Pilotenhulp tijdens Wereldoorlog II Deel 1 : Regio Midden-Limburg In 2020 herdachten wij, zij het in mineur vanwege de covidpandemie, het einde van de Tweede Wereldoorlog voor de Belgen. 1. Auteur Alex Marut, 23 januari 2011 Boxberg Tijdens die oorlogsjaren ontstond er een weerstandsbeweging, gericht tegen de Duitse bezetter en de nazicollaboratie. Vele gewone mensen hebben dit met hun leven bekocht. Dit verhaal gaat over de georganiseerde hulpverlening aan geallieerde militairen, die in het strijdperk traden met de Duitse oorlogsmachine. Deze eerste versie van pilotenhulp in Limburg, is gebaseerd op het boek Pilotenhulp in Genk, dat in het najaar van 2011 verscheen door toedoen van ondergetekende auteur Alex Marut en de vzw Heemkring Heidebloemke. In deze digitale versie overlopen wij het vorsingswerk, dat over de netwerken handelt in de regio rond Genk, waarbij zowel de Maaskant als de hoofdplaats Hasselt beschreven wordt. Met deze introductie ben ik ook dankbaar voor de vrijwillige medewerking van vele mensen die ik tot mijn netwerk mocht rekenen en waarvan enkele dierbaren al niet meer onder ons zijn. Willy Ballewijns, Frans Beckers, Jean Bemong, Annick Boesmans, Henriëtte (Mia) Boesmans-Colaris, Wim Boffin, Lucien Bogers, Alexander Bonnet, Rosa Bonneux-Huyskens, Jos Bouveroux, Jean Bosmans, Ivo Bovend’aerde (+), Viviane Vlekken-Bovens, Wim Broens, Jef en Maria Buntinx, Gustaaf en Irène Buntinx, Robert Buschgens, Joseph Bussels (+), Guido Caluwaerts, Frans Chorkawa, Guy Claes, Pierre Claes, Jean en Pierre Claesen (+), Sylvester Colson, Jos Coolen, Wim Corstjens, Jean Dubois (+), Maria Akkermans- Dautzenberg, Liliane en Simonne Hendrix-Degueldre, Albert Depelsmaeker, Mia en André D’Hulst, Heemkring Heidebloemke Genk, Albert Dirix (+), Albrecht Driessen, René Engelen (+), Godelieve Geerts, Tilly Gielen, Mathieu Hamaekers (+), Roger Houbregs, Mathieu Kunnen (+), Raymond Lambie (+), Joël Lantin (+), Joseph Lenaers, Greg Lewis, Lucienne Lieben, Elise en Elodie Loyens, René Luyten, Documentatiecentrum Maaseik, Pia Martens-Poppe, Maurice Martens, René Martens (+), Mathieu Meuwissen (+), Nelly Philippe-Mercier, Heemkring De Reengenoten Meeuwen, Martin Metten, Louis Meuwis, Jef Muysers, Guy Neven, Jan Neyens (+), Gerda Noelanders, Nelly Crêvecoeur-Olyff (+), Maurice Paulissen, Renée Pansaerts-Lantin (+), Henri Peeters (+), Paul Perry, Kristof Reulens, Leon Ronsse, Roger Rutten, Augusta Schrijvers-Plevoets, Jean-Pierre Segers, Irma Scheepers, Wladyslaw Skwaron (+), Theo Slootmaekers, Henri Snyers, François Sneijkers (+), Roger Stassen, Jaak Steyvers (+), Annie Huygen-Steyvers, Jeanette Surinx-Steyvers, Gerard (+) en Pierre Thijs, Maurice Thysen, Rik Thomas, Jeanine Van de Beek, Magda Vanmuysen, Freddy Vanoppen, Kamiel Vermeulen, René (+) en Christine Volckaerts-Byloos, François Willems, Mimi Willems-Gilkens (+), Claudy Winant, Jeu Wijnen (+), René Winters, René Wynants (+) en Jan Zoons. © Alex A F Marut Genk, Allerzielen 2 november 2020 1 Gebroken Vleugels Het georganiseerd verzet tegen de Duitse bezetting in Wereldoorlog II kreeg na de Slag om Engeland (tot eind september 1940) een sublieme dimensie : oorlogvoering in de lucht. Geallieerde bommenwerpers van de Royal Air Force hielden