaar later weer terug te keren. Het duurde tot 1924 alvorens Joseph Bonanno opnieuw illegaal de oversteek zou maken naar het beloofde land. Benito Mussolini was in Italië aan de macht gekomen en had zich ten doel gesteld om de gehele maffia op Sicilië uit te roeien. Het zou tot 1938 duren alvorens hij, ditmaal legaal, de grens zou oversteken, om officieel aanspraak te kunnen maken op het staatsburgerschap. Bonanno vond vrijwel direct aansluiting bij de maffia en op 26- jarige leeftijd had hij al de twijfelachtige eer om een van de jongste godfathers ooit te zijn. Toen hij uiteindelijk op 17 mei 1945 op zijn veertigste Amerikaans staatsburger werd, was hij door al zijn illegale activiteiten reeds multimiljonair. Toen de autoriteiten hiervan op de hoogte kwamen volgden meerdere processen om hem alsnog de Amerikaanse nationaliteit te ontnemen. De godfather zou uiteindelijk in alle rust en vrijheid een natuurlijke dood sterven op de bijzondere leeftijd van 97 jaar. Uniek voor een maffiabaas.

Van Bonanno’s nazaten hoorde ik dat hij elke avond voor het slapengaan zijn kluis, verborgen achter een schilderij boven zijn bed, opende om het staatsburgerschap te bekijken en te kussen; zó trots was hij om Amerikaan te zijn. Hij had het gemaakt in het land van de onbegrensde mogelijkheden.

54 Koud bloed nr. 25 55 Koud bloed nr. 25 The Godfather Na het overlijden van godfather Joseph Bonanno in 2002 kwamen veel persoonlijke spullen onder de hamer. Ze werden verkocht door zijn schoondochter Rosalie, getrouwd met zoon Bill, . Haar vader was Giuseppe ‘Joe’ Profaci, die dertig jaar leiding had gegeven aan de Profaci-familie, nu bekend als de Colombo-familie, een van de vijf New Yorkse maffiafamilies. Een huwelijkse verbintenis tussen twee misdaadfamilies kwam vaker voor en was bedoeld om een blok te vormen tegen de rest van de families, al zal er ook liefde in het spel zijn geweest. Rosalie had niets op met de maffia, zij was het liefst het klooster in gegaan. Na het Amerikaanse staatsburgerschap lukte het mij om nog meer persoonlijke eigendommen te verkrijgen. Op de foto’s zijn Bonanno’s originele maatpak uit de jaren ’70, stropdas, schoenen, manchetknopen, leesbril en hoed te zien. Joseph Bonanno ging op 63-jarige leeftijd noodgedwongen met pensioen. Hij had net een hartaanval gekregen, maar ook geprobeerd om baas der bazen te worden door de maffiabazen Carlo Gambino en Gaetano ‘Tommy’ Lucchese uit de weg te laten ruimen. De hitman stapte echter naar de tegenpartij. De families lieten hem de keus: aftreden of sterven. Hij trok zich terug op zijn ranch in Texas om zijn memoires te schrijven, A Man of Honor. Een jonge openbare aanklager en latere burgemeester van , Rudolph Giuliani, las tot zijn verbijstering in die biografie over het functioneren van ‘De Commissie’. Tot die tijd had men het bestaan van een dergelijk adviserend orgaan binnen de maffia nooit kunnen aantonen en nu stond het er, zwart op wit! Bonanno werd als getuige opgeroepen. Hij beriep zich op zijn zwijgplicht, de Omerta, en ging op 80-jarige leeftijd voor een jaar de gevangenis in wegens minachting van de rechtbank. De maffia was een gevoelige slag toegebracht en zou dit nooit meer te boven komen. De leden van De Commissie, onder wie de leiders van de vijf New Yorkse families Bonanno, Rechts: paspop geheel aange- Colombo, Gambino, Genovese en Lucchese, werden veroordeeld kleed met echte kleding van de tot gevangenisstraffen van veertig tot wel honderd jaar. maffiabaas die model heeft gestaan voor de film The God- father

