Wetenschappelijke Verhandeling

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Wetenschappelijke Verhandeling UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Politieke decentralisatie in Suriname: op weg naar subsidiariteit onder impuls van de Inter-American Development Bank? Wetenschappelijke verhandeling Aantal woorden: 24.933 Pieter Van Maele MASTERPROEF POLITIEKE WETENSCHAPPEN Afstudeerrichting INTERNATIONALE POLITIEK PROMOTOR : Prof. Dr. An Vranckx COMMISSARISEN : Prof. Dr. Patrick Vander Weyden Dhr. Walter Lotens ACADEMIEJAAR 2008 – 2009 2 Abstract Deze masterproef handelt over politieke decentralisatie in Suriname en de moeilijkheden die dat land al decennia ondervindt om decentralisatie in de praktijk te brengen. Decentralisatie is altijd een prominent thema in de Surinaamse politiek geweest, zelfs in de periode voor de onafhankelijkheid. Suriname probeerde tot diep de jaren negentig die decentralisatie op eigen kracht in te voeren. Sinds 2001 stelt de Inter-American Development Bank (IDB) grote leningen en expertise aan de Surinaamse overheid ter beschikking om decentralisatieprogramma’s uit te voeren. De onderzoeksvraag van mijn masterproef luidt dan ook als volgt: “Is Suriname dankzij de decentralisatieprogramma’s van de IDB werkelijk richting decentraliteit en subsidiariteit geëvolueerd?” Daarbij worden de decentralisatieprojecten van de IDB getoetst aan de theorie van de Italiaanse professor in de politieke economie Giacomo Luciani, waarin hij een onderscheid maakt tussen allocatie- en productiestaten. In een allocatiestaat als Suriname spelen verschillende factoren die een effectieve decentralisatie tegenwerken. Mijn onderzoek bekijkt of de projecten van de IDB die factoren neutraliseert, waardoor het decentralisatieproces in Suriname nu wel zou kunnen slagen. Het resultaat van mijn onderzoek is dat de IDB inderdaad verschillende factoren probeert op te lossen die door de theorie van Luciani zijn beschreven. Het pakt die factoren niet alleen aan via de twee grote decentralisatieprogramma’s, maar ook door middel van heel wat kleinere projecten. In tegenstelling tot het verleden – alle vorige decentralisatiepogingen draaiden op niets uit – werd zeker en vast vooruitgang geboekt. Toch kan Suriname nog helemaal niet als een decentraal land worden omschreven, aangezien verschillende belangrijke parameters uit de theorie van Luciani slechts in beperkte mate aandacht kregen. 3 2. Inleiding “De boot waarop wij Paramaribo binnenvoeren, moest vanwege het getij om drie uur in de nacht de rivier opvaren. Het zal wel die gespannen verwachting geweest zijn die maakte dat wij niet naar bed waren gegaan, maar vol belangstelling op het dek stonden te kijken hoe de boot langzaam Paramaribo binnenvoer. Die aanblik zal ik nooit vergeten, het was alsof we een sprookje binnenkwamen: eerst dat plein met daarachter flauw verlicht in de nachtelijke schemering het witte paleis en daarna de verlichte Waterkant met die prachtige huizen. Wij waren de enige mensen die aan de reling stonden en mijn man zei zachtjes: “Wat is dit mooi!” Ik kon niet antwoorden, want ik was zo ontroerd dat de tranen over mijn wangen stroomden.” (Mc Leod & Draaibaar, 2007, p. 9) Dit is hoe de Surinaamse schrijfster en geschiedkundige Cynthia Mc Leod Paramaribo omstreeks 1962 omschrijft: een schitterende stad, een parel in het Caraïbische gebied. Sinds ik in 2007 als toenmalig student Journalistiek voet op Surinaamse bodem zette, heeft Suriname me niet meer losgelaten. De prachtige natuur, de mix van culturen, de eeuwige zon en uiteraard ook de gemeenschappelijke Nederlandse taal maken van Suriname een unieke plek. Met Suriname expliciet in het achterhoofd koos ik om mijn praktische kennis, verworven tijdens mijn bacheloropleiding in de Journalistiek, aan te vullen