2006 Hgt Jaargang 24
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Daliegaten en daliebulten in de Zeevang (N.H.) JOHN MULDER Tijdens de bodemkartering van het veenweidegebied De Zeevang boven Edam in 1994 zijn op een perceel enkele koepelvormige bulten van zo'n 5 meter in doorsnede ontdekt 1. Daarin is een circa 3,50 meter dik ver stoord pakket veen aangetroffen, terwijl de veendikte direct naast de bult niet meer dan circa 1,50 meter bedroeg. Het was snel duidelijk dat het een vergelijkbaar fenomeen als de daliegaten betrof. Bij de boeren staan ze bekend als 'veenkringen', in dit artikel worden ze daliebulten genoemd. Vanwege de grote, historische betekenis heeft de opdracht gever voor het bodemkundige onderzoek, de Dienst Landelijk Gebied regio West, aan het toenmalige Staring Centrum (nu Alterra) een aan vullende opdracht verstrekt om de daliebulten te inventariseren. et herinrichtingsgebied Zeevang ligt in loop van de veenstromen drong het Zuiderzee geklemd tussen het IJsselmeer en de water het gebied binnen. Langs de oevers kwam HBeemster met de Oudendijk (Westfriese klei tot afzetting. Omstreeks de 12e eeuw kwam Omringdijk) als noordgrens en het stadje Edam de bedijking van de Polder Zeevang tot stand. met het Edammer dijkje als zuidgrens. Oosthui Tussen de Slingerdijk van Oosthuizen naar zen, Beets, Warder, Middelie en Kwadijk zijn de Etersheim en de Oudendijk als onderdeel van voornaamste dorpen. de Westfriese Omringdijk bleef een brede Vóór de ontginning bestond De Zeevang uit en strook onbedijkt land over, de Polder Beetskoog kele veenmosveenkoepels, die begroeid waren en Koogpolder. De Kwadijk en Hobrederdijk met heide en berken en die via veenstroompjes vormden respectievelijk de zuid- en westgrens als de Kromme IJe, Kerspe (bij Beets) en de van Polder Zeevang. Ook daar werden gebieden Dreye (Kwadijk) afwaterden op het Almere. De buitengedijkt zoals de Rijperkoog, Kwadijker- eerste bewoners vestigden zich tussen de 9e en koog en Hobrederkoog. Bij hoge Zuiderzeestan- 11e eeuw op de veenkoepels en wierpen veenter- den overstroomden deze gebieden en vond het pen op. Vanuit de veenstroompjes werd het ge overstromingswater zijn weg van de Zuiderzee bied van de Zeevang in de ne/ne eeuw ontgon naar de uitdijende meren als de Beemster en nen en ontstond een strookvormig verkavelings Purmer. Uiteindelijk zijn ook de kogen bedijkt. patroon. Op de waterscheiding, het hoogste De Zuiderzeedijk is talloze malen bij stormvloe punt, kwam de Wijzend tot stand, een afwate den doorgebroken, waarbij doorbraakkolken ringskanaal dat de nederzettingen van Eters- werden gevormd, de braken. Een aantal van de heim, Warder, Oosthuizen, Middelie, Hobrede braken zijn drooggemaakt zoals de Etersheimer- en Kwadijk markeert. De verkaveling van Oost braak en de Heintjesbraak boven Warder. Ze huizen en Beets en die van Kwadijk en Middelie bestaan uit klei-afzettingen van de Oude Blauwe strekten zich respectievelijk uit over het gebied Zeeklei. waar nu de Beemster en de Purmer liggen. Door Door de steeds doorgaande maaivelddaling wa oeverafslag zijn deze gebieden in de golven van ren nieuwe afwateringen noodzakelijk om de de meren verdwenen. voeten droog te houden. Langs deze weteringen Na de ontginning begon het proces van maai ontstonden de langgerekte, secundaire neder velddaling als gevolg van de verbeterde ontwa zettingen van Middelie, Warder en Kwadijk. De tering (Borger, 1975). De uitbreiding van Alme veenterpjes werden tussen 1200 en 1400 groten re naar Zuiderzee ging ten koste van grote delen deels verlaten. ontgonnen land van de nederzettingen Schar- woude, Etersheim en Warder. Via de beneden 97 DALIEGATEN EN DALIEBULTEN IN DE ZEEVANG (N.H.) veenstroom achtergrens ontginningsblok veenterpjes gebieden met relatief veel dalie- bulten buitendijkse gebieden of kogen --•.