van dan af ’s avonds regelmatige raids op het Duitse spoorwegnet en de nazi-oorlogsindustriegebieden. Brustem werd het vliegveld dat vanaf 15 januari 1942 de operationele basis werd van de Duitse nachtjagerseenheid Gruppe II./NJG1 Fliegerhorst Sankt-Trond, die in het door schijnwerpers hel verlichte luchtruim, tot ver in het Eifelgebergte weerwerk moest bieden aan de Britse luchtaanvallen1. Vanaf mei 1942 kregen de Duitse nachtjagers bij de Dunkle Nachtjagd- procedures (‘Himmelbett-Verfahren’) assistentie van plaatselijke Jägerleitstellen en Gefechtsstände2, voorzien van de laatste technologische snufjes op gebied van radardetectie3. Vanaf midden augustus 1942 werden Amerikaanse Flying Fortresses B-17 bommenwerpers vanuit Engeland in de strijd geworpen. Zij bombardeerden nazi-Duitsland overdag, terwijl de Britse toestellen van Bomber Command massaal nachtelijke luchtraids bleven uitvoeren. In de twee laatste oorlogsjaren kregen de Aces van Stab IV./NJG1 het dan ook zwaar te verduren in Grossraum 6, boven het grondgebied van Genk4. 2. B-17 gecrasht op 17 augustus 1943 Door het levensgevaarlijke werk, waarmee eenvoudige Belgen humane hulp verleenden aan gestrande en verdwaalde geallieerde vliegtuigbeman- ningen uit het Britse Gemenebest, maakten zij zich tot doelwit van de Duitse Abwehr en haar handlangers van de Geheime Feldpolizei5. In de loop van 1943 ging echter de Sicherheitsdienst (SD) zich bemoeien met de internationale organisatie van de pilotenhulplijn Comète. De Belgische dubbelagent Jean-Jacques Desoubri infiltreerde met succes in het voorjaar van 1943 in de rangen van de Komeetlijn Brussel-Parijs onder het alias Jean Masson. Hij zorgde in juni 1943 voor een golf van arrestaties6, ook in Hasselt en Maaseik. En was het niet dankzij Comète- agente Lily Dumon7, zou hij begin 1944 opnieuw toegeslagen hebben onder de schuilnaam Pierre Boulain8. 3. Jean-Jacques Desoubri, alias Jean Masson Onder de vele dappere verzetslieden die vliegeniers hielpen, waren ook vele vrouwen, die als ze gearresteerd werden, steevast de gruwel van het Duitse concentratiekamp Ravensbrück ondergingen9. Boven de poort van Ravensbrück stond, net zoals in Auschwitz de cynische slogan : “Arbeit macht frei”. 2 Mannen werden bij een veroordeling tot de doodstraf10 door het Duitse krijgsgerecht11, genadeloos gefusilleerd. Voor vrouwen werd dit doodsvonnis in de regel omgezet in opsluiting in een concentratiekamp als Nacht und Nebel-gevangenen12. De ontsnappingslijnen van Dédé en le Réseau Comète in Brussel De eerste fillière of Belgische ontsnappingslijn voor geallieerde vliegeniers was actief vanaf de zomer van 1941 tot D-Day (6 juni 1944)13. De officiële oprichter ervan was de Brusselse verpleegster Andrée De Jongh14, dochter van schooldirecteur Frédéric De Jongh15 uit Schaarbeek. De schuilnaam van Andrée was Dédé en haar vader was monsieur Paul. 4. Andrée De Jongh, alias Dédé Samen met de radiotechnicien Arnold Deppé16 en Elvire de Greef- Berlemont (Tante Go)17, die beiden in Frankrijk hadden gewoond, zorgde Dédé er voor dat Engelse airmen, wier vliegtuigen boven Belgisch grondgebied waren afgeschoten, via vertrouwenspersonen naar safehouses of betrouwbare huizen konden worden gebracht. 