met een grondige theoretische basis door Internationale Politiek aan de Universiteit van Gent te studeren. Het leek me evident, interessant en uitdagend om een thesis te maken over het land waar ik enige tijd gewoond en gewerkt heb en waar ik heel wat mensen leerde kennen. Uiteraard kent de werkelijkheid over Suriname en haar hoofdstad Paramaribo zoals steeds ook zijn minder positieve kanten. Wie een langere tijd in Suriname verblijft, merkt dat veel Surinamers Paramaribo met heel wat negatieve zaken associëren. Dan hebben ze het niet alleen over zwerfvuil, verkeersopstoppingen of zwervers. In de Surinaamse districten hoor je vaak ook dat “Paramaribo” beslissingen oplegt zonder hen inspraak te verlenen. Je zou het kunnen vergelijken met de vaak gehoorde klacht van inwoners van de Europese Unie over “beslissingen uit Brussel”. Ook mij verwonderde het tijdens mijn verblijf hoe de volledige Surinaamse besluitvorming rond Paramaribo gecentraliseerd is. Effectieve lokale bestuursniveaus ontbreken er volledig, zelfs in de grotere woonkernen als Lelydorp (17.000 inwoners), Nieuw-Nickerie (14.000 inwoners) en Albina (4000 inwoners). Dat zou nochtans niet mogen. De Surinaamse grondwet schrijft in artikel 159 heel duidelijk dat “ 4 de democratische ordening van de Republiek Suriname op regionaal niveau lagere overheidsorganen omvat, […]in overstemming met de beginselen van participatiedemocratie en decentralisatie van bestuur en regelgeving.” Enige tijd liet ik dit onderwerp rusten, tot mijn promotor Prof. Dr. An Vranckx me er op wees dat in deze materie heel wat interessant onderzoek kan gedaan worden. Hoewel het een taai theoretisch onderwerp lijkt, is decentralisatie heel belangrijk voor Suriname. Het land is nog maar een goede dertig jaar onafhankelijk en is nog steeds duchtig op zoek naar een staatsopbouw die alle inwoners van het land incorporeert in de besluitvorming. Alle politieke partijen in Suriname zijn het er over eens dat decentralisatie nodig is, de projecten van de IDB kunnen er dan ook rekenen op een breed politiek draagvlak. (IDB, 2006, p. 22) De Surinaamse binnenlandbewoners weten zich politiek ondervertegenwoordigd, zelfs door de (vier) parlementsleden die ze mogen verkiezen en naar De Nationale Assemblée (DNA) in Paramaribo sturen. De vrees dat er in het verwaarloosde en tegen de haren in gestreken binnenland verzetgolven zoals ten tijde van de Binnenlandse Oorlog losbarsten, wordt niet als hypothetisch afgedaan. Daarom wordt het de hoogste tijd dat institutionele relaties worden versterkt tussen Paramaribo en de bevolking die verspreid in de rest van het land leeft. (Vranckx, 2003, pp. 27 – 28) Nochtans stamt de indeling van Suriname in districten reeds uit het jaar 1863. De Surinaamse decentralisatiegedachte is dan ook geen nieuwe gedachte. Alvorens de IDB-programma’s te beschrijven en te evalueren, komt dan ook eerst een geschiedenis van decentralisatie in Suriname aan bod. Zonder die geschiedenis kunnen we namelijk niet weten vanuit welke startpositie de IDB moest beginnen werken. Er wordt ook ingegaan op hoe het komt dat alles zich rond Paramaribo centraliseerde en in welke perioden de districten een leegloop kenden. Die geschiedschrijving gebeurde aan de hand van het standaardwerk ‘de geschiedenis van Suriname’, geschreven door Hans Buddingh’, aangevuld met gespecialiseerde academische bronnen van onder meer Houwerzijl en Mitrasing & Mitrasing. Die bronnen ben ik persoonlijk gaan raadplegen in de rechtenfaculteit van de universiteit van Leiden. Wie Suriname bestudeert, ontkomt nog steeds niet aan een bezoek aan onze noorderburen. Na de geschiedschrijving volgt de uitgebreide beschrijving en bespreking van de IDB-programma’s. Daarvoor werd op de eerste plaats gebruik gemaakt van de website van de IDB, die een schat aan