Onteigening in de gemeenten Achtkarspelen en Kollumerland VW «Onteigeningswet» de zaken met de grondplannummers een aantal percelen gelegen is binnen 169 en 170, namens de wijk Egypte; het blok van de ruilverkavelingen Uitbreiding van een gedeelte van de A 3 J. Hansma, echtgenoot van G. Kollumerland en Twijzel-Buitenpost. spoorbaan Leeuwarden–Groningen Hansma, eigenaresse van de onroeren- De onderhandelingen over de beschik- tussen Veenwouden en Grijpskerk de zaak met het grondplannummer baarstelling van de gronden en het 131; opheffen van de rechten op overwe- Besluit van 26 februari 1997 no. A 4 M. J. Botma, eigenaar van de gen worden in eerste aanleg gevoerd 97.00986 houdende aanwijzing van onroerende zaak met het grondplan- door de landinrichtingscommissies. De onroerende zaken en beperkte rechten nummer 300; eventuele overdracht van deze gron- ter onteigening ten algemenen nutte A 5 O. Douma, eigenaar van de onroe- den aan NS Railinfrabeheer zal worden rende zaken met de grondplannum- bewerkstelligd via het plan van toede- Wij Beatrix, bij de gratie Gods, mers 150 en 151; ling. De landinrichtingscommissies kun- Koningin der Nederlanden, Prinses van A 6 L. Cnossen, voorzitter van de Land- nen wel een inspanningsverplichting Oranje-Nassau, enz. enz. enz. inrichtingscommissie Kollumerland; aangaan om de gronden beschikbaar Beschikken bij dit besluit over het ver- A 7 J. Bakker, van wie geen onroeren- te stellen, maar kunnen geen resultaat zoek van de NS Railinfrabeheer B.V. te de zaken ter onteigening behoeven te garanderen vanwege de aard van de Utrecht, d.d. 29 februari 1996 (ken- worden aangewezen. ruilverkavelingsprocedure, die immers merk GJZ/2C/LGR/940240/U96.0103), tot in de gemeente Kollumerland en onderhevig is aan bezwaar en beroep. aanwijzing van onroerende zaken en Nieuwkruisland door: Met het oog op het vorenstaande zijn beperkte rechten ter onteigening inge- B 1 F. J. van der Meulen, eigenaar van de gronden opgenomen in het ontei- volge artikel 72a van de Onteigenings- de onroerende zaak met het grond- geningsplan voor het geval dat de wet ten behoeve van de uitbreiding plannummer 125; beschikbaarstelling via de ruilverkave- van een gedeelte van de spoorbaan B 2 P. Ellens, eigenaar van de onroe- ling niet of niet tijdig plaatsvindt. Leeuwarden–Groningen tussen rende zaken met de grondplannum- Indien deze situatie zich zou voordoen, Veenwouden en Grijpskerk, met bijko- mers 121, 126 en 127; zullen de onderhandelingen conform mende werken, in de gemeenten B 3 L. Cnossen, voorzitter van de artikel 17 van de Onteigeningswet Achtkarspelen en Kollumerland en Landinrichtingscommissie Kollumer- door of namens NS Railinfrabeheer als- Nieuwkruisland. land; nog plaatsvinden, respectievelijk wor- Onze Minister van Verkeer en B 4 F. Elzinga, eigenaar van de onroe- den overgenomen’. Waterstaat heeft de beslissing op het rende zaak met het grondplannummer Voorts heeft genoemde commissie verzoek voorgedragen bij brief van 24 118; overwogen: ’Hieraan kan nog worden januari 1997, nr. PVI/V 623918, Voorts zijn schriftelijke zienswijzen toegevoegd dat de plannen van de Directoraat-Generaal voor het Vervoer. ingebracht door: landinrichtingscommissies niet worden Overeenkomstig de artikelen 63 en 10 C 1 G. Hansma, eigenaar van de onroe- gefrustreerd door het onteigenings- van de Onteigeningswet is door een rende zaak met grondplannummer plan, aangezien NS Railinfrabeheer uit het midden van gedeputeerde sta- 147; binnen de hiervoor beschikbare tijd ten van Friesland benoemde commis- C 2 bewoners van Egypte 22, 24 en 26 niet onderhandelt met betrokkenen sie, in de gemeenten Achtkarspelen en te Buitenpost. zolang de landinrichtingscommissies Kollumerland en Nieuwkruisland een nog bezig zijn’. hoorzitting gehouden om de zienswij- Overwegingen In de infobrief aan alle rechthebben- ze van belanghebbenden tegen de den voorafgaande aan de hoorzittin- voorgenomen onteigening en het plan Ingevolge voornoemd artikel 72a van gen is van bovenstaande ook melding van het werk aan te horen, nadat voor de Onteigeningswet kan, zonder voor- gemaakt. zoveel nodig aan de artikelen 11 en 12 afgaande verklaring bij de wet dat het Gelet hierop is echter naar Ons oordeel van de wet was voldaan. algemeen nut onteigening vordert, de noodzaak van de onteigening van De commissie is bijgestaan door een onteigening plaatsvinden onder meer de gronden, welke zijn gelegen binnen vanwege het algemeen bestuur aange- ten behoeve van de aanleg en verbete- de blokken van de ruilverkavelingen, wezen deskundige en het hoofd van ring van spoorwerken. niet aangetoond. De beginselen van het gemeentebestuur. Reclamant sub A 1 brengt als zienswij- behoorlijk bestuur brengen met zich Uit het verslag van die zittingen blijkt ze naar voren dat hij vreest voor