Authentieke Versie (PDF)
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014–2015 33 348 Regels ter bescherming van de natuur (Wet natuurbescherming) Nr. 175 VERSLAG VAN EEN WETGEVINGSOVERLEG Vastgesteld 13 augustus 2015 De vaste commissie voor Economische Zaken heeft op 15 juni 2015 overleg gevoerd met mevrouw Dijksma, Staatssecretaris van Econo- mische Zaken over: – het wetsvoorstel Regels ter bescherming van de natuur (Wet natuurbescherming) (Kamerstuk 33 348); – de nota naar aanleiding van het verslag (Kamerstuk 33 348, nr. 9); – de nota naar aanleiding van het nader verslag (Kamerstuk 33 348, nr. 18); – de nota van wijziging (Kamerstuk 33 348, nr. 5); – de tweede nota van wijziging (Kamerstuk 33 348, nr. 10); – de derde nota van wijziging (Kamerstuk 33 348, nr. 19); – de brief van de Staatssecretaris van Economische Zaken d.d. 17 april 2015 ter aanbieding van het rapport «Regeldrukeffec- ten Wetsvoorstel Natuurbescherming» van Sira Consulting BV (Kamerstuk 33 348, nr. 14); – de brief van de Staatssecretaris van Economische Zaken d.d. 24 april 2015 ter aanbieding van het advies van Actal Rapport regeldruk wetsvoorstel natuurbescherming (Kamerstuk 33 348, nr. 17); – de brief van de Staatssecretaris van Economische Zaken d.d. 12 mei 2015 houdende de reactie op de brief van het Netwerk Groene Bureaus (NGB) over stagnatie ontheffingverlening (nieuwe) natuurwet. Van het overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit. De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Vermeij De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken, Franke kst-33348-175 ISSN 0921 - 7371 ’s-Gravenhage 2015 Tweede Kamer, vergaderjaar 2014–2015, 33 348, nr. 175 1 Voorzitter: Graus Griffier: Franke Aanwezig zijn dertien leden der Kamer, te weten: Dijkgraaf, Dik-Faber, Geurts, Grashoff, Graus, Rudmer Heerema, Klein, Leenders, Ouwehand, Smaling, Thieme, Van Veldhoven en Vermeij, en mevrouw Dijksma, Staatssecretaris van Economische Zaken. Aanvang 13.00 uur. De voorzitter: De spreektijden bij dit wetgevingsoverleg zijn in de procedurevergadering al afgetikt met de diverse woordvoerders. De meerderheid heeft beslist. Ik heb het lijstje hier voor mij liggen en ga u natuurlijk houden aan de afgesproken tijden. Ik stel twee interrupties per Kamerlid voor, want naar ik begrepen heb van de Staatssecretaris heeft zij alleen al een kleine twee uur nodig om de tientallen amendementen te behandelen. Ik geloof dat het er wel meer dan 50 zijn. Ik vraag dus uw medewerking, anders zitten wij hier vannacht na 0.00 uur nog. Dat kan niet de bedoeling zijn, hoor ik de Staatssecretaris nu zeggen. Dat klopt, mevrouw de Staatssecretaris! Er is een punt van orde van de heer Geurts. Dat moet ik altijd toelaten. De heer Geurts (CDA): Voorzitter. Ik heb een vraag. We gaan plenair afronden. Betekent dit dat wij vanmiddag in de tweede termijn geen moties indienen? De voorzitter: Zo is het inderdaad besloten. Ik laat mij influisteren door de charmante griffier naast me dat het indienen van moties gebeurt tijdens de plenaire afronding. Ik geef als eerste het woord aan de heer Heerema van de VVD. Hij heeft een spreektijd van maximaal 36 minuten. De heer Rudmer Heerema (VVD): Voorzitter. Dank u wel. 36 minuten klinkt veel en is ook veel. Die zal ik dan ook niet allemaal gaan gebruiken. Ik heb mij het hoofd zitten breken over de manier waarop ik deze wet in dit debat het beste zou kunnen aanvliegen. Er zitten namelijk veel onderdelen in de wet waar ik iets van vind, waar ik vragen over heb en waar ik soms ook amendementen op ga indienen. En ál die onderdelen moeten aan de orde komen. Dat verdient deze technisch lastige wet, dat verdient de natuur in Nederland en dat verdient iedereen die met natuur te maken heeft. Ik ga het daarom als volgt doen. Eerst zal ik een inleiding op hoofdlijnen geven, om de onderdelen vervolgens per onderwerp aan te pakken. Deze wet is op een aantal punten een verbetering ten opzichte van de oude Natuurwet. Deze positieve punten wil ik graag benoemen. De nieuwe Natuurbeschermingswet is met de samenvoeging van de Boswet, de Flora- en faunawet en de Natuurwet een stuk makkelijker leesbaar geworden en simpeler van tekst. De doelstelling is om tot vermindering van regeldruk te komen. Vanwege de decentralisatie zal dit echter in de praktijk moeten blijken. Bij eenvoudige activiteiten zoals reguliere onderhoudswerkzaamheden is geen vergunning meer nodig en bij de aanvraag van een omgevingsvergunning zal de lex silencio positivo worden ingevoerd. Dat betekent dat een vergunning na dertien weken automatisch wordt verleend als er geen reactie is geweest. Ook maakt de nieuwe Natuurwet meer maatwerk mogelijk voor het bedrijfsleven. Dit klinkt allemaal prettig, maar als de VVD alleen in de regering had gezeten, zou deze wet er toch anders hebben uitgezien. Laat ik het maar meteen zeggen: deze wet bleek bij goede bestudering niet echt ons ding. Tweede Kamer, vergaderjaar 