informatie bevat over al hun projecten. Via de database kan zelfs gevonden worden welke externe instanties contracten in de wacht sleepten, en hoeveel geld ze daarmee verdienden. Ook alle persberichten staan verzameld op hun site. Maar het internet is uiteraard niet alles. De IDB zou zijn verwezenlijkingen rooskleuriger kunnen voorstellen dan ze daadwerkelijk zijn. Ik raadpleegde daarom ook het volledige krantenarchief van de 5 Ware Tijd en nam persoonlijk contact op met de vertegenwoordigers van de IDB in Suriname. Het had enige voeten in de aarde, maar uiteindelijk kon ik de verantwoordelijke van de IDB voor de decentralisatieprogramma’s interviewen. De IDB-programma’s worden na het descriptieve deel volledig geëvalueerd. Die evaluatie gebeurt aan de hand van een in het begin van deze masterproef geschetst theoretische model van de Italiaanse professor in de politieke economie Giacomo Luciani. Hij schetste verschillende factoren die de succesvolle decentralisatie van een staat in de weg staan. Zoals zal worden aangetoond, beantwoordt ook Suriname aan dat theoretische model. Bij de evaluatie van de IDB-projecten wordt bekeken of de IDB zich focust op die factoren die volgens Luciani een succesvolle politieke decentralisatie in de weg staan. Op die manier kunnen we de lezer ten slotte een onderbouwde evaluatie voorschotelen van de huidige status van de politieke decentralisatie van Suriname. 6 3. Dankwoord Een masterproef schrijf je nooit alleen. Mijn dank gaat dan ook uit naar verschillende mensen die me tijdens de totstandkoming van dit onderzoek geholpen hebben. Op de eerste plaats dank ik uiteraard mijn ouders, die me al mijn volledige studentencarrière logistiek, begripvol en financieel bijstaan. Op de tweede plaats ben ik verschillende mensen van de universiteiten van Gent en Leiden veel dank verschuldigd. Eerst en vooral uiteraard mijn promotor, prof. Dr. An Vranckx, die me niet alleen het thema van dit onderzoek heeft aangebracht, maar ook steeds geïnteresseerd en flexibel bereikbaar was. Daarnaast bedank ik Albert Dekker van de universiteit van Leiden
Recommended publications
  • Se Recibió En 1950 De Profesor De Literatura Y Filosofía
    Presidentes | América del Sur Ronald Venetiaan (1991 - 1996) Jules Wijdenbosch (1996 - 2000) Ronald Venetiaan (2000 - 2010) Dési Bouterse (2010-) JOHAN FERRIER Período de mandato: 1975 - 1980 Partido político: Partido Nacional Nació el 12 de mayo de 1910 en Paramaribo, la capital del país. Se casó con Edme Vas con quien tuvo 8 hijos, 4 mujeres y 2 barones. Durante sus primeros años laborales se dedicó a la docencia y llegó a ser director del departamento de educación. Realizó sus estudios en los Países Bajos y se desempeñó como ministro en Surinam. Fue el fundador del Partido Nacional que nació en 1946. Junto con Henck Arron fueron los propulsores de la independencia del país. Johan Ferrier. Paramaribo, Surinam. A los 37 años de edad decidió viajar a Ámsterdam para comenzar sus estudios de grado Se recibió en 1950 en pedagogía social. Se recibió en 1950 de profesor de literatura y fi losofía. Su tesis abordó el tema de las características sociales del país y la situación socio - pedagó- de profesor de gica. Trabajó en el ámbito de la docencia en el colegio de Surinam y más tarde ocupó literatura y fi losofía. el cargo de ministro de educación. Surinam consiguió establecer un alto grado de independencia en 1954 cuando obtuvo autonomía de los países bajos si bien en materia de política exterior continuaron con algunas dependencias. En 1958, los países Bajos le concedieron el honor de ser el caballero de la orden del león neerlandés. 755 Presidentes | América del Sur En 25 de noviembre 1975, Ferrier llegó a ocupar el cargo de presidente, ese mismo día se fi rmó el acta de la independencia de Surinam.