5. Elvire de Greef, geflankeerd door Andrée en haar vader Paul De Jongh in de Franse villa te Anglet Daar werden de geallieerde vliegeniers voorzien van valse identiteitsdocumenten, waarna ze meestal per trein via Frankrijk en te voet over de Pyreneeën, doorheen het neutrale Spanje naar Brits Gibraltar reisden18. Suzanne, de zuster van Andrée fungeerde als koerierster19. Na de ontmaskering en aanhouding van Andrée De Jongh op 15 januari 1943, werd het netwerk Dédé omgedoopt tot Comète (Gebroken Vleugels) en tot juni 1943 verder geleid door haar vader20. Dit burgerlijke initiatief om neergestorte overlevende Britse piloten te evacueren uit België, kon in die korte periode van haar bestaan toch nog 773 piloten en geheime agenten naar Groot-Brittannië repatriëren21. 6. Frédéric De Jongh, aan de arm met zijn dochters Andrée (links op de foto) en Suzanne te Brussel Ontsnappingsroute Evasion in Hasselt In Hasselt werkten sinds september 1941 Clémentina (Tina) Lucas22 en haar echtgenoot Lucien Collin23 voor dit netwerk onder de naam Evasion24. Samen met het echtpaar Florent Biernaux en Olympe Doby uit Hasselt25 hielpen zij, samen met de dames Degueldre uit het café De Kroon in de Schiervellaan 11, een vijftigtal geallieerde piloten om te ontsnappen aan de nazi’s26. 7. Lucien Collin 3 Tina Lucas was al vóór de oorlog met hulpverlening aan vluchtelingen begonnen door Spaanse kinderen op te vangen, vluchtelingen uit de burgeroorlog van generaal Francisco Franco (1892-1975). Vanaf de eerste bezettingsdagen in 1940 sloten Lucien en Tina zich aan bij de patriottische verzetsgroep Hoornaert-Dirix, die illegale pamfletten verspreidde27. Baron Alexandre Jolly uit Hasselt verleende vanaf augustus 1940 zijn medewerking om wapens in te zamelen, maar werd op 4 oktober 1941 door de Geheime Feldpolizei aangehouden, veroordeeld en naar Duitse concentratiekampen gevoerd28. In juni 1941 nam Georges Dumont uit de Arbeidsstraat 14 in Zwartberg de leiding over de Groep Hoornaert-Dirix, onderdeel van het BNB/Geheim Leger in Zwartberg, over van de student Lucien Grieten29. Wij vonden een lijst met de namen van 77 verzetslieden die tot deze cel behoorden30. 8. Verzetsman Georges Dumont met deukhoed in de hand, 1946 Op zondagvoormiddag 23 juni 1946 werd in Zwartberg hulde gebracht aan de brigade Georges Dumont met een plechtige overhandiging van een vaandel aan deze Limburgse bevelhebber31. Pilotenhulp in Genk Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakten vele eenvoudige Genkenaren zich dienstbaar door Britse piloten of Amerikaanse militairen te helpen ontvluchten of hen te laten onderduiken. Sommigen deden dit altruïstisch, zich geen rekenschap gevend van welk groter raderwerk dat zij daardoor onbewust onderdeel uitmaakten32 : Winterslag : de familie Maurice Allard-Herck uit de Vennestraat33, de familie van hoofdverpleger Leonard Smolders-Stegen uit de Oostlaan34, de familie van Ernest Van Oppen-Blomme uit de Nieuwe Kuilenweg35 en juffrouw Dési (Désirée) Gielen, van drukkerij Concordia uit de Margarethalaan36. Waterschei : de families Snijers-Gardin, Lantin-Leemans37 en Geebelen-Nahon38. Zwartberg : de familie Van Der Biest-Michiels.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages123 Page
-
File Size-