56 Koud bloed nr. 25 57 Koud bloed nr. 25 De hoeden van de maffia Met name de maffiafamilies uit en New York waren vertegenwoordigd in de gokstad . Zij hadden belangen in verscheidene ’s, zoals de Desert Inn, Fremont, Golden Nugget, en Stardust. Het was allemaal begonnen nadat in Cuba Fidel Castro het regime van Batista omver had geworpen. Tot die tijd was Cuba een vrijhaven geweest voor de maffia en werd het druk bezocht door toeristen die wel van een gokje hielden. De gangsters Meyer Lansky en hadden direct het potentieel van Las Vegas gezien, en openden daar al op 26 december 1946 hun eerste casino: de Flamingo. Naast de vele toeristen bezochten de gangsters natuurlijk zelf ook het casino om een gokje te wagen of te genieten van een avondje uit met bijvoorbeeld de Rat Pack met Frank Sinatra. ‘Old blue eyes’ trad regelmatig op in het Sands casino, waar eigenaar Jackie Friedman er een bijzondere verzameling op na hield. Mr. Friedman was een verwoed verzamelaar van hoeden. Na zijn overlijden werd zijn kantoor door zijn persoonlijke assistent opgeruimd en een aantal hoeden, die op een plank stonden uitgestald, werden eerst opgeslagen, toen verkocht aan een verzamelaar, om uiteindelijk bij mij te belanden. De hoeden behoorden toe aan de godfathers Joseph Bonanno, Joseph Colombo, Carlo Gambino, Vito Genovese, Lucky Luciano en zijn boezemvriend Meyer Lansky, een van de grondleggers van het huidige Las Vegas. De zes hoeden zijn ‘custom made’ voor hun eigenaren. Hun namen zijn machinaal in de hoeden gestempeld. Veel gangsters uit die tijd waren ijdel en lieten hun naam terugkomen in bijvoorbeeld hun kleding.

Op de foto is links de hoed van de baas der bazen Lucky Luciano en rechts de hoed van zijn consigliere Meyer Lansky te zien. In de film Boardwalk Empire over het leven van Enoch ‘Nucky’ Johnson (Steve Buscemi), spelen beide heren een belangrijke rol.

58 Koud bloed nr. 25 Boven: de hoeden van Lucky Luciano en Meyer Lansky Links: brief met Sands Casino logo van Jackie Friedman

59 Koud bloed nr. 25 Kennedy en de mob Tommy McGinty was een bekende Cleveland mobster en een van de beste vedergewicht boksers van zijn tijd. Na een blessure trok hij zich terug uit de ring om succesvol carrière te maken als bokspromotor. Naast het boksen promootte hij illegaal gokken en daar dankte hij dan ook zijn bijnaam ‘Black Jack’ aan. Hij runde een club voor de armen en een voor de rijken. Deze ‘ar- menclub’, gevestigd aan 2077 West 25th street, genoot landelijke bekendheid, omdat Eliot Ness, de beroemde misdaadbestrijder, deze op 21 juli 1936 binnenviel. Zijn andere club, De Mounds Club aan Chardon Road, was bedoeld voor de rich and famous. Zij konden zich hier te goed doen aan alcohol, gokken en er was live entertainment in overvloed. De club werd ook veelvuldig door gangsters bezocht. Nadat de Mounds Club in 1950 door de staat Ohio werd gesloten, werden de gokactiviteiten onderge- bracht in het casino de Desert Inn, in samenwerking met de gangsters Moe Dalitz en Morris Kleinman. In 1951 werd McGinty als getuige gehoord door de Kefauver-commissie, die onderzoek deed naar de georganiseerde misdaad in Amerika.

De getoonde foto dateert uit 1957 en laat een jonge John Fitzgerald Kennedy zien op een gala, geanimeerd in gesprek met huisvriend ‘Black Jack’ McGinty. Let op de linkerhand van de mobster, waarin hij ontspannen een sigaar vasthoudt. JFK was nog geen president van Amerika, maar een senator voor de staat Massachusetts. Deze foto heeft altijd in de woonkamer van de McGinty’s gehangen, boven de openhaard, om uiteindelijk via een estate sale bij mij te belanden.

Saillant detail: de vader van JFK, Joseph Kennedy, was een zeer gefortuneerde zakenman, die zijn eerste miljoenen had verdiend met het distribueren en illegaal stoken van drank. In de jaren twintig deed hij onder anderen zaken met McGinty, die op zijn beurt weer in zaken was met The Outfit van Al Capone en Detroit’s Purple Gang.

60 Koud bloed nr. 25 Boven: J.F. Kennedy met Cleve- land mobster McGinty Onder: Menukaart van McGinty’s nachtclub The Mounds Club uit 1950

61 Koud bloed nr. 25 Fotoalbum van een gangster Anthony John Spilotro (19 mei 1938-14 juni 1986) was een mafioso, die in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw de belangen behartigde voor de in Las Vegas. Hij zou pas bij het grote publiek bekend worden door de film Casino (1995), geregisseerd door , waarin zijn personage Nicholas ‘Nicky’ Santoro speelde. Tony werkte in Vegas nauw samen met zijn jeugdvriend Frank ‘Lefty’ Rosenthal, die meerdere casino’s runde voor The Outfit, waaronder de Stardust. In de film Casino speelt de op Rosenthal geïnspireerde Sam ‘Ace’ Rothstein. speelt als Ginger McKenna zijn vrouw.