    [Show full text]
  • Tjon Sie Fat:AUP/Buijn 14-08-2009 00:50 Pagina 1
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Chinese new migrants in Suriname : the inevitability of ethnic performing Tjon Sie Fat, P.B. Publication date 2009 Document Version Final published version Link to publication Citation for published version (APA): Tjon Sie Fat, P. B. (2009). Chinese new migrants in Suriname : the inevitability of ethnic performing. Vossiuspers - Amsterdam University Press. http://nl.aup.nl/books/9789056295981-chinese-new-migrants-in-suriname.html General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:04 Oct 2021 Tjon Sie Fat:AUP/Buijn 14-08-2009 00:50 Pagina 1 UvA Dissertation SieFat Tjon B. Paul Chinese New Migrants in Suriname Faculty of Social and Behavioural The Inevitability of Ethnic Performing Sciences The Inevitability of Ethnic Performing ofEthnic The Inevitability Paul B.
    [Show full text]
  • SURINAME: Government Commitments and Human Rights
    TABLE OF CONTENTS INTRODUCTION .............................................................................................................. 2 BACKGROUND ................................................................................................................ 3 SPECIFIC VIOLATIONS OF ARTICLES OF THE ICCPR .................................................. 5 1. ICCPR Article 2.3: right to effective remedy for individuals whose rights have been violated ........................................................................................................ 5 Towards a Truth Commission ............................................................................ 5 Some Serious Cases .............................................................................................. 6 A) 8 December 1982 killings ............................................................................ 6 B) 1986 Moiwana massacre ........................................................................... 10 2. ICCPR Article 6: right to life and protection against arbitrary deprivation of life ............................................................................................................................ 11 Resistance to the abolition of the death penalty .............................................. 13 3. ICCPR Articles 7 and 10: Prohibition of torture and ill-treatment of detainees ...................................................................................................................... 13 Torture and ill-treatment .................................................................................
    [Show full text]
  • Download (1482Kb)
    Republic of Suriname European Commission CO-OPERATION BETWEEN THE EUROPEAN COMMISSION AND THE REPUBLIC OF SURINAME JOINT ANNUAL REVIEW 2004 (CALENDAR YEAR 2003) 1 JOINT ANNUAL REVIEW 2004 TABLE OF CONTENTS 1 Executive summary...............................................................................................................5 2 The policy agenda of the partner country........................................................................... 8 3 Update on the political, economic and social situation ...................................................... 8 3.1 Key indicators for measuring poverty reduction............................................................. 8 3.2 Changes in the political situation .................................................................................. 10 3.3 Changes in the economic situation................................................................................ 14 3.3.1 Main developments in the Macro Economic situation.............................. 14 3.3.2 Structural reform performance .................................................................. 17 3.3.3 Significant steps concerning integration into the world economy particularly in regard to WTO negotiations and other trade agreements. .............................................................................................. 18 3.3.4 Changes in trade relations with EU (Sanitary and Phyto-sanitary standards) ................................................................................................. 20 3.3.5 The impact
    [Show full text]
  • Architectuur in Suriname Architecture in Suriname Mariënburg
    www.fl yslm.com May - July 2011 Architectuur in Suriname Architecture in Suriname Mariënburg onboard shopping free copy Meeneemexemplaar / Your Welkom Welcome Een verzameling hutten of huizen bij elkaar: een gehucht, een dorp, een A gathering of huts or houses: a hamlet, a village, a city. People just had stad. Mensen moesten onderdak hebben; ze moesten ergens wonen. to have a roof over their head; they had to live somewhere. Preferably in Het liefst op een geschikte woonplek die rust en een veilig gevoel aan hun a suitable living environment that satisfied their need for a restful and bestaan gaf. Er werd gebouwd met de ter plaatse aanwezige (natuurlijke) safe existence. The building was done with (natural) materials available materialen. Materiaalgebruik, bouwtechniek en bouwstijl waren dan ook on the site. Understandably material usage, construction techniques and overal op de wereld heel verschillend. De bewerkingen van het materiaal architectural style were very different all over the world. The working of waren eenvoudig en de eigenschappen (de kleur, de vorm, de textuur, de the material was simple and the properties of the materials (the color, structuur, de draagkracht, de weerbestendigheid) bepaalden in belangrijke the shape, the texture, the structure, the strength, the weatherproofing) mate hoe er gebouwd werd en hoe het eruit ging zien. Tegen deze achter- largely determined how the building was constructed and what it looked grond gehouden spreekt de architectuur, de gebouwde omgeving van de like. Against this background the architecture, the built area, of the oude binnenstad van Paramaribo boekdelen. Paramaribo old inner city speaks volumes. Suriname is een land in ontwikkeling en ontwikkeling begint bij huisves- Suriname is a developing country and development starts with housing.