door- dat in het algemeen eerst met de dat zienswijzen zijn ingebracht: kruising van de ruilverkavelingsproce- onderhandelingen over de minnelijke in de gemeente Achtkarspelen door: dure. verwerving van gronden wordt aange- A 1 W. J. Ebbers, namens de Naar aanleiding van deze zienswijze vangen en dat deze tot op een redelijk Landinrichtingscommissie Twijzel- heeft de commissie ex artikel 10 van de punt worden voortgezet, alvorens na Buitenpost; Onteigeningswet het volgende over- gebleken noodzaak daartoe de admi- A 2 M. Pilat, eigenaar van de onroeren- wogen: ’Allereerst zij opgemerkt dat nistratieve onteigeningsprocedure in Uit: Staatscourant 1997, nr. 63 / pag. 6 1 gang wordt gezet. Uit de overwegin- informatieavond op 21-5-1996 heeft Voorts vraagt reclamant zich af of het gen van de commissie blijkt dat de ver- gesprek met reclamant plaatsgevon- nodig is een stuk grond van hem te zoeker om onteigening geen pogingen den. onteigenen voor een weggetje. heeft ondernomen om met de eigena- Voorts wordt opgemerkt dat de grond Hieromtrent wordt opgemerkt dat ren tot overeenstemming te komen. die nodig is binnen de ruilverkaveling brief plus tekening op 9-5-1996 aan Weliswaar is met de grondeigenaren valt. Verwezen kan worden naar de reclamant is toegezonden en op overleg gevoerd, doch dit overleg overweging ten aanzien van reclamant 20-5-1996 een gesprek met betrokkene heeft plaatsgevonden in het kader van sub A 1. De gronden van reclamant A 3 heeft plaatsgevonden. Tevens was de ruilverkavelingsprocedures en had kunnen gelet op die overweging niet reclamant uitgenodigd voor de infor- niet de verwerving van de eigendom ter onteigening worden aangewezen. matie-avond op 21-5-1996. Ter zitting door de verzoeker om onteigening, In de lijst van te onteigenen onroeren- is toegezegd dat op korte termijn als- met als uitgangspunt een volledige de zaken is hiermee rekening gehou- nog met betrokkene overlegd zal wor- schadeloosstelling op grond van de den. den. onteigeningswet, als onderwerp. Los Reclamant sub A 4 wil graag op korte Voorts wordt opgemerkt dat de grond hiervan kan naar Ons oordeel de termijn weten of er terrein van hem die nodig is binnen de ruilverkaveling omstandigheid, dat een voor de ver- nodig is. valt. Verwezen kan worden naar de zoeker om onteigening gunstige Hieromtrent wordt opgemerkt dat NS overweging ten aanzien van reclamant afloop via de ruilverkaveling niet gega- Railinfrabeheer de grond van recla- sub A 1. De gronden van reclamant B 1 randeerd is, nog geen grond opleveren mant, als tijdelijk werkterrein, niet kunnen gelet op die overweging niet voor het reeds in gang zetten van een meer nodig heeft. In de lijst van te ont- ter onteigening worden aangewezen. onteigeningsprocedure. Eerst wanneer eigenen onroerende zaken is hiermee In de lijst van te onteigenen onroeren- blijkt dat de voor de spooruitbreiding rekening gehouden. de zaken is hiermee rekening gehou- benodigde gronden niet tijdig via de Reclamant sub A 5 wil eveneens graag den. ruilverkaveling beschikbaar komen en op korte termijn weten welk terrein Reclamant sub B 2 is bang voor extra wanneer door de verzoeker om ontei- van hem nodig is. trillingen, wanneer er een goederen- gening voldoende pogingen zijn Hieromtrent wordt opgemerkt dat los trein langs zal komen. ondernomen om met de betrokken van de plannen van de ruilverkavelin- Hieromtrent wordt opgemerkt dat op eigenaren en rechthebbenden tot gen en de spoorverdubbelingsplannen enkele plaatsen onderzoek naar trillin- overeenstemming te komen, kan de op dit moment plannen worden uitge- gen is gedaan. Er is echter geen aanlei- noodzaak tot het in gang zetten van werkt in het kader van de verlaging ding voor vrees dat er een te hoog tril- een administratieve onteigeningspro- van het risico-niveau. De besluitvor- lingsniveau zal ontstaan. Ter zitting is cedure aanwezig worden geacht. ming daaromtrent is nog niet afge- door NS Railinfrabeheer aangegeven Op grond van het voorgaande kunnen rond. Overleg en inspraakprocedures dat, mocht in de toekomst de situatie de gronden voor zover deze gelegen zijn nog gaande. De plannen zijn der- tegenvallen, dit gemeld kan worden zijn binnen de blokken van de ruilver- halve niet in het onderhavige onteige- bij de NS met het verzoek een meting kavelingen Kollumerland en Twijzel- ningsplan opgenomen. Behalve voor te verrichten. Voorts wordt opgemerkt Buitenpost niet ter onteigening wor- de spoorverdubbeling zijn hoogst dat de grond die nodig is binnen de den aangewezen. In de bij dit besluit waarschijnlijk ook gronden van recla- ruilverkaveling valt. Verwezen kan behorende lijst van te onteigenen mant nodig voor maatregelen in het worden naar de overweging ten aan- onroerende zaken is hiermee rekening kader van de verlaging van het risico- zien van reclamant