2014–2015, 33 348, nr. 175 2 Dat was al duidelijk uit onze inbreng in de schriftelijke rondes en het verzoek om te komen tot een regeldrukrapport. Wij hadden grote twijfels bij de mogelijke stijging van de regeldruk. Daarom dank aan de Staatsse- cretaris dat zij op ons verzoek met dit regeldrukrapport is gekomen. Er is al veel helder geworden in de beantwoording van de schriftelijke ronde en door de informatie die we in het regeldrukrapport hebben gekregen. Op een aantal onderdelen wil mijn fractie echter toch nog graag met de Staatssecretaris in debat om verdere verduidelijking te krijgen. Ons oordeel over deze wet heb ik voor het grootste gedeelte klaar. Ik ben blij dat de PvdA heeft erkend dat de VVD grote moeite had met deze wet en constructief wilde kijken hoe we samen tot een oplossing konden komen. De VVD heeft er namelijk over getwijfeld. Uiteindelijk heeft de PvdA een heel belangrijke toezegging gedaan, die we samen vorm hebben gegeven. De leden hebben wellicht vanmorgen het nieuws gezien of Trouw gelezen. Ik wil dit graag verder verduidelijken in dit debat. Ik was er namelijk van overtuigd dat het onderdeel benuttingsjacht met deze wet ten dode was opgeschreven. De regeldrukverzwaring zou zo fors worden dat de benuttingsjacht in feite in een sterfhuisconstructie terecht zou komen. Het oplossen van dit probleem was voor mij van cruciaal belang voor het vormen van mijn uiteindelijke oordeel over deze wet. De Partij van de Arbeid en de VVD hebben nu per amendement een reparatie aangebracht door de verzwaring van de regeldruk uit de wet te halen. In ruil daarvoor krijgen maatschappelijke organisaties een stem in de Faunabeheereenheden. Het erkennen van de moeite die wij met deze wet hadden en het samen constructief zoeken naar een oplossing waardeer ik zeer. Ik begrijp heel goed dat de PvdA haar nek op een moeilijk onderwerp uitsteekt, maar zo hoor je als coalitiepartners samen naar oplossingen te zoeken. Het grootste gedeelte van de ingediende amendementen gaat over de jacht en daarom is het goed dat de PvdA en de VVD hierover afspraken hebben gemaakt. De heer Geurts (CDA): Ik heb twee beweringen. Ik wil graag van de heer Heerema welke waar is. De eerste is dat jagers en natuurorganisaties onderling afspraken moeten maken over welke jacht noodzakelijk is in een bepaald gebied. De tweede bewering is dat de wildlijst wordt verboden. Welke is waar en welke is niet waar? De heer Rudmer Heerema (VVD): Ik voel het meeste voor de eerste. De heer Geurts (CDA): De eerste is uitgesproken door de heer Henk Leenders en staat op de website van de PvdA naar aanleiding van de berichtgeving over het amendement. De tweede, dat de wildlijst wordt verboden, heeft hij vanmorgen gedaan. Dit amendement bevat goede elementen, maar de vijf bejaagbare wildsoorten blijven onderdeel van een faunabeheerplan. Mag er nog afschot plaatsvinden als er een bezwaar- en beroepspro- cedure loopt op deze vijf soorten? De heer Rudmer Heerema (VVD): De heer Heerema gaat niet over de wijze waarop een gerechtelijke procedure tot wasdom komt en wat eruit komt. Op lokaal niveau willen wij dat de Faunabeheereenheden besluiten welke maatregelen het best genomen kunnen worden door er transparantie aan toe te voegen met betrekking tot de maatschappelijke organisaties. In samenspraak, en dus met meer draagvlak, kan ervoor gezorgd worden dat er een goede afstemming in de regio komt. Ik heb daar het volste vertrouwen in. De reacties die wij op het amendement krijgen, zijn overwegend positief, behalve van een aantal aanhangers van een andere partij. Voor de rest Tweede Kamer, vergaderjaar 2014–2015, 33 348, nr. 175 3 vertrouw ik erop dat men in de regio en zeker ook samen met maatschap- pelijke organisaties tot een goede afstemming kan komen. De heer Klein (Klein): Op zichzelf is het uit een verbindend perspectief een mooi idee om de groepen juist bij elkaar te laten zitten in het faunabeheer, maar ik vraag mij af hoe de besluitvorming daar op een gegeven moment zal plaats- vinden. Zullen alle partijen zich netjes aan dat besluit houden, ook al zijn zij er niet helemaal tevreden over? De heer Rudmer Heerema (VVD): Je kunt je natuurlijk opmaken voor als-danvragen, maar wij gaan ervan uit dat afspraken worden gemaakt als mensen samenwerken in de Faunabe- heereenheden om tot een gezamenlijk doel te komen, namelijk een beter natuur- en dierbeheer in de regio. Op vragen wat er gebeurt als afspraken niet worden nagekomen, kan ik antwoorden dat ik vertrouwen heb in de Faunabeheereenheden om tot oplossingen te komen. Ik heb geen enkele aanwijzing om ervan uit te gaan dat zij afspraken niet zouden willen nakomen. Laten we eerst maar eens uitzoeken hoe zij dat precies gaan vormgeven. Dat weet ik namelijk ook niet. Het is een amendement, waardoor die maatschappelijke organisaties kunnen worden toegevoegd. Laten we eerst maar eens kijken hoe het precies gaat en of zij lokaal tot goede afstemming kunnen komen.