    [Show full text]
  • Report of the Oas Electoral Observation Mission for the General Elections in the Republic of Suriname on May 25, 2010
    PERMANENT COUNCIL OEA/Ser.G CP/doc.4532/11 4 February 2011 VERBATIM FINAL REPORT OF THE OAS ELECTORAL OBSERVATION MISSION FOR THE GENERAL ELECTIONS IN THE REPUBLIC OF SURINAME ON MAY 25, 2010 http://scm.oas.org/pdfs/2011/CP25611.pdf ORGANIZATION OF AMERICAN STATES FINAL REPORT OF THE OAS ELECTORAL OBSERVATION MISSION FOR THE GENERAL ELECTIONS IN THE REPUBLIC OF SURINAME ON MAY 25, 2010 Secretariat for Political Affairs CONTENTS EXECUTIVE SUMMARY.............................................................................................................. ....1 CHAPTER I. BACKGROUND AND NATURE OF THE MISSION............................................3 CHAPTER II. POLITICAL SYSTEM AND ELECTORAL ORGANIZATION ..........................4 A. HISTORICAL OVERVIEW........................................................................... 4 B. POLITICAL SYSTEM AND ACTORS......................................................... 5 C. THE ELECTORAL SYSTEM........................................................................ 8 D. VOTING PROCEDURE................................................................................. 8 E. POLITICAL FINANCING........................................................................... 10 CHAPTER III. MISSION ACTIVITIES AND OBSERVATIONS.....................................11 A. PRE-ELECTION.............................................................................................11 B. ELECTION DAY............................................................................................11 C. POST-ELECTION
    [Show full text]
  • De Geboorte Van WINIED De Terugkeer Van De Satire in De Surinaamse Pers
    Ellen de Vries De geboorte van WINIED De terugkeer van de satire in de Surinaamse pers Paramaribo heeft verschillende pleinen. […] Een van deze pleinen met een rijke historische achtergrond is het onafhankelijkheidsplein. […] Ons land heeft vriendschapsbanden met de landen van wie de vlaggen op dat plein hangen. Meten we de innigheid van deze banden aan de con- ditie van de vlaggen, dan zien we het volgende: Suriname kan het best opschieten met Suriname en het slechtst met Nederland en Frankrijk. (WINIED, 25 januari 1989 in de Ware Tijd) inleiding De voorbereiding op de onafhankelijkheid van Suriname verliep niet zonder strubbelingen, maar op 25 november 1975 was het dan toch zover. Terwijl koningin Juliana in Den Haag de soevereiniteitsoverdracht ondertekende, werd Johan Ferrier in Paramaribo beëdigd tot presi- dent. De avond daarvoor was het feest in de hoofdstad al losgebarsten. Vuurwerk knalde. Bedrijven en particulieren hadden advertentieruimte gekocht in Surinaamse kranten om de jonge Republiek te feliciteren met het feit van haar bestaan. Voor degenen die minder fiducie hadden in een probleemloze verzelfstandiging en hun koffers hadden gepakt om de oversteek naar het moederland te maken, werden verzoekplaatjes aange- vraagd.1 ‘Adjosi – vaarwel’, snikte Max Nijman op de Surinaamse radio.2 Nederlandse media – ook uitgerukt om het festijn te verslaan – regis- treerden hoe de Nederlandse driekleur onder het toeziend oog van prin- ses Beatrix, prins Claus en premier Den Uyl werd gestreken. De Leeuwarder Courant noteerde dat Den Uyl een traan wegpinkte op het moment dat de Surinaamse vlag onder luid gejuich werd gehesen.3 Symbolisch was mis- | Tropenstijl schien wel dat de Surinaamse vlag vervaardigd was door de Dokkumer Vlaggen Centrale en dus ook een Nederlands tintje had.4 De onafhankelijkheid van Suriname betekende paradoxaal ge- noeg niet dat Suriname en Nederland nu afscheid van elkaar namen.
