Gemeente Oen ! laag üicnsc Stedelijke Ontwikkeling Uitwerkingsplan Onderdoorgang Houtkade (Bestemmingsplan Leidschenveen) (voorontwerp) februari 2005 Al. O Uitwerkingsplan Onderdoorgang Houtkade (Bestemmingsplan Leidschenveen) (voorontwerp) februari 2005 Inhoudsopgave Blz. Toelichting 1. Inleiding -1- a. Aanleiding voor het uitwerkingsplan -1- b. Plangrenzen -1- c. Leeswijzer -1- 2. Gebiedsbeschrijving -1- a. Landschappelijke kenmerken -1- b. Omgevingskenmerken -1- 3. Project- en gebiedsbeschrijving -2- 4. Beleidsvoorwaarden -3- a. Het bestemmingsplan -3- b. Milieuaspecten -3- 5. Juridisch plan -5- a. Toelichting op de voorschriften -5- 6. Economische uitvoerbaarheid -5- Voorschriften Toelichting 1. Inleiding a. Aanleiding voor het uitwerkingsplan Het gebied tussen Den Haag, Rotterdam en Zoetermeer verstedelijkt in hoog tempo. Op een groot aantal plekken verrijzen Vinex-locaties en bedrijvenlocaties. Om te wonen, Viferken en recreëren hebben steeds meer mensen behoefte aan comfortabel openbaar vervoer. RandstadRail maakt voor het grootste gedeelte gebruik van bestaand spoor: de Zoetermeer Stadslijn en de Hofpleinlijn. Deze bestaande verbindingen worden omgebouwd en gekoppeld aan het lokale tram- of metronel en zal in 2006 gaan rijden. Vanwege de hoge frequentie waarmee RandstadRail gaat rijden, zullen vrijwel alle gelijkvloerse kruisingen worden afgesloten of vervangen door ongelijkvloerse kruisingen. Voor de bestaande overweg bij de Roeleveenseweg (Houtkade) betekent dit dat deze zal wovden vervangen door een onderdoorgang welke bestemd is voor fiets- en voetverkeer, bestemmingsverkeer (personenauto's en tractoren) en hulpdiensten. b. Plangrenzen Plangebied ' Uitwerkingsplan Onderdoorgang Houtkade' wordt begrensd door: - Aan de zuidkant de Roeleveenseweg met de bestaande agrarische bedrijven; - Aan de noordkant de Zoetermeerse Rijweg en de rotonde die toegang geeft tot de wijk Wateriand; - Het plangebied wordt van oost naar west doorsneden door het bestaande spoor. c. Leeswijzer Onderhavige toelichting bevat in de eerste plaats een beknopte analyse van de ruimtelijke en functionele kenmerken met betrekking tot het plangebied (hoofdstuk 2). Vervolgens zal in hoofdstuk 3 het project nader worden beschreven. In hoofdstuk 4 zal worden stilgestaan bij de beleidsvoorwaarden welke binnen het ruimtelijke ordeningsbeleid tot nu toe zijn geformuleerd. De hieruit voortvloeiende randvoorwaarden vormen de basis voor de juridisch-planologische vertaling daarvan (hoofdstuk 5). Afsluitend wordt stilgestaan bij de economische uitvoerbaarheid (hoofdstuk 6). 2. Gebiedsbeschrijving a. Landschappelijke kenmerken Het plangebied van het uitwerkingsplan is gelegen in een veenweidelandschap dat in de directe omgeving van het plangebied overwegend als veeweide wordt gebruikt en gekenmerkt wordt door een noordwest-zuidoost gerichte strokenverkaveling. De Roeleveenseweg biedt ook toegang tot een grote waterplas langs de A12. Ten noorden en ten westen van dit plangebied worden en zijn woningbouwlocaties ontwikkeld welke onderdeel uitmaken van de Vinexlocatie Leidschenveen. De omgeving van het plangebied wordt meer dan gemiddeld gekenmerkt door de moderne verkeersstructuren zoals de Al 2 en de spooriijnen Den Haag - Gouda, de Hofpleinlijn en uiteraard de Zoetermeerlijn, maar ook de Zoetermeerse Rijweg met een zogenoemd "akoestisch landschap" als geluidswal. b. Omgevingskenmerken De spoorkruising van de Roeleveenseweg - Houtkade met de huidige Zoetermeeriijn ligt tussen Leidschenveen-Wateriand en agrarisch gebied. Leidschenveen-Waterland is gescheiden van de spoorlijn door een geluidswal en door de Zoetermeerse Rijweg. De Roeleveenseweg loopt door het agrarisch gebied, onder de Hofpleinlijn en de in aanbouw zijnde Nootdorpboog door, waarna deze parallel aan de A12 langs het gebied loopt waar in de toekomst de wijk Leidschenveen Rietwijk zal worden gebouwd. 3. Project- en gebiedsbeschrijving De spoorkruising ten behoeve van langzaam- en bestemmingsverkeer en hulpdiensten is nu gelijkvloers en beveiligd met een automatische knipperinstallatie. Op dit moment passeren in de spits 16 sprinters per uur de spoorkruising Roeleveenseweg. Als RandstadRail rijdt zullen er in de spits 48 voertuigen per uur de huidige spoorkruising passeren. Gezien de toename aan bebouwing in de omgeving (woningen, bedrijven en school) zal ook het aantal spoorkruisende bewegingen toenemen. Bij elkaar betekent dit een toename van de kans op ongevallen. Om (fiets)ongevallen te voorkomen is het noodzakelijk maatregelen te treffen. Het realiseren van een onderdoorgang is daarvoor de beste optie. Leidschenveen Houtkade Zoetermeerse Rijweg Zoetermeeriijn Spoon/vegovergang Agrarisch gebied Roeleveenseweg De onderdoorgang zal uitsluitend voor vergunninghouders middels personenauto's en tractoren ook worden benut als doelbestemming van de aanliggende boerenbedrijven. Via de APV kunnen betrokkenen een ontheffingsvergunning voor gebruik van de tunnel verkrijgen. Het is dus uitdrukkelijk niet de bedoeling dat de Roeleveenseweg als een sluiproute voor autoverkeer gebruikt gaat worden tussen enerzijds Wateriand en anderzijds Rietwijk en Nootdorp. 