Anthony John Spilotro in 1938 Op zeker moment werden ansichtkaarten aangeboden van Tony Spilotro en Frank Rosenthal. Ik heb de aanbieder benaderd en gevraagd hoe hij aan deze kaarten kwam. Het bleek een schot in de roos. De verkoper was een oude jeugdvriend geweest van Vincent Spilotro, de zoon van Tony! Hij had van hem het alleenrecht gekregen om ze te verkopen namens de familie. De ansichtkaarten bleken reprints te zijn 62 Koud bloed nr. 25 van originele foto’s… Boven: Het gezin Spilotro in de Deze foto’s zijn slechts een jaren veertig kleine selectie uit het Links: Bidkaartje voor de familiealbum van de overleden Tony Spilotro Spilotro’s. Het album bestaat uit ruim veertig afbeeldingen, die een kijkje geven in het privéleven van deze beruchte hitman van de maffia. Spilotro wordt verantwoordelijk gehouden voor ten minste 22 moorden. Hij zou uiteindelijk in opdracht van diezelfde Outfit vermoord worden, omdat hij een te groot risico werd voor de ‘familie’. Hij onderhield een relatie met de vrouw van zijn beste vriend, hetgeen not done is binnen de maffia, en diende voor de rechtbank te verschijnen. 63 Koud bloed nr. 25 Van boven naar beneden: Spilotro te midden van zijn vijf broers en moeder Spilotro op zijn trouwdag met Nancy Spilotro in Vegas met Nancy en zoon Vincent De trouwring van Tony Spilotro

64 Koud bloed nr. 25 Boven: Spilotro naast Chicago Outfit-baas Felix ‘ Phil’ Alderisio Links: Spilotro met boezemvriend Frank ‘Lefty’ Rosenthal en Nancy Onder: Anthony John Spilotro

65 Koud bloed nr. 25 Medewerkers Marnix Brendel is mondiaal een van de grootste particuliere ver za me- laars van authentieke stukken over de georganiseerde mis daad en de maffia in het bijzonder. Een expositie is in voorbereiding. Op www.headsofthefamily.com is zijn collectie te zien. Ook gaat hij trai - ningen geven voor het bedrijfs leven aan de hand van zijn topstukken.

Siem Eikelenboom is redacteur van Koud bloed en onderzoeks jour - nalist bij Het Financieele Dagblad. Hij publiceerde diverse boeken, meest recent Windhandel. De ontmaskering van groene hoogvlieger Econcern (2014, i.s.m. Jorinde Schrijver). In 2012 won hij voor zijn journalistieke onderzoekswerk de City Journalistic Excellence Award.

René Leisink (1976) werkt als cartoonist onder het pseudoniem ‘Argus’ voor dagblad Metro. Van zijn hand verschenen inmiddels tien albums. In 2011 en 2012 won hij de Junior Inktspotprijs. Samen met zijn collega’s van Studio Noodweer maakte hij het stripalbum Amorfati, met de beste stripverhalen uit Koud bloed.

Jan Libbenga schreef een aantal boeken: samen met Arnoud Groot een biografie over Robert Jan Doorn, De Man Die Onzichtbaar Wilde Blijven (2007), Klopjacht op Malika, moderne Mata Hari (2009), Pieter Lakeman, de terriër (2010), Vulkanisch bankieren (2010) over het Icesave-drama, en Beeldenstorm (2011), over 60 jaar televisie.

Bart Middelburg (1956) is (misdaad)verslaggever van Het Parool. Hij publiceerde eerder o.a. de bestsellers De dominee en De Godmother en (met Paul Vugts) De Endstra-tapes en De oorlog in de Amster damse onderwereld. In 2014 verscheen De zaak van de gestolen banaan.

Steffie van den Oord, historica en journaliste, werkte voor de VPRO en schreef non-fictie boeken als Eeuwelingen en Westerbork Girl. Onlangs verscheen haar roman over een waargebeurde liefdesmoord in 1712: Vonk, een noodlottige liefde.

Jordi Peters (Arnhem, 1985) is illustrator en striptekenaar. Zijn strips zijn elke maand te lezen in o.a. Power Unlimited en Officieel Playstation Magazine. 127 Koud bloed nr. 25