    [Show full text]
  • Roger Janssen
    ROGER JANSSEN In search of a path In search ROGER JANSSEN ROGER JANSSEN 1975 to 1991 policy of Suriname from An analysis of the foreign In search of a path An analysis of the foreign policy of Suriname from 1975 to 1991 In search The foreign policy of small states is an often neglected topic, which is particularly the case when it comes to Suriname. How did the young Republic deal with its dependency on the Netherlands for development aid after 1975? Was Paramaribo following a certain foreign policy strategy of a path or did it merely react towards internal and external events? What were the decision making processes in defi ning the foreign policy course and who was involved in these processes? And why was a proposal An analysis of the foreign policy discussed to hand back the right of an independent foreign and defence policy to a Dutch Commonwealth government in the early 1990s? of Suriname from 1975 to 1991 These questions are examined here in depth, in the fi rst comprehensive analysis wof Suriname’s foreign policy from 1975 to 1991. The book provides readers interested in Caribbean and Latin American affairs with a detailed account of Suriname’s external relations. Moreover, the young Republic may stand as a case study, as it confronted the diffi culties and challenges that small developing states often face. Roger Janssen (1967), born in the Dutch-German border region of Cleve, migrated to Australia in 1989. He received his education as a historian at the University of Western Australia where he obtained a Ph.D.
    [Show full text]
  • China's Suriname
    CHINA’S SURINAME A CASE STUDY ON CHINA'S ECONOMIC DEVELOPING WORLD POLICY JIM KOOP A THESIS SUBMITTED IN PARTIAL FULFILMENT OF THE REQUIREMENTS FOR THE DEGREE OF MASTER OF ARTS IN HISTORY AT UNIVERSITY LEIDEN Under the supervision of: DR. L.J. TOUWEN Second reader DR. K.J. FATAH-BLACK Jim Koop S1923196 Number of Words: 17.977 TABLE OF CONTENT TABLE OF CONTENT 1 LIST OF FIGURES AND TABLES 2 1. INTRODUCTION 3 2. CHINA’S FOREIGN ECONOMIC POLICY 7 2.1 Chinese OFDI 7 2.2 Belt and Road 8 2.3 Debt trap policy 10 2.4 China and the developing world 11 2.5 China and Latin America 14 2.6 Conclusion 15 3. CHINA IN SURINAME: HISTORY AND DEBATE 17 3.1 Historic relations: Suriname and China 17 3.2 Recent Chinese economic activities in Suriname 20 3.3 Concerns about Suriname’s relation with China. 23 3.4 Conclusion 24 4. CHINESE LOANS AND THEIR CONSEQUENCES 26 4.1 Chinese loans and creditworthiness 27 4.2 Terms & Conditions: Chinese loans to Suriname 30 4.3 Chinese loans and diplomatic consequences 35 4.4 Conclusion 40 5. CHINESE FDI IN SURINAME AND THE ROLE OF SURINAME’S ETHNIC CHINESE POPULATION 42 5.1 Chinese FDI in Suriname 42 5.2 Economic role ethnic Chinese population in Suriname 46 5.3 Trade relations Suriname – China 49 5.4 Conclusion 50 CONCLUSION 52 BIBLIOGRAPHY 55 APPENDIX 1: HISTORICAL GDP PER COUNTRY LATIN AMERICA 63 APPENDIX 2: APPLIED METHOD TO UNIFORMIZE LOAN AGREEMENTS. 64 APPENDIX 3: FOREIGN LOAN AGREEMENTS SURINAME, 2012-2019 66 APPENDIX 4: UN GENERAL ASSEMBLY RESOLUTIONS LABELED ‘INTERVENTION’ 73 APPENDIX 5: APPLIED METHODOLOGY COMPARISON CHINESE INDEBTEDNESS WITH RSVC 82 APPENDIX 6: UN SIMILAR VOTING TO CHINA RATE PER COUNTRY, SUBJECT AND YEAR.