4. Beleidsvoorwaarden a. Het bestemmingsplan Het plangebied maakt onderdeel uit van het bestemmingsplan "Leidschenveen" , goedgekeurd bij besluit van 24 juni 1997 door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en onherroepelijk geworden bij besluit van de Raad van State d.d. 25 juni 1999. Voor het gebiedsdeel waarop dit uitwerkingsplan van toepassing is, is de uit te werken bestemming "Groen- en verkeersvoorzieningen" van toepassing. b. Milieuaspecten In het Milieubeleidsplan 2001 - 2006 is gekozen voor een gebiedsgerichte benadering van milieubeleid. Het plangebied is in het kader van het Milieubeleidsplan aangewezen als gebiedstype Wonen. Naar verwachting worden in 2005 milieuambities bestuuriijk vastgesteld voor de verschillende gebiedstypen. Deze milieuambities zijn dan richtinggevend voor ontwikkelingen in het plangebied. Bij de ontwikkeling van onderhavig plan dient nadrukkelijk rekening te worden gehouden met de waterhuishouding alsmede met milieuaspecten als bodemkwaliteit, luchtkwaliteit en geluidshinder. Een te geringe kwaliteit ten aanzien van bovenstaande kan uiteraard (sanerings-) maatregelen noodzakelijk maken. Bodem Voor het gebied is een milieukundig bodemonderzoek verricht (Verkennend bodemonderzoek Houtkade, Holland Railconsult, 5 november 2004, IF116229 kenmerk BOD-ED-040054078). Uit dit onderzoek is gebleken dat op de betreffende locatie geen sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging zodat er geen belemmeringen bestaan voor de voorgenomen planontwikkeling. Bij verdere uitwerking van de onhwikkelingsplannen in het kader van de bouwprocedure en de verwerking van de vrijkomende materialen (grond, slib, ballastbed, asfalt, etc.) dienen de volgende onderzoekspunten nog aanvullend te worden uitgevoerd: - er is geen vooronderzoek/historisch onderzoek conform NVN 5725 uitgevoerd. Hierdoor is het onduidelijk in hoeverre de locatie ook conform NEN 5707 op asbest had moeten worden geïnspecteerd. Het onderzoek dient hierop te worden aangevuld; - op blz. 7 wordt in tabel 5 aangegeven dat de bovengrond ter plaatse van de boringen 3949-01 en 3951- 01 (traject 0-0,5 m-mv) is onderzocht. Uit de boorbeschrijving blijkt dat monsternummer 01 de ballastlaag betreft, die vanaf het maaiveld tot 0,10 m diepte aanwezig is. Het is onduidelijk welke laag (0-0,5 m-mv of 0-0,1 m-mv) is onderzocht. Daarmee is het onduidelijk of de grond onder het ballastbed (= een laag verdacht op koperverontreiniging) goed is onderzocht. Hierover mag in het rapport geen onduidelijkheid bestaan; - het onderzoek geeft een indruk over de kwaliteit van vrijkomende bouwstoffen (grond). Alvorens de bouwstoffen mogen worden toegepast dient de grond in het kader van het bouwstoffenbesluit nog aanvullend onderzocht te worden; - de kwaliteit van het slib uit de sloten is indicatief bepaald. Het is niet getoetst aan de waterbodemtoetsingswaarden waardoor de klasse indeling niet bekend is. Omdat het gebruik of de bestemming van het slib wordt bepaald op basis van de klasse-indeling, dient deze te worden vastgesteld en gerapporteerd: - uit de tekeningen kan niet eenduidige worden herieid cf het onderzochte terrein dekkend is met de locatie van de werkterreinen. De tekeningen dienen hierop te worden aangepast; - het inzicht in de algemene bodemkwaliteit van de locatie is door het milieukundig onderzoek voldoende verkregen. Omdat de op de werkterreinen te gebruiken (verdachte) stoffen en uit te voeren processen niet bekend zijn, is het onduidelijk of dit onderzoek ook gebruikt kan worden om de nulsituatie van de werkterreinen in het kader van de Wet milieubeheer te bepalen. Water Ten behoeve van de realisatie van de onderdoorgang Houtkade zal 290 m2 extra wateroppervlak worden gerealiseerd. Dit is voldoende compensatie om te kunnen voldoen aan de norm van het Hoogheemraadschap Delfland ten aanzien van waterberging van 325m3/ha. Geluid De akoestische consequenties van het plan met de geluidsuitbreiding naar de directe omgeving heeft Holland Railconsult onderzoek verricht Bert Paanakker, Utrecht, 2 december 2004). Op grond van de resultaten van dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat geen reconstructie van de spoorweg optreedt en geen aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn. Bij zeer hoge brugslagen zal de gevelbelasting van de meest nabijgelegen woning iets toenemen maar onder de voorkeurwaarde blijven en is er geen formele grond aanwezig om aan de onderdoorgang geluidseisen
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages27 Page
-
File Size-