-.• secundaire bewonings-as A A' geologische dwarsdoorsnede • 111 drooggemaakte braken Ligging van Herinrichtingsgebied Zeevang. dergrond naar boven haalden. Om dit materiaal te winnen, groeven de boeren gaten in het veen DALIEGATEN EN DALIEBULTEN van 4 meter tot meer dan 6 meter in doorsnee. In de 9e en 10e eeuw was Noord-Holland gro De derrie zette ze op de kant naast het gat tot ze tendeels bedekt met een dik pakket hoogveen, op zo'n 4 a 5 meter diepte de kalkrijke klei be met uitgestrekte heidevelden, die via veenstro- reikten. Hiervan haalden de boeren circa 1,5 tot men afwaterden op het Almere en de Noordzee. 2,5 meter naar boven. Dit materiaal verspreid De Zeevangers hebben de eerste eeuwen na de den ze als meststof over de akkers. Nadien wier ontginning in de ne/i2e eeuw op de veenmos- pen ze het derrie- of daliegat weer dicht met het veenkoepels naast weidebouw, ook akkerbouw op de kant gezette veen. Deze met moerig mate bedreven. Als meststof voor de akkers gebruik riaal opgevulde gaten worden daliegaten ge ten ze de kalkrijke klei uit de ondergrond (de noemd. Het zijn cirkelvormige depressies met Oude Blauwe Zeeklei), die de boeren uit de on een doorsnede van 2 tot 5 meter. (Dekker, 1972; 98 DALIEGATEN EN DALIEBULTEN IN DE ZEEVANG (N.H.) 1981b). Ook in de Zeevang hebben we in de Naast daliegaten troffen we in de Zeevang ook meeste, drooggemaakte braken daliegaten aan daliebulten aan. Deze steken circa 5 tot 25 cm getroffen. Door afslag (stormvloeden), verve boven het omringende landschap uit en zijn ning en oxidatie is een aanzienlijk deel van het omzoomd door een smalle laagte (circa 30 tot Noord-Hollandse veen verdwenen (Mulder e.a., 50 cm breed), waarin bij natte perioden afstro 1983). mend regenwater blijft staan. Naast de alge- Profiel van een daliegat in een slootwand (foto: L. W. Dekker). Onder: Daliegaten nabij Spierdijk in West-Friesland (foto: L.W. Dekker). 99 DALIEGATEN EN DALIEBULTEN IN DE ZEEVANG (N.H.) --- —| ,?](£{?*'l'''*fJV^Mfy^rtfM-- meen voorkomende ronde vorm hebben we Vierkante daliebult bij Middelie (foto }. Mulder). ook ovale en min of meer vierkante daliebulten aangetroffen. De afmeting van de vierkante da veenresten (voormalige Ai-horizont en brokjes liebulten bedraagt veelal 4 bij 5 meter, die van klei, zogenaamde Oude Blauwe Zeeklei). Hier de ronde daliebulten varieert van 4 tot meer dan uit kunnen we opmaken dat het oxidatieproces 6 meter. bij het teruggestorte veen niet of nauwelijks op Het teruggestorte veenpakket in de daliebulten gang is gekomen. Met andere woorden, het ma varieert in dikte van circa 2,50 meter tot bijna 4 teriaal heeft niet lang op de kant gelegen. Wij meter2, terwijl het veenpakket eromheen niet krijgen op sommige plaatsen de indruk dat het dikker is dan 2 meter, meestal zelfs dunner dan ene gat is gevuld met de inhoud van het naast 1,50 meter. Dat wil dus zeggen dat de boeren, liggende. Het materiaal