    [Show full text]
  • Country Reports on Human Rights Practices - 2000 Released by the Bureau of Democracy, Human Rights, and Labor February 23, 2001
    Suriname Page 1 of 8 Suriname Country Reports on Human Rights Practices - 2000 Released by the Bureau of Democracy, Human Rights, and Labor February 23, 2001 After over a decade of predominantly military rule, Suriname installed a freely elected Parliament and inaugurated a democratically chosen president in 1991. After free and fair elections in May, the new 51- member National Assembly elected Ronald Venetiaan of the National Party of Suriname (NPS) as President in August with the necessary two-thirds majority required by the Constitution; he replaced Jules Wijdenbosch of the National Democratic Party (NDP). Venetiaan had previously served as President in 1991-96. The Constitution provides for an independent judiciary, and previous disputes over appointees by the former president were alleviated when the appointees in question resigned from the judiciary; by year's end, the judiciary appeared to be acting independently. The armed forces are responsible for national security and border and immigration control; they are under the control of the civilian Minister of Defense. Civilian police bear primary responsibility for the maintenance of law and order; they report to the Ministry of Justice and Police. The first Venetiaan Government had reformed the military in 1995-96 by purging military officers and supporters of former dictator Desi Bouterse, who ruled the country in the 1980's. Although in the May elections Bouterse's party won 10 seats in the National Assembly, 1 of which he occupies, the party's influence within the military has declined steadily. Members of the security forces continue to commit some human rights abuses. The economy depends heavily on the export of bauxite derivatives.
    [Show full text]
  • Amnesty International Report 2001
    Covering events from January - December 2000 SURINAME Republic of Suriname Head of state: Ronald Venetiaan (replaced Jules Wijdenbosch in August) Head of government: Jules Ajodhia Capital: Paramaribo Population: 0.4 million Official Language: Dutch Death penalty: abolitionist in practice Impunity for human rights abuses committed under previous regimes was a major issue for the newly elected government. Conditions in prisons and police detention centres remained poor. Reports of ill-treatment and torture of prisoners continued. Background President Ronald Venetiaan took power on 18 August, having won general elections in May at the head of a four-party New Front coalition composed of political groups that were deposed by coups in 1980 and 1990. President Venetiaan had previously held power in 1995 and 1996. He took over from Jules Wijdenbosch of the National Democratic Party. Impunity There was little or no action until the change of government to bring to justice those responsible for human rights abuses committed under previous governments. These include a 1986 massacre of civilians at the village of Moiwana, the beating of a prisoner to death by prison guards in 1993, and the so- called ''December murders'' of 1982. ● In 1982,15 journalists, academics and labour leaders were extrajudicially executed at Fort Zeelandia, an army centre near the Surinamese Cabinet Office, in Paramaribo. On 31 October 2000, after the change of government, the Court of Justice ordered the prosecution of former military leader Desi Bouterse and others in connection with these killings. Dozens of witnesses, including politicians, were questioned by the Public Prosecutor's Office. However, under the country's 18-year statute of limitations, legal proceedings should have been concluded by 8 December 2000.
    [Show full text]
  • OSO. Tijdschrift Voor Surinaamse Taalkunde, Letterkunde En Geschiedenis
    OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 27 bron OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 27. Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek, [Nijmegen] 2008 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_oso001200801_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. [Nummer 1] Afbeelding omslag Schilderij Bosi Rodina van Wonny Stuger OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 27 6 Maayke Botman & Peter Sanches Van Punta Woi en Johannes de Doper tot Boegroe ing gi mi! Seksualiteit en erotiek in Suriname Dit themanummer bevat de inleidingen van het IBS-colloquium van oktober 2007: Van Punta Woi en Johannes de Doper tot Boegroe ing gi mi! Seksualiteit en erotiek in Suriname.1 Het omvat tevens een gastbijdrage van Kamala Kempadoo over seksualiteit in het Caraïbisch gebied. De titel van het colloquium verwijst naar populaire liedjes uit Suriname die bekendstaan om hun scabreuze inhoud en onverbloemd taalgebruik. Het gaat om Poenta Poenta (Punta woi, punta wanie kir'mi) van Lieve Hugo, Ette Pette (Johannes de Doper... zijn kop is van koper) van de Exmo Stars en Boegroe (Boegroe ing gi mi) van Aptijt. Het laatste nummer refereert aan een praktijk onder mannen waarbij kogeltjes in de penis worden aangebracht ter verhoging van het seksuele genot. Aptijt is op dit moment zeer populair in Suriname. Niet alleen vanwege de expliciet seksueel getinte teksten, ook door de erotische bubbling dansshows die daarbij opgevoerd worden en inmiddels ook te aanschouwen zijn op het internetplatform YouTube. Al deze muziekhits benaderen met name de heteroseksualiteit vanuit het perspectief van zwarte mannen.
    [Show full text]