op de bodem van de da uitgaande van een maaivelddaling van 3 meter liebulten bestaat veelal uit een mengsel van sinds de ontginning, 5,5 tot 7 meter diep hebben bruin zegge- en veenmosveen, zwart geoxideerd moeten graven. Wellicht is in die periode de veen (voormalige Ai-horizont en kalkrijke klei baggerbeugel ontstaan. (Oude Blauwe Zeeklei). De inhoud van de daliebulten bestaat uit terug Het zal duidelijk zijn dat de boeren bij het gestort veen. Direct onder de bovengrond tref dichtwerpen van de putten materiaal tekort fen we veelal compact verweerd of veraard veen kwamen. Ze hadden immers circa 1,5 a 2 meter aan dat flink moet zijn aangestampt, gezien de klei uit het gat opgegraven. De hoeveelheid relatief vaste pakking. Na 0,5 tot 1 meter gaat dit veen die voorlopig op de kant was gezet, was materiaal over in bruin zegge- en veenmosveen, lang niet toereikend om het gehele gat op te soms met hier en daar verweerde of geoxideerde vullen. Bovendien hebben ze het materiaal 100 DALIEGATEN EN DALIEBULTEN IN DE ZEEVANG (N.H.) Ronde daliebult bij Middelie (foto }. Mulder). ten veenmosveen hebben gevonden, ook in ge bieden waar nu nog alleen zeggeveen aan de op aangestampt. De meest voor de hand liggende pervlakte voorkomt. Hieruit blijkt dat het areaal oplossing was om het min of meer veraarde gronden met veenmosveen veel groter is ge veen uit de omgeving bij elkaar te schrapen, in weest dan nu het geval is. Bij een eventuele re het gat te schuiven, aan te stampen en weer bij constructie van het natuurlijk substraat kunnen te vullen tot de hoogte van het omliggende we van deze kennis gebruik maken. land was bereikt. Er is echter ook veenbagger De daliegaten moeten zijn gegraven in de perio en zelfs klei gebruikt. Dit materiaal hebben we de nadat de ontginningen waren voltooid. Dit in verscheidene daliebulten tussen het terug kunnen we opmaken uit de ligging van zowel de gestorte veen aangetroffen. Voor wat betreft daliegaten als de daliebulten ten opzichte van het terugstorten van klei lijkt dat vreemd, het het verkavelingspatroon. Ze liggen namelijk was de boer immers juist om de klei te doen. meestal evenwijdig aan de sloten. Dit beeld We vermoeden dat de teruggestorte klei af komt vooral goed tot uiting in gebieden waar komstig was van de top van de Beemsterafzet- grote concentraties met daliebulten voorkomen. tingen (Oude Blauwe Zeeklei), waarin niet of Het zal duidelijk zijn dat het maaiveld van de nauwelijks kalk heeft gezeten, de zogenaamde Zeevang in de eerste eeuwen na de ontginning katteklei. Deze klei-afzettingen zijn zuur en aanzienlijk is gezakt door: niet geschikt als meststof voor akkerbouwge - de ontwatering van het nog vrijwel maagde wassen. lijke veen; Interessant is verder dat we in de meeste dalie - de bemesting van de akkers met kalkrijk ma bulten die we hebben onderzocht dikke pakket teriaal; 101 DALIEGATEN EN DALIEBULTEN IN DE ZEEVANG (N.H.) O—-* 11 * i Bodemkaart van 'Zeevang'. 102 DALIEGATEN EN DALIEBULTEN IN DE ZEEVANG (N.H.) / II . L ü* ( Fragment van de bodemkaart in Polder Beetskoog. werden door overstromingen kan het graven van daliegaten wat langer zijn doorgegaan. - het graven van de gaten en het aanvullen er Tijdens de opname van de bodem- en grondwa- van met veen uit de directe omgeving; tertrappenkaart hebben we honderden daliebul - verveningsactiviteiten; ten kunnen lokaliseren.